WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 47 BIJL.: 2 Agendapunt: 8. Onderwerp: Najaarsrapportage per 1 september 2010; 3e begrotingswijziging 2010

AB 30-11-2010 WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 47 BIJL.: 2 Agendapunt: 8 Sittard, 15 november 2010 AAN HET ALGEMEEN BESTUUR Onderwerp: Najaarsrapportage per 1 september 2010; 3e begrotingswijziging 2010

Voorstel 1. de Najaarsrapportage 2010 vaststellen; 2. het negatieve resultaat van € 261.829 onttrekken aan de post onvoorzien; 3. de begroting 2010 wijzigen conform de bij deze notitie behorende 3e begrotingswijziging 2010; 4. de kredietvoteringen als volgt wijzigen: 180.000 -€ − Plannen + € 107.000 − Watersysteem +€ 73.000 − Instrumenten − Bedrijfsvoering - € 3.785.000 Recentelijk hebben wij u met de vergaderstukken voor de commissies, conform de planningen controlcyclus, de najaarsrapportage 2010 met peildatum 1 september 2010 doen toekomen. In deze rapportage, die de periode 1 januari 2010 tot 1 september 2010 omvat, wordt teruggekeken op de afgelopen maanden en is een doorkijk gemaakt naar de rest van het jaar. De rapportage kenmerkt zich, evenals vorig jaar, door informatie over de programma’s, kostensoorten en de onttrekkingen aan de bestemmingsreserves en voorzieningen. De programma’s bevatten gecomprimeerde informatie voor wat betreft de realisatie van de voornemens. Verder wordt in deze najaarsrapportage (evenals in de voorjaarsrapportage) ter onderbouwing van de informatie gebruik gemaakt van kengetallen. De kostensoorten geven in één oogopslag de bij de voornemens bijbehorende financiële informatie. Ten slotte worden de onttrekkingen aan de bestemmingsreserves en voorzieningen nader toegelicht.

101627/BRA

1/2

Financiële consequenties Het resultaat van de najaarsrapportage 2010 bedraagt op basis van de huidige inzichten € 261.829 negatief. Dit betreft diverse kleinere afwijkingen die in de najaarsrapportage nader worden toegelicht. Het negatieve resultaat van de najaarsrapportage wordt, conform de voorschriften, onttrokken aan de post onvoorzien. In de voorjaarsrapportage is een resultaat van € 941.190 toegevoegd aan de post onvoorzien waardoor na deze onttrekking een saldo resulteert van € 779.361 op deze post. Kortheidshalve volstaan wij verder met een verwijzing naar de najaarsrapportage 2010. Commissieadviezen De commissies Middelen en Financieel Beleid heeft ter zake positief geadviseerd. Voorstel Wij stellen u voor: 1. de Najaarsrapportage 2010 vast te stellen; 2. het negatieve resultaat van € 261.829 te onttrekken aan de post onvoorzien; 3. de begroting 2010 te wijzigen conform de bij deze notitie behorende 3e begrotingswijziging 2010; 4. de kredietvoteringen als volgt te wijzigen: 180.000 –€ − Plannen 107.000 − Watersysteem + € + € 73.000 − Instrumenten − Bedrijfsvoering – € 3.785.000 Het dagelijks bestuur, de secretaris/directeur,

de voorzitter,

ing. J.M.G. In den Kleef

dr. J.J. Schrijen

101627/BRA

2/2

Najaarsrapportage 2010

Inhoudsopgave

1

Inleiding.........................................................................................................................................3

2

Programmaplan ............................................................................................................................5

3

4

101466

2.1

Programma Plannen ............................................................................................................6

2.2

Programma Watersysteem ................................................................................................10

2.3

Programma Veiligheid........................................................................................................15

2.4

Programma Zuiveren .........................................................................................................18

2.5

Programma Instrumenten ..................................................................................................19

2.6

Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen .............................................23

2.7

Programma Bedrijfsvoering ...............................................................................................26

Kostensoorten ............................................................................................................................32 3.1

Toelichting op kosten .........................................................................................................33

3.2

Toelichting op opbrengsten................................................................................................35

Onttrekkingen overige bestemmingsreserves en voorzieningen .........................................37

1/43


1

Inleiding

De begroting is opgezet en vastgesteld op programmaniveau. Een programma is een samenhangend geheel van activiteiten op basis waarvan het bestuur het beleid van het waterschap vaststelt. De volgende zeven programma’s zijn gedefinieerd: • Plannen • Watersysteem • Veiligheid • Zuiveren • Instrumenten • Bestuur en externe communicatie en belastingen • Bedrijfsvoering Deze najaarsrapportage, met peildatum 1 september 2010, is dan ook evenals de voorjaarsrapportage 2010, een rapportage op programmaniveau. Naast de insteek op programmaniveau wordt ook gerapporteerd op kostensoortenniveau. Verder wordt in de rapportage de stand van zaken in combinatie met een rapportage op afwijkingen weergegeven. In de begroting 2010 zijn voor het eerst kentallen opgenomen en net als in de voorjaarsrapportage wordt in voorliggende rapportage de realisatie en prognose van deze kentallen gegeven. In de begroting wordt per programma ingegaan op de volgende onderdelen: • Wat willen we bereiken • Wat doen we • Wat mag het kosten • Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid • Kredietvotering Deze onderdelen vormen vervolgens de basis voor deze tussentijdse rapportage, waarbij uiteraard de realisatie het uitgangspunt is, zie hoofdstuk 2. Dit betekent dan ook dat de navolgende onderdelen in deze rapportage terugkomen: • Wat hebben we bereikt. Dit onderdeel geeft weer wat in de rapportageperiode is bereikt, afgezet tegen het voornemen bij ‘wat willen we bereiken’. • Wat hebben we gedaan. Hier wordt aangegeven wat in de rapportageperiode is gedaan om datgene te bereiken wat we ons hadden voorgenomen. In deze tussentijdse rapportage worden, zoals al aangehaald kengetallen gebruikt om de rapportage te onderbouwen. • Wat kost het. In dit onderdeel wordt de realisatie in de rapportageperiode weergegeven en wordt een prognose voor 2010 afgegeven. De bijstelling van de begroting wordt toegelicht in hoofdstuk 3 kostensoorten. • Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid. In dit onderdeel wordt eveneens de realisatie weergegeven en een prognose afgegeven voor 2010. • Kredietvotering. In dit onderdeel wordt gerapporteerd over de in de verslagperiode door het dagelijks bestuur verleende kredieten van individuele projecten. Naast de programmabegroting blijft de begroting naar kostensoorten een verplichting. Gelet op het feit dat een toelichting op de kostensoorten de besluitvorming ten goede komt, is bij vaststelling van de begroting gekozen om hierop op hoofdlijnen een korte toelichting te geven. In deze tussentijdse rapportage wordt dezelfde systematiek gevolgd, zie hoofdstuk 3. Ten slotte wordt in hoofdstuk 4 gerapporteerd over de onttrekkingen aan de voorzieningen en bestemmingsreserves.

Waterschap Roer en Overmaas

3

Rechtmatigheid In verband met de inwerkingtreding van de Wet modernisering waterschapsbestel en de Bepalingen beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW) heeft met ingang van 1 januari 2009 de rechtmatigheid zijn intrede gedaan. Rechtmatigheid kan worden omschreven als ‘het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving’. Hierbij gaan het niet alleen om de zogenaamde externe regelgeving, zoals Europese en nationale wetgeving, maar ook om de eigen regels en kaders van het waterschap. De Waterschapswet legt een specifiek accent op het onderdeel ‘financiële rechtmatigheid’. Dit begrip omvat de vraag of baten en lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Het begrip ‘financiële rechtmatigheid’ wordt dan ook rechtmatigheid in het kader van de ‘accountantscontrole’ genoemd. De controle van de accountant richt zich bij de (financiële) rechtmatigheid op een drietal aspecten, te weten het begrotingscriterium, het voorwaardencriterium en het misbruik- en oneigenlijk gebruikcriterium. In het kader van de tussentijdse rapportages is het begrotingscriterium een aspect dat de nodige aandacht verdient. Met het begrotingscriterium wordt bedoeld of de lasten, baten en balansmutaties passen binnen de door het bestuur vastgestelde begrotingskaders. Om aan het begrotingscriterium te voldoen is het zaak dat de afwijkingen begroting versus realisatie, en in het bijzonder de overschrijding van de lasten, beperkt blijven. Een en ander betekent dan ook dat de begroting tussentijds dient te worden bijgesteld indien op basis van voortschrijdende inzichten blijkt dat zich afwijkingen in de begroting versus realisatie zullen voordoen. Het begrotingscriterium heeft er - evenals vorig jaar - in geresulteerd dat in de voorliggende rapportage sprake is van een groot aantal wijzigingen op de diverse begrotingsposten. De wijzigingen zijn in de voorliggende rapportage in gecomprimeerde vorm toegelicht. Het moge duidelijk zijn dat marginale wijzigingen niet zijn toegelicht echter alleen in de formele begrotingswijziging en financiële overzichten zijn verwerkt. Naast het feit dat dit past binnen de doelstelling ‘besturen op hoofdlijnen’ komt dit ook de leesbaarheid van de rapportage ten goede.

4


2

Programmaplan

In dit programmaplan wordt het naar de programma's onderscheiden en te realiseren beleid voor het waterschap voor 2010 weergegeven, aangevuld met de realisatie hiervan voor de eerste acht maanden en een prognose voor het gehele verslagjaar.

Programmatotaal Begroting

2010 Gewijzigde begroting

Realisatie

Prognose

Plannen Watersysteem Veiligheid Zuiveren Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering

384.000 3.521.619 195.975 217.000 1.126.835 22.177.938

396.630 3.521.619 195.975 200.000 1.094.335 21.733.618

328.660 735.687 104.927 121.059 677.542 9.545.220

406.630 3.521.619 225.975 235.000 1.089.335 21.828.145

Programmatotaal exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekening van bedrijfsvoering naar de programma's

27.623.367

27.142.177

11.513.095

27.306.704

Opgemerkt kan worden dat het programma bedrijfsvoering een bijzondere functie heeft. Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Hier worden de ondersteunende activiteiten verantwoord en uiteindelijk doorberekend naar de programma's. Alle kosten die betrekking hebben op huisvesting, informatiebeleid en automatisering behoren tot het programma bedrijfsvoering. Evenals de kosten van juridische, facilitaire, financiële en personeelsaangelegenheden. Ook de salariskosten en de rente en afschrijvingen worden verantwoord binnen dit programma. Aangezien het overgrote deel van bovengenoemde kosten eenmaal per jaar worden doorberekend naar de programma’s, bij het opmaken van de jaarrekening, wordt met deze doorberekening in deze najaarsrapportage geen rekening gehouden. Bovendien is de te betalen bijdrage 2010 aan het Waterschapsbedrijf Limburg van € 51.281.690 buiten beschouwing gelaten. Deze verplichte bijdrage wordt maandelijks voor 1/12 deel betaald. De netto investeringsuitgaven kunnen in totaliteit als volgt worden weergegeven en worden per programma nader toegelicht.

Programma Begroting Plannen Watersysteem Veiligheid Instrumenten Bestuur, externe communicatie en belastingen Bedrijfsvoering Totaal netto investeringsuitgaven



Realisatie

Prognose

250.000 7.259.000 640.000 3.016.000

250.000 5.972.000 840.000 2.742.000

59.551 5.027.178 284.278 407.209

115.000 10.383.000 1.057.000 1.985.000

11.165.000

9.804.000

5.778.216

13.540.000

5

2.1

Programma Plannen

Programma-inhoud Dit programma is vooral gericht op het opstellen van eigen plannen en overige beleidsaspecten. Ook de kosten voor studie en onderzoek voor het formuleren van nieuw beleid maken hier deel vanuit. Het belangrijkste beleidsplan is het Waterbeheersplan (WBP) met de nieuwe beleidsaspecten zoals de e Kaderrichtlijn Water, Waterbeheer 21 eeuw / Nationaal Bestuursakkoord Water en Gewenst Gronden Oppervlaktewater Regime (GGOR). Maar ook hiervan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen, zoals plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, het Beheersplan Waterkeringen en het Calamiteitenplan, het grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht worden tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas (WBP) 2010-2015 is op 29 september 2009 door het algemeen bestuur vastgesteld en per 1 januari 2010 in werking getreden. De in het plan opgenomen beleidsvoornemens worden uitgewerkt en/of in uitvoering gebracht. Het waterbeheersplan maakt deel uit van de algemene plansystematiek met onder andere het Provinciaal Waterplan en het Stroomgebiedsbeheersplan Maas. Op de maatregelen die voor de Kaderrichtlijn Water in het Stroomgebiedsbeheersplan Maas zijn opgenomen, is een resultaatverplichting van toepassing. Van waterbeheersplan afgeleide werkprocessen en beleidsplannen Voorbeelden hiervan zijn de beoordeling van plannen van derden, gebiedsgericht werken, landinrichting, watertoets en wateradvies, beheersplan waterkeringen, calamiteitenplan, grondbeleid, recreatief medegebruik, cultuurhistorische waarden, visserij en jacht. Dit zijn over het algemeen reguliere processen en werkzaamheden. Wat hebben we bereikt Het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015 is na goedkeuring door Gedeputeerde Staten van Limburg op 26 augustus 2010 in werking is getreden. De gedrukte versie is dit voorjaar verschenen. Er is een nieuw calamiteitenplan vastgesteld. Dit plan is ook bekendgemaakt. Wat hebben we gedaan • In het voorjaar is bekend geworden dat het Interreg IV project Floodwise is gehonoreerd. Het doel van het project is het verbeteren van grensoverschrijdend overstromingsrisicomanagement. In de komende twee tot drie jaar wordt voor de Roer, als een van de zes grensoverschrijdende stroomgebieden binnen dit project, een pilotproject uitgevoerd voor het opstellen van het overstromingsrisico, het vastleggen op overstromingsrisicokaarten en het opstellen van een overstromingsrisicoplan. • In het kader van het Deltaprogramma (een programma met tot doel de veiligheid van ons land op de lange termijn en de zoetwatervoorziening te waarborgen dat in het najaar aan het nieuwe kabinet wordt aangeboden), bereidt de provincie Limburg voor Maastricht een pilot ‘meerlaagse veiligheid’ voor, waarbij het waterschap is betrokken.

6


•

• •

• •

•

•

•

•

Er is een overzichtslijst van de in het waterbeheersplan aangekondigde onderzoeken, beleidsnotities en nieuwe plannen op het gebied van beleidsaspecten, waterkwantiteit en –kwaliteit opgesteld. In totaal zijn voor de planperiode 2010-2015 zo’n 40 dergelijke acties voorzien. Een meer gestructureerde beleidsmonitoring en -verantwoording wordt uitgewerkt. In het waterbeheersplan is aangekondigd dat in de planperiode wordt gewerkt aan het vaststellen van individuele normen voor het effluent van de rioolwaterzuiveringsinstallaties teneinde de invloed hiervan op de kwaliteit van het ontvangend oppervlaktewater te reduceren. Het effluent mag er niet de oorzaak van zijn dat de normen behorend bij de goede ecologische kwaliteit niet worden gehaald. Deze effluentnormen zijn in concept gerealiseerd. Het gebiedsproces wordt doorlopen om te komen tot maatregelen betreffende het Gewenst Grond en Oppervlaktewater Regime (GGOR) in Zuid-Limburg. De deelname van het waterschap aan de integrale projecten (Integrale Gebiedsuitwerkingen) van het gebiedsgericht werken is geëvalueerd. Per 1 oktober 2010 worden de gebiedscommissies opgeheven en wordt een nieuwe structuur geïntroduceerd. Het Interregproject Aquadra, dat dient om de samenwerking met Vlaanderen en Wallonië structureel te verbeteren, is opgestart (formeel sinds september 2009, maar in uitvoering sinds december 2009). Hierin vindt als eerste een uitwisseling van geografische en hydrologische gegevens en modellen plaats. Via bestuurlijk overleg met de Provincie Limburg en de LLTB op 8 maart 2010 is het eerste jaar van de uitvoering van de afspraken van de ‘Intentieverklaring erosiebestrijding door de landbouw’ geëvalueerd. De belangrijkste voor het waterschap aan de orde zijnde aspecten zijn het Interregproject BodemBreed, de stimuleringsregeling en de individuele advisering van agrariërs voor nietkerende grondbewerking en het toepassen van een bodembedekking in de winter. Evenals de handhaving / controle op de naleving van de Erosieverordening en de Stimuleringsregeling NKG. Daarnaast zal het meldpunt van WRO voor knelpunten wateroverlast en bodemerosie verder worden ontwikkeld en toegankelijk worden voor andere meldingen en vragen. Op 19 november 2009 hebben de Provincie Limburg en de Limburgse Land- en Tuinbouwbond in de Verklaring van Roermond een aantal afspraken gemaakt over het te voeren ruimtelijke beleid in relatie tot de landbouw. Bij enkele van deze afspraken (landbouwcompensatie, aanpassingen van de P2 en P3 gebieden, landschapsfonds en groenblauwe diensten) is het waterschap (beperkt) betrokken. Het jaarplan opleiden en oefenen 2010 is in de verslagperiode opgesteld. In dit jaarplan zijn zeven instructies/oefeningen gepland. Daarnaast is de voorbereiding gestart van het opstellen van een nieuw meerjarig opleiding- en oefenplan voor de periode 2011-2015.

Kengetallen Aantal adviezen / beoordelen plannen Aantal oefeningen / trainingen mbt calamiteitenbestrijding


Begroting 300 6

2010 Gewijzigde begroting 250 7

Realisatie

Prognose

160 -

200 7

7

Wat kost het

Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

384.000 -

396.630 -

328.660 -

406.630 -

Netto, exclusief bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg en doorberekende kosten

384.000

396.630

328.660

406.630

Programma plannen

Jaarlijks wordt door het waterschap financieel bijgedragen aan onderzoek dat in gemeenschappelijk belang voor het waterbeheer in Nederland wordt verricht. Een groot deel van de begroting op dit programma heeft hierop betrekking. De bijdrage wordt doorgaans in het begin van het jaar gedeclareerd en betaald waardoor de begroting op dit programma al voor een groot deel is gerealiseerd. Bijstelling Ja, kosten + € 10.000 (zie toelichting paragraaf 3.1 ‘goederen en diensten aan derden’) Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid

Begroting


Uitgaven Inkomsten

250.000 -

250.000 -

59.551 -

115.000 -

Netto investeringsuitgaven programma plannen

250.000

250.000

59.551

115.000

Programma plannen

Realisatie

Prognose

Onderzoeken die zijn opgenomen in het ‘Waterbeheersplan 2010-2015’ behoren niet meer tot het programma Plannen maar zijn de uitwerking van het plan. Ze hebben betrekking op de programma’s Watersysteem en Instrumenten. Daarom zijn de geraamde uitgaven gesplitst overgeheveld naar de betreffende programma’s waardoor de uitgave op het programma Plannen met € 60.000 neerwaarts kunnen worden bijgesteld. De verwachte uitgaven voor het project AGOR blijven € 145.000 achter ten opzichte van de begroting terwijl de uitgaven voor het project GGOR € 39.000 hoger uitvallen dan begroot. Tot slot dient op het project Onderzoeken waterbeheersplan 2004-2007 nog € 28.000 te worden bij geraamd in verband met de uitgaven voor Aquadra. Bijstelling Ja, uitgaven - € 135.000.

8


Kredietvotering

Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

180.000 -

180.000 -

350.000 350.000

350.000 350.000

Netto kredietvotering programma plannen

180.000

180.000

-

-

Programma plannen

Bij de vaststelling van de begroting heeft het algemeen bestuur voor het programma plannen een krediet gevoteerd van € 180.000 om projecten te starten. In de verslagperiode is gebleken dat deze plannen voor € 107.000 betrekking hebben op het programma watersysteem en voor € 73.000 betrekking hebben op het programma instrumenten. De administratieve overheveling wordt in deze najaarsrapportage gerealiseerd. Daarnaast dienen zowel de uitgaven als de inkomsten als gevolg van de aanpassing van het krediet van de AGOR (zie kredietverlening) te worden verhoogd met € 350.000. Deze aanpassing verloopt dan ook budgettair neutraal. Bijstelling Ja, uitgaven + € 350.000, inkomsten - € 350.000. Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur) Ontwikkelingen na peildatum Bij de oorspronkelijke kredietverlening van het Actueel Grond- en Oppervlaktewaterregime (AGOR) is uitgegaan van en netto krediet van € 350.000. Dit is echter gewijzigd in een bruto krediet van € 700.000 waarbij is uitgegaan van een bijdrage van de provincie van € 350.000.


9

2.2

Programma Watersysteem

Programma-inhoud Dit programma betreft het realiseren en onderhouden van waterhuishoudkundige werken van het watersysteem, zijnde het waterkwantiteit- en het passieve waterkwaliteitsbeheer. Het programma omvat de inrichting van stromende en stilstaande wateren in zowel het landelijke gebied als de bebouwde omgeving. Hiertoe behoren ook beekherstel en maatregelen ten behoeve van de verbetering van vismigratie evenals duurzaam stedelijk waterbeheer, waterbodemsanering (baggeren), aanpak diffuse bronnen van watervervuiling en andere (fysieke) maatregelen voor de verbetering van de waterkwaliteit. Verder behoren de inrichting van het watersysteem op basis van de nieuwe normering, voorkomen van wateroverlast, aanleg regenwaterbuffers en retentie, aanpak van bodemerosie en oppervlakkige afstroming in hellend gebied, gewenst gronden oppervlaktewaterregime (GGOR) en peilbeheer tot dit programma. Wat willen we bereiken In 2010 wordt uitvoering gegeven aan de maatregelen zoals opgenomen in het Waterbeheersplan Waterschap Roer en Overmaas 2010-2015. Concreet betekent dit onder andere: • stedelijke gebieden moeten worden beschermd tegen wateroverlast; • inrichting van het watersysteem moet voldoen aan de wateroverlastnormering en toegekende functies; • oppervlaktewateren moeten optrekbaar zijn voor trekvissen; • waar mogelijk verwijderen van overkluizingen binnen stedelijk gebied; • zorgen dat schoon regenwater niet meer in het rioolsysteem terecht komt; • in het kader van het GGOR bekijken hoe de waterhuishouding dient te zijn, zodat de gewenste natuurwaarden zich kunnen ontwikkelen; • sanering van vervuilde waterbodems; • juist en goed afgestemd onderhoudsniveau van het watersysteem, rekening houdend met de hydrologische en ecologische functies; • verder onderzoek naar de uitvoering en kosten van onderhoudsbaggerwerkzaamheden vanuit baggeruitvoeringsplan; • voor muskus- en beverratbestrijding onder het gestelde landelijke normeringgetal blijven. Wat hebben we bereikt We hebben een goed werkend watersysteem met relatief weinig klachten. Ondanks enkele hevige e regenbuien in de 2 periode van dit verslagjaar hebben zich geen noemenswaardige incidenten voorgedaan waarbij sprake is geweest van wateroverlast. Hiermee wordt nogmaals onderstreept dat het huidige watersysteem hydrologisch goed op orde is en dat de focus vooral ligt op de nog aanwezige knelpunten cq. het verbeteren van het watersysteem in relatie tot de klimatologische veranderingen in de toekomst.

10


Wat hebben we gedaan • Voor de waterlopen binnen ons beheersgebied kan de hoeveelheid evenals de mogelijke verontreiniging van het aanwezige en steeds toenemende hoeveelheid slib/bagger, mogelijk een bepalende factor zijn met betrekking tot de (te bereiken) kwaliteit van het oppervlakte water. • Globale inventarisaties vinden plaats voor de hoeveelheid en kwaliteit van de bagger binnen ons beheersgebied. Dit om een indruk te krijgen wat de invloed hiervan op het systeem is of kan zijn. • Het onderhoud aan het watersysteem is in de verslagperiode conform planning uitgevoerd. De aandacht in de eerste helft van dit jaar is vooral uitgegaan naar het beter toegankelijk maken van onderhoudspaden, het verwijderen van drijfvuil, het verwijderen van de houtige opslag en het op orde brengen van de onderhoudspaden in het kader van het openstellen voor recreatief medegebruik Daarnaast is vanaf half mei gestart met de jaarlijks geplande onderhoudswerkzaamheden in het kader van het ecologisch maaibeheer. Op het moment van het opmaken van deze najaarsrapportage is ca. 60% van de geplande maaiwerkzaamheden uitgevoerd, hetgeen conform planning is. • Het groeiseizoen is gekenmerkt door een relatief droge en warme periode in de maanden juni en juli en een natte periode gedurende de maand augustus. Dit heeft geleid tot relatief veel maaiwerkzaamheden waardoor er nauwelijks sprake is van minderwerk cq. het laten vervallen van maaiwerkzaamheden. Het aanwezige budget is naar verwachting toereikend. Opvallend is dat dit jaar meer meldingen zijn binnen gekomen met betrekking tot overlast van distels. Deze meldingen zijn snel opgepakt en afgehandeld. • Door de droogte in de maanden juni en juli was er sprake van relatief lage peilen in de watersystemen. Dit had een onttrekkingverbod voor oppervlaktewateren in ons hele beheersgebied tot gevolg. Om het peilbeheer in de heringerichte Pepinusbeek en Putbeek als gevolg van de droogte toch te kunnen waarborgen is besloten om mobiele noodstuwen aan te schaffen die bij een aanhoudende droogte en te lage peilen geplaatst kunnen worden (ook voor de komende jaren). Door de neerslag in de maand augustus is het plaatsen niet nodig gebleken maar zijn wel alle voorbereidingen getroffen om plaatsing mogelijk te maken. • Op 14 juli jl. heeft een storm over ons land geraasd die ook een streep getrokken heeft door een deel van ons beheersgebied (vanaf Stein over Sittard, Susteren en Roermond) Het opruimen van de omgewaaide en beschadigde bomen op onze eigendommen en het herstel van schaden aan andermans eigendommen heeft weken in beslag genomen en zal tot in het najaar extra werkzaamheden met zich meebrengen die niet waren voorzien. • In totaal zijn tot en met augustus 140 meldingen binnengekomen die betrekking hadden op het watersysteem (25 in het eerste triaal en 115 in het tweede triaal). Voor wat betreft het aantal ontvangen klachten kan worden opgemerkt dat sprake is van een stijging ten opzichte van voorgaande jaren. Deze stijging is te wijten aan onder andere het eerder genoemde noodweer van 14 juli jl. waarbij veel meldingen zijn ontvangen over omgewaaide bomen en afgescheurde takken. Ook in de maand augustus zijn relatief meer meldingen ontvangen, met name maaiklachten in het zuiden van ons werkgebied. De natte augustus maand leidde op diverse plaatsen tot wateroverlast op straten en in kelders. De beken en de regenwaterbuffers van ons waterschap konden de hoeveelheid regen echter aan en heeft nergens tot problemen geleid. Het prognosecijfer is een extrapolatie van de tot nu toe gerealiseerde (ontvangen) meldingen. • Het normgetal van het aantal vangsten per uur (0,25) wordt in de periode zowel voor de muskusratten als ook voor de beverratten gehaald. Het is de verwachting dat dit in 2010 zo zal blijven. Of het waterschap wederom in de landelijke top 3 zal belanden is onzeker aangezien andere delen van het land steeds beter scoren dus steeds 'schoner' worden.


11

Opvallend is dat in de verslagperiode meer muskusratten zijn gevangen in vergelijking met andere jaren, terwijl in de rest van het land deze vangsten lager liggen dan normaal. De lange winterperiode speelt hierin landelijk wellicht een rol, maar de trek vanuit Duitsland is voor onze regio juist iets hoger dan normaal.

Kengetallen

Begroting

Aantal projecten in voorbereiding Aantal projecten in uitvoering Aantal meldingen / klachten mbt het watersysteem Aantal muskusrattenvangsten per uur Aantal beverrattenvangsten per uur % Uitgevoerd maaibestek

23 20 130 0,25 0,1 100%

2010 Gewijzigde begroting 25 20 130 0,25 0,1 100%

Realisatie

Prognose

25 18 140 0,15 0,01 60%

25 20 190 0,15 0,02 95%

Wat kost het

Programma watersysteem Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

3.949.250 427.631

4.145.250 623.631

1.106.314 370.627

4.145.250 623.631


3.521.619

3.521.619

735.687

3.521.619

De naar verhouding lage realisatie van de kosten ten opzichte van de begroting wordt veroorzaakt doordat veel activiteiten die binnen dit programma vallen seizoensgebonden zijn. En met name in de tweede helft van het jaar plaatsvinden. Bijstelling Niet noodzakelijk Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid

Programma watersysteem Begroting Uitgaven Inkomsten

Netto investeringsuitgaven programma watersysteem


Realisatie

Prognose

10.818.000 3.559.000

9.103.000 3.131.000

5.395.776 368.598

11.484.000 1.101.000

7.259.000

5.972.000

5.027.178

10.383.000

De geplande uitgaven voor het programma watersysteem dienen ten opzichte van de gewijzigde begroting naar boven te worden bijgesteld. Dit wordt hoofdzakelijk veroorzaakt door het feit dat de eindafrekening van vooral de grond van de Landinrichting Centraal Plateau nog in dit begrotingsjaar gaat plaatsvinden. Bij het opstellen van de begroting was deze afrekening pas geraamd voor begin 2011. Vanwege het feit dat de uitkomsten in de voorjaarsrapportage al naar beneden zijn bijgesteld is de invloed van deze afrekening van de Landinrichting Centraal Plateau op de oorspronkelijke uitgaven niet zo groot.

12


De inkomsten van het programma watersysteem blijven echter sterk achter. Een verklaring voor dit fenomeen is dat enkele grotere beekherstelprojecten op dit moment in voorbereiding zijn. Dit betekent dat relatief veel kosten worden gemaakt met betrekking tot de voorbereidingskosten en grondkosten. Het zijn voornamelijk deze projecten die tijdens de uitvoering in aanmerking komen voor vooral ILG/WILG-subsidie, echter op dit moment is dit nog niet aan de orde. Daarnaast wordt het steeds duidelijker dat voor de ander thema’s waarvoor het waterschap aan de lat staat steeds minder subsidies voor handen zijn (denk hierbij vooral ook aan de grotere stedelijk projecten en het vergroten dan wel aanleggen van de restende regenwaterbuffers). Van de op dit moment in uitvoering zijnde (of al uitgevoerde) projecten kunnen de volgende projecten rekenen op toegezegde subsidies in 2010: Herinrichting Putbeek fase 2, kademuren Valkenburg, Herinrichting Gravenweglossing en enkele kleinere projecten met WB21 subsidie. Per saldo betekent dit dat het verwachtte netto investeringsvolume ca. € 3 miljoen hoger uitkomt dan de oorspronkelijke begroting. Uit bovenstaande tabel blijkt dat vooral de tegenvallende inkomsten in 2010 hier debet aan zijn. De uitvoering van de ontkluizing van de Rode Beek in Schinveld is in deze periode gestart. Daarnaast is het de verwachting dat enkele grotere projecten in de loop van de resterende periode van 2010 van start gaan, zoals het vergroten van circa 30 regenwaterbuffers en het herstel kademuren Valkenburg, fase 3. De belangrijkste projecten die momenteel worden gerealiseerd zijn: herstel kademuren Valkenburg, kleine investeringswerken, vervangen lossluis Geulhemmermolen, de beide landinrichtingsprojecten Centraal Plateau en Mergelland Oost, ontkluizing Rode Beek Schinveld, en herinrichting Gravenweglossing. Daarnaast wordt actief grond verworden voor de realisatie van de in voorbereiding zijnde projecten. Het project Herstel Kademuren fase 1 en 2 heeft een behoorlijke vertraging opgelopen ten opzichte van de oorspronkelijke planning. Enerzijds zijn er (ook voor de gemeente Valkenburg) een aantal aanvullende zaken meegenomen en anderzijds heeft de daadwerkelijke uitvoering en afrekening meer tijd gekost Bijstelling Ja; uitgaven + € 2.381.000, inkomsten - € 2.030.000 Kredietvotering

Programma watersysteem Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

18.480.000 2.950.000

18.480.000 2.950.000

4.490.859 468.054

18.587.000 2.950.000

Netto kredietvotering programma watersysteem

15.530.000

15.530.000

4.022.805

15.637.000

Bij de vaststelling van de begroting heeft het algemeen bestuur voor het programma watersysteem een krediet gevoteerd van € 15.530.000 om de uitvoering van projecten ter hand te nemen. In de verslagperiode hebben een aantal verschuivingen binnen het programma plaatsgevonden zonder gevolgen voor de totale kredietvotering van het programma. Bovendien is in de verslagperiode gebleken dat voor € 107.000 onderzoeken dienen te worden uitgevoerd die betrekking hebben op dit programma. Deze onderzoeken waren oorspronkelijk gerangschikt onder het programma plannen.


13

De administratieve overheveling van het programma plannen naar het programma watersysteem wordt in de najaarsrapportage gerealiseerd. De totale kredietvotering van € 15.637.000 kan vervolgens als volgt worden gespecificeerd: • Herinrichting oppervlaktewateren landelijk gebied € 8.520.000 (- € 4.000.000. In de verslagperiode is gebleken dat enkele grote beekherstelprojecten, zoals de herinrichting van de Middelsgraaf, herinrichting van Roermeanders en de herinrichting en herstel oevers Roer nog niet in uitvoering worden genomen), • Herinrichting oppervlaktewateren stedelijk gebied € 2.500.000 (+ € 2.000.000. Enkele projecten in het stedelijk gebied zijn eerder ter hand genomen dan verwacht, zoals de ontkluizing Caumerbeek. Ook is aanvullend krediet noodzakelijk voor de afwikkeling van de waterstaatkundige en ecologische knelpunten van de Geul in de gemeente Valkenburg aan de Geul), • Sanering vervuilde waterbodems € 150.000, • Bestrijding van wateroverlast € 4.360.000 (+ € 2.000.000. In de verslagperiode is voor de uitbreiding van de regenwaterbuffercapaciteit van de Kakkert extra krediet noodzakelijk gebleken. Daarnaast wordt in het laatste triaal 2010 meer krediet gevraagd dan verwacht om maatregelen te kunnen treffend om te kunnen voldoen aan de nieuwe normering wateroverlast in het kader van het Nationaal Bestuursakkoord Water) en • Watersysteem onderzoeken € 107.000. Bijstelling Ja, + € 107.000 uitgaven Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur) De kredietverlening per individueel project dat onder een programma valt is de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur en vindt plaats door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft voor het programma watersysteem in totaal voor € 4.022.805 aan netto kredieten verleend: • € 95.000 (aanvullend) voor de uitvoering van het project ‘wegaanpassing Beutenaken’. In Beutenaken treedt regelmatig wateren modderoverlast op bij een aantal woningen langs de Slenakerweg. Als oplossing voor een deel van het probleem wordt over een geringe lengte het profiel van de Gulp verbreed. De noodzakelijke wegaanpassing wordt door de gemeente GulpenWittem uitgevoerd. • € 380.805 voor het project ‘Ontwerp Inrichtingsplan Schinveldse Es’. Het waterschap is bereid het waterstaatkundige deel van de herinrichtingsplannen te realiseren. Het krediet betreft het aandeel van het waterschap in de grondkosten en de inrichtingskosten van de Schinveldse Es. • € 815.000 voor de aanleg van de regenwaterbuffer De Loop 4 in de gemeente Echt Susteren, regenwaterbuffer Rodestraat Partij in de gemeente Gulpen-Wittem en regenwaterbuffer Beerkekamp Posterholt in de gemeente Roerdalen. Met de aanleg van de buffers wordt de wateren modderoverlastproblematiek verholpen. • € 107.000 voor het uitvoeren van onderzoeken in het kader van het Waterbeheersplan 2010-2015. • € 272.000 voor de herinrichting van de Kakkert en de vergroting van een bestaande regenwaterbuffer. Het project wordt uitgevoerd door Landschapspark de Graven. Het waterschap draagt bij in de uitvoeringskosten en brengt grond in om de uitbreiding van de regenwaterbuffer mogelijk te maken. Ontwikkelingen na peildatum • € 853.000 voor de bijdrage aan de gemeente Heerlen ten behoeve van de ontkluizing Caumerbeek fase 1. • € 1.500.000 voor de afwikkeling van het project ‘Aanpak van waterstaatkundige en ecologische knelpunten van de Geul in de gemeente Valkenburg aan de Geul’.

14


2.3

Programma Veiligheid

Programma-inhoud Dit programma omvat de aanleg en onderhoud van waterkeringen, de hoogwateractiviteiten (dijkbewaking) en calamiteitenbestrijding. Onder deze noemer zijn de (uitvoerings-) maatregelen gebracht die voortkomen uit het Beheersplan Waterkeringen. Wat willen we bereiken Het Beheersplan Waterkeringen 2009-2012 Waterschap Roer en Overmaas bevat een integrale beleidsvisie voor het waterkeringbeheer en beschrijft de werkwijze van het waterschap, nu en in de toekomst, voor het beheer van de waterkeringen. Het beheersplan geeft een overzicht van het te voeren strategische beleid voor de primaire en regionale waterkeringen. Ook legt het de basis voor een adequaat beheerinstrumentarium dat in aansluiting op het beheersplan wordt opgesteld. Het uitgangspunt voor het beleid ten aanzien van waterkeringbeheer is voldoen aan de veiligheidsnorm en daarmee het waarborgen van de veiligheid van het achterland tegen overstromingen bij waterstanden lager dan de maatgevende waterstand. Dit betekent enerzijds dat de waterkerende functie van de waterkeringen gehandhaafd moet blijven en anderzijds dat de werking van kwelwatervoorzieningen en sluiting van demontabele keringen in hoogwatersituaties gewaarborgd moet zijn. Wat hebben we bereikt De waterkerende functies van de waterkeringen zijn geborgd. Er worden voorbereidingen getroffen om op termijn (2020) het beveiligingsniveau van de Maas op 1/250 te krijgen. Wat hebben we gedaan • Proefplaatsingen van de calamiteitenpompen Betsy’s XXL hebben in de verslagperiode plaatsgevonden en zijn naar tevredenheid verlopen. Nieuwe pompenopstellingen worden opgenomen in het Bestrijdingsplan Hoogwater Maas. • Voor de risico’s vanuit de Maas wordt met de Maasgemeenten en de Veiligheidsregio Zuid gewerkt aan een verdere ontwikkeling van regionale stafkaarten ten behoeve van ROT (Regionaal Operationeel Team) en RBT (Regionaal Beleids Team). Bovendien worden ambtelijk besprekingen gevoerd over vergaande samenwerking binnen de waterkolom op het gebied van calamiteitenbestrijding. Deze werkzaamheden moeten leiden tot de opstelling van een gezamenlijk visiedocument. Het totaal aantal opschalingen van de calamiteitenorganisatie dit jaar wordt lager geschat vanwege weinig 'hoogwatergolven' in het voorjaar. • In de verslagperiode zijn instructies voorbereid en is gestart met de invoering van het vastgestelde calamiteitenplan in de organisatie. Ontwikkelingen na peildatum • Voor het project 'Sluitstukkades' hebben de Waterschappen Roer en Overmaas, Peel en Maasvallei en Aa en Maas samen met de Provincie Limburg, Rijkswaterstaat Limburg en Rijkswaterstaat Maaswerken op basis van bestuurlijke afspraken het document 'Maasdal veilig bij 1/250' opgesteld. De bestuursovereenkomst Sluitstukkades is door de minister van Verkeer en Waterstaat ondertekend. In de loop van dit voorjaar zal dan ook gestart worden met de eerste voorbereidingen van de concrete uitvoeringsmaatregelen.


15

Kengetallen

Begroting

Aantal projecten in voorbereiding Aantal projecten in uitvoering Aantal opschalingen calamiteitenorganisatie waterkeringen


0 0 5

Realisatie

0 0 5

0 0 1

Prognose 0 0 5

Wat kost het

Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

277.225 81.250

277.225 81.250

104.927 -

307.225 81.250


195.975

195.975

104.927

225.975

Programma veiligheid

Bij dit programma bestaat een groot deel van de kosten uit onderhoudskosten die seizoensgebonden zijn en hoofdzakelijk in het najaar plaatsvinden. Bijstelling Ja, kosten + € 30.000 (zie toelichting paragraaf 3.1 ‘goederen en diensten van derden’) Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid

Programma veiligheid Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

-

-

-

-

Netto investeringsuitgaven programma veiligheid

-

-

-

-

Bij vaststelling van de begroting zijn geen investeringsuitgaven voor dit programma verwacht. Bijstelling Niet noodzakelijk

16


Kredietvotering

Programma veiligheid Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

-

-

-

-

Netto kredietvotering programma veiligheid

-

-

-

-

Bij vaststelling van de begroting is voor het programma veiligheid geen krediet gevoteerd om projecten te kunnen starten. Bijstelling Niet noodzakelijk.


17

2.4

Programma Zuiveren

Programma-inhoud Dit programma omvat de investeringen en onderhoudskosten die gemaakt worden voor het zuiveringsbeheer dat deel uitmaakt van de waterketen. De investeringen, het beheer en onderhoud van zuiveringstechnische werken (rioolwaterzuiveringsinstallaties, BBP: gezuiverd afvalwater) plus slibverwerking, het rioleringsbeleid en de kosten voor het rioolwatertransportsysteem (BBP: transport afvalwater) maken hier deel van uit. Ook de samenwerking in de waterketen behoort tot dit programma. Wat willen we bereiken De uitvoering van het programma zuiveren vindt plaats door het Waterschapsbedrijf Limburg. De unit Zuiveringsbedrijf van het waterschapsbedrijf is belast met het transporteren en zuiveren van afvalwater en het drogen van het ontwaterde slib. In het strategie- en masterplan Zuiveringsbedrijf 2009-2013 is dit nader uitgewerkt. Uitgangspunten hierbij zijn: • bedrijfsvoering tegen zo laag mogelijke maatschappelijke kosten en voldoen aan weten regelgeving, waarbij veiligheid en continuïteit van de bedrijfsvoering centraal staan; • investeren in slagvaardige en innovatieorganisatie die snel kan reageren op die veranderende omgeving; • samenwerking met derden daar waar bedrijfsmatige en maatschappelijke voordelen te behalen zijn. Wat hebben we bereikt Het programma zuiveren wordt uitgevoerd door het waterschapsbedrijf. Het waterschapsbedrijf rapporteert per kwartaal over deze activiteiten door middel van de bestuursrapportage die ook aan het algemeen bestuur van ons waterschap wordt aangeboden. Daardoor wordt dan ook voor dit onderdeel verwezen naar de bestuursrapportage van het Waterschapsbedrijf Limburg. Wat hebben we gedaan De uitvoering van het programma zuiveren vindt volledig plaats door het waterschapsbedrijf. Het waterschapsbedrijf rapporteert per kwartaal over deze activiteiten door middel van de bestuursrapportage die ook aan het algemeen bestuur van ons waterschap wordt aangeboden. Daarom wordt hier ook verwezen naar de bestuursrapportage van het Waterschapsbedrijf Limburg. Wat kost het

Programma zuiveren Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

-

-

-

-


-

-

-

-

Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid De investeringen worden uitgevoerd door het Waterschapsbedrijf Limburg. De kapitaallasten van deze investeringen maken integraal onderdeel uit van de te betalen bijdrage aan het Waterschapsbedrijf Limburg.

18


2.5

Programma Instrumenten

Programma-inhoud Dit programma omvat een aantal (beheers) instrumenten die het waterschap tot zijn beschikking heeft om de taakuitoefening op een adequate manier te kunnen uitvoeren. Hieronder vallen de Leggers, de vergunningverlening en handhaving op grond van de keur en de Waterwet, maar ook de veiligheidstoets op grond van de Wet op de Waterkering. Daarnaast heeft het Waterschap enkele financiële regelingen (subsidies voor afkoppelen en groene berging, stimuleringsregeling niet-kerende grondbewerking). Tevens wordt de monitoring tot dit programma gerekend. Wat willen we bereiken Zowel de Waterwet als de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn eind 2009 in werking getreden. Gelijktijdig met de invoering van de Waterwet zijn ook de nieuwe Keur, de Algemene regels op grond van de Keur van het waterschap en de nieuwe Beleidsregels vergunningverlening in werking getreden. Werkprocessen, formats en dergelijke worden hierop aangepast. Ook worden afspraken gemaakt over de externe samenwerking en afstemming met Rijkswaterstaat, provincie en gemeenten. Doel is om het proces vergunningverlening en handhaving in 2010 integraal te laten plaatsvinden. Eén vergunning voor alle watergerelateerde aspecten; bij samenloop in het winterbed van de Maas samen met Rijkswaterstaat. De wettelijke termijn voor de afhandeling van de vergunningen wordt hierbij in acht genomen. Voor de indirecte lozingen dient de wettelijke adviestaak in overleg met gemeenten en provincie te worden ingevuld. In 2010 moet duidelijk worden of en op welke manier het waterschap gaat participeren in de regionale uitvoeringsdiensten (Wabo). Binnen 3 jaar dienen de leggers aan de regels van de Waterwet en de Waterverordening van de provincie te voldoen. Vragen ten aanzien van het waterbeheer voor zowel het waterkwantiteit als -kwaliteit worden met behulp van het meetnet oppervlaktewater zo goed mogelijk beantwoord. De verzamelde gegevens worden intern en extern gerapporteerd en zijn via het internet te ontsluiten. Wat hebben we bereikt In tegenstelling tot de Waterwet is de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) niet eind 2009 in werking getreden, maar treedt deze op 1 oktober 2010 in werking. De gevolgen van het in werking treden van de Waterwet zijn met Rijkswaterstaat, Provincie Limburg en gemeenten besproken. Vergunningaanvragen ingediend na het in werking treden van de Waterwet zijn integraal afgehandeld. Voor zover van toepassing zijn alle aspecten (kwantiteit, kwaliteit, grondwater en waterkering) in één besluit genomen: de watervergunning. Interne en externe partijen zijn op basis van het meetnet oppervlaktewater tijdig voorzien van de door hen gevraagde monitoringsgegevens op het gebied van waterkwantiteit en - kwaliteit. Vrijwel alle dossiers betreffende indirecte lozingen zijn inmiddels overgedragen aan de gemeenten, het nieuwe bevoegd gezag.


19

Wat hebben we gedaan Om te kunnen voldoen aan de verplichting op grond van de Waterwet (voorheen Wet op de waterkering) om uiterlijk in 2011 de actuele toestand van de waterkeringen in beeld te hebben, vindt een vijfjaarlijkse veiligheidstoetsing van de primaire waterkeringen plaats. Deze is afgerond. Andere activiteiten die in de verslagperiode hebben plaatsgevonden: • Voor de afhandeling van de watervergunning zijn in de verslagperiode de benodigde formats aangepast. Bekendmaking van de besluiten vindt op internet plaats en niet meer in de regionale dag- en weekbladen. • Met de provincie en de gemeenten zijn afspraken gemaakt over de overdracht van de bevoegdheden met betrekking tot indirecte lozingen. Er is een begin gemaakt met de overdracht van de betreffende dossiers naar de gemeenten en de provincie. De eerste adviezen over aanvragen indirecte lozingen zijn aan de gemeenten verzonden. • Met Rijkswaterstaat zijn principeafspraken gemaakt over wie in geval van samenloop de vergunning zal verlenen. • Met Vlaanderen en Duitsland zijn waterkwaliteitsgegevens uitgewisseld aangaande de monitoring van de grenswateren. • Eenentwintig aanvragen om waterkwaliteitsgegevens te leveren aan externe partijen en vierendertig aan interne partijen zijn afgehandeld. Een van de externe partijen is de Waterdienst van het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het betreft de jaarlijkse Waterkwaliteitsenquête ten behoeve van landelijke evaluaties, zodat andere externe partijen niet meer naar elk afzonderlijk waterschap hoeven te gaan en wijzelf in de toekomst minder individuele aanvragen hoeven af te handelen. • Onze eigen waterkwaliteitskaarten 2006-2008 zijn via de internetsite voor een breed publiek toegankelijk gemaakt. • Ecologische monitoringsgegevens van macrofauna en/of diatomeeën zijn ingezet voor o.a. het opstellen van soortbeschrijvingen uit de Europese Habitatrichtlijn (door Alterra), het beoordelen van effecten van ruimtelijke ingrepen (in het kader van de watertoets van o.a. de Buitenring Parkstad) en eigen uitvoeringsprojecten. • Voor Zuid-Limburg vindt ontwikkeling plaats van een integraal wateren nitraatmodel (IwanH) waarmee grondwaterstroming en nitraatprocessen gemodelleerd kunnen worden. • De stimuleringsregeling voor het toepassen van niet-kerende grondbewerking met een bodembedekking in de winter (mulch) over 2009 is tijdens bestuurlijk overleg met de Provincie Limburg en de LLTB op 8 maart 2010 geëvalueerd. De regeling en het overige stimuleringsbeleid (individuele advisering agrariërs en het Interregproject BodemBreed worden in 2010 voortgezet. Er wordt gezocht naar een oplossing voor het probleem met de-minimis (maximaal toegestane overheidssteun aan bedrijven) voor de stimuleringsregeling NKG voor percelen met een maximale hellingshoek van 5%. • Tot en met augustus is dit jaar voor 54.710 m² bestaand verhard oppervlak afkoppelsubsidie verleend. Vanaf het instellen van de regeling is 141.484 m² met subsidie afgekoppeld. Naar verwachting wordt dit najaar ook de stimuleringsregeling aanpak overstorten van kracht waarmee gemeenten gestimuleerd worden in het kader van de Kaderrichtlijn water aanvullende waterbergende voorzieningen te realiseren achter overstorten. • De verbetering van het kwantiteitsmeetnet is in uitvoering genomen. • Ten behoeve van de optimalisatie van het onderhoud aan kunstwerken en meet- en regelinstallaties worden in het najaar 2010 en 2011 onderhoudsconcepten opgesteld.

20


Kengetallen Aantal vergunningen Aantal meldingen Aantal inspecties Aantal bestuursrechterlijke maatregelen Aantal strafrechterlijke maatregelen Aantal gegevensleveringen Aantal ILOW punten (aantal fysisch chemische analyses) Aantal m2 afgekoppeld verhard oppervlak Aantal Ha NKG (stimuleringsregeling 'niet kerende grondbewerking') Aantal km getoetste waterkeringen * = konden niet aangeleverd worden

Begroting


* * * * * 60 282.000 155.000 8.500 44

* * 1.200 1 10 43 237.500 50.000 8.500 75

Realisatie 129 5 776 0 7 30 * 54.710 0 75

Prognose 155 6 1.000 1 8 60 * 100.000 8.500 75

Wat kost het

Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

353.000 136.000

310.000 110.000

123.072 2.013

345.000 110.000


217.000

200.000

121.059

235.000

Programma instrumenten

De lage realisatie ten opzichte van de begroting en prognose wordt voor een deel veroorzaakt doordat het onderhoud, reparaties en aanpassingen van de meetstations en waterregulerende kunstwerken en vuilvangroosters voornamelijk in de tweede helft van het jaar worden uitgevoerd. Bijstelling Ja, kosten + € 35.000 (zie toelichting paragraaf 3.1 ‘goederen en diensten van derden’) Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid

Begroting


Realisatie

Uitgaven Inkomsten

640.000 -

840.000 -

284.278 -

1.057.000 -

Netto investeringsuitgaven programma instrumenten

640.000

840.000

284.278

1.057.000

Programma instrumenten

Prognose

Het geplande netto investeringsniveau voor het programma instrumenten blijft achter. Echter naar verwachting zullen de uitgaven volledig worden gerealiseerd. In april van dit jaar is in het kader van de ‘Veiligheidstoetsing’ het deelproject ‘Toetsing dijkring Aasterberg, Visserweert en Nattenhoven-Grevenbicht-Obbicht’ gegund. Voor de veiligheidstoets worden in 2010 meer uitgaven voorzien dan verwacht. Dit heeft echter geen gevolgen voor de totale projectuitgaven.


21

Het project ‘Uitvoering meetplan 2007’ is in april van dit jaar gegund. Hiermee is een start gemaakt met de uitvoering van dit project en de daadwerkelijke verbetering van het totale kwantiteitsmeetnet. Ondanks het feit dat in de verslagperiode slechts marginale uitgaven zijn gerealiseerd, wordt volgens verwachting in het verslagjaar € 650.00 verantwoord. Bijstelling Ja, uitgaven + € 217.000 Kredietvotering

Programma instrumenten Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

-

-

73.000 -

73.000 -

Netto kredietvotering programma instrumenten

-

-

73.000

73.000

Bij de vaststelling van de begroting is voor dit programma instrumenten geen krediet gevoteerd om projecten te kunnen starten of verder ter hand te nemen. Echter, in de verslagperiode is gebleken dat voor € 73.000 onderzoeken dienen te worden uitgevoerd die betrekking hebben op dit programma. Deze onderzoeken waren oorspronkelijk gerangschikt onder het programma Plannen. De administratieve overheveling van het programma plannen naar het programma instrumenten wordt in deze najaarsrapportage gerealiseerd. Bijstelling Ja, + € 73.000 uitgaven Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur) De kredietverlening per individueel project dat onder een programma valt is de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur en vindt plaats door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft een krediet verleend van € 73.000 voor het uitvoeren van onderzoeken in het kader van het ‘Waterbeheersplan 2010-2015’.

22


2.6

Programma Bestuur, externe communicatie en belastingen

Programma-inhoud Dit programma bevat alle aspecten die gemoeid zijn met het bestuur, de externe communicatie en de belastingheffing. Het vaststellen van de belastingtarieven is expliciet een taak van het bestuur. Wat willen we bereiken Bestuur Op 1 januari 2009 is het nieuwe algemeen bestuur aangetreden. Van de 25 leden zijn er 16 gekozen op basis van het lijstenstelsel. Er is een coalitie gevormd, bestaande uit de fracties Waterbelang, Overig Ongebouwd en Bedrijven, die samen 5 zetels in het dagelijks bestuur bezetten. Verder heeft de 'portefeuillehouder' zijn intrede gedaan. De ambities van het nieuwe bestuur zijn vastgelegd in het op 17 februari 2009 vastgestelde Bestuursprogramma 2009-2012. Het waterbeheersplan en het Beheersplan Waterkeringen zijn uitgangspunt geweest voor dit bestuursprogramma. Het spreekt voor zich dat uitvoering van het bestuursprogramma in de komende bestuursperiode de hoogste prioriteit heeft. Communicatie De communicatiewerkzaamheden ondersteunen de primaire processen van het waterschap. Het vergroten van het communicatiebewustzijn is van cruciaal belang. De in de Meerjarenraming 20102014 genoemde focus op specifieke doelgroepen en samenwerking met derden bij de uitvoering van en communicatie over projecten moet leiden tot een beter begrip van en hogere waardering voor (de activiteiten van) het waterschap bij de Zuid-Limburgse bevolking. De nieuwsbrieven worden vaker uitgegeven, speciale edities, waarbij een thema of een doelgroep centraal staat. De digitale communicatie wordt in 2010 verder verbeterd. Bij het waterschap binnenkomende klachten worden zo snel mogelijk opgepakt. Belastingheffing De unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg is belast met het namens de waterschappen Roer en Overmaas en Peel en Maasvallei uitvoeren van de waterschapsheffingen en presenteert zich als zodanig richting de klanten als dienstverlener namens beide waterschappen. Onder de uitvoering van de belastingheffing wordt verstaan het integraal opleggen en innen van waterschapsheffingen ten behoeve van het Waterschap Roer en Overmaas en het Waterschap Peel en Maasvallei. Hierbij dient rekening te worden gehouden met de volgende elementen: kwaliteit en volledigheid van de op te leggen heffing, tijdigheid van de invordering, klantgerichtheid, kwaliteit en zorgvuldigheid richting belastingplichtigen en het voeren van een heffings- en invorderingsproces op een transparante en betrouwbare wijze tegen zo laag mogelijke kosten. Wat hebben we bereikt Communicatie In de verslagperiode is bekendheid gegeven aan het werk van Waterschap Roer en Overmaas, wat overigens een continu aandachtspunt blijft.


23

Belastingen De aanslagoplegging 2010 heeft geen vertraging opgelopen. In de verslagperiode heeft evenals voorgaande jaren een gespreide aanslagoplegging plaatsgevonden. Wat hebben we gedaan Communicatie De pers is actief benaderd door middel van persberichten. Bovendien zijn projecten, calamiteiten en nieuwswaardige feiten doorgegeven aan de pers. Twitteren is structureel ingevoerd als middel om ons als organisatie neer te zetten (exposure). Het aantal volgers van WRO via Twitter stijgt nog steeds. Verder is een mix van communicatiemiddelen ingezet van traditioneel tot digitaal. Zo is de website uitgebreid met de module vergunningen, is de interactieve maaikalender toegevoegd en zijn meer audiovisuele toepassingen online gezet. Tenslotte zijn voorbereidingen getroffen voor samenwerking met waterpartners op het gebied van educatieprogramma’s voor het voortgezet onderwijs. In samenwerking met Waterschap Peel en Maasvallei is een wandelboekje verschenen met beschrije vingen van 20 wandelingen langs onze beken. Het boekje verkoopt zo goed dat in juli de 2 druk is verschenen. Wat publieksdagen betreft heeft het waterschap in mei deelgenomen aan de parkdagen in Heerlen en Maastricht en in juni aan Festa Natura in Roermond. Het weer had voor deze evenementen een negatief effect op de bezoekersaantallen. WRO kent nu ook een jeugdbestuurslid (Freek Spierenburg) die het waterschap gaat adviseren over communicatie naar de jongere inwoners van ons werkgebied. In het laatste kwartaal zal Freek Spierenburg officieel in het bestuur worden geïnstalleerd. Belastingen De aanslagoplegging 2010 is conform planning verlopen. In de verslagperiode heeft evenals voorgaande jaren een gespreide aanslagoplegging plaatsgevonden in de periode 31 januari t/m 31 maart 2010. Per 31 augustus 2010 is door de unit Waterschapsheffingen van het Waterschapsbedrijf Limburg provinciebreed voor het heffingsjaar 2010 een bruto bedrag opgelegd van € 126.286.000, hetgeen overeenkomt met 99,8% van de totale prognose opbrengst waterschapsheffingen 2010. Voor het Waterschap Roer en Overmaas is een bedrag van € 77.967.000 opgelegd wat overeenkomt met een percentage van 99,3%.

Kengetallen Aantal bezoekers website / hyves Aantal excursies / lezingen Aantal perscontacten Aantal bezoeker Hyves Aantal volgers op Twitter % Opgelegde aanslag % Afdracht ontvangsten

24

Begroting 75.000 75 170 pm pm 100% 98,5%

2010 Gewijzigde begroting 70.000 75 220 1.800 100 100% 98,5%

Realisatie

Prognose

51.800 52 258 1.400 80 99,3% 90,9%

78.000 75 340 1.800 125 100% 98,5%


Wat kost het Programma bestuur, externe communicatie en belastingen

Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

1.148.580 21.745

1.116.080 21.745

681.160 3.618

1.111.080 21.745


1.126.835

1.094.335

677.542

1.089.335

De realisatie van de begrote kosten ligt op schema. Binnen het programma doen zich dan ook geen grote of opvallende wijzigingen voor. Bijstelling Ja, kosten - € 5.000 (zie toelichting paragraaf 3.1 ‘goederen en diensten van derden’ en ‘toevoegingen voorzieningen’) Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid Programma bestuur, externe communicatie en belastingen

Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

-

-

-

-

Netto investeringsuitgaven programma bestuur, externe communicatie en belastingen

-

-

-

-

Bij vaststelling van de begroting zijn geen investeringsuitgaven voor dit programma verwacht. Bijstelling Niet noodzakelijk Kredietvotering

Programma bestuur, externe communicatie en belastingen

Begroting


Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

-

-

-

-

Netto kredietvotering programma bestuur, externe communicatie en belastingen

-

-

-

-

Bij vaststelling van de begroting is voor het programma bestuur, externe communicatie en belastingen geen krediet gevoteerd om projecten op te starten. Bijstelling Niet noodzakelijk.


25

2.7

Programma Bedrijfsvoering

Programma-inhoud Dit programma bevat alle activiteiten die erop gericht zijn om de organisatie te ondersteunen bij het realiseren van de bestuurlijke doelstellingen. Naast de financiële administratie en de voorbereiding van de producten uit de planningen controlcyclus vallen hier alle beleidsaspecten onder die gemoeid zijn met o.a. de huisvesting, informatiebeleid en automatisering, juridische, personele en facilitaire aangelegenheden. Wat willen we bereiken De bedrijfsvoering binnen onze organisatie is gericht op het ondersteunen van de werking van de primaire processen, de realisatie van bestuurlijke doelstellingen en de sturing van de organisatie. Het voortdurende streven is om ons te ontwikkelen tot een professionele partner voor onze omgeving. Dit betekent een organisatie die haar werkprocessen integraal beheerst en gericht is op interne en externe samenwerking en ondersteuning. Begrippen als efficiënt, effectief en rechtmatig zijn dan ook in dit streven een vanzelfsprekendheid. Wat hebben we bereikt In de verslagperiode is met betrekking tot de ICT infrastructuur de integratie van data- en telecommunicatie gerealiseerd. Op personeelsgebied is in februari van dit jaar de arbo-rapportage 2009 opgeleverd. In dit rapport wordt inzage gegeven over onder andere het ziekteverzuim, de ongevallenregistratie en de voorlichting en samenwerking met de arbodienst. Ook is de eerste helft van 2010 het deelproces ‘aansturing van de organisatie’ afgerond. Binnen de context van dit proces zijn de aansturingmechanismen van de organisatie in kaart gebracht en meer op elkaar afgestemd. Een en ander heeft onder andere geresulteerd in een verheldering van de positie en de positionering van de coördinatorenfuncties. Geografische informatievoorziening: • IRIS (Integraal Resultaatgericht Informatie Systeem): De implementatie van IRIS fase 1 is afgerond, waarmee de basisvoorziening voor doorgroei in fase 2 is gerealiseerd. • Wetgeving: Onderzoeken naar de consequenties voor de WION en INSPIRE zijn afgerond. Oplossingen zijn in samenwerking met Het Waterschapshuis gebouwd en geïmplementeerd. Daarmee is voldaan aan de verplichtingen vanuit de wetgeving in 2010. • Het proces van het digitaliseren van de analoge kaarten uit het beheerregister is afgerond. Dit vormt een belangrijk onderdeel voor het opwerkproces van de Geodata. Wat hebben we gedaan Personeel en organisatie In het kader van het doorontwikkelingsproces van het waterschap is per 1 januari 2010 de nieuwe organisatiestructuur van het waterschap ingevoerd. Diverse medewerkers functioneren in andere functies en binnen een andere organisatorische context. In 2010 is de in de CAO voorziene gesprekcyclus ingevoerd. In dit verband hebben dit jaar met alle medewerkers een planningen een voortgangsgesprek plaats gevonden. In december vinden beoordelingsgesprekken plaats.

26


In het derde kwartaal is een aanvang gemaakt met de invoering van de nieuwe CAO. In deze nieuwe CAO is voor het jaar 2010 voorzien in een eenmalige uitkering van € 400. Voor 2011 en volgende jaren voorziet de nieuwe CAO in onder meer een 36-urige werkweek en een ingrijpende wijziging van het arbeidsvoorwaardelijk keuzesysteem. ISO In 2010 is besloten om het kwaliteitssysteem ISO 9001:2008 uit te breiden naar een organisatiebreed systeem. Dit heeft tot gevolg dat in 2011 nieuwe processen beschreven en opgenomen worden in het kwaliteitssysteem. Tegelijk met het uitbreiden van het aantal processen zal ook gewerkt worden aan de kwaliteit van het kwaliteitshandboek door de inrichting van het kwaliteitshandboek te herzien. Legal Audit In de verslagperiode is een Legal Audit uitgevoerd in het kader van Juridische kwaliteitszorg. Rechtmatigheid In verband met de inwerkingtreding van de Wet modernisering waterschapsbestel en de Bepalingen beleidsvoorbereiding en verantwoording waterschappen (BBVW) heeft met ingang van 1 januari 2009 de rechtmatigheid zijn intrede gedaan. Rechtmatigheid kan worden omschreven als ‘het voldoen aan de wettelijke kaders en regelgeving’. Hierbij gaan het niet alleen om de zogenaamde externe regelgeving, zoals Europese en nationale wetgeving, maar ook om de eigen regels en kaders van het waterschap. De Waterschapswet legt een specifiek accent op het onderdeel ‘financiële rechtmatigheid’. Dit begrip omvat de vraag of baten en lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Het begrip ‘financiële rechtmatigheid’ wordt dan ook rechtmatigheid in het kader van de ‘accountantscontrole’ genoemd. De acties die noodzakelijk zijn om - evenals vorig jaar - ook in 2010 te komen tot een goedkeurende verklaring voor de rechtmatigheid liggen op schema. In augustus is het concept normenkader en toetsingskader door het bestuur vastgesteld. In november zal het definitieve normenkader 2010 en controleprotocol 2010 aan het algemeen bestuur worden aangeboden. Accountant De aanbesteding van de contract met de accountant voor de controlewerkzaamheden van 2010 en volgende jaren is in de verslagperiode gezamenlijk met WPM en WBL opgepakt. Een en ander heeft geleid tot een Programma van eisen voor aanbesteding van de accountantscontrole voor het dienstjaar 2010-2013. Het Programma van eisen is op 27 april 2010 door het algemeen bestuur van WRO vastgesteld. Bij het Waterschapsbedrijf Limburg en Waterschap Peel en Maasvallei heeft de besluitvorming hierover plaatsgevonden op respectievelijk 31 maart 2010 en 28 april 2010. Op basis van het Programma van eisen heeft in de verslagperiode de daadwerkelijke aanbesteding van de accountantsdiensten en de beoordeling van de offertes plaatsgevonden. Op 5 oktober 2010 zal het algemeen bestuur van WRO een besluit nemen over de gunning van de accountantsdiensten. Bij het Waterschapsbedrijf Limburg en Waterschap Peel en Maasvallei vindt de besluitvorming plaats op respectievelijk 8 september en 6 oktober 2010. Financiën overig In de verslagperiode is de programmarekening 2009, de meerjarenraming 2011-2015 en de voorjaarsrapportage 2010 opgesteld en door het bestuur vastgesteld Verder is in de verslagperiode de herziene ‘Kostentoedelingsverordening Watersysteembeheer 2011’ opgesteld. De concept kostentoedelingsverordening is op 29 juni 2010 door het algemeen bestuur vastgesteld. Definitieve vaststelling is voorzien in de AB-vergadering van 30 november 2010.


27

Automatisering In het eerste kwartaal 2010 is de telefooncentrale op Parklaan 10 vervangen door de Voice Over IP (VOIP) telefooncentrale. Door deze VOIP centrale maakt het telefoontoestel onderdeel uit van het PC netwerk infrastructuur. Hierbij is ook veel aandacht besteedt aan communicatie naar medewerkers om te werken aan een goede telefonische bereikbaarheid. Eind 2009 is de renovatie van de computerruimte aanbesteed. In de verslagperiode is de uitvoering van de renovatie computerruimte gestart. Afronding is voorzien in september 2010. In juni 2010 is gestart met het upgraden van de huidige meetnet server. Deze omgeving wordt geüpgrade omdat het meetnet overstapt op mobiele data verbindingen in plaats van alleen telefoonlijn verbindingen waardoor informatie sneller worden opgevraagd. Medio november zal deze upgrade worden afgerond. In de verslagperiode is de virtuele Windows omgeving gebaseerd op VMWare geüpgrade naar de laatste versie. Daarnaast is ook de huidige centrale opslagomgeving vervangen door een nieuw centraal opslagsysteem. Door deze upgrade en vervanging is de flexibiliteit m.b.t. beschikbaarheid vergroot en de ICT beheersomgeving van het waterschap vereenvoudigd. Facilitaire zaken Met betrekking tot de documentaire informatievoorziening (DIV) is in de verslagperiode gewerkt aan de verdere digitalisering van post stromen in het huidige content management systeem CORSA. Door de implementatie van de workflow module ten behoeve van de watertoets binnen het huidige content management systeem (CMS) is de bewaking van het proces watertoets grotendeels geautomatiseerd. In mei 2010 is gestart met de implementatie van module workflow contractbeheer, deze wordt in november afgerond. Informatievoorziening Informatievoorziening is gericht op het ondersteunen op ICT-gebied van zowel de primaire als de ondersteunende processen binnen de organisatie. In de verslagperiode is binnen het architectuurproject 'Informatiehuis WRO' het evaluatierapport opgeleverd en een adviesconcept opgesteld voor de invulling van een vervolgtraject. Ten behoeve van informatiebeveiliging is een literatuurstudie uitgevoerd en is een externe partij geselecteerd voor een coachingstraject. Met het traject wordt informatiebeveiliging als een continu proces geïmplementeerd binnen WRO. Ook zijn de eerste stappen gezet voor het opstellen van een nieuw informatiebeleidsplan. Informatiebeleid gaat over de doelen die de organisatie wil bereiken op het vlak van de informatievoorziening, de benodigde middelen (geld, mensen, hardware, etc.), de manieren om de doelen te bereiken en de prioriteiten. E-overheid is het programma binnen WRO dat invulling geeft aan de wensen van de Rijksoverheid voor lastenvermindering en betere (digitale) dienstverlening aan de burger en bedrijven.

28


Geografische informatievoorziening • IRIS fase 2 De onderzoeken naar de vervanging van het landmeetkundig systeem en een instrument voor de digitale plantoetsing zijn afgerond. Keuzes zijn gemaakt en de aanschaf en implementatie hiervan zijn opgestart. • Wetgeving De dataset met kabel- en leidinginformatie voor de WION is gerealiseerd volgens de wettelijke specificaties. De gegevens zijn via het gezamenlijk ontwikkelde WION portaal en op basis van een door Het Kadaster gecertificeerd protocol aangesloten op Klic-online. Voor INSPIRE zijn de relevante metadatasets bepaalt en beschikbaar gesteld via het Nationaal Georegister. Voor de consequenties hiervan op de basisregistraties wordt actief deelgenomen aan landelijke overleggen en werkgroepen. • Geodata op orde Het onderzoek naar de minimale dataset is opgestart. Er is een model van een gegevenswoordenboek gemaakt voor de eenduidige vastlegging van de informatiebehoefte en bijbehorende kwaliteitskenmerken. Na volledige vulling vormt dit de basis voor de op te starten pilot om de geodata op orde te brengen. Buitendienst In het project bedrijfsvoering buitendienst is de laatste fase aangebroken. Een werkgroep is gestart met het maken van een definitieve keuze voor de aanschaf van een onderhoudsmanagement systeem. Binnen de daarvoor opgestelde kaders wordt nog steeds naar een oplossing gezocht voor de opslag van de calamiteitenmaterialen en huisvesting van de buitendienst. Op de steunpunten Margraten en Sittard zijn in respectievelijk 2009 en 2010 milieu-inspecties uitgevoerd. Op basis hiervan zijn de wasplaatsen op beide steunpunten aangepast en gecertificeerd waardoor ze voldoen aan de milieueisen m.b.t. vloeistofdichtheid. In het kader van de NEN 3140 keuring is een installatietekening noodzakelijk. Aangezien deze voor alle steunpunten ontbraken is opdracht verstrekt om deze te verkrijgen in combinatie met de keuringen.

kengetallen % Ziekteverzuim exclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof % Ziekteverzuim inclusief zwangerschaps- en bevallingsverlof Aantal poststukken Aantal bijlagen bij poststukken Aantal facturen Aantal bezwaarschriften Aantal fte's


Begroting 2,5% 3,5% 11.500 4.300 4.700 5 136,65

2010 Gewijzigde begroting 2,5% 3,5% 11.500 4.300 4.700 5 136,65

Realisatie

Prognose

2,39% 2,73% 7.932 2.577 2.689 3 130,23

2,5% 3,0% 11.500 4.300 4.700 5 132,32

29

Wat kost het

Programma bedrijfsvoering Begroting


Realisatie

Prognose

Kosten Opbrengsten

22.833.938 656.000

22.389.618 656.000

9.605.188 59.968

22.479.145 651.000


22.177.938

21.733.618

9.545.220

21.828.145

De realisatie over de rapportageperiode blijft verhoudingsgewijs achter bij de begroting en prognose. Dit wordt onder andere veroorzaakt doordat de afschrijvingen eenmaal per jaar, vóór het opmaken van de jaarrekening, worden verantwoord. Bijstelling Ja, kosten + € 89.527 en opbrengsten - € 5.000 (zie toelichting paragraaf 3.1 ‘rente en afschrijvingen’ en ‘goederen en diensten van derden’ en paragraaf 3.2 ‘goederen en diensten aan derden’ en ‘interne verrekeningen’) Welke netto investeringsuitgaven zijn hiermee gemoeid



Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

3.056.000 -

2.742.000 -

407.209 -

1.985.000 -

Netto investeringsuitgaven programma bedrijfsvoering

3.056.000

2.742.000

407.209

1.985.000

De implementatie van IRIS fase 1 is afgerond. Daarmee is de basisvoorziening voor doorgroei in fase 2 gerealiseerd. Door de ontwikkelingen in weten regelgeving, de authentieke basisregistraties, de doorontwikkeling/aanpassing van IRIS hierop en de organisatorische ontwikkelingen binnen het waterschap kunnen de geplande activiteiten van fase 2 slechts beperkt worden uitgevoerd. De overige activiteiten worden na 2010 opgepakt als de benodigde voorzieningen beschikbaar zijn. De geplande uitgaven zijn in de voorjaarsrapportage dan ook neerwaarts bijgesteld. Door wijzigende weten regelgeving veranderen werkprocessen en de benodigde eisen aan de daarvoor benodigde geodatasets, de minimale dataset. Door het niet voldoende duidelijk krijgen van de minimale dataset is het opstarten van een pilot in 2009 niet gehaald. Hierdoor kan de uitvoering voor 2010 van het daadwerkelijk op orde brengen van de gegevens eveneens niet starten. De projectplanning met bijbehorende investeringen dienen met één jaar vooruit geschoven te worden. Als gevolg hiervan nemen de uitgaven in het verslagjaar af. Informatisering en automatisering is gericht op het ondersteunen op het ICT-gebied van zowel de primaire als ondersteunende processen binnen de organisatie. In de verslagperiode is de telefooncentrale op Parklaan 10 vervangen en is de renovatie van de computerruimte openbaar aanbesteed. Het deelproject architectuur is voorlopig geparkeerd waardoor de uitgaven voor het beleids- en activiteitenplan I&A 2007-2010 voor 2010 met € 37.000 afnemen.

30


Het realiseren van een oplossing voor het opslagprobleem van het calamiteitenmateriaal in combinatie met de huisvesting van de regio Noord van de buitendienst wordt grotendeels doorgeschoven naar 2011. Daarnaast worden dit jaar minder uitgaven verwacht voor het project bedrijfsvoering buitendienst. Wel vindt een investering plaats met betrekking tot het wagenpark. Het merendeel van de leasecontracten van het wagenpark buitendienst is in 2011 aflopen. Extern onderzoek heeft opgeleverd dat financieel als ook technisch het interessant is om het wagenpark van de buitendienst in zijn geheel over te nemen. Bijstelling Ja, uitgaven - € 757.000 Kredietvotering



Realisatie

Prognose

Uitgaven Inkomsten

5.090.000 -

5.090.000 -

1.150.000 -

1.305.000 -

Netto kredietvotering programma bedrijfsvoering

5.090.000

5.090.000

1.150.000

1.305.000

Bij de vaststelling van de begroting heeft het algemeen bestuur voor het programma bedrijfsvoering een krediet gevoteerd van € 5.090.000 om projecten te kunnen starten. Deze kredietvotering kan neerwaarts worden bijgesteld tot € 1.305.000. Vooral als gevolg van het gedeeltelijk doorschuiven naar 2011 van de uitvoering van het project ‘Geodata op orde’. Ook het realiseren van een oplossing voor het opslagprobleem van het calamiteitenmateriaal in combinatie met de huisvesting van de regio Noord van de buitendienst wordt grotendeels doorgeschoven naar 2011. Bijstelling Ja, uitgaven - € 3.785.000. Realisatie (kredietverlening dagelijks bestuur) De kredietverlening per individueel project dat onder een programma valt is de verantwoordelijkheid van het dagelijks bestuur en vindt plaats door het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur heeft voor het programma bedrijfsvoering totaal voor € 1.150.000 aan netto kredieten verleend: Ontwikkelingen na peildatum • € 150.000 voor het uitvoeren van een pilot voor het op orde brengen van de geografische informatievoorziening (geo-data). • € 1.000.000 voor de aankoop van een pand aan de Leonard Langweg te Born. Tevens kan hiermee de verbouwing en renovatie van dit pand worden opgestart en de voorbereidingen worden getroffen voor de bouw van een centrale calamiteitenloods. In 2011 zal, nadat de plannen verder zijn uitgewerkt en gecalculeerd een aanvullend krediet worden gevraagd van maximaal € 1.700.000 voor de bouw van de calamiteitenloods.


31

3

Kostensoorten

Naast de programmaopzet blijft de insteek naar kostensoorten een verplichting. In de nieuwe voorschriften is opgenomen dat de kostensoorten dienen als informatieve waarde voor het algemeen bestuur waardoor een toelichting hierop niet verplicht is. Gelet op het feit dat een toelichting op de kostensoorten de besluitvorming ten goede komt is evenals vorig jaar bij de vaststelling van de begroting er voor gekozen om hier op hoofdlijnen een korte toelichting op te geven. In de voorjaarsrapportage is, conform de begroting, eveneens een korte toelichting gegeven naar dit gezichtspunt. In deze najaarsrapportage wordt hier uiteraard weer op aangesloten. De nadruk ligt in deze najaarsrapportage bij de afwijkingen ten opzichte van de gewijzigde begroting. Bovendien wordt aangegeven of het een incidentele (I) of structurele (S) mutatie betreft. Tevens wordt in deze rapportage per hoofdgroep gebruik gemaakt van een verkeerslichtsignaal, waardoor in één oogopslag de financiële stand van zaken inzichtelijk wordt. Bij de signalen wordt gebruik gemaakt van het signaal groen en rood: • Groen wordt gehanteerd indien de prognose: o van de kosten lager is dan gewijzigde begroting, o van de opbrengsten hoger is dan gewijzigde begroting, o gelijk is aan de gewijzigde begroting. • Rood wordt gehanteerd indien de prognose: o van de kosten hoger is dan gewijzigde begroting, o van de opbrengsten lager is dan gewijzigde begroting. Rekening houdend met het bovenstaande kunnen de groepen kosten en opbrengsten als volgt worden weergegeven:

Omschrijving 41 42 43 43 44 45 45

81 82 83 84 85 86

Begroting


Prognose

Rente en afschrijvingen Personeelslasten Goederen en diensten van derden Goederen en diensten van derden WBL Bijdragen aan derden Toevoegingen voorzieningen Onvoorzien

10.123.952 10.067.481 7.449.310 51.281.690 505.250 800.000 100.000

9.708.332 10.024.281 7.596.940 51.281.690 1.305.250 1.041.190

1.733.176 6.121.278 3.627.917 34.187.793 466.950 -

9.759.607 10.024.281 7.670.192 51.281.690 1.305.250 35.000 779.361

Totaal kosten

80.327.683

80.957.683

46.137.114

80.855.381

Financiële baten Personele baten Goederen en diensten aan derden Bijdragen van derden Waterschapsbelastingen Interne verrekeningen

742.935 31.000 149.750 312.000 76.201.998 550.000

742.935 31.000 123.750 508.000 76.661.998 550.000

393.822 46.964 18.395 370.645 69.162.491 -

742.935 56.000 143.750 508.000 76.564.696 500.000

Totaal opbrengsten

77.987.683

78.617.683

69.992.317

78.515.381

Exploitatieresultaat; opbrengsten minus kosten

2.340.000-

2.340.000-

Dekking expoitatieresultaat uit reserves

2.340.000

2.340.000

32

Realisatie

23.855.203

R G R G G R

G G G G R R

2.340.0002.340.000


3.1

Toelichting op kosten

Rente en afschrijvingen Rente In de primitieve begroting 2010 is rekening gehouden met een rekening-courant rente van € 155.000. De rentekosten zoals opgenomen in de begroting waren gebaseerd op de liquiditeitsprognose van april 2009, waarbij rekening was gehouden met een rentepercentage van 2,50%. Als gevolg van de na-ijleffecten van de financiële crisis is de rente echter historisch laag. Het rentepercentage voor kort geld bedraagt nog altijd 0,50%. De verwachting is dat dit percentage ook voor de rest van het jaar gehandhaafd blijft wat een positief effect op de rentekosten heeft. Ondanks dat in de voorjaarsrapportage op deze post al een aframing heeft plaatsgevonden blijven de rentekosten gelet op de huidige inzichten beperkt tot € 50.000 waardoor de rentekosten nogmaals met € 15.000 neerwaarts kunnen worden bijgesteld. Afschrijvingen Op basis van het bijgestelde investeringsniveau 2010 zijn de afschrijvingen opnieuw beoordeeld. Hieruit is gebleken dat de afschrijvingskosten met € 62.108 opwaarts dienen te worden bijgesteld. Bijstelling Ja. - € 47.108 (I) Goederen en diensten van derden De prognose van de totale kosten van goederen en diensten van derden wijkt op een aantal onderdelen af van de begroting 2010. Hierdoor zijn de onderstaande verhogingen van het budget noodzakelijk: • • • • • • • • • • •

Bijdragen gemeentelijke waterplannen in verband met de niet begrote kosten voor bijdrage water ambassadeurs. Voor het opstellen en aanbesteden van de beplantingsbestekken. De kosten hebben betrekking op de ondersteuning door een extern bureau en de aankondiging van de aanbesteding. Voor de ondersteuning door een extern bureau bij het opstellen van de onderhoudsconcepten voor de geautomatiseerde kunstwerken. Ten behoeve van het opstellen van een meerjarig opleiding en oefenplan en het doorontwikkelen van het Bestrijdingsplan Hoogwater Maas. Voor de externe begeleiding van het kwaliteitstraject, het organiseren van een workshop voor werkgroepleden en proceseigenaren; het geven van een training voor dezelfde doelgroep. Voor de verwachte kosten in de Landsbanki-advisering. Voor de post proces- en gerechtskosten in verband met overschrijding van het budget in verband met de afwikkeling van een zaak. Voor de aanschaf van noodstuwen voor peilbeheer tijdens aanhoudende droogte is de heringerichte watersystemen Putbeek en Pepinusbeek. Voor de aanpassingen van de wasplaatsen van de steunpunten en de NEN 3140 keuring van de E-stallaties op de steunpunten. Voor de kosten van het opruimen van de bomen en herstellen van de schade veroorzaakt door het omvallen van bomen bij het hevig noodweer op 14 juli 2010. Voor de inhuur van Ernst & Young advisory voor het uitvoeren van het traject ‘Duurzaam ombuigen binnen het waterschap’. Hierbij is de kostenstructuur doorgelicht om te bezien waar eventuele mogelijkheden liggen om kosten nu of in de toekomst te reduceren. De resultaten worden meegenomen bij de totstandkoming van de programmabegroting 2011.


33

Naast bovengenoemde verhogingen kunnen diverse posten worden verlaagd: • Het budget voor onderhoud beplantingen om budget te genereren voor het bij de verhogingen genoemde opstellen en aanbesteden van beplantingsbestekken. • Het budget voor onderhoud kunstwerken om budget te genereren voor het bij de verhogingen genoemde ondersteuning bij het opstellen van onderhoudsconcepten voor de geautomatiseerde kunstwerken. • Het budget bijdrage aan overigen in verband met lagere bijdrage aan projectbureau Maas • Het budget voor onderhoud kunstwerken • Het budget voor druk- en bindwerk kan structureel verlaagd worden omdat steeds meer digitaal plaatsvindt. • Het budget voor educatie omdat de voorbereidingen voor een educatieprogramma ten behoeve van het voorgezet onderwijs in samenwerking met andere waterpartners en scholen, meer tijd kost dan voorzien • Het budget voor de landmeetkundige dienst omdat hier minder gebruik van wordt gemaakt. • Het budget voor het oefeningen programma 2010 in verband met de aard van de oefeningen. • Het budget voor geografische data in verband met het aanpassen van de verdeelsleutel bijdrage basisregistratie Topografie en het schrappen van de leveringskosten Topografische Dienst Kadaster. Bijstelling Ja; + 93.252 (I) en – 20.000 (S) Toevoegingen voorzieningen De voorziening reorganisatie/herziening waterschapsbestel dient met € 35.000 verhoogd te worden in verband met het 3 maanden langer doorbetalen van 3 personeelsleden tot het bereiken van de FPU leeftijd. Bijstelling Ja, + € 35.000 (I) Onvoorzien Door de toegelichte verhogingen en verlagingen van de kosten en opbrengsten dient conform het voorliggende voorstel aan de post onvoorzien € 261.829 te worden onttrokken. Deze onttrekking heeft voor € 231.829 een incidenteel karakter en is voor € 30.000 van structurele aard. Bijstelling Ja; - € 231.829 (I), - € 30.000 (S)

34


3.2

Toelichting op opbrengsten

Personele baten In verband met zwangerschapsverlof van een aantal medewerksters ontvangen we van de Uitkeringsinstantie voor Werknemers Verzekeringen (UWV) een hogere bijdrage dan waarmee in de begroting 2010 rekening was gehouden. Bijstelling Ja, + € 25.000 (I) Goederen en diensten aan derden Voor de externe levering van geografische informatie ontvangen we van derden een hogere bijdrage dan waar in de begroting 2010 rekening mee was gehouden. Bijstelling Ja, + € 20.000 (I) Waterschapsbelastingen Opbrengst waterschapslasten Op 24 november 2009 heeft het algemeen bestuur de programmabegroting 2010 en de daarin opgenomen tarieven voor de waterschapslasten vastgesteld. Op basis van de definitieve tarieven en de maatstaven voorvloeiende uit de aanslagoplegging 2010 heeft de unit waterschapheffingen van het waterschapsbedrijf in het 2e kwartaal van 2010 de opbrengst waterschapslasten naar de diverse taken en categorieën herrekend. Hierdoor is een aanpassing van de begroting noodzakelijk op de onderdelen omslag gebouwd, ingezetenen, ongebouwd, natuurterreinen, zuiveringsheffing bedrijven en zuiveringsheffing huishoudens. In verband met een hogere WOZ –waarde van € 2,4 miljard, gebaseerd op de aanslagoplegging 2010, is de opbrengst waterschapslasten 2010 in de voorjaarrapportage tussentijds opwaarts bijgesteld met € 460.000. De hernieuwde berekening heeft echter ten opzichte van de genoemde bijstelling een lagere opbrengst waterschapslasten tot gevolg van € 69.224. Kwijtschelding / oninbaar Op 24 november 2009 heeft het algemeen bestuur de begroting 2010 en de daarin opgenomen tarieven voor de waterschapslasten vastgesteld. Op basis van definitieve tarieven en de maatstaven voorvloeiende uit de aanslagoplegging 2010 heeft de unit waterschapsheffingen van het waterschapsbedrijf de te verwachten kwijtscheldingsbedragen en oninbaarheid herrekend. Dit heeft ertoe geleid dat op het beschikbare budget 2010 voor kwijtschelding een bijraming van € 24.000 noodzakelijk is. Op de post oninbaarheid is een bijraming van € 4.078 noodzakelijk. Bijstelling Ja. - € 97.302 (I) Interne verrekeningen De interne verrekeningen van € 500.000 hebben volledig betrekking op geactiveerde lasten. De uren van projectleiders, medewerkers projecten, landmeters en grondaankopers worden conform de ‘Nota vaste activa 2008’ geactiveerd voor de tijd die direct aan een project is toe te rekenen.


35

Gelet op de realisatie 2009 is de raming van de te activeren uren te positief gebleken. De opbrengst te activeren uren dient dan ook met € 50.000 structureel neerwaarts bijgesteld te worden. Bijstelling Ja, - € 50.000 (S)

36


4

Onttrekkingen overige bestemmingsreserves en voorzieningen

In de nieuwe voorschriften is opgenomen dat onttrekkingen aan de overige bestemmingsreserves en voorzieningen expliciet dienen te worden toegelicht in de begroting. Over deze onttrekkingen wordt ook gerapporteerd in de tussentijdse rapportages. De onttrekkingen in het verslagjaar kunnen als volgt worden weergegeven: Onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen

Bestemmingsreserves tariefsegalisatie Egalisatiereserve watersysteemheffing Egalisatiereserve zuiveringsheffing

Begroting


Realisatie

Prognose

1.590.000

1.590.000

-

1.590.000

750.000

750.000

-

750.000

Overige bestemmingsreserves Calamiteiten watersysteembeheer Dividend Nederlandse Waterschapsbank

-

-

-

-

-

-

461.700

461.700

Stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak

n.v.t.

-

-

-

Stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking

n.v.t.

-

-

-

Voorzieningen Pensioen / uitkeringsverplichtingen Reorganisatie herziening Waterschapsbestel

-

-

4.500

4.500

134.581

134.581

128.704

141.704

Afkoppelen verhard oppervlak

300.000

-

-

-

Niet kerende grondbewerking

500.000

-

-

-

3.274.581

2.474.581

594.904

2.947.904

Totaal onttrekkingen aan bestemmingsreserves en voorzieningen

Bestemmingsreserve tariefsegalisatie; egalisatiereserve watersysteemheffing De ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten watersysteemheffing’ heeft ten doel om ongewenste fluctuaties in het belastingtarief van de watersysteemheffing te beperken tot een acceptabel niveau. Bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008 is besloten voor deze reserve geen minimum- of streefpercentage vast te stellen. De argumentatie die aan deze besluitvorming ten grondslag lag was dat deze egalisatiereserve als doel heeft om fluctuaties in het belastingtarief als gevolg van schommelingen in de uitgaven en inkomsten (lees exploitatie) per taak te beperken tot acceptabele niveaus of zelfs geheel te neutraliseren. Door deze reserve te minimaliseren of te maximeren wordt hier afbreuk aan gedaan. Meer waarde wordt eraan gehecht om de egalisatiereserves consequent in te zetten in plaats van een minimum en/of streefpercentage te hanteren. e Bij vaststelling van de begroting, inclusief de 1 wijziging, is ervan uitgegaan dat over het verslagjaar € 1.590.000 aan deze reserve dient te worden onttrokken.


37

Bestemmingsreserve tariefsegalisatie; egalisatiereserve zuiveringsheffing De ‘egalisatiereserve ontwikkeling waterschapslasten zuiveringsheffing’ heeft ten doel om ongewenste fluctuaties in het belastingtarief van de zuiveringsheffing te beperken tot een acceptabel niveau. Bij vaststelling van de nota reservebeleid 2008 is besloten voor deze reserve geen minimum- of streefpercentage vast te stellen. De argumentatie die aan deze besluitvorming ten grondslag lag was dat deze egalisatiereserve als doel heeft om fluctuaties in het belastingtarief als gevolg van schommelingen in de uitgaven en inkomsten (lees exploitatie) per taak te beperken tot acceptabele niveaus of zelfs geheel te neutraliseren. Door deze reserve te minimaliseren of te maximeren wordt hier afbreuk aan gedaan. Meer waarde wordt eraan gehecht om de egalisatiereserves consequent in te zetten in plaats van een minimum en/of streefpercentage te hanteren. e Bij vaststelling van de begroting, inclusief de 1 wijziging, is ervan uitgegaan dat over het verslagjaar € 750.000 aan deze reserve dient te worden onttrokken. Overige bestemmingsreserve; calamiteiten watersysteembeheer Deze bestemmingsreserve is in 2008 ingesteld bij vaststelling van de Nota Reservebeleid 2008. Het doel van deze bestemmingsreserve is de bestrijding van de kosten van hoogwatersituaties. Het niveau van de reserve is gemaximeerd op € 2.000.000. In het verslagjaar zijn geen onttrekkingen voorzien. Overige bestemmingsreserve; Dividend Nederlandse Waterschapsbank In verband met de herziening van de comptabiliteitsvoorschriften dient de dividendopbrengst met ingang van 2009 verantwoord te worden in het jaar waarin het wordt vastgesteld en niet in het jaar waarop het betrekking heeft. Dit zou voor 2009 een eenmalig nadelig effect op de dividendopbrengst tot gevolg hebben. Om dit nadelige effect op te vangen is in 2007 de 'reserve dividend Nederlandse Waterschapsbank' ingesteld. Conform de resultaatsbestemming van de programmarekening 2009 is aan deze bestemmingsreserve € 461.700 onttrokken. Overige bestemmingsreserve; stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak Op 24 juni 2007 heeft besluitvorming plaatsgevonden betreffende de 'Regeling stimuleren afkoppelen bestaand verhard oppervlak'. Dit als vervolg op de in 2007 succesvol afgesloten regeling voor de periode 2002-2006. Het waterschap wil met deze subsidieregeling gemeenten, bedrijven en particulieren stimuleren het hemelwater van bestaande verharde oppervlakten af te koppelen van het riool. De regeling geldt voor de periode 2007-2011 en bestaat uit vijf jaarlijkse bijdragen uit de exploitatie van € 300.000. Om ongewenste schommelingen in de exploitatie te voorkomen was de ‘voorziening stimuleringsreling afkoppelen’ ingesteld. Omdat in de BBVW is opgenomen dat stimuleringsregelingen vanaf 2009 niet meer onder de voorzieningen mogen worden gerubriceerd is in de programmarekening 2009 de voorziening omgezet in een reserve. Indien in enig jaar het exploitatiebudget wordt overschreden zal, door middel van aparte besluitvorming, aan deze reserve worden onttrokken. Momenteel is dit niet voorzien. Overige bestemmingsreserve; stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking Het algemeen bestuur heeft in haar vergadering van 10 december 2007 besloten tot wijziging van het beleid ten aanzien van wateroverlast en bodemerosie. In dit verband zijn middelen in de exploitatiebegroting vrijgemaakt voor de stimuleringsregeling voor de toepassing van niet-kerende grondbewerking. Het betreft een bedrag van € 300.000 voor 2008 en € 500.000 per jaar voor de jaren 2009 t/m 2012. Om een goede uitvoerbaarheid van deze regeling mogelijk te maken was de ‘voorziening nietkerende grondbewerking’ ingesteld.

38


Omdat in de BBVW is opgenomen dat stimuleringsregelingen vanaf 2009 niet meer onder de voorzieningen mogen worden gerubriceerd is in de programmarekening 2009 de voorziening omgezet in een reserve. Indien in enig jaar het exploitatiebudget wordt overschreden zal, door middel van aparte besluitvorming, aan deze reserve worden onttrokken. Momenteel is dit niet voorzien. Voorziening pensioen / uitkeringsverplichtingen Deze voorziening is bij de ‘Nota Reservebeleid 2002’ ingesteld. In het Burgerlijk Wetboek (Boek 2, Titel 9) is geregeld dat onder de verplichte voorzieningen een ‘voorziening voor pensioenen uitkeringsverplichtingen’ dient te worden gevormd en in stand te worden gehouden. Deze voorziening heeft ten doel om aan de verplichting te kunnen voldoen van de pensioenen van nog actieve en niet actieve bestuursleden die nog geen bestuurderspensioen ontvangen. Omdat dit ook voor het waterschap van belang is, is deze voorziening ingesteld. Voeding van deze voorziening vindt jaarlijks plaats op basis van een actuariële opgave van Deloitte. Verwacht wordt dat de onttrekking voor 2010 € 4.500 bedraagt. Voorziening reorganisatie herziening waterschapsbestel Deze voorziening is in 2003 ingesteld. Het doel van de voorziening is het opvangen van frictiekosten die gemoeid zijn met de reorganisatie als gevolg van de herziening van het waterschapsbestel in 2004. Een van de vereisten hierbij was dat bovenformatieven op het eerst mogelijke moment gebruik moesten maken van de FPU. In 2010 wordt voor het laatst uit deze voorziening onttrokken waardoor deze per 1 januari 2011 kan worden opgeheven. In de verslagperiode is aan deze voorziening € 128.704 onttrokken ter dekking van de salariskosten bovenformatief personeel. Verwacht wordt dat hier in 2010 nog € 13.000 aan ontrokken gaat worden. Waardoor de totale onttrekking op € 141.704 komt. Voorziening stimuleringsregeling afkoppelen verhard oppervlak Voor een toelichting op deze voorziening wordt verwezen naar de in een reserve omgezette stimuleringsregeling. Bij de vaststelling van de begroting 2010 was met deze omzetting nog geen rekening gehouden. In de voorjaarsrapportage is deze omzetting geëffectueerd. Voorziening stimuleringsregeling niet kerende grondbewerking Voor een toelichting op deze voorziening wordt verwezen naar de in een reserve omgezette stimuleringsregeling. Bij de vaststelling van de begroting 2010 was met deze omzetting nog geen rekening gehouden. In de voorjaarsrapportage is deze omzetting geëffectueerd.


39

40


WIJZIGING VAN DE BEGROTING Dienstjaar 2010, nummer 3; Het algemeen bestuur van het Waterschap Roer en Overmaas gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 15 november 2010, waterschapsblad 2010, nummer 47 Gelet op het bepaalde in artikel 101, lid 2, van de Waterschapswet BESLUIT: de begroting van de investeringen in bovengenoemd dienstjaar als volgt te wijzigen: 1

2

Volgnr.

Omschrijving

3 Nieuwe of verhoging van de bestaande post

4 Verlaging van de begrotingspost

5 Nieuwe raming na wijziging

4310 4402 4403

Kosten Programma plannen Overige diensten door derden Bijdragen aan overheden Bijdragen aan overigen

4309 4310

Programma watersysteem Onderhoud door derden Overige diensten door derden

11.000

251.000 2.979.000

4309

Programma veiligheid Onderhoud door derden

30.000

244.250

4309 4310

Programma instrumenten Onderhoud door derden Overige diensten door derden

10.000 25.000

165.000 126.500

4302 4310 4501

Programma bestuur, externe communicatie en belastingen Goederen en diensten van derden Overige diensten door derden Toevoegen aan voorziening

4101 4103 4302 4309 4310

Programma bedrijfsvoering Externe rentelasten Afschrijvingen van activa Goederen en diensten van derden Onderhoud door derden Overige diensten door derden

4502

Dekkingsmiddelen en saldo Onvoorzien Totaal kosten

10.000 10.000 10.000

11.000

20.000 20.000

62.500 424.800 35.000

15.000 18.600

2.964.798 6.408.401 210.222 967.475 767.162

261.829

783.528

35.000

66.275 15.000 41.852

254.127

8201 8306 8603

Opbrengsten Programma bedrijfsvoering Personele baten Goederen en diensten aan derden Interne verrekeningen

8501 8502 8503 8504 8506 8507 8508 8509 8509

Dekkingsmiddelen en saldo Opbrengst watersysteemheffing gebouwd Opbrengst watersysteemheffing ingezetenen Opbrengst watersysteemheffing ongebouwd Opbrengst watersysteemheffing natuur Opbrengst zuiveringsheffing bedrijven Opbrengst zuiveringsheffing huishoudens Oninbaar watersysteem Kwijtschelding watersysteem Kwijtschelding zuiveringsheffing

2.538 1.182.130

Totaal opbrengsten

1.201.590

331.630 40.000 35.000

356.429

25.000 20.000 50.000

1.300 7.420 66.032

1.179.140 -4.078 -13.000 -11.000

40.000 25.000 500.000

15.324.200 10.776.480 1.914.668 24.838 13.314.230 36.454.460 143.178 355.000 1.185.000

1.303.892

Aldus besloten in de openbare vergadering van 30 november 2010. De secretaris/directeur,

De voorzitter,

ing. J.M.G. In den Kleef

dr. J.J. Schrijen


41

WATERSCHAPSBLAD 2010, NUMMER 47 BIJL.: 2 Agendapunt: 8. Onderwerp: Najaarsrapportage per 1 september 2010; 3e begrotingswijziging 2010

Recommend Documents