AkzoNobel Wegenzout
Wegenzout Magazine
Jaargang 4 • Februari 2015 • Nummer 1
Wegenzout Magazine
3
Inhoudsopgave Het thema ‘Meer met minder’ staat centraal bij veel ontwikkelingen die wij in deze editie graag nader belichten.
Meer met minder
Uitleg foto cover: De Provincie Overijssel deelt vier grote regionale steunpunten met Rijkswaterstaat en beschikt over 3 eigen steunpunten voor gladheidbestrijding. Nanning Bulthuis, medewerker beleidsuitvoering voor het team Wegbeheer en Verkeer, en Eric Hooijer, verantwoordelijk voor het wegenonderhoud, staan bij het in gereedheid gebrachte materieel bij het gedeelde steunpunt bij Zwolle.
Colofon. Dit magazine is een uitgave van AkzoNobel Wegenzout. Abonnementen kunnen per e-mail worden aangevraagd via:
[email protected]. Overname uit dit magazine van beeld en/ of tekst, in welke vorm dan ook, is alleen toegestaan na uitdrukkelijke toestemming vooraf door AkzoNobel Wegenzout. Wilt u reageren, mail dan naar:
[email protected]. AkzoNobel Wegenzout Postbus 247, 3800 AE Amersfoort www.wegenzout.nl Redactie & productie TTF Marketing & Communicatie, Amersfoort
‘Meer met minder..’ het lijkt het mantra van deze tijd te zijn. Van centrale overheid, provincies, gemeenten, bedrijven en instellingen tot en met de consument, overal beheersen deze drie eenvoudige woorden het doen, laten en denken. Toch is dit thema mij echt uit het hart gegrepen, want goed beschouwd is het een aanjager van ontwikkeling uit alle tijden. Het begon al toen de mens besloot werktuigen te gebruiken in plaats van zijn blote handen, met als resultaat dat hij meer voor elkaar kreeg met minder moeite. Bij AkzoNobel is dit vandaag de dag niet anders. ‘More with less’ staat wereldwijd al jaren bovenaan de agenda. Ons bestaansrecht staat namelijk geworteld in het basisprincipe om met zo min mogelijk middelen zo veel mogelijk waarde te leveren. Dat dit echt in onze processen én lange-termijn beslissingen verankerd zit, blijkt wel uit de nummer-één-positie in de Dow Jones Sustainability Index die AkzoNobel al voor het derde opeenvolgende jaar is toegekend. ‘Meer met minder’, betekent voor AkzoNobel Salt onder andere dat wij met zo min mogelijk milieubelastende energie zoveel mogelijk topkwaliteit zout willen produceren. Om vacuümzout te maken is namelijk energie nodig. Door onze internationale diversificatiestrategie voor brandstoffen gaan biomassa, afvalwarmte en andere duurzame energievormen een steeds groter aandeel van de brandstoffenmix uitmaken. Wereldwijd zorgt de industriële toepassing van zout in chloor-elektrolyse voor het grootste verbruik van zout. Door het meest pure zout te produceren, met Ecosel®mTA antiklontermiddel, zorgen wij ervoor dat bij deze grootschalige chemische productieprocessen minder energie verbruikt wordt. Dichter bij huis, bij u op de weg, werken wij aan veiligheid en duurzaamheid door op de korrel nauwkeurig per vierkante meter zo effectief mogelijk gladheid te helpen bestrijden. Met de weg als uitgangspunt hebben wij geïnvesteerd in de ontwikkeling van het additief Ecosel®AsphaltProtection. Inmiddels is bewezen dat dit product doet wat de naam belooft: het beschermt asfalt tegen de ontwikkeling van winterschade. Gevolg? Minder onderhoud, en daardoor minder files en kosten, en meer veiligheid en doorstroming op de weg.
We zouden een hele reeks magazines kunnen vullen met uitleg hoe bij AkzoNobel ‘Meer met minder’ in het DNA van ons mooie bedrijf verweven zit, maar het zal u nu wel duidelijk zijn dat het tot onze kern behoort om duurzaamheid in te zetten in concrete, tastbare resultaten. Ik wens u veel leesplezier met deze editie van het Wegenzout Magazine! Nils van der Plas General Manager Salt
06
9
Verschillende dooimiddelen in de praktijk Hoe werkt het nu eigenlijk echt?
Column R&D ís Meer met Minder
10
12
Verwarmde fietspaden en Smart Highway De weg van de toekomst begint bij vandaag
Provincie Overijssel staat voor de weggebruiker Samenwerking als kwaliteitswaarborg
04 Afronding praktijktest Ecosel®AsphaltProtection 06 Verschillende dooimiddelen in de praktijk 08 AkzoNobel en ICL Iberia samen in zoutwinning in Spanje 09 Korte berichten en column 10 Verwarmde fietspaden en Smart Highway 12 Provincie Overijssel 14 Kwaliteitsborging van wegenzout 15 AkzoNobel wereldwijd weer nummer 1 in duurzaamheid
Wegenzout Magazine
1,5 miljoen foto’s tonen 50% minder vorstschadeontwikkeling aan
Afronding praktijktest ® Ecosel Asphalt Protection
4
Wegenzout Magazine
Om onomstotelijk vast te stellen of het nieuwe additief werkt, zijn wij niet over één nacht ijs gegaan. Als Ecosel®AsphaltProtection de hooggespannen verwachtingen waarmaakt, heeft dat verstrekkende gevolgen voor onderhoud en reparatie aan het wegennet. “De testresultaten van twee winters hebben wij scherp in beeld en het ziet er goed uit!”, aldus René Demmer, Technical Support Manager Salt.
5
Dringende behoefte Gezocht en gevonden: een ingenieuze oplossing die vanuit gladheidbestrijding meer veiligheid, betere doorstroming en forse kostenbesparing in het wegonderhoud biedt. Het idee om serieus te kijken naar hoé AkzoNobel zou kunnen bijdragen aan de beperking van vorstschade ontstond echter jaren geleden, onderweg in het veld, in gesprek met gladheidbestrijders. René Demmer: “Toen ik zo’n zeven jaar geleden in het AkzoNobel Wegenzout team startte, ben ik op pad gegaan naar een aantal afnemers. Ik wilde weten wat er speelt in het werkveld en hoe wij daaraan zouden kunnen bijdragen. Bij de meest uiteenlopende gesprekken bleef één brandende kwestie steeds terug komen: ‘Hoe kunnen wij vorstschade aan onze wegen tegengaan?’ Deze vraag overstijgt het gebied van gladheidbestrijding. De uitdaging om vanuit onze kennis en middelen een oplossing te ontwikkelen die op bredere schaal waarde biedt voor onze klanten intrigeerde mij enorm. Wij besloten dit op te pakken en zijn voortvarend gestart met de verkenning van het ontwikkeltraject dat nu voltooid wordt met het wereldkundig maken van Ecosel®AsphaltProtection.”
Bron: Rijkswaterstaat
Het probleem: vorstschade Vo o r b e h e e rd e r s v a n h e t w e g e n n e t i s vorstschade een nijpend probleem aangezien het niet alleen tot kostbare herstelwerkzaamheden leidt maar ook tot verkeersonveiligheid en schade aan auto’s. Daarbij gaat het niet persé om extreme kou, maar om temperatuurschommelingen rond het vriespunt. Het smeltwater zakt in de poriën en haarvaten van het asfalt en werkt letterlijk als een ijsbreker in het wegdek zodra het weer bevriest. Bevriezing heeft namelijk tot gevolg dat het water tot 9% uitzet in de vorm van keihard ijs. Dit ijs heeft het vermogen om steentjes en mineralen uit het steenskelet van asfalt los te wrikken van het bitumen bindmiddel. Dat gebeurt eerst heel minimaal, maar zodra het ontdooit zakt het smeltwater weer dieper in de
haarscheurtjes. Als het opnieuw bevriest herhaalt zich dit proces totdat, door intensief wegverkeer, de steentjes in het rond vliegen en er gaten in het wegdek komen die tot nog meer drukpunten in het kwetsbare oppervlak leiden. “Om het water van zijn desastreuze werking in het wegdek te ontdoen, moesten wij de oplossing zoeken in het beheersen van het stollingsproces. Dat is op zich al een uitdaging, maar wil je een oplossing bieden die op grote schaal toegepast kan worden, tegen aanvaardbare kosten én zonder milieurisico’s, dan wordt het vraagstuk al een stuk complexer”, aldus René. De natuur lost het op “De norm die wij vanuit AkzoNobel opgelegd kregen was dat dit een eco-premium product moest zijn: uit natuurlijke ingrediënten, volledig veilig voor mens en milieu, betaalbaar en ook nog eens lang houdbaar. Zo zijn wij via verschillende omzwervingen op het idee gekomen om te kijken in de natuur. We weten dat er planten, dieren en insecten zijn die extreme vrieskou kunnen overleven. Ze bevriezen gewoonweg niet terwijl alles om hen heen gortdroog bevroren is. Dit heeft ons op het spoor gezet van een bepaald eiwit dat kevertjes aanmaken zodat zij niet bevriezen”, aldus René. De grootschalige praktijktest Het R&D onderzoeksteam vond een werkzame stof die opvriezend water van zijn wrikkend vermogen ontdeed doordat het niet langer hard, maar bros werd. De volgende stap was om dit in de praktijk te testen. In de winter van 2011/2012 kon het team in Denemarken een test laten doen op een stuk snelweg van circa vijf kilometer. René grijnst breed als hij het vertelt: “De resultaten waren ongelofelijk! Wij zagen forse reductie van asfaltschadeontwikkeling. Dit verschafte ons het fiat voor een grootschalige praktijktest over 800 kilometer snelweg in Denemarken, Zweden, Oostenrijk en Nederland. Deze test is volledig door onafhankelijke externe partijen gedaan: de Universiteit van Karlsruhe, voor het ontwikkelen een valide onderzoeksmethode, en het Duitse onderzoeksbureau Heller Ingenieurgesellshaft. In totaal is 400 kilometer snelweg behandeld en vergeleken met 400 kilometer in hetzelfde tracé in dezelfde periode.” De uitslag: 50% minder vorstschadeontwikkeling “Inmiddels zijn we twee winters en 1,5 miljoen High Definition foto’s verder. Van elke vierkante meter zijn met een speciaal ontwikkeld voertuig foto’s vanuit verschillende hoeken genomen. Een apart team van het ingenieursbureau heeft alle beelden beoordeeld en gewaardeerd. Hierbij is rekening gehouden met een reeks variabelen, zoals leeftijd van het asfalt, het type verharding, de belasting, het weertype en de reeds aanwezige schade. De uitslag is dat wij kunnen stellen dat Ecosel ®AsphaltProtection zorgt voor ongeveer 50% minder vorstschadeontwikkeling! Zo heb ik eindelijk het antwoord gekregen op de vraag die ik jaren geleden als uitdaging heb opgepakt…”
René Demmer, Technical Support Manager Salt. "Dit is waar gladheidbestrijding en wegenonderhoud samen komen."
Wegenzout Magazine
6
Wegenzout Magazine
7
Hoe werkt het nu eigenlijk echt?
Verschillende dooimiddelen in de praktijk
Ed de Jong, Researcher AkzoNobel bij de zoutsculptuur in de hal bij AkzoNobel in Amersfoort.
Relevant temperatuurbereik In de grote grafiek zijn de drie dooimiddelen naast elkaar gezet binnen een relevant temperatuurbereik, tot maximaal min 15 graden. Hier zie je dat natriumchloride, calciumchloride en magnesiumchloride vrijwel hetzelfde verloop in vriespunt hebben. Eigenlijk is het interessanter om te kijken naar smeltcapaciteit. Dat is de hoeveelheid ijs die je met een bepaalde hoeveelheid zout kunt smelten bij een gegeven temperatuur. In de tweede grafiek zie je de smeltcapaciteit bij 70% vast zout en 30% pekel met de drie verschillende pekels. Tussen 0 graden en min 4 graden smelt de combinatie vast natriumchloride met natriumchloride pekel het meeste ijs (24-39% meer dan als calciumchloride pekel zou worden gebruikt). Vanaf min 11 graden smelt de combinatie vast natriumchloride met calciumchloride pekel iets meer ijs. Calciumchloride heeft wel de eigenschap om water op warmen bij vermenging. Je moet het dan wel direct strooien om gebruik te maken van dit effect, anders is het weer afgekoeld. De werkelijkheid van de gladheidbestrijder omvat echter veel meer factoren dan je in een paar diagrammen kunt samenvatten. Van dauwpunt,
Fasediagram van veelgebruikte dooimiddelen Zoutconcentratie (% w/w) in water 0%
2%
4%
6%
8%
10%
0
-5 0%
10%
20%
30%
40%
20 0
-10
-20
NaCI
-40
CaCI2
-60
MgCI2
-15
Smelt capaciteit bij 70% vast NaCI + 30% pekel 60 NaCI + 22% NaCI pekel
50
NaCI + 16% CaCI2 pekel NaCI + 15% MgCI2 pekel
40 30 20 10
Specifieke Smeltcapaciteit (kg, ijs/kg zout+pekel)
Fasediagram nader bezien Ed de Jong bestudeert bij AkzoNobel de ontwikkeling en de toepassing van effectieve dooimiddelen. Vanuit onderzoek en gegevens draagt hij graag bij aan reële oplossingen voor veelvoorkomende praktijksituaties. In dat licht heeft hij wel wat kanttekeningen bij het bekende fasediagram voor dooimiddelen. Ed: “Het mooie aan het fasediagram is dat het letterlijk een beeld geeft van het verband tussen vriespunt en zoutconcentratie. Je ziet in één oogopslag een lijn met een duidelijke knik op het diepste punt. Het dooimiddel met het diepste punt, calciumchloride (CaCl2), is dan grafisch gezien het meest krachtige. Dit is een krachtig beeld wat een eigen leven gaat leiden, maar dat wetenschappelijk gezien wel met een korreltje zout genomen mag worden. Als we kijken naar het bereik van de gegevens, dan zijn die niet heel realistisch. Ook is de praktische uitvoerbaarheid – nog even los van kostenaspecten – technisch niet haalbaar. De kracht van calciumchloride wordt toegeschreven aan de werking bij een extreme situat an 10g/m² dooimiddel, bevat het vocht op de weg slechts 1% zout. Je moet dus enorme hoeveelheden dooimiddelen gebruiken, wil je een een dergelijk hoge zoutconcentratie bereiken. Dat heeft weer ongewenste andere consequenties, naast het feit dat je natuurlijk nooit zo’n extreme temperatuur hebt.
Vriespunt (°C)
De drie meest gebruikte dooimiddelen zijn natriumchloride, calciumchloride en magnesiumchloride. Wegenbeheerders zetten ze in voor verschillende omstandigheden op basis van specifieke eigenschappen die elk van de drie worden toegedicht. Wat is nu feit en wat is fictie? Ed de Jong Researcher bij AkzoNobel, en Rini Donker, senior Adviseur Gladheidbestrijding bij Rijkswaterstaat geven hun kijk op de zaak.
0 -15
-10
-5
0
Temperatuur (˚C)
tot luchtvochtigheid, verkeersdruk en bodemtemperatuur. En van type wegdek tot nawerking van eerdere strooiacties. Ieder zal op basis van ervaring en omstandigheden een palet aan dooimiddelen inzetten. Dat is helemaal goed, zolang je je maar niet laat leiden door de ogenschijnlijke eenvoud van een platte grafiek.” In de indrukwekkende verkeerscentrale van Rijkswaterstaat in Utrecht doet Rini Donker graag uit de doeken hoe Rijkswaterstaat omgaat met de uitdagingen van nationale gladheidbestrijding en de toepassing van verschillende dooimiddelen. “Wij zitten in een landelijke CROW-werkgroep, waar onder andere ook AkzoNobel in zit, die zich richt op efficiëntere inzet van dooimiddelen. De paradox van ons werk is dat we er alles aan moeten doen om zo min mogelijk acties uit te voeren. Gezien vanuit de functie van het wegennet is dat logisch. Het verkeer moet veilig kunnen doorstromen, zonder gehinderd te worden door gladheid en strooiacties. Optimale effectiviteit en efficiency zijn dan de speerpunten waar je je op richt. Je moet gesteld staan voor elke situatie, want wij kunnen
het ons niet permitteren dat het verkeer vaststaat of dat er ongelukken gebeuren door gebrekkige gladheidbestrijding. Als gevolg van de strenge winters van 2009/2010/2011 hebben wij daarom ruim 200.000 ton wegenzout op voorraad liggen. Daarnaast werken we met pekel waarin calcium of magnesium zit. Van de 56 steunpunten is 40% uitgerust met een zoutmenger en de rest met calcium-/magnesiuminstallaties. Wat wij zien is dat calciumchloride een sterke hygroscopische werking heeft: het trekt vocht aan waardoor de wegen langer nat blijven. Dat is gunstig voor de werking van de meetpunten van het gladheidmeldsysteem en het zorgt dat het dooimiddel niet verwaaid bij droog weer.” Retentie van werking “Tot min 6 a 7 graden gaat het natzoutstrooien prima met natriumchloride en natriumchloridepekel, maar daaronder wordt het - vooral in combinatie met winterse neerslag - lastiger. Sneeuwruimen wordt dan heel erg kritisch. Als er dan toch ijsplakkaten ontstaan, krijg je die met natriumchloride niet meer weg en gaan wij sproeien met 33% calciumchloride. Maar er zijn ook andere combinaties mogelijk door te werken met calciumprills vermengd met natriumchloride en nat strooien hebben we ook goede resultaten geboekt. Tegenwoordig zetten we in deze situaties de firestorm in die met hete calciumchloride sproeit. In 95% van de gevallen kunnen wij met deze aanpak alles aan. Je moet het zo zien dat we meerdere gereedschappen hebben voor verschillende omstandigheden. Per keer moet je besluiten wat het beste strooimoment is en wat dan het meest geschikte materieel en dooimiddel is. Waar wij nu onderzoek naar doen, is om te kijken hoe lang het zout nog werkt nadat het gestrooid is. Nederland is redelijk uniek met de hoeveelheid ZOAB in het wegennet. Door de porositeit van het asfalt sijpelt de werkzame pekel weg van het wegoppervlak. Vooral vrachtwagens hebben een enorme zuigkracht om vocht en dooimiddelen weer naar het oppervlak van het wegdek te halen. Als wij dit weten, brengt dit ons weer een stap verder in het optimaliseren van efficiency van de gladheidbestrijding. Iedere wegenbeheerder moet zijn eigen keuzes maken. Wellicht dat deze kennis daar ook aan zal bijdragen”, aldus Rini Donker.
‘Met minimale inzet van middelen maximaal resultaat halen, dat is waar alles om draait’ Rini Donker, Senior Adviseur Gladheidbestrijding Rijkswaterstaat, Dienst Verkeer & Watermanagement
Wegenzout Magazine
8
AkzoNobel en ICL Iberia samen in zoutwinning in Spanje AkzoNobel Industrial Chemicals en ICL Iberia hebben een convenant voor samenwerking gesloten voor de productie van 1,5 miljoen ton zuiver vacuümzout per jaar. Het vacuümzout wordt als bijproduct geproduceerd uit de mijnwinning van kaliumchloride door ICL in het Spaanse Catalonië. Kaliumchloride wordt voornamelijk als ingrediënt voor kunstmest gebruikt.
Opmaat naar joint venture ICL is een producent van grondstoffen, op basis van speciale mineralen, die benodigd zijn voor het maken van producten voor de agrarische sector, de voedselindustrie en de kunststoffenindustrie. ICL Iberia is een dochteronderneming van het beursgenoteerde ICL en is als zodanig de Spaanse productielocatie. Het convenant is een intentieverklaring die de opmaat vormt naar een samenwerkingsovereenkomst waarbij ICL investeert in twee zoutproductie-units. In deze productie-units van ieder 750.000 ton per jaar zal het bijproduct van de kaliumchloridewinning omgezet worden in het zeer zuivere vacuümzout, voor toepassing in chemische transformatie (chloorelektrolyse) en voor speciale zoutvarianten voor de voedselindustrie en de consument. De beoogde joint venture van AkzoNobel en ICL betreft een samenwerking voor de komende dertig jaar.
Bron: www.flickr.com/photos/iberpotash/ © All rights reserved by IBERPOTASH
Functionele scheiding Knut Schwalenberg, Managing Director van AkzoNobel Industrial Chemicals, stelt: “Wij zullen onze technische competentie en ervaring ter beschikbaar stellen voor de productie van de geplande hoeveelheden zout en wij staan garant voor de afname van de zoutproducten. Met deze overeenkomst heeft AkzoNobel een stevige voet aan de grond in Zuid-Europa, met
daarbij uitstekende logistieke mogelijkheden, terwijl het ICL mogelijk maakt aan de vereisten van de Spaanse autoriteiten te voldoen. Voor de uitbreiding van de kaliumchlorideproductie hadden deze namelijk geëist dat er een oplossing voor het bijproduct - onzuiver zout - gevonden zou worden.” Operationeel in 2015 De samenwerking wordt concreet vormgegeven in twee aparte joint ventures: een joint venture voor de productie van industrieel zout en een joint venture voor zout specialties. In de joint venture voor industrieel zout zijn de productie-eenheden ondergebracht voor het zuiveren van de ruwe pekel en het produceren van hoogwaardig NaCl zout voor de elektrolysemarkt en voor speciale toepassingen. Het industriële zout voor elektrolyse wordt aan AkzoNobel geleverd. In de joint venture voor zout specialties is een verpakkingsfabriek ondergebracht voor de productie van de specialty producten voor de voedselindustrie, maar ook voor de waterbehandeling-sector en andere sectoren. AkzoNobel zal de marketing en verkoop van het volledige volume op zich nemen. De eerste productie-unit is in aanbouw en zal naar verwachting in 2015 in gebruik worden genomen. In 2017 zal de tweede fase afgerond worden en moet de volledige productiecapaciteit operationeel zijn.
Wegenzout Magazine
9
Sander Bouman naar LBC Bulk Terminals Na ruim vijf jaar als sales manager Road Salt Benelux & Germany voor AkzoNobel Industrial Chemicals gewerkt te hebben, is Sander Bouman vanaf september gestart als sales manager bij LBC Tank Terminals. LBC Tank Terminals is een van de grootste operators in vloeibare opslagfaciliteiten voor olie en chemicaliën. Wij wensen Sander veel succes bij zijn nieuwe baan en bouwen graag voort op zijn uitstekende werk bij AkzoNobel. Alle commerciële contacten verlopen nu via Rolf Breslau, Senior Account Manager Salt te Amersfoort. Heeft u vragen? Neem contact op met Rolf!
Rijkswaterstaat kiest voor AkzoNobel De leveringen van 18.000 ton wegenzout aan Rijkswaterstaat zijn afgerond. Hiermee vult Rijkswaterstaat haar totale voorraad aan die erop berekend is om ook de meest extreme winter probleemloos aan te kunnen. Gezien de zachte laatste winter is daar niet veel aanspraak op gemaakt. Van de 18.000 ton is het grootste gedeelte per schip aangevoerd vanaf onze productielocatie te Hengelo naar de vier centrale opslaglocaties van Rijkswaterstaat in Kampen, Utrecht, Lienden en Raamsdonkveer. Een klein gedeelte is per vrachtwagen rechtstreeks naar regionale depots gebracht.
Nationaal Gladheidbestrijdingscongres Op 1 oktober vond het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres plaats in congrescentrum de Reehorst in Ede. Natuurlijk waren wij erbij om kennis uit te wisselen en vele bekenden te ontvangen in onze stand. Het was een succesvol evenement dankzij de waardevolle inzichten die gepresenteerd werden door onder andere gemeenten, provincie Overijssel, de Fietsersbond en de MeteoGroup. Thema’s als klimaatverwachtingen, informatietechnologie en gladheidbestrijding, prestatie-inkoop en grootstedelijke bereikbaarheid maakten het ook dit keer de moeite waard om erbij te zijn. Gezien de vele ontwikkelingen kijken wij nu al uit naar de volgende keer!
Tafelzout en wegenzout gaan samen Na bijna 10 jaar als gescheiden organisatieonderdelen bestaan te hebben, gaan Salt Specialties en Industrial Salt, waar wegenzout onder valt, weer samen onder dezelfde paraplu. Als consument kent u wellicht onze A-merken zoals JOZO®, Suprasel® of Sanal®. Ooit vormden Salt Specialties, gestart in 1918 als Koninklijke Nederlandse Zoutindustrie, samen met industriezout en wegenzout één onderdeel binnen AkzoNobel. Onder Industrial Chemicals bleven industriezout en wegenzout bij elkaar. Nu wordt Salt weer één business, wat oude synergie en nieuwe efficiency samenvoegt zodat wij onze klanten optimaal bedienen kunnen.
Column
R&D ís Meer met Minder Evolutionair gezien is elke succesvolle levensvorm zo goed mogelijk aangepast aan harde omstandigheden. Die bestaan vaak uit beperkte mogelijkheden in een zee aan uitdagingen en bedreigingen. Klinkt bekend? Met R&D helpen wij de ontwikkeling een handje, want u heeft niet eeuwig de tijd om antwoord te krijgen op vragen van vandaag. ‘Meer met Minder’ is een tijdloze drijfveer om slimmer, effectiever om te gaan met middelen en omstandigheden. Het mag misschien vreemd klinken, maar voor ons als chemici is de natuur een schoolvoorbeeld en een vindplaats van nieuwe oplossingen. Per slot van rekening is zout een paar honderd miljoen jaar oud voortbrengsel van de natuur. Meer recent is de toepassing van natuurlijke stoffen die de basis vormen voor de werking van Ecosel®AsphaltProtection. Ons werk bestaat uit het ondersteunen van marketing bij het beantwoorden van vragen uit de markt en uit het ondersteunen van de fabrieken bij het optimaliseren van productieprocessen. Op dit moment werken wij aan zo’n 25 projecten. Die draaien allemaal om dezelfde vraag: hoe kunnen we beperkingen opheffen en meer resultaat boeken met minder middelen? Ons werkveld reikt daarbij van moleculair niveau tot mondiale uitrol in allerlei markten. Een voorbeeld is een antibakmiddel dat voorkomt dat membranen verstopt raken bij membraanelektrolyse voor de productie van chloor. Zo’n 80% van het zout dat wereldwijd wordt geproduceerd, wordt hiervoor gebruikt. Een ander voorbeeld is een middel dat kalkaanslag tegengaat bij het verdampingsproces om vacuümzout te produceren. Gevolg: minder energie nodig! De kunst is om van een principe een productieproces te maken. Om vragen van plant-technologen te beantwoorden rekenen wij eerst alles door met data-modellen van de fabriek. Vanuit een Proof of Principle gaan we dan over op een test in de productieomgeving. En uiteindelijk, als alle uitdagingen en beperkingen overwonnen zijn, worden aanpassingen doorgevoerd. Zorgvuldigheid en zekerheid kosten daarbij vaak jaren werk, maar wat is een paar jaar in het licht van de eeuwigheid..? Jan Meijer, Group Head Research Salt
10
De weg van de toekomst begint bij vandaag
Verwarmde fietspaden en Smart Highway
Wegenzout Magazine
Wat de samenleving verbindt en onderscheidt van wildernis is de weg. Mobiliteit en veiligheid zijn de primaire functies van de weg. Als gladheidbestrijder en beheerder is het een schone taak om deze functies te waarborgen. Maar hoe zit het met de weg van de toekomst: gaat hightech infrastructuur zelfdenkend vermogen ontwikkelen en u deze taak uit handen nemen?
11
Smart Highway bij Oss De weg naar de toekomst begint vandaag, zowel letterlijk als figuurlijk. En wel bij de N329 bij de gemeente Oss. Wie daar ´s avonds overheen rijdt, krijgt een prachtig schouwspel van oplichtende lijnen op het wegdek te zien. Dit is de eerste stap op weg naar de Smart Highway zoals die door ontwerper en kunstenaar Daan Roosengaarde en wegenbouwer Heijmans ontwikkeld worden. Natuurlijk weet u dat er wel meer onder het asfalt van de traditionele weg schuilt, maar de Smart Highway zoals Studio Roosengaarde en Heijmans die voor ogen hebben, gaat daarin een stuk verder. Hoe Smart is die highway precies en wat kunnen we ervan verwachten? Energiezuinige kunst Hoewel de naam letterlijk een weg doet vermoeden, moet onder Smart Highway een meerjarig innovatieprogramma verstaan worden. Het is een verkenningstocht naar diverse oplossingen omdat ‘oude oplossingen, systemen en mechanismen waarop we dusver vertrouwden niet meer werken’ zoals Heijmans het stelt. Smart Highway is een vernieuwend concept rond duurzaamheid, economie, energie en mobiliteit. Daar voegt Studio Roosengaarde esthetiek aan toe: een functionele omgeving die ook nog oogstrelend mooi is, draagt bij aan de kwaliteit van de leefwereld. De N329 bij Oss is voorzien van lichtgevende lijnen die het daglicht opslaan en in het donker felgroene wegmarkering tonen aan de autorijder. Een stap verder hierin is het Van Gogh Fietspad dat met duizenden schitterende steentjes unieke patronen creëert die overdag opladen en ’s avonds lichtgeven.
Bron: Studio Roosegaarde & Heijmans
Energie van en voor auto’s Naast de lichtgevende lijnen zijn er nog een aantal andere concepten die sterk tot de verbeelding spreken. Met de ‘elektrische rijbaan’ kunnen berijders van elektrische auto’s hun auto opladen tijdens het rijden. Dit door middel van inductie, waardoor er geen fysiek contact met de auto nodig is. Dit is een revolutionaire oplossing voor het actieradiusprobleem dat de auto-industrie nu nog vanuit de autotechniek probeert op te lossen om het elektrisch rijden te stimuleren. Andersom genereert de rijwind van auto’s energie die door middel van kleine windmolens opgevangen kan worden om verlichting te voeden. Dit is het Wind Light concept. Dynamische wegmarkering Lokale wegomstandigheden kunnen behoorlijk verschillen als gevolg van de confrontatie tussen de atmosfeer, de grond en de omgeving. Met dynamische verf ontstaan er markeringen op precies die plaatsen waar het glad kan zijn. Daarnaast kan met Dynamic Lines de verkeerscontrole gestuurd worden omdat de wegmarkeringflexibel aangepast kan worden van onderbroken naar doorgetrokken strepen, en weer terug. Verwarmde fietspaden Dat Nederland een fietsland is heeft natuurlijk alles te maken met ons vlakke landschap. Toch komt de fietser er onder winterse
omstandigheden nog altijd bekaaid vanaf. De volharding om slippend en slingerend over half bevroren geulen in de sneeuw zijn of haar weg te gaan, typeert de Nederlandse fietser. Sinds vorig jaar zijn een aantal initiatieven opgezet om hier eindelijk verandering in te brengen. Het concept van een verwarmd fietspad was helemaal ‘hot’. Inmiddels zijn we een aantal onderzoeken en een winter verder. De vraag is of het enthousiasme wat bekoeld is. Praktijktest gemeente Wageningen De gemeente Wageningen is de eerste in Nederland die een meerjarige test met een verwarmd fietspad heeft opgestart. Dit betreft een proefstrook van 50 meter in een landelijke omgeving. Remco van Ahee, Stadsbeheer Wageningen legt uit hoe het werkt: ‘De g e m e e n t e Wa g e n i n g e n z e t s t e r k i n o p duurzaamheid en klimaatneutraal invullen van de dienstverlening. Door middel van Warmte Koude Opslag (WKO) werken de betonnen platen van het fietspad als een soort oplaadbare batterij die in de zomerperiode warmte via waterbuizen afvoert en opslaat onder de grond. Dit kan in de winter gebruikt worden om het fietspad te verwarmen. Een zonnepaneel levert de energie voor de circulatiepomp en de besturing van het geheel. Er komt echter enorm veel kijken bij het inregelen van het intelligente systeem: de soort bodem, het dauwpunt, temperatuur van het opgeslagen water en nog veel meer. Het doel voor ons is om data te koppelen en verzamelen. Uit diverse haalbaarheidsstudies zijn verschillende haken en ogen naar voren gekomen, maar in samenwerking met Thermopath, de leverancier van de betonnen fietspadelementen, willen wij het echt in de praktijk ervaren. Daar gaan wij de komende jaren gericht mee aan de slag.’ Ingenieursbureau Tauw ziet ervan af Een van de eerste initiatiefnemers op het gebied van verwarmde fietspaden was Ingenieursbureau Tauw uit Deventer. In januari 2013 werd een geslaagde test gedaan die veel media-aandacht trok. Tom van der Weegen, hoofd marketing en communicatie van Tauw vertelt: ‘De techniek van de testopstelling werkte goed. Daarop hebben wij haalbaarheidsstudies gedaan, onder andere voor de gemeente Enschede, en daaruit bleek dat het kostentechnisch niet levensvatbaar was. Om de techniek op elke lokale situatie toe te passen is zo complex dat het duurder wordt dan andere oplossingen om een fietspad ijsvrij te houden. Het zou ook ideaal zijn voor bruggen en andere lastige locaties, maar gezien de benodigde investeringen hebben wij besloten om deze weg niet in te slaan. Dat neemt overigens niet weg dat wij het nog steeds een goed concept vinden’.
Wegenzout Magazine
12
Wegenzout Magazine
13
Samenwerking als kwaliteitswaarborg
Provincie Overijssel staat voor de weggebruiker ‘Gladheidbestrijding is een heel apart vak. Aan de ene kant hebben wij nu de meest uiteenlopende meld- en volgsystemen, maar aan de andere kant zijn er zoveel zaken die je moet overwegen om wel of niet in actie te komen dat het echt mensenwerk blijft. Ervaring is zeker gewenst om de juiste keuze te kunnen maken.’
Aan het woord is Nanning Bulthuis, medewerker beleidsuitvoering voor het team Wegbeheer en Verkeer van de Provincie Overijssel. Dat Nanning doorgewinterd in het vak is, blijkt wel uit de vaart waarmee hij van wal steekt nog voordat collega Eric Hooijer – verantwoordelijk voor het wegenonderhoud - aanschuift in het moderne restaurant van het Provinciehuis in Zwolle. ‘Ik ben al sinds de jaren ’80 betrokken bij de gladheidbestrijding. Het is ook al sinds die tijd dat wij al zaken met AkzoNobel doen als leverancier voor het wegenzout. We hebben ook pas weer een contract aanbesteed en afgesloten waarin we met zestien gemeenten deelnemen. Natuurlijk is er in die tijd een hoop veranderd en gebeurt alles nu veel zorgvuldiger dan voorheen. We moeten effectiever omgaan met de middelen en rekening houden met het milieu en duurzaamheid, maar de
‘De weggebruiker is de klant waar het allemaal om draait’
veiligheid, doorstroming en bereikbaarheid staat bij ons bovenaan. In Overijssel hebben wij een grote variatie van allerlei gebieden, van provinciale buitengebieden tot kleine dorpen en drukke steden. En van open landschappen tot beboste en waterrijke gebieden. Wij werken dan ook vanuit zeven steunpunten. Gladheidbestrijding is vooral een zaak van risico’s uitsluiten. Het materieel en de systemen mogen gewoon nooit uitvallen. Je moet er staan als het nodig is!’ Voorop in samenwerking ‘Wij streven al jaren bewust naar zoveel mogelijk samenwerking met gemeenten en Rijkswaterstaat. We maken gebruik van elkaars meldsystemen en delen regionale steunpunten voor opslag materieel en distributie van zout. We streven naar eenduidig strooibeleid, stemmen dit zoveel mogelijk af met andere wegbeheerders. Jaarlijks worden er voor beslissers opfriscursussen georganiseerd en voor chauffeurs geven we trainingen tijdens de vlootschouw, voorafgaand aan het winterseizoen. Provincie Overijssel heeft in samenwerking een voorbeeldfunctie. Tijdens de jaarlijkse WOW, “Wegbeheerders ontmoeten wegbeheerders”, kregen we hier in 2010 een prijs voor. Het platform WOW, dat samenwerking tussen wegbeheerders van Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen wil bevorderen, koos de inzending van Provincie Overijssel uit ruim 60 samenwerkingsinitiatieven uit het hele land. Wij zoeken de samenwerking omdat wij willen dat de weggebruiker één doorlopende ervaring van kwalitatieve dienstverlening heeft. Of hij nu op een gemeentelijke of een provinciale weg rijdt. Met andere woorden, veiligheid en mobiliteit moet je met elkaar organiseren. Zo hebben wij zelf drie regionale steunpunten en delen wij vier grote regionale steunpunten met RWS. Dan zijn er voor iedereen minder investeringen nodig terwijl je samen meer dekking hebt. Meer met minder staat bij ons ook centraal. Dus een win-winsituatie.’ Klaar voor de winter Voordat de eerste vorst aan de grond is geweest, starten de voorbereidingen. Voorafgaand aan het seizoen wordt alles goed doorgesproken tussen provincie, gemeenten en RWS. Begin oktober wordt er een vlootschouw uitgevoerd . Alle aannemers die Provincie Overijssel inhuurt voor het strooien, komen dan voorgereden met tractors en vrachtwagens. De strooiers en ploegen worden opgezet en aangekoppeld en getest, evenals het strooimanagement. Nanning: ‘Een goede winter
zou alles wel weer goed scherp stellen. Situaties zoals in 2010 toen het zoutloket opgericht werd wegens de enorme behoefte aan zout door de strenge winter, wil je natuurlijk voorkomen. Wij hebben daar dan ook zekerheden voor ingebouwd met strategische voorraden. Als wij gaan strooien dan strooien wij het hele areaal: dus ook de fietspaden. We hebben het een keer laten doorrekenen en het kost gewoon een veelvoud om achteraf nog een keer uit te moeten rukken om ook fietspaden te strooien. Zeker met al die fietsers e-bikes en brommers moet je gewoon zorgen voor begaanbaarheid en optimale veiligheid. In totaal zijn wij verantwoordelijk voor 650 kilometer hoofdrijbaan, 200 kilometer parallelwegen en 550 kilometer fietspaden. Met zo min mogelijk materieel en middelen wil je natuurlijk zoveel mogelijk resultaat bereiken. Niet alleen uit kostenoverwegingen, maar ook om zo min mogelijk hinder te veroorzaken voor de omgeving en voor de weggebruikers. Met nat strooien, dus met een precies mengsel van pekel met droogzout, kun je veel eerder en nauwkeuriger strooien terwijl de strooiwagens sneller kunnen rijden. In tegenstelling met droog zout, waaien er ook geen wolken zout achter de wagens aan, wat dus verspilling bespaart en beter is voor het milieu.’ Ontwikkeling in gladheidsbestrijding Wat betreft de nieuwste ontwikkelingen, zoals totale uitbesteding van gladheidbestrijding aan marktpartijen of verwarmde fietspaden, stellen zowel Nanning als Eric Hooijer dat risico-uitsluiting en dus optimale zekerheid cruciaal zijn. Eric: ‘Wij zijn zeker nieuwsgierig naar nieuwe ontwikkelingen. Die volgen wij ook op de voet, bijvoorbeeld via het IPO (het interprovinciaal overleg) en allerlei kennisbijeenkomsten zoals seminars en congressen. Maar zoals Nanning al zei, er is veel ervaring voor nodig en die is er nog niet met deze nieuwe initiatieven. Waar wij wel mee aan de slag gaan is een test van het pekeladditief van AkzoNobel dat de ontwikkeling van vorstschade in asfalt tegen gaat: Ecosel®AsphaltProtection. Vorstschade na de winterperiode is namelijk een jaarlijks terugkerende kostenpost in het wegenonderhoud. Via een extern bureau pakken wij de monitoring van het effect van dit additief op, want als dit echt werkt scheelt dat herstelwerk aan poreuze toplagen zoals bij ZOAB of wegdekken met een dunne geluidsreducerende deklaag (DGD). Van dat laatste type hebben wij inmiddels al een behoorlijk aantal kilometer liggen. En dat is weer in het belang van de weggebruiker!’
Wegenzout Magazine
14
Kwaliteitsborging van wegenzout ‘Zout zit al zo’n 200 miljoen jaar in de grond. Daar zit geen houdbaarheidsdatum op…’, grapt Brian Steensma. ‘Maar voor het doel dat wij er aan geven, als effectief wegenzout, zijn er natuurlijk wel zaken waar je op moet letten om te zorgen dat je als gladheidbestrijder zo effectief mogelijk je werk kan doen zodra dat vereist is.’
Brian Steensma is manager van de depots van zout bij AkzoNobel voor wegenzout en industriezout. De Bulk Planning & Logistics afdeling waar hij deel van uitmaakt, houdt zich bezig met de prognoses en afstemming van de productie en de verkoop van zout. Dit met betrekking tot de productievestigingen in Hengelo, Delfzijl en Mariager (Denemarken) en de verkoop in de segmenten chemische transformatie en wegenzout in Nederland, België en Denemarken. Als zodanig is hij geregeld te vinden in het veld bij klanten en krijgt hij vragen over de kwaliteitsbewaking van wegenzout. ‘Je ziet wel van die half open schuren langs de weg waar een bult zout klaarligt tot het moment dat het benodigd is. Op zich is de open toegang natuurlijk efficiënt om zout te laden, maar het stelt het zout wel bloot aan weersinvloeden. Bij een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 75% gaat zout vocht aantrekken en aangezien de buitenlucht gemiddeld rond die waarde ligt in Nederland, is het noodzakelijk om een antiklontermiddel toe te voegen. Daar gebruiken wij een voordelig additief voor dat goed werkt en in lage dosering toegepast wordt. ‘Het zouttekort tijdens de barre winter van 2010 heeft ertoe geleid dat er grotere buffervoorraden in het land werden aangelegd, die door de zachte winters daarna jarenlang zijn blijven liggen. Daardoor komt het voor dat er een harde korst van ongeveer 5 centimeter op het zout ontstaat. Op zich staat dat de werking van het zout niet in de weg, maar je moet wel eerst die korst stukhakken voor je met het zout de weg op kan. En daar zit natuurlijk niemand op te wachten. Bij AkzoNobel
hanteren wij een hoge kwaliteitsnorm en worden na elke logistieke fase, bij elke verlading, monsters getrokken. Voor de kwaliteitsborging van zout kan je echter uitgaan van vier eenvoudige vuistregels: • zorg dat er voldoende antiklontermiddel in het zout zit; • zorg voor geventileerde binnen-opslag; • zorg voor regelmatige controles; • zorg voor regelmatige verversing van het zout. Met de juiste maatregelen blijft het wegenzout een effectief element in de totale keten van gladheidbestrijding. Wilt u als gladheidbestrijder meer weten of heeft u specifieke vragen, neem dan contact op met AkzoNobel Wegenzout in Amersfoort.
AkzoNobel wereldwijd weer nummer 1 in duurzaamheid
Brian Steensma, manager depots Bulk Planning & Logistics ‘Zorg dat je zo effectief mogelijk je werk kan doen als gladheidbestrijder’
Voor het derde opeenvolgende jaar is aan AkzoNobel de eerste plaats in de Dow Jones Sustainability Index (DJSI)-ranglijst toegekend. In de nieuwe lijst, gepubliceerd in september 2014, staan wij aan de top van 350 ondernemingen in de 'Materials' Industrie. Ton Büchner, CEO van AkzoNobel stelt: “Duurzaamheid zal de basis blijven van onze strategie om het creëren van waarde te koppelen aan efficiënt gebruik van hulpbronnen. De DJSI is een belangrijke management tool om de steeds veranderende behoeften op de wereldmarkt te begrijpen en om ons te kunnen meten met andere vooraanstaande ondernemingen. We moeten volledig gefocust blijven op verdere prestatieverbetering om de volgende belangrijke stap voorwaarts te kunnen maken om meer waarde uit minder hulpbronnen te kunnen creëren.”
www.akzonobel.nl/planetpossible
AkzoNobel is een internationaal vooraanstaande verf- en coatings onderneming en een belangrijk producent van specialistische chemicaliën.Vanuit een eeuwenlange expertise voorzien wij industrie en consumenten wereldwijd van innovatieve producten en duurzame technologieën om te voldoen aan de groeiende behoeften van onze snel veranderende planeet. Ons hoofdkantoor staat in Amsterdam en we hebben circa 48.000 medewerkers verspreid over 80 landen. Tot onze merken behoren bekende namen als Dulux, Sikkens, International en Eka. We hebben een permanente leiderschapspositie op het gebied van duurzaamheid van waaruit we ons inzetten voor een hogere kwaliteit van leven en betere leefbaarheid in steden. © 2015 Akzo Nobel N.V. All rights reserved.
AN_201352_040215
www.akzonobel.com