Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010 1. Raadsvoorstel bijdrage grondwatersanering Achterstraat/Vincent van Goghplein Helvoirt
Progressief96 Vraag 1 In principe is dit toch een risico voor de project ontwikkelaar, maar hier past de stelling de vervuiler betaalt. Wat is dan de rede om 12.500,00 bij te dragen? Antwoord 1 De ontwikkelaar heeft het vergunningentraject opgestart om de historische bodemverontreiniging te saneren. De kosten hiervan bedragen 250.000,-. Naast deze historische verontreiniging is er door een incident een extra verontreiniging ontstaan onder de Achterstraat die via het riool in de bodem is gekomen. Deze verontreiniging zit feitelijk buiten het eigendom van de ontwikkelaar. De ontwikkelaar heeft aangeboden om deze verontreiniging mee te nemen maar om de meerkosten ad 50.000,evenredig te verdelen. Het betreft hier een eenmalige bijdrage in de saneringskosten van het grondwater onder de Achterstraat. Aangezien een viertal partijen, waaronder onze gemeente, een belang hebben bij de sanering van deze grondwatervervuiling vinden wij de voorgestelde bijdrage voor onze gemeente acceptabel.
Samenwerking ‘95 Vraag 2 De bijdrage van 12.500 betreft geen verplichting, maar is een bestuurlijk keuze om de herontwikkeling te bespoedigen. Binnen welke termijn kan het bestemmingsplan geschikt zijn voor de beoogde herontwikkeling? Antwoord 2 Wij verwachten nog voor de zomervakantie concrete afspraken te maken met de projectontwikkelaar over een aantal zaken die in een samenwerkingsovereenkomst worden vastgelegd. Daarna willen wij samen met de ontwikkelaar snel een bestemmingsplanprocedure in gang zetten. Wij streven ernaar e om in het 2 kwartaal van 2011 met een voorstel te komen tot vaststelling van een ontwerpbestemmingplan voor de ontwikkeling van het Vincent van Goghplein. Vraag 3 Zijn er voor dit project (bijzondere) risico’s of afhankelijkheden om tot herontwikkeling te komen? Antwoord 3 De ontwikkelaar betrekt een woningbouwvereniging bij de ontwikkeling van de woningen. De onderhandelingen hierover zitten nu in de afrondende fase. Verder wordt een overeenkomst opgesteld tussen de ontwikkelaar en onze gemeente. Hierin worden concrete afspraken over de opheffing van de over het gebied gelegen LPG-contour geregeld.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
1 van 25
Vraag 4 In de raadsvergadering van 22 april jl. is besloten bij te dragen aan de saneringskosten van een lpginstallatie. Deze bijdrage zou een belemmering wegnemen om tot de herontwikkeling van het Vincent van Goghplein te komen. De vraag is of er om tot herontwikkeling van het Vincent van Goghplein te komen nog meer kosten komen voor de Gemeente? Antwoord 4 Er moeten nog afspraken worden gemaakt over de grens van het plangebied voor wat betreft de herinrichting van het openbaar gebied en het kwaliteitsniveau. De mate waarin wij hieraan bijdragen is afhankelijk van de definitieve begrenzing en uitvoeringsniveau.
VVD Vraag 5 Wat wordt verstaan onder punt 1.1: het bevoegd gezag? Antwoord 5 Zoals in de toelichting bij het raadsvoorstel wordt aangegeven is in dit artikel met de term “bevoegd gezag” aangehaakt bij de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo). Het bevoegd gezag is het bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt door één bevoegd gezag beoordeeld en doorloopt één procedure. De beslissing op de aanvraag kent ook één procedure van rechtsbescherming. Het bevoegd gezag is in de meeste gevallen het college van burgemeester en wethouders van de gemeente waar het project zal worden verricht. In een beperkt aantal gevallen berust de bevoegdheid tot toestemmingsverlening niet bij het College van burgemeester en wethouders, maar bij het College van gedeputeerde staten en in enkele gevallen bij een Minister. Het bevoegd gezag is integraal verantwoordelijk voor het te nemen besluit en is tevens belast met de bestuursrechtelijke handhaving. Vraag 6 Kan bevoegd gezag ook gedelegeerd worden aan een ambtenaar? Antwoord 6 Gedelegeerd kan alleen tussen bestuursorganen. Bijvoorbeeld de Raad delegeert het college van B&W . U bedoeld waarschijnlijk gemandateerd en dat kan wel: een bestuursorgaan kan een ambtenaar mandateren. 2. Raadsvoorstel wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Haaren 2009
CDA Vraag 1 Volgens de toelichting valt de vergunning bedoeld in artikel 2:11 van de APV onder de Wabo en wordt daarom ook uitgezonderd van de strafbepaling in artikel 6:1 van de APV. Volgens artikel 2.2, lid 1, sub d, van de Wabo valt wegaanleg alleen onder de Wabo, indien voor die aanleg tevens een verbod geldt volgens het bestemmingsplan, een beheersverordening of een voorbereidingsbesluit, welk verbod alleen kan worden opgeheven door het verlenen van een aanlegvergunning. De vergunning bedoeld in artikel 2:11 van de APV betreft niet alleen de aanleg van een weg maar ook het wijzigen van de aard en de breedte van de verharding. Het is zeer de vraag of voor de wijziging van de verharding steeds een aanlegvergunningnodig is. Is het, gezien het voorgaande, correct om artikel 2:11 van de APV in zijn volle reikwijdte uit te zonderen van de strafbepaling in artikel 6:1 van de APV?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
2 van 25
Antwoord 1 Aangezien de gemeente, voor wat betreft dat deel, hiermee nog nooit van doen heeft gehad en dat ook niet verwacht in de toekomst, menen wij dat deze bepaling in zijn geheel uitgezonderd kan worden. Een aanlegvergunning, ook voor het wijzigen van de verharding, is niet van toepassing op overheden bij de uitvoeren van hun publieke taak. Vraag 2 Voorzien is in het opnemen van het begrip “bevoegd gezag” in artikel 1:1, zijnde het bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wabo. Volgens die bepaling in de Wabo is het bevoegd gezag gedefinieerd als “bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning ….”. In artikel 1:8 van de APV staan de gronden waarop het bevoegd gezag een vergunning of ontheffing kan weigeren. Artikel 1:8 van de APV heeft betrekking op een groot aantal vergunningen en ontheffingen die volgens de APV vereist zijn maar niets van doen hebben met de Wabo Heeft de toevoeging van het begrip “bevoegd gezag” in artikel 1:1 van de APV tot gevolg dat de weigeringsgronden genoemd in artikel 1:8 van de APV voor alle aanvragen om vergunning of ontheffing behoudens de vergunningen bedoeld in artikel 2:11 en artikel 4:11 niet meer gehanteerd kunnen worden of is het bevoegd gezag in artikel 1:8 niet hetzelfde als het bevoegd gezag in de (nieuwe) begripsbepaling in artikel 1:1? Antwoord 2 De strekking van de opmerking is duidelijk. De VNG-modelverordening heeft nu de begripsbepaling “bevoegd gezag” geïntroduceerd. Deze is gerelateerd aan de WABO. In de bepalingen die onder de WABO vallen is term “bevoegd gezag” door vertaald. Deze term is niet dezelfde als “bevoegde gezag” als bedoeld in bepaling 1:8 van de APV. De term bevoegde gezag is breder. Daaronder valt zowel “het bevoegd gezag” als bedoeld in de WABO als de overige “bevoegde bestuursorganen”, zoals het college en burgemeester. 3. Raadsvoorstel aanpassing legesverordening 2010 en tarieventabel 2010
Samenwerking ‘95 Vraag 1 Bij de activiteit bouwen wordt voor het vooroverleg 25 % van de bouwleges in rekening gebracht. Betreft dit 25% van de uiteindelijk leges of komt dit bovenop de te heffen leges bij realisatie (dus 125% totaal)? Antwoord 1 Dit betreft 25% van de uiteindelijke leges. Er wordt nooit mee dan 100% betaald. Vraag 2 In (complexe) gevallen kan het (met name onder de Wabo) zijn dat meerdere vooroverleggen noodzakelijk zijn om een ontvankelijke aanvraag te krijgen. Welke leges worden in een dergelijke situatie geheven? Is dit iedere keer 25%? Antwoord 2 Onafhankelijk van het aantal keren dat vooroverleg plaats vindt, wordt (enkel voor de activiteit bouwen) éénmalig 25% leges geheven. Vraag 3 Bij intrekken van de vergunning of vergunningaanvraag kunnen onder voorwaarde leges worden teruggevorderd. Betreft dit ook de leges die worden geheven voor vooroverleg? Zo ja, hoe worden deze ambtelijke kosten dan bekostigd? Antwoord 3 Nee, betreft niet de leges voor vooroverleg. Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
3 van 25
Vraag 4 Het is nog niet duidelijk of de omgevingsvergunning (Wabo) 1 juli 2010 definitief wordt ingevoerd. Hoe wordt er in de tussentijd omgegaan met aanpassingen die samenhangen met de invoering van deze wet? Antwoord 4 De wijzigingen van de tarieventabel treden, voor zover deze verband houden met de Wabo, pas in werking op moment dat Wabo in werking treedt.
CDA Vraag 5 Volgens de nieuwe tarieventabel wordt voor meer zaken leges geheven dan het geval was volgens de geldende tabel. Wat betekent dit voor de omvang van de inkomsten uit leges? Is een begrotingswijziging nodig c.q. wenselijk? Antwoord 5 Op dit moment kunnen de effecten van Wabo en vergunningvrij bouwen nog niet doorgerekend worden.
4. Raadsvoorstel Jaarrekening 2009, Begroting 2011 en meerjarenbegroting 2012-2014 van het Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
VVD Vraag 1 Op basis van welke gronden komt het college van B&W tot het persbericht in Brabant Dagblad, dat de gemeenschappelijke regeling/kaderstelling 10% bezuinigd dient te worden ? Antwoord 1 Vraag 2 Wordt hier niet voorbij gegaan aan de bevoegdheid van de gemeenteraad? Antwoord 2 5. Raadsvoorstel Verordening Wet inburgering Haaren 2010
Progressief96 Vraag 1 Er zijn tal van vragen te stellen over de praktische uitwerking van de in de verordening opgenomen bepalingen. Omdat een groot deel van de verordening uitgevoerd moet worden door de Stichting Vluchtelingenwerk Oost Brabant zijn haar eventuele op- en aanmerkingen van belang. Zijn die gemaakt, en zo ja welke?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
4 van 25
Antwoord 1 De opmerkingen betroffen de tenaamstelling van Stichting Vluchtelingenwerk, die onlangs was gewijzigd. Daarnaast stond in artikel 15 als uitzonderingsgroep genoemd de geestelijke bedienaren. Omdat zij inburgeringsplichtig zijn, werd deze groep ten onrechte in artikel 15 genoemd. De aanpassingen zijn in de tekst van de voorgelegde verordening verwerkt. Echter onlangs is de tenaamstelling van Vluchtelingenwerk opnieuw gewijzigd De verordening zal nu voor de raadsvergadering van juni worden aangepast. Er zal nu voor worden gekozen om in algemenere bewoordingen duidelijk temaken dat aan een door het college aangewezen instantie taken in het kader van inburgering kunnen worden opgedragen. Voor het overige was Vluchtelingenwerk akkoord met de tekst van de verordening. Vraag 2 Art. 13,2 bepaalt dat het College af kan zien van het opleggen van een boete bij het niet nakomen van verplichtingen. Aan welke gevallen moet men dan denken, behalve uiteraard langdurige afwezigheid door ziekte? Antwoord 2 Te denken valt aan allerlei persoonlijke omstandigheden, zoals het langdurige zorg moeten verlenen aan een ernstig ziek gezinslid, het overlijden van een partner of kind, psychische klachten etc. Per cliënt zal de ernst van de omstandigheden moeten worden afgewogen. Vraag 3 Er wordt gesproken over inschakeling van Vluchtelingenwerk tbv de inburgering. Het college kan daar een overeenkomst mee sluiten. Momenteel is die er. Blijft deze zoals die is of zijn daar veranderingen in te verwachten. En zo ja Welke en waarom? Antwoord 3 Er is geen intentie om de overeenkomst met Vluchtelingenwerk op korte termijn te veranderen. Voor 2010 wordt een overeenkomst gesloten. Wellicht zal in de verdere toekomst overwogen worden om de taken die nu aan Vluchtelingenwerk in het kader van de inburgering zijn uitbesteed terug te halen naar de eigen organisatie. Nu Sociale Zaken ook deze taken voor de gemeente Boxtel uitvoert groeit de deskundigheid op dit terrein. Mogelijk is efficiencywinst te halen om de taken weer in eigen beheer uit te voeren.
Samenwerking ‘95 Vraag 4 Is aan te geven welk budget beschikbaar voor de uitvoering van deze verordening? Antwoord 4 Het budget voor inburgering is in 2010 26.849,-. Met dit geld moeten de trajecten worden bekostigd. De middelen voor uitvoeringskosten zijn opgenomen in de algemene middelen. Vraag 5 De landelijke taakstelling is 47.000 Haaren moet in dat verband minimaal 5 trajecten realiseren. Welke trajecten zijn dit? Antwoord 5 Dit kunnen alle soorten trajecten zijn die opleiden tot een diploma waarmee voldaan wordt aan de inburgeringsplicht. Welk traject wordt ingezet hangt af van de behoefte, het leerdoel en de capaciteiten van de cliënt. Op voorhand is niet aan te geven welk soort traject het zal betreffen. De twee cliënten die in 2010 gestart zijn met inburgering, nemen deel aan een traject dat opleidt tot inburgeringsexamen profiel taal en werk. Vraag 6 Is er een evaluatie rapport van het overleg met de Stichting Vluchtelingenwerk de Meijerij?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
5 van 25
Antwoord 6 Er heeft een overleg met Vluchtelingenwerk plaatsgevonden. Ten aanzien van de inburgering zijn de volgende knelpunten door Vluchtelingenwerk aangegeven: - De trajectbegeleiding te laten lopen tot het moment dat het inburgeringsexamen is behaald. (dit is nu een jaar) - Geld beschikbaar te stellen voor werkzaamheden in het kader van de inburgering die niet resulteren in een traject. Uitgangspunt bij het oplossen van die knelpunten is de beschikbaarheid van het budget.
CDA Vraag 7 Heeft de vrijwillige inburgeraar de vrijheid om zijn voorziening zelf te regelen via een persoonlijk inburgeringsbudget of mag hij dat alleen indien het college geen adequaat aanbod kan doen? Antwoord 7 De vrijwillige inburgeraar kan alleen gebruik maken van het persoonlijk inburgeringsbudget als het “standaard”aanbod dat de gemeente kan doen –op basis van de aanbesteding inburgering- voor hem niet passend is. Hiervoor is gekozen omdat bij de aanbesteding is uitgegaan van trajecten voor zowel inburgeringsplichtigen als vrijwillige inburgeraars. Wanneer veel meer dan verwacht gebruik gemaakt zou worden van het persoonlijk inburgeringsbudget krijgt Intop –onze aanbieder- veel minder cursisten. Dat komt de beschikbaarheid en variatie in het lesaanbod niet ten goede. Bovendien is er geen noodzaak om de cliënt zelf een traject te laten regelen wanneer er een goed en passend product beschikbaar is. 6. Raadsvoorstel Programmaverantwoording en – rekening 2009
Progressief96 Vraag 1 Er wordt talloze keren gerefereerd aan de onzekerheden, samenhangend met de de conjuncturele situatie. In dat kader worden o.a. in exploitatie genomen plannen, bouwgrondexploitatie in het algemeen, en gemeente-uitkering genoemd. Overweegt het College, vooruitlopend op concrete bedragen, een aparte risicoparagraaf met bijbehorend bedragen in de komende begroting op te nemen, ondanks het feit dat daar in het Collegeprogramma niet over gerept wordt? Antwoord 1 In de paragraaf weerstandsvermogen wordt aandacht besteed aan de financiële risico’s die samenhangen met de bouwgrondexploitaties, de bedrijfsvoering e.d. Risico’s worden waar mogelijk financieel onderbouwd. Bij de bestuursrapportages wordt gerapporteerd over de uitgangspunten en aannames die aan de risico’s ten grondslag liggen en de ontwikkelingen daarin. Het maakt onderdeel uit van de P&C cyclus om aandacht te besteden aan de risico’s en de financiële gevolgen voor de begroting. Vraag 2 Blz.43 Op grond van welke motieven is besloten tot een passief reststrokenbeleid, terwijl toch tot op heden althans op papier, van actief beleid sprake was?( Zie ook blz.38 Rekening) Antwoord 2 Zie hiervoor de uitgebreide reactie op vraag 30. Vraag 3 Gerealiseerde organisatiekosten Rioolbeheer(blz. 42), Groenbeheer (blz.43), Verkeer en veiligheid(blz.46), zijn explosief gestegen, ver boven de begrote bedragen. Dat wekt met name verbazing omdat op dezelfde kostenplaatsen geld wordt overgehouden door het niet uitvoeren van werkzaamheden in het desbetreffende begrotingsjaar. Waaruit bestaan, gespecificeerd, de desbetreffende overschrijdingen?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
6 van 25
Antwoord 3 De directe relatie die wordt gelegd tussen organisatiekosten en gerealiseerd werk is niet geheel juist. In het afgelopen jaar zijn veel uren in de voorbereiding van diverse projecten gestoken. De explosieve stijging wordt enerzijds veroorzaakt door een te krappe urenraming en anderzijds omdat deze voorbereidingen veelal door (duurdere) inhuurkrachten zijn uitgevoerd. Beide factoren zorgen voor een overschrijding van de personele budgetten. Vraag 4 Externe inhuur WOZ-werkzaamheden. Waardoor werd de forse overschrijding veroorzaakt? (blz. 50) Antwoord 4 Als gevolg van ziekte is de inhuur ten behoeve van de WOZ werkzaamheden in het jaar 2009 aanzienlijk meer geweest, dan begroot. De jaarlijkse waardering van de objecten heeft de werkdruk binnen de sectie verhoogd. Daarnaast is – als gevolg van de invoering van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) - een optimaliseringsslag gemaakt in de bestanden. Tevens is het aantal bezwaarschriften (en dientengevolge beroepsschriften) in het jaar 2009 aanzienlijk hoger dan de voorgaande jaren. Vraag 5 Zowel bij de bijstandsverlening (nagenoeg jaarlijks) als bij de WMO wordt fors overgehouden in relatie tot de begroting. (blz. 57/58) In hoeverre kan worden overwogen de desbetreffende bedragen te oormerken? (Zie ook blz. 26. Rekening) Antwoord 5 Er wordt gesteld dat er gelden zijn overgehouden bij bijstandsverlening. Deze conclusie is niet juist. Als je alleen de uitgaven in aanmerking neemt kom je juist geld tekort. De onderbesteding bij de WMO is te wijten aan niet gerealiseerde projecten van de afdeling ruimtelijk beheer, die konden worden gefinancierd vanuit het CVV regiofonds en investeringsfonds. Vanwege tijdsgebrek is het niet uitgevoerd. Er zijn wel bepaalde verplichtingen aangegaan. Het geld wat over is, is niet geoormerkt. Wel volgt er binnenkort een raadsvoorstel van de afdeling Ruimtelijk Beheer om alsnog het plan uit te voeren. Vraag 6 Het onderzoek WMO is niet uitgevoerd. Gebeurt dat alsnog? (Blz. 27, Rekening) Antwoord 6 Het Wmo-onderzoek zoals de raad voor ogen had heeft niet plaatsgevonden. De reden hiervoor is dat wij jaarlijks deelnemen aan de Benchmark Wmo van het SGBO, om de twee jaar een tevredenheidonderzoek laten uitvoeren door het SGBO onder klanten van het Wmo-loket en wij om de twee jaar deelnemen aan de Regionale WMO-monitor. We zullen volgend jaar het gemeentelijk Wmo-beleid 2008-2011 evalueren. Vraag 7 Uitgaven Gehandicaptenbeleid. Er werden door Haarense medewerkers 400 uren op deze post verantwoord. Dat betekent 50 8-urige werkdagen. Is er een indicatie van de desbetreffende werkzaamheden te overleggen? ( blz. 27 Rekening) Antwoord 7 Volgt nog. Vraag 8 Blz. 28 Rekening. “Er is een extra bedrag geraamd voor de leerplicht. Zowel de lasten als baten zijn niet gerealiseerd”. Wat is hiervan de uitleg?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
7 van 25
Antwoord 8 Dit extra bedrag voor de leerplicht is begroot voor extra uren leerplicht vanaf 2008. Deze extra uren zijn vanaf 2009 ingezet. Zie hiervoor ook het jaarverslag RBL. Deze extra uren voor de leerplicht bleken betaald te kunnen worden binnen de bestaande begroting. Dit heeft er in geresulteerd dat deze extra gelden voor de leerplicht niet aangesproken zijn. Vraag 9 Blz. 35 Rekening. De doorbelaste overheadkosten Brandweer zijn achtergebleven bij de begroting. Waar ligt de oorzaak? Antwoord 9 De aanstaande regionalisering van de brandweer heeft er toe geleid dat er in 2009 meer uren aan OR activiteiten (voor het merendeel in de regionale BOR) zijn gerealiseerd dan was voorzien. Daarnaast zijn er door de brandweer meer uren besteed aan toetsing van bouwplannen op brandveiligheid en aan controles op brandveiligheid (dit zijn geen producten van de brandweer). Dit leidt er toe dat er minder uren dan was voorzien zijn besteed aan activiteiten die thuishoren product Brandweer en Rampenbestrijding (120). Vraag 10 Blz. 39. Vught en Provincie komen hun contractuele verplichtingen m.b.t. de aanleg van de fietspaden niet na! Dan zal er toch ruimte moeten zijn voor een versschillende interpretatie van het contract. Wat is de uitleg c.q. verdediging van het College? Antwoord 10 Hier is waarschijnlijk sprake van een misverstand over hoe deze opmerking geïnterpreteerd dient te worden. Gemeente Vught en de provincie zijn hun verplichtingen keurig nagekomen. Binnen de gemeente Haaren is echter verzuimd om deze afspraken ook door te vertalen in de financiële administratie. Contractueel was overeengekomen dat gemeente Vught en de provincie zouden bijdragen aan de aanleg van de fietspaden, maar deze bijdragen zijn niet als te ontvangen bedrag in de begroting opgenomen. Vraag 11 Wederom is er sprake van niet begrote, forse bedragen voor inhuur m.b.t. dit keer de aanleg van fietspaden. Wat was hier de reden? Antwoord 11 Vanwege het feit dat er in 2009 een aantal projecten niet voorzien waren of meer personele inspanning vereisten is er voor gekozen om voor de realisatie van het fietspadenplan personele capaciteit in te huren Vraag 12 Blz. 50 e.v. Opnieuw blijven in belangrijke mate ICT investeringen achterwege. In een enkel geval blijkt de voorgenomen investering inmiddels niet meer noodzakelijk omdat er kennelijk geen behoefte meer aan is. Welke andere dan vorig jaar genoemde oorzaken, nl. personeelsgebrek, zijn dit keer aan te voeren voor het achterwege blijven van investering in nieuwe, kennelijk noodzakelijke ontwikkelingen? Antwoord 12 Op dit moment zijn wij volop bezig met de ontwikkeling van het zaakgericht werken (in de begroting opgenomen onder digitalisering) en Mid-office. Omdat dit nieuwe ontwikkelingen zijn en de markt nog volop aan het ontwikkelen was hebben wij gewacht met het maken van plannen van aanpak tot dat er voor de gemeente Haaren gangbare oplossingen waren. Verder proberen wij in PLE1N op het gebied van Mid-office samenwerking te zoeken. Dit leidt ook tot enige vertraging.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
8 van 25
Vraag 13 Blz. 51 Rekening. In een summier staatje wordt een globaal inzicht gegeven van inhuurkrachten mede in relatie tot het niet invullen van “vaste” FTE' s. Onze fractie heeft hier, noch in de daarop volgende pagina' s op overzichtelijke wijze toe -of afname van het ambtelijk bestand aangetroffen. Wanneer ,kunnen we gezien de inzet van dit College concrete maatregelen verwachten om tot “minder ambtenaren” te geraken? Antwoord 13 Zodra het aantal taken voor onze gemeente vermindert. Vraag 14 Blz. 72. BTW-kosten brandweer kunnen met terugwerkende kracht tot 2003 niet gecompenseerd worden. Onze fractie wenst de geschetste gevolgen voor Haaren te kennen opdat zij zich een getrouw beeld kan vormen van de uitgaven die met de brandweer gemoeid zijn. Antwoord 14 De brandweer Brabant-Noord heeft ons op 8/4/2010 een brief gestuurd waarin kenbaar wordt gemaakt dat de op handen staande regionalisering nadelige gevolgen kan hebben voor de hierbij betrokken gemeenten. Er is een landelijke werkgroep in het leven geroepen om de mogelijkheden te onderzoeken om dit probleem op te lossen. Aan de brandweer Brabant-Noord is gemeld dat er sinds 2003 in onze gemeente geen kazernes zijn ge- of verbouwd. Tevens is aangegeven dat er wel twee nieuwbouwprojecten in voorbereiding zijn. De mogelijke gevolgen voor gemeente Haaren zijn nog niet in beeld gebracht. Vraag 15 Blz. 81. De voorgenomen servicenormen werden in 2009 niet gehaald en worden nu (terecht) aan de invoering van de gemeentewinkel gekoppeld. Betekent dit dat wordt teruggekomen op het beleid dat seviceverlening slechts tussen de oren zit? Antwoord 15 De invoering van de servicenormen is niet gerealiseerd in 2009. Wij vinden dat servicenormen pas daadwerkelijk kunnen worden geïntroduceerd zodra deze kunnen dienen als een garantie naar de burgers. Het naleven van servicenormen wordt mogelijk gemaakt door onder meer de inrichting een gemeentewinkel. Vraag 16 Voor een deel is het te hoge ziekteverzuim werkgerelateerd. Kan het College inzicht geven in de oorzaken? Antwoord 16 Ieder verzuim kent verschillende oorzaken. Verzuim wordt zelden alleen veroorzaakt door bijvoorbeeld een hoge werkdruk. Hoge werkdruk leidt tot verzuim in combinatie met in de persoon gelegen factoren of in de privésfeer gelegen factoren. Maar uit onderzoek dat de ondernemingsraad in 2009 heeft gedaan blijkt dat door veel medewerkers de werkdruk als hoog tot zeer hoog wordt ervaren. Op het moment dat dan in de privésfeer ook zaken minder lopen waardoor de medewerker niet lekker in zijn/haar vel zit, heeft dat in enkele gevallen geleid tot verzuim. Vraag 17 Halte actie plan is niet uitgevoerd programma 5. Zijn we nu de toegezegde subsidie kwijt 175.000,00 kwijt pag 46. Als dit plan alsnog in 2010 wordt uigevoerd hebben we nog recht op deze subsidie. Antwoord 17 Deze subsidie zijn we niet kwijt. Budget wordt in 2010 opnieuw beschikbaar gesteld. Zie hiervoor agendapunt 13 raadsvoorstel 222.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
9 van 25
Samenwerking ‘95 Vraag 18 Toelichting op het saldo voor en na bestemming. Er is 74.000 minder uitgegeven aan handhaving buitengebied dan begroot (begroot 111.903). Aangegeven is dat dit komt door niet (volledig) uitgevoerd werk. Welke werkzaamheden betreft dit? Antwoord 18 Het werk had eind 2009 klaar moeten zijn maar door ziekte bij medewerkers van de externe partij is er een vertraging ontstaan. Op dit moment zijn wij volop bezig met het project. Het gaat hier over een aantal handhavingszaken die voortvloeien uit het vaststellen van het bestemmingsplan buitengebied.
CDA Vraag 19 Op pagina 17, punt 1.2.3 is sprake van doorbelasting voor overheadkosten en op pagina 50, punt 6.2.1 uitgaven voor interne uren. Wordt daarmee hetzelfde bedoeld als met doorbelasting van organisatiekosten? Antwoord 19 Met uitgaven voor interne uren wordt gedoeld op uren die door ambtenaren van gemeente Haaren zijn verantwoord op een bepaald product. Op pagina 50 gaat het hierbij om uren die betrekking hebben op de onroerende-zaakbelastingen. Met de doorbelasting van overheadkosten wordt gedoeld op hogere kosten vanwege ondersteunende functies zoals facilitaire zaken, personeelszaken, automatisering, financiën en juridische zaken. Er wordt dus niet hetzelfde mee bedoeld. Vraag 20 Op een groot aantal plaatsen is sprake doorbelasting van organisatiekosten hoger of lager dan begroot. Welke systeemoorzaak ligt daar aan ten grondslag? Antwoord 20 Bij het opstellen van de begroting is een inschatting gemaakt van welke kosten er naar verwachting gemaakt zouden gaan worden voor ondersteunende functies zoals facilitaire zaken, personeelszaken, automatisering, financiën en juridische zaken. Hierbij gaat het enerzijds om salariskosten van medewerkers en anderzijds om leveringen en diensten van derden. Bij het opstellen van de jaarrekening wordt duidelijk hoe hoog de daadwerkelijke organisatiekosten zijn geweest en de daadwerkelijke organisatiekosten worden dan doorbelast aan de producten die onderdeel uitmaken van de programma’s. Vraag 21 Wat is het totaalsaldo van de opgevoerde hogere en lagere doorbelastingen? Antwoord 21 Op pagina 51 uit de programmarekening wordt een toelichting op hoofdlijnen gegeven over de organisatiekosten. Hier is vermeld dat “de gerealiseerde baten en lasten binnen de overhead per saldo overeen komen met de raming uit de begroting”. Vraag 22 Is er een relatie tussen het totaalsaldo van de opgevoerde hogere en lagere doorbelastingen en het saldo kostenplaatsen (pagina 53)? Zo ja, welke relatie is dat dan? Zo neen, waarom is er geen relatie? Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
10 van 25
Antwoord 22 Er is een één op één relatie tussen het totaalsaldo van de begrote hogere en lagere kosten op de kostenplaatsen en het begrote saldo op het product saldo kostenplaatsen. Dit omdat de extra begrote kosten op de kostenplaatsen (b.v. kostenplaats bevolking) bij een begrotingswijziging niet worden doorbelast naar alle producten (of andere secties) waarvoor de kostenplaats bevolking werkzaamheden verricht. De op de kostenplaatsen extra begrote kosten vormen de kostenpost van het product saldo kostenplaatsen. Bij de primitieve (oorspronkelijke) begroting is dit bedrag of saldo nihil. Bij de jaarrekening is dit bedrag of saldo ook nihil. Voor de jaarrekening maken wij wel een volledige herberekening of hertoerekening. Het saldo van de kostenplaats kapitaallasten maakt onderdeel uit van het saldo van alle kostenplaatsen. Dit is het saldo van de rentebaten en rentelasten. Bij de primitieve begroting is dit bedrag afgerond 926.000. Bij de jaarrekening is dit bedrag afgerond 608.000. Vraag 23 Aan huishoudelijke hulp is 84.000 meer uitgegeven dan begroot (pagina 15). De laatste begrotingswijziging is vastgesteld in oktober 2009. Hoe is te verklaren dat er daarna toch nog zo veel extra moest worden uitgegeven voor huishoudelijke hulp? Wat is de verwachting voor 2010 en verder? Antwoord 23 De begroting is gebaseerd op de rekeningcijfers van 2008 welke in oktober 2009 pas is bijgesteld voor de huishoudelijke hulp. Het uurtarief is met 3% omhoog gegaan en er is ongeveer 1000 uur meer zorg in natura geleverd. Hiernaast zijn er nog facturen nagekomen die betrekking hadden op het jaar 2008. Of de begroting voor 2010 aangepast moet worden, weten we op dit moment nog niet. De eerste facturen komen nu binnen. Als het aangepast moet worden nemen we dit mee in een berap. Vraag 24 Waarop heeft de niet gerealiseerde uitgave van betrekking (pagina 15)?
220.000 voor openbare vervoersvoorzieningen
Antwoord 24 Zie antwoord vraag 5 en de passage in de programmarekening, pagina 27, product WMO (622). Vraag 25 De verbouwing van de Franciscusschool is afgerond (pagina 7 en 16). Welke is de verwachting met betrekking tot de financiële afwikkeling met de aannemer? Zijn daar nog risico’s voor de gemeente aan verbonden en zo ja, welke is daarvan de globale omvang? Wat is de reden van de nieuwe overschrijding van ruim 100.000 op het budget? Antwoord 25 De verwachting is dat er voor de gemeente geen financiële risico’s meer zijn in de afwikkeling met de aannemer. De reden van de overschrijding, die met nadruk niet nieuw is (zie tweede Berap 2009), wordt veroorzaakt door extra kosten voor de palenfundering. Daarnaast zijn er meerkosten gemaakt door het steeds dreigende faillissement van de aannemer en enkele noodzakelijke aanpassingen in het bestek die tijdens de uitvoering van het werk naar voren kwamen. Vraag 26 Vermeld is dat er (pagina 19).
220.000 minder is uitgegeven voor de Wet maatschappelijke ondersteuning
Voor welke onderdelen van de WMO was dat begroot? Antwoord 26 Zie antwoord vraag 5.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
11 van 25
Vraag 27 Vermeld is dat er 150.000 minder kosten zijn geweest voor maatschappelijke begeleiding en advies (pagina 19). In de programmarekening (pagina 27) is een specificatie van dit bedrag gegeven. In de programmaverantwoording wordt hier echter geen verklaring voor gegeven. Waarom zijn die niet tot uitvoering gebracht? Antwoord 27 Hiervoor wordt verwezen naar de passage in de programmarekening, pagina 27, product Maatschappelijke Begeleiding en Advies (620). Daar wordt ruim 50.000 verklaard. Tevens zijn er naar dit product veel minder uren van medewerkers doorbelast dan was begroot. Oorzaak hiervan was dat er in 2009 enkele vacatures waren bij sectie Welzijn. Hierbij gaat het om circa 90.000. Vraag 28 In het jaarverslag van bureau leerplicht staat dat er voor Haaren 58 meldingen zijn geweest. In de programmaverantwoording is te lezen dat over het jaar 2009 de begrote bijdrage voor leerplicht van 13.000 niet is ontvangen, maar ook niet is besteed. Wat is er in 2009 wel uitgegeven in dit kader ( 44.000 begroot)? Wat zijn is globaal de verdeling tussen de vaste kosten en de variabele kosten van deze kostenpost? Waarvoor was de 13.000 bedoeld en waarom is deze uitgave niet doorgegaan? Antwoord 28 De gemeente sint Michielsgestel voert de RBL uit voor de gemeentes Haaren, Vught, Schijndel en Sint Michielsgestel middels een gemeenschappelijke regeling. Deze gemeenschappelijke regeling heeft bepaald dat de gemeente Haaren (15,81%) betaald van de kosten. Verdeling vindt plaats naar rato van het werkelijk aantal inwoners tussen 4 en 23 jaar (per 1 januari van het desbetreffende begrotingsjaar). zie hiervoor artikel 14 kostenverdeling. Dit zijn vaste kosten. 13.000 Zie hiervoor antwoord 8. Vraag 29 Op pagina 25 staat dat het LOG is concept gereed is. Wanneer wordt dit voorstel ter besluitvorming aan de raad voorgelegd; mede in het licht van recente publicaties hierover in het Brabants Dagblad? Antwoord 29 Nadat de provinciale besluitvorming over de wenseljikheid/haalbaarheid van de LOG’s heeft plaatsgevonden bereidt het college een raadsvoorstel voor met betrekking tot de consequenties voor onze gemeente. Vraag 30 Op pagina 43 staat dat het reststrokenbeleid passief wordt uitgevoerd en 51.000 aan opbrengst niet is gerealiseerd. Het uitgangspunt van de grondnota 2007 is dat zoveel mogelijk actief grondbeleid wordt gevoerd. Hoe is een begrote opbrengst te rijmen meteen passieve uitvoering? Wat zijn de risico’s van deze benadering in het licht van verjaring? Is hiervan sprake geweest in 2009 en zo ja wat heeft ons dat bij benadering gekost? Wanneer krijgen wij inzicht in de “voorraad” reststroken, die mogelijk onrechtmatig in gebruik zijn genomen door anderen?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
12 van 25
Antwoord 30 Hoe is een begrote opbrengst te rijmen met een passieve uitvoering? In de Grondnota is besloten om een actief grondbeleid te voeren. De prioriteit hierbij heeft allereerst gelegen bij de exploitatieplannen. Inmiddels is dat gerealiseerd: van alle bouwplannen zijn (concept)exploitatieopzetten opgesteld, inclusief risicoscenario’s. Daarnaast is een Plan van Aanpak Verkoop overige gronden opgesteld. Dit voorziet in de openbare verkoop van de overige gronden in 4 jaarschijven. Deze verkoop heeft in 2008 en 2009 al plaatsgevonden. In 2010 worden de reststroken opgepakt. Gestart wordt met het in beeld brengen van de aanwezige restroken. Vervolgens vindt een beoordeling plaats of de betreffende stroken verkocht kunnen worden. Daarna vindt openbare verkoop plaats. Wat zijn de risico’s van deze benadering in het licht van verjaring? Wettelijk treedt verjaring in werking bij “te goeder trouw” vanaf 10 jaar. Verjaring “te kwader trouw” treedt vanaf 20 jaar in werking. Wanneer een aangrenzende eigenaar van een reststrook zich beroept op verjaring moet deze eigenaar kunnen aantonen dat hij of zij de reststrook door verjaring in “gebruik en eigendom” heeft verkregen (dit kan door: registratie onderhoud reststrook, een overeenkomst afgesloten met de gemeente, getuigenverklaringen, etc). Het is uiteindelijk aan de civiele rechter die beoordeeld of er sprake is van een verjaring. Indien de rechter oordeelt dat er sprake is van verjaring kan de beroeper de reststrook in eigendom laten inschrijven bij het Kadaster en is de gemeente de reststrook kwijt. Is hiervan sprake geweest in 2009 en zo ja wat heeft ons dat bij benadering gekost? Ja, de erven van een woning aan de Postelstraat in Esch hebben zich beroepen op verjaring van een reststrook gelegen aan de achtertuin van de woning. Een reststrook kost 130 per vierkante meter. Hier is sprake van 41 vierkante meters, in casu dus een bedrag van 5.330,Wanneer krijgen wij inzicht in de “voorraad” reststroken, die mogelijk onrechtmatig in gebruik zijn genomen door anderen? Verwezen wordt naar bovenstaand antwoord. Vraag 31 Voor de aanleg van betonfietspaden is een overschrijding van het budget geconstateerd. Is ons deze overschrijding van 293.000 eerder gemeld en zo nee waarom niet? Hoe valt deze te rijmen met het aanbestedingsvoordeel c.q. wat is de reden van deze overschrijding? Antwoord 31 In het boekjaar 2008 zijn onder andere facturen van het project Witvensedijk ten onrechte op het project betonfietspaden geboekt. Hierdoor was er in 2009 uiteindelijk te weinig budget voor het project fietspadenplan. Vraag 32 Het begrote bedrag aan subsidie voor de oversteek Molenstraat ad.
30.000 is niet ontvangen.
Komt dit nog na in 2010? Antwoord 32 Deze wordt nog ontvangen in 2010. Zie hiervoor toelichting in de programmarekening op pagina 40, verkeersmaatregelen te land (product 211). Vraag 33 Het halteactieplan is wederom niet uitgevoerd. Waarom is dit wederom niet uitgevoerd? Wat zijn de eventuele gevolgen / risico’s voor de toegezegde subsidie van de provincie? Is deze subsidie nu 150.000 of 175.000?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
13 van 25
Antwoord 33 Het halteactieplan is niet uitgevoerd vanwege het feit dat overleg met de Provincie meer tijd vergt dan werd voorzien. Daarnaast schiet de beschikbare personele capaciteit tekort. De hoogte van de subsidie is 175.000,- zie hiervoor ook de programmarekening pagina 40, verkeersmaatregelen te land (product 211) en pagina 46 van de programmaverantwoording. Zie ook antwoord op vraag 17. Vraag 34 De kosten voor WOZ-werkzaamheden zijn met ruim 70%! overschreden, terwijl het aantal bezwaarschriften is afgenomen. Waar bestaat deze overschrijding uit c.q. wat is de reden hiervan? Antwoord 34 Zie antwoord op vraag 4 Vraag 35 De rentebijschrijving op de voorziening riolering van
176.000 is niet begroot.
Dit wordt toch nooit begroot? Hoe zit dit dan met de andere voorzieningen? Antwoord 35 Op voorzieningen mocht voorheen nooit rente worden bijgeschreven. Indien een voorziening niet toereikend is, moet er een aanvullende toevoeging (storting) gebeuren. In het Besluit Begroting en Verantwoording wordt hierbij voortaan een uitzondering gemaakt voor egalisatievoorzieningen. Een egalisatievoorziening is een voorziening om de kosten gelijkmatig over de verschillende jaren te verdelen. Op 18 december 2008 heeft de gemeenteraad het Gemeentelijk Rioleringsplan 2008-2012 vastgesteld. Dit plan houdt rekening met een jaarlijkse bijschrijving van rente op de voorziening riolering met ingang van 2009. Bij de begroting van 2009 is hier nog geen rekening mee gehouden. Op andere voorzieningen wordt geen rente bijgeschreven.
Samenwerking ‘95 Vraag 36 Wat zijn de overwegingen van de burgemeester om dit jaar geen burgerjaarverslag uit te brengen? Antwoord 36 Het burgerjaarverslag wordt ook dit jaar uitgebracht. Het wordt op 1 juli aan de raad aangeboden.
VVD Vraag 1 Heeft het college van B&W de overtuiging voldoende maatregelen te hebben genomen om in 2010 wèl de rechtmatigheidtoets met glans te kunnen doorstaan? - Waaruit bestaan deze eventuele te nemen maatregelen? - Heeft het vorige college een aandeel gehad in het niet rechtmatig zijn van genoemde aanbesteding (zie verslag Ernst&Young: gemeente Haaren, uitkomsten controle jaarrekening 2009 op blz. 10) - Hoe was dit mogelijk ondanks het onderzoek en controle van de Rekenkamer? Antwoord 1 In 2009 en in 2010 zijn diverse maatregelen om het proces van inkoop en aanbesteding te borgen. Te denken valt aan het maken van nieuw inkoopbeleid, een leidraad die medewerkers ondersteunt bij de praktische uitvoering, eigen inkoopvoorwaarden, een aanspreekpunt binnen de organisatie bij wie medewerkers terecht kunnen met vragen over inkoop en de controle vooraf op de stukken die ter besluitvorming aan het college worden aangeboden. De jaarrekening 2009 is integraal samengesteld onder verantwoordelijkheid van het vorige college. De rekenkamer heeft onderzoek gedaan en advies uitgebracht. Dat hebben wij wel degelijk ter harte genomen. Daarmee kon onrechtmatigheid in 2009 echter niet worden voorkomen.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
14 van 25
Vraag 2 Programmarekening 2009 blz. 28: De overschrijding is 100.000,-. Hoe is dat ontstaan, is er een specificatie van? - Hoe is dit in de toekomst te voorkomen? - Hoe heeft het college van B&W e.e.a. gestuurd? Antwoord 2 Zie hiervoor het antwoord op vraag 25. 7. Raadsvoorstel de gemeenschappelijke regeling Regionaal Bureau Leerplicht (RBL)
Samenwerking ‘95 Vraag 1 De resultaten die de afgelopen 4 jaar zijn behaald door het RBL? Wat zijn deze resultaten die de deelnemers aan de RBL tot tevredenheid stelt? Antwoord 1 en 4 In de jaarverslagen van het RBL staat aangegeven wat de resultaten zijn van het RBL. De inleidingen geven in het kort weer waaraan in het betreffende schooljaar gewerkt wordt. Voor 2008-2009: In het schooljaar 2008-2009 zijn 417 zaken behandeld, een stijging met 42 zaken (11,2%). Zoals in het vorige jaarverslag reeds werd aangegeven neemt de complexiteit van zaken toe, ook dit jaar weer. Veelal gaat het hier om schoolverzuim dat gepaard gaat met veel zorg. Echter heeft het RBL dit schooljaar ook te maken gekregen met een aantal uitzonderlijke gevallen van vrijstelling van schoolbezoek (verlof). Deze zaken slokten veel tijd op. Hierover later meer. Tijdens dit schooljaar zijn – ondanks de onderbezetting tot medio mei - vele taken opgepakt. Reguliere taken zoals de afhandeling van het gemelde en geconstateerde schoolverzuim, aanvragen voor verlof, vrijstellingen, deelname aan (sociale) netwerken, overlegsituaties, enz. Daarnaast heeft ook een aantal niet-reguliere taken plaatsgevonden: - tijdens het schooljaar was er driemaal een controle absoluut verzuim: in oktober, november en in mei; - op het Maurick College is het verzuimspreekuur met de leerplichtambtenaar van start gegaan; - op het Elde College is de verzuimregistratie van de leerjaren 1 tot en met 3 gecontroleerd; - het Koning Willem I College heeft een officiële waarschuwing gehad als gevolg van het nalaten van tijdige melding van ongeoorloofd schoolverzuim van leerplichtigen; - er is onderzoek gedaan naar de daginvulling van 18-23 jarigen zonder startkwalificatie; - het RBL heeft een bijdrage geleverd in de vorm van een presentatie bij de bijeenkomst in het kader van de Lokaal Educatieve Agenda In Schijndel; - een van de leerplichtambtenaren heeft de BOA-opleiding met goed gevolg afgerond; - de nieuwe leerplichtambtenaar heeft de opstapcursus leerplichtambtenaar gevolgd; - sinds januari 2009 is er een regionaal overleg leerplicht waaraan naast de RBL-gemeenten Boxtel, Heusden en ’s-Hertogenbosch deelnemen; - In Haaren is een netwerk jeugd van start gegaan waarin politie, Halt, JPP en het RBL participeren; - het RBL heeft deelgenomen aan de Dag van de Leerplicht op 19 maart; - er heeft een opschoning plaatsgevonden van het Jeugdvolgsysteem (JVS). Verder is het Gamma2 overleg (voorheen Schoolverzuimteam) dit schooljaar tweewekelijks bijeengekomen. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is in werking getreden. Meldingen komen tot nu toe nog maar met mondjesmaat binnen. De kwalificatieplicht is ingeburgerd. De diverse activiteiten om doorstroom van jongen van VMBO naar MBO mogelijk te maken en voortijdige en tussentijdse uitval tegen te gaan, krijgen steeds meer aandacht en vorm. De digitale koppeling met de Informatie Beheer Groep (IB-groep) werpt zijn vruchten af. Desondanks heeft in het afgelopen schooljaar een check plaats moeten vinden van het leerlingvolgsysteem (JVS). Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
15 van 25
De jaarlijkse bezoeken aan de basisscholen hebben plaatsgevonden.” De extra taken zoals hier beschreven in de inleiding zijn door Ingrado (branchvereniging) sinds eind 2009 getypeerd als reguliere werkzaamheden. Vraag 2 In hoeverre wordt bij de gemeenschappelijke regeling waaraan de gemeente deelneeemt uitvoering gegeven aan wettelijke taken? En voor welk gedeelte is het beleid dat wordt uitgevoerd binnen de gemeenschappelijke regeling een keuze? Met andere woorden: welke taken die worden uitgevoerd moeten worden gedaan, en welke taken mogen worden gedaan? Antwoord 2 In het meerjarenplan 2009-2012 is aangegeven welke de primaire – wettelijke - taken van de leerplicht zijn: Takenpakket leerplichtambtenaar Primaire taken: In de Leerplicht wet 1969 zijn de volgende primaire taken neergelegd: - controle van het absoluut verzuim (art. 18-19) - afhandeling van gemeld relatief verzuim (art. 21) - verlenen van verlof (art. 14. derde lid) - afhandelen van beroep op vrijstelling leerplicht (art. 5 t/m 14) - goedkeuring van vervangende leerplicht (art. 3a, 3b en 15) - opmaken van proces-verbaal (art. 26, 27, 28) - melden bij de raad voor de kinderbescherming (art. 22) - melden bij de arbeidsinspectie/Ministerie van SZ&W (art. 23) - opstellen van het jaarverslag (art. 25) - opstellen en actualiseren van de leerplichtinstructie (art. 16, vierde lid) Secundaire taken: Daarnaast zijn er taken die niet wettelijk verplicht zijn maar uit het oogpunt van preventie van ongeoorloofd schoolverzuim en van voortijdig schoolverlaten plaatsvinden. Het betreft: - deelname aan de zorgadviesteams (nu: Maurick College in Vught en het Elde College in Schijndel en Sint-Michielsgestel). - deelname aan netwerkoverleggen: sociale netwerken in de vier gemeenten, schoolverzuimteam (Gamma-overleg), periodiek overleg Openbaar Ministerie/Raad voor de Kinderbescherming, driemaandelijks overleg met de studieadviseurs van het Koning Willem I College, tweemaandelijks overleg in het kader van de RMC in de regio. Taken vanuit de RMC-wet In grote lijnen bestaat de RMC-functie uit drie taken: - de registratieve taak - de bureautaak - en het uitzetten van trajecten voor vsv-ers. Aanvulling: Onlangs heeft Ingrado ( de branchorganisatie van de leerplichtambtenaren) de hernieuwde versie van de ambtsinstructie uitgebracht. Momenteel wordt door het RBL aan de update van de versie van 2005 gewerkt. De hierboven genoemde secundaire taken worden inmiddels als reguliere, primaire taken gezien: de leerplichtambtenaar is bijvoorbeeld niet meer weg te denken uit zorgteams op scholen en in de sociale netwerkoverleggen. De taken die in het jaarverslag 2008-2009 onder niet-reguliere taken zijn opgenomen zijn werkzaamheden die de afgelopen jaren (van voor 2008) niet of nauwelijks werden gedaan en die door het RBL opgepakt omdat het gewoonweg broodnodig is. Enkele voorbeelden: - de controles absoluut verzuim en de opschoning van het JVS zijn nodig om een up-to-date regisitratiesysteem te behouden;
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
16 van 25
-
de verzuimspreekuren op het Maurick College en Elde College hebben een preventief karakter: voorkomen is beter dan genezen; in het kader van deskundigheidbehoud is het vereist de opleidingen te volgen; een regionaal overleg leerplicht is er ten behoeven van een uniforme uitvoering van de leerplicht in onze regio. Enz.”
De stuurgroep RBL heeft aangegeven welke taken er nog extra georganiseerd worden door het RBL ter preventie van de leerplicht en schooluitval. Vraag 3 Heeft er voor dit voorstel een (financiële) heroverweging tav de gemeenschappelijke regeling plaatsgevonden door het college? Bijv. is er een andere samenwerking mogelijk met minder budget? Antwoord 3 De werkgroep RBL is voordurend de kosten aan het heroverwegen om de kosten zo laag mogelijk te houden zonder dat er kwaliteit verloren gaat. Indien de raad de wens heeft om dit te onderzoeken kunnen zij dit kenbaar maken in een concrete opdracht naar het RBL. Vraag 4 Voert het rbl alleen wettelijke taken uit? Zie antwoord onder 1 en 2
CDA Vraag 4 In het raadsvoorstel staat ……… Verdient het de voorkeur om dit te wijzigen… Bij nader inzien en in overleg de juridische zaken klopt deze constatering, wij zullen het ontwerpbesluit aanpassen.
VVD Vraag 5 - Is het percentage (15,81%) nog conform de eisen van deze tijd - Waarop is dit percentage gebaseerd. Antwoord 5 Verdeling vindt plaats naar rato van het werkelijk aantal inwoners tussen 4 en 23 jaar (per 1 januari van het desbetreffende begrotingsjaar). zie hiervoor artikel 14 kostenverdeling in de gemeenschappelijke regeling RBL.
8. Raadsvoorstel bestemmingsplan “Kom Helvoirt”
VVD Vraag 1 Waarom passen enige (afgekeurde) zienswijzen niet in het beleid?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
17 van 25
Antwoord 1 Niet concreet is aangegeven op welke zienswijzen wordt gedoeld. Per zienswijze is een motivering opgenomen in de Nota van zienswijzen en wijzigingen. In algemene zin geldt, dat sprake is van een beheersplan waarin uitsluitend ontwikkelingen worden meegenomen waarvan de haalbaarheid is aangetoond.
9. Raadsvoorstel van een BOA (Buitengewone Opsporingsambtenaar) binnen de gemeente Haaren ten behoeve van handhaving op de APV en bestrijding van overlast in de openbare ruimte
Progressief96 Vraag 1 Moeten wij nu een besluit nemen met betrekking tot de drie opties op pag 3. Antwoord 1 Het voorstel wat nu voorligt betreft het tweede deel van 2010. In deze periode wordt de BOA ingehuurd bij een extern bedrijf. Later dit jaar wordt een nieuw voorstel gedaan waarin deze drie opties uitgebreid worden beschreven. Vraag 2 In het voorstel van de Boa staat aangegeven dat hij/zij kan gaan bekeuren op hondenpoep. Het artikel heeft echter geen verandering ondergaan. Nu is slechts het weg- en loopgebied en vooraf aangeduide speelterreinen opgenomen. Waarom is niet gekozen voor een algeheel opruim gebod cq sanctie op niet opruimen? Ook gezien de gezondheidseffecten van besmetting van honden onderling en abortus vang bij koeien. Antwoord 2 De aangestelde BOA zal gaan handhaven op de Algemene Plaatselijke Verordening. Wijziging van de verordening is nu niet van toepassing. Vraag 3 Is iets meteen een boete of wordt er ook een beleid gemaakt hoe om te gaan met overtredingen? Antwoord 3 De BOA heeft de wettelijke bevoegdheid om strafbare feiten te signaleren en vervolgens de juiste maatregelen te treffen, bijvoorbeeld het uitschrijven van een proces-verbaal. De aard van de inzet van de BOA is niet alleen repressief, maar vooral ook preventief. De BOA zal de burgers in beginsel eerst aanspreken op verandering van hun gedrag. Vraag 4 Alhoewel ik (Carine Blom) me kan vinden in het idee van een Boa, zou ik toch graag een uitgebreide voorlichting/toelichting aan de raad, zodat duidelijk wordt waar we nou precies wel voor gaan qua strakke handhaving en waar niet. En waarom we die keuze maken. Want het is een enorme ingreep cq verandering in aanpak. Met name voor de inwoners. Is dat mogelijk? Antwoord 4 Deze voorlichting is altijd mogelijk. Deze keuze maken we omdat de politie zich steeds meer gaat bezighouden met haar kerntaken zoals onder andere verkeershandhaving en opsporing
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
18 van 25
Vraag 5 Waarom wordt het restant niet opgelost binnen de begroting? maar uit de algemene reserve gehaald? Antwoord 5 Binnen het budget Overig beschermende maatregelen is éénmalig een bedrag van 6000,vrijgemaakt voor de inhuur van een BOA gedurende de laatste zes maanden van 2010.
Samenwerking ‘95 Vraag 6 Kan de BOA ook ingezet worden om sluipvrachtverkeer tegen te gaan? Antwoord 6 In de APV zijn een tweetal artikelen (2.4.7.a (Verplichte route) en 4.1.5.e (Routering)) opgenomen. Hierop kan worden gehandhaafd door de BOA Vraag 7 40,-/u. Welke kosten komen hier nog bij, zoals werkplek en auto? Antwoord7 Deze kosten komen hier nog bij. Wat betreft vervoer is er een mogelijkheid om daarvoor een eigen dienstauto in te zetten. Vraag 8 Het is belangrijk om een geschikt persoon aan te stellen. Aan welke kwalificaties moet deze persoon voldoen? Antwoord 8 Deze persoon moet voldoende know-how hebben, dus in het bezit zijn van een BOA diploma. Daarnaast wordt van de persoon verwacht dat hij een klantvriendelijke uitstraling heeft en om kan gaan met conflicten en (verbale) agressie. Vraag 9 Kan de BOA voor een bepaalde periode ingehuurd worden, zodat we kunnen zien hoe het uiteindelijk werkt? Antwoord 9 Deze aanpak wordt nu ook voorgesteld. Het voorstel is om nu een BOA in te huren voor de tweede helft van dit jaar. Omdat Haaren nog geen BOA in de openbare ruimte kent, is hier sprake van nieuw beleid. Dat betekent dat de kosten van de BOA nog niet in de begroting opgenomen zijn. Voor het jaar 2010 is er ruimte binnen de huidige begroting, voor 2011 en verder niet. Het voorstel voor de BOA openbare ruimte wordt daarom in tweeën geknipt. Een gevraagd besluit voor 2010 en een gevraagd besluit voor 2011 en verder. Vraag 10 Is er nog beleidsvrijheid in de hoogte van de boetes? Antwoord 10 Bij de bestuurlijke strafbeschikking biedt artikel 576a Wetboek van Strafvordering een grondslag om geldbedragen, die uit de tenuitvoerlegging van bestuurlijke strafbeschikkingen zijn verkregen, deels ten goede te laten komen aan het handhavende bestuursorgaan. Dit is nader bepaald bij AMvB. Voor deze vergoeding is gekeken naar de vergoedingsregeling die vanaf 2009 gaat gelden. Deze is afgeleid van op de huidige pv-vergoedingsregeling voor overlast- en parkeerfeiten; respectievelijk 40,= (overlastfeiten)en 25,= (parkeerfeiten) per succesvol door het CJIB aangeleverd geïnd feit. Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
19 van 25
CDA Vraag 11 Uitgangspunt is 8 uur per week. Is dat elke week op dezelfde dag of wordt er gevarieerd door per week te wisselen? Wordt de BOA alleen overdag of ook wisselend ’s avonds, ’s nachts en in het weekend ingezet? Antwoord 11 In overleg met de BOA worden de tijdstippen van aanwezigheid ingevuld. Inzet buiten kantoortijden wordt hierbij wel verwacht. Vraag 12 Is het juist dat de BOA naar verwachting pas vanaf 1 december 2010 bekeuringen kan uitschrijven? Zo ja, wat is het nut van de inzet van de BOA vanaf 16 juni a.s.? Antwoord 12 De BOA kan nu ook al processen verbaal opmaken. Deze worden via de politie en het OM geïnd. Vanaf 1 december bestaat de mogelijkheid om de beschikkingen rechtstreeks en geautomatiseerd aan te leveren bij het CJIB. Hiervoor krijgt de gemeente dan een vergoeding per aangeleverd feit. Vraag 13 Waarom nu al besluiten over de inzet van de BOA voor 8 uur per week voor 2011 en verder? Kan dat niet wachten tot de vaststelling van de begroting in november? Antwoord 13 Voor 2011 wordt nu nog geen besluit genomen. Later dit jaar volgt hierover een nieuw voorstel.
VVD Vraag 14 (Een BOA binnen de gemeente Haaren tbv handhaving APV en bestrijding van overlast in de openbare ruimten) Kan er per half jaar een evaluatie plaatsvinden over de inzet van BOA? Antwoord 14 Ja, deze toezegging kan worden gedaan. 10. Raadsvoorstel opnieuw beschikbaar stellen van budgetten uit 2009
CDA Vraag 1 Zijn er ook niet uitgevoerde werken die niet worden doorgeschoven? Antwoord 1 In de begroting 2009 was rekening gehouden met een bedrag van 62.000 euro voor groenreconstructies op de Langeweg Kerkeind. Dit is niet gebeurd in 2009 en zal ook niet gebeuren in 2010. In de begroting 2010 is al gemeld dat de gehele reconstructie van de Langeweg Kerkeind is voorzien voor 2011. Vraag 2 Kunt u per doorgeschoven post een aangepaste planning geven waaruit blijkt wanneer deze posten worden gerealiseerd in 2010? Antwoord 2 In de bestuursrapportages wordt een actueel beeld gegeven van de speerpunten die in 2009 niet zijn uitgevoerd maar in 2010 wel worden gedaan. Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
20 van 25
Vraag 3 De hoogte van het gevraagde budget verschilt bij sommige posten van het eerder begrote budget. Bovendien lijkt het erop dat nu in totaal 155.000 meer wordt gevraagd (+20%). Kunt u deze verschillen verklaren? Antwoord 3 In het raadsvoorstel is wordt voorgesteld om in totaal een budget van 876.173 opnieuw beschikbaar te stellen in 2010 en dit bedrag te dekken uit de algemene reserve. In 2009 was voor deze activiteiten al een dekking van 720.771 vastgesteld. De genoemde 155.000 heeft betrekking op de dekking van het opnieuw beschikbaar te stellen budgetten, maar niet op de hoogte ervan. De hoogte van deze budgetten is ten opzichte van 2009 niet veranderd! Vraag 4 Een aantal doorgeschoven posten hebben betrekking op het beschikbaar stellen van middelen, het vrijvallen van middelen, het innen van bedragen en uitbesteed werk. Hoeveel extra uren worden feitelijk verwacht in relatie tot doorgeschoven posten c.q. waarom noemt u dit zo expliciet in de wetenschap dat ook jaarlijks een aantal begrote activiteiten niet worden uitgevoerd? Antwoord 4 De totale planning van activiteiten wordt aangepast aan enerzijds het nieuwe coalitieakkoord en anderzijds deze doorgeschoven activiteiten uit de begroting 2009.
VVD Vraag 5 Is het mogelijk om binnen de bestaande afspraken de extra werkzaamheden uit te voeren zonder het inhuren van externen? Antwoord 5 De totale planning van activiteiten wordt aangepast aan enerzijds het nieuwe coalitieakoord en anderzijds deze doorgeschoven activiteiten uit de begroting 2009. Daarbij zal bezien worden of het lukt met alleen eigen medewerkers of dat een beroep wordt gedaan op externe ondersteuning. Vraag 6 Is het mogelijk om in den vervolge (eventuele) bijlagen bij de agenda/-stukken te voegen? Antwoord 6 Het is ons niet duidelijk op welke stukken wordt gedoeld. 11. Raadsinfo en ingekomen stukken Besluit verzoek aanpassing voorschriften Kovelsweg 5 in Haaren
Progressief96 Vraag 1 “Het is nog onduidelijk of op deze manier gecombineerde luchtwassers kunnen worden geplaatst.” Wanneer, en op grond van welke overwegingen, zal die duidelijkheid er wel zijn? Wat zijn de consequenties van het al dan niet plaatsen van chemische luchtwassers?
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
21 van 25
Antwoord 1 Voor de Kovelsweg 5 is op 29 maart 2007 een milieuvergunning verleend voor een veehouderij met chemische luchtwassers. Op 7 april 2010 is een melding voor de verandering van het ontvangen waarbij o.a. gecombineerde luchtwassers worden gevraagd in plaats van de chemische luchtwassers. De melding was echter niet compleet. Er is een verzoek tot aanvulling van de melding uitgegaan waarbij mevr. Vugts tot en met 19 mei de melding kon aanvullen. Er is geen aanvulling ingediend. Dit houdt dat de melding buiten behandeling wordt gelaten. Inmiddels heeft er op 18 mei een milieucontrole plaatsgevonden. Hierbij is vastgesteld dat er inderdaad in afwijking van de vergunning gecombineerde luchtwassers zijn geplaatst. De weg voor legalisatie is nu het aanvragen van een milieuvergunning. De gecombineerde luchtwasser heeft lagere emissies op het gebied van geur, ammoniak en fijn stof dan de vergunde chemische luchtwasser. Actuele Stand van Zaken van aanbevelingen managementletter Ernst & Young
Progressief96 Vraag 1 Hoe gaat het College de aanbeveling m.b.t de risico' s in relatie tot de weerstandscapaciteit concreet gestalte geven in beleid, met name omdat nu reeds fors ingeteerd wordt op het eigen vermogen. Antwoord 1 Deze opmerking staat niet in de managementletter van de accountant, maar in het rapport van bevindingen bij de jaarstukken 2009. De accountant adviseert op pagina 7 van het laatstgenoemde document om een nota “risicomanagement en weerstandsvermogen” op te stellen. Het is nog niet duidelijk of, en zo ja wanneer, een dergelijke beleidsnota opgesteld kan gaan worden. Vraag 2 Wanneer kan de raad de nota inkoop -en aanbestedingsbeleid tegemoet zien? Antwoord 2 Deze nota is op 18 mei 2010 vastgesteld door het college en deze zal spoedig ter kennisname worden voorgelegd aan de raad. Vraag 3 Wij worden door de bevindingen van Ernst&Young gesteund in onze opvatting dat de verantwoordingsinformatie van de subsidieontvanger om vast te stellen hoe de gelden besteed zijn of worden, onvoldoende is. Welke maatregelen gaat het College nemen, nu deze geluiden ook van onafhankelijke zijde geuit worden. Antwoord 3 In de nieuwe subsidieverordening is getracht een vermindering van regeldruk en afname van bureaucratisering vorm te geven. Ten aanzien van de waarderingssubsidies hebben we de verantwoordingeisen nadrukkelijk teruggebracht. Vraag 4 Geen goedkeurende verklaring rechtmatigheid. Heeft deze verklaring gevolge voor de gemeente Haaren in het kader van aanbestedingen en inkoop. Antwoord 4 Het feit dat er geen goedkeurende accountantsverklaring is afgegeven heeft geen formele gevolgen voor de gemeente Haaren, anders dan mogelijke “imagoschade”. Aangezien het de bedoeling is om een goedkeurende accountantsverklaring te verkrijgen zullen er maatregelen genomen moeten worden om eerder gemaakte fouten in de toekomst te voorkomen.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
22 van 25
CDA Vraag 5 Wat vindt de accountant van de door u voorgestelde prioritering c.q. is daarmee voldoende recht gedaan aan de urgentie van de gesignaleerde tekortkomingen? Antwoord 5 Tijdens controle van de jaarrekening 2009 heeft de accountant vastgesteld dat de gesignaleerde noodzakelijke werkzaamheden tijdig zijn verricht. De accountant complimenteert de organisatie met de daadkracht waarmee bevindingen en aanbevelingen door de organisatie worden opgepakt. Vraag 6 Gemeente Haaren is bezig met de voorbereiding van een organisatie (door)ontwikkeling. De gemeentesecretaris die dit in gang heeft gezet is vertrokken en er zit nu een nieuw college. Wat is nu concreet de planning van deze (door)ontwikkeling? Wat heeft dit voor gevolgen voor de opvolging van de adviezen van de accountant? Antwoord 6 De implementatie van de doorontwikkeling is voorzien voor juli 2010. Dit heeft geen gevolgen voor opvolging van de adviezen van de accountant. Vraag 7 Wat is de uitkomst van de inkoopanalyse en het gesprek hierover met de accountant (punt 3)? Antwoord 7 Uit de inkoopanalyse is gebleken dat ten aanzien van een zevental inkooptrajecten de inkoop- en aanbestedingsrichtlijnen niet zijn nageleefd. De accountant heeft de bevindingen van interne controle overgenomen, zie hiervoor het rapport van bevindingen van de accountant bij de jaarstukken 2009. Vraag 8 De autorisatie van de urenregistratie is niet op orde en u ziet geen ruimte om hier iets aan te doen. Hoe en wanneer denkt u dit op te lossen? Antwoord 8 In het verlengde van de huidige organisatieontwikkeling zullen taken en verantwoordelijkheden binnen de ambtelijke organisatie gaan veranderen. Dan zal er tevens extra capaciteit worden vrijgemaakt binnen de sectie Financiën om invulling te gaan geven aan dit actiepunt. Niet eerder dan in het najaar van 2010 kan hiermee begonnen worden. Vraag 9 Wat zijn de uitkomsten van de verbijzonderde interne controle belastingen (punt 7)? Antwoord 9 Hierbij gaat het om de interne controles van 2010. Deze controle voor het proces WOZ-OZB is uitgevoerd waarbij 30 aanslagen zijn gecontroleerd. Hierbij zijn geen bijzonderheden te melden. De verbandscontrole tussen het belastingensysteem (GISVG) en het financiële systeem (Key2financiën) is nog niet afgerond. Vraag 10 Wat is de planning bij de punten 8 en 9? Antwoord 10 Volgt.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
23 van 25
Vraag 11 De stand van zaken zoals vermeld bij punt 10 gaat niet in op het door de accountant gesignaleerde probleem en lijkt eerder bij punt 11 thuis te horen dan bij punt 10. Wat gaat u met de aanbeveling van de accountant concreet doen op dit punt? Antwoord 11 Projectbeheersing begint in de initiatieffase. In deze fase wordt een project in planning (tijdvak) opgenomen waarbij elk onderdeel uit het project tegen het licht worden gehouden. Hierdoor worden de risico’s zoveel mogelijk beperkt. Daarnaast vinden tijdens de looptijd van een project (vakgroep)overleggen plaats. De financiële projectbeheersing loopt mee in de reguliere p&c kalender. Vraag 12 Wat zijn de uitkomsten van de interne rechtmatigheidstoets subsidies 2009 (punt 13)? Antwoord 12 Voor het proces subsidies zijn in 2009 34 deelwaarnemingen uitgevoerd waarbij geen materiële onrechtmatigheden zijn geconstateerd. Vraag 13 Wat zijn de plannen ten aanzien van de rest van het debiteurenbeheer (punt 15) zoals bijvoorbeeld de invordering van bestuurlijke boetes en leges? Antwoord 13 Naar alle waarschijnlijkheid zal een (groot) deel van het debiteurenbeheer worden ondergebracht in het samenwerkingsverband PLE1N. Binnen gemeente Haaren blijft in ieder geval capaciteit beschikbaar voor het privaatrechtelijk debiteurenbeheer en voor publiekrechtelijk debiteurenbeheer voor zover dat niet binnen de samenwerking valt (bijvoorbeeld bouwleges, en bestuurlijke boetes). Vraag 14 In relatie tot de frauderisico’s (punt 20) heeft een controle over 2009 plaatsgevonden. Wat zijn de uitkomsten hiervan? Antwoord 14 De IC-medewerker heeft voor de processen crediteuren en personeel over 2009 een controle uitgevoerd op wijziging van stambestanden. De controle heeft geen bijzonderheden opgeleverd. Inspraakreactie ontwerp structuurvisie ruimtelijke ordening
CDA Vraag 1 Waarom is in deze inspraakreactie niet expliciet aandacht gegeven aan de oplossing van de NIMBY problematiek van sommige bedrijven in onze gemeente? Antwoord 1 Wij kunnen ons niet vinden in deze veronderstelling. In de inspraakreactie onderstrepen wij expliciet het belang om bedrijven die op een niet passende locatie zijn gevestigd te verplaatsen naar regionale bedrijventerreinen. We merken op dat dit al jarenlang uitgangspunt is, maar dat toch blijkt dat verplaatsing in de praktijk lastig te realiseren is.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
24 van 25
Overige vragen Samenwerking ‘95 Een omgevingsvergunning wordt voor onbepaalde termijn afgegeven. Ook al wordt het plan uiteindelijk niet gerealiseerd. Vraag 1 Is dat zo? Antwoord 1 Vraag 2 Geldt dit voor de volledige vergunning? Antwoord 2 Vraag 3 Zo ja, wat zijn instrumenten voor de gemeente om in een dergelijk geval de vergunning in te trekken/nietig te verklaren? Antwoord 3
VVD Vraag 4 Er is een brief binnengekomen inzake de verplaatsing van het intensief agrarisch bedrijf Boerderij van Alphen, Driehoek 3, Haaren. Wat is het standpunt van het college van B&W inzake deze verplaatsing? Antwoord 4 Het college is nog in gesprek met de heer Van Alphen om te komen tot verplaatsing van het bedrijf. Met de buurtbewoners is op korte termijn een afspraak gepland om het standpunt van het college toe te lichten.
Vragen en antwoorden commissie 20 mei 2010
25 van 25