Juni 2015
Uitgelicht
Water & wortel [ 14 ]
Volop uitdagingen teelt op water
[ 22 ]
Hoog isolerende kassen op een rij
[ 26 ]
Emissieloos telen haalbare kaart
[ 44 ]
KE GrowAir stapt in de tuinbouw
[ 50 ]
Nederlandse techniek in Rusland
5
DE ZEKERHEID VAN SCHOON WATER MET DE NEXUS 36-S-6 Het leveren van omgekeerde osmose-installaties (RO) stopt niet aan de Nederlandse grens. In maart van dit jaar heeft Moor Filtertechniek een Nexus 36-S-6 gebouwd en geleverd aan een in Engeland gevestigde installateur.
Bij de eindklant (aardbeienteelt) waren natrium en boron de kritische elementen. De Nexus 36-S-6 heeft het aandeel natrium en boron aanzienlijk verlaagd. Heeft u schoon water nodig voor uw teelt? We hebben al een RO vanaf 600 liter per uur.
De Nexus 36-S-6 is de grootste stand-alone RO in de Nexus-serie en met een capaciteit van 1.000 m³ een echte krachtpatser.
Voor meer informatie, bel (0174 639020), mail ons (
[email protected]) of kijk op onze website (www.moor.nl).
MOOR FILTERTECHNIEK KEEPS YOUR BUSINESS RUNNING Onderdeel van
www.moor.nl
Ziek van ‘gifgroenten’
Jacco Strating Hoofdredacteur KAS Magazine
[email protected]
‘Kassabonnetjes maken ons ziek’. Die onheil spellende boodschap las ik recent in het AD. Het bericht baseert zich op wetenschappelijke studies die zouden aantonen dat alledaagse producten onze hormonen verstoren. De coating op een kassa bon bijvoorbeeld en zelfs conservenblikken. Ze zorgen voor een hoger risico op overgewicht, een lager IQ, verminderde vruchtbaarheid en kanker. Ik heb altijd mijn bedenkingen bij dit soort berichten. Ze komen vaak vanuit het niets, worden prominent en met dreigende koppen afgedrukt en veroorzaken onrust bij de lezer. Maar wie de berichten goed leest, ziet ook dat er meestal geen duidelijke bron wordt vermeld en dat de getrokken conclusies vaak kort door de bocht zijn. En waarom worden kassabonnetjes en conservenblikken zo specifiek genoemd? Omdat we daar dagelijks mee in aanraking komen. En dus heeft zo’n bericht plots onze volle aandacht. Goedkoop scoren dus. Mijn grootste twijfel over dit artikel ontstond echter door de tip die de onderzoekers en passant geven, namelijk: ‘Eet biologische groenten, want die bevatten minder residu van pesticiden.’ Waar komt die vingerwijzing opeens vandaan? En wat is de link met het onderwerp? Ik zie hem niet. Daarbij, kennelijk zijn media in Nederland nog altijd onvoldoende op de hoogte van hoe schoon en gezond onze groenten en fruit tegenwoordig zijn. Hoe anders valt te verklaren dat redacties een dergelijk bericht klakkeloos overnemen? Die ene opmerking over ‘gifgroenten’ maakte dan ook dat ik snel doorbladerde naar een volgende pagina van mijn krant. Hopelijk doen andere lezers dat ook. Hopelijk zijn zij verstandig genoeg om zin van onzin te onderscheiden en weten zij dat ze onbezorgd hun tanden kunnen zetten in een Hollandse tomaat of paprika. Diep van binnen vrees ik echter dat het kwaad toch alweer is geschied. Daar word ik pas echt ziek van…
[3
Columns
Rubrieken
3 Jacco Strating Ziek van ‘gifgroenten’
8 Waar ben jij trots op? Potplantenteler Piet Kuivenhoven
19 Sjaak Bakker Moeilijk of makkelijk?
20 Tuinen bij Demokwekerij Broedplaats voor hele sector
55 Henk Verbakel De schakels in de ketting
22 Energiek2020 Hoog isolerende kassystemen 30 Pius Floris over… Water en wortelmilieu 34 Tuinen bij DLV GreenQ Gratis contactmomenten 42 Vragen uit de kas Tuinbouwexperts geven antwoord
4] 48 Tuinen bij WUR Glastuinbouw Corridors als levensaders
63 Erik Persoon Educatie
60 Noviteiten en ontwikkelingen Nieuwigheden in de tuinbouw 64 Goed om te weten 19 nominaties Ranking the Grower 66 In foto’s… Libelle Zomerweek
Colofon
Adres redactie Middel Broekweg 3, 2671 ME Naaldwijk
[email protected] www.kasmagazine.nl Hoofdredacteur: Jacco Strating Redactie: Ellis Langen en Jacco Strating Aan dit nummer werkten mee: Sjaak Bakker, Ellen Beerling, Pius Floris, Peter Geelen, Silke Hemming, Jan Janse, Arjen Mulder, Erik van Os, Erik Persoon, Uko Reinders, Jim van Ruijven, Renee Snijders, Ed
Smit, Lily-Anne Stroobach, Marieke van der Staaij, Henk Verbakel, Tycho Vermeulen en Jan Voogt. Fotografie: Bloemenbureau Holland, Certhon, Horti-Images, KE GrowAir, Koppert Biological Systems, Glenn Mostert, NethWork, Plant Health Cure, Rintra, Wageningen UR Glastuinbouw, Maurice Wubben en KAS TuinbouwCommunicatie. Ontwerp/vormgeving: Glenn Mostert, Speax
Artikelen 10 Doos met hommels ‘Natupol is stuk zekerheid’ 26 Telen in emissieloze kas Eerste resultaten beloftevol 36 Geno-Therm vularmatuur Omgaan met richtlijn vulwater 38 Het Nieuwe Samenwerken NethWork traint managers
14 Systemen voor teelt op water Over kansen en uitdagingen
[5
50 Certhon bouwt in Rusland Retailgigant kiest NL-expertise 56 Kas voor subtropisch klimaat Ambitieus project in Taiwan
44 ‘Nieuwkomer’ KE GrowAir Succes met luchtverdeelslangen
Druk: BDUprint Uitgever: Hans van Renssen Sales: Martijn Haas,
[email protected], tel. 06 34 76 70 68 Hans van Renssen,
[email protected], tel. 06 81 02 76 88 Mail voor een jaarabonnement van € 29,50 naar:
[email protected]
KAS TuinbouwCommunicatie biedt een breed multimediaal pakket vakinformatie aan voor ondernemers in de glastuinbouw. Naast KAS Techniek worden onder andere ook aangeboden: KAS Magazine, HortiBiz Magazine, GroenteNet.nl, SierteeltNet.nl, HortiBiz.com, TuinbouwTV.nl en de (dagelijkse) digitale nieuwsbrieven vanuit de websites. Samenwerken met KAS TuinbouwCommunicatie? Neem contact op met
[email protected].
Disclaimer/copyright: De inhoud van KAS Magazine is zorgvuldig samengesteld. De uitgever, redactie en auteurs zijn niet aansprakelijk voor schade die het gevolg is van beslissingen die worden genomen op basis van redactie, vormgeving en advertenties in KAS Magazine. Niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen of openbaar worden gemaakt zonder uitdrukkelijke en schriftelijke toestemming van de uitgever en auteur.
Van alles wat Top 10 redenen voor ontslag op staande voet Fraude is de meest voorkomende reden voor ontslag op staande voet, zo concludeert de Ontslagspecialist die er onderzoek naar heeft gedaan vanuit haar dossiers. Ze heeft er een top 10 van gemaakt.
6]
Daarna komt diefstal en fraude en daarna het te laat komen van de werknemer. Een werkgever kan een ontslag op staande voet geven, maar er moet dan wel sprake zijn van een dringende reden voor ontslag. Hieronder volgt de top tien van dringende redenen van ontslag op staande voet gegeven door een werkgever: 1. Fraude (18 procent). Hieronder vallen zaken als onterechte kostendeclaraties en valse opgave van gewerkte uren. 2. Diefstal en verduistering (16 procent). Opmerkelijk is hierbij dat de rechter ontslag op staande voet vanwege diefstal vrijwel altijd goedgekeurd. Zelfs als heeft het gestolene nauwelijks waarde. 3. Te laat komen (13 procent). 4. Werkweigering (8 procent). Dit komt in de praktijk nog wel eens voor wanneer de werknemer niet op een andere locatie wil werken of op een afwijkend tijdstip het werk wil doen. 5. Agressie en geweld (6 procent). Het kan hierbij gaan om fysiek geweld en om verbaal geweld of dreigen met geweld.
6. Alcohol en drugsgebruik (5 procent). Werknemers die onder invloed op het werk verschijnen. Ontslag op staande voet wordt ook geregeld gegeven aan een werknemer die zich beschonken op een personeelsfeest misdraagt. 7. Veelvuldig internet- en telefoongebruik voor privézaken (3 procent). Bijvoorbeeld medewerkers die onder werktijd te veel tijd verdoen met privé Whatsappen en/of telefoneren. 8. Schending van bedrijfsgeheimen (3 procent). Werknemers gaan soms niet discreet om met vertrouwelijke bedrijfsinformatie. 9. Beledigen op Social Media (2 procent. Het beledigen van de werkgever, collega’s of het bedrijf op facebook, twitter en andere social media. 10. Concurrentie en nevenwerkzaamheden (2 procent). Bijvoorbeeld concurrentie van de eigen werknemer, dus van binnenuit het bedrijf.
Trippen van een Hortensia? Het Trimbosinstituut, het drugsvoorlichtingsinstituut, geeft duidelijkheid over het fenomeen dat hortensia’s een hallucinerend effect zouden hebben. In een reactie op verschillende berichten dat dieven hortensia-koppen stelen om die reden, geeft ze aan dat de gewone huis-tuin-en keukenhortensia op geen enkele manier als drug te gebruiken valt en je er zelfs ziek zwak en misselijk van kan worden.
Slechts een bepaalde hortensiasoort, namelijk de Aziatische pluimhortensia, daarvan heeft het bolzaad in gestampte vorm een hallucinerend effect, aldus het Trimbos Instituut. Bij het eten van aanzienlijke hoeveelheden van de gestampte bolletjes komt er een soort cyanide-achtige gifstof vrij die mensen in een hallucinerende en in een stonede toestand kan brengen. Maar het kan ook nare bijwerkingen geven: misselijkheid, maagpijn, braken en ook diarree. Bij een overdosis ligt zelfs een blauwzuurvergiftiging op de loer. Wie de Aziatische pluimhortensia niet kan onderscheiden van de rest en zo maar een ‘gewone hortensia’ rookt als wiet in een joint en/of kauwt dan wel snuift, heeft volgens het instituut een grote kans om ziek zwak of misselijk te worden. De ‘hotte hortensia’s’ hebben in de Campagne ‘Kleurrijke verhalen’ van Plantion ook een van de hoofdrollen gekregen. Met de campagne wil de veiling ‘achterliggende verhalen’ bij bloemen en planten vertellen. Ze heeft een filmpje gemaakt over het fenomeen van het verdwijnen van hortensia’s.
Bloemist biedt ‘Facebooket’ aan De Amsterdamse bloemist Dennis Landzaat gebruikt onder andere de profielpagina van Facebook om voor klanten een persoonlijk boeket samen te stellen. De zaak ‘Mooi Anders Bloemen’ biedt een bloemenabonnement aan, maar de eigenaar bemerkte bij sommige klanten dat zij geen tijd hebben om zelf bloemen te kiezen. Daar verzon hij zelf wat op. Door foto’s te bekijken op de Facebookpagina, de bedrijfswebsite of een ander online profiel kan de bloemist nu meestal goed inschatten wat een klant mooi vindt. Zo maakt hij een ‘Facebooket’ op maat. Hij zegt bij veel klanten die van bloemen houden sowieso geregeld foto’s van bloemen op de profielpagina’s te vinden en dat geeft al een goede richting aan van wat klanten mooi vinden. De Facebooketten zijn onderdeel van een bloemenabonnement waarbij hij een keer per week het facebooket thuisbezorgd. Tegen Metronieuws
vertelt Landzaat dat de reacties op het Facebooket positief zijn. “Zoals die keer dat een vrouw zei dat ik haar beter snapte dan haar man. Die kwam alleen maar aan met afdankertjes van de supermarkt”, aldus Landzaat in het bericht in Metronieuws. Kijk op www. mooianders.info/video-facebooket voor een filmpje over het initiatief.
[7
Waar benjij
trots op? Piet Kuivenhoven, 44 jaar - getrouwd met Carolien vader van Rick en Jim - teelt bloeiende seizoensplanten in Poeldijk - 8 hectare (glas en vollegrond)
8]
Waar ben jij trots op? “Ik ben trots op de koers die mijn vader volgde en de visie die hij had; een sterke focus op seizoensproducten en niet te snel tevreden zijn over het eindproduct. Als vierde generatie binnen ons bedrijf trek ik die manier van werken door. We bestaan volgend jaar 100 jaar en begonnen ooit met 1 hectare druiven. Inmiddels zijn we al meer dan 35 jaar specialist in bloeiend seizoensgoed. Op 8 hectare telen we onder meer Campanula, Helleborus, Poinsettia, Dipladenia en Princettia. Ik ben ook heel trots dat wij goed kunnen samenwerken met leveranciers en afnemers. Mits je elkaar kunt blijven triggeren, kan een stevige ketensamenwerking een succesfactor zijn.” Kun je daar een voorbeeld van geven? “Wij zijn mede-eigenaar van Addenda, een consumentenmerk waarbij veredeling, teelt en afzet nauw samenwerken. Door samen dezelfde stip aan de horizon te hebben en de juiste
Tekst Jacco Strating
keuzes te maken, hebben we al grote successen geboekt. Binnen Addenda gaat kwaliteit boven kwantiteit, dat is ons ver dienmodel. Belangrijk is dat alle partijen elkaar vertrouwen en voortdurend met elkaar sparren om nog beter te worden. We zijn niet snel tevreden, leggen de lat hoog. Ik durf te stellen dat Addenda daarmee een uniek initiatief is binnen de sector.” Wat is jullie stip aan de horizon? “De bekendheid van Addenda bij de consument kan verder omhoog. Dat kan onder andere door opvallende schappresen taties. Planten zijn qua omzet steeds meer van ondergeschikt belang voor winkelketens, waardoor er ook minder energie in de presentatie wordt gestoken. Wij krijgen steeds meer ruimte van ketens om dat op de winkelvloer zelf beet te pakken omdat cijfers bewijzen dat een goede presentatie van onze producten tot meer verkopen leidt. We willen daar nog meer aandacht aan besteden, zodat de consument niet om ons heen kan. Dat is een lang traject, maar wel een mooi gezamenlijk streven.”
‘Mits je elkaar blijft triggeren, kan samenwerking een succesfactor zijn’ [9
10]
‘Een doos met hommels is een stuk zekerheid’ Koppert Biological Systems werkt voortdurend aan het perfectioneren van een van zijn klassieke producten: Natupol. In de afgelopen 25 jaar slaagde het bedrijf erin een doos met hommels om te vormen tot een efficiënt en veilig bestuivingsconcept. Om te voldoen aan de stijgende vraag vanuit de huidige dynamische markt, werkt Koppert echter proactief door om ook de uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden.
Productmanager Remco Huvermann was van het begin af aan nauw betrokken bij de ontwikkeling van Natupol: “De grootste uitdaging van Natupol is voortdurend manieren vinden om alle aspecten met betrekking tot deze nijvere, klassieke bestuiver en zijn nestkast te verbeteren en de doos met hommels om
Tekst Lily-Anne Stroobach, Koppert Biological Systems
te vormen tot een wereldwijd merk dat voldoet aan
de eisen van de huidige bijzonder dynamische markt voor groenten en fruit”, legt hij uit.
Microklimaat In 1988 bracht Koppert de eerste commerciële Natupol bestuivingsoplossingen op de markt. Inmiddels produceert het miljoenen hommels per jaar voor een reeks toepassingen die telers over de hele wereld helpen met een succesvolle teelt. “Afgezien van de grotere oogst en de kwaliteitsverbetering, zorgen hommels voor een betere werkomgeving en leveren ze voor de telers een besparing op de arbeidskosten op. Zonder de inzet van deze hommels zouden veel teelten zoals tomaat, aardbei en bosbes niet meer economisch rendabel zijn”, zegt Huvermann. De afgelopen 25 jaar heeft Koppert nestkasten ontwikkeld in samenwerking met een aantal internationaal gerenommeerde wetenschappelijke instituten en universiteiten. “Dit heeft geleid tot een goed uitgeruste en technologisch geavanceerde nestkast van waaruit onze sterke hommelkolonies hun werk kunnen doen en hoge bestuivingsresultaten bereiken. De nestkast is zo ingericht dat de hommels het microklimaat binnenin optimaal kunnen regelen en al hun energie in de bestuiving kunnen stoppen. Koppert selecteert uitsluitend de hoogste kwaliteit koninginnen om te garanderen dat ze bestand zijn tegen stress en gedurende een lange periode grote aantallen eitjes kunnen leggen. Dat betekent dat de hommelpopulatie zichzelf zal blijven vernieuwen en voortdurend voor bestuiving zal zorgen. Het broed is het belangrijkste element van de nestkast. Het is als het ware de motor voor de bestuiving, waarbij de koningin het tempo bepaalt. Jaarlijks
‘Zonder hommels zouden veel teelten niet meer rendabel zijn’
produceert Koppert meer dan een miljoen kolonies in gespecialiseerde productielocaties in Slowakije, Turkije, de Verenigde Staten en Mexico, en gebruikt in elk van deze regio’s inheemse soorten. De productie van hommels wordt voortdurend gemonitord onder strenge controle van de lokale veterinaire autoriteiten, en alle producten worden geleverd met een gezondheidscertificaat en zijn traceerbaar.”
De nestkast is zo ingericht dat de hommels al hun energie in de bestuiving kunnen stoppen
Duurzaam en betrouwbaar ‘Dit is geen hommel. Dit is Natupol’, luidt de slogan van Kopperts nieuwste campagne . Voorheen werd het product uitsluitend verkocht voor de beschermde teelt, nu wordt het ook geleverd voor de buitenteelt van fruit en aan zaadproducenten. Huvermann ziet onder telers een toenemende behoefte om zich te onderscheiden op gebied van een duurzame, betrouwbare productie en kwaliteit. “Wij ondersteunen telers bij het halen van deze doelstellingen. Het is niet een kwestie van gewoon een doos met hommels leveren voor een bepaalde prijs, het gaat juist om de waarde en kwaliteit die dit product toevoegt voor de klant. Je koopt een stuk zekerheid. Een goed presterend hommelvolk en het professionele advies van de consultant bepalen voor een belangrijk deel het rendement van de teelt.” De nieuwste innovatie van Koppert is de Natupol Booster, die de structuur van de nestkast heeft veranderd. “Dit nieuwe ontwerp gebruikt 85% minder milieuonvriendelijke kunststof dan de eerdere versies en biedt een oplossing voor de neiging van hommels om zich letterlijk een weg uit hun nestkast te eten. De nieuwe nestkast garandeert natuurlijke, veilige en effectieve bestuiving en is in veel landen snel uitgegroeid tot een succes.” In lijn met Kopperts
[11
nieuwe visie voor een ‘partnerschap met de natuur’
markt effectieve bestuiving en een betrouwbare
heeft het bedrijf veel geïnvesteerd in onderzoek
levering van hoogwaardige bestuivers steeds
naar een duurzaam alternatief voor de conventionele
belangrijker worden. “Vanwege de regionale
kunststof nestkasten. Koppert ontwikkelde een
wetgeving is het beheer van hommels complex.
materiaal op basis van papier dat bestand is tegen
Bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk kunnen wij
de krachtige kaken van de hommel. Jarenlang
betrouwbare inheemse soorten leveren. Efficiënte,
onderzoek resulteerde in een nieuw bouwmateriaal.
stabiele bestuiving is de basis voor een hoogwaardige
Huvermann: “De eerste doorbraken zagen we begin
productie, met name in moeilijke groeiseizoenen als
2011 met een innovatie die de afgelopen paar jaar
de marktprijzen stijgen”, aldus de productmanager.
is geoptimaliseerd en getest.” Het nieuwe materiaal
De concurrentie voorblijven om wereldwijd de
en de productieprocedure vormen de basis van het
effectiefste bestuivers te produceren betekent dat
Nederlandse patent dat in november vorig jaar is
hommels en hun nestkasten een hoofdrol blijven
toegewezen. Een Europees patent en patenten voor
spelen in de R&D-activiteiten van Koppert. “Heeft
de Verenigde Staten en een aantal andere landen
u ooit geluisterd naar het klassieke stuk ‘Vlucht
buiten Europa zullen naar verwachting nog dit jaar
van de hommel’ van Rimsky-Korsakov?”, aldus
worden afgegeven.
Huvermann. “Dat is misschien wel de wervelendste melodie ooit gecomponeerd. Het stuk is een
Groot verkoopsucces “Onze Natupol hommelproducten zijn snel uitgegroeid tot een internationaal succes”, zegt Huvermann. Hij zegt dat in de huidige, dynamische
12]
Kopperts hightech nestkasten – de ins en outs -Het broed – oftewel de larven, zijn de motor van de bestuiving. De hongerige larven hebben voortdurend grote hoeveelheden stuifmeel nodig. Hoe meer larven in de kast, hoe meer stuifmeel verzameld moeten worden, en dus hoe meer bestuiving plaatsvindt. -In- en uitgang – De nestkast is voorzien van twee vlieggaten. Via het ene gat kunnen de hommels in en uit vliegen. Het tweede is voorzien van de ‘Beehome’functie: hommels kunnen wel naar binnen vliegen, maar niet meer naar buiten. En dat is nuttig als bijvoorbeeld telers pesticiden gebruiken. Om deze functie te gebruiken, moet het vlieggat voor tweerichtingsverkeer worden gesloten. Binnen 90 minuten zijn alle hommels in de nestkast teruggekeerd. -Isolatie – Elke Natupol-nestkast is direct onder het broed voorzien van geïntegreerde isolatie. Dit garandeert dat het suikerwater geen invloed heeft op de temperatuur (28 °C) van het warme broed, en dat leidt tot meer en snellere bestuiving. -Katoenlaag – Het broed is afgedekt met een laag katoen die bescherming biedt tegen extreme hitte of kou. Afhankelijk van de situatie gebruiken ze deze laag voor isolatie of ventilatie. -Broedplateau – De ventilatie- en drainageopeningen zijn geoptimaliseerd en garanderen dat vuil en condens snel van het platform wegspoelen. In de nestkast zelf
perfecte weerspiegeling van de manier waarop wij voortdurend in harmonie met de natuur en in nauwe samenwerking met onze klanten werken aan het perfectioneren van dit bestuivingsconcept.”
blijft het schoon en ontstaat minder condens, zodat de omstandigheden optimaal zijn voor de hommels en het broed. -Codering – Een speciale datamatrix aan de buitenzijde van de nestkast vermeldt de verpakkingsdatum en de Traces-code. TRACES is een webapplicatie voor veterinaire certificering die door de Europese Unie wordt gehanteerd om toezicht te houden op de import en export van levende dieren. Aan de binnenzijde van de nestkast staat een kopie van deze code. Zo weet u zeker dat zowel de binnen- als buitenkant origineel Natupol is. -Tank met suikerwater – Onze tank waarborgt dat het suikerwater altijd beschikbaar is voor de hommels en bevindt zich onderin de nestkast. Het suikerwater in de Natupol-nestkast is een hoogwaardige, optimale bron van energie. Hommels zijn er gek op! -Draadloze Beehome – Dit elektronische element bevindt zich bovenop de nestkast en sluit de vlieggaten automatisch af. Dit is nuttig tijdens de donkerste (winter-) maanden van het jaar bij gewassen onder kunstlicht. In deze maanden kan de hoeveelheid UV-licht onvoldoende zijn, waardoor de hommels grote moeite hebben om zich in de kas te oriënteren. Met het draadloze systeem is het mogelijk hommels alleen bij gunstige lichtomstandigheden vrij te laten door het vlieggat op gezette tijden open te zetten en af te sluiten.
Uitreiking van de tweede
Klaas Schoone Memorial Award 2015
Zonder de rail geen toekomst
Kassenbouwers pakken de rail niet op. Kwekers zijn de dupe. • 50% energiebesparing door opkweeksysteem • Glasreiniging • Efficiënte gewasbescherming • Automatisering van arbeid
Meerkosten bij nieuwbouw nihil, voor bestaande kassen U-profiel beschikbaar. De Vette C.V. Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733
Gaagweg 11a 2636 AK Schipluiden Tel 015-3808784
Op woensdag 10 juni van 15.00 tot 18.00 uur in de “Veredelingskas Floricultura” aan de Strengweg 17A, (Parkeren: Cieweg 13) in Heemskerk. De Klaas Schoone Memorial Award wordt die middag uitgereikt aan een bedrijf, organisatie of persoon die van grote verdienste is of is geweest voor de orchideeëncultuur. Deze uitreiking wordt omlijst met een spraakmakend mini-seminar, dat u niet mag missen. Zet nú al de datum 10 juni 2015 in uw agenda.
14]
Teelt op water: grote potentie, volop uitdagingen UITGELICHT WATER & WORTEL - Substraatloos telen is al zo oud als de weg naar Rome. Toch is het in Nederland nooit gemeengoed geworden. Waarom is dat, en is dat terecht? De afgelopen jaren wordt er hernieuwd en door meerdere partijen tegelijk gekeken naar deze ‘nieuwe’ teeltsystemen. Wat is daarin de vooruitgang en gaat dit ergens toe leiden?
Tekst Tycho Vermeulen, Wageningen UR Glastuinbouw
De aanleiding is dezelfde als bij eerdere pogingen: het voorkomen of reduceren van wortelziektes, recirculeren van water om zo emissie te beperken, maar bovenal het realiseren van betere voedings sturing en controle op de wortelzone om zo hogere productie en kwaliteit te behalen. Deze voordelen zijn niet alleen te benoemen, maar ook te kwantificeren. Afhankelijk van het gewas kosten wortelziekten directe gewasschade of
brengen ze kosten mee van grondstomen en gewasbeschermingsmiddelen. De winst als gevolg van betere voedingssturing is vervolgens te beredeneren vanuit de plantenfysiologie: betere nutriëntenopname leidt tot minder energieverlies in de wortelzone en minder plantstress door droogte of oververzadiging. Ook het gegeven dat een nat gewas minder verdampt, veel energie kost om weer droog te worden en in de tussentijd een hoger risico geeft op schimmelinfectie leidt tot productieoptimalisatie. Op basis van meerdere proeven op kleine schaal concluderen we dat er 20-30% meer groei behaald kan worden. En deze betere groei levert in ieder geval op papier een interessante business case op. Deze potentie maakt dat in Nederland enkele tientallen tuinders, meerdere toeleveranciers en kennispartijen zich buigen over de realisatie van nieuwe, substraatloze teeltsystemen. De huidige consortia kunnen daarbij gebruik maken van de kennis die sinds de jaren ’70 is opgedaan over het methodisch opzetten van een teelt. We zijn een stuk verder in nutriënten (pH) regulering, zuurstofvoorziening en inzichten in uniformiteit als consequentie van het teeltsysteem en watergeef systeem. Hernieuwd beseffen we dat rassen keuze cruciaal is: niet elk ras groeit goed op substraat – en dat is niet erg. Zolang er maar een aantal voor de markt interessante rassen wel lekker gaan. Dan is er een basis. Daarbij zijn enkele technologische stappen gemaakt de afgelopen jaren. Zo is er het concept van Dwars-NFT ontwikkeld, waarbij elke plant zijn eigen waterstroompje heeft, in plaats van dat het in het ‘afvalwater’ van de buurman staat. Er is meer inzicht in de verschillende drijvers voor op waterbassins – al zijn hier nog wel verschillende inzichten tussen partijen. Tenslotte is er de afgelopen jaren meer aandacht gekomen voor weerbaar telen. Deze aandacht leidt nog niet direct tot nieuwe strategieën, maar wel tot een andere interpretatie van de ziektes die we tegenkomen. De consortia werken nu op onderzoeksschaal en in demonstratieprojecten (1000-2000 m2).
De doorbraak richting rendabele systemen – die kosteneffectief de meerproductie van 20-30% verzilveren - moet komen door het overkomen van de knelpunten op de volgende onderdelen: 1. planmatig kunnen werken, 2. logistieke systemen, 3. sturing op het microleven, wat zich moet vertalen in een weerbaar teeltsysteem en 4. het effect van schaalgrootte op de teelt. 1. Planmatig kunnen telen Over de jaren is het gelukt om uniform te telen, of in ieder geval te begrijpen wat leidt tot ongelijkheid om zo een goede afweging van kosten-baten te maken. Uniformiteit heeft ermee te maken dat alle planten gelijke omstandigheden krijgen in termen van water, temperatuur, licht en voeding. Zo leidt eb/vloed in substraatbedden (zandbedden) al snel tot zoutophoping aan de randen. Als ander voorbeeld zijn de traditionele NFT-systemen waar de voedingsbeschikbaarheid ongelijk is over de lengte van de goot. Nutriënten worden niet gelijk matig opgenomen, zodat de eerste planten een andere samenstelling krijgen dan de latere. De volgende stap is om de teeltplanning zo ver te krijgen als dat we in de grondteelt kennen. In de teelt zonder substraat speelt temperatuur een grotere rol. Waar de grondtemperatuur over het algemeen niet beïnvloedt wordt in de reguliere teelt, volgt de watertemperatuur veel meer de kas temperatuur. Daarbij is het mogelijk om de watertemperatuur te beïnvloeden om zo teeltversnelling of juist remming te krijgen. De teeltsystemen geven daarmee de teler weer een nieuw instrument in handen. Dit instrument moet natuurlijk eerst goed begrepen worden. Op dit moment merken we nog, in bijvoorbeeld de teelt van sla, dat de teeltsnelheid erg grillig is. Bij een logistiek systeem waarbij drijvers aan de ene kant van het bassin gevuld worden met jonge planten, om ze aan de andere kant als volwassen planten te oogsten, kan dit tot ongewenste situaties leiden waarbij teelten elkaar inhalen en de planning in de war schoppen. Ook in de zeer geplande teelt van chrysanten – die gebruik maken van de sterk
[15
genetisch bepaalde reactietijd van de omslag van vegetatief naar generatief – kan de temperatuur 2-3 dagen verschil maken in de oogstdatum. Er is nog maar weinig bekend over de interactie van worteltemperatuur en voeding op de eerdere stuurfactoren van kastemperatuur en lichtsom op de groeisnelheid. Daarbij zal ook het uitgangs materiaal van grote invloed zijn. Ook deze planten hebben een historie van temperatuur en groei snelheid. De aansluiting van de opkweek op de teelt in termen van planmatig werken is eigenlijk nog niet bekend. Wat betreft de teeltplanning geven de nieuwe systemen dus weer nieuwe kansen, maar vergt het wel een leertraject om er goed gebruik van te maken. En dit leertraject is niet optioneel. De structuur van de tuinbouwketen vergt dat een bedrijf goed moet kunnen plannen met de productie.
16]
2. Logistieke systemen Logistiek is één van de grootste argumenten om substraatloze systemen te ontwikkelen. Onder logistiek verstaan we hier voor het gemak de technologie om bepaalde handelingen te verrichten of eenvoudiger te maken, zoals planten, eventueel wijder zetten of om een andere reden, zoals overzetten en oogsten. Zodra de planten niet meer vast in de grond staan maar in een houdertje of een strip is ineens alles mogelijk. Veel systeemontwikkelingen zijn begonnen vanuit een logistiek concept, en terecht. Denk aan Mobyflower (mobiel wijder zetten voor ruimte gebruik), de mobiele roos en gerbera (oogst op één locatie), Dry Hydroponics (aan een kant van de vijver planten en aan de andere kant oogsten) en de laanboomteelt op goten (de jonge bomen per goot kunnen binnenhalen en direct verenkelen). Los van of het een succes was, laten deze initiatieven zien dat het verdienmodel van de ontwikkeling van het systeem zit in een beschermd (liefst patenteer baar) concept. Op basis van technologie wordt het interessant voor partijen om te investeren in de ontwikkeling. Een uitzondering is de chrysanten demo bij Kreling, waar de ondernemer denkt vanuit een sectorbelang, en nog zonder uitgewerkt logistiek concept. Maar zelfs bij Kreling is er wel
een basisgedachte van hoe het planten, overzetten en oogsten kan verlopen. Want ook hier geldt dat de Nederlandse tuinbouw een samenwerking is tussen natuurlijke producten en technologie. Op dit moment is er voor substraatloze teelt nog geen turn-key systeem op de markt. Er dan is er het demonstratieproject bij Pater-Broersen (slateelt op drijvers) en hebben de bedrijven van Wighert (Delphinium) en Delicious (sla op NFTgoten) een uitgewerkt concept. Vooral het laatste bedrijf heeft een zeer uitgebreid systeem waarbij ook het hierboven genoemde punt van plan matig telen in meerlaagse opkweek onderdeel is van de bedrijfslogistiek. Over het algemeen kan dus gesteld worden dat dit veld nog open ligt, terwijl er een heel aantal bedrijven al wel bezig is met het ontwikkelen van concepten – veelal beginnend bij de basis: de drijver of goot/strip. Succesvolle logistieke concepten voegen (patenteerbare) kennis toe aan wat er nu is. De uitdagingen waar nu nog geen goed antwoord op is, zijn:
• Generiek bladgewassen systeem wat verschillende plantafstanden toelaat. De gewenste plantafstand is afhankelijk van het ras, het seizoen en de markt waar de teler voor produceert. Het is daarmee lastig een statisch systeem te maken wat in de diversiteit van wensen van de gebruikers (telers) kan voorzien; • Systeem wat gewasschade bij verplaatsen voorkomt. In de ervaringen tot nog toe merken we dat planten een ‘klap’ krijgen bij het overzetten wat snel resulteert in 2-4 dagen groeivertraging. In de chrysantenteelt is dit effect overigens minder sterk waargenomen. • Systeem of methode van verplaatsen van planten (planten of wijder zetten) wat kosteneffectief is. Een helder technologisch antwoord zou goed patenteerbaar moeten zijn, want, ondanks de vele initiatieven die hieraan werken, bestaat het nog niet. Daarnaast zouden er nog best wat alternatieven interessant zijn voor reeds opgeloste
knelpunten zoals het water lichtdicht houden om algen te voorkomen, zonder het wateroppervlak volledig af te sluiten van zuurstofuitwisseling/met behoud van goede beluchting in de wortelzone (Dry-hydroponics-systeem) en het knelpunt dat door een zwaarder gewas de drijver zinkt (luchtondersteuning van Botmans). 3. Microleven en weerbaarheid Substraatloze teeltsystemen zijn niet steriel te krijgen. Wanneer er met zoveel water gewerkt wordt, is het niet meer haalbaar om meerdere malen per dag het water te zuiveren. In een groot aquarium – waar het wat mag kosten – is het mogelijk om per uur 100% van de basininhoud door een ontsmettingsstraat te laten lopen, maar voor de teelt van gewassen is dat niet haalbaar. Een bassin zal zich daarom gedragen als een complex ecosysteem. Drie weken na een hele schone start en met alleen maar regenwater wat UVbehandeld is, vinden we al meer dan 100 soorten bacteriën en tientallen soorten schimmels. In een eerste grote screening van het microleven in bassins vinden we dat er geen eenduidig ecosysteem ontstaat. Elk bassin is anders. Over het algemeen wordt de samenstelling gedomineerd door 1-4 soorten, maar welke soorten dat zijn, is weer telkens anders. Zelfs in een situatie waar in één kas meerdere bassins ogenschijnlijk dezelfde oorsprong hebben, vinden we grote verschillen in het microleven. Vervolgens zien we over meerdere teelten en meerdere gewassen heen wel een positief effect van het aanenten met bepaalde ‘gezonde’ micro-organismen. Het is nog niet duidelijk welke organismen het positieve effect brengen – organismen die de wortel koloniseren en daarmee beschermen, organismen die de wortel helpen bij voedingsopname en daarmee de plant sterker maken, organismen die actief prederen op ziekteverwekkers, etc. Vergelijkbaar aan de bekende teelten lijken de organismen vooral effect te hebben in geval van sub-optimale condities zoals ziektedruk, koude of andere vormen van plantstress. Dergelijke eerste bevindingen laten
zien dat het microleven in het water ertoe doet. In de gedachtenvorming op dit thema spelen begrippen als kwaliteit en kwantiteit. De gangbare gedachte is dat er een grote populatie van nuttige organismen moet zijn (kwaliteit) en dat de totale populatie van microleven laag moet zijn (kwantiteit). Hierboven beschreven we de stand van zaken wat betreft de kwaliteit. Wat betreft de kwantiteit hebben de watertemperatuur en de aanwezigheid van organisch stof de grootste invloed op de opbouw van schimmel- en bacteriepopulaties. Een veilige temperatuur zou zijn beneden de 25 °C. De opbouw van organisch stof vervolgens is niet te voorkomen. Inloop, inwaai, vervuiling bij de oogst en wortelafsterving zullen altijd plaatsvinden. Daarbij is het nagenoeg onmogelijk om het systeem algenvrij te krijgen. Het is daarom belangrijk het water te filteren om zo de effecten te verminderen. De aanwezigheid van organisch stof kan gemeten worden in termen van BOD, TOC en het redox-potentiaal. Een andere vorm die inmiddels wat minder toegepast wordt, is het doseren van waterstofperoxide. Deze dosering doodt microorganismen, maar verlaagt de aanwezigheid van organisch stof in het water niet, waardoor andere organismen zich weer kunnen vermeerderen. Omdat organismen niet gelijkmatig gevoelig zijn leidt het tot een selectiedruk. Bacteriën zijn het meest gevoelig voor peroxide, gevolgd door oomyceten (Pythium en Phytoftora) en tenslotte de schimmels. Bacteriën die zich in een slijmlaag aan de wand ingekapseld hebben, zijn overigens zeer ongevoelig, maar nog zeer goed in staat zich te vermeerderen. Deze gangbare gedachten rond kwaliteit en kwantiteit zijn nog niet onomstotelijk vastgelegd, laat staan gekwantificeerd. Omdat veel van de problemen van de substraatloze teelt zich in de wortelzone afspelen, moet hier dus nog veel geleerd worden. We hebben inmiddels de instrumenten ontdekt, nu wordt het tijd om veel te gaan meten en causale verbanden te leggen.
[17
4. Schaalgrootte Op onderzoeksschaal is het lastig om de planten ziek te krijgen, terwijl op demonstratieschaal de planten maar al te vaak ziek worden. Dit geldt overigens ook voor plagen. Op een kleine schaal blijkt het beter te onderdrukken. Dit effect van schaalgrootte is niet nieuw. Veel van de problemen worden immers toegeschreven aan de grote monocultuur-landbouw. In substraatloze systemen slaat deze schaalgrootte echter zeer snel toe. Een schaal van 1000m2 is ineens groot.
18]
Internationaal wordt er veel gebruik gemaakt van de substraatloze teeltsystemen zoals we er hier over spreken. In Australië en Noord-Amerika telen grote bedrijven op ‘deep flow’ (drijvende teelt) of op NFT, in het algemeen genaamd ‘hydroponics’. Ook elders in de wereld worden dergelijke geavanceerde systemen toegepast. In een internationaal magazine werd daarom al opgemerkt dat ‘het land van de substraatteelt nu ook eindelijk serieus kijkt naar hydroponics’. Dit succes internationaal is deels te danken aan lokale gunstiger marktomstandigheden zoals betere prijzen voor groenten, maar ook het hippe, gezonde en duurzame imago wat ‘hydroponics’ heeft. In Nederland hebben we deze associatie niet kunnen leggen met onze high-tech teelt. Naast voldoende technische en plantkundige uitdagingen is er dus ook een charmeoffensief nodig richting de consumenten om de potentie die er in substraatloze teeltsystemen zit te verzilveren. In Nederland zijn meerdere consortia actief om, veelal samen met onderzoekers, de kansen in meerproductie op substraatloze teeltsystemen te verzilveren. De grootste uitdagingen liggen op het gebied van planmatig telen, logistiek, weerbare teelt en schaalgrootte. Daarnaast zullen ondernemers de relatie moeten leggen met de markt om deze duurzame innovatie een gezond en leuk imago te geven bij de consument, aldus de onderzoekers. Ga naar www.tuinbouwtv.nl voor een film over teelt op water.
Klimrek scherm Een dubbeldek op basis van een rolscherm
Zonder WKK zeer rendabel • Hoge energiebesparing • Warmteoogst • Diffuus licht op afroep • AC folie via slip in systeem Korte terugverdientijd en eenvoudige regeling Voor nieuwe en bestaande kassen.
Europalaan 44 2641 RX Pijnacker Tel 015-3612733 www.klimrek.com
Column
Waarom moeilijk als het makkelijk kan?
Sjaak Bakker Sjaak Bakker (
[email protected]) is sinds 2006 manager bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk, toonaangevend onderzoeksinstituut voor de internationale glastuinbouw. Eerder werkte hij bij IMAG DLO en Priva.
[19 In mijn vorige column schreef ik dat de glas tuinbouw de leidende sector is voor wat betreft efficiënt gebruik van alle inputs. Kortom: het ultieme voorbeeld van ‘meer met minder’. Ik moest eraan denken toen ik een artikel las over ‘Frugal innovation’. Dat houdt in dat bepaalde producten worden vereenvoudigd en alle níet essentiële zaken worden weggelaten om het te kunnen verkopen in ontwikkelingslanden. In het artikel was de bijbehorende slogan: ‘How to Do More With Less’, oftewel ‘meer met minder’ en dus precies waar de glastuinbouw zo sterk in is. Maar het is ook een les voor Nederlandse techniek bedrijven bij export naar (op glastuinbouwgebied) opkomende markten. Want veel van de producten zijn te complex voor die nieuwe groeimarkten. Binnen Wageningen UR is er daarom bijna 10 jaar geleden al besloten tot het ontwikkelen van de aanpak met de titel ‘Adaptive production system design’. Daarmee kun je voor de verschillende klimaatcondities wereldwijd, in combinatie met de economische condities, voor elke plaats bepalen
wat een optimaal kassysteem is voor glastuinbouw productie. Met deze aanpak zijn al verschillende zeer succesvolle systemen ontworpen voor bijvoorbeeld Indonesië en Maleisië. Ik realiseerde me opeens dat we daarmee dus bezig waren met datgene wat nu dus in de publiciteit komt onder de term ‘Frugal Innovation’. In feite is het niks anders dan: ‘Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan’. Bij het ontwerpen van deze kassen haal je namelijk alle ingewikkelde en (voor de condities in het betreffende land) niet noodzakelijke zaken uit het ontwerp. Dat wil zeggen: geen automatische luchting of klimaat beheersing. Geen complexe beweegbare schermen maar wel een heel uitgekiend ontwerp van een foliekas met vaste ventilatieopeningen met insectengaas. De uitkomst is misschien in onze ogen een simpel systeem, de weg ernaartoe vereist wél hoogwaardige kennis over de teelt van gewassen in kassen. En het vraagt van ons allemaal om opnieuw na te denken over het aanpassen van de huidige productrange om ook in de opkomende markten te kunnen excelleren. Want daar moet het makkelijk, omdat onze ‘moeilijke’ producten meestal gewoonweg te duur zijn.
Tekst Ellis Langen
Als alles volgens plan verloopt wordt Demokwekerij Westland in een geheel nieuw en veel ruimer jasje gestoken. Ze verplaatst zich naar het terrein waar Greenport Horti Campus Westland moet gaan verrijzen; op het Trade Parc Westland, gesitueerd voor bloemenveiling FloraHolland in Naaldwijk. De demokwekerij zal op deze locatie zelf een nieuw kassencomplex voor onderzoek bouwen en zal in gezamenlijkheid met Lentiz MBO Greenport Westland en Greenport Food & Flower Experience een expositie- en demonstratiecentrum stichten.
‘Demokwekerij 2.0 wordt broedplaats voor hele sector’
20]
De directie van Demokwekerij Westland en het bestuur van de stichting Proeftuin Zwaagdijk, het moederbedrijf van de demokwekerij, gebruiken de komende tijd gebruiken om tot een definitief besluit te komen voor het nieuwbouwproject. Vooral op het gebied van financiering van dit ambitieuze project ligt er nog een behoorlijke uitdaging voor de organisatie. Met het nieuwe schoolgebouw dat Lentiz MBO Greenport op diezelfde locatie gaat bouwen, zal de eerste fase van Greenport
Een sfeerbeeld van een deel van de Greenport Horti Campus Westland
Horti Campus Westland worden gerealiseerd, een complex waarin onderwijs, onderzoek, innovatie en bedrijfsleven elkaar ontmoeten. Het expositiedeel van het project wordt ondersteund door de gemeente Westland. “We zitten hier prima. Maar we zien ook dat we in een nieuw gebouw en met nieuwe kassen een volgende stap kunnen maken voor de gehele glastuinbouwsector”, zegt Peet van Adrichem,
directeur van de demokwekerij. De nieuwe demo kwekerij wordt een geheel met het nieuwe school gebouw Lentiz MBO Greenport. Op de Greenport Horti Campus Westland vestigt zich het ‘groene MBO’ en tevens de onderwijsrichtingen zorg en marketing. Het streven is dat het nieuwe school gebouw in september 2016 al klaar is. Als alles volgens plan verloopt, zal ook de spiksplinternieuwe demokwekerij eind volgend jaar al een feit moeten zijn. Die zal bestaan uit kassen met onderzoeks afdelingen en dit gedeelte is totaal 6.000 vierkante meter. Ook komt er een expositie- en innovatie centrum van circa 8.000 m2, samen met de stichting GFFX (Greenport Food & Flower Experience). Permanente tuinbouwtentoonstelling Wat zijn de plannen met de demokwekerij 2.0? Van Adrichem: “We maken er een ‘permanente tuinbouwtentoonstelling’, vergelijkbaar met wat we op de huidige locatie nu met de participanten realiseren. Maar dat willen we nog uitgebreider doen, met nog meer bedrijven. Dit moet ook meer een overzichtstentoonstelling worden van wat de Nederlandse tuinbouw de wereld te bieden heeft. Dus er gaan ook zaken getoond worden die interessant zijn voor klanten uit het buitenland, zoals teelt- en kassystemen voor de tropen en sub tropen. Immers de klant komt steeds meer uit het buitenland. Het wordt dus eigenlijk een permanente tuinbouwtentoonstelling.” De bedoeling is ook dat er een platform komt waarbij op een producten plein verschillende verkoopconcepten voor de groente- en voor de sierteelt getoond worden aan geïnteresseerde kopers. Dit deel zal vooral ingevuld worden door GFFX. Van Adrichem: “Telersverenigingen en individuele bedrijven
Tuinen bij
Demokwekerij
kunnen hier hun innovaties wat betreft verkoop concepten showen en uitleggen.” De bedenkers van het platform verwachten dat hier behoefte aan is. Van Adrichem: “De verschillende Trade Fairs voor de sierteelt tonen nu vaak concepten die gericht zijn op het voor- of op het najaar, maar net wanneer de beurs plaats vindt. Maar kopers zijn het hele jaar op zoek naar nieuwe dingen. Dit geldt ook voor de groenteteelt. Nu is de retail haast genoodzaakt om zich eens per jaar op de Fruit Logistica in Berlijn een slag in de rondte te lopen, want verder is er vrijwel niets waar deze doelgroep verder terecht kan.” Van Adrichem verwacht dat groente- en bloemen inkopers vaker behoefte hebben om nieuwe dingen te zien en te ontdekken. Hij verwacht ook dat als zo’n platform er eenmaal is, de sector meer getriggerd en geïnspireerd wordt om meer werk te maken van verkoopconcepten. Verder zal in de nieuwe demokwekerij de uit wisseling met Lentiz MBO Greenport groot zijn. “Leerlingen kunnen bij ons proeven uitvoeren en praktijklessen volgen. De leerlingen en leraren zijn hierdoor altijd op de hoogte van de nieuwste innovaties en ontwikkelingen in de glastuinbouw.” Doordat jeugd en bedrijfsleven elkaar in de nieuwe demokwekerij veelvuldig gaan treffen, ziet Van Adrichem de nieuwbouw ook als een ideale plek waar kansen gesignaleerd worden en dat die vervolgens meteen kunnen worden beetgepakt. Het is de bedoeling dat er bij de nieuwe demo kwekerij straks van alles binnenloopt, gebeurt en dat er veel onderling wordt geschakeld. Een enorm tuinbouwnetwerk zal elkaar hier treffen. “Zo’n setting is een broedplaats voor innovaties. Dat kan resulteren in start ups van bedrijven die inzetten op een nieuw en innovatief product.”
Demokwekerij Westland is een breed kenniscentrum dat optreedt als verbindende schakel tussen bedrijfsleven, kwekers, onderzoeksinstellingen, technische toeleveranciers, onderwijs en overheid. De organisatie is onderdeel van Proeftuin Zwaagdijk, dat geldt als één van de belangrijkste agrarische onderzoekscentra van Nederland op het gebied van praktijkgericht onderzoek.
Demokwekerij Westland
Zwethlaan 52 2676 LB Honselersdijk T +31 (0)174-385600
[email protected] www.demokwekerij.nl
[21
Tekst Uko Reinders De glastuinbouwsector heeft de ambitie dat vanaf 2020 de teelt in nieuwe kassen klimaatneutraal en economisch rendabel zal zijn. Het ministerie van Economische Zaken (EZ) en LTO Glaskracht Nederland werken samen in het programma Kas als Energiebron om deze ambitie waar te maken. KAS volgt de ontwikkelingen op de voet. Dit keer aandacht voor het meten van fotosynthese.
energiek2020.nu Kassen met dubbellaags dek op een rij… 22] Huizen en gebouwen hebben bijna allemaal dubbel glas, hoe anders is dat bij kassen. De licht doorlatendheid stond een introductie lange tijd in de weg, maar dat is inmiddels achterhaald. Ook de vochtbeheersing is geen belemmering meer. Dit keer aandacht voor hoog isolerende kassystemen. De energiebesparingen van vier hoog isolerende kasconcepten zijn door Feije de Zwart, onder zoeker bij Wageningen UR Glastuinbouw, voor KAS op een rij gezet. Drie van die concepten zijn met dubbelglas uitgevoerd en één, de 2SaveEnergy kas, met een combinatie van glas en folie. Deze kas en de Venlow Energy kas staan bij het IDC-energie in Bleiswijk en mede gefinancierd door Kas als Energiebron. De twee andere projecten staan bij telers. Dit zijn de DaglichtKas bij Ter Laak in Wateringen en de ID-kas bij Duijvestijn Tomaten in Pijnacker. In het kader van het Kas als Energiebron-project ‘Monitoring Energiebesparing en teeltervaringen bij technische systemen voor Het Nieuwe Telen’ worden deze twee praktijk projecten door onderzoekers gevolgd. Uit de tabel blijkt dat in de projecten met dubbel glas en een glas-folie combinatie besparingen 20 tot 33 procent behaald worden. Dat zijn besparingen
ten opzichte van de referenties, waar ook al het nodige aan energiebesparing wordt gedaan, zoals met een dubbel scherm. De percentages zouden hoger kunnen uitkomen wanneer ze met minder energiezuinig kassen vergeleken werden. Het zou ook interessant zijn om de vier systemen met elkaar te vergelijken, maar dat is niet mogelijk omdat er veel andere factoren meespelen, zo verschillen de geteelde gewassen, de teelt temperatuur en de luchtvochtigheidsregeling. Die laatste factor heeft een grote invloed op het energieverbruik. Volgens De Zwart minstens zo groot als de isolerende werking van het glas. Minder condensatie Van dubbel glas mag je verwachten dat er minder vocht tegen het raam condenseert. Dat blijkt ook uit berekeningen met het simulatiemodel KASPRO, waarin de jaarlijkse condensatie tegen het glas in een kas met enkel glas uitkomt op 120 liter/m2/jaar en bij dubbel glas op 10 liter/ m2/jaar. Het betekent dat vocht op een ander manier moet worden afgevoerd. Dat kan met een ontvochtigingsinstallatie en via open ramen. Vooral die laatste optie zet zoden aan de dijk. Een kas met dubbel glas wordt sneller door de zon
opgewarmd, waardoor de ramen sneller open moeten. In het rekenmodel is de vochtafvoer via open ramen bij dubbel glas 430 liter/m2 en bij enkel glas 350 liter/m2/jaar. Een ander punt van aandacht bij dubbel glas is sneeuw op het kasdek. Bij een hoog isolerende dubbel glas zal sneeuw langer blijven liggen, waar door minder licht de kas inkomt. Om die reden raadt De Zwart aan om niet voor de hoogste isolatiegraad te kiezen. Bij de 2SaveEnergykas is vanwege het sneeuwprobleem de spouw open gelaten, zodat hier warme lucht in geblazen kan worden om de sneeuw weg te smelten. Om het effect goed te bepalen is het nog wachten op een winter met veel sneeuw. Afhankelijk van gasprijs In de onderzoeken bij het IDC zijn de bedrijfs economische aspecten van dubbel glas niet meegenomen. “De uitkomsten daarvan zijn sterk afhankelijk van de gasprijs en die is onvoorspel baar. Ook de prijs van het glas kan veranderen”, zegt De Zwart. Met de huidige gas- en glasprijs is dubbel glas voor de groenteteelt volgens De Zwart lastig rond te rekenen. Voor warm gestookte potplantenteelten ligt dit al anders. “Belangrijker is nog dat de toepassing van isolerende kasdekken sterk bijdraagt aan een milieubewust bedrijfs imago. De hoge besparingen geven immers een duidelijke verduurzaming van de teelt in kassen.” Met de ervaringen van de afgelopen jaren is het volgens De Zwart duidelijk geworden dat de vochtbeheersing geen enkele belemmering kan zijn om in hoog isolerende kassen te telen. Bij een hoge luchtvochtigheid blijken de beproefde
gewassen ook uitstekend te groeien. “Deze ervaring is ook van belang voor bestaande kassen. Als telen bij hoge luchtvochtigheid geen nadeel voor de groei en ontwikkeling van groente- en potplantengewassen oplevert betekent dit dat tuinders intensiever kunnen schermen of meer met dubbele schermen kunnen werken. Ook daarmee werpt het onderzoek aan isolerende kassen dus zijn vruchten af”, aldus De Zwart.
Venlow Energy Kas De Venlow Energy Kas, waarvan op het terrein van Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk een proefkas staat, heeft naast dubbelglas ook een low-emission coating en een argon-gas gevulde spouw waardoor de isolatie toeneemt. Een andere bijzonderheid van de kas het energiebesparende ontvochtigingssysteem. Een lucht/lucht warmte wisselaar zorgt daarbij dat 80 procent van het voelbare warmteverlies wordt teruggewonnen. In de kas is de afgelopen vier jaar tomaat geteeld. Energiebesparing In de vier jaar dat er in de Venlow Energy Kas is geteeld was het warmtegebruik in de winter steeds ongeveer 35 procent lager dan in de praktijk met dezelfde onbelichte tomatenteelt. Op jaarbasis was de besparing zelfs 50 procent. Dat hogere percentage komt doordat de proefkas in de zomer geen onnodige warmte inzet. In de praktijk gebeurt dat vaak wel omdat telers gas gebruiken om CO2 te maken. Dat is niet nodig in de proefkas omdat daar de CO2-doseringlos staat van de warmtevoorziening. In 2014 kwam
[23
VAKMANNEN IN HART EN NIEREN SPUITTECHNIEK
Wij zijn al 40 jaar de specialist in spuittechniek voor gewasbescherming in de (glas)tuinbouw. Onze vakmannen produceren kwaliteitsspuitapparatuur, standaard of op maat, speciaal voor u. Neem contact met ons op voor de mogelijkheden of bestel via onze webshop.
Maak kennis met ons! www.empas.nl
PHC weet wat een plant gezond maakt en zorgt al jaren voor gezonde bodems.
Bodemgezondheid = plantgezondheid
Met bijvoorbeeld Compete Plus; bacteriën voor verbetering van de wortelzone, Organic Plant Feed (OPF); plantaardige organische meststoffen, en speciale producten zoals de plantversterkers PreTect en Natural Green. Door het gebruik van de natuurlijke producten van PHC kan de bemesting en bestrijding aanzienlijk omlaag. PHC maakt telen gezonder, goedkoper én duurzamer.
Postbus 103 5060 AC Oisterwijk (NL)
www.phc.eu
T: +31 (0)13 7 200 300 E:
[email protected]
care to cure
het gasverbruik op jaarbasis onder de 10 m3. Gedeeltelijk kwam dit door het warme jaar, maar ook doordat er bij een heel hoge luchtvochtigheid is geteeld (vaak boven de 90% RV).
DaglichtKas De DaglichtKas, die eerder op het IDC-energie is beproefd, heeft bij Ter Laak in Wateringen de stap naar de praktijktoepassing gemaakt. In de kas, die door Bode Project- en Ingenieursbureau is ontwikkeld en door Technokas is gebouwd, wordt nu alweer een jaar phalaenopsis geteeld. Het kasdek bestaat uit dubbel glas met een daglichtinstallatie die het licht diffuus maakt., Die daglichtinstallatie bestaat uit beweegbare zonnecollectoren en lenzen tussen het dubbele glas. De installatie werkt als een scherminstallatie: Het directe zonlicht wordt door de lenzen op een lijn geconcentreerd en opgevangen door de collectoren. Zo wordt het overschot aan licht deels weggevangen, waardoor een veel lichter schaduwscherm kan worden gebruikt. Het geconcentreerde zonlicht wordt via collectoren opgeslagen en later gebruikt voor de kas verwarming met zonne-energie. Energiebesparing Ten opzicht van de referentie is in de DaglichtKas 20 procent op aardgas bespaard. Daarbij de energie die wordt opgevangen en hergebruik niet bij inbegrepen. De referentie is een kas bij Ter Laak met enkelglas met een bijna permanent gesloten energiesysteem, en ’s nachts een tweede scherm. In de DaglichtKas het scherm overdag open waar door deze in de winter 30 tot 40 procent meer licht doorlaat dan de referentie.
ID Kas De ID Kas staat bij Duijvestijn Tomaten in Pijnacker en is ontwikkeld door Bode Project- en Ingenieurs bureau, Technokas, Boal Systems, Scheuten Glas en de teler zelf. Het kasdek en de gevels zijn uitgevoerd in gecoat dubbelglas Doordat de door lopende luchtramen vanuit de nok openen wordt het probleem van ‘voor en tegenlucht’, opgelost, volstaat een kleinere opening en ontstaat er geen schaduw op de zuidkant van de kas. Het luchtraam bevat een regelsysteem om, vooral
in het begin, nauwkeuriger te kunnen regelen. Lichtonderschepping is geminimaliseerd door het scherm met de goot te integreren en doordat er geen kasspanten zijn. De schuine gevel zorgt voor sterkte en biedt ruimte voor luchtbehandelings kasten. De kas wordt met laagwaardige aard warmte op temperatuur gehouden. In de kas worden tomaten geteeld. Energiebesparing Metingen in de eerste drie maanden van dit jaar laten een energiebesparing van 33 procent zien. Dit in vergelijking met een referentie met enkel glas en dezelfde teeltstrategie.
2SaveEnergy kas Deze kas is dit jaar bij Wageningen UR in Bleiswijk in gebruik genomen en is ontworpen door VDH Foliekassen, Van der Valk Systemen, Boal Systems en AGC Plastics. Het dek bestaat uit een buitenlaag van diffuus glas met daaronder een laag ETFE-folie, waardoor een spouw van 6 cm ontstaat. Het folie maakt dit tot een goedkoper systeem dan dubbelglas, de lichtdoorlatendheid is gelijk aan traditioneel enkelglas. In de spouw tussen het glas en de folie kan warme lucht worden geblazen om sneeuw af te kunnen smelten. Er heeft na de bouw een goed verlopen komkommerteelt in de kas gestaan en nu wordt er een jaarrond tomatenteelt beproefd. Energiebesparing Het energieverbruik loopt parallel met de ID kas bij Duijvestijn. Dit lijkt vreemd omdat je zou verwachten dat dubbel glas een hogere besparing oplevert dan de glas-folie combinatie. De 2SaveEnergy kas heeft echter behalve het galsfolie dek ook een speciaal dubbel energiescherm. Door de goede lichtdoorlatendheid kan dat op koude dagen ook overdag dicht blijven, wat voor extra isolatie zorgt.
[25
De vlakbedfilter zorgt ervoor dat niet meer hoeft te worden gespoeld met regenwater.
26]
Emissieloze kas haalbaar met gangbare techniek
UITGELICHT WATER & WORTEL - Vorig jaar startte Wageningen UR Glastuinbouw samen met een aantal partijen uit de tuinbouw een project om te onderzoeken of emissieloos telen mogelijk is bij dezelfde productie en kwaliteit. En om te ontdekken welke technieken daarvoor nodig zijn. In dit artikel gaan de betrokken onderzoekers dieper in op deze waterefficiënte emissieloze kas en presenteren zij de eerste resultaten.
Tekst Erik van Os, Ellen Beerling, Marieke van der Staaij, Jim van Ruijven en Jan Janse, Wageningen UR Glastuinbouw
De glastuinbouwsector heeft met de overheid afgesproken naar een (nagenoeg) nul-emissie in 2027 toe te werken. Hiervoor zijn emissienormen voor stikstof afgesproken waardoor de hoeveel heid overtollig gietwater dat mag worden geloosd op oppervlaktewater of riool steeds verder wordt beperkt (zie figuur 1). Behalve de emissie van stikstof (en daarmee ook fosfaat) zitten er in het lozings
water ook gewasbeschermingsmiddelen (GBM). Om de emissie van GBM uit de kas op zeer korte termijn te minimaliseren is de overheid voornemens zuiveringstechnieken verplicht te stellen indien er geloosd wordt op riool of oppervlaktewater. Telers staan nu voor de opgave om te investeren in een oplossing om (op eigen bedrijf of gezamenlijk) het lozingswater te zuiveren. Gezien de hoeveelheid geloosd drain(age)water op veel bedrijven, is een flinke investering in een grote installatie nodig. Wageningen UR Glastuinbouw is, samen met een aantal bedrijven, van mening dat er een andere weg is dan deze ‘end-of-pipe’-oplossing. Een goed kopere en duurzamere benadering is om aan de bron te kijken of de hoeveelheid lozingswater niet kan worden verminderd of zelfs nagenoeg nul kan zijn. Hiervoor is in 2014 een project gestart: de waterefficiënte emissieloze kas. Dit project heeft tot doel om te onderzoeken of emissieloos telen (100% recirculatie) mogelijk is bij dezelfde productie en kwaliteit, te demonstreren wat voor een techniek dit mogelijk kan maken, en om op onverwachte problemen een praktisch antwoord te geven. Aanpak De waterefficiënte en emissieloze kas is in 2014 gestart met een komkommerteelt en vanaf december 2014 voortgezet met een paprikateelt. In één afdeling wordt geteeld zonder spui, terwijl in een referentiekas zoveel wordt geloosd als wettelijk is toe gestaan. Het lozingswater wordt echter wel gezuiverd om de GBM eruit te verwijderen, een eis die op korte termijn van kracht wordt. Nu de teelt halverwege is kunnen we een eerste balans opmaken: is nul-emissie een realistisch doel of zijn er toch onverwachte problemen opgetreden? Een schematische opzet van de waterstromen in de referentie kas en de emissieloze kas is gegeven in figuur 2. De gehele installatie en teelt is opgezet met bijdragen van de partners, te weten Grodan, Agrozone, Infa Techniek, Fiber Filtration, Groen Agro Control, Plantenkwekerij Van der Lugt, Elektravon Haket, Revaho en Enza Zaden en dankzij subsidies van de gemeenschappe lijke waterschappen (Stowa), Topsector Tuinbouw & Uitgangsmateriaal, EU-Kansen voor West en de
‘Teeltkundig gaat de groei goed en een gelijke opbrengst mag worden verwacht’
De door Agrozone gebouwde ozoninstallatie lijkt nogal ingewikkeld, maar dat komt door de extra taken die deze installatie heeft (ontsmetten van 2 kassen zonder dat het water bij elkaar komt, spuiwater reinigen).
provincie Zuid-Holland. LTO Glaskracht verzorgt een deel van de communicatie (o.a. website). Het technische systeem van de referentiekas is zeer vergelijkbaar met de praktijk. De emissieloze kas lijkt daar erg op, maar heeft een aantal aanpassingen die een emissieloze teelt mogelijk maken. Gedurende de looptijd van het project is het uitgangspunt om de teelt in beide kassen zo gelijk mogelijk te houden. Een eerste vereiste voor een emissieloze teelt is te zorgen voor goed gietwater, dus met een natriumconcentratie van minder dan 0,1 mmol/l. Met deze waterkwaliteit zal het natriumgehalte niet of nauwelijks oplopen gedurende de teelt, waardoor spuien vanwege een te hoog natrium gehalte onnodig is. Omdat we van mening zijn dat dit een ‘good practice’ is waar iedere teler mee zou moeten werken, wordt dit goed gietwater zowel voor de emissieloze als de referentiekas gebruikt. In het gebruikte gietwater is deze lage natrium concentratie aanwezig door gebruik van regen water en aanvullend omgekeerde osmosewater (0,1 mmol/l). In de referentiekas is een ‘normale’ druppel bevloeiing aangelegd, 25 mm strangen met 3 l/u druppelaars. In de emissieloze kas zijn echter 16 mm strangen gebruikt en is een ringleiding aangelegd. De ringleiding en de 16 mm strangen geven minder inhoud en daardoor is sneller van samenstelling te wisselen terwijl er geen achterste plant meer bestaat die de gewenste oplossing pas na de volgende of daarop volgende gietbeurt krijgt. Het is ook mogelijk om voor of na elke gietbeurt de strangen voor te spoelen met een oplossing met een nieuwe EC of om GBM te doseren. Metingen wezen uit dat na wijziging van de EC bij de volgende gietbeurt inderdaad de gewenste EC uit elke druppelaar kwam. Filtratie van het drainwater Het drainwater dat uit de kas komt, wordt in de standaardsituatie gefilterd van grove delen en van zoveel mogelijk organische stof om het ontsmetten te verbeteren. Vaak wordt een zandfilter of een schijvenfilter gebruikt. Het filter kan echter
[27
28]
verstopt raken en moet daarom na een bepaalde hoeveelheid water worden teruggespoeld. Met Revaho is in het verleden berekend dat voor elke 150 m3 die het zandfilter passeert circa 0,6 m3 spoelwater nodig is. Het spoelwater verdwijnt meestal in de sloot of het riool, en als dat spoelen met drainwater wordt gedaan zorgt dat voor een flinke emissiestroom. Momenteel is het advies om of met regenwater te spoelen of om het spoelwater terug te voeren naar de vuilwater tank. In dat laatste geval zal dan meer slib ontstaan en dat kan jaarlijks bij de teelt wisseling worden afgevoerd. Bij gebruik van een semiautomatisch schijvenfilter is de hoeveelheid spoelwater aanzienlijk lager, maar als dit wordt geloosd draagt het wel bij aan de totale emissie. Spoelen met regenwater is bij dit filter geen optie, maar spoelwater terugvoeren naar de vuilwatertank is zeker mogelijk. In de emissieloze kas is gekozen voor een alternatief: een vlakbed filter (Fiber Filtration) dat in het geheel niet meer hoeft te worden gespoeld. Het drainwater uit de kas valt op een doek met een bepaalde doorlaat en het gefilterde water kan direct naar de ont smetter. Op het doek blijven de vaste delen achter, als het doek verstopt raakt komt er automatisch een nieuw stuk doek onder het drainwater te liggen. Het stuk gebruikte doek komt in een bak en droogt in. Er ontstaat dus alleen een vaste fractie die composteerbaar is. In onze emissieloze kas is het
doek pas na vier maanden een keer verstopt geraakt en automatisch naar een schoon stuk opgeschoven. In deze periode was er echter nog niet veel drain, dus de frequentie van verstoppen zal wel omhoog gaan in de komende maanden, maar het werkt vooralsnog goed.
Figuur 1
Figuur 2
Ontsmetten en zuiveren spuiwater Voor beide kassen is gekozen voor ontsmetten met ozon, maar ook andere goede ontsmetters als UV of verhitter zullen voldoen. In de emissieloze kas wordt ook het gietwater voor gebruik ontsmet, zodat er geen ziekte verwekkers uit het regenwaterbassin in de kas kunnen komen. In de referentiekas wordt het bassinwater direct gebruikt. Het drainwater wordt vanuit beide kassen met ozon behandeld. Er is voorlopig een redoxwaarde ingesteld. Gedurende het proces van ontsmetten wordt deze waarde bereikt afhankelijk van de hoeveelheid organische stof die in het water zit. Daarom heeft de ozoninstallatie ook een voorfilter van 5 micron voordat de ozonbehandeling start. De ozoninstallatie wordt daarnaast nog voor een ander doel gebruikt: het verwijderen van GBM uit het spuiwater van de referentiekas. De redox waarde wordt dan op 800 mV ingesteld waarna het spuiwater via een aparte tank naar het riool wordt afgevoerd. Een aparte voorziening bij het spuien is de aanwezigheid van een UV lamp. Deze wordt
ingezet om GBM verder af te breken, maar kan ook het overblijvende ozon neutraliseren (afbraak tot zuurstof). Met de installatie zijn tests uitgevoerd om de effectiviteit te bepalen. De resultaten hebben aangetoond dat ziekteverwekkers volledig worden verwijderd, en dat GBM voor meer dan 95 procent worden verwijderd. Tijdens de teelt worden regel matig nieuwe metingen en analyses uitgevoerd om te onderzoeken wat het verwijderingsrendement van GBM is; ook zal nog onderzocht worden of de UV lamp bij het spuien van meerwaarde is. Door Infa Techniek is voor beide kassen een substraatunit gebouwd met A en B bakken. Door de kleine proefkassen van elk 150 m2 is de dosering iets gecompliceerder als op een bedrijf van enkele hectaren. Voor de emissieloze kas is de keuze gemaakt om elke dag het drainwater op te gebruiken. In eerste instantie verliep dat niet goed. Bij de eerste giet beurt werd uitsluitend drainwater gebruikt waardoor de EC te hoog blijft, nu wordt bij elke gietbeurt zowel drainwater als vers water bijgemengd, waardoor de EC bij alle gietbeurten beter te regelen is. In beide kassen is de EC en pH van zowel drain als druppelwater vrijwel gelijk. Direct ingrijpen Sinds 18 december 2014 wordt paprika (ras Maranello) op steenwol geteeld. De gerealiseerde dag- en nachttemperaturen in beide kassen verschillen niet, evenals de RV. In het begin van de teelt zijn de relatief donkere kassen wat bijbelicht om de groei er goed in te houden. In de referentiekas
is wat meer ongelijkheid ontstaan, waarschijnlijk door onvoldoende druk op de druppelaars. De teelt wordt begeleid door telers, Grodan en Groen Agro Control. Zij zorgen ervoor dat de groei zoveel mogelijk gelijk blijft tussen de twee kassen en adviseren daarom regelmatig bepaalde waarden bij te stellen. Hierbij is de Grosens, een sensor die het vochtgehalte van de matten en EC en temperatuur meet van nut. Er staan drie sensoren per kas en hier wordt per kas een gemiddelde grafiek van gemaakt (zie figuur 3). Door in de emissieloze kas wekelijks het druppel water en het drainwater te analyseren, kan direct worden ingegrepen. Met behulp van instraling, temperatuur en water verbruik kan Groen Agro Control een opname patroon maken en een beter advies geven.
[29 Het doel om 100% te recirculeren bij gelijkblijvende productie en kwaliteit blijkt tot nu toe prima haalbaar. We laten zien dat dit bereikt kan worden met gangbare techniek. Technisch loopt de apparatuur nu goed, de kinderziekten zijn eruit. Er is geen spui in de emissieloze kas. Teelt kundig gaat de groei goed en een gelijke opbrengst mag worden verwacht, aldus de onderzoekers. Figuur 3 Via de website van Glastuinbouw Waterproof (www.glastuinbouwwaterproof.nl) kunnen de vorderingen tijdens de teelt worden gevolgd. Ook is er een nieuwsbrief om op de hoogte te blijven van het verdere verloop. Wageningen UR Glastuinbouw laat weten dat reacties altijd welkom zijn.
30]
Pius Floris over… water en wortelmilieu Pius Floris van Plant Health Cure schrijft in iedere editie van KAS Techniek een artikel waarmee hij telers wil aansporen om anders tegen bemesting en biologie in de kas aan te kijken. Hij doet dat als internationaal erkend deskundige op het gebied van kennis over een gezonde omgeving rondom de wortels van een plant, of dat nu in de grond is of in een substraat.
Tekst Pius Floris, Plant Health Cure
Er was een tijd dat overal in de wereld planten groeiden zonder ‘kunstmest’. Ze groeiden toen ook geweldig. Misschien niet zo snel als nu, maar in elk geval wel gezond. Ook als je kijkt naar de ongerepte natuur is goede en gezonde groei van planten te zien. Geleerden zijn nog steeds aan het onderzoeken hoe planten dat doen; hoe kan een volkomen gesloten kringloop van planten en andere organismen bestaan zonder de aanvoer
van extra mineralen en stikstof? Het lijkt haast vreemd dat dit kan, want we zijn er aan gewend geraakt dat planten niet kunnen groeien zonder de precieze verhoudingen van voedingsstoffen uit de A- en B-bak. Tuinbouw lijkt vandaag de dag onmogelijk te zijn zonder kunstmest. Dit artikel is vooral geschreven voor de vollegronds- en potplantentelers. Kunstmest is een mengsel van door de mens gebonden stikstof uit de atmosfeer en een aantal mineralen. De truc zit hem in de gebonden stikstof. De atmosfeer bestaat voor bijna 79 procent uit stikstof die voor planten niet opneembaar is. Eind 1800 werd het Bosch-Haber proces uitgevonden om de stikstof zodanig te binden dat deze voor planten bruikbaar is. Door met grote hitte en druk de stikstof uit de lucht om te zetten in ammoniak wordt uiteindelijk stikstof voor planten gemaakt. Dit proces werd door de Duitsers tijdens de Eerste Wereldoorlog voor het eerst toegepast als vervanger van chilisalpeter voor de productie van munitie. Het duurde tot ruim na de tweede wereldoorlog eer deze vorm van stikstof op grote schaal beschikbaar kwam voor de landbouw. Met de introductie van kunstmest kon op vrijwel elke grond gewassen worden verbouwd. Het systeem werd zodanig verfijnd dat planten zelfs geen grond meer nodig hebben (substraatteelten). We weten tot in detail en tot in millimolls welke elementen en in welke hoeveelheden door planten worden opgenomen. Dat is het gevolg van enorm veel onderzoek. Inmiddels zijn we zo vergroeid met het gebruik van kunstmest dat we niet meer zonder lijken te kunnen. In veel teelten is dat ook zo. Substraatteelten kunnen echt niet zonder kunstmest, heel veel bloementeelten ook niet. Angst voor ziekten Het succes van kunstmest heeft ook een keerzijde. Er is veel bekend geworden over de nadelen van het gebruik van uitsluitend kunstmest. De grond verarmd er door en de teler moet steeds meer technieken
Elke opnamewor tel levert suikers voor de organis men die helpen bij de opname van water en minera len. In deze klas sieke weergave zijn de microorganismen niet meegenomen
Deze klassieke weergave van opname van elementen klopt niet. Hier wordt weergegeven dat planten opnemen via osmosedruk en Ionenuitwisseling
toepassen om ziekten te weren. Telers zijn financieel afhankelijk van de grond waarop zij telen. Dat is de beste reden om te overwegen of er mogelijkheden zijn om kosten te sparen. Hoeveel geld zou het schelen als het stomen een jaar of zelfs langer kan worden overgeslagen? Om hier zicht op te krijgen, is het van belang om te weten hoe wortels hun voedsel opnemen. Een plant kan niet zonder water. Minerale zouten kunnen alleen met water binnenkomen. Ze moeten dan wel opgelost zijn. Vooral fosfaat is een lastig element om in de plant te komen. Fosfaat houdt zich makkelijk vast aan calcium, aluminium of ijzer in de grond. Het wordt alleen opgenomen als het vlakbij de opnamewortels ligt. Als je dan bedenkt dat de opnamewortels nooit meer dan 4 tot 7 procent van het bodemvolume in de bovenste 30 cm innemen, dan is het logisch dat er zoveel fosfaat wordt gestrooid. Die grote hoeveelheid fosfaat zit wel weer een hoop andere bodembewoners in de weg. En dit te bedenken dat er groepen bodembacteriën zijn die juist gespecialiseerd zijn in het vrijmaken van fosfaat zodat het via het water naar de plant kan. Het enige wat zij terug willen, is een beetje suiker. De suikers waar de bacteriën van leven, worden door de planten gemaakt en stromen via de allerfijnste opnamewortels de grond in. Deze mix van suikers en chemische verbindingen worden exudaten genoemd (afscheiding). Zij voeden de micro-organismen in de bodem die de planten juist helpen bij het vrijmaken en de opname van mineralen. Ze zijn ook erg belangrijk bij de bescherming van wortels tegen indringers zoals aaltjes en ziekmakende schimmels. En dat terwijl er duizenden organismen zijn die de ziekmakende schimmels juist opruimen. Bovendien is het zo dat veruit de meeste ziekmakende schimmels het beste groeien onder zuurstofarme omstandigheden. Dat is logisch, want planten die met weinig zuurstof moeten groeien, zijn zwak en daarmee een mooi maaltje voor de ‘opruimschimmels’. Het grootste teeltkundige probleem waarmee vollegrondstelers kampen, is de angst voor ziekten. Zieke planten kosten veel geld. Maar de angst voor ziekten is nog
[31
32]
veel duurder. Het is een open deur, maar; gezonde grond, gezonde plant. Planten hebben belang bij een gezonde groei. Daarom investeren zij ook in de grond om hun wortels. Meer aandacht voor wortelbiologie is terecht, want juist daar vinden de belangrijkste processen plaats. Daarmee moet het belang van een gezonde grond niet worden achtergesteld, maar het is nu eenmaal zo dat van alle grond in een teelt slechts 5 procent benut wordt door opnamewortels. Dáár moeten dus de mineralen en de organismen zitten die van nut zijn voor de plantenwortels. Als de grond wordt gestoomd of op een andere wijze wordt ‘ontsmet’ dan wordt het leven in de bodem gedood. Dat is te zien aan de eerste nieuwe aanplant: die gaat snel groeien van de stikstof die alle organismen bij leven vasthielden en die nu ineens massaal vrij komt. De grond werd door alle organismen voortdurend bewerkt. Omdat deze nu dood zijn, gaat de grond slempen. Na een tijdje komen de organismen langzaam weer terug, van onder de poten, de zijwanden en van grotere diepte. Ze zoeken voedsel, maar er is weinig te eten want de voedselbronnen zijn ook gedood. Onder de grond vreet alles elkaar op, de meeste organismen zijn niet kieskeurig. Als ze maar stikstof, eiwitten en koolstof binne krijgen. Bij gebrek aan voldoende voedsel gaan de meeste grotere bodemorganismen snel dood. Dat is jammer, want zij zijn het juist die de worteletende aaltjes als hoofdvoedsel hebben. En juist deze aaltjes hebben het rijk alleen en blijven aan de planten vreten tot de grond weer gestoomd wordt. Grond ‘ontsmetten’, chemisch of biologisch, is niet alleen heel slecht voor de grond, maar nog slechter voor de portemonnee. Symptoombestrijders Hoe moet het dan wel? Zie de grond als het meest kostbare bedrijfsmiddel en kijk naar het organisch stofgehalte. Als dat 2 tot 2,5 procent is, dan is het al behoorlijk goed. Hoger is echt niet nodig , maar als het lager is dan 2 procent is de aanvoer van hele goede compost erg belangrijk. Er is echter heel veel
35% van alle suikers die door fotosynthese wor den geproduceerd vloeien via de fijne wortelpuntjes in de grond om de rhizosfeer-organis men te voeden
De rhizosfeer rond de opnamewortels is de overgang tussen grond en wortels. Hier wordt de volledige opname van ele menten bepaald
matige compost op de markt. Goedkoop is bijna altijd duurkoop. Planten doen zelf echt niets met organische stof, maar de bodemorganismen hebben organische stof nodig om te leven. Ze zetten delen van de compost om in humus, dan in humine en later in fulvine. En dat zijn de werkelijke dragers van de bodem. Humine en fulvine functioneren als accu van de grond. Dan is het dus ook van belang dat de bodem die organismen bevat die de organische stof in humine en fulvine om kunnen zetten. Dat zijn voornamelijk specifieke bacteriën. Tot slot is het voor vrijwel alle planten van belang dat hun wortels in contact komen met mycorrhiza schimmels. Deze schimmels groeien met hun draden tot in de opnamewortels. In ruil voor een beetje suiker uit de wortels nemen zij water en mineralen op van plaatsen waar wortels nooit bij kunnen. De schimmeldraden van mycorrhiza’s groeien tot in de fijnste poriën en halen op wat de plant op dat moment nodig heeft. Is grond gestoomd of ontsmet, dan zijn deze mycorrhiza’s doodt. Dan zou voor een paar honderd euro per hectare nieuwe mycorrhiza schimmels in de grond gebracht moeten worden. Bewerk de grond tot maximaal 15 cm diep. Strooi vervolgens organische mest en reduceer de kunstmestgiften. Binnen een jaar zal blijken dat de grond veel beter functioneert. De planten zijn gezonder en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen (GBM) kan omlaag. Het kan zijn dat het eerste jaar de productie iets lager is; de grond moet wennen aan deze omschakeling. Maar weeg dit af tegen de lagere kosten en men ziet dat het saldo zeker niet minder is. Dan nog iets om over na te denken: onder invloed van allerlei partijen keren mensen zich steeds meer tegen het gebruik van GBM. Dat is niet logisch. Medicijnen voor mensen zijn meestal ook symptoombestrijders. Dat is hetzelfde. Wie wil die nou verbieden? Maar men moet zich onderhand wel gaan bedenken dat de grootste oorzaak van het gebruik van GBM ligt bij het gebruik van kunstmest. Dat is de werkelijke oorzaak van de meeste plantenziekten.
The orchid professionals
INSPIREREND EN FUNCTIONEEL
®
since 1933
O O T N KA
H NU TE
U
E T M I RRU
IJ R P E G UR - L A
Tiendweg 28, Naaldwijk • • • •
Totaal 172 m2 verdeeld over 2 etages 2 Pantry’s, vernieuwd in 2012 Geheel gemeubileerd Kant- en klare infrastructuur voor computer en telefoon • Airconditioning • Ruime parkeervoorziening • Zichtlocatie, centraal gelegen in Westland
S
De specialist in uitgangsmateriaal van orchideeën +31 (0)251 20 30 60
Bezoek ons tijdens de Flower Trials van 9 t/m 12 juni
Voor meer info bel 0174-640091 of check maatenraad.nl
www.floricultura.com
2A
Tekst Ellis Langen
DLV GreenQ in Bleiswijk gebruikt verschillende mogelijkheden om de sector te informeren over de kennis die zij vergaart. Naast consultancy en het geven van cursussen en trainingen, organiseert DLV GreenQ jaarlijks vele Arenasessies en Kenniscafé’s. Hier zijn vaak zowel telers, toeleveranciers, adviseurs en onderzoekers welkom om kosteloos nieuwe informatie tot zich te nemen.
Gratis contactmomenten leveren veel op
34]
Al zes jaar lang worden er in het Improvement Centre (IC), onderdeel van DLV GreenQ, in Bleis wijk Arenasessies en Kenniscafé’s gehouden. Marc Grootscholten, manager van het Improvement Centre: “Een arenasessie heeft veel weg van een brainstormbijeenkomst. Telers, toeleveranciers, adviseurs en onderzoekers komen hier bij elkaar om een probleem of een bepaalde ontwikkeling te bespreken.” Dit kan gewasspecifiek zijn, maar ook gewas overstijgend zijn, aldus Grootscholten.
Tijdens de arenasessies wordt veel tijd ingeruimd voor discussie rond een thema. Vaak spitsen de discussies zich toe op welke problemen er nog getackeld moeten worden eer iets in de praktijk geïmplementeerd kan worden. Grootscholten: “Mijn ervaring is dat tijdens Arenasessies de leukste en meest waardevolle uitwisseling van verschillende meningen en kennis ontstaat. Hierdoor ontstaan vaak goede ideeën en men krijgt stof tot nadenken mee naar huis.” De discussies bij
Arenasessies kunnen uiteindelijk ook leiden tot een gezamenlijke probleemstelling en dat kan het begin zijn van draagvlak voor nader onderzoek. Vanuit de Arenasessies ontstaan soms dus ook nieuwe projecten die vervolgens kunnen worden uitgevoerd in het IC. “Zo kennen bijvoorbeeld de onderzoeksprojecten die lopen bij het IC op gebied van roos, lisianthus en aardbei hun oorsprong vanuit arenasessies.” De Arenasessies zijn soms groots van aanpak en staan open voor alle telers; dan komen er soms wel zo’n vijftig mensen. Maar ook een veel kleinere en selecte opzet wordt soms gehanteerd. “Dat varieert per onderwerp en in welke fase een bepaalde ontwikkeling is.” Zo hield men onlangs een Arenasessie voor een select groepje tomatentelers dat zich al volop verdiept in weerbaarheid van het gewas. Per jaar organiseert DLV GreenQ tussen de 6 en 10 arenasessies. Kennis van proeven delen Kenniscafé’s zijn inloopmiddagen op het IC in Bleiswijk waar de kennis wordt gedeeld over de proeven die lopen op het IC. “Dat kunnen tussen tijdse actuele resultaten zijn of de eindresultaten en conclusies van een proef. Kortom, de Kenniscafé’s hebben vooral tot doel om te laten zien wat we op het IC allemaal doen.” Partners in de Kennis café’s zijn vaak de participanten die meedoen in een bepaalde proef. Tijdens een Kenniscafé wordt meestal een kijkje genomen in de betreffende proefafdeling, soms zelfs bij verschillende proeven. Volgens Grootscholten had het IC vooral in het begin van haar bestaan bijeenkomsten als Arenasessies en Kenniscafé’s nodig om zo met telers in contact te komen. “GreenQ had in het begin vooral veel contacten in de glasgroenten, zoals in
Tuinen bij
DLV GreenQ
de tomatenteelt. Binnen de sierteelt moesten onze contacten met kwekers, onderzoekers, adviseurs en toeleveranciers nog groeien.” Tegenwoordig zijn de Arenasessies en de Kenniscafé’s belangrijke contactmomenten voor alle doelgroepen in de glastuinbouw geworden. “Dat komt omdat het aantal georganiseerde en voor iedereen toegankelijke gewasbijeenkomsten steeds minder wordt.” De manager van het IC geeft aan dat het organiseren van Kenniscafé’s de laatste tijd wel lastiger wordt. Dat komt doordat het Productschap Tuinbouw in Zoetermeer als collectieve betaler van onderzoek is weggevallen. Momenteel ontstaan verschillende gewascoöperaties die vaak bepaalde onderzoeken mee financieren. Grootscholten: “De betalers van de onderzoekskosten zien liever niet dat er telers zijn die op de bagagedrager zitten en die toch kunnen mee profiteren van bepaalde kennis uit proeven.” Soms levert dat lastige situaties op voor de organisatoren van een Kenniscafé. “Zo zijn er onderzoeken waar Kas als Energiebron nog aan meebetaalt maar ook waaraan gewascoöperaties mee betalen. Hoe ga je hier dan wat betreft kennis verspreiding mee om?” DLV GreenQ organiseert dit jaar nog verschillende Arenasessies en Kenniscafé’s. Wat betreft de Arenasessies staan nog op stapel: 25 juni: nieuwe natuurlijke vijanden; 10 september: licht; 15 oktober: water en 10 december substraat. Wat betreft Kenniscafé’s staat nog op de planning: 18 juni; aardbeienketen 2020 bij Wageningen UR , 24 september: tomatenrassen; 8 oktober: Digitaal Telen; 26 november: proef lisianthus en 17 december een kenniscafé over de proef Perfecte Roos Energiezuinige geteeld. (Deze data zijn onder voorbehoud. De definitieve data zijn t.z.t. te vinden op de website van DLV.
DLV GreenQ is een modern kassencomplex in Bleiswijk dat beschikt over verschillende secties van 1.000 vierkante meter. Hier worden nieuwe teeltconcepten en technische installaties vanuit alle delen van de wereld ontwikkeld, getest en gedemonstreerd. Tevens faciliteert het centrum in praktijkgerichte trainingen, opleidingen, seminars en workshops.
DLV GreenQ
Violierenweg 3 2265 MV Bleiswijk T +31 (0)10-5221771
[email protected] www.greenq.nl
[35
36]
Rintra helpt bij bescherming heetwaterketel
Tekst Arjen Mulder, Rintra
UITGELICHT WATER & WORTEL - Bij een nieuwe heetwaterketel wordt er altijd op gewezen dat het verwarmingswater aan de richtlijn VDI 2035 moet voldoen. Dit betekent dat het vulwater maximaal zoveel hardheid mag bevatten dat op de warmste delen van de installatie een kalkafzettingslaag van hooguit 0,5 mm kan ontstaan. In de praktijk betekent dit dat grotere ketelvermogens altijd met onthard water opgevuld en bijgevuld moeten worden. Om telers hierin te ontzorgen, introduceerde Rintra de Geno-Therm vularmatuur. Wie een nieuwe heetwaterketel koopt, krijgt daar automatisch een dik boekwerk bij waarin de ketelbouwer aandacht vraagt voor de richtlijn VDI 2035. Deze richtlijn schrijft de maximale hardheid van het vulwater voor. Niets nieuws, want alle grote verwarmingsinstallateurs in de tuinbouw sector vullen het systeem al jarenlang met onthard water. Hiermee houdt de installateur zich keurig
aan het armatuur kan worden gekoppeld, kan afhankelijk van de hardheid van het leidingwater, circa 15 m3 onthard water leveren voordat deze geregenereerd dient te worden. Deze regeneratie hoeft niet door de tuinder zelf te worden uitgevoerd. Rintra wisselt dit onthardingsfilter om en regenereert vervolgens in haar werkplaats het onthardingsfilter.
aan de eisen en de garantieverplichtingen van de ketelbouwer. Na oplevering van de heetwaterketel is het de taak van de tuinder om ervoor te zorgen dat het verwarmingswater van goede kwaliteit blijft. Hij moet er zelf op letten dat de hard heid van het water niet oploopt wanneer wordt bijgevuld en dat de pH van het verwarmingswater op het juiste niveau blijft, zodat de oplosbaarheid van ijzer minimaal is. Echter, in de praktijk wil een tuinder zijn tijd en energie niet in het verwarmings systeem steken, maar in de teelt. Rintra biedt telers aan deze zorgen over te nemen, zodat zowel kalkafzetting als corrosie worden voor komen. In de richtlijnen voor het voorkomen van schade door ketelsteenvorming stelt de ketelbouwer dat de hoeveelheid vul water en de hoeveelheid toegevoegd water gemeten en in een logboek geregistreerd dienen te worden. Daarnaast moet ook het bijvullen van het verwarmingsnet bij voorkeur met onthard water worden gedaan. Rintra BV, een technisch adviesbureau voor water behandeling en water onderzoek, heeft hiervoor een eenvoudige oplossing in huis met de Geno-Therm vularmatuur. Dit vularmatuur is opgebouwd uit een afsluitkraan, systeemscheider, drukreduceerventiel, water meter, aansluiting voor mobiele ontharder inclusief ontluchting en wederom een afsluitkraan. Hiermee zijn alle benodigde componenten in één armatuur van 50 cm inbouwlengte opgenomen. Voordelen ten opzichte van een normale watermeter is dat de systeemscheider die de leidingwatermaatschappij verplicht stelt om te voorkomen dat verwarming water terugstroomt in het leidingwaternet, al in het armatuur is opgenomen en dat de vulslang eerst kan worden ontlucht voordat de kraan naar het verwarmingsnet kan worden geopend. Het standaard mobiele onthardingsfilter dat
Mobiele water ontharder
Ter voorkoming van schade door corrosie wordt in de richtlijnen onder andere geschreven over een voldoende hoge pH (8,5 - 9,5). Bij opvullen met onthard leidingwater wordt vrijwel automatisch een gewenste zuur graad van het water bereikt. Bij opvullen met bassinwater kan de pH aanzienlijk lager liggen en dient dit met behulp van een water behandelingsproduct te worden gecorrigeerd. Deze controle van de zuurgraad dient volgens de richt lijnen eenmaal per jaar plaats te vinden. Ook dit kan Rintra verzorgen middels het uitvoeren van een wateronderzoek. Indien dit alles vanaf het begin van de ingebruikname van het verwarmings systeem wordt bijgehouden, zijn de problemen met kalkafzetting en corrosie minimaal, geeft Rintra aan. Is dit echter niet goed bijgehouden, dan heeft Rintra ook een oplossing in de vorm van een mobiel deelstroomfilter waarbij zowel ijzer als kalk uit het verwarmingswater wordt gefilterd in slechts enkele weken.
[37
38]
‘Het Nieuwe Samenwerken’ in de praktijk
Tekst Renee Snijders en Ed Smit, Ideavelop
In eerdere artikelen in KAS stelde NethWork zich uitgebreid voor en kwam het pilotproject ‘Journey 2 Sustainability’ in Guatemala uitvoerig aan bod. Palki, de lokale partner van NethWork in dat land, heeft inmiddels tal van nominaties op zak, onder meer voor The Green Entrepreneur of the Year Award. En in de vorige uitgave werd stilgestaan bij de veranderende verhoudingen in de tuinbouwsector waar het kennisoverdracht en -uitwisseling betreft. Het artikel in deze editie geeft handen en voeten aan al het voorafgaande. Waarde toevoegen aan je product. Zorgen dat potentiële klanten niet alleen je producten willen kopen, maar ook het optimale rendement eruit weten te halen. En zodoende ambassadeurs worden van jouw product. Hoe doe je dat? Die vraag stelden de leden van NethWork zichzelf al snel na de oprichting van het cluster. Het antwoord bleek voor de hand te liggen. Een koper haalt
optimaal rendement uit innovatieve oplossingen en producten als hij of zij alle ins en outs kent. Maar daar blijft het niet bij. Die klant dient ook die oplossing of dat product te kunnen plaatsen in haar context. Met andere woorden: cocosslabs gaan pas echt renderen wanneer je de juiste goten en het juiste irrigatiesysteem ermee combineert. En zo zijn er nog veel meer voorbeelden. Katten in zakken Veredelaars en vermeerderaars doen het al decennia lang. Ze sturen verkopers op pad, maar ook teeltvoorlichters. Een goede teeltbegeleiding vraagt dan ook om een vrijwel dagelijkse betrokkenheid vanuit de leverancier van uitgangsmateriaal. Voor de meeste technische leveranciers ligt dat totaal anders. Producten en oplossingen worden veelal eenmalig verkocht. En daardoor is de bereidwilligheid om aan ‘after sales’ te doen, nooit erg groot geweest. Met als gevolg dat er in het verleden regelmatig ‘katten in zakken’ werden gekocht. Geen onderdelen beschikbaar, geen lokale technische ondersteuning en nauwelijks begeleiding vanuit de leverancier om het optimale uit de investering te halen. Tijden zijn echter veranderd. Technische toeleveranciers kunnen meestal, gezien de aard van hun producten, niet dezelfde begeleiding aanbieden als veredelaars en vermeerderaars. Maar door gezamenlijk op te trekken, komen ze aardig in de buurt. En dat bleek dus een van de grote voordelen te zijn van NethWork. Door samen te werken konden we meer dan alleen geïntegreerde oplossingen aanbieden. We konden onze (potentiële) klanten ook begeleiden bij de implementatie van de door ons aangedragen oplossingen. Zowel op lokatie (roadshows) als in Nederland (managerstrainingen). Dit artikel gaat dieper in op dat laatste, de managerstrainingen, die NethWork alweer twee jaar op rij met groot succes georganiseerd heeft. De eerste stap voor de NethWork managerstraining is het selectieproces. Wie zouden we graag in Nederland zien? Wie zijn de ‘high potentials’ in de regio en welke bedrijven
‘De lijnen in de wereld wijde tuinbouw sector worden steeds korter en transpa ranter’
lenen zich ervoor om in de (nabije) toekomst zaken te doen met leden van NethWork? Dat proces heeft als bijkomend voordeel dat het veel positieve publiciteit oplevert voor het cluster. Het is ongebruikelijk dat leveranciers tegen zeer beperkte kosten dergelijke trainingen aanbieden. En al helemaal niet wanneer ze gericht zijn op potentiële klanten in plaats van op bestaande klanten. Concrete opdrachten Nadat de selectie voltooid is, wordt het 2 – 3 weekse programma definitief samengesteld. Alle leden van NethWork worden bezocht, aangevuld met bezoeken aan relevante productiebedrijven. Maar de groep gaat ook naar het Westlands Streekmuseum of een (biodynamische) druivenkwekerij. Je moet tenslotte eerst begrijpen dat je je wortels moet voelen om te weten waar je naar toe dient te gaan. Afsluitend gaat elke geselecteerde manager een aantal dagen, veelal in samenwerking met een NethWork lid, een door hem of haar zelfgeschreven business case uitwerken. Zo’n business case leidt veelal tot concrete opdrachten voor NethWork leden. De ontmoetingen tijdens de managerstrainingen brengen de telers en leveranciers dichter bij elkaar, waarmee we hun kennisniveau verhogen en we hen nieuwe
Over NethWork NethWork (www.nethwork.info) bestaat momenteel uit Aweta, Best Fresh Group, Celtic, Formflex Metazet, GreenQ, Ideavelop, Javo, JConnecta, HAS Hogeschool, Koppert Biological Systems, Luiten, Lutgo Global, Modiform, Priva, Van Dongen & Heerschap, Van der Heide Foliekassen en de Van der Knaap Groep. Ideavelop is tevens coördinator van het cluster. Ed Smit is Director Ideas, Renee Snijders is Director Development. In KAS en HortiBiz geven zij maandelijks exclusieve updates over het project Journey2Sustainability.
[39
inzichten geven om hun toekomst te bepalen. De waarde van de managerstraining blijkt ook uit de woorden van Dennis de Wit van Priva: “We krijgen hiermee gemotiveerde, (potentiële) klanten over de vloer en hebben ruim de tijd om kennis te maken en over hun wensen en onze producten en diensten te praten. Wat mij betreft behoren de managerstrainingen tot de hoogtepunten van NethWork tot nu toe.”
40]
Bij het uitvoeren van de managerstraining is Jeroen Gelderblom van JconnectA zonder twijfel een van de meest actieve leden van NethWork: “Trainingen zijn traditiegetrouw het exclusieve domein van onderwijsinstellingen en consultants. Ik merk echter dagelijks om me heen dat bedrijven en mensen op zoek zijn naar kennis die direct afkomstig is van toeleverancies. Praktisch en toepasbaar. Het maken van die vertaalslag is waar mijn bedrijf JconnectA zich in specialiseert en de managerstraining van NethWork sluit perfect aan op mijn ambitie als ondernemer. De lijnen in de wereldwijde tuinbouwsector worden steeds korter en transparanter. Communicatie verloopt steeds directer. Met de managerstrainingen zijn we twee jaar geleden begonnen door ze gratis aan te bieden met gedeeltelijke financiële ondersteuning vanuit Den Haag. We hopen dat we deze trainingen binnen een paar jaar kunnen laten uitgroeien tot een volwaardig commercieel product en we een veel bredere markt kunnen gaan bewerken dan uitsluitend Midden Amerika. De positieve feedback die ik nog regelmatig krijg, geven mij een enorme drive en bevestiging dat we met dit NethWork product op de goede weg zijn.”
Rodrigo Luna - Technical Manager Palki, Guatemala: “De technische en praktische kennis van het programma is van vitaal belang voor de verdere ontwikkeling van onze tuinbouw op het gebied van innovatie en duurzaamheid. Voor mij persoonlijk is het zeer waardevol geweest en ik werk inmiddels als vertegenwoordiger van NethWork-lid VDH Foliekassen.”
Jorge Menendez - Production Manager Ball Seeds, Guatemala: “We werken inmiddels samen met diverse leden van NethWork. Voor mij persoonlijk heeft de training er toe bijgedragen dat ik nu promoveer naar onze vestiging in Chili. Ook daar zullen deervaringen die ik heb opgedaan in Nederland zeer goed van pas komen.”
Pedro Luna - Production Manager HFT Seedservices, Guatemala: “In eerste instantie was mijn focus tijdens de managerstraining op ons bedrijf HFT Seedservices. Maar nu word ik General Manager van het nieuwe bedrijf van Ter Laak Orchids in Guatemala waar wij als HFT partner in zijn.”
Juan Pablo Villalobos - Production Manager Plantas y Flores, Costa Rica: “Meer efficiëntie is noodzakelijk in Latijns Amerika vanwege stijgende kosten. Tijdens de managerstraining kon ik zelf snel meer leren hoe we onze eigen werkwijzen kunnen verbeteren. We werken inmiddels samen met Priva, Van der Knaap, Koppert en Lutgo Global.”
Thomas Littleton - Production Manager Agro Orchids, Costa Rica: “Voor mij was de NethWork managerstraining zeer waardevol en ook het delen van kennis en ervaring met de andere deelnemers was ontzettend nuttig. Mijn business case heb ik uitgevoerd bij Ter Laak Orchids. Fantastisch hoe zij innovatie en duurzaamheid toepassen in hun bedrijf en tegelijkertijd alles zo simpel mogelijk houden. Vanuit Agro Orchids, partner in het nieuwe bedrijf van Ter Laak in Guatemala, zal ik bij de opzet hiervan een rol gaan vervullen.”
Olinto Perez - Director Exotica, Nicaragua: “Vorig jaar was ik in Nederland en het was goed om te ervaren dat we de juiste handvaten kregen aangereikt om de kwaliteit te telen die de markt vraagt. Toen we mogelijke kopers van mijn product bezochten, heb ik ook gelijk zaken kunnen doen! Met diverse NethWork-leden heb ik nog altijd contact, maar vooral met Jeroen Gelderblom.”
Eindelijk voldoende lucht onderin de mat
Exact Air wordt een nieuwe standaard bij de teelt op steenwol. Dankzij Gradient Technologie verloopt de toename van de densiteit van de steenwol ‘vloeiend’ van onder naar boven. En daarmee zijn de verticale verschillen in Watergehalte, EC, pH en O2 nog nooit zo klein geweest. Beworteling: super. Nieuw? Ja zeker, maar we bewijzen inmiddels voor het tweede opeenvolgende seizoen dat deze mat de verwachtingen meer dan waar maakt. Dit jaar al op meer dan 200 hectare.
Zeusstraat 2, 5048 CA Tilburg t + 31 (0)13 578 00 57 - e
[email protected] - i www.cultilene.com
In de rubriek ‘Vragen uit de Kas’ wordt u als teler uitgenodigd om praktijkvragen te stellen aan Jan O. Voogt van LetsGrow.com en Peter Geelen van Plantmonitoring. NL. Beiden zijn experts op respectievelijk het gebied van klimaatregelen en plantmonitoring. Tevens zijn zij intensief betrokken bij de ontwikkeling van Het Nieuwe Telen. Dit keer worden vragen behandeld die betrekking hebben op de bekende voornachtverlaging.
Teler: Nog niet lang geleden was het bij diverse teelten gebruikelijk om een ‘voornacht verlaging’ toe te passen. De laatste tijd merken we dat dit steeds meer ter discussie staat. Heeft dit met Het Nieuwe Telen te maken? Peter en Jan: Allereerst, waaruit is de voornachtverlaging ontstaan? Het idee is vooral om aan het einde van de dag de nieuw gevormde assimilaten naar de vruchten te transporteren. De vruchten koelen het langzaamst af en ‘trekken daarmee de assimilaten naar zich toe’. Daarnaast helpt de voornachtverlaging om de etmaaltemperatuur te drukken, waardoor het (onnodig) verbruik van assimilaten door ‘ademhaling’ van de plant wordt verminderd.
42]
Kloppen deze redenaties dan niet? Ja en nee. Het is algemeen aanvaard dat warmere delen van de plant de meeste assimilaten krijgen toebedeeld. Dat komt omdat assimilaten worden getransporteerd door actieve ‘pompjes’ die temperatuurafhankelijk werken. Echter, als de bladeren sterk afkoelen, dan is het maar de vraag of de pompjes, die de assimilaten uit het blad moeten pompen, wel optimaal werken. Hoe kun je dan grove vruchten verklaren door de voornachtverlaging? Als dit effect al optreedt, kan dit het gevolg zijn van wortel druk. Door de snelle afkoeling van het blad stopt de verdamping abrupt waardoor er een overdruk in de plant ontstaat door worteldruk. Hierdoor worden de vruchten als het ware opgepompt. Dan heb je het doel toch bereikt? Ten dele. Je hebt wel het beoogde vruchtgewicht, maar met een lagere kwaliteit. Allereerst zijn de cellen zwakker door een lagere beschikbaarheid van assimilaten, met allerlei risico’s zoals de gevoeligheid voor neusrot of binnenrot. Ten tweede zal de smaak van deze vruchten minder zijn. Hoe kun je zonder voornachtverlaging toch grove vruchten van goede kwaliteit krijgen? Een andere zienswijze is dat de planten na een zonnige dag de vele gevormde assimilaten ook moet kunnen verwerken
Vragen uit de kas… en dus juist langer op een hoge temperatuur moet blijven. Dat pleit dus voor een geleidelijke overgang van de dag temperatuur naar de nachttemperatuur. De bladeren blijven dan suikers afstaan. Bovendien zijn de vruchten ook bij een geleidelijke daling van temperatuur het warmste orgaan van de plant. Die blijven dan ook de meeste suikers aantrekken. Je vangt dan drie vliegen in één klap: sterke cellen die minder gevoelig zijn voor kwaliteitsproblemen, grove vruchten met goede smaak. De assimilaten kun je na een zonnige dag toch ook verwerkt krijgen door later naar de nachttemperatuur te gaan (dagverlenging ) met een sterke temperatuurdaling? Dat betekent in feite dat de opgespaarde zonne-energie wordt afgevoerd. Vaak houdt dat in dat er vroeg in de avond alweer moet worden gestookt vanwege de temperatuur of vochtbeheersing. Door een geleidelijke afkoeling wordt de zonne-energie efficiënt benut. Tegelijk is het veel gemakkelijker om vocht af te voeren als de kas steeds wat warmer blijft dan de buitentemperatuur. Zelfs met een gesloten scherm. Aha, daar hebben we het scherm weer. Zeker tegen uitstraling? Precies! Eén van de belangrijkste ontdekkingen in Het Nieuwe Telen is het negatieve effect van uitstraling. Juist na een zonnige dag met een heldere hemel is de uitstraling het heftigst. De kop van de plant koelt dan sterk af. De verdamping, en daarmee de aanvoer van Calcium, stagneert, met allerlei groeistoringen tot gevolg: neusrot, bladrandjes, brandkoppen, bladpunten, enzovoort. Om nog maar niet te spreken over het risico van schimmels bij condensatie of guttatie. Conclusie: Vanwege de inzichten van Het Nieuwe Telen is er een snel groeiend aantal tuinders dat naar grote tevredenheid afscheid heeft genomen van de voornachtverlaging, daarin gesteund door steeds meer teeltvoorlichters.
[43
Stuur ook uw vraag! Heeft u ook een of meerdere vragen voor Jan O. Voogt en/of Peter Geelen? Mail deze o.v.v. ‘Vragen uit de Kas’ naar
[email protected]. U wordt niet met naam en toenaam bij het artikel genoemd, wel vermelden wij graag in welk gewas u actief bent.
44]
Vernieuwende luchtverdeelslangen bevallen goed Een bedrijf dat zijn sporen heeft verdiend in de klimaatbeheersing van gebouwen, is met haar expertise nu ook in de glastuinbouw gesprongen. Sinds een jaar levert KE GrowAir luchtverdeelslangen voor kassen. De Franse tomatenteler Perez in de Provence heeft er nu ruim een half jaar ervaring mee. Het systeem staat hem aan.
Tekst Ellis Langen
KE GrowAir is een onderdeel van KE Fibertec in Strijen. Dit laatste bedrijf verkoopt sinds 1995 textiele luchtverdeelslangen aan scholen, kantoren, winkels, showrooms, productieruimtes, zwembaden, industriële ofandere ruimtes waar veel mensen samenkomen. De luchtverdeelslangen zorgen voor een efficiënte, gelijkmatige en tochtvrije verdeling van geklimatiseerde lucht. Sinds dit jaar
levert KE Fibertec via dochterbedrijf KE GrowAir speciale luchtverdeelslangen voor de glastuinbouw. Inmiddels zijn in een aantal glastuinbouwbedrijven deze slangen geïnstalleerd, vertelt Gerjo de Zeeuw, directeur van KE GrowAir. Het gaat om kassen in Duitsland, Polen en Frankrijk waar tomaten of phalaenopsis worden geteeld. Er is jaren gewerkt aan deze luchtverdeelslangen voor de glastuinbouw. De vraag ontstond vanuit installateurs uit de glas tuinbouw, vertelt de directeur. “Veel van hen zijn ook werkzaam in de klimaatwereld en kennen vanuit die hoedanigheid onze textiele luchtverdeelslangen die gepatenteerd zijn vanwege het bijzondere uitblaas systeem. Deze installateurs hebben ons gevraagd of wij deze techniek ook konden toepassen in de glastuinbouwsector.” Toen De Zeeuw zich in de bestaande markt voor de tuinbouwsector verdiepte, verbaasde hij zich erover dat de lucht verdeelsystemen door veel kassenbouwers en installateurs zelf zijn uitgedacht. “Zonder dat ze zich daarbij voldoende realiseren wat dit doet met de homogeniteit in de kas.” Het fabriceren van een PE slang met gaatjes is volgens KE GrowAir redelijk eenvoudig. “Maar het engineeren van een uitgebalanceerd systeem wat zwaarwegend bijdraagt aan een homo geen klimaat is iets waar ons bedrijf zich al 20 jaar in specialiseert.” Gepatenteerd uitblaaspatroon Het bedrijf ging met de vraag voor een goed systeem voor de glastuinbouw aan de slag en ontwikkelde UV gestabiliseerd Polyethylene (PE) Plastic slangen. Het materiaal wordt 3-laags geproduceerd in de kleuren transparant of wit en is daardoor bestand tegen cracking (kapot gaan door constante bewegingen). Net als bij de textiele luchtverdeelslangen past KE GrowAir ook hier een van haar gepatenteerde uitblaaspatronen toe, de zogenoemde’ Diffusion Holes’. Dit is een combinatie van ovale gaatjes in de slang en ovale gaatjes met een ‘flapje’. Het ovale gaatje met het flapje corrigeert de luchtstroom van het gewone ovale gaatje, legt De Zeeuw uit. “De meeste kassen bouwers passen PE luchtverdeelslangen toe met een gewoon standaard gatenpatroon. Dan wordt
‘Niet alleen de tomaten planten voelen zich beter, ook mijn personeel’
de geconditioneerde lucht schuin uit de luchtslang geblazen. Dit heet entrainment. Dit heeft tot gevolg dat er veel meer lucht richting het einde van de slang stroomt en dit geeft een ongelijk klimaat in de kas tot gevolg.” Bij kleinere luchthoeveelheden zal dit probleem wel minder duidelijk waarneem baar zijn dan bij grote luchthoeveelheden, aldus De Zeeuw. Entrainment geeft dus een mindere verdeling van geconditioneerde lucht, een minder gelijkmatige temperatuurverdeling en als er CO2 wordt toegediend ook een minder goede verdeling van CO2. “Kortom het heeft een groot effect op de homogeniteit in de kas.” Door het gebruik van dubbele luchtverdeelslangen in een kas, wordt het effect van entrainment verkleind. Om die reden bieden Nederlandse kassenbouwers dubbele slagen vrij veel aan. Echter, dit heeft als nadeel dat het een dure oplossing is. De Zeeuw: “Duur vanwege de aanschaf van twee slangen, duur vanwege een dubbele montage en duur vanwege de grote drukverliezen die ervoor zorgen dat het energieverbruik exorbitant hoog is.” Door de gepatenteerde ‘Diffusion Holes’ treedt bij de GrowAir luchtverdeel slangen entrainment niet op. “Echter, met alleen een juist uitblaaspatroon ben je er niet”, legt De Zeeuw uit. Het is ook van belang dat er goed wordt gerekend aan het luchtverdeelsysteem. “Onze engineers zorgen ervoor dat er een juiste balans ontstaat tussen de diameter en lengte van de luchtslang, luchthoeveelheden uit het gaatjes patroon, uittrede snelheden en dynamische en statische druk van de slang.” Wanneer deze gegevens niet juist worden afgestemd, geeft dit een slechte luchtverdeling waardoor de temperaturen in het gewas, zowel verticaal als horizontaal niet homogeen zullen zijn. Ook dienen alle gegevens op een juiste manier te worden afgestemd op de juiste luchtbehandelingskast en ventilator karakteristieken waardoor de teler toekomt met een minimaal energieverbruik. De engineers van KE GrowAir werken met een Winvent 3D calculatieen ontwerpprogramma waarmee uiteindelijk een gebalanceerd systeem wordt uitgedacht waarna het systeem geheel customised voor de klant wordt
[45
geproduceerd. In pilotprojecten die KE GrowAir deed voorafgaand aan de introductie van de lucht verdeelslangen, verrichte het bedrijf vele metingen. Ze vergeleek haar systeem met concurrerende systemen op de markt. “Hieruit is gebleken dat wij een gelijkmatigere luchtverdeling realiseren van het begin tot het einde van de slang, een gelijk matigere luchtverdeling realiseren van laag tot hoog in het gewas en een lager drukverlies hebben”, zegt De Zeeuw. Door dat laatste kan men met de luchtverdeelslangen van KE GrowAir meer lucht het gewas in blazen waardoor de lucht hoger in het gewas kan komen. “Hierdoor wordt een veel lagere temperatuur behaald bij de kop van de plant”, aldus De Zeeuw. Een ander groot voordeel van de KE GrowAir luchtverdeelslangen is dat enkele slangen vele malen eenvoudiger en sneller te installeren zijn dan een dubbel slangensysteem.
46]
Energiebesparing gaf doorslag Eén van de bedrijven die de nieuwe verdeelslangen van KE GrowAir gebruikt, is het tomatenteeltbedrijf Earl Perez van Jean-Pierre Perez. Het glastuinbouw bedrijf staat in de gemeente Saint-Rémy-deProvence, in het zuiden van Frankrijk. De verdeel slangen zijn daar in oktober 2014 geïnstalleerd door Richel Greenhouses, een Franse kassenbouwer die Bij Perez een deel van het bedrijf vernieuwde door er een semi-gesloten kas van 1,5 hectare groot te bouwen. Onder 70 teeltgoten met de tomaten planten hangen de GrowAir luchtverdeelslangen. De kas heeft een corridor waarin de ventilatoren staan. De luchtverdeelslangen verdelen de buitenlucht of lucht van in de kas of een combinatie van die twee in de kas. Perez heeft niet gekozen voor koeling via luchtbehandelingskasten. Wel kan Perez de lucht die in de slangen gaat verwarmen en experimenteert hij met adiabatische koeling via de slangen. Omdat de luchtslangen van KE GrowAir geheel nieuw zijn in de glastuinbouw, was de Franse tomatenteler aanvankelijk sceptisch. Maar Richel overtuigde hem van de voordelen. “Daarbij gaf vooral energie besparing de doorslag bij de keuze voor deze verdeelslangen”, zegt Benjamin Richel, directeur van Richel Greenhouses. Ondanks dat het gebruik van dubbele slangen in semi-gesloten kassen tegen woordig aanvaardbare resultaten geeft als het gaat
om een meer homogeen klimaat, koos Perez voor de enkele slangen van KE GrowAir. Richel: “Door enkele slangen is er minder druk nodig van de ventilator omdat deze minder weerstand krijgen van de luchtstroom. Hierdoor maken de ventilatoren minder toeren wat leidt tot minder stroomverbruik.” Volgens berekeningen van De Zeeuw zou dit bij Perez een besparing op jaarbasis geven van vele procenten per ventilator. Tevreden, maar wel wennen In november plantte Perez in de semi-gesloten kas. In deze tijd kan in de Provence de insecten druk echter nog vrij hoog zijn. De semi-gesloten kas met luchtaanvoer vanaf buiten, gaf de teler mogelijkheid de ramen dicht te houden. Deze situatie houdt de teler aan gedurende de herfst, de winter en het voorjaar. Wanneer het buiten warm wordt, rond mei, lucht hij via de luchtramen. Wel zullen dan ’s nachts de ventilatoren draaien om de binnenlucht wat koeler te houden. Door in de zomer niet te kiezen voor actieve koeling via de luchtbehandelingskasten, bespaart de teler energie. Richel: “Het iets ongunstigere klimaat in de zomer, geeft waarschijnlijk een paar kilo minder opbrengst, maar dat is niet zo erg gezien het feit dat in de zomerperiode de prijs voor tomaten vaak lager is.” Perez moet nog wel wennen aan de andere manier van telen in de semi-gesloten kas. De Zeeuw: “Dat vereist onder andere inspanningen op het gebied van het instellen van de klimaat computer. Kassenbouwer Richel en Perez hebben nog steeds een goede en intensieve samenwerking om ervaringen te delen.” Nu Perez een half jaar in de nieuwe kas met de revolutionaire lucht verdeelslangen heeft geteeld, concludeert hij dat het goed bevalt. De tomatenteler heeft nog steeds eenzelfde kwaliteit tomaten kunnen telen als in zijn traditionele gewone kas. Ook over de productie is hij tevreden. De goede kwaliteit en productie komen vooral doordat door het luchtverdeel systeem de temperatuur van de kop van het gewas een stuk lager kan worden gehouden. “Daarbij voelt niet alleen een tomatenplant zich beter. Ook mijn personeel werkt met name in het zeer warme seizoen onder prettigere omstandigheden in vergelijking met onze traditionele kas”, besluit Perez.
Revaho werkt samen met:
Bij waterafgifte moet iedere druppel hetzelfde zijn, ongeacht de lengte van de druppelslang. Revacom Plus maakt dit mogelijk. Deze drukcompenserende druppelslang zorgt ervoor dat uw waterafgifte altijd exact gelijk is. Zelfs tot lengtes van 400 meter! Dat maakt Revacom Plus ideaal voor de fruitteelt. Door de nieuwe, grote filter met ruime doorgangen in het labyrint is de slang bovendien ongevoelig voor verstoppingen. Zodat elke druppel óók over lange lengte precies hetzelfde is. Zodat elke druppel werkt.
w w w.reva a ho.. nl
Tekst Jacco Strating
Bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk vinden tal van onderzoeken en proeven plaats die met regelmaat aandacht krijgen in de media. Wat vaak onderbelicht blijft, is het feit dat al die projecten mogelijk worden gemaakt door de faciliteiten die het onderzoeksinstituut tot haar beschikking heeft. Al voor de bouw werd goed nagedacht over de juiste inrichting.
Technische corridor levensader faciliteit
48]
afdelingen te maken. Om een dergelijke faciliteit neer te zetten, hebben we dus al voor de bouw goed over de opzet en invulling van deze locatie moeten nadenken.”
“We hebben onszelf de vraag gesteld met welk type onderzoek wij te maken zouden krijgen en wat daarvoor de vereisten zijn. Duidelijk was dat we met uiteenlopende gewassen van doen zouden krijgen en dat we ook steeds weer nieuwe technieken zouden moeten toepassen. Daarom is er bij het ontwerp voor gekozen om twee technische corridors te maken met links en rechts afdelingen”, zegt De Vries. “Het voordeel van deze corridors is dat je de techniek veelal buiten de kassen kunt houden en alle afdelingen vanaf een centrale plek kunt voorzien van warmte, koude, voeding, CO2 etc.” Daartoe is de onderste 60 centimeter van de afdelingen ook lichtdicht en onbeglaasd, zodat makkelijk gaten in de achterwand kunnen worden gemaakt voor extra kabels of pijpen wanneer nodig. Er is ook voldoende ruimte beschikbaar om eventueel opstellingen bij te bouwen in de corridor, zo geeft De Vries aan. “De technische corridors zorgen er bovendien voor dat onderhoud en reparaties in de meeste gevallen ook van buitenaf geregeld kunnen worden. Zo houden we de monteur dus uit de kas en lopen we niet de kans dat de onderzoeksresultaten worden verstoord. Ook hebben we in de technische corridors een tegelvloer gelegd, zodat we makkelijk de grond in kunnen om bijvoorbeeld bij een leiding te kunnen. De corridors zijn dus essentieel voor onze manier van werken in Bleiswijk.”
Volgend jaar is Wageningen UR Glastuinbouw 10 jaar in Bleiswijk gevestigd. En volgens De Vries gaat de faciliteit zeker nog 10 jaar langer mee. Daarom was het volgens hem belangrijk om bij het ontwerp van de onderzoeklocatie goed vooruit te denken.
Naast de technische corridors zijn er meer zaken die vooraf nauwkeurig werden uitgedacht. Zo hebben de kassen die worden gebruikt voor klimaatonderzoek geen buitengevel. Elke afdeling is voorzien van een eigen complete set sensoren
Volgens Jan Willem de Vries, Teamleider Facilitair Bedrijf in Bleiswijk, schuilt vooral in de onderzoeklocatie zelf de grote kracht van Wageningen UR Glastuinbouw. “Wij zijn geen productiebedrijf, maar een onderzoeksorganisatie. Dat betekent dat alle afdelingen in ons bedrijf moeten kunnen beschikken over exact dezelfde teeltomstandigheden. Anders is het onmogelijk om een optimale vergelijking tussen verschillende
Tuinen bij
Wageningen UR Glastuinbouw
en een eigen Let’s Grow-aansluiting om van waar ook ter wereld exact te kunnen volgen wat er in elke kas gebeurt. De afdelingen zijn verder zo ingericht dat ze autonoom kunnen worden aangestuurd door middel van een eigen regelsysteem. “Dat geldt zowel voor het licht als voor bijvoorbeeld de luchting en de voeding. “Voor de belichting hebben wij er bovendien voor gekozen om losse armaturen te gebruiken die met stekker en stopcontact eenvoudig kunnen worden opgehangen en weer verwijderd. Zodoende hoeft er niet bij elk nieuw project een installateur de kas in. Nu gebeurt dat misschien vaker op die manier, maar tien jaar geleden hebben wij dat zelf moeten uitdenken.” Een ander aspect waar goed over werd nagedacht, is de voeding. Elke afdeling heeft zijn eigen bak, die door middel van sensoren zelfstandig om vulling vraagt. In een aparte ruimte wordt automatisch de samenstelling van de voeding bepaalt en gedoseerd. Het zijn allemaal voorbeelden die aangeven hoe complex het is om een faciliteit neer te zetten waar jarenlang betrouwbare onderzoeken kunnen plaatsvinden, meent De Vries. “Onderzoek is een vak, daar moet niet te licht over worden gedacht. Wij zoeken in onze onderzoeken naar trends, het is ons niet om die laatste kilo te doen. Daardoor zijn de positionering van de afdelingen en de invulling ervan ook belangrijker dan de grootte. Op basis van de kennis en ervaring binnen onze organisatie hebben we hier in Bleiswijk een locatie weten neer te zetten die ons de beste omstandigheden biedt om ons werk optimaal uit te oefenen.”
Wageningen UR Glastuinbouw richt zich op innovaties in de glastuinbouwsector. Samen met bedrijfsleven, wetenschap en overheid worden vragen over bedrijfsvoering en teelt geanalyseerd en vertaald in toepassingsgericht onderzoek en innovatietrajecten. Wageningen UR Glastuinbouw heeft vestigingen in zowel Wageningen als in Bleiswijk. [49
Wageningen UR Glastuinbouw
Violierenweg 1, 2665 MV Bleiswijk Tel. + 31 (0) 317 - 485 606
[email protected] www.glastuinbouw.wur.nl
50]
Nederlandse invloed bij grootste Russische retailer Vier jaar geleden stond er nog niets, dit jaar staat er 80 hectare komkommerteelt. Magnit, de grootste supermarktketen in Rusland, koos het Nederlandse bedrijf Certhon uit om in een jaar tijd 40 hectare moderne kas te bouwen in de Russische plaats Krasnodar. Maar het werd niet alleen bouwen en weer wegwezen. “Onze standaard is niet meer turnkey, maar ROI-key. Klanten moeten rendement met hun investering kunnen maken.”
Tekst Ellis Langen
Voor het Poeldijkse bedrijf Certhon is de markt voor het opleveren van glastuinbouwprojecten de laatste jaren compleet veranderd. Tot zo’n vijf jaar geleden bouwde het bedrijf nog bij telers ‘om de hoek’, momenteel ligt hun focus sterk internationaal. Eind 2011 zagen de zusterbedrijven Wilk van der Sande (technische installaties) en Bosch Inveka (kassenbouw) dit al aan komen en
daarom gingen zij verder onder de internationaal aansprekende naam: Certhon. Deze internationale profilering legde hen geen windeieren. Het bedrijf dat gevestigd is op het ABC-terrein in Poeldijk doet nu vooral projecten in groeimarkten in het buitenland en doet dat zowel voor telers als voor grote investeerders, zoals de laatste tijd in Rusland, vertelt John Lagerwerf die bij Certhon pr en communicatie doet. Hij zit in een spreek kamer samen met collega Maikel Hogervorst die als agronoom in dienst is. In de ruimte staat een flipover waarop Russische zinnen geschreven staan. Het bedrijf doet inmiddels aardig wat zaken met Russische klanten vandaar dat een aantal werknemers nu Russische les krijgt. Ook heeft het bedrijf twee Russische vertalers in dienst. Zij zijn in de weer met vertalingen van handleidingen en gebruiksaanwijzingen. “En bij de wc’s hangen bordjes in het Russisch voor de Russische vrachtwagenchauffeurs”, zegt Lagerwerf. Momenteel rond Certhon in Rusland een megabouwproject in het zuiden van Rusland af. Vlak bij de Zwarte Zee en dicht bij de grens van Ukraine, in Krasnodar, heeft ze bijna 40 hectare moderne kassen en alle installaties voor de teelt van kom kommers aan de hoge draad gerealiseerd. De opdrachtgever is Magnit, de grootste supermarkt keten in Rusland. Controle over de keten Magnit heeft in Krasnodar sinds 2012 al 40 hectare plastic kassen met komkommerproductie staan. De Russische supermarktketen investeert graag in eigen komkommerproductie. Ze wil de controle over de keten en minder afhankelijk worden van import. “Tot voor kort importeerde Magnit vrijwel alle komkommers uit Turkije”, vertelt Maikel Hogervorst die het project in Rusland teeltkundig begeleidt. Echter, dat gaf soms problemen met de houdbaarheid en kwaliteit, zeker wanneer de komkommers helemaal naar Moskou of nog noordelijker getransporteerd werden. Deze afstand kost met vrachtwagenvervoer namelijk 8 tot 9 dagen. Met een productie in Krasnodar, wordt de transporttijd teruggebracht naar 4 of 5 dagen. In 2011 werd Certhon door Magnit benaderd.
‘Dit project is een visite kaartje voor ons bedrijf’
Hogervorst heeft wekelijks een Skypemeeting met de Nederlandse teeltadviseur en het management van Magnit. Zijn Russische collega Irina Shestakova van Certhon zit daar ook bij voor de vertaling.
Certhon bouwt in Krasnodar sinds september 2013 aan het project. In de eerste weken van 2014 leverde ze een opkweekafdeling van 1,5 hectare op. Daarna ging ze verder met de eerste fase van 20 hectare en de tweede fase van 20 hectare is zo goed als afgerond. Het megaproject is onder verdeeld in 8 blokken van 5 hectare. Er worden stekelige minikomkommers geteeld van het ras Svyatogor F1 van Rijk Zwaan. In 20 hectare kas wordt belicht met 13.250 lux met SONT-T. Op het kasdek ligt hoog diffuus glas en in de kas ligt een diffuus scherm. Ook hangt er een hogedruk vernevelingsinstallatie. Hogervorst: “Je moet de warmte goed buiten kunnen houden. In Krasnodar heb je er zomers bij waarbij het een paar dagen soms 38 graden kan zijn.” Op 1 december 2014 werd het eerste blok van 10 hectare komkommer teelt geplant en vervolgens werd er om de drie maanden een nieuw blok opgeleverd en geplant. “Het laatste blok wordt in juni geplant.” Hogervorst reist zeker een keer in de maand af naar het project in Rusland. Certhon heeft immers met Magnit de afspraak gemaakt dat ze de investeerder goed op weg helpt met het mega-bedrijf om zo de investering snel rendabel te maken. Filosofie Certhon speelde al een tijd met de gedachte dat ze aanvullende toe gevoegde waarde aan klanten wil bieden ‘dan alleen een kas bouwen en vervolgens er weer weg gaan’. Het bedrijf bouwt immers steeds vaker voor investeerders. Lagerwerf: “Wij hoorden en zagen dat er in groeimarkten nieuwe glastuinbouw bedrijven werden gebouwd, maar ook dat die soms binnen vijf jaar niet meer bestaan. Dat willen wij niet. Zoiets komt als een boemerang terug en is ook niet goed voor BV Nederland.” Magnit is hun eerste klant die begeleiding kocht bij het opstarten van een bedrijf met als doel te komen tot optimalisatie van de productie. “Een investeerder als Magnit streeft duidelijk naar winstmaximalisatie. Ze wil voor elke euro die ze erin stopt, er twee euro uithalen. Hoe dat gebeurt, dus met welk type kas en met welke technieken, daar heeft men geen kennis van.” Dit betekent dat Certhon meer dan
[51
52]
ooit met klanten mee moet denken, niet alleen over de techniek maar juist ook over de teelt. Dat is nogal een verschil met kassen bouwen voor de Nederlandse markt. “Een Nederlandse teler kan precies aangeven wat hij met de technieken wil bereiken. Hij weet hoeveel water hij van de unit wil hebben en welk klimaat hij wil. Aan hen hoef je niet uit te leggen welke technieken ze moeten gebruiken om het beste uit hun planten te halen. Maar een investeerder weet dat vaak niet en moet je dus als Certhon daar zelf meer over gaan nadenken.” Omdat de klantvraag zo verandert, verwacht Certhon in de toekomst meer te leveren dan alleen turnkey projecten. “Onze filosofie is rendabele projecten neer zetten. De standaard zal eerder ROI-key worden, return on investment. Hiermee bieden we een investeerder de zekerheid waar hij om vraagt.” De agronomie tak van Certhon moet niet worden gezien als een nieuwe dienst. De vraag van de klant staat centraal en daar wordt een passende werkwijze bij gezocht; maatwerk dus. Lagerwerf: “Soms is dat een totale agronomie-service, zoals bij Magnit, maar het kan ook een passievere en kleinere rol zijn, zoals een training voor het personeel.” Prestatiecontract Certhon heeft met Magnit een prestatiecontract afgesloten met daarin een aantal richtlijnen voor de productie die te maken hebben met de optimalisatie van de productie. Certhon adviseert de productielocatie minimaal tot juli 2016. “Per blok van 5 hectare zorgen wij voor 13 maanden begeleiding. Stap voor stap krijgen ze meer autonomie”, vertelt Maikel. Certhon helpt niet alleen met teeltadvies maar ook met logistiek, organisatiestructuur, arbeid en hygiëne. Allemaal zaken die van groot belang zijn om uiteindelijk een
plus te kunnen draaien. Voor het gedeelte teelt advies en het creëren van een optimaal klimaat, werkt Certhon samen met GreenQ/DLV, want kennis van die hoge kwaliteit heeft Certhon niet zelf in huis. Zij sturen een Nederlandse teeltadviseur aan die tijdelijk de teeltman is bij Magnit. Hogervorst heeft vrijwel dagelijks contact met hem. De adviseur adviseert het bedrijf bij de instellingen en aanpassingen in de klimaatcomputer, maar ‘draait nooit zelf aan de knoppen’. Acht mensen van het managementteam van Magnit zijn begin dit jaar ook acht weken in Nederland geweest. Ze kregen een training bij GreenQ/DLV in Bleiswijk. De Nederlandse teelt adviseur spreekt ook Russisch. Hogervorst: “Hij loopt op het bedrijf en ziet wat er gebeurt, of wat juist niet gebeurt. Hij creëert vertrouwen bij de mensen op de werkvloer en neemt de sturing daarvan op zich.” Als zaken niet goed gaan, hoort Hogervorst dat en hij gaat dan in gesprek met Magnit. Maikel heeft wekelijks een Skype-meeting met de teeltadviseur en met Magnit. Hij reist ongeveer een keer in de maand 2 tot 3 dagen af naar het project.
Als zoon van een komkommerteler heeft Hogervorst veel plantenkennis in huis.
Hogervorsts taak is om er voor te zorgen dat de vaak kleine veranderingen in de bedrijfsprocessen bij de juiste personen in de hiërarchische laag van de organisatie geaccepteerd en gerealiseerd worden. Verbeteringen inluiden, vraagt veel geduld, diplomatie, mensenkennis en verschillende manieren van communiceren. “Voor mij is het de grootste uitdaging om je klant te leren kennen en daar naar toe te leren communiceren. Bij Magnit moet ik in de organisatie telkens weer een andere rol en positie innemen. De ene keer is dat een dwingende rol, de andere keer een rustige of meer faciliterende rol.”
Uitdagingen De grootste uitdaging voor Hogervorst is om te gaan met de hiërarchie binnen het bedrijf. “Het begint ermee dat je moet weten welke mensen aan de touwtjes trekken. Als je van die persoon akkoord hebt, ben je er zeker nog niet. Je moet daaronder ook zorgen voor een breed draagvlak.” Elke laag moet overtuigd zijn van het nut van een verandering. Dat betekent vaak dat hij moet blijven pushen en dit bij veel lagen moet doen. In het begin van het project was het best zoeken naar een goede manier van werken. De agronoom zegt nu in een fase te zijn gekomen waarin er echt stappen vooruit worden gezet: mensen binnen het bedrijf staan open voor advies en nieuwe methoden van werken. \Ook is er een goed onderling vertrouwen ontstaan en wordt de Nederlandse inzet gewaardeerd. “Als je in Nederland A doet, weet iedereen dat B het gevolg is. Dat leer je door ervaring. In Rusland moet je die transformatie en het proces van A naar B nog laten zien en uitleggen.” Ook is het goed om te beseffen dat sommige zaken nooit zullen veranderen. “Het is en blijft hun bedrijf. Je moet altijd je partner blijven respecteren.” De agronoom geeft aan dat er nog steeds uitdagingen zijn, maar dat alle partijen die bij het project betrokken zijn, tevreden zijn over de progressie die men boekt. Volgens Hogervorst ligt de grootste uitdaging voor de productielocatie op het gebied van arbeid. “Ze kunnen nog veel van onze Nederlandse werkwijzen leren.” Klaarstomen “Dit project is een visitekaartje voor ons bedrijf”, zegt Lagerwerf. Het project met Magnit is uniek en valt op in de markt. Zo heeft Certhon momenteel projecten in de aanvraagfase zitten waarbij vergelijkbare grote partijen zoals Magnit een langdurige samenwerking willen aangaan. In sommige gevallen gaat het daarbij om een samen werking van 3 of 5 jaar, weet Lagerwerf. Certhon heeft graag een coördinerende rol bij zulke projecten. Volgens Lagerwerf groeit de bewust wording binnen het bedrijf dat dit de toekomst
De komkommers worden direct bij de oogst gesorteerd in de doos.
kan worden. Het bedrijf werkt er dan ook aan om haar organisatie hiervoor klaar te stomen. Dit soort grote projecten, maar ook de tot nu toe klein schaligere belangrijke innovaties binnen het bedrijf zoals klimaatcellen, hebben met elkaar gemeen dat ze steeds meer plantenkennis vergen. “Voldoende plantkennis binnen ons bedrijf is dus belangrijk om de behoefte van de klant te blijven begrijpen”, meent Lagerwerf. Certhon richt haar organisatie daar op in. Lagerwerf: “Mensen met een technische achter grond zijn van oudsher belangrijk voor ons bedrijf, maar we moeten ook mensen hebben die kritisch kijken naar wat het meest optimaal is voor een gewas.” Inmiddels heeft Certhon drie medewerkers in dienst die veel kennis van planten hebben. Hogervorst, zelf zoon van een komkommerteler en met een afgeronde studie Plantwetenschappen van Wageningen op zak, is er daar één van. Door agronomen aan het werk te hebben, wordt er bij projecten niet meer alleen gedacht vanuit installaties, maar ook wat een plant echt nodig heeft. Hogervorsts ervaring: “Hierdoor ontstaan er zinvolle discussies en vraagstukken. Dit resulteert in betere doordachte projecten.” Zo laat Certhon ook medewerkers van de verkoopafdeling in de leer gaan bij GreenQ/ DLV om teeltkennis op te doen. “Zij moeten zich bijvoorbeeld gaan afvragen of veel lux ophangen bij een bepaald gewas wel zinvol is. Makkelijk een duur project verkopen, moet niet hun doel zijn. Een investeerder die na jaren nog tevreden is wel”, besluit Lagerwerf.
[53
Homogene luchtverdeling
Homogene luchtverdeling KE GrowAir® biedt u de oplossing!
Optimale groei condities Luchttechnische oplossigen op maat
GrowAir van KE Fibertec levert homogene luchtverdeling voor koeling, verwarming en ventilatie in (semi-)gesloten kassen KE GrowAir levert een op maat gemaakte oplossing die zorgt voor optimale condities voor de groei van uw gewas KE GrowAir is specialist in het ontwerpen, adviseren, fabriceren en leveren van PE luchtverdeelslangen. Het systeem is gebaseerd op een wereldwijd gepatenteerde oplossing Meer weten over homogene luchtverdeling Kijk op www.ke-growair.nl
Edisonweg 11 3291 CK Strijen T: 078 - 674 8475 F: 078 - 674 8476
[email protected] www.ke-growair.nl
EEN NIEUWE AANPAK VAN VERVUILDE VERWARMINGSSYSTEMEN
Column
De schakels in de ketting Als onderneming in de glastuinbouw weet je één ding zeker: saai is het nooit! We zien in de hele breedte dat bedrijven hun professionaliteit tot een steeds beter en hoger niveau uit weten te bouwen. Of het nu gaat om constructieve verbeteringen of om de betere en slimmere technische oplossingen nóg beter te maken. Goede producties tegen acceptabele investeringen blijft wel een focus en de vraag van de klant. De basis in het geheel komt toch wel terug bij één belangrijk gegeven: samenwerking. De kennis waar je als individueel bedrijf over beschikt komt pas goed tot zijn recht als het ook goed wordt vermarkt. Je hoort van veel kanten mensen praten over de ‘supply-chain’, maar wat betekent dit nu eigenlijk in onze sector? Voor de gemiddelde teler is het inmiddels een must om samen te werken om zo het aantal aanbieders te verkleinen en een goede vuist te maken. Het voordeel hiervan is dat je het volume kunt vergroten, maar ook het aanbod verbreden. Hier kan het een voordeel zijn dat je een betere positie in de markt kunt creëren, maar ook bepaalde kosten met elkaar kunt delen of verlagen. En ja, alles wat je minder uitgeeft, draagt ook weer bij in de resultaten en dus voor je marktpositie. Maar hoe werken we hier nu mee in de bedrijven die beschikken over technische specialiteiten? Of
Henk Verbakel Henk Verbakel (
[email protected]) is directeur en mede-oprichter van Havecon Kassenbouw in Bleiswijk. Havecon verzorgt complete kassenbouwprojecten voor de tuinbouw in binnen- en buitenland.
de bedrijven die zorgen dat er altijd maar weer de juiste installatiebedrijven en manschappen worden ingezet? Deze vijver wordt steeds kleiner en de mensen die het vak verstaan worden ook steeds schaarser. Door de verschuivingen van de afzet gebieden voor de bedrijven waar ik ook dagelijks mee te maken heb is dit best een lastige opgave. Wanneer iemand aangeeft dat hij alles kan regelen van A tot Z, dan geeft eigenlijk iedereen een ander antwoord over de definitie hiervan. De eerste keer dat mij gevraagd werd of we een teler konden regelen, kon ik alleen maar denken dat het vrij ver ging. Echter, als dit een vraag is die steeds vaker wordt gesteld, dan moet je toch de conclusie trekken dat het goed is om met partijen te werken die dezelfde focus hebben. Hoe sterker de gehele ketting, hoe beter je de klanten kunt ontzorgen en een goed verdienmodel kunt bieden zonder teveel open eindjes. Dit kan je niet alleen en ik kan alleen maar zeggen dat we steeds meer leren van elkaar om bij- of op te schakelen en daarmee als Nederlandse goed gemotiveerde bedrijven de ketting steeds sterker weten te krijgen. Samenwerken om te werken aan bestaansrecht op lange termijn is iets waar steeds meer bedrijven het nut van zien. Het kost wat tijd, maar we komen er wel. Dus nee, saai wordt het nooit!
[55
56]
Hightech kas voor subtropisch klimaat Taiwan Taiwan is een van de meest innovatieve landen in de wereld als het gaat om technologische ontwikkelingen. Dat geldt echter in mindere mate als het gaat om de lokale productie van verse groenten in kassen. De Taiwanese overheid heeft daarom een strategie uitgezet om de lokale tuinbouwsector te moderniseren, de bijdrage aan de nationale economie te verhogen en de positie op binnen- en buitenlandse markten te versterken. Wageningen UR Glastuinbouw speelt daarin een belangrijke rol.
Tekst Silke Hemming en Erik van Os, Wageningen UR Glastuinbouw
Tuinbouwproductie in Taiwan vindt plaats in subtropisch klimaat, gekenmerkt door hoge temperaturen, hoge luchtvochtigheid en een hoge jaarlijkse neerslag van ongeveer 2500 mm. De neerslag is echter ongelijk verdeeld in het jaar en veroorzaakt vaak in combinatie met sterke tyfoons in de zomer en de herfst ernstige schade en economische verliezen in de landbouwproductie.
Het totale agrarische verlies veroorzaakt door natuurrampen was ongeveer 1,1 miljard euro in de periode 2006- 2010. Een deel van de verliezen kan worden voorkomen door het toepassen van beschermde teelt systemen, vooral voor tuinbouwproductie. Dat is de reden dat in de afgelopen twintig jaar het areaal beschermde teelt sterk is toegenomen. Het is uitgegroeid tot de belangrijkste productie methode. Echter, productie van verse groenten in kassen in Taiwan is nog steeds gekenmerkt door een zeer laag technologie niveau en klein schaligheid. Uitdagingen zijn het halen van hoge productiecijfers, de productkwaliteit en residuen in het product door het gebruik van bestrijdings middelen. Ook het ketenmanagement kan worden verbeterd. Moderne kasproductiesystemen zijn nog niet geïntroduceerd in de Taiwanese groenten productie. Telers hebben tot nu toe de neiging om te kiezen voor goedkope oplossingen als gevolg van gebrek aan start kapitaal en financierings modelijkheden. De Taiwanese overheid stimuleert daarom de ontwikkeling van moderne tuinbouw productie voor hoog waardige en duurzame verse tuinbouwproducten welke door lokale tuinders economisch rendabel geproduceerd kunnen worden. Doelen zijn het behalen van een hoge productiviteit, een jaarrond productie, het leveren van verse en gezonde groente producten voor de lokale en internationale high-end markt. De Nederlandse tuinbouwsector is wereldwijd toon aangevend. De hier beschikbare kennis over integraal ontwerp van kasproductiesystemen, modern teeltmanagement en diverse technische expertise en producten kunnen bijdragen om de doelen van de Taiwanese overheid te realiseren. In een privaat-publieke samenwerking werd een nieuw kasproductiesysteem voor subtropisch gebied in Taiwan ontworpen en afgelopen jaar gerealiseerd in de vorm van een demonstratie en onderzoekskas in Tainan, in het Zuiden van Taiwan. De kas is bedoeld om onderzoek te verrichten aan water, nutriënten, klimaatbeheersing en de teelt
‘Grond- en gebouw gebruik zijn een belangrijke kostenpost’
Welke gewassen hebben de meeste potentie?
van hoogwaardige cherrytomaten. De doelgroep zijn innovatieve telers die op middelgrote schaal met meer inzet van techniek een hogere en kwalitatief betere cherrytomatenproductie willen realiseren. De doelgroep zijn géén investeerders die op zoek zijn naar een hightech kas. Adaptive greenhouse design Wageningen UR Glastuinbouw beschikt over modellen voor kasklimaat, gewasproductie en economie die gebruikt kunnen worden om voor diverse regio’s in de wereld kassystemen te ontwerpen volgens de methodiek ‘adaptive greenhouse design’. Deze door Wageningen UR ontwikkelde systematiek gaat ervan uit dat het ontwerp van een kasproductiesysteem afhankelijk is van het te produceren gewas, het lokale klimaat, de lokale beschikbare inputs en de sociaaleconomische omstandigheden inclusief afzetmarkt en -prijzen. Het is afhankelijk van het lokale klimaat en het te telen gewas met een bepaalde kwaliteit of er behoefte is aan bijvoorbeeld verwarming of koeling, kunstlicht of scherming (zie figuur 1). Ook andere factoren zoals ontvochtigen of juist bevochtigen of extra CO2 dosering zijn afhankelijk van lokaal klimaat en te telen gewas. Afhankelijk van de investerings kosten en lopende kosten en verwachte meeropbrengsten en productprijzen kan het juiste technologieniveau worden gekozen (wel of geen koeling, wel of geen scherming etc.). Tevens wordt de beste invulling van de technologie (koeling met natuurlijke ventilatie, adiabatische koeling of airconditioning; scherming door binnen- of buitenscherm, tijdelijke coating, keuze kasdekmateriaal etc.) gekozen. Beschikbare rekenmodellen voor kasklimaat, gewasproductie en economie kunnen helpen de juiste beslissingen te nemen om een conceptueel ontwerp van een nieuw kasproductiesysteem voor een bepaalde regio en doelgroep te maken. De methodiek van ‘adaptive greenhouse design’ werd ook gebruikt om een nieuw kassysteem voor subtropisch gebied voor de productie van cherrytomaat op mid-tech niveau te maken.
[57
58]
Het klimaat in Taiwan is gekenmerkt door maximale temperaturen tussen de 25 en 35 graden (zie figuur 1). Belangrijk is natuurlijk een zeer hoge ventilatie zodat de temperaturen in de kas niet verder oplopen. Er is in de modelberekeningen dan ook veel aandacht besteedt aan het bepalen van de juiste ventilatiecapaciteit (zie figuur 2). Een ventilatie capaciteit van 30% vermindert het aantal uren boven de 35 graden aanzienlijk. Bij gelijk tijdige installatie van een witte vlieg insectennet in alle ventilatieopeningen is een ventilatiecapaciteit van minimaal 40% nodig. De minimale temperaturen kunnen in de winter 5 graden bereiken, maar liggen in het algemeen tussen de 10 en 20 graden. Uitdagend zijn de minimale temperaturen tijdens de zomermaanden rond de 25 graden voor een tomatengewas. Verder zijn luchtvochtigheden vooral in de zomer tijdens de nacht hoog. Overdag is het vocht lager wat ruimte biedt voor adiabatische koeling door fogging tijdens de zomer overdag. Berekeningen laten zien dat bij een foggingcapaciteit van 300 g/m2 de maximale temperaturen nog maar op weinig uren boven de 32 graden uitkomen (zie figuur 3). In de nacht helpt het circuleren van lucht om het risico van condensatie van vocht op de vruchten en stengels te verminderen. Het additioneel installeren van een kleine verwarmingscapaciteit zou een toegevoegde stuurmogelijkheid bieden om in de winter het risico op natslag te verminderen. Het additioneel doseren van CO2 is in berekeningen niet nuttig gebleken. Aangezien een hoge natuurlijke ventilatiecapaciteit in de beoogde mid-tech kas vereist is, zou het effect van additionele CO2 dosering klein zijn en te hoge kosten met zich mee brengen. Met behulp van modelberekeningen werden voor het ontwerp van de Onderzoeks- en Demokas in Tainan diverse technologieën gekozen met de beste capaciteiten. Dit ontwerp werd vervolgens door bedrijven vertaald naar de installatie van door hun gekozen producten. Kastechnologie onderzoekskas De kas heeft een Venlo-type vorm met een span wijdte van 4,8 m bij 4 m, bedekt met een zeer diffuse, niet- thermische plastic folie voor hoge lichttransmissie, goede lichtverstrooiing en lage nachttemperaturen. De natuurlijke ventilatie capaciteit is hoog om extreem hoge temperaturen
Figuur 1 Temperatuur- en vochtverloop in de buitenlucht over het jaar. In de figuur zijn de gemiddelde maximum, de gemiddelde minimum en de gemiddelde waardes te zien voor het jaar 2010 in Tainan, Taiwan.
tijdens perioden met een hoge straling en hoge buitentemperaturen te voorkomen. De dakventilatie is gemaakt van een tweezijdig doorlopende nokluchting, daarnaast een luchting in de zijwanden voor hoge natuurlijke ventilatie. Dit zorgt ervoor dat kas binnentemperatuur op stralingsrijke momenten niet hoger wordt dan de buitentemperatuur. Alle ramen zijn bedekt met witte vlieg insectennetten om schadelijke insecten zo veel mogelijk buiten te houden voor veilige voedsel productie met zo min mogelijk bestrijdingsmiddelen. Aanvullende koeling wordt verschaft door een hoge druk vernevelings systeem om overdag door waterverdamping (adiabatische koeling) de kas binnentemperatuur te verlagen en de lage luchtvochtigheid overdag tegen te gaan. Een luchtverdeelsysteem onder de teeltgoten wordt gebruikt om lucht circuleren en zo condensatie op tomaat stengels en vruchten zoveel mogelijk tijdens de nacht perioden met een hoge luchtvochtigheid te voorkomen. Het kasklimaat wordt automatisch gecontroleerd door een klimaat computer. Cherrytomaten van verschillende lokale en Nederlandse rassen worden geproduceerd in substraatgoten met kokos. Druppelbevloeiing en
Ventilatiecapaciteit [m2 ventila tieopening / m2 grondvlak kas]
Aantal uren warmer dan 30°C in kas [h]
Aantal uren warmer dan 35°C in kas [h]
T lucht
T gewas
T lucht
T gewas
0.07
1526
1507
374
365
0.14
1231
1173
157
191
0.27
1057
964
41
117
0.41
1004
891
18
91
0.54
977
860
9
80
1.1
943
814
1
65
Figuur 2 - Effect van ventilatie capaciteit op het aantal uren dat de lucht- of gewas temperatuur warmer dan 30 of 35 graden in een jaar in een kas in Tainan
bemesting wordt geleverd door een computer gestuurde mengeenheid. Regenwater wordt opgevangen van het kasdek voor een hoge waterkwaliteit. Een high-wire cherrytomaat teelt systeem wordt gebruikt. Cherry tomaten zijn een hoogwaardig product op de Taiwanese markt, maar de huidige opbrengst in de traditionele kas productiesystemen zijn extreem laag (2.5-3 kg/m2/ seizoen). Op dit moment verkennen onderzoekers van Tainan DARES de nieuwe teeltmogelijkheden
in de nieuwe Onderzoeks- en Demokas. Zij voeren experimenten uit naar verschillende aspecten van de cherrytomatenteelt: rassenkeuze, teelt management, kasklimaat, fertigatie strategieën etc. Doel van het onderzoek is kennis te verwerven over de interactie van cherry tomatenrassen met klimaat en fertigatie om een hogere opbrengst en een betere fruitkwaliteit (hoge Brix, A kwaliteit) te bereiken. Resultaten en uitdagingen Uit eerste analyses van de kasklimaat blijkt dat de kas beschikt over een uitstekende ventilatie capaciteit. De kas beschikt over een afzonderlijk te sturen zij- en nokventilatie. De juiste setpoints hiervoor moeten nog worden gevonden. Onder zoekers zijn nog onbekend met de omgang met een klimaatcomputer. Omdat er veel parameters kunnen worden ingesteld kunnen er makkelijk fouten worden gemaakt. De juiste setpoints voor cherrytomaat in Taiwan zijn onbekend. Het is daarom nodig veel te experimenteren. Gelukkig is men leergierig en maakt men daardoor steeds stappen vooruit. De fogging installatie bleek in eerste instantie niet op de juiste manier geïnstalleerd, de sensor voor vochtmetingen in de kas hing op het grote gangpad en te dicht bij de grond, waardoor het gewas steeds te nat werd maar gelijktijdig een te lage luchtvochtigheid werd gemeten. In eerste instantie werd in de kas gewerkt met circulatiefans die lucht blazen om vochtige plekken te voorkomen en op windstille momenten de ventilatie te ondersteunen. Dit leidde echter tot te hoge luchtsnelheden in het gewas waardoor het gewas te veel verdampte en schade leidde. Nu beschikt te kas over luchtslangen onder het gewas die de ingeblazen lucht beter verdelen. De juiste setpoint voor het circuleren van lucht onder het gewas moet nog worden gevonden. Op substraat telen van cherrytomaat is voor Taiwan een nieuwe ervaring. De installatie is modern aangelegd met regenwateropvang, A en B bakken, een kleine substraatunit en met een UV lamp om drainwater te ontsmetten. De uitdaging begint om met mengmeststoffen een optimale voedingsoplossing te creëren. Als daarnaast in mg in plaats van in mmol wordt gerekend dan
wordt het voor iedereen moeilijk om een optimale voedingsoplossing te berekenen. Daarnaast komt de onbekendheid met het regelmatig meten van EC en pH in watergift, substraatmat en drain. Hiervoor is uitgebreide instructie gegeven. Het vinden van de juiste watergeeffrequentie, interen van de mat en de juiste manier van vegetatief/ generatief sturen onder Taiwanese condities zijn onbekend en moeten de komende periode worden onderzocht. Dit geeft ook direct aan dat met het plaatsen van een technologisch goed ontworpen kas je er nog niet bent. Training van medewerkers zijn belangrijk op het gebied van gewasfysiologie, gewasmanagement, klimaatregeling, substraatteelt en gewasbescherming. Daarnaast moeten optimale setpoint en teeltrecepten voor lokale omstandig heden worden onderzocht. Hiervoor is tijd en kennisopbouw nodig. De leergierigheid is groot, dus de productie zal spoedig toenemen, maar een productie van 20 kg/m2 cherry tomaten met een Brix van meer dan 10 zal niet in één jaar worden gehaald.
Figuur 3 - Jaar belastingsduur kromme van de temperatuur van een kas in Tainan zonder fogging, met 300 g/m2 of 600 g/m2 capa citeit. Met een fogging neemt de maximale temperatuur af, er blijven nog maar weinig uren waar de temperatuur in de kas boven de 32 graden ligt.
Publiek Private Samenwerking De nieuwe demonstratie en onderzoek kas is onderdeel van de publiek-private samenwerking (PPS) tussen Taiwan en Nederland welke in 2011 is opgericht met het doel om duurzame moderne gewasproductie in kassen in Taiwan te stimuleren, economische activiteiten tussen beide landen te bevorderen en kennisuitwisseling te bevorderen. Het onderzoek van Wageningen UR Glastuinbouw werd gefinancierd door het Nederlandse Ministerie van Economische Zaken. Het onderzoek en de bouw van de kas bij Tainan Dares werd gefinancierd door de Taiwanese Council of Agriculture. Het project werd onder steund door het Netherlands Trade and Investment Office in Taipei. Verschillende Nederlandse bedrijven hebben bijgedragen met hun producten aan de demonstratie- en onderzoekskas in Tainan zoals Priva, Enza en Rijk Zwaan. Ludvig Svensson, Jiffy, Agrolux, Hyplast en Vifra leverden producten voor de kas. De Taiwanese kassenbouwer Champion realiseerde het project bij Tainan Dares in Tainan.
[59
60]
Noviteiten en ontwikkelingen Ook in deze editie van KAS weer aandacht voor noviteiten en ontwikkelingen binnen de tuinbouwsector. De redactie maakte een selectie van nieuwe producten en toepassingen die beschikbaar zijn.
Tekst Jacco Strating
Noviteiten en ontwikkelingen
Bestuiving door gewasdraden te laten trillen Metazet/Formflex in Wateringen heeft een nieuw trilsysteem voor bestuiving in de tomatenteelt en de teelt van zaad ontwikkeld. Het systeem biedt onder andere uitkomst voor landen waar geen hommels geïmporteerd mogen worden of waar hommels het werk af en toe neerleggen vanwege de hitte. Ook is deze vorm van bestuiving interessant voor de zaadselectie bij veredelaars.
systeem. “Er zijn verschillende landen waar hommels niet ingevoerd mogen worden en waar in de tomatenteelt dus nog met de hand getrild wordt.” Ook weet hij dat in sommige warme landen de hommels in bepaalde perioden vanwege de hitte niet vliegen; ook daar zou het trilsysteem dus een oplossing kunnen bieden. Van de Sande geeft aan dat er tot nu toe vooral veel interesse vanuit veredelingsbedrijven is. “Daar is het gebruik van hommels voor de bestuiving meestal niet mogelijk vanwege het gevaar op kruisbestuiving.” De bestuiving dient dan met zogenaamde trilstokken verricht te worden of op andere manieren met de hand, maar dat is natuurlijk erg arbeidsintensief. De kosten van het trilsysteem zijn afhankelijk van de oppervlakte, maar komen waarschijnlijk uit tussen de 1 euro en 1,50 euro per vierkante meter, aldus Van de Sande.
Australische teler kiest Nederlandse irrigatie Wanneer je door Carisbrook Australië rijdt, zie je vanuit het niets een kas oprijzen. En dat is bijzonder te noemen in dit land, want daar kom je vooral agrariërs tegen. De kas is neergezet en ingericht door Royal Brinkman en Meteor Systems. Het nieuwe trilsysteem laat de gewasdraden automatisch trillen met behulp van een kleine motor en een door de kas gespannen trildraad. Het systeem van Metazet is door de teler ook zelf te installeren, vertelt Ed van de Sande, die de productontwikkeling bij Metazet doet. Het voordeel van het systeem is volgens hem dat het trilsysteem door de computer aangestuurd kan worden. “Hierdoor kan men ook op het gunstigste moment van de dag trillen. Ook kan er meerdere keren per dag getrild worden.” Het trilsysteem is geïnstalleerd in een proefopstelling bij tomatenbedrijf Schenkeveld in Den Hoorn. Daar wordt twee keer per dag getrild met het systeem. Echter, in deze afdeling doen ook hommels nog gewoon hun werk, dus er valt niet goed te zeggen wat het verschil in zetting is. Van de Sande: “Wel is duidelijk geworden dat de planten geen stress krijgen van de trillingen; de gewasontwikkeling wordt er niet door gehinderd.” Verder heeft Metazet/Formflex het nieuwe trilsysteem al verkocht aan tomatenkwekerij d’Vine Ripe in Australië. Volgens Van de Sande is er al veel interesse in het
Het klimaat in Australië is precies omgedraaid van wat wij in Nederland gewend zijn. In de Europese zomer is het daar winter en in de Europese winter is het daar zomer. Bovendien wordt het in Australië een flink stuk warmer dan in Europa. Temperaturen van 40 graden komen veel voor, met als piek december en januari. Deze omstandigheden maken het telen van groenten in Australië wellicht lastig, maar ze hebben ook voordelen. Er is meer zonlicht én de intensiteit ervan is hoger. Teler Ian Mortlock besloot drie jaar terug over te stappen naar cherrytomaten. Toen hij een aantal jaren terug de eerste 1,6 hectare liet bouwen, keek hij voornamelijk hoe hij de klimaatomstandigheden optimaal zou kunnen benutten om het maximale uit zijn teelt te halen. Hij liet zich daarbij adviseren door Nederlandse experts, met veel ervaring op dit gebied. Gekozen werd voor een samenwerking met Royal Brinkman, dat in Meteor Systems de partner vond om een compleet teeltsysteem en de bewatering te leveren. Wanneer een kas twee maanden per jaar zo extreem heet wordt, is het heel belangrijk om deze warmte en lichtintensiteit op een
[61
Noviteiten en ontwikkelingen
62]
goede manier te temperen. Meteor Systems ontwierp op maat een teeltsysteem met teeltgoten en irrigatie die exact aansloot op de situatie ter plekke. Doordat ontwerp, productie en uitvoering allemaal in één hand zijn bij Meteor Systems is het mogelijk om ook echt maatwerk te leveren. Onlangs volgde een uitbreiding van nog eens 1,6 hectare. Meteor Systems heeft ook in deze uitbreiding de teeltgoten en irrigatie verzorgd. Nadat Royal Brinkman begin mei alle laatste installaties in bedrijf heeft gesteld, is medio mei gepoot. Het bedrijf is dusdanig ingericht, dat de teeltwissels op elkaar afgestemd zijn. Zo hoeft er niet in een keer gewisseld te worden in beide kassen.
Vitaler door combinatie Hansebac en V-Add Door het inzetten van de productcombinatie Hansebac en V-Add brengen telers meer vitaliteit in hun gewas. Deze stimulans resulteert in evenwichtige en gelijkmatige groei, vitaal wortelmilieu en hogere plant weerstand. In diverse gewassen wordt deze productcombinatie (onderdeel van het merk ‘fytopro’ systeem) veelzijdig ingezet, onder andere glasgroenten (tomaat, paprika en komkommer) en diverse zomerbloemen (waaronder Euphorbia). Door het toevoegen van micro-organismen wordt het bodemleven gestimuleerd en het toevoegen van organische materialen versterkt zowel de microbiologie als het gewas op basis van sporenelementen. De sporenelementen en natuurlijke toevoegingen zijn de elementen die V-Add effectief maken.
Actief zuurstof Eric Kerklaan, Technical Manager Crop Protection, begeleidt en initieert de verschillende onderzoeken en praktijk projecten. “Het vertrekpunt voor een goed bodemleven ligt - gezien het stadium van veel gewassen – op dit moment in het creëren van voldoende actief zuurstof in zowel het basis water als de bodem/substraat. Dit versterkt de balans van nuttige bacteriën en schimmels, maar ook de plantopname. Het versnijden van diverse waterbronnen kan direct effect hebben op de gewassen, net nu er gewerkt wordt naar een fase met hogere productiviteit. De productcombinatie Hansebac en V-Add biedt het gewas ruggensteun.” Biopol Natural realiseert metingen van microleven en analyses om op basis van de huidige bodemsamenstelling, om een passende inzetstrategie te maken. Om de zuurstof – koolstof balans natuurlijk te stimuleren brengt Biopol Natural later dit jaar een nieuw product op de Nederlandse markt. Fytopro stimuleert een totale plantgezondheid door de bodem als uitgangspunt te nemen.
Column
Educatie
‘De jeugd heeft de toekomst’ is een oud gezegde en per definitie waar natuurlijk. Interessant is je af te vragen hoe de jongere generatie zich op de toekomst voorbereid. Natuurlijk biedt de vorige generatie haar ervaringen aan via het schoolsysteem van (middelbaar) beroepsonderwijs. Maar werkt dit ook naar behoren? Bieden we hier de nieuwste inzichten en theorieën aan onze jeugd aan? Gezien de snelheid waarin de kennis zich in onze sector ontwikkelt en de budgetten die beschikbaar zijn, is het niet vreemd dat hier een kloof is ontstaan tussen aanbod en vraag. Ook kun je constateren dat wij als ondernemers wellicht te makkelijk leunen op het systeem van scholing. Het is maatwerk om de jeugd op te leiden voor diverse functies in onze bedrijven, waar we zelf dus ook energie in moeten steken. Een voordeel is wel dat veel studenten hun opleiding moeten bekostigen door erbij te werken. Daarbij kan veel kennis in de praktijk worden opgedaan tijdens de bijbaantjes van studenten op onze bedrijven, mits ze voldoende serieus worden genomen in de begeleiding. Kijk dus eens in de spiegel en vraag uzelf af of u hier voldoende tijd in steekt. Wijzelf zijn namelijk een belangrijke bron van educatie voor de jeugd! Als TTO hechten wij hier veel waarde aan, reden
Erik Persoon Erik Persoon is een van de eigenaren van Kwekerij Zwethlande, dat ficussen produceert in Honselersdijk. Persoon is bestuurslid van de telersvereniging Tuinbouw Techniek Ontwikkeling (TTO), een innovatieclub van telers met als doel gezamenlijk (teelt) technische innovatieprojecten ter hand te nemen. waarom we graag samenwerken met Demokwekerij Westland, het Lentiz College en Hogeschool INHolland. We juichen de komst van een nieuw centrum voor de jeugd op de Greenport Horti Campus Westland dan ook zeer toe! En hoe kijkt de jeugd er zelf tegenaan? Met twee zoons die dit jaar allebei afstuderen, heb ik daar via hen wel een beeld bij gekregen. Jongeren van deze generatie krijgen constant input, uit veel bronnen, in grote hoeveelheden. Meer dan elke generatie voor hen. En dus zijn ze continu bezig te sorteren en te verwerken. Ook zijn ze veel beter in staat de waarde van input te bepalen. Daarbij zoeken ze vooral naar echtheid in informatie, geen verpakking of bullshit, daar wordt snel doorheen geprikt. Commentaar dat ik regelmatig krijg is waarom we als tuinbouw zo naar onszelf blijven kijken, en niet meer naar andere sectoren en bedrijfstakken, zoals de ICT en de techniek, met name ‘the internet of things’ waardoor straks alles met elkaar kan communiceren. Natuurlijk gelooft de jeugd in de toekomst en zien ze volop kansen en uitdagingen, waar ze met veel energie tegenaan willen gaan. Daarbij houden ze hun eigen belangen goed in het oog, het is een pragmatische generatie. Tenslotte stel ik vast dat deze generatie erg zelf lerend is en dat is misschien wel de beste vorm van educatie.
[63
n e t e w e t m o d e o G 19 genomineerden Ranking the Grower De genomineerden voor de verkiezing Ranking the Grower 2015 zijn bekend. In totaal zijn 19 bedrijven in de race voor de titel ‘meest aantrekkelijke werkgever’. De jury heeft zich inmiddels over deze kandidaten gebogen.
64]
Dit jaar wordt binnen de telersverkiezing Ranking the Grower gezocht naar de meest aantrekkelijke werkgevers in de tuinbouw. Gezocht wordt naar teeltbedrijven die op hun eigen manier een goed werkklimaat weten te bieden aan hun werknemers. Het moet een teeltbedrijf zijn dat het thema arbeid goed heeft georganiseerd en daar op een serieuze en respectvolle manier mee omgaat. Een werkgever die tijd en aandacht besteedt aan de medewerkers en die een goede werksfeer weet te creëren voor hen. Bijvoorbeeld door speciale voorzieningen te treffen op de werkvloer, door aanvullende arbeids voorwaarden aan te bieden, door mogelijkheden te bieden voor scholing en ontwikkeling, door huisvesting en andere ondersteuning te bieden aan arbeidsmigranten, door zaken buiten het werk om te organiseren of door persoonlijke betrokkenheid te tonen bij de medewerkers. Vakjury De afgelopen weken kwam een flink aantal aan meldingen binnen. In totaal 19 daarvan maken nu nog kans op de titel ‘meest aantrekkelijke werkgever’. Deze bedrijven vulden onlangs een uitgebreide vragenlijst in, die door een vakjury werden beoordeeld. De jury bestaat uit Joyce Lansbergen (winnaar Ranking the Grower 2014), Henk Strating (HS Arbeidsvoorwaarden), Thijs Jasperse (Florpartners), Leo van der Zon (Helios Management), Anneke Postma (Kas groeit) en Jaap Bosma (CNV Vakmensen). De top 5 van meest aantrekkelijke werkgevers in de tuinbouw zal bekend worden gemaakt tijdens het Ranking the Grower Event op 8 juli.
De genomineerde bedrijven van Ranking the Grower 2015 op alfabetische volgorde: -Agro Care -Ammerlaan The Green Innovator -Anco Pure Vanda -Barendse DC -Beyond Chrysant -Bunnik Plants -bQurius -Greenco -Harry Wubben Flowers -Jansen Paprika -Koppert Cress -Kwekerij Piet Vijverberg -Kwekerij Van de Ven -Leo Ammerlaan -Marjoland -Opti-flor -RedStar -Songrow -Van der Hoorn Orchideeën
Disney-directeur op potplantenevent Het Green Inspiration Event ‘Pot and Bedding Plant Industry’ heeft een unieke en inspirerende spreker weten te strikken. Het gaat om Luc Béhar-Bannelier, directeur Natuur & Milieu bij Disneyland Parijs. Luc Béhar-Bannelier stuurt de Horticulture-afdeling van Disneyland Parijs aan en is daar feitelijk verantwoordelijk voor alles wat groen is. Het gaat daarbij niet alleen om de bloemen, planten en bomen in het Disneyland Park, maar ook om de beplanting van het Walt Disney Studios Park, de hotels, de Disney golfbaan, de Disney Ranch en de backstage gebieden. Uitdagingen Door de jaren heen ontwikkelde Luc Béhar-Bannelier zich tot -zoals hij zichzelf en zijn medewerkers noemt- een echte ‘show tuinman’. Meer dan andere tuinmannen en landschapsarchitecten moeten medewerkers van de Horticulture-afdeling bij Disneyland Parijs kennis en creativiteit in hoge mate combineren, zo viel onlangs al te lezen in een reportage in KAS. Tijdens het Green Inspiration Event ‘Pot and Bedding Plant Industry’ zal Luc Béhar-Bannelier vertellen over de uitdagingen waar hij en zijn team bij Disneyland Parijs dagelijks mee te maken krijgen en biedt hij de aanwezigen van het event een eenmalig en uniek kijkje achter de schermen van het bekendste familiepark. Het Green Inspiration Event ‘Pot and Bedding Plant Industry’ vindt plaats op donderdag 11 juni en is enkel toegankelijk op uitnodiging. Ga voor meer informatie naar www.greeninspirationevent.com.
Wist u dat… …wij graag uw suggesties horen om onze producten verder te verbeteren? En dat onze collega’s Hans van Renssen en Martijn Haas graag met u in gesprek gaan om commercieel en redactioneel samen te werken? Dat wij daartoe heel veel creatieve mogelijkheden kunnen bieden, zowel in print als digitaal? Hans en Martijn zijn te bereiken via
[email protected].
In de volgende KAS… Het volgende nummer van KAS verschijnt in juli en staat volledig in het teken van Ranking the Grower. In deze speciale bewaareditie komen reportages over de vijf beste werkgevers binnen de tuinbouw, maar worden ook de 14 andere genomineerden in de spotlights gezet. Een uitgelezen mogelijkheid om hen te feliciteren met hun topprestatie of om uw eigen bedrijf of product onder de aandacht te brengen. De speciale Ranking the Grower-editie van KAS wordt niet alleen verzonden, maar ook uitgedeeld tijdens het Ranking the Grower Event. Benieuwd naar de mogelijkheden? Neemt u dan contact op via
[email protected].
Mensen maken het verschil! www.hollandcontracting.nl
’s o t o f n i k e e w r e m o Z le l Libe
66]
Eind mei vond de Libelle Zomerweek plaats. In het Paviljoen ‘Fleurig & Lekker’ vertegenwoordigden Sunsation, Fair Flowers Fair Plants, LG Flowers, Ontmoet de Teler (Harvest House), Easy-indoor Plants en Westland Concepts de tuinbouw met groot succes. Wilt u ook een fotoverslag van uw open dag, evenement, beurspresentatie of productlancering in KAS? Neem contact op via
[email protected].
Partners with Nature Koppert Biological Systems wil de gezondheid van mens en aarde verbeteren. In samenwerking met de natuur maakt dit bedrijf de landbouw gezonder, veiliger en productiever. We bieden een geïntegreerd systeem van specialistische kennis en natuurlijke, veilige oplossingen die de gezondheid, weerbaarheid en productiviteit van gewassen verbeteren.
B I O L O G I C A L S YS TEMS
Tel. +31 (0)10 514 04 44
[email protected] www.koppert.com
www.partnerswithnature.org
Maakt precisieirrigatie mogelijk HandHeld
Gro Sens HandHeld •
Actueel inzicht in watergeefstrategie
•
Zeer nauwkeurige WG- en EC-meting
•
Voorzien van multimeting faciliteit
•
Loggende functie voor dagdynamiek
•
Uitbreiding naar MultiSensor-systeem mogelijk
Meer informatie over GroSens kunt u vinden op www.grodan.nl/oplossingen/tools www.precisiongrowing.nl www.linkedin.com/company/grodan www.twitter.com/grodan_nl