VLAAMS PARLEMENT ₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
PASCAL SMET VLAAMS MINISTER VAN ONDERWIJS, JEUGD, GELIJKE KANSEN EN BRUSSEL
Vraag nr. 749 van 9 augustus 2013 van ROBRECHT BOTHUYNE
Ambachtelijke beroepen – Opleidingen Ambachtelijke beroepen zoals schoenmaker, restaurateur muziekinstrumenten gaan in dalende lijn. Nochtans worden degenen die deze beroepen uitoefenen in deze tijden van crisis druk aangesproken om zaken te herstellen. De opleidingen tot ambachtelijke beroepen worden echter schaars(er). 1. Hoeveel mensen schreven zich de laatste vijf jaar in voor een opleiding tot een ambachtelijk beroep? a) Graag totaalaantal inschrijvingen per jaar voor de laatste vijf jaar. b) Graag een opsplitsing naar gender, leeftijd, opleidingsniveau en het aandeel van de kansengroepen. c) Graag een opgave van de opleiding die gevolgd werd. d) Wat is de geografische spreiding van de inschrijvingen? 2. Welke tendens kan worden opgemaakt uit het antwoord op deelvraag 1? 3. Hoeveel van de ingeschrevenen beëindigden de cursus vroegtijdig (voor het behalen van een diploma/getuigschrift)? a) Graag het totale cijfer voor de laatste vijf jaar. b) Graag een opsplitsing naar gender, leeftijd, opleidingsniveau en het aandeel van de kansengroepen. c) Graag een opgave van de opleiding die gevolgd werd. d) Wat is de geografische spreiding van de inschrijvingen? e) Graag de reden van opgave. 4. Hoeveel van de ingeschrevenen beëindigden de cursus met succes? a) Graag het totale cijfer voor de laatste vijf jaar. b) Graag een opsplitsing naar gender, leeftijd, opleidingsniveau en het aandeel van de kansengroepen. c) Graag een opgave van de opleiding die gevolgd werd. d) Wat is de geografische spreiding van de inschrijvingen? 5. Welke tendens kan de minister opmaken uit het antwoord op deelvraag 3? 6. Kan de minister de tien meest populaire ambachtelijke opleidingen geven? 7. Zijn er nieuwe opleidingen in de maak? Zo ja, welke en wanneer kunnen ze van start gaan? N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Smet (vraag nr. 749) en Muyters (nr. 1019).
ANTWOORD Antwoord kabinet minister Pascal Smet Alvorens in te gaan op uw concrete vragen merk ik op dat de opleidingen en studierichtingen die kunnen leiden tot de invulling van een ambachtelijk beroep worden aangeboden binnen het secundair onderwijs, het volwassenenonderwijs en het deeltijds kunstonderwijs. Het betreft onderscheiden niveaus met elk een specifieke doelgroep, bepaalde werkwijze en wijze van registratie van gegevens. Het is dan ook niet altijd mogelijk om een antwoord te geven op alle vragen voor de onderscheiden niveaus. 1.
Voor het voltijds secundair onderwijs en het deeltijds beroepssecundair onderwijs gaat het om een heel kleine groep van leerlingen in een beperkt aantal studierichtingen. Deze studierichtingen zijn heel specifiek en worden maar beperkt aangeboden. Soms gaat het zelfs maar om één secundaire school zoals bijvoorbeeld bij de richtingen steen –en marmerbewerking en muziekinstrumentenbouw. Voor meer details bij de deelvragen verwijs ik naar bijlage 1. Deze bijlage geeft de leerlingenaantallen weer op 1 februari van elk van de voorbije 5 schooljaren. In het deeltijds kunstonderwijs gaat het om 13 opties in de hogere en specialisatiegraad van de studierichting beeldende kunst. Dat zijn opleidingen voor volwassenen van 8 of 10 lesuren per week gedurende 4, 5, 6 of 7 leerjaren. Voor meer details bij de deelvragen verwijs ik naar de bijlage 2. Voor het volwassenenonderwijs werden de gevraagde gegevens verwerkt in de draaitabellen in bijlage 3. De databank volwassenenonderwijs bevat geen gegevens over kansengroepen.
2.
Voor het secundair onderwijs is het heel moeilijk om bepaalde conclusies te gaan trekken. Het gaat immers om een heel kleine groep van leerlingen in een beperkt aantal studierichtingen waarbij het niet aangewezen is om hieraan veel tendensen of conclusies te koppelen. In ieder geval blijft het aantal leerlingen met uitzondering van het schooljaar 2012-2013 stabiel. De verspreidingsgraad van de meeste opleidingen is heel beperkt. In een aantal gevallen hebben we zelfs met unieke studierichtingen te maken. Om het aandeel kansengroepen in kaart te brengen, is weergegeven hoeveel van de ingeschreven leerlingen GOK-leerlingen zijn. Om de cijfers te kunnen beoordelen, merk ik op dat het percentage GOK-leerlingen in Vlaanderen voor het voltijds gewoon secundair onderwijs in 2011-2012 ligt op 38,5%. De meeste studierichtingen scoren hoger maar het gaat maar om kleine leerlingenaantallen. Wat het deeltijds kunstonderwijs betreft, blijft het aantal leerlingen de jongste vijf schooljaren voor alle opties samen vrij stabiel. Het aantal bedraagt momenteel 2.902 leerlingen, wat een lichte daling betekent t.o.v. vijf jaar geleden toen het aantal 2.931 leerlingen bedroeg. Wat ook opvalt is een vermindering van het aantal leerlingen in de meest actieve bevolkingsgroep van 25 tot 44 jaar. Vijf jaar geleden bedroeg het aandeel in die leeftijdscategorie 815 leerlingen, nu nog maar 669 leerlingen. Dit komt overeen met een vermindering van 18%. De evolutie in de opleidingsstructuur van het volwassenenonderwijs gedurende de afgelopen jaren maakt het moeilijk om op detailniveau de data te vergelijken. De totalen over de jaren heen geven alvast wel een sterk stijgend aantal unieke inschrijvingen aan.
3. 4. 5. Voor het secundair onderwijs hebben we nog geen gedetailleerde cijfers ter beschikking over ongekwalificeerde uitstroom per studierichting. Het is wel mogelijk om weer te geven hoeveel leerlingen er in deze studierichtingen een diploma van het secundair onderwijs behaalde of een studiegetuigschrift (meestal na het 2de jaar van de 3de graad BSO). In bijlage 4 zijn de cijfers opgenomen over het aantal diploma’s van het secundair onderwijs en studiegetuigschriften per studierichting. Er worden ook de gevraagde opdelingen voorzien per geslacht, leeftijd en het percentage GOK-leerlingen. De cijfers over de studiebewijzen uitgereikt op het einde van schooljaar 2012-2013 zijn nog niet stabiel en zijn bijgevolg nog niet opgenomen.
In deze cijfers valt geen duidelijke tendens vast te stellen over een stijging of een daling van het aantal uitgereikte diploma’s of getuigschriften. Opleidingen (opties) in het deeltijds kunstonderwijs leiden tot getuigschriften. Dat zijn studiebewijzen maar geen beroepskwalificaties: ze hebben dan ook weinig maatschappelijke waarde. Studiebewijzen noch slaagpercentages worden door het ministerie opgevraagd, dus ook niet centraal bijgehouden. Wat het volwassenenonderwijs betreft, merk ik op dat de CVO en CBE centra pas sinds het schooljaar 2012-2013 de expliciete verplichting hebben om alle data over uitgereikte studiebewijzen uit te wisselen. Voor het afgelopen schooljaar zijn deze gegevens echter nog niet volledig en de data van de jaren voordien zijn te fragmentair om een correct beeld te geven van de situatie op het terrein. Ook bevat de databank geen gegevens over de participatie van cursisten aan de opleiding. 6.
Aangezien de “ambachtelijke” opleidingen worden aangeboden door verschillende niveaus is het weinig zinvol om een globale top 10 op te stellen. De drie meest gevolgde studierichtingen in het secundair onderwijs in het schooljaar 20112012 zijn goud en juwelen, bloemsierkunst en muziekinstrumentenbouw. De top drie voor het deeltijds kunstonderwijs is: keramiek, edelsmeedkunst en glaskunst. In het volwassenenonderwijs is het aantal richtingen dat wordt aangeboden gestegen. Maar globaal genomen zijn het de opleidingen die te maken hebben met meubelmaken die het best scoren.
7.
In afwachting van de geplande onderwijshervorming van het secundair onderwijs zijn er geen nieuwe studierichtingen gepland. Ook de uitrol van de Vlaamse kwalificatiestructuur kan een invloed hebben. Momenteel is een inhoudelijke hervorming van het deeltijds kunstonderwijs in voorbereiding. De opleidingenstructuur wordt gemoderniseerd. Het kader hiervan is geschetst in de conceptnota ‘Kunst verandert!’ van maart 2011 (http://www.ond.vlaanderen.be/dko/rapporten/conceptnota-dko.pdf). De uitvoering van deze hervorming is gepland voor de volgende legislatuur. Voor het volwassenenonderwijs zijn er op korte termijn geen nieuwe opleidingen gepland. Op middellange termijn hangt het vooral af van de concretisering van de Vlaamse kwalificatiestructuur of/ wanneer er nieuwe opleidingen worden uitgetekend en/of bestaande opleidingsprofielen worden aangevuld of aangepast.
BIJLAGEN
bijlage 1: 749 – bijlage 1 – secundair onderwijs vraag 1.xlsx bijlage 2: 749 – bijlage 2 – deeltijds kunstonderwijs vraag 1.xlsx bijlage 3: 749 – bijlage 3 – volwassenenonderwijs vraag 1.xlsx bijlage 4: 749 – bijlage 4 – secundair onderwijs vraag 4.xlsx
Kabinet Muyters De ambachtelijke beroepen zijn ondergebracht in de sector ‘kunst, antiek en ambachten’. Voor de antwoorden op de vragen werd telkens een analyse van deze sector gemaakt. Het antwoord op vraag 1c) geeft weer welke beroepen deze cluster bevat. De antwoorden op de deelvragen die polsen naar de subgroepen (zoals gender, leeftijd, opleidingsniveau,..) slaan steeds op het cursusjaar 2012-2013. Gezien er nauwelijks schommelingen plaatsvonden in het aandeel dat de subgroepen uitmaken, werden voor de leesbaarheid van het antwoord enkel de aandelen van 2012-2013 opgenomen.
1) a) Aantal cursisten binnen de sector ‘kunst, antiek en ambachten’: cursusjaar aantal cursisten
2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 1.330
1.328
1.320
894
1.011
b) Achtereenvolgens wordt de opsplitsing naar gender, leeftijd, opleidingsniveau en nationaliteit gegeven. Nationaliteit werd opgenomen ipv het aandeel van de kansengroepen omdat de kansengroepen niet gespecifieerd werden in de vraag. Wie er beschouwd wordt als kansengroep kan namelijk variëren (bv. Vrouwen, jongeren, ouderen, laaggeschoolden, middengeschoolden, …).
c) Volgende tabel bevat de opleidingen die gevolgd werden. Cursusjaar 2012/2013 Beroep
Cursisten
Juwelier-goudsmid
360
Antiekhandelaar
117
Pottenbakker
65
Glazenier
59
Restauratievakman van schilderijen
55
Uitbater van een kunstgalerie
49
Airbrusher
42
Polyesterbewerker
42
Glasblazer van sier- en gebruiksvoorwerpen
34
Kunstsmid
32
Bouwer van akoestische nylongitaren
30
Ontwerper van sieraden
25
Restauratievakman van papier
24
Edelsteenzetter
21
Hout-Ornamentsnijder
21
Keramist
20
Vormgever van warm glas
15
Handboekbinder
11
Horlogemaker-hersteller
10
Pianostemmer en -hersteller
9
Restauratievakman van boeken en archief
9
Bouwer van akoestische steelstringgitaren
8
Restauratievakman massieve meubelen
5
Restaurateur van boeken
4
Restaurateur van schilderijen, andere dragers
4
d) Onderstaande grafiek geeft weer bij welk syntra de opleiding gevolgd werd.
2) De trend die opgemaakt kan worden is een dalende trend bij de inschrijvingen. Het laatste jaar is er echter opnieuw een stijging. SYNTRA Midden-Vlaanderen bouwde dit specifiek cursusaanbod grotendeels af. Dit verklaart grotendeels de daling van de inschrijvingen. 3. a) Onderstaande tabel geeft het aantal ingeschrevenen die de cursus vroegtijdig (voor het behalen van een diploma/getuigschrift) beëindigden. cursusjaar aantal vroegtijdige stopzettingen
2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 228
237
211
116
151
b) Achtereenvolgens wordt de opsplitsing naar gender, leeftijd, opleidingsniveau en nationaliteit gegeven.
c) Volgende tabel bevat de opleidingen die gevolgd werden. Cursusjaar 2012/2013 Beroep
Cursisten
Juwelier-goudsmid
51
Antiekhandelaar
23
Pottenbakker
14
Airbrusher
10
Glazenier
10
Glasblazer van sier- en gebruiksvoorwerpen
6
Restauratievakman van papier
6
Restauratievakman van schilderijen
5
Uitbater van een kunstgalerie
5
Bouwer van akoestische nylongitaren
4
Hout-Ornamentsnijder
4
Kunstsmid
4
Polyesterbewerker
4
Bouwer van akoestische steelstringgitaren
2
Keramist
2
Ontwerper van sieraden
2
Edelsteenzetter
1
Handboekbinder
1
Horlogemaker-hersteller
1
Pianostemmer en -hersteller
1
Restauratievakman massieve meubelen
1
d) Onderstaande grafiek geeft weer bij welk syntra de opleiding gevolgd werd.
e) De redenen van opgave zijn uiteenlopend. Deze worden niet systematisch per cursist geregistreerd. Hieronder wel een greep uit een aantal redenen die kunnen leiden tot voortijdige uitval:
Persoonlijke redenen (ook: combinatie privé – werk – opleiding te belastend -niet meer combineerbaar met de hoofdjob)
Creatieve beroepen zijn niet iedereen gegeven. Het vraagt een leerproces om zijn eigen talenten te kunnen inschatten.
Cursisten onderschatten soms de moeilijkheidsgraad van bepaalde vakken.
Cursisten creëren voor zichzelf soms verkeerde verwachtingen en zien die niet ingelost in de opleiding.
De afstand naar de campus (vaak verre verplaatsingen: de woonplaats is zeer gevarieerd. Cursisten zijn bereid om een verre afstand te rijden voor deze opleidingen.)
De lange duurtijd van de opleiding (tot 5 jaren)
Mensen onderschatten de opleiding
Privé redenen ( zwangerschap, overlijden, ziekte, …)
Voldoende geleerd volgens de cursist
4. a) De opleidingstrajecten bestaan vaak uit meerdere jaren. Een volledig afgewerkt opleidingstraject omvat een eindproef waarin ook de kennis van bedrijfsbeheer getest wordt. cursusjaar Succesvolle trajecten
2008/2009 2009/2010 2010/2011 2011/2012 2012/2013 218
184
233
178
203
b) Achtereenvolgens wordt de opsplitsing naar gender, leeftijd, opleidingsniveau en nationaliteit gegeven.
c) Volgende tabel bevat de opleidingen die gevolgd werden. Cursusjaar 2012/2013 Beroep
Cursisten
Juwelier-goudsmid
93
Antiekhandelaar
16
Kunstsmid
13
Pottenbakker
13
Restauratievakman van papier
13
Airbrusher
9
Restauratievakman van schilderijen
9
Glazenier
8
Uitbater van een kunstgalerie
8
Glasblazer van sier- en gebruiksvoorwerpen
5
Vormgever van warm glas
4
Restaurateur van boeken
3
Restaurateur van schilderijen, andere dragers
3
Restauratievakman massieve meubelen
3
Hout-Ornamentsnijder
2
Bouwer van akoestische steelstringgitaren
1
Keramist
1
d) Onderstaande grafiek geeft weer bij welk syntra de opleiding gevolgd werd.
5. De tendens die ik opmaak is dat er een dalende tendens is in het vroegtijdig beëindigen van de opleidingen terwijl het aantal inschrijvingen opnieuw toeneemt. 6. De tien meest populaire ambachtelijke opleidingen zitten vervat in het antwoord op vraag 1c). 7. Dit jaar zijn geen nieuwe opleidingen gepland.