VRIJ ZIJN OP JE EIGEN PLEK
Oorspronkelijke titel
On the way of freedom
ROEL KAPTEIN IN SAMENWERKING MET DUNCAN MORROW NEDERLANDSE BEWERKING DOOR BEN LIEVERS INTRODUCTIE DOOR RENÉ GIRARD
Vrij zijn op je eigen plek Oorspronkelijke titel: On the way of freedom Roel Kaptein In samenwerking met Duncan Morrow Introductie door René Girard The Columba Press – 1993 ISBN 1 85607 0778 Vertaling en bewerking door Ben Lievers.
2
Inhoud Voorwoord van de vertaler Voorwoord van de auteur Introductie Probleem: Hoe herken je het slachtoffer ? Deel I: Cultuur – Onze wereld 1. Menselijk bestaan en menselijke verhoudingen 2. Mimese 3. Spatiale en temporele mimese 4. Plus en min zijn gelijk 5. Individu en groep. De wet van Newton. 6. Cultuur 7. Het leerproces 8. Opkomst en verval van de cultuur 9. Man – Vrouw – Huwelijk – Gezin 10. Religie 11. Transcendentie, vrijheid en structuur binnen de cultuur 12. Externe en interne mediatie. Een andere invalshoek. 13. Hypocrisie en slachtoffervorming 14. De begeerte te zijn: Metafysische begeerte. 15. Ons zondebokmechanisme 16. Gevoelens 17. Voorbeelden van gevoelens 18. Relaties en vertrouwen 19. Wat is vrijheid? Deel II: De nieuwe wereld: Het koninkrijk 20. De god van de zondebokken. 21. De mens Jezus 22. Geloof 23. De bergrede en de gelijkenissen 24. Liefde 25. De wet 26. De wereld van de cultuur en de wereld van het evangelie 27. Taal 28. Twee werelden: Enkele praktische gevolgen. 29. De nieuwe wereld 30. De wereld van het evangelie. Cultuurcontrast. 31. Gebed 32. Vallen en opstaan bij het gaan van de weg 33. Heling 34. De zwakken binnen onze samenleving 35. De verhouding tot God 36. Samen met anderen. Naschrift Aantekeningen Samenvatting van de gehanteerde begrippen
3
DEEL TWEE DE NIEUWE WERELD – HET KONINKRIJK Diep in ons treffen we een verlangen naar vrede aan. Het is een diepliggende wens die is gebaseerd op het eeuwenoude culturele geheugen dat in ons allen leeft en dat geleefd heeft in alle mensen in alle tijden. Met vrede kan een heilige vrede worden aangeduid of het verlangen naar het Koninkrijk van God, een verlangen naar een wereld of een cultuur die niet gebukt gaat onder de mimese van de begeerte. Voor de meeste van ons zal wel gelden dat zij de voorkeur geven aan een mix van beide. Het Koninkrijk is niet een herinnering. Het is de mogelijkheid van een nieuw leven dat ons wordt aangereikt. Het bestaan van die andere wereld is voor ons onthullend. In feite is de ware betekenis van deze onthulling de mogelijkheid of zelfs de werkelijkheid van een ander leven, waar vrijheid, vrede en liefde de kenmerken van zijn. In onze tijd, waar structuur en transcendentie bezig zijn te vervagen, groeit het verlangen naar vrede in hevigheid. We zijn wanhopig op zoek naar een wereld waar we in vrede kunnen leven en toch verspelen wij die mogelijkheid keer op keer. Bij het verlangen naar vrede bewegen we ons in feite op de weg tussen geheiligde vrede en het Koninkrijk, de nieuwe wereld. Wij allen zijn op de weg die uit deze wereld naar de nieuwe wereld leidt. Misschien blijven we altijd onderweg zonder kans te zien de wereld te verlaten, vanaf afstand kijkende naar de nieuwe wereld. Toch, zo nu en dan, dikwijls zonder het waar te nemen, zetten we enkele stappen in het Koninkrijk. Zonder een volledig besef van wat ons overkomt, is het Koninkrijk plotseling rondom ons. Het volgen van Jezus is de Weg 27). Het is ons gegeven, we nemen er, samen met anderen, deel aan. We zullen op pad gaan en elkaar over en weer de weg wijzen. ‘Zo blijven dan: geloof, hoop en liefde, deze drie, maar de meeste van deze is de liefde’ (1 Cor. 13:13).
4
20. De god van de zondebokken De goden van de religie* zijn de goden van degenen die zondebokken maken. Zij zijn de goden van de ‘goede’ mensen. Zij zijn onze goden. Deze goden hebben allen dezelfde mogelijkheden als wij hebben. Zij kunnen zowel aardig als verschrikkelijk zijn. Zij hebben onze geweldeigenschappen, eigenschappen waar we liever niet aan denken. We kunnen deze eigenschappen waarnemen als we naar onze goden en hun eigenschappen kijken. Voor zover we bang zijn voor hen, zijn we bang voor onszelf. We zijn bang voor de duivel, de zondebok die we hebben verdreven, maar die gelijkertijd het onderwerp van onze aanbidding is, onze god. De God van de zondebokken is een totaal andere god. De Hebreeën begonnen Hem te ontdekken toen ze leerden hoe het was om zondebok te zijn, een situatie die ze uiteindelijk overleefden, terwijl degenen die hen tot zondebok hadden gemaakt, werden uitgeroeid. Het was de ervaring dat er meer was tussen hemel en aarde dan waarover de religie ooit had durven dromen. De God van de zondebokken heeft het aangezicht van de zondebokken. Hij is geen meedogenloze of grillige eiser, Hij is echter ook geen goeddoener. Hij lijkt niet op de god van de mensen die zondebokken maken. Hij vraagt ons, ons aan Hem te geven, om net als de zondebokken, te ervaren dat we in rijkdom en vrijheid kunnen leven in een land van melk en honing. In dat land leven we buiten de begeerte. Deze God, die niet uit is op macht, is de almachtige bevrijder uit het land van slavernij. Daar Hij niet belust is op macht, is Hij juist almachtig. Hij geeft alles. Alle goden van de religie, de goden van de macht, beperken onze ruimte omdat ze ruimte voor zichzelf vragen. Nadat de goden hun plaats hebben ingenomen, moeten de mensen maar zien of ze nog een plekje kunnen vinden. De God van de zondebokken geeft ruimte. Een ieder die bij Hem hoort erft al de ruimte. We kunnen deze God slechts vinden als we ons bekommeren om de armen en de zwakken, de uitgestotenen, de slachtoffers van de cultuur. Met andere woorden, als we met de zondebokken zijn, kunnen we Hem vinden door onze harten voor hen te openen, onze en hun situatie herkennende, wetende dat er voor ons alleen maar leven is als we samen met hen zijn. De woorden van Exodus 20:12 bevestigen dit. Waar God zegt: Ik heb u bevrijd uit slavernij en u door de woestijn geleid. Ik gaf u voedsel en water, jullie beschermend voor jullie vijanden. Ik was jullie gids en veiligheid. Ik bracht je in het land van melk en honing. Ik gaf jullie alles. Je hoefde mij slechts te volgen. Na deze introductie volgen de tien geboden. Zij herinneren ons aan de dingen die we deden voordat we Hem kenden, dingen die ons vernietigden. De geboden die bijdragen aan het aanbrengen van structuur in onze levens, een structuur die we nodig hebben om vanuit ons eigen plekje in vrijheid te verkeren. We zijn vrij te kiezen tussen de God van de zondebokken, vertegenwoordigd door Jezus, die partij kiest voor de zwakken of voor de goden van de religie, de god van de Farizeeën, van de mensen die zondebokken aanwijzen. Op het moment van het bewerken van dit boek bestaat er in de wereld beroering omdat een van overspel verdachte vrouw door een religieuze rechtbank is aangewezen als zondebok en moet worden gedood door steniging. We kunnen ook kiezen voor de God van het evangelie die tegen een overspelige vrouw, die spijt heeft van haar daad, zegt: Ga heen en zondig niet meer. Als we zo trachten te zijn kunnen we inhoud geven aan de bijbelse tekst dat we zijn geschapen naar Gods beeld 29).
5
21. De man Jezus. Jezus is de mens die buiten de begeerte staat. Hij is in mimese buiten de begeerte, in mimese met God en daarom duidelijk in de positie van externe bemiddeling. Hij is geheel aan ons gelijk, behalve dat Hij buiten de begeerte staat of, zoals de Hebreeuwen het stellen, zonder zonde 39). Het evangelie laat ons zien dat het zijn zonder zonde Hem onderscheidt van al het andere: Het feit dat hij niet begeert. De geschiedenis over de verleiding in de woestijn laat dit duidelijk zien 31). Het verhaal is in feite een herhaling van de verleiding in de Hof van Eden, behalve dat de gevolgen tegengesteld zijn. Satan wordt verdreven, de betekenis van het evangelie wordt duidelijk. Jezus is het einddoel en het einde van de reis van de Israëlieten die begon toen hun voorouders vluchtten uit Egypte. De auteurs van de evangeliën benadrukken dit keer op keer. Zij halen het Oude Testament vaker aan dan wij ons bewust zijn. De waarheid waarnaar het Oude Testament op zoek is, en dikwijls laat zien, krijgt zijn belichaming in Jezus. Hij is het Woord van God 32). Zowel de Joden als de niet-joden waren behoorlijk in de war. Hoe kon Jezus zijn wie Hij was. En waarom was het nu uitgerekend Hem. De ‘waarom vraag’ zal niet worden beantwoord en ondanks dat weten we dat hij Hij is. De eerste christelijke gemeente trachtte het verhaal inzichtelijk te maken door het presenteren van mythen, daarmee aantonend dat de zondebok onschuldig is en beter kan worden gezien als de onschuldige tussen de zondebokken. Dit deden ze door zijn levensverhaal stukje bij beetje op te bouwen. Misschien enigszins moeilijk te bevatten dat zij stappen zetten in de duisternis in de hoop licht te vinden. Hiermee wordt ook aangegeven welke weg wij moeten gaan. Jezus staat buiten de begeerte. Johannes zegt in zijn evangelie dat Jezus doet wat Hij zijn Vader ziet doen en de woorden spreekt die de Vader tot Hem spreekt. Jezus kan in mimese met God zich zelf zijn. Hij is het beeld van God, terwijl Hij volledig in mimese met God verkeert. Op deze wijze toont Hij ons hoe God is. De enige kennis van waarde die wij hebben van God verkrijgen wij door naar Jezus te zien en te luisteren. In het Oude Testament lezen we over het eeuwen durende gevecht tussen de goden van de volkeren, de duivel-goden, en de God van de zondebokken. Uiteindelijk wordt alles duidelijk in het evangelie. Doordat hij buiten de begeerte staat ziet Jezus de werkelijkheid. Hij is vrij alles te zien en te doorgronden. Hij kent de weg om vrij en nabij de vader te zijn en hij weet welke wegen leiden tot verwijdering van hem en tot vernietiging. Hij spreekt de woorden van de Vader 33). Hij laat ons de Vader zien 34). Door naar Jezus te kijken en door naar Hem te luisteren kunnen we de Vader leren kennen. Jezus weet wat de oorzaak is van rivaliteit als het gaat om op fysieke en lichamelijke factoren gebaseerde ziekten. Door zijn nabijheid heelt Jezus de ziekten. Jezus vraagt ons hem te volgen teneinde vrij te worden van rivaliteit en de kwade gevolgen hiervan. De Hebreeërs werd het duidelijk dat Jahweh hen vrijheid gaf toen ze in slavernij verkeerden, slavernij die samen ging met de cultuur. Door Hem te vinden kwamen ze in een situatie die werd gekenmerkt door overvloed. Evenzo geeft Jezus zijn volgers nieuw leven, bevrijd van de knellende banden van de wet. Wat dit nieuwe leven voor ons kan betekenen wordt omschreven in de bergrede. Het is geen wet; het is een belofte (zie hoofdstuk 23). Al de door ons dikwijls als tegenstrijdig ervaren oudtestamentische uitspraken over Jahweh worden opgehelderd in en door Jezus. Hij is machteloos en daardoor oppermachtig. Aan het kruis ontwapend Hij alle wereldse machten omdat Hij het geheim van hun macht onthult, het geheim van het zondebokmechanisme 37). Hij vraagt voor ons, de zondebokken,
6
vergeving. Vanaf het moment dat wij gaan begrijpen dat Hij voor ons vergeving vraagt, maakt Hij ons vrij. Zwakte wordt kracht, armoe wordt rijkdom, laag wordt hoog, en zo voort. In het evangelie wordt de gehele wereld op zijn kop gezet. Aan het kruis laat Jezus ons de ultieme werkelijkheid zien. Vanuit zwakte begint de voltooiing van het leven. Als we eenmaal echt krachteloos zijn kunnen we niet meer rivaliseren, met wie dan ook. Al onze rivaliteit, al onze machtsspelletjes gaan voorbij en we vinden de vrijheid van Christus en hebben we alles in niets. De doden van Don Quixote en die van Julien Sorel, de held uit het werk van Stendhal, The red and the Black, wijzen op deze realiteit. Ze leren dat rivaliteit tot zelfvernietiging leidt. Dat wat we begrijpen van dit soort processen hebben we geleerd door naar Jezus te kijken. De realiteit van de buiten de begeerte staande Jezus is de enige echte realiteit. Hij sterft elke keer als wij ons schuldig maken aan het aanwijzen van zondebokken. Als we naar Hem kijken, plaatst Hij ons op de weg van het leven, vergezeld door Zijn geest, ons zendend naar onze medemens. De basis en verklaring van alles wat Hij zegt en doet wijst op Zijn echtheid en oprechtheid. Als we samen gaan met Hem worden we vrij, menselijk, zoals Hij is. Dit is de reden dat Jezus kan zeggen ‘ik ben’ en alles wat Hij zegt en doet is gebaseerd op Zijn weten dat ‘Hij is’. Hij is het enige menselijke wezen die echt is. Door bij hem te behoren kunnen wij ook zeggen dat ‘wij zijn’.
7
22. Geloof Geloof* gaat samen met het volgen van Jezus en het gaan van de Weg. Dit betekent niet dat we als Hem moeten zijn. Vele gelovigen streven de doelstelling na net zo goed en net zo superhumaan als de Jezus van hun fantasieën te willen zijn. Dit doel zullen we nooit kunnen bereiken, al vormt deze onmogelijkheid niet de ware reden het niet te proberen. Het is onze taak onszelf te zijn in de vrijheid* van Jezus en niet dat we verworden tot een slechte kopie van Hem. Het volgen van Jezus houdt in dat we ons spiegelen aan Hem (in mimese* zijn met Hem) als de man die buiten de begeerte staat. Vanaf de aanvang weten we dat Jezus, ook al komt Hij tot ons, zich in feite op grote afstand bevindt omdat Jezus, strikt fysiek gezien, niet in onze wereld leeft. Doordat we samen zijn met de buiten begeerte staande Mens, kunnen we niet met Hem rivaliseren en de relatie mistig en onduidelijk maken. Je spiegelen aan Jezus, in mimese zijn met Hem, betekent dat alle kansen en mogelijkheden die het leven en de wereld biedt voor ons open staan. We zijn echt vrij (38. Eén van de grote problemen die het leven in onze cultuur meebrengt wordt gevormd door de schijnbare tegenspraak dat Jezus zowel een (externe) middelaar is als degene die onder ons verkeert en wel zodanig dat Hij in ons midden is als twee of drie mensen bijeen zijn in Zijn naam (39. ‘Bijeen zijn in zijn naam’ betekent dat wij Hem in elkaar herkennen. We zijn in mimese met Hem en daarom buiten de begeerte. Als wij Hem gezamenlijk volgen, kan een ieder van ons voor de ander het voorbeeld van Jezus zijn, dit doordat we niet langer met elkaar rivaliseren in een poging belangrijk te zijn. Het hierna volgende schema geeft aan dat het samen zijn met Jezus inhoudt dat we niet langer onszelf proberen groot te maken, niet meer rivaliseren. Anders uitgedrukt, we blijven wie we zijn; we worden hulpbehoevend. Zonder Hem rivaliseren we met elkaar, of groter en groter wordend of steeds dieper zinkend in een put omdat we onze rivaal bevechten en willen overwinnen. Als we Jezus ontmoeten hoeven we ons niet langer groot voor te doen. We zijn niet groter dan een stip op de kaart en we kunnen samen met Hem door het oog van een naald. Ook als onze grootste rivaal, de dood, zich aandient en een gevecht met hem niet te winnen valt, kunnen we samen met Jezus de dood zonder angst en in vrijheid tegemoet zien.
* ik
naald * Jezus 1.
ik * 2.
Jezus *
** 3.
Door Jezus te volgen, Hij die het beeld van God is, betekent, dat ook wij beelden van God worden (40). Volgens de Bijbel zijn we geschapen als beeld van God, een beeld dat we door onze begeerte kwijt zijn geraakt (41). Geloof heeft ook van doen met de heilige Geest. We kunnen Jezus ontmoeten zonder te herkennen wie Hij is. Hij is in feite een zeer curieus, misschien wel zeer speciaal persoon.
8
Het valt ons zwaar daar mee om te gaan. Zo velen hebben Hem zo dikwijls ontmoet zonder dit te beseffen. Hem kunnen herkennen is niet een vanzelfsprekendheid, het wordt ons geschonken. Het is de Heilige Geest die werkt in de mensen rondom ons waardoor wij Jezus’ aanwezigheid kunnen ervaren. De Geest schenkt ons het gemeenschapsgevoel, bewerkstelligt geloof en maakt ons vrij. Kunnen we nog iets zeggen over het maken van keuzes? Beslissen betekent opzien naar de mens Jezus en Hem een werkelijkheid laten zijn. Wij kiezen door actie te nemen, door Zijn werk te verrichten. We kiezen met onze handen, voeten en ogen. Dit is meer dan kiezen met onze gedachten en gevoelens. Onze lichamen en onze voeten kennen meer dan onze gedachten en gevoelens ooit zullen weten. Paulus wilde altijd alles verrichten in de dienst van Jezus. Hij was dan ook zeer teleurgesteld als hij werd geconfronteerd met mentale of fysieke hindernissen. Hij heeft dikwijls gebeden verlost te worden van kwalen om nog meer te kunnen doen in de dienst van Jezus. Hij kreeg echter te verstaan dat hij zijn kracht in zijn zwakheid moest vinden. In zwakheid maken we onze keuzes, met lege handen, zodat we de juiste weg kunnen gaan (2 Col. 12:9).
9
23 De bergrede en de gelijkenissen Jezus brengt een nieuwe wereld, een wereld die, volgens het oude testament, ooit heeft bestaan doch verloren is gegaan. De bedoelde nieuwe wereld is niet ‘van deze wereld’. Elke wereld kent zijn eigen taal. De taal van een volwassene is niet dezelfde als die van een kind, de taal van een man is niet geheel dezelfde als die van een vrouw. In alle gevallen betreft het talen die met een bepaalde cultuur van doen hebben. Jezus kan niets beginnen met de cultuurtalen. Zou hij het wel doen, dan zou hij weer deel van deze wereld worden. Om zichzelf naar ons toe te verduidelijken zet Jezus alle dingen op zijn kop: laag wordt hoog, armoe wordt rijkdom, kracht wordt zwak en omgekeerd, zoals succes falen wordt en macht wordt teruggebracht tot krachteloosheid. In deze evangelische wereld, waarin onze wereld 180 graden wordt gedraaid, is er niet langer sprake van machtsstrijd. Alleen al de idee dat machtsstrijd tot het verleden behoort zet voor ons gevoel alles al op de kop. Door ons onvermogen de dingen anders te zien kan Jezus niets beginnen met onze taal. Onze taal is op zichzelf al een machtsstrijd, gekenmerkt door een voortdurende poging alles en iedereen te objectiveren. Dit objectiveringproces wordt in onze tijd alleen maar intensiever. Jezus vertelt in de vorm van gelijkenissen. Gelijkenissen kennen een eindeloze hoeveelheid uitlegmogelijkheden en kunnen niet voor eens en altijd worden verklaard. Zij hebben net zoveel open einden als het leven zelf. De gelijkenissen zijn eenvoudige levensverhalen. Ze betreffen niet anders dan feitelijkheden in het menselijk bestaan. Deze feiten zijn niet gelijk aan de zogenaamde persoonlijke feiten uit onze mythen (bijvoorbeeld: ik ben streng doch rechtvaardig of ik ben nooit jaloers). De gelijkenissen van Jezus zijn bedreigend voor ons eigen wereldje en zetten een groot vraagteken bij onze eigen veronderstellingen en aannames. Ze zetten ons eigen wereldje aan de kant door ons bekend te maken met de echte werkelijkheid, doch niet door onze ‘werkelijkheidsbeleving’ te bevechten en de andere werkelijkheid op te leggen, zoals wijzelf plegen te doen. Nee, de gelijkenissen laten ons de werkelijkheid op zo’n wijze zien, dat het voor ons onmogelijk wordt er tegen te vechten. Bij confrontatie met de gelijkenissen kunnen we slechts kiezen uit erkenning van de aangegeven waarheid of vluchtgedrag. Ook in de bergrede vertelt Jezus ons over de wijze van leven in het Koninkrijk. Deze rede is noch een preek noch een wet (42). In zijn toespraak beschrijft en belooft Jezus ons hoe het leven zal zijn als we naar hem luisteren. Feitelijk beschrijft hij de toekomst van diegenen die hem volgen. De bergrede en de gelijkenissen zijn niet defensief, ze stralen openheid en kwetsbaarheid uit. Dit geldt voor alle uitspraken van Jezus. Degenen die in Hem geloven, nemen Zijn woorden letterlijk. Zij brengen zijn uitspraken niet over naar de wereld van religie en cultuur. Voor degenen die Jezus kennen, geven Zijn woorden de waarheid aan. Zijn woorden zijn slechts dan de waarheid als we de woorden laten spreken zoals ze zijn geschreven. Anders verliezen ze hun betekenis en worden ze tegen Jezus gebruikt, tegen het geloof. We gebruiken het evangelie dikwijls als een wapen tegen anderen, liever dan te onderzoeken hoe wijzelf zijn. Uiteindelijk belanden we in de situatie dat we anderen laten zien hou fout ze zijn en dat ze niet zo leven als Jezus bedoeld heeft. Door zo te handelen creëren we een wapen om anderen te verwijderen uit de ‘evangelische wereld’. We zien wel de splinter in het oog van de ander, maar de niet de balk in het oog van de ander (43). Hoe vromer en meer gekunsteld wij worden, des te groter is de kans dat we het evangelie gaan gebruiken tegen onze naaste en tegen zichzelf. Het is soms gevaarlijk intelligent en geleerd te zijn (44).
10
In het evangelie is sprake van een groot aantal nog steeds actuele discussies. Voor de meeste onder ons betreft het moeilijke passages. We herkennen de discussies die we met onszelf hebben en zo reageren we er ook op. Uiteindelijk halen we gewoon onze schouders op en zeggen vrijblijvend ‘hij kan gelijk hebben’ of ‘natuurlijk heeft hij gelijk, maar dat vind ik niet belangrijk’. Eigenlijk willen we er niet bij stil staan dat we zijn als de Farizeeën. Doorgaans gaan we er van uit dat het volgen van Jezus is gekoppeld aan ‘goede mensen’ en omdat we Christenen zijn beschouwen onszelf als ‘goede mensen’. Het is een misvatting dat iemand die zich Christen noemt automatisch een volger van Jezus is. Er worden in de evangeliën veel beelden gebruikt die alles wat we normaal vinden op de kop zetten. Een van de meest bekende beelden is die van het lam, hulpeloos geofferd, die door het lijden de wereld overwint en ons laat zien wie we werkelijk zijn (45). Een ieder van ons rivaliseert voortdurend, bouwend aan zichzelf, proberend groter en groter te worden en daardoor belangrijker. Jezus is zichzelf niet aan het opblazen. Hij stelt geen pogingen in het werk om groot te worden met de inzet van rivaliteit en geweld. Hij blijft wie hij is, hij cijfert zichzelf weg. Deze unieke persoon is onzichtbaar in het spel om de macht. Door in mimese te geraken met Hem, zowel gezamenlijk als in je eentje, door de Bijbel te lezen, tot Hem en de Vader te spreken in gebed, zullen we stap voor stap meer op Hem gaan lijken. Door zo te handelen zullen onze diepste verlangens worden vervuld. Gelijktijdig gaat dit rechtstreeks in tegen al onze oude wensen. We worden onbeduidend in de ogen van de wereld, we zijn in de ogen van de wereld een stipje op de kaart geworden, bijna onzichtbaar.
11
24. Liefde Vele typen relaties worden omschreven als liefde, zodat we een poging willen wagen hier onderscheid aan te brengen. 1. Liefde in structuur. Het gebruik van het begrip structuur geeft aan dat een ieder een eigen plaats heeft met eigen plichten en rechten. In dit geval is het van groot belang op te merken dat een ieder verschilt van de ander. Omdat we verschillend zijn respecteren we elkaar en gunnen we de anderen hun eigen plek in de structuur. We rivaliseren niet! Dit vormde de basis voor het huwelijk in de cultuur. Man en vrouw hadden hun eigen territorium. Alles was duidelijk gedefinieerd. Dikwijls kozen ze elkaar niet, hun familie zorgde voor de verbintenis. Als gevolg hiervan was zelfs de keuze geen punt van rivaliteit tussen de partners. Ze konden elkaar eenvoudigweg accepteren en liefhebben. Omdat iedereen in structuur verkeerde was het ook volstrekt duidelijk welke mannen bij welke vrouwen hoorden en omgekeerd. Alle relaties waren verschillend! Dit gold ook vriendschappen. Iedere vriend had zijn eigen plaats van verschillend karakter en er bestond geen rivaliteit. In structuur kan ik ook liefde voelen voor een grotere groep: voor de gemeenschap waar ik deel van ben, voor mijn kerk, mijn land, etc. Ik hoor er bij en ik ben verschillend van de andere leden, met mijn eigen verantwoordelijkheden en rechten. 2. Liefde als structuren vervagen. Verschillen verdwijnen gelijk met het vervagen van de structuur. De rivaliteit neemt toe. We rivaliseren met elkaar om alles, zoals andere partners, vrienden, macht, positie, welk werk is mannen- of vrouwenwerk, etc. Als er sprake is van evenwicht bij het gevecht om de macht, is het leven opwindend en voelen we ons gelukkig, ofschoon er altijd een onderliggende angst aanwezig is omdat we nooit weten wat de volgende dag zal brengen. Morgen zijn we misschien wel de zondebok, de verliezer. Als de rivaliteit naar buiten treedt wordt het leven zelfs nog opwindender, maar de angst groeit in gelijke mate. De dreiging van geweld is altijd dichtbij. Zo nu en dan is het moeilijk onderscheid te zien tussen uitingen van liefde en gewelddadigheden. De fascinatie neemt toe met de rivaliteit. Een andere mogelijkheid is dat partners voor elkaar model-obstakel worden, bijvoorbeeld de een in de rol van sadist, de ander in de rol van masochist, ofschoon de rollen dikwijls snel kunnen wisselen. In dit soort relaties gaan gevoelens van grote verbondenheid, fascinatie en diepgaand ongelukkig voelen dikwijls hand in hand. Aanzienlijk geweld kan lange tijd diep worden verborgen, doch kan zo maar tot eruptie komen. Als dat het geval is kan het voor alle betrokkenen vernietigend uitwerken, inclusief het leven van een of beide partners. De gevolgen van het verdwijnen van structuur zijn ingrijpender indien het relaties met grote gemeenschappen betreft. In toenemende mate willen we meer macht krijgen over de gemeenschap, de kerk of de partij. In extreme situaties wordt de gemeenschap ons modelobstakel. Als dit het geval is blazen we het belang van de gemeenschap op buiten alle proporties en zijn we zelfs bereid ons op te offeren. Of we het nu in stilte of in openheid doen, we worden fanatiekelingen. We herkennen deze situaties in vele landen. Het tegengestelde kan het geval zijn als we binnen onze gemeenschap geen macht kunnen uitoefenen of kunnen krijgen. Dit leidt ertoe dat we, zonder er ons van bewust te zijn, eenvoudigweg verdwijnen of slapende leden worden van onze gemeenschap. 3.Liefde buiten de begeerte. Buiten de begeerte bestaat geen rivaliteit, geen vorm van afzetten tegen anderen. De ander kan zijn wie hij of zij is en we kunnen hem of haar in die hoedanigheid liefhebben. Gelijktijdig kunnen wij zijn zoals we zijn. We zijn als de engelen in
12
de hemel, engelen die buiten de begeerte staan (46). Dit is feitelijk het enige verschil tussen hen en ons. In de liefde van Jezus vinden we de mogelijkheid ons zelf en elkaar te kennen. Liefde in structuur en liefde in een vervagende c.q. verdwijnende structuur worden in het Nieuwe Testament ‘eros’ genoemd. De hiermee samengaande drift is op zichzelf niet verkeerd. Het is de verbinding die we met de ander in de cultuur hebben, en het is een van de mooie dingen van het leven, ofschoon, als verschillen vervagen, het mooie meer en meer van ons weggenomen wordt. Eros wordt een van de onderwerpen voor rivaliteit. Liefde zonder begeerte wordt in het Nieuwe Testamant ‘christelijke liefde’ genoemd. Liefde wordt altijd gegeven en we kunnen het nooit gebruiken als een stuk gereedschap of als wapen. Mensen die anderen dreigen met het opzeggen van hun liefde weten niet wat liefde is. Liefde wordt gemakkelijker geschonken aan mensen die in de structuur leven dan aan mensen die leven in vervagende structuur. Want mensen die in de structuur leven verkeren niet in een situatie van permanente rivaliteit. Zonder structuur is liefde – eros - gelijk aan koorddansen; je kunt misschien je evenwicht houden, maar je kunt het op elk moment verliezen. Christenliefde komt altijd uit een andere wereld, uit de wereld waar geen begeerte bestaat. Het is een gift die het leven verandert, zelfs indien het maar tijdelijk is. Toch is het een gift waarvan we de gevolgen nooit helemaal kunnen bevatten. De gift verandert ons leven.
13
25. De Wet Door de gehele geschiedenis van de cultuur* heen heeft de wet de taak gehad begeerte te voorkomen. Begeerte houdt rivaliteit in, en leidt in voorkomend geval tot chaos en vernietiging van cultuur, dus werd begeerte verboden. De tien geboden geven dit aan. De wens God te kunnen manipuleren en zodoende macht over Hem uit te oefenen, is verboden. Ook zijn verboden de wensen structuren te kunnen vernietigen en alles te willen bezitten. In het Koninkrijk bestaat geen begeerte. Je hebt alles al, meer dan je je ooit kunt voorstellen. Deze boodschap vormt reeds de kern van de tien geboden. Ik, uw God, voerde u uit Egypte. Ik gaf u en wil u alles blijven geven. Omdat u weet dat ik alles geef en zal blijven geven is het u niet geoorloofd dingen te doen die u zou doen als u Mij niet kende. Begeren mag u niet en is niet nodig. Christus zegt hetzelfde: als je mij volgt, zal ik voorzien in alles wat je nodig hebt, in overvloed. Je zult leven dankzij het goede dat je ontvangt omdat je samen met mij je weg gaat. Dit alles zal je worden gegeven, tot vervolgingen toe. De oude Hebreeën wisten dit en wij zullen het ook ervaren als we Jezus volgen. Als we Jezus volgen zijn we in mimese met hem, we ontvangen zijn vrijheid en zodoende ervaren we zijn liefde voor ons en onze naasten. In mimese met hem kunnen we God en onze naaste lief hebben. Door Jezus te volgen vervullen wij zijn voltooiing van de wet 47). Jezus volgen, in mimese zijn met Hem, betekent vrijheid*, omdat vrijheid aangeeft buiten de mimese van de begeerte te staan. Leven in vrijheid heeft tot direct gevolg dat we komen te leven in overvloed. Uiteindelijk zijn we in staat alle mogelijkheden rond ons te zien, mogelijkheden die we niet zagen zo lang waren verblind door onze rivaliteit. Terwijl we rivaliseren zijn we slechts in staat onze rivalen en de onderwerpen van onze begeerte te zien. Tot nu toe waren we verwikkeld in een machtsspel met anderen. De anderen kenden ons niet zoals we werkelijk waren, doch ze kenden ons alleen maar als mogelijke rivalen in het spel om de macht. Als we in mimese met Jezus zijn zien anderen ons duidelijk zoals we zijn en kunnen wij de anderen en de wereld om ons heen zien. Er komt een tijd dat we onze naasten liefhebben als onszelf. Hieruit ontstaat overvloed. En er zal vervolging zijn 48). Religie* is niet dood. Het zondebokmechanisme* van religie* en cultuur* gaat door met het zoeken naar het abnormale, het afwijkende en brengen de abnormale, deviante personen in de positie van zondebok*. De volger van Jezus past niet in cultuur*, en wordt als gevolg daarvan als zondebok* aangemerkt en aangewezen als de enige, echte schuldige. Weer eens leidt religie* tot een curieuze contradictie. De echte onschuldige wordt aangeduid als de enig echte schuldige, enkel en alleen omdat hij buiten de begeerte staat. Vanuit het gezichtspunt cultuur is de onschuldige terecht schuldig verklaard. Degene die echt onschuldig is, wordt blootgesteld aan de huichelachtigheid van de cultuur. Het lot van Jezus is ook het lot van zijn volgers, het lot van allen die Hem toebehoren. Zou Jezus terugkeren op aarde, dan zou hij weer het voorwerp van vervolging worden. Als we buiten de begeerte leven wordt het woord tegenstander een onbekend begrip. Omdat geweld niet meer bestaat hebben we ook geen zondebokken meer nodig en behoren tegenstanders tot het verleden. Opponenten bestaan slechts bij de gratie van rivaliteit en als zij onze obstakels zijn. Als we in mimese zijn buiten de begeerte verdwijnt onze huidige wereld. We zijn vrij en we herkennen onze broeders en zusters. Zonder uitzondering rekenen we een ieder tot onze broeders en zusters. We behoren aan een ieder, doch in het bijzonder aan de groep die wordt genoemd in Matheus 25. Zij dragen het merkteken van Jezus op hun gezichten en als we hen vergeten, vergeten we ook Jezus. Doch als we ons slechts tot hen wenden in de rol van hulpverlener dan vergeten we tevens Hem 49). Het was de diepste wens
14
van Paulus naar Rome te gaan en de keizer zijn verhaal te vertellen. Feitelijk werd hij door Jezus gezonden 50). Wat het precies betekent om te leven als mensen die Jezus toebehoren zal deels een open vraag blijven. We kunnen het antwoord op deze vraag alleen maar vinden als we bij elkaar blijven. Het Nieuwe Testament geeft aanwijzingen en we kunnen beschikken over de kennis en ervaring die is opgedaan door degenen die door de eeuwen heen Jezus hebben gevolgd. We weten ook dat vele wegen tot niets leiden. Uiteindelijk moeten we kiezen en de weg bewandelen, zowel de oude wegen als de nieuwe weg. De keuze is echter het belangrijkste, de keuzen die we nu en in de toekomst maken. We hebben de vrijheid* om te kiezen. Niet kiezen staat gelijk aan een keuze voor cultuur*, religie* en geweld. De overwegingen betreffende de wet, zoals Paulus die beschrijft in het begin van de brief aan de Romeinen, geeft de complexiteit aan van de situatie waarin Paulus zich bevindt. De wet is goed en heilig, omdat door gehoorzaam te zijn aan de wet wij vrij zijn van begeerte en slavernij. Gelijktijdig is het ons onmogelijk de wet volledig na te komen. Zodra wij dit proberen wordt de wet voor ons een model-obstakel* dat tot onze ondergang leidt. Als gevolg hiervan is de wet dood. Jezus, die doet wat hij de Vader ziet doen, hetgeen inhoudt dat hij in mimese met God is en derhalve buiten de begeerte staat, kan wel volledig gehoorzamen aan de wet. Hij staat buiten de wet. Hij maakt een einde aan de wet, zodat we, als we in mimese zijn met Hem, ons niet druk hoeven te maken over de wet. We vallen buiten het werkingsgebied van de wet. Zo lang we hem volgen, en dan alleen, is de wet voor ons niet langer een probleem. De vermaningen en tevens de aanmoedigingen die Paulus richt tot de lezers van zijn brieven zijn in hun kern herinneringen en aansporingen: Als we de nieuwe mens worden, behoren we bij Jezus en zijn we bij elkaar in Zijn naam.
15
26. De wereld van de cultuur en de wereld van het evangelie De verschillen tussen de wereld van de cultuur en de wereld van het evangelie willen we verduidelijken door de aspecten van beide werelden tegen over elkaar te zetten. Cultuur
Evangelie
Mimese van de begeerte
Mimese buiten de begeerte
We onderscheiden goed en kwaad
Wij weten dat dit onderscheid hypocriet is
Continu proces van rivaliseren
Leven zonder rivaliteit
Schuldigen, zondebokken, zoeken
Niet op zoek naar schuldigen
Onvrijheid
Vrijheid*
Zeker verloop van dingen
Het onverwachte
Macht en rijkdom tellen zwaar
Machteloosheid en armoe tellen alleen
Tegenspoed wordt verdeeld naar winst en verlies
We leven onbekommerd als als de leliën in het veld
We bannen alles uit dat ons niet aanstaat
We omarmen het andere
Cultuur* en tegencultuur*
Contrastcultuur, het Koninkrijk
Een ieder en alles is onderwerp Een ieder en alles ontmoet elkaar en voorwerp van objectieve kennis en veranderen in en door elkaar Modellen laten zien hoe de dingen Modellen laten zien wat er gebeurt in elkaar steken. Modellen tussen mensen en tussen mensen en bevriezen de werkelijkheid hun wereld Op deze wijze kunnen we nog wel even doorgaan. Een ieder kan zijn eigen linker of rechter wereld uitbeelden en misschien is het wel zinvol dat te doen. Een ieder moet door zijn eigen wildernis gaan om helderheid en ruimte te krijgen. Door de wereld van de cultuur en de wereld van het evangelie tegen over elkaar te plaatsen zou de indruk gewekt kunnen worden dat het samen gaan met Jezus niet anders is dan een eenvoudige, mechanische beweging van de linker naar de rechter wereld. Zo lang we in de wereld van de cultuur leven, zijn we in mimese met die wereld. Gelijktijdig kan de werkelijkheid van Jezus sterker worden in onze levens. We kunnen zelfs weten dat we nooit volledig het zicht zullen verliezen op zijn werkelijkheid, omdat Hij ons kent. Vanuit dit gezichtspunt behoren wij tot het Koninkrijk. Terwijl we in de cultuur leven zullen we nooit onze ontmoeting met Jezus vergeten. We weten dat met ons gehele zijn en bestaan. We gaan voort in deze wereld terwijl we de andere realiteit met ons dragen, onze mimese altijd voorafgegaan door bewustzijn en denken. We kunnen hiervan een grafische voorstelling maken:
16
DE WERELD VAN DE CULTUUR
DE WERELD VAN HET EVANGELIE
WIJ, IK REIZIGERS OP DE WEG
In feite zijn we burgers van twee werelden. We zijn onderdeel van de wereld aan de linker zijde: de wereld van de cultuur en de religie. Met ons hele zijn weten we dat we ook deel zijn van de wereld ter rechter zijde. Dikwijls leven we volledig in de wereld van de cultuur, ofschoon we nooit de wereld van het evangelie kunnen vergeten, de wereld die ons zo nu en dan de werkelijkheid laat zien. We beleven onze weg soms als drie stappen vooruit en vervolgens twee stappen terug. Soms kan het tegengestelde het geval zijn en ervaren we dat we drie stappen achteruit gaan en dan twee stappen vooruit. Desondanks ligt het nieuwe Jeruzalem altijd voor ons, steeds dichterbij komend. Hoe beïnvloeden deze twee werelden elkaar? Wat is de invloed van de wereld van het evangelie op die van de cultuur? We bewegen ons van links naar rechts en omgekeerd. Elke keer als we ons bevinden in de wereld van het evangelie verandert ons leven in de cultuur. De rivaliteit waarin we ons zelf aantreffen wordt afgesneden door de spatiale mimese die we in de vrijheid vinden. Natuurlijk komen we weer in andere rivaliserende situaties, door de temporele mimese gaan we weer richting af. Toch zijn bepaalde oude wegen afgesneden en mogen we zeggen dat ons gehele leven en onze relaties veranderd zijn. Hoe is dit alles mogelijk? In de linker wereld hebben we te maken met de mimese van de begeerte, de wereld van de rivaliteit. Alles wat we doen is voorspelbaar, conform de temporele mimese. Tot de dood gaan onze levens op deze wijze door. In het gezicht van de dood slagen we er uiteindelijk in onszelf te zien zoals we werkelijk zijn, misschien wel voor de eerste maal. Als we de wereld van het evangelie betreden worden onze ketenen als het ware verbroken en zijn we vrij van rivaliteit. We zijn in staat het onverwachte te doen, want we zijn vrij van begeerte en zien de mogelijkheden welke de wereld van het evangelie biedt. In vrijheid kunnen we steeds weer, soms zelfs onbewust, nieuwe keuzes maken. Hierna worden we nog dikwijls geconfronteerd met de wereld van de cultuur en religie, maar onze eigen wereld is blijvend veranderd en laat zich niet meer zo gemakkelijk beïnvloeden door de verslavende krachten van de oude wereld. Dit leerproces kunnen we als volgt uitbeelden:
17
ONVRIJHEID
VRIJHEID
LEVEN IN DE CULTUUR IN SPATIALE EN TEMPORELE MIMESE
WE WORDEN AANGETROKKEN DOOR HET KONINKRIJK
BREUK MET ONS VERLEDEN
DE CULTUUR IN EEN ANDERE GEDAANTE
DE RIVALITEIT IS WEER EENS AANTREKKELIJK
WE VERLATEN DE CULTUUR EN DE RELIGIE EN BETREDEN HET KONINKRIJK
Steeds als we de vrijheid ervaren verliest de keten die ons bindt aan de oude wereld meer van zijn kracht, terwijl de vrijheid toeneemt. Dit alles heeft van doen met wijsheid. We zullen nooit geheel vrij zijn van het net van de mimetische begeerte en model-obstakel relaties, ook niet als we er harder tegen gaan vechten. Door het gevecht raken we juist voortdurend meer betrokken. Nogmaals, plus en min zijn hetzelfde. Zelden vinden we de wijsheid in ons eentje. We hebben elkaar nodig om de weg van vrijheid te kunnen vinden.
18
27. Taal Echte verandering heeft gevolgen voor ons gehele bestaan. Als we van de ene cultuur overgaan naar de andere, veranderen alle cultuuraspecten. Als we van de wereld van de cultuur overstappen naar de wereld van het evangelie, waar alles voor onze begrippen op de kop is gezet, beleven we dit als een ervaring van adembenemende omvang. De verandering betreft ook de door ons gebezigde taal. Onze taal is gekoppeld aan de wereld van de cultuur, de wereld van de religie. Het is de taal van het zondebokmechanisme, van de wereld van oorzaak en gevolg, leidend tot het uitdrijven van de zondebok. Bij het verstrijken van de tijd wordt onze taal voortdurend meer technisch, zelfs als we het hebben over menselijke wezens. De menselijkheid zelf verdwijnt uit onze taal daar mensen object van studie zijn geworden en de natuur onderwerp van exploitatie. De mensen rondom ons zijn verworden tot objecten voor onze manipulaties. Onze lichamen worden onderwerp van manipulatie door de medische wetenschap. Onze gedachten en geest vormen de prooi van de media, terwijl de dood het laatste en zwaarst te nemen model-obstakel van onze tijd is geworden. We kunnen deze lijst gemakkelijk langer maken, maar dat is niet nodig. Al wat thans om ons heen geschiedt is het gevolg van onze cultuur, een proces waarin onze taal een belangrijke rol speelt. Met inzet van onze taal verdrijven we alle menselijke werkelijkheid. Als we de wereld van het evangelie betreden hebben we een andere taal nodig. Een taal die niet in staat is zondebokken aan te wijzen. De taal van het evangelie maakt het ons mogelijk te spreken over het geheel van de werkelijkheid en niet zoals de taal van de cultuur die slechts delen van de werkelijkheid kan beschrijven. Voor de gekunstelde mensen, die besmet zijn met de cultuur, is de taal van het evangelie onbruikbaar. Zoals altijd hebben we als enige mogelijkheid het volgen van Jezus, wat voorwaar geen gemakkelijke zaak is. We dienen ons bewust te zijn van alles wat we zeggen en doen. Dit is een moeilijke taak, een constant leerproces, dat veel praktijkervaring en de over en weer hulp van anderen vereist. Het lezen van de evangeliën kan ons hierbij helpen. Hierdoor komen we in mimese met de schrijvers van de bijbel die enorm geïnspireerd waren om de juiste woorden te vinden. En als we in mimese zijn met de schrijvers maken we ons de taal van de bijbel eigen, evenals de bijbelse boodschappen en de interpretatie van de werkelijkheid zoals de bijbel die ons geeft. Er bestaat groot gevaar dat we bij herhaling de oorspronkelijke taal van de bijbel gaan hervertalen in de kretologie van de cultuur. In feite zullen we dat permanent doen omdat wij niet kunnen of willen begrijpen waar we mee bezig zijn. Als de boodschap van het evangelie en de bijbel geen richtlijn voor ons eigen leven wordt, zal het ons zeer moeilijk vallen de nieuwe weg te gaan. De vertaling en interpretatie van de bijbel is een zaak van grote voorzichtigheid. Een waardevolle vertaling geeft de oorspronkelijke bedoeling door en dat kan alleen als de vertaling is gemaakt in de sfeer van de nieuwe wereld, in de wereld van het evangelie en de bijbel, en niet in de sfeer van de wereld van de cultuur.
19
28. Twee werelden: Enkele praktische gevolgen. Het is misschien wel nuttig dat we schetsen hoe we tegen over elkaar staan in de verschillende werelden. In de linker kolom gaat het altijd over het verliezen van de strijd, en soms over het behalen van winst, ook al zijn die processen ingenieus verstopt. Maar hoe goed we de ware aard ook trachten te verbergen, het gaat altijd over macht en vernietiging. Ik luister niet echt. Ik probeer te scoren, de ander te overtuigen, vooral als de ander mij vertelt dat ik fout zit. Ik rivaliseer bij het gebruiken van woorden. Ik ben ervan overtuigd dat de ander mij iets schuldig is, en dat zal ik laten weten. Ik maak onderscheid tussen ‘wij’ en ‘zij’, waarbij wij aan de goede en zij aan de verkeerde kant staan. Ik gebruik bezittelijke voornaamwoorden (mijn, jullie, ons) om anderen uit te sluiten. Ik stel vragen met de bedoeling de ander onzeker te maken en hoop dat ik zo de winst kan binnen halen. Ik probeer de gedachten van de ander te lezen, niet echt bezig zijnd met hem, maar meer bezig mijn vooronderstellingen te toetsen, om tenslotte mijn mening over de ander tegen hem te gebruiken. Als de ander verlegen is met bepaalde situaties maak ik hier gebruik van.
Ik luister naar de ander. Ik kan ertegen als anderen iets over mij zeggen dat ik niet graag hoor. Ik ga er van uit dat ze oprecht zijn. Ik ga op zoek naar mijn eigen verantwoordelijkheden en schuld. Ik gebruik het woord ‘ik’, waarbij ik me verantwoordelijk voel voor alles wat ik zeg en doe. Ik gebruik slechts bezittelijke voornaamwoorden als ook de ander meetelt. Als ik een vraag stel leg ik de achtergrond van mijn vraag uit aan de ander en stel mij zodoende kwetsbaar op. Ik luister zorgvuldig naar de ander en vertel hem over mijn onzekerheden en vooronderstellingen.
Als de ander van zijn stuk is gebracht breng ik daar respect voor op. Zo mogelijk probeer ik hem te helpen bij het achterhalen van de oorzaak van zijn ongemak. Ik kijk de ander recht aan en ben niet bang mijn zwakte te tonen.
Ik ontwijk de blikken van de ander, of ik probeer met mijn ogen zaken af te dwingen, en tracht de zwakke punten van de ander te ontdekken om daar mijn voordeel mee te doen. Ik heb geen tijd voor de ander, want ik ben Ik neem de tijd en sta open voor de ander, want druk met zaken die voor mij belangrijker zijn. ik besef dat zaken waarover ik me druk maak in werkelijkheid niet zo belangrijk zijn. Ik praat over niet-aanwezigen, geef hen de Nooit praat ik negatief over anderen als ze niet schuld van iets of gebruik hen om te scoren. aanwezig zijn. Ik negeer de gevoelens en indrukken van Ik respecteer de gevoelens en meningen van anderen als ze mij worden verteld. Ik weet het anderen en ga niet discussiëren over hun beter. gevoelens en indrukken. Zonder een vraag te stellen meen ik te weten Ik zal altijd vragen of de ander het prettig vindt dat de ander gelukkig zal zijn met een taak die iets wel of niet te doen. ik hem vraag te verrichten. Als de ander deel wordt van een groep is het Als de ander bij ons komt zorgen we er voor dat zijn probleem of hij zijn plekje vindt. hij in de groep wordt opgenomen.
20
Ik verstop de werkelijkheid achter woorden en uitdrukkingen als ‘eenvoudig’ , ‘juist’ , ‘ natuurlijk’ , ‘ eerlijk’ , ‘ in het algemeen’ , ‘het staat vast’ en dergelijke. Mijn taalgebruik is sektarisch in de sfeer van religieus, wetenschappelijk, menselijkheid vertalend naar ideologieën, etc. zodat de ander onzeker wordt. Ik moraliseer en vertel de ander dat het verkeerd is wat hij deed en dat hij dus fout zit. Een roddeltje op zijn tijd ga ik niet uit de weg. Ik gebruik de tien geboden en de bergrede van Jezus tegen anderen, met de bedoeling hen te veroordelen. Ik gebruik woorden als ‘behoren’ , ‘moeten’ , ‘verplicht zijn’ e.d. teneinde de ander dingen te laten doen die wij goed achten. Ik geef toe aan de ander, voeg dan het woord ‘maar’ toe en doe daarmee mijn tegemoetkoming teniet. Ik mag een bepaald persoon nu eenmaal niet en maak hem zodoende tot zondebok.
Ik vraag steeds naar het waarom van dingen, terwijl ik weet dat er geen antwoord is, waardoor de ander in het nauw wordt gebracht. Met ‘waarom-vragen’ pakken we de ander in in het verleden. Ik raak opgewonden en probeer de ander ervan te overtuigen dat hij moet worden als ik ben. Ik probeer verontschuldigingen te vinden voor de dingen die fout gaan. Ik zeg dat ik alleen maar wilde helpen en dat ik het zo goed heb bedoeld. Eigenlijk zijn we dan alweer bezig anderen te beschuldigen. Als we gezamenlijk zoeken naar wegen om problemen op te lossen wijs ik de ideeën van anderen af waardoor ik hen blokkeer en creativiteit van anderen te niet doe en zelf aan de macht blijf. Ik probeer te overtuigen door mijn beweringen sterker te maken, zoals ‘in de naam van God’ etc. Ik manipuleer processen en doe dit natuurlijk met de beste bedoelingen. Als het dan fout afloopt beschuldig ik de ander en zeg dat hij mijn goede bedoelingen heeft doorkruist.
Ik let er op of ik woorden gebruik die zaken verhullen en roep desnoods de hulp van de ander in om te achterhalen wat ik tracht te verbergen. Ik gebruik gewone, eenvoudige woorden die zijn ontleend aan het evangelie en maak zodoende relaties met anderen mogelijk. Ik realiseer me dat ik, als ik moraliseer en roddel, het eigenlijk over mijzelf heb en ik denk aan het verhaal van de splinter en de boomstam. De tien de boden en de bergrede maken het ons mogelijk vast te stellen of we ons wel of niet op de weg van vrijheid bevinden. Als we de weg van vrijheid c.q. de weg van geloof en evangelie, bewandelen gebruiken we geen termen als ‘men zou’ en ‘men moest’. We gebruiken slechts het woord ‘en’. We doen niet af aan onze tegemoetkomingen. Als ik kritiek heb op iemand houd ik mezelf een spiegel voor en herken minder gunstige eigenschappen waardoor ik tot benadering van de ander in staat ben. Ik weet dat het niet gaat om ‘waarom’ maar om ‘wat’. Wat gaan we nu doen in navolging van Jezus.
Ik blijf kalm, in vrijheid, en blijf liever mezelf dan te willen winnen. Ik probeer er achter te komen waarom de ander niet reageerde zoals ik gehoopt had.
Ik sta altijd open voor de vele mogelijkheden die er bestaan om kwesties op te lossen.
Ik gebruik eenvoudige woorden, ook als ik de situatie gecompliceerd of als angstig makend zie. Ik bespreek dingen met anderen in zo groot mogelijke openheid en ben verheugd als zaken ‘in vrijheid’ worden opgelost, ook als ik het met de uitkomsten niet helemaal eens ben.
21
Ik spreek mijn bezorgdheid over de ander uit. Ik leef mee met de ander, lijd als het ware met In feite stel ik me nu boven de ander. hem. Hun lijden is mijn lijden. Samen komen we er uit. Ik heb patiënten, klanten en gevallen. Ik ben samen met anderen en we trachten problemen gezamenlijk op te lossen.
22
29. De nieuwe wereld We weten veel van cultuur en religie en de daarop gebaseerde wereld. Desondanks dienen we er ons voortdurend van bewust te zijn dat de cultuur is gefundeerd op geweld en objectieve hypocrisie. Daarentegen weten we weinig van de nieuwe wereld. We bespeuren sporen van de nieuwe wereld in de evangeliën, in de uitspraken en daden van Jezus en in de eerste hoofdstukken van de Handelingen der Apostelen. Voortdurend wordt een raam geopend en zien we stukjes van de nieuwe wereld. We worden niet meer gehinderd door de mimese van de begeerte en we zijn vrij. Wat dit echt voor ons betekent kunnen we moeilijk bevatten. Jezus zegt dat we in de hemel niet zullen trouwen. We zijn, net als de engelen, bij elkaar 52). We zijn als engelen, in die zin, dat we buiten de mimese van de begeerte zijn. Als gevolg hiervan kennen we geen bezitsdrang meer en hoeven we niet meer te worden beschermd tegen onze begeerte. Dat is de reden dat we niet zullen trouwen. We beschreven slechts één voorbeeld en we ervaren dit voorbeeld als negatief omdat we het huwelijk, dat we altijd zo vanzelfsprekend achtten, niet meer zal zijn. We kunnen ons niet voorstellen hoe het zal zijn om als engelen te leven in de hemel, niet gehuwd zijnde, daar zelfs geen behoefte aan te hebben. In onze dromen kunnen we die toestand proberen voor te stellen. We weten dat er in de nieuwe wereld geen tijdbesef is. Tijd en ruimte zijn verbonden met de cultuur. Als de bijbel verhaalt over de nieuwe wereld is dat gekoppeld aan het begrip eeuwigheid, maar nogmaals, we kunnen ons hiervan geen voorstelling maken, we kunnen hierover hooguit fantaseren. Johannes beschrijft zijn droom in het bijbelboek de Openbaring, een droom over het nieuwe Jeruzalem dat zijn oorsprong kent in de hemel. Dit is de nieuwe wereld die ons wordt geschonken 53). (Noot van de bewerker van dit boek: De auteur Roel Kaptein, die dit boek in de Engelse taal heeft gepubliceerd, is inmiddels overleden. Op zijn grafsteen staan de woorden ‘naar het nieuwe Jeruzalem’)
Het betreft een zeer waardevolle droom, die aangeeft dat de nieuwe wereld mooier is dan we ons kunnen voorstellen. Ook de apostel Paulus geeft dit aan 54). We hebben allen onze dromen, soms vinden we ze dwaas, en dat hoeven we niet te betreuren zolang onze dromen kunnen worden gekoppeld aan de woorden van Paulus. De nieuwe wereld is een droom en gelijktijdig een werkelijkheid. Als we geloven, bij Jezus behoren en in mimese zijn met Hem, kunnen we hiervan overtuigd zijn. Het geloof is de zekerheid van de dingen die men hoopt, en het bewijs van de dingen die men niet ziet 55). Deze woorden van Paulus duiden op een wondermooie werkelijkheid. De nieuwe wereld nodigt uit. En dan hebben we het niet over Utopia, een culturele droom waar we naar streven. Het is een uitnodiging van en naar de vrijheid. Alleen als ons de vrijheid wordt gegeven kunnen we de stap maken die ons vrij maakt. We overwinnen onze begrijpelijke angst, elke keer als we een volgende, als riskant ervaren, stap zetten. Overwinningen die op deze wijze worden behaald zijn geschonken.
23
30. De wereld van het evangelie: Cultuurcontrast. De nieuwe wereld kan niet eenvoudig worden aangeduid als het tegengestelde van de oude wereld. De weg naar en in de nieuwe wereld zullen we nooit vinden door te vechten tegen de oude wereld en bijbehorende mechanismen. In de niet aflatende machtsstrijd die we aanleerden in het proces van de interne bemiddeling binnen onze hedendaagse cultuur, zijn beide werelden spiegelbeelden van elkaar. We hoeven maar te denken aan de stelling dat plus en min hetzelfde zijn. Als we vechten tegen deze wereld kunnen we slechts bekomen wat we niet hebben gewenst, ons overkomt datgene wat we wilden vermijden. Knokken voor vrede levert alleen maar meer geweld op. Vechten tegen het zondebokmechanisme betekent dat we anderen gaan aanwijzen als zondebok. De weg naar de nieuwe wereld kan nooit die zijn van een tegengestelde of contracultuur, een cultuur die er naar streeft de bestaande cultuur te overvleugelen. Door Jezus te volgen zoeken we de cultuur buiten de mimese van de begeerte. Dat is het Koninkrijk van God, de cultuur waar we elkaar en onszelf kennen zoals we zijn, de wereld die wars is van huichelachtigheid, geweld en rivaliteit. Het is de wereld waarin onze kijk op de ander niet wordt vervormd door begeerte en rivaliteit. In het Koninkrijk, in deze contrasterende cultuur, is alles tegengesteld aan het oude, zoals het evangelie beschrijft. De zondebokken die zijn uitgedreven in de wereld van de religie en de cultuur staan centraal in de nieuwe wereld, in de contrasterende cultuur, de cultuur van het evangelie. De zondebok staat voor de persoon die in de oude wereld niet mee deed aan het inzetten van geweld. Hij heeft ongewild alle agressie naar zich toegetrokken, en de anderen schijnbare rust en onderlinge samenhang gegeven door het geweld en de agressie op de schouders te nemen 56). De zwakken, de hulp- en hopelozen staan centraal in het koninkrijk. Zij vormen de hoop en de brug voor de rest van ons die nog verkeren in de strijd om de macht. Ook al rivaliseren anderen nog zo hard om persoonlijke doelen te behalen, kunnen wij toch vanuit de vrijheid die wij in Christus hebben gevonden, bijdragen aan het verwerkelijken van hun vrijheid. In de contrastcultuur, de weg van het Koninkrijk, leren we gezamenlijk op de wijze zoals Jezus heeft voorgedaan. Dit houdt in dat er geen sprake is van het aanwijzen van schuldigen, model-obstakel verhoudingen die tot de ondergang van personen leiden, rivaliteit tussen mensen en begeerte, zelfs niet van de begeerte anderen te willen genezen. Het betekent de uiteindelijke vrijheid, samen met anderen in overvloed levend, een vrijheid en overvloed die door ons in verworven, maar aan ons is gegeven.
24
31. Gebed Als we bidden trachten we in de nabijheid van God te komen. Als we bidden in de naam van Jezus, zoeken we God, we willen bij Hem zijn in mimese met Jezus, die het beeld van God is. Als we bidden, vragen we gered te worden van de mimese van de begeerte en willen we, samen met Hem, buiten de begeerte staan, in een vorm van mimese die ons vrij maakt. Bidden betekent vragen te worden gered van het gaan op onze eigen wegen, wegen die altijd met begeerte hebben te maken en gekenmerkt worden door rivaliteit, onvrijheid en niet gelukkig zijn. Maar, onder invloed van onze wereld kan de vreugde die samengaat met de verhoring van ons gebed weer ongedaan worden gemaakt. Al biddende vragen we te mogen wandelen weg met God, overeenkomstig Zijn wil. Ook al menen we zelf te weten wat goed is voor ons, zeggen we toch: Uw wil is belangrijker dan de mijne 57). Het gebed van de Heer dat wij het ‘Onze Vader’ hebben genoemd 58), gaat geheel over het koninkrijk van God, waar Hij de Koning van onze harten en levens zal zijn. Elke zin van het gebed wijst ons op de weg van Jezus. Onze Vader in de hemel,
Uw naam worde geheiligd,
Uw Koninkrijk kome, Uw wil geschiede,
zowel in de hemel als op aarde. Geef ons heden ons dagelijks brood
en vergeef ons onze schulden
zoals wij vergeven onze schuldenaren.
En leidt ons niet in verzoeking,
God bevindt zich in de hemel. Voor ons is Hij zo hoog dat we niet met Hem kunnen rivaliseren. In deze zin is Hij voor ons een externe middelaar. De naam van God, Zijn wezen, kan door ons niet worden benaderd. Als we Hem zo dicht zouden kunnen naderen, dat Hij als het ware onze gelijke zou worden, is Hij niet langer onze Vader. Hij is in die situatie de god geworden van de mensen die het zondebokmechanisme hanteren. Hij schenkt ons Zijn Koninkrijk. Het is niet onze verdienste. Moge het ons zijn gegeven Uw wil te doen, te doen zoals Jezus het ons heeft voorgedaan, de woorden te gebruiken die Hij heeft uitgesproken, te zijn buiten de mimese van de begeerte. Op deze wijze zijn we reeds in het komende Koninkrijk. Laat ons uw wil doen, als engelen die voortdurend in mimese met u zijn. Help ons niet meer te wensen dan we heden nodig hebben, zelfs niet begeren datgene waarvan we weten dat u het kunt schenken. Vergeef ons dat we keer op keer terug vallen in ons oude leven, het leven van de mimese van de begeerte, anderen en U onrecht aandoende. Als wij in gebed zijn, dicht bij U, belijden we dat we anderen onze vergeving niet langer kunnen onthouden. Houd ons dicht bij U, zodat we niet tegen een struikelblok aanlopen en weer in de kuil van de begeerte zullen vallen.
25
maar verlos ons van het kwade.
Red ons van satan, die de belichaming is van de mimese van de begeerte, die het struikelblok is voor een ieder die het zonder U meent te kunnen stellen.
Gebed is een beweging, weg uit de cultuur, richting God en Zijn Koninkrijk. Hetzelfde effect doet zich ook voor als anderen voor ons bidden. Als we weten dat mensen voor ons bidden, mensen waarvan we weten dat ze met ons dezelfde weg bewandelen, weten we dat we samen op weg zijn. Dit kan zelfs het geval zijn als we niet op de hoogte zijn van de omstandigheid dat anderen voor ons bidden. We zullen nooit alle wegen leren kennen waarlangs de harten en levens van mensen elkaar ontmoeten.
26
32. Vallen en opstaan bij het gaan van de weg. In het bijbelboek de Handelingen van de Apostelen wordt het leven in het geloof aangeduid met het gaan van de Weg 59). Jezus bewandelde zijn Weg door Israël tot het kruis. Het volgen van Hem houdt in dat we Hem moeten volgen op Zijn Weg. Alleen op deze wijze leidt onze weg ons in en naar vrijheid. Tegelijkertijd blijft het Zijn Weg. Jezus leidt ons. Elke keer als we niet weten hoe we de volgende stap moeten nemen kijken we op naar Hem en zien in Zijn ogen wat Hij ons wil zeggen. Wij worden geïnspireerd door Zijn spreken en handelen en nieuwe hoop drijft ons, zodat dat we niet blijven stil staan of terug worden geworpen. Het is die hoop die ons voort doet gaan en in onze relatie met Jezus ons de zekerheid geeft te kunnen volharden. Op de Weg worden we geconfronteerd met de dingen die ons struikelblok kunnen worden. Voortdurend falen we omdat we ons verwijderen van Jezus en de begeerte weer het hoofd opsteekt. En, ofschoon we beter weten, gaan we weer rivaliseren. Hiervan zijn voorbeelden te over. We gaan voor nastrevenswaardige christelijke doelen. We worden boos op mensen die volgens ons verkeerd handelen en die ons of onze kinderen onrecht aan doen. We zoeken naar zondebokken en we zullen het hen laten weten ook. We behandelen de ander alsof hij niet een volger van Jezus is, alsof hij de duivel is die ons wil vernietigen. Die ‘ander’ kan een lid van onze eigen gemeenschap zijn, onze echtgenoot, een buurman, kortom alles en iedereen. Als we op de Weg zijn bidden we bij voortduring: Help ons zodat we op de Weg van het geloof blijven 60). Op deze Weg zijn we niet alleen, ook al zien we zo nu en dan geen mensen om ons heen. Echter, doorgaans zijn we samen met anderen op weg, anderen, die net als wij, Jezus kennen en Hem proberen te volgen. Soms gaan we met mensen die Jezus schijnbaar niet kennen en toch herkennen we Jezus in hen. Samen gaan we op pad, niet omdat we hen willen helpen. We weten dat in onze cultuur de verlener van hulp, hoe goed de intenties ook zijn, eigenlijk boven de geholpene gaat staan. We gaan samen op pad, op voet van gelijkheid, en we hebben het over vrijheid, proberen ons in te leven in de situatie van de ander en daarnaar te handelen. We proberen te begrijpen wat anderen bezig houdt, de politici, de mensen die zich zorgen maken, onze kinderen, de zieken en gebrekkigen, de mensen die angstig zijn, de gevangenen, de psychiatrische patiënten, enzovoort. Als we onze weg op deze wijze gaan mogen we wonderen verwachten. Een ieder die we ontmoeten laat ons het gezicht van Jezus zien dat ons vraagt hem te volgen. Het gezicht kan zowel helder zichtbaar zijn als diep verborgen. Als wij in staat zijn anderen het gezicht van Jezus te laten zien dan kunnen ze dat gezicht herkennen zonder precies te weten wat er aan de hand is. Uit de evangeliën weten we dat iedere keer als Jezus Zijn aanwezigheid toont er wonderen gebeuren. De blinden zien, de doven horen, de doden staan op en het evangelie wordt naar de armen gebracht 61). Het nieuwe leven begint als we vrij zijn van de mimese van de begeerte. Als we de weg gaan laten we anderen dingen zien die hun leven veranderen. Of het zijn de anderen die ons glimpen doen opvangen die ons leven verandert. Dikwijls begrijpen wij en de ander niet wat er precies aan de hand is en verbazen we ons over de positieve dingen die zich voordoen. Ik word vrolijk omdat een ander iets uitstraalt dat mij blij maakt. Het is de lach, de blik, de handdruk of het gevoel dat zichtbaar is in de ogen van de ander of van mij. Soms blijken mensen heel anders in elkaar te zitten dan we dachten. Ondanks de bestaande vooroordelen zien we ineens hoe de ander werkelijk is. Het is niet onze taak het koninkrijk te realiseren. Als we het wel willen zijn we weer aan het rivaliseren geslagen. Onze mogelijkheden komen voort uit het gehoorzamen en volgen van Jezus op Zijn Weg. Als onze kijk op de werkelijkheid verandert door iets wat we zien of meemaken dan is er sprake van een gift. Het koninkrijk komt altijd uit de hemel en wordt niet door ons gebouwd.
27
Als we het voorgaande vertalen naar onze modellen, betekent het gaan van de Weg dat we de omvang van een punt moeten aannemen. Het valt ons zwaar te worden gereduceerd tot een punt. Dit heeft iets van doen met sterven. We kunnen onze belangen, alles waar we voor vechten, pas opgeven als we ervan overtuigd zijn dat ze onbelangrijk zijn. We komen, net als de apostel Paulus, tot de conclusie dat we het grootste deel van ons leven hebben verspild aan het niet aflatend najagen van goede doelen, er uiteindelijk naar strevend zelf goed te zijn 62). Alweer lopen we tegen een evangelische paradox aan. Door alles te verliezen, door onze handen, die gewend zijn aan pakken en vasthouden, te openen, worden ze gevuld met nieuwe mogelijkheden en een nieuw leven.
28
33. Heling Zonder te zijn ‘geheeld’ is toegang tot de nieuwe wereld niet mogelijk. Geheeld zijn van de lasten die begeerte en rivaliteit veroorzaken is een noodzaak. Is de letter P alleen het verschil tussen de woorden ‘helpen’ en ‘helen’ ? Er bestaat namelijk een wereld van verschil tussen helen en helpen. Heling staat los van het ontvangen van hulp. Het verlenen van hulp is een culturele aangelegenheid en onderdeel van het spel om de macht. Omdat het verlenen van hulp in de wereld van de cultuur algemeen is geaccepteerd, is helpen een effectief middel geworden om macht over anderen te kunnen blijven uitoefenen, iets dat nauw verwant is aan het benoemen van zondebokken. Hoe goedbedoeld ook, het verlenen van hulp is een machtsspel waarbij de nood van de ander wordt gebruikt en dit wordt versterkt naarmate de hulpverleningsprofessie toeneemt. De geholpene wordt gemanipuleerd en moet ook nog eens de hulpverlener betalen in de vorm van geld of het verlies van vrijheid. Heling houdt iets totaal anders in. Heling is een bijzonder gebeuren dat dikwijls eenvoudig plaats vindt. Heling vindt plaats doordat mensen naast elkaar gaan staan, zodat vrijheid op de voorgrond treedt, doch dat is strijdig met de gang van zaken in de wereld van de cultuur. Echter, alleen in contact met mensen die je vrijheid geven, mensen die dus naast je en niet boven je gaan staan, kun je in vrijheid je eigen plekje vinden, waardoor alle beslommeringen van je af vallen. Je bent geheeld van de angst voor geweld, je bent niet meer bang om als zondebok te worden bestempeld en je bent bevrijd van de druk die begeerte en rivaliteit met zich meebrengen. Tijdens het proces van heling is de heler niet voortdurend druk met en bezorgd over de mensen waarmee hij contact heeft. In plaats daarvan verkeert hij in vrijheid met de ander. Culturele verschillen met bijkomend geweld bestaan niet meer (Bijvoorbeeld: Als jij mijn advies niet opvolgt trek ik mijn handen van je af). De een is niet meer belangrijker dan de ander. Als de heler iets onderneemt zijn zijn acties gebaseerd op het besef dat de ander is geblokkeerd door de mimese van de begeerte. De heler wordt bijvoorbeeld verteld dat de ander recht heeft op bepaalde dingen, ook al gaat de ander gebukt onder de zorgen die het vechten voor zijn rechten met zich meebrengen. Misschien kan de heler in deze situatie bijdragen aan het wegnemen van struikelblokken in de spatiale mimese tussen hem en de ander zonder de vrijheid van de ander aan te tasten. Het voorgaande heeft ook betrekking op de ontmoeting tussen een individu en een groep. Groepen zitten ook gevangen in zowel spatiale als temporele mimese. Een groep in vrijheid ontmoeten, en daardoor tevens de krachtige mimetische druk van de groep, brengt je ook in contact met de leden van de groep die als zondebokken zijn aangemerkt. In groepen die worden gedomineerd door ‘haviken’ (dood aan de moslems, de protestanten, de katholieken, de christenen, de Hindoes, de terroristen, de fundamentalisten, etc.) worden de ‘watjes’ uitgestoten. Ook in dit geval geldt dat heling geen kwestie is van het uitoefenen van macht. Het gaat altijd over vrijheid die in beginsel niet is gekoppeld aan macht, vertrouwend dat het Koninkrijk is met en voor de zwakken.
29
34. De zwakken binnen onze samenleving. In vergelijking met de ontwikkelingslanden zijn er in ons deel van de wereld maar weinig werkelijk arme mensen te vinden. Niemand lijdt echte honger, niemand loopt er naakt bij. Hoe kunnen we dan Jezus vinden in ons deel van de wereld? Hoe vinden we Hem en als gevolg daarvan onszelf? Alleen door Hem te ontmoeten kunnen we door Hem gevonden worden. In het evangelie van Matheus vertelt Jezus ons dat we Hem kunnen ontmoeten in en door de hongerige, de dorstige, de vreemdeling, de naakte, de zieke en de gevangene 63). Zij zijn de hulplozen in onze maatschappij en onze zondebokken. Door hen aan te zien laat Jezus ons Zijn gezicht en het onze zien. Er zijn nog steeds hongerigen en dorstigen onder ons. Er zijn nog steeds naakten, ook al dragen zij kleding. En natuurlijk zijn er vreemdelingen, mensen van ander ras, die door ons zonder aarzeling als zondebok worden bestempeld. Er zijn er ook die werkeloos zijn en blijven, die leven aan de rand van onze maatschappij, uitgedreven, net als de melaatsen voorheen. Als zij eenmaal volledig buiten de maatschappij staan, als zij het zoeken naar werk hebben opgegeven en hun leven aan de rand van onze samenleving zo leefbaar mogelijk proberen te maken, laten we ons dan realiseren dat wij ze zo hebben gemaakt. We hebben hetzelfde gedaan met degenen die zogenaamd psychisch niet helemaal in orde zijn. Het zijn de mensen die het niet hebben kunnen volhouden zich waar te maken in onze rivaliserende wereld. In feite hebben wij ze aan de kant gezet. We hebben ze opgesloten in psychiatrische inrichtingen die dikwijls minder vrijheid bieden dan een gevangenis. En als te veel psychisch ‘gestoorden’ aandacht van ons vragen, wordt het voor ons te duur en laten we ze liever een kwijnend bestaan leiden. We sluiten hen op en leveren hen over aan de professionele helpers, die wat betreft hun inkomen van hen afhankelijk zijn. De kosten van de gezondheidszorg lopen op en wie is wederom zondebok? Juist, de psychiatrische patiënten! Gevangenen zijn door ons zonder dralen aangewezen als zondebok. Voor hun veroordeling zijn ze al gebrandmerkt als crimineel en terrorist. Jezus stelt ons de vraag of wij Hem hebben bezocht toen Hij zich in de gevangenis bevond. Om ons zogenaamde normale bestaan zeker te stellen hebben we een geweldig zondebokmechanisme tot onze beschikking. Jezus zegt ons dat we verloren zijn als we Hem niet herkennen in onze slachtoffers en hen in hun hulpeloosheid geen medemenselijkheid bewijzen 64). We kunnen niet bijdragen aan de heling van anderen als we niet zelf zijn geheeld. Heling van de ander begint met de erkenning van onze eigen zwakte en het beëindigen van het spel om de macht. Heling betekent dat we ons richten op de zwakken en ons leven vinden in hen. De zwakken hebben reeds de status van kinderen van God. Door ons leven te veranderen en ons de te richten op de zwakken, zoals Jezus ons oproept te doen, kunnen we bij God komen 65). Hoe we dat moeten realiseren is onder ons dikwijls onderwerp van gesprek. We zullen de Weg zeker vinden als we ons er op hebben voorbereid en Jezus volgen.
30
35. Toewijding Ik zeg u daarom, broeders, dat u zich helemaal aan God moet wijden. Temeer omdat Hij u al Zijn liefdevolle goedheid aanbiedt (66). Noot: Toewijding, aanbidding en verering liggen in elkaars verlengde. In het Engels wordt het woord ‘worship’ gebruikt dat o.i. samen gaat met het Nederlandse begrip ‘verering’ .
We gaan de Weg, ons bewust zijnde van Jezus en Zijn Koninkrijk, het Koninkrijk van God. We kunnen alleen maar op de Weg blijven als we in mimese zijn en blijven met Hem. Verering en toewijding betekenen in de praktijk dat we in de nabijheid van God zijn, ons met Hem verstaan, onze dank tonen voor Zijn daden omdat Hij ons in Jezus heeft verlost van de mimese van de begeerte. Als we verering, zoals hier bedoeld, gaan plaatsen in onze modellen komen we terecht in een driehoeksverhouding die ons vrijheid van beweging geeft. Een punt van de driehoek wordt gevormd door mij of een groep gelovigen. Het tweede punt wordt gevormd door de wereld waarin wij leven en die voor ons een realiteit is. Het derde punt is de werkelijkheid van Jezus en de nieuwe wereld, die ons een helder inzicht verschaft in onze huidige toestand en ons de weg naar Hem en het Koninkrijk wijst. Als we Hem zijn toegewijd, in aanbidding zijn, denken we aan onze verlossing. We gaan onze weg in samenspraak en saamhorigheid met Hem en we prijzen Hem om hetgeen Hij heeft bewerkt in ons en nog steeds bewerkt. Zo lang de aanbidding geen vast onderdeel van ons leven is, is er sprake van rivaliteit met de culturele opties die wij hebben en die van doen hebben met de geest van de tijd en onze belangen. Als zich dit voordoet is de aanbidding en verering aan de verliezende hand. We aanbidden in deze situatie met een verdeeld hart. Laten we de zondag ook gebruiken om vrij te zijn van de dagelijkse beslommeringen en rivaliteit, om ruimte voor aanbidding te hebben. Als we in vrijheid op de Weg zijn en ons in de geest bevinden bij het kruis van Golgatha, is er voortdurend ruimte om God te aanbidden en te bidden voor onze verdeelde aarde die dreigt ten onder te gaan aan de gevolgen van rivaliteit: de strijd om de macht en het afschuwelijke geweld waarmee de strijd gepaard gaat. Dan is het Bali waar terroristen een eind maakten aan de levens van honderden toeristen. De aanslagen op het WTC, met duizenden doden als gevolg, zijn nog pijnlijk vers in ons geheugen opgeslagen. We denken, in willekeurige volgorde, ook aan de Verenigde Staten die een oorlog tegen Irak voerden op twijfelachtige gronden, de wreedheden van de Taliban in Afghanistan, de tegenacties van het Westen in Afghanistan, de moordpartijen in het Midden Oosten, de zinloze strijd tussen Engeland en Argentinië met de onbeduidende Falklands als inzet, de strijd tussen India en Pakistan over een relatief klein stukje land, de continu machtstrijd tussen LPF leden die het einde van een regering veroorzaakten, de machtsstrijd op ons werk tussen collega’s onderling, tussen leiding en medewerkers, de strijd in het gezin tussen ouders onderling en met hun kinderen en, laten we eerlijk zijn, we komen papier te kort om alle ellende op te sommen die het gevolg is van de mimese van de begeerte: de strijd om de macht.
31
37. Samen met anderen Als we Jezus volgen en met Hem de Weg volgen zijn we nooit alleen. We bevinden ons voortdurend in het gezelschap van anderen. Het gevoel Hem te kennen en te volgen zal altijd blijven. Als twee of drie in Zijn naam bij elkaar zijn, daar waar twee of drie zich bewust zijn van Hem, daar is Hij in hun midden 67). We zijn samen met Hem. Hij stelt ons in staat Hem te volgen en in mimese te zijn met Hem. Als we met Hem samen zijn, zijn we met Hem en anderen in gemeenschap. Als we bij elkaar blijven geven we elkaar kracht. We troosten elkaar en we wijzen elkaar de Weg. We moeten vorm geven aan ons samenzijn, anders gaan we rivaliseren en maken we alles weer kapot. Ook al geloven we dat Jezus chaos kan doorbreken, dan nog moeten we bij elkaar blijven en hebben we elkaar nodig, willen we met elkaar op de Weg blijven. We kunnen niet zonder samen zijn. We hebben het nodig aan ons samenzijn vorm te geven, zodat we ruimte creëren in deze wereld en in onze levens. Kerken zijn een voorbeeld van vormgeving. Velen van ons behoren tot een kerkgemeenschap. We weten dat wij allen bij elkaar horen omdat we Jezus toebehoren. We weten ook dat de grenzen tussen kerken en de grenzen tussen kerken en de wereld niet bestaan als we met elkaar Jezus volgen. Ons samenzijn heeft vorm nodig. Deze vorm heeft niets van doen met onveranderlijke structuren. Onze gemeenschapsvorm is veranderlijk en wijzigt in de tijd en per land. We zien dat oude vormen vervagen en we zien nieuwe vormen opkomen. De vorm die op dit moment passend is voor ons houdt ook in dat we samen bidden en samen het Evangelie lezen. Door voor elkaar te bidden nemen we elkaar als het ware bij de hand als we gezamenlijk op de Weg zijn. Als ik weet dat anderen voor mij bidden ben ik samen met hen op de Weg. Mijn blik is afgewend van de problemen van deze wereld, ik word niet meer geplaagd door rivaliteit en ik houd mijn ogen gericht op Jezus. Door voor anderen te bidden blijf ik zelf op de Weg. In de gemeenschap en de vorm die bij ons past leven we op deze aarde. Gezamenlijk zoeken we de Weg en blijven deze bewandelen. We bidden voor deze wereld, voor onze metgezellen, de overheid, vijanden en anderen die zich, om welke reden ook, in conflictsituaties bevinden. We geloven dat ons gebed hen meer vrijheid gaat bieden. We weten dat als we tot God bidden in de naam van Jezus, dat Hij er zal zijn, dat Hij zaken ten goede doet keren en ons op de benen houdt als we op de Weg dreigen te struikelen. Op het bidden voor elkaar is onze gemeenschap met anderen gebaseerd. We voeren uit wat ons in vrijheid is gegeven. Zo gaan we onze weg op deze aarde, terwijl we deel zijn van de onstuimige bewegingen waardoor de veranderingen plaats vinden. We nemen deel op onze wijze, vaak niet wetend tot welke resultaten het leidt. We vertrouwen er op dat God zelf zorgt voor de resultaten. We moeten Jezus volgen waar Hij ons ook brengt, doende wat Hij in omgang met Hem van ons vraagt.
32
Naschrift Dit ‘handboek’ is het resultaat van de samenwerking van leden van Corrymeela te Ierland. Met succes zijn wij, oorspronkelijk vijanden van elkaar, protestanten en katholieken, samen op weg gegaan, de weg van vrijheid. Dit boek is bedoeld als handreiking naar al die anderen die ook de weg van vrijheid willen gaan. Bij het ontdekken van de weg voelen wij ons erg geholpen door Girard, de Californische hoogleraar, die inzichtelijke onderzoekresultaten heeft gepubliceerd over mimese, zondebokmechanisme, model-obstakels, etc. De blik van het slachtoffer waarin we onszelf herkennen en onze menselijke situatie opnieuw ontdekken, staat centraal in het denken van de auteur Emmanuel Levinas, die na de Russische revolutie in het Westen ging wonen. We maakten ook kennis met de werken van Ivan Illich en ook in zijn werk hebben we ons herkend. We beleefden dat de genoemde auteurs samen met ons de Weg van vrijheid gingen. Uiteraard kunnen we meerdere namen noemen, zoals Jean-Michel Oughhourlian, Norbert Lofink, Raimund Schwacher en nog vele anderen. Hun directe of indirecte invloed op ons denken en handelen was aanzienlijk en we beschouwen ook hen in dankbaarheid als metgezellen op de Weg van Vrijheid.
33
Aantekeningen
1. 2.
3.
4.
5. 6. 7. 8.
De begrippen die in de tekst zijn gemarkeerd met *) worden omschreven in het hoofdstuk ‘Samenvatting van de gehanteerde begrippen’. Genesis 3, 1-7, in het bijzonder vers 6a: Hier zien we ook de begeerte van de slang. De slang wil dat de vrouw begerig wordt. Op deze wijze wordt de slang het struikelblok voor Eva. De strijd om de Falklands tussen Engeland en Argentinië is een voorbeeld van mimese in de politiek. De machthebbers in Argentinië konden de interne problemen niet meer aan en ze zochten, zoals het vaker gaat, een zondebok. Ze vonden de zondebok door het oog te laten vallen op de Falklands. Nu had Engeland nooit enig oog gehad voor de Falklands, maar toen Argentinië de eilandengroep begeerde kon Engeland niet achter blijven en ook in Engeland ontstond de begeerte naar de Falklands. En als een machtige staat als Engeland de Falklands gaat begeren moet het wel iets bijzonders zijn en dus ontstaat er binnen Argentinië nog meer begeerte naar het bezit van de voorheen zo onbelankrijke eilanden. De eilanden worden kennelijk zo belangrijk dat Argentinië voor het verkrijgen ervan bereid is grote offers te brengen in de vorm van mensenlevens en materiaal. Hierdoor steeg de begeerte van Engeland weer en ook zij waren bereid er mensenlevens en materiaal tegenaan te gooien. Engeland werd uiteindelijk de ‘winnaar’. Maar nu de eilanden niet meer begeerd worden, zijn ze in feite weer waardeloos geworden. De begeerte eindigde in chaos, een chaos waaruit de sterkste als ‘winnaar’ te voorschijn kwam. Zowel in ons eigen leven als op het wereldtoneel, in het heden en het verleden, kunnen we gemakkelijk vele voorbeelden vinden die qua model overeenkomen met het voorbeeld van de Falklands. Dit gaat op voor alle relaties waarbinnen mensen slaven van elkaar zijn. Als er dan sprake is van een scheiding is de omgeving verbaasd, want al die jaren werd de indruk gewekt dat ze zo veel van elkaar hielden. Ook terroristen bevinden zich in een model-obstakel relatie. Ze terroriseren hun slachtoffers met de bedoeling machtiger te worden dan hun modellen. Doch, zelfs als ze hun slachtoffers doden, blijven ze in een situatie van diepe wanhoop verkeren. Mattheüs 9:9. “….en Hij zei tot hem ‘volg mij’ “. Het volgen van Jezus is een van de sleutelwoorden van het evangelie. Johannes 5:8. ‘ Sta op, neem je bed op en loop’ . In feite zei Jezus: “Vergeet alles wat te maken heeft met rivaliteit. Ik bevrijd je hiervan”. En toen liep hij. Over deze strijd spreken de evangeliën duidelijke taal. In Mattheüs 16:25 staat: ‘Een ieder die zijn leven voor zichzelf wil behouden zal het verliezen’ . Vanuit dit gezichtspunt zijn de onder hulp- en zorgverlening vallende beroepen de beroepen die zich ontfermen over de door de maatschappij verdreven zondebokken, beroepen die deel uitmaken van de maatschappij als geheel. Op de ene of de andere wijze zorgen de professionals ervoor dat de degen aan wie ze hulp verlenen, blijven zitten in de hoek waar de zondebokken behoren te zijn. Eigenlijk ziet de maatschappij niet graag dat hulpverleners zondebokken helpen te ontsnappen uit hun situatie. Als de hulpverleners dat wel doen komen ze zelf terecht in de rol van zondebok. Een voorbeeld: Een personeelsfunctionaris of maatschappelijk werker, in dienst van een onderneming, die knokt voor het belang van medewerkers die dreigen ontslagen te worden, zal worden verweten dat ze het bedrijfsbelang uit het oog
34
9. 10.
11. 12.
13. 14. 15. 16.
17. 18. 19. 20.
21.
verliezen. Hierdoor worden ze ook zondebok en als ook zij, wegens disfunctioneren, ontslagen worden, worden ze zelf werkeloos en ook nog eens voor de tweede keer zondebok. Velen in onze maatschappij vinden dat werkelozen profiteren van onze voorzieningen. Exodus 20:12: ‘Heb eerbied voor je vader en moeder, dan krijg je een lang en goed leven in het land dat Jahweh, je God, je geven zal’. Wat zijn de verschillen tussen de god of goden van de religie en Jahweh, de vader van Jezus en de God van de bijbel? De goden van de religie zijn in staat al het goede of het kwade over je af te roepen, afhankelijk van hun luimen word je vervloekt of gezegend. We zijn geheel afhankelijk van deze ondoorgrondelijke en grillige goden. De relatie met hen wordt gekenmerkt door vrees en onderdanigheid. Ze zijn de goden van degenen die keer op keer het zondebokmechanisme in werking stellen waardoor de zondebokken worden gemaakt. Jahweh, de vader van Jezus, is de God die door de zondebokken werd ontdekt op het moment dat ze zouden worden geofferd door de zondebokmakers. Op oudejaarsavond 2002 gaf Joep van Hek een analyse van de wereld van de religie. Keer op keer roept hij ‘we want more’, aangevend dat de verwende welvaartmens nooit tevreden is en dan maar het zondebokmechanisme in werking stelt teneinde de oorzaak van de onvrede te vinden en teniet te doen. De zondebokken zijn snel gevonden, zonder aarzeling stemmen bijna twee miljoen Nederlanders op de Lijst Pim Fortuyn, de lijst die de asielzoekers aanwijst als de veroorzakers van het feit dat onze welvaart stagneert. Deze zondebokken moeten zonodig met geweld worden uitgedreven uit onze maatschappij. Jahwe is echter de God die geen geweld inzet. Hij rivaliseert niet met mensen of andere goden. Juist vanwege zijn geweldloosheid is Hij almachtig. Doordat Hij niet rivaliseert vertonen zijn wil en daden geen grilligheid. De relatie met Hem wordt gekenmerkt door vertrouwen. Als we Hem verlaten en weer in de handen van de goden van de religie vallen, ontdekken we weer de angst. Lukas 23:34: Jezus zei: ‘ Vader, vergeef het hen. Ze weten niet wat ze doen’. Markus 10:18: Jezus zei:’ Waarom noemen jullie mij goed? Niemand is goed dan God alleen. De wens net zo goed te zijn als hij geeft eigenlijk aan dat je helemaal niet goed wilt zijn. Mattheüs 23:15: ‘ Godsdienstleraren en Farizeeërs, het ziet er slecht voor u uit. U bent stuk voor stuk huichelaars’ . Johannes 8:44: ‘ Jullie zijn kinderen van de duivel en je doet met plezier wat hij wil’. Markus 10:18; Jezus zei tot hem: “Waarom noem je me goed. Niemand is goed dan God alleen.” Jezus weigert het spelletje mee te spelen. Het woord zondebok verschijnt omstreeks 1600 in de West Europese talen. Voor deze tijd kende men het begrip niet. De bekendwording van het woord zondebok valt samen met de opkomst van de subjectieve hypocrisie. Jesaja 43:1 Ik heb je bij je naam geroepen, je bent van mij. Lukas 23:34 Jezus zei: ‘ Vader, vergeef het hen. Ze weten niet wat ze doen’ Mattheüs 5:45 ‘…want Hij geeft het licht van de zon aan goede en slechte mensen’. Hij laat het regenen voor schuldigen en onschuldigen’. Johannes 14:6-7 ‘Ik ben de weg. De waarheid en het leven’ , antwoordde Jezus, ‘Ik ben de enige weg tot de Vader. Als u Mij kent, moet u ook mijn Vader kennen’. Mattheüs 18:20 Want als twee of drie mensen bij elkaar zijn, omdat zij bij Mij horen, ben Ik bij hen.
35
22.
Johannes 13:13 Jullie noemen mij Meester en Here. En dat is juist, want dat ben Ik ook. 23. Genesis 3:6 De vrouw liet zich ompraten. Zij keek naar de boom en zag dat de vrucht eetbaar was en er prachtig uitzag. Die vrucht kon haar verstandig maken. Romeinen 5:19 Zoals de ongehoorzaamheid van Adam tot gevolg had dat de mensen zondaars werden, is het gevolg van de gehoorzaamheid van Christus dat tallozen rechtvaardig worden verklaard. De buiten de begeerte staande Jezus is de nieuwe Adam. 1 Corinthe 15:45 …maar Christus, de laatste Adam, geeft geestelijk leven… 24. Het kiezen staat centraal in belangrijke teksten: Deuteronomium 30:19-20 Hemel en aarde zijn mijn getuigen dat ik u vandaag de keus heb gegeven tussen leven en dood, zegen en vloek. Kies dan toch het leven, zodat u en uw kinderen mogen leven. Kies voor het liefhebben en gehoorzamen van de Here, uw God. Jozua 24:15 … besluit vandaag nog wie u wel wilt dienen .... In het Nieuwe testament kiezen we door Jezus te volgen. 25. Markus 10:29-31 Een ieder die zijn huis, broers, zusters, vader, moeder, kinderen of bezittingen uit liefde voor Mij verlaat en andere mensen over het plan van God vertelt, krijgt honderd keer zoveel terug. Hier en nu. Huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en bezittingen; dat staat vast. Maar hij zal ook worden vervolgd. En in de komende wereld krijgt hij het eeuwige leven. Mattheüs 11:28-30 Als de lasten u drukken en u vermoeid raakt, kom dan bij Mij. Ik zal u rust geven. Voeg u naar Mij en wees mijn discipel. Want Ik ben vriendelijk en nederig van hart. Bij mij zult u diepe innerlijke rust vinden. Wat Ik van u vraag is nooit te zwaar en de last die u voor Mij moet dragen, is licht. 26. Johannes 21:19 Daarna zei Hij tegen Petrus: volg Mij. In de evangelies staat het volgen van Jezus centraal. Keer op keer nodigt Jezus ons uit Hem te volgen. 27. Johannes 14:6 Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door mij. Als je Mij kent ken je ook de Vader. Ook in het boek de Handelingen, bijvoorbeeld in Handelingen 9:2, worden de volgers van Jezus aangeduid als de ‘volgers van de weg’. 28. Genesis 26:22 Daarom noemde hij de nieuwe bron Rehoboth (bron van ruimte). Want, zei hij, de Here heeft ruimte voor ons gemaakt, zodat wij in dit land aangenaam kunnen wonen. 29. Zie Jesaja 43:1-9, 49:1-3, 50:4-11, 52:13, 53;12 30. Hebreeën 4:15 Hij begrijpt onze zwakheden, omdat Hij dezelfde verleidingen heeft gekend als wij; maar Hij heeft er geen ogenblik aan toegegeven; Hij heeft nooit gezondigd. 31. Mattheüs 41-11 32. Zie Johannes 1 33. Johannes 8:28 Dan zal het u duidelijk zijn dat Ik niet Mijn eigen wil heb gedaan, maar alleen heb gezegd wat de Vader Mij heeft geleerd. Johannes 8:38 Ik vertel wat Ik bij Mijn Vader gezien heb en u doet wat u van uw vader hebt gehoord. 34. Colossenzen 1:15 In de persoon van Christus is de onzichtbare God zichtbaar geworden. 35. Johannes 1:18 Geen mens heeft God ooit gezien. Maar Zijn enige Zoon, Jezus Christus, Die één met Hem is, heeft ons laten zien wie God is. 36. Mattheüs 23:37 Jeruzalem, Jeruzalem! Stad die de profeten vermoordt en de mannen die naar haar zijn toegestuurd, dood gooit met stenen. Hoe vaak heb Ik uw
36
37. 38.
39. 40. 41. 42. 43. 44.
45.
46. 47. 48.
49.
50. 51. 52. 53. 54.
55. 56. 57.
58.
kinderen bij elkaar willen brengen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels bijeenbrengt. Colossenzen 2:15 Hij heeft de overheden en de machten ontwapend en openlijk ten toon gesteld en zo over hen gezegevierd. Zie nogmaals Markus 10 Een ieder die zijn huis, broers, zusters, vader, moeder, kinderen of bezittingen uit liefde voor Mij verlaat en andere mensen over het plan van God vertelt, krijgt honderd keer zoveel terug. Hier en nu. Huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en bezittingen; dat staat vast. Maar hij zal ook worden vervolgd. En in de komende wereld krijgt hij het eeuwige leven. Mattheüs 18:20 Want, als twee of drie mensen bijeen zijn omdat ze bij Mij horen, ben Ik bij hen. Colossenzen 1:15 In de persoon van Christus is de onzichtbare God zichtbaar geworden. Genesis 1:26 God zei: Laat ons mensen maken die op Ons lijken. Mattheüs, de hoofdstukken 5-7 Mattheüs 7:33-35 Mattheüs 11:25 Vader, Heer van hemel en aarde, dank U dat U de waarheid hebt verborgen voor wijzen en geleerden. Maar U hebt de waarheid bekendgemaakt aan kleine kinderen. Johannes 1:29 Zie het lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt. In feite wordt hier hetzelfde bedoeld als in Colossenzen 2:15: Hij heeft de overheden en de machten ontwapend en openlijk ten toon gesteld en zo over hen gezegevierd. Lukas 20:36 Want zij kunnen niet meer sterven; immers, zij zijn aan de engelen gelijk en zij zijn kinderen van God. Mattheüs 5:17 Meent niet dat Ik ben gekomen om de wet of de profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om te ontbinden maar om te vervullen. Marcus 10:29-31 Een ieder die zijn huis, broers, zusters, vader, moeder, kinderen of bezittingen uit liefde voor Mij verlaat en andere mensen over het plan van God vertelt, krijgt honderd keer zoveel terug. Hier en nu. Huizen, broers, zusters, moeders, kinderen en bezittingen; dat staat vast. Maar hij zal ook worden vervolgd. En in de komende wereld krijgt hij het eeuwige leven. Door ‘hulpverleners’ te worden van de slachtoffers van de cultuur vernietigen we ze nog een keer. Wij gaan als hulpverlener boven het slachtoffer staan. De enigen die hulp nodig hebben zijn wijzelf. En de enigen die ons kunnen helpen zijn onze slachtoffers. Inderdaad, de cultuur is op zijn kop gezet. Handelingen 23:11 Houd moed, want zoals je te Jeruzalem van mij hebt getuigd, moet je het ook in Rome doen. Zie Openbaring 21:1-4 Mattheüs 22:30 Want als de doden weer levend worden, is er geen sprake meer van trouwen. Dan zijn de mensen als engelen in de hemel (vrij van rivaliteit !). Zie Openbaring 21:1-14 1 Corinthiërs 2:9 Dat staat ook in de Boeken: Wat niemand heeft gezien, niemand heeft gehoord en wat niemand ooit bedacht, dat heeft God allemaal klaar voor hen, die Hem liefhebben. Zie Hebreeën 11:1 Johannes 1:29 Zie het Lam van God dat de zonden van de wereld wegneemt. Lukas 22:42 Vader, neem deze beker alstublieft van Mij weg. Maar wat U wilt zal gebeuren en niet wat ik wil. Zie ook Mattheüs 6:10 Uw wil geschiede, zowel in de hemel als op aarde. Zie Mattheüs 6:9-13
37
59. 60. 61.
62.
63. 64. 65. 66. 67.
Handelingen 9:2 ‘volgers van de weg’ of Mattheüs 18:26 ‘ instructie over het volgen van de weg’ Marcus 9:24 Ik geloof en toch twijfel ik nog. Help mij. Lukas 7:22 Ga terug naar Johannes en vertel hem wat je hier hebt gezien en gehoord.Blinden kunnen weer zien, lammen lopen zonder hulp, melaatsen zijn genezen; doven kunnen horen; doden zijn levend geworden en arme mensen horen het goede nieuws. Je wordt gelukkig als je Mij aanvaardt zoals ik ben (jezus niet ervaren als een struikelblok!) Filippenzen 3:8 Echt, ik beschouw alles als waardeloos, omdat niets mee waarde dan het kennen van Jezus. Ik heb alles als vuilnis weggegooid om Christus te kunnen ontvangen en één met Hem te zijn. Zie ook Filippenzen 2:6-7 Jezus legde Zijn macht en heerlijkheid af om ons te kunnen ontmoeten en werd gelijk aan ons (mimese!). Zie Mattheüs 25:31-46 Mattheüs 25:45 Ik zal hun antwoorden: Toen je de minste van mijn broeders niet wilde helpen, wilde je Mij niet helpen. N.a.v. Mattheüs 5:1-10 Alleen als we onszelf vinden en geven aan degenen die al door God zijn gevonden, de gezegenden, kunnen we zelf worden gevonden. Zie Romeinen 12:1 Mattheüs 18:20 Daar waar twee of drie bijeen zijn in Mijn naam, ben ik aanwezig.
38
Samenvatting van de gehanteerde begrippen Hier volgt een lijst met definities van de kernbegrippen die in de tekst veelvuldig worden gebruikt. Cultuur Een door een menselijke gemeenschap in het leven geroepen stelsel van mythen, rituelen, wetten, regels en structuren die het mogelijk maakt ordelijk samen te leven in plaats van te vervallen tot geweld en chaos. Teneinde de bereikte orde te continueren worden door de leden van de gemeenschap regelmatig zondebokken aangewezen en uitgestoten waardoor de overige leden een hechte eenheid blijven vormen. Voorbeeld: Hitler bestempelde de Joden tot zondebok, zij waren de oorzaak van de in Duitsland ontstane ellende, en bereikte mede hierdoor dat het Duitse volk zich eendrachtig achter zijn partij schaarde. Geloof / Vertrouwen Het zeker weten dat we behoren bij de god van de zondebokken, dat onze vrijheid en kracht zijn verankerd in zwakheid en machteloosheid. Voorbeelden: Jezus werd als machteloze zondebok geofferd en realiseerde daardoor vrijheid en toekomst voor diegenen die hem volgen. Ghandi overwon zonder geweld vanuit een machteloze positie en bewerkstelligde zodoende vrijheid en vrede. Martin Luther King overwon vanuit een machteloze positie, gelet op de machtige, gewapende tegenstanders van gelijkheid, doch bereikte vrijheid voor zijn volgelingen terwijl hij zelf werd geofferd als zondebok. Fascinatie De situatie die je gevangene maakt van een model-rivaal of een model-obstakel relatie. Zo lang er sprake is van winst zijn we blij en gelukkig. Als het klimaat wijzigt en we worden verliezers voelen we ons miserabel en kunnen zelfs zwaar gedeprimeerd raken. Vrijheid Vrij zijn van de mimese van de begeerte en dus geen hinder ondervinden van rivaliteit. We zijn bevrijd van angst en vrees en hebben ruimte om te kunnen leven zonder bezorgd te zijn voor de toekomst. Bemiddeling / Mediatie Mimese speelt zich af tussen mensen. Bemiddeling is de ‘transmissie’ of het ‘transport van mimese’ van de een naar de ander en weer terug. Bemiddeling gaat op vele verschillende wijzen simultaan rond in een ieders leven. Externe bemiddeling Er bestaan aanmerkelijke verschillen tussen het model en de ander. Beiden kennen echter hun eigen plaats in de structuur. Er is sprake van transcendentie, een afstand die wordt gerespecteerd. We kunnen deze situatie ook benoemen als model-model relaties waar binnen geen rivaliteit heerst en waar geleerd en onderricht kan worden. Interne bemiddeling De bemiddeling is direct. Er zijn geen afgebakende grenzen en dus geen structuur. Transcendentie komt niet voor en de betrokkenen zijn slachtoffers van elkaar in modelrivaal en model-obstakel relaties.
39
Mimese Ik voel, denk en doe zoals jij doet terwijl ik niet besef dat ik je nadoe. Van mimese is reeds sprake voor dat ons denken begint. Mimese is een voorwaarde voor menselijk bestaan. Mimese van de begeerte Voor menselijk wezens geldt dat zij altijd begeren, of het nu zaken van materiële en/of immateriële aard betreft. Als we in mimese zijn met anderen voelen we ons, als gevolg daarvan, altijd gehouden te blijven rivaliseren, voor zo ver er geen sprake is van externe bemiddeling. Metafysisch begeren Uiteindelijk is ons diepste verlangen niet het verkrijgen van de gewenste zaken, doch het verlangen naar zijn. We zijn op zoek naar ZIJN. Als we onder invloed zijn van de mimese van de begeerte kennen we geen vertrouwen in anderen. We begeren eenvoudigweg dat we kunnen zijn en dat we daarbij niet worden gehinderd door de gedachte dat anderen niet zijn te vertrouwen. Door te begeren hopen we iets te krijgen van het zijn van iemand die in onze ogen belangrijker is dan wijzelf. Door hun ZIJN zoeken we ZIJN voor onszelf en worden we dientengevolge in ons (doorgaans onbewuste) beleven net zo belangrijk. Temporele mimese Als kind leren we door in mimese te zijn met een ieder die in onze directe omgeving verkeert. In geval van temporele mimese zijn we in de tijd in mimese met onszelf en leren we verder door voortdurend te herhalen wat we hebben geleerd . Temporele mimese vormt een zeer belangrijk onderdeel van ons leven en kan eigenlijk worden aangeduid als het normale leven. Temporele mimese is deel van het terrein dat sociaal-psychologie behandelt. Spatiale mimese Spatiale mimese is een aspect van de sociologie en geeft aan wat er gebeurt als we in mimese zijn met onze omgeving. Spatiale mimese staat als het ware haaks op de temporele mimese. Als we onder de invloed van enkel en alleen temporele mimese blijven (en dus voortdurend onszelf herhalen) missen we de kans die spatiale mimese ons biedt om te veranderen. De mogelijkheid van verandering in onze levens, of het nu positieve of negatieve verandering betreft, is gelegen in spatiale mimese. Modellen Ons model is de persoon, de groep of de menselijke werkelijkheid waarmee we in mimese zijn. Soms zijn we ons bewust van die mimese, doch meestal niet. Model-model relatie Een model-model relatie wordt gekenmerkt door het ontbreken van rivaliteit met het model: alle betrokken entiteiten hebben hun eigen, gerespecteerde plaats in de structuur. In de model-model relatie kan worden geleerd, er is echt een (culturele) vrijheid aanwezig. Voorbeelden: Vader , moeder en kinderen hebben hun eigen plek in de structuur van het gezin, waardoor de ouders kunnen opvoeden. Voor een goed leerproces op school geldt dat de leraar wordt gerespecteerd door zijn leerlingen. Model-rivaal relatie Een model-rivaal is de persoon, de groep of de menselijke werkelijkheid waarmee we rivaliseren. We willen bezitten wat het model heeft. Uiteindelijk gaat het om ons ZIJN. Als we vervolgens winnen stellen we uiteindelijk vast dat we niet gelukkig zijn en we beginnen opnieuw te rivaliseren. Rivaliseren geeft ons een goed gevoel, tenminste zo
40
lang we aan de winnende hand zijn. Als we ons steeds vaker terug vinden aan de kant van de verliezers, voelen we ons gedeprimeerd en lopen we het risico terecht te komen in een model-obstakel relatie. Voorbeeld: Het functioneren binnen een organisatie kan gepaard gaan met succesvol streven naar zwaardere posities, waarbij voortdurend gerivaliseerd wordt met collega’s. Vol arbeidsvreugde verrichten we ons werk, totdat het niet meer lukt vanwege bijv. ouder worden, achter blijven in opleiding e.d. Het werken en tevens vechten voor positieverbetering levert ineens geen geluk op maar gevoelens van somberheid en afdalen in depressie. Model-obstakel relatie Een model-obstakel is een voor ons niet te verslaan model. In dit type relatie zijn we geobsedeerd iets te winnen dat door ons als zeer groot of belangrijk wordt geacht. We hopen vervolgens dat we na het verkrijgen van de winst net zo groot of belangrijk zijn geworden. Dit is, ook al beseffen we dat niet, de reden dat we zoeken naar onzichtbare modellen. Mochten we al een keer winnen dan bevestigt dat de juistheid van onze keuze en beoordelen we het model als nog belangrijker of groter. Uiteindelijk zullen we ervaren dat het allemaal ging om niets en het nastreven niet waard. Als we verkeren in een model-obstakel relatie zijn we volledig gevangen in die relatie. Wisselend zijn we zeer opgetogen en erg ongelukkig. Uiteindelijk raken we totaal gedeprimeerd en het is zelfs mogelijk dat we aan zelfmoord gaan denken. Religie Religie is het product van het zondebokmechanisme. De gedode zondebok is zowel god als duivel. Religie kampt met de vraag of wij een goede god of een slechte duivel aanbidden. Tot religie behoren mythen en verhalen die gaan over het uitdrijven van de zondebok en hiermee samenhangende rituelen, verboden en herhalingn van het uitdrijfritueel. Niettegenstaande het feit dat we door secularisatie voortdurend verder raken verwijderd van religie, is ons gehele leven en onze cultuur gebaseerd op religie. Als we hierover doordenken gaan we beseffen dat religie en cultuur één zijn. Zondebok De zondebok is het willekeurig slachtoffer van een groep die in de problemen zit. Een groep die zich in grote problemen bevindt is niet in staat om op een rationele wijze tot probleemoplossing te komen. Een willekeurig lid van de groep wordt dan als zondebok aangewezen en vervolgens uit de groep gedreven. Na deze daad keert de rust in de groep terug. Daar er vrede kwam na de uitdrijving worden de resterende leden van de groep gesterkt in hun gedachte dat de uitgedrevene inderdaad de schuldige was, een soort duivel. Gelijktijdig heeft de uitgedrevene vrede gebracht en wordt hij dientegevolge herdacht als een soort god. Op de hiervoor omschreven wijze wordt voldaan aan de eisen die de cultuur stelt om voort te kunnen bestaan. Als we om ons heen kijken zien we dat het zondebokmechanisme voortdurend wordt ingezet om met elkaar uit de voeten te kunnen en om onze eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. Structuur Structuur is de ordening van de cultuur, het resultaat van een langdurig ontwikkelingsproces, nodig om de vrede in de gemeenschap te handhaven. Vrede is gebaseerd op de verschillendheid van mensen, een ieder vrij op zijn eigen plek, een plaats die wordt gerespecteerd door de anderen. In de structuur is kunnne model-model relaties voorkomen. Als de structuur vervaagt krijgen alle relaties op den duur het karakter van model-rivaal en model-obstakel relaties. Niemand is meer vrij.
41
Transcendentie Transcendentie is een werkelijkheid die boven ons staat, buiten ons bereik, iets dat vorm en betekenis geeft aan onze levens.
counter
42