AB 05-07-2011 WATERSCHAPSBLAD 2011, NUMMER 24 BIJL.: 2 Agendapunt: 9 Sittard, 21 juni 2011 AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Vaststelling programmarekening 2010
Voorstel 1. de programmarekening 2010 vaststellen: 2. over 2010 geen rente toevoegen aan de ‘egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing’. 3. het batig saldo van de jaarrekening 2010 ad € 523.824 als volgt bestemmen: − € 9.186 toevoegen aan de ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer; − € 113.851 toevoegen aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’; − € 33.293 toevoegen aan de ‘reserve niet kerende grondbewerking’; − € 616.675 toevoegen aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteembeheer’; − € 249.181 onttrekken aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’. Recentelijk hebben wij u met de vergaderstukken voor de commissies de programmarekening 2010 aangeboden. In de programmarekening wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van de opgaven die voortvloeien uit de taakstelling van het waterschap. Deze programmarekening is een uitvloeisel van de programmabegroting 2010. De programmarekening is gebaseerd op de programmabenadering die met name tot uitdrukking komt in hoofdstuk 2 voor het beleidsmatige deel en hoofdstuk 6 voor het financiële deel. Het jaar 2010 is zowel vanuit beleidsmatig als financieel oogpunt positief verlopen. Door het optimaal benutten van de benodigde capaciteit zijn de doelen die we ons gesteld hebben gerealiseerd. Het was niet altijd even gemakkelijk maar het is toch gelukt.
110908/PDA
1/5
Ook het investeringsniveau van het programma Watersysteem is, ondanks de barrières waarmee het waterschap tegenwoordig geconfronteerd wordt bij de voorbereiding en uitvoering van herinrichtingswerken, zo goed als gerealiseerd. Exploitatieresultaat De jaarrekening 2010 sluit met een batig saldo van € 523.824. Dit saldo is de resultante van een positief resultaat van € 773.005 op de taak watersysteembeheer en een negatief resultaat van € 249.181 op de taak zuiveringsbeheer. Op begrotingsbasis was rekening gehouden met een exploitatietekort van € 2.340.000 dat in het dienstjaar dan ook volledig is weggewerkt. Financieel gezien mogen we dan ook stellen dat 2010 buitengewoon goed verlopen is. De verbetering van het resultaat met afgerond € 2.863.000 is een gevolg van lagere kosten (€ 2.325.000) en hogere opbrengsten (€ 538.000). De daling van de kosten wordt onder meer veroorzaakt door de afname van de rente en afschrijving met € 181.000 door de lage marktrente, de onderuitputting van de personeelslasten met € 417.000 door een lagere dan geraamde personeelssterkte, de afname van de goederen en diensten met € 786.000 door lagere onderhoudskosten en doordat de post onvoorzien van € 779.000 in het verslagjaar niet is aangewend. De toename van de opbrengsten is met name een gevolg van de gerealiseerde meeropbrengst waterschapslasten van € 553.000 over de belastingjaren 2007 tot en met 2010 in combinatie met de financiële afsluiting van de belastingjaren 2004-2006 en de ontvangen bijdrage van Waterschap Peel en Maasvallei in de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2010 ad € 178.000. Hoewel het resultaat door een aantal incidentele factoren is beïnvloed, biedt dit toch een goede basis voor de toekomst. De inzet van de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’ kan in het verslagjaar beperkt blijven en de inzet van de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing’ kan zelfs helemaal achterwege blijven. Dit betekent dan ook dat onze ingelanden hier de komende jaren van profiteren omdat het vanuit de egalisatiereserves mogelijk is extra middelen in te zetten om de stijgingspercentages van de toekomstige waterschaplasten te beperken. Voor een nadere toelichting op het resultaat verwijzen wij u naar hoofdstuk 8. Resultaatsbestemming In de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) is opgenomen dat reserves alleen via de resultaatsbestemming kunnen worden gevoed of onttrokken. Dit betekent dat indien een begrotingstekort wordt onttrokken aan een reserve om een sluitende begroting te presenteren, deze onttrekking in de programmarekening niet automatisch mag worden geëffectueerd. Hiervoor is bij de resultaatsbestemming opnieuw besluitvorming noodzakelijk van het algemeen bestuur. De vastgestelde programmabegroting 2010 sloot met een exploitatietekort van € 2.340.000. terwijl de voorliggende jaarrekening sluit met een batig saldo van € 523.824. Dit saldo is opgebouwd uit: − een positief resultaat op de taak watersysteembeheer van € 773.005; en − een negatief resultaat op de taak zuiveringsbeheer van € 249.181.
110908/PDA
2/5
In de jaarrekening is bij de bestemming van het batig saldo 2010 rekening gehouden met de navolgende onderdelen: 1. rentetoerekening reserves; 2. stimuleringsregelingen; 3. minimale stand ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer’; 4. egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten. Ad 1. Rentetoerekening reserves Zoals aangehaald dienen reserves te worden gevoed bij resultaatsbestemming. Dit geldt ook voor de rentebijschrijving aan de reserves. In de ‘Nota reservebeleid 2008’ die op 21 april 2008 door het algemeen bestuur is vastgesteld, is opgenomen dat aan de ‘egalisatiereserves waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing’ rente wordt toegerekend en wordt toegevoegd via de resultaatsbestemming. Aangezien in 2010 sprake is van een negatief resultaat op de taak zuiveringsbeheer is hier geen ruimte voorhanden om de rentetoevoeging over het verslagjaar te effectueren. Het resultaat op de taak watersysteembeheer daarentegen is positief uitgevallen wat dan ook resulteert in een substantiële toevoeging aan de ‘egalisatiereserve waterschapslasten watersysteemheffing’. Omdat het rentepercentage over het verslagjaar beperkt is gebleven tot 0,30% en een aanzienlijke toevoeging aan de ‘egalisatiereserve waterschapslasten watersysteemheffing’ zal plaatsvinden, kan ook hier de rentetoevoeging achterwege blijven. Resumé Wij stellen voor om in 2010 geen rente toe te voegen aan de ‘egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing’. Ad 2. Stimuleringsregelingen Bij de vaststelling van de programmarekening 2009 zijn - gelet op BBVW - de ‘voorziening afkoppelfonds’ en de’ voorziening niet kerende grondbewerking’ per 31 december 2009 omgezet in een reserve. Omdat in het verslagjaar op de beschikbare budgetten voor de stimuleringsregelingen een onderuitputting heeft plaatsgevonden en het uitgavenpatroon niet parallel loopt met de aanvragen, is het noodzakelijk om de restantbedragen via de resultaatsbestemming toe te voegen aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’ en de ‘reserve niet kerende grondbewerking‘. In 2007 is de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' vastgesteld voor de periode 2007-2011. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 300.000 opgenomen. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 186.149 bedragen. Omdat het uitgavenpatroon niet parallel loopt met de aanvragen dient het restantbedrag ad € 113.851 te worden toegevoegd aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’. In 2008 is de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) vastgesteld voor de periode 2008-2012. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 500.000 geraamd. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 466.707 bedragen. Doordat het uitgavenpatroon niet parallel loopt met de aanvragen dient ook hier het restant bedrag ad € 33.293 te worden toegevoegd aan de ‘reserve niet kerende grondbewerking’. Resumé Wij stellen voor € 113.851 toe te voegen aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’ en € 33.293 toe te voegen aan de ‘reserve niet kerende grondbewerking’.
110908/PDA
3/5
Ad 3. Algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer In de ‘Nota reservebeleid 2008’ is opgenomen dat de minimale omvang van de ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer’ 5% van het begrotingstotaal dient te zijn. Op basis van de vastgestelde programmabegroting 2011 (inclusief de 1e begrotingwijziging) dient het minimumniveau van deze reserve € 4.025.570 te bedragen (5% van € 80.511.389). De algemene reserve bedraagt per 31 december 2010 € 4.016.384 zodat nog een toevoeging van € 9.186 noodzakelijk is. Resumé Wij stellen voor € 9.186 vanuit het batig resultaat 2010 toe te voegen aan de ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer’. Ad 4. Egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten Na de bestemming van het batig saldo genoemd onder bovengenoemde onderdelen resteert voor de taak watersysteembeheer nog een positief resultaat van € 616.675 dat conform de bestendige beleidslijn kan worden toegevoegd aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteembeheer‘ die tot doel heeft om ongewenste fluctuaties te beperken tot een acceptabel niveau. Omdat het resultaat van de taak zuiveringsbeheer € 249.181 negatief is zal genoemd bedrag worden onttrokken aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsbeheer’. Resumé Wij stellen voor om € 616.675 toe te voegen aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteembeheer‘ en € 249.181 te onttrekken aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsbeheer’. Ter verduidelijking zijn onderstaand de effecten op de reserves van de beschreven onderdelen in een overzicht samengevat. Reserves
Stand per 31-12-2010
Algemene reserve watersysteembeheer-en zuiveringsbeheer - toevoeging vanuit batig saldo 2010
4.016.384
Egalisatiereserve waterysteemheffing - toevoeging vanuit batig saldo 2010
5.979.973
Egalisatiereserve zuiveringsheffing - onttrekking i.v.m. negatief resultaat taak zuiveringsbeheer
4.288.042
Besluitvorming jaarrekening 2010
Stand na besluitvorming 4.025.570
9.186 6.596.648 616.675 4.038.861 -249.181
Bestemmingsreserve afkoppelen verhard oppervlak - toevoeging vanuit batig saldo 2010
862.409
Bestemmingsreserve niet kerende grondbewerking - toevoeging vanuit batig saldo 2010
556.440
976.260 113.851 589.733 33.293
Accountantsverklaring Op 24 mei 2011 heeft Ernst & Young accountants een goedkeurende accountantsverklaring voor de programmarekening 2010 afgegeven voor zowel de getrouwheid als de rechtmatigheid.
110908/PDA
4/5
Accountantsverslag Naar aanleiding van de controle van de programmarekening 2010 heeft Ernst & Young accountants het accountantsverslag 2010 (lees managementletter) uitgebracht. Ook dit accountantsverslag heeft u reeds eerder ontvangen. Commissieadvies De commissie Middelen en Financieel Beleid heeft ter zake positief geadviseerd. Voorstel Wij stellen u voor: 1. de programmarekening 2010 vast te stellen: 2. over 2010 geen rente toe te voegen aan de ‘egalisatiereserves ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing en zuiveringsheffing’. 3. het batig saldo van de jaarrekening 2010 ad € 523.824 als volgt te bestemmen: − € 9.186 toevoegen aan de ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer; − € 113.851 toevoegen aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’; − € 33.293 toevoegen aan de ‘reserve niet kerende grondbewerking’; − € 616.675 toevoegen aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteembeheer’; − € 249.181 onttrekken aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’. Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
110908/PDA
5/5
www.overmaas.nl
Programmarekening 2010
Inhoudsopgave
1
Inleiding / samenvatting ................................................................................................... 5 1.1
Inleiding..................................................................................................................... 5
1.2
Samenvatting ............................................................................................................ 7
DEEL I JAARVERSLAG 2
3
Programmaplan ............................................................................................................... 15 2.1
Programma Plannen ............................................................................................... 16
2.2
Programma Watersysteem ..................................................................................... 19
2.3
Programma Veiligheid............................................................................................. 22
2.4
Programma Zuiveren .............................................................................................. 24
2.5
Programma Instrumenten ....................................................................................... 25
2.6
Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen.................................. 29
2.7
Programma Bedrijfsvoering .................................................................................... 33
Overige paragrafen ......................................................................................................... 39 3.1
Ontwikkelingen en uitgangspunten......................................................................... 39
3.2
Incidentele opbrengsten en kosten......................................................................... 41
3.3
Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen..................... 42
3.4
Waterschapsbelastingen ........................................................................................ 44
3.5
Het weerstandsvermogen ....................................................................................... 47 3.5.1 Inventarisatie weerstandscapaciteit ............................................................. 47 3.5.2 Risico's.......................................................................................................... 48
3.6
De financiering ........................................................................................................ 53 3.6.1 Rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid....... 53 3.6.2 Liquiditeitspositie .......................................................................................... 56 3.6.3 Treasurybeheer ............................................................................................ 57
3.7
Verbonden partijen.................................................................................................. 59
3.8
Bedrijfsvoering ........................................................................................................ 59
3.9
EMU-saldo .............................................................................................................. 60
3.10 Topinkomens .......................................................................................................... 61
110708 Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
1
4
Relatie met Waterschapsbedrijf Limburg ..................................................................... 63 4.1
Relatie ..................................................................................................................... 63
4.2
Begroting / begrotingswijzigingen ........................................................................... 64
4.3
Financieringsstroom................................................................................................ 64
4.4
Reservepositie Waterschapsbedrijf Limburg .......................................................... 65
DEEL II JAARREKENING 5
6
7
2
Balans met toelichting.................................................................................................... 69 5.1
Balans ..................................................................................................................... 69
5.2
Indeling en waardering balansposten ..................................................................... 70
5.3
Toelichting op de vaste activa ................................................................................ 71 5.3.1 Immateriële en materiële activa.................................................................... 71 5.3.2 Financiële vaste activa ................................................................................. 71
5.4
Toelichting op de vlottende activa .......................................................................... 72 5.4.1 Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar......................................... 72 5.4.2 Liquide middelen .......................................................................................... 72 5.4.3 Kortlopende vorderingen .............................................................................. 72 5.4.4 Overlopende activa....................................................................................... 74
5.5
Toelichting op de vaste passiva.............................................................................. 75 5.5.1 Eigen vermogen ........................................................................................... 75 5.5.2 Voorzieningen............................................................................................... 79 5.5.3 Vaste schulden ............................................................................................. 80
5.6
Toelichting op de vlottende passiva........................................................................ 81 5.6.1 Schulden met een looptijd korter dan één jaar............................................. 81 5.6.2 Overlopende passiva.................................................................................... 82
Exploitatierekening naar programma’s ........................................................................ 83 6.1
Programma plannen ............................................................................................... 85
6.2
Programma watersysteem ...................................................................................... 87
6.3
Programma veiligheid ............................................................................................. 90
6.4
Programma zuiveren............................................................................................... 92
6.5
Programma instrumenten ....................................................................................... 93
6.6
Programma bestuur, externe communicatie en belastingen .................................. 95
6.7
Programma bedrijfsvoering..................................................................................... 97
Exploitatierekening naar kostendragers ...................................................................... 99 7.1
Kostentoerekening .................................................................................................. 99
7.2
Kostendrager ........................................................................................................ 100
7.3
Dekkingsmiddelen................................................................................................. 100
7.4
Realisatie kostendragers 2010 versus gewijzigde begroting 2010 ...................... 101
Programmarekening 2010
8
Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten ..................................................... 103 8.1
Toelichting op kosten ............................................................................................ 105
8.2
Toelichting op opbrengsten .................................................................................. 110
8.3
Exploitatieresultaat................................................................................................ 114
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant ....................................................... 115 Voorstellen ............................................................................................................................... 117
DEEL III BIJLAGE Bijlage A Bijlage B Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Bijlage H Bijlage I Bijlage J
Vaste Activa Reserves en voorzieningen Vaste schulden Personeelslasten Berekening van de rente-omslagpercentage Kostenverdeelstaat Waterschapsbedrijf Limburg Programma’s en beleidsproducten Treasury Meerjaren investeringsplan
Waterschap Roer en Overmaas
3
4
Programmarekening 2010
1
Inleiding / samenvatting
1.1
Inleiding
Hierbij bieden wij u de programmarekening 2010 aan waarin verantwoording wordt afgelegd over de opgaven waarvoor wij als waterschap in het verslagjaar zijn geplaatst. Het jaar 2010 is zowel vanuit beleidsmatig als financieel oogpunt positief verlopen. Door het optimaal benutten van de benodigde capaciteit zijn de doelen die we ons gesteld hadden gerealiseerd. Het was niet altijd even gemakkelijk maar het is toch gelukt. Ook het investeringsniveau van het programma watersysteem is, ondanks de barrières waarmee het waterschap heden ten dagen geconfronteerd wordt bij de voorbereiding en uitvoering van herinrichtingswerken, bijna volledig gerealiseerd. Financieel gezien mogen we stellen dat 2010 buitengewoon goed verlopen is. Naast de hogere opbrengsten is het mogelijk gebleken om de kosten aanzienlijk te beperken. Ondanks dat dit door een aantal incidentele factoren komt biedt dit toch een goede basis voor de toekomst. De inzet van de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’ kan in het verslagjaar beperkt blijven en de inzet van de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing’ kan zelfs helemaal achterwege blijven. Dit betekent dan ook dat onze ingelanden hier de komende jaren van kunnen profiteren. Het is namelijk mogelijk vanuit de egalisatiereserves extra middelen in te zetten om de stijgingspercentages van de toekomstige waterschaplasten te beperken tot een acceptabel en maatschappelijk aanvaardbare niveau. In de voorliggende programmarekening kunt u lezen hoe wij invulling hebben gegeven aan de beleidsvoornemens in het verslagjaar. Naast de inleiding en samenvatting, bestaat de programmarekening uit drie onderdelen, te weten • Deel I: Het Jaarverslag o Programmaverantwoording o De paragrafen o Relatie met Waterschapsbedrijf Limburg • Deel II: De jaarrekening o De balans met toelichting o Exploitatierekening naar programma’s o Exploitatierekening naar kostendragers o Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten o De controleverklaring o Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief dekking van het batig saldo • Deel III: De bijlagen Jaarverslag Het jaarverslag begint met een financiële verantwoording van de uitvoering van het programmaplan bestaande uit de netto kosten per programma. Verder wordt in de programmaverantwoording ingegaan op een drietal vragen: • Wat hebben we bereikt Onder ‘wat hebben we bereikt’ wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop in het verslagjaar de gestelde doelen zijn gerealiseerd.
Waterschap Roer en Overmaas
5
•
•
Wat hebben we gedaan De teksten ‘wat hebben we gedaan’ vermelden wat we gedaan hebben om datgene te bereiken wat we bereikt hebben. Voor zover kwantificeerbaar wordt een en ander door middel van kengetallen nader toegelicht. Wat kost het In dit onderdeel wordt de financiële realisatie in het verslagjaar gecomprimeerd weergegeven en wordt de afwijking ten opzichte van de gewijzigde begroting gepresenteerd.
Daarnaast zijn in het jaarverslag de verplichte paragrafen volgens de Bepalingen Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW) opgenomen. Hierin wordt ingegaan op de ontwikkelingen gedurende het verslagjaar, de incidentele kosten en opbrengsten en de onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen. Ook wordt aandacht besteed aan de waterschapsbelastingen, het weerstandsvermogen en de financiering. Verder worden de (eventuele) verbonden partijen toegelicht en komt de bedrijfsvoering aan de orde. Tot slot wordt het EMU saldo nog in beeld gebracht en aandacht besteed aan de topinkomens. Jaarrekening De jaarrekening vormt de basis voor de controleverklaring en is door de accountant onderzocht op getrouwheid en rechtmatigheid. De jaarrekening betreft dan ook het cijfermatige deel van de programmarekening. De jaarrekening is in overeenstemming met de landelijke beleid- en beheerproducten structuur (BBP) opgesteld. De BBP-opzet bestaat onder meer uit een systematiek van doorberekening van overheadkosten. Ook maken de controleverklaring en het voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief de bestemming van het rekeningresultaat deel uit van de rekening. Verder omvat de jaarrekening de balans per 31 december 2010. In hoofdstuk 5 treft u een weergave aan van de balanspositie van het waterschap per 31 december 2010, met een nadere uiteenzetting per afzonderlijke balanspost. In de jaarrekening wordt ook ingegaan op de financiële realisatie van de programma’s. Het zwaartepunt van de beleidsmatige aspecten is opgenomen in het jaarverslag terwijl de presentatie op de financiële aspecten een plek krijgt in de jaarrekening. Tot slot wordt in de jaarrekening nog ingegaan op de kostendragers (lees taken) en kosten en opbrengsten en wordt een korte analyse gegeven op de kostensoorten gewijzigde begroting 2010 versus realisatie. Bijlagen In deel III zijn de bijlagen en het meerjarig investeringsplan (MIP) inclusief de af te sluiten projecten opgenomen. In het MIP wordt de realisatie versus de raming van de investeringsprojecten weergegeven. Daarnaast wordt aangegeven welke projecten zijn afgerond en financieel gezien kunnen worden afgesloten. Totaal zijn tien bijlagen bijgevoegd, waaronder de staat van vaste activa, reserves en voorzieningen, vaste schulden en personeelslasten.
6
Programmarekening 2010
1.2
Samenvatting
In deze paragraaf wordt op hoofdlijnen het resultaat van de exploitatie op programma- en kostensoorten niveau gepresenteerd evenals de investeringen. Verder wordt nog een korte toelichting op beide onderdelen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2010 gegeven. Ten slotte wordt nog een overzicht gepresenteerd met de belangrijkste cijfers van ons waterschap. Exploitatie op programmaniveau Het voorgenomen beleid is financieel vertaald op programmaniveau en kan op basis van de netto kosten in het verslagjaar als volgt worden weergegeven. Programma
2010 Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering
2.876.003 13.735.301 1.332.028 43.862.302 6.149.443 8.860.090 0
Programmatotaal
76.815.167
Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Onttrekking bedrijfsreserve Waterschapsbedrijf Limburg Dividenden en overige alemene opbrengsten
0 241.660 0 -463.059
Totaal netto kosten
76.593.768
Opbrengst waterschapsbelastingen, inclusief kwijtschelding en oninbaarverklaringen
77.117.592
Exploitatieresultaat
523.824
Voor een nadere toelichting op de programma's wordt verwezen naar hoofdstuk 2. Exploitatie op kostensoorten niveau Omdat in de jaarrekening de verschillen ten opzichte van de gewijzigde begroting 2010 op het niveau van kostensoorten worden verklaard kan het resultaat van de jaarrekening volgens de indeling van de kostensoorten als volgt worden weergegeven. Kosten / Opbrengsten
Kosten Opbrengsten
Exploitatieresultaat
2010 Realisatie 78.529.304 79.053.128
523.824
Het totaal van de kosten en opbrengsten over 2010 resulteert in een positief resultaat van € 523.824. Ten opzichte van de gewijzigde begroting zijn, afgerond op duizendtallen, de kosten met € 2.325.000 afgenomen en de opbrengsten toegenomen met € 538.000. In totaliteit is sprake van een daling van het kostenniveau met 2,88% en een stijging van het opbrengstenniveau met 0,69%.
Waterschap Roer en Overmaas
7
Kosten en opbrengsten realisatie 2010 versus gewijzigde begroting 2010 Onderstaand zijn de voornaamste afwijkingen van de kosten en de opbrengsten ten opzichte van de gewijzigde begroting 2010 weergegeven en kort toegelicht. Kosten (afgerond op € 1.000) Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten van derden Bijdragen aan derden Toevoegingen aan voorzieningen Onvoorzien
Bedrag -181.000 -417.000 -786.000 -302.000 140.000 -779.000
De post rente en afschrijving is afgenomen omdat de berekende rente over de eigen financieringsmiddelen (lees interne rentelasten) aanzienlijk lager is uitgevallen door de neerwaartse bijstelling van het rentepercentage. Dit als gevolg van het achterblijven van de renteontwikkeling op de financiële markten. De afschrijvingskosten daarentegen zijn in verband met de versnelde afschrijving op een aantal projecten die niet in uitvoering zijn gekomen in het verslagjaar toegenomen. De personeelslasten zijn door de lagere dan geraamde personeelssterkte en een zeer beperkte loonstijging (in de in 2010 afgesloten nieuwe CAO voor het waterschapspersoneel) positief uitgevallen. De sociale lasten zijn eveneens afgenomen omdat de werkelijke premiepercentages ten opzichte van de in de raming gehanteerde percentages lager zijn uitgevallen. De goederen en diensten van derden zijn lager uitgevallen door de daling van het onderhoud derden, de onderhoudskosten van hard- en software en adviezen van derden. Daarnaast hebben de kosten van afrasteringen, kleding en uitrusting buitendienst, representatie-, vergader- en advertentiekosten eveneens een daling laten zien. De uitgekeerde schadevergoedingen aan de andere kant hebben een stijging laten zien. De lagere bijdrage aan derden is, naast de daling van de bijdrage aan Het Waterschapshuis, een gevolg van de onderschrijdingen die zich hebben voorgedaan op de uitgaven die gemoeid zijn met de ‘regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervalk’ en de ‘stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking’. De stijging van de toevoegingen aan de voorzieningen is een gevolg van de hogere toevoeging aan de ‘voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen’ die tot stand is gekomen op basis van een opgave van Raet over de hoogte van de bestuurderspensioenen. Tot slot kan nog worden vermeld dat de post onvoorzien niet is aangewend. Opbrengsten (afgerond op € 1.000) Financiële baten Personele baten Goederen en diensten aan derden Bijdragen van derden Bijdragen van derden WPM Waterschapsbelastingen Interne verrekeningen
Bedrag -166.000 31.000 -53.000 51.000 178.000 553.000 -56.000
De financiële baten zijn afgenomen door de lagere opbrengst van de interne en externe rentebaten als gevolg van de neerwaartse bijstelling van het rentepercentage door de renteontwikkeling op de financiële markten.
8
Programmarekening 2010
De personele baten zijn toegenomen door een hogere bijdrage van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) in de kosten van zwangerschap en ziekte. Daarnaast is een bijdrage ontvangen voor de detachering van een tweetal medewerkers. De goederen en diensten aan derden zijn afgenomen omdat de opbrengst leges handhaving wet afvalwater aanzienlijk lager zijn uitgevallen doordat minder diensten zijn verleend aan gemeenten in het kader van deze wet. De bijdragen van derden is toegenomen door de bijdrage van Waterschap Peel en Maasvallei in de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2010. Daarnaast is de bijdrage voor de muskus- en beverrattenbestrijding hoger uitgevallen en is een restsubsidie van SenterNovem ontvangen in het project zwerfvuil. De waterschapsbelastingen zijn als gevolg van een gerealiseerde meeropbrengst over de belastingjaren 2007 tot en met 2010 in combinatie met de afsluiting van de belastingjaren 2004-2006 toegenomen. De interne verrekeningen bestaan volledig uit geactiveerde lasten en zijn afgenomen doordat in 2010 minder uren aan projecten zijn besteed dan verwacht. Voor een uitgebreidere toelichting op de kostensoorten wordt verwezen naar hoofdstuk 8. Investeringen Het investeringsvolume bestaat voor het merendeel uit projecten gebaseerd op het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2013, het Beheersplan Waterkeringen 20092012, de inspanningsverplichtingen zoals opgenomen in de Vierde Nota Waterhuishouding (NW4), het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL), Waterbeleid 21e eeuw (WB21), het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water. De netto investeringsuitgaven in 2010 per programma kunnen als volgt worden weergegeven. 2010 Programma
Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering
62.185 10.217.858 47.516 732.184 792.210
Totaal netto investeringsuitgaven in 2010
11.851.953
In het meerjarig investeringsplan 2010, dat op 24 november 2009 door het algemeen bestuur is vastgesteld, werd nog uitgegaan van een netto investeringsniveau van € 11.165.000. Gedurende het verslagjaar waren de inzichten in de investeringen echter zodanig dat de totale netto investeringsuitgaven via de voor- en najaarsrapportage zijn bijgesteld tot € 13.540.000. Dit was vooral een gevolg van het feit dat inkomsten van het programma watersysteem aanzienlijk achter bleven door de voorbereiding van enkele grotere beekherstelprojecten waardoor relatief veel voorbereiding- en grondkosten zijn gemaakt. Dit betrof voornamelijk projecten die tijdens de uitvoering in aanmerking zouden komen voor ILG/WILG-subsidie. Ook is het in het verslagjaar steeds duidelijker geworden dat voor andere thema’s waarvoor het waterschap aan de lat (zoals de grote stedelijke projecten en het vergroten van waterbuffers) staat steeds minder subsidies voor handen zijn.
Waterschap Roer en Overmaas
9
Netto investeringsuitgaven realisatie 2010 versus gewijzigde begroting 2010 Ten opzichte van deze bijstelling zijn de netto gerealiseerde investeringuitgaven uiteindelijk € 1.688.047 lager dan verwacht wat met name tot uitdrukking komt in het programma bedrijfsvoering. De waterstaatkundige investeringsuitgaven daarentegen die verantwoord worden op het programma watersysteem zijn ten opzichte van het geraamde investeringsniveau wel zo goed als gerealiseerd. Onderstaand zijn de voornaamste afwijkingen van de netto gerealiseerde investeringsuitgaven per programma ten opzichte van de gewijzigde begroting 2010 weergegeven en kort toegelicht. Bedrag
Netto investeringsuitgaven (afgerond op € 1.000) Plannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering
-53.000 -165.000 48.000 -325.000 0 -1.193.000
Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat de afwijking in het netto investeringsniveau voornamelijk betrekking heeft op de programma’s instrumenten en bedrijfsvoering: • Instrumenten. Op het programma instrumenten is het investeringsniveau achtergebleven omdat de geplande uitgaven van de verbeteringen aan het kwantiteitsmeetnet dat in de loop van het verslagjaar is opgestart voor een groot deel zijn doorgeschoven naar 2011. • Bedrijfsvoering. Het lagere investeringsniveau op dit programma wordt met name veroorzaakt doordat het realiseren van een oplossing voor het opslagprobleem van het calamiteitenmateriaal in combinatie met de huisvesting van de regio Noord van de buitendienst is doorgeschoven naar 2011. Verder is eind 2010 de pilot voor het op orde brengen van de geografische informatievoorziening Geodata opgestart waardoor de uitvoering is doorgeschoven naar 2011. Ook kan nog worden vermeld dat een klein aantal investeringen op automatiseringsgebied zijn achtergebleven bij de raming. Voor een uitgebreidere toelichting op de netto investeringsuitgaven wordt verwezen naar hoofdstuk 6.
10
Programmarekening 2010
In één oogopslag / Waterschap Roer en Overmaas in cijfers In onderstaand overzicht zijn de belangrijkste cijfers van ons waterschap weergegeven waardoor in één oogopslag inzicht wordt verkregen in de financiële positie van het waterschap. Onderdeel
Jaarrekening 2009
2010
1
Exploitatiesaldo
433.000-
524.000
2
a. Exploitatie kosten
79.325.000
78.529.000
b. Exploitatie opbrengsten
78.892.000
79.053.000
3
Afschrijvingen
5.978.000
6.575.000
4
Aflossingen langlopende geldleningen
5.447.000
5.447.000
5
Verhouding afschrijving / aflossing
1,10
1,21
6
Personeelskosten (excl bestuur)
8.608.000
9.197.316
7
Aantal fte's
128,08
129,22
8
Personeelskosten per fte
67.200
71.200
9
Bruto investeringen
9.672.000
12.284.000
10
Boekwaarde vaste activa
87.433.000
92.710.000
11
Eigen vermogen *
18.136.000
17.703.000
12
Voorzieningen
663.000
743.000
13
Langlopende geldleningen
65.734.000
60.288.000
14
Opbrengst waterschapslasten (netto)
77.203.000
77.118.000
15
Aantal ingezetenen
312.807
313.700
16
Tarief ingezetenen per woonruimte
33,29
34,54
17
WOZ-waarde gebouwd (x € 1.000)
79.703.000
80.600.000
18
Tarief gebouwd (percentage van WOZ-waarde)
19
Aantal belastinghectaren ongebouwd
20
Tarief ongebouwd per hectare
21
Aantal belastinghectaren natuur
22
Tarief natuur per hectare
23
Aantal vervuilingseenheden
24
Zuiveringsheffing per ve
*
Het eigen vermogen is afgenomen doordat het negatieve resultaat 2009 is onttrokken aan de reserves.
Waterschap Roer en Overmaas
0,0184%
0,0193%
56.792
56.041
28,85
30,27
13.450
14.033
2,19
1,77
1.037.000
1.027.000
49,30
49,13
11
12
Programmarekening 2010
Deel I Jaarverslag
Waterschap Roer en Overmaas
13
14
Programmarekening 2010
2
Programmaplan
In dit programmaplan wordt het naar de programma's onderscheiden en te realiseren beleid voor het waterschap over het verslagjaar weergegeven. Het programmaplan is opgebouwd uit zeven programma’s die door het bestuur zijn vastgesteld. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het bestuur het beleid van het waterschap vaststelt.
Programma Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering
3.244.547 14.260.116 1.062.695 44.015.473 6.889.212 9.190.510 -
3.267.177 14.260.116 1.092.695 44.015.473 6.907.212 9.153.010 349.793-
2.876.003 13.735.301 1.332.028 43.862.302 6.149.443 8.860.090 -
Programmatotaal
78.662.553
78.345.890
76.815.167
Opgemerkt kan worden dat het programma bedrijfsvoering een bijzondere functie heeft. Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Hier worden de ondersteunende activiteiten verantwoord en uiteindelijk doorberekend naar de programma's. Alle kosten die betrekking hebben op de huisvesting, informatiebeleid en automatisering behoren tot het programma bedrijfsvoering. Evenals de kosten van juridische, facilitaire, financiële en personeelsaangelegenheden. Ook de salariskosten en de rente en afschrijvingen worden verantwoord binnen dit programma. Het overgrote deel van de doorberekening van deze kosten naar de programma’s vindt eenmaal per jaar plaats. Tussentijdse wijzigingen op bovenstaande onderdelen worden niet doorberekend naar de programma’s. Per programma is de programma-inhoud en de doelstellingen uit de begroting 2010 weergegeven en wordt ingegaan op drie vragen: • Wat hebben we bereikt Onder ‘wat hebben we bereikt’ wordt verantwoording afgelegd over de wijze waarop in het verslagjaar de gestelde doelen zijn gerealiseerd. • Wat hebben we gedaan De teksten ‘wat hebben we gedaan’ vermelden wat we gedaan hebben om datgene te bereiken wat we bereikt hebben. Voor zover kwantificeerbaar wordt een en ander door middel van kengetallen nader toegelicht. • Wat kost het In dit onderdeel wordt de financiële realisatie in het verslagjaar gecomprimeerd weergegeven en wordt de afwijking ten opzichte van de gewijzigde begroting gepresenteerd. Deze gecomprimeerde weergave wordt nader gespecificeerd en toegelicht in hoofdstuk 6.
Waterschap Roer en Overmaas
15
2.1
Programma Plannen
Programma-inhoud Dit programma is vooral gericht op het opstellen van eigen plannen en overige beleidsaspecten. Ook de kosten voor studie en onderzoek voor het formuleren van nieuw beleid maken hier deel vanuit. Het belangrijkste beleidsplan is het Waterbeheersplan (WBP) met de nieuwe beleidsase pecten zoals de Kaderrichtlijn Water, Waterbeheer 21 eeuw / Nationaal Bestuursakkoord Water en Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Maar ook hiervan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen, zoals plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, het Beheersplan Waterkeringen en het Calamiteitenplan, het grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht worden tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas (WBP) 2010-2015 is op 29 september 2009 door het algemeen bestuur vastgesteld en per 1 januari 2010 in werking getreden. De in het plan opgenomen beleidsvoornemens worden uitgewerkt en/of in uitvoering gebracht. Het waterbeheersplan maakt deel uit van de algemene plansystematiek met onder andere het Provinciaal Waterplan en het Stroomgebiedsbeheersplan Maas. Op de maatregelen die voor de Kaderrichtlijn Water in het Stroomgebiedsbeheersplan Maas zijn opgenomen, is een resultaatverplichting van toepassing. Van waterbeheersplan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen Voorbeelden hiervan zijn de beoordeling van plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, beheersplan waterkeringen, calamiteitenplan, grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht. Dit zijn over het algemeen reguliere processen en werkzaamheden. Wat hebben we bereikt • Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 is op 29 september 2009 vastgesteld door het algemeen bestuur. Goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Limburg heeft op 1 juni 2010 plaatsgevonden. • Het calamiteitenplan Waterschap Roer en Overmaas is op 23 februari 2010 vastgesteld door het algemeen bestuur. • Met het instrument watertoets zijn gemeenten meer en meer bewust gemaakt van het belang van het onderwerp water in de uitwerking en realisering van ruimtelijke plannen. Gebleken is dat in de meeste gevallen gemeenten reeds in de concept fase van plannen contact zoeken en daadwerkelijk met het geadviseerde hun voordeel doen. • Om de klant beter van dienst te kunnen zijn, is in het verslagjaar de digitale watertoets ingevoerd. Aanvragers kunnen op eenvoudige wijze beoordelen of een watertoets noodzakelijk is én kunnen deze vervolgens digitaal indienen. De eerste geluiden zijn, als het aankomt op gebruiksgemak en inhoudelijkheid, positief te noemen. • In het waterbeheersplan is aangekondigd dat in de planperiode wordt gewerkt aan het vaststellen van individuele normen voor het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallaties teneinde de invloed hiervan op de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewater te reduceren. De nieuwe effluentnormen zijn in concept vastgesteld in september 2010.
16
Programmarekening 2010
Wat hebben we gedaan • In het verslagjaar is het Interreg IV project Floodwise gestart. Het doel van het project is het verbeteren van grensoverschrijdend overstromingsrisicomanagement. In de komende twee tot drie jaar wordt voor de Roer, als een van de zes Europese grensoverschrijdende stroomgebieden binnen dit project, een pilotproject uitgevoerd voor het opstellen van een voorlopige risicobeoordeling, het opstellen van overstromingsrisicokaarten en van een overstromingsrisicobeheerplan. • Het Interreg-IV-A project Aquadra is in 2010 voortvarend van start gegaan met de inrichting van het coördinatiebureau (uitgevoerd door Agence de Développement Local Lontzen, Plombières Welkenraedt asbl). Deze heeft zich met name ingezet op het (doen) starten en uitvoeren van de praktische instrumenten voor het grensoverschrijdend waterbeheer gericht op ontwikkeling cartografisch materiaal, integratie afvoermeetgegevens, hydrologische modelvorming en de opzet van de communicatie. Deze acties vorderen gestaag en op schema. In 2010 is de voorbereiding gestart van de uit te voeren pilootmaatregelen, die in het stroomgebied van de Geul echter nog niet tot uitvoering zijn gekomen, noch in Wallonië noch in Limburg. • Vanuit het Deltaprogramma (een programma met tot doel de veiligheid van ons land op de lange termijn en de zoetwatervoorziening te waarborgen) zijn deelprogramma’s benoemd op het vlak van veiligheid en watervoorziening waar het waterschap een bijdrage aan levert. De belangrijkste voor ons waterschap zijn de pilot ‘meerlaagse veiligheid’ voor dijkring e Maastricht, WV21 (Waterveiligheid 21 eeuw, nieuwe normering waterkeringen) en deelprogramma zoetwater (Deltaplan Hoge Zandgronden). • Er is een overzichtslijst van de in het WBP aangekondigde onderzoeken, beleidsnotities en nieuwe plannen op het gebied van beleidsaspecten, waterkwantiteit en kwaliteit opgesteld. In totaal zijn voor de planperiode 2010-2015 zo’n 40 dergelijke acties voorzien. De uitvoering van deze acties valt meestal onder een van de overige programma’s. In 2010 zijn in dit kader verder uitgewerkt of in voorbereiding genomen: o.a. het hydrologisch modelleren van de stroomgebieden Geul en Geleenbeek, nader onderzoek naar de invloed van oude Mijnsteenbergen op grond- en oppervlaktewaterkwaliteit (trekker is de provincie), onderzoek naar diverse vismigratiebelemmeringen (KRW), voorschriften voor afkoppelen en bodempassages, onderzoek naar de mogelijkheden om bestaande regenwaterbuffers in te zetten voor de benodigde kwaliteitsberging en een project met de gemeenten inzake “water op straat”. • Voor Zuid-Limburg is een gebiedsproces doorlopen om te komen tot maatregelen voor het Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR). Voorlichtingsbijeenkomsten zijn gegeven waarbij de omgeving is ingelicht en de voorgenomen maatregelen zijn toegelicht. Daarbij ook nadrukkelijk aangegeven dat niets in uitvoering komt zonder overeenstemming en afspraken met direct belanghebbenden. • Voor het gebied ten noorden van Sittard is gestart met het project Actualisatie Grond en Oppervlakte regime (AGOR) waarin door middel van uitgebreide veldwaarnemingen de huidige grondwaterstanden opnieuw in beeld gebracht worden. • De deelname van het waterschap aan de integrale projecten (Integrale Gebiedsuitwerkingen) van het gebiedsgericht werken is geëvalueerd. Per 1 oktober 2010 zijn de gebiedscommissies opgeheven en wordt een nieuwe structuur geïntroduceerd. Voor het gebied Ons WCL is voor de aansturing van de Integrale Gebiedsuitwerkingen (IGU’s) een Stuurgroep/Raad van Commissarissen Ons WCL geformeerd onder leiding van de gedeputeerde. Voor de drie gebieden in Zuid-Limburg (Westelijke Mijnstreek, Parkstad Limburg en Maastricht en Mergelland) is nog geen nieuwe structuur ingericht.
Waterschap Roer en Overmaas
17
•
• •
•
•
In het kader van het recreatief medegebruik zijn in het verslagjaar 10 informatieborden gemaakt en is het Bezoekerscentrum Rode Beek Schinveld ingericht. Verder zijn 8 waterwandelingen gerealiseerd en is een wandelboekje uitgegeven samen met de Media Groep Limburg en WPM. Tot slot zijn allerlei veiligheidsbevorderende maatregelen genomen voor kanovaarders in de Roer. Een inventarisatie heeft plaatsgevonden van wateren waarvan het visrecht niet is verhuurd, maar waar het wel mogelijk zou zijn; dit heeft geen nieuwe locaties opgeleverd. Het jaarplan opleiden en oefenen 2010 is in het verslagjaar vastgesteld. In dit jaarplan zijn zeven (monodisciplinaire) instructies/oefeningen gepland en ook daadwerkelijk gerealiseerd. Daarnaast hebben er in 2010 nog 3 multidisciplinaire oefeningen plaatsgevonden. - Deelname aan 4 systeemtesten van Nationaal Noodnet (Veiligheidsregio). - Deelname aan ROT Veiligheidsregio Noord: casus AKZO NOBEL op 22 september. - Deelname aan hoogwater- systeemtest Rijkswaterstaat op 24 november. De voorbereiding voor het opstellen van een nieuw meerjarig opleiding- en oefenplan voor de periode 2011-2015 is gestart. In de loop van dit jaar is besloten om het huidige meerjarig opleiding- en oefenplan met 1 jaar te verlengen. De reden hiervoor is dat voor een andere methodiek is gekozen. De nadere uitwerking hiervan neemt meer tijd in beslag dan gepland. Het aantal getoetste waterplannen is achtergebleven bij de verwachting. Oorzaak hier van is dat gemeenten minder ruimtelijke plannen ter advisering hebben aangeboden. De meest voor de hand liggende verklaring hiervoor is de wereldwijde economische crisis die zich (ook) in de bouwwereld heeft gemanifesteerd.
Kengetallen Aantal adviezen / beoordelen plannen Aantal oefeningen / trainingen mbt calamiteitenbestrijding
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
300 6
200 7
240 7
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.1.
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
3.244.547 250.000 180.000
3.267.177 115.000 -
2.876.003 62.185 -
Financiële gegevens programma plannen
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
18
Programmarekening 2010
2.2
Programma Watersysteem
Programma-inhoud Dit programma betreft het realiseren en onderhouden van waterhuishoudkundige werken van het watersysteem, zijnde het waterkwantiteit- en het passieve waterkwaliteitsbeheer. Het programma omvat de inrichting van stromende en stilstaande wateren in zowel het landelijke gebied als de bebouwde omgeving. Hiertoe behoren ook beekherstel en maatregelen ten behoeve van de verbetering van vismigratie evenals duurzaam stedelijk waterbeheer, waterbodemsanering (baggeren), aanpak diffuse bronnen van watervervuiling en andere (fysieke) maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Verder behoren de inrichting van het watersysteem op basis van de nieuwe normering, voorkomen van wateroverlast, aanleg regenwaterbuffers en retentie, aanpak van bodemerosie en oppervlakkige afstroming in hellend gebied, gewenst grond- en oppervlaktewaterregime (GGOR) en peilbeheer tot dit programma. Wat willen we bereiken In 2010 wordt uitvoering gegeven aan de maatregelen zoals opgenomen in het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015. Concreet betekent dit onder andere: • stedelijke gebieden moeten worden beschermd tegen wateroverlast; • inrichting van het watersysteem moet voldoen aan de wateroverlastnormering en toegekende functies; • oppervlaktewateren moeten optrekbaar zijn voor trekvissen; • waar mogelijk verwijderen van overkluizingen binnen stedelijk gebied; • zorgen dat schoon regenwater niet meer in het rioolsysteem terecht komt; • in het kader van het GGOR bekijken hoe de waterhuishouding dient te zijn, zodat de gewenste natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen; • sanering van vervuilde waterbodems; • juist en goed afgestemd onderhoudsniveau van het watersysteem, rekening houdend met de hydrologische en ecologische functies; • verder onderzoek naar de uitvoering en kosten van onderhoudsbaggerwerkzaamheden vanuit baggeruitvoeringsplan; • voor muskus- en beverratbestrijding onder het gestelde landelijke normeringgetal blijven. Wat hebben we bereikt • Een watersysteem dat grotendeels voldoet aan de normen van het NBW. • Het geplande bruto investeringsniveau is grotendeels (93%) gerealiseerd. • Het groeiseizoen in het jaar 2010 wordt gekenmerkt als normaal. Het maaibeheer als ook de overige onderhoudsactiviteiten zijn conform planning uitgevoerd. Met betrekking tot het baggeronderhoud zijn in 2010 minder werkzaamheden uitgevoerd vanwege een andere prioritering. • Het normgetal van het aantal vangsten per uur (0,25) bij de bestrijding van de muskusratten als ook de beverratten is ruimschoots gerealiseerd Wat hebben we gedaan • De uitvoering van de ontkluizing van de Rode Beek in Schinveld, het herstel van de kademuren fase 3 en de aanleg van een 3-tal regenwaterbuffers zijn in 2010 gestart. • De belangrijkste projecten die in 2010 in uitvoering waren zijn: herstel kademuren Valkenburg, vervangen lossluis Geulhemmermolen, de beide landinrichtingsprojecten Centraal
Waterschap Roer en Overmaas
19
•
•
•
•
•
•
•
20
Plateau en Mergelland Oost, ontkluizing Rode Beek Schinveld, herinrichting Gravenweglossing en de aanleg van regenwaterbuffers in Gulpen, Echt-Susteren en Roerdalen. Daarnaast is actief grond verworden voor de realisatie van de in voorbereiding zijnde projecten. Het onderhoud aan het watersysteem is in 2010 conform planning uitgevoerd. In december heeft de besteksmatige aanbesteding plaatsgevonden van het totale maaibeheer en het planmatige onderhoud van beplantingen. Door de droogte in de maanden juni en juli was sprake van relatief lage peilen in de watersystemen. Dit had een onttrekkingverbod voor oppervlaktewateren in ons hele beheersgebied tot gevolg. Om het peilbeheer in de heringerichte Pepinusbeek en Putbeek als gevolg van de droogte te kunnen waarborgen zijn mobiele noodstuwen aangeschaft die bij een aanhoudende droogte en te lage peilen geplaatst kunnen worden (ook voor de komende jaren). Door de neerslag in de maand augustus is het plaatsen niet nodig gebleken maar zijn wel alle voorbereidingen getroffen om plaatsing mogelijk te maken. In juli heeft een storm over ons land geraasd die flink heeft huisgehouden in een deel van ons beheersgebied (vanaf Stein over Sittard, Susteren en Roermond). Het opruimen van de omgewaaide en beschadigde bomen op onze eigendommen en het herstel van schade aan andermans eigendommen heeft weken in beslag genomen. Dit heeft in het najaar extra onvoorziene werkzaamheden met zich meegebracht. In het tweede weekend van november is in het beheersgebied veel neerslag gevallen. De meeste neerslag is gevallen in het midden van het beheersgebied (globaal tussen Meerssen, Stein, Schinveld en Heerlen). Deze neerslag heeft geleid tot hoge afvoeren in de beken, inundaties en grotendeels gevulde en/of overgelopen regenwaterbuffers. Op een aantal plaatsen heeft dit tot overlast geleid. Van deze wateroverlastsituatie is een uitgebreide evaluatie opgesteld die vertaald wordt naar de te nemen maatregelen. In het verslagjaar zijn in totaal 266 meldingen binnengekomen die betrekking hadden op het watersysteem. Voor wat betreft het aantal klachten kan worden opgemerkt dat sprake is van een stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Dit is te wijten aan onder andere het noodweer van 14 juli jl. waarbij veel meldingen zijn ontvangen over omgewaaide bomen en afgescheurde takken. Ook in de maand augustus zijn relatief meer meldingen ontvangen, vooral maaiklachten in het zuiden van ons werkgebied. De natte augustus maand leidde op diverse plaatsen tot wateroverlast op straten en in kelders. De beken en de regenwaterbuffers van ons waterschap konden de hoeveelheid regen echter aan en het heeft nergens tot problemen geleid. Het prognosecijfer (190) voor 2010 waar eind augustus mee rekening werd gehouden is flink overschreden. Deze overschrijding (76) heeft voor het overgrote deel te maken met de regenval in het tweede weekend van november. Er is in een korte tijd een grote hoeveelheid neerslag gevallen in het stroomgebied van de Maas en zijbeken in ons werkgebied. Door deze wateroverlastsituatie zijn bijna 50 meldingen extra geregistreerd. Verder zijn ook de maaiklachten en meldingen over onderhoud van bomen in dit laatste triaal licht gestegen. Het dagelijks bestuur heeft besloten om voor verzoeken door derden om een bijdrage te leveren aan achterstallig onderhoud aan waterbodems van secundaire wateren, zoals stadsvijvers, kasteelgrachten en oude meanders, geen standaard toetsingskader uit te werken. Elk geval wordt apart beoordeeld, zodat maatwerk mogelijk is. In ons beheersgebied gaat het om ongeveer 30 potentiële locaties. In 2010 komt het aantal vangsten van muskusratten circa 140 hoger uit dan het jaar daarvoor. Deze stijging komt geheel op het conto van een verhoogde instroom tijdens de voorjaarstrek via de Roer. In binnenlandse gebieden werd minder gevangen. Een verklaring voor de tijdelijke stijging is er niet. Gemiddeld over het beheersgebied van WRO stijgt het aantal vangsten per uur naar 0,12 wat nog steeds een buitengewoon goed resultaat is t.o.v. de streefnorm van 0,25.
Programmarekening 2010
Het aantal gevangen beverratten is ondanks de minder inzet fors gedaald tot 123. Beverratten zijn slecht aangepast aan strenge winters maar de instroom vanuit Duitsland kwam in de loop van 2010 toch weer op gang.
Kengetallen Aantal projecten in voorbereiding Aantal projecten in uitvoering Aantal meldingen / klachten mbt het watersysteem Aantal muskusrattenvangsten per uur Aantal beverrattenvangsten per uur % Uitgevoerd maaibestek
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
23 20 130 0,25 0,1 100%
25 20 190 0,15 0,02 95%
39 9 266 0,12 0,03 100%
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.2.
Financiële gegevens programma watersysteem Begroting Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
14.260.116 7.259.000 15.530.000
2010 Gewijzigde begroting 14.260.116 10.383.000 15.637.000
Realisatie 13.735.302 10.217.858 6.722.805
Zandvang in de Hemelbeek tussen Elsloo en Geulle.
Waterschap Roer en Overmaas
21
2.3
Programma Veiligheid
Programma-inhoud Dit programma omvat de aanleg en onderhoud van waterkeringen, de hoogwateractiviteiten (dijkbewaking) en calamiteitenbestrijding. Onder deze noemer zijn de (uitvoerings-) maatregelen gebracht die voortkomen uit het Beheersplan Waterkeringen. Wat willen we bereiken Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 Waterschap Roer en Overmaas bevat een integrale beleidsvisie voor het waterkeringbeheer en beschrijft de werkwijze van het waterschap, nu en in de toekomst, voor het beheer van de waterkeringen. Het beheersplan geeft een overzicht van het te voeren strategische beleid voor de primaire en regionale waterkeringen. Ook legt het de basis voor een adequaat beheerinstrumentarium dat in aansluiting op het beheersplan wordt opgesteld. Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van waterkeringbeheer is voldoen aan de veiligheidsnorm en daarmee het waarborgen van de veiligheid van het achterland tegen overstromingen bij waterstanden lager dan de maatgevende waterstand. Dit betekent enerzijds dat de waterkerende functie van de waterkeringen gehandhaafd moet blijven en anderzijds dat de werking van kwelwatervoorzieningen en sluiting van demontabele keringen in hoogwatersituaties gewaarborgd moet zijn. Wat hebben we bereikt • Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 is in uitvoering en wordt regelmatig geactualiseerd. • De calamiteitenorganisatie is in 2010 een aantal keren opgeschaald. Uit de evaluaties is gebleken dat het waterschap over een actuele en goed inzetbare calamiteitenorganisatie beschikt. • De Staat de Nederlanden en het waterschap hebben een bestuursovereenkomst ondertekend over de ‘prioritaire kademaatregelen’ aan de primaire waterkeringen van het waterschap. In deze overeenkomst is vastgelegd dat de waterschappen in beeld brengen welke beschermingsmaatregelen met de door de Staat gereserveerde middelen met prioriteit moeten worden aangepakt om te voldoen aan het veiligheidsniveau 1/250. Dit worden de prioritaire kademaatregelen genoemd. Vastgelegd is dat de hieruit volgende werken uiterlijk 2020 zijn uitgevoerd. Wat hebben we gedaan • Proefplaatsingen van de calamiteitenpompen Betsy’s XXL hebben in het verslagjaar plaatsgevonden en zijn naar tevredenheid verlopen. Nieuwe pompopstellingen worden opgenomen in het Bestrijdingsplan Hoogwater Maas. Het geautomatiseerde bestrijdingsplan is verder ontwikkeld op basis van verbeterpunten uit de gehouden oefeningen. • In het verslagjaar zijn instructies voorbereid en is gestart met de invoering van het vastgestelde calamiteitenplan in de organisatie. • Besprekingen zijn gevoerd over vergaande samenwerking binnen de waterkolom op het gebied van calamiteitenbestrijding. Deze hebben tot dusver geen concrete resultaten opgeleverd. In een bestuurlijk overleg met Rijkswaterstaat en Waterschap Peel en Maasvallei is een stappenplan vastgesteld om hiermee verder te komen. • In het verslagjaar is de calamiteitenorganisatie 3 keer opgeschaald in verband met het bereiken van een afvoer> 1000 m3/s en voor het beeksysteem.
22
Programmarekening 2010
•
•
•
•
De waterkeringen zijn conform planning onderhouden. In het verslagjaar is onderzoek gedaan naar de erosiebestendigheid van de grasbekleding van de waterkeringen en is over dit onderzoek gerapporteerd. Van de 35 locaties die zijn onderzocht scoort de erosiebestendigheid van vegetatie meestal ‘matig’, soms ‘goed’, en in een enkel geval ‘slecht’ of ‘zeer slecht’. Op basis van de verzamelde gegevens kon een positieve trend worden vastgesteld in de vegetatieontwikkeling, deze is niet spectaculair en er is nog ruimte voor verbetering. Om de kwaliteitsverbetering te realiseren is een beheers- en onderhoudsplan opgesteld voor ongeveer de helft van de groene waterkeringen. In 2009 is door Rijkswaterstaat de rapportage ‘Maasdal veilig bij 1/250; notitie quick scan Sluitstukkaden’ opgesteld in overleg met een groot aantal partijen. Uit deze rapportage bleek dat de maatregelen die nodig zijn om de (primaire) waterkeringen in Limburg te laten voldoen aan de norm aanmerkelijk duurder zijn dan de € 85 miljoen die de Staat hiervoor had gereserveerd. In september 2010 hebben de Staat der Nederlanden en het waterschap een bestuursovereenkomst ondertekend waarin is vastgelegd dat de waterschappen in beeld brengen welke beschermingsmaatregelen met de door de Staat gereserveerde middelen met prioriteit moeten worden aangepakt. Dit worden de prioritaire kademaatregelen genoemd. Op basis van deze bestuursovereenkomst is in 2010 een aanzet gemaakt met het opstellen van een plan van aanpak. In het kader van de Europese Richtlijn Overstromingen is een project opgestart onder leiding van de Provincie Limburg om te komen tot een Overstromingsrisicobeheersplan Maas. Samen met het Wasserverband Eifel Roer zijn in het kader van het project FLOOD-WISE overstromingskaarten ontwikkeld.
Kengetallen Aantal projecten in voorbereiding Aantal projecten in uitvoering Aantal opschalingen calamiteitenorganisatie waterkeringen
Begroting 0 0 5
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
0 0 5
1 0 3
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.3.
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
1.062.695 -
1.092.695 -
1.332.028 47.516 -
Financiële gegevens programma veiligheid
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
Waterschap Roer en Overmaas
23
2.4
Programma Zuiveren
Programma-inhoud Dit programma omvat de investeringen en onderhoudskosten die gemaakt worden voor het zuiveringsbeheer dat deel uitmaakt van de waterketen. De investeringen, het beheer en onderhoud van zuiveringstechnische werken (rioolwaterzuiveringsinstallaties, BBP: gezuiverd afvalwater) plus slibverwerking, het rioleringsbeleid en de kosten voor het rioolwatertransportsysteem (BBP: transport afvalwater) maken hier deel van uit. Ook de samenwerking in de waterketen behoort tot dit programma. Wat willen we bereiken De uitvoering van het programma zuiveren vindt plaats door het Waterschapsbedrijf Limburg. De unit Zuiveringsbedrijf van het waterschapsbedrijf is belast met het transporteren en zuiveren van afvalwater en het drogen van het ontwaterde slib. In het strategie- en masterplan Zuiveringsbedrijf 2009-2013 is dit nader uitgewerkt. Uitgangspunten hierbij zijn: • bedrijfsvoering tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten en voldoen aan wet- en regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan; • investeren in slagvaardige en innovatieorganisatie die snel kan reageren op die veranderende omgeving; • samenwerking met derden daar waar bedrijfsmatige en maatschappelijke voordelen te behalen zijn. Wat hebben we bereikt Het programma zuiveren wordt uitgevoerd door het waterschapsbedrijf. Het waterschapsbedrijf heeft in het verslagjaar per kwartaal over deze activiteiten door middel van de bestuursrapportages, die ook aan het algemeen bestuur van ons waterschap zijn aangeboden, gerapporteerd. Daarnaast zal de jaarrekening 2010 van het Waterschapsbedrijf Limburg na vaststelling door het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf aan uw bestuur worden aangeboden. Voor dit onderdeel wordt dan ook verwezen naar de jaarrekening 2010 van het Waterschapsbedrijf Limburg. Wat hebben we gedaan De uitvoering van het programma zuiveren vindt volledig plaats door het waterschapsbedrijf. Daarom wordt ook voor dit onderdeel verwezen naar de jaarrekening 2010 van het Waterschapsbedrijf Limburg (zie ook onderdeel wat hebben we bereikt). Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.4.
Financiële gegevens programma zuiveren Begroting Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
24
44.015.473 -
2010 Gewijzigde begroting 44.015.473 -
Realisatie 43.862.301 -
Programmarekening 2010
2.5
Programma Instrumenten
Programma-inhoud Dit programma omvat een aantal (beheers) instrumenten die het waterschap tot zijn beschikking heeft om de taakuitoefening op een adequate manier te kunnen uitvoeren. Hieronder vallen de Leggers, de vergunningverlening en handhaving op grond van de keur en de Waterwet, maar ook de veiligheidstoets op grond van de Wet op de Waterkering. Daarnaast heeft het Waterschap enkele financiële regelingen (subsidies voor afkoppelen en groene berging, stimuleringsregeling niet-kerende grondbewerking). Tevens wordt de monitoring tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken Zowel de Waterwet als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn eind 2009 in werking getreden. Gelijktijdig met de invoering van de Waterwet zijn ook de nieuwe Keur, de Algemene regels op grond van de Keur van het waterschap en de nieuwe Beleidsregels vergunningverlening in werking getreden. Werkprocessen, formats en dergelijke worden hierop aangepast. Ook worden afspraken gemaakt over de externe samenwerking en afstemming met Rijkswaterstaat, provincie en gemeenten. Doel is om het proces vergunningverlening en handhaving in 2010 integraal te laten plaatsvinden. Eén vergunning voor alle watergerelateerde aspecten; bij samenloop in het winterbed van de Maas samen met Rijkswaterstaat. De wettelijke termijn voor de afhandeling van de vergunningen wordt hierbij in acht genomen. Voor de indirecte lozingen dient de wettelijke adviestaak in overleg met gemeenten en provincie te worden ingevuld. In 2010 moet duidelijk worden of en op welke manier het waterschap gaat participeren in de regionale uitvoeringsdiensten (Wabo). Binnen 3 jaar dienen de leggers aan de regels van de Waterwet en de Waterverordening van de provincie te voldoen. Vragen ten aanzien van het waterbeheer voor zowel het waterkwantiteit als -kwaliteit worden met behulp van het meetnet oppervlaktewater zo goed mogelijk beantwoord. De verzamelde gegevens worden intern en extern gerapporteerd en zijn via het internet te ontsluiten. Wat hebben we bereikt • In tegenstelling tot de Waterwet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) niet eind 2009 in werking getreden, maar pas op 1 oktober 2010. De gevolgen van het in werking treden van de Waterwet zijn met Rijkswaterstaat, Provincie Limburg en gemeenten besproken. Vergunningaanvragen ingediend na het in werking treden van de Waterwet zijn integraal afgehandeld. Voor zover van toepassing zijn alle aspecten (kwantiteit, kwaliteit, grondwater en waterkering) in één besluit genomen: de watervergunning. • De ervaringen met de afhandeling van de vergunningaanvragen conform de Waterwet zijn goed te noemen. De verleende vergunningen zijn integraler van karakter: Keur- en kwaliteitsaspecten worden in één vergunning meegenomen. Een op WRO toegesneden versie van de modeltekst voor de Waterwetvergunning van de Unie van Waterschappen wordt gehanteerd. • De overdacht van de dossiers die betrekking hebben op indirecte lozingen (waarvoor WRO tot de inwerkingtreding van de Waterwet het bevoegde gezag was) aan provincie en gemeenten is in het verslagjaar afgerond. De overdracht ging gepaard met voorlichting over indirecte lozingen (kennisoverdracht).
Waterschap Roer en Overmaas
25
•
•
•
Het beeld voor 2010 is echter dat de hoeveelheid adviesaanvragen bij het waterschap nog achterblijft bij het aantal vergunningaanvragen in de voorafgaande jaren. Indien nodig zal het waterschap op dit onderwerp een actiever rol innemen en hiertoe contacten leggen met provincie en gemeentes. De vijfjaarlijkse toetsing van onze primaire waterkeringen op basis van het Voorschrift Toetsen op Veiligheid (VTV-2006) is in 2010 afgerond. Uit de toetsing is gebleken, dat op basis van de waterstand die in 2020 is voorzien (de eindwaterstand) een deel van de waterkeringen niet voldoet aan de norm. Interne en externe partijen zijn op basis van het meetnet oppervlaktewater tijdig voorzien van de door hen gevraagde monitoringsgegevens op het gebied van waterkwantiteit enkwaliteit.
Wat hebben we gedaan • In het verslagjaar zijn in het kader van het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij en de Cross compliance (samen met collega overheden) gerichte controles uitgevoerd d.m.v. controlevluchten en aanvullende grondcontroles. • Vanwege de overgang van bevoegd gezag ten aanzien van indirecte lozingen van waterschappen naar gemeenten (en provincie) en het evidente belang daarbij van ons waterschap is samenwerking gezocht bij het toezicht op deze lozingen. Dit heeft in 2010 geresulteerd dat voor en samen met gemeenten bedrijfscontroles zijn uitgevoerd. Verder is een opzet gemaakt voor een monitoringsysteem in rioleringen ten einde de afvalwaterkwaliteit van niet individueel gecontroleerde bedrijven toch (op hoofdlijn) te kunnen bewaken. • In 2010 heeft een verkenning van de standpunten en de invulling van de actuele handhaving binnen de individuele organisaties (provincie en gemeenten) plaatsgevonden met betrekking tot de regionale uitvoeringsdiensten (RUD). In de bestuursconferentie van november 2010 is uitgesproken op basis van de verkenning te komen tot een gemeenschappelijk standpunt. • Door de Unie van Waterschappen is een onderzoek gestart om tot een gezamenlijke beeldvorming te komen hoe als waterschappen zich te positioneren ten opzichte van de aangehaalde RUD’s. Tevens is het initiatief opgepakt door een aantal aanpalende waterschappen en Rijkswaterstaat Limburg om te komen tot een vorm van kennisuitwisseling en samenwerking er van uit gaande dat ieder zijn eigen plaats en bevoegdheden houdt. • Door het waterschap zijn controles in het kader van erosiebestrijding uitgevoerd. Meer concreet is de naleving van de NKG (niet kerende grondbewerking) bezien. Dit gebeurde onder andere om agrarische bedrijven in aanmerking te laten komen voor subsidie. • Het regime rond grondwateronttrekkingen werkt voor agrarische bedrijven belemmerend en het toezicht op deze onttrekking is niet effectief vorm te geven. Daarom is in 2010 gewerkt aan een aanpassing van dit regiem om beide problemen het hoofd te bieden. Insteek is te komen tot een gebiedsgericht (in plaats van bedrijfsgericht) stand still beginsel welk geflankeerd wordt (in toezicht houdende zin) door het inmeten van de grondwaterputten. • Met Vlaanderen en Duitsland zijn waterkwaliteitsgegevens uitgewisseld voor de monitoring van de grenswateren. Speciale aandacht is uitgegaan naar het stroomgebied van de Jeker, waar in samenwerking met de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) nader onderzoek heeft plaatsgevonden naar de aanwezigheid en herkomst van bestrijdingsmiddelen. De resultaten worden door de VMM gebruikt voor controle, voorlichting en handhaving. • 24 aanvragen om waterkwaliteitsgegevens te leveren aan externe partijen zijn afgehandeld. Een van de externe partijen is de Waterdienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat.
26
Programmarekening 2010
• •
• •
• •
•
Het betreft de jaarlijkse Waterkwaliteitsenquête ten behoeve van landelijke evaluaties. In samenwerking met RIWA is de landelijke toestand van glyfosaat in beken bepaald. Daarnaast is een bijdrage geleverd aan een landelijk onderzoek naar geneesmiddelen in de afvalwaterstromen bij zorginstellingen en bejaardenhuizen. Onze eigen waterkwaliteitskaarten (onderzoeksperiode 2006-2008) zijn in 2010 via de internetsite voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. Ecologische monitoringsgegevens van macrofauna en/of diatomeeën zijn ingezet voor o.a. het opstellen van soortbeschrijvingen uit de Europese Habitatrichtlijn (door Alterra), het beoordelen van effecten van ruimtelijke ingrepen (in het kader van de watertoets van o.a. de Buitenring Parkstad) en eigen uitvoeringsprojecten. In dit kader zijn eindrapportages opgeleverd voor het GeBeVe-project (gebiedsgerichte bestrijding verdroging) Kranenbroekerven (gemeente Echt-Susteren) en het bronbeekherstelproject Platergrub (gemeente Gulpen-Wittem) Voor Zuid-Limburg is het integraal water- en nitraatmodel (IwanH) ontwikkeld, waarmee grondwaterstroming en nitraatprocessen gemodelleerd kunnen worden. De stimuleringsregeling voor het toepassen van niet-kerende grondbewerking (NKG) met een bodembedekking in de winter (mulch) over 2009 is tijdens bestuurlijk overleg met de Provincie Limburg en de LLTB op 8 maart 2010 geëvalueerd. De regeling en het overige stimuleringsbeleid (individuele advisering agrariërs en het Interregproject BodemBreed zijn in 2010 voortgezet. Ter oplossing van het probleem met de-minimis (maximaal toegestane overheidssteun aan bedrijven) voor de stimuleringsregeling NKG voor percelen met een maximale hellingshoek van 5% zal deze stimuleringsregeling worden aangemeld bij de EU. In dit jaar is voor 93.520 m² bestaand verhard oppervlak afkoppelsubsidie verleend. Vanaf het instellen van de regeling is 180.294 m² met subsidie afgekoppeld. Eind 2010 is de stimuleringsregeling aanpak overstorten van kracht geworden waarmee gemeenten gestimuleerd worden in het kader van de Kaderrichtlijn water aanvullende waterbergende voorzieningen te realiseren achter overstorten. Het project uitvoering waterkwantiteitsmeetplan is in het voorjaar van 2010 gestart en voor het resterende deel van het jaar in uitvoering geweest.
Kengetallen Aantal vergunningen Aantal meldingen Aantal inspecties Aantal bestuursrechterlijke maatregelen Aantal strafrechterlijke maatregelen Aantal gegevensleveringen Aantal ILOW punten (aantal fysisch chemische analyses) Aantal m2 afgekoppeld verhard oppervlak Aantal Ha NKG (stimuleringsregeling 'niet kerende grondbewerking') Aantal km getoetste waterkeringen
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
* * * * * 60 282.000 155.000 8.500 44
155 6 380 1 8 60 * 100.000 8.500 75
Realisatie 164 6 950 3 11 62 258.714 93.520 10.000 76
* In verband met de inwerkingtreding van de Waterwet zijn geen kengetallen begroot.
Waterschap Roer en Overmaas
27
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.5.
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
6.889.212 640.000 -
6.907.212 1.057.000 73.000
6.149.443 732.184 73.000
Financiële gegevens programma instrumenten
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
Lozing van grondwater In de Esbroeklossing (Maria-Hoop) afkomstig van een grondwateronttrekking voor de bouw van een stal.
28
Programmarekening 2010
2.6
Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen
Programma-inhoud Dit programma bevat alle aspecten die gemoeid zijn met het bestuur, de externe communicatie en de belastingheffing. Het vaststellen van de belastingtarieven is expliciet een taak van het bestuur. Wat willen we bereiken Bestuur Op 1 januari 2009 is het nieuwe algemeen bestuur aangetreden. Van de 25 leden zijn er 16 gekozen op basis van het lijstenstelsel. Er is een coalitie gevormd, bestaande uit de fracties Waterbelang, Overig Ongebouwd en Bedrijven, die samen 5 zetels in het dagelijks bestuur bezetten. Verder heeft de 'portefeuillehouder' zijn intrede gedaan. De ambities van het nieuwe bestuur zijn vastgelegd in het op 17 februari 2009 vastgestelde Bestuursprogramma 2009-2012. Het waterbeheersplan en het Beheersplan Waterkeringen zijn uitgangspunt geweest voor dit bestuursprogramma. Het spreekt voor zich dat uitvoering van het bestuursprogramma in de komende bestuursperiode de hoogste prioriteit heeft. Communicatie De communicatiewerkzaamheden ondersteunen de primaire processen van het waterschap. Het vergroten van het communicatiebewustzijn is van cruciaal belang. De in de Meerjarenraming 2010-2014 genoemde focus op specifieke doelgroepen en samenwerking met derden bij de uitvoering van en communicatie over projecten moet leiden tot een beter begrip van en hogere waardering voor (de activiteiten van) het waterschap bij de Zuid-Limburgse bevolking. De nieuwsbrieven worden vaker uitgegeven, speciale edities, waarbij een thema of een doelgroep centraal staat. De digitale communicatie wordt in 2010 verder verbeterd. Bij het waterschap binnenkomende klachten worden zo snel mogelijk opgepakt. Belastingheffing De unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg is belast met het namens de waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei uitvoeren van de waterschapsheffingen en presenteert zich als zodanig richting de klanten als dienstverlener namens beide waterschappen. Onder de uitvoering van de belastingheffing wordt verstaan het integraal opleggen en innen van waterschapsheffingen ten behoeve van het Waterschap Roer en Overmaas en het Waterschap Peel en Maasvallei. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de volgende elementen: kwaliteit en volledigheid van de op te leggen heffing, tijdigheid van de invordering, klantgerichtheid, kwaliteit en zorgvuldigheid richting belastingplichtigen en het voeren van een heffings- en invorderingsproces op een transparante en betrouwbare wijze tegen zo laag mogelijke kosten.
Wat hebben we bereikt Communicatie In de verslagperiode is bekendheid gegeven aan het werk van Waterschap Roer en Overmaas, wat overigens een continu aandachtspunt blijft.
Waterschap Roer en Overmaas
29
Belastingen De aanslagoplegging 2010 heeft geen vertraging opgelopen. In de verslagperiode heeft evenals voorgaande jaren een gespreide aanslagoplegging plaatsgevonden. Wat hebben we gedaan Communicatie In 2010 is de pers actief benaderd door middel van persberichten. Bovendien zijn projecten, calamiteiten en nieuwswaardige feiten doorgegeven aan de pers. Tijdens het hoogwater van 13 en 14 november zijn de media actief geïnformeerd over de stand van zaken en zijn verschillende interviews gegeven (RTV, print). De synchronisatie van de website verliep erg traag waardoor we berichten met een aanzienlijke vertraging op onze website moesten publiceren. Dit is opgelost door een link te creëren naar een externe website die ons in staat stelde actuele ontwikkelingen direct online te communiceren. Verschillende printuitgaven zijn gemaakt, zoals nieuwsbrieven, het jaarverslag, het personeelsblad en de advertentie in het Zondagsnieuws. Met alle waterschappen gezamenlijk is een speciale ‘werkgevers’-editie bij dagblad Metro gerealiseerd, waarin ‘de waterschappen’ als werkgever zijn gepresenteerd. Verder is een mix van communicatiemiddelen ingezet van traditioneel tot digitaal. Zo is de website uitgebreid met de module vergunningen, is de interactieve maaikalender toegevoegd en zijn meer audiovisuele toepassingen online gezet. Twitteren is ingevoerd als middel om ons als organisatie neer te zetten (exposure). Het aantal volgers van het waterschap via Twitter stijgt nog, steeds ook heeft het waterschap een eigen hyves. In november 2010 is de realisatie van een huisstijlhandboek opgepakt. Hiermee wordt geborgd dat alle uitingen de gewenste visuele identiteit uitstralen. Op het gebied van educatie en exposities hebben verder in het verslagjaar nog de volgende activiteiten plaatsgevonden: • Voorbereidingen zijn getroffen voor samenwerking met waterpartners op het gebied van educatieprogramma’s voor het voortgezet onderwijs. • In samenwerking met Waterschap Peel en Maasvallei is een wandelboekje verschenen met beschrijvingen van 20 wandelingen langs onze beken. Het boekje verkoopt zo goed dat e in juli de 2 druk is verschenen. • In het najaar van 2010 zijn voorbereidingen getroffen om in samenwerking met gemeenten 4 waterleerpaden te ontwikkelen: langs de Kingbeek (Sittard-Geleen), de Quabeekgrub (Onderbanken), de Roer en de Hambeek (Roermond) en langs de Ur en Reebeek (Stein). • Het waterschap kent nu ook een jeugdbestuurslid (Freek Spierenburg) die het waterschap gaat adviseren over communicatie naar de jongere inwoners van ons werkgebied. Op 30 november 2010 is Freek Spierenburg officieel in het bestuur geïnstalleerd. • In 2010 is ook een game en een quiz ontwikkeld om mensen bewust te maken van het belang van schoon water. Behalve in het station zuiver water in het Continium, is de game en de quiz ook op de website van Waterschap Roer en Overmaas te spelen. • Wat publieksdagen betreft heeft het waterschap in mei deelgenomen aan de parkdagen in Heerlen en Maastricht en in juni aan Festa Natura in Roermond. Het weer had voor deze evenementen een negatief effect op de bezoekersaantallen. • De eerste week van november vond de landelijke Wilde Water Week plaats om het werk van de waterschappen onder de aandacht van verschillende doelgroepen te brengen.
30
Programmarekening 2010
•
•
•
Iedereen die in het verslagjaar een klacht bij ons waterschap had ingediend werd uitgenodigd om met ons in gesprek te gaan. Op donderdag 4 november ging Waterschap Roer en Overmaas in gesprek met circa 50 burgers die gehoor gaven aan deze uitnodiging. Doel van de bijeenkomst was het toetsen van de klantvriendelijkheid van het waterschap en het aanreiken van verbetersuggesties. 20 van de aanwezige 50 mensen gaven zich op voor een burgerpanel dat wij vaker kunnen raadplegen over verschillende wateronderwerpen. In juli is een Bestuurlijk Waterpanel georganiseerd voor wethouders met (stedelijk) water in portefeuille. In december is vanuit Werkgroep Communicatie en WRO aangehaakt bij de landelijke campagne Goed Rioolgebruik (website, persbericht, free cards, lancering game Zuiver water). Projectcommunicatie wordt steeds per uitvoeringsproject opgepakt, om burgers te betrekken bij de werkzaamheden van het waterschap en om begrip en een positieve houding te realiseren. Hierbij wordt actief samengewerkt met gemeenten.
Belastingen De aanslagoplegging 2010 is conform planning verlopen. In het verslagjaar is de aanslag voorgaande jaren gespreid opgelegd in de periode 31 januari t/m 31 maart 2010. Per 31 december van het verslagjaar is door de unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg provinciebreed over 2010 een bruto bedrag opgelegd van € 127.732.304 wat overeenkomt met 100,1% van de totale prognose opbrengst waterschapsheffingen 2010. Voor ons waterschap is een bedrag van € 78.817.694 opgelegd wat overeenkomt met een percentage van 100%. Het invorderingsproces dat in het verslagjaar heeft plaatsgevonden, had betrekking op de belastingheffing 2010 en een restantdeel van de belastingheffing 2009 en voorgaande jaren. Gelet op de vervaldatum van de gespreide aanslagoplegging zijn door het waterschapsbedrijf in de maanden januari en juli in het verslagjaar in totaal 47.000 aanmaningen voor ons waterschap verstuurd. Hiervan hadden er 40.000 betrekking op het belastingjaar 2010 en 7.000 op oude belastingjaren. Na het verstrijken van de vervaldatum van de aanmaning is in het verslagjaar het proces van de 1e cyclus dwanginvordering (met een doorlooptijd van 8 maanden) opgestart. Gedurende deze periode worden een aantal opeenvolgende invorderingsacties ondernomen. In februari en augustus zijn voor de openstaande posten dwangbevelen betekend wat erin heeft geresulteerd dat in het verslagjaar in totaliteit voor ons waterschap per post 18.000 dwangbevelen zijn betekend. Hiervan hadden er 14.200 betrekking op het belastingjaar 2010 en 3.800 op voorgaande belastingjaren. Voor de resterende posten in het verslagjaar een telefonisch incassotraject opgestart waarop aansluitend in november deurwaardersacties en het loonvorderingstraject is opgestart. In het verslagjaar zijn 13.500 verzoeken om kwijtschelding ontvangen. Hiervan zijn 11.200 verzoeken toegewezen, waarvan het gros betrekking had op het belastingjaar 2010. De overige 2.300 zijn afgewezen. In 2010 zijn de voorbereidende werkzaamheden gestart om te komen tot een verzelfstandiging van de unit waterschapsheffingen in de Belasting samenwerking Gemeenten en Waterschapen (BsGW).
Waterschap Roer en Overmaas
31
Kengetallen Aantal bezoekers website / hyves Aantal excursies / lezingen Aantal perscontacten Aantal bezoeker Hyves Aantal volgers op Twitter % Opgelegde aanslag % Afdracht ontvangsten
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
75.000 75 170 pm pm 100% 98,5%
78.000 75 340 1.800 125 100% 98,5%
75.600 72 798 1.700 392 100,0% 96,6%
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.6. Financiële gegevens programma bestuur, externe communicatie en belastingen
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
9.190.510 -
9.153.010 -
8.860.090 -
Festa natura 2010.
32
Programmarekening 2010
2.7
Programma Bedrijfsvoering
Programma-inhoud Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Naast de financiële administratie en de voorbereiding van de producten uit de planning- en controlcyclus vallen hier alle beleidsaspecten onder die gemoeid zijn met o.a. de huisvesting, informatiebeleid en automatisering, juridische, personele en facilitaire aangelegenheden. Wat willen we bereiken De bedrijfsvoering binnen onze organisatie is gericht op het ondersteunen van de werking van de primaire processen, de realisatie van bestuurlijke doelstellingen en de sturing van de organisatie. Het voortdurende streven is om ons te ontwikkelen tot een professionele partner voor onze omgeving. Dit betekent een organisatie die haar werkprocessen integraal beheerst en gericht is op interne en externe samenwerking en ondersteuning. Begrippen als efficiënt, effectief en rechtmatig zijn dan ook in dit streven een vanzelfsprekendheid. Wat hebben we bereikt De integratie van data- en telecommunicatie is in het verslagjaar gerealiseerd. In februari is de arbo rapportage 2009 opgeleverd. In dit rapport wordt inzage gegeven over onder andere het ziekteverzuim, de ongevallenregistratie en de voorlichting en samenwerking met de arbodienst. Ook is in de eerste helft van 2010 het deelproces ‘aansturing van de organisatie’ afgerond. Binnen de context van dit proces zijn de aansturingmechanismen van de organisatie in kaart gebracht en meer op elkaar afgestemd. Een en ander heeft onder andere geresulteerd in een verheldering van de positie en de positionering van de coördinatorenfuncties. Geografische informatievoorziening: De implementatie van IRIS (Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem) basisvoorzieningen zijn afgerond. Deze basisvoorzieningen maken het mogelijk om aan te sluiten bij/gebruik te maken van een aantal procesondersteunende oplossingen die door meerdere dan wel alle waterschappen gezamenlijk zijn ontwikkeld. Voorbeelden hiervan zijn de in gebruik name van een nieuwe Intranet Geo-viewer (GEOWEB) om waterschapsbreed integrale geo-informatie digitaal beschikbaar te stellen op de werkplek, het in gebruik nemen van een toepassing die het externe partijen mogelijk maakt om een Digitale Watertoets via het Internet te kunnen uitvoeren, de aanschaf van een nieuw systeem voor de ondersteuning bij de landmeetkundige inwinning, de implementatie van een systeem voor de wettelijk verplichte ontsluiting van gegevens in het kader van de Wet Informatie-uitwisseling Ondergrondse Netten (WION) en de verplichte beschikbaarstelling van de metadata voor het volgens Europese richtlijnen ontsluiten van geografische gegevens (INSPIRE). Het proces van het digitaliseren van de papieren kaarten uit het beheerregister afgerond. Hiermee is een goede basis gelegd voor het nog in te richten proces om de Geografische basisregistraties op orde te brengen. In het laatste kwartaal is gestart met een pilot om de beste werkmethoden en consequenties voor het op orde brengen van de geodata in beeld te brengen.
Waterschap Roer en Overmaas
33
Wat hebben we gedaan Personeel en organisatie In het kader van het doorontwikkelingsproces van het waterschap is per 1 januari 2010 de nieuwe organisatiestructuur van het waterschap ingevoerd. Diverse medewerkers functioneren in andere functies en binnen een andere organisatorische context. Ook is in 2010 onder het motto ‘Van Goed naar Beter’ een cultuurverbeteringsproces gestart. In 2010 is de in de CAO voorziene gesprekcyclus ingevoerd. In dit verband heeft met alle medewerkers een planning- en een voortgangsgesprek plaatsgevonden. In december vonden beoordelingsgesprekken plaats. In het verslagjaar is een aanvang gemaakt met de invoering van de nieuwe CAO. In deze nieuwe CAO is voor het jaar 2010 voorzien in een eenmalige uitkering van € 400. Voor 2011 en volgende jaren voorziet de nieuwe CAO in onder meer een 36-urige werkweek en een ingrijpende wijziging van het arbeidsvoorwaardelijk keuzesysteem. In het kader van het ARBO-beleid is de risico-inventarisatie en- evaluatie geactualiseerd. ISO In 2010 is besloten om het kwaliteitssysteem ISO 9001:2008 uit te breiden naar een organisatiebreed systeem. Dit heeft tot gevolg dat in 2011 22 nieuwe processen beschreven en opgenomen worden in het kwaliteitssysteem. Tegelijk met het uitbreiden van het aantal processen zal ook gewerkt worden aan de kwaliteit van het kwaliteitshandboek door de inrichting van het kwaliteitshandboek te herzien. Risicomanagement In 2010 zijn volgens de kadernota risicomanagement alle financiële risico’s van WRO systematisch geïnventariseerd. Deze inventarisatie heeft geleid tot enkele vervolg acties met het oog op de volledigheid van de belangrijkste risico’s. Op basis van de aanwezige weerstandscapaciteit kan het weerstandsvermogen ultimo 2010 worden berekend. In afwachting van de uitkomsten hiervan wordt dit naar verwachting in het eerste kwartaal van 2011 berekend. Auditing In het kader van het norm en toetskader is het proces ‘inkoop en aanbesteding’ getoetst op financiële rechtmatigheid. Om doelmatigheidsredenen is deze audit uitgebreid met gelijktijdige toetsing op kwaliteit (jaar 2009) en integriteit. De audits hebben in 2010 geleid tot verbetervoorstellen; ultimo 2010 is over de voortgang gerapporteerd. De externe accountant steunt, conform het norm en toetskader, bij de uitvoering van zijn controle op de uitkomsten van de interne audits. De integrale audit 2009 is in 2010 geëvalueerd. In het kader van de organisatie doorontwikkeling en meer in het bijzonder met het oog op de verbreding van de ISO scope, is besloten om de interne kwaliteit audits in 2010 separaat van de overige audits ( financiële rechtmatigheid, doelmatigheid en integriteit) uit te voeren.
34
Programmarekening 2010
Integriteit Overeenkomstig ons integriteitbeleid worden jaarlijks trainingen op het gebied van integriteit verzorgd. In 2010 is in samenwerking met het bureau Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector (BIOS) een dilemmatraining verzorgd. Op het gebied van integriteit is op verzoek van de directie een specifiek onderzoek gedaan naar de naleving van de regelgeving met betrekking tot het melden van nevenwerkzaamheden. Het resultaat is ter kennis gebracht aan het bestuur. Watergovernance en buitenland Medio 2010 is het project Equilibrium Europe succesvol afgerond. Dit project betrof water governance, financiering en financial accounting. Met het oog op de Roemeense ambities op het gebied van implementeren van financiële Europese regelgeving kwam het eindresultaat, naar oordeel van de Roemeense staatssecretaris, precies op tijd en werd in dank aanvaard. Als gevolg van politieke machtswisselingen heeft een vergelijkbare “uitrol” van Equilibrium Europe in Hongarije geen vervolg gekregen. Van de zijde van de Unie van Waterschappen en het NWB fonds wordt de expertise van ons waterschap op het gebied van financiering, als schoolvoorbeeld van een geslaagd internationaal project geloofd en onder aandacht van andere waterschappen gebracht. In dit verband is toenadering gezocht vanuit andere waterschappen met internationale ambities in Turkije, Macedonië en de Oekraïne. Ons beleid is gericht op collegiale ondersteuning, we ambiëren geen leidende rol noch financiële participatie. Legal Audit In de verslagperiode is een Legal Audit uitgevoerd in het kader van Juridische kwaliteitszorg en de verbeterpunten zijn opgepakt. Rechtmatigheid In augustus van het verslagjaar is het concept normenkader en toetsingskader 2010 door het dagelijks bestuur vastgesteld. Het toetsingskader is onderverdeeld in zes processen, te weten inkoop en aanbesteding, kapitaallasten, personeel, waterschapsbelastingen, waterschapsbedrijf Limburg en overig. Op 30 november 2010 is het definitieve normenkader en controleprotocol 2010 door het algemeen bestuur vastgesteld. Accountant De aanbesteding van het contract met de accountant voor de controlewerkzaamheden van de dienstjaren 2010-2013 is in de verslagperiode gezamenlijk met Waterschap Peel en Maasvallei en Waterschapsbedrijf Limburg opgepakt. Dit heeft geleid tot een Programma van eisen voor aanbesteding van de accountantscontrole voor het dienstjaar 2010-2013. Op basis van het Programma van eisen heeft in de verslagperiode de daadwerkelijke aanbesteding van de accountantsdiensten en de beoordeling van de offertes plaatsgevonden. Op 5 oktober 2010 heeft ons algemeen bestuur besloten om de accountantsdiensten voor de dienstjaren 20102013 te gunnen aan Ernst & Young accountants. Bij het Waterschapsbedrijf Limburg en Waterschap Peel en Maasvallei heeft de besluitvorming plaatsgevonden op respectievelijk 8 september en 6 oktober 2010.
Waterschap Roer en Overmaas
35
Financiën overig In het verslagjaar zijn de programmarekening 2009, de meerjarenraming 2011-2015, de vooren najaarsrapportage 2010 en de programmabegroting 2011 opgesteld en vastgesteld. Verder is in het verslagjaar de herziene ‘Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer 2011’ vastgesteld. De concept kostentoedelingsverordening is op 29 juni 2010 door het algemeen bestuur vastgesteld waarna deze zes weken voor inspraak ter inzage is gelegd. Definitieve vaststelling van de ‘Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer 2011’ door het algemeen bestuur heeft plaatsgevonden op 30 november waarna deze op 21 december 2010 door de provincie is goedgekeurd. Automatisering In het eerste kwartaal 2010 is de telefooncentrale op Parklaan 10 vervangen door de Voice Over IP (VOIP) telefooncentrale. Door deze VOIP centrale maakt het telefoontoestel onderdeel uit van het PC netwerk infrastructuur. Hierbij is ook veel aandacht besteedt aan communicatie naar medewerkers om te werken aan een goede telefonische bereikbaarheid. Eind 2009 is de renovatie van de computerruimte aanbesteed. In de verslagperiode is de uitvoering van de renovatie computerruimte gestart. Eind september 2010 is het project afgerond. In juni 2010 is gestart met het upgraden van de huidige meetnet server. Deze omgeving wordt geüpgrade omdat het meetnet overstapt op mobiele data verbindingen in plaats van alleen telefoonlijn verbindingen waardoor informatie sneller worden opgevraagd. Eind december is deze upgrade afgerond. In het verslagjaar is de virtuele Windows omgeving gebaseerd op VMWare geüpgrade naar de laatste versie. Daarnaast is ook de huidige centrale opslagomgeving vervangen door een nieuw centraal opslagsysteem. Door deze upgrade en vervanging is de flexibiliteit met betrekking tot beschikbaarheid vergroot en de ICT beheersomgeving van het waterschap vereenvoudigd. Facilitaire zaken Met betrekking tot de documentaire informatievoorziening (DIV) is in de verslagperiode gewerkt aan de verdere digitalisering van post stromen in het huidige content management systeem CORSA. Door de implementatie van de workflow module ten behoeve van de watertoets binnen het huidige content management systeem (CMS) is de bewaking van het proces watertoets grotendeels geautomatiseerd. In mei 2010 is gestart met de implementatie van module workflow contractbeheer en waarvan afronding is voorzien in het tweede kwartaal van 2011. Informatievoorziening Informatievoorziening is gericht op het ondersteunen op ICT-gebied van zowel de primaire als de ondersteunende processen binnen de organisatie. In 2010 is binnen het architectuurproject 'Informatiehuis WRO' het evaluatierapport opgeleverd en een adviesconcept opgesteld voor de invulling van een vervolgtraject. Ten behoeve van informatiebeveiliging is een literatuurstudie uitgevoerd en is een externe partij geselecteerd voor een coachingstraject. Met het traject wordt informatiebeveiliging als een continu proces geïmplementeerd binnen het waterschap. Ook zijn de eerste stappen gezet voor het opstellen van een nieuw informatiebeleidsplan. Informatiebeleid gaat over de doelen die de organisatie wil bereiken op het vlak van de informatievoorziening, de benodigde middelen (geld, mensen, hardware, etc.), de manieren om de doelen te bereiken en de prioriteiten.
36
Programmarekening 2010
E-overheid (geeft invulling geeft aan de wensen van de Rijksoverheid voor lastenvermindering en betere digitale dienstverlening aan de burger en bedrijven) is in het verslagjaar opgepakt. Buitendienst In het project bedrijfsvoering buitendienst is de laatste fase aangebroken. In 2010 is de werkgroep gestart die belast is met het maken van een definitieve keuze voor de aanschaf van een onderhoudsmanagement systeem. Eind 2010 is een definitieve keuze gemaakt voor de implementatie van het Onderhoud Beheer Systeem (OBS). De daadwerkelijke implementatie zal in de loop van 2011 gaan plaats vinden. Ten behoeve van de uitbreiding van opslagruimte voor calamiteitenmaterialen en herhuisvesting van de buitendienst is een voorlopig koopcontract afgesloten voor een pand aan de Leonard Langweg te Holtum. Op de steunpunten Margraten en Sittard zijn in 2009 en 2010 milieu-inspecties uitgevoerd. Op basis hiervan zijn de wasplaatsen op beide steunpunten aangepast en gecertificeerd waardoor ze voldoen aan de milieueisen m.b.t. vloeistofdichtheid. In het kader van de NEN 3140 keuring is een installatietekening noodzakelijk.
kengetallen % Ziekteverzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof % Ziekteverzuim inclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof Aantal poststukken Aantal bijlagen bij poststukken Aantal facturen Aantal bezwaarschriften Aantal fte's
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
2,5% 3,5% 11.500 4.300 4.700 5 136,65
3,0% 2,5% 11.500 4.300 4.700 5 132,32
2,45% 2,93% 11.800 4.200 4.635 4 129,23
Wat kost het Onderstaand zijn de financiële gegevens van het programma weergegeven. Voor een specificatie met toelichting wordt verwezen naar paragraaf 6.7.
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
0 3.016.000 5.090.000
349.7931.985.000 1.305.000
0 792.210 1.307.495
Financiële gegevens programma bedrijfsvoering
Wat kost het Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Netto kredietvotering
Waterschap Roer en Overmaas
37
38
Programmarekening 2010
3
Overige paragrafen
3.1
Ontwikkelingen en uitgangspunten
Op 17 februari 2009 heeft het algemeen bestuur de technische uitgangspunten voor de programmabegroting 2010 vastgesteld. Voor een uitgebreide toelichting hierop wordt naar deze notitie verwezen. Onderstaand zijn de interne en externe factoren waarmee in de begroting 2010 rekening was gehouden gecomprimeerd weergegeven. Onderdeel
Uitgangspunt 2010
Interne factoren Basis
Jaarrekening 2008 Gewijzigde begroting 2009 Waterbeheersplan 2004-2007 Bepalingen beleidsvoorbereiding en verantwoording Waterschappen (BBVW ) Burgerlijk Wetboek VW II
Verplichte uitgaven
Begroting W aterschapsbedrijf Limburg
Afschrijving
Nota vaste activa 2008
Reserves
Nota reservebeleid 2008
Oninbaarheid
0,50% van het belastingvolume
Onvoorzien
0,40% van het begrotingstotaal
Investeringsniveau
€ 8.915.000, exclusief te activeren uren
Externe factoren Kosten / Inflatie
2,00%
Personeelskosten
2,00%
Rente langlopende leningen
5,00%
Rente kortlopende leningen
2,50%
Rente reserves en voorzieningen
2,50%
Algemeen kan worden gesteld dat de gevolgen van de kredietcrisis en de daaraan gerelateerde economische situatie in het verslagjaar - evenals in 2009 - een aanzienlijk effect hebben gehad op de gehanteerde uitgangspunten. Voor een uitgebreide toelichting op de effecten van deze crisis wordt verwezen naar paragraaf 3.6.1. Indien de gehanteerde uitgangspunten worden afgezet tegen de realisatie in het verslagjaar hebben zich op een aantal onderdelen afwijkingen voorgedaan die onderstaand in het kort kunnen worden toegelicht. • Kosten / Inflatie In de begroting 2010 was rekening gehouden met een inflatiepercentage van 2% terwijl de daadwerkelijke inflatie in het verslagjaar 1,30% heeft bedragen (zie ook paragraaf 3.6.1).
Waterschap Roer en Overmaas
39
• Personeelskosten In de begroting 2010 was rekening gehouden met een loonstijging van 2%. Na moeizame onderhandelingen is in het verslagjaar een nieuwe CAO voor de waterschappen afgesloten die een looptijd heeft van 1 oktober 2009 tot 1 januari 2012. Voor 2010 is de loonstijging in deze CAO beperkt gebleven tot een eenmalige uitkering van nominaal € 400. De loonstijging is dan ook lager uitgevallen dan waarmee rekening was gehouden. • Rente langlopende leningen Voor langlopende leningen was in de begroting 2010 uitgegaan van een rentepercentage van 5%. Doordat het economische herstel slechts traag op gang is gekomen, is de stijging van de langlopende rente in het verslagjaar beperkt gebleven en bedroeg op het einde van het verslagjaar 3,83% (zie ook paragraaf 3.6.1). • Rente kortlopende leningen Door de na-ijleffecten van de kredietcrisis en het achterblijvende economisch herstel is de stijging van de kortlopende rente (lees debetrente) in het verslagjaar eveneens beperkt gebleven. Bij de begroting 2010 werd nog uitgegaan van een percentage van 2,50% terwijl deze aan het einde van het verslagjaar 0,80% bedroeg (zie ook paragraaf 3.6.1). • Rente reserves en voorzieningen Over de reserves en voorzieningen wordt rente toegerekend aan de exploitatie. Het rentepercentage dat hierbij gehanteerd wordt, is op begrotingsbasis gelijk aan het rentepercentage van de kortlopende geldleningen. Doordat ook de stijging van de korte (credit)rente in het verslagjaar zeer beperkt is geweest, wijkt dit percentage aanzienlijk af van de raming. Bij de begroting 2010 werd nog uitgegaan van een percentage van 2,50% terwijl de korte creditrente aan het einde van het verslagjaar slechts 0,50% bedroeg.
40
Programmarekening 2010
3.2
Incidentele opbrengsten en kosten
Incidentele opbrengsten en kosten kunnen leiden tot minder inzicht in het reguliere (meerjarig) beeld van opbrengsten en kosten en dus de netto kosten. Daarnaast zijn deze elementen relevant voor het beoordelen van de financiële positie. In de BBVW is dan ook voorgeschreven dat de incidentele opbrengsten en kosten in een aparte paragraaf dienen te worden toegelicht. Bij hantering van het begrip incidenteel is sprake indien opbrengsten en kosten zich maximaal drie jaar voordoen. Incidentele opbrengsten en kosten Opbrengsten Afsluiten belastingjaren 2004-2006 en meeropbrengst waterschapslasten 2007-2010
Jaar van vrijval
Bedrag
n.v.t.
552.896
Kosten Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak 20072011
2012
300.000
Stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking 2008-2012
2013
500.000
Schadevergoeding woonhuis Governeur Hövelstraat
n.v.t..
156.308
De opbrengst waterschapslasten zijn als gevolg van het afsluiten van de belastingjaren 20042006 en een gerealiseerde meeropbrengst over de belastingjaren 2007 tot en met 2010 € 552.896 hoger uitgevallen. Hierbij is sprake van een aanzienlijk incidentele opbrengst die de financiële positie in het verslagjaar positief beïnvloed. In 2007 is de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' vastgesteld voor de periode 2007-2011. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 300.000 geraamd. Vanaf 2012 komt deze regeling te vervallen. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 186.149 bedragen. In 2008 is de 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) vastgesteld voor de periode 2008-2012. Jaarlijks wordt hiervoor een bedrag van € 500.000 geraamd. Vanaf 2013 komt deze regeling te vervallen. In het verslagjaar hebben de uitgaven op dit onderdeel € 466.707 bedragen. Het waterschap is al lange tijd in een juridische procedure verwikkeld met de bewoners van het woonhuis gelegen aan de Gouverneur Hövelstraat te Sittard over de aansprakelijkheid van de schade aan het woonhuis als gevolg van de bouwwerkzaamheden bij de aanleg van de kelder van het waterschapsgebouw. Op 3 november 2010 heeft het gerechtshof in Den Bosch uitspraak gedaan en de aannemer en het Waterschap Roer en Overmaas veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding aan de bewoners. In het verslagjaar is dan ook door het waterschap € 156.308 als schadevergoeding uitbetaald.
Waterschap Roer en Overmaas
41
3.3
Onttrekkingen aan overige bestemmingsreserves en voorzieningen
In de BBVW is opgenomen dat onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen expliciet dienen te worden toegelicht in de begroting en de programmarekening. De onttrekkingen in het verslagjaar kunnen als volgt worden weergegeven: Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen Bestemmingsreserves Calamiteiten watersysteembeheer Dividend Nederlandse Waterschapsbank Afkoppelen verhard oppervlak Niet kerende grondbewerking
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
-
461.700 -
461.700 -
Voorzieningen Pensioen / uitkeringsverplichtingen Reorganisatie herziening Waterschapsbestel Afkoppelfonds Niet kerende grondbewerking
134.581 300.000 500.000
4.500 141.704 -
4.707 142.118 -
Totaal onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen
934.581
607.904
608.525
Reserve calamiteiten watersysteembeheer Deze bestemmingsreserve is in 2008 ingesteld bij vaststelling van de ‘nota reservebeleid 2008’. Het doel van deze bestemmingsreserve is de bestrijding van de kosten van hoogwatersituaties. Het niveau van de reserve is gemaximeerd op € 2.000.000. In het verslagjaar heeft geen onttrekking aan deze reserve plaatsgevonden. Reserve dividend Nederlandse Waterschapsbank Op 25 juni 2007 heeft het bestuur bij de vaststelling van de jaarrekening 2006 besloten om de ‘reserve dividend Nederlandse Waterschapsbank’ in te stellen. In verband met de herziening van de comptabiliteitsvoorschriften dient de dividendopbrengst met ingang van 2009 verantwoord te worden in het jaar waarin het wordt vastgesteld en niet in het jaar waarop het betrekking heeft. Dit zou voor 2009 een eenmalig nadelig effect op de dividendopbrengst tot gevolg hebben. Om dit nadelige effect op te vangen is de 'reserve dividend Nederlandse Waterschapsbank' ingesteld. Conform de resultaatsbestemming van de programmarekening 2009 is in het verslagjaar € 461.700 aan deze bestemmingsreserve onttrokken. Reserve afkoppelen verhard oppervlak Op 24 juni 2007 heeft het algemeen bestuur de nieuwe regeling 'stimuleren afkoppelen bestaand verhard oppervlak 2007-2011' vastgesteld. Met deze subsidieregeling worden Limburgse waterbeheerders gestimuleerd hemelwater op bestaande verharde oppervlakten af te koppelen van het riool. Omdat door het aantal aanvragen fluctuaties in het uitgavenpatroon optraden is de 'voorziening afkoppelfonds' ingesteld. In de BBVW is echter opgenomen dat stimuleringsregelingen vanaf 2009 niet meer onder de voorzieningen mogen worden gerubriceerd. Bij vaststelling van de jaarrekening 2009 is de ‘voorziening afkoppelfonds’ dan ook omgezet in de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’. In het verslagjaar is 93.520 m2 afgekoppeld en voldaan uit de reguliere bijdrage. Hierdoor heeft in 2010 geen onttrekking aan de reserve plaatsgevonden.
42
Programmarekening 2010
Reserve niet kerende grondbewerking Op 10 december 2007 heeft het algemeen bestuur het beleid ten aanzien van wateroverlast en bodemerosie vastgesteld. Dit heeft geleid tot het instellen van de ‘stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking’. Omdat door het aantal aanvragen fluctuaties in het uitgavenpatroon optraden en om een goede uitvoerbaarheid van deze regeling mogelijk te maken is de 'voorziening niet kerende grondbewerking' ingesteld. In de BBVW is opgenomen dat stimuleringsregelingen vanaf 2009 niet meer onder de voorzieningen mogen worden gerubriceerd. Bij vaststelling van de jaarrekening 2009 is de ‘voorziening niet kerende grondbewerking’ dan ook omgezet in de ‘reserve niet kerende grondbewerking’. In het verslagjaar is ongeveer 10.000 ha aanmerkt als niet kerende grondbewerking en voldaan uit de reguliere bijdrage. Hierdoor heeft in 2010 geen onttrekking aan de reserve plaatsgevonden. Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen De ‘voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen’ is in 2002 ingesteld. Het doel van deze voorziening is om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioenen ontvangen. In het verslagjaar is aan deze voorziening € 4.707 onttrokken. Voorziening reorganisatie herziening waterschapsbestel De 'voorziening reorganisatie herziening waterschapsbestel' is in 2003 ingesteld. Het doel van deze voorziening is het opvangen van de frictiekosten als gevolg van de herziening van het waterschapsbestel per 1 januari 2004. In het verslagjaar is € 142.118 aan deze voorziening onttrokken ter dekking van de salariskosten van twee boven formatieve medewerkers. Hiermee heeft de laatste onttrekking uit de voorziening plaatsgevonden en is een en ander definitief afgerond. Voorziening afkoppelfonds Zie toelichting onder ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’. Voorziening niet kerende grondbewerking Zie toelichting onder ‘reserve niet kerende grondbewerking’. Voor een uitgebreide toelichting op de reserves en voorzieningen wordt verwezen naar hoofdstuk 5.
Waterschap Roer en Overmaas
43
3.4
Waterschapsbelastingen
Vanaf 2009 bestaat de financieringsstructuur uit twee heffingen, te weten een watersysteemheffing en een zuiveringsheffing. De watersysteemheffing en zuiveringsheffing (indirecte lozingen) zijn geregeld in de Waterschapswet. Daarnaast is de verontreinigingsheffing (directe lozingen op oppervlakte water) op grond van de Wet verontreiniging oppervlaktewater (Wvo) blijven bestaan. De kosten van de waterkwantiteit, de waterkering en de zogenoemde passieve kwaliteit (o.a. integraal waterbeheer, monitoring en sanering van verontreinigde waterbodems) worden gefinancierd uit de watersysteemheffing, opgebracht door inwoners en de eigenaren van gebouwde, ongebouwde onroerende zaken en natuurterreinen. De zuiveringsheffing is toegespitst op de kosten van de zuivering, het transport van afvalwater en de verwerking van het zuiveringsslib. In verband met de introductie van de watersysteemheffing heeft het algemeen bestuur op 24 november 2008 de ‘Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer 2009’ vastgesteld en is de basis voor de berekening van de tarieven van het watersysteembeheer voor 2010. Voor de belastingtarieven 2010 zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd: • de geraamde opbrengst waterschapslasten 2010; Belastingopbrengst
•
Begroting 2010
Watersysteemheffing Zuiveringsheffing Verontreinigingsheffing
27.652.400 49.765.700 687.820
Totaal
78.105.920
de belastingmaatstaven zoals verwoord in de notitie 'prognose opbrengst waterschapsheffing 2010' van de unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg.
Watersysteemheffing Naast de opbrengst 2010 hebben nog een aantal elementen de tarieven van de watersysteemheffing beïnvloed, te weten: 1. de kostentoedeling per 1 januari 2009 van het watersysteembeheer; Watersysteembeheer
Kostentoedelingsverordening 2009
Ingezetenen Zakelijk gerechtigden gebouwd Zakelijk gerechtigden ongebouwd Zakelijk gerechtigden natuurterreinen
40,00% 51,60% 8,34% 0,06%
Totaal
100,00%
2. de tariefsdifferentiatie voor verharde wegen waarbij een gedifferentieerd tarief is gehanteerd dat 100% hoger is dan het tarief voor het 'overig ongebouwd'; 3. de rechtstreekse toedeling van categoriegebonden kosten aan de betreffende categorieën, te weten de perceptiekosten, de kosten van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) en de kosten van verkiezingen;
44
Programmarekening 2010
4. het reguliere accres en het effect van de hertaxatie bij het gebouwd als gevolg van de jaarlijkse herwaardering van de Wet WOZ. Uitgegaan is van een waardedaling in ons beheersgebied van 1,2%. Voor de bepaling van de tarieven voor de categorie gebouwd wordt als heffingsmaatstaf een percentage van de WOZ-waarde gehanteerd. Bij de berekening van het tarief gebouwd is uitgegaan van een percentage van vier decimalen achter de komma. In verband met de jaarlijkse herwaardering van de WOZ is de waardepeildatum één jaar voor het begin van het kalenderjaar, waarvoor de WOZ-waarde geldt. De waardepeildatum voor het belastingjaar 2010 was 1 januari 2009. Zuiveringsheffing Het tarief van de zuiveringsheffing is bepaald door de opbrengst zuiveringsbeheer te delen door het aantal vervuilingseenheden van de indirecte lozingen, te weten 1.013.000 voor 2010. Verontreinigingsheffing Het tarief voor de verontreinigingsheffing is gelijk aan het tarief van de zuiveringsheffing. Het aantal vervuilingseenheden van de directe lozingen bedroeg in 2010 14.000. Tarievenoverzicht Onderstaand zijn de tarieven 2010 weergegeven zoals die door het algemeen bestuur op 24 november 2009 zijn vastgesteld en gehanteerd zijn bij de aanslagoplegging 2010. Tarieven 2010 Watersysteembeheer Ongebouwd (per hectare): - Openbare landwegen - Overig ongebouwd Natuur (per hectare) Gebouwd (percentage van WOZ-waarde) Ingezetenen (per wooneenheid)
60,54 30,27 1,77 0,0193% 34,54
Zuiveringsbeheer Zuiveringsheffing (per heffingseenheid)
49,13
Verontreinigingsheffing Verontreinigingsheffing (per heffingseenheid)
49,13
Opbrengst waterschapslasten Voor een totaal overzicht van de belastingopbrengsten en een analyse raming versus realisatie wordt verwezen naar paragraaf 7.3 en 8.2.
Waterschap Roer en Overmaas
45
Kwijtschelding en oninbaarheid Op de totale belastingopbrengst vindt een correctie plaats voor kwijtschelding en oninbaarheid. Kwijtschelding wordt alleen verleend voor het ingezetenendeel van de watersysteemheffing en de zuiveringsheffing. Bij kwijtschelding wordt als norm 100% van de bijstandsnorm gehanteerd. Daarnaast wordt automatisch kwijtschelding verleend aan de groep AOW'ers die een vermogen hebben van € 2.269 of minder en verder geen aanvullend pensioen. Voor de oninbaarheid is in 2010 een percentage gehanteerd van 0,5% van de opbrengst. Voor een verdere toelichting op deze onderdelen wordt verwezen naar paragraaf 7.3 en 8.2.
46
Programmarekening 2010
3.5
Het weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: • de weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken; • alle risico's, hiertoe behoren ook de restrisico’s na het nemen van beheersmaatregelen, die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Schematisch kan het weerstandsvermogen als volgt worden weergegeven: Risico’s
Weerstandcapaciteit
Samenloop van risico’s
Flexibiliteit
Weerstandsvermogen Indien weerstandsvermogen aanwezig is, wordt voorkomen dat elke financiële tegenvaller dwingt tot directe begrotingsmaatregelen zoals bezuinigingen of inkomstenverhogende maatregelen. Hierdoor kan voorkomen worden dat de door het bestuur vastgestelde kaders en de programmadoelstellingen schoksgewijs dienen te worden aangepast. 3.5.1
Inventarisatie weerstandscapaciteit
De weerstandcapaciteit bestaat uit de middelen en mogelijkheden waarover het waterschap beschikt om niet geraamde kosten te dekken. Het gaat om die middelen waarmee tegenvallers bekostigd kunnen worden. Bij de bepaling van de weerstandscapaciteit worden de volgende onderdelen betrokken: • de algemene reserve; • de bestemmingsreserves; • de post onvoorzien; • de belastingcapaciteit. Hierbij kan onderscheid worden gemaakt tussen incidentele- en structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit staat voor het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat het voorzieningenniveau van de programma's wordt beïnvloed. Hiertoe kunnen de reserves en de post onvoorzien worden gerekend. Met de structurele weerstandcapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent kunnen worden ingezet om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma's. Tot de structurele weerstandscapaciteit behoort de belastingcapaciteit.
Waterschap Roer en Overmaas
47
De algemene reserve Op 21 april 2008 is de 'nota reservebeleid 2008' door het algemeen bestuur vastgesteld. Hierin is opgenomen dat de omvang van de algemene reserve minimaal gelijk dient te zijn aan 5% van het begrotingstotaal. De stand van de algemene reserve bedraagt per 31 december 2010 € 4.016.384. Voor de mutaties gedurende het boekjaar wordt verwezen naar paragraaf 5.5. De bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een afgezonderd vermogensbestanddeel waaraan door het bestuur een specifieke bestemming voor bepaalde doeleinden is gegeven. Hierdoor is een groot gedeelte van de bestemmingsreserve niet zondermeer vrij inzetbaar. Uiteraard is het aan het bestuur de bestemming c.q. het te bereiken doel door de inzet van een reserve, indien nodig, te wijzigen. De bestemmingsreserves dienen te worden opgesplitst in 'bestemmingreserves voor tariefsegalisatie' en 'overige bestemmingsreserves'. De stand van de bestemmingsreserves kan per 31 december 2010 als volgt worden weergegeven. Stand per 31 december
2010 10.268.015 3.418.849
Bestemmingsreserves voor tariefsegalisatie Overige bestemmingsreserves
Voor de mutaties gedurende het boekjaar wordt verwezen naar paragraaf 5.5. De post onvoorzien In de notitie technische uitgangspunten is opgenomen dat voor de post onvoorzien een percentage van 0,4% van het begrotingstotaal geldt. De belastingcapaciteit Het bestuur van het waterschap is vrij om de hoogte van de belastingopbrengsten te bepalen. De belastingcapaciteit is dan ook niet aan een maximum verbonden. Dit betekent dat het bestuur in elke situatie waar het weerstandsvermogen in het geding, is dekking kan zoeken via een aanpassing van de belastingopbrengst. 3.5.2
Risico's
Een duidelijke definiëring van risico's is niet terug te vinden in de BBVW van het weerstandsvermogen en risicomanagement. Op basis van een toelichting van de Unie van Waterschappen kunnen risico’s echter als volgt worden gedefinieerd. De risico's relevant voor het weerstandsvermogen, zijn die risico's die niet anderszins zijn te ondervangen. Reguliere risico's - risico's die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn - maken geen deel uit van de risico's in de paragraaf weerstandsvermogen. Hiervoor kunnen immers verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Het gaat hierbij niet alleen om negatieve risico's, ook positieve risico's dienen hierbij genoemd te worden. Risicofactoren Risicofactoren kunnen het realiseren van de doelstellingen van het waterschap bedreigen. Op hoofdlijnen is hierbij sprake van financiële risico's en risico's die samenhangen met de interne organisatie.
48
Programmarekening 2010
Financiële risico's Borgstelling Het Waterschapshuis Het algemeen bestuur van het waterschap heeft op 24 november 2008 een borgstelling van € 771.000 afgegeven ten behoeve van de kredietlimiet van de rekening-courant verhouding van ‘Het Waterschapshuis’ met de ‘NWB bank’. Dit onder toevoeging van de voorwaarde, dat voor de toekomst afdoende wordt geregeld dat de borgstelling slechts wordt aangesproken voor zover het waterschap participeert in projecten. Indien ‘Het Waterschapshuis’ in een positie terecht komt dat niet meer aan de financiële verplichtingen ten opzichte van de NWB bank kan worden voldaan, kan ons waterschap hierop worden aangesproken en kan de borgstelling worden geëffectueerd. Een risico is dan ook niet uitgesloten. Belastingsysteem TAX-i De ontwikkelingen van het nieuwe belastingsysteem TAX-i door Het Waterschapshuis verlopen niet naar wens. Een en ander heeft er inmiddels toe geleid dat er tussen de ontwikkelaar Logica en Het Waterschapshuis een geschil is ontstaan dat kan leiden tot een aanzienlijk risico voor de deelnemende waterschappen. Gelet op de onduidelijkheden hierover is een financieel risico voor ons waterschap dan ook niet uit te sluiten. Calamiteiten watersysteembeheer In de ‘nota reservebeleid 2008’ door het algemeen bestuur vastgesteld. Hierin is bepaald dat de reserve ‘calamiteiten watersysteembeheer’ gemaximeerd is op € 2.000.000. Echter, zowel de frequentie van hoogwater als de omvang van de bestrijdingskosten kunnen niet worden geschat. Dit betekent dat niet met zekerheid kan worden bepaald of de hiervoor beschikbare c.q. gereserveerde bedragen toereikend zijn. Risico's blijven hierdoor altijd aanwezig. Dividenduitkering NWB bank Op grond van het huidige dividendbeleid van de NWB bank ontvangen de aandeelhouders jaarlijks een dividenduitkering van in totaal € 40 miljoen. Naar aanleiding van de economische crisis is het toezicht op de banken verscherpt. Het zogenaamde Bazels Comité van Bankentoezichthouders heeft onlangs nieuwe (lees strengere) vermogens- en liquiditeitseisen gesteld. De invoering van deze nieuwe eisen is voorzien in 2018. Een nieuwe eis betreft de minimumeis van een zogenaamde leverage ratio van 3% (de verhouding tussen het eigen vermogen en vreemd vermogen). Op basis van de balansgegevens per 31 december 2010 bedraagt deze ratio bij de NWB bank 1,9%. Dit betekent, bij een gelijkblijvend balanstotaal, dat de bank in de periode 2011-2018 nog € 630 miljoen aan het eigen vermogen zou moeten toevoegen tot bijna € 1,7 miljard. Momenteel is het onduidelijk hoe hard de nieuwe leverage ratio toegepast zal worden. De mogelijke gevolgen voor de NWB bank bij van een ‘harde’ toepassing van de leverageratio kunnen zijn: 1. Vergroten van het eigen vermogen door: • Winstinhouding (verlagen van de dividenduitkering) • Kapitaalstorting door huidige of nieuwe aandeelhouders 2. Verlagen van het balanstotaal door afbouw van de kredietportefeuille door beperking van de publieke kernactiviteiten.
Waterschap Roer en Overmaas
49
De invoering van de Bazel III-kapitaaleisen bepaalt de komende jaren echter in belangrijke mate de ruimte voor dividenduitkeringen. De NWB bank is voornemens zolang de leverage ratio van 3% ongewijzigd van toepassing blijft toekomstige winsten met ingang van 2011 te reserveren en niet uit te keren waardoor de toekomstige dividenduitkeringen vervallen. Opbrengst watersysteemheffing Aangezien de berekening van de tarieven watersysteemheffing, naast de 'prognose opbrengst waterschapsheffingen' die jaarlijks voor de begroting door het Waterschapsbedrijf Limburg wordt afgegeven, gebaseerd zijn op prognosegegevens kan dit in de realisatie (lees belastingoplegging) afwijken. Financiële gevolgen zijn hierdoor niet uitgesloten. Opbrengst zuiveringsheffing Het aantal vervuilingseenheden in ons beheersgebied is de basis voor de opbrengst zuiveringsheffing. De in 2010 gerealiseerde zuiveringsheffing is gebaseerd op de prognose opbrengst waterschapsheffingen zoals opgenomen in de jaarlijkse afrekening van de unit Waterschapsheffingen. Omdat de afwikkeling van de zuiveringsheffing een periode van vijf jaar omvat en hierbij sprake is van voorlopige en definitieve aanslagen, kan de daadwerkelijke realisatie over de hele periode afwijken. Oninbaar / kwijtschelding Voor het bedrag van oninbaarheid is in het verslagjaar een percentage gehanteerd van 0,5% van de opbrengst waterschapslasten. Het effect van oninbaarheid is echter, gelet op het heffing- en invorderingtraject, pas na enkele jaren duidelijk. Ook niet beïnvloedbare factoren kunnen een effect hebben op de oninbaarheid, zoals de gevolgen van de economische situatie en hogere aanslagen. Risico’s kunnen zich dan ook voordoen. Dit is ook van toepassing op de kwijtschelding, waarbij de economische situatie eveneens een belangrijke rol speelt. Renterisico’s Het renterisico speelt bij de beoordeling van financieringsvraagstukken een belangrijke rol. Aangezien de rentepercentages van de leningportefeuille voor de restantlooptijd van de geldleningen vastliggen, is bij het renterisico slechts sprake van een kort termijnrisico. Plotselinge rentestijgingen kunnen tot een incidenteel tekort leiden op de begrootte rekeningcourantrente. Door het (eventueel) afsluiten van nieuwe langlopende geldleningen neemt het risico enigszins toe. De rentelasten worden verantwoord op de hulpkostenplaats kapitaallasten en verdisconteerd in het renteomslagpercentage. Een stijging van de marktrente betekent een verhoging van de renteomslag en leidt tot een extra budgettaire last voor het waterschap. Voor het opvangen van mogelijke renteschommelingen is geen voorziening gevormd. Gelet op de geld- en kapitaalmarkt is dit risico beperkt. Door de nog openstaande vordering op Landsbanki Island, die de liquiditeitspositie van het waterschap negatief beïnvloedt, is een risico niet uitgesloten. Uitzetting bij Landsbanki Island Het waterschap heeft op 30 mei 2008 een deposito van € 5.000.000 geplaatst bij Landsbanki Island. De rating van de bank voldeed op het moment van plaatsing aan de Wet Fido. De looptijd van het deposito (15 december 2008) is verstreken en Landsbanki heeft niet aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. Het is en blijft onzeker welk gedeelte van de vordering uiteindelijk nog zal en kan geïnd worden. Het gehele bedrag wordt daarom als risico aangemerkt. Het waterschap heeft in samenwerking met andere gedupeerde lagere overheden (verenigd in de Noord-Holland groep) een advocatenkantoor ingeschakeld om een zo groot mogelijk deel van de uitgezette gelden terug te krijgen. De kans dat een deel van de vordering niet wordt geïnd wordt als realistisch aangemerkt.
50
Programmarekening 2010
In 2009 is op basis van een door de Deloitte accountants opgestelde recoverynotitie de ‘voorziening dubieuze vordering Landsbanki’ van € 1.300.000 gevormd (recoverypercentage van 74%). In januari 2011 is door Stibbe en Niveum (opvolger van Deloitte) een geactualiseerde recoverynotitie opgesteld, waarin wordt uitgegaan van een recoverypercentage dat ligt tussen 72% en 79%. Op basis van deze recoverynotitie is de ‘voorziening dubieuze vordering Landsbanki’ toereikend en heeft dan ook in het verslagjaar geen aanpassing ondergaan. Waterschapsbedrijf Limburg Het waterschap staat garant voor eventuele tekorten van het Waterschapsbedrijf Limburg voor zover dit de reservepositie van het waterschapsbedrijf overstijgt. Het waterschapsbedrijf heeft 2010 afgesloten met en positief resultaat van afgerond € 5.488.000 waardoor deze situatie niet aan de orde is. Energiekosten (waterschapsbedrijf) De energiekosten zijn een substantieel deel (circa 14%) van de exploitatie van het waterschapsbedrijf. Globaal zijn 39% van deze kosten ten behoeve van de inkoop van aardgas voor de slibdrogers. Doordat de prijzen van aardgas en elektriciteit voor het grootverbruik ontkoppeld zijn van de olieprijs, is het risico op energie niet in beeld te brengen. Verder mag duidelijk zijn dat de prijsstelling niet beïnvloedbaar is waardoor zich uiteraard financiële risico’s kunnen voordoen. Volledigheidshalve kan nog worden opgemerkt dat bij de inkoop van energie nauw wordt samengewerkt met andere waterschappen Slibverwerking (waterschapsbedrijf) Hoewel de slibverwerking bij het waterschapsbedrijf op dit moment goed onder controle is, blijft het een redelijk grote (financiële) risicofactor. Het langdurig uitvallen van één of meer drogers of onverwachte ontwikkelingen met betrekking tot de afzet van het gedroogde slib naar de cementindustrie, vooral de onzekere toekomst van de ENCI, heeft onmiddellijk grote financiële gevolgen. Risico's die samenhangen met de interne organisatie Aansprakelijkheidsstellingen De landelijke tendens is dat het aantal schadeclaims toeneemt. Als oorzaken kunnen worden genoemd het Nieuw Burgerlijk Wetboek (risico aansprakelijkheid), de Algemene Wet Bestuursrecht (versterking van de positie van de burger t.o.v. de overheid) en de toenemende mondigheid van de burgers. De risico's op het gebied van aansprakelijkheidsstelling kunnen aanzienlijk zijn, waardoor het van groot belang is om schadepreventief te werken. Een goed en regelmatig onderhoud, de klachtenlijn, het nauwkeurig naleven van procedures, adequate behandeling van ingediende bezwaarschriften etc. behoren in het kader van preventief werken tot de aandachtspunten. Het waterschap is voor de wettelijke aansprakelijkheid en de bestuurdersaansprakelijkheid verzekerd. Risicobeheersing Het beleid over het risicobeheer is volop in ontwikkeling. In de vorm van een zorgvuldige toepassing van de in organisatie ingebedde bedrijfsvoeringprocessen in zijn algemeenheid, interne controlemaatregelen in het bijzonder en de planning- en controlcyclus zijn voldoende waarborgen aanwezig om eventuele calamiteiten zichtbaar en beheersbaar te houden. Het algemeen bestuur heeft op 29 september 2009 de ‘Kadernota Risicomanagement’ vastgesteld. Daarin zijn concrete acties met betrekking tot risicomanagement beschreven. Zo heeft in 2010 een risico inventarisatie plaatsgevonden naar de toestand ultimo 2010.
Waterschap Roer en Overmaas
51
Op basis van deze inventarisatie is geconstateerd dat het weerstandsvermogen (waar onder de algemene reserve) ruimschoots toereikend is voor de bekende risico’s. De uitkomst van het onderzoek naar het benodigd weerstandsvermogen ten aanzien van het Waterschapsbedrijf Limburg komt naar verwachting in 2011 beschikbaar.
52
Programmarekening 2010
3.6
De financiering
De treasuryfunctie ondersteunt de uitvoering van de programma's. De basis van treasuryfunctie wordt gevormd door het treasurystatuut. Het treasurystatuut van het Waterschap Roer en Overmaas is op 10 december 2001 door het algemeen bestuur vastgesteld. In verband met het uitstaande deposito bij Landsbanki Island heeft het algemeen bestuur op 17 februari 2009 besloten om in afwachting van de herziening van het treasurystatuut alle treasuryactiviteiten te beperken tot de Nederlandse Waterschapsbank. Indien hiervan wordt afgeweken, zal dit via een apart voorstel ter besluitvorming aan het algemeen bestuur voorgelegd. Treasury is het sturen en beheersen van, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële geldstromen, de financiële posities en de hieraan verbonden risico's. De treasuryfunctie bij het waterschap omvat de financiering van beleid en het uitzetten van geldmiddelen die niet direct nodig zijn. De uitvoering hiervan vereist adequaat handelen in een steeds complexere geld- en kapitaalmarkt. Drie componenten zijn bij de financiering van belang, te weten: 1. rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid; 2. liquiditeitspositie; 3. treasurybeheer. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie aan. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de treasuryparagrafen van de begroting en de programmarekening. In de begroting wordt de uitvoering van het treasurybeleid opgenomen door middel van concrete plannen. In de programmarekening gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen de plannen en de realisatie. Tevens dient in de begroting en programmarekening de berekening van de renterisiconorm te worden opgenomen. Om inzicht te verschaffen in de treasuryactiviteiten van het waterschap is de realisatie weergegeven van deze activiteiten in 2010. In dit verband kan nog worden opgemerkt dat tussentijds is gerapporteerd over de treasuryactiviteiten gedurende het eerste halfjaar van het verslagjaar.
3.6.1
Rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid
In dit onderdeel worden de belangrijkste interne en externe ontwikkelingen genoemd die in het verslagjaar invloed hebben gehad op de rentevisie, de treasuryfunctie en de uitvoering van het treasurybeleid. Interne ontwikkelingen Tijdige aanslagoplegging is een jaarlijks terugkomend aandachtspunt. In het verslagjaar werd een (integrale) aanslag opgelegd voor zowel de watersysteemheffing als de zuiveringsheffing en wordt uitgevoerd door het Waterschapsbedrijf Limburg. Bij de watersysteemheffing is het waterschap sinds de invoering van de Wet WOZ voor de aanslagoplegging grotendeels afhankelijk van gemeenten. Dit heeft bij de aanslagoplegging in 2010 niet tot problemen geleid. Voor de geblokkeerde objecten, die een gevolg zijn van de nog niet afgewikkelde bezwaarschriften tegen de WOZ-beschikking door de gemeenten, worden nog aanvullende kohieren opgelegd. De aanslag over het belastingjaar 2010 is gespreid opgelegd in de periode 31 januari tot 31 maart 2010.
Waterschap Roer en Overmaas
53
Externe ontwikkelingen Financiële crisis Agressief ingrijpen door de beleidsmakers heeft ervoor gezorgd dat de wereldeconomie na de financiële crisis is aangetrokken. De cijfers voor de eurozone waren goed, maar bezuinigingen en het trage herstel van de arbeidsmarkt hebben het groeitempo gedrukt. Vooral voor de kernlanden binnen de eurozone was het macro-economisch beeld positief. Zo heeft Nederland in het verslagjaar een economische groei doorgemaakt van 1,7% en in Duitsland was zelfs sprake van een groei van 3,6%. De inflatie in de eurozone is in 2010 uitgekomen op 2,2%. De Nederlandse inflatie is in vergelijking met de andere Europese landen echter lager uitgevallen en heeft in 2010 1,3% bedragen. Rente(visie) Om de economie uit het slop te halen heeft de Amerikaanse Centrale Bank (Fed) de rente in 2008 verlaagd tot een niveau van bijna 0%. Ook de Europese Centrale Bank (ECB) heeft op de groeivertraging gereageerd door een verlaging van de rente in mei 2009 tot 1%. Ondanks dat de wereldeconomie is aangetrokken heeft dit in het verslagjaar niet geleid tot een aanpassing van het rentebeleid door de Fed en de ECB. De oorzaak hiervan ligt bij de Europese schuldencrisis die in 2010 toch een belangrijke wissel op de financiële markten heeft getrokken. Bij de vaststelling van de begroting 2010 is voor de rekenrente uitgegaan van een rentepercentage van 2,50% voor de korte rente. De korte rente is in het verslagjaar ondanks een verbetering van de wereldeconomie slechts beperkt gestegen (voornamelijk in het 4de kwartaal). De lange rente is in het verslagjaar slechts marginaal toegenomen. Verder kan nog worden opgemerkt dat de lange rente in tegenstelling tot de korte rente niet wordt bepaald door de ECB maar door de markt. De renteontwikkeling kan als volgt cijfermatig en grafisch worden weergegeven.
Rentevorm
54
Renteniveau NWB per 01-01-2010 01-07-2010 31-12-2010
Korte rente rekening courantrente
0,50%
0,50%
0,80%
Lange rente 10 jaar gelijk 15 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 20 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar 25 jaar met renteaanpassing om de 10 jaar
3,36% 3,64% 3,76% 3,82%
2,75% 3,03% 3,15% 3,21%
3,32% 3,63% 3,75% 3,83%
Programmarekening 2010
Renteverloop 2010 4,50% 4,00% 3,50% 3,00% 2,50% 2,00%
Debetrente
1,50%
25 jaar gelijk
1,00% 0,50% 0,00% dec-10
nov-10
okt-10
sep-10
aug-10
jul-10
jun-10
mei-10
apr-10
apr-10
mrt-10
feb-10
jan-10
De renteontwikkeling heeft geen gevolgen gehad voor de liquiditeitspositie, alleen voor de hoogte van de rentekosten. Omdat de renteontwikkeling achter is gebleven bij de raming heeft deze in het verslagjaar geen negatief effect gehad maar zelfs geleid tot een tussentijdse neerwaartse aanpassing van de post rentekosten. Landsbanki Island Door de financiële crisis zijn veel financiële instellingen in de problemen geraakt. Naast het faillissement van de Amerikaanse zakenbank Lehman Brothers in september 2008 zijn de drie IJslandse banken (Glitner, Kaupthing en Landsbanki) in oktober 2008 door de IJslandse staat genationaliseerd. Doordat de IJslandse staat echter te klein was om alle verplichtingen te voldoen zijn diverse partijen gedupeerd en hebben particulieren, bedrijven en overheden in Nederland (waaronder ons waterschap) uitstaande deposito niet terugontvangen (zie paragraaf 3.5.2 risico’s). Deze problematiek heeft er landelijk toe geleid dat de ‘wet regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden‘ (wet Ruddo) is aangescherpt. Het treasurystatuut van het waterschap is hier eind 2010 op aangepast. Omdat het nieuwe treasurystatuut op 1 maart 2011 is vastgesteld zijn de treasuryactiviteiten bij het waterschap in het verslagjaar beperkt gebleven tot de NWB bank en de Rabobank.
Waterschap Roer en Overmaas
55
3.6.2
Liquiditeitspositie
Liquiditeitspositie De liquiditeitspositie van het waterschap in 2010 kan als volgt worden weergegeven.
Eind maand
Liquiditeitstekort (-) of Liquiditeitsoverschot (+) (afgerond op € 1.000)
Januari Februari Maart April Mei Juni Juli Augustus September Oktober November December
*
-12.529.000 -19.136.000 -13.817.000 -13.224.000 -6.874.000 * -4.420.000 8.956.000 * 5.897.000 7.844.000 1.728.000 -7.638.000 -16.494.000
Tussen 31 januari 2010 en 31 maart 2010 is de aanslag 2010 met vervaldatum 30 april 2010 en 30 juni 2010 opgelegd.
In het verslagjaar is sprake geweest van een afkalvende liquiditeitspositie. In de eerste helft van e het verslagjaar zijn we geconfronteerd met een negatieve liquiditeitspositie die in het 3 kwartaal als gevolg van de aanslagoplegging 2010 tijdelijk is omgeslagen in een positief verloop. Aan het e einde van het 4 kwartaal is echter weer sprake geweest van een aanzienlijk negatief verloop. Het rekening-courantsaldo op het einde van het verslagjaar sluit dan ook met een tekort van € 16.494.000. Ook in 2010 was de financieringsconstructie van het waterschap een punt van aandacht. Uitgangspunten hierbij waren de beperking van de rentekosten, de minimalisering van de renterisico's op lange termijn binnen kaders van de wet Fido en de kaders zoals aangegeven door het algemeen bestuur. Debetrente In het verslagjaar zijn (tijdelijke) liquiditeitstekorten door middel van kasgeldleningen gefinancierd. Onderstaand is weergegeven welke bedragen door middel van deze systematiek in 2010 zijn gefinancierd en welk voordeel, uitgedrukt in percentage, is behaald ten opzichte van de korte rente.
Periode 05-01-2010 tot 08-02-2010 19-01-2010 tot 01-03-2010 08-02-2010 tot 08-03-2010 24-02-2010 tot 01-04-2010 22-03-2010 tot 26-04-2010 26-11-2010 tot 24-12-2010 03-12-2010 tot 31-12-2010 27-12-2010 tot 31-12-2010
56
Bedrag
Kasgeldlening NWB-Bank
5.000.000 6.000.000 6.500.000 6.500.000 6.500.000 4.500.000 3.200.000 11.000.000
0,40% 0,39% 0,37% 0,37% 0,35% 0,75% 0,76% 0,77%
Rentepercentage Debetrente NWB-Bank 0,50% 0,50% 0,50% 0,50% 0,50% 0,80% 0,80% 0,80%
Voordeel 0,10% 0,11% 0,13% 0,13% 0,15% 0,05% 0,04% 0,03%
Programmarekening 2010
Creditgelden In de tweede helft van het verslagjaar is sprake geweest van een aanzienlijke overliquiditeit. Gelet op de positieve liquiditeitspositie en het beperkte rentepercentage van de NWB bank heeft een marktoriëntatie plaatsgevonden bij een aantal gerenommeerde bankinstellingen. Uitgangspunt hierbij was om een zo optimaal mogelijk renteresultaat te bewerkstellingen voor het liquiditeitsoverschot, rekening houdende met de kaders zoals vastgesteld door het algemeen bestuur. Verder was het noodzakelijk dat de overtollige gelden gelet op het fluctuerend karakter direct opvraagbaar zouden zijn. Deze marktoriëntatie heeft ertoe dat, gelet op het rentepercentage in combinatie met het maximaal rentedragend bedrag, de Spaar Vrij Rekening van de Rabobank het meest geschikt was. Het algemeen bestuur heeft op 29 juni 2010, in afwachting van een nieuw treasurystatuut, ermee in gestemd om overtollige gelden direct opvraagbaar weg te zetten bij de Rabobank via de Spaar Vrij Rekening. Hierdoor is in het verslagjaar ten opzichte van de NWB bank een extra renteopbrengst gerealiseerd van € 38.941. Kasgeldlimiet Indien bij een negatieve liquiditeitspositie van het waterschap de kasgeldlimiet (voor 2010 € 18.475.000, te weten 23% van het begrotingstotaal) drie opeenvolgende kwartalen wordt overschreden, is het op grond van de wet Fido verplicht de vlottende schuld te consolideren door middel van een vaste geldlening. Indien dit aan de orde is, dient het negatieve rekeningcourantsaldo, dat uitstaat tegen de lage debetrente, te worden omgezet in een vaste geldlening. Zoals eerder aangegeven is in het verslagjaar sprake geweest van een positieve liquiditeitspositie waardoor het dan ook niet noodzakelijk is gebleken om een langlopende geldlening aan te trekken. 3.6.3
Treasurybeheer
Risicobeheer Dit onderdeel geeft inzicht in het risicoprofiel van het waterschap. Onder risico's worden zowel renterisico's (vaste schuld en vlottende schuld) als ook kredietrisico's, liquiditeitsrisico's, koersrisico's en voor zover relevant, valutarisico's verstaan. Het renterisico op de vlottende schuld wordt ingeperkt door het hanteren van de kasgeldlimiet. Als grondslag van de wettelijk toegestane omvang van de kasgeldlimiet wordt de omvang van de begroting per 1 januari voor het gehele verslagjaar aangehouden, vermenigvuldigd met het door ministeriële regeling vastgestelde percentage (30% voor waterschappen). Over het verslagjaar kan dit als volgt worden weergegeven. Kasgeldlimiet 2010 (x € 1.000) Ruimte (+) / Overschrijding (-)
1e kwartaal 6.270
2e kwartaal 7.170
3e kwartaal 21.953
4e kwartaal 19.120
Uit dit overzicht is af te leiden dat de kasgeldlimiet in 2010 niet is overschreden. De berekening van de kasgeldlimiet is opgenomen in bijlage I. Naast de kasgeldlimiet geeft de renterisiconorm inzicht in de feitelijke risico's op de vaste schuld. De renterisiconorm voor de waterschappen is bepaald op 30% van het begrotingstotaal. En kan voor 2010 als volgt worden weergegeven:
Waterschap Roer en Overmaas
57
Toets renterisiconorm (x € 1.000)
2010
Renterisiconorm Renterisico op vaste schuld
24.098 -
Ruimte (+) / Overschrijding (-)
24.098
Uit bovenstaand overzicht kan worden afgeleid dat het waterschap over het verslagjaar heeft voldaan aan de toets van de renterisiconorm. De berekening is eveneens opgenomen in bijlage I. Kredietrisico's op verstrekte geldleningen hebben zich in het verslagjaar niet voorgedaan, aangezien geen leningen van dien aard aan derden zijn verstrekt. Het liquiditeitsrisico is beperkt gebleven door de treasuryactiviteiten te baseren op een liquiditeitsprognose. Het koersrisico is nihil aangezien het waterschap alle betalingen en ontvangsten heeft verricht in euro's. Kasbeheer Om de kosten voor het geldstroomverkeer te kunnen beperken is in het verslagjaar de gehanteerde beleidslijn voortgezet. Dit betekent dat het liquiditeitsgebruik beperkt wordt door de geldstromen op waterschapsniveau op elkaar af te stemmen, het betalingsverkeer door één bank (NWB bank) elektronisch te laten uitvoeren en de betalingsopdrachten uitsluitend centraal door financiën te laten verwerken.
58
Programmarekening 2010
3.7
Verbonden partijen
Waterschapsbedrijf Limburg Het Waterschapsbedrijf Limburg (WBL) is een volledige dochter van de beide Limburgse waterschappen. Het is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijk kaders vastliggen in de 'Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg'. Voor een uitgebreide toelichting op de relatie met het waterschapsbedrijf wordt verwezen naar hoofdstuk 4. NWB bank Waterschap Roer en Overmaas is één van de partijen die aandelen heeft in de Nederlandse Waterschapsbank NV (NWB bank). De NWB bank richt haar diensten exclusief op de overheidssector. De bank draagt zorg voor financiering van provincies, gemeenten en waterschappen en verstrekt langlopende kredieten aan instellingen voor de volkshuisvesting, de gezondheidszorg en het onderwijs. Verder financiert de bank overheidsbedrijven die werkzaam zijn op het gebied van water en milieu. Voor de waterschappen is de bank huisbankier met diensten als betalingsverkeer, electronic banking en consultancy. De vennootschap wordt bestuurd door een directie die bestaat uit twee of meer directeuren. De raad van commissarissen bestaat uit minimaal zeven en maximaal elf leden en houdt onder meer toezicht op de directe. In de algemene vergadering van aandeelhouders heeft elk aandeel A één stem en een aandeel B vier stemmen. Het waterschap heeft evenals in het vorige verslagjaar 535 aandelen A en 146 aandelen B. Het Waterschapshuis Waterschap Roer en Overmaas is één van de 26 deelnemende waterschappen die participeert in de ‘Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis’. ‘Het Waterschapshuis’ fungeert als ondersteunende organisatie en aankoopcentrale voor de waterschappen en levert zodoende een bijdrage aan het verbeteren van de informatie- en de bedrijfsprocessen van de waterschappen ter bevordering van de kwaliteit en efficiëntie van de taakuitvoering door de waterschappen. Op 15 juni 2010 heeft het college van Gedeputeerde Staten van Utrecht de regeling goedgekeurd en gepubliceerd. Na bekendmaking van de regeling door de 26 deelnemende waterschappen is de regeling op 1 juli 2010 in werking getreden.
3.8
Bedrijfsvoering
Onder bedrijfsvoering wordt verstaan het geheel van interne organisatieonderdelen en processen die ondersteunend zijn ten behoeve van de primaire processen. Voor een toelichting op de bedrijfsvoering wordt verwezen naar paragraaf 2.7.
Waterschap Roer en Overmaas
59
3.9
EMU-saldo
Achtergrond EMU-problematiek In het kader van een verantwoorde ontwikkeling van de economie en het monetaire stelsel binnen de landen die deelnemen aan de EMU (Economische en Monetaire Unie), is in het Verdrag van Maastricht een aantal afspraken gemaakt. Een belangrijke afspraak is dat het EMU-tekort (lees overheidstekort) van een lidstaat niet meer mag bedragen dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het EMU-saldo is opgebouwd uit het totaal van het Rijk, de sociale fondsen, gemeenschappelijke regelingen en de decentrale overheden (waaronder de waterschappen). Indien de overheden in een jaar meer uitgeven dan ontvangen (op kasbasis) is sprake van een negatieve bijdrage aan het EMU-saldo. Om het EMU-saldo te kunnen beheersen, zijn in oktober 2004 bestuurlijke afspraken gemaakt tussen het kabinet en de decentrale overheden (Vereniging van Nederlandse Gemeenten, Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen). De kern van het akkoord is dat gezamenlijk wordt opgetrokken om ervoor te zorgen dat het vastgestelde maximumtekort (3% van het BBP) niet wordt overschreden. Het EMU-tekort van de medeoverheden is in het dienstjaar gemaximeerd op 0,5% van het BBP. De EMU-grens voor medeoverheden wordt de macroreferentiewaarde genoemd. EMU-saldo 2010 In het kader van de verbetering van de informatievoorziening dient in de begroting en het jaarverslag het eigen EMU-saldo te worden opgenomen. De moeilijkheid is dat waterschappen, net zoals de andere decentrale overheden, een ander boekhoudstelsel gebruiken dan waarop het EMU-saldo is gebaseerd. De waterschappen hanteren het baten- en lastenstelsel, terwijl het EMU-saldo is gebaseerd op transactiestelsel (lees kasbasis). De informatie ten behoeve van het EMU-saldo moet dan ook een vertaalslag ondergaan. Verder geldt dat bij de waterschappen de investeringen grote invloed hebben op het EMU-saldo, zeker omdat zij gemiddeld over alle waterschappen gezien een factor 3 groter zijn dan de jaarlijkse afschrijvingen. Omdat het investeringsvolume van de waterschappen aanzienlijk is, hebben de waterschappen per definitie een EMU-tekort. Bij ons waterschap is over 2010 sprake van een EMU-tekort van afgerond € 4.725.000. In de BBVW is opgenomen dat in het jaarverslag een specificatie van het EMU-saldo dient te worden opgenomen van het dienstjaar en het vorig dienstjaar. De berekening van het EMUsaldo van 2009 en 2010 kan als volgt worden weergegeven. (x € 1.000)
Onderdeel
60
2009
2010
1. EMU/exploitatiesaldo
-
433
+
524
2. Invloed investeringen - bruto-investeringsuitgaven + investeringssubsidies + afschrijvingen
+ +
9.672 3.564 5.978
+ +
12.284 432 6.575
3. Invloed voorzieningen + toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. de exploitatie - onttrekkingen rechstreeks uit voorzieningen
+ -
2.156 487
+ -
175 147
EMU-saldo volgens rekening (+ overschot / - tekort)
+
1.106
-
4.725
Programmarekening 2010
3.10
Topinkomens
Op basis van de Wet openbaarmaking uit publiek middelen gefinancierde topinkomens dient het waterschap in het jaarverslag de functionarissen te vermelden, waarvan de som van het belastbare loon en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn het gemiddelde belastbare loon van ministers te boven gaat. In het verslagjaar is deze norm niet overschreden waardoor dit niet van toepassing is.
Waterschap Roer en Overmaas
61
62
Programmarekening 2010
4
Relatie met Waterschapsbedrijf Limburg
4.1
Relatie
Waterschap Roer en Overmaas heeft in het dienstjaar voor de uitvoering van het zuiveringsbeheer, de heffing en invordering en het laboratorium (vindt plaats door Intertek) gebruik gemaakt van de diensten van Waterschapsbedrijf Limburg. Waterschapsbedrijf Limburg is een gemeenschappelijke uitvoeringsorganisatie waarvan de wettelijke kaders vastliggen in de ′Gemeenschappelijke Regeling Waterschapsbedrijf Limburg′. Voor de verhouding waterschappen ten opzichte van de gemeenschappelijke regeling geldt de hoofdregel dat het beleid voor de aan de regeling opgedragen taken een bevoegdheid blijft van de waterschapsbesturen. Het bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft een uitvoering- en voorbereidingsbevoegdheid. Daarmee is de regeling een vorm van afgeleid bestuur. In de regeling zelf is aangegeven welke uitvoerende taken aan het Waterschapsbedrijf Limburg worden overgedragen. De beoogde bevoegdheidstoekenning aan het bestuur van de regeling wordt ingevuld via delegatie en mandaat. De verhouding tussen waterschappen en regeling betekent in dit verband dat: • de reikwijdte van de gedelegeerde/gemandateerde bevoegdheid exact is omschreven; • de waterschapsbesturen beleidsregels vaststellen voor de toepassing van bevoegdheden; • bij mandaten de bevoegdheid tot het verlenen van ondermandaat is opgenomen; • per delegatie en mandaat rapportageverplichtingen over het gebruik zijn afgesproken. Voor de relatie met het Waterschapsbedrijf Limburg worden een aantal randvoorwaarden gehanteerd om te komen tot een goed functionerende uitvoeringsorganisatie: Een helder waterschapsbeleid waarbinnen en waarmee het waterschapsbedrijf aan de slag kan; • een goede onderlinge informatievoorziening tussen de organisaties waardoor een vaste opdracht- en verantwoordingscyclus kan groeien en past bij de beleidsverantwoordelijkheid van de waterschappen en de uitvoeringsorganisatie; • een open en soepele samenwerkingshouding tussen de ambtelijke organisaties onderling vanwege de vele interacties in het dagelijkse werk tussen het systeem- en het ketenbeheer; • heldere werkafspraken over een praktische invulling van de advies- en voorbereidingstaken van het bedrijf ten behoeve van de besluitvorming door de waterschapsbesturen; • integrale productverantwoordelijkheid als één van de belangrijkste organisatorische uitgangspunten. Aan de relatie met het waterschapsbedrijf is in het verslagjaar de nodige aandacht besteed. Onderdelen die in 2010 aan de orde zijn gekomen, zijn de begroting, de begrotingswijzigingen en de financieringsstroom van en naar het Waterschapsbedrijf Limburg.
Waterschap Roer en Overmaas
63
4.2
Begroting / begrotingswijzigingen
In het verslagjaar hebben geen ontwikkelingen geleid tot een aanpassing van de begroting 2010 van het waterschapsbedrijf en daarmee ook niet tot een wijziging van de waterschapsbegroting op dit onderdeel. Hierdoor is de primitieve raming van € 51.281.690 gelijk aan de werkelijkheid. Verder heeft het algemeen bestuur van ons waterschap op 29 juni 2010 de zienswijze op de conceptbegroting 2011 van het waterschapsbedrijf vastgesteld. Het algemeen bestuur van het waterschapsbedrijf heeft, rekeninghoudend met onze zienswijze, de begroting 2010 op 26 juli 2010 definitief vastgesteld.
4.3
Financieringsstroom
Wat betreft de financieringsstroom kan het volgende worden vermeld. De financiering- c.q. liquiditeitenstroom bestaat uit twee stromingen, te weten de stroom van het Waterschapsbedrijf Limburg naar de beide waterschappen en vice versa. Waterschapsbedrijf Limburg naar Waterschap Roer en Overmaas Uitgangspunt voor de financieringsstroom van het waterschapsbedrijf naar ons waterschap is de aanslagoplegging en invordering door de unit Waterschapsheffingen van het waterschapsbedrijf. De door de unit Waterschapsheffingen geïncasseerde belastinggelden, die de rechtstreekse inkomstenbron voor de beide integrale waterschappen vormt, komen meteen ter beschikking van de waterschappen. Het gevolg hiervan is dat het hieraan verbonden liquiditeitsrisico en het hieruit voortvloeiende renterisico bij het waterschap ligt. In het verslagjaar zijn hierdoor de ontvangsten van de integrale belastingaanslag, die grotendeels gespreid in het eerste kwartaal 2010 is opgelegd, rechtstreeks ten goede gekomen aan de waterschappen Peel en Maasvallei en Roer en Overmaas, behoudens een bedrag voor corrigerende effecten op de aanslag. Van het opgelegde bedrag is in het verslagjaar € 74.854.503 ontvangen en afgedragen. Aangezien in de prognose werd uitgegaan van een afdracht van € 74.677.960, betekend dit dat over het belastingjaar 2010 een bedrag van € 176.543 meer is ontvangen. Hieruit kan dan ook worden geconcludeerd dat de door het waterschapsbedrijf afgegeven ontvangstenprognose in het verslagjaar marginaal afwijkt van het gerealiseerde patroon.
64
Programmarekening 2010
Het werkelijke ontvangsten kunnen gelet op de aanslagoplegging in 2010 als volgt grafisch worden weergegeven, afgezet tegen de raming: € 20.000.000 € 18.000.000 € 16.000.000 € 14.000.000 € 12.000.000 Begroting
€ 10.000.000
Realisatie
€ 8.000.000 € 6.000.000 € 4.000.000 € 2.000.000 €0 jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug sept okt
nov
dec
Waterschap Roer en Overmaas naar Waterschapsbedrijf Limburg Vertrekpunt van deze financieringsstroom vormt de vastgestelde begroting van het Waterschapsbedrijf Limburg (inclusief eventuele begrotingswijzigingen) en de afgesproken verdeling van het begrotingstotaal over de beide waterschappen. De verdeling van het zuiveringsbeheer is gebaseerd op het aantal vervuilingseenheden. Het watersysteembeheer wordt procentueel verdeeld, te weten 65% Roer en Overmaas en 35% Peel en Maasvallei. Het aandeel van ons waterschap in Waterschapsbedrijf Limburg bedroeg in 2010 € 51.281.690 en is opgebouwd uit een zuiveringsdeel van € 47.232.570 en watersysteemdeel van € 4.049.120. De raming is gelijk aan de realisatie. Bestuurlijk is afgesproken dat geen verrekening over en weer plaatsvindt op basis van de werkelijke exploitatiecijfers, maar dat een eventueel positief exploitatieresultaat van het waterschapsbedrijf wordt ingezet om de reservepositie van het bedrijf te verbeteren. Op basis van het aangehaalde bedrag voor ons waterschap is voor de uitvoering van de te verrichten activiteiten aan het Waterschapbedrijf Limburg in 2010 maandelijks een bedrag van € 4.273.474 betaalbaar gesteld (begrotingsbedrag gedeeld door twaalf maanden).
4.4
Reservepositie Waterschapsbedrijf Limburg
Het waterschapsbedrijf heeft over 2010 een positief resultaat behaald van afgerond € 5.488.000. Hiervan zal in verband met een opbrengst vervolgingskosten waterschapslasten voorgaande jaren een bedrag van afgerond € 2.000.000 worden afgedragen aan de beiden waterschappen. Afgesproken is dat de reservepositie van het waterschapsbedrijf een maximumniveau van 5% van het bruto begrotingstotaal niet zal overschrijden. Bij een overschrijding van dit maximum dient het meerdere terug te vloeien naar de beide waterschappen. De positieve reservepositie van het waterschapsbedrijf bedraagt per 31 december 2010 (voor resultaatsbestemming) afgerond € 831.000. Na bestemming van het positieve resultaat bedraagt de reservepositie € 4.319.000. We mogen dan ook concluderen dat de reservepositie van het waterschapsbedrijf een positief verloop kent.
Waterschap Roer en Overmaas
65
66
Programmarekening 2010
Deel II Jaarrekening
Waterschap Roer en Overmaas
67
68
Programmarekening 2010
5
Balans met toelichting
In dit hoofdstuk wordt de balans 2010 weergegeven met een toelichting op de individuele balansposten. De balansindeling is opgesteld volgens de BBVW. Het nog te bestemmen resultaat 2010 maakt onderdeel uit van het eigen vermogen. Bij de vaststelling van de jaarrekening neemt het algemeen bestuur een besluit ter dekking of bestemming van het resultaat.
5.1
Balans
Omschrijving
31-12-2009
31-12-2010
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa
4.239.899 83.086.706 106.405 87.433.010
3.533.612 89.070.207 106.405 92.710.224
0 3.679.113 4.023 3.546.543 0 365.788 7.595.467
0 3.679.113 6.664 4.243.395 0 190.369 8.119.541
95.028.477
100.829.765
5.225.830 9.029.846 3.880.549 -432.977
4.016.384 10.268.015 3.418.849 523.824
Voorzieningen Vaste schulden Vaste passiva
662.935 65.736.105 84.102.288
743.269 60.289.225 79.259.566
Netto vlottende schulden Overlopende passiva Vlottende passiva
8.450.087 2.476.102 10.926.189
19.111.638 2.458.561 21.570.199
TOTAAL PASSIVA
95.028.477
100.829.765
Voorraden Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar Liquide middelen Kortlopende vorderingen Effecten Overlopende activa Vlottende activa
TOTAAL ACTIVA Eigen vermogen: Algemene reserves Bestemminsreserves tariefsegalisatie Overige bestemmingsreserves Nog te bestemmen resultaat
Waterschap Roer en Overmaas
69
5.2
Indeling en waardering balansposten
Vaste activa De mutaties in de vaste activa zijn opgenomen in bijlage A van deze jaarrekening. De vaste activa worden gewaardeerd tegen de historische kostprijs. Ontvangen subsidies, bijdragen van derden en de afschrijvingen worden hierop in mindering gebracht. De afschrijvingen worden op lineaire basis, volgens de verwachte levensduur, berekend. Het eerste jaar worden de afschrijvingen voor een half jaar meegenomen. De afschrijvingstermijnen die in het verslagjaar voor nieuwe investeringen worden gehanteerd zijn conform de ‘nota vaste activa 2008’ en kunnen schematisch als volgt worden weergegeven. Activa
Afschrijvingstermijn
Gebouwen
30 jaar
Waterstaatkundige werken
30 jaar
Vervoermiddelen / Inventaris Automatisering Immateriële activa
≤ 10 jaar 5 jaar ≤ 10 jaar
Wijziging afschrijvingsmethode en -termijn in verslagjaar In het verslagjaar zijn geen afschrijvingstermijnen van investeringsprojecten aangepast. Vlottende activa De vlottende activa worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze zijn opgebouwd uit voorraden, uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar, liquide middelen, kortlopende vorderingen, effecten en overlopende activa. Vaste passiva De vaste activa zijn opgebouwd uit het eigen vermogen, de voorzieningen en vaste schulden. Het eigen vermogen bestaat uit de algemene reserves, de bestemmingsreserves en het exploitatieresultaat. Het exploitatieresultaat is de sluitpost van de activa en passiva en de kosten en opbrengsten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Alle mutaties in het eigen vermogen en voorzieningen zijn opgenomen in bijlage B van deze programmarekening. De vaste schulden, zijnde vaste geldleningen en waarborgsommen, worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. De vaste geldleningen zijn opgenomen in bijlage C van deze programmarekening.
70
Programmarekening 2010
Vlottende passiva De vlottende passiva zijn opgebouwd uit de netto vlottende schulden en de overlopende passiva. De netto vlottende schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze zijn opgebouwd uit kasgeldleningen, negatieve bank- en girosaldi, schulden aan leveranciers en schulden in verband met te betalen belastingen, sociale- en pensioenpremies. De overlopende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Deze zijn opgebouwd uit ‘nog te betalen’ en ‘voor uit ontvangen’ bedragen.
5.3
Toelichting op de vaste activa
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Omschrijving
31-12-2009
31-12-2010
Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa Vaste activa
4.239.899 83.086.706 106.405 87.433.010
3.533.612 89.070.207 106.405 92.710.224
5.3.1
Immateriële en materiële activa
De immateriële en materiële vaste activa zijn gespecificeerd in bijlage A. Verder worden in het meerjarig investeringsplan (MIP), bijlage J, de uitgaven en inkomsten per project weergegeven. In hoofdstuk 6 zijn de afwijkingen tussen de bijgestelde raming en de realisatie van de investeringsuitgaven en -inkomsten in 2010 per programma toegelicht. Voor wat betreft de grondaankopen geldt dat elke aankoop wordt toegewezen aan een project. Dit wil echter niet zeggen dat alle projecten ook in uitvoering zijn genomen. De waarde van de gronden die verantwoord zijn op projecten die nog in voorbereiding zijn, bedraagt per 31 december van het verslagjaar € 4.115.203. 5.3.2
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa kunnen per balansdatum als volgt worden gespecificeerd: Aandelen Nederlandse Waterschapsbank 99 aandelen A (à € 113,45 nominale waarde 100% ) 436 aandelen A (à € 180,30 nominale waarde 159% ) 146 aandelen B (à € 453,78 waarop gestort 25%) Totaal financiële vaste activa
31-12-2010 11.231 78.611 16.563 106.405
Volgens de systematiek van de netto vermogenswaarde vertegenwoordigen de aandelen van de Nederlandse Waterschapsbank een waarde van € 13.874.637, zijnde de huidige waardering van € 106.405 en een stille reserve van € 13.768.232.
Waterschap Roer en Overmaas
71
5.4
Toelichting op de vlottende activa
Onder de vlottende activa worden afzonderlijk opgenomen de voorraden, de uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar, de liquide middelen, de kortlopende vorderingen en de overlopende activa. Specificatie van de vlottende activa: Omschrijving Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar Liquide middelen Kortlopende vorderingen Overlopende activa Vlottende activa
5.4.1
31-12-2009
31-12-2010
3.679.113 4.023 3.546.543 365.788 7.595.467
3.679.113 6.664 4.243.395 190.369 8.119.541
Uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar
Het waterschap heeft op 30 mei 2008 een deposito van € 5.000.000 geplaatst bij Landsbanki Island. Het betrof een korte uitzetting die afliep op 15 december 2008. Echter op het moment dat de looptijd van het deposito was verstreken heeft Landsbanki niet aan de financiële verplichtingen kunnen voldoen. De uitzetting blijft echter in de verantwoording gerangschikt onder de uitzettingen met een looptijd korter dan een jaar. In 2009 is in overleg met de accountant de vordering op Landsbanki Island met € 1.300.000 verlaagd, gebaseerd op een recoverypercentage van 74%. Daarnaast is in 2009 vanuit het deposito garantiestelsel een vergoeding ontvangen van De Nederlandsche Bank ter hoogte van € 20.887, waardoor per 31 december 2009 een saldo resteert van € 3.679.113. Het saldo eind 2010 is ten opzichte van 2009 ongewijzigd (zie ook paragraaf 5.3.2). 5.4.2
Liquide middelen
Onder de liquide middelen worden de creditposities van het waterschap bij diverse bankrelaties en het bedrag in kas verantwoord. Het saldo per 31 december bedroeg bij de diverse banken € 6.600. In de kas bevond zich een bedrag van € 64. 5.4.3
Kortlopende vorderingen
De kortlopende vorderingen kunnen als volgt worden gespecificeerd: Omschrijving Vorderingen op belastingdebiteuren Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen Overige vorderingen Kortlopende vorderingen
72
31-12-2009
31-12-2010
2.229.090 859.544 457.909 3.546.543
2.656.291 795.157 791.947 4.243.395
Programmarekening 2010
Vorderingen op belastingdebiteuren De stand van de belastingdebiteuren primo en ultimo van het verslagjaar kan als volgt worden weergegeven: 31-12-2009
31-12-2010
Belastingdebiteuren 2004 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
99.544 -134.971 -98.921
44.384 0 0
Belastingdebiteuren 2005 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
51.017 65.084 -39.640
13.274 0 0
Belastingdebiteuren 2006 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
83.531 -27.522 -176.840
24.668 0 0
Belastingdebiteuren 2007 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
117.724 -108.525 -79.889
-17.411 -60.696 -61.870
Belastingdebiteuren 2008 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
717.245 -211.098 -159.310
274.011 -170.093 -133.957
Belastingdebiteuren 2009 Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren
2.573.154 -289.214 -152.279
906.808 -209.654 -67.512
0 0 0 2.229.090
2.453.126 -315.524 -23.263 2.656.291
Omschrijving
Belastingdebiteuren 2010 Opgelegde / nog op te leggen aanslagen Betalingen aanslagen Gerealiseerde oninbaar Gerealiseerde kwijtschelding Openstaande belastingdebiteuren Voorziening oninbaar belastingdebiteuren Voorziening kwijtschelding belastingdebiteuren Vorderingen op belastingdebiteuren
mutaties 2010 78.795.000 -74.747.661 -77.476 -1.516.737
Gedurende het verslagjaar heeft de unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg de afwikkeling van openstaande vorderingen van zowel het huidige als de oude jaren ter hand genomen. De afwikkeling van de openstaande vordering is beoordeeld en voorzien van een goedkeurende controleverklaring door Ernst & Young Accountants van 8 februari 2011. Vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen Het saldo van de vorderingen als gevolg van subsidies en bijdragen kan worden gerubriceerd in subsidies en bijdragen gerelateerd aan investeringsprojecten en subsidies en bijdragen exploitatie gerelateerd. De subsidies en bijdragen met betrekking tot investeringsprojecten bedragen € 576.759. Deze hebben grotendeels betrekking op toegezegde bijdragen van Maaswerken, gebaseerd op een
Waterschap Roer en Overmaas
73
overeenkomst in verband met uitbreiding en opslag van calamiteitenmaterialen. Daarnaast is de afkoopsom van Prorail betreffende een vispassage kunstwerk Vloedgraaf Nieuwstadt nog niet ontvangen. De nog te ontvangen bijdragen zijn voor € 218.398 gerelateerd aan de exploitatie. Ze hebben voornamelijk betrekking op de nog te ontvangen bijdragen in het kader van de muskus- en beverratbestrijding. Daarnaast dient nog een bijdrage te worden ontvangen van Senternovem in het kader van het zwerfvuilproject en van de gemeente Sittard-Geleen in de kosten van een beekvisie. Ten slotte is de tweede termijn (over 2010 en 2011) van Oolderveste BV van de totale afkoopsom van € 250.000, die in vier termijnen wordt betaald, nog niet ontvangen. De afkoopsom wordt ontvangen voor het beheer en onderhoud van de waterkeringen van de wijk Oolderveste in de gemeente Roermond. De nog te ontvangen bijdragen en subsidies zijn per 31 december van het verslagjaar voor € 156.470 direct opeisbaar en in het eerste kwartaal 2011 afgenomen tot € 108.870. Het saldo van de niet opeisbare vorderingen van € 638.687 is in het eerste kwartaal 2011 afgenomen tot € 462.320. Overige vorderingen Het saldo van deze vorderingen bedraagt per 31 december 2010 € 791.947. Deze hebben grotendeels betrekking op nog openstaande vorderingen als gevolg van grondverkopen. Daarnaast is de bijdrage van Waterschap Peel en Maasvallei betreffende de vereveningsbijdrage nog niet voldaan. Bovendien is de rente van de spaarrekening en rente rekening-courant nog niet ontvangen. Ten slotte is de vergoeding voor de projectbegeleiding van de ontkluizing rode beek Schinveld nog niet ontvangen, evenals de vergoeding voor de beschikbaarstelling van personele capaciteit. Verder zijn nog openstaande vorderingen betreffende onder andere handhaving en vorderingen in het kader van de gedelegeerde bevoegdheid provinciale vordering in het kader van de Wet Hygiëne en Veiligheid Zwemgelegenheden per de balansdatum nog niet ontvangen. De overige vorderingen zijn per 31 december van het verslagjaar voor € 124.370 direct opeisbaar en in het eerste kwartaal 2011 afgenomen tot € 68.467. Het saldo van de niet opeisbare vorderingen van € 667.577 is in het eerste kwartaal 2011 afgenomen tot € 255.445. 5.4.4
Overlopende activa
De overlopende activa kunnen als volgt worden gespecificeerd: Omschrijving Nog te ontvangen bedragen Vooruitbetaalde bedragen Overlopende activa
31-12-2009
31-12-2010
17.247 348.541
-45.023 235.392
365.788
190.369
Nog te ontvangen bedragen Het saldo van de per 31 december van het verslagjaar nog te ontvangen bedragen heeft betrekking op een afrekening van per saldo € 49.078 teveel ontvangen voorschotten in het kader van de ‘Tijdelijke regeling eenmalige uitkering bestrijding regionale wateroverlast’.
74
Programmarekening 2010
Deze voorschotten zijn ten onrechte ontvangen en worden dan ook terugbetaald. Bovendien moet nog € 4.055 aan rente worden ontvangen. Vooruitbetaalde bedragen Het saldo van de vooruitbetaalde per 31 december 2010 heeft betrekking op facturen die in het verslagjaar of eerder zijn ontvangen en zijn verwerkt in de administratie, terwijl de kosten betrekking hebben op de exploitatie 2011 en 2012. Hiervan heeft € 145.498 betrekking op rente en aflossing van geldleningen. Daarnaast is € 54.804 het gevolg van vooruitbetaalde onderhoudscontracten in het kader van automatisering. De overige vooruitbetaalde kosten hebben voornamelijk betrekking op kosten in het kader van abonnementen, het wagenpark en de huur van Parklaan 15.
5.5
Toelichting op de vaste passiva
Onder de vaste passiva worden afzonderlijk het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schulden opgenomen en nader toegelicht. 5.5.1
Eigen vermogen
Omschrijving
31-12-2009
31-12-2010
Algemene reserves Algemene reserve watersysteem- en zuiveringsbeheer
5.225.830
4.016.384
Bestemmingsreserves tariefsegalisatie Egalisatiereserve watersysteemheffing Egalisatiereserve zuiveringsheffing
5.410.415 3.619.431
5.979.973 4.288.042
Overige bestemmingsreserves Dividend Nederlandse Waterschapsbank Calamiteiten watersysteembeheer Stimuleringsregeling afkoppelen Niet kerende grondbewerking
461.700 2.000.000 862.409 556.440
0 2.000.000 862.409 556.440
-432.977
523.824
17.703.248
18.227.072
Nog te bestemmen resultaat Eigen Vermogen
Per reserve wordt de aard, reden en de gewenste omvang toegelicht. Ook wordt een overzicht van het verloop gedurende het begrotingjaar gepresenteerd, waaruit blijkt: • het saldo aan het begin van het begrotingsjaar, • de interne vermeerderingen, • de externe verminderingen, en • het saldo aan het eind van het begrotingsjaar. Daarnaast dient nog een toelichting te worden opgenomen van de vermeerderingen en verminderingen die een gevolg zijn van de resultaatsbestemming van het voorgaande jaar. Het totaaloverzicht van het eigen vermogen is opgenomen in bijlage B van deze programmarekening.
Waterschap Roer en Overmaas
75
Algemene reserve watersysteem- en zuiveringsbeheer Deze algemene reserve vormt de bufferreserve voor het waterschap voor zowel de taken die voortvloeien uit het watersysteembeheer als het zuiveringsbeheer. Het minimaal niveau van deze reserves is in de ‘nota reservebeleid 2008’ vastgesteld op 5% van het begrotingstotaal. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
5.225.830 28.723 1.238.169
Eindbalans 31-12-2010
4.016.384
De reserve dividend Nederlandse Waterschapsbank N.V. is opgeheven en het saldo van € 28.723 is, door middel van de resultaatsbestemming 2009, toegevoegd aan deze algemene reserve. Als gevolg van deze toevoeging is de minimale norm van 5% van het begrotingstotaal van deze reserve overschreden. Het overschot van € 1.238.169 is, eveneens door middel van de resultaatsbestemming 2009, onttrokken aan de algemene reserve en voor € 569.558 toegevoegd aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing’ en voor € 668.611 aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’. Egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing De ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing’ heeft ten doel om ongewenste fluctuaties in het belastingtarief van de watersysteemheffing te beperken tot een acceptabel niveau. Bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008 is besloten voor deze reserve geen minimum- of streefpercentage vast te stellen. De argumentatie die aan deze besluitvorming ten grondslag lag was dat deze egalisatiereserve als doel heeft om fluctuaties in het belastingtarief als gevolg van schommelingen in de uitgaven en inkomsten (lees exploitatie) per taak te beperken tot acceptabele niveaus of zelfs geheel te neutraliseren. Door deze reserve te minimaliseren of te maximeren wordt hier afbreuk aan gedaan. Meer waarde wordt eraan gehecht om de egalisatiereserves consequent in te zetten in plaats van een minimum en/of streefpercentage te hanteren. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
Eindbalans 31-12-2010
5.410.415 569.558 0
5.979.973
In het verslagjaar is, door middel van de resultaatsbestemming 2009, € 569.558 toegevoegd aan deze reserve, vanuit de algemene reserve watersysteembeheer- en zuiveringsbeheer. Egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing De ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’ heeft ten doel om ongewenste fluctuaties in het belastingtarief van de zuiveringsheffing te beperken tot een acceptabel niveau. Bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008 is besloten voor deze reserve geen minimum- of streefpercentage vast te stellen. De argumentatie die hieraan ten grondslag lag was dat deze egalisatiereserve als doel heeft om fluctuaties in het belastingtarief als gevolg van schommelingen in de uitgaven en inkomsten (lees exploitatie) per taak te beperken tot acceptabele niveaus of zelfs geheel te neutraliseren.
76
Programmarekening 2010
Door deze reserve te minimaliseren of te maximeren wordt hier afbreuk aan gedaan. Meer waarde wordt eraan gehecht om de egalisatiereserves consequent in te zetten in plaats van een minimum en/of streefpercentage te hanteren. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
3.619.431 668.611 0
Eindbalans 31-12-2010
4.288.042
In het verslagjaar is, door middel van de resultaatsbestemming 2009, € 668.611 toegevoegd aan deze reserve, vanuit de algemene reserve watersysteembeheer- en zuiveringsbeheer. Bestemmingsreserve dividend Nederlandse Waterschapsbank NV Het doel van deze bestemmingsreserve is het opvangen van het eenmalig tekort in 2009 van het te verantwoorden dividend in verband met de invoering van de BBVW. Vanaf 2009 dient de dividendopbrengst te worden verantwoord in het jaar waarop het wordt vastgesteld. Tot en met 2008 werd het dividend verantwoord in het jaar waarop het betrekking heeft. Door deze gewijzigde waarderingsgrondslag ontstaat in 2009 een tekort. Om dit tekort op te vangen is bij vaststelling van de jaarrekening 2006 de ‘reserve dividend Nederlandse Waterschapsbank’ gevormd en is een bedrag van € 461.700 vanuit het resultaat 2006 hieraan toegevoegd. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
461.700 0 461.700
Eindbalans 31-12-2010
0
In het verslagjaar is door middel van de resultaatsbestemming 2009 € 461.700 onttrokken aan deze reserve. De onttrekking dient voor € 432.977 ter dekking van het nadelig saldo van de jaarrekening 2009. Het saldo van € 28.723 is, eveneens conform resultaatsbestemming 2009, toegevoegd aan de ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer’. Per ultimo van het verslagjaar is de reserve nihil en opgeheven. Bestemmingsreserve calamiteiten watersysteembeheer Deze bestemmingsreserve is in 2008 ingesteld bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008. Het doel van deze bestemmingsreserve, die is gemaximeerd op € 2.000.000 is de bestrijding van de kosten van hoogwatersituaties. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
Eindbalans 31-12-2010
2.000.000 0 0
2.000.000
In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze reserve plaatsgevonden zodat het saldo van de eindbalans niet afwijkt van het saldo van de beginbalans.
Waterschap Roer en Overmaas
77
Reserve stimuleringsregeling afkoppelen Op 24 juni 2007 heeft besluitvorming plaatsgevonden betreffende de 'Regeling stimuleren afkoppelen bestaand verhard oppervlak'. Het waterschap wil met deze subsidieregeling gemeenten, bedrijven en particulieren stimuleren het hemelwater van bestaande verharde oppervlakten af te koppelen van het riool. De regeling geldt voor de periode 2007-2011 en bestaat uit vijf jaarlijkse bijdragen uit de exploitatie van € 300.000. Om ongewenste schommelingen in de exploitatie te voorkomen was de ‘voorziening stimuleringsreling afkoppelen’ ingesteld. Echter, in de BBVW is opgenomen dat stimuleringsregelingen vanaf 2009 niet meer onder de voorzieningen mogen worden gerubriceerd. In 2009 is deze voorziening dan ook omgezet in een reserve. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
862.409 0 0
Eindbalans 31-12-2010
862.409
In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze reserve plaatsgevonden zodat het saldo van de eindbalans niet afwijkt van het saldo van de beginbalans. Reserve niet kerende grondbewerking Het algemeen bestuur heeft in haar vergadering van 10 december 2007 besloten tot wijziging van het beleid ten aanzien van wateroverlast en bodemerosie. In dit verband zijn middelen in de exploitatiebegroting vrijgemaakt voor de stimuleringsregeling voor de toepassing van nietkerende grondbewerking. Het betreft een bedrag van € 300.000 voor 2008 en € 500.000 per jaar voor de jaren 2009 t/m 2012. Om een goede uitvoerbaarheid van deze regeling mogelijk te maken was de ‘voorziening nietkerende grondbewerking’ ingesteld. Echter, in de BBVW is opgenomen dat stimuleringsregelingen vanaf 2009 niet meer onder de voorzieningen mogen worden gerubriceerd. In 2009 is deze voorziening dan ook omgezet in een reserve. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
556.440 0 0
Eindbalans 31-12-2010
556.440
In het verslagjaar hebben geen mutaties op deze reserve plaatsgevonden zodat het saldo van de eindbalans niet afwijkt van het saldo van de beginbalans. Nog te bestemmen resultaat De mutaties in het saldo per 1 januari en 31 december van het verslagjaar kunnen als volgt worden weergegeven. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen
Eindbalans 31-12-2010
78
-432.977 956.801 0
523.824
Programmarekening 2010
In het verslagjaar is het negatieve resultaat 2009 van € 432.977 conform het voorstel met betrekking tot de resultaatsbestemming 2009 gedekt. Het positieve saldo over 2010 van € 523.824 wordt in hoofdstuk 8 van de exploitatierekening nader toegelicht. 5.5.2
Voorzieningen
Omschrijving
31-12-2009
31-12-2010
Pensioen / uitkeringsverplichtingen Reorganisatie herziening Waterschapsbestel
555.817 107.118
743.269 0
Voorzieningen
662.935
743.269
Per voorziening wordt de aard, reden en de gewenste omvang toegelicht. Ook dient volgens de BBVW een overzicht van het verloop gedurende het begrotingjaar te worden gepresenteerd, waaruit blijkt: • het saldo aan het begin van het begrotingsjaar, • de vermeerderingen als gevolg van rentetoevoeging, • de overige interne vermeerderingen, • de interne verminderingen, • de externe verminderingen, en • het saldo aan het eind van het begrotingsjaar. De toevoegingen en onttrekkingen worden afzonderlijk toegelicht. Opgemerkt kan worden dat volgens de nota reservebeleid 2008 geen rente wordt toegevoegd aan de voorzieningen. Dit onderdeel wordt dan ook niet meegenomen in het overzicht. Het totaaloverzicht van de voorzieningen is opgenomen in bijlage B van deze programmarekening. Voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen Deze voorziening is bij de ‘Nota Reservebeleid 2002’ ingesteld. In het Burgerlijk Wetboek (Boek 2, Titel 9) is geregeld dat onder de verplichte voorzieningen een ‘voorziening voor pensioen- en uitkeringsverplichtingen’ dient te worden gevormd en in stand te worden gehouden. Deze voorziening heeft ten doel om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioen ontvangen. Omdat dit ook voor het waterschap van belang is, is deze voorziening ingesteld. Voeding van deze voorziening vindt jaarlijks plaats op basis van een actuariële opgave van Deloitte. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Externe vermeerderingen Externe verminderingen
Eindbalans 31-12-2010
555.817 140.085 52.074 4.707
743.269
Op basis van de laatst ontvangen actuariële opgave van Raet BV is in het verslagjaar € 140.085 toegevoegd aan deze voorziening. Daarnaast is het pensioenkapitaal van twee bestuursleden op basis van opgave van Deloitte Belastingadviseurs BV totaal € 52.074 overgedragen aan het waterschap. Ten slotte is in het verslagjaar € 4.707 aan deze voorziening onttrokken ter dekking van de salariskosten van voormalige bestuursleden.
Waterschap Roer en Overmaas
79
Voorziening reorganisatie herziening waterschapsbestel Deze voorziening is in 2003 ingesteld. Het doel van de voorziening is het opvangen van frictiekosten die gemoeid zijn met de reorganisatie als gevolg van de herziening van het waterschapsbestel in 2004. Een van de vereisten hierbij was dat bovenformatieven op het eerst mogelijke moment gebruik moesten maken van de FPU. Beginbalans 01-01-2010 Interne vermeerderingen Interne verminderingen Externe verminderingen
107.118 35.000 0 142.118
Eindbalans 31-12-2010
0
Bij de invoering van het keuzepensioen door het ABP is de FPU gerechtigde leeftijd (spilleeftijd) echter met 3 maanden verhoogd, waardoor in het verslagjaar een extra storting in deze voorziening van € 35.000 noodzakelijk was. Daarnaast is in het verslagjaar € 142.118 aan deze voorziening onttrokken ter dekking van de salariskosten van het bovenformatieve personeel. Per 31 december 2010 is het saldo van deze voorziening nihil, aangezien inmiddels alle bovenformatieven met FPU zijn, kan deze voorziening per 1 januari 2011 worden opgeheven. 5.5.3
Vaste schulden
Omschrijving
31-12-2009
31-12-2010
Onderhandse leningen van binnenlandse banken Waarborgsommen
65.734.485 1.620
60.287.505 1.720
Vaste schulden
65.736.105
60.289.225
Onderhandse leningen van binnenlandse banken In het verslagjaar zijn geen nieuwe geldleningen aangetrokken en zijn reguliere aflossingen betaald van € 5.446.980. Het saldo van de vaste geldleningen bedraagt per 31 december 2010 € 60.287.505. Het kortlopend deel van de langlopende schulden, te weten de aflossingen 2011, bedraagt evenals in 2010 € 5.446.980. De leningen zijn grotendeels afgesloten bij de Nederlandse Waterschapsbank N.V. Verder zijn leningen afgesloten bij de Algemene Spaarbank Nederland (ASN bank), Bank Nederlandse Gemeenten en de Rabobank. Voor de saldi en mutaties per bank getotaliseerde vaste geldleningen wordt verwezen naar bijlage C van deze programmarekening. Waarborgsommen In het kader van onderhoud door derden wordt voor de verstrekking van sleutels een waarborgsom ontvangen, waarvan het saldo per 31 december van het verslagjaar € 1.720 bedraagt. In 2008 is een borgstelling van € 771.000 voor ‘Het Waterschapshuis’ afgegeven ten behoeve van de kredietlimiet van de rekening-courantverhouding met de Nederlandse Waterschapsbank. Dit onder toevoeging van de eis dat voor de toekomst afdoende wordt geregeld dat de borgstelling slechts kan worden aangesproken voor zover het waterschap participeert in projecten. Deze borgstelling is niet financieel gemaakt. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar paragraaf 3.5.2.
80
Programmarekening 2010
5.6
Toelichting op de vlottende passiva
Onder de vlottende passiva worden afzonderlijk opgenomen de netto vlottende schulden met een looptijd korter dan één jaar en de overlopende passiva. 5.6.1
Schulden met een looptijd korter dan één jaar
Omschrijving Kasgeldleningen Negatieve bank- girosaldi Schulden aan leveranciers Schulden in verband met te betalen belastingen, sociale premies en pensioen-premies
Netto vlottende schulden
31-12-2009
31-12-2010
0 4.959.987 3.485.420
14.200.000 2.300.530 2.609.717
4.680
1.391
8.450.087
19.111.638
Kasgeldleningen Het saldo van deze balanspost per 31 december 2010 is € 14.200.000, waarvan € 3.200.000 vervalt per 3 januari 2011 en € 11.000.000 per 31 januari 2011. In het verslagjaar zijn acht kasgeldleningen afgesloten om tijdelijke liquiditeitstekorten te overbruggen. Zie ook paragraaf 3.6.2. Negatieve bank- en girosaldi Het saldo van deze balanspost bestaat uit het negatieve saldo bij de Nederlandse Waterschapsbank N.V. ter hoogte van € 2.300.530. Schulden aan leveranciers Het saldo van de crediteuren per 31 december van het verslagjaar bedraagt € 2.609.717. Het verloop van de crediteuren kan als normaal worden beschouwd. In principe worden facturen binnen 30 dagen betaald. In het eerste kwartaal 2011 is het saldo afgenomen tot € 275.941. Schulden in verband met te betalen belastingen, sociale en pensioenpremie Het saldo van de schulden in verband met te betalen belastingen, sociale en pensioenpremies bedraagt € 1.391. In principe worden facturen binnen 30 dagen betaald. In het eerste kwartaal 2011 is het saldo nihil.
Waterschap Roer en Overmaas
81
5.6.2
Overlopende passiva 31-12-2009
31-12-2010
Nog te betalen bedragen Vooruitontvangen bedragen
2.475.289 813
2.427.161 31.400
Overlopende passiva
2.476.102
2.458.561
Omschrijving
Nog te betalen bedragen. Het grootste deel hiervan, € 1.237.373, heeft betrekking op de rentekosten van vaste geldleningen die in 2011 vervallen maar betrekking hebben op 2010. Op deze wijze worden de jaarlijkse rentekosten toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Bovendien zijn verplichtingen op de balans opgenomen die zijn te karakteriseren als zogenaamde arbeidsgerelateerde verplichtingen. Het betreft het vakantiegeld en de niet opgenomen vakantiedagen. Het in 2010 opgebouwd recht vakantiegeld over de maanden juni tot en met december van medewerkers en bestuurders per 31 december bedraagt € 279.211. De reservering van niet opgenomen vakantiedagen is financieel gemaakt en bedraagt op het eind van het verslagjaar € 486.879. Daarnaast zijn in het begrotingsjaar verplichtingen opgebouwd die in een volgend begrotingsjaar tot betaling komen. Per 31 december van het verslagjaar dienen nog facturen van totaal € 423.698 te worden ontvangen. Hiervan heeft € 111.054 betrekking op het onderhoud van de watersystemen. Daarnaast zijn voor onderzoek en advies € 95.889 nog niet in rekening gebracht en is in het kader van de subsidieregeling afkoppelen bestaand verhard oppervlak € 73.888 nog niet definitief in rekening gebracht. Bovendien is € 53.843 voor de ondersteuning van automatiseringstechnische aangelegenheden nog niet gefactureerd, evenals € 44.042 betreffende educatiekosten. De overige nog te betalen bedragen zijn heel divers van aard en hebben onder meer betrekking op facturen voor het onderhoud van het kantoorpand, accountantskosten, onderhoud kaden en kleding. In het eerste kwartaal 2011 is het saldo van deze verplichtingen afgenomen tot € 306.301. Vooruitontvangen bedragen Het saldo van vooruitontvangen bedragen per 31 december van het verslagjaar heeft betrekking de afkoopsom voor het beheer en onderhoud van Oolderveste en de afrekening SenterNovem in het kader van het project ‘zwerfvuil’.
82
Programmarekening 2010
6
Exploitatierekening naar programma’s
In het jaarverslag is in hoofdstuk 2 per programma een toelichting gegeven op wat we hebben bereikt en wat we hebben gedaan. Bovendien is in het jaarverslag per programma een overzicht van financiële gegevens opgenomen. In de exploitatierekening naar programma’s worden de in het jaarverslag per programma opgenomen financiële gegevens gespecificeerd en wordt de afwijking tussen de realisatie en de gewijzigde begroting nader toegelicht naar de onderdelen: • Wat kost het • Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid en • Kredietvotering Wat kost het De bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg wordt verantwoord op de diverse programma’s. Omdat de realisatie niet afwijkt van de begroting en gewijzigde begroting is geen nadere toelichting op dit onderdeel noodzakelijk. Naast de bijdrage aan het Waterschapbedrijf Limburg heeft in het verslagjaar een niet begrote opbrengstverevening van € 178.458 met Waterschap Peel en Maasvallei plaatsgevonden. Dit betreft de verevening van het aantal vervuilingseenheden per 31 december 2010 en wordt evenals de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg verantwoord op het diverse programma. Voor een nadere toelichting over de opbrengstverevening wordt verwezen naar paragraaf 8.2 toelichting op opbrengsten. De verklaring van de afwijkingen tussen realisatie en gewijzigde begroting van het ‘programma bedrijfsvoering’ kan in zijn algemeenheid als volgt worden toegelicht: • Rente en afschrijvingen. De afwijking in de afschrijvingen wordt positief beïnvloedt door de lagere netto investeringsuitgaven in het verslagjaar. Naast de hoogte van de investeringsuitgaven is ook de afschrijvingstermijn van een investering van invloed op de hoogte van de afschrijvingen. Een lager toegerekende rentepercentage (0,30% op realisatiebasis ten opzichte van 2,50% op begrotingsbasis) is van invloed op de rentetoerekening. De extra afschrijvingen hebben een negatief effect gehad (zie ook paragraaf 8.1 Toelichting op kosten). • Personeelskosten. Op begrotingsbasis worden de geraamde uren doorberekend aan een bepaald programma. De realisatie op het betreffende programma is gebaseerd op de daadwerkelijk gerealiseerde uren (lees bestede tijd). • Overige kosten. De toerekening van de overige kosten betreft de toerekening van de ondersteuning, die onderdeel uitmaakt van het programma bedrijfsvoering. Het betreft de toerekening van de organisatieonderdelen die niet direct aan een bepaald programma gerelateerde werkzaamheden verrichten, maar hier diensten voor verrichten zodat de direct betrokken organisatieonderdelen hier op een verantwoorde wijze invulling aan kunnen geven. Het betreft onder andere facilitaire, administratieve en automatiseringstechnische diensten. Indien de kosten van deze onderdelen in de realisatie afwijken van de gewijzigde begroting, mag duidelijk zijn dat de toerekening hiervan eveneens afwijkt. Voor de verklaring van de afwijking in de kosten van de ondersteuning wordt verwezen naar de toelichting in paragraaf 6.7, exploitatierekening van het programma bedrijfsvoering.
Waterschap Roer en Overmaas
83
Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid / Kredietvotering Voor wat betreft dit onderdeel kan worden vermeld dat de individuele investeringsprojecten gerubriceerd per programma zijn opgenomen in het meerjarig investeringsplan (MIP). Het MIP maakt integraal deel uit van de programmarekening (zie bijlage J). Naast de gerealiseerde investeringsuitgaven en -inkomsten zijn hierin ook de beschikbaar gestelde kredieten opgenomen.
84
Programmarekening 2010
6.1
Programma plannen
Wat kost het
Programma plannen Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
384.000 -
406.630 -
330.848 -
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
384.000
406.630
330.848
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
341.321 -
341.321 -
341.321 1.188-
247.341 1.679.672 592.213
247.341 1.679.672 592.213
183.099 1.406.384 615.539
Netto kosten programma plannen
3.244.547
3.267.177
2.876.003
De kosten zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Het doorstarten van een nieuw projectbureau KRW-Maas voor de periode 2010-2015 heeft langer geduurd dan was voorzien. Ook zijn geen gezamenlijke externe Maasbrede (onderzoeks-)projecten opgestart. Daarnaast hebben de gebiedscommissies geen bijdragen gevraagd waar wel rekening mee was gehouden. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Programma plannen Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
250.000 -
115.000 -
65.288 3.103
Netto investeringsuitgaven programma plannen
250.000
115.000
62.185
De uitgaven van het project ‘Gewenst Grond- en Oppervlakteregime (GGOR)’ zijn lager dan begroot omdat de kosten voor ontwikkeling van de modellen Ibrahym en IwanH zijn in het verslagjaar achtergebleven. Het project ‘Actueel Grond- en Oppervlaktewater Regime (AGOR)’ is later gestart dan oorspronkelijk gepland en bovendien is de aanbesteding aanzienlijk goedkoper uitgevallen dan geraamd. De niet geraamde inkomsten betreffen een Europese subsidie voor het project Aquadra.
Waterschap Roer en Overmaas
85
Kredietvotering
Programma plannen Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
180.000 -
-
350.000 350.000
Netto kredietvotering programma plannen
180.000
-
-
Bij de oorspronkelijke kredietverlening van het Actueel Grond- en Oppervlaktewaterregime (AGOR) is uitgegaan van en netto krediet van € 350.000. Dit is echter gewijzigd in een bruto krediet van € 700.000 waarbij is uitgegaan van een bijdrage van de provincie van € 350.000.
86
Programmarekening 2010
6.2
Programma watersysteem
Wat kost het
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
3.949.250 427.631
4.145.250 623.631
3.554.086 507.471
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
3.521.619
3.521.619
3.046.615
-
-
-
7.010.530 2.057.053 1.670.914
7.010.530 2.057.053 1.670.914
6.772.611 2.056.272 1.859.803
14.260.116
14.260.116
13.735.301
Programma watersysteem
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
Netto kosten programma watersysteem
De kosten zijn binnen het beschikbare budget gebleven. De onderschrijdingen hebben onder andere te maken met. • Het werken met tijdelijk ingehuurde uitzendkrachten bij de bestrijding van de beverratten. • De lagere tarieven voor het storten van afgevoerd maaisel, lagere maaikosten door een latere oplevering van buffers en lijnvormige elementen vanuit de Landinrichting Centraal Plateau. • Minder uitgaven aan baggerwerkzaamheden door een andere prioritering. • De leaseauto’s zijn niet vervangen maar in eigendom genomen. • In verband met de planning om het geplande groenonderhoud vanaf 2011 in besteksvorm op de markt te zetten zijn de laatste maanden van 2010 (incidenteel) minder opdrachten verstrekt binnen het beplantingsonderhoud, ook door de vroege winter is minder gepland onderhoud uitgevoerd. Slechts enkele budgetten binnen het programma zijn overschreden. Zo is meer kleinschalig maaiwerk uitgevoerd op basis van binnen gekomen meldingen en is meer aandacht uitgegaan naar structureel verzorgend maaiwerk rondom kunstwerken en meetpunten. De opbrengsten zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Dit wordt grotendeels veroorzaakt doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage neerwaarts is bijgesteld tot 0,30%. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk.
Waterschap Roer en Overmaas
87
Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Programma watersysteem Begroting Uitgaven Inkomsten
Netto investeringsuitgaven programma watersysteem
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
10.818.000 3.559.000
11.484.000 1.101.000
10.657.160 439.302
7.259.000
10.383.000
10.217.858
De geplande investeringsuitgaven zijn grotendeels gerealiseerd. De marginale onderschrijding is met name te wijten aan een uitgestelde bijdrage (naar 2011) van het waterschap aan de Dienst Landelijk Gebied (DLG) in het kader van het Landinrichtingsproject Centraal Plateau. De belangrijkste projecten die in 2010 in uitvoering waren zijn: herstel kademuren Valkenburg, kleine investeringswerken, vervangen lossluis Geulhemmermolen, de beide landinrichtingsprojecten Centraal Plateau en Mergelland Oost, ontkluizing Rode Beek Schinveld, herinrichting Gravenweglossing en de aanleg van regenwaterbuffers in Gulpen, Echt-Susteren en Roerdalen. De geplande inkomsten zijn nog niet voor de helft gerealiseerd. De voornaamste redenen hiervan zijn het naar rato verlagen van de bijdrage WB-21 voor het project ‘Erosieremmende maatregelen Mergelland West’. De realisatie van dit project is minder voortvarend verlopen dan verwacht waardoor een gedeelte van het ontvangen voorschotbedrag aan WB-21 subsidie is ingeleverd. Daarnaast is een in 2010 geplande subsidie voor het project ‘Herinrichting Putbeek fase 2’ doorgeschoven naar 2011. Tenslotte blijkt het steeds moeilijker te zijn om voor de thema’s waarvoor het waterschap aan de lat staat subsidiebronnen te vinden. De recente ontwikkelingen betreffende ILG/WILG subsidie en de bezuinigingsplannen van het Rijk bemoeilijken dit alleen nog maar. Het waterschap speelt wel maximaal in op de nieuwe ontwikkelingen over de POP-2 gelden. Kredietvotering
Programma watersysteem Begroting
• • •
•
88
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
18.480.000 2.950.000
18.587.000 2.950.000
7.190.859 468.054
Netto kredietvotering programma watersysteem
15.530.000
15.637.000
6.722.805
Het dagelijks bestuur heeft voor het programma watersysteem in totaal voor € 6.722.805 aan netto kredieten verleend: € 95.000 (aanvullend) voor de uitvoering van het project ‘wegaanpassing Beutenaken’. In Beutenaken treedt regelmatig water- en modderoverlast op bij een aantal woningen langs de Slenakerweg. Als oplossing voor een deel van het probleem wordt over een geringe lengte het profiel van de Gulp verbreed. De noodzakelijke wegaanpassing wordt door de gemeente Gulpen-Wittem uitgevoerd. € 380.805 voor het project ‘Ontwerp Inrichtingsplan Schinveldse Es’. Het waterschap is bereid het waterstaatkundige deel van de herinrichtingsplannen te realiseren. Het krediet betreft het aandeel van het waterschap in de grondkosten en de inrichtingskosten van de Schinveldse Es.
Programmarekening 2010
•
• •
• • •
€ 815.000 voor de aanleg van de regenwaterbuffer De Loop 4 in de gemeente Echt- Susteren, regenwaterbuffer Rodestraat Partij in de gemeente Gulpen-Wittem en regenwaterbuffer Beerkekamp Posterholt in de gemeente Roerdalen. Met de aanleg van de buffers wordt de water- en modderoverlastproblematiek verholpen. € 107.000 voor het uitvoeren van onderzoeken in het kader van het Waterbeheersplan 2010-2015. € 272.000 voor de herinrichting van de Kakkert en de vergroting van een bestaande regenwaterbuffer. Het project wordt uitgevoerd door Landschapspark de Graven. Het waterschap draagt bij in de uitvoeringskosten en brengt grond in om de uitbreiding van de regenwaterbuffer mogelijk te maken. € 853.000 voor de bijdrage aan de gemeente Heerlen ten behoeve van de ontkluizing Caumerbeek fase 1. € 1.500.000 voor de afwikkeling van het project ‘Aanpak van waterstaatkundige en ecologische knelpunten van de Geul in de gemeente Valkenburg aan de Geul’. € 2.700.000 voor het vergroten van regenwaterbuffers fase 1. In het kader van het Nationaal Bestuurakkoord Water (WB21) wordt een nieuwe normering wateroverlast vastgesteld. Om uiterlijk in 2015 aan deze normering te voldoen is op een aantal plaatsen maatregelen nodig. Het betreft hoofdzakelijk het vergroten van regenwaterbuffers.
Als gevolg van het feit dat in het verslagjaar veel tijd en energie is gestoken in de voorbereiding van een aantal grotere projecten zijn minder kredietverleningen aan het dagelijks bestuur voorgelegd dan verwacht.
Waterschap Roer en Overmaas
89
6.3
Programma veiligheid
Wat kost het
Programma veiligheid Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
277.225 81.250
307.225 81.250
310.410 37.250
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
195.975
225.975
273.160
-
-
-
189.702 372.723 304.295
189.702 372.723 304.295
191.007 493.929 373.932
1.062.695
1.092.695
1.332.028
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
Netto kosten programma veiligheid
De iets hogere kosten zijn voornamelijk het gevolg geweest van extra kosten voor onderhoud, terrein en groenvoorziening calamiteiten watersysteem als gevolg van de wateroverlast in het tweede weekend van november. Hiertegenover staan diverse kleinere onderschrijdingen waardoor in totaliteit de afwijking ten opzichte van de gewijzigde begroting klein is. De opbrengsten zijn lager dan waarmee rekening was gehouden wat een verhogend effect heeft op de totale kosten van dit programma. De daling van de opbrengsten zijn vooral het gevolg van de lagere interne rentebaten dan verwacht. Dit doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage, gelet op de renteontwikkeling als gevolg van de financiële crisis, neerwaarts is bijgesteld tot 0,30%. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn hoger dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Waarbij vermeldt dient te worden dat het met name de kosten van personele inzet betreft naar aanleiding van het hierboven genoemde hevige noodweer in november. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Programma veiligheid Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
-
-
37.232 10.284-
Netto investeringsuitgaven programma veiligheid
-
-
47.516
De niet gebudgetteerde uitgaven betreffen het project ‘Sluitstukkaden Maasdal’ en wel de kosten voor het opstellen van een plan van aanpak en de geactiveerde uren van de projectleider. De niet begrote negatieve inkomsten betreffen de compensatiekosten van het rijk voor personele inzet bij het project ‘Ophogen Maaskaden’ die ten laste van de exploitatie zijn gebracht.
90
Programmarekening 2010
Kredietvotering
Programma veiligheid Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
-
-
-
Netto kredietvotering programma veiligheid
-
-
-
In het verslagjaar is geen kredietvotering noodzakelijk gebleken.
Waterschap Roer en Overmaas
91
6.4
Programma zuiveren
Wat kost het
Programma zuiveren Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
-
-
-
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
-
-
-
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
44.015.473 -
44.015.473 -
-
-
-
Netto kosten programma zuiveren
44.015.473
44.015.473
43.862.302
44.015.474 153.172-
Op dit programma wordt alleen de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg verantwoord en de eventuele opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei. De bijdrage 2010 van totaal € 51.281.690 is grotendeels, voor 85,8%, gerelateerd aan het programma zuiveren. Omdat de realisatie niet afwijkt van de raming is geen nadere toelichting op dit onderdeel noodzakelijk. Van Waterschap Peel en Maasvallei in het verslagjaar € 178.458 ontvangen, hiervan wordt dezelfde 85,8% op het programma zuiveren verantwoord, zijnde de verevening van het aantal (indirecte) vervuilingseenheden per 31 december 2010 (zie ook paragraaf 8.2). Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid / Kredietvotering Binnen dit programma zijn geen investeringsuitgaven en kredietvotering aan de orde. Daarom worden deze overzichten niet gepresenteerd. Uitvoering vindt plaats bij het Waterschapsbedrijf Limburg. De exploitatiekosten van de investeringen werken door in de verschuldigde bijdrage aan het waterschapsbedrijf.
92
Programmarekening 2010
6.5
Programma instrumenten
Wat kost het
Programma instrumenten Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
353.000 136.000
345.000 110.000
283.028 79.784
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
217.000
235.000
203.244
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
559.788 -
559.788 -
559.788 1.948-
629.324 3.921.979 1.561.121
629.324 3.921.979 1.561.121
692.901 3.254.107 1.441.351
Netto kosten programma instrumenten
6.889.212
6.907.212
6.149.443
De lagere kosten zijn grotendeels het gevolg van een afname van de kosten onderhoud meetnet en een te hoge inschatting van de onderhoudskosten software IRIS. Een toename ten opzichte van de gewijzigde begroting was er met name voor de kosten adviezen monitoring kwaliteit. De lagere opbrengsten zijn voornamelijk een gevolg van lagere bijdragen van gemeenten met betrekking tot handhaving wet afvalwater. Voor het programmajaar waren uren geraamd welke op afroep door gemeenten gebruikt zouden kunnen worden ter ondersteuning bij dit onderwerp. Gebleken is dat gemeenten hier minder aandacht aan hebben geschonken dan verwacht en dat inherent hieraan ook van onze diensten minder gebruik is gemaakt. De opbrengst met betrekking tot handhaving wet afvalwater gemeenten is dan ook veel lager dan begroot. Hier tegenover staan hogere opbrengsten bijdragen van overheden ten gevolge van het toerekenen van een deel van de vereveningsopbrengst met WPM (zie ook paragraaf 8.2) en extra opbrengsten ten gevolge van een nagekomen betaling van de Regionale brandweer ZuidLimburg in de hoogwateroefening Rainbow van 2009. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
640.000 -
1.057.000 -
732.184 -
Netto investeringsuitgaven programma instrumenten
640.000
1.057.000
732.184
Programma instrumenten
Waterschap Roer en Overmaas
93
Het project ‘uitvoering meetplan 2007’ is in april van dit jaar gegund. Hiermee is een start gemaakt met de uitvoering van dit project en de daadwerkelijke verbetering van het totale kwantiteitsmeetnet. De hiervoor begrootte uitgaven zijn in 2010 voor 75% gerealiseerd, het project wordt in 2011 afgerond. Het project ‘Opmaken/herzien leggers’ is pas aan het einde van het jaar daadwerkelijk opgepakt waardoor de in 2010 begrootte uitgaven noodzakelijkerwijs doorschuiven naar 2011. Ook op het project ‘Onderzoeken waterbeheersplan’ zijn geen uitgaven geweest in 2010 terwijl deze wel begroot waren. Kredietvotering
Programma instrumenten Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
-
73.000 -
73.000 -
Netto kredietvotering programma instrumenten
-
73.000
73.000
Het dagelijks bestuur heeft een krediet verleend van € 73.000 voor het uitvoeren van onderzoeken in het kader van het ‘Waterbeheersplan 2010-2015’.
94
Programmarekening 2010
6.6
Programma bestuur, externe communicatie en belastingen
Wat kost het
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
1.148.580 21.745
1.111.080 21.745
1.186.526 12.951
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
1.126.835
1.089.335
1.173.575
6.122.604 -
6.122.604 -
6.122.604 21.306-
772.804 743.069 425.198
772.804 743.069 425.198
773.774 416.801 394.642
9.190.510
9.153.010
8.860.090
Programma bestuur, externe communicatie en belastingen
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
Netto kosten programma bestuur, externe communicatie en belastingen
De hogere kosten zijn vooral het gevolg van de toevoeging aan de voorziening ‘pensioen- en uitkeringsverplichtingen’. Deze toevoeging is tot stand gekomen op basis van een opgave van Raet over de actuariële berekening van acht bestuurspensioenen per 31 december 2010. Met deze toevoeging was geen rekening gehouden in de gewijzigde begroting. Daarnaast is een niet begrootte bijdrage geleverd aan het educatieprogramma voor het voortgezet onderwijs en aan de waterleerpaden in Stein en de gemeente Onderbanken. Hiertegenover staan lagere kosten ten gevolge van het uitstellen van de productie van een voorlichtingsfilm voor excursies op de rioolwaterzuiveringsinstallaties en omdat in afwachting van een mediaonderzoek minder advertenties geplaatst zijn en gezocht werd naar alternatieve wijzen van communiceren. De lagere opbrengsten hebben voornamelijk betrekking op minder interne rentebaten. Dit wordt veroorzaakt doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage, gelet op de renteontwikkeling als gevolg van de financiële crisis, neerwaarts is bijgesteld tot 0,30%. De toegerekende kosten van het programma bedrijfsvoering zijn lager dan waarmee rekening was gehouden. Voor de toelichting hierop wordt verwezen naar de inleiding van dit hoofdstuk. Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Programma bestuur, externe communicatie en belastingen
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
-
-
-
Netto investeringsuitgaven programma bestuur, externe communicatie en belastingen
-
-
-
Voor dit programma waren geen investeringsuitgaven verwacht en hebben ook geen investeringsuitgaven plaatsgevonden.
Waterschap Roer en Overmaas
95
Kredietvotering
Programma bestuur, externe communicatie en belastingen Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
-
-
-
Netto kredietvotering programma bestuur, externe communicatie en belastingen
-
-
-
In het verslagjaar is geen kredietvotering noodzakelijk gebleken.
96
Programmarekening 2010
6.7
Programma bedrijfsvoering
Wat kost het
Programma bedrijfsvoering Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Kosten Opbrengsten
22.833.938 656.000
22.479.145 651.000
21.582.714 656.561
Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten
22.177.938
21.828.145
20.926.153
-
-
-
1.204.251 5.586.281 4.192.631
1.204.251 5.586.281 4.192.631
877.104 6.029.707 4.057.909
10.053.95214.360.7778.746.372-
10.053.95214.360.7778.746.372-
9.490.49713.657.1998.743.177-
Bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg Opbrengstverevening met Waterschap Peel en Maasvallei Van programma bedrijfsvoering: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten Naar programma's: Rente en afschrijvingen Personeelskosten Overige kosten
Netto kosten programma bedrijfsvoering
-
349.793-
-
De netto kosten exclusief de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten van dit programma zijn lager uitgevallen dan verwacht. De belangrijkste afwijkingen hebben betrekking op: • De rente en afschrijvingen van investeringsprojecten en salariskosten. Deze kosten worden in totaliteit in eerste instantie verantwoord binnen dit programma. Voor een toelichting wordt dan ook verwezen naar hoofdstuk 8, de exploitatierekening naar kosten en opbrengsten. • Een overschot op het exploitatiebudget adviezen van derden en bijdrage derden mede doordat het opstellen van een nieuw ICT beleidsplan wordt doorgeschoven naar 2011 en bepaalde bijdragen aan Het Waterschapshuis pas doorbelast worden bij de instap of oplevering van desbetreffende toepassingen. • Lagere uitgaven dan begroot op het exploitatiebudget onderhoud software doordat vorig jaar een bijstelling heeft plaatsgevonden in verband met onduidelijkheid met betrekking tot de IRIS software. Deze bijstelling was achteraf niet nodig geweest. • Onderuitputting van de budgetten elektriciteit, gas, portokosten, druk- en bindwerk en telefoonkosten vaste telefonie. • Hogere kosten in verband met de uitspraak door het gerechtshof te Den Bosch met betrekking tot de geëiste schadevergoeding door de bewoners van een woonhuis gelegen aan de Gouverneur Hövelstraat te Sittard De toegerekende kosten binnen het programma bedrijfsvoering zijn iets lager uitgevallen dan waarmee rekening was gehouden.
Waterschap Roer en Overmaas
97
Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
3.016.000 -
1.985.000 -
792.210 -
Netto investeringsuitgaven programma bedrijfsvoering
3.016.000
1.985.000
792.210
Programma bedrijfsvoering
De daling van de uitgaven op het programma bedrijfsvoering wordt in het bijzonder verklaard door: • Steunpunt buitendienst Het realiseren van een oplossing voor het opslagprobleem van het calamiteitenmateriaal in combinatie met de huisvesting van de regio Noord van de buitendienst wordt grotendeels doorgeschoven naar 2011 • Geografische informatievoorziening. De uitgaven op het project “Implementatie IRIS’ zijn lager dan begroot dit wordt veroorzaakt doordat door de ontwikkelingen in wet- en regelgeving, de authentieke basisregistraties, de doorontwikkeling/aanpassing van IRIS hierop en de organisatorische ontwikkelingen binnen het waterschap een aantal geplande activiteiten slechts beperkt zijn uitgevoerd. De overige activiteiten worden na 2010 opgepakt als de benodigde voorzieningen beschikbaar zijn. Ook de geplande uitgaven op het project ‘Geodata op orde’ zijn maar deels gerealiseerd. Door wijzigende wet- en regelgeving veranderen werkprocessen en de benodigde eisen aan de daarvoor benodigde geografische datasets, de zogenaamde minimale dataset. Door het niet voldoende duidelijk krijgen van de minimale dataset is het opstarten van de pilot in 2009 mislukt en hierdoor kon de uitvoering in 2010 van het daadwerkelijk op orde brengen van de gegevens niet starten De projectplanning met de bijbehorende investeringen zijn hierdoor een jaar vooruitgeschoven, de genoemde pilot is in het vierde kwartaal van 2010 opgestart. Kredietvotering
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Uitgaven Inkomsten
5.090.000 -
1.305.000 -
1.307.495 -
Netto kredietvotering programma bedrijfsvoering
5.090.000
1.305.000
1.307.495
Programma bedrijfsvoering
In het verslagjaar zijn door het dagelijks bestuur binnen dit programma vier kredieten gevoteerd. Te weten voor de projecten ‘Steunpunt buitendienst’, ‘Bedrijfsauto’s overname leaseauto’s’, ‘aanschaf machines/materieel buitendienst’ en ‘Geodata op orde’.
98
Programmarekening 2010
7
Exploitatierekening naar kostendragers
In dit hoofdstuk wordt de realisatie naar kostendrager weergegeven. Met ingang van 2009 kent het waterschap twee kostendragers, te weten het watersysteembeheer en het zuiveringsbeheer. Het watersysteembeheer bevat de kosten van het (voormalige) waterkwantiteitsbeheer, het waterkeringsbeheer en van het passieve kwaliteitsbeheer. De kosten van het watersysteembeheer worden opgebracht door inwoners en eigenaren van gebouwde en ongebouwde onroerende zaken en natuurterreinen. Het zuiveringsbeheer bevat de kosten voor het zuiveren en transporteren van afvalwater en de verwerking van het zuiveringsslib. Deze taak wordt uitgevoerd door het Waterschapsbedrijf Limburg. Ook een gedeelte van de kosten van bestuur, externe communicatie en vergunningverlening en handhaving van de Wvo worden tot het zuiveringsbeheer gerekend. Deze taak wordt uitgevoerd door het Waterschap Roer en Overmaas. De kosten van het zuiveringsbeheer worden opgebracht door zowel de huishoudens als de bedrijven op basis van het aantal vervuilingeenheden. De wijze van toerekening van de kosten naar de beide kostendragers wordt onderstaand kort toegelicht. Bovendien wordt per kostendrager een toelichting gegeven op de dekking van deze kosten; de 'dekkingsmiddelen'.
7.1
Kostentoerekening
De principes die gehanteerd zijn bij de kostentoerekening bepalen hoe de kosten worden toegerekend aan de uiteindelijke kostendragers (lees taken). Deze kostendragers vormen de basis voor de opbrengst waterschapslasten. Omdat de kostentoerekening van groot belang kan zijn op de hoogte van de belastingtarieven en bestuurlijke aandacht dient te hebben wordt deze toerekening onderstaand toegelicht. Binnen ons waterschap vindt de interne kostentoerekening plaats op basis van bedrijfseconomische principes. Alle indirecte kosten worden doorberekend naar de producten die resulteren in programma's en onderdeel uitmaken van de taak watersysteembeheer en/of de taak zuiveringsbeheer. Een uitgebreide toelichting op de kostentoerekening is opgenomen in bijlage F. De kosten van het zuiveringsbeheer bestaan enerzijds uit het aandeel van het zuiveringsbeheer van de aan het Waterschapsbedrijf Limburg te betalen bijdrage en anderzijds uit een gedeelte van de kosten van bestuur, externe communicatie en vergunningverlening en handhaving die worden toegerekend aan het zuiveringsbeheer. In de in deze programmarekening opgenomen bijlage G is de verdeling van de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg over de beide kostendragers opgenomen, waarvan € 47.232.570 betrekking heef op het zuiveringsbeheer. Daarnaast worden een gedeelte van de kosten van het bestuur, de externe communicatie en vergunningverlening en handhaving van de Wvo van € 1.127.889 waardoor het totaal van de kosten van het zuiveringsbeheer in 2010 uitkomt op € 48.360.459 (bijlage H). Het restant van de waterschapsbegroting is toegerekend aan het watersysteembeheer.
Waterschap Roer en Overmaas
99
7.2
Kostendrager
Het resultaat van de kostentoerekening naar de kostendragers en de bijbehorende dekkingsmiddelen per kostendrager kan volgens de programma-indeling voor 2010 als volgt worden weergegeven:
Kostendragers 2010
Kostendrager Watersysteem Zuiverings beheer beheer
Totaal
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen
2.535.870 13.735.302 1.332.028 0 5.584.962 5.501.216
340.133 0 0 43.862.301 564.481 3.358.874
2.876.003 13.735.302 1.332.028 43.862.301 6.149.443 8.860.090
Programmatotaal
28.689.378
48.125.789
76.815.167
0 6.990 -463.059
0 234.670 0
0 241.660 -463.059
28.233.309
48.360.459
76.593.768
Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Dividenden en overige algemene opbrengsten Totaal netto kosten
Voor een nadere opbouw van de programma's met bijbehorende beleidsproducten wordt verwezen naar bijlage H.
7.3
Dekkingsmiddelen
De netto kosten per kostendrager zijn gedekt door de opbrengst waterschapsbelastingen en kan voor het verslagjaar als volgt worden weergegeven:
Dekkingsmiddelen 2010
Kostendrager Watersysteem Zuiverings beheer beheer
Totaal
Opbrengst waterschapsbelasting Correctie kwijtschelding Correctie oninbaarverklaringen
29.499.514 -355.000 -138.200
49.524.103 -894.770 -518.055
79.023.617 -1.249.770 -656.255
Dekkingsmiddelen
29.006.314
48.111.278
77.117.592
Voor een toelichting op de opbrengst waterschapsbelastingen, inclusief kwijtschelding en oninbaarverklaringen wordt verwezen naar paragraaf 2.6 en 8.2.
100
Programmarekening 2010
7.4
Realisatie kostendragers 2010 versus gewijzigde begroting 2010
In artikel 4.33 van het Waterschapsbesluit wordt aangegeven dat naast de in de jaarrekening naar kostendragers genoemde bedragen ook het bedrag van de begroting en de begroting na wijziging van het verslagjaar dient te worden weergegeven. Watersysteembeheer Onderstaand wordt de realisatie van de netto kosten en de dekkingsmiddelen van het watersysteembeheer versus de begroting en de gewijzigde begroting weergegeven. Indien sprake is van een aanmerkelijk verschil ten opzichte van de gewijzigde begroting wordt dit kort toegelicht. 2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
2.903.226 14.260.116 1.062.695 0 5.875.861 5.703.267 0
2.925.856 14.260.116 1.092.695 0 5.903.861 5.681.892 -349.793
2.535.870 13.735.302 1.332.028 0 5.584.962 5.501.216 0
29.805.165
29.514.627
28.689.378
100.000 7.014 -463.059
779.361 7.014 -463.059
0 6.990 -463.059
Totaal netto kosten
29.449.120
29.837.943
28.233.309
Opbrengst watersysteemheffing Opbrengst verontreinigingsheffing Correctie kwijtschelding Correctie oninbaarverklaringen Onttrekking egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing
27.652.400 687.820 -342.000 -139.100
28.040.186 687.820 -355.000 -143.178
28.811.694 687.820 -355.000 -138.200
1.590.000
1.590.000
0
Dekkingsmiddelen
29.449.120
29.819.828
29.006.314
0
-18.115
773.005
Programma's en dekkingsmiddelen watersysteembeheer Begroting Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering Programmatotaal Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Dividend en overige algemene opbrengsten
Exploitatieresultaat
De realisatie op het programmatotaal is positief uitgevallen door een afname van het netto kostenniveau. Mede als gevolg van het feit dat de wijzigingen in het programma bedrijfsvoering tussentijds niet worden doorberekend naar de overige programma’s wordt voor een toelichting op de afwijking van de individuele programma’s verwezen naar hoofdstuk 6. Van de bijgestelde post onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas is geen gebruik gemaakt. Voor een toelichting op de hogere opbrengst watersysteemheffing wordt verwezen naar paragraaf 2.6 en 8.2. Ten opzichte van de raming heeft in de realisatie geen onttrekking aan de egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing plaatsgevonden omdat onttrekkingen aan reserves door middel van separate besluitvorming door het algemeen bestuur dienen plaats te vinden.
Waterschap Roer en Overmaas
101
Zuiveringsbeheer Onderstaand wordt de realisatie van de netto kosten en de dekkingsmiddelen van het zuiveringsbeheer versus de begroting en de gewijzigde begroting weergegeven. Indien sprake is van een aanmerkelijk verschil ten opzichte van de gewijzigde begroting wordt dit kort toegelicht.
Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen
341.321 0 0 44.015.473 1.013.351 3.487.243
341.321 0 0 44.015.473 1.003.351 3.471.118
340.133 0 0 43.862.301 564.481 3.358.874
Programmatotaal
48.857.388
48.831.263
48.125.789
235.490
235.490
234.670
Totaal netto kosten
49.092.878
49.066.753
48.360.459
Opbrengst zuiveringsheffing Correctie kwijtschelding Correctie oninbaarverklaringen Onttrekking egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing
49.765.700 -1.174.000 -248.822
49.768.690 -1.174.000 -259.822
49.524.103 -894.770 -518.055
750.000
750.000
0
Dekkingsmiddelen
49.092.878
49.084.868
48.111.278
0
18.115
-249.181
Programma's en dekkingsmiddelen zuiveringsbeheer
Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg
Exploitatieresultaat
De realisatie op het programmatotaal is ook hier door een afname van het netto kostenniveau positief uitgevallen. Verder geldt hier ook dat de wijzigingen in het programma bedrijfsvoering tussentijds niet worden doorberekend naar de overige programma’s. Voor een toelichting op de afwijking van de individuele programma’s wordt verwezen naar hoofdstuk 6. Voor een toelichting op de lagere opbrengst zuiveringsheffing en de lagere correctie kwijtschelding en correctie oninbaarverklaringen wordt verwezen naar paragraaf 2.6 en 8.2. Ten opzichte van de begroting heeft in de realisatie geen onttrekking aan de egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing plaatsgevonden omdat onttrekkingen aan reserves, zoals eerder aangegeven, dienen plaats te vinden door middel van separate besluitvorming door het algemeen bestuur.
102
Programmarekening 2010
8
Exploitatierekening naar kosten en opbrengsten
Naast de programmaopzet blijft de insteek naar kostensoorten in de BBVW een verplichting. In onderstaand overzicht worden dan ook de kosten en opbrengsten gepresenteerd van de begroting, de gewijzigde begroting en de realisatie 2010.
Omschrijving kosten Begroting
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
4101 4102 4103 41
Externe rentelasten Interne rentelasten Afschrijvingen van activa Rente en afschrijvingen
3.074.798 377.241 6.671.913 10.123.952
2.969.798 377.241 6.412.568 9.759.607
2.947.680 55.869 6.574.739 9.578.288
4201 4202 4204 4205 4206 42
Salarissen huidig personeel en bestuurders Sociale premies Overige personeelslasten Personeel van derden Uitkeringen voormalig personeel en bestuurders Personeelslasten
8.012.333 1.366.418 371.680 150.000 167.050 10.067.481
7.862.333 1.366.418 418.480 210.000 167.050 10.024.281
7.567.380 1.257.851 326.098 340.004 115.497 9.606.830
4301 4302 4303 4304 4307 4308 4309 4310 4310 43
Duurzame gebruiksgoederen Overige gebruiks- en verbruiksgoederen Energie Huren en rechten Verzekeringen Belastingen Onderhoud door derden Overige diensten door derden Overige diensten door derden WBL Goederen en diensten van derden
252.800 519.100 191.500 316.500 117.625 35.450 4.102.225 1.914.110 51.281.690 58.731.000
253.300 480.500 191.500 316.500 117.625 35.450 4.356.225 1.919.092 51.281.690 58.951.882
217.945 381.663 170.211 294.103 124.509 33.615 3.902.641 1.759.105 51.281.690 58.165.482
4402 Bijdragen aan overheden 4403 Bijdragen aan overigen 44 Bijdragen aan derden
32.000 473.250 505.250
842.000 463.250 1.305.250
660.981 342.638 1.003.619
4501 Toevoegingen aan voorzieningen 4502 Onvoorzien 45 Toevoegingen voorzieningen / onvoorzien
800.000 100.000 900.000
35.000 779.361 814.361
175.085 175.085
80.327.683
80.855.381
78.529.304
Totaal kosten
Waterschap Roer en Overmaas
103
Omschrijving opbrengsten Begroting 8101 8102 8103 81
Externe rentebaten Interne rentebaten Dividenden en bonusuitkeringen Financiële baten
8201 Baten in verband met salarissen en sociale lasten 8202 Uitlening van personeel 82 Personele baten
2010 Gewijzigde begroting
Realisatie
70.000 209.876 463.059 742.935
70.000 209.876 463.059 742.935
58.151 55.869 463.059 577.079
15.000 16.000 31.000
40.000 16.000 56.000
50.481 36.162 86.643
8302 8304 8306 83
Verkoop van duurzame goederen Opbrengst uit grond en water Diensten voor derden Goederen en diensten aan derden
7.500 142.250 149.750
7.500 136.250 143.750
1.200 10.841 78.656 90.697
8401 8401 8402 84
Bijdragen van overheden Bijdragen van overheden WPM Bijdragen van overigen Bijdragen van derden
312.000 312.000
508.000 508.000
547.328 178.458 11.234 737.020
8501 8502 8503 8504 8505 8506 8507 8508 8509 85
Opbrengst omslag gebouwd Opbrengst ingezetenenomslag Opbrengst omslag ongebouwd Opbrengst omslag natuurterreinen Opbrengst verontreinigingsheffing Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens Oninbaarverklaringen Kwijtscheldingen Waterschapsbelastingen
8603 Geactiveerde lasten 86 Interne verrekeningen
Totaal opbrengsten
14.865.500 10.783.900 1.980.700 22.300 687.820 12.132.100 37.633.600 387.9221.516.00076.201.998
15.324.200 10.776.480 1.914.668 24.838 687.820 13.314.230 36.454.460 392.0001.540.00076.564.696
15.710.896 10.954.175 1.948.805 24.838 860.800 12.250.660 37.273.443 656.2551.249.77077.117.592
550.000 550.000
500.000 500.000
444.097 444.097
77.987.683
78.515.381
79.053.128
Exploitatieresultaat; saldo opbrengsten minus kosten
2.340.000-
2.340.000-
523.824
Negatief exploitatieresultaat: dekking uit reserves Positief exploitatieresultaat: resultaatsbesteming
2.340.000
2.340.000
523.824-
In de voorschriften is opgenomen dat de kostensoorten dienen als informatieve waarde voor het algemeen bestuur waardoor een toelichting hierop niet verplicht is. Gelet op het feit dat een toelichting de inzichtelijkheid van deze componenten ten goede komt is er voor gekozen om op hoofdlijnen een korte toelichting te geven op de exploitatierekening van het waterschap naar het gezichtspunt van de kostensoorten versus de gewijzigde begroting. Dit is ook de lijn die gevolgd is in de begroting, de voorjaarsrapportage en de najaarsrapportage 2010 waar eveneens een beschouwing is gegeven naar dit gezichtspunt.
104
Programmarekening 2010
8.1
Toelichting op kosten
Onderstaand is de verdeling van de werkelijke kosten over het verslagjaar grafisch weergegeven.
Bijdragen aan derden 1,3%
Goederen en diensten van derden 74,1%
Toevoegingen voorzieningen / Onvoorzien 0,2% Rente en afschrijvingen 12,2%
Personeelslasten 12,2%
Rente en afschrijvingen De totale kosten van rente en afschrijving hebben in het verslagjaar € 9.578.288 bedragen, waarvan € 3.003.549 rente en € 6.574.739 afschrijvingen. Deze kosten hebben hoofdzakelijk betrekking op investeringsprojecten in materiële activa. Rente Het resultaat op de externe rentelasten is ten opzichte van de gewijzigde raming € 22.118 positief en wordt beïnvloed door een afname van de rekening-courantrente. Het percentage van de rekening-courantrente waarmee in de raming rekening was gehouden is in het verslagjaar ondanks het economische herstel aanzienlijk achtergebleven. Hierdoor is het renteniveau van de debetrente lager uitgevallen dan waarmee rekening was gehouden. De berekende rente over de eigen financieringsmiddelen, de interne rentelasten, wijkt eveneens aanzienlijk af van de raming, € 321.372 positief. Dit wordt veroorzaakt doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage, gelet op de renteontwikkeling beperkt is gebleven tot 0,30%. Daarnaast is op begrotingsbasis rente toegevoegd aan de egalisatiereserves watersysteemheffing en zuiveringsheffing terwijl dit op rekeningbasis via de resultaatsbestemming dient te plaats te vinden. Dit heeft erin geresulteerd dat de interne rentelasten in het verslagjaar een aanzienlijke daling hebben laten zien.
Waterschap Roer en Overmaas
105
Afschrijvingen Het resultaat op de afschrijvingskosten is ten opzichte van de gewijzigde begroting € 162.171 negatief. Dit is een gevolg van het feit dat het gerealiseerde netto investeringsniveau in het verslagjaar € 1.688.047 lager is dan het bijgestelde investeringsniveau. Het betreft hierbij vooral een aantal investeringen met een korte afschrijvingstermijn wat dan ook geresulteerd heeft in een afname van de afschrijvingskosten met € 33.614. Daarnaast dient eenmaal per jaar te worden nagegaan of de activa die op de balans zijn vermeld, nog wel worden gebruikt en of deze, mede gegeven de te verwachten resterende gebruiksduur, nog tegen de juiste waarde zijn gewaardeerd. Een natuurlijk moment voor deze evaluatie is bij het opstellen van de jaarrekening. Indien de activa tegen een te hoge waarde op de balans staan, dient de waardevermindering ten laste van de exploitatierekening te worden gebracht. De immateriële en materiële vaste activa zijn bij het opstellen van de jaarrekening beoordeeld. Deze beoordeling heeft erin geresulteerd dat in het verslagjaar in verband met het buiten gebruik stellen van de mobiele telefoons, door technische problemen en de vervanging hiervan op het project ‘integratie data en telecommunicatie’, de boekwaarde van deze toestellen van € 16.630 versneld is afgeschreven. Verder worden in het verslagjaar een aantal investeringsprojecten uit onderhanden werken die niet tot uitvoering komen financieel afgesloten. Het betreft voorbereidingskosten die conform de ‘nota vaste activa 2008’ over een zo kort mogelijke periode (in één keer) dienen te worden afgeschreven. In het verslagjaar is daarom € 173.752 extra afgeschreven. Daarnaast zijn gelet op de ‘nota vaste activa 2008’ een klein aantal projecten, waarvan de boekwaarde kleiner of gelijk is dan € 2.500, in het verslagjaar voor € 5.403 extra afgeschreven. In totaliteit is dan ook € 195.785 voor versnelde afschrijving in aanmerking gekomen. Projecten Materiële vaste activa Integratie date en telecommunicatie Projecten met een boekwaarde kleiner dan € 2.500
Bedrag
16.630 4.541
Immateriële vaste activa Projecten die niet tot uitvoering komen Operationeel besturingssysteem Geleenbeek / Caumerbeek Masterplan Geleenbeek Landschapspark De Graven Herinrichting Gulp te Slenaken Projecten met een boekwaarde kleiner dan € 2.500
123.611 33.042 13.925 3.174 862
Voor een uitgebreide toelichting op het investeringsniveau 2010 wordt verwezen hoofdstuk 6. Hierin worden per programma de investeringen nader toegelicht.
106
Programmarekening 2010
Personeelslasten De personeelslasten hebben in het verslagjaar in totaliteit € 9.606.830 bedragen. Binnen deze kostencomponent wordt het grootste deel in beslag genomen door de salariskosten en de sociale premies van het personeel en bestuur die zijn uitgekomen op € 8.825.231. Op de personeelslasten resteert ten opzichte van de gewijzigde begroting een overschot van € 417.451. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de post salarissen van het bestuur en personeel zijn afgenomen met € 294.953. In verband met de nieuwe organisatiestructuur die per 1 januari 2010 is doorgevoerd is in het verslagjaar gestart met het invullen van de openstaande vacatures waarvan afronding is voorzien in 2011. De gemiddeld lagere dan geraamde personeelssterkte - werkelijke formatie 129,22 fte en normatieve formatie 136,65 fte - heeft in het verslagjaar dan ook een positief effect gehad op de salariskosten. Daarnaast was in de begroting 2010 rekening gehouden met een loonstijging van 2%. Na moeizame onderhandelingen is in juni 2010 een nieuwe CAO voor het waterschapspersoneel afgesloten met een looptijd van 1 oktober 2009 tot 1 januari 2012. In deze CAO is de loonstijging in het verslagjaar beperkt gebleven tot een eenmalige uitkering van € 400. De sociale lasten zijn afgenomen met € 108.567. Dit is zowel een gevolg van het feit dat bij de berekening van de premies in de begroting rekening is gehouden met de op dat moment geldende percentages (2009)en de percentages voor 2010 verlaagd zijn en van het feit dat over minder fte sociale lasten zijn betaald. Het overschot op de overige personeelslasten bedraagt € 92.382. Dit is vooral een gevolg van de onderschrijding op de kosten die gemoeid waren met studie, training, opleiding en symposia van € 52.738. Daarnaast zijn de kosten die gemoeid zijn met de invulling van vacatures eveneens € 27.943 lager uitgevallen en zijn de kosten van de ondernemingsraad en inhuur kantine afgenomen met respectievelijk € 9.285 en € 6.103. Doordat minder gebruik is gemaakt van wachtgeldverplichtingen is de post uitkeringen voormalig personeel en bestuur in 2010 onderschreden met € 51.553. In het verslagjaar is, voor de inhuur van een tijdelijk afdelingshoofd, de administratieve ondersteuning van een afdeling en vervanging van een medewerkster in verband met zwangerschapsverlof meer gebruik gemaakt van uitzendkrachten en ingehuurd personeel. Hierdoor bedraagt het tekort op de post personeel derden ten opzichte van gewijzigde begroting € 130.004. Goederen en diensten van derden De totale kosten van goederen en diensten van derden bedragen € 58.165.482. Deze kosten bestaan voor ruim 88% uit de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg. Hiervan geldt dat de begroting gelijk is aan de jaarrekening. In het verslagjaar bedroeg de bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg € 51.281.690. Het totaal van goederen en diensten van derden (exclusief de bijdrage aan het waterschapsbedrijf) kende ten opzichte van de gewijzigde begroting een overschot van € 786.400. Binnen deze hoofdgroep hebben zich op alle onderdelen onderschrijdingen voorgedaan.
Waterschap Roer en Overmaas
107
Het overschot op het onderdeel duurzame gebruiksgoederen bedraagt € 35.355 en is vooral een gevolg van de lager kosten voor afrasteringen € 15.194, projectborden € 7.984, werkmaterieel en gereedschap € 6.604, meubilair € 2.304 en aankoop hard- en software € 6.919. Daartegenover is de post aankoop vangmaterialen t.b.v. de rattenbestrijding toegenomen met € 3.650. De overige gebruiksgoederen en verbruiksgoederen zijn gedaald met € 98.837. Dit wordt veroorzaakt door een groot aantal kleine posten waarbij de belangrijkste de afname van beplantingsmateriaal met € 12.017, representatie en vergaderkosten met € 12.491, kleding en uitrusting voor de buitendienstmedewerkers en de calamiteitenorganisatie met € 39.928, computersupplies met € 16.892 en druk- en bindwerk met € 10.817. De huren en rechten zijn afgenomen met € 22.397. Dit is voornamelijk een gevolg van het feit dat de kosten voor het leasen van vervoermiddelen € 19.141 lager zijn uitgevallen omdat in het verslagjaar de leaseauto’s van de buitendienst niet zijn vervangen maar in eigendom zijn overgenomen. Het belangrijkste overschot van € 453.584 heeft betrekking op het onderhoud door derden. Zo zijn de kosten die gemoeid zijn met het onderhoud van het meetnet in 2010 € 31.344 lager uitgevallen dan verwacht. De kosten van het profielonderhoud en onderhoud groenvoorziening binnen het beheersgebied zijn, ondanks de hoogwatersituatie in het 2e weekend van november 2010 waarvan de kosten € 108.846 hebben bedragen, afgenomen met € 208.959. Terwijl de stortkosten met betrekking tot het afvoeren van vuil en maaisel zijn gedaald met € 49.757. De onderhoudskosten van het gebouw zijn echter in het verslagjaar toegenomen met € 6.165. Verder heeft zich nog een aanzienlijk onderschrijding voorgedaan bij de het onderhoud van hard- en software van € 163.828. De oorzaak hiervan is vooral gelegen in het feit dat in 2010 door de onduidelijkheid over de onderhoudskosten voor IRIS (geografische informatievoorziening) de onderhoudskosten software te hoog zijn geschat. Ook zijn een aantal voorgenomen hardware vernieuwingen doorgeschoven naar 2011 waardoor het onderhoud van deze vernieuwingen in het verslagjaar niet noodzakelijk is gebleken. Tot slot resteert op het onderdeel overige diensten door derden nog een overschot van € 159.987. De adviezen van derden zijn afgenomen met € 212.906. Zo is de externe ondersteuning voor het opstellen van nieuw ICT beleidsplan doorgeschoven naar 2011. Ook het feit dat bepaalde bijdrages aan het Waterschaphuis pas worden doorbelast bij de instap of oplevering van desbetreffend toepassingen heeft een positief effect gehad. Verder zijn geen saneringsonderzoeken voor herinrichtinglocaties en kwaliteitsonderzoeken uitgevoerd, zijn de onderzoekkosten voor onderhoudsmethoden en de maaibestekken voordelig uitgevallen en zijn de advieskosten in het kader van de doorontwikkeling van de organisatie beperkt gebleven. De advieskosten voor Kwaliteit Arbo en Milieu (KAM) zijn toegenomen in verband met het ISOproof maken van de organisatie. Ook de juridische kosten zijn als gevolg van de advocaatkosten die gemoeid zijn met het Landsbanki dossier hoger uitgevallen dan geraamd. De post schadevergoedingen is door een door de rechter toegekende schadevergoeding aan de bewoners van het woonhuis gelegen aan de Gouverneur Hövelstraat toegenomen met € 148.139. Daarnaast laten een aantal kleine posten op dit onderdeel een onderschrijding zien waarbij de belangrijkste de afname van de telefoonkosten met € 17.106, audio visuele apparatuur met € 13.750, kosten accountant met € 7.175 en advertentiekosten externe communicatie met € 39.101 zijn. Naast de genoemde onderschrijdingen zijn de kosten voor exposities en educatieve activiteiten door de bijdrage in het project waterleerpad Meeldertvloedgraaf en een leerlijn voor het voortgezet onderwijs overschreden met € 27.450. Daartegenover laten de kosten die gemoeid zijn met het buitenlandbeleid een onderuitputting zien van € 13.485.
108
Programmarekening 2010
Bijdragen aan derden De bijdragen aan derden van € 1.003.619 zijn ten opzichte van de gewijzigde begroting gedaald met € 301.631. Op het onderdeel ‘bijdrage aan overheden’ wordt dit in het verslagjaar voornamelijk veroorzaakt door de onderschrijdingen op de uitgaven betreffende de 'regeling stimuleren afkoppelen verhard oppervlak' en 'stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking met bodembedekking' (lees erosiebestrijding) van respectievelijk € 113.851 en € 33.293. Verder zijn in 2010 de projectvoorbereidingskosten voor gebiedsbureaus € 30.000 achterwege gebleven. Op het onderdeel ‘bijdrage aan overigen’ is de bijdrage aan het projectbureau Maas (Kaderrichtlijn water) beperkt gebleven en afgenomen met € 28.507. Verder is de bijdrage aan ‘Het Waterschapshuis’ met € 76.148 onderschreden, dit als gevolg van het feit dat de in 2010 vastgestelde begroting van Het Waterschapshuis uiteindelijk lager is uitgevallen dan oorspronkelijk was voorzien. Toevoegingen voorzieningen/onvoorzien De toevoeging aan de voorzieningen en de post onvoorzien bedraagt in het verslagjaar € 175.085 en is ten opzichte van de gewijzigde begroting toegenomen met € 140.085. Dit wordt volledig veroorzaakt doordat de toevoeging aan de 'voorziening pensioen- en uitkeringsverplichtingen' € 140.085 niet was geraamd. Deze toevoeging is tot stand gekomen op basis van een opgave van Raet over de actuariële berekening van acht bestuurspensioenen per 31 december 2010. Tot slot kan nog worden vermeld dat van de post onvoorzien, die in het verslagjaar als gevolg van de financiële effecten van de voorjaarrapportage en najaarsrapportage tussentijds is bijgesteld tot € 779.361, geen gebruik is gemaakt.
Waterschap Roer en Overmaas
109
8.2
Toelichting op opbrengsten
Onderstaand zijn de werkelijk opbrengsten over het verslagjaar grafisch weergegeven.
Interne verrrekeningen 0,6% Financiele baten 0,7% Waterschapsbelastingen 97,6%
Personele baten 0,1%
Goederen en diensten aan derden 0,1% Bijdragen van derden 0,9%
Financiële baten De financiële baten van € 577.079 zijn opgebouwd uit externe en interne rentebaten evenals uit de dividenduitkering van de NWB bank. De externe rentebaten van € 58.151 worden veroorzaakt door drie factoren. Ten eerste is van Waterschapsbedrijf Limburg in 2010 een bedrag aan rekening-courantrente ontvangen van € 7.295, omdat de belastingontvangsten binnenkomen bij het waterschapsbedrijf alvorens deze worden doorgestuurd naar de waterschappen. Ten tweede heeft de oplegging van de waterschapslasten in het verslagjaar gespreid plaatsgevonden waardoor de ontvangstenstroom positief is beïnvloed. Doordat de ontvangsten in een piek binnenkomen en niet parallel lopen met de uitgaven is in 2010 sprake geweest van een tijdelijke overliquiditeit. De gelden die niet direct noodzakelijk waren, zijn rekeninghoudende met de besluitvorming door het algemeen bestuur weggezet bij de Rabobank en hebben een rentebedrag van € 45.056 opgebracht (zie paragraaf 3.6.2). Ten derde heeft het reguliere banksaldo in 2010 geleid tot een opbrengst rente rekening-courant van € 5.800. Het negatieve resultaat van de externe baten ten opzichte van de gewijzigde begroting van € 11.849 en wordt volledig veroorzaakt door de lagere renteopbrengst van het Waterschapsbedrijf Limburg. In de raming werd nog uitgegaan van een opbrengst van € 25.000.
110
Programmarekening 2010
Het niveau van de interne rentebaten is ten opzichte van de gewijzigde begroting afgenomen met € 154.007. Dit wordt veroorzaakt doordat op begrotingsbasis voor de eigen financieringsmiddelen een rentepercentage is gehanteerd van 2,50% en op rekeningbasis dit percentage, ondanks het beperkte economische herstel beperkt is gebleven tot 0,30%. De hogere stand van de reserves en voorzieningen ten opzichte van de begroting en doordat in het verslagjaar - conform de BBVW - geen rente is toegevoegd aan de egalisatiereserves watersysteemheffing en zuiveringsheffing (dient plaats te vinden bij de resultaatsbestemming) heeft de daling van de interne rentebaten enigszins gecompenseerd. Tot slot is van de NWB bank is op basis van het aandelenbezit in het verslagjaar een dividenduitkering ontvangen van € 463.059. Personele baten De opbrengsten personele baten van € 86.643 hebben betrekking op bijdrage van derden in de salariskosten. Ten opzichte van de bijgestelde begroting is deze post met € 30.643 toegenomen. Dit is het gevolg van hogere de bijdragen van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) in de kosten van zwangerschap, ziekte en WAO van een aantal medewerkers en de ontvangen bijdrage voor de detachering van een tweetal medewerkers bij de gemeente Maastricht. Goederen en diensten aan derden De goederen en diensten aan derden van € 90.697 hebben betrekking op verleend jacht- en visrecht, controle van zwemwater t.b.v. de provincie, handhaving van de wet afvalwater, uitwisseling van geografische gegevens en de onderhoudvergoeding van Oolderveste. De opbrengsten zijn in het verslagjaar ten opzichte van de bijgestelde begroting gedaald met € 53.053. Naast het feit dat de opbrengst jacht- en visrecht in het verslagjaar € 3.341 hoger is uitgevallen dan verwacht wordt dit volledig veroorzaakt doordat de leges handhaving wet afvalwater met € 59.176 zijn achtergebleven bij de raming. Vooruitlopend op het feit dat de werkzaamheden in het kader van de wet afvalwater per 1 januari 2011 komen te vervallen hebben in het verslagjaar slechts een zeer beperkt aantal gemeenten een beroep op ons gedaan voor handhaving. Bijdragen van derden De bijdrage van derden van € 737.020 hebben voornamelijk betrekking op de provinciale bijdrage voor de muskusratten- en beverrattenbestrijding en de vereveningbijdrage vervuilingseenheden (ve’s) tussen de beide Limburgse waterschappen. Ten opzichte van de bijgestelde begroting zijn de ‘bijdragen van derden’ toegenomen met € 229.020. De toename wordt voornamelijk veroorzaakt doordat de verevening van het aantal (indirecte) ve’s van € 178.458 per 31 december 2010 van Waterschap Peel en Maasvallei is verantwoord. De oorzaak hiervan is dat het aantal ve’s op basis van de realisatie over 2010 per beheersgebied afweek van de door het waterschapsbedrijf afgeven prognose bij de begroting 2010. Naast het feit dat het aantal ve’s inkomsten genereert, wordt dit ook gehanteerd als verdeelsleutel bij de toerekening van de kosten van begroting van het waterschapsbedrijf. Gelet op een in 2005 afgesloten vereveningsovereenkomst vindt op basis van de geconstateerde verschillen op het einde van het jaar dan ook een verevening plaats tussen de beide waterschappen.
Waterschap Roer en Overmaas
111
Daarnaast is de bijdrage van de provincie en het LLCM (Landelijke Coördinatie Commissie Muskusrattenbestrijding) voor de muskus- en rattenbestrijding € 5.957 hoger uitgevallen en is in het verslagjaar van SenterNovem nog een restsubsidie van € 5.063 ontvangen voor het project zwerfvuil waarmee in de raming geen rekening was gehouden. Tot slot is het resultaat nog positief beïnvloed door een nagekomen bijdrage over 2009 van de Regionale Brandweer Zuid-Limburg in de hoogwateroefening Rainbow van € 25.856. Waterschapsbelastingen Na afloop van het verslagjaar is door de unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg een door de accountant gewaarmerkte afrekening waterschapsheffingen 2010, 2009, 2008, 2007, 2006, 2005 en 2004 inclusief toelichting overlegd. Deze afrekening vormt de basis voor de verantwoording in 2010. Op basis van deze afrekening heeft de (bruto) opbrengst van de waterschapsbelastingen in het verslagjaar € 79.023.617 bedragen en is als volgt samengesteld: Watersysteemheffing Gebouwd Ingezetenen Ongebouwd Natuur
Verontreinigingsheffing Verontreinigingsheffing Zuiveringsheffing Zuiveringsheffing bedrijven Zuiveringsheffing huishoudens
15.710.896 10.954.175 1.948.805 24.838
860.800
12.250.660 37.273.443
Verder heeft op de belastingopbrengst een correctie voor kwijtschelding en oninbaarverklaringen plaatsgevonden van € 1.906.025 waardoor de netto opbrengst waterschapsbelastingen in het verslagjaar € 77.117.592 bedraagt. De specificatie van deze correctie ziet als volgt uit: Correctie belastingopbrengsten Kwijtscheldingen Oninbaarverklaringen
1.249.770 656.255
Ten opzichte van de bijgestelde begroting is de netto opbrengst waterschapsbelastingen in 2010 toegenomen met € 552.896. Deze toename bestaat uit een hogere opbrengst watersysteemheffing van € 598.528 en verontreinigingsheffing met € 172.980 evenals uit een daling van de opbrengst zuiveringsheffing met € 244.587. Genoemde componenten hebben betrekking op de heffingsjaren 2004 tot en met 2010 en zijn gebaseerd op de afrekening waterschapsheffingen. Daarnaast is de correctie voor de oninbaar kwijtschelding afgenomen met € 25.975 als gevolg van de afsluiting van de heffingsjaren 2004 tot en met 2006. De toename van de watersysteemheffing en verontreinigingheffing evenals de daling van de zuiveringsheffing is onderstaand toegelicht.
112
Programmarekening 2010
Watersysteemheffing De opbrengst watersysteemheffing is, in het verslagjaar zoals al aangegeven ten opzichte van de gewijzigde raming toegenomen met € 598.528. Dit betreft de hogere opbrengst waterschapslasten over de belastingjaren 2008, 2009 en 2010 met respectievelijk € 97.600, € 118.000 en € 298.000. Deze meeropbrengst is een gevolg van het feit dat de WOZ waarde van de categorie gebouwd en het aantal ingezetenen in de betreffende jaren hoger is uitgevallen dan waarmee door de unit Waterschapsheffingen rekening was gehouden. Verder heeft de afsluiting van de belastingjaren 2004 tot en met 2006 nog geresulteerd in een meeropbrengst van € 84.928. En is door dit afsluiten de post oninbaar en kwijtschelding in totaliteit afgenomen met € 4.978. Verontreinigingsheffing De opbrengst verontreinigingsheffing is ten opzichte van de gewijzigde raming toegenomen met € 172.980 wat volledig wordt veroorzaakt doordat in het belastingjaar 2009 in totaliteit 3.500 meer directe ve’s aan DSM zijn opgelegd dan waarmee rekening was gehouden. Zuiveringsheffing Uit de afrekening van de unit Waterschapsheffingen is gebleken dat de opbrengst van de zuiveringsheffing in het verslagjaar, ten opzichte van de gewijzigde raming, is afgenomen met € 244.587. De per saldo lagere opbrengst is opgebouwd uit de hogere opbrengst over het belastingjaar 2008 van € 533.000 die een gevolg is van de toename van het aantal ve’s met 11.000 (meetbedrijven 5.000 en woningen 6.000). Daarnaast wordt deze opbrengst negatief beïnvloed door de lagere opbrengst in 2009 van € 960.800. Die wordt veroorzaakt doordat het aantal ve’s voor de meetbedrijven in verband met de wijziging van de zuurstofnorm per 1 januari 2009 en door de gevolgen van de economische crisis 26.500 lager zijn uitgevallen. Daartegenover stond in het belastingjaar 2009 echter een toename van het aantal ve’s voor woningen waardoor per saldo sprake is geweest van een daling met 19.500 ve’s. Verder heeft ook hier de afsluiting van de heffingsjaren 2004 tot en met 2006 geresulteerd in een meeropbrengst van € 183.213 en is door dit afsluiten de post oninbaar en kwijtschelding met € 20.997. Tot slot kan nog worden opgemerkt dat in het verslagjaar in de Provincie Limburg het aantal ve’s met 6.000 is toegenomen ten opzichte van de begroting. Een en ander kan als volgt worden weergegeven. Aantale vervuilingseenheden - Waterschap Peel en Maasvallei - Waterschap Roer en Overmaas Totaal
2010 Begroting 569.000 1.013.000 1.582.000
Realisatie 575.000 1.013.000 1.588.000
Als gevolg van de toename van het aantal ve’s (begroting versus realisatie) bij ons collega waterschap en de daardoor ontstane verschillen tussen beide waterschappen, heeft in 2010 een verevening plaatsgevonden om ongewenste schommelingen in de exploitatie te voorkomen. Zoals aangegeven onder ‘bijdrage van derden’ heeft dit geresulteerd in een verevening van € 178.548 met Waterschap Peel en Maasvallei.
Waterschap Roer en Overmaas
113
Interne verrekeningen De interne verrekeningen van € 444.079 bestaan volledig uit geactiveerde lasten. Conform de BBVW en de ‘nota vaste activa 2008’, worden een gedeelte van de werkzaamheden van waterschapspersoneel verricht ten behoeve van investeringswerken geactiveerd. Ten opzichte van de bijgestelde begroting is deze post met € 55.903 gedaald doordat op realisatiebasis minder uren aan projecten zijn besteed dan geraamd.
8.3
Exploitatieresultaat
Gelet op bovenstaande uiteenzetting resulteert het saldo van kosten en opbrengsten over 2010 in een positief resultaat van € 523.824. In de begroting 2010 werd nog uitgegaan van een exploitatietekort van € 2.340.000. Dit betekent dan ook dat het exploitatieresultaat in het verslagjaar ten opzichte van de raming een positieve ontwikkeling heeft laten zien. Voor de bestemming van het positieve resultaat wordt verwezen naar het aan deel II gevoegde ‘Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening inclusief bestemming van het resultaat’.
114
Programmarekening 2010
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Aan het Algemeen Bestuur van Waterschap Roer en Overmaas Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit financieel verslag opgenomen jaarrekening 2010 van het Waterschap Roer en Overmaas gecontroleerd, bestaande uit de balans per 31 december 2010 en de rekening 2010 van lasten en baten naar soort met de toelichtingen, waarin zijn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheid van het Dagelijks Bestuur Het Dagelijks Bestuur is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van de verantwoording financieel beheer, beide in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Tevens is het Dagelijks Bestuur verantwoordelijk voor de financiële rechtmatigheid van de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties. Dit houdt in dat deze bedragen in overeenstemming dienen te zijn met de begroting en met de in de relevante weten regelgeving opgenomen bepalingen. Dagelijks Bestuur is daarnaast verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van de jaarrekening mogelijk te maken zonder afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 109, tweede lid, van de Waterschapswet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en het controleprotocol dat d.d. 30 november 2010 vastgesteld is door het Algemeen Bestuur van Waterschap Roer en Overmaas. Dit vereist dat wij voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wij onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat de jaarrekening een afwijking van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. Bij het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zijn in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doel een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het Waterschap Roer en Overmaas. Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en van de redelijkheid van de door het Dagelijks Bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening.
Waterschap Roer en Overmaas
115
De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1% en voor onzekerheden 3% van de totale lasten inclusief toevoegingen aan reserves. Deze goedkeuringstolerantie is d.d. 30 november 2010 vastgesteld door het Algemeen Bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is om een onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende de jaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening een getrouw beeld van de grootte en samenstelling van de activa en passiva van het Waterschap Roer en Overmaas per 31 december 2010 en van de baten en lasten over 2010 in overeenstemming met hoofdstuk 4 van het Waterschapsbesluit en de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens. Voorts zijn wij van oordeel dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten, alsmede de balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder uw verordeningen. Verklaring betreffende overige bij of krachtens de wet gestelde eisen Op grond van de wettelijke verplichting ingevolge artikel 109, lid 3, onder d,Waterschapswet melden wij dat de verantwoording financieel beheer, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening. Maastricht, 24 mei 2011 Ernst & Young Accountants LLP
w.g. Drs. P.L.C.M. Janssen RA
116
Programmarekening 2010
Voorstellen Voorstel tot vaststelling van de jaarrekening en bestemming van het positieve saldo Het dagelijks bestuur van Waterschap Roer en Overmaas verklaart dat deze jaarrekening ingevolge artikel 103, lid 3 van de Waterschapswet ter inzage is gelegd en dat van die neerlegging en verkrijgbaarstelling openbare kennisgeving is geschied. Mede gelet op de verklaring van de accountant van 24 mei 2011, die in onderhavige jaarrekening is opgenomen, wordt voorgesteld de jaarrekening 2010 conform het volgende conceptbesluit vast te stellen. Het batig saldo over het dienstjaar 2010 bedraagt € 523.824. In hoofdstuk 7 is het aangehaalde saldo verdeeld over de twee taken. Het watersysteembeheer sluit met een positief resultaat van € 773.005 en het zuiveringsbeheer met een negatief resultaat van € 249.181. Voorgesteld wordt om van het batig saldo van € 523.824 een bedrag van € 113.851 toe te voegen aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’, € 33.293 toe te voegen aan de ‘reserve niet kerende grondbewerking’, € 9.186 toe te voegen aan de ‘algemene reserve watersysteembeheer- en zuiveringsbeheer’ en € 616.675 toe te voegen aan ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing’ (watersysteembeheer); en € 249.181 te onttrekken aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’ (zuiveringsbeheer). Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,
de voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
Waterschap Roer en Overmaas
117
118
Programmarekening 2010
Vaststelling van de jaarrekening en bestemming van het positieve saldo Het algemeen bestuur van Waterschap Roer en Overmaas; Overwegende dat het dagelijks bestuur de jaarrekening 2010 heeft overlegd; Gezien het voorstel van het dagelijks bestuur inzake de vaststelling van de jaarrekening 2010 en de bestemming van het voordelig nadelig saldo; Mede gelet op de bepalingen voor vaststelling van de jaarrekening zoals die zijn opgenomen in de Waterschapswet; BESLUIT 1. de jaarrekening 2010 vast te stellen tot de volgende totalen: − balans per 31 december 2010 € 100.829.765; − rekening van kosten en opbrengsten 2010 respectievelijk € 78.529.304 en € 79.053.128. 2. het batig saldo ad € 523.824 als volgt te bestemmen: watersysteembeheer − € 113.851 toe te voegen aan de ‘reserve afkoppelen verhard oppervlak’; − € 33.293 toe te voegen aan de ‘reserve niet kerende grondbewerking’; − € 9.186 toe te voegen aan de ‘algemene reserve watersysteembeheer en zuiveringsbeheer’; − € 616.675 toe te voegen aan ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten’; zuiveringsbeheer − € 249.181 te onttrekken aan de ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’. 3. Het voor 2010 per programma beschikbaar gestelde krediet dat niet is verleend is ad € 8.911.700, betrekkingen hebbende op de programma’s watersysteem en bedrijfsvoering, intrekken. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 5 juli 2011. De secretaris/directeur,
De voorzitter,
ing. J.M.G. In den Kleef
dr. J.J. Schrijen
Waterschap Roer en Overmaas
119
120
Programmarekening 2010
Deel III Bijlagen
Waterschap Roer en Overmaas
121
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
122
BIJLAGE A
Omschrijving
VASTE ACTIVA
Aanschafprijs
Stand 31-12-2009 Cumulatieve afschrijvingen
REKENING 2010 Mutaties 2010
Boekwaarde
Vermeerderingen
Extern
Overboeking onderhanden werken
Verminderingen
Intern
Afschrijving
Aanschafprijs
Stand 31-12-2010 Cumulatieve afschrijvingen
Boekwaarde
Rente 3,39%
Financiële vaste activa * aandelen
-
106.405
-
-
-
-
-
106.405
0
106.405
-
106.405
-
106.405
-
-
-
-
-
106.405
-
106.405
-
1.713.928 1.244.384 7.093.412
946.994 521.059 4.483.344
766.934 723.325 2.610.068
379.884 101.396
-
3.103
-
114.262 261.932 780.519
1.713.928 1.624.268 7.191.705
1.061.256 782.991 5.263.863
652.672 841.276 1.927.842
26.557 77.026
66.600 144.317
31.881 39.462
34.719 104.854
-
-
-
-
13.320 14.432
66.600 144.317
45.201 53.894
21.399 90.423
953 3.315
10.262.640
6.022.740
4.239.899
481.280
-
3.103
-
1.184.464
10.740.817
7.207.205
3.533.612
107.850
* bedrijfsgebouwen * gronden * waterbouwkundige werken * overige bedrijfsmiddelen * machines, apparaten en werktuigen * waterkeringen
6.660.713 5.879.838 82.469.965 208.450 -
2.969.838 2.576.281 43.463.557 176.172 -
3.690.875 3.303.557 39.006.408 32.278 -
-
-
14.724-
6.927.191 2.651.684
226.627 192.720 3.025.598 24.753 101.328
6.660.713 5.879.838 90.698.218 208.450 3.058.855
3.196.465 2.769.001 47.775.494 200.925 508.500
3.464.248 3.110.837 42.922.724 7.525 2.550.356
121.450 108.877 1.390.655 676 43.289
Totaal werken in exploitatie
95.218.966
49.185.849
46.033.117
-
-
14.724-
9.578.875
3.571.026
106.506.075
54.450.385
52.055.690
1.664.947
* bedrijfsgebouwen * gronden * waterbouwkundige werken * overige bedrijfsmiddelen * machines, apparaten en werktuigen * waterkeringen
4.392 38.989.635 2.155.019 3.048.572
3.485 5.752.089 981.284 407.172
908 33.237.546 1.173.735 2.641.400
36.681 10.555.341 581.373 157.495 27.807
434.672 9.425
454.026 10.284-
6.927.1912.651.684-
897 1.384.706 411.704 21.321 621
41.073 41.312.093 2.736.392 157.495 37.232
4.381 5.850.457 1.392.989 21.321 621
36.692 35.461.636 1.343.403 136.174 36.611
638 1.166.091 42.726 2.311 45.456
Totaal onderhanden werken
44.197.618
7.144.029
37.053.589
11.358.697
444.097
443.742
9.578.875-
1.819.248
44.284.285
7.269.768
37.014.517
1.257.222
Totaal materiële vaste activa
139.416.584
56.329.878
83.086.706
11.358.697
444.097
429.018
-
5.390.275
150.790.359
61.720.153
89.070.207
2.922.169
TOTAAL VASTE ACTIVA
149.785.628
62.352.619
87.433.010
11.839.977
444.097
432.121
-
6.574.739
161.637.581
68.927.357
92.710.224
3.030.020
Totaal financiële vaste activa
106.405
Immateriële vaste activa * afsluiten geldleningen * onderzoek en ontwikkeling * overige immateriële activa * bijdragen aan activa in eigendom van: - overheden - overigen
Totaal immateriële vaste activa
Materiële vaste activa Werken in exploitatie
Onderhanden werken
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
123
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
124
BIJLAGE B
RESERVES EN VOORZIENINGEN
REKENING 2010
Mutaties in 2010 Omschrijving
Rentetoerekening 2010
Vermeerderingen
Stand 31-12-2009
Verminderingen
Interne Rente
Externe
Overige
Interne
Stand 31-12-2010 Externe
Bedrag
Rente%
Eigen vermogen Algemene reserves * Algemene reserve watersysteem- en zuiveringsbeheer
5.225.830
Totaal Algemene reserves
5.225.830
Bestemmingsreserves tariefsegalisatie * Egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing * Egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing
5.410.415 3.619.431
Totaal bestemmingsreserves tariefsegalisatie
9.029.846
Overige bestemmingsreserves * Dividend Nederlandse Waterschapsbank * Calamiteiten watersysteembeheer * Afkoppelen verhard oppervlak * Niet kerende grondbewerking
461.700 2.000.000 862.409 556.440
Totaal Overige bestemmingsreserves
3.880.549
Nog te bestemmen resultaat Exploitatiesaldo 2009 * Exploitatiesaldo 2010 *
432.977-
Totaal nog te bestemmen resultaat
432.977-
Totaal eigen vermogen
17.703.248
Voorzieningen * Pensioen / uitkeringsverplichtingen * Reorganisatie herz. Waterschapsbestel
555.817 107.118
Totaal voorzieningen
662.935
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
28.723
-
-
4.016.384
13.863
4.016.384
13.863
569.558
5.979.973
17.086
0,30
668.611
4.288.042
11.861
0,30
10.268.015
28.947
2.000.000 862.409 556.440
693 6.000 2.587 1.669
3.418.849
10.949
523.824
-
28.723
1.238.169
1.238.169
-
-
1.238.169
-
-
-
461.700
-
-
-
461.700
-
432.977 523.824
-
956.801
-
-
-
523.824
-
-
2.223.693
-
1.699.869
-
18.227.072
53.759
140.085 35.000
52.074
4.707 142.118
743.269 -
1.949 161
175.085
52.074
146.825
743.269
2.110
-
-
0,30
0,30 0,30 0,30 0,30
0,30 geen rente
0,30 0,30
125
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
126
BIJLAGE C
Omschrijving
VASTE SCHULDEN
Stand 31-12-2009
Vermeerderingen
REKENING 2010
Mutaties 2010 Verminderingen Gewone Extra aflossingen aflossingen
Stand 31-12-2010
Gemiddelden Rente ten laste van Restant Rentevoet 2010 looptijd
Vaste schulden * leningen opgenomen bij: - Nederlandse Waterschapsbank
45.481.731
3.287.177
42.194.554
2.103.983
4,91
11 jr
- Rabobank Nederland - CAP / Rabobank International - SWAP / Rabobank International
3.494.924
902.932
2.591.992
137.463
5,69
3 jr
-52.377
5,74
12 jr
- Bank voor Nederlandse Gemeenten
6.677.830
776.871
5.900.959
356.689
7,40
6 jr
10.080.000
480.000
9.600.000
374.039
3,87
20 jr
60.287.505
2.919.797
- A.S.N. Bank N.V.
TOTAAL VASTE SCHULDEN
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
65.734.485
-
5.446.980
-
127
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
128
BIJLAGE D
PERSONEELSLASTEN Rekening 2010
Aantal fte Organisatie eenheid
REKENING 2010 Totaal personeelslasten Totaal personeelslasten
Begroting 2010
Gewijzigde Begroting 2010
18.630
409.514
411.805
411.805
261.545
40.070
301.615
263.868
263.868
1,00
125.374
16.503
141.877
98.614
98.614
6,94
7,93
443.398
74.789
518.187
497.621
497.621
Beleid, Onderzoek en Advies
19,26
23,70
1.070.222
192.385
1.262.607
1.703.582
1.617.582
Nieuwe Werken en Onderhoud
41,68
40,40
2.155.179
364.769
2.519.948
2.363.408
2.363.408
Beheer
32,92
34,21
1.684.645
292.176
1.976.821
2.137.969
2.073.969
Middelen
24,57
27,41
1.450.212
251.025
1.701.237
1.735.484
1.735.484
-14.079
7.504
-6.575
166.400
166.400
7.567.380
1.257.851
8.825.231
9.378.751
9.228.751
Rekening 2010
Begroting 2010
Bestuur
-
-
390.884
Directie
1,85
2,00
2
Bestuur en Communicatie
Planning en Control
Overig
TOTAAL PERSONEELSLASTEN
129,22
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
136,65
Salarissen
Sociale lasten
129
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
130
BIJLAGE E
BEREKENING VAN HET RENTE-OMSLAGPERCENTAGE
REKENING 2010
Het rente-omslagpercentage wordt berekend door de totale lasten van het waterschap die samenhangen met de aangegane geldleningen te delen door de totale boekwaarde van de vaste activa De totale lasten bestaan uit de volgende componenten: 1 de over vaste geldleningen de te betalen rente; 2 de betaalde rente die verband houdt met kortlopende geldleningen (inclusief rekening-courant) die zijn aangegaan om vaste activa te financieren (in de begroting kan dit percentage worden geraamd door het financieringstekort te vermenigvuldigen met het percentage dat naar verwachting gedurende het begrotingsjaar voor kortlopende geldleningen verschuldigd zal zijn); 3 de bespaarde rente in verband met de eigen financieringsmiddelen van het waterschap (reserves en voorzieningen); 4 de afschrijvingen van de kosten van de geldleningen. In de berekening dient worden uitgegaan van de gemiddelde boekwaarde van de activa, de gemiddelde stand van de geldleningen en de gemiddelde stand van de eigen financieringsmiddelen. De berekening van het rente-omslagpercentage is als volgt: 1
Rente vaste geldleningen: ten laste van 2010 volgens bijlage C van de vaste schulden
2
Rente financieringsmiddelen:
€
2.919.798
Betaalde rente die verband houdt met financieringstekort
-
-30.269
3
Bespaarde rente
-
26.229
4
Afschrijvingen van de kosten van de geldleningen
-
114.262
€
3.030.020
Gemiddelde financieringspositie: 31/12/09 Boekwaarde vaste activa Totaal boekwaarde vaste activa Totaal lang vreemd vermogen Totaal eigen financieringsmiddelen Financieringsoverschot cq -tekort
87.433.010 65.734.485 20.099.160 -1.599.365
31/12/10 92.710.224 60.287.505 18.446.516 -13.976.203
Gemiddeld 90.071.617 63.010.995 19.272.838 -7.787.784
Totale lasten die samenhangen met de aangegane geldleningen
Gemiddelde boekwaarde vaste activa na correctie Totaal boekwaarde vaste activa Totaal buiten de rente-omslag houden Gemid.boekwaarde vaste activa na correctie
31/12/09 87.433.010 873.339 86.559.671
31/12/10 92.710.224 759.077 91.951.147
Gemiddeld 90.071.617 816.208 89.255.409
Het rente-omslagpercentage bedraagt: Lasten samenhangend met aangegane geldleningen Gemiddelde boekwaarde vaste activa na correctie
3.030.020 89.255.409 afgerond
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
3,39%
131
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
132
BIJLAGE F
KOSTENVERDEELSTAAT
REKENING 2010 Doorbelasting
Beleidsveld / beleidsproduct
Plannen 01 Eigen plannen 02 Plannen van derden 27 Rioleringsplannen en subsidies lozingen Watersysteem 07 Aanleg, verbetering en onderhoud watersysteem 08 Baggeren en saneren van waterlopen 28 Aanpak diffuse emissies derden Veiligheid 04 Aanleg en onderhoud waterkeringen 05 Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding 10 Calamiteitenbestrijding watersysteem Zuiveren 12 Getransporteerd afvalwater 13 Gezuiverd afvalwater 14 Verwerkt slib Instrumenten 03 Beheersinstrumenten en waterkeringen 06 Beheersinstrumenten watersysteem 09 Beheer hoeveelheid water 11 Monitoring watersysteem 22 Keur 23 Vergunningen en keurontheffingen 24 Handhaving keur 25 WVO-vergunningen en meldingen 26 Handhaving WVO 33 Vergunningverlening grondwaterbeheer 34 Handhaving grondwaterbeheer Bestuur en externe communicatie en belastingen 29 Belastingheffing 30 Invordering 31 Bestuur 32 Externe communicatie
Netto kosten voor doorbelasting
Afschrijvingen
Indirecte kosten
Werkmaterieel NWO
Totaal, inclusief doorbelasting
Overige ondersteunende producten
670.981 193.735 311.748 165.498
13.784 13.784
169.315 169.315
-
1.406.383 579.150 804.542 22.691
-
615.540 227.838 379.074 8.628
2.876.003 1.183.822 1.495.364 196.817
3.046.615 2.919.718 126.897
2.562.761 2.562.761
4.209.850 4.209.850
-
2.056.272 1.999.925 54.181 2.166
276.746 266.862 9.884
1.583.058 1.542.229 40.005 824
13.735.302 13.501.345 230.967 2.990
273.160 146.041 12.676 114.443
88.751 88.746 5
102.256 101.949 307
-
220.940 77.440 32.390 111.110
197.676 49.419 98.838 49.419
449.245 87.476 234.109 127.660
1.332.028 551.071 378.325 402.632
43.862.301 9.255.205 22.189.533 12.417.563
-
-
-
-
-
-
43.862.301 9.255.205 22.189.533 12.417.563
761.083
122.997 11.669 412 68.063 42.853
569.904 84.823 9.364 358.359 117.358
-
3.254.107 168.227 161.706 177.840 1.255.670 2.182 230.548 506.826 306.117 369.532 53.929 21.530
19.768
1.421.584 74.280 75.455 98.028 510.638 1.020 106.499 239.967 143.029 172.668
6.149.443 338.999 246.937 824.449 2.506.133 3.202 338.663 766.149 528.656 520.796 53.929 21.530
69.451 57.378
704.324 533.626
-
416.801 2.585
-
394.640 1.215
12.073
170.698
8.860.090 4.614.206 1.535.190 2.245.666 465.028
102.391 579.614 1.616 19.356 79.510 21.404-
7.274.874 4.019.402 1.535.190 1.596.159 124.123
Bedrijfsvoering 51 Indirect hulpprodukt kapitaallasten 52 Indirecte afdelingen 53 Verdeling werkmaterieel 90 Ondersteunende produkten
20.926.153 9.490.497 8.800.652 294.222 2.340.782
TOTAAL
76.815.167
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
Rente
Huisvesting en kosten GIV en I&A
2.857.7443.030.020-
5.755.6496.460.477-
3.472 168.804
22.688 682.140
-
-
19.768
205.722 208.494
261.014 132.411
-
7.354.503-
494.190-
4.057.909
12.858.561173.808 5.330.250
494.190-
4.057.909-
-
-
4.464.067-
4.464.067-
-
-
-
76.815.167
133
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
134
BIJLAGE F
KOSTENVERDEELSTAAT
REKENING 2010
Doorbelasting kapitaallasten (51) De kapitaallasten worden per project procentueel verdeeld over een of meerdere beleidsproducten.
Doorbelasting Huisvesting (913), Geografische informatievoorziening (912) en Informatie en automatisering (911) De grondslagen van de doorbelasting kunnen als volgt worden weergegeven: * Huisvesting kantoor: verdeling naar afdelingen, gebaseerd op aantal m2 * Huisvesting loodsen: verdeling volledig naar afdeling 'Nieuwe werken en onderhoud' buitendienst * GIV: verdeling naar afdelingen, gebaseerd op begrote urenbesteding * I&A: verdeling naar afdelingen, gebaseerd op het aantal werkplekken
Doorbelasting indirecte kosten (52) De indirecte kosten worden verdeeld naar de directe en ondersteunende beheerproducten, gebaseerd op de begrote urenbesteding vermenigvuldigd met het bijbehorende tarief Per organisatieeenheid worden de volgende tarieven gehanteerd: Opslag Organisatie eenheid Basistarief Huisvesting kantoor Huisvesting loods GIV I&A 137,14 25,24 Directie 120,08 19,72 Planning en Control 49,42 5,28 5,18 Bestuur en communicatie 69,42 6,35 12,70 Beleid, Onderzoek en advies 69,07 9,05 28,98 Nieuwe werken en onderhoud, binnendienst 41,61 6,22 Nieuwe werken en onderhoud, buitendienst 57,97 3,35 10,04 Beheer 56,53 5,89 2,15 Middelen
Totaal 15,81 17,50 11,54 15,29 25,82 8,26 13,08 16,80
178,19 157,30 71,42 103,76 132,92 56,09 84,44 81,37
Doorbelasting werkmaterieel NWO (53) De kosten van het werkmaterieel worden procentueel verdeeld over meerdere beleidsproducten.
Doorbelasting van overige ondersteunende producten De overige ondersteunende producten worden als volgt verdeeld: Ondersteunend product Obv. Tijdsbesteding per beheerproduct 901, Centraal management 902, Organisatiebeleid en -beheer 903, Personeelsbeleid en -beheer 904, KAM 905, Interne communicatie 906, Bestuurlijke en juridische ondersteuning 907, Concerncontrol en financieel beleid 908, Meerjarenraming en begroting 909, Management- en bestuursrapportages 910, Comptabiliteit 914, Interne faciliteiten 916, Beheer calamiteitenorganisatie
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
Obv. Eerstvastgelegde bruto kosten per beheerproduct Procentueel over calamiteitenbestrijding waterkeringen en -systemen
x x x x x x x x x x x x
135
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
136
BIJLAGE G
BEGROTING WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG 2010
Programma's en beleidsproducten Bruto kosten
REKENING 2010
Aandeel
Overige opbrengsten
Zuivering
Netto kosten
Aandeel WRO
Watersysteem
1.582.000
Zuivering
Watersysteem
1.013.000
65%
Eigen plannen
273.679
273.679
273.679
175.245
Rioleringsplannen en subsidies lozingen
259.361
259.361
259.361
166.076
Plannen
533.040
-
533.040
533.040
Getransporteerd afvalwater
14.651.633
147.325
Gezuiverd afvalwater
35.609.603
Verwerkt slib Zuiveren
-
341.321
14.504.308
14.504.308
9.287.525
835.239
34.774.364
34.774.364
22.267.021
19.981.281
521.077
19.460.204
19.460.204
70.242.517
1.503.641
68.738.876
68.738.876
Monitoring watersysteem
960.000
960.000
WVO-vergunningen en meldingen
124.605
124.605
124.605
1.084.605
124.605
-
12.460.927 -
44.015.473
960.000
-
480.000 79.788
Handhaving WVO Instrumenten
1.084.605
Belastingheffing
8.750.168
2.515.895
6.234.273
1.948.032
4.286.241
Invordering
3.380.869
993.024
2.387.845
1.193.923
1.193.922
856.995
224
856.771
856.771
Externe communicatie Bestuur, Externe communicatie en belastingen
12.988.032
3.509.143
9.478.889
3.998.726
5.480.163
2.560.498
3.562.106
Programmatotaal
84.848.194
5.012.784
79.835.410
73.395.247
6.440.163
46.997.080
4.042.106
378.554
267.764
10.790
235.490
7.014
80.213.964
73.663.011
6.450.953
47.232.570
4.049.120
Bestuur
Onvoorzien
-
378.554
960.000
79.788
480.000
1.247.381
2.786.057
764.502
776.049
548.615
Mutaties 'algemene' reserves
Totaal netto kosten
85.226.748
5.012.784
Geactiveerde lasten bouwprojecten
1.342.540
1.342.540
Geactiveerde lasten
1.342.540
1.342.540
123.199
123.199
86.692.487
6.478.523
Door baten gecompenseerde kosten van ondersteunende beheerproducten (reeds toegerekend)
WATERSCHAPSBEDRIJF LIMBURG
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
-
-
80.213.964
-
-
73.663.011
-
-
6.450.953
-
-
47.232.570
-
-
4.049.120
137
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
138
BIJLAGE H
PROGRAMMA’S EN BELEIDSPRODUCTEN
REKENING 2010
Kostendrager Programma's, beleidsproducten en dekkingsmiddelen 2010
Watersysteembeheer
Zuiveringsbeheer
Totaal
Eigen plannen
1.009.187
174.635
1.183.822
Plannen van derden
1.495.364
0
1.495.364
31.319
165.498
196.817
2.535.870
340.133
2.876.003
13.501.345
0
13.501.345
230.967
0
230.967
2.990
0
2.990
13.735.302
0
13.735.302
Rioleringsplannen en subsidies lozingen Plannen Aanleg, verbetering en onderhoud watersysteem Baggeren en saneren van waterlopen Aanpak difusse emissies derden Watersysteem Calamiteitenbestrijding watersysteem
402.632
0
402.632
Aanleg en onderhoud waterkeringen
551.071
0
551.071
Dijkbewaking en calamiteitenbestrijding
378.325
0
378.325
1.332.028
0
1.332.028
Veiligheid Getransporteerd afvalwater
0
9.255.205
9.255.205
Gezuiverd afvalwater
0
22.189.533
22.189.533
Verwerkt slib
0
12.417.563
12.417.563
Zuiveren
0
43.862.301
43.862.301
Beheersinstrumenten waterkeringen
338.999
0
338.999
Beheersinstrumenten watersysteem
246.937
0
246.937
Beheer hoeveelheid water
824.449
0
824.449
Monitoring watersystemen
2.506.133
0
2.506.133
Keur
3.202
0
3.202
Vergunningen en keurontheffingen
338.663
0
338.663
Handhaving keur
766.149
0
766.149
WVO-vergunningen en meldingen
224.573
304.083
528.656
Handhaving WVO
260.398
260.398
520.796
Vergunningverlening grondwaterbeheer
53.929
0
53.929
Handhaving grondwaterbeheer
21.530
0
21.530
Instrumenten
5.584.962
564.481
6.149.443
Belastingheffing
3.367.779
1.246.427
4.614.206
773.348
761.842
1.535.190
1.104.324
1.141.342
2.245.666
255.765
209.263
465.028
5.501.216
3.358.874
8.860.090
28.689.378
48.125.789
76.815.167
Invordering Bestuur Externe communicatie Bestuur, externe communicatie en belastingen Programmatotaal Onvoorzien Waterschap Roer en Overmaas Onvoorzien Waterschapsbedrijf Limburg Onttrekking bedrijfsreserve Waterschapsbedrijf Limburg
0
0
0
6.990
234.670
241.660
0
0
0
-463.059
0
-463.059
Totaal netto kosten
28.233.309
48.360.459
76.593.768
Opbrengst waterschapsbelasting
Dividenden en overige algemene opbrengsten
29.499.514
49.524.103
79.023.617
Correctie kwijtschelding
-355.000
-894.770
-1.249.770
Correctie oninbaarverklaringen
-138.200
-518.055
-656.255
29.006.314
48.111.278
77.117.592
773.005
-249.181
523.824
Dekkingsmiddelen Exploitatieresultaat
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
139
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
140
BIJLAGE I
KASGELDLIMIET (X € 1.000)
Begrotingstotaal Percentage Kasgeldlimiet Financieringstekort (-) / overschot (+)
Ruimte (+) / overschrijding (-)
TREASURY
REKENING 2010
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
80.328 23% 18.475 -12.205
80.328 23% 18.475 -11.305
80.328 23% 18.475 3.478
80.328 23% 18.475 645
6.270
7.170
21.953
19.120
TOETS RENTERISICONORM (x € 1.000)
2010
Renterisico op vaste schulden 1a 1b 2
Renteherziening vaste schulden o/g Renteherziening vaste schulden u/g Netto herziening vaste schulden (1a - 1b)
-
3a 3b 4
Nieuw aangetrokken vaste schulden Nieuw verstrekte langlopende geldleningen Netto nieuw aangetrokken vaste schuld (3a-3b)
-
5
Betaalde aflossingen
6
Herfinanciering (laagste van 4 en 5)
-
7
Renterisico op vaste schuld (2+6)
-
5.447
Renterisiconorm 8
Begrotingstotaal (ingaande 1-1-2010)
9
Het bij ministeriële regeling vastgestelde percentage (ingaande 1-1-2010)
10
80.328
30%
Renterisiconorm (8x9)
24.098
Toets renterisiconorm 10
Renterisiconorm
7
Renterisico op vaste schuld
11
Ruimte (+) / Overschrijding (-) (10-7)
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
24.098 -
+
24.098
141
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
142
BIJLAGE J PROJECTNUMMER
AFD
MEERJARIG INVESTERINGSPLAN AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
2010
2011
REKENING 2010
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
P21/102/03
BOA
4 Onderzoeken in het kader van WBP 2004-2007
B R
220 220
28 28
-
-
248 248
-
3
-
-
3
220 220
28 25
-
-
248 245
355
-
-
P21/105/02
BOA
5 Actueel Grond- en Oppervlaktewater Regime (AGOR)
B R
-
35 6
150
70
255 6
-
-
-
-
-
-
35 6
150
70
255 6
700
350
-
P21/105/01
BOA
5 Gewenst Grond- en Oppervlaktewater Regime (GGOR)
B R
471 471
39 20
-
-
510 491
-
-
-
-
-
471 471
39 20
-
-
510 491
570
-
-
P21/301/03
NWO
5 Inventarisatie overige gebieden
B R
533 533
13 12
10
10
566 545
-
-
-
-
-
533 533
13 12
10
10
566 545
635
-
-
P21/301/16
NWO
5 Acht vismigratieknelpunten
** B R
-
47
-
-
47
-
-
-
-
-
-
47
-
-
47
-
-
-
B R
1.224 1.224
115 113
160 -
80 -
1.579 1.337
-
3
-
-
3
1.224 1.224
115 110
160 -
80 -
1.579 1.334
2.260 -
350 -
-
PROGRAMMA PLANNEN
P01/001/04
NWO
30 Herstel Maasmeanders
** B R
3636-
-
180
-
144 36-
-
-
-
-
-
3636-
-
180
-
144 36-
-
-
-
P02/001/10
NWO
30 Herinrichting van oude Roermeanders
** B R
76 76
10 26
500
1.500
2.086 102
-
-
250
500
750 -
76 76
10 26
250
1.000
1.336 102
-
-
-
P02/001/11
NWO
30 Herinrichting en herstel oevers Roer
** B R
10 10
10 1
500
1.000
1.520 11
-
-
250
500
750 -
10 10
10 1
250
500
770 11
-
-
-
P03/001/09
NWO
30 Herinrichting Vlootbeek Linnerweerd
B R
1.441 1.441
23 24
-
-
1.464 1.465
838 838
-
-
-
838 838
603 603
23 24
-
-
626 627
1.600
738
-
P03/001/11
NWO
30 Herinrichting Vlootbeek Montfort Aerwinkel
** B R
345 345
94
200
-
545 439
-
-
150
-
150 -
345 345
94
50
-
395 439
-
-
-
P03/001/12
NWO
30 Herindeling Vlootbeek Aerwinkel - grens NederlandDuitsland
** B R
173 173
8 30
100
400
681 203
-
-
-
150
150 -
173 173
8 30
100
250
531 203
-
-
-
P03/021/03
NWO
30 Herinrichting Putbeek fase 2
B R
814 814
787 831
568
-
2.169 1.645
-
387 22
-
-
387 22
814 814
400 809
568
-
1.782 1.623
2.387
387
-
P03/040/05
NWO
30 Herinrichting Vulensbeek, fase 2
** B R
101 101
1 2
100
700
902 103
-
14
-
150
150 14
101 101
1 12-
100
550
752 89
-
-
-
P04/001/02
NWO
30 Herinrichting Middelsgraaf
B R
1.248 1.248
5
-
-
1.248 1.253
247 247
-
-
-
247 247
1.001 1.001
5
-
-
1.001 1.006
2.256
485
-
P04/001/03
NWO
30 Herinrichting Middelsgraaf, fase 2
** B R
122 122
300 481
100
942
1.464 603
-
-
-
-
-
122 122
300 481
100
942
1.464 603
-
-
-
P05/001/08
NWO
30 Herinrichting Rode Beek, Jabeek Schinveld
B R
360 360
25 3
500
2.405
3.290 363
50 50
-
-
-
50 50
310 310
25 3
500
2.405
3.240 313
3.500
-
-
P05/001/10
NWO
30 Rode Beek Susteren - Oud Roosteren
** B R
-
110 72
200
1.000
1.310 72
-
-
-
250
250 -
-
110 72
200
750
1.060 72
-
-
-
P05/001/12
NWO
30 Ontkluizing Rode Beek Brunssum
** B R
10 10
15 11
110
4.800
4.935 21
-
-
-
2.500
2.500 -
10 10
15 11
110
2.300
2.435 21
-
-
-
P05/009/01
NWO
30 Herinrichting Ruischerbeekje / Schinveldse Es
B R
41 41
25 7
50
800
916 48
17 17
-
-
25
42 17
24 24
25 7
50
775
874 31
446
65
381
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
143
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
P06/001/17
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Oorsprong-RWZI Terworm ; Hydrologisch onderzoek, gemeente Heerlen
P06/001/26
NWO
P06/001/28
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
B R
1.673 1.673
1 2
-
-
1.674 1.675
332 332
-
-
-
332 332
1.341 1.341
1 2
-
-
1.342 1.343
1.765
221
-
30 Landschapspark Susteren / operatie bottleneck
** B R
244 244
1
-
-
244 245
-
-
-
-
-
244 244
1
-
-
244 245
-
-
-
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Corio Glana A (A76Muldersplas)
** B R
374 374
200 144
394
2.000
2.968 518
-
-
100
400
500 -
374 374
200 144
294
1.600
2.468 518
-
-
-
P06/001/36
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Echt
** B R
67 67
-
100
200
367 67
-
-
25
50
75 -
67 67
-
75
150
292 67
-
-
-
P06/001/39
NWO
30 Masterplan Geleenbeek
** B R
39 39
-
-
-
39 39
-
-
-
-
-
39 39
-
-
-
39 39
-
-
-
P06/001/40
NWO
30 Beekdalen Geleen
** B R
48 48
10 19
100
2.000
2.158 67
-
-
-
500
500 -
48 48
10 19
100
1.500
1.658 67
-
-
-
P06/001/41
NWO
30 HI Geleenbeek Nieuwstadt-Millen
** B R
2 2
150 185
5
1.050
1.207 187
-
-
-
300
300 -
2 2
150 185
5
750
907 187
-
-
-
P06/001/42
NWO
30 Landschapspark De Graven
** B R
14 14
-
-
-
14 14
-
-
-
-
-
14 14
-
-
-
14 14
-
-
-
P06/001/43
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Coria Glana B (Terworm tot A76 Brommelen)
** B R
251 251
1
150
2.300
2.701 252
-
-
-
560
560 -
251 251
1
150
1.740
2.141 252
-
-
-
P06/001/44
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Oud-Roosteren
B R
-
-
5
2.385
2.390 -
-
-
-
500
500 -
-
-
5
1.885
1.890 -
-
-
-
P06/001/45
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Katsbek Nieuwstadt - Oud Roosteren
** B R
159 159
266 266
5
1.928
2.358 425
-
-
-
400
400 -
159 159
266 266
5
1.528
1.958 425
-
-
-
P06/001/46
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Abshoven (Middenweg Afslagtak Ophovenermolen Sittard)
B R
-
-
75
1.400
1.475 -
-
-
-
350
350 -
-
-
75
1.050
1.125 -
-
-
-
P06/001/47
NWO
30 Herinrichting Geleenbeek Spaubeek (Heisterbrugweg St. Jansgeleen)
B R
-
-
50
900
950 -
-
-
-
250
250 -
-
-
50
650
700 -
-
-
-
P06/020/01
NWO
30 Herinirchting gedeelte Caumerbeek nabij Aambos
** B R
131 131
80 72
475
90
776 203
4 4
-
-
-
4 4
127 127
80 72
475
90
772 199
-
-
-
P06/081/05
NWO
30 Kunstwerken Vloedgraaf gemeente Susteren (Reminder)
B R
-
1 -
-
-
1 -
-
-
-
-
-
-
1 -
-
-
1 -
-
-
-
P06/081/07
NWO
30 Vernieuwing kunstwerken Vloedgraaf, NS
B R
1.242 1.242
700 663
63
-
2.005 1.905
-
40
-
-
40
1.242 1.242
700 623
63
-
2.005 1.865
2.047
-
-
P06/081/08
NWO
30 Kunstwerken Vloedgraaf fase 2
B R
1.012 1.012
20 18
-
-
1.032 1.030
-
-
-
-
-
1.012 1.012
20 18
-
-
1.032 1.030
1.373
343
-
P10/001/03
NWO
30 Herinrichting Geul tracé benedenstrooms kademuren tot "aan de Polfermolen" id.gem. V'burg ad.Geul
B R
1.303 1.303
-
-
-
1.303 1.303
136 136
-
-
-
136 136
1.167 1.167
-
-
-
1.167 1.167
1.515
15
-
P10/001/18
NWO
30 Aansluiten oude Geulmeanders, Gulpen
** B R
28 28
-
50
400
478 28
4 4
-
-
-
4 4
24 24
-
50
400
474 24
-
-
-
P10/001/22
NWO
30 Herinrichting Geul benedenstrooms kern Valkenburg fase 2 (Leeuw brouwerij)
** B R
4 4
1
-
-
4 5
-
-
-
-
-
4 4
1
-
-
4 5
-
-
-
P10/001/24
NWO
30 Aanpassen molens en realisatie ecologische verbindingszone
B R
241 241
805 839
1.134
-
-
-
-
-
875
-
-
805 839
1.134
875-
-
2.103
875
353
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
144
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
P10/065/01
NWO
30 Herinrichting Kanjel en Gelei, gemeenten Meerssen en Maastricht
** B R
137 137
180 183
100
1.200
1.617 320
11 11
-
-
200
211 11
126 126
180 183
100
1.000
1.406 309
-
-
-
P13/001/07
NWO
30 Herinrichting Gulp te Slenaken
** B R
4 4
-
-
-
4 4
-
-
-
-
-
4 4
-
-
-
4 4
-
-
-
P13/001/08
NWO
30 Wegaanpassing Beutenaken
B R
116 116
100 16
-
-
216 132
-
-
-
-
-
116 116
100 16
-
-
216 132
264
-
95
P18/003/02
NWO
30 Herinrichting Anselderbeek, Kerkrade
B R
112 112
112-
-
-
112 -
2 2
2-
-
-
2 -
110 110
110-
-
-
110 -
-
-
-
P20/001/01
NWO
30 Herinrichting Centraal Plateau
B R
2.891 2.891
2.000 1.477
400
310
5.601 4.368
608 608
15
-
-
608 623
2.283 2.283
2.000 1.462
400
310
4.993 3.745
4.193
417
-
P20/002/01
NWO
30 Herinrichting Mergelland-Oost
B R
3.430 3.430
250 192
500
5.641
9.821 3.622
732 732
-
-
-
732 732
2.698 2.698
250 192
500
5.641
9.089 2.890
9.785
474
-
P20/003/01
NWO
30 Herinrichting Beek
** B R
10 10
-
300
2.200
2.510 10
9 9
-
-
500
509 9
1 1
-
300
1.700
2.001 1
-
-
-
P20/004/01
NWO
30 Herinrichting Ransdalerveld
** B R
261 261
2 3
100
2.200
2.563 264
-
-
-
500
500 -
261 261
2 3
100
1.700
2.063 264
-
-
-
P21/101/01
BOA
B R
21 21
75 38
-
-
96 59
-
-
-
-
-
21 21
75 38
-
-
96 59
150
-
-
P21/301/04
NWO
30 Verbetering onderhoudsmogelijkheden watersystemen
** B R
314 314
-
150
150
614 314
-
-
-
-
-
314 314
-
150
150
614 314
-
-
-
P21/301/06
NWO
30 Waterstaatkundige projecten
B R
-
-
2.479-
-
2.479-
-
-
2.000
-
2.000 -
-
-
4.479-
-
4.479-
-
-
-
P21/301/08
NWO
30 Kleine investeringswerken algemeen
B R
-
-
-
600
600 -
-
-
-
-
-
-
-
-
600
600 -
-
-
-
P21/301/10
NWO
30 Kleine investeringswerken 2009/2010
B R
94 94
750 750
200
-
1.044 844
-
2
-
-
2
94 94
750 748
200
-
1.044 842
1.210
-
-
P21/301/13
NWO
30 Te activeren uren Waterstaatkundige Werken
B R
-
550 -
550
550
1.650 -
-
-
-
-
-
-
550 -
550
550
1.650 -
-
-
-
P21/303/01
NWO
30 Grondverwerving meandering waterlopen
B R
93 93
110 131-
100
2.585
2.888 38-
-
-
-
-
-
93 93
110 131-
100
2.585
2.888 38-
3.005
-
-
B R
19.020 19.020
7.564 6.214
5.635 -
43.636 -
73.675 24.154
2.990 2.990
387 91
2.775 -
9.660 -
14.937 3.081
15.789 15.789
7.177 6.123
2.860 -
33.976 -
58.738 21.073
37.599 -
4.020 -
829 -
5 Recreatief medegebruik
Watersyteem - Herinrichting landelijk gebied
P05/001/06
NWO
30 Opheffen overkluizing Rode Beek Schinveld
B R
663 663
1.000 919
1.000
1.889
4.552 1.582
-
53
-
-
53
663 663
1.000 866
1.000
1.889
4.552 1.529
4.748
-
304
P06/007/07
NWO
30 Herinrichting Hongerbeek
B R
218 218
3
-
-
218 221
-
-
-
-
-
218 218
3
-
-
218 221
250
-
-
P06/02/003
NWO
30 Opheffen overkluizing Caumerbeek
B R
3 3
100 17
50
3.000
3.153 20
-
-
-
-
-
3 3
100 17
50
3.000
3.153 20
853
-
853
P06/054/06
NWO
30 Herinrichting Keutelbeek, kern Beek inclusief OAS (Optimalisatie afvalwatersysteem westelijke mijnstreek)
B R
579 579
150 126
500
2.288
3.517 705
-
-
-
-
-
579 579
150 126
500
2.288
3.517 705
4.200
-
-
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
145
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
P06/065/03
NWO
30 Herinrichting Sittardse Keutelbeek
P10/001/02
NWO
P10/001/05
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
** B R
75 75
10 1
50
850
985 76
-
-
-
-
-
75 75
10 1
50
850
985 76
-
-
-
30 Bodemvoorziening Geul, Valkenburg
B R
43 43
260 268
-
-
303 311
-
-
-
-
-
43 43
260 268
-
-
303 311
613
-
-
NWO
30 Reconstructie kademuren Geul, Valkenburg aan de Geul, Molentak
B R
4.585 4.585
360 386
-
-
4.945 4.971
1.668 1.668
90 5
-
-
1.758 1.673
2.917 2.917
270 381
-
-
3.187 3.298
4.980
1.642
-
P10/001/23
NWO
30 Reconstructie kademuren Geultak EmmalaanWalramstuw
B R
5.292 5.292
352 656
2.000
1.444
9.088 5.948
3.534 3.534
349 349
500
363
4.746 3.883
1.758 1.758
3 307
1.500
1.081
4.342 2.065
10.387
4.340
1.147
P11/001/15
NWO
30 Herintichting / ontkluizing Eyserbeek kern Simpelveld
** B R
-
2
-
-
2
-
-
-
-
-
-
2
-
-
2
-
-
-
P16/001/04
NWO
30 Verbetering stedelijke (noordelijke tak) Jeker, Maastricht
** B R
9 9
-
-
-
9 9
-
-
-
-
-
9 9
-
-
-
9 9
-
-
-
P16/001/05
NWO
30 Aanpassen lossluizen Molen Lombok, Maastricht
** B R
15 15
60 77
300
27
402 92
-
-
150
-
150 -
15 15
60 77
150
27
252 92
-
-
-
P18/003/03
NWO
30 Opheffen overkluizing Anselderbeek Eijgelshoven
B R
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
P18/008/02
NWO
30 Ontkluizing Strijthagerbeek, Eygelshoven
** B R
18 18
-
50
282
350 18
-
-
-
-
-
18 18
-
50
282
350 18
-
-
-
P18/011/01
NWO
30 Herinrichting Gravenweglossing te Kerkrade/ Landgraaf
B R
209 209
230 250
-
-
439 459
160 160
20 7-
-
-
180 153
49 49
210 257
-
-
259 306
515
128
-
P21/103/01
BOA
B R
163 163
30 11
43
-
236 174
21 21
-
-
-
21 21
142 142
30 11
43
-
215 153
241
-
-
P21/103/03
BOA
B R
149 149
-
-
-
149 149
-
-
-
-
-
149 149
-
-
-
149 149
289
-
-
B R
12.021 12.021
2.552 2.716
3.993 -
9.780 -
28.346 14.737
5.383 5.383
459 400
650 -
363 -
6.855 5.783
6.638 6.638
2.093 2.316
3.343 -
9.417 -
21.491 8.954
27.076 -
6.110 -
2.304 -
** B R
133 133
100 58
50
700
983 191
-
-
-
200
200 -
133 133
100 58
50
500
783 191
-
-
-
B R
133 133
100 58
50 -
700 -
983 191
-
-
-
200 -
200 -
133 133
100 58
50 -
500 -
783 191
-
-
-
B R
-
-
25
150
175 -
-
-
-
-
-
-
-
25
150
175 -
-
-
-
B R
-
-
25 -
150 -
175 -
-
-
-
-
-
-
-
25 -
150 -
175 -
-
-
-
B R
6.956 6.956
4 41-
-
-
6.960 6.915
3.466 3.466
-
-
-
3.466 3.466
3.490 3.490
4 41-
-
-
3.494 3.449
6.905
3.605
-
** B R
-
15 10
-
-
15 10
-
-
-
-
-
-
15 10
-
-
15 10
-
-
-
5 Duurzaam stedelijk waterbeheer
30 Avantis, bijdrage duurzaam stedelijk waterhuishoudkundig systeem
Watersysteem - Herinrichting stedelijk gebied
P10/063/01
NWO
30 Sanering en herinrichting Oude Kanjel en benedenstrooms Kanaal
Watersysteem - Sanering vervuilde waterbodems
P01/015/01
NWO
30 Antiverdrogingsproject Vuilbemden
Watersysteem - Verdrogingsbestrijding
P02/001/06
NWO
30 Aanleg vistrap en verwijderen slib ECI
P02/001/15
NWO
30 Monitoringsconstructie hambeek en roer
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
146
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
P10/001/15
NWO
30 Vismigratiebelemmeringen in de Geul
P10/001/33
NWO
P12/001/13
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
B R
92 92
25 41-
750
750
1.617 51
-
-
200
200
400 -
92 92
25 41-
550
550
1.217 51
90
-
-
30 Herstel kademuren en vispassage Commandeursmolen
** B R
-
2
-
-
2
-
-
-
-
-
-
2
-
-
2
-
-
-
NWO
30 Vispassage Wittemermolen Wittem
** B R
-
41
-
-
41
-
-
-
-
-
-
41
-
-
41
-
-
-
P13/001/04
NWO
30 Vismigratie Gulp, fase 1 en 2
B R
372 372
15 14
50
211
648 386
159 159
-
-
-
159 159
213 213
15 14
50
211
489 227
658
221
-
P18/001/02
NWO
30 Vispassage Baalsbruggermolen Kerkrade
** B R
-
1
-
-
1
-
-
-
-
-
-
1
-
-
1
-
-
-
B R
7.420 7.420
59 14-
800 -
961 -
9.240 7.406
3.625 3.625
-
200 -
200 -
4.025 3.625
3.795 3.795
59 14-
600 -
761 -
5.215 3.781
7.653 -
3.826 -
-
Watersysteem - Vismigratie
P03/010/01
NWO
30 Oplossen wateroverlast Onderste Leigraaf
B R
44 44
4444-
-
-
-
-
-
-
-
-
44 44
4444-
-
-
-
-
-
-
P04/015/03
NWO
30 Regenwaterbuffer De Loop 4, gemeente EchtSusteren
B R
41 41
4141-
-
-
-
-
-
-
-
-
41 41
4141-
-
-
-
-
-
-
P05/001/09
NWO
30 Regenwaterbuffers Schinveld
B R
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
P05/004/03
NWO
30 Regenwaterbuffer Grub, Merkelbekerbeek
** B R
99 99
25 -
394
-
518 99
-
-
-
-
-
99 99
25 -
394
-
518 99
-
-
-
P05/021/01
NWO
30 Wateroverlast Kollenberg Noord
** B R
-
5
50
50
100 5
-
-
-
-
-
-
5
50
50
100 5
-
-
-
P06/001/31
NWO
30 Regenwaterbuffer Smidseweg Heerlen
B R
56 56
-
-
-
56 56
31 31
10-
-
-
31 21
25 25
10
-
-
25 35
136
96
-
P06/001/32
NWO
30 Optimaal waterbeheer in de landbouw; GeleenbeekMiddelsgraaf
B R
313 313
2
-
-
313 315
173 173
160 5-
-
-
333 168
140 140
1607
-
-
20147
388
-
-
P06/054/08
NWO
30 Aanleg regenwaterbuffer Onze Lieve Vrouwenbos te Beek
** B R
1 1
-
150
-
151 1
-
-
-
-
-
1 1
-
150
-
151 1
-
-
-
P06/068/03
NWO
30 Regenwaterbuffer Rijstraat, Guttecoven
** B R
6868-
-
-
-
6868-
-
-
-
-
-
6868-
-
-
-
6868-
-
-
-
P06/516/01
NWO
30 Herinrichting Kakkert
B R
-
25 176
-
-
25 176
-
-
-
-
-
-
25 176
-
-
25 176
272
-
272
P08/001/01
NWO
30 Wateroverlast stroomgebied Ur, Stein
** B R
80 80
43 43
-
-
123 123
-
-
-
-
-
80 80
43 43
-
-
123 123
-
-
-
P09/002/01
NWO
30 Regenwaterbuffers Geversdal, Beek/Stein
B R
523 523
6 51-
-
-
529 472
15 15
35 45
-
-
50 60
508 508
2996-
-
-
479 412
539
50
-
P09/002/02
NWO
30 Aanpassen Regenwaterbuffers Catsop Stein
B R
316 316
1
-
-
316 317
70 70
17
-
-
70 87
246 246
16-
-
-
246 230
346
86
-
P10/001/28
NWO
30 Regenwaterbuffer Heerstraat in Epen
B R
87 87
-
-
-
87 87
34 34
-
-
-
34 34
53 53
-
-
-
53 53
153
18
-
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
147
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
P10/034/01
NWO
30 Regenwaterbuffer´s Abelschegrub, Stokhem
P10/067/01
NWO
30 Regenwaterbuffer Fontein en Tapgraaf
P10/074/01
NWO
P12/001/12
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
B R
271 271
1
-
-
271 272
51 51
4 15
-
-
55 66
220 220
414-
-
-
216 206
267
55
-
** B R
-
1
-
-
1
-
-
-
-
-
-
1
-
-
1
-
-
-
30 Regenwaterbuffer Dennenberg Bunde
B R
135 135
1
-
-
135 136
40 40
9
-
-
40 49
95 95
8-
-
-
95 87
176
65
-
NWO
30 Drie Regenwaterbuffers in de gemeenten EchtSusteren, Gulpen-Wittem en Roerdalen
B R
126 126
135 159
-
-
261 285
-
-
-
-
-
126 126
135 159
-
-
261 285
885
70
815
P13/001/10
NWO
30 Regenwaterbuffer Bunderweg Beutenaken
** B R
13 13
34
50
200
263 47
-
-
-
-
-
13 13
34
50
200
263 47
-
-
-
P14/002/01
NWO
30 Regenwaterbuffer Wammersweg Margraten
B R
188 188
-
-
-
188 188
-
2 30
-
-
2 30
188 188
230-
-
-
186 158
241
29
-
P14/007/02
NWO
30 Regenwaterbuffers Cadier en Keer
B R
-
-
-
-
-
-
15-
-
-
15-
-
15
-
-
15
-
-
-
P14/012/01
NWO
30 Wateroverlast gemeente Eijsden
B R
978 978
1
-
-
978 979
135 135
12
-
-
135 147
843 843
11-
-
-
843 832
920
71
-
P15/001/02
NWO
30 Regenwaterbuffer aan de Voer
** B R
10 10
1
43
450
503 11
-
-
-
-
-
10 10
1
43
450
503 11
-
-
-
P15/010/01
NWO
30 Regenwaterbuffer Horstergrub te Margraten
B R
52 52
4
-
-
52 56
1 1
1-
-
-
1 -
51 51
5
-
-
51 56
165
-
-
P20/004/02
NWO
30 Regenwaterbuffer Ransdalerveld Wijlre
B R
811 811
2
-
-
811 813
486 486
-
-
-
486 486
325 325
2
-
-
325 327
700
425
-
P21/301/11
NWO
30 Vergroten buffers fase 1
B R
389 389
380 703
600
13.495
14.864 1.092
-
-
-
-
-
389 389
380 703
600
13.495
14.864 1.092
2.700
-
2.700
P21/301/15
NWO
30 Vergroten buffers fase 2
** B R
-
101
-
-
101
-
-
-
-
-
-
101
-
-
101
-
-
-
P21/302/01
NWO
30 Erosiemaatregelen / knelpuntgebieden buiten landinrichtingsprojecten
B R
350 350
76-
-
-
350 274
21 21
-
-
-
21 21
329 329
76-
-
-
329 253
273
57
-
P21/302/02
NWO
30 Erosiemaatregelen Mergelland-West
B R
1.075 1.075
660 612
-
-
1.735 1.687
213 213
54 149-
-
-
267 64
862 862
606 761
-
-
1.468 1.623
2.150
451
-
B R
5.890 5.890
1.189 1.635
1.287 -
14.195 -
22.561 7.525
1.270 1.270
255 52-
-
-
1.525 1.218
4.620 4.620
934 1.687
1.287 -
14.195 -
21.036 6.307
10.311 -
1.473 -
3.787 -
B R
-
20 -
60
60
140 -
-
-
-
-
-
-
20 -
60
60
140 -
107
-
107
B R
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5.700
-
-
Watersysteem - Algemeen
B R
-
20 -
60 -
60 -
140 -
-
-
-
-
-
-
20 -
60 -
60 -
140 -
5.807 -
-
107 -
PROGRAMMA WATERSYSTEEM
B R
44.484 44.484
11.484 10.609
11.850 -
69.482 -
135.120 54.013
13.268 13.268
1.101 439
3.625 -
10.423 -
27.542 13.707
30.975 30.975
10.383 10.170
8.225 -
59.059 -
107.578 40.306
88.446 -
15.429 -
7.027 -
Watersysteem - Wateroverlast
P21/102/06
BOA
P21/301/01
NWO
4 Onderzoeken watersysteem in het kader van WBP 2010-2015 30 Algemeen Krediet planvoorberiding en
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
148
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
P50/799/01
NWO
0 Ophoging Maaskaden
** B R
179 179
-
-
-
179 179
190 190
10-
-
-
190 180
1111-
10
-
-
111-
-
-
-
P50/900/03
NWO
5 Maatregelen Maaskades in het kader van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP)
** B R
-
1
-
-
1
-
-
-
-
-
-
1
-
-
1
-
-
-
P50/900/06
NWO
** B R
-
37
-
-
37
-
-
-
-
-
-
37
-
-
37
-
-
-
B R
179 179
38
-
-
179 217
190 190
10-
-
-
190 180
1111-
48
-
-
1137
-
-
-
** B R
214 214
-
-
-
214 214
-
-
-
-
-
214 214
-
-
-
214 214
-
-
-
30 Operatie STORM; Bijdrage aan vereveningsfonds
PROGRAMMA VEILIGHEID
P06/001/37
NWO
30 Operationeel besturingssysteem Geleenbeek/Caumerbeek
P21/102/09
BOA
5 ondrzkn progr instrumenten wbp 10-15
B R
-
10 -
-
-
10 -
-
-
-
-
-
-
10 -
-
-
10 -
73
-
73
P21/104/01
BOA
5 Toetsing werknormen Nationaal Bestuursakkoord Water
B R
165 165
-
-
-
165 165
-
-
-
-
-
165 165
-
-
-
165 165
235
-
-
P21/201/01
TB
5 Opmaken / herzien leggers
B R
222 222
70 -
20
312 222
-
-
-
-
-
222 222
70 -
20
-
312 222
318
-
-
P21/305/01
NWO
B R
84 84
650 429
400
220
1.354 513
-
-
-
-
-
84 84
650 429
400
220
1.354 513
1.195
-
-
P50/900/02
TB
B R
273 273
327 303
-
-
600 576
-
-
-
-
-
273 273
327 303
-
-
600 576
600
-
-
B R
958 958
1.057 732
420 -
220 -
2.655 1.690
-
-
-
-
-
958 958
1.057 732
420 -
220 -
2.655 1.690
2.421 -
-
73 -
B R
-
-
-
750
750 -
-
-
-
-
-
-
-
-
750
750 -
-
-
-
B R
-
-
-
750 -
750 -
-
-
-
-
-
-
-
-
750 -
750 -
-
-
-
30 Uitvoering kwantiteitsmeetplan 2007
5 Veiligheidstoetsing waterkeringen Maas
PROGRAMMA INSTRUMENTEN
P23/007/05
MID
4 Verkiezingen 2012
PROGRAMMA BESTUUR, EXTERNE COMMUNICATIE EN BELASTINGEN P21/301/09
NWO
5 Bedrijfsvoering Buitendienst
B R
89 89
50 31
60
-
199 120
-
-
-
-
-
89 89
50 31
60
-
199 120
350
-
-
P23/004/11
MID
5 Beleids- en activiteitenplan informatievoorziening en automatisering 2002-2003
B R
690 690
40 34
-
-
730 724
-
-
-
-
-
690 690
40 34
-
-
730 724
783
-
-
P23/004/12
MID
5 Beleids- en activiteitenplan informatievoorziening en automatisering 2004-2007
B R
528 528
10
-
-
528 538
-
-
-
-
-
528 528
10
-
-
528 538
650
-
-
P23/004/16
MID
5 Beleids- en activiteitenplan informatievoorziening en automatisering 2007 - 2010
B R
144 144
50 -
194 144
-
-
-
-
-
144 144
50 -
-
-
194 144
232
-
-
P23/004/18
TB
5 Implementatie van IRIS
B R
561 561
150 104
-
-
711 665
-
-
-
-
-
561 561
150 104
-
-
711 665
1.355
-
-
P23/004/19
MID
5 Beleids & Activiteitenplan informatievoorziening en automatisering 2011 - 2014
B R
-
-
250
950
1.200 -
-
-
-
-
-
-
-
250
950
1.200 -
-
-
-
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
149
PROJECTNUMMER
AFD
AT
OMSCHRIJVING
AK
UITGAVEN Realisatie t/m 2009
2010
2011
INVESTERINGSOBJECT PER PROGRAMMA INKOMSTEN 2012 e.v.
Totaal
Realisatie t/m 2009
2010
2011
NETTO
2012 e.v.
Totaal
GEVOTEERD KREDIET
Realisatie t/m 2009
2010
2011
2012 e.v.
Totaal
UITG
NETTO GEVOTEERD KREDIET IN 2010
INK
P23/004/20
MID
5 Vervangingsinvesteringen I&A
B R
21 21
50 65
100
510
681 86
-
-
-
-
-
21 21
50 65
100
510
681 86
170
-
-
P23/004/22
MID
5 Beveiliging, bewaking en signalering
B R
76 76
200 194
-
-
276 270
-
-
-
-
-
76 76
200 194
-
-
276 270
275
-
-
P23/004/23
MID
5 Integratie data- en telecomunicatie
B R
113 113
140 136
-
253 249
-
-
-
-
-
113 113
140 136
-
-
253 249
450
-
-
P23/004/24
TB
5 Geodata op orde
B R
-
150 24
250
800
1.200 24
-
-
-
-
-
-
150 24
250
800
1.200 24
150
-
150
P22/002/05
NWO
0 Realisatie centrale opslag calamiteitenmaterialen en steunpunt buitendienst; aankoop grond
B R
-
750 -
-
-
750 -
-
-
-
-
-
-
750 -
-
-
750 -
-
-
-
P22/002/06
NWO
30 Realisatie centrale opslag calamiteitenmaterialen en steunpunt buitendienst; gebouw
B R
-
250 74
2.000
-
2.250 74
-
33
-
-
33
-
250 41
2.000
-
2.250 41
1.000
-
1.000
P21/304/01
NWO
10 Aanschaf machines, aankoop materieel buitendienst
B R
-
40 42
-
-
40 42
-
-
-
-
-
-
40 42
-
-
40 42
42
-
42
P21/304/02
NWO
B R
-
115 115
-
-
115 115
-
-
-
-
-
-
115 115
-
-
115 115
115
-
115
P22/002/07
NWO
B R
37 37
37-
-
-
37 -
33 33
33-
-
-
33 -
4 4
4-
-
-
4 -
-
-
-
B R
2.259 2.259
1.985 792
2.660 -
2.260 -
9.164 3.051
33 33
-
-
-
33 33
2.226 2.226
1.985 792
2.660 -
2.260 -
9.131 3.018
5.572 -
-
1.307 -
49.104 49.104
14.641 12.284
15.090 -
72.792 -
149.447 60.308
13.491 13.491
1.101 432
3.625 -
10.223 -
27.765 13.923
35.372 35.372
13.540 11.852
11.465 -
62.369 -
121.682 46.385
98.699 -
15.779 -
8.407 -
3 Bedrijfsauto's overname leaseauto's
10 Realisatie centrale opslag calamiteitenmaterialen en steunpunt buitendienst; overige kosten**
PROGRAMMA BEDRIJFSVOERING
TOTAAL PROGRAMMA'S
** Projecten gefinancierd uit het Algemeen krediet planvoorbereiding en grondaankopen (P21/301/01)
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
150
Algemeen krediet planvoorbereiding en grondaankopen
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
151
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
152
Algemeen krediet planvoorbereiding en grondaankopen In het overzicht per stroomgebied of onderdeel zijn diverse projecten gemarkeerd met **. Dit zijn projecten die zich nog in de voorbereidende sfeer bevinden. Er vinden alleen uitgaven plaats in het kader van de planvoorbereiding en de grondaankopen. Deze projecten worden gefinancierd uit het ‘Algemeen krediet planvoorbereiding en grondaankopen’. Onderstaand wordt de stand van zaken van dit krediet per 31 december 2010 weergegeven: Onderdeel
Krediet
Realisatie tot en met 31 december 2010
Restant
Planvoorbereiding Grondaankopen
2.000.000 3.700.000
1.290.164 4.115.203
709.836 -415.203
Totaal
5.700.000
5.405.367
294.633
Zodra de uitvoering van deze voorbereidende projecten ter hand wordt genomen, wordt aan het algemeen bestuur het totale krediet gevraagd, inclusief de uitgaven in het kader van de planvoorbereiding en de grondaankopen.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
153
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
154
Afsluiten investeringsprojecten per 31 december 2010
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
155
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
156
Afsluiten investeringsprojecten per 31 december 2010 Inleiding Sinds enkele jaren is het gebruikelijk dat bij de aanbieding van de jaarrekening over enig jaar ook een notitie wordt aangeboden waarbij een voorstel wordt gedaan tot het in financiële zin afsluiten van projecten. U treft hierbij een overzicht aan van de per 31 december 2010 af te sluiten projecten. In totaliteit zijn de uitgaven € 794.143 lager uitgevallen dan geraamd en zijn de inkomsten € 501.970 hoger uitgevallen dan geraamd. Per saldo is er een overschot aan gevoteerd krediet voor een bedrag van € 1.296.113. Bij het financiële overzicht is per project een korte toelichting gegeven van de verschillende kredieten. Kortheidshalve wordt verder volstaan met een verwijzing hiernaar. Financiële consequenties Het afsluiten van de investeringen heeft geen verdere financiële consequenties. De kapitaallasten van deze investeringen zijn in de begroting 2011 en meerjarenraming 2012-2015 meegenomen.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
157
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
158
Financieel overzicht af te sluiten investeringsprojecten per 31 december 2010 Uitgaven
Projectnummer en omschrijving Krediet
Realisatie
Inkomsten Restant
Krediet
Realisatie
Saldo Restant
Krediet
Realisatie
Restant
Voorbereidingsprojecten die niet hebben geleid tot uitvoering P0600137
Operationeel besturingssysteem Geleenbeek/Rode beek
-
214.020,60
214.020,60-
-
-
-
214.020,60
P0600139
Masterplan Geleenbeek
-
38.873,32
38.873,32-
-
-
-
38.873,32
38.873,32-
P0600142
Landschapspark de Graven
-
13.924,58
13.924,58-
-
-
-
13.924,58
13.924,58-
P1300107
Herinrichting Gulp te Slenaken
-
4.773,86
4.773,86-
-
87,13
-
4.686,73
4.686,73-
9.357,36-
149.348,22-
87,13-
214.020,60-
Overige projecten P0200106
Aanleg vistrap en verwijderen slib ECI
6.905.000,36
6.914.357,72
3.605.087,23
3.465.096,37
3.299.913,13
3.449.261,35
P0300109
Herinrichting Vlootbeel Linnerweerd
1.600.000,00
1.465.572,73
134.427,27
738.250,00
837.895,84
99.645,84-
861.750,00
627.676,89
P0600131
Regenwaterbuffers Smidserweg
135.500,00
56.556,45
78.943,55
95.554,00
21.132,18
74.421,82
39.946,00
35.424,27
4.521,73
P0600132
Optimaal waterbeheer in de landbouw, Geleenbeek-Middelsgraaf
388.000,00
313.886,73
74.113,27
-
167.922,91
167.922,91-
388.000,00
145.963,82
242.036,18
P0900201
rwb'ers Geversdal Beek/Stein
539.000,00
470.677,40
68.322,60
49.875,00
59.196,48
9.321,48-
489.125,00
411.480,92
77.644,08
P0900202
Aanpassen regenwaterbuffers Catsop Stein
346.000,00
317.101,04
28.898,96
86.400,00
87.589,42
1.189,42-
259.600,00
229.511,62
30.088,38
P1000102
Bodemvoorziening Geul Valkenburg
612.603,29
311.886,52
300.716,77
-
612.603,29
311.886,52
300.716,77
P1000103
Herinrichting Geul Polfermolen
1.514.718,35
1.303.399,43
211.318,92
15.147,18
136.167,78
121.020,60-
1.499.571,17
1.167.231,65
332.339,52
P1000105
Reconstructie Gel Valkenburgf aan de Geul; Molentak
4.980.237,89
4.970.940,51
9.297,38
1.641.776,83
1.672.806,85
31.030,02-
3.338.461,06
3.298.133,66
40.327,40
P1000115
Vismigratiebelemmeringen in de Geul
89.848,48
50.469,91
39.378,57
-
89.848,48
50.469,91
39.378,57
P1000128
Regenwaterbuffer Heerstraat Epen
152.500,00
87.050,43
65.449,57
17.500,00
34.251,04
16.751,04-
135.000,00
52.799,39
82.200,61
P1003401
Regenwaterbuffers Abelschegrub WO
266.500,00
272.596,30
55.000,00
67.174,00
12.174,00-
211.500,00
205.422,30
6.077,70
P1400201
Regenwaterbuffer Wammersweg Margraten
241.000,00
187.758,11
53.241,89
29.000,00
30.437,24
1.437,24-
212.000,00
157.320,87
54.679,13
58.992,82-
71.250,00
147.404,85
76.154,85-
17.162,03
6.096,30-
139.990,86
-
-
234.073,11
P1401201
WO gemeente Eijsden
920.000,00
978.992,82
848.750,00
831.587,97
P2130401
Materieel buitendienst
42.245,00
42.245,00
-
-
-
42.245,00
42.245,00
-
P2130402
Overname bedrijfsauto's
115.250,00
115.250,00
-
-
-
115.250,00
115.250,00
-
P2300411
Activiteitenplan I&A 2002-2003
783.000,00
724.573,50
58.426,50
-
-
783.000,00
724.573,50
58.426,50
P2300412
Activiteitenplan I&A 2004-2007
650.000,00
546.165,81
103.834,19
-
-
650.000,00
546.165,81
103.834,19
P2300416
Beleids- en activiteitenplan I&A 2007-2010
232.000,00
144.193,42
87.806,58
-
-
232.000,00
144.193,42
87.806,58
P2300422
Beveiliging, bewaking en signalering
275.000,00
269.346,49
5.653,51
-
-
275.000,00
269.346,49
5.653,51
P5079901
Ophoging maaskaden (maaswerken)
-
179.647,82
20.788.403,37
19.994.260,50
TOTAAL
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
179.647,82-
794.142,87
-
179.647,82
179.647,82-
-
-
-
6.404.840,24
6.906.809,91
501.969,67-
14.383.563,13
13.087.450,59
1.296.112,54
159
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
160
Toelichting af te sluiten projecten Voorbereidingsprojecten die niet hebben geleid tot uitvoering In de ‘nota vaste activa 2008’ is opgenomen dat, indien projecten niet tot uitvoering komen, deze versneld moeten worden afgeschreven. In 2010 zijn een aantal projecten, gefinancierd uit het algemene krediet en niet geleid hebben tot een project, conform deze nota dan ook versneld afgeschreven, waardoor de boekwaarde per 31 december 2010 van elk project nihil is. P0600137 Operationeel besturingssysteem Geleenbeek / Rode beek In het stroomgebied van de Geleenbeek en de Caumerbeek is in het verleden een groot volume aan buffercapaciteit gerealiseerd. Om deze capaciteit optimaal te benutten, heeft in het verleden een haalbaarheidsstudie en een vooronderzoek plaats gevonden om te bezien of de implementatie van een operationeel besturingssysteem een reëel alternatief is voor het vergroten van de buffercapaciteit op termijn. Gezien het feit dat deze studie de komende tijd niet zal leiden tot de invoering van een dergelijk besturingssysteem, kan dit project worden afgesloten. P0600139 Masterplan Geleenbeek Om voor het stroomgebied van de Geleenbeek te komen tot een, door alle belanghebbende partijen gedragen, geheel van uitgangspunten, is in de afgelopen 5 jaren veel overleg met partijen geweest. Daarnaast is breed onderzoek gedaan naar de mogelijkheden om een basis te verkrijgen op grond waarvan integrale projecten aan en rond de Geleenbeek vorm zouden kunnen krijgen. Deze inspanningen hebben geleid tot het Masterplan Geleenbeek, waarin het zogenaamde 6-lagen model is vastgelegd, dat in de toekomst als basis kan dienen voor alle projecten die in het stroomgebied van de Geleenbeek uitgevoerd gaan worden. Omdat dit plan niet direct leidt tot een uitvoeringsplan, kan het worden afgesloten. P0600142 Landschapspark de Graven Het waterschap participeert al meer dan 10 jaren in de Stichting Landschapspark de Graven, zowel bestuurlijk als ook ambtelijk. Omdat alle projecten die voortkomen uit plannen die binnen de contouren van het landschapspark worden opgesteld, apart ter kredietverlening aan het bestuur worden voorgelegd, kan dit project worden afgesloten. De kosten betreffen alleen de verantwoorde eigen ambtelijke uren. P1300107 herinrichting Gulp te Slenaken Ter hoogte van de dorpsstraat in Slenaken stroomt de Gulp parallel aan de bebouwde eigendommen van een aantal hotels. Omdat bij hoge afvoeren van de Gulp het gevaar voor afkalving van de bij de hotels behorende eigendommen groot was en omdat de mogelijkheid bestond dat hier inundaties konden optreden, diende een plan opgesteld te worden om deze bebouwing te beschermen. De kosten betreffen alleen deze plankosten. De maatregelen ter voorkoming van genoemde wateroverlast zijn in het kader van een ander project uitgevoerd. Daardoor kan het project worden afgesloten.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
161
Overige projecten P0200106 Aanleg vistrap en verwijderen slib ECI Het project behelst het aanpassen van de bestaande vispassage in de Hambeek in Roermond en de aanleg van een vispassage met visgeleidingssysteem bij de ECI-waterkrachtcentrale in Roermond. Het beschikbare uitvoeringskrediet bedraagt € 6.905.000. De realisatie bedraagt € 6.914.357. De geraamde inkomsten bedragen € 3.605.000, terwijl € 3.465.000 is gerealiseerd. De inkomsten zijn afkomstig van de volgende subsidieverstrekkers: Life (EU), SGB-subsidie, Kaderwet LNV subsidie en diverse bijdragen in de aanleg van een bezoekersruimte bij de vispassage bij de ECI-centrale. Het ‘tekort’ van € 140.000 is te wijten aan het feit dat de geraamde inkomsten ten behoeve van de bezoekersruimte abusievelijk twee keer in de projectbegroting zijn opgenomen (bij de najaarsrapportage 2008 en in de begrotingswijziging 2008 nr. 12). P0300109 Herinrichting Vlootbeek Linnerweerd. De herinrichting behelst het omleggen van het benedenstroomse deel van de Vlootbeek naar het historische tracé. Bij de uitmonding van het nieuwe tracé van de Vlootbeek in de Maas is een vistrap aangelegd. Verder is het vismigratieknelpunt nabij het meetstation Vlootbekermolen opgeheven met de aanleg van een vistrap en is een wandelpad aangelegd op verzoek van de gemeente. Inkomsten van dit project zijn verkregen vanuit SGB subsidie, bijdragen van de gemeente Maasgouw en met een bijdrage van RWS vanuit het convenant ‘Herstel en Inrichting beekmondingen Maas’. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 234.073. P0600131 Regenwaterbuffer Smidserweg De gemeente Heerlen heeft een afkoppelplan gerealiseerd in de wijk Welten waarbij het verhard oppervlak van straten, trottoirs en zoveel mogelijk verhard oppervlak van particulieren is afgekoppeld van het gemengd rioolstelsel. Omdat de capaciteit van de Geleenbeek ter plaatse echter te klein was om de af te voeren hoeveelheden te verwerken, is regenwaterbuffer Smidserweg gerealiseerd. Het uitvoeringskrediet bedroeg € 135.500. De uiteindelijke totale uitgaven bedragen € 56.556. Naast de uitgaven was € 32.000 aan inkomsten geraamd te ontvangen van de gemeente Heerlen tbv de realisatie van een bodempassage in de gerealiseerde buffer. De uiteindelijke inkomsten bedroegen € 13.500 aangezien de kosten op basis van werkelijk gemaakte kosten met de gemeente zijn afgerekend en deze aanzienlijk lager waren dan geraamd. Tevens is € 63.500 WB 21 subsidie als inkomsten geraamd. Gezien de lagere kosten valt ook de te verwachten subsidie lager uit. Naar verwachting zal € 7.641 WB 21 subsidie worden ontvangen. Door vorenstaande kan het project met een saldo van € 4.522 worden afgesloten.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
162
P0600132 Optimaal waterbeheer in de landbouw, Geleenbeek-Middelsgraaf In het kader van Optimaal Waterbeheer in de Landbouw worden stuwen geplaatst in primaire en secundaire watergangen. Dit om de grondwaterstand te verhogen en verdroging tegen te gaan. In dit kader zijn in de volgende watergangen in totaal zeven stuwen geplaatst: Postbeek, Houthemerbeemdleiding, Kaapsloot, Putbeek, Diergaardlossing en Vuilbemden (2 stuks). Bovendien is ter hoogte van de Abdij Lilbosch in Echt en in de nabijheid van de Pepinusbeek een peilgestuurde drainage aangelegd. Het uitvoeringskrediet bedroeg € 388.000. Vanwege aanbestedingsvoordeel zijn de uitgaven lager dan geraamd. De gerealiseerde uitgaven bedragen € 313.887. Ten tijde van de kredietvotering was een subsidieaanvraag ingediend bij de provincie. Omdat echter nog geen definitieve beschikking was ontvangen is met een eventuele bijdrage geen rekening gehouden. De provincie heeft uiteindelijk voor ruim € 167.993 bijgedragen in de kosten van het project, waardoor het project kan worden afgesloten met een saldo van € 242.036. P0900201 rwb’ers Geversdal Beek/Stein In Catsop, Stein zijn 2 regenwaterbuffers aangelegd. Om een goede afwatering te garanderen van de buffer Holenweg is de watergang Geversdal opnieuw geprofileerd en ter hoogte van de particuliere tuinen is de watergang in het stapelwerk gezet. Vanuit WB21 is een financiële bijdragen ontvangen. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 77.644. P0900202 Aanpassen regenwaterbuffers Catsop Stein Om wateroverlast in Catsop (gemeente Stein) te voorkomen, zijn 4 bestaande regenwaterbuffers aangepast. Het uitvoeringskrediet bedroeg € 346.000. De uiteindelijke uitgaven bedragen € 317.101. Voor dit project was € 86.400 aan inkomsten geraamd zijnde WB21 subsidie. De te verwachten WB21 subsidie bedraagt € 79.589. Daarnaast is € 8.000 ontvangen van de gemeente Stein als bijdrage in asfalteringswerkzaamheden (afgeschreven asfalt ten behoeve van te realiseren wegverkanting voor geleiding water naar buffer vervangen door nieuw asfalt). Hierdoor vallen de inkomsten € 1.189 hoger uit dan geraamd. Het project kan worden afgesloten met een saldo van € 30.088. P1000102 Bodemvoorziening Geul Valkenburg Ten behoeve van dit project is de woelkom benedenstrooms de Walramstuw in Valkenburg aangelegd. De functie van de woelkom is om de energie uit het water te halen. Verder was het de bedoeling om gelijktijdig met de aanleg van het transportriool in de Geul een voorziening te maken om de onderspoeling van de kademuren te voorkomen. Deze werkzaamheden zijn uiteindelijk geïntegreerd bij de restauratie van de kademuren. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 300.717.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
163
P1000103 Herinrichting Geul Polfermolen Het betreft de herinrichting van de Geul in Valkenburg vanaf de samenvloeiing Molentak/Geultak tot aan de brug in ‘aan de Polfermolen’. Het gevoteerde krediet bedroeg € 1.514.718. De uiteindelijke totale uitgaven bedragen € 1.303.399. Er was een bedrag van € 15.147 aan inkomsten geraamd, zijnde een bijdrage van het toenmalige Zuiveringsschap in het kader van in het uitvoeringsprogramma 2001 vastgelegde afspraken over de verdeling van kosten van werkzaamheden met gemeenschappelijke taakaspecten. Uiteindelijk is € 136.168 aan inkomsten gerealiseerd in verband met een aanvullende bijdrage van het voormalige zuiveringschap in de kosten voor het afvoeren van verontreinigde specie. Het project kan worden afgesloten met een saldo van € 332.340. P1000105 Reconstructie Geul Valkenburg aan de Geul; molentak In dit project zijn de kademuren van de molentak van de Geul in het centrum van Valkenburg gereconstrueerd. Het constructief in orde brengen van de muren is voor rekening van het waterschap en de voorzetwand van mergel die vanuit esthetisch oogpunt is aangebracht is betaald door de gemeente Valkenburg a/d Geul. Dit project behelst ook de aanleg van het stapelwerk in de Geul langs het Hertekampje. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 40.327. P1000115 Vismigratiebelemmeringen in de Geul Het betreft een krediet ter hoogte van € 89.849 ten behoeve van onderzoek in het kader van vismigratiemaatregelen. De OVB heeft een onderzoek uitgevoerd naar 10 vismigratieknelpunten in de Geul, Eyserbeek en Selzerbeek en geadviseerd over de oplossing van de betreffende knelpunten. Op dit moment worden 6 van deze knelpunten nader uitgewerkt tot concrete plannen. Deze vismigratieknelpunten worden of zijn met een apart projectnummer in het MIP opgenomen. Er is voor een bedrag van in totaal € 50.470 aan onderzoek en interne uren geboekt. Het krediet kan met een saldo van € 39.378 worden afgesloten. P1000128 Regenwaterbuffer Heerstraat Epen In dit project is een buffer aangelegd door aan het einde van een slenk, net bovenstrooms van de Heerstraat in Epen een dam op te werpen. Voor de realisatie van deze buffer is WB21 bijdrage verkregen. Aangezien gebleken is dat de aanleg van de buffer een gemeentelijke verantwoordelijkheid betreft heeft de gemeente Gulpen-Wittem een financiële bijdrage geleverd. De buffer is overgedragen aan de gemeente Gulpen-Wittem. De bijdrage vanuit WB21 zijn lager als geraamd. Dit komt omdat dit project geclusterd is uitgevoerd en de verdeling van de inkomsten is gemaakt op basis van de verdeling van de uitgaven. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 82.201. P1003401 Regenwaterbuffers Abelschegrub WO Om de water- en modderoverlast in de kern van Stokhem te beperken zijn 2 regenwaterbuffers gerealiseerd in het dal van de Abelsche grub en van een bestaande secundaire buffer is de kade opgetrokken. Vanuit WB21 is een financiële bijdrage verkregen. Het project wordt afgesloten met een tekort van € 6.078.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
164
P1400201 Regenwaterbuffer Wammersweg Margraten Om de water- en modderoverlast in Groot Welsen te beperken is een buffer aangelegd aan de Wammersweg. Hierin wordt het water en de modder dat vanuit het stedelijk gebied bij hevige neerslag tot afstroming komt gebufferd. Vanuit WB21 is een financiële bijdrage ontvangen ten behoeve van dit project. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 54.679. P1401201 WO gemeente Eijsden Dit project betreft de aanleg van 3 regenwaterbuffers in Rijckholt en 1 regenwaterbuffer in Gronsveld. De regenwaterbuffers in Rijckholt liggen alle 3 in waterwingebied De Dommel en Bodembeschermingsgebied Mergelland. Dit betekent dat een bijzonder beschermingsnivo gerealiseerd dient te worden ten behoeve van de bodem en het grondwaterwater ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening. Er mag absoluut geen sprake zijn van infiltratie. De provincie heeft, in overleg met de WML, dan ook beschermingsmaatregelen voorgeschreven in de vorm van het toepassen van folie bij 2 buffers en het aanbrengen van een betonnen instroomvoorziening bij de derde buffer. Verder is ten behoeve van realisatie van de buffer Romboutsweg Rijckholt noodzakelijk om een WML transportleiding om te leggen. Met de aanleg van bovengenoemde voorzieningen en het verleggen van de WML transportleiding is geen rekening gehouden bij de kredietverlening. De inkomsten verkregen vanuit WB21 zijn beduidend hoger als geraamd. Dit komt omdat dit project geclusterd is uitgevoerd en de verdeling van de inkomsten is gemaakt op basis van de verdeling van de uitgaven. Het project wordt dan ook afgesloten met een saldo van € 17.162. P2130401 Materieel buitendienst November 2010 is een krediet verleend voor de vervanging van waterschapsmaterieel van € 42.245. Deze vervanging is meteen na de kredietverlening conform gerealiseerd. Het krediet kan worden afgesloten. P2130402 Overname bedrijfsauto’s December 2010 is een krediet verleend voor de overname van bedrijfsauto’s van de leasemaatschappij van € 115.250. Deze overname is meteen na de kredietverlening conform gerealiseerd. Het krediet kan worden afgesloten. P2300411 Activiteitenplan I&A 2002-2003 Het project bestaat uit meerdere deelprojecten. Bij het deelproject DIS/WFM zijn minder kosten gemaakt dan geraamd. Het project wordt afgesloten met een saldo van € 58.427.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
165
P2300412 Activiteitenplan I&A 2004-2007 Op het project is nog een overschot doordat twee deelprojecten niet of deels zijn uitgevoerd. Het klachten afhandelingsysteem is niet uitgevoerd doordat voor een tussen oplossing is gekozen om de klachten te registeren in het al aanwezige documentair informatie systeem. Het deelproject database managementsystemen is gedeeltelijk uitgevoerd doordat tijdens de uitvoering Het Waterschapshuis met Oracle een mantelovereenkomst heeft gesloten waar het waterschap gebruikt van maakt. Het project kan worden afgesloten met een saldo van € 103.834. P2300416 Activiteitenplan I&A 2007-2010 Op het project is nog een overschot doordat twee deelprojecten, veldgegevens in het veld en werkplaatsfunctie niet zijn uitgevoerd omdat dat de werkelijke kosten hoger zouden worden dan de raming. Deze deelprojecten zijn opgepakt in het nieuwe project voorstel van het Onderhoud Beheer Systeem (OBS). De kosten van de overige deelprojecten waaronder de website en vervanging pc werkplekken zijn lager uitgevallen dan geraamd. Het project kan worden afgesloten met een saldo van € 87.807. P2300422 Beveiliging, bewaking en signalering Op het project beveiliging, bewaking en signalering is een klein overschot. De deelprojecten, het implementeren van een nieuw beveiligingsysteem en tijdregistratiesysteem voor de kantoorgebouwen en de renovatie van de computerruimte zijn afgerond. Het project kan worden afgesloten met een saldo van € 5.654. P5079901 Ophoging maaskaden (maaswerken) In het kader van de vergroting van de veiligheid door verhoging van het beschermingsniveau van 70% van de bevolking achter de Maaskaden tot een frequentie van eens in de 250 jaar vóór 1 januari 2007, zijn door het Rijk de kaden in en rondom Roermond gedurende de afgelopen jaren aangepast aan een hogere Maaswaterstand. Deze aanpassingen zijn voltooid. Op dit project zijn geen uitgaven verantwoord, aangezien alle investeringen van de zijde van het Rijk zijn gedaan. Personele inzet door het waterschap is gecompenseerd. Het project kan daarom budgettair neutraal worden afgesloten.
Programmarekening 2010 Waterschap Roer en Overmaas
166