INHOUDSOPGAVE Bulletin vragen en antwoorden maart 2011
Vraag nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Pagina
11/07
14.12.2010
Michel Dandoy
11/08
14.12.2010
11/09
24.12.2010
Jan Laeremans
Directie infrastructuur - i.v.m. Gemeente Beersel (Lot) - bestrijding van wateroverlast
2
11/10
31.12.2010
Jan Laeremans
Directie cultuur en onderwijs - i.v.m. notulen deputatie van 09.12.2010: CON/VLK/PB/10/18: vzw 'De Rand'
4
11/11
11.01.2011
Jan Laeremans
Directie interne administratie en personeelsbeleid - i.v.m. resultaten bevraging van het personeel i.v.m. arbeidshandicap en afkomst
6
11/12
12.01.2011
Steven Dupont
Directie economie, landbouw en leefmilieu - i.v.m. resultaten energieaudits Vlaams-Brabantse gemeenten
6
11/13
12.01.2011
Jan Laeremans
Directie sociaal beleid - i.v.m. notulen deputatie 23.12.2010: SOC/OB/2010/3
9
Directie financiën - i.v.m. begrotingsartikel 104/0201/6240 patronale bijdrage pensioenen: pensioenbijdrage ex-Brabant
Bernadette Stassens Directie interne administratie en
personeelsbeleid - i.v.m. begrotingsartikel 104/0350/7020 opbrengsten uit prestaties, opbrengsten uit bezoekersparking
De bijlagen en/of statistische gegevens, waarnaar in sommige antwoorden wordt verwezen, kunnen ingekeken worden op het algemeen secretariaat
1
1
11/14
12.01.2011
Jan Laeremans
Directie sociaal beleid - i.v.m. notulen deputatie 23.12.2010: SOCWZG/BJB/WVN/1012/STUDIEREIS OTA_VOORSCHOT
11
11/15
13.02.2011
Jan Laeremans
Directie sociaal beleid - i.v.m. freelanceleerkrachten
12
De bijlagen en/of statistische gegevens, waarnaar in sommige antwoorden wordt verwezen, kunnen ingekeken worden op het algemeen secretariaat
Mondelinge vraag met schriftelijk antwoord nr. 11/07 van Michel Dandoy (UF) van 14 december 2010
Directie financiën - i.v.m. begrotingsartikel 104/0201/6240 - patronale bijdrage pensioenen: pensioenbijdrage ex-Brabant Waarom werd er de vorige jaren geen budget ingeschreven en voor 2011 wel? Antwoord van 10 januari 2011 Betreft: uw vraag van 14.12.2010 i.v.m. begrotingsartikel 104/0201/6240 - patronale bijdrage pensioenen - pensioenbijdrage ex-Brabant Ten gevolge van de splitsing van de voormalige provincie Brabant per 01.01.1995 werd het beheer en de financiering van de pensioenen die uiterlijk 31.12.1994 openvielen ondergebracht in het pensioenfonds ex-Brabant formule tak 21. Dit pensioenfonds werd toegewezen aan het toenmalige Omob (heden Ethias). In 1993-94 werd dit pensioenfonds na de eenmalige premie 1993 (eerste ronde) en 1994 (tweede ronde) geconcipieerd als een gesloten fonds. De eenmalige premie van 1993 en 1994 werden gefinancierd door leningen die Omob/Ethias verstrekte aan de erfgenamen van de voormalige provincie Brabant waaronder het provinciebestuur Vlaams-Brabant. De laatste annuïteit van deze leningen werd betaald ten laste van de begroting 2009 en bedroeg 9 927 439,11 euro. Het zelfbedruipend regime van dit pensioenfonds hield probleemloos stand in de periode 1993-2009. Tijdens de goedkeuring van het financieel verslag van het pensioenfonds over 2009 medio 2010 bleek dat het pensioenfonds in de nabije toekomst dreigde onderfinancierd te raken. Om de continuïteit van de pensioenrentes in 2011 te waarborgen werd het krediet 104/0201/6240 ingeschreven. Voortaan zal jaarlijks geëvalueerd worden of nieuwe pensioenbijdragen vereist zijn om de pensioenrentes van 2012, 2013 enz. probleemloos te kunnen uitbetalen. Schriftelijke vraag nr. 11/08 van Bernadette Stassens (Groen!) van 14 december 2010
Directie interne administratie en personeelsbeleid - i.v.m. begrotingsartikel 104/0350/7020 opbrengsten uit prestaties, opbrengsten uit bezoekersparking Mevrouw Stassens vraagt bij het artikel 104/0350/7020 - opbrengsten uit prestaties, opbrengsten uit bezoekersparking - of het uitsluitend de opbrengst is uit de ticketverkoop. Waarom is er nu een daling? Is dit uitsluitend een opbrengst uit de ticketverkoop? Antwoord van 12 januari 2011 Betreft: uw vraag van 14.12.2010 i.v.m. begrotingsartikel 104/0350/7020 - opbrengsten uit prestaties, opbrengsten uit bezoekersparking
1
Artikel 104/0350/7020 Deze ontvangsten zijn uitsluitend de opbrengsten uit de ticketverkoop voor de bezoekersparking Ontvangsten 2009: 7.681,53 euro Ontvangsten 2010: 7.108,75 euro: dit is echter nog geen eindafrekening. Er wordt geen daling verwacht. Schriftelijke vraag nr. 11/09 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 24 december 2010
Directie infrastructuur - i.v.m. Gemeente Beersel (Lot) - bestrijding van wateroverlast Vanuit de gemeente Beersel (Lot) komen toch een aantal concrete vragen i.v.m. de bestrijding van wateroverlast. Graag wil ik er een aantal vermelden 1. Kan het wacht- en spaarbekken van Tenbroek-Alsemberg niet uitgebreid worden zodat er grotere opvangcapaciteit is bij hevige regenval? 2. Kunnen er geen nieuwe opvangbekkens gemaakt worden stroomopwaarts de Molenbeek, eventueel in Sint-Genesius-Rode? 3. Kan de diepgang van de Molenbeek niet drastisch vergroot worden door het uitbaggeren? Er ligt zeer veel slib in en.....dit werd al meer dan 27 jaar niet meer uitgebaggerd! 4. Kan de bypass aan de Molenbeek in Huizingen aan de oude papierfabriek opnieuw hersteld worden? Antwoord van 12 januari 2011 Betreft: uw vraag van 24.12.2010 i.v.m. Gemeente Beersel (Lot) - bestrijding van wateroverlast Alvorens te antwoorden op uw vragen, herinneren wij u eraan dat de provincie in het kader van de oppervlaktekwantiteitsmodellering van de Zenne (rapport 2007) ook het stroomgebied van de Molenbeek volledig heeft laten modelleren. De modelleringsgegevens worden gebruikt voor hydrodynamische simulaties bij verschillende situaties en maken het mogelijk het effect van geplande ingrepen vooraf te onderzoeken. De antwoorden op onderstaande vragen zijn gebaseerd op de bevindingen en resultaten van de modellering.
1. Kan het wacht- en spaarbekken van Tenbroek-Alsemberg niet uitgebreid worden zodat er grotere opvangcapaciteit is bij hevige regenval? De eventuele uitbreiding van het wachtbekken 'Elsemheide' is al eerder onderzocht. Een uitbreiding van de oppervlakte van het wachtbekken zou impliceren dat het valleigebied van de Leuzebeek stroomopwaarts van de Kartonweg ingeschakeld wordt. Dit is echter onmogelijk, vanwege de aanwezige bebouwing op de linkeroever van de waterloop. Een andere mogelijkheid zou erin bestaan de drempelhoogte van de noodoverlaat van het wachtbekken Elsemheide te verhogen en op die manier de buffercapaciteit van het
2
wachtbekken te vergroten. De aanpassingen aan de noodoverlaat hebben gevolgen voor de beveiliging van het stroomopwaarts gelegen molencomplex en de regeling van de uitstroomconstructie.
2. Kunnen er geen nieuwe opvangbekkens gemaakt worden stroomopwaarts de Molenbeek, eventueel in Sint-Genesius-Rode? De mogelijkheid om nieuwe wachtbekkens of overstromingsgebieden in te richten in het stroomopwaartse gedeelte van de vallei, bijvoorbeeld in Sint-Genesius-Rode, is onderzocht in de modelleringsstudie. Uit deze studie is gebleken dat er in het stroomopwaartse gedeelte van de vallei onvoldoende ruimte is om grote bufferbekkens te bouwen. Volledigheidshalve vermelden we dat de provincie waar het mogelijk is alle beperkte maatregelen neemt die een gunstig effect kunnen hebben op de waterhuishouding. In 2010 heeft zij, in een gecombineerd project met Aquafin, een waterloopvak op de grens van SintGenesius-Rode en Beersel heringericht. Het beekprofiel werd er aangepast, het doorstroomprofiel werd verbreed en de structuurkenmerken van de waterloop werden verbeterd. In de meerjarenplanning is ook een project opgenomen om een overwelving weg te nemen op de Molenbeek te Sint-Genesius-Rode en de waterloop er plaatselijk in te richten in open bedding. Naast de waterloop worden buffervolumes gecreëerd. Het is de bedoeling deze werken uit te voeren in samenwerking (PPS) met de projectontwikkelaar die er woningen bouwt. De simulatie van alle uitgevoerde en geplande projecten geeft aan dat ook dan, niet elk risico op wateroverlast kan vermeden worden.
3. Kan de diepgang van de Molenbeek niet drastisch vergroot worden door het uitbaggeren? Er ligt zeer veel slib in en ... dit werd al meer dan 27 jaar niet meer uitgebaggerd! Het effect van een volledige uitbaggering van de waterloop om een grotere diepgang te verwezenlijken, is eveneens onderzocht. De uitgevoerde simulaties hebben aangetoond dat dit geen oplossing is. De Molenbeek is immers een waterloop met een groot verval. In het verleden werd de natuurlijke sterke helling door de aanleg van molens omgevormd naar een getrapt lengteprofiel. Dit getrapt lengteprofiel dient behouden te blijven: het wegnemen van de 'trappen' zou leiden tot grotere stroomsnelheden, met nieuwe en grotere ongecontroleerde overstromingen stroomafwaarts. Op de Molenbeek worden volgende waterloopvakken ongeveer driejaarlijks grondig geruimd: − Huizingen: zandvang stroomafwaarts de Demeurslaan tot ingang overwelving NMBS; − Dworp: waterloopvak stoomafwaarts Herisemmolen tot voetbrugje; − Alsemberg: waterloopvak stroomafwaarts de Kartonweg tot en met zandvang wachtbekken Elsemheide; − Alsemberg: waterloopvak (winter- en zomerbedding) stroomafwaarts Brusselsesteenweg; − Sint-Genesius-Rode: zandvang langs de Stationsstraat.
4. Kan de bypass aan de Molenbeek in Huizingen aan de oude papierfabriek opnieuw hersteld worden?
3
Het herstellen van de by-pass aan de Molenbeek in Huizingen, ter hoogte van de oude papierfabriek, heeft hydraulisch geen nut. Integendeel: het zou leiden tot een verplaatsing of zelfs verergering van overstromingen. Schriftelijke vraag nr. 11/10 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 31 december 2010
Directie cultuur en onderwijs - i.v.m. notulen deputatie van 09.12.2010: CON/VLK/PB/10/18:vzw 'De Rand' In de notulen van 9/12 lees ik het volgende CON/VLK/PB/10/18 het jaaractieplan 2011 van vzw 'de Rand' goed te keuren maar niet akkoord te gaan met 3.9 van het jaaractieplan waarin gesteld wordt dat de provincie lijkt terug te komen op haar eerder engagement om structureel te investeren in onderzoek met betrekking tot de Vlaamse Rand. Graag kreeg ik hiervoor de argumentatie toegestuurd: waarom gaat de provincie hier niet mee akkoord? Antwoord van 19 januari 2011 Betreft: uw vraag van 31.12.2010 i.v.m. notulen deputatie van 09.12.2010
CON/VLK/PB/10/18:vzw 'De Rand'
Een eerste onderzoek, gegund in december 2007 aan het Brussels Informatie-, Documentatieen Onderzoekscentrum (BRIO) voor 'het ontwerpen van een monitoringsinstrument voor het beleid naar anderstaligen in de Vlaamse Rand' werd uiteindelijk pas definitief opgeleverd in maart 2009. Deze studie kostte 66.605 euro. Ook na de oplevering bleven er echter twijfels bestaan over de methodische aanpak en de praktische haalbaarheid van het voorgestelde instrument. Daarom werd, vertrouwelijk, bijkomend advies gevraagd aan een aantal Vlaamse professoren die vertrouwd zijn met sociaalwetenschappelijk surveyonderzoek. Ook zij waren van mening dat het opgeleverd onderzoeksrapport te veel hiaten bevatte om als basis te kunnen dienen voor een degelijk onderbouwd suveyonderzoek. Op 10 december 2009 besliste de deputatie om een stuurgroep aan te stellen met onder andere meerdere vertegenwoordigers uit de academische wereld om de opvolging van het eerste onderzoek te bekijken. Het zou welkom zijn indien er een instrument zou bestaan dat toelaat de effecten van het beleid ter bevordering van het gebruik van het Nederlands en ter ondersteuning van het Vlaams karakter van de Vlaamse Rand te meten. De werkelijkheid is echter vaak veel complexer en laat zich niet gemakkelijk dwingen in een vast afgelijnd kader of instrument. Dit bleek ook toen de stuurgroep in februari 2010 samenkwam. Zelfs indien er zou afgestapt worden van de ontwikkeling van een monitoringsinstrument en een vervolgonderzoek enkel gericht zou zijn op een algemene beleidsevaluatie, dan bleven tal van fundamentele vragen over, die elk op zich al een eigen uitgebreid en moeilijk onderzoek, en de daarbij behorende kosten, zouden vergen, alvorens dan eventueel verder het onderzoek naar een monitoringsinstrument of algehele beleidsevaluatie te voeren. Een aantal van deze fundamentele vragen waren bijvoorbeeld:
4
- Wat is het Vlaams karakter? Hoe ga je dat omschrijven? Hoe ga je dat meten? ... - Wat is sociale cohesie? En bevorderen maatregelen in verband met het Vlaams Karakter wel de sociale cohesie of wordt vaak niet het omgekeerde effect bereikt? Het is afhankelijk vanuit welk standpunt dit bekeken wordt ... - De 'Vlaamse Rand' bestaat niet. De Rand bestaat uit vele sociologisch verschillende gemeenschappen (rijkere en armere buurten, landelijk versus verstedelijkt, allochtonen, expats, Franstalige Belgen, niet-Belgen, EU-burgers …). Eenzelfde maatregel kan in een bepaalde gemeente of wijk succes hebben en in een andere totaal niet. Hoe ga je die sociologische realiteit in beeld brengen? Bovendien is dit een evolutief gegeven ... Alleen al het onderzoek naar deze fundamentele basisvragen zou het provinciaal onderzoeksbudget dat ingeschreven is voor de volledige legislatuur ver overschrijden. Bovendien bieden al deze onderzoeken geen enkele garantie op succes. En zelfs indien deze fundamentele vragen al opgelost zouden raken met het nodige onderzoek, dan biedt dat nog altijd geen garantie dat het verdere onderzoek naar een monitoringsinstrument of algemene beleidsevaluatie wel iets zou opleveren dat in de praktijk toepasbaar is. Kortom, er zou dus nog voor vele jaren en voor honderdduizenden euro's onderzoek kunnen gevoerd worden naar een monitoringsinstrument of algehele beleidsevaluatie zonder enige garantie op succes. Alle provinciale onderzoeksmiddelen van deze legislatuur in dit ene project van het monitoringsinstrument steken zonder ook maar enige garantie op succes, zou, zeker in deze tijden, getuigen van een onverantwoord beleid. Het eerste onderzoek kostte al meer dan 66.000 euro zonder dat het iets echt bruikbaars opleverde. De provincie achtte het dan ook niet opportuun om deze piste verder te bewandelen. Daaruit afleiden dat de provincie niet meer wenst te investeren in onderzoek met betrekking tot de Vlaamse Rand is een stap te ver, zoals vermeld staat op p. 14 van het jaarplan. Overigens stelde ook het kabinet van de bevoegde Vlaamse minister in de stuurgroep klaar en duidelijk dat het niet opportuun was om onderzoek in de richting van een monitoringsinstrument of algehele beleidsevaluatie voort te zetten. De provincie draagt via een onderzoeksbudget bij aan het Documentatiecentrum Vlaamse Rand en wil dit blijven doen in overleg met alle partners, maar niet om te investeren in projecten die duidelijk de draagkracht van de provinciale middelen overschrijden of in projecten waar de kans op succes te klein of te onzeker is, zoals met het monitoringsinstrument of een algemene beleidsevaluatie het geval is. De provincie opteert voor projecten die betaalbaar en haalbaar zijn en waarvan men kan verwachten dat ze tot enige resultaat zullen leiden op relatief korte termijn. Dit betekent dat misschien eerder moet gefocust worden op meer concrete en precieze onderzoeksvragen of dat slechts deelaspecten van het beleid inzake de Vlaamse Rand onderzocht worden. Voor het invullen van deze onderzoeksopdrachten bestaat een stuurgroep binnen het documentatiecentrum. Deze stuurgroep, waarin alle partners vertegenwoordigd zijn, zal op korte termijn samenkomen om een aantal voorstellen te bekijken. Er zal gekeken worden welke voorstellen zinvol, haalbaar ... enz. zijn en daarvoor kunnen dan de nodige provinciale middelen worden vrijgemaakt.
5
Schriftelijke vraag nr. 11/11 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 11 januari 2011
Directie interne administratie en personeelsbeleid - i.v.m. resultaten bevraging van het personeel i.v.m. arbeidshandicap en afkomst Op 18 februari 2010 stelde ik een schriftelijke vraag naar de resultaten van de bevraging van het personeel i.v.m. arbeidshandicap en afkomst. Toen werd me het volgende geantwoord: In januari en februari 2010 werd de nulmeting in het
kader van de diversiteitsbevraging onder de personeelsleden van de provincie Vlaams-Brabant uitgevoerd. Op dit moment is de administratie bezig met de verwerking van de gegevens.
Bij mijn weten heb ik tot op heden geen kopie gekregen van deze resultaten of de bespreking ervan. Kunt u mij die per kerende bezorgen? Antwoord van 31 januari 2011 Betreft: uw vraag van 11.01.2011 i.v.m. resultaten bevraging van het personeel i.v.m. arbeidshandicap en afkomst In januari en februari 2010 werd binnen de provincie Vlaams-Brabant een meting gedaan in het kader van de telling van de kansengroepen. In 2010 werden verder initiatieven genomen om de instroom te monitoren en om de respons verder op te drijven. Op dit moment zijn deze gegevens nog onvolledig en dus nog niet betrouwbaar. Om die reden kunnen ze momenteel nog niet worden vrijgegeven. Schriftelijke vraag nr. 11/12 van Steven Dupont (Vlaams Belang) van 12 januari 2011
Directie economie, landbouw en leefmilieu - i.v.m. resultaten energieaudits Vlaams-Brabantse gemeenten Uit energieaudits die 27 Vlaams-Brabantse gemeenten met de steun van de provincie lieten uitvoeren in 70 gebouwen blijkt dat, op voorwaarde dat kleine en grote investeringen worden gedaan, 10 miljoen kWh kan bespaard worden op gas, elektriciteit en stookolie en 2,7 miljoen kilo CO2-uitstoot kan vermeden worden. Gedeputeerde Jean-Pol Olbrechts maakte op 5 januari jl. in Zaventem een balans op en communiceerde een aantal opmerkelijke bevindingen aan de pers. Hij beschikt duidelijk over de resultaten. Ik verkreeg graag een overzicht van welke gemeenten een audit lieten uitvoeren. Is het mogelijk mij de resultaten van bovenvermelde energieaudits mee te delen?
6
Antwoord van 31 januari 2011 Betreft: uw vraag van 12.01.2011 i.v.m. resultaten energieaudits Vlaams-Brabantse gemeenten Hieronder vindt u een samenvatting van de resultaten van de energieaudits: 1. Overzicht potentiële besparingen per gemeente Gemeente
Beersel Begijnendijk Bekkevoort Bertem Diest Gooik Grimbergen Herent Herne Hoegaarden Hoeilaart Kampenhout Kapelle-op-den-Bos Keerbergen Liedekerke Linter Lubbeek Machelen Meise Oud-Heverlee Roosdaal Rotselaar Sint-Pieters-Leeuw Tervuren Tielt-Winge Zaventem Zemst
Besparing in euro (jaarlijks)
Besparing in kWh
Besparing in kg CO2
57.575,00 € 43.452,00 € 18.976,00 € 37.112,00 €
972.875 531.348 165.017 177.790
255.533 131.128 48.035 84.329
2 2 2 2
32.521,00 €
272.336
75.748
3
11.997,00 € 8.187,00 € 3.603,00 € 7.944,00 € 18.950,00 € 69.393,00 € 41.319,00 € 83.855,00 € 21.379,00 € 45.585,00 €
86.914 132.995 71.919 110.026 112.558 771.411 530.396 1.469.595 143.689 564.932
45.224 29.690 42.976 28.948 148.819 223.072 144.724 338.033 60.159 148.053
1 2 1 2 2 9 2 3 3 3
46.792,00 € 54.511,00 € 24.604,00 € 10.735,00 € 96.311,00 € 25.954,00 € 10.380,00 € 45.477,00 € 19.407,00 €
397.607 406.329 251.062 225.586 1.202.199 387.129 61.369 490.946 169.097
141.281 145.409 65.948 47.789 296.364 97.249 25.708 147.272 62.897
3 3 2 3 5 1 1 3 1
nog in berekening nog in berekening
nog in berekening
Aantal onderzochte gebouwen
2. Conclusies samenaankoop energieaudits op provinciaal vlak
Energetisch besparingspotentieel Alle geauditeerde gebouwen samen kunnen in totaal 10.000.000 kWh besparen op gas, elektriciteit en stookolie. Als we kijken naar de primaire energie bedraagt de besparing zelfs 11,5 mio kWh (= energie nodig in de elektriciteitscentrales om energie aan te maken is inbegrepen). Wat betekent nu 10 mio kWh? Dit komt overeen met:
7
-
het gemiddeld elektriciteitsverbruik van 2.857 gezinnen (naar rata van 3.500 kWh/gezin
gemiddeld),
- 2.723.147 kilo CO2-besparing (ofwel 27.231.470 autokilometers) Alle gebouwen samen kunnen ten opzichte van hun huidige verbruik potentieel 33% besparen op elektriciteit, en zelfs meer dan 60% voor brandstof. Op vlak van water kan 34.000 m³ bespaard worden.
Economisch besparingspotentieel Door het toepassen van de voorgestelde besparingsmaatregelen, zou jaarlijks zo'n 840.000 euro bespaard kunnen worden. Om deze gebouwen energiezuiniger te maken, is een totale investering nodig van om en bij de 5,8 mio euro. Deze totale investering zou wel op een 7-tal jaren financieel terugverdiend zijn. Meer nog, uitgezonderd relighting, zijn zo goed als alle maatregelen kostenefficiënt : de totale investeringskosten liggen lager dan de financiële opbrengsten dankzij de energiebesparing tijdens de levensduur van de maatregel.
(veel van de geauditeerde gebouwen zijn scholen en relighting is vaak niet rendabel in scholen, wegens de eerder lage gebruiksuren).
Indien we ons baseren op het principe dat de Vlaamse overheid hanteert (en in het kader van de samenwerkingsovereenkomst aan de gemeenten aanraadt) om maatregelen met een terugverdientijd van maximaal 7 jaar binnen de drie jaar uit te voeren, dan betekent dit voor de doorgelichte gebouwen dat, enkel met deze maatregelen reeds 4.685.000 kWh primaire energie bespaard kan worden. Met de maatregelen die op minder dan 2 jaar terugverdiend zijn, en waarover een gemeentebestuur eigenlijk niet zou mogen twijfelen om ze onmiddellijk uit te voeren, kan ook reeds 3.785.000 kWh primair bespaard worden. Meer dan een derde van de besparingen kan dus op gemiddeld minder dan 2 jaar terugverdiend zijn. Dit gaat dan om relatief eenvoudige maatregelen als het plaatsen van automatische kranen op lavabo's, het aanbrengen van elektrische schakelklokjes, plaatsing van radiatorfolie achter radiatoren, een betere regeling van de verwarmingsinstallatie, het aanbrengen van spaarlampen of LED-lampen ...
Top 3 van de meest voorgestelde maatregelen Welke besparingsmaatregelen worden het vaakst voorgesteld in de auditrapporten: 1. Organisatorische en educatieve maatregelen: hierbij gaat het hoofdzakelijk over gedragsmaatregelen (lichten niet laten branden, deuren sluiten ...). Met deze maatregelen kan reeds 1.400.000 kWh bespaard worden zonder investeringskosten! M.a.w. zonder kosten kan al zo'n 14% van mogelijke besparingen gerealiseerd worden! 2. Betere regeling verwarming en plaatsen elektrische schakelklokjes op elektrische apparatuur : door een betere afstelling van de verwarmingsinstallatie kan 70.000 euro per jaar bespaard worden, en 1.330.000 kWh. Dergelijke maatregel is gemiddeld op 0,8 jaar terugverdiend. Elektrische schakelklokjes plaatsen op elektrische apparatuur kan heel vaak toegepast worden en is al op 4 maanden terugverdiend. 3. Dakisolatie : door een betere isolatie van de daken kan zo'n 2.300.000 kWh bespaard worden. Dit is dan wel een grote investering die (zonder de mogelijke premies ingecalculeerd) op zo'n 13 jaar is terugverdiend. Top 5 van de maatregelen warmee men het meeste energie kan besparen 1. Dakisolatie: 2.315.000 kWh - terugverdientijd gemiddeld 13 jaar (premies niet inbegrepen) 2. Organisatorische en educatieve maatregelen: 1.400.000 kWh - terugverdientijd 0 jaar! 3. Betere regeling verwarming: 1.265.000 kWh - terugverdientijd 0,8 jaar
8
4. Stookplaatsrenovatie: 1.112.000 kWh - terugverdientijd gemiddeld 10 jaar 5. Vervanging beglazing en gevelisolatie: 571.000 kWh en 540.000 kWh - lange terugverdientijd, maar vaak wel kostenefficiënt en sterk comfortverhogend. Schriftelijke vraag nr. 11/13 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 12 januari 2011
Directie sociaal beleid - i.v.m. notulen deputatie 23.12.2010: SOC/OB/2010/3 Spreker verwijst naar notulen deputatie 23/12/2010: SOC/OB/2010/3: - akkoord te gaan met de uitvoering van de terugvorderingen vanuit de Vlaamse overheid inzake de werking van het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant voor de jaren 2008 en 2009 respectievelijk voor een bedrag van 50.987,19 en 224.245,12 euro; - een bedrag van 250.000 euro te betalen aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur op het begrotingsartikel 852/0400/6620 Uitzonderlijke kosten en deze reeds vast te leggen op de begroting 2010; - in 2011 via de begrotingswijziging de budgettaire aanrekeningen te regulariseren. Waarom moet er zo veel terugbetaald worden? Antwoord van 31 januari 2011 Betreft: uw vraag van 12.01.2011 i.v.m. notulen deputatie 23.12.2010: SOC/0B/2010/3 Naar aanleiding van uw vraag van 12.01.2011 sturen wij u als bijlage de betreffende nota deputatie waarin u het antwoord kunt vinden over de terugbetaling aan ABB.
NOTA AAN DE DEPUTATIE VAN VLAAMS-BRABANT
I. GEGEVEN Het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant ontving van de Vlaamse overheid in 2007, 2008 en 2009 een werkingssubsidie op basis van een geraamde instroom van inburgeraars op het grondgebied van de provincie Vlaams-Brabant. Op basis van die instroomcijfers werd voor 2007, 2008 en 2009 een inschatting gemaakt van het aantal contracten dat zou afgesloten worden met inburgeraars. Beide ramingen, instroomcijfers en aantal contracten, werden opgemaakt in de optiek van een volledig operationeel onthaalbureau. De toegekende subsidies voor de afgesloten werkjaren 2007, 2008 en 2009 waren duidelijk te ruim bemeten ten overstaan van de effectieve productie van het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant. Hierdoor dienen een aantal subsidies terugbetaald te worden aan de Vlaamse overheid. Deze evolutie werd ook steeds zo ingeschat tijdens deze 3 werkjaren.
9
II. BESPREKING De productiecijfers van het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant stegen van 300 contracten in 2006 naar ruim 1200 contracten in 2009. Voor het jaar 2010 zullen wij eindigen boven de 1400 contracten. De zo noodwendige inhaalbeweging voor ons onthaalbureau is dus zeker in uitvoering. Voor elk afgesloten werkjaar maakt de Vlaamse overheid, meer bepaald het Agentschap voor Binnenlands Bestuur, een eindafrekening op. De afrekeningen voor de jaren 2007, 2008 en 2009 gaan als bijlage in het dossier. Volgende terugvorderingen werden ons toegezonden door ABB. Voor 2007 : 322.434,63 euro waarvan de terugbetaling nog niet opgevraagd werd. Voor 2008 : 50.987,19 euro waarvoor de terugbetaling effectief werd opgevraagd. Voor 2009 : 224.245,12 euro waarvoor de terugbetaling effectief werd opgevraagd. Inzake de terugbetaling van subsidies werd in onze begroting 2010 reeds een bedrag ingeschreven van 250.000 euro op het begrotingsartikel 852/0400/6620. Terugbetalingen aan Vlaamse overheid. Aan Agentschap Binnenlands Bestuur Terug te betalen Te ontvangen Thesauriebeweging 2007 1.012.709,85 690.275,82 322.434,03 2008 765.770,82 714.873,63 50.987,19 2009 1.001.931,92 777.686,80 224.245,12
In de eindafrekeningen 2007, 2008 en 2009 kan worden vastgesteld dat alle gemaakte kosten, personeelskosten en werkingskosten, van het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant aanvaard werden door de Vlaamse overheid. Tegelijk mag elk van de 8 onthaalbureaus in Vlaanderen een reserveopbouw doen van maximaal 50% van de toegekende subsidies van het laatst afgesloten werkingsjaar. In het laatst afgesloten werkingsjaar 2009 wordt een reserve bevestigd van 1.555.373,60 euro na afrekening van de terugbetalingen aan ABB. Deze reserves zijn aanwezig binnen de provinciale thesaurie.
III. CONCLUSIE Op basis van het voorgaande stelt het Onthaalbureau Inburgering aan de deputatie voor: 1. Akkoord te gaan met de uitvoering van de terugvorderingen vanuit de Vlaamse overheid inzake de werking van het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant voor de jaren 2008 en 2009 respectievelijk voor een bedrag van 50.987,19 en 224.245,12 euro. 2. Een bedrag van 250.000 euro te betalen aan het Agentschap voor Binnenlands Bestuur op het begrotingsartikel 852/0400/6620 Uitzonderlijke kosten en deze reeds vast te leggen op de begroting 2010. 3. In 2011 bij middel van de begrotingswijziging de budgettaire aanrekeningen te regulariseren.
10
Schriftelijke vraag nr. 11/14 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 12 januari 2011
Directie sociaal beleid - i.v.m. notulen deputatie 23.12.2010: SOCWZG/BJB/WVN/1012/STUDIEREIS OTA_VOORSCHOT Spreker verwijst naar notulen deputatie 23.12.2010: SOC-WZG/BJB/WVN/1012/STUDIEREIS OTA_VOORSCHOT: 1. Kennis te nemen van het feit dat tijdens de paasvakantie 2011 de Vlaamse OTA-teams (Ondersteuningsteam Allochtonen) op studiereis gaan naar de Balkan; de vzw OTA-Antwerpen zorgt voor de logistieke organisatie van de reis. In dit kader vragen zij de vereffening van een voorschotfactuur van 1.500 euro; Waarom moet zo nodig een studiereis naar de Balkan gemaakt worden? Wil men een terugkeerbeleid op poten zetten misschien? Antwoord van 4 februari 2011 Betreft: uw vraag van 12.01.2011 i.v.m. notulen deputatie 23.12.2010: SOC-WZG/BJB/WVN/1012/STUDIEREIS OTA_VOORSCHOT In antwoord op uw vraag van 12.01.2011 kunnen wij u het volgende meedelen. In 2010 hebben alle OTA's bijkomende financiële middelen gekregen van Vlaanderen om hun werking te versterken. Op gezamenlijk initiatief van alle Vlaamse OTA's werd aan de besturen voorgesteld om een studiereis te plannen doorheen de Balkan-regio om de cultuur en leefsituatie van de ROMA te leren kennen. Zonder deze kennis en ervaring kan er niet aan deskundigheidsbevordering gedaan worden en daalt de impact van zowel de vrijwillige als de gedwongen hulpverlening ten aanzien van de Roma. Deze studiereis beoogt bijgevolg een versterking van de impact van de hulpverlening op deze groep mensen. Als bijlage vindt u de notule van deze beslissing. Er werd geen nota deputatie opgesteld.
11
OVERZICHTLIJST NOTULEN ZOEKEN
PROVINCIE VLAAMS • BRABANT
Status
Datum DEP
Dienst Nr Kenmerk
Notulenverslag 23/12/2010 wzn-wzg D68 SOC-WZG/BJB /WVN/1012 /STUDIEREIS OTA_VOORSCHOT
Ontwerpnotule 1. Kennis te nemen van het feit dat tijdens de paasvakantie 2011 de Vlaamse OTAteams (Ondersteuningsteam Allochtonen) op studiereis gaan naar de Balkan; de vzw OTA-Antwerpen zorgt voor de logistieke organisatie van de reis. In dit kader vragen zij de vereffening van een voorschotfactuur van 1.500 euro; 2. Een voorschot toe te kennen en te vereffenen van 1.500 euro voor de studiereis van het OTA-team Vlaams-Brabant en Brussel naar de Balkan, tijdens de Paasvakantie 2011; dit bedrag kan aangerekend worden op het artikel 801/0100/6132 van de begroting 2010.
Schriftelijke vraag nr. 11/15 van Jan Laeremans (Vlaams Belang) van 13 februari 2011
Directie sociaal beleid - i.v.m. freelanceleerkrachten In de notulen van 27.01 lees ik het volgende: SOCIAAL BELEID/OB/2011/299D 1. Ter uitvoering van de principebeslissing van de deputatie van 21.01.2010, akkoord te gaan met de aanstelling van Hasan SEZGIN als freelanceleerkracht Verblijfsstatuten voor 12 lesuren vanaf 24.01.2011 tot 18.02.2011 op maandagen, vrijdagen en zaterdagen op verschillende uren 13.30 tot 16.30 uur, 18.30 tot 21.30 uur op de verschillende locaties te Leuven en Diest; Vergadering Deputatie 27.01.2011 2. Deze leerkracht de leerkrachtenvergoeding uit te betalen van 44,24 euro bruto per gegeven lesuur. Graag zou ik willen weten wat de doelgroep is van deze lessen en de tekst krijgen die ter beschikking gesteld wordt van de cursisten.
12
Antwoord van 21 februari 2011 Betreft: uw vraag van 13.2.2011 i.v.m. freelanceleerkrachten Het Onthaalbureau Inburgering Vlaams-Brabant maakt gebruik van leerkrachten maatschappelijke oriëntatie (MO) in twee systemen. -Enerzijds een aantal MO-leerkrachten in gewoon dienstverband met contracten van onbepaalde duur of in vervangingscontracten. In het personeelsbehoefteplan zijn er 7 vte leerkrachten MO voorzien. -Anderzijds wordt gebruikgemaakt van een contingent van 3.500 lesuren op jaarbasis door het aanstellen van een aantal freelance MO-leerkrachten. Voor elke opdracht aan een freelanceleerkracht werd een D-dossier opgemaakt met de vermelding van het aantal lesuren, de data, de locatie en de taal van de lessen. De doelgroep zijn de inburgeraars die gevat zijn door het Vlaamse inburgeringsdecreet. De gebruikte cursus Maatschappelijke Oriëntatie is de cursus die vanwege de Vlaamse overheid verplicht gebruikt moet worden in alle onthaalbureaus in Vlaanderen. Een voorbeeld van de cursus werd op een van de raadscommissies sociale zaken ter beschikking gesteld tijdens de presentatie van de werkzaamheden van het Onthaalbureau Inburgering. Een cursus werd toen ook ter beschikking gesteld van de fractie van het Vlaams Blok. De cursussen worden aangeleverd door de Vlaamse overheid. Een exemplaar van deze cursus zal u bezorgd worden.
13