INHOUDSOPGAVE Bulletin vragen en antwoorden mei 2015
Vraag nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Pagina
15/12
24.02.2015
Joris Van den Cruijce
Directie vrije tijd – dienst cultuur – i.v.m. subsidies voor het begeleidingstraject kindercultuur en sociaal-culturele, culturele en artistieke projecten
1
15/13
18.04.2015
Linda De DobbeleerVan den Eede
Directie ruimte – dienst ruimtelijke ordening – i.v.m. de GECORO’S
2
15/14
18.04.2015
Lena Ghysels
Directie mens – dienst diversiteit, gezondheid en gelijke kansen – i.v.m. de subsidies inzake (kinder)armoede
4
De bijlagen en/of statistische gegevens, waarnaar in sommige antwoorden wordt verwezen, kunnen ingekeken worden op de griffiedienst.
Schriftelijke vraag nr. 15/12 van Joris Van den Cruijce van 24 februari 2015
Directie vrije tijd – dienst cultuur – i.v.m. subsidies voor het begeleidingstraject kindercultuur en sociaal-culturele, culturele en artistieke projecten Graag had ik een overzicht gekregen van de ingediende en/of gehonoreerde projecten (en bijbehorende bedragen) volgens de reglementen: -
begeleidingstraject kindercultuur; sociaal-culturele, culturele en artistieke subsidies: projecten/werking.
Wat is de eventuele motivering per project? Wat is het maximumbudget van de vernoemde reglementen en werd dit maximumbudget de voorbije jaren ook effectief uitgegeven? Is het maximumbudget voor het begeleidingstraject ‘kindercultuur’ even groot als het vroegere budget voor de ‘kinderhoogdagen’?
Antwoord van 24 februari 2015
Betreft: uw vraag van 24.02.2015 i.v.m. subsidies voor het begeleidingstraject kindercultuur en sociaal-culturele, culturele en artistieke projecten. Kinderhoogdagen De bijlage 150309_schriftelijkevraag_BEGkindcult.doc omvat een overzicht van alle aanvragen en motivaties voor de toekenning van een begeleidingstraject. Verder bevat deze bijlage een schets van het budget 2014 voor de begeleiding kinderen en cultuur en een schets van het budget 2013 voor kinderhoogdagen. Sociaal-culturele, culturele en artistieke subsidies: projecten / werking (kortweg SCAP en SCAW) De werkingssubsidies worden op een vast moment ingediend en dus slechts 1 keer per jaar besproken. De projectsubsidies worden ten laatste 3 maanden voor de start ingediend en dus worden deze meerdere keren per jaar besproken. Alle andere bijlagen hebben betrekking op dit onderdeel van de vraag: • •
Het besluit 2014 voor SCAW met een overzicht van alle aanvragen en de motivatie voor al dan niet subsidiëring van deze werkingen + een beknopt overzicht van alle werkingen met bijbehorend budget en de verdeling over de diensten cultuur en jeugd. De 5 besluiten 2014 voor SCAP met een overzicht van alle aanvragen en de motivatie voor al dan niet subsidiëring van deze projecten + een beknopt overzicht van alle projecten met bijbehorend budget en de verdeling over de diensten cultuur en jeugd.
Het maximum budget voor projectsubsidies wordt door het reglement als volgt bepaald: • • •
maximum 50% van de projectuitgaven kan gesubsidieerd worden; maximum 15.000 euro kan toegekend worden als projectsubsidie; eenzelfde project kan maximaal 3 keer gesubsidieerd worden.
Het totale budget 2014 voor SCAP en SCAW samen werd als volgt begroot bij de diensten cultuur en jeugd:
1
Op 104CLT01/002/001/6490 was een krediet van 448.250 euro voorzien door de dienst cultuur en op 104JGD01/004/002/6490 was een krediet van 130.000 euro voorzien door de dienst jeugd.
Schriftelijke vraag nr. 15/13 van Linda De Dobbeleer - Van den Eede van 18 april 2015
Directie ruimte – dienst ruimtelijke ordening – i.v.m. de GECORO’S Bijna elke Vlaamse gemeente beschikt vandaag over een gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening of GECORO. Als adviesorgaan van de gemeenteraad bij het uitstippelen van het ruimtelijk beleid en goedkeuring van gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen, heeft de GECORO een tegelijk complexe en delicate opdracht. Artikel 1.3.3 §4 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening (VCRO) bepaalt onder meer dat de gemeenteraad na de gemeenteraadsverkiezingen moet overgaan tot benoeming van een nieuwe GECORO. Zolang dit niet gebeurd is, blijft de oude GECORO van kracht. Artikel 1.3.3 §11 van de VCRO voorziet ook in de mogelijkheid voor gemeenten met minder dan 10.000 inwoners om middels een gemotiveerd verzoek aan de Vlaamse Regering vrijgesteld te worden van de verplichting om een GECORO op te richten. Sinds het wijzigingsdecreet van april 2014 is de goedkeuring van de samenstelling van de GECORO door de provinciale deputatie niet langer vereist. Dit paste in de verdere toepassing van het principe van subsidiariteit en vertrouwen aan de gemeenten. Niettemin is het belangrijk dat de werking en de samenstelling van de GECORO’s correct verlopen gezien de mogelijke impact op de rechtsgeldigheid van de gemeentelijke plannen. Kan u, wat betreft de periode sinds de gemeenteraads- en provinciale verkiezingen van 2012 tot het wijzigingsdecreet van april 2014, volgende vragen hierover beantwoorden: 1. In hoeveel gemeenten werd er na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 nog geen nieuwe GECORO samengesteld? Kan de deputatie een overzicht bezorgen van deze gemeenten, alsook de redenen waarom er nog geen nieuwe GECORO werd samengesteld? 2. Zijn de GECORO’s in die gemeenten waar de ‘oude' GECORO nog aangebleven is, na de verkiezingen van 2012, nog conform de regels van samenstelling met betrekking tot de manvrouwverhouding, het aantal deskundige, enzovoort? Hoeveel van deze GECORO’s zijn nog in aantal om rechtsgeldig te adviseren? 3. Welke gemeenten hebben na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 gevraagd om in uitvoering van artikel 1.3.3. §11 VCRO in aanmerking te komen voor vrijstelling? Hoeveel werden toegestaan en hoeveel werden geweigerd? Welke gemeenten zijn na een weigering tot vrijstelling overgegaan tot de installatie van een nieuwe GECORO conform het decreet? 4. Overeenkomstig artikel 5 van het besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van nadere regels voor de samenstelling, de organisatie en de werkwijze van de provinciale en gemeentelijke commissies voor ruimtelijke ordening vergadert de GECORO minstens tweemaal per jaar. Kan de deputatie een overzicht bezorgen van de gemeenten waar dit niet werd nageleefd? 5. Kan de deputatie de impact schetsen van de juridische gevolgen indien men aan een van de hierboven aangehaalde verplichtingen naar organisatie en/of samenstelling niet voldoet? Komt de rechtsgeldigheid van de adviezen dan in het gedrang?
2
Antwoord van 7 april 2015
Betreft: uw vraag van 18.03.2015 i.v.m. de GECORO’S Op 25 april 2014 werd de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening gewijzigd, zodat de deputatie niet langer over het goedkeuringstoezicht beschikte over de GECORO’s. Gemeenteraadsbeslissingen inzake de nieuwe GECORO’s genomen na die datum, zijn onderworpen aan het bestuurlijk toezicht. Ten gevolge van deze bevoegdheidsoverdracht werd het volledige archief betreffende het goedkeuringstoezicht op de GECORO’s overgedragen aan het Vlaamse Gewest. Voor specifieke inhoudelijke vragen of alle vragen met betrekking tot beslissingen genomen na 25 april 2014, dient men zich te wenden tot het Vlaamse Gewest. Ook eventuele aanvragen tot vrijstelling van de installatie van een (nieuwe) GECORO worden behandeld door het Vlaamse Gewest. Hierover kunnen geen vragen beantwoord worden. Bijgevolg kan enkel een antwoord gegeven worden op de eerste vraag. Het antwoord hierop luidt dat op 25 april 2014 12 gemeenten hun GECORO nog niet hernieuwd hadden.
Schriftelijke vraag nr. 15/14 van Lena Ghysels van 18 april 2015
Directie mens – dienst diversiteit, gezondheid en gelijke kansen – i.v.m. de subsidies inzake (kinder)armoede In 2011 woonde 10% van de Vlamingen van 0 tot 17 jaar in een huishouden met een inkomen onder de armoederisicodrempel. Dat komt overeen met ongeveer 130.000 kinderen. In het Vlaamse Hervormingsprogramma voor de EU2020-strategie heeft de Vlaamse Regering er zich toe verbonden om het aantal kinderen in een gezin met een inkomen onder de armoederisicodrempel tussen 2008 en 2020 met 50% te verminderen. De Vlaamse Regering is evenwel niet de enige actor op het veld van armoedebestrijding. Ook de provincies spelen hierbij een rol. Daarover volgende vragen:
1. 2.
Kan de deputatie een overzicht geven van de budgetten die sinds 2012 jaarlijks door de provincie gespendeerd werden aan armoedebestrijding? Gelieve uit te splitsen per uitgavepost. Spendeert de provincie ook specifiek aandacht en geld aan de bestrijding van kinderarmoede? Zo ja, gelieve ook deze budgetten uit te splitsen.
Antwoord van 7 april 2015
Betreft: uw vraag van 18.03.2015 i.v.m. de subsidies inzake (kinder)armoede In antwoord op uw vragen kunnen wij u het volgende meedelen: 1. Kan de deputatie een overzicht geven van de budgetten die sinds 2012 jaarlijks door de provincie gespendeerd werden aan armoedebestrijding? Gelieve uit te splitsen per uitgavepost. Overzicht budget specifiek armoedebeleid 2012 Subsidies
3
• •
• •
• •
Nominatieve subsidie aan De Link vzw: 12.699 euro ter ondersteuning van de opstart van TAO Vlaams-Brabant (Team voor Advies en Ondersteuning met opgeleide ervaringsdeskundigen in de armoede en sociale uitsluiting); Reglement ondersteuning van groepswerkingen ter ondersteuning van armoedebestrijding: 63.500 euro (Een groepswerking leert kennis en vaardigheden aan opdat deelnemers op termijn opnieuw controle over hun leven krijgen en zelf keuzes kunnen en durven maken. Deelnemers ervaren dat ze niet alleen staan met hun problemen. Door verhalen en ervaringen uit te wisselen, doorbreekt de groepswerking het sociaal isolement en versterkt zij hun netwerk.); Nominatieve subsidie aan ACW: 5.000 euro ter ondersteuning van de programmatie van het theaterstuk ‘Leven in een krabbenmand’ verspreid over de ganse provincie, i.k.v. lokaal vrijetijdsaanbod voor mensen in armoede; Nominatieve subsidie aan SOCIAL vzw (Samenwerkingsverband van OCMW’s in het Arrondissement Leuven): 20.000 euro voor de ontwikkeling van een draaiboek en een materialenkoffer voor het opzetten van groepswerkingen ter ondersteuning van armoedebestrijding; Nominatieve subsidie aan OCMW Halle: 25.000 euro i.k.v. impulsbeleid om een lokaal project ‘proactief werken rond het thema gezondheidszorg’ uit te bouwen in Leuven. 19.200 euro aan 16 lokale initiatiefnemers die een lokale actie opzetten i.k.v. 17 oktober (internationale dag van het verzet tegen armoede): zij ontvingen elk een nominatieve subsidie van 1.200 euro per actie.
Werkingsmiddelen • 3.000 euro voor vergoedingen en verplaatsingsonkosten van sprekers, lesgevers, … voor studiedagen en vormingen; • 2.900 euro voor administratieve kosten zoals opmaak van brochures, folders en andere publicaties; • 5.000 euro voor het ondersteuningstraject schuldhulpverlening in Vlaams-Brabant; • 12.900 euro voor de uitwerking van eigen acties: werking provinciale participatieraad, intervisie groepswerkingen, overleg voedselbedelingen, …
2013 Subsidies • Nominatieve subsidie aan De Link vzw: 12.700 euro ter ondersteuning van de opstart van TAO Vlaams-Brabant; • Reglement ondersteuning van groepswerkingen ter ondersteuning van armoedebestrijding: 80.000 euro; • Nominatieve ondersteuning aan RISO Vlaams-Brabant: 25.000 euro i.k.v. impulsbeleid voor de uitbouw van een lokaal project ‘proactief werken’ in Leuven; • 18.000 euro voor 15 lokale initiatiefnemers die een lokale actie opzetten i.k.v. 17 oktober (internationale dag van het verzet tegen armoede) met een nominatieve subsidie van 1.200 euro per actie; • 35.000 euro subsidie ontvangen van de Vlaamse overheid (minister Vandeurzen) voor de uitbouw van een initiatief winteropvang voor daklozen: 15.000 euro werd gegeven aan OCMW Leuven, 10.000 euro aan OCMW Halle en 10.000 euro aan Stad Vilvoorde. Werkingsmiddelen • 4.000 euro voor vergoedingen en verplaatsingsonkosten van sprekers, lesgevers, voor studiedagen en vormingen; • 2.900 euro voor administratieve kosten zoals opmaak van brochures, folders en andere publicaties; • 5.000 euro voor het ondersteuningstraject schuldhulpverlening in Vlaams-Brabant; • 11.900 euro voor de uitwerking van eigen acties: werking provinciale participatieraad, intervisie groepswerkingen, overleg voedselbedelingen ….
4
2014 Subsidies • Nominatieve subsidie aan De Link vzw: 13.000 euro ter ondersteuning van de inzet van TAO Vlaams-Brabant ikv lerend netwerk kinderarmoede Vlaams-Brabant; • Nominatieve subsidie aan OCMW Halle: 40.000 euro i.k.v. impulsbeleid voor de ontwikkeling van een stappenplan en ondersteuningsaanbod voor lokale besturen die op een proactieve manier rechthebbenden willen leiden naar het recht op het VT-statuut. De verhoogde tegemoetkoming (het vroegere WIGW-statuut) geeft recht op een verhoogde financiële tussenkomst van het ziekenfonds, bij bijvoorbeeld doktersconsultatie, hospitalisatie of medicatie. In dit geval betaal je voor sommige geneesmiddelen een lagere prijs of krijg je een hoger bedrag terugbetaald op de ligdagprijs in een ziekenhuis); • Nominatieve subsidie aan Leren Ondernemen vzw: 30.000 euro voor de uitbouw van een CVBA-SO Sociale Kruidenier Vlaams-Brabant (coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk); • 18.000 euro voor 15 lokale initiatiefnemers die een lokale actie opzetten i.k.v. 17 oktober (internationale dag van het verzet tegen armoede) met een nominatieve subsidie van 1.200 euro per actie; • Ondersteuning initiatieven nachtopvang daklozen in Vlaams-Brabant ter continuering van de impulsen van de Vlaamse overheid in 2013: 24.750 euro aan OCMW Leuven en 24.750 euro aan Stad Vilvoorde. Werkingsmiddelen • 1.000 euro voor vergoedingen en verplaatsingsonkosten van sprekers, lesgevers, voor studiedagen en vormingen; • 1.000 euro voor huur zalen; • 22.000 euro voor de uitwerking van eigen acties: werking provinciale participatieraad, uitbouw project handicap en armoede, overleg voedselbedelingen en andere i.k.v. uitbouw sociale kruidenier Vlaams-Brabant, provinciaal overleg en presentatiedag van de verenigingen waar armen het woord nemen (VWAWN) uit Vlaams-Brabant, acties i.k.v. verkleinen gezondheidskloof, ondersteuning dialoogtafels ikv schuldhulpverlening, vormingen en uitbouw lerende netwerken kinderarmoede, studiedagen ….
2015 Subsidies • Nieuw provinciaal subsidiereglement: 25.200 euro ter ondersteuning van lokale sensibiliserende projecten; • Nominatieve subsidie aan CVBA-SO Sociale Kruidenier Vlaams-Brabant: 30.000 euro ter ondersteuning van de opstartfase; • Nominatieve subsidie aan OCMW Halle: 25.000 euro om een halftijdse medewerker te kunnen inzetten die ondersteuning biedt aan lokale besturen uit Vlaams- Brabant die op een proactieve manier van werken rechthebbenden willen leiden naar het recht op het VT-statuut; • Nominatieve subsidie aan De Link vzw: 13.000 euro ter ondersteuning van de inzet van TAO Vlaams-Brabant i.k.v. lerend netwerk kinderarmoede Vlaams-Brabant. Werkingsmiddelen • • •
1.000 euro voor vergoedingen en verplaatsingsonkosten van sprekers, lesgevers, voor studiedagen en vormingen; 1.000 euro voor huur zalen; 22.000 euro voor de uitwerking van eigen acties: werking provinciale participatieraad, overleg voedselbedelingen en andere i.k.v. uitbouw sociale kruidenier Vlaams-Brabant, provinciaal overleg en presentatiedag VWAWN, acties i.k.v. verkleinen gezondheidskloof, ondersteuning dialoogtafels i.k.v. schuldhulpverlening, vormingen en uitbouw lerende netwerken kinderarmoede, studiedagen ….
5
Horizontaal provinciaal armoedebeleid Naast het specifiek armoedebeleid wordt er ook met zoveel mogelijk andere beleidsdomeinen samengewerkt i.k.v. armoedebestrijding. Hierbij enkele voorbeelden: Dienst Welzijn • Ondersteuning uitbouw lokale inloopcentra onder de koepel van de CAW’s; • Ondersteuningsaanbod opvoedingsondersteuning en nu uitbouw Huizen van het Kind uitbreiden met specifieker aanbod naar de meest kwetsbare gezinnen; • Steunpunt Sociale Planning: opvolging dossier kansarmoede in Vlaams-Brabant, cijfers kinderarmoede in Vlaams-Brabant, … Dienst Wonen • Impulsbeleid voor uitbreiding sociale woningen; • Impulsbeleid voor uitbreiding aanbod betaalbare woningen; • Ondersteuning maatregelen energiebesparing op maat van kansarme gezinnen. Dienst Onderwijs Samenwerking i.k.v. onderwijsflankerend beleid: vormingen en studiedagen naar directies, leerkrachten, LOP-medewerkers, … inzake ‘hoe omgaan met kansarme leerlingen’ De lokale overlegplatforms (LOP’s) zijn verantwoordelijk voor de lokale uitvoering van het Vlaamse onderwijskansenbeleid. Er zijn LOP’s voor het basisonderwijs en voor het secundair onderwijs). Dienst Economie Samenwerking i.k.v. opstart en uitbouw CVBA-SO Sociale kruidenier Vlaams-Brabant. Samenwerking met KOMOSIE i.k.v. project voedseloverschotten (KOMOSIE vzw, Koepel van Milieuondernemers in de Sociale Economie, overkoepelt alle Kringwinkelcentra en Energiesnoeiersbedrijven in Vlaanderen. De vzw is actief in de social-profitsector op het kruispunt van milieu & sociale economie). Dienst Leefmilieu Samenwerking i.k.v. energiearmoede: aanbod methodieken, vormingen op maat van kansarmen inzake bewustwording energiebesparing. Samenwerking energiesnoeiers, dakisolatie voor kwetsbare doelgroepen, … Dienst Cultuur Samenwerking i.k.v. provinciale ondersteuning sociaal-cultureel werk. Dienst Toerisme Samenwerking i.k.v. opstart Rap op Stap loketten i.k.v. vakantieparticipatie.
2. Spendeert de provincie ook specifiek aandacht en geld aan de bestrijding van kinderarmoede? Zo ja, gelieve ook deze budgetten uit te splitsen. De provincie Vlaams-Brabant besteedt inderdaad ook aandacht en middelen aan kinderarmoede: op 19 september 2011 werd een provinciale studiedag kinderarmoede georganiseerd op vraag van en in samenwerking met Minister Lieten. Sinds begin 2014 zetelt de provinciale medewerker armoede in de Vlaamse stuurgroep ‘kinderarmoede’, georganiseerd op vraag van de coördinerende Minister voor armoedebeleid (eerst Lieten, nu Homans). De provincie Vlaams-Brabant organiseert sinds 2014 een provinciaal lerend netwerk kinderarmoede ter ondersteuning van lokale besturen die een lokaal beleid ter bestrijding van kinderarmoede willen uitbouwen. In de schoot van dit lerend netwerk worden ook vormingen en extra themagroepen georganiseerd. TAO Vlaams-Brabant ontvangt jaarlijks een provinciale subsidie van (om en bij de) 13.000 euro om een structureel aanbod uit te bouwen rond participatie van generatiearmen binnen het lokaal beleid.
6
Naast deze subsidie worden vooral werkingsmiddelen ingezet voor vergoedingen van externe sprekers en lesgevers, catering en zalen voor de bijeenkomsten, drukwerk, … Het gaat naar schatting om 5.000 euro per jaar.
7