Actualisering beleid internationale samenwerking
2003
Stafdiensten Gea Davids September 2003
Samenvatting ......................................................................................................... 5 Beslispunten........................................................................................................... 6 1 Inleiding .............................................................................................................. 7 2.Gemeentelijk internationaal beleid........................................................................... 7 2.1. Gemeentelijk internationaal beleid in Nederland ................................................ 7 2.2. Internationaal beleid in Dordrecht ................................................................... 8 2.3. Afbakening internationale samenwerking ......................................................... 9 3. Doelen van het beleid .........................................................................................10 4. Evaluatie huidige situatie en toekomstplannen ........................................................11 4.1. Inleiding .....................................................................................................11 4.2. Ontwikkelingen per stedenband/samenwerkingsrelatie......................................11 4.2.1. Bamenda Kameroen ..............................................................................11 4.2.2. Varna Bulgarije.....................................................................................13 4.2.3. Emalahleni (Dordrecht) Zuid -Afrika.........................................................14 4.2.4. Granada Nicaragua/ Trnava Slowakije .....................................................15 4.2.5. Recklinghausen Duitsland en Hastings Engeland ......................................15 4.3. Algemene ontwikkelingen.............................................................................16 4.3.2. Subsidies ............................................................................................16 4.3.3. Wereldwaag ........................................................................................18 4.3.3. Draagvlak binnen de gemeente...............................................................18 4.3.4. Herkomstlanden ...................................................................................19 4.3.5. Adoptie partnersteden door raadsleden....................................................20 5. Communicatieparagraaf ......................................................................................20 5.1. Strategie voor de communicatie ....................................................................20 Structureel en regelmatig ........................................................................................20 5.2. Plan van aanpak..........................................................................................21 6. Financiële paragraaf............................................................................................23 7. Evaluaties .........................................................................................................23
Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
4
Samenvatting Deze nota heeft tot doel het beleid internationale samenwerking na een periode van 5 jaar te evalueren. In verband met deze evaluatie hebben we samen met een aantal partners in de stad een discussiebijeenkomst gehouden, hebben we intern gesprekken gevoerd met enkele diensthoofden en een wethouder en zijn daarnaast door een 20 tal personeelsleden een aantal vragen beantwoord. De uitkomst van de evaluatie is dat de doelen en uitgangspunten van de gemeentelijke internationale samenwerking in eerste instantie dezelfde blijven. Dit is bewustwording van de Dordtse bevolking en versterking van het lokale bestuur in 2e en 3e wereldlanden. Deze doelstelling sluit internationale contacten op bijvoorbeeld het gebied van kunst en cultuur, maar ook economische contacten buiten, terwijl deze contacten naar aanleiding van het internationaliseren van de samenleving steeds frequenter voorkomen, en van belang kunnen zijn voor onze economie en werkgelegenheid. Het onderzoeken van de invloed van deze internationalisering op onze organisatie valt buiten het kader van deze nota. Voor bewustwording maken we grotendeels gebruik van gesubsidieerde partners in de stad en versterking van het lokale bestuur gebeurt door middel van kennisoverdracht binnen stedenbandenrelaties. Er is een subsidiebudget aanwezig voor bewustwording en de kennisoverdracht wordt gefinancierd via subsidie programma’s van de Vereniging van Nederlandse gemeenten (VNG.) Met betrekking tot de stedenbanden wordt voorgesteld deze te continueren en staat vooral de inhoudelijke kant centraal. Er worden voorstellen gedaan de samenwerking verder vorm te geven in meerjarenprojectplannen. Hoewel de uitgangspunten van het subsidiebeleid dezelfde blijven wordt een iets andere procedure voorgesteld. Deze procedure moet nog verder worden ontwikkeld. Voor bewustwordingsactiviteiten stellen we voor om ook aansluiting te zoeken bij integratiebeleid en internationale contacten in het kader van kunst en cultuur. Dit om naast aandacht voor de stedenbandrelaties ook aandacht voor herkomstlanden te creëren. Deze aandacht bevordert begrip en respect voor de culturen van diverse bewonersgroepen wat het samenleven in onze multiculturele stad ten goede komt. Ook willen we de communicatie strategischer gaan inzetten zodat een betere bekendheid en daarmee groter draagvlak voor internationale samenwerking gecreëerd kan worden. Veel van onze partners zijn gehuisvest in de Wijnstraat in het gebouw de Waag. Deze partners hebben de wens om hier een Wereldwaag van te maken met gecoördineerde activiteiten en beheer. We stellen voor dit idee nader te onderzoeken. Tot slot stellen we ook voor de adoptie van partnersteden door raadsleden ongewijzigd voort te zetten.
Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
5
Beslispunten We verzoeken het college kennis te nemen van en/of akkoord te gaan met de volgende punten •
De stedenband met Bamenda verlengen voor onbepaalde tijd.
•
Het indienen van een nieuwe subsidieaanvraag bij VNG international voor een meerjarig samenwerkingsproject met Bamenda .
•
Het indienen van een subsidieaanvraag bij VNG international voor een meerjarig samenwerkingsproject met Varna en onderzoeken van mogelijkheden van andere subsidieprogramma’ s voor eventuele investeringen in Varna.
•
Samenwerking met Emalahleni voortzetten door gebruik te maken van municipal management trainingen van de VNG en gezamenlijk een meerjarenprojectplan te formuleren.
•
In 2004 bezien of de ervaringen in 2003 een onderzoek naar een stedenbandrelatie met Emalahleni (Dordrecht) rechtvaardigen.
•
Geen actie ondernemen richting Granada zolang niets vanuit Granada vernomen wordt. Zonodig ondersteuning bieden aan vervolgactiviteiten Stichting Beter Wonen.
•
Het huidige beleid met betrekking tot de partnersteden Recklinghausen en Hastings ongewijzigd voortzetten.
•
Continueren van gemeentelijke ondersteuning aan instellingen en organisaties ten behoeve van voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten waarbij bijzondere aandacht gegeven wordt aan activiteiten die de partnerrelaties ondersteunen.
•
Subsidiëring van COS (incl. Oost Europa) en Stichtingen stedenbanden Bamenda en Varna voor exploitatie en activiteiten ongewijzigd continueren.
•
Exploitatiesubsidie ad 50% van de huurkosten aan Wereldwinkel continueren.
•
Het COS een front office functie geven ten behoeve van incidentele aanvragen om subsidie voor voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten in het kader van mondiale bewustwording van de burgers van Dordrecht.
•
Samen met het COS zal de gemeente Dordrecht een heldere procedure en heldere criteria voor incidentele subsidieverstrekking ontwikkelen en deze aan het college voorleggen
•
Onderzoek uitvoeren naar de mogelijkheden om te komen tot een “Wereldwaag”, hierover zullen aparte voorstellen volgen.
•
Naast de bijzondere aandacht voor bewustwordingsactiviteiten die de partnerrelaties ondersteunen ook bijzondere aandacht geven aan bewustwordingsactiviteiten die cultureleen integratieactiviteiten met herkomstlanden ondersteunen.
•
Voortzetten van de adoptie van partnersteden door raadsleden om het politieke bestuurlijke draagvlak te behouden.
•
Instemmen met de strategie voor de communicatieaanpak opdat deze nader uitgewerkt kan worden in een plan van aanpak.
•
In 2007 voortgang stedenbanden en beleid int. Samenwerking opnieuw evalueren en actualiseren.
Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
6
1 Inleiding De laatste beleidsnota Internationale samenwerking dateert alweer van 1999. Daarin zijn een aantal beleidslijnen uitgezet die na een periode van vier jaar toe zijn aan evaluatie. Ook is het goed om na een periode van vier jaar het gehele beleid te bezien en te actualiseren. Deze nota heeft als doel het huidige beleid met betrekking tot internationale samenwerking te actualiseren. Dit huidige beleid omvat op dit moment de samenwerking met de partnersteden en voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten ten behoeve van Dordtse burgers. In hoofdstuk 2 beschrijven we de ontwikkelingen met gemeentelijke internationale samenwerking op zowel landelijk als lokaal niveau. In hoofdstuk 3 geven we de doelen aan die we met dit beleid nastreven. Hoofdstuk 4 beschrijft de huidige situatie en toekomstplannen per stedenband en een aantal algemene ontwikkelingen zoals subsidies, wereldwaag, draagvlak, herkomstlanden, kunst en cultuur en tot slot adoptie van partnersteden door raadsleden. In hoofdstuk 5 wordt een communicatieparagraaf omschreven, hoofdstuk 6 geeft een financieel overzicht. Er zijn 3 bijlagen bij dit stuk gevoegd, een discussienota waarin de huidige stand van zaken met betrekking tot internationale samenwerking op uitvoeringsniveau beschreven wordt, een beknopt verslag van een discussieavond met partners in de stad en een verslag van een intern draagvlakonderzoek.
2.Gemeentelijk internationaal beleid 2.1. Gemeentelijk internationaal beleid in Nederland Gemeenten in Nederland houden zich steeds meer bezig met Internationale samenwerking. Ongeveer driekwart van de gemeenten in Nederland zijn actief op dit gebied (bij gemeenten met meer dan 50.000 inwoners is dit zelfs 90%) en hebben een belangrijke plaats ingenomen binnen de ontwikkelings- en internationale samenwerking. Via informatievoorziening, bewustwording, stedenbanden, mondiale contacten en kennis uitwisseling wordt concreet invulling gegeven aan het gemeentelijke mondiale beleid. De rijksoverheid stimuleert deze samenwerking met subsidieprogramma’s, hiermee erkent zij het belang van gemeenten binnen het werkveld. In tegenstelling tot de rijksoverheid staan lokale overheden namelijk dichter bij de burger. Zij kunnen initiatieven en ideeën die uit die burgers voortkomen beter oppakken. Uit onderzoek is gebleken dat samenwerken met het plaatselijk particulier initiatief het draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking en de betrokkenheid bij mondiale vraagstukken onder de bevolking versterkt. Hoewel internationale samenwerking niet per definitie een kerntaak van gemeenten is, kan het wel in het belang van de gemeente zijn dit te doen.
Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
7
Zo zijn armoede en vervuiling niet alleen problemen van de 2e en 3e wereld maar mondiale problemen. Uitzichtloze levensomstandigheden brengen mensen ertoe om in andere landen en steden, ook in Dordrecht, hun heil te zoeken. Daarnaast voelen gemeenten vaak een morele verantwoordelijkheid om zich in te zetten voor een meer rechtvaardige samenleving, waar ook ter wereld. Ten slotte geeft gemeentelijk internationaal beleid goede mogelijkheden voor de ontwikkeling van particuliere initiatieven. Zoals al vermeld vergroot dit de betrokkenheid van de burgers bij mondiale problemen en bij rijks- en gemeentebeleid op het gebied van internationale samenwerking.
2.2. Internationaal beleid in Dordrecht De gemeente Dordrecht voert sinds 1989 officieel Internationaal beleid. In beginsel was dit vooral gericht op bewustwording van de Dordtse bevolking. Deze bewustwording bevordert onderling begrip en respect voor de diverse culturen in onze multiculturele stad. Met het beschikbaar komen van externe financieringsmogelijkheden is dit beleid later steeds meer uitgebreid met concrete samenwerking met andere steden, dit was een logische stap binnen de internationale samenwerking. Allerlei partijen gingen concreet internationaal samenwerken en gemeenten hoorden daar ook bij. De gemeente erkent dat deze samenwerking ook voordelen voor onze stad zelf kan opleveren. Door internationaal samen te werken vergroot de gemeente haar kennis van en betrokkenheid bij Europese en mondiale vraagstukken. Daardoor kan zij beter en sneller inspelen op Europese en mondiale ontwikkelingen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking met Varna in Bulgarije. In deze samenwerking staat kennisoverdracht over Europese regels centraal. Door deze samenwerking vergroot de gemeente Dordrecht de eigen kennis van deze Europese regels. Varna en Bamenda zijn grotere steden dan Dordrecht. Zij opereren vaak in netwerken met andere grote steden. Zonder deze partnersteden heeft Dordrecht geen toegang tot deze netwerken omdat Dordrecht daarvoor als stad vaak te klein is. Het benadrukken van de sociale betrokkenheid van de gemeente bij wereldproblemen is goed voor het imago van Dordrecht. Bij de rijksoverheid kan dit belangrijk zijn als er extra financiële middelen gevraagd worden. Met betrekking tot interne vraagstukken krijgt de gemeente een breder perspectief als zij kennis neemt van andere culturen en systemen. Door internationaal samen te werken zijn er mogelijkheden om het personeel uit te zenden naar het buitenland. Hierdoor heeft de gemeente er een personeelsinstrument bij. Tot slot kan in onze multiculturele stad door bewustwording begrip en respect voor diverse culturen bijgebracht worden wat het samenleven in de stad ten goede komt. De gemeente Dordrecht heeft invulling gegeven aan internationale samenwerking door stedenbandrelaties aan te gaan. Deze stedenbanden zorgen voor een relatie waarin inhoudelijk duurzaam gewerkt kan worden aan de versterking van het lokale bestuur van de partnerstad. Een stedenband geeft ook veel mogelijkheden voor een diversiteit aan
Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
8
bewustwordingsactiviteiten, doordat er op zowel gemeentelijk vlak als door het maatschappelijk middenveld samengewerkt wordt. In 1999 zijn in aanvulling op het algemene beleid de volgende specifieke beleidslijnen vastgesteld: -
Internationale contacten toespitsen op een beperkter aantal steden en daaraan bewustwordingsactiviteiten koppelen. Politiek bestuurlijke aandacht versterken door raadsleden een partnerstad te laten adopteren. Continueren van gemeentelijke ondersteuning aan instellingen en organisaties waarbij bijzondere aandacht gegeven wordt aan activiteiten die partnerrelaties ondersteunen
In hoofdstuk 3 gaan we verder in op onze doelen van het beleid.
2.3. Afbakening internationale samenwerking Onder Internationale samenwerking verstaat de gemeente Dordrecht vooralsnog samenwerking met (potentiële) partnersteden. Internationale contacten op het gebied van kunst en cultuur, economische contacten en samenwerking met herkomstlanden vallen hier nog niet onder. In paragraaf 4.3. gaan we verder in op samenwerking met herkomstlanden en zeggen we iets over internationale contacten in het kader van kunst en cultuur. Vergeleken met de situatie in 1999 kan gesteld worden dat gebeurtenissen elders in de wereld steeds meer van invloed zijn binnen de gemeentelijke organisatie van Dordrecht. Door de verdere ontwikkeling van internet en de communicatiemogelijkheden lijkt de wereld almaar kleiner te worden. Regelgeving wordt steeds meer op Europees niveau vastgesteld en er zijn op Europees niveau tal van subsidiemogelijkheden waarvan Dordrecht dankbaar gebruik zou kunnen maken. Internationale economische contacten kunnen van belang zijn voor de ontwikkeling van de lokale economie en werkgelegenheid De vraag dringt zich dan ook op wat de gemeente Dordrecht met deze invloeden en ontwikkelingen doet, of hoe zij deze gaat incorporeren in haar beleid. Met andere woorden: wat is de invloed van internationalisering op de gemeentelijke organisatie. Het is namelijk nog niet goed duidelijk wat voor invloed de ontwikkelingen in de wereld op bijvoorbeeld onze meerjarenbeleidsplannen kunnen hebben. Of en hoe wij van deze ontwikkelingen kunnen profiteren is ook nog niet zo snel te benoemen. Kortom, de invloed van internationalisering op onze organisatie is een brede discussie die de hele organisatie aangaat en daarom op dit moment niet in de actualisering van het beleidsveld internationale samenwerking past. Het is vooral een discussie die we op een strategisch niveau moeten voeren. Voor zo’ n discussie is het aan te bevelen eerst een verkenning te houden over de invloed van internationalisering op de gemeentelijke organisatie.
Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
9
3. Doelen van het beleid Wat wil de gemeente met internationale samenwerking? Het internationale beleid binnen de gemeente Dordrecht kent twee doelstellingen: mondiale bewustwording Dordtse burgers (en gemeentepersoneel) versterken lokaal democratisch bestuur in de 2e en 3e wereld -
Deze doelstellingen proberen we te bereiken door: het ontwikkelen en ondersteunen van voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten het bevorderen van de uitwisseling van kennis en deskundigheid
We maken vooral gebruik van het instrument stedenbanden om deze doelstellingen te behalen. Omdat het om versterking van het lokaal democratisch bestuur gaat dient in landen waarin wij met steden samenwerken een politiek klimaat ten aan zien van democratie en mensenrechten te bestaan waarin deze doelstelling tot haar recht kan komen. Door de activiteiten binnen stedenbandrelaties uit te voeren is een mogelijkheid geschapen om een relatie te leggen tussen voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten en uitwisseling van kennis en deskundigheid. Bewustwordingsactiviteiten worden namelijk gekoppeld aan concrete samenwerkingsprojecten. Ook wordt de Dordtse samenleving actief betrokken bij de samenwerking door stichtingen voor de stedenband te financieren. Deze stichtingen hebben tot doel de contacten tussen organisaties en burgers van Dordrecht en de partnerstad te bevorderen, aanvullend op de samenwerking op het niveau van het lokale bestuur. Ook worden binnen de stichtingen concrete projecten gestart, die zij aanvullen met voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten. Deze projecten worden gefinancierd door gebruik te maken van hiervoor bestemde particuliere subsidieprogramma’s dan wel fondswervingsactiviteiten. Deze fondswervingsactiviteiten hebben ook weer een sterk voorlichtings en bewustwordings gehalte. Zo versterken allerlei activiteiten elkaar. Deze doelstellingen sluiten nauw aan bij de doelstellingen van de subsidieprogramma’s voor gemeentelijke samenwerking ontwikkelingslanden (GSO) en gemeentelijke samenwerking toetredingslanden (GST) die VNG –international in opdracht van het Ministerie van Buitenlandse Zaken beheert. De doelstellingen van deze programma’s zijn namelijk gericht op het bijdragen aan de kwaliteit van het lokaal bestuur in het 2e of 3e wereldland met als neveneffect draagvlakvergroting in Nederland zelf. Bijna alle uitwisselingen en activiteiten in de gemeentelijke samenwerking met de partnersteden in de 2e en 3e wereld worden vanuit deze programma’s gefinancierd . Omdat we met deze doelstellingen werken vallen andere vormen van internationale contacten op het gebied van kunst, cultuur, Dordt promotie en economie dus niet binnen Actualisering Internationale samenwerking
10
September 2003
het huidige beleid van internationale samenwerking.
4. Evaluatie huidige situatie en toekomstplannen 4.1. Inleiding De evaluatie van het huidige beleid is op diverse manieren gedaan. Er zijn door de beleidsmedewerker internationale betrekkingen gesprekken gevoerd met enkele diensthoofden en een wethouder. In deze gesprekken kwam naast het draagvlak ook de inhoud van de internationale samenwerking en de raakvlakken met de desbetreffende dienst aan de orde. Daarna heeft er een discussiebijeenkomst plaatsgevonden met een aantal raadsleden en particuliere organisaties in de stad. In deze bijeenkomst zijn een aantal inhoudelijke vragen bediscussieerd. Als laatste is een vragenformulier op intranet gezet met vragen over bekendheid met en draagvlak voor internationale samenwerking. Dit formulier is ook aan een aantal medewerkers van de gemeente die in het verleden een bijdrage geleverd hebben aan internationale samenwerking persoonlijk gestuurd. De discussienota waarin de huidige stand van zaken met betrekking tot internationale samenwerking op uitvoeringsniveau en discussiepunten beschreven wordt, een beknopt verslag van de discussieavond en een verslag van een intern draagvlakonderzoek zijn als bijlagen bij dit stuk gevoegd. De uitkomsten van de evaluatie hebben geen gewijzigde inzichten opgeleverd met betrekking tot de hoofdlijnen van het huidige internationale beleid. Deze willen we dan ook vasthouden, op enkele punten na die in dit hoofdstuk beschreven worden. We hebben gemeend om ondanks de kleine wijzigingen het huidige beleid toch gedetailleerd te beschrijven omdat tijdens de evaluatie gebleken is dat de precieze inhoud van internationale samenwerking vaak niet genoeg bekend is. Hierdoor is ook de betrokkenheid van de gemeentelijke organisatie bij het onderwerp gering.
4.2. Ontwikkelingen per stedenband/samenwerkingsrelatie De geschiedenis en de inhoudelijke stand van zaken binnen de stedenbandrelaties zijn in de bijgevoegde nota “Beleid Internationale Samenwerking: Actualisering 2003” te lezen. Hieronder volgen per partnerstad de doelen, resultaten en voorstellen. 4.2.1. Bamenda Kameroen Doelen De samenwerking met Bamenda heeft als doel het lokaal bestuur in Bamenda te versterken en de bewustwording in Dordrecht te bevorderen. Op welke wijze: Actualisering Internationale samenwerking
11
September 2003
Er is gekozen voor een stedenband, dit garandeert een structurele manier van samenwerken wat de continuïteit van de activiteiten en daarmee resultaten van de versterking van het lokale bestuur bevordert. Deze stedenband is in 1996 aangegaan voor vijf jaar en inmiddels dus officieel verlopen. In 2001 is door het College besloten een evaluatie van deze stedenband uit te stellen vanwege de onduidelijke politieke situatie destijds in Bamenda. Nieuwe verkiezingen stonden op stapel en de uitkomsten daarvan waren onzeker. Ook wilde men wachten op de afronding van een meerjaren samenwerkingsproject. Een Stichting stedenband Dordrecht- Bamenda is werkzaam ten behoeve van de bewustwording in Dordrecht. Zij ontwikkelen bewustwordingsactiviteiten gerelateerd aan de stedenband. Zij geven door middel van fondswerving daadwerkelijke steun aan projecten, en brengen organisaties in Dordrecht in contact met organisaties in Bamenda. Resultaten Twee meerjarige samenwerkingsprojecten zijn afgerond en er zijn tal van resultaten behaald op het gebied van versterking gemeente apparaat, infrastructuur, gezondheidszorg en aidsbewustwording. Zo is er een brandweer opgericht, is een vuilophaaldienst gerealiseerd, zijn bruggen gebouwd en gezondheidscentra beter uitgerust. Bij deze samenwerking zijn de Brandweer, Netwerk, de afdeling automatisering, de GGD en Stadswerken actief betrokken geweest. Het gemeentebestuur van Bamenda wil de samenwerking graag continueren. Zij hebben de omstandigheden voor veel burgers kunnen verbeteren, en het gemeentelijk apparaat kunnen versterken. De burgers van Bamenda dringen er bij de gemeente op aan om meer zaken aan te pakken in de samenwerking met Dordrecht. Het gemeentebestuur van Bamenda wil dit ook. De politieke situatie is na de verkiezingen stabiel. Na de verkiezingen is er een andere voorzitter van de gemeenteraad benoemd en deze staat zeer welwillend ten opzichte van de samenwerking met Dordrecht. Tussen deze voorzitter en de gedelegeerde burgemeester doen zich geen noemenswaardige problemen voor, dit was namelijk wel het geval met de vorige voorzitter. Door de Stichting stedenband Dordrecht Bamenda zijn veel contacten tussen organisaties en groepen ontstaan. Scholen, de soroptimisten, moslimvrouwengroep, de katholieke jeugdzorg zijn enkele daarvan. Zij hebben tal van bewustwordingsactiviteiten georganiseerd en veel vrijwilligers gemobiliseerd die onder andere in een aidsplatform werkzaam zijn. Vanwege al deze contacten hecht de stichting aan voorzetting van de stedenband. Voorstel: •
Verlengen stedenband We stellen voor de stedenband met Bamenda te verlengen voor onbepaalde tijd. Vanwege de grote inzet van het gemeentebestuur van Bamenda en allerlei organisaties in Bamenda verdient het een voortzetting van de samenwerking.
•
Starten nieuw samenwerkingsproject.
Actualisering Internationale samenwerking
12
September 2003
We willen een nieuwe subsidieaanvraag indienen bij de VNG voor een meerjarig samenwerkingsproject. Dit project wordt een logisch vervolg op de vorige projecten op het gebied van infrastructuur (uitbreiding), afvalverzameling (uitbreiding), capacity building van gemeentepersoneel en raadsleden (nieuw element) en gezondheidszorg/ aids voorlichting. Als de precieze activiteiten in samenwerking met Bamenda benoemd zijn en de begroting bekend is zal hiervoor apart aan het college toestemming worden gevraagd. 4.2.2. Varna Bulgarije Doelen De samenwerking met Varna heeft als doel het lokaal bestuur in Varna te versterken met een speciale focus op het voldoen aan de eisen om in 2007 toe te treden tot de Europese gemeenschap en de bewustwording in Dordrecht te bevorderen. Op welke wijze Met Varna heeft Dordrecht sinds 2001 een officiële stedenbandrelatie. Voor de contacten met het maatschappelijk middenveld is een Stichting stedenband Dordrecht- Varna opgericht. Resultaten Op het gebied van bewustwording scoort het contact met Varna goed. De Stichting stedenband Dordrecht Varna, heeft diverse activiteiten georganiseerd en diverse vrijwilligers zijn in werkgroepen bezig met bepaalde onderwerpen als gehandicaptenbeleid en jongeren. Organisaties als de Dordtse Welzijn Organisatie en de Dordtse Adviesraad gehandicapten zijn hier intensief bij betrokken. Wat betreft versterking lokaal bestuur ligt het accent vooral op het verkrijgen van kennis en implementeren van Europese regelgeving. Dit proces is nog in opbouw en heeft een eerste voorzichtige start achter de rug. We staan op het punt om een meerjarig samenwerkingsproject te formuleren. De Milieudienst ZHZ, het Zuiveringsschap en het waterbedrijf Europoort, de sector Stadsontwikkeling, Bouwen en wonen van de publieksdiensten en ingenieurswerken van Stadswerken zijn hierbij betrokken en zullen ook daadwerkelijke bijdragen leveren. Varna heeft door de samenwerking tot nu toe een beter beeld gekregen van de Europese regelgeving die zij moeten implementeren. Zij hebben de hulp van Dordrecht hard nodig en willen heel graag nu tot verdere plannen komen. Naast kennis hebben zij ook behoefte aan financiële ondersteuning van diverse activiteiten als de renovatie van een afvalwaterzuivering. Financiële steun kunnen we echter niet bieden, het subsidieprogramma voor toetredingslanden van de VNG geeft hiervoor geen mogelijkheid. Wel willen we de mogelijkheid van andere subsidieprogramma’s hiervoor onderzoeken. Voorstel: • We willen met Varna een meerjarig samenwerkingsproject starten in het kader van het subsidieprogramma van VNG international: Gemeentelijke samenwerking toetredingslanden. De subsidieaanvraag voor dit project zal in afstemming met de Actualisering Internationale samenwerking
13
September 2003
Milieudienst, het Zuiveringsschap en Waterbedrijf Europoort worden opgesteld. Dit programma bestaat puur uit kennisuitwisseling kent niet het investeringscomponent van de programma’s voor de ontwikkelingslanden. Voor eventuele investeringen willen we mogelijkheden binnen andere subsidieprogramma’s gaan zoeken. 4.2.3. Emalahleni (Dordrecht) Zuid -Afrika Doelen De samenwerking met Emalahleni heeft als doel het lokaal bestuur in Emalahleni te versterken en de bewustwording in Dordrecht te bevorderen. Op welke wijze Met Emalahleni /Dordrecht hebben we geen stedenband. Tot op heden bestaan de contacten uit het uitnodigen van ambtenaren en raadsleden voor municipal management trainingen die door de VNG gegeven en betaald worden. In 2001 en 2002 hebben twee formuleringsmissies plaatsgevonden. Resultaten De trainingen van de VNG hebben bijgedragen aan de formulering van een Integraal Development plan voor de gemeente en aan de vertaling van gender bewustzijn in het personeelsbeleid. Door de laatste training in mei 2003 is een gecoördineerde hiv/aids aanpak in oprichting. Ook hier wordt dus al resultaat geboekt met het versterken van het lokaal bestuur. De trainingen van de VNG zijn echter beperkt tot één onderwerp dat door de VNG bepaald wordt. Voor wat betreft bewustwording biedt het nog wat minder mogelijkheden omdat er nog niet veel contacten met het maatschappelijk middenveld zijn opgebouwd. Wel zijn in Dordrecht een aantal vrijwilligers actief met de herstart van een kaasfabriek in Emalahleni en met watervoorziening. Emalahleni heeft zelf hulp aan Dordrecht gevraagd en ziet de samenwerking graag in een meer duurzame vorm dan tot nu toe. Zij hebben de opgedane kennis in de trainingen goed in praktijk gebracht. Zij willen graag met ons samenwerken op een meer structurele basis. Zij hebben behoefte aan een meerjarenperspectief zodat de kennisoverdracht duurzamer aangepakt kan worden. Voor ons is het van belang dat er een stevige basis is in zowel Dordrecht als Emalahleni om een stedenband aan te gaan. Dit willen we in 2003 onderzoeken door mee te blijven doen aan de trainingen van de VNG en gezamenlijk een meerjarenprojectplan te formuleren. In 2004 willen we bekijken of er voldoende basis is om een eventuele stedenband aan te gaan. Voor een stedenbandrelatie zal het draagvlak binnen de Dordtse bevolking van even groot belang zijn als de ervaringen binnen de samenwerking op het niveau van de gemeente organisatie. Voorstel:
Actualisering Internationale samenwerking
14
September 2003
•
•
Samenwerking met Emalahleni voortzetten door gebruik te maken van de municipal management trainingen van de VNG en gezamenlijk een meerjarenprojectplan te formuleren. In 2004 willen we bezien of de ervaringen in 2003 een onderzoek naar een stedenbandrelatie met Emalahleni (Dordrecht) rechtvaardigen.
4.2.4. Granada Nicaragua/ Trnava Slowakije Doelen De contacten met Granada en Trnava vonden plaats binnen het North East South West programma (NEWS) van de VNG. Binnen dit programma werd met Nederlands geld de 2e wereld (Trnava) de mogelijkheid geboden projecten uit te voeren in de 3e wereld (Granada) Dordrecht adviseerde beide steden. Op welke wijze Dordrecht had binnen het programma een adviserende rol. Daarnaast is concreet hulp geboden in de vorm van een geldbedrag, nadat de orkaan Mitch de stad getroffen had. De stichting Beter Wonen heeft in 1999 een geldbedrag beschikbaar gesteld voor de bouw van 35 woningen. In 2002 hebben zij wederom aanvullende financiering ter beschikking gesteld voor woningbouw. Dit loopt nog steeds; de contacten hierover lopen via de stichting Beter Wonen. Het NEWS programma was eind 2000 afgelopen. Het was de bedoeling om de contacten met Trnava af te bouwen omdat inmiddels met Varna een stedenband was aangegaan en besloten was het aantal stedenbanden te beperken. Met Granada wilden we een bilaterale samenwerking voortzetten. Daarvoor heeft in 2001 nog een missie plaatsgevonden. Granada heeft daarna echter niets meer van zich laten horen zodat dit een slapend contact geworden is. Resultaten Met behulp van het NEWS project heeft Granada een masterplan voor stedelijke planning tot 2020 kunnen maken. Daarnaast hebben zij met de financiële middelen een woonwijkje kunnen bouwen en zijn zij nog steeds aan het bouwen. Na de missie in 2001 zou Granada de kennisbehoefte rond stedelijke planning aangeven. Dit is echter nooit meer gebeurd. Voorstel: • Geen actie ondernemen richting Granada zolang niets vanuit Granada vernomen wordt. Zonodig ondersteuning bieden aan vervolgactiviteiten Stichting Beter Wonen. 4.2.5. Recklinghausen Duitsland en Hastings Engeland Doelen
Actualisering Internationale samenwerking
15
September 2003
Deze contacten hebben een iets andere doelstelling dan de andere partnersteden en zijn vooral gericht op het bevorderen van contact en onderling begrip tussen Europese steden en hun inwoners.
Op welke wijze Met Recklinghausen bestaat sinds 1974 en met Hastings sinds 1981 een officiële stedenband. In het begin waren de contacten vooral op het gebied van sport en cultuur maar de laatste jaren vindt ook steeds meer kennisuitwisseling op allerlei beleidsterreinen plaats zoals dualisme ICT, betekenis van Europa voor lokale overheden, integratiebeleid etc. Resultaten Het contact met beide partnersteden is stabiel. Jaarlijks vinden er vaste uitwisseling plaats tussen onder andere de gemeenten, zwemclubs, zangkoren en diverse groepen zoals Turkse vrouwen, jeugduitwisseling (jeugdtheater, popmuziek en schaak.) Daarnaast wordt ieder jaar een uitwisselingsprogramma gemaakt waarin kennisuitwisseling en jeugdgroepen bijzondere aandacht hebben. Voorstel: •
We stellen voor het huidige beleid met betrekking tot de partnersteden Recklinghausen en Hastings voort te zetten.
4.3. Algemene ontwikkelingen In het kader van de actualisering van het beleid zijn ook enkele algemene evaluatiepunten geformuleerd. Deze punten zijn met een aantal partners in de stad bediscussieerd tijdens een bijeenkomst. De opmerkingen vanuit deze bijeenkomst zijn in deze nota verwerkt. 4.3.2. Subsidies Voor de doelstelling bewustwording maken we vooral gebruik van een aantal partners in de stad. De eerste partner betreft het Centrum voor Internationale samenwerking, het COS. Het COS Zuid Holland Zuid werd daartoe speciaal in opdracht van de gemeente in 1989 opgericht. Tegenwoordig heet het “centrum voor internationale samenwerking” vanwege de uitbreiding van de werkzaamheden naar Oost Europa. Voor het Cos is structureel exploitatiesubsidie begroot. Ditzelfde geldt voor de Stichtingen stedenbanden die bij het aangaan van de stedenbanden zijn opgericht. Voor de wereldwinkel wordt gedeeltelijke exploitatiesubsidie verstrekt omdat de gemeente deze unieke manier van bewustwording die ook nog directe steun oplevert onderschrijft. De wereldwinkel verkoopt namelijk producten uit de derde wereld die rechtstreeks van de producenten komen en waarvoor de producenten een goede prijs krijgen. Bij de producten wordt informatie gegeven over het herkomstland en de omstandigheden van de producenten. Actualisering Internationale samenwerking
16
September 2003
In aanvulling hierop maken deze en andere organisaties gebruik van het subsidiebudget voor voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten. Dit activiteitenbudget bedraagt € 42.000 per jaar. In hoofdstuk 7 is een financieel overzicht opgenomen waarin de hoogtes van de diverse bijdragen te zien zijn. Met betrekking tot de procedure van subsidieverstrekkingen voor voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten willen we graag het een en ander wijzigen. We willen heldere criteria ontwikkelen waarop deze aanvragen afgewogen kunnen worden. Het doel van deze subsidieverstrekking is het stimuleren en ondersteunen van particuliere initiatieven die bijdragen aan mondiale bewustwording van de Dordtse bevolking. Het beleid biedt dus geen mogelijkheden voor directe steun. Er zijn veel subsidiemogelijkheden binnen de gemeente Dordrecht. Op dit moment is er geen afstemming tussen deze diverse mogelijkheden. Afstemming met de subsidiemogelijkheid in het kader van integratiebeleid kan voor ons van belang zijn en afstemming en planning tussen allerlei activiteiten kan meerwaarde opleveren. Het budget voor activiteiten is gering. Het grootste gedeelte hiervan gaat naar de activiteiten van het COS en de Stichtingen stedenbanden omdat in 1995 besloten is de bewustwordingsactiviteiten zo veel mogelijk te laten aansluiten bij de stedenbandrelaties. Vanwege de geringe hoogte van het budget willen we een al te gedetailleerde regelgeving voorkomen. Wel willen we meer de nadruk gaan leggen op kwaliteit, planning en afstemming. We stellen voor om bij het COS een front office/coördinatiepunt te maken voor het indienen van de aanvragen. Zij hebben namelijk de deskundigheid, kennis van allerlei fondsen voor particulieren en van alle activiteiten in dit kader. Zij kunnen deze kennis en kunde dan direct aanbieden. Zo denken we tot kwalitatief goede aanvragen en verantwoording komen. Het COS zal geen beslissende rol krijgen m.b.t. subsidieaanvragen, wel zullen zij een advies aan de gemeente meegeven met de aanvraag. Mocht een organisatie geen prijs stellen op advies van het COS dan zal deze alleen de aanvraag innemen en doorsturen naar de gemeente. Na goedkeuring van het college omtrent dit punt willen we samen met het COS heldere criteria en een heldere procedure ontwikkelen. Deze zullen in het derde kwartaal van 2003 afzonderlijk aan het college ter goedkeuring worden voorgelegd. Voorstel: •
•
Continueren van gemeentelijke ondersteuning aan instellingen en organisaties ten behoeve van voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten waarbij bijzondere aandacht gegeven wordt aan activiteiten die de partnerrelaties ondersteunen. Subsidiering van COS (incl. Oost Europa) en Stichtingen stedenbanden Bamenda en Varna voor exploitatie en activiteiten continueren.
•
Exploitatiesubsidie ad 50% van de huurkosten aan Wereldwinkel continueren.
•
Het COS een front office functie geven ten behoeve van incidentele aanvragen om
Actualisering Internationale samenwerking
17
September 2003
subsidie voor voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten in het kader van mondiale bewustwording van de burgers van Dordrecht. •
Samen met het COS zal de gemeente Dordrecht een heldere procedure en heldere criteria voor incidentele subsidieverstrekking ontwikkelen en deze aan het college voorleggen.
4.3.3. Wereldwaag De huurders van het pand “de Waag” aan de Wijnstraat hebben al een aantal jaren de wens het pand een centrale functie te geven in het kader van mondiale bewustwording. Op dit moment is het pand grotendeels bevolkt met instellingen en stichtingen op dit gebied. Deze hebben allemaal hun eigen aandachtsgebied binnen het beleidsveld. De huurders hebben echter behoefte aan een centraal punt binnen het gebouw van waaruit allerlei zaken geregeld kunnen worden. Denk aan een receptie/makelaars/faciliterende functie voor allerlei activiteiten en beheerszaken. Zij willen het pand meer promoten en gebruiken voor overkoepelende activiteiten. Nu zijn de huurders alleen bezig met de eigen activiteiten en hebben geen middelen dit gecoördineerd op te pakken. Bij een dergelijke algemene functie van het pand zouden alleen organisaties op het gebied van internationale contacten met 2e, 3e wereldlanden en herkomstlanden in het pand ruimte kunnen huren. Wij onderschrijven deze wens omdat het versnipperde activiteiten kan bundelen. In een gezamenlijke presentatie en coördinatie kunnen de afzonderlijke activiteiten elkaar versterken en zijn de mogelijkheden groter. Resultaat is dan een groter bereik en bredere bewustwording. Wij stellen ons wel voor dat dit zoveel mogelijk door de organisaties zelf wordt geïnitieerd, georganiseerd en beheerd. Dit past namelijk in het streven van de gemeenten om organisaties meer te betrekken bij en verantwoordelijkheid te geven voor het ontwikkelen van initiatieven die het gemeentebeleid aanvullen. We stellen dan ook voor om deze mogelijkheid nader te onderzoeken en de haalbaarheid alsmede (financiële) consequenties van het idee in beeld te krijgen. Voor de wereldwaag zullen later aparte voorstellen worden ingediend. Voorstel: • Akkoord gaan met onderzoek naar de mogelijkheden om te komen tot een Wereldwaag. • Als de haalbaarheid en consequenties in beeld zijn zullen hierover aparte voorstellen volgen. 4.3.3. Draagvlak binnen de gemeente Zoals al eerder vermeld zijn gesprekken gevoerd met diensthoofden en een wethouder en zijn vragenformulieren verspreid. In deze gesprekken en uit de ingevulde formulieren kan worden opgemaakt dat de beeldvorming over internationale samenwerking niet altijd recht doet aan de activiteiten. Dit komt meestal omdat men niet goed op de hoogte is wat er allemaal binnen de internationale samenwerking gebeurt, en ook wat er vooral niet gebeurt. De internationale werkzaamheden staan vaak ver weg van het eigen beleidsveld en de dagelijkse werkzaamheden. Onze conclusie over het draagvlak is dat we meer de Actualisering Internationale samenwerking
18
September 2003
inhoudelijke en serieuze kant van het beleidsveld moeten communiceren aan collega’s, maar ook aan de inwoners van Dordrecht. Met een strategische inzet van communicatiemiddelen willen we de informatievoorziening optimaliseren en hiermee het draagvlak vergroten. Een communicatieparagraaf met voorstellen hiertoe is onder hoofdstuk 5 in deze nota opgenomen. 4.3.4. Herkomstlanden Er is een landelijke tendens om binnen de gemeentelijke internationale samenwerking relaties aan te gaan met herkomstlanden. Dit om tegemoet te komen aan de behoefte van bepaalde inwonersgroepen. Door aan deze relaties bewustwordingsactiviteiten te koppelen wordt begrip en respect voor de culturen van deze bewonersgroepen bevorderd wat het samenleven in multiculturele steden ten goede komt. Contacten met herkomstlanden kunnen waardevolle informatie en kennis opleveren over deze culturen die door instellingen in Dordrecht gebruikt kunnen worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het (anders) inrichten van ouderenzorg voor groepen ouderen uit herkomstlanden, het bieden van hulpverlening bij schulden, budgetteren of opvoedkundige adviezen om er maar een enkele te noemen. In Dordrecht is zeker belangstelling voor het aangaan van contacten met herkomstlanden volgens het Centrum voor Integratiebevordering. Vanuit de diverse belangenorganisaties is deze vraag echter nog niet concreet naar voren gebracht. De vraag bij het aangaan van contacten met herkomstlanden is welke vorm je daarvoor kiest en welk gebied daarvoor het meest geschikt is. Het aangaan van een stedenband met een stad in een herkomstland lijkt niet het meest geschikte instrument voor een dergelijke samenwerking. Het is te beperkt wat betreft bereik, je kan tenslotte maar één bepaalde gemeente in één bepaald land kiezen, en het lost de vraag van maar één inwonersgroep op. Het lijkt dat er meer behoefte bestaat aan het aandacht geven aan diverse herkomstlanden en hun cultuur in het algemeen. We kunnen dan denken aan projectmatige samenwerking op een bepaald terrein met een bepaalde regio of stad. Na afloop van het project kan een ander gebied/ terrein worden gekozen. Een project van het archief over de fototentoonstelling over Kayapinar had met gerichte mondiale voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten aangevuld kunnen worden. Een werkbezoek aan de Nederlandse Antillen kan uitmonden in de wens tot samenwerking of contacten tussen bepaalde organisaties hier en daar. Aanvullend op het integratiebeleid kunnen mondiale voorlichtings en bewustwordingsactiviteiten ontwikkeld worden. RTV Dordrecht kan worden aangespoord om diverse groepen meer te belichten in de programmering. (Dit zou een subsidievoorwaarde kunnen zijn.) We stellen voor vooralsnog niet concreet aan de slag te gaan met een project met een herkomst land maar eerst open te staan voor het idee en contact te houden met het integratiebeleid en de internationale activiteiten op het gebied van kunst en cultuur. We denken hierbij aan het zoeken van meerwaarde in het afstemmen van de onderlinge activiteiten. Voor voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten wordt nu bijzondere aandacht gegeven aan activiteiten die de partnerrelaties ondersteunen. We stellen voor deze bijzondere aandacht ook te geven aan bewustwordingsactiviteiten die culturele- en integratieactiviteiten met herkomstlanden ondersteunen. Actualisering Internationale samenwerking
19
September 2003
Voorstel: • Naast de bijzondere aandacht voor bewustwordingsactiviteiten die de partnerrelaties ondersteunen ook bijzondere aandacht geven aan bewustwordingsactiviteiten die culturele- en integratieactiviteiten met herkomstlanden ondersteunen. 4.3.5. Adoptie partnersteden door raadsleden In 1999 is voorgesteld de partnersteden door raadsfracties te laten adopteren om zo het politieke draagvlak te vergroten. Het blijkt dat de ervaringen hiermee verschillend zijn en afhankelijk van de persoonlijke interesses van het betreffende raadslid dan wel de fractie. De raadsleden zijn betrokken bij bezoeken van stagiairs uit de diverse partnersteden en hebben deelgenomen aan bepaalde activiteiten. Het blijkt dat de verwachtingen over en weer over deze adoptie niet helemaal duidelijk zijn. Het uitgangspunt was dus vooral het politieke draagvlak te vergroten. Ons inziens is dit doel wel behaald. De raadsleden die bij de discussiebijeenkomst waren willen deze adoptie voortzetten. Daarbij werd een aanbeveling voor de betrokken partijen gedaan: wees duidelijk over de verwachtingen over en weer en/of neem zelf initiatief. We willen in ieder geval de adoptie door raadsleden voortzetten omdat de raadsleden op deze manier op de hoogte blijven van en betrokken blijven bij de activiteiten binnen de stedenbandrelaties. Het politieke draagvlak wordt hiermee bevorderd. Voorstel: • Voortzetten van de adoptie van partnersteden door raadsleden om het politieke bestuurlijke draagvlak te behouden.
5. Communicatieparagraaf Communicatie is één van de instrumenten die de gemeente kan inzetten voor het ondersteunen van de doelstelling bewustwording van het gemeentelijk internationaal beleid Communicatie kan ingezet worden voor zowel de interne als de externe communicatie. In deze paragraaf wordt zowel de aanpak voor de interne als de externe communicatie beschreven. Eerst wordt de strategie beschreven. Hierbij is uitgegaan van twee heterogene doelgroepen namelijk de Dordtse burger en de medewerk(st)er bij de gemeente.
5.1. Strategie voor de communicatie Structureel en regelmatig Om de Dordtse burgers en de medewerkers van de gemeente mondiaal bewust te maken, moet de communicatie over het gemeentelijk internationaal beleid structureel en regelmatig plaatsvinden. Kennis vergroten voor het creëren van draagvlak In de communicatie moet inzichtelijk worden gemaakt waarom mondiaal bewust denken in 20 Actualisering Internationale samenwerking
September 2003
deze maatschappij belangrijk is. De internationale werkzaamheden zijn vaak een ver van mijn bedshow. We zullen de burgers en medewerkers stap voor stap (structureel en regelmatig) moeten uitleggen wat internationaal werken betekent. Vooral de vraag ‘What’s in it for me?’ zal duidelijk beantwoord moeten worden. Vervolgens kan deze vraag omgezet worden in de vraag '‘Hoe kan ik bijdragen aan de internationalisering van de gemeente?’. Als deze vraag gaat leven, kunnen we gaan werken aan het creëren van draagvlak. Samen communiceren In de gemeente Dordrecht zijn veel organisatie internationaal bezig. Om meer inzicht en duidelijkheid te scheppen, stellen wij voor om de communicatie over al deze internationale activiteiten die binnen het gemeentelijk beleid vallen te bundelen. Op dit moment communiceert elke instantie over zijn eigen internationale activiteiten. Een compleet overzicht kunnen we de burger dan niet bieden. Het gezamenlijk communiceren schept helderheid. Uiteraard behoudt iedere organisatie zijn eigen identiteit en bijbehorende uitstraling. Voor de vorm waarin deze gezamenlijke communicatieactiviteit zal plaatsvinden, zijn vele opties mogelijk. Eén van de mogelijkheden is het gebruik maken van ruimte binnen de pagina van het gemeentenieuws. Dit gemeentenieuws kan zowel voor de interne als de externe communicatie gebruikt worden. Een andere mogelijkheid is het opzetten van een gezamenlijke website of het opzetten van een internationaal newsbulletin op RTV Dordt. Het uitwerken van de communicatiemiddelen kan plaatsvinden als het uitgangspunt ‘Samen communiceren’ door alle internationale partners gedragen wordt. Creatief en verrassend Wil je op dit moment zorgdragen voor een goede communicatieaanpak, dan moet de communicatie creatief en verrassend zijn. Anders valt de communicatie over het internationaal gemeentelijk beleid niet op tussen alle andere communicatie-uitingen van de gemeente en andere instanties. Hierbij zullen steeds internationale aanknopingspunten gezocht moeten worden. Een creatieve en verrassende communicatieaanpak kan vergeleken worden met een campagneachtige aanpak. Strategie in kernwoorden • structureel en regelmatig • kennis vergroten voor het creëren van draagvlak • samen communiceren • creatief en verrassend
5.2. Plan van aanpak Alle communicatiemiddelen die ingezet worden voor de Dordtse burgers zijn ook van toepassing voor de medewerkers van de gemeente. Wij stellen een mix van communicatiemiddelen voor die elkaar versterken in de tijd en die regelmatig ingezet kunnen worden. De communicatieuitingen zijn in het eerste half jaar met name gericht op het vergroten van het kennisniveau.
Actualisering Internationale samenwerking
21
September 2003
Het startmoment voor het starten van de communicatieaanpak is na de vaststelling van deze nota’. Vervolgens kunnen we de volgende communicatiemiddelen inzetten : gemeentenieuws in De Stem van Dordt, artikelen in Dordt Binnenuit, BV Binnenstad; Dordtenaar internationale website van alle organisaties in Dordrecht; persbericht; tv- en radiospecials; WAD borrel Folder “Criteria subsidieverlening” Factsheets internationale samenwerking Natuurlijke communicatiemomenten zoals bij tentoonstellingen, culturele uitwisselingen etc. Deze communicatiemiddelen kunnen versterkt worden door het opzetten van een creatieve en verrassende campagneaanpak waarin je als persoon wordt aangesproken. Wat doe jij aan internationale samenwerking? Wat heb en kun jij de mensen in Varna bieden? Deze vragen kunnen bijvoorbeeld op een poster in een abri opgehangen worden met de verwijzing naar de website. In deze tijd zul je de mensen moeten uitnodigen om naar de website te gaan kijken. Je kunt de campagne daarnaast ook mysterieus maken met het uitgangspunt de personificatie. Hij doet iets voor Bamenda. Waarom jij niet? Deze communicatiemiddelen worden uitgewerkt in een matrix en uitgezet in de tijd. Op deze manier is in één oogopslag te zien wanneer welk communicatiemiddel ingezet kan worden en wanneer deze herhaald moet worden. Voorstel: •
Instemmen met de strategie voor de communicatieaanpak opdat deze nader uitgewerkt kan worden in een plan van aanpak.
Actualisering Internationale samenwerking
22
September 2003
6. Financiële paragraaf Overzicht gemeentelijk budget 2002: Personele capaciteit: 1,06 fte Structurele subsidies: St. Dordrecht -Varna St .Dordrecht- Bamenda Cos algemeen Cos Oost Europa Wereldwinkel
€ € € € €
12 .500 12 .500 50 .380 26.309 8.172
Incidentele subsidies: Voorlichtings- en bewustwordingsactiviteiten: € 42.000 Totaal
€ 151.861
In 2002 is € 45.800 aan extern subsidiegeld ontvangen en gebruikt voor drie uitzendingen, 3 stages en een afrekening van een laatste tranche van een meerjarenproject met Bamenda over 2002. Per meerjarig samenwerkingsproject met ontwikkelingslanden financiert de VNG international 50% van de gedane investeringen (dit zijn ook: 2e hands materialen en arbeidsloon.) tot een maximum van € 50.000,00 per jaar. De kosten voor uitwisselingen worden dus volledig met extern subsidiegeld gefinancierd.
7. Evaluaties Wij stellen voor om het gehele beleid, de stedenbandrelaties en de voortgang daarvan over een periode van vier jaar weer te evalueren. Dit zal dus in oktober 2007 zijn.
Actualisering Internationale samenwerking
23
September 2003