INHOUDSOPGAVE Bulletin vragen en antwoorden januari 2014
Vraag nr.
Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Pagina
14/01
24.10.2013
Katleen D’Haese
Directie ondersteuning – dienst facilitair beheer – i.v.m. de onderhoudscontracten in PSBO De Sterretjes
1
14/02
14.11.2013
Sonia Van Laere
Directie kenniseconomie – dienst onderwijs – i.v.m. de Provinciale Commissie voor Studiebeurzenstichtingen
1
14/03
26.11.2013
Jan Laeremans
Directie vrije tijd – i.v.m. de verfransing in Zaventem door ELIA
3
14/04
14.11.2013
Lena Ghysels
Directie ruimte – dienst ruimtelijke ordening – i.v.m. de industrieterreinen rond de A12
5
14/05
14.11.2013
Lena Ghysels
Directie ruimte – dienst ruimtelijke ordening – procedure afwijzing bouwaanvragen
10
14/06
02.01.2014
Johan De Haes
Directie ondersteuning – dienst personeelsbeleid – i.v.m. het aantal en de ernst van arbeidsongevallen
11
De bijlagen en/of statistische gegevens, waarnaar in sommige antwoorden wordt verwezen, kunnen ingekeken worden op het algemeen secretariaat
Schriftelijke vraag nr. 14/01 van Katleen D’Haese van 24 oktober 2013
Directie ondersteuning – dienst facilitair beheer – i.v.m. de onderhoudscontracten in PSBO De Sterretjes In de budgetwijziging III is een sprake van een verhoging van het onderhoudscontract voor PSBO De Sterretjes. Het geraamde bedrag is 34.100 euro na de budgetwijziging. Deze stijging zou te wijten zijn aan de opruimingskosten ten gevolge van een inbraak en het bijkomend te onderhouden oppervlak. In dat verband wens ik volgende vragen stellen: -
Wanneer werd dit onderhoudscontract opnieuw gegund? Binnen welk bedrag werd deze overeenkomst gegund? Zijn er afspraken gemaakt over eventuele prijsverhogingen? Is er in de raamovereenkomst melding gemaakt van de gewijzigde oppervlakte? Hoeveel bedroeg de prijs van het vorige onderhoudscontract?
Antwoord van 20 november 2013 Betreft : uw vraag van 24.10.2013 i.v.m. de onderhoudscontracten in PSBO De Sterretjes Het contract voor de schoonmaak werd in 2012 gegund aan de firma Köse Cleaning met ingang op 1 september 2012. Voor PSBO De Sterretjes bedraagt het geraamde bedrag voor de externe schoonmaak 27.495 euro op jaarbasis (exclusief de extra sanitaire unit). Binnen het raamcontract kunnen de diensten, instellingen en domeinen van de provincie Vlaams-Brabant afhankelijk van de noodwendigheden deelovereenkomsten sluiten. De berekening van de kostprijs voor gewijzigde oppervlakten gebeurt op basis van de in de basisovereenkomst bedongen eenheidstarieven, per uur, per oppervlakte, per schoonmaakprogramma. De meerprijs van het poetsen van de extra sanitaire unit van PSBO De Sterretjes bedraagt op jaarbasis 3.338,68 euro, exclusief btw. In de raamovereenkomst zijn volgende afspraken over prijsherziening opgenomen: de eerst drie jaar van de raamovereenkomst gelden vaste tarieven; vanaf het vierde jaar is eenmalig een indexering mogelijk. Het bedrag voor de schoonmaak van PSBO De Sterretjes bedroeg in de vorige overeenkomst op jaarbasis 11.600 euro.
Schriftelijke vraag nr. 14/02 van Sonia Van Laere van 14 november 2013
Directie kenniseconomie – dienst onderwijs – i.v.m. de Provinciale Commissie voor Studiebeurzenstichtingen 1
De Commissie voor Studiebeursvoorzieningen van Brabant is een commissie die studiebeurzen uitkeert aan personen. De inkomsten daarvan haalt men uit nalatenschappen. In de resultatenrekeningen van de Vlaams-Brabantse Commissie lezen we dat er voor het schooljaar 2011-2012 voor ongeveer 64.000 euro aan studiebeurzen is uitgekeerd. Nochtans heeft de commissie een budget dat ettelijke malen hoger ligt, zo blijkt uit de balansrekening. Hierover had ik volgende vragen: 1. Hoe komt het dat men maar voor 64.000 euro subsidies uitkeerde? 2. Wat gebeurt er met het overgebleven geld binnen deze commissie? Schiet deze commissie niet een beetje haar doel voorbij als de overheadkosten en onkosten meer bedragen dan het uiteindelijke vervullen van het doel? 3. Op welke manier worden potentiële rechthebbenden op de hoogte gebracht van het bestaan van deze commissie?
Antwoord van 6 december 2013 Betreft: uw vraag van 14.11.2013 i.v.m. de Provinciale Commissie voor Studiebeurzenstichtingen 1. Hoe komt het dat men maar voor 64.000 euro subsidies uitkeerde? Het gaat niet om ‘subsidies’, maar om studiebeurzen. Het bedrag van de beurzen mag het voortduren ervan niet in gevaar brengen. De opbrengst van de studiebeurzenstichtingen moet toereikend blijven om de beurzen te kunnen uitkeren. Er dient rekening te houden, enerzijds, met de sinds bijna een tiental jaren onophoudelijke daling van de rentevoeten van overheidsfondsen en, anderzijds, met de ernst van de financiële crisis die sedert 2008 voortduurt, de daaruit voortvloeiende onzekerheid voor de vrijwaring van het roerend vermogen van de stichtingen en aanzienlijke vermindering van de rentevoeten. Om deze redenen, heeft de Commissie sinds 2009 ervoor gezorgd dat het bedrag van de beurzen in de regel niet meer bedraagt dan 30 % van de door dat vermogen opgebrachte bruto interesten. Op te merken valt dat de beurzen die de Commissie gedurende het schooljaar 2012-2013 heeft betaald, een totaal bedrag van 67.131,11 euro hebben bereikt d.i. meer dan gedurende de schooljaren 2005-2006, 2006-2007, 2007-2008, 2008-2009, 2009-2010 en 2010-2011. Bovendien, dankzij de verkoop van enkele percelen grond, werden tien nieuwe beurzen van 750 euro onlangs ingericht (Vander Borght Stichting): ze zullen volgend jaar worden uitgekeerd. Ten slotte, dankzij recente verbeteringen van de rendabiliteit van sommige beleggingen, hoopt de Commissie, die daarmee druk bezig is, het bedrag van sommige vacante beurzen te kunnen verhogen. 2. Wat gebeurt er met het overgebleven geld binnen deze commissie? Schiet deze commissie niet een beetje haar doel voorbij als de overheadkosten en onkosten meer bedragen dan het uiteindelijke vervullen van het doel? Het geheel van de stichtingen heeft voor het schooljaar 2011-2012 een roerend kapitaal van 10.841.532,30 euro vertegenwoordigd ondanks moeilijk te schatten onroerende goederen, te weten een huis te Etterbeek, 54 hectare grond en 77 hectare bos. De inkomsten van de stichtingen bedroegen tijdens hetzelfde schooljaar ongeveer 424.012,20 euro. 2
Onafhankelijk van de uitkering van de beurzen, bestaan de lasten van de stichtingen (cijfers schooljaar 2011-2012) in : 1. Het bruto salaris van de secretaris-ontvanger (met inbegrip van de bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen), ten bedrage van 63.213,43 euro (bedrijfskosten B). 2. Het aanvullend pensioen van de h. Dotremont, doctor in de rechten, die secretarisontvanger was van 1951 tot 1989. Dat aanvullend pensioen ten bedrage van 15.827,79 euro. (bedrijfsvoorheffing en sociale bijdragen inbegrepen) is toegekend ingevolge de beslissingen van de Commissie d.d. 17 mei 1972 en 28 juni 1989, die door de voogdijoverheid werden goedgekeurd. 3. Bijzondere toelagen en bijdragen aan R.Z.Z.P.P.O (bedrijfskosten A) : 19.555,40 euro. 4. De algemene werkingskosten: 27.184,77 euro. (waarvan 7.366,48 euro huur- en beheerkosten). 5. De bijzondere kosten eigen aan bepaalde stichtingen (bijv., in het raam van de Godecharle Stichting, de kosten van de Wedstrijd voor jonge beeldhouwers, schilders en architecten). Het totaal van de lasten bedroeg wat meer dan 300.000 euro. De posten 1 en 4 worden over de stichtingen gespreid naar rata van de grootte van hun dotatie. Ingevolge artikel 24 van de wet van 19 december 1864 mogen de wedden, de vergoedingen, de pensioenen van de secretaris-ontvanger alsmede de voor hem te storten bedragen als deelhebber in een pensioenfonds bij elkaar niet meer bedragen dan 20 % van de gewone ontvangsten. De rekeningen van de Commissie worden telkenjare nagezien door een verificateur. Steeds werden ze goedgekeurd door de drie voogdijoverheden, te weten Vlaams- en WaalsBrabant en, voor het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie. 3. Op welke manier worden potentiële rechthebbenden op de hoogte gebracht van het bestaan van deze commissie? De beschikbaarheid van de beurzen wordt openbaar gemaakt door aanplakking, advertenties en bekendmaking in de Staatsblad. Ze verschijnt ook op de website van de Commissie. De affiches (300 in het Nederlands en 300 in het Frans) worden jaarlijks aangemaakt. Zij worden gespreid over het hele grondgebied van de voormalige provincie Brabant, naar rata van één affiche per gemeentehuis. Door de secretaris-ontvanger worden zij ook toegezonden aan de scholen en universiteiten van het land alsook aan alle belangstellenden en aan al wie erom vraagt. De antwoorden op de vragen werden ons verstrekt door mevrouw Elisabeth Renglet, SecretarisOntvanger van de Commissie voor Studiebeurzenstichtingen Van Brabant, WTCIII Simon Bolivarlaan 30 – bus 11, 1000 Brussel, tel. 02-512 06 26, e-mail:
[email protected]
Schriftelijke vraag nr. 14/03 van 26 november 2013 van Jan Laeremans Directie vrije tijd – i.v.m. de verfransing in Zaventem door ELIA De bewoners van de Tramlaan te Sterrebeek ontvingen onlangs een brief van de firma "Volker Wessels Telecom" uit Boom waarin werd meegedeeld dat zij in opdracht van ELIA in de betrokken straat
3
grondwerken zouden aanvatten met ingang van 20 november. Deze werken zouden ongeveer 5 weken duren. Vermelde brief was tweetalig met voorrang voor het Frans. Inwoners die protesteerden en aanhaalden dat Zaventem en deelgemeenten in Vlaanderen liggen en derhalve een eentalig Nederlands statuut hebben, kregen een verbijsterend antwoord van Volker Wessel Telecom. Projectmanager Ivan Moonen stelde dat de tweetaligheid voor de randgemeenten rond Brussel door ELIA werd opgelegd in hun bestek. ELIA overtreedt hiermee als beheerder van het transmissienet voor elektriciteit en dus als publiekrechtelijke firma, duidelijk en flagrant de taalwetgeving. Graag zou ik wel willen vernemen of de provincie hiertegen zal reageren en dan had ik graag een kopie van deze brief willen krijgen
Antwoord van 16 december 2013 Betreft: uw vraag van 26 november 2013 i.v.m. de verfransing in Zaventem door ELIA De tweetalige brief, met voorrang voor het Frans, in de gemeente Zaventem door de firma Volker Wessels Telecom is inderdaad niet in overeenstemming met het Vlaams karakter van de gemeente Zaventem. De website van Elia (www.eliagroup.be) leert evenwel dat de overheid geen meerderheidsparticipatie heeft. Dit heeft tot gevolg dat de taalwetgeving niet van toepassing is. Dit neemt niet weg dat deze tweetalige communicatie weinig respect voor het Nederlandstalig karakter van de regio heeft en dat een reactie naar Elia ter zake op zijn plaats is. Als bijlage een kopie van de brief die naar Elia werd verzonden.
Bijlage: Geachte, Betreft : tweetalige communicatie door firma ‘Volker Wessels Telecom’ in de gemeente Zaventem We vernamen dat de firma ‘Volker Wessels Telecom’ een tweetalige brief verspreid heeft onder de bewoners van de Tramlaan in de gemeente Zaventem, met voorrang voor het Frans. Dit naar aanleiding van grondwerken die zij in jullie opdracht uitvoeren. Volgens de firma ‘Volker Wessels Telecom’ is deze tweetalige communicatie opgelegd in het lastenboek dat jullie hebben opgesteld. We wijzen er u op dat de gemeente Zaventem een gemeente is zonder taalfaciliteiten en bijgevolg druist een tweetalige brief in tegen het Nederlandstalig karakter van deze gemeente. Mogen wij u daarom vragen om deze bepaling uit het lastenboek te verwijderen en de betrokken firma op de hoogte te brengen zodat zij in de toekomst enkel in het Nederlands in communicatie treedt met de bewoners uit Zaventem ?` Hoogachtend, Lieven Elst directeur vrije tijd
Tom DEHAENE gedeputeerde voor Vlaams karakter
4
Schriftelijke vraag nr. 14/04 van Lena Ghysels van 14 november 2013 Directie ruimte – dienst ruimtelijke ordening – i.v.m. de industrieterreinen rond de A12 Graag had ik een beter inzicht gekregen in de stand van zaken in de ontwikkeling van de industrieterreinen langs de A12; in het bijzonder de dossiers Westrode, Londerzeel-Berg en Ramsdonk/Willebroek (ontsluiting Kersdonk). In verband met het laatste dossier begrijp ik dat Willebroek het traject voor de ontsluiting op zijn grondgebied al goedgekeurd heeft (dus tot aan de grens met Kapelle-op-den-Bos in Vlaams-Brabant). Concreet had ik graag geweten hoever de dossiers Westrode en Londerzeel-Berg gevorderd zijn? Gaan die projecten ooit uitgevoerd worden want er wordt allang over gesproken en gespeculeerd? Zo ja, wanneer? In verband met de ontsluiting Kersdonk wou ik graag weten hoever dit dossier gevorderd is gezien Willebroek hier een goedkeuring voor gaf? Wat zijn de gevolgen voor o.a. de gemeente Kapelle-opden-Bos qua doortrekken naar de A12 en de bijbehorende ontwikkeling van een kmo-of industriezone op Ramsdonks grondgebied.
Antwoord van 18 december 2013 Betreft : uw vraag van 14.11.2013 i.v.m. het industrieterreinen rond de A12
In deze regio zijn een aantal ontwikkelingen inzake bijkomende ruimte voor regionale bedrijventerreinen lopende. Meise Westrode Het is genoegzaam gekend dat het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan “Meise-Westrode” werd geschorst. De Vlaamse Regering pleit nu voor een ontwikkeling van het reeds bestemde deel volgens het gewestplan. Haviland zal de ontwikkeling van de site volledig op zich nemen. De voorbereidingen hiervan lopen momenteel: een bevragingsdocument om een private partner te zoeken wordt binnenkort in de markt gezet (goedgekeurd door het directiecomité op 5 december 2013). POM Vlaams-Brabant heeft ondersteuning geboden bij de opmaak van het bevragingsdocument. Er zal gewerkt worden met een vorm van publiek-private samenwerking (PPS). Specifiek economisch knooppunt Londerzeel In 2008 startte de provincie met haar planningsproces om bijkomende ruimte voor regionale bedrijven te zoeken in de omgeving van het economisch knooppunt Londerzeel. In een eerste fase werd een ruimtelijke en economische visie op de ontwikkeling van het specifiek economisch knooppunt uitgewerkt. In die fase werden een aantal zoekzones aangeduid waarbinnen ruimte gezocht wordt. De provincie heeft deze voorstellen verder laten onderzoeken op hun mogelijke milieueffecten. Het planMER is ondertussen goedgekeurd. De deputatie van de provincie Vlaams-Brabant besliste om de zone Berg niet langer op te nemen in het plan voor het economische knooppunt Londerzeel. De milieueffecten, vooral op het vlak van mobiliteit worden in het planMER als zeer significant aangeduid. Dit zou leiden tot een sterke toename van verkeer in de omliggende woonkernen en brengt ook
5
aanzienlijke lucht- en geluidshinder mee. Uit het plan-MER kwam de suggestie om de zone Berg sterk in omvang te beperken, maar de kostprijs om deze kleinere zone te ontsluiten en te bufferen naar de omliggende woningen zou te hoog oplopen. De provincie wenst nu de overige locaties verder te ontwikkelen zodat er voor de bedrijven in deze regio op korte termijn toch de nodige ademruimte kan geboden worden. Daardoor kan zo’n 20 à 25 hectare bestemd worden voor regionale bedrijvigheid. De ontwikkelingen zijn afhankelijk van de realisatie van de complexen Londerzeel-Noord en Londerzeel-Zuid (voorwaarde uit planMER en wordt zo in PRUP verankerd). Momenteel wordt onderzocht wat de impact is van de beslissing van het Grondwettelijk Hof in verband met het integratiespoorbesluit op dit concreet dossier. Hier werd immers wel een publicatie in de kranten voorzien. Andere ontwikkelingen in de omgeving Voor de volledigheid geven we mee dat er ook aan de andere kant van de provinciegrens processen lopende zijn. De provincie Antwerpen heeft een kaderplan voor deze omgeving, gekend als de “Brabantse Poort” opgemaakt, waarbinnen dan een aantal bijkomende bedrijventerreinen verder worden onderzocht. Het bedrijventerrein De Hulst is in ontwikkeling. Daarnaast onderzoekt de provincie nog 2 andere bedrijventerreinen: Willebroek Centraal en Willebroek Zuid. Hiervoor is het Plan-MER goedgekeurd, en zou de procedure voor het Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan parallel lopen met Specifiek economisch knooppunt Londerzeel. De ontwikkeling is eveneens afhankelijk van de realisatie van het complex Londerzeel-Noord (voorwaarde uit planMER wordt in PRUP verankerd) Een overzicht van deze ontwikkelingen is schematisch weergegeven op de kaart als bijlage.
Op vlak van ontsluiting lopen ook verschillende initiatieven. Deze worden hier kort opgelijst, met initiatiefnemende instantie en stand van zaken
6
Verbindingsweg
Situering ontsluitingscomplexen
Complex
Initiatiefnemer(s)
Stand van zaken
Londerzeel NOORD
Provincies VlaamsBrabant en Antwerpen i.s.m. AWV
Middelen voor ontwerp en uitvoering zijn niet opgenomen in de meerjarenbegroting van Afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant. Omdat de ontwikkeling van de bedrijventerreinen Willebroek Centraal, Willebroek Zuid en Londerzeel-Molenveld afhankelijk is van de realisatie van dit complex hebben beide provincies een opdracht gegund aan het ontwerpbureau BUUR/Vectris/Ney voor een conceptstudie van het complex, met als finaliteit een concreet en gedragen schetsontwerp van het complex en bijhorende raming aan de Afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant over te dragen, om zo de opname in het meerjarenplan te bespoedigen. Uit dit onderzoek worden momenteel nog 2 scenario’s weerhouden. Deze worden voorgelegd aan een stuurgroep begin januari 2014. Nadien dienen door de Afdeling Wegen en Verkeer volgende procedures sowieso nog doorlopen te worden. -
PlanMER en RUP (afhankelijk van
7
Verbindingsweg Tisselt-A12
Provincie Antwerpen / POM Antwerpen
vergunbaarheid op basis van besluit kleine werken) - OntwerpMER - Ontwerp en uitvoeringsdossier Ondergeschikt loopt ook de vraag van de gemeente Willebroek om de kern van Tisselt te ontlasten, door de bedrijven DHL, Schenker en Promat via een nieuwe verbindingsweg te ontsluiten naar de A12. Deze weg moet aansluiten op het complex Londerzeel-Noord. Provincie Antwerpen heeft het Provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan hiervoor klaar, maar delen ervan moeten overgenomen worden door provincie Vlaams-Brabant voor de delen op haar grondgebied. De procedure van het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan zou parallel met het provinciaal ruimtelijk uitvoeringsplan SPEK Londerzeel lopen. De gemeente Kapelle-op-den-Bos heeft voorbehoud bij deze ontsluiting, maar is bereid om hier aan mee te denken indien zij haar lokaal bedrijventerrein via deze nieuwe ontsluitingsinfrastructuur kan ontsluiten. Het initiatief voor het ruimtelijk uitvoeringsplan voor dat lokaal bedrijventerrein ligt bij de gemeente. Principieel werden afspraken gemaakt dat de ontsluiting op deze verbindingsweg kan;
Complex A12/N16
AWV
Zie www.wegenenverkeer.be
Londerzeel ZUID
AWV
Zie www.wegenenverkeer.be
8
Bijlage
9
Schriftelijke vraag 14/05 van Lena Ghysels van 14 november 2013
Directie ruimte – dienst ruimtelijke ordening – i.v.m. procedure afwijzing bouwaanvragen Kunt u mij laten weten wat er gebeurt nadat een dossier i.v.m. een bouwaanvraag of verbouwing afgewezen werd door de provincie? Wordt er dan op een of andere manier nog op toegezien dat de beslissing van de provincie gerespecteerd wordt? Recent vernam ik dat een dossier een weigering kreeg in beroep en dat er toch werken gestart zijn voor dat project. Graag zou ik de procedure kennen die gevolgd wordt?
Antwoord van 20 december 2013
Betreft : uw vraag van 14.11.2013 i.v.m. procedure afwijzing bouwaanvragen Kunt u mij laten weten wat er gebeurt nadat een dossier i.v.m. een bouwaanvraag of verbouwing afgewezen werd door de provincie? Dit wordt betekend aan zowel de aanvrager als aan het college van burgemeester en schepenen. • In geval van een vergunning dient de aanvrager over te gaan tot de aanplakking van de ste vergunning en de nodige verklaring op te sturen naar de gemeente. Op de 36 dag volgend op de eerste dag na de aanplakking mag de aanvrager overgaan tot de uitvoering. • In geval van weigering is het dossier afgesloten na de betekening.
Wordt er dan op een of andere manier nog op toegezien dat de beslissing van de provincie gerespecteerd wordt? Dit hoort thuis in het handhavingsgedeelte ruimtelijke ordening. Hiervoor zijn de gemeente en het Vlaamse Gewest bevoegd.
Recent vernam ik dat een dossier een weigering kreeg in beroep en dat er toch werken gestart zijn voor dat project. Graag zou ik de procedure kennen die gevolgd wordt? Ingeval de werken vergunningsplichtig zijn en er geen vergunning voor bestaat is dit een bouwmisdrijf. Bouwmisdrijven zijn inbreuken op de reglementering inzake de ruimtelijke ordening (voorschriften i.v.m. bouw- en verkavelingsvergunningen, i.v.m. plannen van aanleg,...) die strafbaar zijn gesteld door de wetgeving (decreet). Maatregelen om bouwmisdrijven te bestraffen behoren tot het "handhavingsbeleid". Meer informatie kunt u inwinnen bij: Inspectie RWO Vlaams-Brabant Diestsepoort 6 bus 93, 3000 Leuven Tel. 016-66 59 60, Fax 016-66 59 65
[email protected]
10
Schriftelijke vraag 14/06 van Johan De Haes van 2 januari 2014 Directie ondersteuning – dienst personeelsbeleid – i.v.m. het aantal en de ernst van arbeidsongevallen De provincie is een belangrijke werkgever met meer dan 700 personeelsleden. De taken die deze personeelsleden uitoefenen zijn zeer verschillend en gaan van kantoortaken tot het bedienen van machines. Een van de uitdagingen van een werkgever is de nodige voorzorgen nemen om ervoor te zorgen dat zijn werknemers hun taken in de meest optimale omstandigheden kunnen uitvoeren, waarbij de veiligheid een belangrijk aspect vormt. Om een beter inzicht te kunnen krijgen in de resultaten van het veiligheidsbeleid van de provincie Vlaams-Brabant had ik graag een antwoord gekregen op volgende vragen: •
Hoeveel werknemers van de provincie Vlaams-Brabant hebben er een arbeidsongeval gehad in 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012?
•
Wat was de gemiddelde duur van inactiviteit ten gevolge van arbeidsongevallen in 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012?
•
Hoeveel arbeidsongevallen hebben geleid tot blijvend lichamelijk letsel in respectievelijk 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012?
• Hoeveel dodelijke arbeidsongevallen zijn er geweest sinds het ontstaan van de provincie Vlaams-Brabant?
Antwoord van 15 januari 2014
Betreft : uw vraag van 02.01.2014 i.v.m. het aantal en de ernst van arbeidsongevallen Hierbij de antwoorden op uw vragen betreffende de arbeidsongevallen bij het provinciebestuur van Vlaams-Brabant. Hoeveel werknemers van de provincie Vlaams-Brabant hebben er een arbeidsongeval gehad in 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012? Naar terminologie dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen een ‘ongeval op de weg van of naar het werk’ (OW) en een ‘arbeidsongeval’ (AO). Beide worden echter op dezelfde wijze afgehandeld. Indien de veiligheidssituatie op de werkvloer moet beoordeeld worden, zijn enkel de arbeidsongevallen (AO) een goede indicator. Voor de duidelijkheid vermelden we echter beide aantallen: • • • •
2008: 37 (enkel gegevens over het totaal beschikbaar) 2009: 13 (OW) - 32 (AO) 2010: 17 (OW) – 22 (AO) 2011: 9 (OW) – 23 (AO)
11
•
2012: 17 (OW) – 29 (AO)
Wat was de gemiddelde duur van inactiviteit ten gevolge van arbeidsongevallen in 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012? • • • • •
2008: geen gegevens gedigitaliseerd 2009: 23 dagen 2010: 22 dagen 2011: 25 dagen 2012: 22 dagen
Hoeveel arbeidsongevallen hebben geleid tot blijvend lichamelijk letsel in respectievelijk 2008, 2009, 2010, 2011 en 2012? • • • • •
2008: 2 (enkel gegevens over totaal beschikbaar) 2009: 1 OW – 3 AO 2010: 1 OW – 1 AO 2011: 1 OW – 1 AO 2012: voorlopig 1 OW (overlijden), maar nog niet alle dossiers zijn afgesloten.
Hoeveel dodelijke arbeidsongevallen zijn er geweest sinds het ontstaan van de provincie VlaamsBrabant? •
1 (OW)
12