‘100 Jaar Groote Oorlog’ in de beleidsnota’s 2009-2014
Eerst dit: -
Vlaams regeerakkoord: “De Vlaamse Regering zal, in het kader van een beleidsdomeinoverschrijdend plan rond ‘100 jaar Groote Oorlog’, initiatieven in Vlaanderen nemen en ondersteunen die inspelen op de eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog specifiek in de frontstreek. Dat wervend project wordt met toerisme als trekker - als een hefboom gebruikt in het beleid voor toerisme, cultureel en onroerend erfgoed, wetenschappelijk onderzoek, internationaal beleid, en onderwijs en vredeseducatie. De omroepen worden daarbij actief betrokken en er wordt een projectloket opgezet, dicht bij de relevante plaatselijke netwerken en cruciale actoren”.
-
beleidsnota toerisme: “De resolutie van het Vlaams Parlement betreffende het Vlaams beleid voor een levende herinnering aan de Eerste Wereldoorlog biedt het kader voor de initiatieven in 2014-2018”.
1. Beleidsnota Algemeen Regeringsbeleid “Proactief issue management. De afdeling Communicatie (DAR) zal ook een aantal kortetermijnprojecten coördineren die een impact op de reputatie van Vlaanderen en de Vlaamse overheid kunnen hebben. Enerzijds moeten we inspelen op een aantal (al geplande) externe projecten waarbij Vlaanderen zich positief kan positioneren bij prioritaire doelgroepen of rond relevante thema’s: het Belgische EUvoorzitterschap in 2010 (zie verder), de Wereldtentoonstelling in Shanghai, de herdenking ‘100 jaar Eerste Wereldoorlog’, enzovoort. Ook een strategie om met voldoende regelmaat de vorderingen in de ViA-doorbraken gericht te communiceren aan het middenveld en de burgers, sluit daarbij aan (zie punt 1 van deze beleidsnota).
1
In 'Flanders today' - uitgegeven in opdracht van het departement Internationaal Vlaanderen - krijgen expats en buitenlandse gasten wekelijks een genuanceerd beeld van de politieke, sociaaleconomische, wetenschappelijke en culturele rijkdom van Vlaanderen”. 2. Beleidsnota bestuurszaken “De Vlaamse Overheid beschikt over een waardevol patrimonium, waaronder ook heel wat topmonumenten en -sites. Dit erfgoed maakt deel uit van de culturele identiteit
van
Vlaanderen
en
het
bezit
ervan
betekent
een
zekere
verantwoordelijkheid voor de Vlaamse overheid. Meer nog, een bedachtzaam beheer en oordeelkundig gebruik van deze erfgoedsites kan bijdragen aan de culturele identiteit van de overheid zelf. Ik vraag aan AFM om samen met het Team Vlaams Bouwmeester en andere relevante actoren om een efficiënt, geïntegreerd en respectvol beheersplan op te maken. Daaruit kunnen we de nodige structuren uitwerken die een concrete implementatie mogelijk maken. Ook de bouwfysische toestand van het erfgoedpatrimonium van de Vlaamse Overheid laat ik onderzoeken en evalueren. Het is noodzakelijk gebouwen en sites die dringend onderhouds- of restauratiewerken behoeven, prioritair aan te pakken. Mijn bijzondere aandacht gaat naar onderhouds- en restauratiewerken aan Wereldoorlog I-relicten in het bezit van of beheerd door Vlaamse overheidsdiensten. Het opzetten van beheersplannen voor het eigen erfgoedpatrimonium vormt hierbij een belangrijke uitdaging. Ik vraag dat de betrokken partners het idee vorm geven voor het opzetten van een netwerk voor ervaringsuitwisseling over erfgoedprojecten. In mijn beleidsnota onroerend erfgoed ga ik dieper in op deze materie”. 3.
Beleidsnota
Buitenlands
Beleid,
Internationaal
Ondernemen
en
Ontwikkelingssamenwerking “De blijvende tekenen van de grote rampen uit de twintigste eeuw zijn een continue oproep voor vrede en mensenrechten. In de aanloop naar de herdenking van "100 jaar Groote Oorlog" zal Vlaanderen, als één van de belangrijkste strijdtonelen van
2
de
Eerste
Wereldoorlog,
samen
met
gelijkgezinde
partners
een
Verklaring
onderschrijven die getuigt van het besef dat oorlog en leed nog steeds niet zijn uitgebannen
en
dat
respect
voor
internationaal
recht
en
mensenrechten,
samenwerking tussen volkeren, ontwapening en regionale integratie de sleutel blijven voor een betere toekomst. Het Departement internationaal Vlaanderen verzorgt ook de internationale component van het beleidsdomeinoverschrijdende herdenkingsproject. In 2012 gaat Kazerne Dossin, Memoriaal, Museum en Documentatiecentrum voor Holocaust en Mensenrechten van start in en om de historische site in Mechelen waar 24.916 joden en 351 zigeuners verzameld en weggevoerd werden richting Auschwitz. Om die reden zal ons land in dat jaar het voorzitterschap waarnemen van
de
Taskforce
for
International
Cooperation
on
Holocaust
Education,
Remembrance and Research. De Vlaamse overheid zal bij dit voorzitterschap een voortrekkersrol spelen, wat ons de mogelijkheid biedt om de Vlaamse initiatieven rond
herdenking
en
herinneringseducatie
op
een
internationaal
forum
te
presenteren”. 4. Beleidsnota media “Ook voor de digitalisering van het VRT-archief zal gezocht worden naar samenwerkingsverbanden. In het kader van een beleidsoverschrijdend plan rond „100
jaar
Groote
Oorlog‟
zal
de
Vlaamse
regering
initiatieven
nemen
en
ondersteunen die inspelen op de eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog. Conform het regeerakkoord zullen de publieke en andere omroepen hier actief bij betrokken worden”. 5. Beleidsnota onderwijs “Werken aan vredesopvoeding en herinneringseducatie. Ik zal het Bijzonder Comité Herinneringseducatie van de vzw Kazerne Dossin vragen verder in te staan voor het stimuleren van de kwaliteit van de ondersteuning van herinneringseducatie en om een centrale rol op te nemen in de organisatorische en inhoudelijke voorbereidingen
3
van het educatieve luik van het Belgisch voorzitterschap van de Task Force for International Cooperation on Holocaust Education, Remembrance and Research in 2012. Tijdens dat voorzitterschap zal de Vlaamse Overheid de vernieuwde Kazerne Dossin met de nodige internationale aandacht openen. Herinneringseducatie zien we hierbij ruimer dan enkel Holocausteducatie”. “De eeuwherdenking van de Eerste Wereldoorlog krijgt eveneens een plaats in de herinneringseducatie. De onderwijsinitiatieven rond ‘100 jaar Groote Oorlog’ zullen samen met het onderwijsveld tot stand komen”. 6. Beleidsnota erfgoed “Doorheen deze vier strategische en twaalf operationele doelstellingen zal ik bijzondere aandacht schenken aan twee geografische gebieden. De Vlaamse Rand enerzijds en de Westhoek met zijn Wereldoorlog I relicten anderzijds. Voor beide gebieden realiseer ik een maximale invulling van de strategische en operationele doelstellingen”. “Ook de honderdjarige herdenking van de Eerste Wereldoorlog is een ijkpunt in mijn beleid. Want met de vele relicten van deze oorlog op het Vlaamse grondgebied is de herdenking een uitgelezen kans om het Vlaamse onroerend erfgoed, en meer specifiek het erfgoed in de frontstreek, internationaal op de kaart te plaatsen. De Vlaamse overheid heeft zich enkele jaren geleden geëngageerd om de getuigen van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek aan UNESCO voor te leggen met het oog op erkenning als werelderfgoed. Het noodzakelijke voorafgaande inventarisatie- en beschermingstraject is hiertoe gestart. Het project “100 jaar Groote Oorlog” zal het paradepaardje worden van de geïntegreerde beschermingsstrategie tijdens de komende jaren. Samen met mijn collega van ruimtelijke ordening hoop ik de frontzone als erfgoedlandschap te behouden
en
te
beheren
door
middel
van
een
gebiedsdekkend
ruimtelijk
uitvoeringsplan. Slagvelden en hun omgeving worden als één geheel beschouwd
4
met zowel landschappen (vb. schootsvelden), monumenten (vb. bunkers) als archeologische resten (vb. loopgraven en ‘deep dugouts’). Ook wil ik – samen met mijn administratie, Monumentenwacht en de eigenaars of beheerders van historische relicten in de frontstreek – acute knelpunten in beheer en restauratie op korte termijn wegwerken. Een aantal monumenten in de frontstreek bevinden zich immers in slechte staat. Door de realisatie van een ‘Herinneringspark 2014-2018’ in samenwerking met de Vlaams Bouwmeester wil ik de bezoeker aan de frontstreek ervarings- en belevingsgericht informeren in een didactische en multimediale regie. Ook zal een goede samenwerking met het beleidsveld
toerisme
een
optimale
ontsluiting
van
het
onroerend
erfgoed
garanderen. Dit wervend project moet als een hefboom gebruikt worden voor toerisme,
cultureel
en
onroerend
erfgoed,
wetenschappelijk
onderwijs,
internationaal beleid, onderwijs en vredeseducatie”. “(4 In functie van de erkenning als Werelderfgoed door UNESCO dienen een aantal randvoorwaarden vervuld te zijn)”. “Eén ervan is dat het erfgoed op het geëigende niveau (in Vlaanderen dus op gewestniveau) beschermd is”. “Het onroerend erfgoedbeleid biedt uitgelezen kansen om de internationale uitstraling van Vlaanderen te vergroten. Zowel door individuele monumenten als door grootschalige projecten die gedragen worden door de lokale, nationale en internationale gemeenschap. Ook de herdenking van de Eerste Wereldoorlog is een unieke kans om Vlaanderen internationaal op de kaart te zetten. Internationale uitstraling verkrijgt Vlaanderen eveneens door een actieve rol te spelen op het internationale forum inzake onroerend erfgoed”. “Ik wil ook ingaan op de kansen die UNESCO aanreikt. Vlaanderen moet een actieve rol spelen in de ondertekening van de UNESCO-conventies zoals de Conventie betreffende de bescherming van onderwater cultureel erfgoed. Tijdens deze regeerperiode bereidt mijn administratie samen met Frankrijk een dossier voor over
5
de getuigen van de Eerste Wereldoorlog in de Westhoek met het oog op erkenning als werelderfgoed. Ik ga ook overleggen met de stad Leuven en de Katholieke Universiteit Leuven om te bekijken of het indienen van een dossier van Leuven als universiteitsstad een haalbare en wenselijke kaart is”. “Ik wil de samenwerking tussen toerisme en onroerend erfgoed zo veel mogelijk promoten. Zowel op Vlaams niveau (o.m. tussen agentschappen), op lokaal niveau en in de publieke en private sfeer. Ik zal toeristische projecten, die de ontsluiting en promotie van het onroerend erfgoed tot doel hebben, ondersteunen. Ik denk hierbij aan het herdenkingsproject rond de Eerste Wereldoorlog, de ontwikkelingen rond Oostende-Oosteroever met het daar aanwezige militair en maritiem erfgoed, de ontwikkeling van een Felix De Boecksite te Drogenbos en de verdere uitbouw van erfgoedroutes en erfgoedlogies”. “Mijn bijzondere aandacht gaat ook naar onderhouds- en restauratiewerken aan Wereldoorlog I-relicten in de Westhoek die in het bezit zijn van of beheerd worden door Vlaamse overheidsdiensten. Het opzetten van beheersplannen voor het eigen erfgoedpatrimonium – zoals momenteel gebeurt voor De Notelaer in Hingene – vormt hierbij een belangrijke uitdaging”. “Ik wil hen bijvoorbeeld nauwer betrekken bij de herdenkingen rond Wereldoorlog I. Deze was immers een multiculturele oorlog. Behalve de talrijke soldaten uit Europa, de Verenigde Staten, Canada, Australië, Zuid-Afrika en Nieuw-Zeeland, namen ook veel koloniale troepen (verplicht) deel aan de strijd. De Fransen zetten van bij het begin Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs en Senegalezen in. Later kwamen daar infanteristen uit Guyana, Madagascar en Oceanië bij, evenals arbeiders uit Vietnam. De Britten deden beroep op hun kolonies zoals India (dat ook Pakistan, Bangladesh, Birma en Nepal omvatte), Egypte, Brits West-Indië (Jamaica, Barbados, Bermuda, Fiji, Trinidad en Tobago) en Rhodesië. Daarnaast waren er ook Chinese en Russische arbeiderskorpsen onder Brits bevel. Er liggen gesneuvelden van over heel de wereld op Britse en Franse begraafplaatsen (vb. begraafplaatsen van moslims op de
Franse
militaire
begraafplaats
Charles
de
Potyze
te
Ieper).
Een
6
vermeldenswaardig beschermd monument is ook de Frans-Arabische bunker achter de Belgische frontlinie in Diksmuide.32 32 Dendooven D., Wereldoorlog I. Vijf continenten in Vlaanderen (Tielt, 2008)”. 7. Beleidsnota ruimtelijke ordening “Ten aanzien van toeristisch-recreatief neven- of medegebruik van het platteland zullen, omwille van de toegenomen vrije tijd, inspanningen moeten gebeuren die de toegankelijkheid en de kwaliteit verhogen, zonder hierbij evenwel de basisfunctie van het platteland te hypothekeren. De reeds aangevatte ontwikkeling van beleidslijnen25 hieromtrent wordt verder gezet. Tevens ondersteun ik vanuit mijn bevoegdheid Ruimtelijke Ordening et beleidsdomeinoverschrijdend plan rond ‘100 jaar Groote Oorlog’ ten volle”. 8. Toerisme “In functie van deze missie wil ik vijf strategische doelstellingen realiseren. 1. De aantrekkings-
en
belevingswaarde
van
de
toeristische
bestemming(en)
(in)
Vlaanderen vergroten door middel van enerzijds financiële impulsprogramma’s voor het project “100 jaar Groote Oorlog”, de Kust, de Kunststeden en andere Vlaamse regio’s met toeristisch potentieel en anderzijds door het verder ontwikkelen van sterke productlijnen in Vlaanderen zoals: fietstoerisme, erfgoed, watertoerisme, toeristisch
onthaal,
MICE,
eet-
en
tafelcultuur
in
Vlaanderen,
evenmentenondersteuning” “Om de toenemende internationale concurrentie te kunnen blijven aangaan, moet Vlaanderen investeren in aantrekkelijke producten. Ik zal gerichte impulsen geven aan de kust, de kunststeden en de groene regio’s om zich verder toeristisch te kunnen ontwikkelen. De herdenking van “100 jaar Groote Oorlog” wordt bijzonder; rond WOI zal een ambitieus beleidsdomeinoverschrijdend project uitgewerkt worden. Het rijke erfgoed in Vlaanderen (zowel roerend als onroerend) oefent een grote aantrekkingskracht uit op toeristen en ik wil de toerist nog meer de kans
7
geven en stimuleren om het te ontdekken. Ook evenementen met internationale uitstraling
kunnen
grote
aantallen
toeristen
genereren
en
worden
actief
ondersteund”. “Ik wens de succesvolle initiatieven uit mijn vorige regeerperiode verder te zetten en daarenboven werk te maken van nieuwe projecten en initiatieven. Het Kustactieplan en het Kunststedenactieplan zullen als voorbeeld gebruikt worden om impulsen
te
geven
aan
andere
toeristische
grootschalige project “100 jaar Groote Oorlog
producten
en/of
regio’s.
Het
2014-2018” zal onder mijn
coördinatie en in samenwerking met de andere collega’s uit de Vlaamse Regering tot uitvoering worden gebracht”. “1.1.1. “100 jaar Groote Oorlog 2014-2018” “100 jaar Groote Oorlog” is in de eerste plaats een moment van herdenking en bezinning rond het vredesthema. Een herdenkingsproject rond ‘100 jaar Groote Oorlog’ biedt kansen om Vlaanderen internationale zichtbaarheid te geven met het vredesthema, maar ook om het vredestoerisme en het oorlogserfgoed in de Westhoek verder te ontwikkelen. Het is de uitgelezen kans om het oorlogserfgoed blijvend te herinneren en te bewaren voor toekomstige generaties. Het herdenkingsproject telt een toeristisch luik, waarbij ik vooral zal investeren in de Westhoek, en een evenementieel luik, dat zich uitstrekt over gans Vlaanderen. Het project moet internationaal gedragen worden en dient als hefboom in het beleid voor toerisme, ruimtelijke ordening, mobiliteit, cultureel en onroerend erfgoed, wetenschappelijk onderzoek, internationaal beleid, onderwijs en vredeseducatie. De omroepen moeten nauw betrokken worden. Er wordt een projectloket opgezet dicht bij de relevante plaatselijke netwerken en cruciale actoren. Er wordt gestreefd naar duurzame toeristische effecten die ook na de herdenkingscyclus blijven spelen. De resolutie van het Vlaams Parlement betreffende het Vlaams beleid voor een levende herinnering aan de Eerste Wereldoorlog biedt het kader voor de initiatieven in 2014-2018. Ik gaf tijdens de vorige regeerperiode al de opdracht aan Westtoer en Toerisme Vlaanderen om een
8
studie ter voorbereiding van dit grootschalig project uit te voeren. Het actieplan voor de toeristische valorisatie van het erfgoed uit de eerste Wereldoorlog in de Westhoek met het oog op 100 jaar Groote Oorlog (2014-18) heeft tot doel om: (1) een attractief, divers en kwalitatief hoogstand toeristisch totaalproduct in de Westhoek op het gebied van WOI te ontwikkelen; (2) de Westhoek (Flanders Fields) uit te spelen als een topbestemming op het gebied van oorlogstoerisme met een duidelijk imago en bijhorende positionering, communicatie en promotie en (3) met de diverse partners het WOI-toerisme in de Westhoek te coördineren, in het bijzonder met het oog op de 100-jarige herdenkingsperiode. Dit plan geldt als basis voor de verdere uitwerking van het project met betrekking tot de investeringen. Ik
zal
investeren
in
het
toeristische
product
in
de
Westhoek:
zowel
het
oorlogserfgoed (de sites), het toeristisch onthaal als de logiessector wordt verder toeristisch ontwikkeld. Bij het toekennen van de investeringen zal ik rekening houden met de verschillende aspecten en
deelgebieden van het rijke palet sites
verspreid in de volledige frontstreek. De Vlaamse Regering richt een herinneringspark op, ontsluit en valoriseert het oorlogserfgoed vanuit toeristisch oogpunt en streeft naar de erkenning van de slagvelden in de Westhoek als Unescowerelderfgoed. Hiertoe werd in opdracht van de Vlaamse overheid door de Vlaams bouwmeester een open oproep procedure ingesteld voor de conceptuele uitwerking van een geïntegreerd en omvattend project met de inrichting van het oorlogslandschap als grondslag. Via deze procedure wordt een ontwerpteam aangesteld dat de studieopdracht voor het project ‘Herinneringspark 2014-2018’ op zich zal nemen. De nodige middelen werden uitgetrokken om deze studie uit te voeren. Tenslotte wordt ook een ruime evenementenkalender uitgewerkt gespreid over de periode 2014 – 2018 met ondermeer een grootschalig herdenkingsevenement, dit alles in samenwerking met andere beleidsdomeinen. Vanuit een drieledige projectstructuur (op internationaal, Vlaams en lokaal niveau) en een transparant financieringskader, wordt een grootschalig herdenkingsevenement voorbereid waarin het vredesthema en de herdenking primeren, en waarin toerisme de trekkende en coördinerende rol speelt. De herdenking van “100 jaar Groote Oorlog” moet uitgroeien tot een heel
9
bijzonder beleidsdomeinoverschrijdend project, dat vooral potentieel heeft voor het toerisme. Ik zal alvast gerichte financiële impulsen geven om het battlefieldtoerisme naar Vlaanderen, in het bijzonder naar de Westhoek, te stimuleren. Dit ambitieuze beleidsdomeinoverschrijdend project biedt kansen om verblijfstoeristen te werven op weloverwogen markten voor heel Vlaanderen”. “Tegen 2014 wil ik dat iedere binnenlandse en buitenlandse bezoeker op een gastvrije en kwaliteitsvolle manier onthaald kan worden in Vlaanderen. In 2007 werd een visienota ontwikkeld om het toeristisch onthaal in de breedste zin van het woord te professionaliseren. Ik geef hier verdere uitvoering aan. In de belangrijkste steden wordt een netwerk opgezet van internationaal georiënteerde infokantoren met (belevingsgerichte) informatie over heel Vlaanderen en per regio worden onthaalactieplannen ontwikkeld In 2009 konden met Vlaamse ondersteuning nieuwe onthaalkantoren in Alden Biesen en Geraardsbergen de deuren openen; op dit moment wordt de onthaalinfrastructuur in Gent (Vismijn) en Ieper (met het oog op de WOI-herdenking) uitgebouwd. Tal van groepen worden ingeschakeld om professioneel en warm gastheerschap te ontwikkelen. Medewerkers van logies, restaurants, cafés, openbaar vervoer, taxi’s, toeristische gidsen,… zijn mensen waar toeristen veelvuldig mee in contact komen. Mijn beleid zal hen ondersteunen en vormen in hoe ze het best kunnen omgaan met toeristen. Ik zal hiertoe de betrokken
sectoren
ondersteunen
via
de
diverse
impulsprogramma’s
(Kust,
Kunststeden, 100 jaar Groote oorlog , regio’s)”. “In
Frankrijk
is
het
macro-product
kunststeden
prioritair.
Cultuur
en
cultuurevenementen worden als hefboom ingezet. In tweede instantie komt de kust beperkt aan bod. Geografisch richten de inspanningen zich hoofdzakelijk op Paris, Ile de France en Nord – Pas-de-Calais. De Noord-Franse departementen Nord, Pasde-Calais, Aisne en Somme worden actief bewerkt in het kader van “100 jaar Groote Oorlog”. Bij de promotie van Vlaanderen in Frankrijk moet Toerisme Vlaanderen inspelen op de opportuniteiten geboden door de nieuwe TGV-lijnen”.
10