Vragen van Raadsleden inzake de Voorjaarsnota 2010
21-5-2010
PVDA 1. P. 11: partnerschappen Is er reeds voorzien in ’t inbrengen van een thema rond een derde IJsselverbinding richting partners uit de regio en Stedendriehoek Antwoord: Ja: de discussie rond een derde IJsselverbinding heeft alles te maken met de doorstroming van het verkeer van en naar Deventer over het regionale wegennetwerk en heeft daardoor directe relatie met de discussie rond de capaciteitsverruiming van de A1. Dit is een voor ons een belangrijk thema dat wij zowel binnen de Stedendriehoek alsook in landsdelige overleggen aan de orde stellen. 2. p. 32: verkiezingen: Wat wordt hier bedoeld met ‘betere bewegwijzering’? Graag een nadere toelichting bij deze post Antwoord: Uit de evaluatie van de gemeenteraadverkiezingen op 3 maart kwam onder ander naar voren dat de bewegwijzering richting de stembureaus onvoldoende was. Hiermee worden de borden bedoeld die op de locatie aangeven waar exact het stembureau zitting heeft ( via pijlen). Het huidige materiaal is verouderd en daarom is nieuw materiaal aangekocht voor een betere bewegwijzering. Het stembureau is hierdoor beter te vinden voor de kiezers. 3. P. 67: inwoners Wat betekent dit voor wachttijden. Waar en hoe ligt deze sloopopgaaf vastgelegd en is fasering mogelijk om hier negatieve invloeden te beperken? Antwoord: De hoge sloopopgave zal een nadelig effect hebben voor de wachttijden van woningzoekenden. Hoe groot dit effect zal zijn is niet duidelijk. Met de corporaties en Woonkeus Stedendriehoek zijn hierover afspraken gemaakt en worden wachttijden en herhuisvesting herstructureringsurgenten nauwgezet gemonitord. Overigens geldt in algemene zin dat er niet gesloopt wordt zolang er geen zicht is op nieuwbouw. Het faseren door uitstellen van nieuwbouw is gezien de herstructureringsopgave waar Deventer voor staat geen gewenste oplossing. 4. p. 69: mutatie reserve WMO. Tot 2014 wordt jaarlijks een storting gedaan in de WMO Reserve. Uit bijlage 6 van de begroting 2010 blijkt echter een daling van de reserve WMO in dezelfde periode. Kan dit worden toegelicht? Antwoord: In de primitieve begroting 2010 is de ontwikkeling van het WMO budget gebaseerd op een meerjarenperspectief zonder rekening te houden met o.a. de uitkomsten van de aanbesteding HV, het omzetten van huur van hulpmiddelen naar eigendom, de gegevens uit de septembercirculaire 2009 inzake bijstelling van het WMO-budget wegens indexering en de rijksbijdrage awbz-maatregel. Deze ramingen leiden in de jaren 2010 tm 2013 tot een tekort, wat vervolgens is geput uit de reserve WMO, zodat het saldo van deze reserve afneemt. In het meerjarenperspectief WMO wat nu gepresenteerd is in de VJN2010 is uitgegaan van de meest actuele situatie (zie ook toelichting op dit meerjarenperspectief in de VJN2010). Ten opzichte van de primitieve begroting 2010 geeft dit een positiever beeld, het leidt in de jaren 2010 tm 2013 tot een positief saldo wat gestort wordt in de reserve WMO. De begroting 2010 zal op basis van dit meerjaren perspectief overeenkomstig worden gewijzigd, waardoor ook de ontwikkeling van de reserve WMO voor deze jaren zal wijzigen. D66 5. Blz. 24 : Is er inzicht in de projecten of ze 'boetevrij' al dan niet zonder budgetverlies uitgesteld kunnen worden? Zo ja, zouden wij die informatie dan mogen ontvangen. Bvd. Antwoord: Na bestuurlijke besluitvorming is de administratie erop ingericht om gemaakte afspraken na te komen; substantieel uitstel vereist vrijwel altijd nieuwe afspraken en valt 1
buiten dat bestek. De database subsidieverwerving geeft inzicht in alle projecten die gefinancierd worden met subsidies van derden en die volgens bepaalde voorwaarden, zoals kritische termijnen, uitgevoerd moeten worden. Zodra een project uitgesteld wordt, kan dit gevolgen hebben voor de reeds toegezegde subsidiebijdrage. Indien dit zich onverhoopt toch voordoet, is dit op basis van de registratie van subsidietoekenningen snel inzichtelijk te maken. 6. 1.4 `Lijnen voor Deventer naar de toekomst’, pag. 8. In de laatste alinea wordt gezegd dat de investeringsopgave voor Gemeentelijke investeringen nog nader moet worden uitgewerkt. Kan hiervoor al een tijdpad worden beschreven? Antwoord: op pagina 24 van de vjn wordt inzicht gegeven in de geprioriteerde projecten van de gemeentelijke investeringsplanning. Tevens is daar zichtbaar wat het verwachte ritme is van de uitgaven en daarmee als afgeleide ook het tempo van besluitvorming en uitvoering. De meeste posten zijn voorzien van een asteriks. Dwz dat nadere uitwerking per project plaatsvindt en bestuurlijke besluitvorming, alvorens tot vrijgave van de middelen wordt overgegaan. Deze voorstellen komen dus expliciet naar de Raad. 7. 1.6 `Economische ontwikkeling in lokaal perspectief`, pag. 10. Hier wordt gesproken over ‘met werkloosheid bedreigde werkzoekenden’. Hoe is deze groep gedefinieerd? Antwoord: Werknemers, die kunnen aantonen dat de dienstbetrekking binnen vier maanden zal eindigen en van wie naar het oordeel van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen redelijkerwijs valt aan te nemen dat zij recht zullen hebben op een uitkering op grond van hoofdstuk II van de Werkloosheidswet.
8. 1.6 `Economische ontwikkeling in lokaal perspectief`, pag. 11. In de tweede alinea wordt gezegd dat de raad een bedrag van €. 500.000 beschikbaar heeft gesteld voor het bestrijden van de crisis. Heeft hierop inmiddels een tussentijdse effectmeting plaatsgevonden? Antwoord: In november 2009 heeft de Raad een tussenrapportage ontvangen. Zoals bij de behandeling in de Raad op 1 juli 2009 is besproken, is effectmeting niet op alle onderdelen objectief toepasbaar. Voor de uitgifte van vouchers voor opleidingen, training en voor de subsidiescans wordt op dit moment door MKB Deventer en Saxion een effectmeting uitgevoerd. We hopen hiervan eind juni de resultaten te ontvangen. Het effect van de bijdragen aan evenementen kunnen wij niet afzonderlijk meten, anders dan de constatering dat het bezoek (en hiermee de economische effecten) van evenementen op peil blijven. SP 9. Blz 28 C Ontwikkeling Wwb inkomensdeel en werkdeel: Het tekort op de langdurigheidstoeslag wordt conform besluitvorming alleen in 2010 ten laste gelegd van de reserve uitkeringen in 2010 wordt na evaluatie opnieuw de financiele consequentie berekend en zullen voorstellen worden gedaan voor aanvullende dekking. Hier worden geen bedragen genoemd, maar uit de achterliggende informatie van de armoedemonitor bleek dat er in 2009, 1044 maal een beroep is gedaan op de langdurigheidstoeslag. Ik ben dus zeer benieuwd naar de aanvullende dekking voor de toeslagen, aangezien er verderop in de VJN gesproken wordt over een toename van 20% op de toeslagen en armoedebestrijdingsregelingen. Antwoord: In het najaar van 2010 staat de evaluatie armoedebestrijdingbeleid 2008- 2010 gepland voor de Raad. Tegelijk wordt het armoedebestrijdingbeleid 2011-2013 behandeld waarin voorstellen staan welke zowel inhoudelijk als financieel zijn onderbouwd. De toename van het gebruik van een aantal regelingen in 2010 zal naar verwachting kunnen worden gedekt doordat er op andere kostenposten enige financiële ruimte aanwezig is.
2
10. Blz 30 D Armoedebestrijding Er is een toename van het aantal aanvragen en het gebruik van diverse regelingen in het kader van het armoedebeleid. Het aantal aanvragen voor de regelingen lag in 2009,20% hoger dan in 2008. Gezien de economische situatie zal de trend nog enige jaren doorzetten. Bij continuering van de huidige regelingen die aflopen in 2010 zal het bestaande budget niet toereikend zijn. --In antwoord op mijn vragen tijdens de PMD Armoedemomitor bleek dat de armoede was afgenomen, maar de toename in aanvragen sterk was toegenomen. Even een overzicht hiervan: Personen tot 65 jaar deden in 2009 1044x een beroep op Langdurigheidstoeslag 1382x een beroep op Bijzondere Bijstand 1302x een beroep op Stichting Leergeld 2641x Collectieve ziektenkosten verzekering. 1462x Financiele Regelingen via RechtOP ( couponnen sport, cursus en educatie 1222x RechtOp Beweging vraaggericht werken. Personen vanaf 65 jaar deden in 2009 594x een beroep op Bijstand Bijzondere Gebruiksgoederen 1073x een beroep op Bijdrageregelingen voor ouderen. Ik concludeer hier uit, dat de armoedecijfers in Deventer dus kunstmatig aan de lage kant zijn (en worden gehouden)door de grote toename in aanvragen op de armoederegelingen. Ben daarom dus ook zeer nieuwsgierig wat de nadere voorstellen zullen zijn. Korten op de regelingen zal immers inhouden dat de armoede weer zal toenemen.\ -
Vragen: Hoe gaan we de kwaliteit van ons armoedebeleid op peil houden? Is er een voorziening getroffen voor het op peil houden van armoedebestrijding? Antwoord: Verwezen wordt naar de aanstaande evaluatie armoedebestrijdingbeleid en voorstellen nieuw armoedebeleid welke in het najaar aan de raad zullen worden aangeboden. Er is geen voorziening getroffen voor het op peil houden van armoedebestrijding.
11. Blz 43 Programma 9 Werk en Inkomen Kinderopvang Sociaal Medische Indicatie:
-
Goed dat er voor deze groep geld vrij wordt gemaakt. Wij hebben hier ook voor gepleit. Er wordt voorgesteld dit tot Oktober 2010 uit de WMO reserve te dekken. Vraag die bij mijn opkomt, deze regeling is in het leven geroepen om het voor ouders makkelijker te maken om werk en zorg te combineren. Vragen: a. Hoeveel mensen maken gebruik van de KDO SMI? b. Wat is de reden dat het budget met €139000,- is overschreden? c. Waarom is er gekozen voor dekking uit de wmo? d. En waar is eenmalige putting uit wmo op gebaseerd? Antwoord: Toelichting: Deze regeling richt zich niet primair op het makkelijker maken om werk en zorg te combineren, daarvoor kan gebruik worden gemaakt van de reguliere kinderopvang. De kinderopvang sociaal medische indicatie ( KO SMI) is er voor wanneer sprake is van een sociale en/ of medische noodzaak bij kind of ouder(s). Het kan dan te maken hebben met het combineren van werk en zorg.
3
a. Er maken momenteel 32 gezinnen (voor 45 kinderen) gebruik van de KO SMI b. De reden van overschrijdingen is gelegen in het feit dat er niet alleen meer aanvragen zijn, maar zeker meer uren ter vergoeding worden aangevraagd. c.
Er is voor 2010 dekking vanuit WMO voorgesteld vanwege de raakvlakken tussen WMO en de sociaal,maatschappelijke en medische indicatoren welke een rol spelen bij de indicatie van KO SMI.
d. De eenmalige putting is gebaseerd op de ervaringscijfers van 2008 en 2009. Op dit moment wordt onderzocht op welke wijze KO SMI kan worden uitgevoerd waardoor het binnen de gestelde budgettaire kaders blijft. Gestreefd wordt om dit nieuwe beleid per 1 oktober aanstaande in te voeren. APB Algemeen 12. In het geval dat alle geprioriteerde projecten worden uitgevoerd, wat is dan het bedrag wat hiermee gemoeid is. Maw nu de afdracht vanuit de RGI afneemt, hoeveel middelen dienen dan vanuit bezuinigingen te worden gerealiseerd om de geprioriteerde projecten te realiseren. Antwoord: Zie overzicht op pagina 24 van de voorjaarsnota. Het totaal bedrag dat nodig is voor het uitvoeren van alle geprioriteerde projecten bedraagt € 116.609.000. Dekking vindt plaats vanuit de RGI, Essent gelden en andere bronnen (met name bijdragen derden). Er dienen geen middelen vanuit de bezuinigingen te worden gerealiseerd om de geprioriteerde projecten te realiseren (zie paragraaf 5.4).
2: Openbare orde en veiligheid 13. Loopbaanbeleid Brandweer Hoe is de loopbaanbegeleiding van de brandweer vorm gegeven. Is genoemde loopbaanbegeleiding vrijwillig of verplicht ? Wordt men bij de brandweer na 20 jaar in Deventer "afgeserveerd" ? Antwoord: Het loopbaanbeleid is een gevolg van de afschaffing van het vervroegd pensioen met 55 jaar (FLO) van de beroepskrachten van de brandweer met ingang van 1 januari 2006. Personeel wat na die datum in dienst gekomen is, is verplicht om zich via het loopbaanbeleid om te scholen. Dit met als doel om na 20 brandweerjaren een beroepsvervolg te vinden die minder belastend is en tot de gangbare pensioenleeftijd kan worden vervolgd. Het zittend personeel wat voor 1 januari 2006 al in dienst was, kan op vrijwillige basis gebruik maken van het loopbaanbeleid. Als zij dit niet doen geldt voor hen het zogenaamde overgangsrecht, waardoor zij afhankelijk van het aantal dienstjaren tussen de 55 en 59 jaar met vervroegd pensioen gaan. Ter bepaling van de kaders en verschaffing van duidelijkheid aan de medewerkers is een Loopbaanbeleidsplan opgesteld. Dit plan wordt binnenkort voorgelegd aan de Onderdeelcommissie Brandweer van de Ondernemingsraad. Nadat zij hierover geadviseerd hebben en het plan (zo nodig) aangepast is, wordt dit plan ter vaststelling aangeboden aan het college van B&W. De loopbaanbegeleiding wordt vormgegeven door het voeren van loopbaangesprekken met de medewerker: het eerste gesprek vindt plaats nadat een medewerker één jaar in dienst is en daarna iedere drie jaar. Er is een format loopbaangesprek ontwikkeld. De leidinggevenden zijn inmiddels geschoold. De adviseur P&O en het Loopbaanadviescentrum zijn eveneens betrokken bij dit proces. Het voeren van loopbaangesprekken is verplicht. Er wordt een inspanning gevraagd van zowel de werkgever, als de werknemer. Andere elementen van het loopbaanbeleid, zoals bijvoorbeeld loopbaanonderzoeken, trainingen en opleidingen zijn niet verplicht. Afspraken hierover worden in het loopbaangesprek gemaakt.
4
Men wordt zeker niet afgeserveerd. Getracht is het traject naar een tweede loopbaan, zoals weergegeven in het Loopbaanbeleidsplan, zorgvuldig vorm te geven. Ook nadat iemand de overstap naar een tweede loopbaan gemaakt heeft, wordt men nog gevolgd. 14. Hoe ver is men met de opzet van een gezamenlijk meldkamer binnen de Veiligheidsregio IJselland ? Er zou verhuisd worden van Zwolle naar Apeldoorn en daarmee zou de telefonische meldingen en internetaangifte in bepaalde telefoondistricten beter aansluiten aan de bestaande technieken. Wordt nu de alarmmelding binnen de gemeente Deventer met kengetal 0573 wel doorgeschakeld naar de juiste meldkamer ? Antwoord: De fusie van de meldkamers van de Veiligheidsregio’s IJsselland en Noord en Oost-Gelderland nadert de feitelijke invoering. De geplande datum van feitelijke fusie is 1 oktober 2010, wat het moment is dat de meldkamer van Zwolle verhuist naar Apeldoorn. Momenteel vinden de laatste voorbereidingen plaats, die zich richten op personele, procedurele en technische aangelegenheden. Momenteel wordt het kengetal 0570 van de gemeente Deventer foutloos doorgeschakeld naar de meldkamer Zwolle. Na verhuizing is het technisch geen enkel probleem om de meldingen in Apeldoorn binnen te laten komen. Verhuizing naar Apeldoorn betekent voor Deventer voornamelijk voor het mobiel telefoonverkeer een verbetering. Aangezien de gemeente Deventer aan twee zijden grenst aan de Veiligheidsregio Noord en Oost-Gelderland, bestaat de kans dat momenteel de mobiele meldingen voor Deventer naar Apeldoorn worden doorgeschakeld in plaats van Zwolle. Na fusie van beide meldkamers wordt dit grensprobleem ondervangen. In de praktijk heeft dit de afgelopen 4 jaar overigens geen probleem opgeleverd. Voor internetaangifte gelden geen grensproblemen en is wel of geen fusie van geen invloed. 5: Milieu 15. Is er binnen de gemeente een eigen energiemakelaar of wordt deze extern ingehuurd ? Antwoord: Deze wordt extern ingehuurd. Jaarlijks wordt geëvalueerd of de opdracht wordt gecontinueerd.
6: Ruimtelijke ontwikkeling 16. Kunt U uitleggen hoe het kan dat door in 2010 de bouwleges met 700.000 euro te verlagen , er maar een besparing van 54.000 tegen overstaat. De bouwleges zijn toch kosten neutraal ? Antwoord: Als gevolg van de economische crisis stagneert een aantal vooral grotere bouwprojecten. Bovendien zien we een verschuiving van reguliere bouwaanvragen naar aanvragen om een lichte bouwvergunning. In onze legessystematiek zijn de inkomsten en uitgaven voor het verlenen van bouwvergunningen per saldo budgettair neutraal. Binnen die systematiek dragen met name de grotere bouwaanvragen zwaar bij aan de legesinkomsten. Daardoor kunnen we de eenvoudige aanvragen voor relatief kleine bouwwerken goedkoper houden. Er zijn nu nog geen significante signalen dat de geleverde arbeid verder achter blijft bij de geraamde besparing. Verder zal binnenkort de Wabo in werking treden. Dat zal gevolgen hebben voor de processen, werkzaamheden en leges. Verwacht wordt dat door de toename van het aantal vergunningvrije bouwwerken er een accentverschuiving naar handhaving en toezicht zal plaatsvinden. Dat houdt in dat er in de loop van 2010 een nadere discussie zal plaatsvinden. 17. Wat is de status van het Masterplan in Bathmen. Wanneer zullen de plannen tot ontwikkeling komen ? Antwoord: Het Masterplan Bathmen is door de raad vastgesteld. Momenteel wordt met name verder gewerkt aan de onderdelen de omgeving van Multifunctionele Accommodatie en het
5
voormalige gemeentehuis. Woningcorporatie de Marken onderzoekt momenteel de mogelijkheden om de multifunctionele accommodatie te actualiseren. Naar verwachting hebben we rond de zomer meer duidelijkheid. 18. Wat is de status van het bedrijventerrein in Bathmen aan de woertmansweg ? Antwoord: Momenteel wordt gewerkt aan een voorstel voor de wijze waarop de bedrijventerreinen in Bathmen tot ontwikkeling kunnen worden gebracht. Hierin worden de beide locaties die in de Structuurvisie Bathmen (Dorpsvisie) zijn opgenomen betrokken. Deze stap wordt ingegeven omdat de locaties tot heden niet konden worden verworven voor prijzen die tot een op zijn minst voor de gemeente kostenneutrale grondexploitatie kunnen leiden. In de huidige stap wordt ook een nadere onderbouwing van nut en noodzaak van de uitbreiding aan de Woertsmansweg opgesteld, noodzakelijk geworden door het aangescherpte provinciaal en rijksbeleid in deze. 19. Wat zijn de voorziene uitvoeringskosten, benodigd om het nog op te stellen masterplan Schipbeek te realiseren. Uit welke middelen kunnen deze uitvoeringskosten worden gedekt? Antwoord: In het kader van het PMJp Overijssel zijn met de provincie afspraken gemaakt voor het verrichten van een aantal activiteiten waarin de provincie financieel bijdraagt. Een van die afspraken betreft het maken van een Masterplan Schipbeek. Van de kant van de gemeente vraagt dat een financiële inspanning die bestaat uit € 20.000,-- aan externe kosten en € 27.000,-- apparaatlasten. Dekking daarvan was nog niet voorzien. Let op: pas op basis van een vast te stellen masterplan kan een uitvoeringsprogramma worden opgesteld en de daarmee samenhangende kosten worden geraamd. Deze zijn nadrukkelijk niet voorzien in de nu opgenomen bedragen. 20. De uitvoering van de herstructurering Rivierenwijk stokt door gebrek aan financiële middelen. Zijn er voldoende middelen beschikbaar om zoals genoemd in de begroting 2010 al in 2010 te starten met de bouw van het wijkvoorzieningencentrum in de Rivierenwijk? Voor stadsvernieuwing zijn in de jaren na 2011 nog maar weinig middelen beschikbaar. Kunnen de voorgenomen plannen in de Rivierenwijk, die zich ver na 2011 uitstrekken, nog worden uitgevoerd? Antwoord: Om te kunnen starten met de bouw van het wijkvoorzieningencentrum is duidelijkheid over de Amstellaan en de daarmee samenhangende stedenbouwkundige opzet voor de wijk noodzakelijk. 21. In Lettele heeft de gemeente Deventer geen grondpositie op de toekomstige bouwlocatie. Op deze locatie rust een WVG. Welk beletsel is er om hier als gemeente de grond te verwerven en ontwikkelen? Antwoord: Het is onmogelijk gebleken de gronden te verwerven tegen prijzen die tot een op zijn minst voor de gemeente kostenneutrale grondexploitatie kunnen leiden. Een particuliere ontwikkeling ligt nu voor de hand. Op grond van de nieuwe Wro kunnen aan deze ontwikkeling eisen worden verbonden over de uitvoering en woningbouwcategorieën en kunnen de gemeentelijke kosten worden verhaald.
22. Bij het werkdeel Wwb is een structureel tekort voorzien. Hoe wordt effectiviteit van reïntegratie activiteiten gemeten? Antwoord: Bij het werkdeel Wwb is momenteel een tekort voorzien dat in 2014 oploopt naar een bedrag van bijna 2,4 miljoen euro. Vanuit het college is opdracht gegeven aan de ambtelijke organisatie om te komen met voorstellen om het meerjarig begrote tekort te nivelleren. De voorstellen zullen in juli 2010 worden voorgelegd aan het college. Voor de inzet van re-integratie instrumenten wordt veelal met externe partijen gewerkt. Met deze partijen worden contracten gesloten. De ingezette lijn is dat er bij voorbereidende inkooptrajecten inzet is op de te leveren prijs en kwaliteit. In de contracten voor trajecten die
6
dicht bij betaald werk staan zijn prestatie-indicatoren gericht op duurzame uitstroom opgenomen. De onlangs gemaakte afspraken met gecontracteerde niche re-integratiepartijen zijn op basis van no cure no pay. Ook is er recent een instrument ontwikkeld dat de groei van de klant meet. Dit instrument met de naam klantwaardeberekening wordt op dit moment geïmplementeerd en toegepast. Met dit instrument kan op klantniveau de effectiviteit van reintegratie worden gemeten. CU e
23. P 29 2 tabel. Raamcontract Sallcon. Wat is de achtergrond van de daling van het bedrag in 2011 t.o.v. 2010. Antwoord: Het raamcontract met Sallcon is een garantiecontract. In 2007 zijn gesprekken gevoerd om contracten af te spreken met Sallcon welke meer gericht zijn op outputprestaties. Het grootste prestatiecontract daarbinnen is gestart in 2008. Dit betreft het contract Direkt werk/ nieuwe instroom. Het bedrag wat naar Sallcon gaat wordt niet hoger, waardoor er sprake is van communicerende vaten. Doordat er meer op output wordt gestuurd en er prestatiecontracten worden afgesloten met Sallcon wordt het bedrag wat in het raamcontract staat naar evenredigheid verminderd. 24. P 39 Pilot stadsassen. Ik kan nergens de doelstellingen vinden van deze pilot. Wat zijn die? Antwoord: De pilot Stadsassen komt voort uit het A1 zone programma waarin de ministeries van VROM, Verkeer en Waterstaat, de provincies Gelderland en Overijssel en de regio’s Stedendriehoek en Twente samenwerken. De doelen en ambities zijn vastgelegd in het Toekomstbeeld 2030, een document dat gedragen wordt door alle partners. De ambitie is om de A1-zone te maken tot het visitekaartje van Oost-Nederland door de ontwikkelkansen van de A1 te benutten en de waardevolle kwaliteiten te behouden en verder te versterken in termen van bereikbaarheid, ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid en benutting van economische potentie. De bedoeling van het stadsassenproject in Deventer is de stedelijke invalswegen (Zuthpenseweg, mr. De Boerlaan, Hanzetracé) te ontwikkelen tot goede verbindingen tussen het station en de A1 tot een representatieve entree. Het gaat hier dus in feite om twee wegen. De huidige stadsentree mist een representatieve uitstraling en een herkenbare ruimtelijke identiteit. Deventer laat zich vanaf de huidige entree niet van zijn beste kant zien. De ambitie van de gemeente is om representatieve en voor Deventer karakteristieke stadsentrees met een goede doorstroming van het verkeer te ontwikkelen. 25. P 54 Geertruidenlocatie. Gesproken wordt over aanpassing van de plannen en mogelijke strijd met woningbouwprogrammering. Waarom vindt u het nodig deze zin op te nemen. Waar is dat op gebaseerd? Ligt er een concrete vraag van de ontwikkelaar? Wij hebben toch een bestemmingsplan en een beeldkwaliteitsplan vastgesteld? Antwoord: volgt mondeling 26. P 59 Jeugd en alcohol. Extra handhavingscapaciteit leeftijdsgrenzen Jeugd en alcohol. Het vorige college heeft aangegeven dat er maar voor drie jaar geld was en dat de structurele regeling ervan later zou moeten worden afgewogen. Ik had verwacht dit onderwerp aan te treffen in dit lijstje. Wat is de laatste stand van overgang van taken van de VWA? Antwoord: Begin maart is het voorstel voor een nieuwe Drank- en Horecawet in de Tweede Kamer behandeld. Hoewel de Tweede kamer nog niet met het voorstel heeft ingestemd lijkt de kans groot dat de gemeenten een aantal taken van de voedsel en warenautoriteit over gaan nemen. De invoering van de wet staat vooralsnog gepland voor medio 2011. 27. P 55 De rente over de boekwaarde Linderveld. Hoe zit de rente op de (lagere) boekwaarde nu in de begroting en meerjarenbegroting? Wat is daar de argumentatie voor. Antwoord: volgt mondeling
7
28. Projectenrapportage Er zijn grafieken opgenomen over te realiseren woningen in verschillende categorieën. Graag aangeven wat de definities zijn van de verschillende categorieën. In Steenbrugge zou 30% sociale woningbouw komen. Hoe verhouden goedkope koop en sociale huur zich tot dit vastgestede kader? Antwoord: Definities: dure koop (€ 250.000 en hoger), middeldure koop (€ 174.000 tot € 250.000,), goedkope koop (tot € 174.000), dure huur (boven € 621), middeldure huur (€ 526 tot € 621) en sociale huur (tot € 526). Steenbrugge: De rijen Sociale huur en Goedkope koop dienen gelezen te worden als sociale woningbouw. Deze bij elkaar opgeteld beslaan meer dan 30%.
8