T I J D S C H R I F T V A N D E F A C U LT E I T I N G E N I E U R S W E T E N S C H A P P E N E N V I L v
Nr. 27 • oktober 2014
Afgiftekantoor 3000 Leuven 1 • P802104
nieuwe ingenieursstudenten nieuwe emeriti nieuwe alumni een nieuw academiejaar!
100 jaar na de Groote Oorlog
ALUMNI INGENIEURS KU LEUVEN
Voorwoord Beste lezers De start van een nieuw academiejaar … en de afsluiting van een druk maar geslaagd feestjaar ‘KU Leuven ingenieurt 150 jaar’ met tal van activiteiten brengt ons terug in het normale werkritme. Hoewel, bij nader inzien zal het nieuwe academiejaar niet minder druk verlopen. Het Arenbergsymposium krijgt dankzij de leerstoel prof. Richard Van Cauteren – prof. Willy Dutré een vernieuwd format. De academische zitting voor de nieuwe honorary professor wordt voor het eerst gecombineerd met de uitreiking van de Best Student Awards 2013-2014, waarmee we de top tien van de beste bachelorstudenten uit de 1e fase in de bloemetjes zetten. Dit is maar een greep uit het aanbod van facultaire activiteiten die in de steigers staan. GeniaaL blijft ook niet stilstaan: we bieden ruimte voor meningen in columns, besteden meer aandacht aan de talrijke spin-offactiviteiten vanuit het ingenieursonderzoek, maar ook qua lezerspubliek willen we vernieuwen. GeniaaL kan nu ook gelezen worden door internationale alumni, onderzoekers en onze toekomstige (nu nog studerende) collega’s, via http://eng.kuleuven.be/geniaal/GeniaaL.html. We willen dan ook van deze gelegenheid gebruikmaken om onze eerstejaarsstudenten van harte welkom te heten: geniet van de Leuvense pintjes maar vergeet toch niet (meer dan!) af en toe uw leergierigheid aan te scherpen en aan te vullen met het regelmatig doorworstelen van hoorcolleges, oefeningen, practica, cursusnotities en de talrijke powerpoints. ‘De morgenstond heeft goud in de mond’ of ‘De wijze man fundeert zijn huis op de rots en de dwaze man bouwt zijn fundering op het zand.’ Wat de rots en de pintjes zijn, laat ik aan onze jonge lezers over. Michiel Steyaert, decaan
Beste collega-alumni Het nieuwe academiejaar is alweer gestart en in de aanloop hiervan hebben wij als alumnivereniging weer een aantal boeiende activiteiten vastgelegd. Voor onze forumavonden gaan we dit jaar nog nauwer samenwerken met de faculteit en laten we een van de forumavonden samenvallen met het Arenbergsymposium in het kader van de Van Cauteren-Dutré-leerstoel. Dit geeft ons de mogelijkheid om er samen een heel sterk event van te maken. Reserveer alvast 26 november 2014 in jullie agenda! Dit academiejaar zal heel wat veranderingen voor onze alumnivereniging met zich meebrengen. Zoals vorig jaar al aangekondigd zullen we onze werking uitbreiden en ook als alumnivereniging voor de Faculteit Industriële Ingenieurswetenschappen optreden. We hebben hiervoor onze statuten aangepast en de Raad van Bestuur uitgebreid met de collega’s van de nieuwe faculteit. In eerste instantie is het de bedoeling om vanuit beide faculteiten een eigen – maar gelijkaardige – werking voor de beide groepen ingenieurs uit te bouwen. Maar uiteraard zal er ook snel synergie gevonden worden, waardoor we naast de doelgerichte activiteiten per faculteit, ook een aantal interessante bredere initiatieven voor alle burgerlijk en industrieel ingenieurs tegelijk kunnen organiseren. Op deze manier hopen we jullie, onze leden, een ruimer en interessanter aanbod te kunnen bieden. Gegroet en tot gauw Gert Sablon, voorzitter VILv – Alumni Ingenieurs KU Leuven
INHOUD Nieuws uit de faculteit GeniaaL gedacht: Marcel Pelgrom GeniaaL gedacht: Adhemar Bultheel GeniaLe alumni: Bob en Thomas Koninckx en eSATURNUS Eminente emeriti PhD Mokarram Abbas Hanne Verstreken: burgerlijk ingenieur-architecte POPT-UP!
3 5 6 7 8-9 10-11 12-13
Forumavonden 2014-2015 Reünie 1984 Reünie 1984: ‘Inventaris’ 1914 -2014: in memoriam VTK Bedrijvenrelaties breidt uit met een Development-tak VTK Internationaal
14-15 16 17 18-19-20 21 22-23
Nieuws Prijzen, onderscheidingen, … • Jean-Pierre Kruth, gewoon hoogleraar aan het Departement Werktuigkunde, heeft de SME Albert M. Sargent Progress Reward ontvangen voor ‘his original research contributions in different areas of manufacturing science, particularly in additive manufacturing processes and metrology, and for being instrumental in turning these contributions into successful spinoff companies’. www.sme.org/SME-Recognizes-Industry-and-AcademicAchievers-for-Significant-Contributions-to-Manufacturing/ • Bart De Moor, gewoon hoogleraar aan het Departement Elektrotechniek, behoort volgens het rapport Thomson-Reuters tot de top 1% meest geciteerde computerwetenschappers ter wereld. www.sciencewatch.com/sites/sw/files/sw-article/media/ worlds-most-influential-scientific-minds-2014.pdf • Tinne De Laet, docent en hoofd van de Dienst Studentenbegeleiding Ingenieurswetenschappen, heeft met de co-auteurs Riet Callens, Jef Vanderoost en Joos Vandewalle op de SEFIconferentie in Birmingham van 15 tot 19 september 2014 de Best Paper Award ontvangen voor ‘Engineering positioning test in Flanders: a powerful predictor for study success?’ www.birmingham.ac.uk/facilities/mds-cpd/conferences/ sefi-2014/index-new.aspx • Ignaas Verpoest, emeritus aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, heeft samen met Isaac Daniel en Karl Schulte op het congres van de American Society for Composites de Medal of Excellence In Composites Materials van de University of Delaware ontvangen. www.ccm.udel.edu/Intro/medalofexc.html • Marian Verhelst, tenure track docent aan het Departement Elektrotechniek, treedt als wetenschappelijk adviseur op in een aantal VTM-uitzendingen op donderdag om 20.35 u. onder de titel ‘Het Lichaam van Coppens’. • Hans Meyvaert, wetenschappelijk medewerker aan het Departement Elektrotechniek, won met zijn project ‘Monolithic mains AC-DC step-down converter with custom high-voltage passives in CMOS technology’ de derde prijs (2.500 dollar) in de Broadcom Foundation University Research Competition. www.esat.kuleuven.be/news/2014/ku-leuven-graduatestudent-hans-meyvaert-wins-third-place-at-broadcomfoundation-university-research-competition • Jef Beerten, postdoctoraal onderzoeker FWO aan het Departement Elektrotechniek, ontving de Prijs Paul Caseau voor zijn doctoraatsthesis ‘Modeling and Control of DC Grids’. www.chercheurs.edf.com/fichiers/fckeditor/Commun/ Innovation/theses/Communique-prix-Paul-Caseau-2014.pdf
• Els Verbakel, afgestudeerd als burgerlijk ingenieur-architect in 1999 aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen KU Leuven, werd per 1 oktober 2014 aangesteld als Director of the Masters in Urban Design Program, Bezalel Academy of Art and Design in Jerusalem (Israël). • William Vandenberghe, burgerlijk elektrotechnisch ingenieur en doctor in de ingenieurswetenschappen: elektrotechniek van de KU Leuven, nu postdoctoraal onderzoeker aan het Department of Material Science & Engineering van de University of Texas in Dallas, ontving op 9 september 2014 aan de KU Leuven de Prijs van de Onderzoeksraad voor Wetenschap en Technologie voor zijn onderzoek naar de transistors van de toekomst. www.nieuws.kuleuven.be/node/13837
Nieuwe professoren Werden aangesteld in het ZAP-kader vanaf het academiejaar 2014-2015 • Alexander Bertrand, Departement Elektrotechniek • Bruno Crispo, Departement Computerwetenschappen • Viviana d’Auria: Departement Architectuur • Michaël De Volder: Departement Werktuigkunde • Philipp Geyer: Departement Architectuur • Konstantinos Gryllias: Departement Werktuigkunde • Simon Kuhn: Departement Chemische Ingenieurstechnieken • Edwin Reynders: Departement Burgerlijke Bouwkunde • Tom Schrijvers: Departement Computerwetenschappen • Georgios Stefanidis: Departement Chemische Ingenieurstechnieken • Kim Vanmeensel: Departement Materiaalkunde • Katrien Verbert: Departement Computerwetenschappen
Arenbergbrochure 2013 In deze 24e editie van de Arenbergbrochure stelt het per 1 oktober 2013 aangestelde academisch personeel van de Groep Wetenschap & Technologie zichzelf en zijn onderzoek voor. www.set.kuleuven.be/nieuws/2014/news-docs/brochurearenberg-2013.pdf
Prof. Richard Van Cauteren – prof. Willy Dutré Arenbergsymposium Avondlezing met als thema `Security and Privacy in a Post-Snowden World'. Zie ook p.14 van dit nummer van GeniaaL. www.eng.kuleuven.be/evenementen/arenbergsymposium-2014 Annemie Caproens
3
Masterproefprijzen Op vrijdagnamiddag 4 juli hebben vertegenwoordigers van topbedrijven masterproefprijzen uitgereikt aan afstuderenden die een excellente masterproef hebben geschreven in het vakgebied van het bedrijf. Op YouTube vind je een filmpje over de bedrijven: www.youtube.com/watch?v=340noPjygh8 (of tik op YouTube: ‘2014BEDRIJVEN masterproefprijzen’ in). • AnSem Prijs uitgereikt door: Marieke Vos, hr-manager aan Wouter Diels en Alexander Standaert voor het werk: Ontwerp van een RRAM geheugen voor ingebedde NV toepassingen • ArcelorMittal Prijs uitgereikt door: Isabelle Swaegers, support manager operations, quality & process technology | cold rolling mill aan Sven Vandenberghe voor het werk: Ontwikkeling van energie-efficiënte hydrostatische lagers • BESIX Prijs uitgereikt door: Jean Polet, algemeen directeur Europa aan Benjamin Koyen en Thomas Van Leemput voor het werk: Portieken opgebouwd uit samengestelde dunwandige profielen • CFE - DEME Prijs uitgereikt door: Lode Franken, adjunct algemeen directeur pool bouw - aan Laure Verschoren voor het werk: Ziekenhuisarchitectuur ontwerpen op kindermaat Case study: het nieuwe vrouw-kind ziekenhuis van het UZ Leuven (promotor Ann Heylighen nam de prijs in ontvangst) - aan William Beuckelaers voor het werk: Impedantie van de grond bij monopiles voor offshore windturbines 4
• Elia Prijs uitgereikt door: Hubert Lemmens, senior advisor aan Jonas Engels en Dries Guldentops voor het werk: Quantifying the flexibility of residential electricity demand in 2050 through price elasticities: a bottom-up approach • imec Prijs uitgereikt door: Kristin De Meyer, director doctoral research aan Stef Peeters voor het werk: Cell layout optimization for partially shaded PV panels (promotor Johan Driesen nam de prijs in ontvangst) • Industriële Adviesraad van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken Prijs uitgereikt door: Ronny Ansoms, voorzitter aan Stijn Koshari voor het werk: Characterization of lysozyme adsorption in cellulosic chromatographic particles using small-angle neutron scattering • LMS - a Siemens business Prijs uitgereikt door: Herman Vander Auweraer, director global research aan Nathan Coox en Thomas Eens voor het werk: Development of a multi-body modeling technique for a spiral bevel gear transmission • Materialise Prijs uitgereikt door: Ben Geebelen, manager orthopaedic concept development aan Philippe Gratessolle voor het werk: Finite element-based traction force microscopy algorithms for efficient force recovery (studiegenoot Maxim Van den Abbeele nam de prijs in ontvangst) • VASCO Data Security Prijs uitgereikt door: Tongtong Zheng, software engineer aan Stijn Meul voor het werk: Practical identity-based encryption for online social networks
GeniaaL gedacht We willen meningen horen. Meningen van ingenieurs over wat hen nauw aan het hart ligt, meningen van niet-ingenieurs over ingenieurs en ingenieuren, alles wat des mensen is, kan en mag aan bod komen. Als het maar ‘uw gedacht’ is, mijn gedacht.
Joris Snaet
Marcel Pelgrom studeerde elektrotechniek aan de HTS (Hogere Technische School) in Arnhem en de Universiteit Twente. Hij werkte 27 jaar als onderzoeker en afdelingshoofd voor Philips Research op het gebied van elektronisch ontwerp. Sinds 2006 is hij medewerker van NXP. Pelgrom is gastdocent aan Stanford University, Universiteit Twente en de TU Delft. Daarnaast schrijft hij regelmatig columns in Bits&Chips. In 2013 kende onze faculteit hem een ereprofessoraat toe.
5
Abraham: plan uw toekomst! De technologische ontwikkeling verandert de wereld in een rap tempo. Communicatie, transport, architectuur en alle andere gebieden die onder de ingenieurswetenschappen vallen, kennen een razendsnelle ontwikkeling. Maar hoe zit het met uw eigen baan? Ook die ontwikkelt zich en wel sneller dan u denkt. Mijn eerste industriële product was een 300 kbit geheugen om het flikkeren van een beeldbuisplaatje te beperken. Beeldbuis? Kilobit, is dat niet 0.00000l gigabit? Al lang voltooid verleden tijd. Ingenieurs stuwen de techniek vooruit en maken zichzelf daarmee overbodig. Natuurlijk zal een verstandige ingenieur de ontwikkelingen in zijn vak bijhouden, maar uiteindelijk komt hij erachter dat hij in een nauwe zijstraat van de moderne ontwikkeling is beland. Hij ziet jarenlang dezelfde collega’s, dezelfde concurrenten, dezelfde klanten. Al die ingenieurs missen die ene ontwikkeling die op een dag hun gezellige wereldje van de aardbodem zal wegvagen, zoals het platte scherm met de beeldbuis deed. Een ervaren ingenieur moet meer doen dan zijn vak bijhouden. Hij moet bewust alternatieven ontwikkelen voor zijn loopbaan. Soms is een overstap mogelijk naar een aanpalend terrein zoals onderwijs en personeelsbeleid. Maar ook een overstap maken naar een nieuw vakgebied kan een carrière verjongen. Daar is een beetje steun bij nodig, hulp die de universiteit kan bieden in de vorm van aangepaste cursussen. De moderne studiemiddelen zoals e-learning zijn daarvoor uitermate geschikt maar zijn te veel op de jonge student gericht. Studeren na je 50e verjaardag vergt een ander studieaanbod op een niveau geschikt voor ervaren ingenieurs. Er zit een gat in de opleidingsmarkt voor de leergierige Abraham! Marcel Pelgrom
GeniaaL gedacht Adhemar Bultheel is professoremeritus aan de Faculteit Ingenieurswetenschappen, verbonden aan de Afdeling Numerieke Analyse en Toegepaste Wiskunde van het Departement Computerwetenschappen. Hij heeft jarenlang opleidingsonderdelen in de toegepaste wiskunde gedoceerd en is dan ook een vaste waarde in de herinneringen van vele alumni.
Jargon
6
Als opa is het soms wat zoeken om de namen van kleinkinderen en hun vriendjes uit elkaar te houden. Zeker als ze Aron, Roan en Arno heten. Ik weet niet of de laatste genoemd is naar de frontman van TC Matic, benoemd tot Chevalier des Arts et des Lettres, wellicht wegens zijn poëtische ontboezemingen zoals daar zijn ‘Yé Yé!’ en ‘Olalala’. Maar kindernamen, dat lukt nog best in vergelijking met de hele zwik van afkortingen en termen uit het onderwijs die tegenwoordig het geheugen van de oudere medemens teisteren. Waar is de tijd dat men een richting koos en dan een aantal vakken moest volgen. Je ging naar de les waar een professor eigenhandig op een bord schreef, wat je rustig kon noteren. Gedrild tijdens oefensessies en labo’s legde je daarna examens af waarvoor je al dan niet geslaagd was in de eerste examenperiode, eventueel na een langdurige beraadslaging waarbij er over jouw ‘geval’ beslist werd. Misschien was er uitstel tot september en als dat ook nog niet lukte, dan moest je bissen. Tegenwoordig kies je opo’s met ola’s, nadat je de ECTS-fiches ervan aandachtig hebt gelezen op de website met het onderwijsaanbod van de KU Leuven (mét spatie en zónder puntjes). Je woont dan eventueel een aantal contactmomenten bij, waar hoogopgeleide techniekers de professor helpen zijn presentatie op het scherm te toveren. Na de respectievelijke eva’s kom je in het aaibare gezelschap van Schrödingers kat in een kwantumfysisch onzekere toestand waarbij je niet echt slaagt, maar ook niet echt zakt. Je gaat gewoon door met windowshoppen en zo hop je sjokkend tot in een derde jaar waar je, onderwijsleeractiviteitsgewijs twitterend voor een permanente eva van een of ander opo, ondertussen werkt aan een eva van een opo uit het eerste jaar toen Facebook nog hip was. Je kunt dan maar beter goed gestudeerd hebben voor een opo kansrekening of een aantal contactmomenten meegemaakt hebben van een vtk-opo (‘vrij te kiezen opo’, het is zo besmettelijk dat je na een tijdje zelf begint afkortingen uit te vinden) over speltheorie, om jouw credit-chips oordeelkundig in te zetten op de tafels van het diplomacasino. Hoewel het ook weer niet echt een kansspel is, want waar kan je nog het dubbele van je inzet terugverdienen.
Bah, zo erg is dat toch niet, zal je zeggen, en inderdaad, nieuwe zakken vergen nieuwe wijn. Hoewel in deze de nieuwe beleidsmakers misschien eerbiediger met nieuwe vaten kunnen vergeleken worden, maar het resultaat blijft hetzelfde: vermits holle vaten hard klinken moeten ze gevuld worden met nieuwe wijn. Oude wijn overgieten zou zonde zijn van de wijn. Maar toch, die oude wijn was zo vertrouwd. Gerijpt door de jaren en de tranen die hij achterliet op het glas waarin hij rondgewalst werd, waren zo heel herkenbaar. Maar oude wijn kan ook verzuren. ‘Een nieuwe lente, een nieuw geluid’ dat schreef Gorter, maar hij voegde er wel aan toe: ‘Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht In een oud stadje, langs de watergracht’. Studeren, op welk niveau dan ook, doe je meestal om te overleven. Logisch. We zijn al een tijdje het stadium van jacht en visvangst ontgroeid en overleven is nu eenmaal wat ingewikkelder geworden. Je kan bijvoorbeeld kiezen voor een professionele bachelor. Dit verwijst duidelijk naar een beroep waarmee je een inkomen kan verwerven. Daarmee koop je eten, een computer en een smartphone en zo kan je overleven. Daarnaast heb je ook een academische bachelor, zeg maar de vroegere universitaire carrière, op weg naar een ‘hoger doel’: het verzetten van de grenspaaltjes van het menselijke kennen en weten. Voor wie dat kiest: zorg dat je niet verdwaalt in de tochtige straatjes van de banaba’s, manaba’s en manama’s, maar verzilver je queeste met een doctoraat. Verlost van POCs moet je je dan vooral de W&T-regeltjes van de ADS eigen maken, aangevuld met de facultaire regeltjes van de FDC en vooral publiceren in tijdschriften met hoge ISI IF en dat rapporteren aan de BC en de EC. Voor je de tekst naar de drukker draagt, kijk je best na of de faculteit of het departement ondertussen niet van naam is veranderd. Als je dan als postdoc nog wat blijft rondwaren, hopelijk als AAP, BAP, ZAP of, als je meer geluk hebt, als BOF, wees dan op je hoede als je wilt steunen op de kennis van de studenten, want de leerstof die jij te vermalen kreeg, is ondertussen al tien keer veranderd en aangepast. Wat je als minimale kennis veronderstelt, is misschien al tot een bijkomende, minder belangrijke vaardigheid verworden. Hoewel een zekere cyclische trend kan waargenomen worden, is het toch best je even te informeren. Binnen ongeveer 26.000 jaar zal onze aardas weer richting Poolster wijzen, maar of ons universitair onderwijs er dan nog hetzelfde zal uitzien is zeer te betwijfelen. Naast wetenschappers zijn kunstenaars en poëten degenen die als eersten de toekomst aanvoelen. En Bob Dylan wist het al een tijdje vóór Arno: The times they are a changin’. Adhemar Bultheel
GeniaLe alumni: Bob en Thomas Koninckx en eSATURNUS Bob Koninckx werd burgerlijk werktuigkundig ingenieur in 1994 en, na enkele jaren industriële ervaring, doctor in de ingenieurswetenschappen in 2003 met een thesis over modulaire en gedistribueerde aandrijfsystemen voor werktuigmachines. Een typisch mechatronisch onderwerp dus waarin een originele oplossing voor de synchronisatieproblemen van de mechatronische modules voorgesteld werd. Broer Thomas is burgerlijk elektrotechnisch ingenieur van de lichting 2001. Hij werd eveneens doctor in de ingenieurswetenschappen in 2005 met een thesis over computervisie via realtimedieptekaarten op basis van adaptieve patroonprojectie en beeldverwerking. Toen al had hij specifiek toepassingen in de geneeskunde op het oog binnen het veld van minimaal-invasieve chirurgie. De combinatie van deze kennis in gedistribueerde systemen en beeldverwerking vormde de inspiratie voor de gepatenteerde RtoRTM technologie van het sterproduct NUCLeUSTM van eSATURNUS. Begin jaren 2000 groeiden de ideeën, gesteund en geïnspireerd door vader Philippe Koninckx, professor verloskunde-gynaecologie in UZ Leuven op Gasthuisberg, om de competenties (realtimenetwerken en beeldverwerking) van beide broers te bundelen en toe te passen in operatiekwartieren. Professor Koninckx, wereldautoriteit in laserlaparoscopie toegepast tijdens gynaecologische interventies, vond immers de bestaande informatiesystemen die de chirurg moeten bijstaan tijdens een operatie, ontoereikend. Hij vond ook dat medische beelden niet alleen gebruikt konden worden in het operatiekwartier, maar ook voor legale doeleinden en verder voor patiënteducatie en training. Er was nood aan een medische videorecorder, die beelden van twee beeldkwaliteiten (gewone resolutie voor medisch gebruik en archivering, hoge resolutie voor presentaties en training) simultaan kon opnemen en voorzien van een authenticatie en van de identiteitsgegevens en andere medische gegevens van de patiënt. Uit deze nood is in 2007 eSATURNUS ontstaan, met NeBULATM als eerste product. NeBULATM maakt slimme beeldverwerking mogelijk, zoals het gebruik van overlays voor authenticatie en met medische gegevens van de patiënt. Integratie met EPD (Elektronisch Patiënten Dossier), HIS (Hospital Information System) en PACS (Picture Archive Communication System) is mogelijk in realtime. De volgend stap was de volledige integratie van het operatiekwartier. Dit houdt in: video-opnames maken, beeldroutering binnen een zaal, telegeneeskunde (bijvoorbeeld om tijdens de operatie een tweede advies te vragen), de integratie van perifere systemen (zoals ventilatie, klimaatregeling, verlichting van het operatiekwartier), realtime realtimesignaalverwerking om snelle diagnoses te kunnen maken (bijvoorbeeld over de bloedvatenstructuur). Een groot voordeel van het systeem dat NUCLeUSTM genoemd wordt, is dat het gebruik maakt van de bestaande netwerkinfrastructuur van het ziekenhuis, in tegenstelling tot concurrerende systemen die zeer uitgebreide videobekabeling en -interfaces nodig hebben om de hoge datadebieten bij realtimebeeldverwerking te kunnen doorsturen. NUCLeUSTM kan elk medisch apparaat integreren en is onbeperkt en vlot uitbreidbaar. De bekabeling blijft eenvoudig. NUCLeUSTM biedt de mogelijkheid om de
levenscyclus van data optimaal te beheren. Een groot deel van de data die door NUCLeUSTM gegenereerd worden, verliezen hun relevantie na enkele weken; slechts een fractie blijft medisch relevant over meerdere maanden en maar een heel klein gedeelte dient jaren bijgehouden te worden. Daarom worden oudere beelden getranscodeerd via ruimtebesparende codecs (zoals mp4), getransfereerd naar secundaire servers en desnoods verwijderd na lange tijd. Vader en zonen Koninckx hebben grootse plannen om hun huidige positie als marktleider in België uit te breiden naar Duitsland en de Noord-Europese landen. Hun producten moeten nog slimmer worden. Zoals Thomas het met een metafoor uitdrukt: ‘Nu kunnen wij als het ware nog maar net ‘telefoneren’, de medische gebruikers verdienen echter broodnodig dat wij evolueren naar ‘smart phones’. Open gestandaardiseerde platformen, die vlot data kunnen uitwisselen en waar een rijke set van waardecreërende ‘apps’ schier eindeloos nieuwe toepassingen mogelijk maken. Daarom is onze slagzin dan ook: ‘Better Healthcare through Smart Innovation.’ Momenteel heeft eSATURNUS 25 medewerkers, waarvan ongeveer de helft ingenieurs. Een mooi verhaal van hoe multidisciplinair doctoraatsonderzoek, medische expertise en visie leiden tot innovatie. Dat laatste heeft Vlaanderen broodnodig. Hendrik Van Brussel
Bob & Thomas Koninckx
7
Eminente emeriti Een nieuw academiejaar betekent een nieuwe start voor heel wat studenten en professoren; we verwelkomen een ‘verse’ lichting jonge ingenieursstudenten, maar maken even graag tijd voor de professoren die dit jaar met emeritaat gaan. Dit academiejaar zijn dat Adhemar Bultheel, Ann Haegemans, André Loeckx, Carlo Vandecasteele en Gerrit Vermeir. We wensen hen een deugddoende nieuwe levensfase. Met Carlo Vandecasteele en Gerrit Vermeir blikken we even terug en vooruit.
Carlo Vandecasteele
Verder ben ik er trots op dat ik het gros van de ingenieursstudenten heb geïntroduceerd in de industriële milieuproblematiek en in duurzaamheid en dit toen er hiervoor nog maar weinig of geen belangstelling was. Nu staat duurzaamheid gelukkig op de agenda bij veel departementen.
Carrière
8
Na het behalen van een doctoraat in de scheikunde aan de UGent in 1975, ben ik daar nog een hele tijd blijven werken. In 1990 – ik was toen NFWO onderzoeksdirecteur – ben ik naar de KU Leuven gekomen als gewoon hoogleraar. Hier heb ik een onderzoeksgroep uitgebouwd rond milieuproblematiek. Toen ik pas aan de KU Leuven was, spitste mijn onderzoek zich vooral toe op membraanprocessen voor (industriële) waterzuivering, evenals de verwerking van vast (bedrijfs)afval. Later in mijn carrière is de aandacht verschoven naar de chemische aspecten van de verwerking, recyclage en energetische valorisatie van afvalstoffen en naar de evaluatie van de milieuperformantie en de duurzaamheid van industriële processen en sites. Naast mijn onderzoekswerk heb ik ook altijd een omvangrijke onderwijsopdracht vervuld rond milieutechnologie, analytische scheikunde, recyclage en duurzaamheid. Ik ben jarenlang – 15 jaar om precies te zijn – programmadirecteur van het master-na-masterprogramma ‘milieuwetenschappen en -technologie’ geweest en nadien een paar jaar van de opleiding chemische technologie. Verder was ik ook enkele jaren departementsvoorzitter van het Departement Chemische Ingenieurstechnieken.
Memorabele momenten Er waren veel kleine momenten die het allemaal de moeite waard maakten. Zo was bijvoorbeeld de afronding van elk doctoraat waar ik promotor van was een bijna feestelijke ervaring. Uitgenodigd worden voor keynote lezingen op internationale conferenties heb ik ook altijd erg geapprecieerd. En natuurlijk gaf het verkrijgen, het zorgen voor de uitvoering en het succesvol beëindigen van wetenschappelijke en industriële projecten mij veel voldoening. Ik was (en ben) ook actief in projecten van universitaire ontwikkelingssamenwerking, voornamelijk in Zuid- en Midden-Amerika (vooral Bolivia en Cuba), maar ook in Kenya en Vietnam.
Favoriete momenten in het jaar Niet, zoals soms wel eens gedacht wordt van professoren, de examens. Wel de eerste lessen van elk college. Het is erg boeiend om kennis te maken met een nieuwe groep studenten, te zien hoe de groepsdynamiek werkt en interesse voor het college te kunnen wekken.
Toekomstplannen Ik word emeritus met opdracht en zal nog enkele cursussen verzorgen en doctoraten begeleiden. Maar ik zal nu wel meer tijd hebben voor mijn vele andere interesses: reizen, geschiedenis en natuur. Ik reis erg graag. Bovendien verblijven mijn beide dochters in het buitenland (Australië en Panama), wat van familiebezoeken ineens heuse reizen maakt. Reizen met aandacht voor cultuur en natuur zijn mijn favorieten. Geschiedenis heeft mij altijd geboeid. Ik vind het fascinerend boeken te lezen en na te denken over hoe samenlevingen, beschavingen ontstaan, groeien, ontwikkelen en uiteindelijk na een zeer sterk verschillende tijdsduur ten onder gaan. Verder kan ik ook erg genieten van wandelen in de natuur. Een beetje in het verlengde van mijn professionele interesse en deze passie ben ik bestuurder van WWF België geworden. En uiteraard zijn er ook nog theater- en muziekvoorstellingen en lezen waar ik nu meer tijd voor zal hebben. Een hele reeks cd’s en boeken ligt klaar!
Adviezen Dat de studenten tijdens hun opleiding voeling krijgen met de drie P’s (en dan vooral people en planet, niet alleen profit) is belangrijk. En die reflex moet hen hun hele carrière bijblijven. Elke technologie, elk proces en elk product zou tijdig op zijn duurzaamheid moeten getoetst worden. Al te veel innovaties en ‘verbeteringen’, gelanceerd met dure marketingcampagnes, bleken, wanneer later de balans werd opgemaakt, enkel tot veel afval en tot een bijkomende entropiestijging van het heelal geleid te hebben.
Gerrit Vermeir Carrière Ik ben afgestudeerd als burgerlijk ingenieur-architect aan de KU Leuven in 1972. Dat was de allereerste promotie voor wie de specialisatie architectuur al vanaf de eerste kandidatuur begon. Aanvankelijk was dit een bewuste keuze voor de praktische bouwwereld, maar een succesvolle aanvraag bij het FWO bracht een serieuze wending. Ik werd FWO-onderzoeker en kreeg de mogelijkheid om mij te verdiepen in de bouwakoestiek en specifiek in de problematiek van de geluidisolatie. Het Laboratorium Akoestiek, het WTCB en studieverblijven in Zweden en Frankrijk vormden het werkterrein. In 1978 behaalde ik mijn doctoraat aan de Faculteit Toegepaste Wetenschappen. Daarna volgde een aanstelling aan het Departement Architectuur waar ik, in de context van de groep bouwfysica en de opleiding burgerlijk ingenieur-architect, kon werken aan de uitbouw van onderzoek, onderwijs en dienstverlening betreffende bouw- en zaalakoestiek en lawaaibeheersing. Mijn eerste lesopdracht in dit verband dateert van 1987. Mijn mandaat is op termijn deel gaan uitmaken van het Departement Burgerlijke Bouwkunde van onze faculteit, waar mijn loopbaan zich verder heeft ontplooid. Een constante in mijn werk was de intense samenwerking met de Afdeling Akoestiek van het Departement Natuurkunde en Sterrenkunde. De gemeenschappelijke belangen werden door de universitaire overheid erkend en in 2000 resulteerde dit in een ingrijpende aanpassing en uitbreiding van de gezamenlijke laboratoriuminfrastructuur.
Memorabele momenten Ik voel me bevoorrecht om in toegepaste akoestiek te hebben kunnen werken in een periode met boeiende ontwikkelingen op het vlak van meettechniek, regelgeving en consulting. Ik heb het gevoel dat ik hierin een rechtstreekse en via het onderwijs een onrechtstreekse bijdrage heb kunnen leveren. De oprichting van het adviesbureau Daidalos door de toenmalige medewerker Paul Mees was zeker een memorabel moment. Het publicatiewerk omtrent diverse fundamentele en andere problemen leverde uiteraard blijvende voldoening als veruiterlijking van het werk en de inzet van de groep. Maar toch zijn het de intense samenwerkingsmomenten met bouwteams die als meest memorabel in mijn gedachten opkomen: deSingel in Antwerpen, Aula Pieter de Somer in Leuven, geluidstudio’s Galaxy in Mol,
VTS opnamestudio’s in Londerzeel, de vergaderzaal van de Vlaamse Raad in Brussel en uiteraard het advieswerk betreffende de renovatie van de concertzaal van het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel. Deze voorkeur voor de tastbare praktijk zal zeker te maken hebben met mijn initiële beroepskeuze. Overigens heb ik vooral mooie herinneringen aan de vele memorabele collega’s die ik dankzij het vak en ook daarbuiten heb mogen leren kennen.
Favoriete momenten in het jaar Een uitgesproken voorkeur had ik niet, elk academiejaar had zijn eigen uitschieters. Maar in het algemeen keek ik toch telkens uit naar de start van het academiejaar: nieuwe studenten, de aanvang van nieuwe afstudeerwerken, het verleggen van accenten ... Meerdere jaren keek ik ook uit naar de internationale ontmoeting met collega’s en onderzoekers op de Inter-Noise conferenties.
Toekomstplannen
9
Voor het aankomende academiejaar heb ik nog een college te verzorgen en wil ik nog enkele taken op het vlak van projectsamenwerking en tijdschriftredactie afronden. Uiteraard komt er nu meer tijd vrij voor gezin, familie en voor onze vier kleinkinderen. Lezen en luisteren krijgen nu ook meer ruimte en het contact met de akoestische wereld blijft uiteraard via vele kanalen nog steeds mogelijk!
Adviezen Ingenieursstudies begin je omdat je geboeid bent door wetenschap, techniek, creativiteit en door het weefsel van maatschappij en cultuur daaromheen. Het belangrijkste voor een student is motivatie en overtuigde inzet. De opleiding en vorming tot ingenieur opent de weg naar ruime mogelijkheden voor ontplooiing van een persoonlijk traject. Maar omdat het speelveld voortdurend in verandering is, wil ik mijn eigen traject (architectuur-bouwkunde-wetenschappen) niet te zeer als voorbeeld stellen. Mijn aanvoelen blijft wel dat men alles te winnen heeft bij de brede maatschappijgerelateerde ingenieursvorming! Zo legt bijvoorbeeld de toenemende verstedelijking (men voorspelt 70% voor 2050) een duidelijke claim op de akoestische kwaliteit van de leefomgeving. Er is dus zeker nog toekomst voor de lawaaibeheersing en de bouwakoestiek! Liliane Pintelon
PhD Mokarram Abbas: Looking at the city with the eyes of Arab women In June, I met the Palestinian Mokarram Abbas at the VUB-campus in Brussels. She then finished her PhD in engineering, which was a joint project between VUB and KU Leuven. She introduced me into her world of Nablus, the second biggest city in West Bank, after Jerusalem. For once, this will not be a story about the conflict, although it influences the story, but we will concentrate on the concept of gender planning in urban design, in particular in the Arab city. Nablus is best known for its historic centre but besides there is the modern city which is developing fast. Historically the development of the city has been influenced by the Ottoman Empire, the United Kingdom, Israel and now the Palestinian authority. All these ruling entities did not only affect the political environment, but also the local modern planning policies and the spatial flow of the city. The purpose of Abbas’ PhD is trying to look at her city with the eyes of the women of Nablus in order to include this knowledge in the urban design and planning interventions of the city.
Different perspectives on equality
10
A lot of theory on gender planning has been developed which focuses mainly on ‘European and North American cities’ and this Western framework cannot be blindly adapted to the sociospatial context of the Arab world, especially in Nablus, a more conservative city, she writes in her thesis. In the Arab world the perception on the equality of men and women is different and to apply these models on the female Arab spatiality proved to be a challenge for the research of Mokarram Abbas. To understand the women of Nablus and the effect of the local culture is vital to understand how the city is being used. She not only observed but wanted to know why women do not appropriate the public space as easily as men and why they employ indoor spaces for social and recreational activities instead of outdoor spaces. ‘How do we solve this problem?’ she asks herself. From her perspective, not having outdoor spaces that suit the sociospatial need of women, is a problem. She acknowledges that some women do not consider it problematic but when she interviewed the women in Nablus and asked them about more spatial opportunities, they replied ‘we don’t have that many places to go, we have limitations on availability’. She interviewed middle-class women and knows that their situation is different from that of upper-class women. The latter have access to recreational centres where membership is very expensive. Middle-class women can only rely on public spaces for recreational outdoor activities. Because of the limitations of these convenient spaces that meet their need, they avoid spending time outdoors. For Mokarram Abbas it is clear: in designing public spaces you have to take into account the embedded culture and its influence on the accepted and not accepted public behaviours, especially in Nablus. Nablus has a very high localism because of the strong social bonding amongst the
inhabitants of Nablus. This results in a strong social control and increases the pressure on both women and men on how to behave. It is clear this has a high impact on how women use the city of Nablus, especially the modern city, which only has either public or private spaces. We need to emphasize though that this does not imply women do not use public spaces. Women do use public spaces as well but they are just passers-by. They do not appropriate the space as well as men. Men act like they own the space, they occupy it more easily than women. One of the results is that most women spend their leisure time inside the home. They find alternative places, they go to each other’s house, they find their way but the problem remains that most of these spaces are indoor. Although we tend to think it has something to do with gender power relations and the fact that women are not allowed to have outdoor recreational spaces, she explains that women, not all, ask for female-only recreational and community spaces. Many interviewed women explained that they prefer to do sport activities, social and recreational activities in outdoor spaces, instead of indoor, but they prefer to do these activities away from the public-gaze, especially the male-gaze. They do not like mixed gender activities and do not feel comfortable. ‘We have common interests with women, not with men’ is an often heard remark. The gender segregation is very high and of course related to the cultural standards and this is why urban planners need to take it into consideration. The social structure dictates what is allowed or not. Women do not go into the men’s space and vice versa.
Examples demostrate a number of the negative aspects women reported in the city center of Nabius
– Case study of Nablus, Palestine In between spaces There is an invisible boundary between male and female spaces. This is in contrast with ‘public life’: education, labour force, the service sector, … Women do participate in public life, there is no gender segregation, but they want to keep important personal space for recreational activities. The personal space in Nablus is very important and the need for personal space of women is very high. This is why Mokarram Abbas came up with the solution of ‘semi-public spaces’. It is an immediate and intermediate solution, she says. We cannot change society as an architect and a designer. What we can do is to include the need of the inhabitants in the design of the city. The idea of ‘semi-public spaces’ is based on the traditional Arab city which remained until the colonisation era. It had very specific characteristics based on the cultural values. Within the cultural values there is a hierarchy in spaces from public to private. You cannot move immediately from public to private or vice versa. Instead you move from public to semipublic to semi-private to private. This transition of spaces created more opportunities, especially for children and women, who were not part of the labour force and hence not of the public life at that era. This spatial characteristic accommodates the need of women in Nablus. ‘Semi-public spaces’ are less public. There is a common relationship among the people who usually use these spaces. As a result there is more social bonding and women do more activities in a safe environment. The modern planning policies in the Arab world do not include these ‘semi-public spaces’ any longer, although they were very important within the traditional Arab cities. The modern city has been developing much faster than the social structure in the Arab world: city
Mokarram Abba s earned her bachelor and ma ster degree in architectural engin eering from the An Najah Natio nal University in Nablus, Palestin e. She started her PhD in 2008 with the urban research group CO SMOPOLIS directed by Eric Corijn at the VUB. She also joi ned the research group of Hilde Heynen in the Department of Architectu re of KU Leuven to work on the sociospatial perspective appr oaches of public spaces. Sh e obtained her do ctoral degree in June 20 14 with the disse rtation ‘Thinking Public Spaces through the Spatiality of Women’, which was a joint proje ct between the VUB and KU Le uven. She currentl y is assistant professor at the An Najah Nationa l University in Nablus, Palestin e.
changes not taking into account the social structure is asking for trouble, as explained before. Women have to look for other options, e.g. going indoors for certain activities. Mokarram Abbas is eager to include ‘semi-public spaces’ in Nablus. An additional difficulty in Nablus is the pressure on land because of the occupation. Therefore she came up with the idea of shared spaces. For instance, we can employ the school play yard as a form of ‘semi-public space’. School yards usually have a defined boundary with regulated entry and by using an existing space, we solve the problem of land availability. If we want women to become more dominant in the city, we ought to take them outdoors, she continues. This is why ‘semi-public spaces’ are of vital importance. They respect the cultural values and will help the society in organizing the activities in a familiar space where everyone has the right to use it.
Feminism, Islamic law, modernity
Examples demostrate the recent planning interventions in the city center of Nablus (2013), in comparison with the previous urban image of the city center (2011)
As she states in her PhD conclusion, the female Arab spatiality need to be discussed in three main contexts: the feminist debates on private-public dichotomy, the influence of Islamic law on women’s public presence and the dual aspects of modernity (i.e. the social and the physical) that influence the urban experience of Arab women. Mokarram Abbas has already started her mission in Nablus! Isabelle Benoit
11
Hanne Verstreken: burger Dat studenten ingenieurswetenschappen hun vaardigheden ook kunnen toepassen buiten de typische ingenieurswereld, bewees Hanne Verstreken, tegenwoordig beter bekend als ‘Hanne van Mijn Popuprestaurant’. Deze alumna van de opleiding ingenieurswetenschappen: architectuur won samen met haar vriend Jaro het eerdergenoemde VTM-programma met hun Brusselse pop-uprestaurant ‘Sticks & Stones’. Het koppel oogstte lof omwille van hun rustige aanpak en sympathiek voorkomen. Wij interviewden Hanne, op zoek naar de ingenieur in de horeca-onderneemster.
12
© VTM
Hanne, gefeliciteerd met je overwinning! Veel mensen zullen het een gekke sprong vinden, van ingenieurswetenschappen naar de horeca. Waarom koos je ervoor om deel te nemen aan ‘Mijn Pop-uprestaurant’? In de eerste plaats nam ik deel om mijn vriend Jaro een duwtje in de rug te geven in de horeca. Hij is kok van opleiding. Verder wist ik zelf ook niet goed waar ik naartoe wilde na mijn studies. Wil ik voor de rest van mijn leven architect zijn? En wat houdt dat dan precies in? Daarom greep ik de kans om ook eens iets totaal anders te proberen, zodat ik nadien bewuster kan kiezen voor een definitieve job. ‘Mijn Pop-up’ was een ideale gelegenheid om te testen of de horeca iets voor ons is. Ik weet trouwens nog steeds niet goed waar ik naartoe wil. Mijn droom is om zelfstandige te worden met een eigen zaak. In welke branche, dat weet ik zelfs niet. Ik wil mijn people skills kunnen gebruiken en ik hou van een uitdaging. Ook daarom nam ik deel aan ‘Mijn Pop-up’. Ik had nochtans nooit gedacht dat we zouden winnen.
En hoe beviel de horeca je? Ik had het eerlijk gezegd wat onderschat. Ik was verantwoordelijk voor de zaal, Jaro voor de keuken. Eigenlijk heb ik nu pas geleerd wat hard werken is; ik heb erg veel respect voor mensen die in de horeca meedraaien. Ik ben ervan geschrokken hoeveel werk er elke dag moet worden verzet. Heb je je vaardigheden als ingenieur kunnen gebruiken in de wedstrijd? Ja, er zijn verschillende dingen die ik heb kunnen meenemen uit mijn opleiding. Zo leerde ik tijdens de groepswerken bijvoorbeeld delegeren. Bij dit soort opdrachten moet je wel leren samenwerken. Als architect had ik ook een groot voordeel bij het uitdenken van de inrichting van ons restaurant. Ik weet hoe een concept tot stand komt, dat dit steeds gepaard gaat met vallen en opstaan. Vandaar dat ik goed met de kritiek van de juryleden kon omgaan, ik was het gewoon om op een ontwerp te worden beoordeeld en eventueel negatieve commentaar te krijgen. Jaro en ik bedachten
lijk ingenieur-architecte POPT-UP!
samen het concept achter ‘Sticks & Stones’. We hadden eerst het idee om iets met stokjes te doen, de stenen volgden later. Na een hele zoektocht kwamen we uiteindelijk uit bij de zoutsteen die zo tekenend werd voor de look van ons restaurant. Het programma leerde me nog meer om kritiek te relativeren. Je staat natuurlijk in de belangstelling; commentaar is nooit ver weg. Het is fijn om te horen dat je je opleiding als architect hebt kunnen inzetten tijdens ‘Mijn Pop-up’. Waarom koos je trouwens voor architectuur? Ik hou van de mengeling van het artistieke en het wiskundige. Er zijn weinig studies waarbij je die twee aspecten kunt combineren. Voor mij was de opleiding burgerlijk ingenieur-architect het aantrekkelijkst omdat het mij meer mogelijkheden leek te bieden dan een architectuuropleiding waarin het ingenieursaspect niet zo sterk aanwezig is. Al van in de middelbare school hou ik van wiskunde. Ik volgde dan ook de richting wetenschappen-wiskunde. Ik heb ook wel andere opleidingen overwogen, zoals geneeskunde en bioingenieurswetenschappen. Uiteindelijk won de opleiding tot burgerlijk ingenieur-architect het omdat ik hier ook mijn creativiteit kon botvieren. Als ik opnieuw zou kunnen kiezen, zou ik misschien voor bouwkunde gaan. Voor ik aan de universiteit begon, wist ik niet zo goed wat deze opleiding inhield. Bouwkundigen maken vaak lange dagen en moeten hard werken en het is nogal een mannenwereld. Toch vind ik het een erg aantrekkelijke opleiding. Ook werktuigkunde interesseert me. Het is ook een erg gewild profiel in de bedrijfswereld.
‘Mijn Pop-uprestaurant’ onderbrak je stage. Ben je nog van plan deze verder te zetten? Zeker. Ook mijn ouders willen heel graag dat ik mijn stage afmaak. Ik heb het geluk dat ik bij mijn huidige werkgever, ontwerpbureau Crepain-Binst, de vrijheid kreeg om deel te nemen aan het programma. Ik werkte er al toen ik op 4 augustus te horen kreeg dat Jaro en ik geselecteerd waren. Mijn deelname was geen probleem; ik mocht terugkomen na de opnames. Momenteel werk ik hier dus mijn stage af. Het is een heel fijn bureau, met veel jonge architecten en veel kansen om bij te leren. Iedereen vraagt zich waarschijnlijk af wat jullie met het prijzengeld zullen doen (Jaro en Hanne wonnen 100.000 euro door hun deelname aan het programma, red.)? Ja, die vraag krijgen we vaak. Mensen veronderstellen dat we met dit geld een nieuwe horecazaak zullen openen. We weten het eigenlijk niet goed. Uiteindelijk kan je met dat bedrag ook geen zaak kopen, dus proberen we onze winst een beetje te relativeren. We zouden het geld graag investeren in vastgoed, idealiter in een pand waar we nog een appartement kunnen verhuren. We zijn een beetje aan het rondkijken, maar er is geen haast bij. Het is vooral fijn dat de heisa wat bedaard is. Onze belangrijkste aankoop tot nu toe, was onze puppy, Lou. Voorlopig is dat genoeg. Valérie Wyns
Ik merk wel dat de opleiding tot burgerlijk ingenieur-architect soms nogal ver ligt van de realiteit van het beroep. Natuurlijk is het belangrijk te leren over de artistieke kant van ons beroep en de deontologie die ermee gepaard gaat, maar architect zijn houdt ook veel administratie en boekhouding in. Ik vind het soms jammer dat ik daar weinig notie van heb. Maar je kan natuurlijk niet alles vragen van een opleiding. Wat vond je het meest interessant aan je studie? Stedenbouw interesseerde me het meest, ik koos dan ook voor de master in dit gebied. Mijn thesis schreef ik bij Hilde Heynen, over het hergebruik van oude fabrieksgebouwen met een nieuwe bestemming. De lessen van Bob De Lathouwer rond stedenbouw vond ik ook zeer interessant. Ik heb getwijfeld en twijfel nog steeds, om een master-na-master Urbanism and Strategic Planning te volgen. Echt ontwerpen heb ik geleerd in de ontwerpvakken van het vierde jaar, bij Leo Van Broeck en Guido Geenen. Hier kregen we de eerste geïntegreerde opdrachten met steeds goede feedback. Ik heb het gevoel dat ik hier het ontwerpen in de vingers gekregen heb.
© VTM
13
Forumavonden 2014-2015 Ook dit academiejaar organiseert VILv enkele forumavonden volgens het beproefde recept: een sterk thema dat de nieuwsgierigheid wekt, enkele experts die hun visie en ervaring delen, een pittig of leerrijk debat en gezellig nakaarten. Nieuw dit jaar is dat de alumnivereniging de eerste forumavond organiseert samen met de faculteit, in het kader van de Van Cauteren- & Dutréleerstoel. Het vroegere Arenbergsymposium dat traditiegetrouw op de laatste woensdag van november zal plaatsvinden, duurde vroeger een hele dag of een namiddag, maar zal nu ’s avonds georganiseerd worden. Met een uiterst actueel thema belooft het een boeiend evenement te worden.
14
ergsymposium
renb 26 november 2014: A
n World
ivacy in a Post-Snowde
Thema: Security and Pr
Cauteren & Willy Dutré de leerstoel Richard Van van er kad het in , pen swetenschap i.s.m. Faculteit Ingenieur software providers data stored with the big What happens to our A? NS a and meta-data the dat for al son ere wh per Can we hide any massive amounts of re sto to e abl ept against abuse acc it ers? Is e in protecting citizens and smartphone provid rent legal regime effectiv cur the Is on? r late just in case it is needed these problems? technical solutions for te of their data? Are there eslagen zijn bij de gro met onze data die opg er t eur geb t Wa A? lig voor de NS Zijn we nog ergens vei eproviders? hon artp sm en ren bewaard softwa metagegevens worde soonlijke gegevens en per den ng? lhe rmi vee che hoe te bes gro wetgeving voldoende Is het aanvaardbaar dat zouden zijn? Biedt de ig nod st kom toe de voor het geval ze in beveiligen? ingen om ons beter te Zijn er technische oploss
Sprekers:
ence up of the Computer Sci Information Security Gro the at sor fes Pro ate oci • George Danezis, Ass y College London Microsoft department at Universit ief Privacy Adviser at Advisor Advocate, formerly Ch y vac Pri Global CIP and Privacy en, ec, wd ant Bo r • Caspa ent Affairs EMEA & AP Sym nm ver Go of r cto Dire • Ilias Chantzos, Senior n. Engels gehouden worde osium-2014 De lezingen zullen in het menten/arenbergsymp ng.kuleuven.be/evene w.e ww via gen ijvin chr Meer informatie en ins
Joris Snaet
Februari 2015
15
Thema: ingenieur en hu
mor
i.s.m. Faculteit Letteren meer informatie en ins chrijvingen via www.eng.kuleuven.b e/AlumniVILv
April 2015
omst voor er nog toek
Thema: is n? in Vlaandere
omika i.s.m. Ekon rijvingen via tie en insch a rm fo in r e me lumniVILv uven.be/A le u .k g n .e www
ustrie
de maakind
Reünie 1984
Groot feest in Thermotechnisch Instituut Een onzalig ochtendlijk uur ergens op een zondag in oktober 2013. Luc belt ons met zijn immer directe aanpak om ons te melden dat we in 2014 30 jaar afgestudeerd zullen zijn en of we iets zouden doen om dit te vieren. Ik voel nattigheid en zeg voorzichtig: ‘Ja … en waar dacht je zoal aan?’ We beginnen te freewheelen en wisselen een paar ideeën uit. Maar eigenlijk had hij zijn doel al bereikt: we waren deel van het complot geworden en wij waren niet alleen. Luc had natuurlijk ook een paar andere ‘diehards’ opgesnord en hen van hetzelfde laken een broek gegeven. ‘Natuurlijk willen we helpen’ en ‘Ja het is lang geleden en tijd om eens iets te doen.’ Tenslotte was het 15 jaar geleden dat er nog een reünie van de ir1984 lichting was geweest. Zo begon voor ons het avontuur van een maandenlange voorbereiding tot die ultieme dag: 21 juni 2014, de dag van onze 30-jarige reünie!
16
Om de twee à drie weken hielden we teleconferentie met de organisatoren, die verspreid zaten over verschillende landen. Dé grote uitdaging was het terugvinden van de oud-collega’s. Met de KVIV- ledenlijst en de sociale media geraakten we al een eind op weg. Gelukkig hadden we mensen van elk departement waar we op konden terugvallen om mee te helpen zoeken. Dan de datum, de locatie, het dagprogramma, de catering, alternatieve scenario’s, muziek, badges, de uitnodigingen, de plannetjes, de pr en het regelmatig contact met de kandidaat-‘reünisten’, budget, sponsoring, enzovoort. Bij elke vergadering waren er nieuwe ideeën die de dag mee vorm gaven. Niets werd aan het toeval overgelaten. Uiteindelijk landden we bij een reünie op de langste dag van 2014 in het Thermotechnisch Instituut (TI) aan de KU Leuven, voorafgegaan door twee mogelijke wandelingen die de veranderingen, die zich stilletjes hadden voltrokken gedurende de laatste 30 jaar, zouden openbaren aan de deelnemers. Na de laatste spannende weken waren we klaar om iedereen te ontvangen. Het was een overdonderend succes: 173 inschrijvingen. Alle ingenieursopleidingen waren goed vertegenwoordigd. Tijdens de wandelingen was het al duidelijk dat de nood erg groot was om mekaar terug te zien en honderduit te vertellen aan vroegere vrienden die we allemaal veel te lang uit het oog hadden verloren. Iedereen werd verwend met een hapje en een drankje bij aankomst in het TI. De preses hield zijn toespraakje, we maakten groepsfoto’s van iedereen en ook van de kleinere groepjes van ‘in-de-tijd’. Door de grote opkomst waren we zelfs in staat een bijdrage te leveren aan een initiatief voor Kom-Op-Tegen-Kanker. Er werden permanent foto’s geprojecteerd van onze studententijd, inclusief de foto’s van het fotoboekje – het valt niet te ontkennen dat 30 jaar iets doet met een mens! Een walking dinner met veel en gezellig babbelen maakte dat de reünie veel te snel voorbij was. Om 23.30 uur deden we de lichten uit. Uit alle reacties die we mochten ontvangen tijdens en na het event, bleek duidelijk dat het een prachtige dag geweest was en voor herhaling vatbaar. (Bij sommigen was de inspiratie zo groot dat er prompt een gedicht werd geschreven.) De ideeën voor een volgende bijeenkomst beginnen al te borrelen. Hopelijk slagen we er binnen vijf jaar weer in om dit succes te herhalen. Dank aan iedereen die er was, die mee heeft geholpen om van deze dag een succes te maken, inclusief VILv! Geert Jacobs
Reünie 1984: ‘Inventaris’ Wat houten la tjes ijzerdraad een hamer een kniptang een perforator zestien pijlen een ingenieu r een oude pick nicktafel honderddrieë nzeventig ba dges tweehonderdv ierendertig fie tsen een ex-juf aa n een tandwi el nog een inge nieur een oostwande ling een westw andeling een prof die na ar de Alma le id t een echte Holla ndse met een br il ee n onechte Duits een oud kaste er met dubbel el een nieuw e bril nog een kasteel een lu een mooie dr Duitser chtkasteel eef een rond gebouw een kl een voerbetogi assieke trouw ng mijn kot plus tien en no g tien fietsen en een hele ho op ingenieurs een straalmot or een stoomm otor een prom het spook van otor Theo zeshonderd ha pjes vierhond erdvijftig broo honderd stoel djes en op twee pa le tten dertien sta één periodieke antafels met tafel blauw tafella ken een preses die een woordje sp reekt een dam onvoldoende e die haar bi Surplus bier erglas breekt te veel krabbe n een oude heer met grijzend haar een jong vier bolle wang eheer met grijz en vijf bollebu e baard drie iken twee diep kaalkoppen een baggeraa vriesvrouwtje r een verzeker s aar een arch een zware ha ite ct di e violen bouw nd in een man t een bakker? nenrug twee een blonde da handen die hi me met rode gh-fiven jurk een grijz een goei vrie e heer met zw ndin met groe art kostuum ne tas een an een gele dwei dere die er ni l een emmer et was sop twee keer borstels en ... honderdzestie n ingenieurs één groot fees t (avec mes excu ses à Mr. Prév ert) Jan Putzeys
17
1914 -2014: in memoriam We kunnen er niet naast kijken: honderd jaar geleden werden Leuven en de universiteit zwaar getroffen door acties van het Duitse leger. Honderden Leuvenaars lieten het leven, duizenden sloegen op de vlucht of werden op transport gezet. Voor zover bekend (uit de ‘annuaire’ van 1919) waren ‘maar’ twee personeelsleden van de universiteit onder de slachtoffers van die augustusdagen in 1914. Voor de Speciale Scholen, de voorloper van de ingenieursfaculteit, hadden hun namen nochtans een meer dan gewone betekenis: het waren prof. Honoré Ponthière en Vincent Lenertz. We zijn hen intussen vergeten, maar dit lijkt ons dé gelegenheid om hen terug onder de aandacht te brengen. Wie waren ze en hoe kwamen ze aan hun einde?
18
Na 1900: studenten in hun nieuw laboratorium
Honoré-Noël Ponthière was de oprichter en de eerste departementsvoorzitter (voor zover we dat moderne equivalent mogen gebruiken) van het Instituut voor Elektromechanica, het huidige ESAT, dat toen in de Vlamingenstraat gevestigd was (nu de Vlerick Business School). Vincent Lenertz was directeur van de Grafische Werken. Aan ingenieursstudies kwamen toen heel wat tekenwerken te pas, activiteiten die nu grotendeels overbodig geworden zijn door CAD en andere tekenprogramma’s. Als toenmalig universitair huisarchitect ontwierp hij ook het gebouw in de Vlamingenstraat waarvan sprake en onder meer ook het Scheikundig Instituut in de Naamsestraat, het huidige STUK.
Wat is hun verhaal? Honoré-Noël Ponthière werd op 25 december 1850 geboren uit een middenstandsfamilie in het dorpje Vonêche bij Beauraing. Hij studeerde af als ingenieur aan de Leuvense universiteit in 1872 en deed industriële ervaring op in een groot staalbedrijf. Ten slotte werd hij aan de Leuvense universiteit aangesteld tot
professor metallurgie. Hij realiseerde zich dat elektriciteit van alsmaar groter belang werd, niet enkel voor de aandrijving van werktuigen, maar ook bij metallurgische processen. Hij werd de drijvende kracht achter een meer gedegen en praktisch gerichte opleiding in de elektriciteit. Eerst liet hij rond 1880 in het college van Premonstreit (op de hoek van de Naamsestraat en de de Bériotstraat) een elektrisch laboratorium bouwen en toen dit te klein werd, kon hij met financiële en materiële steun van de industrie in het jaar 1900 het instituut in de Vlamingenstraat optrekken. De architect van dit project was Vincent Lenertz. In 1950 verkasten de ‘elektriciens’ ten slotte naar het Kasteelpark.
Het toenmalige Elektromechanisch Instituut in de Vlamingenstraat
Prof. Ponthière woonde op de toenmalige Graanmarkt 24, het huidige Hooverplein, maar had een villa in Hermeton-sur-Meuse, een deelgemeente van Hastière, het dorp waar de Maas België binnenstroomt. In augustus 1914 bracht hij er zijn vakantie door. Het leger van onze zuiderburen was na het uitbreken van de oorlog de vaderlandse troepen te hulp gesneld. Voor alle zekerheid ging op 15 augustus in de straten van het dorp ook de processie rond met het miraculeuze Mariabeeld. Maar zelfs dat mocht niet baten: na hevige gevechten en bombardementen trok de Duitse strijdmacht op 23 augustus Hastière binnen. De volgende dag was het de beurt aan Hermeton. De meeste inwoners waren de bossen ingevlucht voor de Duitse beschietingen; ook de villa van Ponthière vormde een van de doelwitten. Met zijn vrouw Pauline Schlögel en een van hun dochters
(de andere zou in september bevallen), zijn schoonbroer die pastoor was in Hastière-par-delà en nog anderen zocht hij daarom een schuiloord in de kelders van het kerkje van Hermeton. Toen ze merkten dat door Duits toedoen tweederde van de huizen van Hermeton in brand stonden, besloten ze wijselijk hun schuilplaats te verlaten, Ponthière, een witte zakdoek aan een stok geknoopt, voorop.
Vincent Lenertz, de architect van het Elektromechanisch Instituut in de Vlamingenstraat, was een Luxemburger, geboren in Echternach op 22 april 1864. Hij was in de eerste plaats een begenadigd tekenaar. Zo ontwierp hij in 1909 het ‘oermodel’ van het zegel van de universiteit, de Sedes Sapientiae, dat intussen een paar keer gerestyled is. (De KU Leuven en de UCL gebruiken elk hun eigen versie.) Bij de ingenieursopleidingen was hij verantwoordelijk voor diverse tekenpractica.
Hij sprak vlot Duits, de taal van de techniek destijds, en hoopte zo een vrije uittocht te kunnen onderhandelen voor al wie nog in het dorp was. Maar dat viel tegen: even verder werden ze staande gehouden, beschuldigd van op Duitsers geschoten te hebben. Er waren franc-tireurs in het dorp! Er hielp geen lievemoederen aan. Hoewel Ponthière kon aantonen dat de inwoners hun wapens op voorhand ingeleverd hadden, werden alle mannen uit het gezelschap meegevoerd en na een schijnproces even verder op een wegeltje gefusilleerd. Drie dagen later lagen de lijken van Ponthière, zijn schoonbroer en een oude dorpsbewoner er nog zoals ze gevallen waren. Ze werden zonder verdere plichtplegingen ter plaatse begraven. Nu herinnert een gedenksteen tegen de kerk van Hastière-par-delà met de namen van de slachtoffers aan de moordpartij die zich heeft voorgedaan. In 1921 werd op plechtige wijze een marmeren herdenkingsplaket voor prof. Ponthière ingehuldigd in de hal van ‘zijn’ instituut. Ze verhuisde in de jaren ‘50 mee naar het Arenbergpark en bij de splitsing van de universiteit ging ze over naar de UCL, op initiatief van de ‘Union des ingénieurs de Louvain’, de voorloper van de VILv. Ze siert nu de ingang van het Maxwellgebouw in Louvain-la-Neuve. Merk tussen haakjes op dat de datum van de plaket fout is: zijn dood viel niet op 23 maar wel 24 augustus, zoals het bidprentje vermeldt.
19
1909 vs. 2014 - zoek de verschillen!
In 1913 had hij een ruime eigen woning in gebruik genomen aan de Tiensevest nummer 36 (sindsdien verdwenen). Het is vlak bij zijn voordeur, onder de bomen van de vest, dat kanunnik Lemaire, eveneens professor bij de ingenieursopleidingen, eind augustus 1914 het lichaam van Lenertz zou aantreffen, in een plas geronnen bloed. Wat was er gebeurd? Dat de Duitse troepen in die dagen grote gedeelten van Leuven in brand staken hoeven we onderhand niet meer uit te leggen. In de stad heerste terechte paniek. De Leuvenaars hadden maar twee keuzes: vluchten of (de mindere optie) schuilen. Vincent Lenertz, zijn vrouw, vijf kinderen en schoonmoeder zochten hun heil in de kelder van hun woning. Maar toen de troepen alsmaar meer huizen in de buurt in brand staken, sloeg de schrik hem om het hart. In hun kelder zouden ze levend kunnen verbranden of door de rook omkomen. Daarom verliet hij in de ochtend van 26 augustus de kelder om met de Duitsers te onderhandelen. Als Luxemburger sprak Lenertz een aardig mondje Duits; misschien dacht hij, zoals Ponthière, de vijand in zijn eigen taal aan te spreken en hem zo te overtuigen hen te sparen. Ook in zijn geval was niets minder waar: zijn pleidooi was tevergeefs, in zijn eigen deuropening kreeg hij twee kogels in de nek.
1914 -2014: in memoriam
De pastorij van pastoor Schlögel na de feiten
20
Lenertz in de tekenzaal
Als afschrikwekkend voorbeeld mocht zijn lichaam niet geborgen worden, het bleef dagenlang liggen zoals het gevallen was; in een grote plas geronnen bloed trof kanunnik Lemaire het dagen later aan. Uiteindelijk kwam het op het Stationsplein (nu Martelarenplein) in een gemeenschappelijk graf terecht. Later werd hij begraven op het stedelijk kerkhof. Zijn naam leeft voort samen met die van de gevallen burgers en soldaten op het monument voor het station en in de gebouwen die hij ontwierp natuurlijk, niet enkel gebouwen voor de universiteit, maar ook andere (vooral Limburgse kerken).
Een van de vele namen op het monument op het Martelarenplein
Hoe verging het zijn familie? Ze bleven gelukkig gespaard. Een van zijn zonen werd later in de oorlog aangehouden, beschuldigd van medewerking aan de sluikpers. Zijn weduwe zou hem uiteindelijk meer dan veertig jaar overleven. Zijn smeekbede had dus, althans gedeeltelijk, toch succes.
Dat was het droeve verhaal van de ESAT-oervader en van iemand die niet enkel ‘ons eerste gebouw’ ontwierp, maar die generaties ingenieurs heeft leren tekenen. Het is een merkwaardig toeval dat deze twee universitaire medewerkers in die augustusdagen het leven lieten, op een gelijkaardige manier, bijna gelijktijdig (met twee dagen verschil) maar wel honderd kilometer van elkaar. En het moet gezegd, ondanks de zware tol die Leuven moest betalen, was de materiële schade en het verlies aan mensenlevens in Hastière in verhouding veel groter. Jan Cuypers Herkomst van de afbeeldingen: Gebouw Vlamingenstraat en studenten in het laboratorium: archief, bibliotheek KU Leuven Doodsprentje Ponthière: Delcampe.net Plaket: Isabelle Dargent Portret Lenertz: Europeana 1914-1918, Ons land in woord en beeld 1919, collectie Meulemans Pastorij Hastière-par-delà: http://meuse-histoire-balade.e-monsite.com/pages/hastiere-abbatiale-aout-1914.html
VTK Bedrijvenrelaties breidt uit met een Development-tak VTK Bedrijvenrelaties bereidt ingenieursstudenten voor op de arbeidsmarkt door hen stageplaatsen en vacatures aan te bieden en hen in contact te brengen met bedrijven op allerlei evenementen. Tot voor kort lag de focus voornamelijk op Branding & Recruitment. Vanaf dit jaar richt VTK Bedrijvenrelaties een nieuwe Development-tak op. Hierdoor krijgen de studenten de kans om hun vaardigheden verder te ontplooien met het oog op het bedrijfsleven. We spraken met de gloednieuwe groepscoördinator Development, Lucas Vanlaer, over zijn visie en de verscheidene opties voor bedrijven.
VTK Bedrijvenrelaties doet vooral aan Branding & Recruitment. Wat kan dit betekenen voor bedrijven? Lucas: Branding brengt bedrijven onder de aandacht bij studenten. Deze naambekendheid komt tot stand via verschillende communicatiekanalen: het tijdschrift Ir.Reëel, het wekelijks krantje ’t Bakske, e-mailing, advertenties op onze website of banners op evenementen. Recruitment omvat allerhande activiteiten waar bedrijven op zoek kunnen gaan naar potentiële werkkrachten. Het belangrijkste recruitmentevenement van het jaar is de Jobfair in maart. Dit is met 90 bedrijven de grootste jobbeurs van België voor studenten burgerlijk ingenieur(-architect). Zo’n 750 studenten doen de beurs aan. Verder houden we ook een kleinere Stagefair in november en bieden we het cv-boek aan met de cv’s van alle laatstejaarsstudenten. Mijn collega-groepscoördinator, Willem Schroé, neemt dit jaar de verantwoordelijkheid voor Branding & Recruitment. Kunnen bedrijven hun vacatures online plaatsen op de VTK-website? Lucas: Uiteraard, dit kan op het BR-platform (vtk.be/nl/career/company). Hierop kunnen bedrijven gratis stageplaatsen en vacatures aankondigen. Dit zorgt niet enkel voor naambekendheid van de bedrijven, maar zo’n stage is ook voor studenten een goede voorbereiding op de arbeidsmarkt. Dit platform biedt hen een duidelijk overzicht van de openstaande vacatures per afstudeerrichting.
Panelgesprek op de Jobfair (maart 2014)
Dit jaar wordt VTK Bedrijvenrelaties uitgebreid met het oprichten van een Development-tak. Wat houdt dit in? Lucas: Bedrijvenrelaties brengt de studenten al jaren in contact met de bedrijfswereld. Maar dit jaar willen we nog een stapje verder gaan: we willen hen nog beter voorbereiden op het werkleven. Dit doen we met workshops, soirées en screenings. Voorbeelden van workshops zijn het voorbereiden op sollicitatiegesprekken, het opstellen van cv’s en het oplossen van business cases. Hierbij ligt de focus op de studenten en het ontwikkelen van hun skills en niet zozeer op de bedrijven. Om de interactie en efficiëntie te bevorderen worden deze workshops in kleine groepen georganiseerd. Een tweede onderdeel van Development zijn soirées. Dit zijn lezingen die meer focussen op het overdragen van kennis aan een groter doelpubliek in plaats van op interactie. Deze soirées kunnen gevolgd worden door workshops waar dieper wordt ingegaan op de aangeleerde kennis in kleinere groepjes. Ten derde zijn er de screenings. Hierbij worden de cv’s en portfolio’s van studenten gescreend door een bedrijf om zo de kwaliteit ervan te verbeteren. Vermits we dit jaar starten met de Development-tak, is er nog veel ruimte voor verbetering en nieuwe ideeën. Hiervoor krijgen wij ook graag input van bedrijven. Waar kunnen bedrijven terecht met hun ideeën voor workshops en soirées? Lucas: Specifiek voor Development kan gemaild worden naar
[email protected]. Voor algemene vragen of opmerkingen, kan contact opgenomen worden met
[email protected]. Karen De Leener
21
VTK Internationaal Ongeveer eenvijfde van de studenten aan onze faculteit zijn internationaal. Daarom werd vorig jaar een volwaardige post ‘Internationaal’ geïntroduceerd binnen VTK. Met een intensieve openingsweek en tal van andere activiteiten hebben we toen geprobeerd om iedereen een ‘thuisgevoel’ te geven en ze met onze lokale studenten te integreren. Daarnaast werd ook nog een ‘Think-abroad’ week georganiseerd waar lokale studenten alle info konden verkrijgen zodat ook zij hun internationale ervaring konden starten. Eén jaar verder is de internationale vlam binnen VTK nog niet gedoofd, integendeel. Met een nieuw team zijn we klaar om ook dit jaar de nieuwe internationale studenten een fantastische openingsweek te bezorgen. Maar dit is nog maar het begin van wat hopelijk een uitzonderlijk jaar wordt.
22
Allereerst willen we ons dit jaar nog meer inzetten voor het samenbrengen van de internationale en lokale studenten. Dit doen we niet alleen door kleinere activiteiten te organiseren waarop iedereen welkom is; we zetten ons ook in om de internationale studenten te begeleiden naar de andere activiteiten van VTK zoals onder andere de sporten van de maand, de free podia en de grotere activiteiten zoals ons jaarlijks Galabal. Zo wordt de stap tot integratie voor iedereen wat kleiner en kan iedereen maximaal genieten van zijn verblijf in België. Verder zijn we van plan om de communicatie dit jaar volledig tweetalig te laten verlopen en ons actief bezig te houden met promo voeren. Bij de internationale studenten zal dit in het Engels gebeuren zodat ook zij op de hoogte blijven van wat er in Leuven door VTK wordt gedaan. Dit gaat gepaard met het in de watten leggen van onze buddy’s, die ons een handje helpen bij het meenemen en informeren van onze internationale studenten. Sebastien Cantillon
De Faculteit zorgt elk jaar samen met VTK Internationaal voor een warm onthaal van de internationale studenten, met de nodige praktische informatie maar ook en vooral een spel om mekaar en de campus op een informele manier te leren kennen.
23
v.l.n.r. 1e rij (onderaan): Brecht Wuyts, Torben Lefebvre 2e rij: Isabeau Veelaert, Britt Beynaerts, Nina Lauwers, Dieter Boeyaert, Shoera Sels, Jeroen Blommaert, Koen Certyn, Emily Haest, Tine Exelmans, Karen De Leener, Alberick Lismont 3e rij: Jan Van Schoubroeck, Victor Verlinden, Senne Van Woensel, Karen Baert, Kristof Fransen, Sebastien Cantillon, Ankatrien Demarsin, Kristof Dens, Mattias Decrop, Eline Vanermen, Stefaan Botteldoorn 4e rij: Jonas Codron, Toon Van Hemelen, Jorn Hendrickx, Margo Parmentier, Job Soethoudt, Siri Derwael, Jannes Aertsen, Jef Haagen, Roeland Van Roosbroeck, Niels Peters, Wout Van der Veken, Eline Smet, Michiel Meulemans, Pieter Meulemans, Manu De Block, Emil Loevbak 5e rij: Raf Verbist, Dario Incalza, Wout Vekemans, Willem Schroé, Lucas Vanlaer, Pieter Reumers, Wout Geboers (tussen 2 rijen), Lukas De Backer, Mathijs Cuppens, Jurgen Daenen (tussen 2 rijen), Joris Gevaert, Jens Piedfort, Hans Geypen, Bert Van Loock, Jan Everaert, Pieter Fiems, Marijn Blommaert, Michiel Verbeeck Niet op de foto: Thomas Swerts, Jeff Geudens, Maxim Vanrusselt, Evelien Pommé, Thomas Delputte, Nathalie Voeten, Axel Vanmeulder, Dries Claes, Pieter Laenen, Matthias Hoernaert, Jens Ghys, Elias El Kharraz
COLOFON ‘GeniaaL’ is een tijdschrift van de Faculteit Ingenieurswetenschappen en VILv Alumni Ingenieurs KU Leuven, met bijdragen van medewerkers van de faculteit, alumni en studenten. ‘GeniaaL’ verschijnt viermaal per jaar: in januari, april, juli en oktober.
verantwoordelijke uitgever: Michiel Steyaert redactie: Isabelle Benoit, Adhemar Bultheel, Annemie Caproens, Jelle De Borger, Iris De Coster, Jan Cuypers, Elke Kalokerinos, Sigrid Maene, David Maes, Marcel Pelgrom, Liliane Pintelon, Patrick Pype, Gert Sablon, Michiel Steyaert, Hendrik Van Brussel, Yves Willems, Valérie Wyns, VTK-Communicatie
redactieadres: GeniaaL Faculteit Ingenieurswetenschappen Jelle De Borger Kasteelpark Arenberg 1 bus 2200 3001 HEVERLEE tel. + 32 16 32 16 89 fax + 32 16 32 19 82
[email protected] www.eng.kuleuven.be
grafisch ontwerp: altera.be drukwerk: Artoos Oudestraat 19 1910 KAMPENHOUT tel. + 32 16 61 83 59 coverfoto: Universiteitsarchief, bibliotheek KU Leuven