INHOUDSOPGAVE Bulletin vragen en antwoorden maart 2013
Vraag nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Pagina
13/03
31.012.13
Jan Laeremans
Directie sociaal beleid – dienst diversiteit en gelijke kansen i.v.m. doortrekkersterrein in Herent
1
13/04
29.01.2013
Erik Torbeyns
Dienst infrastructuur – dienst mobiliteit – i.v.m. het gebruik en het onderhoud van de hst-fietsroute tussen Leuven en Brussel (en terug).
2
13/05
13.02.2013
Jan Laeremans
Directie sociaal beleid – dienst wonen – i.v.m. het provinciaal subsidiereglement i.v.m. aanpassingspremies
4
De bijlagen en/of statistische gegevens, waarnaar in sommige antwoorden wordt verwezen, kunnen ingekeken worden op het algemeen secretariaat
Schriftelijke vraag nr. 13/03 van Jan Laeremans van 31 januari 2013
Directie sociaal beleid – dienst diversiteit en gelijke kansen In aanvulling bij de mondelinge vragen van Willy Smout over het doortrekkersterrein in Herent had ik graag nog wat bijkomende informatie verkregen. Gedeputeerde Robijns stelde in zijn antwoord “In overleg met de provincie, de gemeente en het
Vlaamse Gewest werden verschillende locaties voor het doortrekkersterrein grondig onderzocht op basis van ruimtelijke criteria waarbij uiteindelijk unaniem de locatie aan de Omleiding de voorkeur kreeg.” Graag zou ik vernemen 1. Welke criteria werden gehanteerd om de voorkeur te geven aan de huidige locatie en de andere plaatsen af te wijzen? Is daarover een nota beschikbaar? 2. Graag kreeg ik een oplijsting van de verschillende terreinen die werden onderzocht, met daarbij hun ruimtelijk bestemming en hun exacte locatie. 3. Op welke vergadering is uiteindelijk de knoop doorgehakt en wie was daar aanwezig? Is daar een schriftelijk verslag van? Antwoord 15 februari 2013 Betreft: uw vraag van 31.01.2013 i.v.m. doortrekkersterrein in Herent In antwoord op uw vraag kan ik u het volgende meedelen. In het kader van de Afbakening van het Regionaal Stedelijk gebied Leuven (opmaak GRUP) vond op 19 maart 2012 in het gemeentehuis van Herent een overleg plaats op initiatief van de Vlaamse overheid waarbij ook de gemeente en provincie aanwezig waren. Hier is geen verslag van. Op voorstel van de gemeente werd de locatie aan de Omleiding unaniem als beste locatie voor een doortrekkersterrein aanvaard op basis van ruimtelijke criteria (o.a. overstromingsgevaar, watergevoeligheid, erosie, open ruimte behouden …). Algemene criteria voor een doortrekkersterrein: • De locatie sluit aan bij de woonstructuur. • De locatie sluit aan bij de bebouwde omgeving van een stedelijk gebied. • Vlotte bereikbaarheid voor diensten, beheer, onderhoud. • Vlotte bereikbaarheid vanuit grote verkeerswegen. • Behoud open ruimte. • Leefbaarheid. Het college van burgemeester en schepenen van Herent bevestigde de locatie aan de Omleiding voor een provinciaal doortrekkersterrein in zijn collegebesluit van 2 juli 2012. In het kader van het afbakeningsproces werd een Plan-MER opgemaakt. De locatie aan de Omleiding werd samen met twee andere locaties (Hogebeek en Vlietstraat) meegenomen en in functie van milieuaspecten beoordeeld in de Plan-MER. 1
Ook hier scoort de locatie aan de Omleiding het best. Het MER-rapport kan ingekeken worden op de website van de Vlaamse overheid. http://www2.vlaanderen.be/ruimtelijk/grup/00150/00192_00001/data/B01-1973-033%20planMER%20H15-H17%20Synthese%20en%20NTS.pdf Schriftelijke vraag nr. 13/04 van Erik Torbeyns van 29 januari 2012
Dienst infrastructuur – dienst mobiliteit – i.v.m. het gebruik en het onderhoud van de hstfietsroute tussen Leuven en Brussel (en terug).
Nu de laatste sneeuw is gesmolten en wordt weggespoeld door de regen wil ik in opvolging van de berichtgeving van het voorjaar 2012 over het drukke gebruik van de hst-fietsroute tussen Brussel en Leuven (zie ‘Onderzoek naar gebruik hst-fietsroute (12 maart 2012)) de volgende vragen stellen: Zijn de cijfers voor het hele jaar 2012 beschikbaar? Waar kunnen we die cijfers raadplegen?
Tussen eind september en midden december 2011 werd een aanzienlijke daling (69%) van het fietsverkeer langs de fietsroute vastgesteld. Hoe zien de cijfers er voor dezelfde periode in 2012 uit?
Het weer en het donker zullen ongetwijfeld hoofdoorzaken zijn voor die daling. Zijn er andere oorzaken? Worden er maatregelen overwogen en/of ondernomen om fietsers ook in het najaar op de fiets te houden?
In de maand januari van dit jaar kenden we 14 dagen van stevig vries- en sneeuwweer. Zijn er voor deze periode reeds cijfergegevens over het gebruik van de snelle fietsroute? Kunt u die mij bezorgen. Werd de fietsroute sneeuw- en ijsvrij gemaakt? Door wie wordt dit gecontroleerd? Wie is er belast met het onderhoud en het ijs- en sneeuwvrij maken van de fietsroute? Is dit de gemeente waar de route doorloopt, de provincie Vlaams-Brabant of het Vlaamse Gewest? Antwoord van 25 februari 2012 Betreft: uw vraag van 29.01.2013 i.v.m. het gebruik en het onderhoud van de hst-fietsroute tussen Leuven en Brussel (en terug) Hieronder een antwoord op uw vragen m.b.t. het drukke gebruik van de hst-fietsroute tussen Brussel en Leuven (zie ‘Onderzoek naar gebruik hst-fietsroute (12 maart 2012)): 2
Zijn de cijfers voor het hele jaar 2012 beschikbaar? Waar kunnen we die cijfers raadplegen? Cijfers voor het jaar 2012 en resultaten van een gebruikersbevraging van de hst-fietser zijn beschikbaar. Het rapport kan opgevraagd worden bij de dienst mobiliteit.
Tussen eind september en midden december 2011 werd een aanzienlijke daling (69%) van het fietsverkeer langs de fietsroute vastgesteld. Hoe zien de cijfers er voor dezelfde periode in 2012 uit? Door de installatie van een permanente telinstallatie in Wilsele zijn er cijfers beschikbaar vanaf februari 2012. Het daggemiddelde per maand geeft een beeld van de drukste fietsperiodes van 2012. Het daggemiddelde over de volledige meetperiode bedraagt 493. Vanaf maart komt het fietsverkeer op de hst-route sterk op gang. In april zorgt de paasvakantie voor een kleine terugval. In de maanden augustus, september en mei wordt er het vaakst gefietst. Vanaf oktober vermindert het fietsverkeer opnieuw. Tijdens de winter werden gemiddeld nog iets meer dan 200 fietsbewegingen per dag geregistreerd op het meetpunt Wilsele. De daling in het jaareinde van 2012 is van een gelijkaardig niveau als in 2011.
Figuur 1: Gemiddeld aantal fietsbewegingen per dag volgens maand
Het weer en het donker zullen ongetwijfeld hoofdoorzaken zijn voor die daling. Zijn er andere oorzaken? Worden er maatregelen overwogen en/of ondernomen om fietsers ook in het najaar op de fiets te houden? Er is geen onderzoek gevoerd naar de hoofdoorzaken van deze daling. We kunnen veronderstellen dat het weer een belangrijke factor is. Verder wordt in het najaar ook een sterkere daling van het fietsverkeer vastgesteld in het weekend in vergelijking met weekdagen. 3
De daling van het aantal recreatieve verplaatsingen weegt dus sterker door in de cijfers. Woonwerkverplaatsingen of schoolverplaatsingen per fiets dalen ook, maar in mindere mate. Met sensibilisatieacties wil de provincie Vlaams-Brabant in de eerste plaats meer mensen op de fiets krijgen en de bekendheid van bijvoorbeeld de hst-route verhogen. In de zomer van 2012 werd een virale campagne georganiseerd ter promotie van de hst-route. Via de VlaamseBrabander kon men een pakket promotiematerialen aanvragen om de hst-route in zijn omgeving bekend te maken. Voor deze actie werden 1400 bandenreparatiekits met opdruk van de hst-route en overzichtskaartjes verspreid onder 100 personen (hst-ambassadeurs), die voor de verdere verspreiding van het materiaal zorgen. 52% van de personen die een plakset kregen van een ambassadeur hebben sindsdien de hst-route minstens één keer uitgeprobeerd. Acties om mensen in het najaar op de fiets te houden worden reeds georganiseerd door andere instanties. Zo organiseert de fietsersbond een Winter Trophy in het kader van Bike to Work.
In de maand januari van dit jaar kenden we 14 dagen van stevig vries- en sneeuwweer. Zijn er voor deze periode reeds cijfergegevens over het gebruik van de snelle fietsroute? Kunt u die mij bezorgen? Werd de fietsroute sneeuw- en ijsvrij gemaakt? Door wie wordt dit gecontroleerd? Wie is er belast met het onderhoud en het ijs- en sneeuwvrij maken van de fietsroute? Is dit de gemeente waar de route doorloopt, de provincie Vlaams-Brabant of het Vlaamse Gewest? Voor de volledige maand januari zijn cijfergegevens beschikbaar van het meetpunt in Wilsele. Zoals te verwachten is er een sterke afname van het fietsverkeer voor de periode met sneeuwval en vriestemperaturen. In week 2 werden gemiddeld 414 fietsers per dag geregistreerd (gemiddelde temperatuur t = 5,62°C). Week 3 gemiddeld 167 fietsers per dag (t = -4,5°C), 137 voor week 4 (t = -5°C). In week 5 is er een lichte stijging naar 255 fietsers per dag (t = 8°C). Het sneeuwvrij maken van de hst-route valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Er werd geen systematische controle op uitgeoefend. Uit eigen vaststellingen en meldingen aan het steunpunt fiets kan afgeleid worden dat de route niet volledig sneeuwvrij gemaakt werd. Op sommige delen werd tijdig en doeltreffend sneeuw geruimd. Er werden delen van de route sneeuwvrij gemaakt in Herent en Zaventem. Het sneeuwruimen stopt vaak aan de gemeentegrenzen. De fietswegen ‘Het Heuveling’ en ‘De Runderenberg’ in de gemeente Kortenberg werden niet geruimd. Zodra een deel van de route over een grotere afstand niet geruimd is, wordt het zeer moeilijk om de hst-route voor woon-werkverkeer te blijven gebruiken in een winterperiode. Schriftelijke vraag nr. 13/05 van Jan Laeremans van 13 februari 2013
Directie sociaal beleid – dienst wonen – i.v.m. het provinciaal subsidiereglement i.v.m. aanpassingspremies Onlangs kreeg ik opnieuw melding van mensen die niet afwisten van het provinciale subsidiereglement i.v.m. de aanpassingspremies. Hun aannemer heeft hen daarvan ook niet op de hoogte gebracht. Ik weet wel dat de provincie via allerlei kanalen de burgers probeert te informeren, maar ik stel 4
vast dat een hoop mensen dat toch niet weten op het moment dat ze eigenlijk in aanmerking zouden kunnen komen, en dat is toch wel jammer. Vandaar mijn vragen: 1. Heeft de provincie ooit al eens een enquête gehouden bij de erkende aannemers en bedrijven die dit soort werken uitvoeren? Zo neen, waarom niet? Zo ja, wat waren de resultaten? 2. Op welke manier tracht de provincie die beroepsgroepen te bereiken om de subsidiereglementen beter bekend te maken?
Antwoord van 6 maart 2013 Betreft: uw vraag van 13.02.2013 i.v.m. het provinciaal subsidiereglement i.v.m. aanpassingspremies Het valt te betreuren dat er toch nog mensen zijn die niet op de hoogte zijn van de mogelijkheid provinciale premies woningaanpassing aan te vragen. Nochtans zette de provincie de voorbije jaren sterk in op premies woningaanpassing en de bekendmaking hiervan: 1. Met de bekendheid aanpassingspremies op zich is er blijkbaar niets mis. Velen vinden wél de weg of worden daarbij geholpen: - 779 aanvragen in 2012. - De doelstelling voorgaande legislatuur 300 premies/jaar werd hierdoor reeds sterk doorbroken. - In totaal 2.246 ouderen en personen met een handicap kregen voorgaande legislatuur een provinciale aanpassingspremie. 2. Voor informatie en woonadvies werkt de provincie samen met: - Wooninfopunten in het kader van (inter)gemeentelijke samenwerking (IGS-projecten Lokaal Woonbeleid) zijn in 46 gemeenten lokaal actief naast bestaande gemeentelijke huisvestingsdiensten, OCMW en Woonwinkels… - Regionale dienstenCentra (RDC /ziekenfondsen) verstrekken woonadvies. De RDC hebben dat als opdracht in het kader van het Woonzorgdecreet en worden daarvoor door Vlaanderen gesubsidieerd. - Bijkomende inspanningen worden door dienst wonen geleverd zoals: aanvullende infostanden, beurzen, infodagen aanpasbaar wonen 2012 bv. in Steenokkerzeel (8/03), Bever (6/09) en Asse (11/10). - Aanvullend organiseerde dienst wonen in 2012 voor beide arrondissementen grote publieksmomenten: Wooninfobeurs Leuven 15/04 en Wemmel 6/05. - De dienst wonen werkt mee aan de Vlaamse Premiezoeker waar elke particulier zelf kan natrekken op welke tegemoetkomingen hij/zij recht heeft. - De Provinciale Huisvestingsgids is een werkmap voor doorverwijzers die op ca. 400 ex. in Vlaams-Brabant verspreid wordt. De gegevens kunnen ook voor de burger op de provinciale website geraadpleegd worden.
5
Aannemers worden door de dienst wonen niet systematisch benaderd. Het gebeurt wel dat zij informatie opvragen bij dienst wonen of meenemen op beurzen waar dienst wonen een stand verzorgt. Een systematische campagne naar aannemers zou delicaat kunnen zijn omdat de provincie zich dan op het domein van commerciële bedrijven richt. In het kader van het Steunpunt Duurzaam Bouwen (dienst Leefmilieu) is er wel een algemeen aanbod naar professionelen.
6
