het
Waterschap
T i j d s c h r i f t
v o o r
w a t e r s c h a p p e n
e n
w a t e r b e h e e r
Afscheid Peter Glas Dijkhertog in roerige tijden Waterinnovatieprijs Klaar voor de toekomst Normering keringen Focus op uitvoering
Thema
Dijken December 2015
12
Eterdam Een dijk van een plaat Belangrijke eigenschappen van de Eterdam zijn: UÊ ÊZeer duurzaam en voordelig alternatief voor houten paal/schot beschoeiingen UÊ Onderhoudsarm UÊ Rottingsvrij en vorstbestendig UÊ Neemt kleur van de omgeving aan UÊ Zeer eenvoudige verwerking, ook in bochten
Op welk gebied wilt ú voorloper zijn? ZOEK UW CURSUS OP WWW.PAOTM.NL!
KENNIS DIRECT TOEPASBAAR MAKEN PAO Techniek en Management is de nieuwe naam voor twee bekende en gewaardeerde merken in de technische opleidingswereld: Stichting PostAcademisch Onderwijs (PAO) en PAO Techniek. PAO Techniek en Management wil met postacademische opleidingen en cursussen bijdragen aan de ontwikkeling van de deelnemers tot voorlopers in techniek en management. Onze één- tot meerdaagse cursussen kunnen wij ook incompany verzorgen. Dit voorjaar organiseren wij onder andere: Asset management ondergrondse infrastructuur Menselijke factor in de watersector Participatief meten Blauwalgen en waterbeheer Leiderschapsontwikkeling voor ingenieurs INSCHRIJVEN? Lees meer en schrijf u in voor een cursus op www.paotm.nl Heeft u vragen dan staan we u graag te woord op tel: 015 278 46 18 '*+,* $+1%!$ !&' ('+%&$
Succesvol door Wetterskip Fryslân als innovatieproject beproefd te Stavoren. Wilt u het evaluatierapport van Royal Haskoning DHV ontvangen over het project in Stavoren, mail dan met
[email protected]. Eternit B.V. Haven 12 7471 LV GOOR tel: 0547 - 28 88 88 fax: 0547 - 28 87 77 Internet: www.eternit.nl
COLOFON
INHOUD
Het Waterschap is het officiële orgaan van de Unie van Waterschappen. Het is een onafhankelijk tijdschrift dat op zakelijke en informatieve wijze ingaat op de werkgebieden van de waterschappen en de belangengroepen daaromheen.
06 Interview Peter Glas Peter Glas neemt na twee periodes afscheid van het voorzitterschap van de Unie van Waterschappen. “Toen ik aantrad in 2010 stonden de provincies met ronkende motoren en slippende koppelingen in de startblokken om het hele spul van ons over te nemen.” Nu, anno 2015, staan de waterschappen weer stevig op de kaart.
VERSCHIJNINGSFREQUENTIE
10 x per jaar HOOFDREDACTIE
Cees Meijer REDACTIE
Andy Krijgsman Ruud van Heel Roelof Hoving Eric Keizer Pia Schrijnemakers Pierre de Vries Bert Nijveld (eindredactie)
11 Waterinnovatieprijs
REDACTIEADRES
Postbus 20025, 2500 EA Den Haag tel. 070-378 92 54
[email protected] website: www.sdu.nl/water
De Waterinnovatieprijs trok ook dit jaar weer veel belangstelling. De jury kon kiezen uit maar liefst 135 inzendingen. Allemaal innovatieve ideeën die ons kunnen helpen onze kerntaken nog beter te vervullen.
UITGEVER
Dineke Sonderen, Sdu Uitgevers bv ABONNEMENTEN
Abonnementsprijs: € 126,- excl. BTW per jaar. Losse nummers: € 9,95 excl. BTW. Abonnementen kunnen schriftelijk worden aangevraagd. Vanwege de aard van de uitgave, gaat Sdu uit van een zakelijke overeenkomst; deze overeenkomst valt onder het algemene verbintenissenrecht.
De oogst uit de pilots is de moeite waard. Inhoudelijk is de kennis over het gebied en over de mogelijkheden van meerlaagsveiligheid toegenomen. Een variëteit aan maatregelen is ontworpen, onderzocht en soms ook gerealiseerd.
Sdu Klantenservice, Postbus 20014, 2500 EA Den Haag, tel: 070-378 98 80, fax: 070-378 97 83, www.sdu.nl/service ADVERTENTIES
VORMGEVING
SD Communicatie, Rotterdam DRUK
Wilco © Sdu Uitgevers BV, Den Haag, 2015 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevens-bestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. ISSN 13804251
EN VERDER 05 14 17 18 22 26
Commentaar De politicus Gastcolumn Dijkdoorbraak Deltagoot Beoordeling keringen
28 30 31 32
Brede groene dijk Meekoppelkansen in de camper Schatten van de schappen Maestr’eau
33
Waternieuws
3 Het Waterschap
Bureau Van Vliet bv, Postbus 20, 2040 AA Zandvoort, tel. 023-571 47 45, fax: 023-571 76 80
[email protected] www.sduadverteren.nl
Nummer 12 December 2015
20 Opbrengsten pilots meerlaagsveiligheid
Wanneer u werkzaam bent bij een van de waterschappen hebt u wellicht recht op een gratis abonnement op Het Waterschap. Om te zien of u hiervoor in aanmerking komt, neemt u contact met Sdu Klantenservice of gaat u naar Het Waterschap via www.sdu.nl/water.
24 Anticiperen op nieuwe normen Toetsen op basis van de nieuwe normen kan pas in 2017. Volgens Simone Boogaard, teammanager programmering bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma, zijn er toch mogelijkheden om nu al aan de slag te gaan.
Foto cover Robbert Goddyn
Ik ben Anne. Ik kies IZA. Het beste voor mij en mijn gezin. IZA geeft me de vrijheid het ideale zorgpakket samen te stellen. Voor mezelf en mijn gezin. Ook kan ik zelf mijn zorgaanbieder kiezen. Waar ik ook heel erg mee geholpen ben? Met advies over mantelzorg en zelfs tijdelijke vervanging. Zo kan ik er voor iedereen zijn.
Medewerkers bij gemeenten, provincies en waterschappen kiezen voor een zorgverzekering van IZA GezondSamen. Met collectiviteitskorting en ruime vergoedingen.
izagezondsamen.nl/ikbenanne
COMMENTAAR
oplossingen. De voorbeelden rijgen zich aaneen. Burgers die energiecoöperaties oprichten en daarmee zelfvoorzienend worden. Bedrijven die zich profileren met een duurzaam beleid en zich bij hun inkoop nadrukkelijk de vraag stellen wat het effect van hun handelen is op het klimaatprobleem. In de financiële wereld worden de risico’s van deelname in bedrijven die zich nog helemaal op fossiele brandstoffen richten, voor banken, pensioenfondsen en investeringsmaatschappijen, inmiddels hoog ingeschat.
De inzet in Parijs was niet alleen te komen tot vermindering van de uitstoot van broeikasgassen. Er is inmiddels ook veel aandacht voor het omgaan met de onvermijdelijke gevolgen van een warmere aarde (adaptatie). Daarnaast speelt altijd mee dat de armere landen op de een of andere manier compensatie willen voor het feit dat zij tot nu toe weinig hebben bijgedragen aan de klimaatproblemen, maar wel voor een belangrijk deel de gevolgen ervaren. Vanaf 2020 zou hiervoor rond de honderd miljard per jaar nodig zijn.
Ook binnen de waterschappen wordt hard gewerkt aan besparingen op energie en het verhogen van de efficiëntie ervan. Binnenkort sluiten we met het Rijk een ‘Green deal’ die ons ook de middelen verschaft om te kijken of de oude afspraken die uitgingen van een energiebesparing van 30 procent in 2020, nog ambitieuzer kunnen. De reeks mogelijkheden is ook voor onszelf nog lang niet uitgeput: meer vaart achter het opschalen en doorontwikkelen van het concept van de energiefabriek, het openstellen van waterschapsterreinen voor windmolens en zonnepanelen, energie winnen uit temperatuurverschillen, enzovoort.
In Nederland heeft het KNMI de burgers nog eens met de neus op de feiten gedrukt. Via een code ‘oranje’ werd duidelijk dat klimaatverandering vrijwel iedereen raakt. Een aantal van de belangrijkste verwachtingen: de zeespiegel stijgt met 25 tot 80 cm. De jaarlijkse neerslag zal met 5 tot 7 procent toenemen. Maar de extremen zijn veel belangrijker; meer clusterbuien en langere erg natte periodes. Daar tegenover zullen de periodes van droogte eveneens vaker voorkomen en zal in de zomer de verdamping tot 15 procent toenemen. De te verwachten rivieraanvoer bij Lobith zal in de zomer afnemen en in de winter juist meer bedragen. De gegevens van het KNMI komen uit hun scenariostudie en bevatten de nodige onzekerheden. Veelal wordt ook met bandbreedtes gewerkt. Toch is één ding volstrekt duidelijk: waterbeheer in de toekomst is relevanter dan ooit en zonder een strakke regie op het nemen van noodzakelijke maatregelen, zijn de gevolgen niet te overzien. Gevolgen in termen van schade door extreem weer, gevaar voor veiligheid en de drinkwatervoorziening en waarschijnlijk meer mensen op de vlucht. De lijst is zonder moeite uit te breiden. In de maatschappij lijkt zich inmiddels een beweging af te tekenen die de klimaatproblemen uiterst serieus neemt en bovendien ook bereid is te werken aan
Toch is één ding glashelder. Klimaatbeleid kan alleen als de overheden wereldwijd werk maken van het maken en het uitvoeren van de afspraken. Burgers, bedrijven en lokale overheden kunnen veel, maar hebben kaders nodig en helderheid dat afspraken ook worden nagekomen: door iedereen. Alleen dan zijn initiatieven ook op de lange termijn vol te houden. Veiligheid is een kerntaak van de overheid. En de staat, dat zijn de dijken. Die leerstelling uit het Nederlands staatsrecht geldt nog steeds. Waterschappers weten dat als geen ander. Maar in een wereld waarin alles zo verweven is geraakt, kunnen nationale overheden die veiligheid niet meer op eigen houtje bieden. Alleen bindende internationale afspraken kunnen dat. Daarom zijn de afspraken uit Parijs zo belangrijk. Albert Vermuë Algemeen directeur Unie van Waterschappen
5 Het Waterschap
Parijs stond deze maand opnieuw in het brandpunt van de belangstelling. Gelukkig om een heel andere reden dan in november. Ministers en regeringsleiders uit bijna 200 landen kwamen bij elkaar om te spreken over het klimaat. Beter gezegd, over het nemen van maatregelen om ervoor te zorgen dat de effecten van klimaatverandering binnen de perken blijven. Over het algemeen wordt aangenomen dat als de temperatuurverhoging de komende eeuw minder dan twee graden is, de effecten overzienbaar zijn.
Nummer 12 November 2015
De Staat, dat zijn de dijken
WATERBESTUUR
Peter Glas:
“Waterbeheer noopt tot radicale veranderingen” Dat je goed bezig bent, hoor je het liefst van anderen. Maar dan moet je die ander dat wel eerst goed laten zien. Zelfbewust de luiken wagenwijd openen en ‘oeverloze en nutteloze structuurdiscussies’ verdwijnen als sneeuw voor de zon. Aldus Peter Glas. DOOR AD MOERMAN, JANE ALBLAS EN HERMAN HAVEKES
Nummer 12 December 2015
W Het Waterschap
6
atergraaf Peter Glas, zoon van een Het Vrije Volk-journalist, wordt per 1 januari opgevolgd als voorzitter van het Uniebestuur door Hans Oosters, de dijkgraaf van Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. In een ‘exit-interview’ met Het Waterschap verloochent Glas (zijn zus werkt bij RTL Nieuws) zijn journalistieke inborst niet. “We moeten nog meer laten zien wat we doen, daardoor krijgen we steeds meer ambassadeurs”, meent veelTwitteraar Glas. “We moeten de samenleving laten zien dat we leveren. Transparant, door iedereen controleerbaar en tegen een redelijk prijs. De grote winst van de afgelopen tien jaar is dat we dat inmiddels behoorlijk goed doen. Onze eigen benchmarks zijn voor iedereen zichtbaar op internet. Daar hebben ‘ze’ niet van terug”, lacht Glas. “We zijn het afgelopen decennium uitgegroeid tot geëmancipeerde, zelfbewuste organisaties. We worden niet meer per ongeluk over het hoofd gezien, hooguit expres.”
Knagen aan zelfstandigheid Met ‘ze’ bedoelt hij de ‘vele vijanden’ van de zelfstandig bestaande waterschappen. In de eerste van zijn zes jaren aan het roer bij de Unie van Waterschappen, werd er door belendende overheden en de Haagse politiek flink geknaagd aan de zelfstandige schappen. Al die bestuurlijke drukte was de oorzaak van alle stroperigheid, dus moest er één overheidslaag sneuvelen. De waterschappen leken
Peter Glas: “We moeten vooral harder werken aan het waterbewustzijn.”
“Peter Glas wist ’s lands oudste bestuursorgaan internationaal op de kaart te zetten” “Er ging vorig jaar een kleine schok door ons land, toen Albert Heijn aankondigde dat ‘meneer Van Dalen’ niet meer in de reclamespotjes van de grootgrutter zou optreden. Nederlands bekendste supermarktmanager nam na jaren trouwe dienst afscheid. Het is altijd even wennen, als je afscheid moet nemen van een vertrouwd gezicht. Harry Piekema (die meneer Van Dalen speelde) was na tien jaar zo vergroeid met zijn rol van supermarktmanager, dat ik hem waarschijnlijk met dat typetje zal blijven associëren. Zoals Harry Piekema tot in lengte van jaren meneer Van Dalen zal zijn, zul jij altijd synoniem staan aan de waterschappen. Voor mij bén jij de waterschappen. Als voorzitter van de Unie van Waterschappen heb jij de zelfstandige en onafhankelijke positie van de waterschappen sterk verdedigd. Vooral het betrekken van zoveel partijen in ons waterbeheer wordt geroemd. Wat een groot compliment is voor de hele waterketen. Dus ook de waterschappen, die onder jouw leiding nog meer een eenheid werden – en daarmee een sterke en onmisbare schakel in de waterketen. Er ging een kleine schok door de waterwereld toen bekend werd dat jij afscheid neemt als voorzitter van de Unie van Waterschappen. Want iemand die jaren hét gezicht was van de waterschappen, zal worden gemist. Ik zal je missen als een ambassadeur voor de waterschappen en iemand die een van Nederlands oudste bestuursorganen ook internationaal op de kaart wist te zetten.”
gebaseerde structuurdiscussie. We hebben wel wat beters te doen; werken aan ’s lands veiligheid en zorgen voor voldoende en schoon water”, zegt Glas, die verwijten dat de waterschappen nog steeds ‘boerenrepublieken’ zijn naast zich neerlegt. “Ons democratische model is de oerdemocratie met een geborgde vertegenwoordiging van alle belangen. Dat moet vooral zo blijven. Overigens leerde onderzoek van het COELO (bureau van de Universiteit Groningen dat onder-
Oerdemocratie In het regeerakkoord van Rutte II (najaar 2012) dook niettemin ineens de wens op om de waterschappen richting 2025 op te laten gaan in een handvol nieuw op te richten landsdelen. “We hebben meteen laten weten dat we daar niet aan mee zouden doen. Er is zelfs geen begin van bewijs dat een andere structuur dan de bestaande, doelmatiger, efficiënter, veiliger en goedkoper waterbeheer met zich meebrengt dan hoe we het nu hebben geregeld. Ook is een andere vorm van ‘gouvernance’ niet per se democratischer. Val ons dan ook niet lastig met die op ideologie
“Zoals jij en ik al jaren weten, is samenwerken niet vanzelfsprekend. Sterker nog, het is zelfs vrij lastig. Dat het toch lukt en dat de verhouding tussen de waterschappen en de drinkwaterbedrijven en tussen de koepels steeds beter wordt, is zeker ook aan jou te danken. Samenwerken is voor een groot deel mensenwerk en daarbij is voorbeeldgedrag belangrijk. En nou juist dat voorbeeldgedrag is jou op het lijf geschreven. Jouw houding van ‘In principe werken we samen en anders krijg ik graag uitgelegd waarom het niet kan’, heeft absoluut geholpen.”
Cees Veerman, voorzitter van de Vewin:
“Voorbeeld van goed samenwerken!”
7 Het Waterschap
Melanie Schultz van Haegen, minister van Infrastructuur en Milieu:
de gemakkelijkste prooi. “Toen ik aantrad in 2010 stonden de provincies met ronkende motoren en slippende koppelingen in de startblokken om het hele spul van ons over te nemen,” herinnert de watergraaf zich. Watergraaf want Waterschap De Dommel, waar hij sinds 2003 de voorzittershamer hanteert, heeft geen dijken. Glas is onlangs herbenoemd voor een volgende periode van zes jaar bij De Dommel. Bij zijn aantreden bij de Unie wilden Balkenende en vervolgens Rutte I flink bezuinigen op de dijken. Balkenende honderd miljoen en diens opvolger Rutte schroefde dat bedrag zelfs op naar 181 miljoen euro. Daarnaast moest ook in de afvalwaterketen een besparing van 450 miljoen euro tot stand komen. Glas: “Wij wilden die bezuiniging op de dijken volledig voor onze rekening nemen. Maar dan wilden we natuurlijk wel wat meer waarborgen over ons zelfstandige voortbestaan. Al deze wensen leidden uiteindelijk tot het Bestuursakkoord Water in 2011. Vrijwel parallel ging Deltacommissaris Wim Kuijken aan de slag met het Nationale Deltaprogramma. Deze twee ontwikkelingen leidden tot veel bestuurlijke en ambtelijke dwarsverbanden. Het elkaar beter leren kennen leidde tot steeds meer samenhorigheid.”
Nummer 12 December 2015
WATERBESTUUR
WATERBESTUUR
zoek doet bij lagere overheden) dat er nog maar één waterschap is met een bestuur dat nog een meerderheid heeft van mensen met zeer diverse boerenachtergronden. Het is al lang niet meer de koekkoekséénzang die sommigen critici er van maken. Als stedelingen de volgende keer massaler gaan stemmen, verschuiven de verhoudingen misschien nog meer.” Uiteraard reageert Glas met deze opmerkingen op de kritiek, verwoord door schrijver/journalist Theo Dersjant, in het vorig jaar gepubliceerde boek ‘Oud Bestuur’. Met de auteur heeft Glas met enige regelmaat contact. Onder meer over het idee om met een aantal waterschappen geld in een potje, het Fonds
Nummer 12 December 2015
Jan-Hendrik Dronkers, directeur-generaal van Rijkswaterstaat:
Het Waterschap
8
“Van overbodige bestuurslaag naar een stevige positie in het staatsbestel.” “Met jouw vertrek als voorzitter van de Unie eindigt een boeiend en roerig tijdperk in de wereld van het Nederlandse waterbeheer. In het jaar waarin ik aantrad als directeur-generaal Rijkswaterstaat, werd jij voorzitter van de Unie. Ik herinner me nog goed dat ik toen bewondering had voor jouw lef om deze rol te aanvaarden. De waterschappen stonden in 2010 onder een enorme druk. Politieke partijen en ambtelijke deskundigen zagen het waterschap als relikwie uit vergane tijden; een overbodige bestuurslaag die wel bij de provincies kan worden ondergebracht. Anno 2015 ziet de wereld er heel anders uit. De kritiek is verstomd. De waterschappen staan weer midden in de samenleving. Hun positie in ons staatsbestel is verstevigd en het imago en de zichtbaarheid zijn flink versterkt. In een periode van straffe bezuinigingen wist jij de Unie te moderniseren. Je kreeg de waterschappen op één lijn, wist de gelederen gesloten te houden en de samenwerking te versterken.”
voor de Waterschapsjournalistiek, te stoppen om onafhankelijke en kritische journalistiek in de waterschapswereld mogelijk te maken. “De traditionele mediawereld heeft daar blijkbaar de middelen niet meer voor, terwijl journalistieke controle belangrijk is voor een democratische organisatie. We kijken nog steeds of het mogelijk is om zo’n experimentele pot geld van de grond te krijgen om jonge journalisten in staat te stellen die waakhond-functie bij ons uit te oefenen.” Mondiaal voorbeeld Zelfbewust pottenkijkers uitnodigen. Zo ging het ook met de OESO, de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling die de Nederlandse gouvernance rondom water tot ‘mondiaal voorbeeld’ benoemde. “Een hele goede zet zo blijkt achteraf om in 2012 OESOonderzoekers uit te nodigen om ons de maat te nemen. Dat pakten ze gedegen aan. We scoorden 17 van de 20 punten hoorden we vorig jaar bij de presentatie van het eindrapport (‘Fit for the future’) uit de mond van de plaatsvervangende secretarisgeneraal van de OESO, Yves Leterme”, vertelt Glas. “We moeten vooral harder gaan werken aan het ‘waterbewustzijn’ in Nederland. Dat blijft nodig om de bevolking bereid te houden om tot in lengte van jaren te blijven betalen voor waterveiligheid. Ook als er een poosje niets aan de hand lijkt.’’ Juist die communicatie met de rest van de wereld kan veel beter. Dit bleek bijvoorbeeld de laatste waterschapsverkiezingen. De communicatie-uitingen van de waterschappen trokken nogal de aandacht, onder meer met een hilarisch uitzending van Lubach op Zondag, spotprenten en tal van kritische columns. Glas kon er wel om lachen en ziet vooral de positieve kanten: “Blijkbaar doen we er toe als we zoveel aandacht krijgen. Ik denk dat we veel leren van al die feedback en dat het de volgende
Piet Hein Donner, vicepresident van de Raad van State:
“Dijkhertog in roerige tijden” “In de afgelopen vijf jaar heb ik Peter Glas in verschillende functies mogen meemaken als voorzitter van de Unie van Waterschappen en als watergraaf van het Waterschap De Dommel. Het valt op dat in een gezelschap dat zich zo bewust is van het verleden van de waterschappen en dat vasthoudt aan de aanduiding ‘graaf ’ voor de voorman van het waterschap om maar duidelijk te maken dat het de gelijke is van de andere organen van binnenlands bestuur, de aanvoerder van de Unie gewoon wordt aangeduid met voorzitter. Men zou mogen verwachten dat in dit gezelschap men al lang op de benaming hertog of dijkhertog zou zijn gekomen als aanduiding voor de aanvoerder van een vereniging van dijkgraven. Glas was gedurende vijf jaar de dijkhertog in roerige tijden en dat heeft hij geweten ook. Hij heeft bijgedragen aan het bereiken van een bestuursakkoord in een tijd dat emoties hoog opliepen door bezuinigingen die gerealiseerd moesten worden. Bij dat alles heeft hij beantwoord aan wat men – indachtig: de dijken dat zijn de waterschappen – mag verwachten van de waterschappen: rustig in woelige baren. Hij verdient daarvoor alle dank.”
WATERBESTUUR
“De Unie zit nu aan tafels waar ze daarvoor ontbrak, zoals in het overhedenoverleg – het overleg van het kabinet met de koepels van decentrale overheden - en het bestuurlijke overleg over de financiële verhoudingen. In het Haagse spel tussen kabinet en medeoverheden is de Unie niet meer weg te denken.”
keer een stuk beter zal gaan. Vergeet niet dat onze verkiezingen nog nooit op eenzelfde manier georganiseerd zijn geweest. Geef ons nu ook eens de kans om op dit terrein te groeien!”
Radicale veranderingen Een van die noodzakelijke veranderingen is volgens Glas dat we iets gaan doen aan de ongebreidelde vleesconsumptie. Wereldwijd is er eenvoudigweg niet genoeg water beschikbaar om elke wereldburger dagelijks van slechts 100 gram vlees te voorzien. Immers de productie van vlees vergt enorme hoeveelheden water. “De waterfootprint van de vleesconsumptie is
“Er is zelfs geen begin van bewijs dat een andere structuur dan de bestaande, doelmatiger, efficiënter, veiliger en goedkoper waterbeheer met zich meebrengt”
Wim Kuijken, Deltacommissaris:
“Nuchter en alert” “Het Deltaprogramma heeft vorm gekregen in jouw periode als voorzitter. We hebben samen de werkwijze ontdekt. Al doende en denkende, hebben we geleerd. Het was, en dat is het nog steeds, een adaptieve periode. Adaptief deltamanagement is een belangrijk concept voor het Deltaprogramma. De kern van adaptief deltamanagement is goed voorbereid zijn en weloverwogen handelen. Veranderingen in je omgeving goed in de gaten houden en op tijd de koers bijstellen zonder het uiteindelijke doel uit het oog te verliezen: nuchter en alert. Dat is heel erg van toepassing op jouw rol.”
echt heel groot. Daarnaast is vlees eten inefficiënt. Een koe zet maar tien procent van wat er aan voedsel ingaat om in dierlijke eiwitten. Bij insecten ligt dat percentage op zeventig procent. Ik ken deze en andere getallen die gekoppeld zijn aan de vleesconsumptie. Toch eet ik zelf nog gewoon vlees. Behalve als ik uit hoofde van mijn functie ergens buitenshuis aanschuif. Dan bestel ik graag vegetarisch. Omdat het vaak erg goed smaakt, maar ook wel om aan tafel daarover het gesprek aan te zwengelen. Dat doe ik thuis ook als ik zie dat de biefstuk of de fles rode wijn helemaal uit Zuid-Amerika komt. Kan dat niet van dichterbij?”
Nummer 12 December 2015
“Unie niet meer weg te denken uit Haagse spel”
9 Het Waterschap
Johan Remkes, voorzitter van de IPO:
Schep bovenop Naar de toekomst toe ziet Glas een aantal grote uitdagingen voor het waterbeheer. Omdat de ruimte schaars is zullen dijken meer functies aan krijgen en zal er nog meer moeten worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het landschap om functies te kunnen bundelen. Ook in de stedelijke gebieden moet er wereldwijd een flinke schep bovenop. De extremen in het weer worden steeds groter. Om pieken te kunnen opvangen zal er tussen de bebouwing meer plaats voor groen en water moeten komen. Ook gebouwen moeten water dat op het dak valt langer gaan vasthouden en daarna bijvoorbeeld gaan gebruiken voor koeling van het gebouw. “Onze eigen energie- en grondstoffabrieken krijgen inmiddels de brede erkenning van goede innovatieve voorbeelden van die circulaire economie die de huidige weggooieconomie aan het verdringen is. Deze ontwikkeling zal met radicale veranderingen gepaard gaan in de manier waarop we leven.”
WATERBESTUUR
zijn. “Die alternatieve levenswijzen, dat blijven toch niches. De grote veranderingen komen uit de technologie-hoek. De ontwikkeling van kweekvlees en vleesvervangers gaat enorm snel. Sommige van die technieken vergen maar liefst negentig procent minder water (in vergelijking met vlees) om dezelfde hoeveelheid voedsel te produceren. Zuinig omgaan met water, dat zullen we als waterschapswereld blij-
ven toejuichen. Maar ik geloof niet dat de waterschappen voorop moeten lopen bij het promoten van minder vlees. Dat blijft een persoonlijke afweging.” Ad Moerman is freelance journalist; Jane Alblas is webredacteur bij de Unie van waterschappen; Herman Havekes is strategisch adviseur bestuur en directie bij de Unie van Waterschappen
Jan van Zanen, voorzitter van de VNG:
Nummer 12 December 2015
“Niet bang om de handen uit de mouwen te steken”
Het Waterschap
10
“Peter Glas heeft van water weer een issue gemaakt, niet alleen nationaal maar ook internationaal. Dat is hem gelukt door zijn eigen werkwijze en persoonlijkheid. Zowel in het land als in Den Haag heeft hij zich een echte vertegenwoordiger van de waterschappen getoond met verstand van zaken. Bescheiden, maar zeer effectief. Het type bestuurder dat de Unie van Waterschappen nodig heeft: inhoudelijk sterk en een verbindende factor tussen waterschappen onderling en tussen waterschappen en andere overheden. Iemand die zelf ook de handen uit de mouwen wil steken.”
Daarnaast vindt Glas dat nog steeds teveel afvalstoffen het riool of de sloot in sijpelen. “Mest, hormonen, medicijnresten, bestrijdingsmiddelen. Als we dat allemaal op grote centrale afvalwaterzuiveringen moeten verwijderen, dan moeten we vele miljarden investeren. Dan gaan de tarieven met minstens vijftig procent omhoog. Ik geloof niet zo in dergelijke end-of-pipe-oplossingen. Maar ook niet in de afwenteling van deze kosten. Dus zal er meer moeten gebeuren bij de bron. Dat betekent radicale maar noodzakelijke veranderingen, want het huidige systeem loopt op termijn onherroepelijk vast. Als bioloog ben ik er overigens heilig van overtuigd dat Moeder Aarde het wel overleeft, maar onze huidige levensstijl zal echt moeten veranderen als de mensheid wil overleven.” Zuinig met water Toch is Glas verre van somber. Ook hoeft niet iedereen vegetariër te worden of biologisch-dynamisch. De watergraaf heeft een groot geloof in nieuwe technologieën die volop in ontwikkeling
Hans Oosters nieuwe voorzitter Unie van Waterschappen Hans Oosters is per 1 januari 2016 de nieuwe voorzitter van de Unie van Waterschappen. Hij volgt Peter Glas op die 6 jaar voorzitter is geweest van de koepelorganisatie. Oosters is sinds 2005 dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en was de afgelopen twee jaar al bestuurslid van de Unie van Waterschappen. Oosters beheerde de portefeuille waterveiligheid, crisisbeheersing, ICT en informatieveiligheid. Voor zijn functie als dijkgraaf was hij onder andere burgemeester van gemeente Bergambacht (2000-2005). Hans Oosters: “Als voorzitter wil ik voortbouwen op de goede basis die onder mijn voorganger is gelegd. De waterschappen staan in het Haagse netwerk en bij onze partners op de kaart. Ik zie ruimte voor verdere versterking van de samenwerking die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd. Zowel bestuurlijk als bij de uitvoering van onze taken. “Lobby en belangenbehartiging is de kerntaak van de Unie. Daarvoor is het nodig dat we goed weten wat er in de achterban speelt en waar onze leden in de praktijk tegen aan lopen. Daarom vind ik het belangrijk om te blijven werken aan de intensieve en open relatie met, en tussen, alle waterschappen. “De Unie van Waterschappen is er voor de leden. En ten slotte wil ik de zichtbaarheid van het waterbeheer in binnen- en buitenland vergroten. Mijn overtuiging is dat hieraan het beste invulling kan worden gegeven door alle waterschappen samen. De tijd is rijp om Nederland meer waterbewust te maken.” De benoeming van Oosters tot voorzitter van de Unie van Waterschappen is voor een periode van 3 jaar met de mogelijkheid van een verlenging van nog eens 3 jaar. In de volgende editie van dit blad een interview met Hans Oosters.
WATERPRAKTIJK
Waterinnovatieprijs
Klaar voor de toekomst De Unie van Waterschappen reikt elk jaar de Waterinnovatieprijs uit aan innovatieve projecten die toepasbaar zijn binnen de taken van de waterschappen. Uit de 135 inzendingen heeft de jury, onder leiding van Annemieke Nijhof, op 30 november de winnaars bekendgemaakt tijdens een feestelijke prijsuitreiking. ject ter waarde van 15.000 euro. Het is een traject op maat, waarbij een innovatiemakelaar de winnaar op weg helpt bij de realisatie of marktintroductie van de innovatie. Dit traject wordt aangeboden door de Unie van Waterschappen, de Topsector Water en het Valorisatieprogramma Deltatechnologie & Water. Jane Alblas is webredacteur bij de Unie van waterschappen
Versnellingstraject voor de winnaars De winnaars van de 4 categorieën krijgen een intensief versnellingstra-
Met een combinatie van veldproeven, laboratoriumproeven en numerieke modelanalyses, is aangetoond dat het veen inderdaad sterker is.
Goedkoper uit met dijken op veen Winnaar categorie Waterveiligheid In de categorie Waterveiligheid zijn het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Rijkswaterstaat en Deltares in de prijzen gevallen met hun ‘Dijken op veen’methode. De Markermeerdijken zijn in het Hoogwaterbeschermingsprogramma aangewezen voor dijkversterking. Uit de ontwerpberekeningen met de gangbare ontwerpmethodiek bleken relatief grote ingrepen nodig. Het vermoeden rees dat het veen onder de dijken sterker was dan in de huidige rekenregels tot uitdrukking kwam. Met een combinatie van veldproeven, laboratoriumproeven en numerieke modelanalyses, is aangetoond dat het veen inderdaad sterker is. De resultaten van het praktijkonderzoek zijn vertaald naar een innovatieve ontwerpmethodiek voor de Markermeerdijken. Met deze ‘Dijken op veen’-methode worden nu nieuwe ontwerpberekeningen gemaakt. Naar verwachting kan hierdoor op deeltrajecten worden volstaan met een slankere versterking. En dat is goed nieuws voor de omgeving én kan geld besparen.
Nummer 12 December 2015
D
e jury wees winnaars aan in de categorieën ‘Waterveiligheid’, ‘Schoon water’, ‘Voldoende water’ en ‘Klaar voor de toekomst’. “De inzendingen laten dit jaar duidelijk zien dat er wordt ingespeeld op de participatiesamenleving. Waterschappen, bedrijven, overheden en particulieren ontwikkelen niet vóór, maar juist mét anderen,”
vertelt juryvoorzitter Annemieke Nijhof, CEO van Tauw. “Daarnaast is het mooi om te zien dat er ook veel projecten zijn ingediend die gaan over innovaties in de organisatie zelf. Er is aandacht voor vernieuwing en dynamiek in de eigen organisatie.”
11 Het Waterschap
DOOR JANE ALBLAS
WATERPRAKTIJK
Minder gewasbeschermingsmiddelen in de sloot Winnaar categorie Schoon water In de categorie ‘Schoon water’ mocht het bedrijf Wingssprayer de Waterinnovatieprijs in ontvangst nemen. Fruit en andere gewassen worden in de akkerbouw en fruitteelt vaak zijwaarts besproeid met gewasbeschermingsmiddelen. Op deze manier komt een hoge concentratie van dit soort middelen in het oppervlaktewater terecht. De verticale Wing van ondernemer Hoeben uit Maarheeze biedt de oplossing voor dit probleem. De neerwaartse Wingssprayer heeft zich in de akkerbouw al bewezen en zorgt voor een reductie van 99% van de verwaaiing van gewasbeschermingsmiddelen naar het oppervlaktewater.
Nummer 12 December 2015
De neerwaartse Wingssprayer heeft zich in de akkerbouw al bewezen.
Lagere kosten door gezamenlijk monitoren van inlaat Winnaar categorie Voldoende water
Het Waterschap
12
Door slimmer te meten, hoeft minder water ingelaten te worden.
De ‘Inlaat op maat’-methode van Acacia Water, SODAQ en Akvo ontving de Waterinnovatieprijs in de categorie ‘Voldoende water’. Bij deze methode wordt door middel van een innovatieve geleidbaarheidsensor bepaalt hoeveel water er moet worden ingelaten in een polder om tot een wenselijk waterpeil te komen. De geleidbaarheidsensor kan op de smartphones van gebruikers en beheerders worden aangesloten. Het enige wat de gebruiker hoeft te doen, is de sensor in de sloot te hangen en met één druk op de knop wordt de meting uitgevoerd en verstuurd naar een online databank. De gegevens worden vervolgens vertaald naar operationeel advies. Door deze methode beschikken de agrariër en het waterschap over meer informatie van het watersysteem. Door de samenwerking worden knelpunten sneller opgemerkt en gemeld aan het waterschap. Door slimmer te meten, hoeft minder water ingelaten te worden. Minder inlaat bespaart fors op de energiekosten van gemalen, omdat die minder hoeven te worden uitgemalen.
WATERPRAKTIJK
Jong geleerd, is oud gedaan Winnaar categorie Klaar voor de toekomst
Groene beschoeiingen van watergangen Winnaar Duurzaamheidsprijs Op initiatief van de nieuwe partner binnen de Waterinnovatieprijs, de Nederlandse Waterschapsbank, werd dit jaar de groenste inzending beloond met de Duurzaamheidsprijs. Deze eervolle prijs kwam toe aan Geowall, een idee van waterschap Vechtstromen en Netics b.v. De Geowall is een duurzaam en groen antwoord op de vele duizenden kilometers aan houten beschoeiing van watergangen. De Geowall is een muurelement van samengeperst natuurlijk materiaal.
13 Het Waterschap
De Geowall is een duurzaam en groen antwoord op de vele duizenden kilometers aan houten beschoeiing van watergangen.
Nummer 12 December 2015
Nieuw dit jaar was de categorie Klaar voor de toekomst. In deze categorie wilde de jury initiatieven op het gebied van HRM en educatie in het zonnetje zetten. De prijs werd uitgereikt aan de lesmodule ‘Hoogwater op het schoolplein?’ van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) en het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. In deze lesmodule voor 3 havo/vwo worden leerlingen bewuster gemaakt van overstromingsgevaar. Naast inzicht en begrip gaat het erom dat leerlingen in hun eigen leefomgeving op indringende wijze ervaren wat voor impact een overstroming kan hebben. De lesmodule zorgt ervoor dat jongeren in contact komen met de waterschapspraktijk en zich bewust worden van het vele werk dat hiervoor verzet moet worden. Hoogwater op het schoolplein? maakt daarbij duidelijk dat waterbeheer geen ver-van-je-bedshow is, maar heel nadrukkelijk deel uit maakt van ieders leefomgeving.
DE POLITICUS
Diederik van Dijk:
‘SGP niet roomser dan de paus’ Diederik van Dijk (44) is sinds juni dit jaar Eerste Kamerlid van de SGP. Daarvoor was hij vanaf 1996 beleidsmedewerker van de SGP-Tweede Kamerfractie. Water is van jongs af aan zijn grote liefde. En waterschappen. Die moeten blijven, daarvan is Van Dijk overtuigd.
Nummer 12 December 2015
DOOR WILLEM PEKELDER
Het Waterschap
14
Waarom de SGP? “Ik kom uit een oer-hervormd gezin in DriebergenRijssenburg. Mijn ouders waren geen lid van de SGP, maar dat was bij ons thuis wel de partij. De SGP is in mijn ogen de meest uitgesproken christelijke partij, in die zin dat we het Woord van God zo direct mogelijk proberen door te vertalen naar het publieke domein. Daarom is de SGP mijn club.” Niet om flauw te doen hoor, maar wat is er christelijk aan waterbeheer? “Ik zou kunnen wijzen op het rentmeesterschap. We hebben de Schepping gekregen van God, en die moeten we goed en verantwoord beheren. Maar, u heeft gelijk, meestal draait het in het waterbeheer om technische dingen die weinig met geloof of politieke idealen te maken hebben.”
“Waterschappen moeten meer doen dan eens in de vier jaar verkiezingen houden” U bent sinds een half jaar lid van de Eerste Kamer. Heeft u daar al met waterbeheer van doen gehad? “Ja pas nog, bij de bespreking van de Omgevingswet. Ik ben woordvoerder water en borduur daarmee voort op mijn functie als beleidsmedewerker van de SGPTweede Kamerfractie die ik tot eind dit jaar vervul. Van 1996 tot 2002 ben ik speechschrijver geweest van
ons Kamerlid Koos van den Berg, een autoriteit op het gebied van waterbeheer. In die jaren werd waterbeheer nog niet erg serieus genomen door het parlement. Als Van den Berg tijdens ruimtelijke ordeningsdebatten erover begon, was het al gauw van: daar heb je Koos weer met zijn hobby.” Is dat nu anders? “Zeker. Door de klimaatverandering en de bedreiging van de veiligheid die daarmee gepaard gaat, staat waterbeheer hoog op de Kameragenda. We kunnen water niet naar onze hand zetten, daar zijn we inmiddels wel achter. Ik denk dat de bedreiging van water de laatste jaren een hogere prioriteit heeft gekregen dan de recreatieve functie ervan.” De liefde voor water stroomde al vroeg door uw aderen. Aan de Universiteit van Utrecht studeerde u recht, waaronder waterschapsrecht. Vanwaar die keuze? “Dat komt door een lezing van professor Van Hall aan die universiteit. Hij had het over de historie van de oudste bestuurslaag van Nederland, de waterschappen dus. Die voordracht opende mijn ogen voor het in de geschiedenis verankerde belang van waterschappen. Zeer inspirerend. Ik besloot toen waterschapsrecht te gaan studeren als
module van mijn studie Nederlands recht. Ik heb mijn eindscriptie ook gewijd aan de waterschappen. De hamvraag was: biedt de Waterschapswet voldoende waarborgen voor de betrokkenheid van belanghebbenden bij de waterschappen? Mijn conclusie was ja, mits je de trits belang, betaling, zeggenschap goed invult.” En, is dat het geval? “Jazeker. Voorwaarde is wel dat de geborgde zetels gehandhaafd blijven. De SGP is daar warm voorstander van. Helaas worden die zetels nu bedreigd door een voorgenomen wijziging van de Waterschapswet.” Pas vergeleek D66’er Gerard Schouw in dit blad die geborgde zetels met Kamerverkiezingen waarbij de provincie Limburg automatisch twintig zetels in het parlement zou krijgen. “Een verkeerde vergelijking omdat een waterschap geen algemeen bestuur is, zoals de Kamer, maar een functioneel bestuur. Agrariërs kunnen hun werk niet doen bij verkeerde waterstanden. Ze hebben dus een heel specifiek eigen belang bij de waterschappen.” De SGP is overtuigd van het nut van waterschappen. Maakt u zich zorgen over hun dreigende afschaffing? “Natuurlijk. De kracht van een func-
Nummer 12 December 2015
DE POLITICUS
Het Waterschap
15
FOTB_fotobijschrift zwart
DE POLITICUS
tioneel bestuur is dat je maar één taak hebt. Je hoeft daardoor gelukkig niet dijkverzwaring af te wegen tegen zorg of lastenverlichting. Daarom moeten waterschappen geen onderdeel worden van het algemeen bestuur, zoals Rijk of provincies.” Voorstanders van algemeen bestuur zeggen: waarom zou je waterbeheer niet mogen afwegen tegen andere vitale belangen? De politiek doet toch niet anders: besteden we meer geld aan zorg of aan sport? “Waterschappen functioneren al honderden jaren tegen lage kosten. Door de klimaatverandering en verstedelijking worden hun taken steeds belangrijker. Never change a winning team, zou ik zeggen. De SGP is voor een kleine overheid en in die zin conservatief, maar de kerntaken die je hebt, moet je goed uitvoeren. Wel, waterbeheer door de waterschappen is zo’n kerntaak. Zelfs het buitenland komt hier kijken naar hoe wij het waterbeheer hebben georganiseerd.”
Nummer 12 December 2015
“We kunnen water niet naar onze hand zetten, daar zijn we inmiddels wel achter”
Het Waterschap
16
Het politieke draagvlak voor de waterschappen is volgens u onverminderd zwak? “Klopt. Gelukkig zijn de waterschappen wel veel assertiever geworden naar Den Haag toe. Dat was twintig jaar geleden, toen ik stage liep bij de Unie, bepaald niet het geval. Ik vond dat toen verwonderlijk omdat de waterschappen een ijzersterk verhaal hebben. Dat heb ik ze toen ook gezegd. Nu komt de Unie geregeld op werkbezoek in de Kamer om te praten over wetsvoorstellen en dergelijke. Omgekeerd zouden Kamerleden wat vaker bij waterschappen op bezoek mogen gaan. Veel parlementariërs denken dat het bij waterschappen om het landelijk gebied gaat, maar het draait juist meer en meer om de verstedelijking. Die neemt in hoog tempo toe, en daarmee worden de mogelijkheden voor waterberging kleiner.” Is er in de Tweede Kamer genoeg kennis over de waterschappen? “Nee, ik denk van niet. En dat vind ik verontrustend. Het is de hijgerigheid die regeert. Gelukkig heeft de Eerste Kamer meer oog voor de historische achtergronden van bestuursorganen. Het gaat er daar wat bezonnener aan toe. Ook wat dat betreft voel ik me in de Senaat als een vis in het water.” U maakt zich wel zorgen over de politisering van waterschappen. Wat bedoelt u daarmee? “Er zitten inmiddels politieke fracties in de water-
schapsbesturen. Dat is een ontkenning van de primaire functie van deze organen, namelijk functioneel bestuur. Het gevaar bestaat dat de taken worden uitgebreid naar allerlei zaken die niets met waterbeheer te maken hebben.” Maar de SGP doet zelf toch ook mee aan de waterschapsverkiezingen? “ Ja, als alle anderen meedoen, dan moet je toch wel? Wij kunnen als SGP niet roomser zijn dan de paus. ’t Is een kwestie van pragmatisch handelen.” Is uw verwantschap met water en waterschappen misschien mede te danken aan het feit dat een belangrijk deel van uw achterban op de ZuidHollandse- en Zeeuwse eilanden woont? “Zo had ik het nog nooit bekeken, maar uw constatering over onze achterban is op zich juist. We hebben als SGP één Gedeputeerde en die zit in Zeeland. Bij de SGP’ers aldaar en uiteraard ook bij de andere eilandbewoners, staat de Watersnood van 1953 nog altijd in het geheugen gegrift. Dat merken we goed tijdens onze bijeenkomsten tweemaal per jaar met al onze SGPStatenleden. Zeeland zet dan steevast veiligheid en Deltawerken op de agenda. De SGP heeft een reputatie hoog te houden op waterstaatgebied. Ik noemde Koos van den Berg al, maar vergeet ook ons voormalig Kamerlid Henk van Rossum niet, ingenieur civiele techniek.” U heeft Van den Berg onder meer geassisteerd als meelezer bij zijn studieboek ‘Waterstaats- en waterschapsrecht’. Wat heeft u daarvan geleerd? “Het grote belang van integraal waterbeheer. Dat wil zeggen: niet alleen veiligheid en kwaliteit, maar ook allerlei andere dingen die rond het water spelen, zoals recreatie, visbeleid, natuur- en milieubeheer, onderhoud van sloten en kanalen, enzovoort. Verder ben ik wijzer geworden over de relatie tussen waterschappen en provincies, en de financiering van boven-waterschappelijke belangen.”
In 1996 schreef u in opdracht van het wetenschappelijk bureau van de SGP de studie ‘Het waterschap boven water’. Hoe actueel is die studie nog? “Nou, ook daarin wordt gepleit vóór meer zichtbaarheid van de waterschappen en tégen een onbeperkte uitbreiding van taken, waardoor het een algemeen bestuur zou worden.” Ziet u die tendens al naar een algemeen bestuur? “Gelukkig nog niet, maar het gevaar ligt altijd op de loer met al die politieke partijen in waterschapsbesturen. Het personenstelstel past het best bij functioneel bestuur, maar goed, die tijd is voorbij en de SGP gaat zich ook niet inspannen om wat dit betreft de klok terug te draaien. Want dan krijg je zig-zagbeleid.” In uw studie verzette u zich tegen het steeds verder reorganiseren van waterschappen. Toen, in 1996, waren er nog tachtig, nu nog maar 24. Zijn de waterschappen doorgeschoten in hun fusiedrift? “Kijk, de grote kracht van waterschappen is het directe contact met belanghebbenden. Korte lijntjes. Hoe kleiner een waterschap, hoe beter de bestuurders hun gebied kennen. Maar goed, er is schaalvergroting gekomen, die was onvermijdbaar. Die grotere schaal heeft echter ook voordelen. Vroeger heetten de waterschappen boerenrepublieken. Toen zaten bestuur en belanghebbenden wel erg dicht op elkaar. Het regenteske is er nu een beetje af. Waar we wel voor moeten zorgen is dat de relatie met de belanghebbenden goed blijft, bijvoorbeeld door spreekuren en digitale contacten te regelen. Waterschappen moeten meer doen dan eens in de vier jaar verkiezingen houden.” Denkt u dat de waterschappen over twintig jaar nog bestaan? “Ik reken op het gezond verstand van de Tweede, en zeker op dat van de Eerste Kamer.” Willem Pekelder is freelance journalist
GASTCOLUMN
En nu begint het pas echt
Ik zie dat bijvoorbeeld concreet terug bij projecten die we uitwerken aan de IJssel, de Waal en de Maas. Provincies en gemeenten zijn daarbij vanzelfsprekend nauw betrokken, ook financieel. Ik ben hier erg blij mee, want een gedeeld belang is een succes voor iedereen. Ik zie uit naar de samenwerking met Hans De succesvolle nationale aanpak met Rijk, provincies, Oosters als opvolgend Unievoorzitter. Hij draait al lange tijd en constructief mee in het waterschappen en gemeenten zetten we voort onder Deltaprogramma. de Deltawet. Met daarin veel ruimte voor regionale invulling en betrokkenheid van veel partijen, uitWim Kuijken, gaande van gedeeld eigenaarschap en vanuit ieders regeringscommissaris voor het Deltaprogramma verantwoordelijkheden. Als deltacommissaris zal ik de partijen blijven verbinden op de nationale doelen en regie blijven voeren op een effectieve samenwerking om voortgang te boeken. Elk jaar is dat te zien en na te lezen in het Deltaprogramma. Ik ben trots op de voortgang die we hebben geboekt in de eerste vijf jaar en sinds het uitbrengen van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën op Prinsjesdag 2014. Die is mede te danken aan de grote betrokkenheid en inzet van iedereen en dus ook de waterschappen. Met water als corebusiness en grote lokale kennis en kunde worden projecten voortvarend opgepakt. Niet in de laatste plaats door de voortrekkersrol van Peter Glas als voorzitter van de Unie en Gerard Doornbos als zijn plaatsvervanger. Een dijk van een duo. Het Zoetwaterprogramma staat op het punt van uitvoeren. De Ruimtelijke Adaptatie maakt voortgang. Het Hoogwaterbeschermingsprogramma, het uitvoeringsprogramma van het Deltaprogramma op het gebied van waterveiligheid, laat zien hoeveel werk er aan de winkel is voor Rijkswaterstaat en de waterschappen. Zo ligt er een grote opgave langs de rivieren. Met de overstap naar een risicobenadering met overstromingskansen, is de nadruk op de rol van sterkte en stabiliteit van de dijken in de waterveiligheid van het rivierengebied toegenomen. Dit betekent echter niet dat rivierverruiming niet meer zou bijdragen aan de waterveiligheid, integendeel. De voorkeursstrategie ‘Een krachtig samenspel tussen rivierverruiming en dijkversterking’ is dan ook niet zonder reden voor het rivierengebied vastgelegd in het Deltaprogramma. Bij sterke dijken hoort een
Nummer 12 December 2015
veerkrachtig, duurzaam riviersysteem. Dat er daadwerkelijk bij dijkversterkingen ook wordt gekeken naar mogelijkheden voor rivierverruiming alsmede meekoppelkansen en er dan pas een keuze wordt gemaakt voor het soort maatregel, weerspiegelt de voorkeursaanpak.
17 Het Waterschap
Met de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën van vorig jaar om ons land, onze inwoners en onze economie te blijven beschermen tegen overstromingen en te zorgen voor voldoende zoetwater, zijn we beleidsmatig goed voorbereid op de toekomst. De kaders en de normen voor ons werk liggen vast, maar nu begint het werk pas echt. De opdracht die voor ons ligt, is fors: de komende decennia gaan we voor ruim 20 miljard euro met elkaar aan de slag voor een robuust, veerkrachtig en leefbaar land, ook voor de volgende generaties. Het Deltafonds moet daarvoor ook na 2028 op niveau gevuld blijven.
THEMA DIJKEN
Leendert de Boerspolder, 14 oktober 2015, 6.30 uur:
Veendijk bezweken, proef geslaagd! Nummer 12 December 2015
Hoe sterk is een dijk op venige ondergrond nu precies? Hopelijk geeft een unieke dijkbezwijkproef het antwoord. Het belang van de proef is groot. Op dit moment worden venige dijken vaak afgekeurd, omdat de gehanteerde toetsmodellen behoorlijke veiligheidsmarges hanteren. Een beter onderbouwd veiligheidsoordeel kan waterschappen veel geld besparen.
Het Waterschap
18
DOOR BERT-JAN VAN WEEREN
D
e dijkbezwijkproef vond plaats in de Leendert de Boerspolder, een piepkleine polder in de buurt van Schiphol, geheel omgeven door de ringvaart van de Haarlemmermeerpolder. Het Hoogheemraadschap van Rijnland kocht de polder aan om hem onder water te zetten voor extra boezemcapaciteit en natte natuur. Dat bood wetenschappers en waterschappers een unieke kans om een stuk dijk rond de polder gecontroleerd door te laten breken en zo meer te weten te komen over de actuele sterkte van veendijken. Of preciezer: dijken op een venige ondergrond. Een deel van de omliggende polderdijk werd vanaf eind september stukje bij beetje verzwakt door hem te verzadigen met water en achter de dijk de bodem te ontgraven. Allerlei meetapparatuur hield nauwkeurig de veranderingen in de dijk bij. Op de vroege ochtend van 14 oktober gaf de veendijk er uiteindelijk de brui aan. Bijna zoals de wetenschappers hadden voorspeld. De proef is uitgevoerd door TU Delft, onder regie van STOWA. Acht waterschappen, drie provincies, STOWA en TU Delft zorgen met elkaar voor het benodigde geld.
Lastig materiaal Niek Bosma is projectleider voor de toetsing van de Regionale Waterkeringen bij Wetterskip Fryslân, één van de financiers van het onderzoek. Dat is niet vreemd, als je bedenkt dat het wetterskip zo’n 3 duizend kilometer regionale keringen heeft, deels van hetzelfde type als die nu wordt onderzocht. “Bij de laatste toetsronde is een flink aantal regionale keringen afgekeurd op stabiliteit. Bij een aantal andere keringen moeten we nog nader onderzoek doen. Een deel van de nader te onderzoeken en afgekeurde keringen zijn venige keringen van het type zoals die nu in de Leendert de Boerspolder is onderzocht. Veen is vreselijk lastig materiaal, dat zich eigenlijk niet laat vergelijken met andere grondsoorten zoals zand en klei. Het is niet homogeen en het heeft heel andere sterkte-eigenschappen.”
Bosma schetst met een voorbeeld het praktisch nut van het onderzoek: “Langs het Sneekermeer hebben we een prachtige monumentale veenkade liggen van vijf kilometer. Die komt net niet door de veiligheidstoets. Tegelijkertijd ligt die kade er al honderden jaren zonder dat er ooit iets mee is gebeurd. Ons gevoel is dat hij sterk genoeg is. Maar dat wil je wel graag bewezen hebben. Inzichten uit dit onderzoek kunnen daarbij helpen. Een eventuele kadeverbetering kost heel veel geld, zeker als je het monumentale karakter van de kade wilt behouden. Een onderzoek als dit mag wat mij betreft dus best wat kosten. Want de uitkomsten kunnen mogelijk een veelvoud van die kosten besparen.” De kosten van het onderzoek bedragen in totaal ongeveer 1 miljoen euro. Toetssommen Ook Jan-Willem Evers, adviseur
THEMA DIJKEN
een probleem vormen als het dijklichaam niet in staat is om stabiel te blijven gedurende extreem natte of extreem droge condities, in deze test is een extreem natte conditie beproefd. Een onderzoek als dit is voor ieder geo-technisch onderzoeker een unieke kans, aldus Cristina Jommi: “Normaal gesproken testen we met veldonderzoek, sonderingen, boringen en laboratoriumtesten op representatieve monsters de grondopbouw en materiaaleigenschappen van een waterkering. Je hebt dus
maar een beperkte hoeveelheid data tot je beschikking. Hiermee kun je niet alle onzekerheid uitsluiten. Rekening houdend met die onzekerheden wordt een zo goed mogelijk toetsprotocol ontwikkeld. Deze proef helpt om enkele van de onzekerheden beter in te schatten door de rekenmodellen met de praktijk te vergelijken. Dit is een unieke kans om dat gat tussen model en realiteit te verkleinen.”
Onderzoek mag wat kosten, want de uitkomsten kunnen mogelijk een veelvoud van die kosten besparen
Requiem voor een polder De Leendert de Boerspolder dateert uit begin 1600. In die tijd werden steeds vaker landerijen omdijkt voor bescherming tegen het water van de Haarlemmermeer en het riviertje de Ade. Vaak werden die ontstane poldertjes genoemd naar de boer die daar in die tijd boerde. In dit geval Leendert de Boer. In de vorige eeuw stond de polder ook wel bekend als het poldertje van Verweij, naar de boerenfamilie die het in eigendom had. Oud-buurtbewoner Sjef Van Schie: “De polder was enige tijd in gebruik als tuinderij en later weidde boer Verweij er zijn vee. Die moest zijn koeien met een speciale pont overzetten.” Het is niet de eerste keer dat de Leendert de Boerspolder vol water staat, aldus de 82-jarige Van Schie, wiens ouders vlakbij de polder lang een café uitbaatten. Hij schaatste in de strenge winter van 1944 op de ondergelopen polder. “Er was destijds geen geld meer voor brandstof om de polder te bemalen, dus het werd een fijne schaatsbaan.” Sinds half oktober staat de polder weer geheel onder water, net als tijdens de strenge oorlogswinter. Maar nu voorgoed.
Robin Biemans van STOWA noemt de proef tot dusver meer dan geslaagd. “De dijk is bezweken zoals we het graag wilden zien, met een perfecte afschuiving door het veen. We zijn momenteel druk bezig alle via sensoren verkregen data te onderzoeken en te analyseren. We verwachten de eerste uitkomsten eind maart 2016 te kunnen presenteren, tijdens de landelijk Kennisdag Inspectie Regionale Keringen, die STOWA en Rijkswaterstaat ieder jaar organiseren. Met de verworven kennis kunnen we regionale keringen in de toekomst nauwkeuriger beoordelen, waardoor minder dijken afgekeurd hoeven te worden. Mocht een dijk toch versterkt moeten worden, dan kan die versterking in het vervolg waarschijnlijk minder zwaar worden uitgevoerd.” Bert-Jan van Weeren is tekstschrijver
Nummer 12 December 2015
Unieke mogelijkheid Volgens Professor Cristina Jommi van de TU Delft, wetenschappelijk leider van het onderzoek, is deze proef een unieke mogelijkheid om meer te leren over dit type waterkeringen: “Het is de eerste keer in Nederland dat een oude historische dijk op veen echt wordt getest om te kijken hoe sterk die is. Meer in het bijzonder bekijken we de macrostabiliteit van de dijk, een belangrijk faalmechanisme waarop iedere kering wordt getoetst.” De macrostabiliteit van de waterkering kan
14 oktober 2015, 6.30 uur de dijk heeft er de brui aan gegeven.
19 Het Waterschap
waterkeringen bij medefinancier Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier is enthousiast over de bezwijkproef. “Wij hebben, net als de andere waterschappen in laag Nederland, dit type kering in ons beheersgebied. Wij ervaren bij het beoordelen ervan heel vaak ruimte tussen de uitkomsten van gemaakte toetssommen en wat we buiten zien. Ik verwacht dat we op basis van de uitkomsten van dit onderzoek die sommen in de toekomst veel scherper kunnen gaan maken, zodat we een betere beoordeling van de werkelijke sterkte kunnen maken. Dat kan leiden tot lagere beheerkosten. Maar een beter beeld van de veiligheid is voor mij het belangrijkst; je kunt onveilige situaties aan het licht brengen.”
THEMA DIJKEN
Opbrengsten en lessen uit pilots meerlaagsveiligheid
Verder kijken dan de dijken Eind 2013 zijn drie pilots meerlaagsveiligheid gestart. Wat zijn de lessen die hieruit kunnen worden geleerd? THEMA DIJKEN
IJssel-Vechtdelta
Dordrecht
Doel pilot
Komen tot maatwerkoplossing voor waterveiligheid op Marken
‘Deltaproof ’ delta door ontwikkelen visie en uitvoeren projecten
Waterveiligheid Eiland van Dordrecht robuust maken
Resultaten slimme combinaties
Opties voor slimme combinaties kunnen niet rekenen op draagvlak en zijn relatief duur
Enkele opties nog wel in beeld, maar zijn relatief duur en zijn te weinig effectief
Eén slimme combinatie in beeld, waarbij wordt ingezet op compartimentering
Resultaten meerlaagsveiligheid
Veel kansrijke maatregelen in laag 3 op de korte termijn en in laag 2 op de lange termijn
Veel korte termijn maatregelen in laag 2 en laag 3, deel reeds uitgevoerd
Twee combinatiepakketten met kansrijke maatregelen in laag 2 en laag 3
Resultaten afstemming water en ruimte
Intensieve afstemming tussen waterveiligheids-maatregelen en ruimtelijke kenmerken Marken
Afstemming tussen water en ruimte via uitvoeringsprogramma en meekoppelkansen in beeld brengen
Aantal meekoppelkansen in beeld, actuele dijkversterkingen vallen buiten de scope van de pilot
Resultaten bijvangsten
Gebiedskennis, samenwerking tussen overheid en bewoners
Gebiedskennis, bewustwording, plaats op politieke agenda
Kennis over zelfredzaamheid en gevolgbeperking, (inter) nationaal imago
DOOR ARWIN VAN BUUREN EN GERALD-JAN ELLEN
Nummer 12 December 2015
D
Het Waterschap
20
e pilots zijn sterk verschillend. Marken is een klein schiereiland met een herkenbaar cultuurhistorisch landschap. Daar begon de zoektocht naar meerlaagsveiligheid toen de bevolking te hoop liep tegen de voorgenomen vierkante dijkversterking. Dordrecht is een eiland met een dichtbebouwd stedelijk deel en een landelijk deel. Als het misgaat, is evacuatie vanaf het eiland nauwelijks mogelijk. Versterking van de Voorstraat met talloze monumenten is extreem complex en duur. In de IJssel-Vechtdelta waren het de discussie over een peilstijging op het IJsselmeer en de vele afgekeurde dijktrajecten die de regionale overheden ertoe brachten de waterproblematiek van het gebied integraal te doordenken. De verschillen zorgen er voor dat er ook andere resultaten zijn bereikt(zie tabel).
De geleerde lessen De oogst uit de pilots is de moeite waard. Inhoudelijk is de kennis over het gebied en over de mogelijkheden van meerlaagsveiligheid toegenomen. Een variëteit aan maatregelen is ontworpen, onderzocht en soms ook gerealiseerd. In de pilots is vernieuwende samenwerking tot stand gekomen tussen partijen die vanuit hun verantwoordelijkheid gezamenlijk willen bijdragen aan overstromingsrisicoreductie. Alleen in Dordrecht bleek een echte slimme combinatie haalbaar. Daar kan de norm voor de primaire kering voor zowel de Noord- als de Zuidrand omlaag als de compartimenteringsdijk voor het eiland wordt aangepast. Dat leidt tot substantiële besparingen. Met name leveren de pilots een grote oogst op als het gaat om kansrijke en realistische projecten in de ruimtelij-
ke ordening en rampenbeheersing, dus aanvullend op dijkversterking. In de pilots blijkt dat rampenbeheersing substantieel verbeterd kan worden door kleine en slimme interventies. Door slim mee te koppelen met investeringen in de tweede laag bijvoorbeeld. Ook opvallend is dat de oplossingen voor dijkversterkingen (laag 1) slimmer worden door na te denken over meerlaagsveiligheid. Bijvoorbeeld de mogelijke oplossing in Marken met korte versterkingscycli voor de dijk (om de 12 jaar).
De rol van de waterschappen Waterschappen nemen deel aan de pilots omdat hun primaire taak nadrukkelijk op de agenda staat. Zeker als het gaat om de zogenoemde slimme combinaties; maatregelen in ruimtelijke ordening en rampenbeheersing in plaats van dijkversterking. Maar ze denken ook mee over aanvullende maatregelen die het risico van een overstroming verder verkleinen. Door hun kennis zijn ze voor andere overheden een belangrijke partner als het gaat om de vraag: welke andere maatregelen
THEMA DIJKEN
Illustratie Monique van Evelingen
zijn mogelijk en nuttig om overstromingsrisico’s te verkleinen? Voor de waterschappen is het belangrijk dat de maatregelen uit de pilots ertoe bijdragen dat het risico achter de dijk op zijn minst niet verder toeneemt en een rem zet op de voortdurende noodzaak de dijken verder te verstevigen. Dit lange termijnbelang is niet altijd eenvoudig te legitimeren voor bestuurders, maar is wel cruciaal om slim te anticiperen op de toekomst.
21 Het Waterschap W
In de pilots is de creatieve zoektocht naar kansrijke strategieën voor meerlaagsveiligheid, mede door de actieve inbreng van de waterschappen, succesvol gebleken. Doordat partijen gezamenlijk hebben gekeken naar het gebied als samenhangend systeem, kregen ze inzicht in de (on)mogelijkheden voor meerlaagsveiligheid. Doorgaan met dit soort verkenningen is nuttig. Er is een groeiend besef dat samenwerking over de organisatiegrenzen heen noodzakelijk is. Desondanks zoeken overheden elkaar niet zomaar op; het blijft verleidelijk je vooral te richten op de eigen taak. Meerlaagsveiligheid is een kansrijk concept. De realisatie vraagt om aandacht voor borging, financiering
Nummer 12 December 2015
Zoek de samenwerking Het realiseren van meerlaagsveiligheid is mede afhankelijk van het lef om over de organisatiegrenzen en bevoegdheden mee te denken, beslissingen te nemen en projecten uit te voeren die bijdragen aan het verlagen van het risico van overstromingen, nu en op de langere termijn. Het vereist samenhangende keuzes en samenhangende investeringen in waterveiligheid, ruimtelijke inrichting en rampenbeheersing. Deze keuzes kunnen alleen gemaakt worden als er ook sprake is van een integraal toekomstperspectief op een gebied. Zo’n perspectief kan vervolgens terugvertaald worden in de vraag: wat betekent dit voor de afzonderlijke organisaties over hoe zij kunnen bijdragen aan overstromingsrisicobeheersing.
en de verankering in de standaardroutines en procedures van alle overheden. Daar liggen nog veel vragen die beantwoord moeten worden. Het delen van best practices is daarbij zeker nodig. Arwin van Buuren is universitair hoofdocent Bestuurskunde, Erasmus Universiteit Rotterdam; Gerald-Jan Ellen is senior onderzoeker/adviseur, Deltares
‘In de pilots blijkt dat rampenbeheersing substantieel verbeterd kan worden door kleine en slimme interventies’
THEMA DIJKEN
Deltagoot
Beukende golven
Nummer 12 December 2015
Begin oktober opende minister Schultz van Haegen de nieuwe Deltagoot in Delft. De investering van 26 miljoen euro, gefinancierd uit ’s Rijks aardgasbaten, lijkt zich ongekend snel terug te gaan verdienen. Ook waterschappen doen hun voordeel met de nieuwe betonbak.
Het terrein om de bak oogt als een bouwmaterialenhandel; allerlei kustverdedigingsmaterialen liggen soort bij soort te wachten om beproeft te worden (foto John Verbruggen).
Het Waterschap
22
DOOR AD MOERMAN
H
ekken en een elektronisch poortje schermen de enorme betonnen bak in de achtertuin van Deltares af voor pottenkijkers. “Zelfs wij kennen die goot alleen van YouTube”, melden enkele ‘Deltarianen’ die in de ontvangsthal met een virtual reality-bril de goot bij wijze van troost op digitale wijze verkennen. Met een jaloerse blik zien ze uw Het Waterschapjournalist even later achter Mark Klein Breteler richting de Deltagoot drentelen. ‘Hij wel’, zie je ze bijna denken. Een lege betonnen bak van 9,5 meter diep, vijf meter breed en circa 300 meter lang: geen onverdeeld pretje om over het randje tot op de bodem te kijken als je enigszins last van hoogtevrees hebt. Het terrein om de bak oogt als een bouwmaterialenhandel; allerlei kust-
verdedigingsmaterialen liggen soort bij soort te wachten om beproeft te worden. De beperkte toegang tot de bak heeft vooral met veiligheid te maken; er zou eens iemand over het randje vallen. In de bak staat meestal geen water, dat wordt geparkeerd in een ondergronds bassin naast de Deltagoot. Die parkeerplaats kan negen miljoen liter water herbergen. Noorse keien Deze maanden wordt in opdracht van drie noordelijke waterschappen (Waterschap Noorderzijlvest, Hunze en Aa’s en Wetterskip Fryslân, verenigd in de Projectoverstijgende Verkenning Waddenzeedijken van het HWBP) de dijkbekleding van de dijk
tussen Eemshaven en Delfzijl beproefd. Ongeveer honderd jaar geleden is deze dijk gezet met in de ijstijd zuidwaarts getransporteerde Noorse keien. Later is er beton tussen de stenen gegoten. “In Hippolytushoef vonden we nog iemand die met deze stenen overweg kan. Geen enkele steen is namelijk van hetzelfde formaat, dergelijke stenen op gelijke hoogte zetten is een uitstervend ambacht”, vertelt Klein Breteler tijdens een wandeling langs de bak. “Voor een rondleiding van een journalist van Het Waterschap maken we graag een uitzondering. Waterschapen zijn immers graag geziene klanten bij ons.” De Groningse zeedijk wordt, net als
THEMA DIJKEN
alle dijken, periodiek getoetst aan de nieuwste normen. Betrokkenen hebben het idee dat de Noorse stenen die megastorm van eens in de zoveel duizend jaar wel aankunnen. “Dat kunnen we echter niet uitrekenen en daarom testen we die dijkbekleding hier. Het gaat de goede kant op met deze proef, dus wellicht kan Noorderzijlvest zich een dijkversterkingsronde van circa tien miljoen euro besparen”, weet de enthousiaste specialist in kustgolven. De twee maanden durende proef kost de waterschappen ‘slechts’ 225.000 euro. Door het proevenprogramma wat breder op te zetten, zijn de resultaten straks ook bruikbaar voor andere dijken. Vandaar de participatie van de naburige waterschappen in dit onderzoek.
Allerlei modellen die wij bouwden zijn geconserveerd. Misschien maken ze straks in de golfbak een klimwand of zo”, mijmert Klein Breteler. Grootst denkbare golven In Markenesse was de 220 meter lange en 7 meter diepe bak zestig procent van de tijd bezet. Een dergelijke bezetting wordt de komende jaren ook in Delft verwacht van binnenen buitenlandse opdrachtgevers. De nieuwe goot is groter dan de oude. “Om de afkalving van duinen te kunnen onderzoeken, moesten we een langere bak bouwen. We moeten dan immers ook een stuk strand in de bak aanleggen”, legt Klein Breteler uit. De nieuwe goot kan voor 75 procent van de Nederlandse dijken
Waterloopkundig Laboratorium De nieuwe Deltagoot vervangt de vijfendertig jaar oude in Marknesse. De betonbak was in de Noordoostpolder het laatste overblijfsel van het voormalige Waterloopkundig Laboratorium, dat in 1996 naar Delft verhuisde. De oude Deltagoot was ‘op’. Nieuwbouw in Delft had behalve financiële ook praktische voordelen, immers Delft is de ‘hoofdstad’ van de vaderlandse waterwetenschap. De goot is vrijwel geheel gebouwd door Nederlandse bedrijven. Alleen de installatie die het immense golfschot heen-en-weer laat bewegen, komt uit de Verenigde Staten. “Door de ingewikkeldheid van die installatie kwam de opening van de goot een jaar later dan gepland”, vertelt Klein Breteler. Het terrein van het Waterloopkundig Laboratorium is in 2002 als industrieel erfgoed overgegaan in handen van Natuurmonumenten: “Het Waterloopbos is nu voor het grote publiek toegankelijk.
de maatgevende golven op ware grootte opwekken. In Marknesse was dat veertig procent. Bijna tweederde van alle Nederlandse dijken kan in de Deltagoot op een schaal van 1 : 1 worden getest. Zo ook de Groningse dijk. Met de Deltagoot kan door schaalverkleining de invloed van de grootste denkbare golven worden beproefd. Niet alleen op dijklichamen maar bijvoorbeeld ook op de poten van offshore-installaties, onderzeese pijpleidingen of golfenergie-installaties. “De eerste klant was Holcim dat een innovatieve nieuwe steenzetting liet testen. Ook die test leverde het gewenste resultaat voor de opdrachtgever; de steenzetting bood kranig weerstand onder het geweld van de golven.” Gemillimeter Zo’n test bestaat uit het uren- of dagenlang allerlei verschillende golfpatronen laten beuken op de aan het eind van de bak nagebouwde
dijkbekleding. Daarbij wordt elke denkbare beweging in het water gemeten. Zelfs reflectiegolven worden gecorrigeerd in de einduitslag van de metingen. Na afloop, als het water met 1000 liter per seconde is weggepompt in het ondergronds naastgelegen bassin, wordt de dijkbekleding met geavanceerde lasermetingen centimeter na centimeter onderzocht. Klein Breteler: “Geen putje of gaatje ontsnapt aan de aandacht. Zelfs als het gehele proefstuk een paar millimeter omhoog is gekomen, merkt de meetapparatuur dat op.” De bouw van de betonbak, begonnen in 2012, was ook zo’n gemillimeter. Om de metingen zo zuiver mogelijk te krijgen had de opdrachtgever bepaald dat de maatvoering maximaal drie millimeter naar boven of beneden zou mogen afwijken. Bij dit formaat bouwwerken bedragen de marges meestal centimeters. Ballast Nedam had er een hele kluif aan om binnen de marges te blijven. Deze nauwkeurigheid staat overigens enigszins in contrast met de in de media gecommuniceerde lengtemaat van de Deltagoot. Die 300 meter is eigenlijk enkele meters minder en de bruikbare lengte, gemeten vanaf het golfschot aan het begin van de goot is 280 meter. Onder meer omdat de bak aan het einde is volgestapeld met enorme breuksteenblokken. “Die breken de laatste golven op het eind. Anders zouden die tegen een steile wand dood lopen. Dan zou er voortdurend water over de rand klotsen”, vertelt de golfdeskundige. Ad Moerman is freelance journalist
23 Het Waterschap
“In Hippolytushoef vonden we nog iemand die met deze stenen overweg kan”
Nummer 12 December 2015
Zo’n test bestaat uit het uren- of dagenlang allerlei verschillende golfpatronen laten beuken op de aan het eind van de bak nagebouwde dijkbekleding.
THEMA DIJKEN
Hoogwaterbeschermingsprogramma
Anticiperen op nieuwe normen Voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma is het al 2017, het programma 2017-2022 is in de maak. Sommige waterschappen hebben aangegeven dat ze willen anticiperen op de volgende toetsronde, door al te starten met de meest urgente keringen. De mogelijkheden zijn er.
Nummer 12 December 2015
Nieuwe technieken binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma
Het Waterschap
24
Macrostabiliteit De Projectoverstijgende Verkenning (POV) Macrostabiliteit is één van de vier verkenningen van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Waterkeringbeheerders, bedrijfsleven en kennisinstellingen zoeken samen naar kennis- en productinnovaties om het faalmechanisme macrostabiliteit effectiever te kunnen aanpakken. De onderzoeken worden gekoppeld aan dijkversterkingsprojecten zodat de praktische toepassing direct kan worden aangetoond. Inmiddels is binnen de POV Macrostabiliteit gestart met het beproeven van een aantal innovatieve oplossingen, zoals vacuümconsolidatie en de JLD-dijkstabilisator, een nieuwe vernagelingstechniek waarbij de grond onder een voorspanning wordt gebracht. De dijk wordt versterkt door middel van kunststof staven met aan het eind een klapanker die schuin in het dijklichaam worden geplaatst. De dijkstabilisator is afgelopen jaar op een proefveld in Purmerend getest. Er zijn verschillende trekproeven op de ankers uitgevoerd en uiteindelijk een bezwijkproef van een dijk zonder en met de dijkstabilisator. De resultaten van de proeven zien er
hoopvol uit. Momenteel worden de meetresultaten geanalyseerd en wordt een ontwerpen toetsmethodiek opgesteld. Vacuümconsolidatie is een proef die begin 2016 van start gaat. Hiermee kan de sterkte van veen en klei worden verhoogd. Met de techniek vacuümconsolidatie wordt een gedeelte van de ondergrond van de dijk ingepakt in plastic waarna het geheel vacuüm wordt gepompt. Er ontstaat dan een belasting op de bodem vergelijkbaar met voorbelasting. Deze methode heeft weinig impact op de omgeving en leidt uiteindelijk tot de aanleg van lagere en minder brede steunbermen. Zo maken we dijkversterking beter, sneller en goedkoper.
De dijk wordt versterkt door middel van kunststof staven met aan het eind een klapanker die schuin in het dijklichaam worden geplaatst.
Piping De Project Overstijgende verkenning (POV) Piping van het Hoogwaterbeschermingsprogramma werkt aan 20 ‘verkenningen’ om het probleem van piping bij dijken aan te pakken. Piping ontstaat wanneer stroming van water onder de dijk door dusdanig is dat zand aan de polderzijde van de dijk in zogenaamde wellen uitspoelt. Hierdoor ontstaan ‘tunnels’ (pipes) onder de dijk, waardoor de dijk kan verzakken of bezwijken. Dijkgraaf Roelof Bleker van waterschap Rivierenland (voorzitter van de stuurgroep): “Piping krijgt inmiddels de erkenning die het verdient. Door slim samen aan de slag te gaan met innovatieve technieken en processen die piping kunnen voorkomen, kan zo’n 30% bespaard worden ten opzichte van het uitvoeren van traditionele dijkversterkingstechnieken.” Chris Griffioen is programmamanager van de POV Piping: “Innovatie in dijken vraagt echt om lef. Dit betekent risico’s anders durven te benaderen zodat er kansen ontstaan voor het testen van nieuwe technieken. En er is ook lef nodig om veiligheid van dijken anders te beoordelen dan heel lang is gedaan’’.
THEMA DIJKEN
Betekenis voor de waterschappen Voor de beheerders van de Top 13 kan dit betekenen dat hun urgente trajecten op een vrij eenvoudige manier kunnen instromen in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Minder urgente projecten moeten langer wachten. Het advies aan beheerders die nu niet in de Top 13 staan, maar die wel verwachten dat ze urgente keringen hebben, is om – zodra er vanaf 2017 een Rijksoordeel kan worden afgegeven – de trajecten zo snel mogelijk aan te melden, zodat deze in het programma 20192023 kunnen instromen. Simone Boogaard: “Op dit moment ga ik met mijn collega’s door het land om te verkennen of er draagvlak is voor de Top 13-aanpak. We
Het gebruik van verticaal zanddicht geotextiel is een innovatieve preventiemaatregel tegen piping. Dit textiel laat wel water door, maar geen zand. Deze techniek is uitgevoerd door Waterschap Rivierenland bij de dijkverbetering tussen Hagestein en Opheusden. Het zogenaamde DMC systeem meet waterspanning en temperatuur in een horizontale drainagebuis in de dijk. Het is een beproefde techniek die is ontwikkeld door VolkerWessels Telecom en Landustrie Sneek. De drainagebuis kan mogelijk piping voorkomen door de wateroverdruk af te voeren. Deze techniek is uitgevoerd door Waterschap Vallei en Veluwe in de IJsseldijk bij Veessen.
Voor het tegengaan van piping worden diverse technieken beproefd.
vragen de Top-13 beheerders of ze gesteld staan om in 2017 te starten met hun hoog urgente traject. En om uit te leggen hoe ingewikkeld het proces van programmeren is. Begin december 2015 beslist de stuurgroep waarschijnlijk over het Top 13-scenario wat daarna als voorstel voor de programmering 2017 wordt voorgelegd aan de waterschapbesturen en I&M. In het kader van het Deltaprogramma 2017 neemt de minister een besluit over dit voorstel.” Marieke Bos is journalist
Hoogwaterbeschermingsprogramma Waterschappen en Rijkswaterstaat staan de komende jaren voor de grootste dijkversterkingsopgave ooit. Meer dan 1100 km dijken en 256 sluizen en gemalen moeten tot 2028 aangepakt worden. Verspreid over bijna 300 projecten in het hele land, langs de kust, langs de meren en de grote rivieren.
Zandige vooroevers Binnen het Hoogwaterbeschermingsprogramma zijn er twee innovatieve projecten met een zandige vooroever; aan de kust bij de Hondsbossche en Pettemer Zeewering en een pilot in het Markermeer bij de Houtribdijk. Zandige versterking van harde waterkeringen lijkt een reële en kosteneffectieve optie te zijn. De Hondsbossche en Pettemer Zeewering is onlangs versterkt door er een flinke hoeveelheid zand voor te leggen. Tussen Camperduin en Petten is vóór de bestaande dijk met 35 miljoen m3 zand een enorm stuk strand en duin aangelegd ter grootte van maar liefst 400 voetbalvelden. Een natte duinvallei, een strandlagune en een panoramaduin bieden nieuwe mogelijkheden aan recreatie en natuur. Het volgen van de ontwikkelingen in het gebied in de komende vier jaar biedt aanknopingspunten om het concept van zandige versterking verder te optimaliseren. Aan de Houtribdijk (die het IJsselmeer van het Markermeer scheidt) houden Ecoshape en Rijkswaterstaat een grootschalige proef met een zandige vooroever. Onderzocht wordt of zandige versterking ook bij meren toegepast
kan worden. Een vooroever beschermt de dijk tegen golfslag, waardoor de dijk niet of minder versterkt hoeft te worden. Op de proeflocatie is 70.000 m3 zand neergelegd en beplant met verschillende soorten vegetatie. De proeflocatie wordt gedurende vier jaar, tot en met 2018, gemonitord. De eerste resultaten volgen in 2016. Belangrijke vragen hierbij zijn de stabiliteit van het zandlichaam en de invloed van vegetatie.
Tussen Camperduin en Petten is vóór de bestaande dijk met 35 miljoen m3 zand een enorm stuk strand en duin aangelegd.
Nummer 12 December 2015
T
oetsen op basis van de nieuwe normen kan pas in 2017. Volgens Simone Boogaard, teammanager programmering bij het Hoogwaterbeschermingsprogramma, zijn er toch mogelijkheden om al aan de slag te gaan. “De eerste toetsingen beginnen in 2017. Nieuwe urgente trajecten komen dus pas op zijn vroegst in het programma 20192024 aan bod en worden pas rond 2025 versterkt. Het betekent dat we het programma tot die tijd vullen met minder urgente trajecten. Dat is niet doelmatig, want we willen met zo min mogelijk euro’s de meest urgente trajecten aanpakken. Daarom wordt nu gewerkt aan een wettelijk beoordelingsinstrument waarin waarschijnlijk een Top 13 van de meest urgente trajecten wordt opgenomen, gebaseerd
op gegevens van VNK-2. Meest urgent zijn die trajecten die de grootste afstand vertonen tot de nieuwe veiligheidsnormen.”
25 Het Waterschap
DOOR MARIEKE BOS
THEMA DIJKEN
Aan de slag met beoordeling van keringen
Focus op de uitvoering Om te beoordelen of een dijk veilig was, werd in het verleden gekeken wanneer er water over de dijk kwam, de overschrijdingskans. De nieuwe Waterwet gaat uit van overstromingskans, de kans op overstroming van het gebied achter de dijk. Daarnaast verandert de veiligheidsnorm naar een Landelijke Individueel Risico (LIR) met daarboven op voor gebieden met grote economische betekenis een plus. Een plus als het maatschappelijk uit kan, qua investeringskosten. Een hele vooruitgang, maar het betekent veel. DOOR ROMBOUT JONGEJANS
H Nummer 12 December 2015
et beoordelen van de veiligheid van de dijk is een wettelijke taak van de beheerder. Vanaf 2017 als het eerste gedeelte van het instrumentarium beschikbaar is, moet in 6 jaar tijd door de waterschappen 3.600 km primaire kering worden beoordeeld. Een forse opgave. Bij de overstromingskans wordt op een andere wijze
Het Waterschap
26
Dijkwachten inspecteren een dijk (foto Henri Cormont).
gekeken om tot het veiligheidsoordeel te komen. Vergelijk het maar met de APK keuring van je auto, keek je vroeger alleen naar de lampen, banden en remmen. Nu besluit je nu ook naar uitlaatgassen te gaan kijken. Neem wel de tijd om te leren omgaan met de analyseapparatuur van de uitlaatgassen. Zo is het ook
bij het nieuwe toetsinstrumentarium, de waterschappen moeten leren daarmee om te gaan. Samenwerken De Unie van Waterschappen heeft uitgezocht hoe de waterschappen kunnen samenwerken om de veiligheidstoets voor de primaire kering
THEMA DIJKEN
voor geheel Nederland uit te voeren. De nieuwe normen worden omarmd en nu moet de focus op het uitvoeren van het werk centraal komen te staan. Extra aandacht is nodig voor het gegevensbeheer en de daarbij behorende ICT inclusief de hardware. De inspanning voor Gegevensbeheer en ICT zullen naar verwachting een factor drie groter zijn, dan bij de vorige toetsronde. Daarnaast waren centrale vragen: Hoe kunnen we met elkaar samenwerken en hoe zou de markt ons kunnen helpen. De gekozen oplossing is dat elk waterschap individueel of samen met andere water-
schappen een plan van aanpak opstelt. In dit plan wordt beschreven hoe de opgave gerealiseerd gaat worden. De omvang en het bewustwording wordt zo vanuit elk waterschap duidelijk. Gebruik de eigen ervaringen met 10 km digitalisering van dijkdata toegespitst op toetsen met overstromingskans. De verantwoordelijkheid blijft zo bij elk waterschap, maar gestimuleerd wordt samen te werken en duidelijk wordt hoe groot de opgave is. De aanbeveling is om dit proces te laten verlopen tussen waterschappen waar op waterveiligheid al een natuurlijke klik is. Daarnaast wordt aanbevolen
om methoden te kiezen om de opgave minder omvangrijk te maken. Gebruik van VNK2 is een van de mogelijkheden evenzo als het buiten beschouwing laten van net versterkte HWBP 2 trajecten Met deze procesafspraken kunnen de waterschappen gezamenlijk zorgen voor de komende eerste Landelijke Rapportage Overstromingskans (LRO1) om zo ook in de toekomst te zorgen voor een veilig Nederland. Rombout Jongejans is werkzaam bij het Wetterskip Fryslân en voerde de verkenning uit in opdracht van de Unie van Waterschappen
Zorgplicht waterkeringen Het nieuwe waterveiligheidsbeleid dat vanaf 2017 van kracht wordt en het gewijzigde toezicht zijn aanleiding om de invulling van de zorgplicht nieuwe stijl nog eens tegen het licht te houden.
De zorgplicht waterkeringen houdt in dat een waterschap de wettelijke taak heeft om de waterkeringen aan de veiligheidseisen te laten voldoen en voor het noodzakelijke (preventieve) beheer en onderhoud te zorgen. Het is de eigen verantwoordelijkheid van de waterschappen hoe ze invulling geven aan deze zorgtaak. Ze zijn daarbij gehouden aan de wettelijke kaders voor de waterveiligheid die worden opgelegd door het Rijk voor primaire keringen en de provincies voor regionale keringen. Ambitie De zorgplicht omvat de werkprocessen voor het inspecteren, toetsen, versterken, beheren en onderhouden van de keringen. Ook de beleidsvorming, vergunningverlening, toezicht, handhaving en calamiteitenbestrijding horen bij de zorgplicht, evenals het informatie- en kennismanagement. Het is zaak dat deze processen goed zijn ingericht en dat de cyclus van Plan-Do-Check-Act volledig wordt doorlopen. Ook is het van belang dat het gegevensbeheer goed op orde is om een accuraat en actueel beeld te kunnen geven van de waterveiligheid.
De ambitie is om als keringbeheerders actief invulling te geven aan de zorgplicht waterkeringen en aantoonbaar in control te zijn waar het gaat om het voldoen aan de eisen voor waterveiligheid en een adequaat beheer en onderhoud van de keringen. Dit is in lijn met de ontwikkeling naar meer transparantie in het waterbeheer en naar een open houding richting onze omgeving. De focus is hierbij in eerste instantie gericht op de primaire keringen. Wat gaan we doen? Er is recent een Stuurgroep Zorgplicht ingesteld om invulling te geven aan de gezamenlijke visie. De taak van de Stuurgroep is om de strategische lijnen uit te zetten voor de ontwikkeling van de zorgplicht, de juiste verbindingen en dwarsverbanden te leggen en zicht te houden op de stappen die we als sector zetten. De Stuurgroep bestaat uit een vijftal waterschapsdirecteuren en wordt voorgezeten door Erik Wagener van waterschap Groot Salland. Ook collega-beheerder RWS wordt uitgenodigd om deel te nemen aan de Stuurgroep. Onder de vlag van de Stuurgroep gaan de keringbeheerders aan de slag met de doorontwikkeling van de invulling van de zorgplicht. Vanuit het platform waterkeringbeheerders werken waterschappen en RWS samen gemeenschappelijke thema’s uit. STOWA en Unie helpen om een kennisnetwerk op te zetten en leerbijeenkomsten met de beheerders te organiseren om kennis te bundelen en ervaringen te delen. De Stuurgroep wil ook contact leggen met de toezichthouder ILT over de invulling van de zorgplicht. Eric Gloudemans Beleidsadviseur waterveiligheid bij de Unie van Waterschappen
27 Het Waterschap
De zorgplicht waterkeringen is een aloude kerntaak van de waterschappen. Samen met de cyclus van normeren, toetsen en versterken, zorgt het beheer en onderhoud voor veilige waterkeringen en daarmee voor een veilig Nederland. Waterveiligheid in een land als Nederland is nooit af en ook de zorgplicht is in ontwikkeling. De keringbeheerders (waterschappen en Rijkswaterstaat) trekken hierbij nadrukkelijk samen op om van elkaar te leren en daarmee stapsgewijs hun werkprocessen te verbeteren. STOWA en Unie ondersteunen en faciliteren deze ontwikkeling.
Nummer 12 December 2015
Door Eric Gloudemans
THEMA DIJKEN
De Brede Groene Dijk
Kleien met de natuur
28
Kleiwinning op de kwelder: Een mooi voorbeeld van ‘Building with Nature’
Het Waterschap
Nummer 12 December 2015
De dijk langs de Dollard in het noordoosten van Groningen moet versterkt worden. Uit de laatste toetsronde bleek de bekleding van de dijk niet aan de gestelde eisen te voldoen. Traditionele versterking zou betekenen dat de grasbekleding zou moeten worden vervangen door asfalt. Waterschap Hunze en Aa’s kiest echter voor een meer natuurlijke dijk, een Brede Groene Dijk.
DOOR ERIK JOLINK
L
angs de Duitse Dollardkust ligt ie er al: zo’n brede dijk met een flauw talud, voorzien van een dikke laag klei en begroeid met gras. Hier is men voor hun dijken altijd klei blijven gebruiken, daar waar wij in Nederland op veel plaatsen langs de kust zijn overgestapt op harde steen- of asfaltbekleding. In het Deltaprogramma Waddengebied werd de Brede Groene Dijk bestempeld als innovatief dijkconcept. Een innovatieve dijkversterking dus, door terug te grijpen op oude technieken. Veel klei nodig Voor het omvormen van de bestaande dijk tot een Brede Groene Dijk is heel veel klei nodig, 1,7 miljoen m3. Om aan de huidige en toekomstige veiligheidseisen te
kunnen voldoen, moet het talud van de nieuwe dijk namelijk een heel stuk flauwer worden. Alleen dan is de dijk in staat om de golfklappen die op de dijk slaan op te vangen, zonder dat de grasmat of de onderliggende kleilaag daaronder te leiden heeft. Natuurlijk kunnen we die grote hoeveelheid klei laten aanvoeren. Dan hebben we het over vele tienduizenden vrachtwagenbewegingen. We vroegen ons af of dit anders kon. Er zijn diverse alternatieve kleibronnen in de buurt van de dijk. Waarom gebruiken we die niet? In de pilot Brede Groene Dijk onderzoeken we of het kan. Samen met andere partij-
en kijken we naar de mogelijkheden van klei uit kwelders die vóór de dijk liggen, klei gemaakt van slib uit een binnendijkse brakwater natuurpolder en naar klei gemaakt van zout baggerslib. Klei uit kwelders De dijk langs de Dollard heeft een voorland van kwelders. De klei van deze kwelders werd vanaf de middeleeuwen gebruikt om de bewoners tegen overstroming te beschermen. Vanwege strenge natuurbeschermingswetten in dit Natura 2000-gebied is dat tegenwoordig niet meer gebruikelijk. In overleg met particuliere kweldereigenaren,
THEMA DIJKEN
natuurbeheerders en provincie Groningen onderzoeken we of er natuurwinst kan worden gerealiseerd door kwelders op sommige plekken af te graven, zodat er nieuwe natuur ontstaat en natuurlijke krekenpatronen worden hersteld.
Klei uit zout baggerslib Om de zeehaven van Delfzijl bereik-
baar te houden voor schepen, wordt deze continu gebaggerd. Dit baggerslib wordt voor een deel verderop in de Dollard weer geloosd. Dit is niet echt een duurzame oplossing, want dat slib komt uiteindelijk weer in de haven terug. Samen met Groningen Seaports, provincie Groningen en Rijkswaterstaat onderzoeken we of we dit baggerslib geschikt kunnen maken voor toepassing in dijken. Hiervoor bereiden we momenteel een pilot Kleirijperij voor, waarin we, ondersteund door kennisexperts van het Ecoshape-consortium, optimale kleirijpingsstrategieën ontwikkelen. Matthijs Buurman, senior beleidsmedewerker water van de provincie Groningen: “Het toepassen van sediment uit de Eems-Dollard bij dijkversterkingen juichen wij toe. Naast het feit dat het tot besparing kan leiden bij het versterken van de dijk, levert het een bijdrage aan het verbeteren van het estuarium. Het nuttig toepassen van slib vormt zo een extra kostendrager voor het versterken van de natuurwaarden.” De pilot in één kilometer In de pilot wordt één kilometer bestaande zeedijk omgevormd tot een Brede Groene Dijk, waarbij we gebruik maken van de klei uit de
bovengenoemde bronnen. Met deze pilot werken we niet alleen aan innovatieve, maar ook aan duurzame dijkverbetering. Wiebe van der Ploeg, dagelijks bestuurslid van Waterschap Hunze en Aa’s: “Het is een prachtige kans om veiligheid voor mens en dier te koppelen aan natuurontwikkeling en het economisch belang van de haven. Hier spelen we als waterschap graag pro-actief op in. Uiteraard moet wel eerst worden aangetoond dat de klei geschikt is om er een veilige zeedijk van te maken. Maar het feit dat de eersteklas, erosiebestendige klei zoals die in achterland wordt aangetroffen van dezelfde bron afkomstig is als de onderzochte alternatieven, namelijk uit de Dollard, schept vertrouwen.” Zijn de uitkomsten van de pilot positief, dan wordt ook de rest van het dijktraject langs de Dollard (11 km) als Brede Groene Dijk uitgevoerd. Erik Jolink is trekker van de pilot Brede Groene Dijk bij waterschap Hunze en Aa’s
De Brede Groene Dijk is één van de pilots van de projectoverstijgende verkenning Waddenzeedijken. Deze POV wordt uitgevoerd door de waterschappen Hunze en Aa’s, Noorderzijlvest en Wetterskip Fryslân onder de paraplu van het Hoogwaterbeschermingsprogramma. In dit programma werken Rijk en waterschappen samen om Nederland te beschermen tegen overstromingen, nu en in de toekomst. Kijk op www.pov-waddenzeedijken.nl welke pilots naast de Brede Groene Dijk nog meer uitgevoerd worden.
Nummer 12 December 2015
Klei uit binnendijkse natuurpolder Vlakbij de Brede Groene Dijk ligt de brakwater natuurpolder Breebaart. Deze polder staat in directe verbinding met de Dollard en elk getij stroomt er zout water in en brak water uit. Omdat de Dollard erg veel slib bevat, is Breebaart dichtgeslibd en komen de natuurdoelstellingen in gevaar. In de pilot Brede Groene Dijk gaan we onderzoeken of en hoe we dit slib kunnen gebruiken als bouwmateriaal voor de dijk. Hiervoor hebben we samen met provincie Groningen en beheerder het Groninger Landschap een plan gemaakt. Rob Reintsema, kwartiermaker bij het Groninger Landschap: “Door te onderzoeken of het slib uit onze Polder Breebaart kan worden gebruikt in de Brede Groene Dijk, hebben we een potentiële afnemer van ons overschot aan slib. Daarmee kunnen we gezamenlijk bijdragen aan de verbetering van natuur en waterveiligheid.”
Binnendijkse brakwater natuurpolder Breebaart
29 Het Waterschap
Een bijkomend voordeel van deze manier van klei winnen, is het cyclische proces: de afgegraven kwelder vult zich in de loop der tijd weer met slib uit de Dollard en de klei die daardoor wordt gevormd kan bij een volgende dijkversteking weer worden gebruikt. Ook de particuliere kweldereigenaren zien voordelen. Edzo Huisman, één van de kweldereigenaren: “Natuurlijk hechten wij grote waarde aan een goede bescherming tegen hoogwater vanuit zee. Als wij daaraan met onze kwelders een bijdrage kunnen leveren, zijn we daartoe graag bereid. Bovendien spreekt het idee van een brede groene dijk ons aan, omdat we hierop onze schapen kunnen laten grazen.”
THEMA DIJKEN
Meekoppelkansen in de camper Veel bezoekers van de camper van Waterschap Rivierenland vertellen hoe ze dagelijks genieten van het dijkenlandschap tussen Tiel en Waardenburg, maar de mooiste opmerking erover komt van Jet Röling, op een ochtend in het dorpje Neerijnen.
DOOR JOLANDA DE KONING
Z Nummer 12 December 2015
e vertelt bij de camper dat ze zo verknocht is geraakt aan haar dorp en het landschap eromheen dat ze de dijk in haar testament heeft opgenomen. Op de plek waar zij elke keer weer geniet van het uitzicht, kan dan een bankje geplaatst worden, zodat andere mensen straks nog meer kunnen genieten van het landschap. Jet Röling is één van de 846 bewoners die tijdens de tour van de camper hun mening hebben gegeven over de dijkverbetering die de komende jaren wordt uitgevoerd. Daarvoor heeft Rivierenland de camper ingezet die een maand op tour is geweest langs twintig kilometer dijk. Zeven dorpen zijn bezocht; het grootste telt 3000 inwoners, het kleinste 150.
Het Waterschap
30
Dynamiek Het publiek was heel divers: mensen met de meest uiteenlopende achtergronden kwamen voorbij, onder hen veel 30-plussers. Vrouwen kwamen vaker hun mening geven dan mannen. De camper is laagdrempelig en opvallend door zijn aankleding. Door de publiciteit eromheen was snel bekend dat het waterschap langs kwam om te luisteren naar de bewoners. Daar hebben 714 mensen gebruikt van gemaakt; de rest heeft z’n mening via de website gegeven. Door de interviews is een dynamiek in het gebied op gang gebracht met landelijk uitstraling. Dat lukte door gebruik te maken van digitale enquêtes, polls en sociale media. Twitterreacties leidden bijvoorbeeld tot een interview met Erik Kraaij van het hoogwaterbeschermingsprogramma. Met de opgehaalde informatie is per dorp het sentiment ten opzichte van de dijkverbetering en het waterschap in kaart gebracht. Daardoor is ook een beeld ontstaan van de communicatiebehoefte. Voor elk dorp zijn kansen en bedreigingen in een SWOTanalyse in beeld gebracht. Dat heeft onder andere geleid tot een nagenoeg compleet overzicht van meekoppelkansen. De meerwaarde van deze aanpak zit hem in de laagdrempelige, persoonlijke benadering van bewoners. Hierdoor is een veel grotere doelgroep bereikt dan zonder zo’n campertour het geval zou zijn geweest.
Laag en hoog hangend fruit Als waterschap gebruiken we de gegevens om per dorp de ruimtelijke kwaliteit te bepalen en een communicatiestrategie op te stellen. De bewoners worden snel geïnformeerd over de resultaten van het project. De komende tijd krijgen ze een terugkoppeling via een nieuwsbrief, informatieavonden, een video-documentaire en een boek. Vervolgens delen we de meekoppelkansen in drie categorieën in en, waar mogelijk, nemen we ze mee bij de uitwerking van de plannen voor de dijkverbetering. We maken daarbij onderscheid in: 1) Laag hangend fruit: dit zijn meekoppelkansen die we direct kunnen meenemen in het ontwerpproces. Een voorbeeld is een trap van de dijk naar een visvijver. 2) Hoog hangend fruit: dit zijn meekoppelkansen waarover ook andere partijen moeten beslis-
sen, zoals gemeenten. Denk hierbij aan woningbouw op de dijk. Deze kansen worden meegenomen bij het opstellen van het ruimtelijk kwaliteitskader. 3) Onrijp fruit: Dit zijn meekoppelkansen die geen directe relatie hebben met de dijkverbetering. De aanleg van nieuwe ruiterpaden in de uiterwaarden is een goed voorbeeld. Hierbij zullen we ons inzetten om andere partijen te vinden die dit verder kunnen oppakken. Op www.dedijkisvanonsallemaal.nl zijn alle verhalen te lezen. Ook het bijzondere verhaal van Jet Röling, die Amsterdam verruilde voor Neerijnen en er nooit meer weg wil. Jolanda de Koning is communicatieadviseur bij Waterschap Rivierenland
SCHATTEN VAN DE SCHAPPEN
Grote schat Ooit was gemaal Wortman nabij Lelystad, het grootste van Europa. De afmetingen van het bouwwerk maken nog steeds indruk, dat geldt ook voor de aanwezige kunst. Als een van de drie gemalen dat Oostelijk Flevoland heeft drooggelegd, is zijn historische betekenis al net zo imposant. Vandaar dat Waterschap Zuiderzeeland het bijna zestig jaar oude bouwwerk koestert.
Esthetiek Wie het gebouw uit 1956 binnenloopt, waant zich in een kerk waar functionaliteit de dienst uitmaakt. In de hal zien we levensgrote machines die uitkijken op een grote wandschildering van de Amsterdamse kunstenaar Hans van Norden. Het drieluik toont links de zee met zijn vissersschepen en vogels en rechts het nieuwe vruchtbare land, inclusief een huis. In het middendeel bevinden zich vogels en vissen. Even verderop staat dan ook nog een beeldhouwwerk van Paul Gregoire waarin een vrouw haar kind, symbool voor de zee, afstaat aan een manspersoon. Die houdt in zijn
Calamiteitengemaal Toch zijn er maar weinig gemalen waar de kunst zo adembenemend prominent aanwezig is. Wortman is dan ook niet het eerste het beste gemaal. In de jaren vijftig verrijst midden in zee een bouwput aan de rand van een eerder gebouwde dijk en sluis. Daarin komt vervolgens een enorm gemaal met vier centrifugaal pompen met betonnen slakkenhuizen van de Nederlandse fabrikant Stork Werkspoor. Die kunnen tweeduizend kubieke meter water per minuut bemalen, bij een opvoerhoogte van maar liefst zes meter. Samen met de gemalen Lovink en Colijn zorgt het bouwwerk ervoor dat Oostelijk Flevoland uiteindelijk wordt gewonnen op de zee. Anders dan de twee laatstgenoemde gemalen maakt Wortman daarbij gebruik van dieselaandrijving. Aan
het begin van de Koude Oorlog is het niet handig om voor droge voeten volledig afhankelijk te zijn van elektriciteit, zo is de gedachte. In die jaren is een dieselgemaal dan ook niets bijzonders. Nu dieselmotoren in rap tempo plaatsmaken voor elektrisch aandrijving is het dat wel, vindt ook de Nederlandse Gemalenstichting. De stichting maakt zich er dan ook sterk voor om enkele representatieve dieselgemalen te behouden, naast de nodige automatisering. Een dieselgemaal vergt wel meer onderhoud. Maar dat hebben ze bij Zuiderzeeland wel over voor zo’n verdienstelijke schat. Drie machinisten met kennis van old-school technologie staan stand-by om voor het gemaal te zorgen. Gemaal Wortman is dan ook niet alleen een parel van de voormalige Zuiderzee, maar doet ook dienst als calamiteitengemaal. Bij een samenloop van klimatologische omstandigheden, komt hij weer in actie, om samen met andere Zuiderzeewerken het land droog te houden. Cultuurhistorische schat Over honderd jaar is gemaal Wortman een topmonument. Nu is het monumentale gebouw, onderdeel van relatief jong en onbekend erfgoed. Zijn voor historische begrippen jonge leeftijd maakt het gemaal niet minder bijzonder. Zeker niet nu vernieuwing steeds sneller gaat. Gelukkig weet Zuiderzeeland het bouwwerk op waarde te schatten. Als een cultuurhistorische schat dat staat voor een belangrijke mijlpaal in ons waterstaatsverleden en binnen en buiten die tijdsgeest ademt. Een grote schat om voor altijd te houden. Bina Ayar is historicus en journalist; met dank aan Jan Reijnen, dagelijks bestuurder van de Nederlandse Gemalenstichting. Een onderwerp aanmelden voor de serie ‘Schatten van de Schappen’ kan via
[email protected]
Nummer 12 November 2015
T
wee gemalen in ons land kregen vorige maand voor het eerst een pluim uitgereikt van de Nederlandse Gemalenstichting (NGS). Naast gemaal Wortman kon het Over- en Nederslingerlandgemaal in de Alblasserwaard rekenen op waardering van de NGS die zich inzet voor historische gemalen. Het kleine Overslingerland heeft onder meer een bijzondere crossmotorcylinder en een scheprad. En is prachtig gerestaureerd door particulieren. Het grote Wortman wordt al jaren goed onderhouden door Waterschap Zuiderzeeland en heeft anders dan het Alblasserwaardse exemplaar nog altijd een bescheiden functie in waterbeheer.
rechterhand een dijk die land en water scheidt. Het bouwwerk van architect Roosenburg is een typisch voorbeeld van wederopbouwkunst waarin architectuur, kunst en functionaliteit hand in hand gaan. Daarin is Wortman overigens niet uniek. Ook andere gemalen uit de jaren vijftig kunnen dankzij nieuwe subsidieregelingen voor de decoratieve aankleding van overheidsgebouwen aandacht besteden aan esthetiek. Zo vinden we her en der in de vierkante dozen die gemalen meestal zijn, opeens een bronzen beeld of een schitterend glas-in-lood raam.
31 Het Waterschap
DOOR BINA AYAR
WATERRECHT
Maestr’eau mr. Willem Wensink behandelt een actueel juridisch onderwerp
Is uw privacy geborgd?
Nummer 12 December 2015
Hebt u wel eens nagedacht over de mogelijke gevolgen van een hack in de computersystemen van uw waterschap? En wat dat mogelijk voor consequenties heeft voor (het imago van) het waterschap? Niet alleen belangrijke gegevens kunnen door hackers buitgemaakt worden, ook privacygevoelige informatie van ingezetenen, of van u als medewerker (denk bijvoorbeeld aan uw P&O dossier of dat van uw collega’s) kan op straat komen te liggen. Daarom de vraag: hoe staat het met het privacybeleid binnen uw waterschap?
Het Waterschap
32
regelen of beveiligingsmaatregelen die teniet worden gedaan of worden omzeild. Ook kan hierbij gedacht worden aan menselijke fouten. Bijvoorbeeld als een medewerker van het waterschap een usb-stick met persoonsgegevens in de trein laat liggen of met zijn iPad een e-mail met persoonsgegevens zonder versleuteling naar een verkeerd e-mailadres verzendt.
In de gewijzigde Wet bescherming persoonsgegevens is een meldplicht opgenomen voor dergelijk datalekken. Een datalek moet gemeld worden bij het College bescherming Nieuwe privacyregelgeving In de komende periode treedt nieu- persoonsgegevens (Cbp) en de betrokkene. Er gelden hiervoor verwe privacyregelgeving in werking, schillende voorwaarden. Soms kan die alle overheden raakt. De Europese Unie werkt momenteel aan melding achterwege blijven. een Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Deze Boete Het Cbp kan zowel bestuursrechteEuropese verordening zal naar verlijk als strafrechtelijk optreden. Tot wachting in 2016, met een invoeeen bedrag van 810.000 euro kan een ringsperiode van twee jaar, in werboete worden opgelegd. Boetes kunking treden. Vooruitlopend op de komst van de AVG treedt op 1 janua- nen worden opgelegd voor alle overri a.s. de Wet meldplicht datalekken tredingen van de Wet bescherming in werking. De Wet meldplicht data- persoonsgegevens. Aan wat voor lekken wijzigt de Wet bescherming overtredingen kun je denken? Bijvoorbeeld aan het niet melden persoonsgegevens op een aantal van een datalek, het langer bewaren punten. van persoonsgegevens dan noodzakelijk, of het zonder een gerechtMeldplicht vaardigd doel verzamelen van perDe huidige Wet bescherming persoonsgegevens. Daarnaast kan iedersoonsgegevens vereist van de ‘verantwoordelijke’ (het waterschap) dat een die als gevolg van het niet naledeze passende technische en organi- ven van deze privacyregelgeving door het waterschap schade lijdt, satorische maatregelen neemt om deze schade verhalen op het waterpersoonsgegevens te beveiligen schap. tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatig gebruik. Iedere inbreuk op deze beveiliging van per- Functionaris voor de gegevensverwerking soonsgegevens wordt een datalek De gewijzigde Wet bescherming pergenoemd. Een dergelijke inbreuk soonsgegevens biedt de mogelijkkan ontstaan door bijvoorbeeld tekortschietende beveiligingsmaat- heid om een interne toezichthouder
aan te stellen (mogelijk verplicht voor overheden met de komst van de AVG). De verplichte melding van gegevensverwerking vindt dan plaats bij deze ‘functionaris voor de gegevensverwerking’ in plaats van bij het Cbp. Gevolgen De komst van nieuwe privacyregelgeving heeft consequenties voor de waterschappen. Hoe groot die consequenties zijn, hangt in hoge mate samen met de vraag in hoeverre waterschappen op dit moment voldoen aan de huidige Wet bescherming persoonsgegevens. Als uw waterschap de huidige regels adequaat geïmplementeerd heeft, is een beperkt aantal aanpassingen nodig in verband met het van kracht worden van de Wet meldplicht datalekken. Is dat nog niet het geval, dan is er serieus werk aan de winkel. Van belang is dat waterschappen zicht hebben dan wel krijgen in de eigen gegevensverwerking (in welke processen worden welke persoonsgegevens verwerkt en op welke grondslag) en bepalen welke processen in dat opzicht het grootste risico met zich mee brengen (kans op datalek en de omvang en impact van de gevolgen). Niet alleen mag van de overheid verwacht worden dat (eigen) regelgeving nageleefd wordt, de consequenties van niet naleven kunnen met de inwerkingtreding van de Wet meldplicht datalekken aanzienlijk zijn (imagoschade, aansprakelijkheid bestuurders, boetes etc.). Zowel voor individuele waterschappen als voor de waterschappen als collectief is het oppakken van deze ontwikkelingen dan ook urgent. Het feit dat de Unie veel (vergelijkbare) vragen krijgt over (de implementatie van) deze nieuwe privacyregelgeving doet vermoeden dat waterschappen deze urgentie ook voelen. Op voorstel van de waterschappen is recent een ad hoc werkgroep in het leven geroepen, die: (1) waterschappen nader informeert over de gevolgen van deze nieuwe regelgeving, (2) good practices verzamelt en beschikbaar stelt en (3) een handreiking ten behoeve van de implementatie opstelt (voor 1 januari a.s. gereed). Deze middelen kunnen u helpen bij de implementatie van de nieuwe privacyregelgeving. Het begint evenwel bij de vraag: Is uw privacy geborgd?
WATERNIEUWS
Hein Pieper nieuw bestuurslid, Gerard Doornbos neemt afscheid
Hein Pieper, dijkgraaf van Waterschap Rijn en IJssel, treedt per direct toe tot het bestuur van de Unie van Waterschappen. Hij volgt Gerard Doornbos op, dijkgraaf van het Hoogheemraadschap van Rijnland, die afscheid neemt van het bestuur. Hein Pieper is sinds april 2011 dijkgraaf van Waterschap Rijn en IJssel. Pieper wordt verantwoordelijk voor de portefeuille internationaal en arbeidsvoorwaarden, een omvangrijk beleidsveld. Vanuit de hele wereld is er vraag naar Nederlandse waterkennis. Waterschappen delen wereldwijd kennis met landen
Afscheid Doornbos Gerard Doornbos had een zeer divers samengestelde portefeuille waaronder het vicevoorzitterschap. Iets wat heel mooi illustreert dat het bestuurslidmaatschap van Gerard meer dan gedragen werd door de leden, was de spontane verlenging van zijn zittingsduur op voordracht van de ledenvergadering. Een unicum binnen de Unie van Waterschappen! Doornbos heeft het Cao-dossier twee volle termijnen onder zijn hoede gehad. Waar de gemoederen regelmatig hoog oplopen aan of rondom de Cao-tafel,
Gerard Doornbos
bleef hij altijd de rust zelve. Onder zijn voorzitterschap zijn drie Cao-akkoorden tot stand gekomen. Met het Individueel KeuzeBudget hebben we als sector een trend gezet in overheidsland. Ook bij de medewerkers van de Unie van waterschappen is heel veel waardering voor Doornbos en de wijze waarop hij zich de afgelopen zeven jaar heeft ingezet. Zij noemen de volgende kenmerkende zaken: hij blijft altijd rustig, heerlijk relativerend, je kunt met hem lachen, hij geeft vertrouwen en ruimte, hij spreekt waardering uit en ook: als hij praat wordt er geluisterd, hij heeft overwicht en charisma.
Nummer 12 November 2015
Hein Pieper
waar waterbeheer grote uitdagingen kent. Dutch Water Authorities is het aanspreekpunt waar internationale vragen aan waterschappen gesteld kunnen worden. De Unie van Waterschappen is ook de werkgeversorganisatie voor de waterschappen en onderhandelt met de vakbonden over de arbeidsvoorwaarden voor de ruim 12.000 medewerkers die bij de waterschappen werken. De benoeming van Pieper tot bestuurslid is voor een periode van 3 jaar, met de mogelijkheid van een verlenging van nog eens 3 jaar.
Jongeren op dijkinspectie Half oktober kwam de film De Kerstvloed uit, een regionale productie over de laatste grote overstroming in Noord-Nederland in 1717. De film was aanleiding voor de noordelijke waterschappen Noorderzijlvest en Hunze en Aa’s om een grote dijkinspectie voor jongeren te organiseren. De jongeren uit de Atheneum+ klas van het Zernike College uit Haren kregen les van de dijkexperts van beide waterschappen. De les ging over veilige dijken en het herkennen van schades aan dijken. Na dit korte college gingen ze in groepen een
dijkinspectie doen. Dit doen ze langs een kanaal, waarbij de ene oever van Noorderzijlvest is en de tegenovergestelde van Hunze en Aa’s. De film Een paar weken na de dijkinspectie gaan de leerlingen de film zien in de bioscoop. De film vertelt het verhaal over Thomas van Seeratt, die de basis legde voor de huidige zeedijk in Noord-Nederland. Als voormalig schipper waarschuwde hij de heren van de provincie destijds dat de dijken wel eens konden bezwijken bij een storm. Men wuifde zijn woorden weg. Tot-
dat in de kerstnacht van 1717 de dijken breken. Dan willen ze wel naar Van Seeratt luisteren. De film is op DVD verkrijgbaar via www.dekerstvloed.nl
Het Waterschap
33
WATERNIEUWS
Gezamenlijke afvalwaterzuiveringsinstallatie Coca-Cola, FUJIFILM, International Flavors and Fragrances (IFF Nederland) en Agristo geven invulling aan hun ambitie om de milieueffecten van hun bedrijfsactiviteiten tot een minimum te beperken.
Het afvalwater wordt na zuivering als schoon water op het Wilhelminakanaal geloosd. De kosten van het zuiveren van afvalwater gaan voor de vier bedrijven
omlaag. De afvalwaterzuiveringsinstallatie is naar verwachting medio 2016 operationeel.
De afvalwaterzuiveringsinstallatie zal ongeveer 10.000.000 liter per dag ofwel ruim 3.500.000.000 liter afvalwater per jaar verwerken. Cofely tekent voor het realiseren van de collectieve installatie.
Nummer 12 November 2015
Volgens Waterschap De Dommel zorgt de zuivering voor een betere waterkwaliteit en -kwantiteit. “Voor onze rioolwaterzuivering is dit gunstig, omdat deze minder belast wordt en dat geeft ruimte voor toekomstige ontwikkelingen”, aldus het waterschap. Door de inzet van technologieën die zijn afgestemd op de afvalstromen van de vier bedrijven is het een duurzamer en goedkoper proces.
Het Waterschap
34
Kennis uit ecologisch onderzoek Markermeer-IJmeer beschikbaar Rijkswaterstaat lanceerde ter gelegenheid van de afronding van het onderzoeksprogramma Natuurlijk(er) Markermeer-IJmeer, de website www.kennis. markermeerijmeer.nl. De website is een initiatief van de stuurgroep Markermeer-IJmeer. Het biedt een bron van informatie voor professionals en
geïnteresseerden die meer willen weten van de doelen en resultaten van 9 veldexperimenten en bureaustudies die in het
kader van het onderzoeksprogramma NMIJ de laatste 6 jaar zijn uitgevoerd. De informatie is gestructureerd en tot op detailniveau te raadplegen. Onderzoeksprogramma NMIJ Het onderzoeksprogramma NMIJ Is eind 2009 en heeft als doel het in kaart brengen, onderbouwen en beschrijven van de meest kansrijke maatregelen voor de ontwikkeling van een toekomstbestendig ecologisch systeem voor het MarkermeerIJmeer. Het ecologische systeem in het Markermeer-IJmeer moet veerkrachtiger worden. Dit is van belang voor de natuur in en om de meren en voor de ruimtelijke-economische ontwikkelingen. De natuur in het Markermeer-IJmeer moet tegen een stootje kunnen om de gevolgen van klimaatverandering en menselijk medegebruik op te vangen.
Natuurdijkmengsels en Stroomdalmengsels voor meer biodiversiteit. Biodivers draagt zorg voor: s "ETER bestand tegen verweking van dijken s -EER Speelruimte voor de natuur s *UISTE Inpassing op iedere bodem s (OGERE Biodiversiteit s %COLOGISCH Verantwoord en milieuvriendelijk gewonnen zaadmengels s %XTRA Duurzame ontwikkeling van de ingezaaide vegetatie
6RAAG EEN VRIJBLIJVENDE OFFERTE AAN VOOR UW ZAAI PROJECT
3AMENBOUWENAANEENVEILIGEEN PRETTIGELEEFOMGEVINGVOORNUENLATER
6ANBAGGERNAAR WAARDEVOLLEBOUWSTOF
5NIEKEONTWATERINGSMETHODE "ALEEN2APID$EWATERING3YSTEM
SMALSCOM
ROYAL
1953. Nu 62 jaar geleden. We kijken vooruit naar 2050 en 2100. Waterschappen investeren 50% mee in het Deltaprogramma. Voor droge voeten en waterveiligheid. Gefinancierd met zekerheid. Door de Waterbank.
Het Deltaprogramma stelt rijksoverheid en waterschappen voor grote investeringen. Een nieuwe benadering. Een nieuwe taakverdeling. En een innovatieve insteek. Niet alleen beschermen tegen het water, maar ook werken aan natuurlijk evenwicht. Met ruimte voor water. Slim ruimtegebruik, slim te financieren. Bij de NWB Bank. De Waterbank.
Postbus 580, 2501 CN Den Haag t 070 416 62 66 e
[email protected] www.nwbbank.com