1
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Bulletin van Vragen en Antwoorden februari 2013
INHOUDSOPGAVE
I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gouverneur of gedeputeerden
Guido Decorte, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur Franky De Block, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur Bart Naeyaert, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen) Myriam Vanlerberghe, gedeputeerde van cultuur en welzijn
I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd geantwoord
II. MONDELINGE VRAGEN Verslag van de mondelinge vraagstelling tijdens de provincieraad dd. 28 februari 2013
2
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
I. SCHRIFTELIJKE VRAGEN I.1. Vragen van de provincieraadsleden en antwoorden van de gouverneur of gedeputeerden
GUIDO DECORTE GEDEPUTEERDE VAN BESTUURLIJKE ORGANISATIE, ALGMENE EN ONDERSTEUNENDE DIENSTVERLENING, GEBIEDSGERICHTE WERKING, MILIEU, LANDSCHAP EN NATUUR Vraag nr. S/2013/1 van 15 januari 2013 van de heer Immanuel De Reuse (Vlaams Belang) Opvolging subsidie BOIC Londen 2012 Op de provincieraad van 1 maart 2012 werd bij agendapunt 23 de subsidieovereenkomst tussen het BOIC en de provincie West-Vlaanderen n.a.v.de Olympische Spelen 2012 in Londen, voor het ontwikkelen van fietspromotieactiviteiten en –initiatieven goedgekeurd ten bedrage van 25.000 euro. Ondertussen is de 30ste olympiade in Londen voorbij en kon de evaluatie van deze investering gemaakt worden. Hieromtrent heb ik volgende vragen: -
hoeveel was de volledige kost van de aanwezigheid van onze provincie in Londen (subsidie, verblijven medewerkers, aanmaak promofilm, andere kosten,…) en was er eventueel een geldelijke return of inbreng (geldelijk of in natura) van andere partners. Graag dit budget. werd er samengewerkt met steden en gemeenten uit onze provincie of met andere actoren voor de realisatie van het promofilmpje. Waaruit bestond deze samenwerking. welke zijn de + /- punten aan de West-Vlaamse invulling in het “belgian house” was er samenwerking met het Vlaams “Huis van Toerisme” in Londen, en waaruit bestond die. zijn er bezoekersaantallen gekend van het “belgian house’ naar wie zijn de toegangstickets gegaan.
Antwoord In antwoord op uw schriftelijke vraag ivm onze subsidie aan Belgian House tijdens de Spelen in Londen, bezorg ik u hierbij wat meer info. Ik moest een aantal exacte cijfers opvragen bij het BOIC, vandaar dat het antwoord wat op zich liet wachten. De provincie West-Vlaanderen betaalde, net als de andere Vlaamse provincies, 25.000 euro voor haar promotionele deelname aan Belgian House. In ruil hiervoor kreeg de provincie promotieruimte op de gezamenlijke infostand, een filmpje, hotelkamers gedurende 4 nachten, VIP-lunches en tickets voor een aantal wedstrijden. Enkel de reiskosten (Eurostar) waren niet inbegrepen. Het ganse project werd i.s.m. Westtoer uitgewerkt dat voor het aantrekken van Britse journalisten ook samenwerkte met Toerisme Vlaanderen in Londen. Bedoeling was om Britse journalisten de kans te geven om kennis te maken met West-Vlaanderen als toeristische bestemming. De incentive hiervoor was een bezoek aan Belgian House en het ‘Cycling Paradise’ , inclusief overnachting en tickets voor een aantal sporten. De eerste reacties van de journalisten lieten wat op zich wachten, vandaar dat we voor de eerste twee overnachtingen de kamers waarover we konden beschikken ook al aanboden aan de Deputatie en de Raad van Bestuur van Westtoer. Patrick Van Gheluwe, Luc Vande Caveye, Hilde Meuleman en Jean-Marie Bogaert gingen op dit aanbod in en vormden zo ook de politieke vertegenwoordiging van West-Vlaanderen tijdens de officiële opening van Belgian House door Prins Filip, premier Di Rupo, Minister-President Peeters en Vlaams Minister van Sport Muytters.
3
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Onze politieke vertegenwoordigers konden ook de tickets voor het tennis tijdens het openingsweekend benutten. De twee volgende overnachtingen werden ingevuld door Britse journalisten . Vertegenwoordigers van Condenast, Stylist, Sunday Mirror, Wallpaper, Sunday Telegraph en Cosmopolitan gingen op ons aanbod in en waren zeer enthousiast over ontvangst en begeleiding in Belgian House en het Cycling Paradise. Westtoer houdt verder contact met deze journalisten. Voor de begeleiding ter plekke waren Dirk Marteel (WT) en ikzelf aanwezig. Hierbij nog enkele cijfers: het Belgian House kreeg gedurende de Spelen 30.000 bezoekers over de vloer, langs het vlakbij gelegen Cycling Paradise passeerden ongetwijfeld nog veel meer mensen, maar dat bezoek was niet betalend , vandaar dat we hiervan ook geen exacte cijfers hebben. In het Cycling Paradise konden bezoekers (niet-Belgen) hun emailadres achterlaten om een weekend in een van de Vlaamse provincies te winnen (5 x2 weekends). We telden hier 800 deelnemers die in de direct mailings van Westtoer kunnen worden opgenomen.
4
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
FRANKY DE BLOCK GEDEPUTEERDE VAN TOERISME EN RECREATIE, RUIMTELIJKE ORDENING, MOBILITEIT EN WEGINFRASTRUCTUUR Vraag nr. S/2013/2 van 25 januari 2013 van de heer Herman Lodewyckx (Groen) Mogelijke rol van toeristische ontsluiting in West-Vlaanderen vzw bij verschillende transportmodaliteiten, meer bepaald over zee Tijdens de provincieraad van 25 maart 2010 werd beslist om als provincie toe te treden tot de vzw Toeristische Ontsluiting van West-Vlaanderen. Om meer informatie te vinden over de activiteiten van deze vzw heb ik tevergeefs de provinciale website geraadpleegd. Deze vzw is niet in de lijst vermeld op http://afgeschermd.westvlaanderen.be/provincie/beleid_bestuur/provincieraad/organisaties/vzw/Pages/default.aspx. Overigens dateert het laatste verslag van Westtoer op dezelfde website van mei 2009! http://afgeschermd.westvlaanderen.be/provincie/beleid_bestuur/provincieraad/organisaties/andere/Pages/westtoer.aspx De aanleiding van mijn zoektocht is het feit dat TransEuropa Ferries (TEF) opnieuw een derde verbinding inlegt tussen Oostende en Ramsgate met de Ferry Ostend Spirit met ingang van dit jaar 2013. Merkwaardigerwijze heeft TEF een ferry ook al in feb. 2010 ingelegd met de Prins Filip wat daarna met stille trom is stopgezet. Daarnaast werden in de media de afgelopen jaren diverse bedragen genoemd om Ryanair naar de LHBO te halen om inkomend toerisme te bevorderen. Blijkbaar zit dit in het slop. Wat is de stand van zaken bij het realiseren van de doelstellingen van de vzw Toeristische Ontsluiting? zou al een eerste vraag zijn. Maar mijn uiteindelijke vraag is zeer eenvoudig: Waarom wordt niet gemikt op andere toeristen dan toeristen die per vliegtuig zouden moeten komen? Met de TEF is er een mogelijkheid dat passagiers met openbaar vervoer, te voet of met de fiets ook onze streek zouden kunnen bezoeken, al dan niet op doortocht tussen Engeland en Nederland, en vooral nu de herdenkingen van WO I voor de deur staan. De lokale HoReCa zou hier wel bij varen. Ik weet dat het probleem te maken heeft met het bedrijfsbeleid van TEF, maar het heeft ook te maken met infrastructuur in de havens van Oostende en Ramsgate enerzijds, maar ook met vergunningenbeleid om veerdiensten uit te baten anderzijds. Waarom wordt er in dat vergunningenbeleid geen voorwaarden gesteld om ook niet-gemotoriseerde weggebruikers mee te nemen op hun veerdiensten? Waarom moeten zij juist een omweg maken naar andere havens? Kunnen hier de vzw Toeristische Ontsluiting en de vzw Westtoer geen rol spelen en dat uitspelen voor de evenementen rond WO I in 2014-2018? We mogen dit toeristisch potentieel immers niet missen. De ontsluiting van de provincie voor alle soorten bezoekers van overzee naar West-Vlaanderen zou ook aansluiten bij de interregionale programma’s die Zuid-Engeland, Noord-Frankrijk en West-Vlaanderen bestrijken en eventueel kunnen vallen onder de doelstellingen van de EFRO-programma’s, meer bepaald het Interreg IVA 2zeeënprogramma (zie http://afgeschermd.westvlaanderen.be/provincie/gebiedenbeleid/subsidies/Pages/maritieme_samenwerking.aspx ). Ik verneem immers dat er ook stemmen aan de overkant van het kanaal zijn die deze verbinding voor niet-gemotoriseerde passagiers te voet of met de fiets gunstig gezind zijn. Samengevat: Graag actualiseren van verslagen op website ivm Westtoer en TOWV vzw. Stand van zaken ivm TOWV vzw naar verschillende vervoersmodaliteiten? Welke inspanningen kunnen geleverd worden opdat ook passagiers te voet of per fiets ook via ferries in Oostende kunnen aankomen?
5
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Antwoord Bij de opstart van de vzw in 2009 werden volgende bestuursleden aangesteld: Jean-Marie Bogaert: voorzitter, namens stadsbestuur Brugge Hilde Veulemans: ondervoorzitter, namens Toerisme Oostende Patrick Van Gheluwe: namens Westtoer. De administratieve afhandeling gebeurt sindsdien door Stad Brugge. De verslagen van de vzw werden op 7 februari 2013 aan de griffie van de Provincie West-Vlaanderen bezorgd. De goedgekeurde verslagen van de Raad van Bestuur van Westtoer worden periodiek aan de Provincie bezorgd via Ilse Vanderhaeghe van de dienst Economie. De verslagen uit het verleden zijn aan de griffie verstuurd, die ze op de afgeschermde internetpagina van de provincieraad zal publiceren. De vereniging heeft tot doel bestemmingspromotie te voeren en het stimuleren van het inkomend toerisme via de toeristische ontsluiting van West-Vlaanderen (cf. de statuten van de vzw). De doelstelling van de vzw Toeristische Ontsluiting sluit geen enkel openbaar transportmiddel uit van de promotionele ondersteuning ter bevordering van het inkomend toerisme. Er is dus geen exclusiviteit voor luchtlijnen. Die piste werd wel aangeboord omdat er een reële kans bestond dat een luchtvaartmaatschappij onder impuls van extra promotionele steun nieuwe inkomende vluchten naar Oostende zou willen organiseren. Ryanair had interesse in een dergelijke samenwerking. De wet op de overheidsopdrachten verplichtte de vzw een Europese aanbesteding te organiseren, wat ook gebeurde. In de loop van die procedure stelden zowel de verantwoordelijke van de luchthaven als de aangeschreven en reeds aangemelde luchtvaartmaatschappijen vast dat een combinatie van steunmaatregelen volgens de Europese Wetgeving niet kon. De luchthaven van Oostende had reeds een goedgekeurde aanmelding van steunmaatregelen bij Europa. En de promotionele steunmaatregelen van de vzw Toeristische Ontsluiting konden daar niet aan toegevoegd worden. Gezien er toen eveneens vanuit het Vlaams Gewest een aanbesteding liep voor de exploitatie van de Oostendse Luchthaven, wilde de huidige exploitant geen uitgebreide aanmelding meer doen bij Europa. De nieuwe exploitant zou daarvoor kunnen zorgen. Er was geen andere mogelijkheid dan wachten op de toewijzing door de Vlaamse Regering van de nieuwe exploitatie. En de vzw wacht nog altijd, gezien Vlaanderen nog steeds niet heeft gegund. De vzw kan zich inzetten voor promotionele ondersteuning, maar zoals u zelf aanhaalt is uw bekommernis ook de niet-toegankelijkheid van de Ferries (TEF) voor passagiers te voet of met de fiets. Westtoer is pro deze toegankelijkheid. Het is echter niet onze bevoegdheid. Dit heeft te maken met het beleid van de TEF, dat ook afhankelijk is van de accommodatie in de havens. Dit is een volledig Vlaamse bevoegdheid, waar noch de provincie West-Vlaanderen, noch de vzw enige impact op heeft.
6
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
BART NAEYAERT GEDEPUTEERDE VAN LANDBOUW EN VISSERIJ, INTEGRAAL WATERBELEID, INFRASTRUCTUUR EN JURIDISCHE AANGELEGENHEDEN Vraag nr. S/2013/3 van 27 december 2012 van de heer Maarten Tavernier (Groen) Waterzuiveringsinstallaties In de 4e budgetwijziging 2012 konden we merken dat het budget voor een aantal dossiers voor het plaatsen van waterzuiveringsinstallaties geschrapt werden (al dan niet om misschien hernomen te worden). Het gaat over de volgende dossiers: 2012/221007/05/680 Bulskampveld 2012/220020/05/680 diverse locaties (Kemmel, Zeebos, ’t Veld,…) In de provincieraad namen we reeds het standpunt in dat uitstel van dergelijke investeringen voor Groen onbegrijpelijk is, gezien het belang van waterzuivering en de voorbeeldfunctie van de provincie terzake. Een eventuele goede waterkwaliteit is niet zozeer een reden om uitstel te verantwoorden, eerder een argument om snel werk te maken van het niet langer vervuilen door provinciale infrastructuur. Graag willen we dan ook een overzicht krijgen van alle accommodatie in de verschillende provinciale domeinen met een stand van zaken over al dan niet zuiveren van het geproduceerde afvalwater. Antwoord Er is opgemerkt dat in de 4e budgetwijziging 2012 de volgende 2 dossiers niet zijn opgenomen: Wat betreft 2012/221007/05/680 Bulskampveld : De reden voor deze schrapping, is het niet uitvoeren van de polyvalente ruimte. Deze ruimte komt er tot nader order niet, bijgevolg is er ook geen afvalwater dat gezuiverd dient te worden. Wat betreft 2012/220020/05/680 diverse locaties (Kemmel, Zeebos, ’t Veld…) Het voorstel vanuit de diensten is om dit budget her op te nemen in 2013. In 2012 kon immers enkel het dossier afvalwaterzuivering (een percolatierietveld) voor het Zeebos uitgevoerd worden. In zijn algemeenheid dient vermeld te worden dat de nieuwe wetgeving (bbc- beheer en beleidscyclus) rond het opmaken van een budget behelst dat in het budget alleen bedragen mogen worden vastgelegd, waarvan de dienst zeker is dat die in dat jaar effectief worden betaald. Dit betekent evenwel niet dat het voorafgaande jaar niets is ondernomen. Er zijn wel degelijk ingrepen gepland, maar facturatie volgt pas in 2014, na oplevering, m.a.w. op het budget 2014. Onder impuls van de milieucoördinator (vanuit de vergunningenwetgeving), van de deelbekkencoördinatoren (vanuit ambities om de deelbekkenbeheerplanning uit te voeren) als vanuit het domeinbeheer wordt sterker dan voorheen ingezet op de aanpak van deze problematiek en op de voorbeeldfunctie van de Provincie ter zake. Er zijn verschillende processen lopende (o.a. voor het provinciaal domein Bulskampveld ) of in opstart (o.a. voor het provinciaal domein Tillegem) om de afvalwaterzuivering aan te pakken. Hierbij wordt vastgesteld dat de situatie op elke site zeer verschillend is. Maatwerk is nodig, en bijgevolg is een grondige voorbereiding noodzakelijk. Deze voorbereiding behelst niet enkel studiewerk, ontwerp, aanbesteding en dergelijke, maar ook overleg. Overleg en afstemming zijn nodig om tot de beste en duurzaamste oplossing te kunnen komen op het terrein. Wat de kleine afvalwaterlozingen in de overige provinciale domeinen betreft, wordt er momenteel een inventaris opgemaakt. Aan de hand hiervan kan dan een prioritering en planning voor investering en regulier onderhoud
7
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
uitgebouwd worden. Het te hernemen budget waarvan hierboven sprake is bedoeld om dergelijke kleine knelpunten op te kunnen lossen. Bedoeling is om ook de komende jaren hiervoor de nodige budgeten te voorzien. Vraag nr. S/2013/4 van 27 januari 2013 van de heer Kurt Ravyts (Vlaams Belang) Vertragingen bij de heraanleg van de toegangsweg tot het provinciaal domein Zeebos te Brugge Tijdens de provincieraad van donderdag 1 maart 2012 werd het bestek en de gunningswijze (openbare aanbesteding) betreffende de opdracht van werken : heraanleg van toegangsweg op het domein Zeebos te Brugge met raming ten bedrage van 96.694,73 euro (inlc.BTW) goedgekeurd. Op dit moment liggen de werken voor een verharde toegangsweg van de Kustlaan (N34) naar het Zeebos en de daar gelegen lokalen van diverse jeugdbewegingen echter al maanden stil. 1. Wat is de reden dat deze werken al maanden stil liggen? 2. Wanneer worden de werken hervat en is de voltoooiing voorzien? 3. Zal langs deze weg (om veiligheidsredenen) verlichting aangebracht worden? Zo ja, op welke wijze en wanneer? Zo nee, waarom niet? Antwoord In antwoord op uw schriftelijke vraag van 27 januari 2013 delen wij u mee dat het stilliggen van de voormelde werken te wijten is aan het feit dat op 22 augustus 2012 een verontreiniging van de bodem werd veroorzaakt door de onderaannemer als gevolg van een lek in de mazouttank van de slibvormmachine bij het storten van beton. Hierbij werd door de Provincie een proces-verbaal opgesteld met verzoek de contaminatie te verwijderen. Deze verontreiniging werd onderzocht door OVAM. Op 7 september 2012 en 5 oktober 2012 werd de verontreiniging ontgraven onder begeleiding van een erkend bodemsaneringsdeskundige. De Provincie verkreeg het attest met de goedkeuring van OVAM dat de verontreiniging volledig is weggewerkt. Zodoende kunnen derhalve de resterende werken, met name het aanbrengen van steenslaggazon naast het beton en het plaatsen van paaltjes, worden voltooid. De geschatte termijn hiervoor bedraagt 5 werkdagen. Tevens kunnen wij u meedelen dat er geen verlichting voorzien is langs deze weg. Dit sluit aan bij de beleidsvisie van de Provincie om openbare verlichting te beperken (visie van Kennisplatform openbare verlichting). Er zijn vier redenen waarom de verlichting niet werd doorgetrokken tot aan de Kustbaan: 1. De Provincie bouwde de voorbije jaren aan een kennisplatform met gemeenten en belangrijke actoren op het vlak van openbare verlichting. In de schoot van dit kennisplatform kwam de lichtvisie voor het buitengebied tot stand. Deze geeft voor diverse situaties weer of er überhaupt wel verlichting moet worden voorzien. En indien dat al het geval is, op welke manier dit het best gebeurt met het oog op minimaal energieverbruik, minimale lichthinder, maximale veiligheid (en in mindere mate (optimale estethiek). Spaarzaam omspringen met verlichting is hiervoor een uitgangspunt. 2. Uit aandachtspunt 1) vloeit voort dat er rekening gehouden wordt met omgevingsfactoren en natuurwaarden. De noodzijde van het Zeebos (en dus ook de noordelijke toegang vanaf de Kustbaan) ligt in Vogelrichtlijngebied. Het is alleszins geen evidentie om hiervoor een gunstig advies te krijgen vanwege ANB in het kader van een bouwvergunningsaanvraag. Aldaar verlichting voorzien past eigenlijk niet in de lichtvisie die de Provincie zelf verkondigt.
8
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
3. Er is echter een alternatief. De jeugdlokalenzone is vanuit 2 richtingen bereikbaar (vanuit noord zowel als zuid). Om de noordzone te sparen (rekening houdende met de beschermingsstatuten aldaar), werd nagegaan of er niet kan volstaan worden door slechts verlichting te voorzien vanuit 1 richting. Consultatie en kennis van de verplaatsingspatronen leert dat het gros van de jongeren zich via de Zeebruggelaan (= zuidkant) van en naar de lokalenzone begeeft. Aldaar werd, in overleg met de jeugdvereniging, de nodige verlichting aangebracht. 4. Door de verlichting niet door te trekken van noord naar zuid wordt zowel op investerings- als op exploitatiekosten bespaard. Het vigerende politiereglement (en bij het herschrijven ervan in de toekomst zal dit allicht zo blijven) voorziet sowieso dat er na zonsopgang (behoudens uitzonderingen) in principe geen gebruik wordt gemaakt van de provinciedomeinen. De toegankelijkheid van de jeugdlokalen is zo’n uitzondering (waarvoor dus een oplossing werd voorzien langs de zuidzijde). Voor doorgaand verkeer dient geen uitzondering te worden gemaakt. Als bijlage vindt u alsnog een plannetje van het domein Zeebos met aanduiding van de verlichting aldaar (rode lijn). Naar het noorden staat de verbindingsweg waar geen verlichting is (zwarte lijn). Vraag nr. S/2013/5 van 14 januari 2013 van de heer Immanuel De Reuse (Vlaams Belang) Situatie waterspaarbekken Onledebeek (Roeselare-Beveren) Onlangs werd nog een nieuw of-line waterbeheersbekken ingehuldigd net buiten de N32 voor het water Beverencentrum binnenstroomt. Dit als onderdeel de waterbeheersing rondom Roeselare, om zo de woongebieden te beschermen. Naast dit nieuwe bekken is er natuurlijk nog steeds het bekken ter hoogte van de voetbalvelden van DOSKO Beveren (Izegemseaardeweg, Roeselare – Beveren), een waterbekken op de Onledebeek en de Krommebeek. Dit on-line bekken is momenteel sterk gevuld met slib. De diepte van dit bekken is daardoor minimaal waardoor dit spaarbekken zijn waarde in de waterbeheersing sterk verliest. Mijn vraag is wat de provincie van plan is met dit bekken. Zal de provincie hier nog onderhoudswerken uitvoeren, zal er terug uitgediept worden,… . kortom: welke beheerswerken staan hier nog op stapel. Antwoord Er is inderdaad een nieuw bufferbekken/gecontroleerd overstromingsgebied aangelegd op de Onledebeek ter hoogte van de N32. Dat project is bovenstrooms de dorpskern van Beveren aangelegd om wateroverlastproblemen daar te voorkomen. Het bestaande bekken ter hoogte van de voetbalvelden van DOSKO Beveren is stroomafwaarts de dorpskern gelegen. De bufferende functie van dit on-line bekken bestaat uit de ruimte boven het waterniveau. De onderhoudswerken bestaan hoofdzakelijk uit het maaien van de zijkant waardoor het bekken niet zal dichtgroeien en de goede doorstroming van het water gegarandeerd blijft. Het terug uitdiepen van het bekken is niet prioritair aangezien dit niet direct bijdraagt aan de bufferende capaciteit.
9
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Vraag nr. S/2013/6 van 16 januari 2013 van de heer Immanuel De Reuse (Vlaams Belang) Retributie op grond boven waterlopen 1. Graag had ik vernomen welke beslissing of welk reglement bestaat omtrent het retributierecht van de Provincie West-Vlaanderen op grond gelegen boven (ingekokerde) waterlopen van 2de categorie. 2. Indien dergelijke waterlopen worden ingekokerd of overwelfd, welke regels spelen hier dan. Wie betaald deze werken, van wie is nadien de bovenliggende grond, is er eventuele overdracht na werken, hoe wordt voorzien in toegang tot de ondergrondse waterloop, hoe wordt in het onderhoud voorzien,… kortom welke procedures zijn hier gangbaar. 3.
Hoeveel bedraagt deze retributieopbrengst voor onze provincie per jaar.
Antwoord De retributie voor het gebruik van gronden boven de waterloop wordt geregeld via de machtigingsvoorwaarden. Er is een algemeen retributiereglement in voorbereiding voor heel de provincie waar ook de zaken van waterlopen in zullen vervat zijn. Dit is op heden nog niet klaar. Er zijn twee wetgevende kaders van belang om een overwelving of inkokering van een waterloop te beoordelen. Ten eerste de provinciale verordening baangrachten van 2010 (zie bijlage) waar sprake is van een inbuizing van 5 meter. Uitzondering is mogelijk mits motivatie. Ten tweede is er het decreet integraal waterbeleid van 2003 (zie bijlage) waarin artikel 5 verschillende doelstellingen vermeld onder meer “Ruimte voor water” waardoor grote overwelvingen niet meer toegelaten worden. Het is steeds de belanghebbende van de overwelving die instaat voor de kosten van de overwelving, het in stand houden ervan en het onderhoud. Als waterbeheerder behouden wij steeds de erfdienstbaarheidszone van 5m aan beide zijden van de waterloop en blijven wij de eigenaar van de bedding van de beek. In de machtiging worden voorwaarden opgenomen zoals het installeren van toezichtschouwen om de inkokering te kunnen inspecteren. Ook wordt er in de machtiging vermeld dat de overwelving kan ongedaan gemaakt worden. In bepaalde gevallen is dat uiteraard onmogelijk (vb. ziekenhuis Roeselare staat boven een overwelfde provinciale waterloop). Er wordt een eenmalige vergoeding gevraagd bij de machtiging voor het boven gebruik a rato van 6,2 €/m². Tot halfweg de jaren 1990 werd een jaarlijkse cijns gevorderd van 1 frank (omgezet naar 1€). Jaarlijks wordt er voor de machtigingen van ingekokerde waterlopen ongeveer 40€ geïnd.
10
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
MYRIAM VANLERBERGHE GEDEPUTEERDE VAN CULTUUR EN WELZIJN Vraag nr. S/2013/7 van 02 februari 2013 van de heer Kurt Ravyts (Vlaams Belang) Vuurtorengebouw in Blankenberge Het vuurtorengebouw in Blankenberge zou met medewerking van oa de stad Blankenberge, Maritieme Dienstverlening en Kust en de provincie West-Vlaanderen omgevormd worden tot een maritiem educatief centrum. Maritieme Dienstverlening en Kust en het stadsbestuur van Blankenberge voeren immers gesprekken In mei 2009 kreeg het stadsbestuur van Blankenberge een brief van de dienst Afzonderlijk Beheer Vloot dat het vuurtorengebouw niet langer zou worden opengesteld voor het publiek. Die beslissing kwam er omdat er dringend maatregelen moesten genomen worden op het vlak van brandveiligheid en toegankelijkheid. Het gevolg van deze beslissing was dat het museum van het Zeegenootschap een ander onderkomen moest zoeken. Intussen is dit achter de rug en werden de waardevolle stukken geïnventariseerd. Recentelijk kreeg het stadsbestuur dan de zekerheid over de concessie van het gebouw waarbij het de bedoeling is dat het grootste gedeelte van het gebouw zal worden ingenomen door een maritiem educatief centrum. In dat centrum zou de aandacht vooral uitgaan naar de zeewering langs de kust, maatregelen tegen de duizendjarige storm, hydrografie en scheepvaart. Daarnaast wordt het ook een uitvalsbasis voor de initiatieven die worden genomen rond de klassieke vloot, zoals de Scute en Jacqueline-Denise. Ik had over dit dossier volgende vragen willen stellen : 1. Klopt het dat er reeds gesprekken zijn gevoerd met het provinciebestuur rond de exploitatie ? 2. Heeft de provincie de bedoeling om ook financieel tussen te komen in dit dossier via subsidiëring ? Zijn hiervoor reeds middelen voorzien ? 3. Welke planning is voor de realisatie voorzien ? Antwoord 1. Recent heeft een eerste verkennend overleg plaatsgehad in verband met de plannen voor de omvorming van het vuurtorengebouw en de collectie van het Zeegenootschap. Dit overleg ging uit van de stad Blankenberge en onder de aanwezigen was er een provinciaal medewerker van het steunpunt NME aan de kust. Deze brainstormsessie had voornamelijk tot doel de invulling van het educatief centrum te bespreken. De provinciaal medewerker was hierbij betrokken als expert op het gebied van NME. Er werden geen engagementen aangegaan. 2. Aangezien er nog geen concrete plannen bestaan en er nog geen subsidiedossiers zijn opgesteld of ingediend bij het provinciedossier, zijn er nog geen middelen voorzien. 3. De planning voor de realisatie is nog onbekend aangezien het nog niet duidelijk is welke delen van het gebouw zullen mogen gebruikt worden in het kader van het statuut van monument.
11
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
I.2. Vragen waarvan de reglementaire termijn verstreken is en waarop nog niet werd geantwoord: nihil
12
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
II. MONDELINGE VRAGEN Verslag van de mondelinge vraagstelling tijdens de provincieraad dd. 28 februari 2013 Vraag nr. M/2013/9 van de dames Martine Vanryckeghem (Open Vld) en Reinhilde Castelein(Vlaams Belang) Grenscriminaliteit Mevrouw Vanryckeghem, Open Vld-raadslid, wenst hierbij de aandacht van de gouverneur te vragen voor volgende aangelegenheid: De regio Kortrijk wordt geteisterd door zware grenscriminaliteit. In Sint Denijs was er onlangs een gijzeling en in Menen vond een homejacking plaats met dodelijk afloop, zonder nog te spreken van de talrijke carjackings en inbraken. De lokale overheid zocht ter bestrijding van dit probleem steun bij de federale overheid om aan te dringen op tijdelijke grenscontroles maar stuitte op een “non” van de minister van binnenlandse zaken Joëlle Milquet. Wel werden bijkomende federale bedragen vrijgemaakt voor ANPR-camera’s, zijnde camera’s die een signaal geven bij overgang van een voertuig met verdachte nummerplaat. Regelmatig komt er ook versterking van het interventiekorps om de politiezones van de grensstreek bijkomend te ondersteunen. Niettemin blijven de inbraken doorgaan en heerst er bij de bevolking een gevoel van terreur. Zo ontstaan er hier en daar initiatieven zoals het ophangen in winkels van petities tegen grenscriminaliteit. De vraag van mevrouw Vanryckeghem aan de gouverneur is dan ook de volgende: Aangezien het tot uw specifieke taak behoort om de openbare orde en veiligheid te handhaven en aangezien u een soort ombudsfunctie heeft tussen de lokale en de hogere overheden, zou er voor U in bovenvermelde problematiek een grote rol kunnen weggelegd zijn. Bent U het hiermee eens en zo ja, welke invulling meent u aan deze opdracht te kunnen geven? Mevrouw Reinhilde Castelein, Vlaams Belang-raadslid, wijst op de gekende aangekondigde maatregelen en initiatieven die al meegedeeld worden sedert 2001. Mevrouw Castelein geeft aan dat dit jammer genoeg vaak blijft bij aankondigingen en plannen en worden er althans mevrouw Castelein maar weinig acties ondernomen. Natuurlijk speelt aldus mevrouw Castelein de onbereidheid van de Franse overheid en de Franse politiediensten hier een grote rol in en uiteraard zijn het de straffeloosheid en de kleine pakkans die deze evolutie in de hand hebben gewerkt. Bij de opstelling en de ondertekening van de akkoorden van Doornik al in 2001, werd al aangekondigd dat men in de toekomst wilde streven naar grensoverschrijdende achtervolging en arrestaties, een meer directe operationele samenwerking en een wettelijke afstemming inzake de uitwisseling van de gegevens van de ANPR-camera’s. Mevrouw Castelein stelt vast dat twaalf jaar later nog steeds dezelfde streefdoelen besproken worden. Voorbije maandag was er het topoverleg tussen onze Minister van Binnenlandse zaken en haar Franse collega, met als doelstelling de opstelling van een actueel veiligheidsplan. Er zou een aanzienlijke vooruitgang bewerkstelligd zijn aldus de berichtgeving op maandagavond. Onderwerp van de besprekingen waren de bevoegdheden op het grondgebied van de buurlanden. Zo zouden langs onze kant van de grens gemengde patrouilles op het gehele grondgebied kunnen opereren en langs de Franse kant van de grens reeds in vier departementen, maar dit kan enkel als het gemengde patrouilles betreft. Daarnaast beslist het Ministerie van Binnenlandse zaken dat veertien politiezones elk 50.000 euro krijgen voor de aanschaf van de zogenaamde slimme camera’s, de ANPR-camera’s. Daarbij kan snelle identificatie gebeuren door vergelijking van gegevens met gegevens uit de nationale databank en een alarmsignaal kan uitgestuurd worden wanneer een nummerplaat herkend wordt. De vraag van mevrouw Castelein is dan ook of de gouverneur voorafgaand aan dit overleg heeft kunnen overleggen met de Minister. Daarbij ook volgende vragen: worden de aankopen van de camera’s gecoördineerd en wordt er gestreefd naar technische eenvormigheid; is het daarbij de bedoeling dat er kosten delend gewerkt wordt met de Franse politiediensten, niet alleen voor de installatie maar ook voor het beheer van de camera’s; wordt er een datum vooropgesteld waarop de camera’s effectief in werking moeten zijn; zijn de Franse en onze wetgeving al op elkaar afgestemd en vanaf wanneer zouden dan effectief agenten kunnen gedetacheerd worden
13
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
zodat er gemengde patrouilles op pad kunnen gestuurd worden. Maar vooral wanneer wordt de eerste evaluatie gepland? Antwoord De heer Gouverneur dankt de dames Martine Vanryckeghem en Reinhilde Castelein voor deze vragen. De Gouverneur bevestigt dat dit een actueel thema blijft en er is inmiddels ook heel wat rond te doen geweest. Vooraleer verder in te gaan op de rol van de gouverneur in deze, wenst de gouverneur te benadrukken dat het best is dat dit dossier met de nodige sereniteit wordt behandeld. Wanneer men zopas zegt dat de gouverneur een belangrijke rol zou kunnen nemen in deze, wenst de gouverneur hierbij aan te geven dat hij deze rol zeker heeft en ook opneemt, op dit ogenblik worden heel wat acties reeds uitgevoerd. Wanneer gesteld wordt dat er nog maar weinig acties ondernomen zouden zijn, dan is dit aldus de gouverneur volledig naast de kwestie. Hij geeft hierbij aan dat de politie bijzonder veel inspanningen doet met resultaten. Daaromtrent zal de komende weken meer informatie verspreid worden. De gouverneur wenst ook te beklemtonen dat niet elk incident in de grensregio of aan de kust te maken heeft met grenscriminaliteit en dit zal zwart op wit bewezen worden. Wanneer meerdere burgemeesters bij een moord met zeventien messteken aangaven dat dit grenscriminaliteit was, dan wist men vrij snel dat dit niet kon, ook bij diverse feiten van carjacking bleek achteraf dat dit Belgen waren. Dit wil niet zeggen dat de gouverneur het probleem niet zou erkennen, er is aldus de gouverneur wel degelijk een ernstig probleem, maar daarbij pleit hij nogmaals voor de nodige sereniteit. Daarbij geeft hij ook aan dat, zoals hij sedert het begin van zijn functie als gouverneur heeft kunnen vaststellen, politie en justitie hun werk zeer ernstig uitvoeren. Daarnaast wordt er op vraag van de gouverneur op dit ogenblik ook een analyse gemaakt en men zal hiermee binnenkort ook naar buiten komen. Vervolgens leest de gouverneur in de pers ook vaak de verwijten aan de Franse overheid dat zij geen aandacht zou geven aan deze problematiek. Hierbij nodigt hij elkeen uit om er ook de Franse pers op na te slaan, de berichtgeving is daar net het tegenovergestelde. De gouverneur kan aangeven dat in zijn contacten met de Franse prefect de securité, de heer Chocquet dagdagelijks met deze problematiek bezig is. Ook de Fransen worden op hun grondgebied geconfronteerd met zware criminaliteit, ze hebben er dan ook alle belang bij om dit gezamenlijk op te lossen en om ook gezamenlijk aan elkaar informatie over te hevelen om zodoende steeds meer positieve resultaten te boeken. De resultaten zijn op vandaag ook steeds positiever. De gouverneur trekt ook de aandacht op het feit dat de samenwerking enerzijds een ontradend effect beoogt door acties zoals villa ram en villa daily, controleacties maanden aan een stuk met resultaten. Dit vergt voor de politiediensten enorme inspanningen naar mankrachten en uren. Villa daily betekent dagdagelijkse vliegende controles. Belangrijk is wel dat op een laatst gehouden evaluatie in Rekkem op 20 februari en uit toelichting van de federale procureur en de procureur van Ieper, waar een aparte cel zich specifiek met deze problematiek bezig houdt, bleek dat de criminaliteit sterk is afgenomen . Daar zegt men dat op vandaag een goede uitwisseling van informatie bestaat, we hebben meer en meer zicht op de vermoedelijke daders en er gebeuren al regelmatig aanhoudingen. Hierbij is het probleem misschien dat deze vaak de media niet halen in tegenstelling tot de inbraken die wel de nodige aandacht krijgen. De niet steeds op elkaar afgestemde gerechtelijke procedures in beide landen kan wel vaak voor wat vertraging zorgen om mensen aan te houden of te berechten. Wat de bijdrage van de gouverneur in deze betreft, geeft de gouverneur aan dat dit één van de belangrijkste punten was sedert 1 februari 2012. Hij geeft aan dat het niet zijn taak is om daadwerkelijk te bepalen wat er op het terrein gebeurt, dit is het werk van de politiediensten. De gouverneur zal hier niet operationeel interveniëren. De gouverneur zal wel binnen het kader waarbinnen gewerkt wordt, proberen te coördineren en te faciliteren en dingen op elkaar af te stemmen. De gouverneur heeft ook regelmatig onderhoud met de prefectuur in Rijsel en belangrijk op het laatste strategisch comité van oktober waar de gouverneur zelf voorzit met de prefect de sécurité en de directeurgeneraal van Mons, hebben zij inderdaad de aspecten van de evaluatie van de akkoorden van Doornik geëvalueerd, mee suggesties gedaan, in afspraak met alle mogelijk diensten. Dit is zelfs doorgegaan in het provinciaal hof. Dit om onze Minister van binnenlandse zaken te voeden naar elementen die zouden moeten worden aangepast, dit is overigens ook vastgelegd binnen die bepaalde wettelijke procedures als dusdanig.
14
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
De vraag is nu hoe we in de toekomt nog beter operationeel kunnen samenwerken? 8 maart wordt hiervoor een belangrijke dag, in de voormiddag gaan alle korpschefs van de grensstreek worden uitgenodigd door de prefectuur in Rijsel om een aantal dingen te bekijken en in de namiddag nodigt de gouverneur alle korpschefs en burgemeesters van de grensregio uit om een aantal zaken concreet uit te werken. Belangrijk is ook dat de uitgebreide informatie die er is ook op elkaar wordt afgestemd en dat lukt op het CCPD in Doornik. Daarnaast blijken ook de ANPR-camera’s een goed medium te zijn. De gouverneur leest dan ook dat de Minister bereid is om meer middelen voor deze camera’s in te stellen. Ook de Minister van Mobiliteit en Openbare werken, gaat ook extra middelen inzetten om dit te realiseren. Het is dan de taak van de gouverneur om te zorgen voor een goede coördinatie. Eens de camera’s geplaatst zijn, is het probleem uiteraard nog niet opgelost. De werking wordt mede bepaald door wat wettelijk, ook inzake Europese wetgeving, mogelijk is. Ook de korpsen dienen bij een hit, onmiddellijk ter beschikking te zijn om direct bij de feiten te zijn. Wat dit betreft dient nog het nodige te gebeuren. Wat betreft de eerste vraag van mevrouw Vanryckeghem laat de gouverneur hierbij weten dat deze problematiek hem wel degelijk bezig houdt. Hij is recent ook naar het CCPD in Doornik geweest en heeft daar met de analisten gepraat. Tevens heeft hij gezien dat er een tekort is aan analisten. Hij heeft dan ook de vraag gesteld aan mevrouw Milquet en de commissaris-generaal om bijkomende analisten in Doornik aan te stellen, zowel Fransen als Vlamingen en Walen. De gouverneur stelt vast dat mevrouw Milquet ook op deze vraag ingaat. Tot slot beklemtoont de gouverneur dat er dagdagelijks door alle betrokken diensten gewerkt wordt aan deze problematiek. Wat betreft de meer punctuele vragen van mevrouw Castelein. Wat de eerste vraag betreft naar de betrokkenheid bij de voorbereiding van de gesprekken is de gouverneur uiteraard betrokken geweest samen met de gouverneurs van de andere provincies, gezien dit niet enkel een problematiek van onze provincie betreft. Uiteraard is het dan aan de Minister om met haar evenknie aan Franse zijde, de heer Valls, een akkoord te tekenen. Deze akkoorden moeten momenteel ondertekend worden door alle betrokkenen en in dit kader zullen ook op 8 maart alle korpschefs worden uitgenodigd voor de nodige afstemming als dusdanig. Wat de coördinatie van de aankoop van camera’s betreft zal dit zeker gepoogd worden. Het is echter de autonomie van iedere politiezone om de camera’s al dan niet aan te kopen. Waar men op dit ogenblik wel mee bezig is, is de volledige inventarisatie van de ANPR- en de gewone camera’s, alsook rekening houdende met de nog aan te kopen camera’s die in de procedure zitten en ook rekening houdende met het aspect van het budget dat door de Vlaamse Regering, met name door Minister Crevits ter beschikking wordt gesteld. Wat betreft de vraag of er een datum is vooropgesteld waarop deze camera’s in werking moeten zijn, antwoordt de gouverneur dat er al heel wat camera’s werden opgesteld en in werking gesteld. Eén van de discussies daarbij betreft de vraag wat de inhoud van de camera’s betreft, rekening houdend met het wettelijk kader en ten derde wat betekent dit voor de operationaliteit van deze camera’s. Deze laatste factor mag geenszins onderschat worden. De gouverneur zal proberen dit ook mee te coördineren over de politiezones heen. Wat de andere camera’s betreft zal dit gebeuren binnen het kader van de lopende procedures. Vanzelfsprekend is hierbij technische eenvormigheid wenselijk. Voor de aankoop van deze camera’s worden deze aan beide zijden van de grens vanuit elk het eigen budget betaald. Voor wat betreft de vraag of de wetgeving voldoende op elkaar is afgestemd, geeft de gouverneur aan dat dit in grote mate wel het geval is, uiteraard zijn er verschillen. Uiteraard is dit een bevoegdheid van de Minister van Binnenlandse Zaken en niet van de gouverneur. Op dit ogenblik zijn de akkoorden van Doornik nog niet getekend, maar er zijn wel al operationele afspraken bezig. Inzake de evaluatie, geeft de gouverneur aan dat vermoedelijk binnen zes à acht maanden een evaluatie mogelijk kan zijn. Mochten er zich dan nog bijkomende problemen stellen, dan kunnen deze doorgegeven worden aan de bevoegde Minister Milquet. Hierbij bevestigt de gouverneur nogmaals haar alsook van de globale federale regering sterke betrokkenheid in dit dossier. Tot slot wil de gouverneur beklemtonen dat hij deze problematiek geenszins wil minimaliseren, maar dat hij wel pleit voor de nodige sereniteit in dit dossier. Vraag nr. M/2013/10 van de heer Nick Verwimp (N-VA) Inzet van het interventiekorps CIK tijdens de zomermaanden in het kader van de veiligheid aan de kust De heer Nick Verwimp, N-VA-raadslid, deelt mee dat uit een antwoord op een parlementaire vraag van N-VAkamerlid Daphné Dumery van 30 januari 2013 aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen
15
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Joëlle Milquet (CDH) blijkt dat de gouverneur nog geen aanvraag ingediend heeft om dit jaar een aantal leden van het interventiekorps CIK ter beschikking te stellen van de kustgemeentes. De heer Verwimp stelt aan de gouverneur, om de veiligheid van de inwoners en tijdelijke verblijvers of dagtoeristen tijdens de zomervakantie van de kustgemeenten te garanderen, de volgende vragen: -
Worden de kustgemeenten net zoals vorig jaar versterkt door het ter beschikking stellen van een aantal leden van het interventiekorps (CIK) of de algemene reserve? Kan er een overzicht geven worden per politiezone van het aantal bijkomende inzetbare manschappen? Mogen deze bijkomende manschappen hun verlof in die periode opnemen? Voor welke periodes zullen deze manschappen aan de kust gestationeerd worden? Blijft het aantal extra manschappen gelijk ten opzichte van voorgaande jaren of is er een wijziging? Voor welke taken zullen deze bijkomende manschappen worden ingezet? Zullen zij de korpsen administratief of operationeel bijstaan? Is er in de zomer een versterkte samenwerking met de Noord-Franse korpsen of hun collega’s uit ZeeuwsVlaanderen? Zullen deze extra manschappen voor de kust een invloed hebben op of ten koste gaan van de operaties in de grensregio met Frankrijk?
Antwoord De gouverneur dankt de heer Verwimp voor de vraag, tevens geeft het de gouverneur de gelegenheid om het volgende recht te zetten: de gouverneur wenst hier te verwijzen naar de omzendbrief GPI44ter waarin vermeld staat dat de gouverneur geen aanvraag moet indienen aangaande boven gestelde vraag. Het interventiekorps wordt wel strategisch aangestuurd door het provinciaal veiligheidsoverleg, waar de gouverneur alternerend voorzitter is met de procureur-generaal van Gent. Het is een jaarlijkse traditie, het PVO is nu geagendeerd op 18 maart 2013 en dit punt staat uiteraard ook op de agenda aangezien in de maanden januari en februari alle diensten bekeken worden en vervolgens wordt er een advies geformuleerd. Dit proces is in volle voorbereiding en de gouverneur kan alvast meedelen wat het zal worden. -
De kustgemeenten worden versterkt, per kustzone betreft het 3 CIK-leden en voor Brugge 2 CIK-leden, dit is hetzelfde zoals vorig jaar Men kan verlof nemen, maar dit is beperkt tot het wettelijk minimum van 16 opeenvolgende dagen, dit is opgenomen in het statuut van deze werknemers Wat de termijn betreft gaat het over de periode van 1 juli tot en met 31 augustus, dit is eveneens hetzelfde als in het jaar 2012 Wat de wijze van inzet van de manschappen betreft, is dit geen bevoegdheid van de gouverneur maar wel van de korpschef Wat betreft de samenwerking met Noord-Frankrijk en Zeeuws-Vlaanderen blijkt uit navraag dat er niets wordt afgebouwd ten overstaan van de acties in 2012 De vraag betreffende de invloed op de CIK dat ook wordt ingezet in het zuiden van de provincie in het kader van de grenscriminaliteit, dient dit permanent bewaakt te worden. Mocht zich een incident voordoen, dan moet er de nodige flexibiliteit zijn om de aanpassing te doen, aldus de gouverneur. Hierbij is de nodige permanente evaluatie voorzien en indien nodig zal er bijgestuurd worden.
Repliek Betreffende de politiezone Blankenberge-Zuienkerke heeft de heer Verwimp het dossier opgevraagd, en deelt hij mee dat het niet werkbaar is wanneer men in de verloftermijn van 16 dagen toepast. Uit de praktijk blijkt dat dit geen volwaardige inzet van het CIK kan betekenen. De heer Verwimp vraagt hiervoor aandacht. Antwoord De gouverneur deelt mee dat dit niet binnen zijn bevoegdheden valt, maar dat hij de bekommernis noteert.
16
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Vraag nr. M/2013/11 van mevrouw Carine De Jonghe (Open Vld) Criminaliteit in Mannekensvere Mevrouw Carine De Jonghe, Open Vld-raadslid, wenst hierbij de gouverneur te wijzen op de volgende problematiek: Niet alleen het zuiden van de provincie heeft last van toenemende criminaliteit maar ook in de kustregio blijkt er een groot probleem te zijn. In de gemeente Middelkerke is er een toenemende criminaliteit van illegalen, we zien een onrustwekkende stijging van het aantal inbraken en krakers in woningen. Door de aanwezigheid van de parking in Mannekensvere, de laatste stopplaats voor de Franse grens, is er al geruime tijd een probleem met illegalen in de regio. In Oostende is men een nieuw project gestart om de overlast en criminaliteit gepleegd door illegalen terug te dringen. Het resultaat is echter dat door de strenge aanpak in Oostende het probleem zich gewoon verplaatst. Niet enkel in Middelkerke is er een probleem maar ook in gemeenten als Jabbeke hebben ze hetzelfde probleem. De vraag van mevrouw De Jonghe is dan ook de volgende: Moet er geen meer gecoördineerde actie op poten gezet worden tussen de verschillende politiezones. Het is duidelijk dat dit probleem de gemeentegrenzen overschrijd. Mevrouw De Jonghe vraagt aan de gouverneur of er concrete plannen in de maak zijn om hier een actie rond op te zetten. Antwoord De gouverneur dankt mevrouw De Jonghe voor de vraag. De gouverneur erkent het probleem van de illegalen, echter stelt de gouverneur dat dit een probleem is dat niet enkel in West-Vlaanderen kan aangepakt worden, ook niet enkel in België, maar wel op Europees niveau. De concentratie in onze streek is te verklaren vanuit de poortfunctie naar Engeland. Er zijn bijzonder veel vrachtwagens van en naar onze havens Zeebrugge en Oostende en er is ook de autostrade richting Calais en dan is er terecht een verwijzing naar de parkings in Jabbeke en Mannekensvere. De aanpak van de politie in deze is preventief en repressief. In onze provincie is de gerechtelijke politie, in zonderheid deze van Brugge en Veurne, nauw betrokken bij het opsporen van de zogenaamde “runners”. Hieronder verstaan we deze personen of organisaties die mensen in ruil voor aanzienlijke sommen geld Engeland proberen binnen te krijgen. De focus ligt sterk op het opsporen van deze runners om zodoende deze problematiek bij de bron aan te pakken. De gouverneur heeft vernomen dat deze operaties geen sinecure zijn, gezien men deze illegalen best niet met veel machtsvertoon maar veeleer in alle discretie, zelfs met anonieme wagens benadert. Er gebeurt veel, maar het is niet eenvoudig. Daarenboven schrikken runners ook niet terug voor het gebruik van het brutale geweld, waar ook onze mensen mee worden geconfronteerd. Op vandaag, en daarbij stelt de gouverneur dat hij het volste vertrouwen heeft in parketten en politiediensten, zijn de acties die uitgevoerd worden goed. De gouverneur meent dan ook hier niet te moeten tussen komen. Wat betreft de vraag van mevrouw De Jonghe omtrent de verschuiving van de problematiek, geeft de gouverneur aan dat deze problematiek de laatste jaren constant verschuift, zelfs tot in Wetteren. Dit wordt constant bijgehouden, en dit wordt tevens gecoördineerd aangepakt over de politiezones heen. Via zijn verbindingsambtenaar volgt de gouverneur deze zaken regelmatig op, ook onder leiding van de magistraat van het parket van Brugge worden er regelmatig evaluaties gehouden met alle politiediensten. Op deze overlegmomenten wordt er niet enkel een stand van zaken gegeven maar worden er ook concrete afspraken gemaakt naar de aanpak toe. De gouverneur voegt er ook nog aan toe dat inzake deze problematiek nauw samengewerkt wordt met de politie in Frankrijk en in Engeland. Maar de opmerking blijft terecht, het is een probleem dat zolang het niet in zijn totaliteit is aangepakt, zich zal blijven verschuiven. Maar gezien de inspanningen die men levert, hoopt de gouverneur dat dit op termijn toch zal renderen Vraag nr. M/2013/12 van de heer Bernard De Cuyper (CD&V) Europese Landbouwsubsidies De heer Bernard De Cuyper, CD&V-raadslid, deelt mee dat men enkele weken terug, via de pers, kon vernemen dat bepaalde Europese subsidies niet bij de landbouwers terecht zou komen. Hierbij werden heel wat besturen, overheidsorganisaties en zelfs privébedrijven opgesomd en dit met harde cijfers. Het spreekt voor zich dat dit
17
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
verontrustend overkwam bij de land- en tuinbouwers en ook vragen oproept bij heel wat mensen. Landbouwsubsidies zijn toch in de eerste plaats bedoeld om de landbouw en in het bijzonder de kleine landbouwbedrijven hun inkomen te ondersteunen. Ook ons provinciebestuur en enkele provinciebedrijven werden hier genoemd die Europese landbouwsubsidies ontvangen. Daarom had de heer De Cuyper graag verheldering rond dit dossier gekend. De provincie West-Vlaanderen zou 113.000 euro hebben ontvangen, Inagro 53.000 euro, Westtoer 53.000 euro, de WVI 19.700 euro. Ook enkele West-Vlaamse gemeentebesturen en OCMW’s krijgen gelden uit dit zelfde Europese subsidiefonds, zoals gemeente Alveringem 689.000 euro, Houthulst 259.000 euro. Indien mogelijk had de heer De Cuyper ook hier graag verheldering. Antwoord Gedeputeerde Bart Naeyaert, wijst op het onderscheid binnen de middelen die door de Europese gemeenschap ter beschikking worden gesteld. Voor België zijn deze overigens allemaal te consulteren via www.belpa.be. Wat wel wat verwarrend is op deze website is dat alle publieke middelen worden samengevoegd, waardoor het lijkt alsof het allemaal Europese middelen zijn, maar het betreft onder meer ook Vlaamse en provinciale middelen die naar een bepaald project gaan. Maar binnen het distribueren van Europese middelen zijn er eigenlijk twee pijlers: ten eerste het Europees landbouwgarantiefonds, dat gaat naar werkelijke ondersteuning van het inkomen van de landbouwer via toeslagrechten en premies en er zijn ook nog ondersteuningen van onder meer landbouwmarkten, voor onder meer opslag en export van landbouwproducten. Over deze middelen gaat het hier niet. Het gaat echter wel over het Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling, het gaat hier om meer dan enkel en alleen landbouw, bijvoorbeeld het ontwikkelen van toeristische activiteiten op het platteland, basisvoorzieningen voor plattelandseconomie en –bevolking, dorpskernvernieuwing, instandhouding en opwaardering van landelijk erfgoed, intermediaire dienstverlening, enzoverder. Het is dus inderdaad misleidend dat dit enkel om landbouwsubsidies gaat, het is een onheldere communicatie die uiteraard ook niet gemakkelijk is met zo’n termen, zoals deze worden geformuleerd als Europees landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling. Voor wat de provincie betreft, volgens belpa-website zou de provincie in 2011 113.122,59 euro hebben opgetrokken uit dat landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en dus niet uit het landbouwgarantiefonds. Van dit totaalbedrag van 113.122,59 euro blijkt 39.314 euro via agentschap natuur en bos ter ondersteuning van bebossingsmaatregelen te zijn toegekomen en van die 39.314 euro is er slechts 19.657 euro Europese subsidie, het andere gedeelte is Vlaamse subsidie. Als we dan kijken naar die 73.808 euro dan heeft dit betrekking op het Leader-project Tielts plateau, waar vanuit de provincie een personeelslid ter beschikking gesteld wordt om de werking rond plattelandsontwikkeling in dat geselecteerde gebied uit te werken. Concreet is er van de 73.808 euro 22.000 euro afkomstig uit het plattelandsfonds, de rest komt van Vlaanderen en van de provincie. Dus eigenlijk komt het van de 113.000 euro op 41.000 euro middelen die niet naar de landbouw zijn ingezet, maar wel naar de plattelandsontwikkeling toe. Wanneer men dan kijkt naar Inagro die 53.000 euro ontvangt in diezelfde periode dan komt dit ook uit hetzelfde fonds voor plattelandsontwikkeling en dan gaat het om projecten die wel sterk landbouwgericht zijn en die precies gaan over het omgaan met de milieuvoorwaarden die aan de landbouw worden opgelegd, aan de voedselkwaliteitsnormen, dit zijn demonstratieprojecten rond reductie, gewasbeschermingsmiddelen voor serregroenten en gewasbescherming op de velden. Voor deze projecten werd een totaalbedrag van 24.795 euro toegekend. Dan is er ook nog een Leader-project ‘vulplaatsen in de Westhoek’, waar er bij de bufferbekkens veilige vulplaatsen voor sproeikarren gemaakt werden, zodat er geen residuen van gewasbeschermingsmiddelen in het water terecht zouden komen bij het vullen van de sproeimachines. Het gaat dus wel degelijk om zaken die allemaal met de landbouw te maken hebben en ook met flankerend milieubeleid naar de landbouw toe. Zo zie je dat het toekennen van landbouwsubsidies eigenlijk veel ingewikkelder in mekaar zit en als men dan verteld dat de landbouw zoveel geld krijgt dan is het wel duidelijk dat het helemaal niet zo simpel is als het wordt voorgesteld, maar dat anderzijds men instanties ten onrechte viseert als deze subsidies ontvangen dat dit dan ook niet klopt, want het gaat niet puur om landbouwsubsidies, het gaat om plattelandsontwikkeling. Dit voor wat de provincie en Inagro betreft, de gedeputeerde zal hier niet ingaan op de situatie van de gemeenten, maar ook daar kan deze lijn doorgetrokken worden. Het betreft vaak dorpskernvernieuwing waarvoor gemeenten gelden ontvangen uit het fonds voor plattelandsontwikkeling, dat eigenlijk niet zou mogen omschreven worden als landbouwsubsidies.
18
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Repliek De heer De Cuyper dankt de gedeputeerde voor het verhelderende antwoord. Hij hoopt dan ook dat de pers dit als dusdanig zal overnemen, zodat er geen indruk van fraude zou gecreëerd worden. Vraag nr. M/2013/13 van de heer Herman Lodewyckx (Groen) ICT-beleid van de provincie en duurzaamheid De heer Herman Lodewyckx, Groen-raadslid, verwijst naar de recente ICT-uitrusting die de provincieraadsleden mochten ontvangen. Daarbij haalt de heer Lodewyckx aan dat in de jaren ’80 de droom ontstond van het papierloze kantoor, maar dat zich in de 21ste eeuw het probleem stelt van e-waste of de elektronische afval die zelfs met goede bedoelingen - uiteindelijk terecht komt in het Zuiden. De vraag van de heer Lodewyckx is dan ook welk beleid het provinciebestuur heeft ten aanzien van de elektronische apparatuur die voor het personeel en de provincieraadsleden wordt gehanteerd om deze apparatuur op een duurzame manier in te zetten. Antwoord Gedeputeerde Carl Vereecke bevestigt dat de vraag van de heer Lodewyckx een heel actuele vraag is en dan ook hier op haar plaats is. Hij is tevens ook tevreden dat deze vraag gesteld wordt omdat het hem de gelegenheid geeft om even kort toe te lichten hoe de provincie het probleem van het papier en het ICT-gebeuren opvangt. Wat ICT betreft heeft de provincie drie diensten, daarmee bedoelt de gedeputeerde één dienst die opgedeeld is in drie onderdelen: de dienst communicatie – onder de bevoegdheid van gedeputeerde Guido Decorte – en men heeft dan de infrastructuur- en informatiearchitectuur. Het probleem dat hier geschetst wordt, valt onder de bevoegdheid infrastructuur. Aan het hoofd van deze dienst staat Vincent Tytens. De gedeputeerde verwijst naar de uitvoerige vraag die voorafgaandelijk door de heer Lodewyckx aan de gedeputeerde werd bezorgd en het uitvoerigere antwoord dat de gedeputeerde dan ook aan de heer Lodewyckx zal bezorgen. Echter hier wordt aansluitend op de samenvattende vraag een samenvattend antwoord geformuleerd. Raadsleden die dit wensen kunnen ook het antwoord bij de gedeputeerde opvragen. De gedeputeerde maakt een onderscheid tussen vijf volgende aspecten: 1. Welk ICT-beleid hebben we? 2. De ecologische criteria 3. Het aantal computers 4. Het recuperatieprogramma 5. Het papierloze kantoor en de levenscyclusanalyse Gezien de papierberg alsook gezien de taken binnen de provincie voor een groot deel administratief zijn, dient elkeen die administratief werkt binnen de provincie ook over één toestel te beschikken. Maar uiteraard dient zich dat dan wel te beperken tot één toestel en geen twee toestellen. Daarnaast is het de bedoeling dat eens het toestel is aangekocht er een termijn van drie jaar voor gebruik wordt gerekend. Voor de schermen en de printers is dit een termijn van 5 jaar. Voor wat betreft de printers worden de bureauruimtes zodanig ingedeeld dat het aantal printers, die vaak oorzaak zijn van het papier verslinden, kan beperkt worden en dat aan de diensten gevraagd wordt om met hun correspondenten elektronisch in contact te komen. Het is uiteraard de bedoeling van de huidige raad en de raad om het aantal printers nog te doen dalen. Er wordt ook bijgehouden wie de grote verbruikers zijn, doordat eenieder een code heeft, zowel de personeelsleden als de gedeputeerden, dit om een zekere verantwoordelijkheidszin aan de dag te leggen.
19
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Tot slot wil de gedeputeerde meegeven dat er qua ICT een kleine reservevoorraad gehouden wordt van toestellen, maar gezien deze toestellen snel verouderen en ook de prijzen vaak snel dalen is het niet aangewezen om grote voorraden aan te leggen. Wat betreft de ecologische criteria heeft de provincie een samenwerkingsovereenkomst met het Vlaamse Gewest, dit is een verdienste van de vorige deputatie. In deze overeenkomsten zitten de aspecten van de duurzaamheidstoets vervat, een uitvoerig antwoord hierop zal u schriftelijk bezorgd worden. Uiteraard dient deze overeenkomst ook geëvalueerd te worden. Deze werden reeds gemaakt en kunnen u via collega Guido Decorte bezorgd worden. Wat betreft het aantal computers, deelt de gedeputeerde mee dat de provincie beschikt over 900 pc’s, 200 notebooks – dit zijn ook deze die de raadsleden nu in hun bezit krijgen – en dan zijn er ook nog 350 printers in werking. Wat betreft het recuperatieprogramma worden toestellen die afgeschreven zijn, ter beschikking gesteld van de sociale dienst van de provincie, die deze dan verkoopt in overeenstemming met de rekendienst en de deputatiebeslissing zodat deze toestellen nog een tweede leven kunnen leiden bij mensen die daarin geïnteresseerd zijn vanuit de sociale dienst. Als er dan toch nog toestellen overblijven dan is er een afspraak met het provinciaal Noord-Zuid centrum in Roeselare om aan bepaalde ngo’s toestellen ter beschikking te kunnen stellen zowel in binnen- als buitenland. Wat defect is alsook toners wordt naar de passende centra gebracht om deze te recycleren. Er is tevens een overeenkomst met de leverancier om deze toestellen op een milieuvriendelijke manier terug te nemen. De gedeputeerde wil besluiten met het papierloze kantoor, dit is ook voor de gedeputeerde een streefdoel en met deze vraag van de heer Lodewyckx zal men dit nog meer in het oog houden, echter is dit geen gemakkelijke opdracht. Bijvoorbeeld dienen we als overheid bepaalde verslagen nog steeds op papier door te sturen naar de toezichthoudende overheid. Echter zullen alle administratieve processen die gevirtualiseerd kunnen worden verder onderzocht worden om zodoende de papierberg in bedwang te houden, zodat deze niet stijgt maar eerder daalt. Repliek De heer Lodewyckx dankt de gedeputeerde voor het goede antwoord. Hij kijkt uit naar de uitgebreide versie en er kan hierop in de toekomst nog teruggekomen worden. Vraag nr. M/2013/14 van mevrouw Kaat De Waele (Open Vld) Provinciaal domein ’t Veld in Ardooie Mevrouw Kaat De Waele, Open Vld-raadslid, verwijst in haar vraag naar het provinciaal domein ’t Veld in Ardooie, waar elke zondag veel bezoekers langs komen en waar ook de cafetaria goed draait. Maar in november zijn de uitbaters vertrokken én zijn er renovatiewerken aan de cafetaria begonnen, mevrouw De Waele heeft begrepen dat het om werken aan het dak zou gaan. De toiletten mogen niet gebruikt worden tot na de werken zo staat te lezen. Voor heel wat mensen roept het wat vragen op. Mevrouw De Waele stelt hierbij volgende vragen: hoe lang zullen de werken nog duren ( er was aanvankelijk alleen sprake van een nieuw dak en dat is gebeurd), worden er momenteel uitbaters voor de cafetaria gezocht en waar mogen mensen zich toe richten als ze interesse hebben, is het mogelijk om een mededeling aan het publiek uit te hangen inzake de werken en de duur der werken. Het probleem van de toiletten is er dan ook nog. Zij begrijpt dat als er geen uitbaters voor de cafetaria zijn ( toiletten staan wel los van de cafetaria) dat het moeilijk is om de toiletten open te laten maar voor mensen met kinderen is dit toch een probleem. Dank u voor uw aandacht voor dit probleem in één van onze mooiste provinciale domeinen. Antwoord Gedeputeerde Guido Decorte geeft aan dat de cafetaria in dit domein dringend aan werken toe was en dat de provincie daarom beslist heeft om dakwerken uit te voeren, deze werken zijn niet gering geweest. Daarbij zijn ook instandhoudingswerken uitgevoerd voor wat betreft het sanitair, dit was ook heel dringend nodig.
20
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Wat dient nu nog te gebeuren, er moet nog werk gemaakt worden van de gevelbekleding en van de cafetaria zelf en dan zijn we voor wat de werken betreft klaar met deze karwei. Voor wat de concessie van de cafetaria betreft, geeft de gedeputeerde aan dat er zeker een nieuwe cafetaria komt. Er was inderdaad een einde aan de vorige concessieovereenkomst en intussen zijn we bezig met een aantal aanvullingen voor wat betreft de voorwaarden van het lastenboek op te maken. Van zodra we hiermee klaar zijn gaan we dit openbaar kenbaar maken en het is de bedoeling, toch zeker onze optie, om tegen de zomer de procedure kunnen eindigen en dat er een start is van de exploitatie van deze vernieuwde cafetaria. Wat de toiletten betreft is dit inderdaad een probleem, deze zijn op dit ogenblik gesloten ook al zijn ze volledig klaar en afgewerkt maar het probleem is dat we daar geen sociale controle hebben om vandalisme te voorkomen. De mensen van onze groendienst zijn er niet dagelijks en kunnen dit dus ook niet permanent controleren. Daarnaast dienen deze toiletten ook onderhouden te worden. Vandaar vraagt de gedeputeerde om nog enkele maanden geduld te hebben. Als we erin slagen om tegen eind juni van dit jaar de cafetaria opnieuw open te stellen, dan is er uiteraard sociale controle en is het dan de opdracht van de concessionaris om de toiletten mee te onderhouden. We zullen er wel voor zorgen dat er een degelijk info bord geplaatst wordt met info over wat reeds is gebeurd en wat nog zal gebeuren. Vraag nr. M/2013/15 van de heer Kurt Ravyts (Vlaams Belang) Overname van het provinciaal domein Damse Vaart De heer Kurt Ravyts, Vlaams Belang-fractievoorzitter, verwijst naar de weg langs de Damse Vaart die recent in de pers aan bod kwam omwille van putten in het wegdek op het stuk tussen Damme en de zogenaamde Siffon, de heer Ravyts geeft aan dat hij dit alleen maar kan bevestigen. De heer Ravyts geeft aan dat de gedeputeerde hier heel vlug op gereageerd heeft in de pers door te zeggen dat we dit zo snel mogelijk in orde zullen brengen ook al zijn er onderhandelingen lopende met Waterwegen en Zeekanalen en daarover wil de heer Ravyts het nu precies hebben. De heer Ravyts verwijst naar een vraag die hij twee jaren geleden heeft gesteld aan toenmalig gedeputeerde De fauw hoe dat nu eigenlijk precies in elkaar zat en daarbij citeert hij: het standpunt dat de deputatie op het kabinet Crevits zou vertolken is dat de Damse Vaart op dit ogenblik geenszins een bevaarbare waterloop is en dat het beheer bij de provincie West-Vlaanderen moet blijven, dit was toen letterlijk het antwoord van gedeputeerde De fauw. De heer De fauw vermelde toen ook dat er toen vanuit Waterwegen en Zeekanalen geen grote interesse bestond om de totaliteit van het domein, en dan hebben we het over de Damse Vaart zelf, de bomenrij en de weg te gaan uitbaten. De heer Ravyts geeft aan dat hij dit allemaal niet meer zo goed begrijpt, het zijn allemaal verschillende zaken die worden gezegd, zou er nu plotseling wel bereidheid zijn bij Waterwegen en Zeekanalen, is er voortschrijdend inzicht. De heer Ravyts had graag van de gedeputeerde hieromtrent verduidelijking gekregen. Antwoord Gedeputeerde Guido Decorte geeft aan dat het vertrouwen voor wat betreft het dossier Damse Vaart voor wat betreft de provincie West-Vlaanderen toch wel zeer groot is, want dit dossier dateert van 17 december 1819. Een zekere koning Willem heeft toen al het vertrouwen gehad in de provincie West-Vlaanderen en gevraagd aan de provincie om in te staan voor het onderhoud van de Damse Vaart. En dit is gebeurd tot op vandaag nog. In 1992 werd die opdracht, op papier althans, overgeheveld aan het Vlaamse Gewest en in 2004 heeft Waterwegen en Zeekanalen inderdaad gezegd dat dit hun opdracht is. Wat is er nu gebeurd in de feiten: goede huisvaders als wij zijn, hebben wij blijvend onze verantwoordelijkheid opgenomen en zijn wij dit blijven doen tot ere-gedeputeerde De fauw in 2011 gevraagd heeft aan het bevoegd kabinet om aan tafel te gaan zitten om een overeenkomst te bereiken. En hij heeft in deze al heel wat bereikt, want Waterwegen en Zeekanalen is principieel akkoord om het linker gedeelte komende van Brugge, het recreatieve en natuur-gedeelte, over te dragen in beheer naar de provincie West-Vlaanderen en dit past dan ook perfect in onze beleidsvisie om naast de groene assen ook in te zetten op de blauwe assen. De vaart zelf en het rechtergedeelte zou overgeheveld worden naar Waterwegen en Zeekanalen.
21
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Principieel is er dus een akkoord. Op dit ogenblik wordt er een opmetingsplan opgemaakt en van zodra we daar mee klaar zijn, wordt er een akkoord afgesloten tussen de provincie West-Vlaanderen en Waterwegen en Zeekanalen waarbij wij de opdracht krijgen om het linker, recreatieve gedeelte te onderhouden en zijn het water en het rechtergedeelte. Tot zolang alles nog niet op papier staat, gaan wij onze verantwoordelijkheid blijven opnemen om die putten te vullen. Maar het is moeilijk om de putten te vullen wanneer het gesneeuwd heeft. Van zodra het mogelijk was hebben de mensen van onze provinciale dienst deze opdracht vervuld. Damme is daarvan op de hoogte. Het is de bedoeling om wat er nu voorligt te gaan realiseren. Repliek De heer Ravyts dankt de gedeputeerde voor dit antwoord en vraagt om dit akkoord ook ten gepaste tijde aan deze raad voor te leggen. Vraag nr. M/2013/16 van de heer Herman Lodewyckx (Groen) Maritiem museum De heer Herman Lodewyckx, Groen-raadslid, verwijst naar de 2de commissie op 18 februari en twee dagen later is er in de pers te lezen dat er plannen zijn vanuit de provincie in verband met toerisme en een Maritiem museum waar de plannen –aldus wat er in de pers te lezen is – reeds ver zijn opgeschoten. De heer Lodewyckx stelt hierbij volgende vragen: 1. Er wordt gesteld dat de plannen 'ver opgeschoten' zijn. Wat betekent dit op termijn? 2. Wat is de rol van de provincie in verband met de afhandeling van Earth Explorer? 3. Waarom wordt er niet gedacht om de Charlesville, de enige overgebleven 'Congoboot' te integreren in dit project gezien de belangrijke rol die Congo ten tijde van Leopold II voor de uitbouw van de stad heeft gespeeld? Antwoord Gedeputeerde Franky De Block antwoord dat in de presentatie van het jaarverslag toerisme en ook de toekomstvisie is er uiteraard veel aandacht besteed aan het toerisme in West-Vlaanderen, dat hoog op de kaart staat en dat men hierbij niet mag vergeten dat de provincie West-Vlaanderen inzake toeristisch beleid toonaangevend is in Vlaanderen. Hierbij wordt er door de vakmensen naar gestreefd om nog meer aandacht te leggen op de dalperiodes in de verschillende regio’s in West-Vlaanderen en dat er nog meer dan vroeger moet geïnvesteerd worden in allweather voorzieningen, dit uiteraard provincie-breed en in alle regio’s. In die context is er in Oostende een mooie mogelijkheid om een maritiem museum te voorzien, omdat dit een unieke situatie is met mogelijkheden die zich nergens anders voordoen in Europa. Oostende is de enigste plaats waar de haven toekomt in het volle stadscentrum, dit creëert unieke mogelijkheden die nauwkeurig dienen te worden onderzocht. Wat Earth Explorer betreft verwijst de gedeputeerde naar een vorige tussenkomst van een raadslid van Groen. Hierbij laat de gedeputeerde weten dat de provincie daar in principe niets meer mee te maken heeft, dit is exclusieve bevoegdheid van de stad Oostende omdat zij ook eigenaar is van het gebouw. De gedeputeerde geeft mee dat de collega’s in Oostende daar volop mee bezig zijn om met eventuele geïnteresseerden de passende gesprekken te voeren. Tot slot vindt de gedeputeerde de suggestie van de Congoboot waardevol en men zal dit meenemen, maar volgens experten is hier wel een probleem dat de haven van Oostende onvoldoende diepgang heeft opdat dat schip daar zou kunnen toekomen. Repliek De heer Lodewyckx stelt nog de vraag of deze plannen ook mogen verwacht worden in de betreffende commissie.
22
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
Antwoord De gedeputeerde wijst erop dat Westtoer een autonoom provinciebedrijf is en dan wanneer dit nodig is de plannen via de geijkte kanalen zullen worden voorgelegd.
23
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
REGISTER SCHRIFTELIJKE VRAGEN
Nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz
GUIDO DECORTE, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur S/2013/1
15/01/2013 Immanuel De Reuse
Opvolging subsidie BOIC Londen 2012
2
FRANKY DE BLOCK, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur S/2013/2
25/01/2013 Herman Lodewyckx
Mogelijke rol van toeristische ontsluiting in WestVlaanderen vzw bij verschillende transportmodaliteiten, meer bepaald over zee
4
BART NAEYAERT, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen) S/2013/3 S/2013/4
27/12/2012 Maarten Tavernier 27/01/2013 Kurt Ravyts
S/2013/5
14/01/2013 Immanuel De Reuse
S/2013/6
16/01/2013 Immanuel De Reuse
Waterzuiveringsinstallaties Vertragingen bij de heraanleg van de toegangsweg tot het provinciaal domein Zeebos te Brugge Situatie waterspaarbekken Onledebeek (RoeselareBeveren) Retributaite op grond boven waterlopen
6 7 8 9
MYRIAM VANLERBERGHE, gedeputeerde van cultuur en welzijn S/2013/7
02/02/2013 Kurt Ravyts
Vuurtorengebouw in Blankenberge
10
24
Provincieraad van West-Vlaanderen Vragen en Antwoorden – Nr. 2 – februari 2013
REGISTER MONDELINGE VRAGEN
Nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz
CARL DECALUWE, gouverneur van West-Vlaanderen M/2013/9 M/2013/10 M/2013/11
Martine Vanryckeghem en Grenscriminaliteit Reinhilde Castelein Nick Verwimp Inzet van het interventiekorps CIK tijdens de zomermaanden in het kader van de veiligheid aan de kust Carine De Jonghe Criminaliteit in Mannekesvere
12 14 16
GUIDO DECORTE, gedeputeerde van bestuurlijke organisatie, algemene en ondersteunende dienstverlening, gebiedsgerichte werking en milieu, landschap en natuur M/2013/14 M/2013/15
Kaat De Waele Kurt Ravyts
Provinciaal domein ’t Veld in Ardooie Overname van het provinciaal domein Damse Vaart
19 20
FRANKY DE BLOCK, gedeputeerde van toerisme en recreatie, ruimtelijke ordening (m.u.v. stedenbouwkundige beroepen) en mobiliteit en weginfrastructuur M/2013/16
Herman Lodewyckx
Maritiem Museum
21
CARL VEREECKE, gedeputeerde van algemene financiering, budget en administratieve beroepen (o.a. de stedenbouwkundige beroepen omtrent bouw- en verkavelingsvergunningen), personeel, informatietechnologie, sport en provinciaal onderwijs M/2013/13
Herman Lodewyckx
ICT-beleid van de provincie en duurzaamheid
18
BART NAEYAERT, gedeputeerde van landbouw en visserij, integraal waterbeleid, infrastructuur en juridische aangelegenheden (o.a. milieu- en omgevingsvergunningen) M/2013/12
Bernard De Cuyper
Europese landbouwsubsidies
16