het
Waterschap
T i j d s c h r i f t
v o o r
w a t e r s c h a p p e n
e n
w a t e r b e h e e r
Waterambitie De blauwe planeet verder helpen Kansen in China Samenwerken met goede vrienden Exportkansen Relativering is nodig
Thema
Internationale samenwerking April 2016
04
ADVERTORIAL
WWW.VICREA.NL
Vicrea, al jarenlang partner van de waterschappen
Innoveren met data Het Amersfoortse IT-bedrijf Vicrea is al jaren partner van de waterschappen. Innovatiemanager Daniël de Klerk maakt onder meer onderdeel uit van het team dat zich richt op de informatievraagstukken en maatwerkprojecten van de waterschappen. De Klerk: ‘Innovatie draait niet alleen om het toepassen van nieuwe technieken. Het gaat erom dat je kritisch naar je processen kijkt en deze probeert te verbeteren. Een goed informatiemanagement is cruciaal om de ambities op het gebied van duurzaamheid, efficiëntie, en kwaliteit te bereiken. Wij weten hoe belangrijk deze thema’s zijn voor de waterschappen.’ Vicrea helpt waterschappen te innoveren door meer waarde te creëren van data. ‘Aan data geen gebrek, sterker nog, data neemt alleen maar toe. Het is de kunst om dit optimaal te benutten. Wij helpen organisaties gegevens te transformeren van data naar waardevolle informatie. Informatie waarmee een organisatie haar beleid beter kan vormgeven en waarmee men werkprocessen kan optimaliseren. Correcte informatie, direct beschikbaar, gebruiksvriendelijk gepresenteerd, dat hebben organisaties nodig om te slim te functioneren.’ Hoe werkt dat dan? ‘Basisgegevens, sensordata, open data, gegevens van derden, door deze gegevens te combineren en te verrijken ontstaat er een beter inzicht in het proces. Vicrea is al jaren gespecialiseerd
in data-integratie en heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot ‘smart solutions’ leverancier. Wij combineren de nieuwste technieken, zoals real-time data visualisatie op de kaart en geavanceerde data-analyse. We kunnen data optimaal benutten door deze direct te verwerken in meerdere processen. Blik op de toekomst: voorspellende analyses ‘Vandaag de dag werken we niet alleen reactief maar vaker pro-actief: we weten op basis van correcte informatie wat er gaat gebeuren en handelen daarnaar. In de toekomst zal dit absoluut toenemen, op verschillende niveaus. Voorspellende analyses zijn niet nieuw, maar dit goed inpassen in de processen van de organisatie is vaak nog een uitdaging. Daar zijn onze business consultants
en data scientists voor. Zij begeleiden informatiemanagers, beheerders en beleidsbepalers bij het vormgeven van toekomstgerichte, slimme, oplossingen.’
“Voorspellende
analyses zijn niet nieuw, maar dit goed inpassen in de processen van de organisatie is vaak nog een uitdaging.”
COLOFON
INHOUD
Het Waterschap is het officiële orgaan van de Unie van Waterschappen. Het is een onafhankelijk tijdschrift dat op zakelijke en informatieve wijze ingaat op de werkgebieden van de waterschappen en de belangengroepen daaromheen.
05 Internationale waterambitie Onder de noemer internationale waterambitie wil het kabinet dat de waterproblemen in acht buitenlandse deltagebieden voor 2020 meetbaar zijn teruggedrongen. De Unie van Waterschappen staat achter dat streven en ziet mogelijkheden.
VERSCHIJNINGSFREQUENTIE
10 x per jaar HOOFDREDACTIE
Cees Meijer REDACTIE
Jane Alblas Ruud van Heel Roelof Hoving Eric Keizer Andy Krijgsman Pia Schrijnemakers Pierre de Vries Bert Nijveld (eindredactie)
10 Het buitenland brengt je verder
REDACTIEADRES
Werkervaring opdoen in het buitenland, waterschappen bieden steeds vaker deze mogelijkheid aan hun medewerkers. Een buitenlandervaring kan een grote bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van de waterschapsmedewerker en daarmee ook aan de organisatie als geheel.
Postbus 20025, 2500 EA Den Haag tel. 070-378 92 54
[email protected] website: www.sdu.nl/water UITGEVER
Dineke Sonderen, Sdu Uitgevers bv ABONNEMENTEN
Abonnementsprijs: € 126,- excl. BTW per jaar. Losse nummers: € 12,50 excl. BTW. Abonnementen kunnen schriftelijk worden aangevraagd. Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht. Wanneer u werkzaam bent bij een van de waterschappen hebt u wellicht recht op een gratis abonnement op Het Waterschap. Om te zien of u hiervoor in aanmerking komt, neemt u contact met Sdu Klantenservice of gaat u naar Het Waterschap via www.sdu.nl/water.
Roer en Overmaas is, gezien het aantal grensoverschrijdende wateren, het meest internationaal opererende waterschap van Nederland. Met België en Duitsland wordt op allerlei manieren samengewerkt. Van rattenvangst tot zuivering.
Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel: 070-378 98 80, fax: 070-378 97 83, www.sdu.nl/service ADVERTENTIES
VORMGEVING
SD Communicatie, Rotterdam DRUK
Wilco © Sdu Uitgevers BV, Den Haag, 2016 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 13804251
EN VERDER 08 13 14 17 20 21
Kansen in China Commentaar De Politicus Gastcolumn Adviseren in Myanmar Governance in Ethiopië
22 24 28 29 30
Debat Relativering export Samenwerken met Zuid-Afrika Zuiveren op bonaire Maestr’eau
31 32
Schatten van de schappen Waternieuws
26 Informatiemakelaars Binnen de watersector zijn innovatiemakelaars actief om nieuwe vindingen beter onder de aandacht van de markt te brengen. “Probleem is dat het gros van de innovaties wordt bedacht door Willy Wortel-achtige types op zolderkamertjes of in kleine bedrijven.”
Foto cover Robbert Goddyn
3 Het Waterschap
Jetvertising b.v. Laan van Zuid-Hoorn 37, 2289 DC Rijswijk tel. (070) 399 00 00 info@jetvertising,nl www.sduadverteren.nl
Nummer 4 April 2016
18 Grenzenloze samenwerking in Limburg
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Internationale waterambitie
De blauwe planeet verder helpen De waterschappen zijn blij met de internationale waterambitie van het kabinet, maar zien nog veel meer kansen voor het Rijk om met waterschappen in zee te gaan. Dijkgraaf Hein Pieper, portefeuillehouder Internationale Zaken bij de Unie van Waterschappen. “Waterschappen worden nog niet altijd op waarde geschat.” DOOR GERT VAN WIJLAND
Nummer 4 April 2016
O
Het Waterschap
5
Monique van Evelingen
nder de noemer internationale waterambitie wil het kabinet dat de waterproblemen in acht buitenlandse deltagebieden voor 2020 meetbaar zijn teruggedrongen. Tegelijkertijd moet de toegevoegde waarde van de Nederlandse Topsector Water zijn verdubbeld, zo schreven drie ministeries vorige maand aan de Tweede Kamer. De waterschappen zijn volop betrokken bij het tot stand komen van de Internationale Waterambitie en spelen daarin een belangrijke rol. Niet voor niets roemt minister Ploumen in haar begeleidende persbericht de kracht van het Nederlandse model: “Onze bedrijven en waterschappen behoren tot de wereldtop.” Hein Pieper is daar blij mee, maar wil er graag een schepje bovenop doen. “Waterschappen kunnen echt bijdragen aan de rijksambitie. De brief en bijlages focussen op technocratische beleidslijnen, gestoeld op de bekende en door het Rijk gekoesterde internationale netwerken. Het is een bureaucratisch model, opgebouwd rondom instituten en bedrijfsleven. Het gaat uit van het maakbaarheidsconcept, een bestuurlijke werkelijkheid die een beetje voorbij is.”
Werken aan bewustwording De brief is opgesteld door de ministeries van Economische Zaken, Buitenlandse Zaken en Infrastructuur en Milieu. Pieper, voormalig Tweede Kamerlid voor het CDA, begrijpt wel dat het met drie ministeries altijd moeilijk is om
tot goede afstemming te komen, laat staan als er nog meer partijen bij komen. Tegelijkertijd ziet hij een andere oorzaak waarom de rol van de schappen onderbelicht wordt: “In Nederland weten burgers over het algemeen nauwelijks wat een waterschap precies doet. Maar ook in Den Haag ligt ons op dat gebied nog een schone taak te wachten, zodat de politiek en de ministeries beseffen welke innovatieve ken-
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
nis en (bestuurs)kracht er op het gebied van watergovernance in huis is. We moeten als waterschappen dus hard blijven werken aan bewustwording, en niet alleen die van de burger.” Mogelijkheden Daarmee raakt de huidige dijkgraaf van Rijn en IJssel aan het idee dat de gemiddelde Nederlander nauwelijks meer beseft dat hij in een laaggelegen rivierengebied leeft. De zorg over deze zogenoemde awareness gap deelt hij met de OESO, die in een rapport uit 2014 het gebrek aan publieke beleving benoemt als één van de grootste bedreigingen voor de toekomstige waterveiligheid. Pieper constateert dat dit gebrek aan bewustzijn ook terug te vinden is in de politiek. Maar liever dan te klagen kijkt Pieper vooruit naar de mogelijkheden tot samenwerking die er wel degelijk zijn. “We onderschrijven de ambities van harte, we kunnen er ook een zinnige bijdrage aan leveren. Juist aan onze kennis is in het buitenland grote behoefte.”
Nummer 4 April 2016
Poldermodel als voorbeeld Zijn bewering wordt gestaafd door de OESO die in 2014 het Nederlandse model ten voorbeeld stelde aan veel landen. Volgens het rapport zijn de waterschappen er in geslaagd Nederland door de eeuwen heen veilig en bewoonbaar te maken en te houden. “Deze prestatie steunde zwaar op eeuwenoude, flexibele en zich ontwikkelende waterschappen. Deze hebben technologie van wereldklasse ontwikkeld en gefuncti-
Het Waterschap
6
oneerd als platform voor het betrekken van belanghebbenden (het poldermodel).” Pieper ziet hierin een bevestiging van het idee dat de waterschappen bij het invullen van de waterambitie een cruciale rol kunnen spelen. Sterker: “We doen dat eigenlijk al lang. We leiden elke week wel ergens in Nederland twee buitenlandse delegaties rond. Vaak zijn dit mensen uit armere deltagebieden met veel wateroverlast. Zij komen bij ons kijken hoe wij het waterbeheer bestuurlijk hebben georganiseerd en uitvoeren.” Contacten onderlangs Om de buitenlanders wegwijs te maken heeft de Unie recent een webpagina opgesteld met projecten die per waterschap als best practise kunnen gelden (zie kader). Deze variëren van technische innovaties als het terugwinnen van schaarse grond- en voedingstoffen uit afvalwater, tot uitleg over de inrichting van het land en het project Ruimte voor de Rivier (samen met Rijkswaterstaat). De delegaties komen vaak uit gebie-
den waar de Nederlandse waterschappen zich al jaren op richten. Het gaat dan vaak om verstedelijkte laaggelegen deltagebieden waar de overstromingskans met het jaar toeneemt door inklinking en klimaatverandering. Pieper: “Delegaties uit bijvoorbeeld Jakarta of Bangladesh komen meestal niet via het bovenliggende netwerk van de ambassades en het grote bedrijfsleven bij ons terecht. Ze komen onderlangs, direct via de contacten die de Unie van Waterschappen als Dutch Water Authorities wereldwijd hebben. En via de contacten die de waterschappenschappen zelf op lokaal en regionaal niveau hebben. Het gaat dan om kleinere lokale waterbeheerders en gemeentes. Zij kennen ons en weten dat ze één op één met vragen bij ons terecht kunnen. Dat spreekt zich rond, ook al omdat een flink aantal van hen in Delft of Wageningen heeft gestudeerd.” Kosten en voorwaarden Maar wat kost dit allemaal en mag een waterschap wel zomaar zijn
Dutch Water Authorities Op de website www.dutchwaterauthorities.com staan voorbeeldlocaties die internationale delegaties kunnen bezoeken. Hieronder twee willekeurig gekozen interessante waterschapsprojecten voor bezoekende waterbeheerders.
De Dommel Ecologiseren van gezuiverd rioolwater Verschillende rioolwaterzuiveringen van Waterschap De Dommel lozen op kleine beken met een hoge ecologische waarde. Gezuiverd rioolwater is vrij dood water. Door het water te beluchten en door diverse waterpartijen te leiden voordat het op oppervlaktewater wordt geloosd, kan het water weer levend materiaal tot zich nemen en een hogere ecologische waarde krijgen. Interessant hieraan: De waterkwaliteit wordt met aanvullende technieken, mede ingegeven door Europese normen, verbeterd. Nieuwe inzichten zijn te zien op het scheidveld van waterketen (zuiveringstechniek) en watersysteem (kwaliteitseisen oppervlaktewater in verband met de ecologische functie).
Brug tussen de conventionele rioolwaterzuivering in Soerendonk en de vijverpartijen die het water ecologiseren voordat het in de Buulder Aa wordt geloosd.
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Launching Customers Zelf hebben de waterschappen geen direct commercieel belang bij de internationale waterambitie, maar voor de beoogde waardeverdubbeling van de topsector water zijn ze essentieel, zo benadrukt Pieper. Vooral de rol als launching customer kan nauwelijks worden overschat. Als een bedrijf een innovatieve techniek wil uitproberen, dan gebeurt dat vaak middels een pilot bij een waterschap. Met deze thuismarkt als opstapje kan de innovatie vervolgens in het buitenland als bewezen techniek in de markt worden gezet. “Anders ben je vrijwel kansloos”, weet Pieper. Bij succesvolle verkoop van het product stuurt het waterschap vervolgens een paar weken een trainer die de mensen ter plaatse helpt het project op te starten. “Dat doen we tegen kostprijs, we zijn daarin dienend aan het Nederlandse bedrijfsleven.” Jammer dat deze slimme combinatie niet in de Kamerstukken staat, kan Pieper het niet laten zijn teleurstelling te laten blijken. “Een gemiste kans.”
Beheerconcept exporteren Behalve het ondersteunen en verspreiden van innovatieve technieken, ziet Pieper kennisdeling over beheer en inrichting als belangrijke taak van de waterschappen. Ruimte voor de Rivier is in Nederland zeer succesvol en binnen de internationale ambitie als concept makkelijk te exporteren. Maar hoe zet je dit over naar de lokale omstandigheden van Jakarta? Hoe creeer je draagvlak; hoe zet je de financiering op; hoe benut je de schaarse ruimte optimaal, liefst meervoudig? Een fotokopietje van het concept volstaat niet bij het beantwoorden van deze vragen, zo leert de praktijk volgens Pieper. “Het vertalen naar de lokale praktijk, dat is nu precies de expertise die de waterschappen als geen ander hebben.” De dijkgraaf verwijst daarbij opnieuw naar het OESO-rapport, dat het Nederlandse waterbeheer bestuurlijk aan de wereld ten voorbeeld stelt. De onderzoekers leggen een direct verband tussen welvaart en bestuurlijk goed ingericht waterbeheer: de economie kan volgens hen pas groeien als het lokale waterbestuur in orde is. “Zoals in Nederland.” Pieper: “Juist daarom is kennisdeling vanuit onze polder van het grootste belang. Als waterschappen hebben we de expertise. Laten we die gebruiken om niet alleen Nederland, maar deze hele blauwe planeet echt verder te helpen.” Gert van Wijland is journalist
Nummer 4 April 2016
geïnde belastinggeld aan buitenlandse projecten spenderen? “Er zijn drie strenge regels”, legt Pieper uit. “Er mogen geen (financiële) risico’s worden genomen, het project moet tot de kerntaken van het waterschap behoren en het uitvoeren mag in Nederland niet tot verhoging van de geheven ingezetenenbelastingen leiden. Vaak zet het waterschap alleen mankracht in en worden de overige kosten gedekt door bijvoorbeeld subsidies van het NWB Fonds (van de Nederlandse Waterschapsbank).” Verwijzend naar een project in Suriname, waar zijn eigen waterschap helpt het lokale waterbeheer op te zetten, stelt Pieper dat de kosten verwaarloosbaar zijn tegenover de baten. “Binnen onze totale begroting van 50 miljoen spenderen we in Suriname rond de 15.000 euro plus wat manuren. Daarmee genereren en begeleiden we een project van tonnen. Door slimme combinatie van EU-, Rijks- en Surinaamse gelden springen we er prima uit en dragen we essentieel bij aan het succes.”
7 Het Waterschap
Drents Overijsselse Delta Ruimte om te leven met water Door het hele werkgebied voeren we projecten uit om water meer ruimte te geven, maar ook om water vast te houden in het gebied tijdens droogte. Denk aan het verbreden en hermeanderen van watergangen, het creëren van natuurvriendelijke oevers en waterberging. En dit soms in samenhang met de aanleg van vistrappen of andere vispassages. Interessant hieraan: Ruimtelijke ontwikkeling in samenhang met waterveiligheid en waterkwantiteit; het aanleggen van een watersysteem dat bij veel neerslag het water goed verwerkt of juist vasthoudt en tijdens droogte water op voorraad heeft. Bouw van een kleine balgstuw in de waterberging Panjerd-Veeningen, die in natte tijden wordt neergelaten om zo overtollig water te parkeren (foto Roelof Hoving).
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Samenwerken met China
De boom is geplant en groeit
Nummer 4 April 2016
Waterschap Brabantse Delta en de Chinese provinciale overheid van Jiangsu werken samen aan water. Dit onder de vlag van het Noord-Brabants handelsprogramma. Inmiddels zijn we old friends en dit creëert kansen voor Nederlandse waterbedrijven op de Chinese markt.
Het Waterschap
8
ma, waarbij de Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) betrokken was. Voor 2016 staat een nieuw bezoek aan Nederland gepland waarbij in de aanloop naar het aanbestedingstraject diverse voorbeeldprojecten worden bezocht. Een reis met Nederlandse bedrijven naar Jiangsu in het najaar van 2016 is in voorbereiding. Het belang van een goede begeleiding is enorm groot gebleken. Zonder kennis van de Chinese cultuur, omgangsvormen en taal zou deze samenwerking onmogelijk zijn. Hier is het in Rotterdam gevestigde Shunda China Projects Centre als intermediair betrokken. Bezoek van een Chinese delegatie aan het riool in Breda
DOOR HENNY BRON
S
inds 2013 zijn jaarlijks bezoeken over en weer afgelegd. In 2013 en 2014 om elkaar te leren kennen en om op inhoudelijk niveau een beeld te krijgen van elkaars werk, problemen en mogelijke oplossingen. Begin 2015 is verder invulling gegeven aan de samenwerking door aanpak van twee concrete en urgente problemen. Ter voorbereiding waren onderzoeksrapporten vertaald en toegestuurd en was overeengekomen dat Nederlandse bedrijven met oplossingen mochten komen. Dit leidde ertoe dat Arcadis adviseerde over het knelpunt dun afvalwater door drainerende rioolstelsels in de stad Nanjing. De ketenpartner Breda en Akertech zijn betrokken bij een seminar over onderhoud van riolering en afvalwaterzuiveringsinstallaties in dezelfde stad. In de zomer organiseerde het waterschap een 15-daagse studiereis voor een grote delegatie uit Jiangsu waarbij veel Nederlandse projecten werden bezocht en waarbij we ons netwerk aanzienlijk hebben kunnen uitbreiden. In het najaar van 2015 is een bezoek gebracht aan
Jiangsu om inhoudelijke inbreng te leveren in de voorbereiding van een concreet vergistingsproject. Hierbij is het bedrijf Colsen betrokken. Daarnaast stond advisering over slibeindverwerking op het program-
Goede vrienden Door de bezoeken over en weer is openheid en vertrouwen gegroeid. We zijn inmiddels old friends. Dit maakt het mogelijk om Nederlandse partners te introduceren met kennis die relevant is voor de Chinese problematiek. Op deze wijze creëert het
Noord-Brabants handelsprogramma Sinds 1994 werkt de provincie Noord-Brabant samen met de provincie Jiangsu, onder andere op het thema water. Het gaat hierbij om government-to-government contacten van de provincie, de Brabantse steden en het waterschap met de Chinese provinciale overheden. Hiervoor heeft de provincie sinds 2011 een vaste vertegenwoordiger bij het Netherlands Business Support Office (NBSO) in Nanjing gestationeerd. In het najaar van 2013 heeft Brabantse Delta deelgenomen aan een handelsmissie. Een belangrijk resultaat van deze reis is de ondertekening van een Memorandum of Understanding door Waterschap Brabantse Delta en een Chinese overheid die verantwoordelijk is voor stedelijk waterbeheer, ruimtelijke ontwikkeling en de waterketen.
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
waterschap kansen voor Nederlandse waterbedrijven op de Chinese markt. De bezoeken aan China, de oplossingen die we daar zien en de vele discussies die we voeren, leren ons dat problemen op verschillende manieren kunnen worden opgelost. Het verruimt ons denken en levert concrete ideeën op waarvan de toepasbaarheid bij Brabantse Delta wordt onderzocht.
Bezoek aan Breda, het glas heffen met de wethouder
Kansen op de Chinese markt Slibverwerking In China ontstaat veel belangstelling voor methoden van slibverwerking die energiezuinig zijn en hergebruik mogelijk maken. In Nederland zijn diverse energiezuinige technieken ontwikkeld en ook worden reststromen hergebruikt. Deze technologie vindt men zeer interessant. Energiebesparing Veel rwzi’s in Jiangsu zijn ontworpen zonder aandacht voor energie. Die aandacht is er nu wel. Dit biedt kansen voor rwzi-systemen, die energiezuinig zijn of zelfs energie leveren. Instandhouding Na het nieuw aanleggen van rioolstelsels en rwzi’s verschuift de aandacht naar instandhouding. Dit varieert van het in kaart brengen van de (ondergrondse) infrastructuur, tot aanpak van inspectie- en onderhoudsprogramma’s. Water(-overlast)-in-de-stad Door klimaatverandering bestaat grote belangstelling voor nieuwe water-in-destad-concepten. De Chinese regering heeft in dit kader recent een demonstratieproject in de provincie Wuhan op de markt gezet dat gewonnen is door het Nederlandse Arcadis. De verwachting is dat projecten in dit programma in de provincie Jiangsu zullen volgen.
stof, stikstof en fosfaat te kunnen verwijderen. Daarnaast zijn, door de strenge effluenteisen, veel rwzi’s uitgerust met één of meer aanvullende zuiveringsstappen. Lange adem De verantwoordelijke plannenmakers kijken nu vooruit naar de volgende uitdagingen. Er staan veel projecten op stapel. Relevante thema’s zijn: slibverwerking, energiebesparing en duurzaamheid, assetmanagement en wateroverlast in de stad. Men staat open voor Nederlandse inbreng, maar de vraag is of we deze kansen goed kunnen benutten. De afgelopen jaren bleek het niet eenvoudig Nederlandse waterbedrijven te vinden met interesse voor de Chinese markt. Door de actieve samenwerking van de afgelopen jaren is inzicht ontstaan in elkaars situatie en is een vertrouwensband ontstaan. Dit vertrouwen maakt het mogelijk om Nederlandse bedrijven in Jiangsu te introduceren en de kansen van de bedrijven in concrete aanbestedingstrajecten te vergroten. De eerste introducties van Nederlandse bedrijven zijn geweest. De boom is geplant en groeit. Op een dag kunnen de vruchten worden geplukt. Het waterschap nodigt bedrijven die zaken (willen) doen op de Chinese markt en actief zijn op genoemde thema’s uit om deel te nemen aan de samenwerking. Henny Bron is strategisch adviseur zuiveren bij Waterschap Brabantse Delta.
Nummer 4 April 2016
gespoeld met effluent. Interessant om de komende jaren te volgen wat deze strategie op gaat leveren voor de verbetering van de oppervlaktewaterkwaliteit. De rwzi’s, vaak (deels) van Europese makelij, zijn gebaseerd op dezelfde technologie als in Nederland: actieve slibsystemen met anaerobe, anoxische en aerobe zones om organische
9 Het Waterschap
Riolering en zuivering De steden hebben zich de afgelopen decennia in enorm tempo ontwikkeld, inclusief riolering en rwzi’s. In een relatief kort tijdsbestek is een enorme infrastructuur gerealiseerd. Momenteel worden ruim 550 rwzi’s beheerd, met een effluentkwaliteit die even goed of beter is dan in Nederland. Dit komt doordat de Chinese overheid scherpere eisen stelt als de oppervlaktewaterkwaliteit dat vereist. De Chinese overheid hanteert een strategie gebaseerd op het feit dat de overheid rwzi’s kan controleren en diffuse lozers niet. In sommige gevallen wordt het ontvangende water als het ware schoon-
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
De meerwaarde van werken in het buitenland
Het buitenland brengt je verder Werkervaring opdoen in het buitenland, waterschappen bieden steeds vaker deze mogelijkheid aan hun medewerkers. Een buitenlandervaring kan een grote bijdrage leveren aan de persoonlijke ontwikkeling van de waterschapsmedewerker en daarmee ook aan de organisatie als geheel.
DOOR: JANE ALBLAS EN LIANNE KOOMEN
Het Waterschap
10
Illustratie Kurf.nl
Nummer 4 April 2016
H
et uitzenden van waterschapsmedewerkers voor internationale missies is niet alleen iets waar buitenlandse partners baat bij hebben, ook de waterschappen zelf profiteren hiervan. “Internationaal werken draagt bij aan het opdoen van nieuwe kennis, het helpt bij het ontwikkelen van competenties en vergroot het netwerk van de medewerker,” vertelt Hein Pieper, bestuurslid van de Unie van Waterschappen met internationaal beleid in zijn portefeuille. “Als waterschap krijg je er een geïnspireerde kracht voor terug.” Vorig jaar bundelden de waterschappen officieel hun krachten op het gebied van internationale samenwerking. Onder de vlag van Dutch Water Authorities presenteren zij zich nu met één gezicht over de grens. Dutch Water Authorities vormt één aanspreekpunt voor vragen over regionaal waterbeheer en over internationale samenwerking bij individuele waterschappen en heeft een loketfunctie in het afhandelen van
Arne Roelevink, hydroloog bij Waterschap Noorderzijlvest, werkte aan een waterbeheerplan voor enkele gemeenten in Nicaragua en Honduras: “Ik kijk terug op het project als een fantastische persoonlijke ervaring, waarin je samen met collega’s uit zowel Nederland als Nicaragua en Honduras hard werkt aan een project, dat onder andere moet leiden tot een betere watersituatie voor de lokale bevolking. En op persoonlijk vlak neem ik een beetje van de Midden-Amerikaanse gastvrijheid mee naar Nederland.”
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Piet Boesberg, strategisch adviseur bij Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, hielp mee een polder op te zetten in Indonesië: “We moeten vooral niet proberen een blauwdruk vanuit Nederland naar het buitenland te exporteren. Laat de blauwdrukken los en probeer vanuit de essentie van de blauwdruk te werken. Ik las altijd al tussen de regels door, maar door in Indonesië te werken heb ik geleerd nog creatiever naar dingen te kijken.”
Talentenjacht voor innovaties
Waterschappen hebben uit oogpunt van kostenbesparing, het verhogen van de veiligheid en de duurzaamheid en het verbeteren van de dienstverlening, veel aandacht voor innovatie. Maar innovaties brengen ook risico’s met zich mee. Het succes van nieuwe werkwijzen kan ongewis zijn. Technology Approval Group In de Europese drink- en afvalwaterwereld bestaat sinds 2005 een forum dat helpt om de kosten en risico’s van innovatietrajecten te beperken: de Technology Approval Group (TAG). De meest veelbelovende innovatieve commerciële technologieën die wereldwijd op de markt komen worden geïdentificeerd en de leveranciers daarvan worden uitgenodigd om een presentatie over hun product te houden. Deze presentatie van 20 minuten wordt gevolgd door 20 minuten discussie met de beoogde eindgebruikers - de drink- en afvalwaterbedrijven. De leden van de groep bepalen daarna in vijf minuten durend overleg de kansrijkheid van het product. Alleen de waterbedrijven die daarna interesse hebben in één van de gepresenteerde technologieën werken samen om te testen of de
De eerste watersysteem TAG heeft als thema: ‘Van droom naar drone’.
De TAG wordt georganiseerd door Isle Utilities dat vestigingen heeft in Engeland, de Verenigde Staten, Australië, de Verenigde Arabische Emiraten, Singapore en Nederland. “TAG wordt gezien als een erg effectieve en efficiënte manier om nieuwe technologieën die wereldwijd op de markt komen te leren kennen en om de risico’s en kosten van het testen te delen. Daarnaast zijn er veel deelnemers die het Europese netwerk erg waarderen en het nuttig vinden om met hun peers te discussiëren en zo van elkaar te leren. Van droom naar drone De Nederlandse waterschappen hebben in 2015 en 2016 deelgenomen aan de Europese TAG-sessie voor afvalwater in Londen. De Unie van Waterschappen en STOWA hebben Isle Utilities gevraagd ook een TAG-sessie voor watersysteemexperts te organiseren. De eerste watersysteem TAG vindt plaats op 5 april in Amersfoort en heeft als thema: ‘Van droom naar drone? Innovatieve toepassingen van drones en satellietinformatie in het waterbeheer’. Iedereen die betrokken is bij innovatie binnen het waterschap kan zich opgeven voor de TAG-sessies via de website van STOWA. Mark van der Werf is programmaleider Internationaal bij de Unie van Waterschappen; Ignaz Worm is managing director bij Isle Utilities B.V.
Nummer 4 April 2016
Door: Ignaz Worm en Mark van der Werf
technologie de beloftes kan waarmaken en om deze samen met de leverancier te verbeteren.
11 Het Waterschap
Wat halen de waterschappen nu echt aan kennis op uit het buitenland? Waterschappers keren met rijke ervaringen terug van reizen. Maar het kan beter.
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Alien Wesselink, HRM-adviseur bij Waterschap Vechtstromen, ging naar Ethiopië om mee te denken over oplossingen voor personele problemen: “Je gaat in Ethiopië op zoek naar de mensen die je nodig hebt en stapt veel meer onbevangen op deze mensen af, daardoor zit je sneller met ze aan tafel. Nu in Nederland doe ik dat ook sneller en met resultaat.”
“Internationaal werken draagt bij aan het opdoen van nieuwe kennis, het helpt bij het ontwikkelen van competenties en vergroot het netwerk”
zaam en inspirerend zijn. Een situatie waarbij weinig middelen en capaciteit voor handen is, nodigt uit om met innovatieve oplossingen te komen. Daarnaast kunnen andere landen te maken hebben met soortgelijke omstandigheden als wij, waardoor mogelijkheden voor kennisuitwisseling ontstaan. Het werken in landen met een andere cultuur doet een beroep op competenties als communicatieve vaardigheden, flexibiliteit, stressbestendigheid, innovatiekracht en omgevingsbewustzijn.
Kennis delen Er valt veel kennis te delen met en te halen uit andere landen, zoals Israël en Zuid-Korea die op innovatief, technologisch gebied Nederland voorbijstreven. Maar ook situaties in ontwikkelingslanden kunnen leer-
Netwerk vergroten Door te werken in het buitenland vergroten waterschapsmedewerkers hun nationale en internationale netwerk. Ze leren mensen kennen vanuit andere waterschappen, overhe-
Nummer 4 April 2016
deze vragen. Waterschappen zoeken samen naar de oplossingen en zetten waar mogelijk expertise in.
Het Waterschap
12
den, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties. Professionaliseringsgids Om waterschapsmedewerkers te helpen om internationale klussen te krijgen en om de voordelen van internationaal werken maximaal te benutten, heeft de Unie van Waterschappen een Persoonlijke Professionaliserings-gids Internationaal Werken 2016 opgesteld. Deze brochure is te vinden op uvw.nl. Jane Alblas is webredacteur bij de Unie van Waterschappen; Lianne Koomen is trainee bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht.
Michiel van Willigen, coördinator programma Ruimte voor de Vecht bij Waterschap Drents Overijsselse Delta, werkt voor zijn project samen met Duitsland en Zuid-Afrika en ontvangt veel buitenlandse delegaties: “Ik ben beter in staat het waterbeheer in een brede context te plaatsen. Ik zie de meerwaarde van waterbeheer en daarmee kan ik mijn programma goed in de maatschappelijke context plaatsen.” Michiel van Willigen (uiterst rechts) tijdens een bezoek van een delegatie uit Zuid-Afrika aan gemaal A.F. Stroink in Vollenhove.
COMMENTAAR
Global reference
Deze governance werd gemodelleerd naar Nederlands voorbeeld. Het waterschap staat niet alleen model voor deze Indonesische variant, maar ook de totstandkoming en de training van het bestuur is verzorgd door Nederlandse waterschapscollega’s. Na vele jaren van voorbereiding is vanaf september 2016 de Bangerpolder weer droog en zorgt de ‘Polderboard’ voor beheer en onderhoud van de dijken, het gemaal en de rivierbedding. Bewoners die onvoldoende middelen hebben om hun financiële bijdrage voor het waterbeheer te betalen, mogen hun aandeel leveren in fysieke arbeid. Het schoonhouden van de oevers van de Bangerrivier bijvoorbeeld. Zo draagt iedereen die een belang heeft bij droge voeten naar vermogen bij. In ruil daarvoor krijgt de polderbevolking zeggenschap over het bestuur en draagt ze gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor het beheer en onderhoud. Nederland heeft op het gebied van waterveiligheid, peilbeheer, waterkwaliteit en waterzuivering veel deskundigheid en praktische ondersteuning te bieden. De deskundigheid en de toegepaste kennis zit bij de wetenschap, onderzoeksinstellingen, bedrijfsleven en overheden. We slagen er steeds beter in om dit
Wat enorm helpt is de mogelijkheid om het aanbod te combineren met de unieke Nederlandse watergovernance. Op dit punt is er namelijk geen sprake van een hevige mondiale concurrentie. Het patent op het functionele waterbeheer ligt stevig in ons land. In 2014 noemde de OESO de Nederlandse aanpak niet voor niets een global reference. De steeds vaker na een watercalamiteit gehoorde oproep Bring in the Dutch is vaak een vraag om hulp bij de inrichting van de governance. Een governance die de beste garantie vormt dat noodzakelijke waterstaatkundige werken kunnen rekenen op maatschappelijk draagvlak en op een duurzaam beheer en onderhoud. Innovatieve waterbouw en watertechnologie gecombineerd met de governance waarin ‘belang, betaling en zeggenschap’ een plek hebben is een voorwaarde voor succes. De inwoners van de Bangerpolder in Semarang kunnen daar inmiddels over meepraten!
Hans Oosters Voorzitter Unie van waterschappen
Nummer 4 April 2016
Het herstel van verwaarloosde dijken en kades en het plaatsen van een nieuw gemaal lost in technische zin de problemen op. De afgelopen jaren zijn deze maatregelen met financiële steun vanuit Nederland, de Wereldbank en de Indonesische overheid uitgevoerd. Maar dat is slechts een deel van het verhaal. Een duurzame oplossing voor de problemen kan pas gevonden worden wanneer de dijken en het gemaal ook worden beheerd en onderhouden door de direct belanghebbenden zelf. De burgemeester van Semarang bleek bereid een deel van de verantwoordelijkheid en bevoegdheid van de centrale stad over te dragen aan een vanuit de polderbevolking samengesteld bestuur dat wordt belast met beheer en onderhoud van de waterstaatkundige voorzieningen.
rijke aanbod integraal en duidelijk internationaal te etaleren. De waterschappen doen dit via het succesvolle portaal Dutch Water Authorities. De markt van waterbouw en watertechnologie is de afgelopen jaren mondiaal steeds concurrerender geworden. De vooraanstaande positie voor Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven moet dagelijks worden verdiend. Voor onze Topsector Water ligt er een groot gezamenlijk belang om de Nederlandse positie stevig op de kaart te houden door een innovatief, duurzaam en concurrerend aanbod te hebben.
13 Het Waterschap
In de Bangerpolder in de Javaanse stad Semarang heeft de aloude trits in het waterbeheer ‘belang, betaling, zeggenschap’ voor 80.000 inwoners nieuwe betekenis gekregen. Een forse bodemdaling in combinatie met de grillige getijden van de Javazee veroorzaken dagelijks grote waterproblemen in de monding van de Bangerrivier. Woningen zakken weg en leefruimten staan onder water. In veel huizen moeten gezinnen via de eerste verdieping naar binnen.
Nummer 4 April 2016
DE POLITICUS
Het Waterschap
14
Foto Rufus de Vries
DE POLITICUS
Carla Dik:
“We leven op de ecologische pof ”
O
p de laatste Prinsjesdag verscheen ze in een rok van skaileer uit een oude NS-dubbeldekker, een bijpassend lijfje van een afgedankt treinuniform en een hoed van conducteurspetten. Om haar hals bungelde een ketting met een treinfluitje. Carla Dik (44) was die dag een ware bezienswaardigheid. Maar het ging haar in de eerste plaats om het statement: duurzaamheid. “Ik hoop dat ik mensen op een idee heb gebracht. Dat je met recyclen een heel aardig resultaat kunt bereiken. Ik maak me grote zorgen over hoe we de grondstoffen van de aarde uitputten. In het hele jaar 1986 gebruikten we nog precies zoveel grondstoffen als de aarde in dat jaar voortbracht. Nu hebben we die hoeveelheid in augustus al opgesoupeerd. We leven het laatste kwartaal van elk jaar dus op de ecologische pof. Als we daar niets tegen doen, wordt het ieder jaar erger.”
“Ik denk dat we erg van de inhoud zijn, gedegen” Wat wil de ChristenUnie op dat terrein? “We willen vooral dat de regering duurzaamheid serieuzer gaat nemen, zoals een groot deel van de maatschappij dat al doet. Soms vrees ik dat de urgentie van de klimaatverandering in het kabinet nauwelijks wordt gevoeld. Staatssecretaris Dijksma heeft het hart op de goede plek, dat moet ik zeggen, en ze heeft zich zeer ingespannen op de Klimaattop in Parijs. Maar op dat ministerie zit ook minister Kamp met zijn Energieakkoord. Nou, met dat akkoord is de ChristenUnie niet blij.”
Waarom niet? “Omdat het veel te weinig inzet op energiebesparing en transitie naar duurzame energie. De kolencentrales kunnen echt voor 2020 dicht, en we willen geen subsidie voor het bijstoken van biomassa. Maar minister Kamp zegt voortdurend dat hij dan de doelstellingen van het Energieakkoord niet haalt. Dat klopt niet. Wanneer je de gascentrales weer opendoet en een extra windmolenpark bouwt in zee, voldoe je én aan de energiebehoefte én aan de voorwaarden van het Energieakkoord.” U hebt deelgenomen aan de Klimaattop in Parijs. Bent u gelukkig thuis gekomen? “Ik ben blij dat 95 landen met elkaar hebben afgesproken de opwarming van de aarde zo ver mogelijk - zeker beneden de twee graden - terug te dringen. Dat het verdrag om de vijf jaar wordt geëvalueerd is ook positief. Minder blij ben ik met het feit dat er geen sancties bestaan. Landen die dat willen, kunnen zich vrij gemakkelijk onder het verdrag uitwurmen.” U zegt dat Nederland klimaatverandering niet serieus genoeg neemt en dat we vijfhonderd miljoen extra vluchtelingen op de been zullen brengen als de wereld het klimaatprobleem niet steviger te lijf gaat. “Van de landen die acties onderne-
men tegen klimaatverandering bungelt Nederland onderaan. Terwijl het volgens mijn partij meer dan ooit tijd is om ecologische en sociale gerechtigheid - opkomen voor de aarde en de mensen - aan elkaar te verbinden. Je moet niet te min denken over een warme truiendag om de simpele reden dat er belangrijker dingen bestaan, zoals de situatie van vluchtelingen. Juist als je wat wilt doen aan die vluchtelingenstroom, is duurzaamheid een belangrijk onderwerp. Er zijn nu wereldwijd zestig miljoen vluchtelingen. Volgens de VN zullen dat er een half miljard zijn wanneer de aarde nog verder opwarmt. En dus hebben die mondiale problemen en vluchtelingen direct te maken met hoe hoog jij je verwarming zet en of je je lampen vervangt door led-lampen of niet.” Als ik het partijprogramma van de ChristenUnie doorlees, heb ik af en toe het gevoel alsof ik dat van GroenLinks voor mijn neus heb. Duurzaamheid, recycle-economie, enz. Is de CU een linkse partij? “Ik kan niet zo veel met die etiketten links en rechts. De ChristenUnie is een sociale en groene partij. Is dat links? We werken op die terreinen heel vaak samen met GroenLinks, maar op medisch-ethisch terrein zijn we absolute tegenpolen. Op het gebied van financiën en economie
15 Het Waterschap
DOOR WILLEM PEKELDER
Nummer 4 April 2016
Ze studeerde kunstgeschiedenis, maar haar carrière ging uiteindelijk in politieke richting. In 2003 belandde ze in de gemeenteraad van Veenendaal en in 2012 in de Tweede Kamer. Vorig jaar al riep Vrij Nederland Carla Dik (ChristenUnie) uit tot beste parlementariër. “Nederland bungelt met duurzaamheid onderaan.”
DE POLITICUS
zijn we conventioneel en solide. Is dat rechts? Echt hoor, die termen links en rechts dekken het politieke spectrum niet meer.” U heeft een nogal brede portefeuille: landbouw en natuur, energie, infrastructuur en milieu, cultuur, volksgezondheid. Wat is het aantrekkelijke van dat pakket? “Dat je heel goed een verbinding kunt leggen tussen sociale en ecologische gerechtigheid, tussen zorg en milieu bijvoorbeeld. Die verbinding is ook een kernwaarde van mijn partij, en een van de redenen dat ik mij er als een vis in het water voel.”
Nummer 4 April 2016
In het CU-programma staat dat uw partij voorstander is van robuuste waterschappen, maar dat ze wel verder moeten fuseren om efficiënt te zijn. Is het aantal fusies al niet groot genoeg geweest? “Dat programma stamt uit 2012, een jaar waarin de waterschappen al volop aan efficiencyverbetering werkten. Het aantal waterschappen hoeft nu niet nóg verder omlaag, denk ik. Als ik zie hoe grootschalig Waterschap Vallei en Veluwe in mijn woongemeente Veenendaal is, denk ik dat het aantal fusies onderhand aan z’n taks zit.”
Het Waterschap
16
“Het aantal waterschappen hoeft nu niet nóg verder omlaag, ik denk ik dat het aantal fusies onderhand aan z’n taks zit.” Uw partij vindt dat er niet mag worden bezuinigd op het Deltafonds? “Nee. Dat fonds is bestemd om ons te beschermen tegen hoog water, maar nu wil minister Schultz van Haegen de kwaliteit van water er ook uit betalen. Oké, zegt de ChristenUnie dan, maar dan moet het budget ook navenant omhoog. Op het Deltafonds mag nooit worden beknibbeld. Wij willen het zelfs verlengen tot 2050.” U was heel enthousiast over de klimaatencycliek Laudato Si van paus Franciscus. Ligt de paus nog gevoelig in uw achterban? “Ik vermoed van niet. We hebben veel katholieken in onze achterban, en ja, die kunnen, bij juiste geschiktheid, ook Kamerlid worden. We zijn van een protestants-christelijke partij veranderd in partij waarin christenen van verschillende achtergronden zich thuis voelen. Ik ben daar blij mee. We herkennen elkaar in dezelfde grondslag: de Bijbel en ons geloof in God. Maar om even op die encycliek terug
te komen: deze paus laat zien waar hij staat. Hij is een van de eerste pausen die zich zo uitdrukkelijk uitspreekt voor het milieu. De kerken hebben het thema zorg voor de Schepping veel te lang - letterlijk links laten liggen.” U heeft het onderwerp medicijnresten in afvalwater op de politieke agenda gezet. Hoe staat het daar nu mee? “Iedereen ziet het probleem, maar wijst naar elkaar. Zodoende gebeurt er weinig. Ik heb daarom de verschillende partijen om de tafel gebracht met als doel een fonds op te richten voor onderzoek naar hoe je medicijnresten bij de bron kunt zuiveren, dus bij de arts, de apotheker en het ziekenhuis. Helaas vindt de farmaceutische industrie dat allemaal erg ingewikkeld. Wat wel gelukt is, is het schrappen van de afvalstoffenheffing voor apothekers. Ze moesten voor de pillen die bij hen werden ingeleverd een behoorlijke heffing betalen. Dat schiet natuurlijk niet op. Waar ook meer aandacht voor moet komen, is het inleveren van urine met medicijnresten bij het ziekenhuis. Ik heb gehoord van kankerpatiënten, dat dat minder en minder gebeurt. En verder is er het probleem van de vervuiling van grondwater met medicijnresten. Die kwestie is nog te overzien, maar er zou wel een investeringsprogramma moeten komen voor defecte rioleringen.” In een interview in het Nederlands Dagblad zei u dat de politiek een wereld is die, als je niet oplet, geen mooier mens van je maakt. Hoe voorkomt u zo’n ongewenste make over? “Een voorbeeld. De PvdA heeft pas een ongelooflijke draai gemaakt in het zorgverzekeringdebat over het persoonsgebonden budget. Je moet zoiets benoemen in de discussie, vind ik, maar wel zonder op de persoon te spelen. Eerlijk gezegd vind ik het best moeilijk om iemand te beschuldigen van een draai. In de politiek moet je altijd sneller zijn dan collega’s van andere fracties, maar zaak is wel om daarbij fair te
blijven. Ongetwijfeld zal ook ik daarbij fouten hebben gemaakt. Er is een enorme taalverruwing gaande in de Tweede Kamer. Pas zei na afloop van een debat een gedeputeerde op de publieke tribune tegen mij dat in het Provinciehuis bij zulk taalgebruik allang was ingegrepen.” Vorig jaar bent u door Vrij Nederland uitgeroepen tot beste Tweede Kamerlid. Verbaasde u dat, zo’n hulde van een seculier blad? “Ik denk dat ze bij Vrij Nederland zelf ook heel verrast waren over de uitkomst. Ik werk hard, en het is mooi dat dat is opgemerkt. Ik wil een goed volksvertegenwoordiger zijn, het goede doen voor de mensen in het land. Dat is mijn enige politieke doel.”
“Op het Deltafonds mag nooit worden beknibbeld” Uw collega Carola Schouten eindigde bij Vrij Nederland op drie, en ook de rest van de ChristenUnie-fractie wordt geregeld geprezen. Wat is toch het geheim van een kleine club als die van de CU? “Het geheim van de ChristenUnie, tsja… Ik denk dat we erg van de inhoud zijn, gedegen. We roepen niet zomaar wat. Politiek gezien zitten we geregeld in de positie om een meerderheid voor of tegen te forceren. We proberen andere partijen ook steeds aan onze kant te krijgen. Denk aan een grote partij als de PvdA in sociale kwesties. Omdat het kabinet geen meerderheid heeft in de Senaat kan een kleine partij als de ChristenUnie behoorlijk wat invloed uitoefenen. Ik denk dat andere partijen ons vertrouwen, en ons zien als stabiele factor. Misschien is dat het geheim van de ChristenUnie.” Willem Pekelder is journalist
GASTCOLUMN
Waterschappen meten duurzaamheid met twee maten
Sinds de jaren negentig spannen alle betrokken partijen zich in om de gehele waterketen zo duurzaam mogelijk te krijgen. Van productie en distributie tot lozing en hergebruik. Daarin werken partijen uitstekend samen met het oog op een schoon milieu, nu en in de toekomst. Met stapsgewijze structurele verbeteringen tot gevolg. Ook de waterschappen voeren duurzaamheid hoog in het vaandel, met een paragraaf ‘duurzaam inkopen’ als onderdeel van de duurzaamheidsambities van de Unie van Waterschappen. De waterschappen willen het goede voorbeeld geven door leveranciers te stimuleren duurzame producten en diensten te leveren. Paradoxaal genoeg gelden de zuivere ambities niet als het gaat om het aanbesteden van de verwerking van de jaarlijkse slibberg. De aanbestedingen bevatten doorgaans weliswaar een obligate duurzaamheidsparagraaf, in de praktijk wordt slibverwerking gegund op basis van prijs en niet op basis van milieuprestaties van het slibverwerkend bedrijf. Dit terwijl het de ambitie van de Unie was om in 2015 100 procent duurzame inkoop te realiseren. Ik stel vast dat deze doelstelling niet is bereikt. Bij lange na niet. Vandaar dat ik mijn oproep van een kleine twee jaar geleden aan de waterschappen graag nog eens herhaal: maak het belang van duurzaamheid ook in de aanbesteding van slibverwerking zichtbaar. Milieuvriendelijk geproduceerde potloden en toiletpapier inkopen valt zeer te prijzen. Maar koop ook milieuvriendelijk in als het gaat om werkelijke sub-
De Unie van Waterschappen moet daartoe de dialoog aangaan met de leden over minimale standaarden en eisen om een duurzaamheidsniveau vast te stellen waaraan slibverwerking moet voldoen. Dit door parameters te benoemen op onderdelen als uitstoot, terugwinning, hergebruik, energieverbruik en transport. Zodat eindelijk de wonderlijke paradox van meten met twee maten de wereld uit is. Hans van der Vlist Voorzitter Raad van Commissarissen Slibverwerking Noord-Brabant (SNB)
Nummer 4 April 2016
Sindsdien verwerken bedrijven in Nederland en Duitsland de slibberg, ieder op hun eigen manier. De gebruikte methode is doorgaans verbranding, al of niet samen met regulier huisvuil. Daarmee verschilt de mate van duurzaamheid waarmee het slib wordt verwerkt.
stantie: de verwerking van onze enorme slibberg.
17 Het Waterschap
We produceren in Nederland jaarlijks ruim 1,4 miljoen ton rioolslib. Dat is het restproduct dat overblijft na zuivering van afvalwater in de rioolwaterzuiveringsinstallaties van de waterschappen. Lange tijd strooiden we dat slib als mest uit over landbouwgewassen, totdat daar in 1993 een verbod op kwam vanwege de vervuilende zware metalen die zich in het slib bevinden.
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Roer en Overmaas
Grenzeloze samenwerking Roer en Overmaas is, gezien het aantal grensoverschrijdende wateren, zonder overdrijven het meest internationaal opererende waterschap van Nederland. Het is echter niet alleen het rivier- en beekwater dat in het uiterste zuiden van ons land veelvuldig de grens oversteekt: ook rioolwater, muskusen beverratten én de hydrologen van het waterschap kenmerken zich door een hoog internationaal gehalte. DOOR RUUD VAN HEEL
Nummer 4 April 2016
W Het Waterschap
18
e spreken met dé buitenlandspecialist van Waterschap Roer en Overmaas, Harry Tolkamp. Het visitekaartje dat hij het meest gebruikt vermeldt dan ook senior strategic policy advisor. “Dan hoef ik minder uit te leggen”, lacht hij. “Het werkgebied van ons waterschap grenst voor liefst 90 procent aan Duitsland en België. Veel beken ontspringen in Vlaanderen, Wallonië en Duitsland waardoor gebeurtenissen in het buitenland de waterkwaliteit en de waterstand in onze provincie sterk beïnvloeden. Ons waterschap heeft dan ook een lange geschiedenis als het gaat over samenwerken over de grenzen heen. De lijst met wie we samenwerken is lang. Het voornaamste is dat het werkt en dat de samenwerking steeds beter verloopt. Ik zal hiervan een paar sprekende voorbeelden noemen.” Gezamenlijke schouw “Al vanaf 1963 toen de permanente NL-Duitse Grenswatercommissie werd opgericht, overlegt ons waterschap in de subcommissie Maas-Roer over zaken die zich afspelen langs de hele oostgrens van ons werkgebied”, zegt Tolkamp. “In dit overleg nemen, naast een vijftal Duitse partijen, aan Nederlandse zijde ook de provincie Limburg en Rijkswaterstaat deel. Zo vindt er tweejaarlijks een gezamenlijke schouw van de grensscheidende beken plaats en is de voortgang en uitwerking van de Kaderrichtlijn Water een vast bespreekpunt. Er zijn gezamenlijke grenswateronderzoeken naar de kwaliteit van het water, de ecosystemen, waterbodems, probleemstoffen, enzovoorts. Ook hebben we onderhoudsovereenkomsten gesloten voor vrij meanderende beken die zorgen voor een
Harry Tolkamp: “Het werkgebied van ons waterschap grenst voor liefst 90 procent aan Duitsland en België.”
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Grensoverschrijdende waterzuivering Al vanaf de zestiger jaren wordt afvalwater vanuit Duitsland naar Limburgse rioolwaterzuiveringsinstallaties getransporteerd en gezuiverd. Het omgekeerde is ook het geval. Tolkamp: “Als we naar het aantal vervuilingseenheden (ve’s) kijken, dan komt er vanuit het buitenland meer afvalwater binnen, dan dat wij exporteren. De meeste ve’s vanuit Duitsland komen uit de gemeenten Selfkant en Gangelt, deze worden naar de rwzi in
Hoogwateralarmering en retentie Met zowel Duitsland als België zijn afspraken gemaakt over informatieuitwisseling en het inrichten van meetpunten zodat bijtijds kan worden gewaarschuwd voor hoog water. “Onze eigen meetpunten hebben we met een app inmiddels ook toegankelijk gemaakt voor het publiek, zodat iedereen kan kijken hoe hoog de afvoer is en hoe hoog het water staat”, aldus Tolkamp. “De aanleg
vermindert zo de kans op wateroverlast in het nabijgelegen stedelijke gebied: het Belgische ’s-Gravenvoeren en het Nederlandse Mesch”. Stroomgebiedsautoriteit Naast de samenwerking direct over de grens, werkt Roer en Overmaas al heel lang samen met landen als Roemenie, Vietnam, Zuid-Afrika en Bangladesh. Zowel de uitgezonden medewerkers als het waterschap profiteren van het netwerk en de vakkennis die dit oplevert. “Via ons internationale netwerk zijn we bijvoorbeeld aan onze Duitse hydrologe Sabine gekomen”, weet Tolkamp. “In de tijd dat er een grote schaarste aan hydrologen was, promoveerde ze net aan de Universität Aachen toen we haar via onze contacten in het vizier kregen.” Tolkamp heeft als toekomstdroom dat er per stroomgebied, of een aantal stroomgebieden bij elkaar, een stroomgebiedsautoriteit kan worden gevormd. “Of die nu nationaal of internationaal zijn, het zou een
Nummer 4 April 2016
Duitse muskusratten Harry Tolkamp: “Ambtelijk vindt er naar behoefte overleg plaats tussen Waterschap Roer en Overmaas en Wasserverband Eifel-Rur. Dit om elkaar op de hoogte te houden van werkzaamheden, onderzoeken en plannen of om gezamenlijk zaken op te pakken en kennis uit te wisselen. In dit overleg worden bijvoorbeeld de herinrichtingsplannen voor de KRW van de grensoverschrijdende en grensscheidende beken afgestemd en waar nodig aangepast. Tijdens dit overleg zijn een jaar of tien geleden ook afspraken gemaakt over het overdragen van kennis: hoe kun je het beste muskus- en beverratten opsporen en bestrijden. Indertijd steeg het aantal vanuit Duitsland naar ons land migrerende muskusratten explosief, terwijl er in Duitsland zelf nauwelijks bestrijding plaats vond. Toen zijn een paar van onze bestrijders naar Duitsland gereisd om in het veld heel praktisch het vak te leren aan onze Duitse collega’s. Sinds die tijd is de aanvoer vanuit Duitsland flink afgenomen.”
Susteren getransporteerd. Vanuit België gaan vanuit Kanne (gemeente Riemst) een dikke 1.000 ve’s naar de rwzi in Maastricht. Via samenwerkingsovereenkomsten worden op grond van het aantal vervuilingseenheden facturen naar de betreffende instanties gestuurd.”
19 Onder andere zijn onderhoudsovereenkomsten gesloten voor vrij meanderende beken die zorgen voor een flexibel grensverloop zoals de Rodebeek in de Meinweg.
van retentiebuffers om wateroverlast te voorkomen gebeurt trouwens ook regelmatig over de grens. We weten allemaal dat er zowel aan de Belgische als aan Nederlandse kant van de Maas overloopgebieden zijn gecreëerd. Maar dit gebeurt ook op kleinere schaal. Zo is in Mheer, in Nederlands Zuid-Limburg, een regenwaterbuffer aangelegd die de kans op wateroverlast op zowel Nederlands als Belgisch grondgebied flink vermindert. De buffer vlakt piekafvoeren af van het grensoverschrijdend riviertje de Voer en
stap in de goede richting betekenen wanneer we een gremium zouden hebben dat vergaande beslissingsbevoegdheid zou krijgen om die stappen te nemen die nodig zijn om onze gezamenlijke doelen te bereiken. Een gremium dat gewicht heeft als het gaat over de planning van de nationale overheden en dat daarmee ook de bijbehorende invloed op het vrijkomen van de benodigde middelen kan hebben!” Ruud van Heel is medewerker communicatie bij Waterschap Roer en Overmaas en redactielid
Het Waterschap
flexibel grensverloop. De gekozen oplossingen zijn heel praktisch: elke organisatie onderhoudt de helft van het totale traject, maar dan wel beide oevers. Of bij kwaliteitsonderzoek worden de monsters om en om door ons waterschap en de Duitse tegenhanger genomen. De gegevens worden samengevoegd en gezamenlijk opgeslagen en geïnterpreteerd. Zo spaart ieder de helft van de kosten en vindt geen dubbel werk plaats.”
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Dutch Risk Reduction team
De impact van een prikstok
Nummer 3 April 2016
’s Woensdagsmorgens zit Theo Reuzenaar rustig achter zijn bureau in Heerhugowaard. Niets wijst er dan nog op dat hij datzelfde weekend uit het vliegtuig zal stappen in Myanmar (Birma) om dijken te gaan inspecteren. Dat kan dus zomaar gebeuren als je gevraagd wordt om deel te nemen aan een Dutch Risk Reduction team.
Het Waterschap
20
Theo Reuzenaar: “We gaven tips en demonstraties, bijvoorbeeld met mijn prikstok waarmee je holtes in de dijk kunt opsporen.”
DOOR ANNELIES ROON
“N
a een tropische storm was extreem veel regen gevallen”, vertelt Reuzenaar, specialist regionale keringen bij Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. “Meer dan 60 cm neerslag. Het gevolg was dat het deltagebied onder water kwam te staan. Echte dijkdoorbraken bleven achterwege, maar het water drong op honderden plaatsen door de dijk heen.” Kort na de overstromingen stond de komst van een expertteam naar Myanmar gepland, als onderdeel van de ontluikende betrekkingen. Een expertteam inventariseerde de situatie. Reuzenaar: “De conclusie was dat de dijken op zich best goed waren en met noodreparaties waren de meeste lekkages inmiddels provisorisch hersteld. Maar het team maakte zich grote zorgen of de dijken wel opgewassen zouden zijn tegen een nieuwe periode van hoog water. Dat was de aanleiding om een Dutch Risk Reduction team te formeren. Ik werd gevraagd om als dijkenspecialist mee te gaan.”
Advies en instructie In slechts enkele dagen tijd moest van alles worden geregeld. Op vrijdag werd het team, bestaande uit mensen van ingenieursbureaus en het waterschap, uitgebreid gebriefd door het expertteam. “Daar kregen we een beeld van wat ons te wachten stond. Onze opdracht: advies, ondersteuning en instructie van de lokale experts.” Effectief verbleef Reuzenaar drie dagen in het veld. Samen met een riviermorfoloog en een waterexpert bezocht hij 13 locaties. Zijn team bekeek met lokale ingenieurs en verantwoordelijken verschillende plaatsen waar dijklekkages en afschuivingen waren opgetreden. “We gaven tips en demonstraties, bijvoorbeeld met mijn prikstok waarmee je holtes in de dijk kunt opsporen. Ook lieten we zien hoe je lekkages vroegtijdig kunt lokaliseren door te letten op verkleuringen in de begroeiing.” Bepaalde basisprincipes had men prima onder de knie, zo bleek. “De tijdelijke reparaties waren best in orde. Waar het vooral mis ging, was bij de aanleg van de dijk zelf. Dat gebeurde nog zonder ontwerp, grondonderzoek of enige stabiliteitsberekening. Ze waren erg steil en steunbermen ontbraken.” Dijken blijven dijken Reuzenaar kon met zijn Birmese collega’s veel praktijkkennis over het beheer, onderhoud en verbeteren
van de dijken delen. “Onze dijken lijken op elkaar. Dijken blijven dijken.” De meegebrachte materialen kwamen goed van pas. Vooral van de prikstok waren de Birmezen erg onder de indruk. “Aan het eind van het bezoek gebruikten ze allemaal dit woord. Mijn twintig jaar oude, trouwe exemplaar overhandigden we aan het eind van ons bezoek officieel aan het voor dijkenbeheer verantwoordelijke Department of Irrigation.” De aanbevelingen van het team vielen stuk voor stuk in vruchtbare grond. “In een paar dagen kun je natuurlijk maar een beperkte groep bereiken”, realiseert Reuzenaar zich. Er was al gepolst of hij nog eens terug wilde komen om cursus te geven. “Naderhand kreeg ik een mail met het verzoek om een bestelling van 120 oranje prikstokken te beoordelen. Oranje in het kader van Nederlandpromotie. Inmiddels proberen de Birmezen nu zelf ook een prikstok te maken. Leuk om te zien dat zo’n simpel instrument zoveel baat kan hebben.”
Op verzoek van buitenlandse overheden kunnen het ministerie van Buitenlandse Zaken en het ministerie van Infrastructuur en Milieu, samen met de brede Nederlandse watersector, het Dutch Risk Reduction Team snel inzetten bij het voorkomen of het beperken van watergerelateerde rampen. Het gaat niet om noodhulp, maar om kennis en expertise op het gebied van waterbeheer, waterveiligheid en watervoorziening. Deze teams helpen bij wederopbouw en preventie.
Anneslies Roon is journalist
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Besturen in Ethiopië
In grote stappen uit de kinderschoenen De ambities liggen hoog in Ethiopië: de centrale overheid wil in 10 jaar toegroeien naar duurzame irrigatie, schoon water voor iedereen en het verkleinen van de impact van overstromingen. Terwijl integraal waterbeheer er nog in de kinderschoenen staat. Via een langjarige samenwerking werkt Dutch Water Authorities met de regionale waterautoriteiten aan het versterken van de water governance.
Financiering De uitwisseling richt zich onder meer op het gebied van adequate financiering. Oosterloo: “We delen bijvoorbeeld onze kennis en expertise op het gebied van financiering. De autonomie van onze waterschappen is iets wat men in Ethiopië niet kent. Daarbij is het niet per se wenselijk om ons model over te nemen. Men schrikt ook van de tarieven die wij inmiddels in Nederland heffen. Maar de waterschappen hebben wel relevante kennis te bieden, bijvoorbeeld over welke heffingsconstructies mogelijk zijn of waar heffingen op gebaseerd kunnen zijn. Het is nuttig om hierover in gesprek te gaan en mee te denken met de Ethiopische partners om te kijken hoe het hier beter georganiseerd kan worden.” Ervaringen uitwisselen Ook wordt kennis uitgewisseld over bijvoorbeeld het stellen van lozingseisen, het organiseren van informatie, het opstellen van waterkwaliteitsnormen, het stimuleren van duurzaam gebruik, communicatie, participatie en bewustwording bij de watergebruikers. Oosterloo: “Deze ondersteuning vindt vooral
plaats door het uitwisselen van ervaringen en samen te kijken naar de stappen die op korte termijn gezet kunnen worden. Ondertussen probeer je in de samenwerking ook de lange termijn onder de aandacht te brengen.” Ethiopië verschilt behoorlijk van Nederland in omvang, landschap, demografie en institutionele structuren en fase van ontwikkeling. Toch ziet Oosterloo dat ook de Nederlandse waterschappers leren van de uitwisseling. “Door onze waterkennis in een compleet andere situatie toe te passen, kijk je ook anders naar de situatie in Nederland. Wat zijn de geheimen van ons waterbeheer en welke elementen zijn universeel? Welke elementen uit ons model maken onze watergovernance succesvol? Het opent ook je ogen voor andere manieren van organiseren. Het dwingt je na te denken over de essentie van watergovernance onder minder gunstige omstandigheden en met schaarse middelen. De kritische blik, het inzicht in de essentiële factoren van watergovernance en de vaardigheid om flexibel en out of the box te denken neem je mee terug naar Nederland.” Judith de Jong is communicatieadviseur bij de Unie van Waterschappen
Nummer 4 April 2016
E
thiopië kampt met grote droogte door inefficiënt watergebruik op grote schaal, waterverlies door verdamping en door gebrek aan of slechte drainage. Daarnaast neemt de vervuiling van oppervlaktewater toe. De industriële en agrarische ontwikkeling is lastig bij te benen door regulerende overheden en waterautoriteiten. Kevin Oosterloo is via het Young Expert Programme Water (YEP Water) van het ministerie van Buitenlandse Zaken en het Nederlands Water Partnership twee jaar gestationeerd bij de Awash Basin Authority in Adama, Ethiopië. Hij bevestigt de noodzaak voor het verbeteren van de water governance. “De meeste aandacht gaat hier uit naar de operationele kant van watermanagement, en minder naar het governance aspect. Het overzicht en de middelen om geïntegreerd waterbeleid in praktijk te brengen, ontbreken veelal. Zo ontstaat er een gat tussen het gebruik van water en het beheer ervan.” De sleutel ligt volgens Oosterloo bij meer samenwerking tussen de ministeries, regionale overheden, de waterautoriteiten en milieubureaus. “Ze moeten samen een sterk front vormen om integraal waterbeheer te implementeren. Daarnaast moeten de waterautoriteiten versterkt wor-
den om wetgeving te handhaven en hun mandaat uit te voeren. De Nederlandse waterschapskennis kan hieraan zeker een grote bijdrage leveren.”
21 Het Waterschap
DOOR JUDITH DE JONG
DEBAT
Voor
D Nummer 4 April 2016
Natuurlijk is ontwikkelingshulp geen taak van de waterschappen. Dit hebben we in Nederland anders georganiseerd. De kerntaak van de waterschappen ligt bij het op orde brengen en houden van de waterveiligheid, droge voeten, voldoende water en schoon water in Nederland. Maar in het buitenland ligt voor de waterschappen wel een uitgelezen kans om hun maatschappelijke meerwaarde te vergroten. Daarmee hebben de waterschappen wel degelijk iets te zoeken op het internationale speelveld van onderontwikkelde, ontwikkelde én ingewikkelde landen.
Het Waterschap
22
De maatschappelijke meerwaarde van internationale samenwerking zit onder meer in de rol die waterschappen kunnen vervullen in de versterking van de exportpositie van Nederland. Water is hierbij een belangrijk speerpunt met de waterschappen als belangrijke kennisdragers. Ook voor het Nederlandse bedrijfsleven is de internationale samenwerking van de waterschappen van belang. Via governance-togovernance partnerschappen bouwen waterschappen langdurige relaties op met buitenlandse overheden. Dit versterkt de positie en het vertrouwen in de Nederlandse waterexpertise en van het Nederlandse bedrijfsleven. Tevens kan de specifieke praktijkkennis van de waterschappen, zoals de watergovernance en het beheer en onderhoud van de waterinfrastructuur, door het bedrijfsleven benut worden via publiek-private samenwerking met de waterschappen. Overigens zouden deze kansen nog wel beter benut kunnen worden. En daarnaast is internationale samenwerking voor de waterschappen zélf een uitgelezen kans om invulling te geven aan hun MVObeleid, het vergroten van hun innovatieve ver-
Het Ontwikkelin geen taak watersch mogen én de persoonlijke ontwikkeling van medewerkers. Met dit alles levert internationale samenwerking een steeds belangrijkere bijdrage aan de verdere professionalisering van de Nederlandse waterschappen en de watersector. De vraag is wel of waterschappen zich bewust zijn van dit belang van internationale samenwerking. Vaak lijkt het erop dat ze het er liever niet over hebben: je zou immers wel eens discussie kunnen oproepen in het Algemeen Bestuur of in het nieuws komen en je moeten verantwoorden! De communicatiestrategie lijkt impliciet bepaald te worden door angst. Maar wat houdt de waterschappen tegen om trots te zijn op wat ze doen? Als de OESO de organisatie van het Nederlandse waterbeheer bestempelt als mondiale referentie; als regeringen hulp vragen vanwege de wijze waarop wij ons waterbeheer hebben georganiseerd, of na waterrampen advies vragen voor structurele verbeteringen in de inrichting en de organisatie van het waterbeheer… .Waarom kunnen we hier dan niet trots zijn en de hooggewaardeerde waterschapkennis en kunde (steeds meer ook betaald!) inzetten in het internationale speelveld? Dus laten we onze internationale inzet veel zichtbaarder te maken en daarmee ook bijdragen aan een grotere bewustwording van een goed waterbeheer, wereldwijd! En als de toegevoegde maatschappelijke waarde van de waterschappen zowel nationaal als internationaal wordt gezien én gerespecteerd, heb je misschien pas écht recht van bestaan. Louis Bijlmakers Coördinator Internationale Samenwerking Waterschap De Dommel
Ik denk nog wel eens aan hem terug bij discussies over de vraag of waterschappen al dan niet een taak hebben op het gebied van ontwikkelingshulp. Soms lijkt dat weliswaar een semantische discussie. Ontwikkelingshulp: van oorsprong een prachtig, beeldend woord! Het geeft aan dat binnenin potentie aanwezig is. Dat die ont-wikkeld moet worden. En dat je daarbij de helpende hand kunt bieden. Maar het woord ‘ontwikkelingshulp’ dat in mijn jonge jaren straalde van hoop en idealisme, is versleten. Gedevalueerd tot scheldwoord in de mond van rechtse politici en egoïsten. Synoniem voor geld over de balk smijten. De naam werd daarom door goedwillenden vervangen door een nieuwe. Zoals ook het woord ‘milieuzorg’ ooit ‘duurzaamheid’ is gaan heten en daarna ‘circulaire economie’. En zoals ‘natuur’ na de periode Bleker ‘landschap’ wordt genoemd. Woorden, die een veiliger voertuig zijn voor wie, ondanks de tijdgeest, vooruit wil met het onderwerp. Zo heet ontwikkelingshulp tegenwoordig Internationale Samenwerking. Maar waar het natuurlijk om draait, is de vraag naar de financiën. Is de drijfveer mededogen of winst? Mag ontwikkelingssamenwerking de regio iets kosten? Of moet het budgetneutraal? Is het hoogste doel zelfs er aan te verdienen? Ik beantwoord de vraag onomwonden met: ‘Het mag ons wat kosten!’ Waterschappen
moeten als functionele overheden met hun belastinggeld doelmatig goede en verstandige dingen doen. Verstandige dingen bedenk je met je hoofd, goede dingen met je hart. Hart én verstand zeggen mij, dat het niet alleen een morele verplichting, maar ook een voorrecht is, om als waterschap onze overvloed aan kennis van integraal, regionaal waterbeheer te delen met de rest van de wereld. In plaats van er bangig bovenop te gaan zitten. Waar mensen lijden onder toenemende droogte of overstroming, watergerelateerde epidemieën, of verkeerde verdeling van schaars water door falende, ondemocratische structuren, mogen waterschappen hun professionals inzetten. Onafhankelijk van de vraag of de rijksoverheid, eerstverantwoordelijk voor ontwikkelingshulp, de waterschappen voldoende bij hun inzet betrekt. Of regeringen, fondsen en NGO’s de kracht van de waterschappen voldoende kennen en benutten. Die bekendheid en betrokkenheid zullen waterschappen zélf moeten uitdragen en bewerkstelligen. Ook dát vraagt menskracht en geld. Dat medewerkers groeien in het buitenland, dat onze aantrekkelijkheid als werkgever erdoor toeneemt, evenals Nederlands export van waterproducten, zijn belangrijke argumenten. Ook het feit dat mensen uit landen met democratie, goede sanitatie en goed waterbeheer niet op drift geraken. Maar ik plaats die voordelen in de categorieën: mooi-meegenomen en welbegrepeneigenbelang. Voor mij draait ontwikkelingshulp in de kern toch echt om medemenselijkheid en durven delen! Marga Kool Oud-dijkgraaf Waterschap Reest en Wieden
Nummer 4 April 2016
I
k had een buurjongetje van welgestelde ouders, met bergen speelgoed. Maar wees je ook maar met één vinger naar zijn schatten, dan zette het verwende kereltje een keel op van jewelste en ging er vervolgens beschermend bovenop zitten. Alleen met voldoende snoep kon je hem af en toe iets ontfutselen.
Tegen
23 Het Waterschap
Debat ngshulp is k van de happen
DEBAT
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Exportstrategie
Van kennisdeling naar productafzet Nummer 4 April 2016
De Tour de France bood een prachtige gelegenheid om de Nederlandse Deltatechnologie in de schijnwerpers te zetten.
Het Waterschap
24
Zomer 2015 fietste het peloton van de Tour de France vanuit Utrecht naar Neeltje Jans in Zeeland, over een parcours, dat voor een groot deel langs en over de Deltawerken liep. Een prachtige gelegenheid om de Nederlandse Deltatechnologie in de schijnwerpers te zetten. Maar verkoopt dat ook? DOOR FONS NELEN
W
e hebben een rijke historie op het gebied van waterbeheer. Water heeft ons land gevormd en we hebben veel kennis en kunde op het gebied van waterbouw, watertechnologie en watermanagement. Dat is iets om trots op te zijn. Onze goede mondiale reputatie is zelfs aanleiding geweest om in 2011 de watersector te benoemen tot één van de negen Topsectoren. De kleinste weliswaar, maar het geeft aan welk belang we hechten aan onze waterreputatie en dat we een ambitie hebben om deze ook internationaal te verzilveren. Gezien de enorme mondiale watervraagstukken, op het gebied van overstromingen, watertekorten en watervervuiling, en de gigantische investeringen die worden gedaan om deze problemen het hoofd te bieden (de Wereldbank praat over triljarden dollars), liggen er grote kansen voor de Nederlandse watersector. Maar is onze strategie de juiste? Het ligt soms gevoelig binnen de watersector om onze internationale positie te relativeren (we koesteren onze reputatie) en
om vragen te stellen bij de huidige waterexport strategie. Maar juist om de kansen in de markt te benutten is zelfreflectie wenselijk. Kennis en services Volgens de CBS Monitor Topsectoren komt ongeveer 1,2% van de totale productie en toegevoegde waarde en 0,7% van de werkzame personen in Nederland voor rekening van de Topsector Water. Alleen kijkend naar watertechnologie, deltatechnologie en kennis en advies, is dit een half procent. Het directe economische belang is dus nog relatief gering. Dit geldt ook voor de groei tussen 2010-2013, waarbij enkele kernindicatoren zelfs een daling laten zien. Toch heeft de Topsector Water als doel geformuleerd dat de toegevoegde waarde per 2020 is verdubbeld
ten opzichte van 2010, vooral via export en uitvoeringsprojecten. Als we de trend van de afgelopen jaren doortrekken, zal deze doelstelling niet worden gehaald. Als we echter kijken naar de marktontwikkelingen en de hoogwaardige kennisproducten en services die in Nederland zijn ontwikkeld door innovatieve bedrijven, dan is het genoemde doel absoluut haalbaar. Maar dan moeten we in onze exportstrategie wel op deze producten durven inzetten. In februari 2016 hebben de ministers van IenM, BZ en EZ het rapport Convergerende Stromen – Internationale Waterambitie gepresenteerd. De hoofdboodschap is dat Nederland niet wil toekijken hoe de waterproblemen in de wereld verergeren. Overheden, kennisinstellingen, NGO’s en bedrijfsleven gaan
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Kennisdeling is echter geen export. Vooralsnog worden de Nederlandse deskundigen die worden ingezet voor het uitdragen van onze kennis en kunde in veel gevallen betaald door de Nederlandse belastingbetaler. Bij het initiëren van een samenwerking is het natuurlijk niet vreemd, dat iedereen zijn eigen kosten draagt, maar bij het realiseren van de plannen en het verwerven van projecten blijkt kennis en kunde moeilijk te vermarkten. Het feit dat onze waterexperts vijf tot tien maal zo duur zijn als de lokale experts, maakt het verkopen van ‘tijd’ geen sterk businessmodel. Voor de beoogde groei van de export is het nodig dat we - naast het uitdragen van onze kennis en kunde meer aandacht besteden aan onze unieke kennisproducten, technologie en services. In dat opzicht kan de Topsector Water wat leren van haar grotere broers; de Topsectoren High Tech en Materialen; en Agri&Food. Ook sectoren met hoogwaardige
kennis en kunde, maar tevens met producten die te exporteren zijn. De Nederlandse etalage De watersector heeft een sterke thuismarkt, waar de gezamenlijke overheden jaarlijks ruim zeven miljard euro besteden. Nederland heeft een aantal mooie icoonprojecten en een overheid die bereid is om als launching customer mee te werken aan innovaties. Nieuwe zuiveringssystemen, water en ICT, sensortechnologie voor dijken en waterkwaliteit, Big Data oplossingen, ruimtevaarttechnologie zijn zo maar enkele voorbeelden van de vele producten waarmee we ons internationaal kunnen onderscheiden. Naast icoonprojecten, die we buitenlanders graag tonen, zouden we ook icoonproducten moeten hebben, waar de hele sector graag mee op stap gaat. Op dat vlak lukt het de watersector niet om een gemeenschappelijke strategie te ontwikkelen. We zijn trots op onze kennis en kunde, maar omdat we in de thuismarkt niet durven kiezen voor bepaalde productlij-
nen, treden we ook zeer divers op in het buitenland. Bijvoorbeeld: hoewel onze internationale waterambitie zich richt op stedelijke delta’s, blijken we - zelfs in Nederland - meer gebruik te maken van buitenlandse software, dan dat we de meer geavanceerde IT systemen van eigen bodem inzetten (zoals 3Di).
Durf in te zetten op productafzet
Nummer 4 April 2016
Kennis –kunde - kassa? De delta’s waar Nederland zich op focust (Bangladesh, Colombia, Egypte, Indonesië, Myanmar, Mozambique en Vietnam) zijn niet direct landen waar participatie en integrale belangenafweging verankerd zijn in cultuur en besluitvorming. Of Integrale Deltaplannen daar tot structurele verbeteringen zullen leiden, is nog maar de vraag. Natuurlijk heeft onze kennis en ervaring toegevoegde waarde bij het formuleren van duurzame oplossingen, maar keuzes worden (ook daar) bepaald in de politieke arena. Bijkomend voordeel is natuurlijk wel dat we ons als Centre of Excellence kunnen presenteren.
Overheden werken samen aan aanpak overstromingen; met 3Di wordt het visueel.
25 Reputatie – kennis – product De overheden hebben aangegeven dat zij de komende jaren, samen met kennisinstellingen, bureaus en andere betrokkenen, de watervraagstukken in stedelijke delta’s zullen gaan aanpakken. Daarbij wordt gewerkt aan de toppositie van Nederland als Centre of Excellence. Voor het bedrijfsleven natuurlijk een mooi visitekaartje, maar wil de sector dit gebruiken om hun internationale positie te versterken, dan zal er vanuit de sector ook aandacht moeten worden besteed aan de ontwikkeling van een productenstrategie. De slogan Bring in the Dutch is goed voor onze mondiale water reputatie, maar als we water kennisproducten willen verkopen zou made in Holland wel eens beter kunnen werken. Fons Nelen is directeur van Nelen & Schuurmans
Het Waterschap
samen de grote vraagstukken aanpakken. Nederland wil zich op de kaart zetten als Centre of Excellence. We dragen onze ‘integrale totaalaanpak’ uit naar andere landen en we werken aan lokale realisatiekracht. De focus ligt daarbij op stedelijke delta’s.
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Innovatiemakelaars
Smeerolie voor uitvinders Ze hebben namen als Green Soil Bag, SlamDam, Tube Barrier en Box Barrier. Nieuwerwetse tijdelijke waterkeringen. Innovatiemakelaars trachten deze en vele andere innovaties in een stroomversnelling richting de (wereld)markt te brengen.
Nummer 4 April 2016
Flood Proof Holland bij Delft is een testlocatie waar nieuwe vindingen worden beproefd (foto VP Delta).
DOOR AD MOERMAN
Het Waterschap
26
D
e oude vertrouwde zandzak is al lang niet meer de enige wijze waarmee in tijden van hoog water tijdelijke waterkeringen en dijkversterkingen kunnen worden opgeworpen. Allerlei nieuwe, betere, goedkopere en veiliger uitvindingen duiken om de haverklap op. ‘Mooi verhaal, maar doen die vindingen ook wat ze beloven’, reageren de potentiële klanten, veelal overheden, steevast. “Probleem is dat het gros van de innovaties wordt bedacht door Willy Wortel-achtige types op zolderkamertjes of in kleine bedrijven. Mensen gedreven door techniek, die geen kennis hebben van ‘hoe verder’ en daarvoor ook meestal de financiële middelen niet hebben. Bovendien kun je je vinding wel langs een dijk leggen voor een test, maar een hoogwatersituatie kun je niet bestellen. Om verder te komen, met name in de watersector, heb je een lange adem en hulp nodig”, vertelt innovatiemakelaar Michiel Pols bij
InnovationQuarter, de regionale ontwikkelingsmaatschappij in ZuidHolland. Pols wordt een deel van zijn tijd uitgeleend aan het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water (VP Delta). Innovatieversnelling Om de werking van de tijdelijke dijkversterkingen te kunnen testen en te laten zien, bouwden overheden, universiteiten en bedrijven enkele jaren geleden bijvoorbeeld Flood Proof Holland langs de A13 bij Delft. Al drie keer verbouwd sindsdien en inmiddels bestaand uit zes bassins met water en pompen waarin allerlei ‘rampen’ kunnen worden nagebootst en nieuwe technieken beproefd. “TV-ploegen uit de hele wereld kwamen kijken naar deze innovaties. Wij
konden al diverse bedrijven de weg wijzen naar deze testfaciliteit’’, zegt Pols. “Normaliter duurt het wel vijf tot tien jaar voordat je met innovaties in de watersector geld gaat verdienen. De bedrijven die hun vinding hier laten beproeven, komen jaren ‘eerder in business’.” Sinds 2014 krijgen winnaars van de jaarlijkse Waterinnovatieprijzen een ‘innovatieversnellingstraject’ aangeboden ter waarde van 15.000 euro. Mogelijk gemaakt door de Unie van Waterschappen, de NWB Bank, Stowa, de Topsector Water en VP Delta. Minimaal negen maanden begeleiding om het idee verder te brengen. Lieden met een goed idee kunnen ook rechtstreeks aankloppen bij de vijf makelaars die zich toeleggen op de watersector. Samen vervullen ze één fte en fungeren ze als ‘eerste filter’. “Sinds eind vorig jaar ben ik de primus inter pares van deze mensen”, vertelt Felix Wolf, secretaris kernteam Deltatechnologie bij de Topsector. “Zelf vervul ik een makelaarsrol bij de Marker Wadden.” Conservatieve markt De dagelijkse bezigheden van een innovatiemakelaar laten zich niet eenduidig omschrijven. “Soms is één telefoontje genoeg om een ondernemer voorbij de secretaresse van een dijkgraaf te helpen. Maar meestal is het geduldig en langdurig duwen, wheelen en dealen, trekken en sleu-
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Verleiden Ruben Geradts is ook innovatiema-
kelaar en werkt vanuit de TU Delft voor VP Delta. Zijn rollen lopen enigszins door elkaar maar zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. “Momenteel ben ik vooral heel druk met de ontwikkeling van een reeks van testfaciliteiten. Het succes van Flood Proof Holland is de motor achter die ontwikkeling. Dergelijke testfaciliteiten zijn de etalage van innoverend Nederland en magneten voor nieuwe bedrijvigheid”, vertelt hij. Zo komt er een faciliteit in Scheveningen Haven voor het testen van innovaties in zout water en met getijdewerking. Bijvoorbeeld de meetboeien van WaveDroid die straks eentiende van de huidige meetboeien gaan kosten dankzij ingebouwde smartphone-technologie. “Tot tien kilometer voor de kust heb je mobiel bereik”, weet Geradts. In Rotterdam wordt het Zomerhofkwartier (ZoHo) een testlocatie van allerlei technieken (waterbergende daken, waterdoorlatende klinkers, waterbergende schuttingen, etc.) om een wijk klimaatadaptief te maken. “Dan heb je met het probleem te maken dat je moet experimenteren in de openbare ruimte. Bovendien moet je ook particulieren mee zien te krijgen. Door bijvoorbeeld met het waterschap een stimuleringsregeling te ontwikkelen om burgers te verleiden dergelijke maatregelen als een
innovatieve waterbergende schutting aan te schaffen”, vertelt Geradts.
Meestal is het geduldig en langdurig duwen, trekken en sleuren om partijen bij elkaar te krijgen en te houden Overheden beslissen “Wij fungeren als smeerolie in dit soort langdurige processen met vaak conservatieve overheden. Zorgen dat alle partijen iets inleveren en ook wat krijgen. En vooral er voor waken dat alle kikkers gedurende langere tijd in de kruiwagen blijven. Dat is inderdaad heel veel praten en de taal van al die verschillende groepen goed verstaan zonder meteen met oordelen klaar te staan. Begrip hebben voor alle belangen”, vat Geradts het innovatiemakelaardijschap samen. “Grootste probleem waar we nu tegenaan lopen is dat er allerlei regelingen zijn om bedrijven te stimuleren op het gebied van innovatie. Maar in de watersector zijn het uiteindelijk overheden die bijvoorbeeld die iets duurdere waterdoorlatende stoeptegels moeten aanschaffen. Maar voor de overheden bestaan geen extra potjes geld waaruit ze kunnen putten. Zo’n hoofd van een gemeentelijke afdeling voelt zich dus steeds min of meer gedwongen om toch maar te kiezen voor de goedkopere normale stoeptegel.” Ad Moerman is journalist
Nummer 4 April 2016
Weerbarstige praktijk Soms lijkt een innovatie een ‘kat in het bakkie’, maar dan is de praktijk weerbarstig. Pols vertelt van de waterbergende kasdaken (ook winnaar in 2014) in het Westland. Met kleine schuifjes aan het einde van de tussengoten water langer vast houden op kasdaken. “Een supersimpele innovatie waarvan ik het idee had dat die heel snel de weg naar de markt zou gaan vinden. Want flinke kostenbesparing en gunstig voor de waterhuishouding van telers. Maar de glasverzekeraars hebben we nog niet over de streep”, vertelt Pols, die met zijn 33 jaar de jongste is van de vijf makelaars. “Dat klopt. Mensen meekrijgen heeft meer met enthousiasme en overtuigingskracht te maken dan met leeftijd.”
Onlangs werd de Deltagoot in gebruikgenomen als testlocatie voor producten en materialen.
27 Het Waterschap
ren om partijen bij elkaar te krijgen en te houden”, zegt Wolf. Hij vertelt over de kunststof sluisdeuren van het Rotterdamse bedrijf FiberCore, winnaar van de innovatieprijs in 2014. Sluisdeuren zijn traditioneel van hout of ijzer. De composietdeuren van FiberCore zijn lichter, vergen vrijwel geen onderhoud en gaan ook langer mee. “De markt is echter conservatief en hoort slechte verhalen uit de Verenigde Staten over de toepassing van deze kunststof. Het bedrijf had dus vooral behoefte aan certificering en aan een serieuze launching customer. Die kwam er. Rijkswaterstaat was de afgelopen maanden bezig met de plaatsing van de eerste grote (de grootste ter wereld, 13 x 10.5 meter) lichtgewicht deuren bij een sluis in het Wilhelminakanaal bij Tilburg. Dat heeft echt wel wat meer voeten in aarde gehad dan één telefoontje”, lacht Wolf, die op de loonlijst staat bij Rijkswaterstaat. “We helpen niet alleen de bedrijven. Overheden willen best launching customer zijn, maar dat moet wel op een verantwoorde manier kunnen. Dan helpt zo’n certificering volgens internationale normeringen.”
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Samenwerken met Zuid-Afrika
Wet van de remmende voorsprong Binnen het Kingfisher programma werken waterschappen samen met Zuid-Afrikaanse Catchment Management Agencies (CMA’s). Voor de Nederlandse waterschappen interessant om te zien welke keuzes gemaakt worden als je een organisatie vanaf de grond af op bouwt. Hoe zou je dat dan doen?
DOOR BIANCA DIJKSHOORN
D
Nummer 4 April 2016
e eerste actieve samenwerking binnen Kingfisher is die tussen het toenmalige Waterschap Groot Salland en het Inkomati Usuthu Catchment Management Agency (IUCMA). Landencoördinator Zuid- Afrika voor de Dutch Water Authorities, Keimpe Sinnema, was hier tien jaar geleden al bij betrokken. “Het ging toen vooral om het implementeren van een nieuwe bestuurlijke organisatie, de watergovernance. ZuidAfrika heeft de kans het waterbeheer te decentraliseren, een proces waar de Nederlandse waterschappen honderden jaren over gedaan hebben. Zeer inspirerend om daar bij betrokken te zijn en te zien hoe het gaat als je blanco kunt beginnen.”
Het Waterschap
28
Een onderdeel binnen de samenwerking tussen de beide organisaties is de inzet van HydroNET, een decision support service die weer- en waterdata omzet naar bruikbare tools en informatie voor waterbeheerders. “Beide organisaties gebruiken het in hun dagelijkse praktijk, wat het van elkaar leren en samen verder ontwikkelen makkelijker maakt,” aldus Sinnema. Beschikken over juiste neerslaginformatie is van groot belang voor de sturing van je waterbeheer. De CMA’s hadden hier nagenoeg geen toegang toe. Van technisch naar sociaal Naast het ontsluiten van historische, actuele en voorspelde neerslaginformatie, spelen in Zuid-Afrika ook sociale en politieke indicatoren een belangrijke rol. De Zuid-Afrikaanse waterschappen (Catchment Management Agency’s) zijn nieuw en onbekend. Wat vinden de stakeholders in een stroomgebied belangrijk en hoe zorg je er voor dat stakeholders en inwoners betrokken worden bij wat je als waterschap doet? “Waterschappen zijn van oudsher technisch ingesteld, ook in Nederland. En ook hier zie je de behoefte burgers actiever te betrekken bij het werk en beleid van de waterschappen,” aldus Sinnema. Informatieverstrekking voor en door het publiek is een belangrijke component in HydroNET. Zo wordt
In november 2015 hebben SAWS en HydroLogic in het bijzijn van Minster President Mark Rutte een langdurige samenwerkingsovereenkomst getekend
gekeken naar de inzet van mobiele applicaties en crowdsourcing voor het actief betrekken en informeren van stakeholders. Het twinning-concept van het Kingfisher programma en de praktische inzet van HydroNET werkt, ook grensoverschrijdend. “De Incomati is een grensoverschrijdend stroomgebied tussen Zuid-Afrika, Mozambique en Swaziland. Van oudsher spelen daar allerlei gevoeligheden en is het lastig waterbeheerders uit de drie landen bij elkaar aan tafel te krijgen om gezamenlijk het rivierbeheer te bespreken,” aldus Sinnema. “Op kleinere schaal zie je dat ook in Nederland. De Vecht stroomt door meerdere beheergebieden. De betrokken waterschappen zullen moeten komen tot gezamenlijke besluiten als het gaat om rivierbeheer van de Vecht. Door ook in dit soort samenwerkingen HydroNET als instrument in te zetten, kun je
een heel stroomgebied grensoverschrijdend in kaart brengen en makkelijker een gemeenschappelijk doel inzichtelijk maken. Zo zoom je meer in op de inhoud en minder op de politieke gevoeligheden,” zegt Sinnema enthousiast. Het werkt Keimpe Sinnema is blij met de resultaten tot nu toe. “Men ziet dat het werkt. Het ministerie in Zuid-Afrika wil dat de andere CMA’s ook HydroNET gaan inzetten en ZuidAfrika heeft Nederland het verzoek gedaan om het Kingfisher programma tot 2020 te verlengen. Door te focussen op de overeenkomsten in plaats van de verschillen en door de inzet van concrete tools is het gelukt de samenwerking te versterken door te inspireren, van elkaar te leren en samen verder te ontwikkelen.” Bianca Dijkshoorn is werkzaam bij HydroLogic
THEMA INTERNATIONALE SAMENWERKING
Afvalwaterzuivering op Bonaire
Driedubbele winst Het vervuilde afvalwater van inwoners en toeristen op Bonaire werd gewoon in de bodem geloosd en van daaruit stroomde het naar de zee. Met negatieve gevolgen voor het koraalrif. De bouw van een waterzuivering bood uitkomst.
DOOR MARJAN VAN GIEZEN EN LUIT-JAN DIJKHUIS
B
onaire, het grootste eiland in Caribisch Nederland, staat bekend om haar prachtige koraalriffen in het Bonaire National Marine Park. Jaarlijks bezoeken tienduizenden toeristen dit mooie eiland, juist vanwege de duik- en snorkelmogelijkheden. De koraalriffen zijn voor Bonaire dus van groot belang, zowel economisch als vanuit natuur- en milieuoogpunt. De kwaliteit van het koraalrif is de afgelopen jaren echter sterk achteruit gegaan. Dit was voor een belangrijk deel te wijten aan de lozing van ongezuiverd afvalwater. Zuiveren was dus de oplossing. En dat niet alleen vanwege natuurbe-
scherming, maar ook vanuit het oogpunt van volksgezondheid. Hier doemde echter een flink probleem op: riolering ontbrak geheel op Bonaire. Forse investeringen waren dus nodig. Subsidies vanuit Nederland en de Europese Unie boden hier uitkomst. Hiermee werd het Bonaire Sewerage and Sanitation Program gestart, met als doel het inzamelen, transporteren en het zuiveren van afvalwater. Een unieke ontwikkeling in het Caribisch gebied. Geïntegreerd water- en afvalwaterbedrijf Sinds 2010 is Bonaire een bijzondere gemeente van Nederland. Naast de gewone gemeentelijke taken, moeten ook de waterschaptaken worden verricht, waaronder de zorg voor een
Exploitatie Het rioolstelsel en de afvalwaterzuiveringsinstallatie zijn sinds medio 2014 in gebruik. De bedoeling is dat Bonaire de exploitatiekosten dit jaar gaat overnemen. Door de hoge bouwkosten en het geringe aantal huishoudens is het voor Bonaire vooralsnog niet mogelijk een kostendekkende heffing te innen. Vooralsnog is vanuit Nederland een tijdelijke subsidie toegekend. Waarschijnlijk zal met ingang van 1 januari 2017 een afvalwaterheffing worden ingevoerd. Door de inzet van betrokken partijen is een betere bescherming van het koraalrif en van de natuur in het algemeen gerealiseerd. Ook de verbetering van sanitatie op het eiland komt de bewoners en de toeristen op het eiland ten goede. Bovendien kan het schonere afvalwater worden benut voor irrigatie van nu nog vooral droge landbouwgebieden. Bonaire vervult hiermee een voorlopersrol in de regio! Marjan van Giezen is afdelingsmanager/plv. directeur Water en Bodem, Luit-Jan Dijkhuis is senior beleidsmedewerker Ruimte en Water bij het ministerie van Infrastructuur en Milieu
29 Het Waterschap
Riolering ontbrak geheel op Bonaire
Nummer 4 April 2016
goed waterbeheer en een goede afvalwatervoorziening. De drinkwatervoorziening op Bonaire lag al bij het Water en Energiebedrijf Bonaire (WEB). Deze organisatie heeft ook de exploitatie van de zuivering ter hand genomen. Zowel de drinkwatervoorziening als de afvalwaterzuivering liggen dus in één hand. Hiermee is een voor ons koninkrijk uniek overheidsbedrijf ontstaan. Om deze nieuwe taak uit te kunnen voeren werd deskundig advies ingewonnen bij de Nederlandse drinkwaterbedrijven en bij onze waterschappen.
WATERRECHT
Maestr’eau Egbert Monsma Msc behandelt een actueel juridisch onderwerp
In de wereld van de vennootschapsbelasting…
Nummer 4 April 2016
Met ingang van 1 januari 2016 is de vennootschapsbelastingplicht (hierna VPB-plicht) voor lokale overheden sterk uitgebreid. Hierdoor is voor waterschappen eerder VPBplicht aan de orde dan dat voordien het geval was. De VPB-plicht geldt voor zover een waterschap een (of meerdere) onderneming(en) drijft.1 Met de uitbreiding van de belastingplicht is beoogd een gelijk speelveld te creëren voor marktpartijen en overheden, indien ze vergelijkbare activiteiten verrichten. De wetgeving is onder druk van de Europese Commissie tot stand gekomen.
Het Waterschap
30
… kan ook met een wettelijke taak een onderneming worden gedreven. Voor de vennootschapsbelasting geldt een eigen ondernemingsbegrip, waarbij het uitvoeren van een wettelijke taak geen rol speelt. Een activiteit kwalificeert als onderneming indien sprake is van: 1. een duurzame organisatie van arbeid en kapitaal; 2. waarmee wordt deelgenomen aan het economische verkeer; en 3. waarmee een winst wordt beoogd/ behaald. De ondernemingstoets is uitgewerkt in een drietal notities, welke terug zijn te vinden op sharepoint ‘themagroep belastingen’ en via de site van de belastingdienst.2 … kun je winst maken en daarover belasting betalen zonder een ooit een stuiver te verdienen. De vennootschapsbelasting heeft een eigen winstbegrip. Dat wil zeggen dat de bepaling van de winst wordt gebaseerd op eigen regels en voorschriften. Deze wijken af van de winstbepaling zoals deze volgt uit de verslagleggingsregels voor water-
schappen. Naast dat dit aanvullende administratieve handelingen vereist, is het niet ondenkbaar dat waterschappen volgens eigen verslagleggingsregels een nihil of negatief resultaat realiseren, terwijl voor de vennootschapsbelasting een winst wordt gerealiseerd. In het landelijke traject waar naast de Unie van Waterschappen, de VNG, IPO, belastingdienst en ministerie van Financiën deelnemen, is hiervoor aandacht gevraagd. Bijvoorbeeld in de notitie winstoogmerk heeft dit geleid tot enkele tegemoetkomingen aan de praktijk.3 Naast het eigen winstbegrip is ook de afbakening van de activiteit van groot belang. Wanneer met een (klein) onderdeel binnen het waterschap winst wordt gemaakt en dit als aparte activiteit wordt gezien, dan kan dit onderdeel op zichzelf beschouwd een VPB-plichtige onderneming vormen. De winst zou dan kunnen worden belast met VPBheffing. Dit onderdeel maakt vaak echter deel uit van een (grotere) activiteit, waarmee in zijn geheel geen winst wordt behaald. Dan zou VPBheffing over de winst van een onderdeel onredelijk uitpakken. Door (onderdelen van) activiteiten te clusteren kan dit probleem worden weggenomen. Zie het daartoe speciaal voor waterschappen ontwikkelde product.4 … geldt een (belasting)rente van ten minste 8%. Mocht het waterschap vennootschapsbelasting verschuldigd zijn, dan is het van belang die tijdig te betalen. Wanneer deze na 1 juli volgend op het belastingjaar wordt voldaan, kan belastingrente verschuldigd zijn. Wettelijk is vastgelegd dat deze ten minste 8% bedraagt. Een goede reden om op tijd de verschul-
digde belasting te betalen. Met een voorlopige aanslag kun je op basis van een inschatting belasting betalen.5 Bij de definitieve aanslag wordt deze voorlopige aanslag verrekend. Over de op de voorlopige aanslag betaalde belasting betaal je dan geen belastingrente meer. Over teveel betaalde belasting wordt helaas - veelal geen rente vergoed. … is onderbouwing en vastlegging zeer belangrijk, ook wanneer geen belasting verschuldigd is. Met ingang van 1 januari 2016 is het uitgangspunt “belast tenzij” in plaats van “onbelast tenzij”. Hierdoor worden waterschappen geconfronteerd met aanvullende verplichtingen, waarbij het oude adagium ‘wie stelt, bewijst’ opgeld doet. Ook wanneer het waterschap concludeert dat zij niet VPB-plichtig is, zal zij dit moeten kunnen bewijzen. De onderbouwing en vastlegging speelt dan ook een centrale rol in de VPB-plicht. De wet stelt - behoudens een enkele uitzondering6 - geen specifieke eisen aan de administratie, behalve dan dat deze alle voor de heffing van belang zijnde gegevens moet bevatten en deze gegevens (ook voor de belastingdienst) inzichtelijk zijn.7 In samenwerking met Deloitte is een tool ontwikkeld voor waterschappen die daarbij kan helpen. De gegevens moeten ten minste 7 jaar worden bewaard.8 … is het belangrijk de belastingdienst uit te leggen wat waterschappen doen. Uit de overleggen met de belastingdienst blijkt dat nog veel onduidelijkheid bestaat over de activiteiten en drijfveren van waterschappen. Onze ervaring is dat het helpt de belastingdienst mee te nemen in de wereld van de waterschappen. Wederzijds begrip kan échte winst opleveren. 1 Zie artikel 2, lid 1, onderdeel g, Wet op de vennootschapsbelasting 1969. 2 www.belastingdienst.nl/vpboverheid 3 http://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/notitie_ winstoogmerk_vpb3241z1fd.pdf 4 http://download.belastingdienst.nl/belastingdienst/docs/oplegnot_wb_watersch_clus_vpb3041z1fd.pdf 5 Aanvragen van een voorlopige aanslag gaat normaliter via uw belastingadviseur of accountant online door in te loggen op https://mijn.belastingdienst.nl/ppa/. Mogelijk is het onderdeel vennootschapsbelasting nog niet geactiveerd. Indien dit het geval is, kunt u contact opnemen met uw contactpersoon bij de belastingdienst. 6 Zie artikel 8b, lid 3 Wet op de vennootschapsbelasting 1969. 7 Artikel 52, lid 1 en 6 Algemene wet inzake rijksbelastingen. 8 Artikel 52, lid 4 Algemene wet inzake rijksbelastingen.
SCHATTEN VAN DE SCHAPPEN
Romantisch droog in Friesland
V
oor mooie Romeinse bruggen moet je vooral in Zuid-Europa zijn. In Maastricht staat er één die Romeins lijkt, maar de meeste bruggen die we hebben zijn oerHollands. Toch verrijst er in het uiterste Noordoosten van ons land in 1882 een 44 meter lange en ruim 4,5 meter hoge keersluis met brug in onmiskenbaar Romeinse stijl. Compleet met 11 gemetselde booggewelven en een prachtig klassieke borstwering. Aan de buitenzijde komt een hoge keermuur. Aan de binnenzijde is er de brug die over de stroomgaten is aangelegd. De Schans zoals het bouwwerk heet, maakt deel uit van een waterbeheersingsplan dat een jaar eerder door Provinciale Staten wordt aangenomen. Noordoost-Friesland loopt in
die jaren regelmatig onder water, de kleine rivier de Lauwers kan al dat water maar moeilijk afvoeren. Dus wordt er een 36 meter breed stroomkanaal gegraven ten oosten van het dorp Munnekezijl dat dan nog aan de Lauwerszee ligt. Het kanaal snijdt de ten westen van het plaatsje stromende Lauwers af waardoor een deel van de inwoners bijna honderd jaar op een eiland woont. De Schans die dan ook wordt aangelegd, combineert ondertussen drie functies in één langgerekt bouwwerk. De 22 stroomgaten hebben houten luiken die dicht kunnen bij overstromingsgevaar uit zee. Een teveel aan water verlaat ook het gebied via de sluis, terwijl de brug meteen Groningen en Friesland verbindt. Verval Hoe ingenieus het ontwerp ook is, als in 1969 de Lauwerszee wordt
Romanticus De rol die het bouwwerk heeft gespeeld in het waterbeheer in Friesland geeft hem zijn onbetwiste waarde. Toch is het vooral de opvallende vormgeving die het monument bijzonder maakt. Van de ontwerper weten alleen zijn naam: ingenieur Methardus. Waarom deze mysterieuze bouwkundige zich eind 19e eeuw laat inspireren door de Romeinse bruggen- en sluizenbouw weten we niet. De Romeinen staan weliswaar bekend om hun praktische inslag in bruggenbouw, maar De Schans had net zo goed echt een recht-toerecht-aan waterstaatswerk kunnen worden. Wellicht was Methardus een romanticus pur sang, met een typisch nostalgische hang naar het verleden. Juist in de eeuw van wetenschappelijke voortuitgang bloeit immers als tegenbeweging de neoromantiek. Zaken als gevoel, schoonheid en kunst staan daarin ver boven koele wetenschap en koude machines. Methardus kan natuurlijk ook gewoon een fan zijn geweest van Romeinse bruggenbouw. Of misschien wilde hij zijn bouwwerk wat opfleuren. Zijn klassieke schoonheid maakt het bouwwerk interessant, maar zonder rationele vooruitgang had het uiteraard weinig nut gehad voor droge voeten. Zo verbindt de brug twee provincies en twee tegengestelde bewegingen uit het verleden. Toch is het uiteindelijk de vooruitgang in waterbeheer die ervoor zorgt dat het bouwwerk voor waterbeheer volledig overbodig wordt. Zijn nostalgische schoonheid staat ondertussen nog steeds overeind. Eén-nul voor de romantiek. Bina Ayar is journalist en historicus; met dank aan Jelle Hagen, archivaris bij Wetterskip Fryslân. Een onderwerp aanmelden voor de serie ‘Schatten van de Schappen’ kan via
[email protected]
Nummer 4 April 2016
DOOR BINA AYAR
afgedamd en verandert in het Lauwersmeer, verliest het imposante waterstaatskunstwerk zijn functie van uitwateringsluis en waterkering. Het gebied is dan immers afgesloten van de zee. Met het verdwijnen van zijn nut komt ook het verval. Totdat eindelijk het tij weer keert. In 1985 gaat de provincie over tot een grondige restauratie met behoud van het aanwezige originele materiaal. Veertien jaar later krijgt hij bovendien de status van rijksmonument. Wetterskip Fryslân draagt het monument in 2008 over aan Stichting Waterschapserfgoed. Die zorgt ook goed voor hem: vorig jaar is het kunstwerk nog grondig gerestaureerd. De gave toestand van De Schans is zelfs een van de redenen waarom hij een monument is.
31 Het Waterschap
Friese nuchterheid en 19e-eeuwse romantiek komen samen in brug en keersluis De Schans bij Munnekezijl. Als uitwateringssluis annex waterkering annex brug speelt het bouwwerk in Romeinse stijl een belangrijke rol in de historie van het waterbeheer in heel Friesland. Zijn waterstaatsfunctie is verleden tijd, zijn exotische schoonheid niet.
WATERNIEUWS
Kamper Concept
Slim samenwerken voor waterveiligheid Waterschap Drents Overijsselse Delta en Boskalis Nederland ondertekenden een bouwteamovereenkomst Dijkverbetering en Waterveiligheid Kampereilanden. Onder de noemer ‘Kamper Concept’ gaan de partners op een vernieuwende en slimme manier samenwerken. In het ‘Kamper Concept’ bundelen het waterschap en Boskalis hun krachten in één en hetzelfde bouwteam. In dit team, bestaand uit teamleden van zowel het waterschap als Boskalis, wordt gezamenlijk het meest doelmatige dijkontwerp opgesteld, doorlopen ze diverse procedures en voeren ze de dijkversterking uit. WDODelta heeft voor het bouwteam gekozen omdat dit project dermate complex is en het waterschap graag samen met een marktpartij de puzzel oplost. Boskalis brengt haar specialistische kennis in over het bouwen van dijken, en WDODelta de gebiedskennis, dijkenkennis en de participatie met de omgeving. Op deze manier worden expertises van zowel WDODelta als Boskalis van begin tot eind optimaal benut. Het waterschap verwacht dat deze slimme samenwerking
Nummer 4 April 2016
3AMENBOUWENAANEENVEILIGEEN PRETTIGELEEFOMGEVINGVOORNUENLATER
6ANBAGGERNAAR WAARDEVOLLEBOUWSTOF
Het Waterschap
32
5NIEKEONTWATERINGSMETHODE "ALEEN2APID$EWATERING3YSTEM
SMALSCOM
ROYAL
leidt tot betere kwaliteit voor het project, een goed geïnformeerde en betrokken omgeving, en dat het project met een aanzienlijke kostenbesparing gerealiseerd kan worden. Het streven is om in de zomer van 2017 te starten met de realisatie. Eind oktober 2018 moet de regionale kering van Kampereilanden voldoen aan de veiligheidsnorm.
Einde FloodControl IJkdijk programma Deelnemende partijen in Flood Control IJkdijk hebben de afgelopen 10 jaar gewerkt aan onderzoek en innovaties voor dijksterkte, dijkmonitoring, dijkversterking, crisisbeheersing en waterveiligheid. Dit programma komt nu ten einde. Veel van de resultaten uit het programma zijn al toegepast of zullen dat nog worden. Het IJkdijk programma heeft de positie van de Nederlandse watersector internationaal versterkt. Buitenlandse belangstelling was er onder andere voor de Dijk Data Service Centrum software, de LiveDijksystemen, de stresstesten op faalmechanismen en de meeten regeloplossingen in dijken, zoals het DMC systeem. Innovatie en onderzoek zullen opgepakt worden in de diverse nieuwe kaders die de afgelopen jaren zijn opgestart (project overschrijdende verkenningen van het Hoogwater beschermingsprogramma, het Nationaal kennisprogramma water en klimaat van de topsector Water). Binnen deze nieuwe kaders kunnen de huidige partners van de gouden driehoek weer samenwerken.
WATERNIEUWS
Grondwateroverlast door El Niño
De vele neerslag in de regio leidt tot een verzadigde bodem en hogere grondwaterstanden. In poldergebieden is men gewend hiermee om te gaan, maar in streken met een zandbodem, zoals de duinen, de Veluwe, de Utrechtse Heuvelrug of de Sallandse Heuvelrug is dat volgens Kuiper anders. “Omdat deze gebieden gewoonlijk hoog en droog zijn, zijn deze vaak niet voorbereid op hoge grondwaterstanden.” Meer neerslag te verwachten Het KNMI voorspelt dat ook het voorjaar buitengewoon nat zal zijn. Dat heeft te maken met het fenomeen El Niño. El Niño zorgt voor opwarming van de oceanen langs de evenaar en heeft effect op het weer in grote delen van de wereld. Gewoonlijk daalt de grondwaterstand vanaf het voorjaar. Als juist in deze periode veel neerslag gaat vallen, zullen de hoge grondwaterstanden langdurig aanhouden of kan zelfs een extra stijging optreden. De overlastgebieden kunnen zich daardoor verder uitbreiden.
ZOEK UW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!
KENNIS DIRECT TOEPASBAAR MAKEN PAO Techniek en Management is de nieuwe naam voor twee bekende en gewaardeerde merken in de technische opleidingswereld: Stichting PostAcademisch Onderwijs (PAO) en PAO Techniek.
Nummer 4 April 2016
Het najaar was bijzonder nat. Opvallend is dat regionaal grote verschillen optreden. Langs de westkust en in het noorden viel in de maanden november 2015 en januari 2016 tot meer dan tweemaal zoveel neerslag dan normaal. Maar in het zuiden viel plaatselijk juist minder neerslag dan normaal.
Op welk gebied wilt ú voorloper zijn?
33 Enkele voorbeelden van cursussen die u dit jaar bij ons kunt volgen: 25 en 26 mei
Asset management ondergrondse infrastructuur Riolering, elektra en gas- en waterleidingen effectief beheren en vervangen 4, 5 en 12 oktober
Nieuwe technieken dijkversterkingen 4 oktober, 3, 10, 17 en 24 november
Aquatisch ecologische systeemanalyse Toepassing ecologische sleutelfactoren 13 en 14 oktober
Landbouw en waterkwaliteit 1 en 2 november
Waterzuivering als bron van grondstoffen en energie
INSCHRIJVEN? Schrijf u in voor een cursus op www.paotm.nl Vragen? 015 278 46 18 of
[email protected]
Het Waterschap
De natte winter leidt in grote delen van Nederland tot een verzadigde bodem en hoge grondwaterstanden. De kans bestaat dat dit door El Niño de komende maanden toeneemt, aldus grondwaterspecialist Maarten Kuiper.
WATERNIEUWS
Vernufteling voor Building with Nature
De Vernufteling, de jaarlijkse prijs van de ingenieursbranche voor het vernuftigste project, is toegekend aan het project Building with Nature voor mangrovebosherstel in Indonesië.
Nummer 4 April 2016
Volgens het juryrapport combineert de semipermeabele dam verschillende kwaliteiten: ‘Hij helpt ten eerste de regeneratie van geërodeerd mangrovebos langs tropische kusten, de dam is gemaakt van materiaal dat lokaal beschikbaar is en het ontwerp maakt het mogelijk dat de bouw gebeurt door de lokale gemeen-
schap. De natuurlijke golfbreker kan een uitkomst zijn voor een veel groter toepassingsgebied: op tal van plaatsen rond de tropen kampen kusten met een mangrovetekort. Het is een innovatieve toepassing van een oud concept, met grote economische en maatschappelijke impact.’ Het herstel van de mangrovebossen voor de kust van het district Demak bij Semarang in Indonesië door de aanleg van semipermeabele dammen is low tech, maar high concept. Nog geen maand geleden is tijdens een projectevaluatie op de locatie nogmaals gebleken dat het werkt: de semipermeabele dammen zorgen voor aanwas van slib en mangrovebos. Binnen een jaar of twee nemen de mangroves de rol van de dammen over om de golven te verzwakken en het sediment op zijn plaats te houden. Dit roept de dramatische kusterosie een halt toe en zo kunnen de inwoners er veilig blijven wonen. De zachte oplossing van kustbescherming door middel van mangrovebossen brengt daarnaast de ecologische waarde in het gebied terug. De aanleg en het onderhoud van de dammen in combinatie met de introductie van duurzaam landgebruik biedt werkgelegenheid aan de lokale bevolking. Het project is een totaalconcept: niet alleen de aanleg van de dammen krijgt aandacht, maar ook het inschakelen en opleiden van de lokale bevolking voor de instandhouding van dammen en kweekvisvijvers maakt er onderdeel van uit.
Tijd voor verdieping
Als een vis in het water! Het Waterschap
34
Sturen van Innovatie in het Waterdomein: krijg meer grip op innovatieprocessen en hun bestuurlijke context!
Hidrostal levert pompsystemen voor afval- en oppervlaktewater met de unieke schroefcentrifugaalwaaier. Verstoppingsvrij en visvriendelijk!
Deze masterclass, start 2 juni, leert u innovatieprojecten en de bijbehorende processen beter te sturen en daarmee de kans op succes te vergroten!
VERSTOPPINGSVRIJ ∙ VISVRIENDELIJK ∙DE BESTE LIFE CYCLE COST
Masterclass o.l.v. de onderstaande kerndocenten: • Arwin van Buuren (Erasmus Universiteit Rotterdam) • Mike Duijn (TNO Strategy & Policy) • Corné Nijburg (Water Governance Centre) U gaat aan de slag met relevante innovatie-uitdagingen uit uw eigen beroepspraktijk. Hiermee biedt deze masterclass een mooie balans van (wetenschappelijke) theoretische verdieping en praktijkgerichte toepassing. Voor meer informatie & inschrijven: www.erasmusacademie.nl/innovatie_waterdomein
www.hidrostal.nl
HIDROSTAL BENELUX Zernikestraat 35 3316 BZ Dordrecht
Tel. +31 (0) 78 65 22 111
[email protected]
WATERNIEUWS
Fries samenwerkingsproject duurzame glastuinbouw Het Centre of Expertise Water Technology test een niet eerder toegepaste technologie om restwater uit de glastuinbouw te zuiveren van gewasbeschermingsmiddelen. Met de ingebruikname van een proefinstallatie in Leeuwarden ging het project ‘Zuivering Spuiwater Glastuinbouw Berlikum’ van start.
groep is om door middel van het nieuwe concept de kosten voor verwijdering van gewasbeschermingsmiddelen met 50% te reduceren. Het Centre of Expertise Water Technology in Leeuwarden voert als praktijkgerichte onderzoeksinstelling samen met Easymeasure en Waterwaves de testen uit. Wanneer alles volgens planning verloopt, wordt er medio 2016 een grote proefinstallatie geplaatst bij een van de glastuinders in Berlikum. Bij een goede werking zal de voorgestelde techniek door Water Waves gebouwd en vermarkt gaan worden.
Nummer 4 April 2016
De aanleiding voor het project is de zuiveringsplicht voor restwaterstromen uit de glastuinbouw per januari 2018. Deze is vastgelegd in het hoofdlijnenakkoord dat onlangs werd afgesloten door de glastuinbouwsector en andere partijen. De zuiveringsplicht houdt in dat tuinders de gewasbeschermingsmiddelen voor 95% uit het restwater moeten verwijderen. Met de conventionele technieken betekent dit voor individuele tuinders een grote investering. Het doel van het spuiwaterproject is om de zuiveringskosten voor individuele tuinders te beperken met behulp van innovatieve technologie en door te streven naar een collectieve voorziening. De technologie die gebruikt wordt is gebaseerd op een nieuwe variant van de Fentonreactie, waarbij gewasbeschermingsmiddelen worden afgebroken onder invloed van waterstofperoxide en ijzerdeeltjes in het water. De ambitie van de project-
Kwaliteit en efficiency door samenwerken Vele waterschappen gingen u voor ! ! ! !
Resultaten bij uw collega’s Verkorte doorlooptijd en betere kwaliteit vergunningen proces - LEAN ICT integratie bij samenwerken Advies aansluiting basisregistraties
Remco Heijnen:
AvW2 Aantoonbare resultaten bij waterschappen op het gebied van ! Lean Management - direct meetbare resultaten ! Prestatie Management - sturen op resultaat ! Informatie Management - samenhang, inzicht en overzicht www.avw2.nl
“Het is onze aanpak waardoor mensen enthousiast worden en waardoor we resultaten boeken.”
35 Het Waterschap
Adviesbureau voor concrete resultaten in bedrijfsvoering
Blauw
financieren.
Een groene leefomgeving kan niet zonder blauw. Verantwoord waterbeheer biedt de garantie van 33 miljoen droge voeten tot 6,76 meter beneden NAP. Gefinancierd met zekerheid. Door de Waterbank.
Waterveiligheid, waterkwaliteit, waterkwantiteit en duurzaamheid zijn een groot goed. De waterschappen houden het in stand. De bank van de waterschappen zorgt voor de blauwe financiering die de basis vormt voor groen wonen en leven. Een dijk van een bank zonder watervrees biedt de laagste rente en de hoogste zekerheid. De NWB Bank. De Waterbank.
Postbus 580, 2501 CN Den Haag t 070 416 62 66
[email protected] www.nwbbank.com