Vragen en antwoorden over de onderzoeken naar het gebruik van chroomverf Dit is een overzicht van de meeste gestelde vragen over de onderzoeken naar het gebruik van chroomverf binnen defensie. Het zijn vragen die gesteld zijn in 2014 en 2015, onder andere tijdens voorlichtingsbijeenkomsten . Staat uw vraag er niet bij? Stel deze dan aan het informatiepunt:
[email protected] of telefonisch (070) 376 5 476. Heeft u vragen over het onderzoek van het Rijks Instituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)? Ook deze kunt u bij het informatiepunt kwijt. Hoe wordt er onderzoek gedaan naar de huidige situatie? Het ministerie van Defensie heeft de GGD Zuid Limburg, GGD Drenthe, GGD Twente en GGD Groningen gevraagd om onderzoek te doen naar de actuele situatie op de voormalige Prepositioned Organizational Material Sets (POMS) sites (Eygelshoven, Brunssum, Coevorden, Vriezenveen en Ter Apel). De GGD'en beoordelen of er gezondheidsrisico's zijn voor de huidige en toekomstige werknemers voor het gehele terrein en alle gebouwen in relatie tot de aanwezige milieuaspecten. Uit de resultaten van het onderzoek op de twee POMS-sites in ZuidLimburg, blijkt dat er geen gezondheidsrisico’s zijn voor huidige en toekomstige gebruikers. Bij de onderzoeken op de drie POMS-sites in Noord-Nederland is geen chroom-6 gevonden. De GGD’en bekijken nu of aanvullend onderzoek nodig is. Daarnaast heeft het CEAG (de Arbodienst van Defensie) een quickscan gehouden op 10 lokaties waar nog actief met chroomhoudende verf wordt gewerkt. Doel van deze quickscan was om inzicht te krijgen in hoe er op dit moment op die 10 lokaties wordt omgegaan met chroom6. Hoe wordt er onderzoek gedaan naar wat er in het verleden is gebeurd? Defensie heeft het RIVM gevraagd om een historisch onderzoek te doen naar de gezondheidsrisico’s van het werken met Chroom-6 en
1
CARC op alle defensie locaties, inclusief de POMS-sites, waar met deze stoffen is gewerkt. Voor dit historische onderzoek heeft Defensie de archieven doorzocht. Er is gezocht naar documenten over chroom-6 en CARC uit de periode van ongeveer 1984 tot heden en wordt onder andere gebaseerd op informatie uit Defensie-archieven en uit gesprekken met (oud-) medewerkers (focusgroepen). Omdat van de periode voor 1990 weinig documenten bewaard zijn gebleven, in verband met de wettelijke bewaartermijn van archieven, worden (oud-)medewerkers opgeroepen om eventuele informatie die in hun bezit is, beschikbaar te stellen voor het onderzoek. Alle informatie wordt gepubliceerd op internet, zodat alle betrokkenen inzage hebben en mogelijk ontbrekende informatie kunnen aanleveren. Defensie zorgt er voor dat persoonlijke informatie, zoals namen, niet meer leesbaar is. Het RIVM gebruikt deze documenten in het onderzoek. Waar doet het RIVM onderzoek naar? In het voorjaar van 2014 heeft Defensie signalen binnengekregen van medewerkers die vermoeden ziek te zijn geworden door het werken met chroomverf en CARC. Allereerst van medewerkers van vroegere POMS-sites waar Amerikaans materiaal en voertuigen waren opgeslagen. Daarna ook van andere defensieonderdelen. Defensie neemt de meldingen serieus en heeft het onafhankelijke onderzoeksinstituut RIVM gevraagd dit te onderzoeken. Het RIVM doet onderzoek naar de blootstelling aan chroom-6 en CARC, of er voldoende beschermingsmaatregelen zijn genomen en of er een causaal verband bestaat tussen het gebruik van chroom-6 en CARC en de ziektebeelden die de (oud-)medewerkers hebben gemeld. Onderzoeksvragen Het RIVM heeft tot nu toe meer dan 1300 vragen verzameld. Deze vragen komen uit de voorlichtingsbijeenkomsten, uit online vragenlijsten, uit focusgroepen en uit documenten over chroom-6 en CARC. Daarnaast zijn er ook vragen verzameld van deskundigen, vakbonden en letstelschade-advocaten. Al deze vragen zijn vertaald in onderzoeksvragen, die zijn verdeeld in tien categorieën: vragen over chroom-6, over CARC, over de
2
blootstelling, over kinetiek (wat doet het lichaam met chroom-6 en CARC), over gezondheidseffecten, over normen en recht op bescherming, over risico’s, over medische testen en onderzoek, over de manier van onderzoek doen en tenslotte over aansprakelijkheid en juridische aspecten. Het onderzoek is in volle gang. Zodra er deelresultaten afgerond zijn, worden ze openbaar gemaakt. Volgorde van de onderzoeksvragen Het RIVM zorgt ervoor dat alle vragen onderzocht worden. Dat doen ze niet alleen. Ook andere deskundigen en partijen worden actief betrokken. Maar er wordt wel een volgorde aangebracht, want sommige vragen zijn urgenter dan andere. En dat doet de paritaire commissie. Die bepaalt wat er als eerste wordt onderzocht. Ondertussen gaat het RIVM door met het verzamelen van eventuele vragen van belanghebbenden. Uw vragen zijn dus nog steeds welkom. Meer informatie over het onderzoek van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/C/Chroomhoudende_verf_en_CARC Hoe kan ik mijn vragen voor het onderzoek doorgeven? U kunt uw vragen voor het onderzoek doorgeven door het invullen van een online vragenlijst of door deel te nemen aan een focusgroep. Als u zich registreert bij het Informatiepunt van het CAOP, dan wordt u vanzelf uitgenodigd om uw vragen door te geven op één van deze twee manieren. Waarom moet ik vragen doorgeven voor het onderzoek? U kunt er zelf voor kiezen om vragen door te geven of niet. Door het doorgeven van vragen sluit het onderzoek van het RIVM goed aan bij de praktijk en zijn de resultaten bruikbaar voor de belanghebbenden. Kan ik mijn vragen voor het onderzoek nog steeds doorgeven? Het doorgeven van vragen via de online vragenlijst is altijd mogelijk. Of en wanneer er focusgroepen worden georganiseerd, hangt af van het aantal aanmeldingen voor focusgroepen. De eerste vragen voor het onderzoek zijn inmiddels vastgesteld door de Paritaire Commissie. Nieuwe vragen worden telkens voorgelegd aan de Paritaire Commissie voor vaststelling.
3
Wat is een focusgroep? Een focusgroep is een bijeenkomst met maximaal 10 (oud-) medewerkers van Defensie. Via de focusgroep kunt u uw vragen of informatie voor het onderzoek doorgeven. De focusgroepen worden georganiseerd door het Informatiepunt van het CAOP. Een onderzoeker van het RIVM begeleidt de bijeenkomst. Wat doet het RIVM met de verzamelde vragen? Het RIVM verzamelt, sorteert en bundelt de vragen van belanghebbenden. Daarna legt het RIVM de vragen voor aan de Paritaire Commissie. De Paritaire Commissie besluit welke vragen het RIVM gaat onderzoeken en wanneer welke vraag wordt onderzocht. Zodra de Paritaire Commissie vragen heeft vastgesteld, kan het RIVM hier mee aan de slag. Wie stuurt het onderzoek aan? Begin 2015 heeft de minister van Defensie een onafhankelijke commissie, de zogenaamde paritaire commissie, ingesteld onder leiding van de heer Ruud Vreeman. In de commissie zitten vier vertegenwoordigers van de werkgever (het ministerie van Defensie) en vier vertegenwoordigers van de vakbonden. Het RIVM en externe experts kunnen door de commissie worden uitgenodigd voor het bijwonen van een vergadering. . De commissie begeleidt het onderzoek van het RIVM en houdt er toezicht op. Ook bepaalt de commissie de volgorde waarin de vragen onderzocht worden. Worden er, naast chroom-6 en carc, ook andere stoffen meegenomen in het onderzoek zoals asbest, benzeen, JP8, PX10? Het RIVM inventariseert, onder andere op basis van gesprekken met (oud-)medewerkers in de focusgroepen, welke gevaarlijke stoffen, naast chromaten, nog meer in het onderzoek betrokken kunnen worden. Dat legt het RIVM voor aan de paritaire commissie. Zij kunnen dan een besluit nemen om ook andere stoffen mee te nemen in het onderzoek. Ik wil mijn persoonlijke verhaal en ervaringen delen, zodat het onderzoek daar gebruik van kan maken. Hoe en wanneer kan ik dit laten vastleggen? U kunt contact opnemen met het informatiepunt bij het CAOP. U kunt daar uw vragen stellen, maar ook uw informatie delen. Het
4
informatiepunt zorgt er dan voor dat de informatie wordt overgedragen aan het RIVM voor het onderzoek. Ook kunt u hierbij aangeven of uw informatie voor defensie beschikbaar mag zijn. Waarom moeten oud-medewerkers zich melden? Kan niet worden gekeken naar de oude personeelsdossiers? Een personeelsdossier is gebonden aan een persoon en niet aan een organisatieonderdeel. Hierdoor is het niet mogelijk om alle dossiers van één onderdeel uit het archief te halen. Wordt een uitzendkracht hetzelfde behandeld als een Defensiemedewerker? Medewerkers die bij Defensie werkzaamheden hebben verricht, in dienst van een uitzendorganisatie, melden zich bij hun (voormalige) werkgever. Daarnaast raden wij hen aan zich ook te melden bij het Informatiepunt van het CAOP.
5
Vragen en antwoorden over de blootstelling aan chroom-6 Dit is een overzicht van de meeste gestelde vragen over de blootstelling aan chroomverf binnen defensie. Het zijn vragen die gesteld zijn in 2014 en 2015 gesteld zijn, onder andere tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Staat uw vraag er niet bij? Stel deze dan aan het informatiepunt:
[email protected] of telefonisch (070) 376 5 476. Op welke manieren kun je blootgesteld worden aan chroom-6? Je kunt op drie manieren worden blootgesteld: aanraken, inademen en inslikken. Daarnaast gaat het er om hoe lang je bent blootgesteld en in welke mate. De mate van blootstelling hangt af van de functiegroep waarin de medewerker werkzaam was en de werkzaamheden die zijn gedaan. Dit betrekt het RIVM in het onderzoek. Hoe zit het met onze collega’s in het buitenland? Doelstelling is dat ook in het buitenland de voorschriften worden nageleefd. Nederlandse medewerkers die in het buitenland hebben gewerkt en die met chroomhoudende verf in aanraking denken te zijn gekomen kunnen zich ook aanmelden bij het informatiepunt van het CAOP voor het RIVM onderzoek. Heb ik als administratieve kracht deze stoffen ook ingeademd? De kans dat je als administratief medewerker ziek wordt door chroomverf en CARC, is waarschijnlijk heel klein. Het risico van gezondheidseffecten is afhankelijk van de duur en mate van de blootstelling. Hoe groot de risico's op gezondheidseffecten zijn, is onderdeel van het RIVM-onderzoek. Welke mensen hebben het grootste risico gelopen? Kun je ook ziek worden doordat je dagelijks door de werkplaats liep, op weg naar kantoor? De (oud-)medewerkers die daadwerkelijk met chroomhoudende verf en CARC hebben gewerkt, lopen vermoedelijk een hoger risico. Dat moet het RIVM onderzoek uitwijzen. De kans dat je ziek wordt door dagelijks door de werkruimte te lopen, is heel klein. Het risico van gezondheidseffecten is afhankelijk van de duur van de blootstelling. Hoe groot de risico's op gezondheidseffecten zijn, is onderdeel van het RIVM-onderzoek.
6
Zijn deze stoffen via kleding overdraagbaar aan derden? Het is niet aannemelijk dat de blootstelling aan derden door stofdeeltjes op kleding hoog is. Het vaststellen van de risico's voor risicogroepen wordt door het RIVM onderzocht.
7
Vragen en antwoorden over het gebruik van chroom-6 bij Defensie Dit is een overzicht van de meeste gestelde vragen over het gebruik van chroomverf binnen defensie. Het zijn vragen die gesteld zijn in 2014 en 2015, onder andere tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Staat uw vraag er niet bij? Stel deze dan aan het informatiepunt:
[email protected] of telefonisch (070) 376 5 476. Waar wordt chroomhoudende verf gebruikt? Het verfsysteem wordt op dit moment nog in de militaire- en civiele luchtvaart gebruikt. In het verleden werd het ook op voertuigen gebruikt. Voor bepaalde vliegtuigen en helikopters is chroom-6 houdende verf een noodzakelijk middel om corrosie tegen te gaan. En om zo te voldoen aan de luchtwaardigheidseisen. Op dit moment zijn er nog niet voor alle materialen goedgekeurde alternatieven beschikbaar. Bij het aanbrengen van het verfsysteem wordt eerst de grondverf aangebracht en vervolgens de toplaag. Dit betekent dat beschermende maatregelen bij het spuiten van de grondverf (primer) nodig zijn. Ook bij het schuren en slijpen aan het verfsysteem is beschermende maatregelen noodzakelijk. De beschermende maatregelen zijn, door kennis en onderzoek maar ook door regelgeving, in de afgelopen jaren steeds verder ontwikkeld en verbeterd. Hoe kan ik weten of ik met materiaal heb gewerkt waar chroom-6 op was verwerkt? Huidige medewerkers van Defensie kunnen zich bij hun bedrijfsveiligheidsorganisatie melden. De bedrijfsveiligheidsfunctionaris kan aan de hand van lijsten achterhalen of het materieel mogelijk behandeld was met chroomhoudende verf. Deze lijsten worden regelmatig geactualiseerd met de informatie uit de sessies (bijvoorbeeld het toevoegen van de patriotlaunchers), maar ook op basis van voortschrijdend inzicht. (Oud-)medewerkers van defensie kunnen aangeven met welk materieel zij hebben gewerkt. Het RIVM zal dit dan voorleggen aan de paritaire commissie om te bepalen of dit bij het onderzoek betrokken wordt.
8
Zijn alle Nederlandse voertuigen met chroomhoudende verf behandeld? Tot de jaren '90 is een grondverf, waar mogelijk chroom-6 in is verwerkt, gebruikt voor verschillend defensiematerieel. Daarna is, waar mogelijk, een andere grondverf gebruikt. Voor bepaald materieel, zoals de luchtvaart, is chroomhoudende verf verplicht. Ik heb een oud militair voertuig, en wil daar aan gaan klussen. De kans is groot dat hier chroomhoudende verf op is verwerkt. Hoe moet ik hiermee omgaan? Er is inderdaad een kans dat er chroomhoudende verf is gebruikt in de grondlaag. Zolang u met schuren, slijpen of verspanen de grondverf niet beschadigt, is er geen gevaar voor de gezondheid. U kunt er gewoon overheen verven. Bij twijfel altijd uitgaan van de situatie dat het voertuig is behandeld met chroomhoudende verf. Waarom heeft Defensie zo lang niets gezegd en gedaan? Vanaf begin jaren negentig was er bij de POMS-sites aandacht voor het werken met gevaarlijke stoffen, zoals chroom-6. Van alle stoffen zijn Veiligheids Informatie Bladen aanwezig, zodat de medewerkers weten welke stoffen er in bepaalde verven zitten. Regelmatig zijn onderzoeken gehouden en zijn verbeteringen doorgevoerd om binnen de normen te blijven werken. Ook werden risico inventarisaties gehouden. De verbeterpunten, die daaruit voortkwamen, werden opgenomen in de ARBO-jaarplannen. Vanaf 1997 werden deze jaarplannen voorgelegd en goedgekeurd door de Dienstcommissie; de vertegenwoordigers van het personeel. Op deze manier was informatie over het werken met gevaarlijke stoffen ter beschikking van het personeel. Hieruit heeft Defensie de conclusie getrokken dat de medewerkers voldoende waren geïnformeerd. Of die conclusie juist is en of er daadwerkelijk moeite is gedaan om medewerkers actief kennis te laten nemen van deze informatie, zal uit het onderzoek moeten blijken. Wat heeft Defensie wel of niet gedaan om te zorgen voor veilige werkomstandigheden? Defensie wil precies weten wat er is gedaan of nagelaten als het gaat om het bieden van een veilige werkomgeving. Daarom vindt nu het onderzoek plaats van het RIVM. Op basis van de uiteindelijke resultaten kunnen conclusies worden getrokken.
9
Vragen en antwoorden over gezondheidsklachten Dit is een overzicht van de meeste gestelde vragen over gezondheidsklachten binnen defensie. Het zijn vragen die gesteld zijn in 2014 en 2015, onder andere tijdens voorlichtingsbijeenkomsten. Staat uw vraag er niet bij? Stel deze dan aan het informatiepunt:
[email protected] of telefonisch (070) 376 5 476. Kan ik mijn kinderen (die klachten hebben) laten onderzoeken? Daarvoor moeten we het RIVM-onderzoek afwachten. Ik wil weten of mijn overleden man ziek was door CARC? Een doodsoorzaak is niet vastgesteld. In het onderzoek wordt bekeken welke risicogroepen er zijn. Het is achteraf altijd moeilijk om een duidelijk verband aan te kunnen tonen. Ik wil weten of mijn vruchtbaarheid is aangetast door het werken met chroom. Dit maakt deel uit van het onderzoek door het RIVM. Ik ben ziek en ik heb hierdoor hoge ziektekosten. Kan ik deze verhalen op Defensie? Defensie heeft samen met de vakbonden een tijdelijke regeling opgesteld voor (oud-) medewerkers van Defensie die mogelijk ernstig ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 houdende stoffen. De regeling is op 1 maart 2015 ingegaan. De (oud-) medewerkers kunnen een aanvraag indienen als zij aan bepaalde voorwaarden voldoen. De regeling geeft de betrokken (voormalige) werknemers een tegemoetkoming, vooruitlopend op een eventuele resterende schadevergoeding. In aanvulling op een financiële tegemoetkoming kunnen de (voormalige) werknemers ook ondersteuning krijgen. De regeling betekent niet dat Defensie aansprakelijk is. Dat moet het onderzoek van het RIVM uitwijzen. Het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP) zorgt voor de afhandeling van de tijdelijke tegemoetkoming.
10
Kunnen alle Nederlandse huisartsen worden geïnformeerd over chroom-6? Hierdoor kunnen mogelijke ziekten eerder worden opgespoord. Het RIVM heeft in februari 2015 een informatieblad opgesteld voor huisartsen over de gezondheidsrisico’s van chroom-6. Dit informatieblad is opgestuurd aan alle huisartsen. Alle melders in het informatiepunt hebben het blad thuisgestuurd gekregen. Het staat ook op de site van het RIVM: http://www.rivm.nl/Onderwerpen/C/Chroomhoudende_verf_en_CARC Dit informatieblad kunt u, indien van toepassing, voorleggen aan uw huisarts. Daarnaast informeert het RIVM via vakbladen en andere literatuur deze specialisten. Wat als ik nu nog gezond ben, maar later toch ziek word? Als u gezondheidsklachten krijgt, moet u naar de huisarts gaan en melden dat u hebt gewerkt met gevaarlijke stoffen. Krijgt u op enig moment gezondheidsklachten, en u vermoedt dat deze in verband staan met de werkzaamheden bij Defensie en u wilt daarvoor defensie aansprakelijk stellen? Dan raden wij u aan om direct een belangenbehartiger in te schakelen. Dit kunt u ook doen via uw vakbond of rechtsbijstandsverzekering. Volgens de media zijn er schadeloosstellingen uitgekeerd. Moet ik daarvoor een advocaat in de arm nemen? Of geldt dit voor alle medewerkers? Een advocaat is niet verplicht. Voor een verzoek om schadevergoeding kan altijd de hulp van een belangenbehartiger worden ingeschakeld. Dit kan de vakbond zijn of een rechtsbijstandsverzekeraar, letselschadespecialist of letselschadeadvocaat. Het is belangrijk dat dit iemand is die kennis heeft op het gebied van aansprakelijkheids- en schadevergoedingsrecht. Kan ik mij medisch laten onderzoeken (zoals een bloedtest of bodyscan)? De minister van Defensie heeft de Tweede Kamer toegezegd alle betrokken (oud-)medewerkers een gezondheidskundig onderzoek aan te bieden. Dit onderzoek wordt uitgevoerd onder toezicht van het CEAG, de arbodienst van Defensie. Oud-medewerkers, die zich hebben aangemeld omdat ze zich zorgen maken over hun gezondheid, zijn begin maart 2015 uitgenodigd voor
11
een consult bij een arbo-arts. Het bedrijfsgeneeskundig consult voor de oud-medewerkers is gehouden in Amersfoort, Assen, Den Haag, Den Helder, Oirschot en Schaarsbergen. Het doel van het bedrijfsgeneeskundig consult was informeren en voorlichten. Ruim 750 oud-medewerkers zijn op gesprek geweest bij een bedrijfsarts. De huidige medewerkers die nu nog werken met chroom-6 worden via de lijn uitgenodigd voor een gezondheidskundig onderzoek. Kan ik de kosten van een afgenomen bloedtest vergoed krijgen? Kosten komen in principe ten laste van de ziektekostenverzekering. Dat kan betekenen dat het eigen risico aangesproken moet worden. Hoe denkt Defensie schadeloos te gaan stellen? Wanneer de resultaten van het RIVM-onderzoek daartoe aanleiding geven, neemt Defensie zijn verantwoordelijkheid
12
Wat zijn CARC en chroom-6? Wat zijn CARC en Chroom-6? CARC staat voor Chemical Agent Resistant Coating. Het is de toplaag van het verfsysteem beter bekend als de camouflageverf die Defensie gebruikt voor militair materieel. Naast de toplaag heeft dit verfsysteem ook een roestwerende grondverf (primer) die ervoor zorgt dat het materiaal onder zware weersomstandigheden veel minder snel roest. Deze grondverf kan chroom-6 bevatten.
13
Wat doen de paritaire commissie, het ABP, CAOP en de taskforce in het onderzoek naar werken met chroomverf en CARC? Wat doet de paritaire commissie? Begin 2015 heeft de minister van Defensie een onafhankelijke commissie, de zogenaamde paritaire commissie (PC), ingesteld onder leiding van de heer Ruud Vreeman. In de commissie zitten een gelijk aantal vertegenwoordigers van de werkgever (het ministerie van Defensie) als van de vakbonden. Het RIVM en experts kunnen door de PC op uitnodiging de vergadering bijwonen op grond van hun expertise. Begin 2015 heeft de minister van Defensie een onafhankelijk commissie, de zogenaamde paritaire commissie, ingesteld onder leiding van de heer Ruud Vreeman. In de commissie zitten vier vertegenwoordigers van de werkgever (het ministerie van Defensie), en vier vertegenwoordigers van de vakbonden. Het RIVM en een externe experts kunnen door de commissie worden uitgenodigd om een vergadering bij te wonen. De commissie begeleidt het onderzoek van het RIVM en houdt er toezicht op. Ook bepaalt de commissie de volgorde waarin de vragen onderzocht worden. Wat doet het ABP? Het ABP behandelt de aanvragen van oud-medewerkers die een beroep doen op de tijdelijke (coulance-)regeling voor (oud-) medewerkers van Defensie die mogelijk ernstig ziek zijn geworden door het werken met chroom-6 houdende stoffen. Wat doet de Taskforce? De Taskforce coördineert onder andere het archiefonderzoek van Defensie. Er zijn inmiddels ruim 2.300 documenten gevonden die een relatie kunnen hebben met het onderzoek van het RIVM. De Taskforce zorgt ervoor dat deze documenten (geanonimiseerd) worden gepubliceerd: https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/chroomverf/inhoud/docum enten-over-chroom-6-en-carc Daarnaast organiseert de Taskforce voorlichtingsbijeenkomsten voor (oud-)medewerkers van Defensie en is verantwoordelijk voor alle interne en externe informatievoorziening over het verloop van het onderzoek.
14
Wat doet het CAOP? Bij het Centrum voor Arbeidsverhoudingen Overheidspersoneel (CAOP) is een informatiepunt ingericht over het onderzoek naar chroom-6 en CARC. Het informatiepunt is van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 en 17.00 uur telefonisch bereikbaar via nummer: 070-376 5 476. Het e-mailadres is:
[email protected] Postadres: CAOP / Ondersteuningsteam C6&CARC, Antwoordnummer 10689, 2501 BW Den Haag Meer informatie over chroom-6 en CARC staat op: www.informatiepuntchroom6.nl Bij het CAOP kunt u met al uw vragen en informatie terecht die betrekking hebben op het RIVM onderzoek. Ook ondersteunt het CAOP het RIVM, de Paritaire Commissie en de Taskforce. Waar staan de verslagen van de voorlichtingsbijeenkomsten? Alle verslagen van de voorlichtingsbijeenkomsten over het werken met chroomverf staan op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/c/chroomverf. In november 2014 is het verslag gepubliceerd van de 4 bijeenkomsten voor oud-POMS-medewerkers, familie en nabestaanden in Kerkrade en Almelo. In februari 2015 is het verslag gepubliceerd van vier bijeenkomsten die in januari zijn gehouden in Den Helder, Eindhoven en Stroe. In maart 2015 is het verslag gepubliceerd van twee voorlichtingsbijeenkomsten in Amersfoort en Breda.
15