KUNSTstof –Magazine
KUNSTstof-magazine Jaargang 4 nummer 1 Uitgave van het Leerdams Kunstenaars Collectief
Van de redactie
“ Show van modesculpturen gaat op reis” door Sylvia Bosch
“ Te mooi om weg te gooien “ door Sylvia Bosch
“ 5e Leerdamse Kunst vierdaagse “ door Sylvia Bosch
Tip van Kunststof
“ Tekens aan de wand “ door Sylvia Bosch
“Corine’s muurkunst “
“ Gespot door Kunststof … ” door Sylvia Bosch
“ Peter Sijbel vertelt over zijn schilderijen “
“ Mien met de ijsco “
Theo Jansen “ Strandbeesten moeten nu eenmaal van PVC zijn ” door Nellie Looren de jong
“ De diva’s van Kees van Dongen “
“ Het Dodeneiland ” door Rob Witteveen
“ Beroemde uitspraken “ door Sylvia Bosch
“ Vergane glorie ” fotografie van urban explorer Astrid Boers
“ Onmogelijke liefde “ gedicht door Daan de Ligt
Cursus Aziatisch Lacquer schilderen in Spijk
“ Werk mee aan KUNSTstof-magazine ” door Sylvia Bosch
“ Less color fotografie “ door Ton Swiderski
Website Leerdams Kunstenaars Collectief © 2014 KUNSTstof-magazine Webmaster LKC & fotografie KUNSTstof-magazine Ton Swiderski Eindredactie
Jan Kuiper
[email protected]
Sylvia Bosch
[email protected]
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 2
van de redactie ...
Beste kunstliefhebbers, Met genoegen hebben wij het eerste nummer van dit jaar gemaakt. De ijskoningin op de cover is van de hand van Ton Swiderski. Wij willen graag ook dit jaar de 5e Leerdams kunst vierdaagse weer organiseren, echter dit is op dit moment erg onzeker. De reden is dat er voor 2014 maar enkele vrienden/vriendinnen het Leerdams Kunstenaars Collectief steunen. In vorige edities van KUNSTstof-magazine hebben wij een oproep gedaan om voor 10 euro vriend/vriendin te worden van het collectief, echter zonder veel resultaat. Wij hopen dat u voor 2014 alsnog het collectief wil steunen, op pagina 58 staan de gegevens hoe u dit kunt doen. Wij zijn heel benieuwd naar uw mening van dit KUNSTstof-magazine! Wellicht kent u mensen die ook geïnteresseerd zijn in dit digitale magazine, zo ja dan verzoeken wij u vriendelijk het door te sturen. Veel leesplezier toegewenst en de hartelijke groeten van Sylvia Bosch & Ton Swiderski en Jan Kuiper.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 3
“ Show van modesculpturen gaat op reis ”
door Sylvia Bosch
Gorcums Museum
De modesculpturen die de laatste Kunst vierdaagse tot een groot succes maakte hoeven voorlopig niet de kast in. Het Gorcums Museum heeft hiervoor belangstelling getoond. Zij gaan een aantal van de creaties op nemen in de tentoonstelling “Te mooi om weg te gooien”. Dat is een tentoonstelling die laat zien hoe kunstenaars afval materialen kunnen recyclen om daar iets moois van te maken. En daar blijft het niet bij. Ook zullen de danseressen van Nikky’s Dance de show op zondagmiddag 9 maart nog een keer te presenteren in de bijzondere ambiance van het mooie museum. Zowel de officiële opening als de show van modesculpturen is voor iedereen vrij toegankelijk.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 4
Op zaterdagmiddag 1 maart om 15.00 is de officiële opening door wethouder Arjen Rijsdijk, met een muzikaal intermezzo door Ed de Vos op contrabas. Op zondagmiddag
9 maart om 13.30 uur in het auditorium op de eerste verdieping de
show van modesculpturen, met als toegift een moderne dans speciaal voor deze gelegenheid ingestudeerd door de meiden van Nikky’s Dance uit Leerdam. Kijk voor meer info op www.gorcumsmuseum.nl
Affiche van de 4e Leerdamse kunst vierdaagse 2013
Gorcums Museum, Grote Markt 17, 4201 EB Gorinchem. Dinsdag t/m zaterdag 10.00 - 17.00 Zondag 13.00 - 17.00 Op zondag 9 maart is er ook de “Culturele route” door de stad. Tal van galerieën en ateliers in het centrum zetten dan hun deuren open. Kijk op http://www.cultureleroute.nl/deelnemers/ voor de deelnemers en hun adressen. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 5
“ Te mooi om weg te gooien! ” in het Gorcums museum
Hergebruik: het kan het recyclen van materialen zijn, maar ook van ideeën, beelden of inspiratie. In de expositie Te mooi om weg te gooien!, van 1 maart t/m 1 juni 2014 in het Gorcums Museum, laten hedendaagse kunstenaars en vormgever zien hoe ze hergebruik in hun werk toepassen. Iedereen heeft daarbij zijn eigen beweegredenen: is het de poëzie van gebruikt materiaal, of is het om stil te staan bij de noodzaak van duurzaamheid?
Nieuwe waarde Hergebruik lijkt, om ecologische redenen, haast een voorwaarde te worden voor de mens om te overleven. Maar Te mooi om weg te gooien! geeft geen pasklare antwoorden over hergebruik en duurzaamheid. Zo tekent Henk van Dalen bedreigde landschappen op de beurspagina van oude kranten, en laat Barbara Polderman zich inspireren door het ‘levensverhaal’ van gebruikt materiaal om zo tot nieuw beeld te komen. Jan Eric Visser wil daarentegen kunst maken zo groot als zijn eigen ecologische voetafdruk: zijn eigen afvalstroom uit het dagelijks leven weet hij te transformeren en te recyclen tot iets van nieuwe waarde.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 6
Barbara Polderman
“Kunstenaars laten zien hoe ze hergebruik in hun werk toepassen...” Inspiratiebron Te mooi om weg te gooien! is een tentoonstelling met een grote diversiteit aan invalshoeken en verschijningsvormen. Sander van de Pavert (Lucky TV) hergebruikt TV-beelden en geeft daar een humoristische of absurdistische draai aan. In de 'Sweepers clock' van ontwerper Maarten Baas verplaatsen twee mannen een hoop afval en vormen daarmee de twee wijzers van een klok (zie afbeelding onder de titel). Kunst en vormgeving dienen zo als visuele inspiratiebron om te laten zien dat hergebruik veel meer kan zijn dan we denken.
Sander van de Pavert
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 7
Deelnemers De tentoonstelling laat werk zien van onder andere gerenommeerde en landelijk bekende kunstenaars als Carolien Adriaansche, Maarten Baas, Aldo van den Broek, Sjoerd Buisman, Henk van Dalen, Karin van Dam, Marianne de Jong, Jeroen Jongeleen, Hugo Kaagman, Amerentske Koopmans, Gerrie Laudy, Cedric Laquieze, Nellie de Mulder, Sander van de Pavert, Barbara Polderman, Melle Smets, Annelies van Sterkenburg, Marjan Teeuwen, Ans Verdijk, Niek Verschoor, Jan Eric Visser en Diet Wiegman. Curator van de tentoonstelling is Jack van Mildert.
Carolien Adriaansche
Er is een speciale zaal gewijd aan Gorinchem en de regio met werk van kunstenaars, ontwerpers, vormgevers en dichters zoals Lisanne AddinkDölle, Marijke Bongers, Fred Bontje, Ro van Doesbrug, Dre Edelbroek, Gerard van Klei, Ewoud de Kroon, Erik Lelieveld, Evert van Lopik, Karin Mollemans, Saskia van der Donk, Beatrijs Schweitzer, Sylvia Terwisscha van Scheltinga, The Milkshakeman, Koen de Wilde, Woman4Art, Ditske de Wit en het Leerdams Kunstenaars Collectief.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 8
Satellietplekken De tentoonstelling kent een aantal satellietplekken in de stad zoals Artoteek Gorinchem, Galerie Ars Longa en Ontwerp2. Daarnaast zijn er diverse activiteiten gepland, zoals rondleidingen, workshops, lezingen en locatietheatervoorstellingen van BISonder. Aan de tentoonstelling is een groot educatief project gekoppeld, waarin samengewerkt wordt met basis- en voorgezet onderwijs, Natuurcentrum Gorinchem en reinigingsdienst Waardlanden.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 9
“ 5e Leerdamse Kunst vierdaagse ”
door Sylvia Bosch
Als het ons gaat lukken om een geschikte locatie te vinden dit jaar, dan organiseren wij de 5e Leerdamse Kunst vierdaagse van donderdag 30 oktober t/m zondag 2 november 2014. Alleen mensen die vriend(in) van het Leerdams Kunstenaars Collectief zijn kunnen zich hier voor opgeven. Vriend(in) worden kost 10 euro per jaar. Opgeven als deelnemer aan de Kunst vierdaagse 2014 is vanaf nu mogelijk. Stuur een mail naar de redactie. Bericht van definitieve deelname volgt later.
Tip van Kunststof
In deze rubriek brengen wij kunst, exposities en/of bijzonderheden onder de aandacht die ons inzien de moeite waard zijn. Wij hebben deze rubriek onderverdeeld in: Exposities in de regio en Uitgelicht. Met andere woorden een tip van ons om deze expositie, tentoonstelling of activiteit te bezoeken.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 10
Exposities in de regio
Onderonsje bij Zorggroep Emma.
Corine Raaymakers exposeert tot eind maart 2014 bij Woon Zorg centrum Emma in Leerdam West. Tijdens het wisselen van de expo had zij een onderonsje met Peter Sijbel de vorige exposant. Beide kunstenaars schilderen met olieverf zijn bijzonder geïnteresseerd in de technieken van de oude meesters. Wel gezellig om even ervaringen uit te wisselen.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 11
Lezing over “De Haagsche School“ bij Stadspodium GO.
Op vrijdagmorgen 14 maart houdt Drs. Lisette Le Blanc in de grote zaal van stadspodium GO een lezing met als onderwerp “De Haagsche School”.
De Haagse school is een schilderstijl en een groep gelijkgestemde kunstschilders ontstaan tussen 1860 en 1900 in Den Haag. Tien jaar na de Franse School van Barbizon en ongeveer gelijklopend met het Franse Impressionisme was er in Den Haag een aantal kunstschilders dat ernaar streefde zowel interieur als landschap op een opvallend realistische manier weer te geven. Daarbij viel op dat zowel het observeren van dingen als het schilderend weergeven ervan impressionistisch van aard was. De lezing begint om 10.00 uur en duurt tot 12.00 uur. Toegang 12.50 euro. incl. koffie/thee. Kaarten kunnen worden gereserveerd via
[email protected] ,u kunt zich ook aanmelden via www.go-leerdam.nl of via tel. 0345616886 (Cora Overbeek) Cultuurcentrum GO. Dr. C. Voogdplein 90, 4141 CN Leerdam Tel: (0345) 633 488 Parkeerplaats nabij.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 12
Dubbelexpositie beeldende kunst Alieke Hartog & Juke Hudig Twee actieve beeldend kunstenaars uit Neerijnen
Dragen en gedragen worden
Donderdag 20 februari t/m zondag 23 maart Open: donderdag t/m zondag van 12.00 – 16.00 uur Entree: gratis Café-terras UIT-spanning geopend Vrij parkeren
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 13
Alieke Hartog
"Al heel jong werd ik gefascineerd door klei. Mijn handen konden van dit zachte materiaal iets maken zonder dat het uit elkaar viel. Klei bleef tot de dag van vandaag mijn passie. Mijn inspiratie is naast de natuur de onuitputtelijke vormenwereld om mij heen. Ook mijn eigen groei als mens, in de zichtbare dagelijkse wereld met ontmoetingen, relaties, hoogteen dieptepunten en in de onzichtbare spirituele wereld, vertaalde zich in mijn beelden. Ook mijn tuin, die nu al meer dan dertig jaar met mij meegroeit, is een bron van inspiratie en een plek waar mijn beelden zich thuis voelen. Klei bleef tot de dag van vandaag mijn passie. Na de Rietveld academie en een werkperiode op het keramisch werkcentrum volgden jaarlijks exposities. Een doorlopende zoektocht naar mijn eigen vormentaal. Ik zoek in klei als aards materiaal naar de harmonie die hemel en aarde verbindt. Mijn vormen zijn altijd hol opgebouwd. Ik zoek naar adem en beweging in en rond mijn vormen. Veel aandacht besteed ik aan mijn kleimengsels en de oppervlaktestructuur. Kleuren zijn transparant opgebracht zodat de structuur van de klei zichtbaar blijft. De beelden worden op hoge temperatuur gereduceerd gestookt in een gasoven op 1280 graden. Ze kunnen ook buiten geplaatst worden waar ze een verrassende eenheid vormen met de omringende natuur."
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 14
Juke Hudig Juke Hudig tekent in pastel en toont in haar werk de virtuoze beheersing van dit medium.
's Zomers teken ik
indrukken van de natuur. 's Winters druk ik mij uit in visioenen.‘ De vrolijke kleurrijke bloemenpracht in haar ‘tuinen’ weet zij bijna tastbaar tot leven te wekken, maar ook het geheimzinnige leven tussen de bomen of ver buiten de aarde.
Haar leidraad is Licht Licht laat zich vertalen in kleur en vorm. ‘De hele dag beweegt het licht en ik beweeg mee. Dat is een oefening in flexibiliteit en concentratie, in het loslaten van het onderwerp in letterlijke zin; in het doorgronden van de binnenwereld, de zielsuitdrukking van de stof.‘ In de wintermaanden werkt zij in haar atelier en ontstaat haar vrije werk. Daar schept zij haar ‘droom’ pastels. Dat zijn visualiseringen van innerlijke beelden, die ‘als licht en donker in mijn wezen omhoog borrelen’. De verbeelding van het spirituele, de diepere onzichtbare werkelijkheid is het steeds terugkerende thema in Juke Hudig’s vrije werk. Sinds 1994 werkt zij veel naar teksten.
Taal getransformeerd in beeldtaal.
Dante’s Divina Commedia in 111 pastels
Het Oudtestamentische boek ‘Job’; Dante Alighieri’s ‘Divina Commedia’; ‘De dwerg’, een ballade van F. Schubert; De legende van Christoforus, De profeet bij het gedicht van A. Poesjkin. “Op de tekeningen van Juke Hudig zijn meestal mensen te zien, mensen in situaties die een symbolische lading hebben, zonder dat we zo op het eerste gezicht zouden kunnen zeggen welke betekenis zo’n symbool nu eigenlijk heeft. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 15
Geen opgelegde symboliek dus, maar eerder de suggestie daarvan, die onopgelost en dus mysterieus blijft. Juke Hudigs techniek staat ervoor in dat de illusie niet wordt verstoord.” d’Theeboom (1981). Juke Hudigs nieuwe serie pastels en potloodtekeningen is gewijd aan twee onderwerpen: mensen en landschappen. Is dat zo bijzonder? Bij haar wel. Want zo fijnzinnig en etherisch als haar landschappen zijn-alleen iemand die de pasteltechniek volkomen beheerst is in staat de parelmoerglans van het water op het wad zo weer te geven als Juke Hudig het doet-zo intens en levend zijn de mensen weergegeven. Een pastel als ‘Tatouage d ‘amour’ lijkt met zijn nachtzwarte achtergrond de grenzen van het technisch mogelijke te overschrijden. Het is niet de verwondering over zoveel meesterschap die beklijft—het is de vervoering zelf, die van de techniek op de afgebeelde personages overgaat, en van die personages op ons.” d’Theeboom (1984).
Juke Hudig, over Christoforus "Christoforus, Christusdrager, is het symbool van de zoekende mens, aan wie en door wie de liefde geopenbaard wordt. Hij gaat op zoek naar datgene wat zijn hart ingeeft: het dienen van de machtigste heren, de verschijning van de koning, de duivel, de heremiet en tenslotte het Christus-kind.
Als reus zet hij de mensen over de rivier, de eeuwige stromende adem van het leven. Hij voert zijn strijd tegen de duisternis, maar staat op en weet zich gedragen door het kind. Hij werd de drager van het licht. Dragen en gedragen worden." Juke Hudig houdt op woensdag 26 februari in Stroomhuis een voordracht over 'Christoforus, de legende van een heilige'.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 16
Uitgelicht
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 17
Jitka Palmer
Keramiek liefhebbers moeten echt eens op de website kijken van kunstenares Jitka Palmer. Zij komt uit Praag, maar werkt en woont in Bristol Engeland. Zij maakt beeldschone kommen van keramiek die zowel van binnen als van buiten beschilderd zijn. http://www.jitkapalmer.co.uk/gallery/vessels
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 18
Couleur Local Herwijnen. Op zaterdag 5 april 2014 houdt stichting Couleur Local haar 6e manifestatie. Mensen met een hobby die hun talenten willen tonen krijgen een podium. Zangers, fotografen, beeldenmakers, breien en haken, poppenmakers, filmers, dansers, schilders , kettingen maken enz. Wil je leren hoe je films en foto's kunt bewerken ? Kom dan op zaterdag 5 april naar het mooi gerenoveerde dorpshuis van Herwijnen. Natuurlijk ook weer "Ut zesde nijt groeët dictee der Herrewijnse taol. Nu met 26 foto's die het alfabet voorstellen.
Locatie: dorpshuis de Poort te Herwijnen, Zworrelstraat 75. Kijk ook op www.stichtingcouleurlocal.nl
Regionale Kunstdag 's-Hertogenbosch Zondag 9 maart 2014 Brabanthallen, Hertogzaal, 's-Hertogenbosch Trudi Middelkoop van het Leerdams Kunstenaars Collectief is exposant op deze beurs. Zij heeft vrijkaarten over. Interesse ? Stuur een mail aan
[email protected] Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 19
Jubileumtentoonstelling Gemeente Museum Den Haag in het kader van het Mondriaan Jaar
De ambitie van Piet Mondriaan (1872-1944) was grenzeloos. Hij ontwikkelde zich tot één van de grootmeesters van de moderne kunst en legde een vastberaden weg af naar abstractie. Hij vertrok in januari 1912 naar Parijs om het kubisme te bestuderen. Twee jaar later keerde hij terug en toonde zijn nieuwe werk bij kunsthandel Walrecht in Den Haag. Toen werd duidelijk hoe mijlenver Mondriaan in twee jaar tijd verwijderd was geraakt van de Nederlandse kunst. Hij groeide uit tot een groot inspirator voor andere kunstenaars. Precies 100 jaar na de tentoonstelling bij Walrecht brengt het Gemeentemuseum Den Haag deze herinneringstentoonstelling als hommage aan Mondriaan, die in 2014 precies 70 jaar geleden overleed. Naast werk van Mondriaan en zijn Nederlandse tijdgenoten is in de tentoonstelling ook werk te zien van Pablo Picasso, Georges Braque, Henri Le Fauconnier en Fernand Léger, dat in bruikleen is van onder andere het MoMA in New York en de Fondation Beyeler in Basel. De tentoonstelling loopt t/m 11-05-2014. Bezoekadres: Stadhouderslaan 41, 2517 HV Den Haag.
[email protected]
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 20
“ Tekens aan de wand ”
De situatie in 2002 voor de restauratie.
door Sylvia Bosch
Restauratie
Eindresultaat
Wie wel eens met de pont naar Culemborg ging heeft hem vast wel eens gezien. De reclame muurschildering op de arbeidershuizen aan de Veerweg van Graaf Egberts sigaren. Deze muurschildering dateert van begin 1900 toen de tabaksnijverheid tot een van de belangrijkste middelen van bestaan behoorde. De “Miss Blanche “ reclame is van dezelfde periode en siert een muur aan de Achterstraat in Culemborg. De muurschilderingen zijn van cultuurhistorisch belang als voorbeeld van een geschilderde reclame uiting van een landelijk bekend product. Deze schilderingen die op grote schaal voorkwamen zijn nu merendeels verdwenen en als zodanig bezitten deze schilderingen zeldzaamheidswaarde.
Bron: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 21
“ Corine’s muurkunst ”
Tekenen, schilderen, creatief bezig zijn… Daar is het maken van muurschilderingen een onderdeel van. Toch zijn er niet veel mensen die het doen. Vaak is het niet voor iedereen een uitdaging om op een grote muur te schilderen. Groot denken, maar je kunt klein beginnen. Dat hadden ze al heel vroeg in de gaten, want op wanden tekenen is onze eerste stap geweest naar schilderen. Er zijn nog steeds talloze mooie oeroude grot tekeningen en schilderingen te vinden.
Waren zij in beginsel in het rood of zwart, kwamen daar langzaam kleuren bij. Tegenwoordig hebben wij de beschikking over alle kleuren en kunnen we de mooiste muurschilderingen maken die we maar willen.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 22
Waarom een muurschildering en geen schilderij aan de muur? Het is een kwestie van smaak. Maar een schildering op de muur maakt het wel een stuk persoonlijker. Neem nou het verzorgingshuis in Almkerk, die hebben mij gevraagd om iets wat ze mooi vonden om de muur te schilderen. Het is een gedicht met handen geworden speciaal om te laten zien, dat als je de afdeling op komt, je geraakt wordt door de mooie woorden die voor hun een treffende betekenis hebben.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 23
Ik maak graag muurschilderingen, en van kinderkamer tot verzorgingshuis geven ze allemaal dat persoonlijke gevoel als je er binnenkomt. Het past helemaal in de omgeving. Van soms kleine details tot een hele wand. Het valt gelijk op als je ergens komt waar op de muur een voorstelling geschilderd is. Vaker wordt de aandacht hierdoor getrokken dan naar een schilderij.
Wil je meer weten over deze manier van muren en wanden versieren, neem dan gerust even contact met mij op.
Corine Raaymakers Wall4U / Atelier “Wishes” 06-41373055 Gorinchem-oost. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 24
“ Gespot door Kunststof ……. ”
door Sylvia Bosch
Lucifer art, de zwavelkoppen zijn geverfd. Pfffffffffffff....wat een monnikenwerk.
Zo kan een schotel antenne er ook uitzien !
Tilapia art.
Wauw.... nu maar hopen dat niet gaat regenen.
Soms ligt de kunst op straat, al moet je even zoeken.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 25
Parkeerverbod voor Casper.
“ Tiet veur ún pafke “.
Andere spookachtige creaturen hebben ontheffing.
Een paar Jimmy Choo sub woofers met hoge hakken. Container ploeg oefent voor regatta in Grand Canal Venetië.
Reis naar het middelpunt van de aarde begint hier. Tickets te koop bij J.Verne.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 26
Miss Hedera met coupe Windhoos.
Cirque du Soleil, maar dan met ratten.
Feeërieke opwindende én opwaaiende tuinverlichting
Koe-art met roesteffect.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 27
“ Peter Sijbel vertelt over zijn schilderijen “
“Eenden veertjes”
Als je op een boerderij woont en elke dag de vogels voert, wat een heleboel verschillende soorten oplevert, ontkom je er niet aan dat er veel eenden rond lopen te scharrelen om de zaadjes die de vogels uit de voederhuisjes gooien op te eten. Ook zij hebben honger zeker als het koud is en de sloten bevroren zijn. Zo staan we s 'morgens broden te snijden om ze te voeren. Dan als je ze van brood voorziet is het gekwaak van jewelste en vechten voor je stukje brood, want ze gunnen elkaar niets. Soms gaan ze zo tekeer dat ze elkaar de veren uit het lijf trekken en dat levert dan weer materiaal voor een schilderwerkje op. Grote schilderijen maken is heel leuk maar als je weinig grote muren hebt dan is een groot schilderij eerder een obstakel dan een lust, meerdere kleine schilderwerkjes bij elkaar is soms ook heel leuk en neemt minder plaats in beslag. Dit eenden veertjes schilderijtje in olieverf is 30 x 20 cm groot. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 28
“Een opkomende regenbui”
Schilderen en iets vastleggen valt soms nog niet mee, zoals bij deze molen die scherp afsteekt tegen een opkomende regenbui. De zon van de rechterzijde beschijnt nog net de gebouwen en de zijkant van de molen. Het juiste moment is soms lastig te kiezen want zo denk je nu staat hij er goed op en even later is het misschien nog wel mooier. Maar eenmaal een keuze gemaakt dan moet je tevreden zijn. Molens zijn niet weg te deken uit ons bestaan in Nederland. Korenmolens, Pelmolens, Zaagmolens en Poldermolens. Gelukkig zijn er nog vele over die altijd weer op foto's, video's, tekeningen en schilderijen staan, net als in de tijd dat ze nog heel hard nodig waren in het dagelijkse leven. Nu staan ze in al hun schoonheid te pronken en worden vaak weer gerestaureerd voor ons nageslacht, zodat die ze ook misschien weer kunnen vastleggen met potlood, krijt of verf. Net zoals wij nu ook doen. website: www.petersijbel.ontheweb.nl Kunststof-magazine
email:
[email protected]
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 29
“ Mien met de ijsco ”
door Sylvia Bosch
Foto: Ton Swiderski
“Mien met de ijsco” is de wat oneervolle bijnaam die Utrechters aan dit robuuste beeld van Corinne Franzén-Heslenfeld hebben gegeven. Het mooie tien meter hoge verzetsmonument werd in 1949 onthuld door (wijlen) prins Bernhard en herdenkt de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog in het algemeen en het Utrechts verzet in het bijzonder. Er is bewust gekozen voor een vrouw (die een fakkel draagt), aangezien dames een grote rol speelden in het verzet tijdens deze vijfjarige oorlog. Ook is er bewust gekozen voor groteske vormen aangezien het beeld anders weg zou vallen tegen de majestueuze achtergrond van de Domkerk. In de sokkel is een gedicht aangebracht van Jan Engelman. Jaarlijks wordt de Nationale Dodenherdenking bij dit monument herdacht.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 30
Theo Jansen “ Strandbeesten moeten nu eenmaal van geel PVC zijn !!! ” door Nellie Looren de Jong
Op de bovenstaande foto’s krijgt u een indruk van het werk van Theo Jansen, maar wellicht nog leuker is het om deze kunst op een You Tube filmpje te bekijken. Kijk op http://youtu.be/pCtA5kX-Ktg of http://youtu.be/HSKyHmjyrkA .
Theo werd op 14 maart 1948 in Den Haag geboren. Hij studeerde van 1967 tot 1975 natuurkunde aan de Technische Hogeschool Delft. Na zijn studie besloot hij verder te gaan als kunstenaar. Hij begon als schilder en heeft dit 7 jaar gedaan. Zelf zegt hij hierover “Ik schilderde mooie dames in lingerie: fotorealisme. Verkocht heel goed. Ik ben trouwens nog steeds dol op mooie dames”.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 31
In 1980 bouwde hij een vliegende schotel (vijf meter doorsnede, flitsende lichten en een piepend geluid) die over Delft vloog en de stad in beroering bracht.
Zijn bouwkeet annex atelier bevindt zich op de geluidswal langs de A13 bij Ypenburg. Buiten staat een even opmerkelijke als wonderlijke verzameling skeletachtige staketsels op de zandvlakte, boven op de geluidswal. Zonder afrastering; sommige zelfs gewoon los. Het zijn de strandbeesten waarmee Theo inmiddels internationale faam heeft verworven als beeldend kunstenaar.
Uit niet meer dan pvc-elektriciteitsbuis en tie-wraps, de bekende zelfbindende bevestigingstrips, bouwt Jansen sauriërachtige constructies die echt kunnen lopen, op poten, aangedreven door de wind. Of, wat in zijn atelier handiger is, op perslucht. Het eerste dier dat hij zo construeerde is de animaris vulgaris, het gewone (vulgaris) dier (animal) van de zee (maris). Dit van pvc-buizen en plakband gemaakte strandbeest kon nog niet lopen. Latere generaties strandbeesten liepen wel degelijk. Ze bewogen op de wind, konden zand verplaatsen, ontwikkelden ingenieuze loopbewegingen en konden uiteindelijk op luchtdruk zelfstandig lopen. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 32
Sommige hebben een zeil op hun ruggengraat, dat nu en dan een vlaag oppikt en een krukas in hun binnenste rond duwt. Andere hebben een windmaag van petflessen, waarin de wapperende vleugels druk opbouwen die later het beest zal aandrijven. Alles scharniert en draait, brengt krachten over. De strandbeesten bepalen inmiddels zijn leven, zegt Theo onomwonden. “Meer dan ik ooit had gedacht, toen ik in 1990 voor het eerst een stukje in de Volkskrant over ze schreef. Gewoon een stukje, dacht ik, over de stijgende zeespiegel en over door de wind aangedreven beesten die in vrije kuddes de duinen ophogen. Ik ging destijds verder met andere projecten, maar ben op een middag toch naar de Gamma gefietst, heb er wat elektriciteitsbuis gekocht en ben ermee gaan rommelen tot ik een soort visioen had: zo moet het, zo zien ze eruit. Ik gaf mezelf een jaar om eraan te werken. Het zijn er inmiddels bijna twintig. Waarbij het aller gekste gevoel blijft dat ik ervan kan bestaan.
Lezingen, exposities, het gaat uitstekend. In de beginjaren rommelde ik veel met siliconenkit om zuigertjes af te dichten. Mensen hadden al jaren tegen me gezegd dat ik eens O-ringetjes moest proberen, voor ik ze ontdekte. Ik wil altijd alles zelf uitvinden, wat misschien wel goed is, maar ook erg langzaam kan gaan. Anderzijds gaat de echte evolutie nog veel langzamer”. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 33
Op de vraag: “Hoezo evolutie? Jij bent toch degene die bedenkt wat er gebeurt?”, antwoordt Theo met “dat zou je misschien denken, maar je kunt bedenken wat je wilt, uiteindelijk heeft het materiaal een heel eigen idee over wat er wel en niet kan en gebeurt. Je bedenkt iets, probeert het uit, en vervolgens gebeuren er dingen die je op een heel ander spoor zetten. Dat levert een waanzinnige kronkelweg op. Niks ontwerpen, bijna alles wat ik doe, is gebaseerd op functie: het moet werken. Niks esthetiek. Het gaat er helemaal niet om dat het mooi wordt. Maar gek genoeg wordt het dat vervolgens vaak wel. Er zit ergens een soort stiekeme kunstenaar in mij. Dat is eigenlijk net als in de natuur. Alles gaat daar over functies en efficiency. En toch ken ik eigenlijk geen lelijk organisme. Nou ja, misschien een varken, of een enkele spin dan”. Als Theo gevraagd wordt, waarom hij de computer niet veel meer gebruikt antwoordt hij met “nu en dan gebeurt dat wel. Het loopmechanisme van de poot is een samenspel van twaalf stangen. Ik had in eerste aanleg geen idee welke verhoudingen die moesten hebben voor een goeie manier van lopen voor op het strand. Ik heb 1500 mogelijke constructies in mijn ouwe Atari gestopt, heb daar de beste honderd uit geselecteerd, heb die weer een beetje gevarieerd, enzovoort. Uiteindelijk is daar via een soort survival of the fittest de beste vorm uitgekomen. Op basis van twaalf getallen, die maken dat elke poot de beweging van de krukas omzet, is het een vrijwel vlakke horizontale beweging. Twaalf heilige getallen, ja. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 34
Maar pvc blijft de grondstof van het strandbeestleven. Dat bepaalt wat er wel en niet kan, zoals de eiwitten in echte dieren. Overigens merkte ik laatst tot mijn grote schrik dat er in de industrie is overgestapt op gele buis met een rode binnen coating, om de draad beter te laten glijden. Ik heb de neiging om de hele oude voorraad op te kopen. Strandbeesten moeten van geel pvc zijn. En verder wil ik nog af van de tie wraps; die dingen houden het maar een paar jaar uit: ze kunnen niet tegen zonlicht. Dat moet ook pvc worden. En daarna spieren, zintuigen, misschien het begin van een zenuwstelsel of een brein. Zodat ik er niet meer naast hoef te staan om te voorkomen dat ze zo de zee in lopen. En dan een kudde wilde strandbeesten op het strand, met ikzelf in een mobiel atelier er achteraan”
Nellie Looren de jong Met dank aan Wikipedia en de Volkskrant (interview 2008)
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 35
“ De diva’s van Kees van Dongen“
door Sylvia Bosch
Kees van Dongen, leefde van 1877 tot 1968, en bracht zijn jeugd door in Rotterdam. Al vrij snel bleek zijn tekentalent, maar omdat er geen geld was om hem te laten studeren, moest hij als 14 jarige zelf de kost zien te verdienen. Op 18 jarige leeftijd, in 1895, reisde Kees als steward naar Amerika. Na terugkeer in Nederland volgde hij in 1896 en in 1898 avondlessen aan de Rotterdamse Academie van beeldende kunsten en technische wetenschappen. Maar de lessen bevielen hem niet.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 36
Aangetrokken als hij zich voelde door het bohemien leven, liep hij van huis (in zijn geboortestad Delfshaven) weg, betrok een kamer in Rotterdam en tekende in vlotte krabbels - gefascineerd door Rotterdams roze buurten - prostituees en matrozen. Van Dongen bewonderde de stadsimpressies van de schilder Breitner. Uit een zelfportret van 1895 (waarbij hij nonchalant tegen een raam leunt) blijkt Kees al een stijl te ontwikkelen, die vooruitliep op zijn latere 'fauvisme' .
Hij kocht een treinkaartje naar Parijs om er zijn geluk in de kunst te beproeven en het werd helaas een zware beproeving. Vanaf 1900 vestigde Kees zich definitief in Parijs. Na de eerste moeilijke jaren, waarin hij vooral de kost verdiende met het verkopen van kranten en zijn optredens als worstelaar, trouwde hij in 1901 met Augusta Preitinger. Kees kende Augusta nog van de Rotterdamse Academie en zij stond veel model voor hem. Om mede in zijn onderhoud te voorzien tekende Van Dongen in de trant van Toulouse de Lautrec Parijse types voor satirische bladen. Maar daarnaast bleef hij toegewijd en serieus schilderen. Kees betrok onder andere een atelier in de Rue Ravignan, nummer 13, waar ook Picasso met zijn vriendin woonde en waar Kees zelfs een portret van Picasso's vriendin schilderde.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 37
Langzaam aan begon Kees van Dongen succes te boeken en kreeg hij goede commerciële contacten bij vooraanstaande kunsthandelaren. Hij groeide uit tot de lieveling van de Parijse Beau Monde en werd samen met Picasso en Matisse een van de pioniers binnen de kunststroming het 'Fauvisme'. In 1905 exposeerde hij met kunstenaars als Matisse, Albert Marquet en Andre Derain. Een Franse criticus maakte deze schilders uit voor 'Fauves' (wilde beesten) en sindsdien geeft dit woord de stijl aan van het Franse expressionisme: het schilderen van mens en natuur in felle (zo uit de tube opgebrachte) kleuren als rood, geel, blauw, groen, paars en zwart en in grote vlakken, bijna zonder perspectief. Kees van Dongen werd een van de pioniers van dit fauvisme, dat kenmerkend is voor al zijn werk.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 38
Kees van Dongen voelde zich zo thuis in Parijs, dat hij in 1929 de Franse nationaliteit aannam, al bleef hij naast zijn hoofdtaal Frans ook Nederlands spreken en kwam hij nog wel eens naar Nederland. Desondanks is zijn verfransing toch onmiskenbaar in zijn kunst en levensgedrag. Net zoals na WOI bleef hij na de capitulatie van Frankrijk in 1940 in Parijs wonen. Na de bevrijding van Frankrijk bleef Van Dongen een bekend schilder in Parijs, voornamelijk van de vele kleurrijke portretten van vooral vrouwen. Van Operazangeressen tot de Parijse jetset. Voor Kees was de vrouw 'het mooiste landschap' en zijn bekendste model was Brigitte Bardot.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 39
Kees was tot op hoge leeftijd actief: een scherp waarnemer en een fel levensgenieter. Hij werd de schilderende verslaggever van de uitgaande wereld. Na zijn echtscheiding in 1921, huwde hij in 1953 met Marie-Claire Huguen. Uit dit huwelijk werd een zoon geboren. Later woonde de kunstenaar aan de Franse zuidkust, waar hij in 1968 te Monte Carlo overlijdt als een van de beroemdste schilders die ons land heeft voortgebracht en voor wiens werk op veilingen vele miljoenen euro's worden betaald.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 40
“ Het Dodeneiland ”
door Rob Witteveen
In het vervolg op ‘De Faun’, ‘Een Schilderijententoonstelling’ en ‘De Vier Karakters’, waarin schilderijen inspireerden tot klassieke muziek en soms ook nog tot andere kunstvormen zoals poëzie en ballet, schotel ik u deze keer ‘Het Dodeneiland’ van Arnold Böcklin voor. Was het de voorgaande keren onmogelijk om de schilderijen te achterhalen, ditmaal verkeren we juist in een luxe positie. Want van ‘Het Dodeneiland’ zijn maar liefst vijf versies bekend, uiteraard allemaal van dezelfde schilder. Van de muziek, waartoe de schilderijen hebben geïnspireerd, zijn twee gelijknamige maar ook soortgelijke composities bekend, overigens wel van twee verschillende componisten, echter wel uit hetzelfde geboortejaar: Rachmaninov en Reger. Arnold Böcklin zelfportret
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 41
Maar nu eerst de schilderijen.
De Zwitserse schilder Arnold Böcklin (1827-1901) maakte tussen 1880 en 1886 vijf versies van ‘Die Toteninsel’ (‘Het Dodeneiland’). Böcklin liet zich waarschijnlijk inspireren door een oude Italiaanse legende over een overleden persoon die zelf in zijn doodskist stapt. Maar mogelijk grijpt het tafereel ook terug op een verhaal uit de Griekse mythologie. De staande figuur in een dobberend bootje met de kist kan worden gezien als een oude priester, maar er wordt ook gesproken van een bootsman Charon genaamd. Het donkere water waarop het bootje met de doodskist vaart, roept het beeld op van de rivier de Styx, waarover de gestorvenen naar het rijk der doden werden geroeid. Op de achtergrond, maar wel bijna beeldvullend, rijst een dodeneiland als een vierkant rots massief hoog op uit het water. De luchten zijn donker en dreigend, evenals de cypressen in het midden en de uitgehouwen graftombes in de rotswanden.
Charon and river
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 42
‘Het Dodeneiland’ is meer een tafereel dan een uitgesponnen verhaal; noem het een momentopname waarop het bootje met de spookachtige gestalte en de met een laken gedrapeerde kist op het punt staat aan te meren op het eiland der doden. Böcklin refereert niet specifiek aan het griezelige van fysiek verval, eerder aan een volgend leven op het mysterieuze haast ontoegankelijke eiland met een geheimzinnig pad tussen de cypressen door. ‘Het Dodeneiland’ past naadloos in de tijdgeest van de late 19e eeuw, waarin het symbolisme in de kunsten hoogtij viert en voorts veelvuldig wordt gerefereerd aan zuidelijke landschappen (zie de cypressen) waartoe Noord-Europeanen zich destijds zeer aangetrokken voelden. Zo verbleef ook Böcklin in Florence toen hij aan ‘Het Dodeneiland’ werkte.
Toteninsel
Die eerste versie (olie op linnen uit 1880, te zien in Kunstmuseum Basel) was een opdracht van de kunstmaecenas Günther Alexander, maar Böcklin besloot het schilderij zelf te houden. De tweede versie was een opdracht van de aristocratische dame Maria Berna, waarbij de roeier een vrouwenfiguur werd (olie op linnen uit 1880, te zien in Metropolitan Museum of Art, New York). Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 43
De derde versie was andermaal in opdracht, nu van de kunsthandelaar Fritz Gurlitt, die ook op het idee van de titel ‘Het Dodeneiland’ kwam (olie op hout uit 1883, te zien in Alte Nationalgalerie Berlin). De vierde versie in olie op koper schilderde Böcklin in 1884 om geld te verdienen. Deze werd in WO-II door bombardementen op Berlijn verwoest, maar er bestaan zwart/wit-kopieën van. De vijfde versie (in olie op hout uit 1886) is nu nog te zien in het Museum der bildenden Künste te Leipzig.
oerversie
tweede versie
derde versie
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 44
vierde versie
vijfde versie
In allerlei details verschillen de vijf versies duidelijk van elkaar, maar de compositie en sfeertekening blijven eender. Welke versie zich het meest in ons collectieve geheugen heeft genesteld, is niet onomstreden duidelijk. Wel is het zo, dat de derde versie uit 1883 ontstond op een moment dat nieuwe druktechnieken (zoals de heliogravure) hoogwaardige zwart/witreproducties en dito verspreiding mogelijk maakten. Dankzij die reproducties kan men zich nu bovendien nog een beeld (in zwart/wit) vormen van de in WO-II verloren gegane vierde versie. Welke versie Rachmaninov heeft gezien en geïnspireerd is niet concreet, maar het zou in ieder geval een zwart/wit-reproductie zijn geweest. Zelf moet Rachmaninov hebben beweerd dat juist die zwart/wit-uitgave hem tot zijn muziek heeft geïnspireerd, wat bij een kleurenversie hoogstwaarschijnlijk niet het geval was geweest.
Portret van Rachmaninov door Konstantin Somov
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 45
Overigens heeft Böcklin in 1888 -wellicht uit commercieel oogpunt- ook nog een schilderij getiteld ‘Die Lebensinsel’ (‘Het Levenseiland’) gemaakt, maar dit lichtere en bontere werk sprak meteen al veel minder tot de verbeelding, en het zou artistiek ook van een lager niveau zijn. Muziek in majeur gaat doorgaans ook minder de diepte in en raakt ook minder de harten dan die in mineur. Ook een klucht is nu eenmaal oppervlakkiger dan een drama.
Böcklin “Die Lebensinsel” 1888
En dan de muziek
De Russische componist Sergeï Rachmaninov (1873-1943) werd door Böcklin’s ‘Het Dodeneiland’ geïnspireerd toen hij een afbeelding ervan zag in de Leipziger Kunstgalerie in 1907 (anderen beweren in Parijs). Hij voltooide zijn compositie in 1908 te Dresden, waar hij toen verbleef. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 46
Rachmaninov schreef een ruim 20 minunten durend symfonisch gedicht voor groot orkest. Een symfonisch gedicht is een verhalende compositie, meestal voor symfonie-orkest en doorgaans in één deel. Het is geen verteller, acteur, zanger of danser die het verhaal vertelt of verbeeldt, maar de muziek zelf. Iedere figuur, handeling of gebeurtenis krijgt een eigen muzikaal thema; harmonieën en klankkleuren tekenen de sfeer en achtergronden.
Het muziekstuk opent in een wiegende 5/8-ste maatsoort en zwelt bij vlagen aan tot machtige climaxen om aan het slot weer zacht weg te ebben. Stijgende en dan weer dalende modulaties en basmotieven geven het muzikale verloop een stuwend effect bij een gelijkblijvend tempo. Bindend element is de middeleeuwse hymne ‘Dies Irae’ (Latijns voor ‘Dag des Toorns’) uit het Gregoriaanse Requiem (Dodenmis). Het ‘Dies Irae’ refereert suggestief aan het ontzag voor de dood en de angst voor het laatste oordeel. Onheilspellende trombones introduceren dit thema halverwege het stuk. Het keert als een hardnekkig Idée Fixe op talloze momenten terug in allerlei varianten en zorgt aldus voor een hecht symfonisch klankenweefsel.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 47
Rachmaninov koesterde een obsessieve fascinatie voor het ‘Dies Irae’, want het muzikale thema duikt bijna voortdurend op in zijn orkestwerken, zoals in zijn melancholieke Tweede Symfonie, in zijn opwindende Symfonische Dansen, en in zijn virtuoze Paganini-variaties voor piano en orkest. Ook andere componisten, zoals Berlioz, Liszt, Saint-Saëns, Respighi en Katchatourian, grepen op dit markante thema terug om hun composities (of delen daaruit) van een hechte samenhang maar ook van de gewenste huiver te voorzien. Rachmaninov maakte van zijn ‘Het Dodeneiland’ (Opus 29) een meeslepend muziekstuk, dat wereldwijd tot het standaardrepertoire van de symfonie-orkesten behoort en tientallen malen is opgenomen voor lp en cd. Maar hij was niet de enige.
Rachmaninov’s exacte leeftijdgenoot Max Reger (1873-1916) was een Duitse componist die zich door maar liefst vier schilderijen van Böcklin liet inspireren tot evenzovele (kortere) symfonische gedichten. Die bracht hij onder in een vierluik genaamd ‘Böcklin Suite’ met als ondertitel ‘Vier Tondichtingen für grosses Orchester nach Arnold Böcklin (Opus 128 uit 1912/1913). Reger baseerde zijn vier orkeststukken op de schilderijen ‘Der geigende Eremit’ (‘De vioolspelende kluizenaar’, nr. 1), ‘Im Spiel der Wellen’ (‘In het spel der golven’, nr. 2), ‘Die Toteninsel’ (‘Het Dodeneiland’, nr. 3) en ‘Bacchanal’ (‘Bacchanale’, nr. 4).
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 48
In dit verband beperk ik me tot ‘Het Dodeneiland’, omdat dit beroemde schilderij hier centraal staat en Reger’s gelijknamige compositie rechtstreeks met dat van Rachmaninov kan worden vergeleken door ze direct na elkaar te beluisteren en eventueel te analyseren. Het stuk van Reger heeft een soortgelijk verloop als dat van Rachmaninov, maar dan in minder dan de helft van de tijd. De beklemmende stemming is hetzelfde, maar dan zonder de ‘terreur’ van het indringende ‘Dies Irae’ thema. Ook hier dus meer sfeerschildering dan vertelling. Zo blijkt maar weer dat componisten met hun kleurrijke orkestrale palet prachtig kunnen ‘schilderen’!
Tot slot het tafereel Toen ik in de jaren negentig voor de regionale krant De Gecombineerde (de redactie zetelde in Leerdam) over kunst en cultuur schreef, heb ik een theaterversie van ‘Het Dodeneiland’ bijgewoond en gerecenseerd. Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 49
Na zo lange tijd weet ik niet meer van wie deze schitterende theaterproductie op locatie was en wie daarin (als figurant) een rol speelden, maar het geheel was zo indrukwekkend dat ik nu nog redelijk kan navertellen hoe het er ongeveer uit zag en in z’n werk ging. Het ‘speelvlak’ werd gevormd door de gracht rond het kasteel van Neerijnen met het kasteel (op het eiland) zelf als achtergrond. Aan weerskanten waren decors geschilderd in Böcklin-stijl waartussen figuranten een doodskist in een bootje tilden.
Het stuk ving aan in de schemering van de late zomeravond, waarna het bootje langzaam van de voorgrond (oever met gras en treurwilgen) diagonaal naar de overkant (terrein van het kasteel annex gemeentehuis van Neerijnen) voer. Dwars over het bootje stond de kist met wit laken en een in schimmig wit gehulde staande gestalte, met verder een langzaam peddelende roeier. Door capuchons waren de gezichten onherkenbaar en dat maakte de figuren geheimzinnig anoniem. Het tafereel werd subtiel aangelicht, terwijl een volgspot van het bootje met opvarenden een spookachtig verlicht middelpunt maakte.
Heel toepasselijk weerklonk uit luidsprekers de golvende, wiegende maar ook sombere, desolate muziek van Rachmaninov (althans enkele langere fragmenten daaruit) maar er klonk tussendoor ook het beklemmende lied ‘Kom nu hit, Död’ (‘Kom nu hier, Dood’, Opus 60 voor bariton en orkest) van de Finse componist Jean Sibelius (1865-1957). Allemaal heel feeëriek, stemmig en heerlijk om erbij te zijn en te ondergaan. Alleen werd de zorgvuldig opgeroepen sfeer regelmatig verstoord door een trein die in de verte over de oude Zaltbommelse spoorbrug denderde, maar dat kon de betovering toch niet verbreken.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 50
Finse componist Jean Sibelius (1865-1957).
Mijn krantenartikel ben ik kwijt en op internet is ook niks te vinden over dat spektakelstuk in Neerijnen. Wie meer wil weten over de vijf versies van Böcklin’s ‘Het Dodeneiland’ en over de gelijknamige composities van Rachmaninov en Reger, verwijs ik naar Wikipedia en andere bronnen op internet. Mooie uitvoeringen van alle hiervoor genoemde composities zijn verkrijgbaar op cd en wellicht ook te beluisteren en te downloaden via Spotify.
Wat is het toch weer fascinerend, hoe beeldende kunst leidt tot muziek en beide tot theater in de donkere buitenlucht!
Rob Witteveen Leerdam
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 51
“ Beroemde uitspraken ”
door Sylvia Bosch
Pablo Picasso ( 1881-1973) “ Ieder kind is een kunstenaar. De moeilijkheid is er een te blijven als je groot wordt”
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 52
“ Vergane Glorie “
fotografie van urban explorer Astrid Boers
Begin 2012 ben ik gaan fotograferen, vooral vergane glorie interesseert mij enorm. Het verval en de verlatenheid vind ik prachtig om in beeld te brengen. Ik wil graag de plekken waar nooit iemand meer komt, laten zien aan andere mensen. Bijvoorbeeld hoe zien deze plekken er uit, hoe is het verval en hoe hebben mensen hier geleefd of gewerkt.
Samen met mijn verloofde Hans van Vrouwerf reis ik graag door heel West-Europa om vergane glorie vast te leggen.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 53
Meer van mijn werk is te bewonderen op http://www.sentinelli.nl.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 54
“ Onmogelijke liefde “
door: Daan de Ligt, Haags stadsdichter
je houdt me met een stille blik gevangen en staart me met bevroren ogen aan betoverd blijf ik zwijgend voor je staan in twijfel tussen schaamte en verlangen
het lijkt alsof je heim’lijk om me lacht plezier beleeft aan een hardvochtig spelen een minnaar die je nooit zal mogen strelen en die zo kansloos op een teken wacht
je schepper is een kunstenaar geweest op zijn palet begon jouw eeuwig leven zijn hand werd kalm bewogen door de Heer
als meester van z’n artistieke geest hij heeft je zoveel schoonheid meegegeven mijn teer beminde meisje van Vermeer
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 55
“ Cursus Aziatisch Lacquer schilderen in Spijk “
Lacquer schilderen in Spijk
Monique de Jong debuteerde als kunstenaar in 2011 te Hanoi, Vietnam. Na het leren van de basistechnieken van het traditionele lacqueren vanaf 2006, heeft ze een geheel eigen draai weten te geven aan haar kunstwerken. Zo werkt ze met eierschalen, bladgoud en blad aluminium, kralen, parelmoer etc.. Van de Vietnamezen kreeg ze te horen: “Wat heb je met ons lacquer gedaan?” Sindsdien heeft ze op veel kunstbeurzen gestaan in Nederland. Als vriendin van het “Leerdams Kunstenaars Collectief” heeft ze afgelopen herfst voor het eerst deelgenomen aan de Kunst vierdaagse in Leerdam, waar men zeer geïnteresseerd was in deze vorm van Aziatische kunst. Onlangs is de eerste lacquer schilder cursus gestart. Aan de hand van de kunstwerken en aanwijzingen van Monique kan de cursist met de voor handen zijnde materialen naar eigen inzicht 2 borden bewerken, die men later gratis mee mag nemen naar huis. De volgende cursus start begin maart aanstaande, achtwekelijks á 2 uur per les, inclusief gebruik materialen, kost 169 euro. Minimaal aantal deelnemers 4. Voor meer informatie en aanmeldingen: www.artistmonique.com
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 56
“ Less color fotografie“
door: Ton Swiderski
Kijk voor meer foto’s op zijn website www.antonyswiderski.nl Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 57
“ Werk mee aan KUNSTstof-magazine ! “
Heb je een mooi kunstwerk gemaakt waar je trots op bent, stuur een foto met beschrijving naar Kunststof Magazine. Ga je ergens exposeren, meldt het bij Kunststof. Is er een bijzondere expo op komst meldt het bij ons Heb jezelf een nieuwe website ? of ken je een mooie (kunst) website die de moeite waard is om te bekijken ? meldt het bij Kunststof. Samen met u proberen wij er weer een bijzondere editie van ter maken.
Kopij s.v.p inleveren voor 1 april 2014
Wordt nu vriend/vriendin voor 10 euro per jaar. Voor u een overzichtelijk bedrag, voor ons een groot gebaar. U kunt dit doen door uw bijdrage te storten op: Bankrekeningnummer
: NL82 RABO 0167 1774 00
Ten name van
: St. Leerdams Kunstenaars Collectief
Onder vermelding van
: Vriend/vriendin 2014 LKC
Groeten van de redactie.
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 58
Website Leerdams Kunstenaars Collectief
KUNSTstof magazine is ook te zien op de website www.leerdamskunstenaarscollectief.nl Wellicht kunt u vrienden en/of kennissen hierop attenderen!
Tot het volgende KUNSTstof-magazine, half april 2014. Hartelijke groeten, Sylvia Bosch, Ton Swiderski en Jan Kuiper
Kunststof-magazine
Jaargang 4
Nummer 1
Pagina 59