VLAAMS PARLEMENT
₪ SCHRIFTELIJKE VRAGEN
GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING, VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN VLAAMSE RAND
Vraag nr. 305 van 14 maart 2011
van JOHAN VERSTREKEN
100 jaar Groote Oorlog - Project landschap Vaams-Brabant Tijdens een persconferentie op vrijdag 10 december 2010 maakte de minister de projecten bekend die geselecteerd werden in het kader van het Impulsfonds “100 jaar Groote Oorlog”. Eén van die geselecteerde projecten is “Sporen van de Groote Oorlog ontdekken in het landschap van Vlaams-Brabant”. De projectindiener is de vzw Toerisme Vlaams-Brabant. De totale investering bedraagt 982.387 euro, de Vlaamse overheid kent aan dit project een subsidie toe van 487.000 euro. Toerisme Vlaams-Brabant wil een infrastructuurproject opzetten rond de Groote Oorlog in VlaamsBrabant om een minder bekend stuk oorlogserfgoed te ontsluiten. De veldslagen aan de Gete en aan de Dijle hebben de Duitse opmars vertraagd en gaven de Britse, Franse en Belgische troepen de kans om zich achter de IJzer te organiseren. Dit felle verzet hadden de Duitsers niet verwacht en zij hebben zich dan bloedig op de burgerbevolking gewroken in onder meer Leuven, Aarschot en Zemst. Dit project wil dit bijzondere verhaal brengen door de voornaamste relicten uit de Eerste Wereldoorlog in Vlaams-Brabant te ontsluiten. In de eerste plaats worden twee fietslussen aangelegd door het authentieke frontlandschap van de Getelinie en de Dijlelinie. De meer dan vijftig belevingspunten fungeren als rust- en bezinningspunten en als begeleiding bij het lezen van het landschap. Op alle belevingspunten komen belevingsmodules met panelen, reuze postkaarten, panoramische tafels, enzovoort Daarnaast wordt in het Sint-Angelina Ursulinenklooster van Tildonk een belevingscentrum ingericht. Dit klooster was in het begin van de oorlog het hoofdkwartier van de Duitse generaal von Beseler, belast met de missie om Antwerpen in te nemen. Eén van de criteria die bij de beoordeling van de projecten een rol speelden, was het internationale potentieel van het historische gegeven van een project. Een ander criterium was of er een duidelijke visie op het project is en of die al is uitgewerkt. En in een derde criterium wordt getoetst of het project voldoende belevingsgericht is uitgewerkt. 1. Hoe sterk is het internationale potentieel van het historische gegeven van dit project? Hoe zal dit potentieel ook effectief worden omgezet in het aantrekken van nieuwe, buitenlandse toeristen uit voornamelijk Duitsland en Nederland, maar ook uit onder andere het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk? 2. Is er al een duidelijke, gedetailleerd uitgewerkte, visie op dit project en wat is die visie?
1
3. Is dit project voldoende belevingsgericht uitgewerkt? Zijn er interactieve elementen, kan men relicten zien, voelen, beleven? Worden de projecten op originele wijze ontsloten? 4. Zal er voldoende promotie worden gevoerd voor dit project, zowel in België als in het buitenland, en op welke wijze zal dit gebeuren? 5. Wanneer zullen de fietslussen en het belevingscentrum in gebruik genomen worden? 6. Zijn de meer dan vijftig belevingspunten al vastgelegd en welke zijn deze? 7. Zal er betaald moeten worden, en hoeveel, om van de fietslussen en het belevingscentrum gebruik te maken? Zal er een ticket betaald moeten worden per fietslus of komt er een gezamenlijk ticket voor de fietslussen en voor het belevingscentrum dat langer dan één dag geldig is? 8. Wie zal deze fietslussen en het belevingscentrum uitbaten en op hoeveel worden de uitbatingskosten geraamd? 9. Verwacht men een extra tewerkstelling door dit project en op hoeveel voltijds equivalenten wordt deze geraamd? 10. Op hoeveel bezoekers rekent men jaarlijks voor de jaren tot en met 2018 voor de fietslussen en voor het belevingscentrum? 11. Is het project ook versterkend voor andere WO I-ontwikkelingen, is er doorverwijzing naar andere sites? 12. Zal er binnen deze fietslussen met meer dan vijftig belevingspunten en het belevingscentrum ook gebruik gemaakt worden van multimediatoepassingen, onder meer ook om deze routes aantrekkelijk te maken voor jongeren? 13. Zullen deze fietslussen en het belevingscentrum ook toegankelijk zijn voor minder mobiele mensen? 14. Zal er voldoende aandacht worden besteed aan publieksonthaal en –begeleiding? Zullen er voldoende openingsuren zijn, zal er voldoende aandacht zijn voor talen (Duits, Engels, Frans, Nederlands), komen er brochures en informatiedragers in meerdere talen, zullen (groeps)reservaties mogelijk zijn? 15. Zullen de sites binnen de fietslussen en ook het belevingscentrum vooral de vredesboodschap uitdragen?
2
GEERT BOURGEOIS VICEMINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING VLAAMS MINISTER VAN BESTUURSZAKEN, BINNENLANDS BESTUUR, INBURGERING, TOERISME EN DE VLAAMSE RAND
ANTWOORD
op vraag nr. 305 van 14 maart 2011 van JOHAN VERSTREKEN
1. Het potentieel van dit project situeert zich vooral in het Verenigd Koninkrijk. De interesse van de Engelsen voor WO I in algemeen en de site van Tildonk is nog levendig, onder andere dankzij de actieve Tildonk Old Girls Society (een vereniging van ex-leerlingen van deze tot voor enkele jaren internationale school en hun familie). De vereniging heeft zich bereid verklaard om in Engeland de rol van ambassadeur van dit project op te nemen. 2. Er zijn concrete ideeën en voorstellen over de te behandelen thema’s en hoe die best aan te brengen en vorm te geven. Voor een concrete en professionele invulling en uitwerking zal de provincie een beroep doen op een conceptbureau. Beleving en originaliteit zullen belangrijke aandachtspunten zijn. Het klooster van Tildonk dat in augustus 1914 bezet werd door het Duitse leger en heringericht werd als hoofdkwartier van generaal von Beseler, hoofd van het 3de Duitse reservekorps wordt het centraal infopunt over de Groote Oorlog in Vlaams-Brabant. Het belevingscentrum zal de context van WO I in Vlaams-Brabant schetsten en het belang van de veldslagen in Vlaams-Brabant aantonen. Het centrum wil de herdenking van de Groote Oorlog in Vlaams-Brabant kaderen in een internationale context o.a. door te verwijzen naar de gebeurtenissen in Antwerpen, de Westhoek en aan de Somme. De oorlogsrelicten en de verhalen die de Groote Oorlog in Vlaams-Brabant heeft achtergelaten zijn te weinig gekend en worden te schroomvol getoond. Nochtans is het verhaal militair gezien belangrijk en menselijk gesproken memorabel. Toerisme Vlaams-Brabant wil van de verborgen oorlogsrelicten ‘landmarks’ maken op twee thematische fietsroutes, die fungeren als actuele referentie-, herinnering- en bezinningspunten voor de huidige en volgende generaties. De thematische fietsroutes worden uitgetekend op de bestaande fietsroutenetwerken. Zij zullen met de bestaande fietsknooppunten nieuwe zichten op het landschap bieden en de netwerken verrijken. Inhoudelijk zijn de geselecteerde plaatsen complementair. Ze behandelen verschillende verhaallijnen. Sommige plaatsen belichten het militair strategisch belang (bijvoorbeeld de slag van de Zilveren Helmen in Halen), andere belichten de gruwelijke militaire represailles (bijvoorbeeld Aarschot en Wakkerzeel), weer andere plaatsen vertellen over het ‘gewone leven’ tijdens de Groote Oorlog (bijvoorbeeld de zusters Ursulinen die 'samenleefden’ met de Duitse generaals). 3. Het project wil dit bijzondere verhaal brengen door de voornaamste oorlogsrelicten en WO Ilandmarks in Vlaams-Brabant te ontsluiten. De bezoeker kan de Engelenburcht (werktitel) aandoen, het WO I-belevingscentrum in het Sint-Angelina Ursulinenklooster van Tildonk, en fietsen doorheen het authentieke frontlandschap van de Dijlelinie en de Getelinie. Meer dan 50 belevingspunten langs de twee fietsroutes vertellen het lokale verhaal – militair-strategisch of menselijk. Het zijn rust- en bezinningspunten, nuttig als begeleiding bij het lezen van het landschap. Op alle belevingspunten komt een belevingsmodule (belevingspaneel, reuze postkaarten, vista punten op het landschap, artefacten, panoramische tafels…). In elke deelnemende gemeente wordt bovendien één grote teasingmodule geplaatst (bijvoorbeeld van de Slag van de Zilveren Helmen in Halen). 4. De promotie van het project ‘Sporen van de Groote Oorlog ontdekken in het landschap van Vlaams-Brabant’ zal met via budgetten van het Toeristisch Recreatief Actieplatform Hageland en 3
Toeristisch Recreatief Actieplatform Groene Gordel verlopen. Voor de fietslussen zijn de volgende promotieacties gepland: - de verdeling van een brochure op 10.000 exemplaren via het toeristisch netwerk (toeristische diensten, horeca, ...) - de promotie samen met verschillende media, Regionale Omroep Brabant, Ring TV, Vlaanderen Vakantieland, Radio 2, ... in magazines redactionele bijdragen en via advertenties, jointpromoties, enz... - ingepast in het marketingactieplan van Toerisme Vlaams-Brabant vzw van 2012 voor binnenland - in Nederland en op de Engelse markt, in samenwerking met Toerisme Vlaanderen en Leuven. 5. De opening van de fietslussen en het belevingscentrum is gepland voor april-mei 2014. 6. Een groot aantal locaties ligt al vast en is aangeduid op kaarten met de routetrajecten. Inhoudelijk gezien zijn de geselecteerde plaatsen complementair. Grafisch gezien zullen alle modules en panelen een uniforme huisstijl hebben. De twee thematische routes zijn lussen van maximum 50km, geënt op de bestaande fietsnetwerken Hageland en Groene Gordel/Dijleland, met enkele kleine uitbreidingen (missing links) om bepaalde WO I-sites te verbinden. De plaatsen op de WO I-route werden geselecteerd op basis van drie criteria: - Historische relevantie (belangrijke militaire slag, tragische represaille, …) - Ligging ten opzichte van de bestaande fietsroute - Aanwezigheid van andere toeristische troeven en/of horeca-aanbod 7. Toerisme Vlaams-Brabant onderzoekt of er voor het belevingscentrum één symbolische euro als toegangsprijs gevraagd kan worden, (in functie van het bijhouden van statistieken, enzovoort ...) De fietsroutes zijn gratis, ook de brochure zal gratis verdeeld worden. 8. De fietsroutes maken gebruik van de knooppunten, en profiteren dus mee van het onderhoudsysteem van toerisme Vlaams-Brabant. Het dagelijks beheer, waaronder uitbating en onderhoud, van het belevingscentrum zal gebeuren door vzw Immo-Kwaliteitsfonds, die daarover een overeenkomst heeft gesloten met Toerisme Vlaams-Brabant. Momenteel werkt de vzw de invulling van het klooster nog uit en heeft derhalve nog geen zicht op de concrete uitbatingkost van het belevingscentrum 9. Toerisme Vlaams-Brabant verwacht eventueel sociale tewerkstelling in een horeca-uitbating in het belevingscentrum, dat eveneens zal uitgebaat worden door de vzw Immo-Kwaliteitsfonds. Maar de plannen moeten nog vorm krijgen. Men verwacht ook bijkomende tewerkstelling voor bestaande horeca, toeristische diensten, gidsen, … 10. Omdat het belevingscentrum volledig nieuw is, bestaat er geen referentieaantal. Toerisme VlaamsBrabant heeft geen verwacht aantal bezoekers vooropgesteld. 11. Ja, Toerisme Vlaams-Brabant wil een infrastructureel hefboomproject ontwikkelen en een nieuw bovenlokaal toeristisch aanbod creëren. Het belevingscentrum in het klooster van Tildonk wil de Groote Oorlog in Vlaams-Brabant kaderen in een internationale context o.a. door te verwijzen naar de gebeurtenissen in Antwerpen, de Westhoek en aan de Somme. 12. Het project zal het WO I-verhaal brengen door de voornaamste oorlogsrelicten en WO Ilandmarks in Vlaams-Brabant te ontsluiten. De bezoeker fietst doorheen het authentieke frontlandschap van de Dijle-linie en de Gete-linie. Op alle belevingspunten komt een belevingsmodule (belevingspaneel, reuzepostkaarten, vista punten op het landschap, artefacten, panoramische tafels…). Het accent ligt niet op multimedia. Voor het belevingscentrum zijn nog geen keuzes gemaakt, een conceptbureau zal de concrete uitwerking ontwikkelen. Er zijn
4
interactieve schermen beschikbaar die info geven over de fietsroutes, met ook audio-commentaar voor visueel gehandicapten. 13. Een erkend toegankelijkheidsbureau zal een doorlichting van het gelijkvloers van het klooster van Tildonk, waar het belevingscentrum komt, uitvoeren. Normaal gezien zal een nieuwe ingang voor personen met beperkte mobiliteit (rolstoelgebruikers, ouders met kinderwagen, ouderen die slecht te been zijn…) nodig zijn aan de kant van de Kruineikestraat in Tildonk, waar ook een parkingplaats voor minder validen is gepland. Het gebouw wordt ook gezond gemaakt (oplossen van de vochtproblemen) wat voordelig is voor o.a. personen met allergieën. Voor sanitair, liften en doorgangen zal rekening gehouden worden met de toegankelijkheidsvoorschriften, net als voor infopanelen. Er komt ook een onderrijdbare balie. Er zijn ook plannen voor een soort ‘controlekamer’ in de expozone. Bepaalde ruimtes zijn niet voor iedereen of op elk moment toegankelijk. Het lokaal met de Madonna met de kogelkrans bevindt zich in de school en kan men enkel buiten de lesuren in groep bezichtigen. Andere bezienswaardigheden zoals de Belvédère, een toren met prachtig uitzicht, zijn niet toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Op die plaatsen zouden camera’s komen. Vanaf de ‘controlekamer’ met videowall zou de bezoeker de camera’s kunnen bedienen en de beelden manipuleren 14. Toerisme Vlaams-Brabant streeft naar een vrij toegankelijke en interactieve tentoonstellingsruimte. Via het uitschrijven van een overheidsopdracht wordt momenteel naar een bureau gezocht om het concept en de inrichting ervan concreet verder uit te werken. Wat momenteel vaststaat is dat er een onthaalbalie komt die zal bemand worden door iemand van de vzw Immo-Kwaliteitsfonds of van een sociale organisatie die in het gebouw zijn stek vindt. Er zal dus voor de bezoekers altijd een persoonlijk onthaal zijn. Het belevingscentrum zal tijdens het toeristisch seizoen zes dagen open zijn met één vaste sluitingsdag. De thematische fietslussen zijn onbeperkt open. Voor de promotie, bekendmaking en de boekingen is er samenwerking tussen de diensten voor toerisme van de verschillende gemeenten, Toerisme Vlaams-Brabant en vzw ImmoKwaliteitsfonds. De concrete inhoud van de gratis brochure (10.000 ex.) ligt nog niet vast maar vertalingen behoren zeker tot de mogelijkheden. De invalshoek zal eerder komen te liggen op de burgelijke slachtoffers van de oorlog, dan op de militaire krijgsverrichtingen. Om voor de tentoonstelling groepen te kunnen gidsen is het de bedoeling om gidsen op te leiden of bij te scholen. De Gidsenbond van het Hageland, in overleg met Toerisme Vlaams Brabant zal daar het voortouw nemen. 15. Eén van de doelstellingen is om van de verborgen oorlogsrelicten ‘landmarks’ te maken die fungeren als referentie-, herinnerings- en bezinningspunten voor de huidige en volgende generaties.
5