2e editie voor besluitvormers 2008
inhoud 1
Aanbiedingsbrief
Bestuurlijke aspecten van windenergie:
2
Vormgeving windturbines meer bepalend voor hinder dan hoogte
2
Gemeenten aan de wind - VNG
3
Vervanging van bestaande windturbines Beleidsadvies Grontmij: klustering
4
Noordenwind wil eigenaren solitaire turbines ondersteunen
7
Bezwaren windenergie Feiten over Vogelslachtoffers
9
Participatie Windenergieprojecten Mogelijkheden en beperkingen voor Gemeenten SenterNovem nov 2004
10
Welstandsadvies - Lange wieken voor windmolens taboe uit: Leeuwarder Courant
15
De zichtbaarheid van hoge objecten
16
Positieve discriminatie Duitse windturbineprojecten
18
Achtergrond en feiten energie- en klimaatprobelmatiek: Klimaatkaart Nederlandse gemeenten Hoe scoort uw gemeente op C02-uitstoot en klimaatbeleid?
1
IEA: energiebehoefte neemt tot 2030 met 60% toe, RTL Z 26-10-2004
6
Toelichting Kyoto Protocol - RIVM
12
Kaart luchtkwaliteit - KNMI
13
Een stem voor kernenergie is per definitie ondemocratisch - Bries 11
14
Broeikaseffect binnen tien jaar onomkeerbaar LC 25-1-2005
15
Alleen kernenergie kan broeikaseffect tegengaan LC 24-5-2004
15
De wereld Top10 windenergie
17
Substanieel aandeel windenergie - VNG 2003
17
Zeespiegelstijging: zin of onzin?
20
Gletsjersignalen duidelijkste bewijs opwarming aarde VPRO - Noorderlicht 2002
20
SER - Kernenergie is niet duurzaam
18
Wise.nl
Rapport IPCC International Panel Climate Change VN 2007
19
Uitstoot windturbine binnen 6 maanden geneutraliseerd - wind en zon
19
Noordenwindnieuws: Welke functie heeft Noordenwind na 20 jaar?
6
Opschalingscluster A7 - winst voor dorpen, landschap en klimaat
8
Je eigen groene stroom opwekken met Noordenwind
14
Geachte besluitvormer, Met deze Wiekenwerk willen wij u een hand reiken ten behoeve van de verantwoorde, duurzame beleidsbeslissingen die van u gevraagd worden. De 2e editie van deze ‘Wiekenwerk’ voor besluitvormers wordt u aangeboden door Vereniging Collectief Bezit Windmolens Noordenwind. Duurzaam energiebeleid is de plicht van onze generatie ten aanzien van de komende generaties. Na twee decennia bagatelliseren en negeren worden de gevolgen van de opwarming van het klimaat zichtbaar en meetbaar en wordt het probleem internationaal onderkend. Het Intergovernmental Panel on Climate Change, een organisatie van de VN, oordeelde in zijn rapport van februari 2007 dat de klimaatverandering in de laatste 50 jaar 'zeer waarschijnlijk' te wijten is aan menselijke activiteiten. 'Zeer waarschijnlijk' staat gelijk aan een waarschijnlijkheid van meer dan 90 %. Het IPCC bestaat uit 2500 wetenschappers uit ruim 130 landen. In september 2008 heeft de Deltacommissie haar advies uitgebracht aan de Nederlandse regering. Voor het eerst is hiermee officieel becijfert wat de stijging van zeewaterspiegel als gevolg van de klimaatopwarming voor Nederland betekent. 0,65 tot 1,30 meter in 2100 en van 2 tot 4 meter in 2200. De opgave is urgent benadrukt commissievoorzitter Cees Veerman. Met het Kyoto Protocol heeft ook Nederland zich verplicht zich maximaal in te zetten voor de reductie van de uitstoot van broeikasgassen. De doelstelling is 40-50% reductie tot 2100. Laten wij hopen dat het nog niet te laat is, maar bovenal on deel bijdragen, daar waar het nog kan. Winstpunten van windenergie: Schone energie Behoud van een gezonde, leefbare omgeving Windenergie is qua rendement de beste vorm van duurzame energieopwekking Werkgelegenheid: - productie - installatie - onderhoud Participatie particulieren en bedrijven biedt de lokale bevolking een inkomstenbron Impuls aan de kenniseconomie en innovatie Schaarse voorraden fossiele brandstoffen gaan langer mee Autonome energievoorziening is minder gevoelig voor olieprijsstijging Volledig recyclebaar, ontmantelbaar, geen radioactief afval, geen uitstoot De huidige en toekomstige generaties worden niet opgezadeld met radioactief afval Geen opwarming van het klimaat, geen gevolgen voor zeespiegelstijging Het bestuur van de Vereniging Collectief Bezit Windmolens Noordenwind staat u graag bij met relevante informatie. Hoogachtend Sicco Boorsma, voorzitter
klimaatkaart Nederlandse gemeenten Hoe scoort uw gemeente op C02-uitstoot en klimaatbeleid? Amsterdam, 30 augustus 2005 - Uit onderzoek van Milieudefensie blijkt dat 70 procent van de onderzochte gemeenten te weinig doet om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan en daardoor bijdragen aan klimaatverandering. Acht van de tien gemeenten weten niet wat hun bijdrage aan klimaatverandering is omdat zij hun broeikasgasproductie niet meten, zo blijkt uit het onderzoek. Zeven van de tien gemeenten hebben geen structurele begroting voor klimaatbeleid en stellen zichzelf geen doelen om broeikasgassen te beperken. En maar éénderde van de gemeenten neemt de moeite hun burgers te informeren over klimaatverandering en de rol zij kunnen spelen in het terugdringen van broeikasgassen. Zoek klimaatkaart op www.milieudefensie.nl.
1
vormgeving windturbine meer bepalend voor uit: Wiekenwerk december 2001
ZOETERMEER - "De vormgeving en verhoudingen van een windturbine zijn meer bepalend voor de visuele hinder dan de hoogte.", stelt Arthur Vermeulen van Siemens. Hij houdt zich bij Siemens bezig met de verkoop en ontwikkeling van windprojecten, en heeft onder meer het vergunningentraject van de hoogste windturbine (2001) in Nederland gecoordineerd. Deze turbine heeft een ashoogte van vijfentachtig meter en een rotordiameter van zeventig meter.
2
De ontstaansgeschiedenis van dit project is bijna verbazingwekkend, als je het geruzie in Friesland kent. Er werden geheel geen bezwaren aangetekend tegen de benodigde artikel-19-procedure, hoewel er in een straal van vierhonderd meter twee woningen staan. De derde staat op een kilometer afstand. De woningeigenaren zijn persoonlijk geïnformeerd over het project. De openbare informatiebijeenkomst kreeg nauwelijks belangstelling. "Een goed teken.", is het commentaar van Vermeulen. “Is dit nou de hoogste windmolen van Nederland? Hij ziet er niet zo uit.” Een vraag die de bus vol Noordenwind mensen bezig hield.
Net als iedere windturbine rijst de Siemens-turbine de hemel in als je eronder staat. Ze reden er net nog langs en staan er nu onder, maar hebben niet de overdonderende indruk met de hoogste molen van Nederland te maken te hebben. Dankzij de uitgekiende vormgeving van de mast komt hij slank en gracieus over. De mast is naar boven toe licht 'getailleerd'. Verhoudingen Belangrijker dan de hoogte zijn de verhoudingen voor het visuele beeld. De ideale verhouding: de mast moet even lang of langer zijn dan de rotordiameter. Ten zuidoosten van Sneek is een mooi voorbeeld hoe de hoogtebeperking tot aantasting van het landschap geleidt heeft. Op een korte
Welke is de hoogste molen van Nederland? Links de windturbine van Siemens. Hij oogt veel lichter dan de turbine rechts, hoewel hij met zijn vijfentachtig meter masthoogte ongetwijfeld twee keer zo hoog is als de turbine rechts. De uitgekiende vormgeving van de licht getailleerde mast maakt een wereld van verschil. Zolang er andere hoge referentiepunten in de omgeving ontbreken is hoogte niet in te schatten. De verhouding tussen masthoogte en rotordiameter, en de vormgeving van de gondel spelen wel een bepalende rol. De politiek doet er beter aan de voorwaarden op deze aspecten toe te spitsen in plaats van op de masthoogte.
visuele hinder dan hoogte
- Ursi Frehner
zwaar gedimensioneerde mast is een naar verhouding veel te grote rotor toegestaan. Het gevolg een log gedrocht met wanverhoudingen. Rotorsnelheid Een ander aspect is de rotorsnelheid. Een lagere snelheid geeft een rustiger beeld. Vooral de kleine tweewiekers van de eerste generatie draaien ontzettend snel. Dat geeft een zenuwachtig beeld.
!
3
Het steeds veranderende beeld van twee-wiekers oogt onrustiger dan bij driewiekers.
!
Grote rotoren draaien veel rustiger dan kleine.
!
Goede proporties: wieklengte maximaal 50% van de mastlengte .
Symmetrie Tenslotte is er ook verschil tussen tweewiekers en driewiekers. Hoewel smaken verschillen blijft het een feit, dat driewiekers altijd symmetrisch staan en ook tijdens het draaien steeds de punten van een cirkel blijven aangeven. Een tweewieker heeft een richting, waardoor je tijdens het draaien een steeds veranderend beeld krijgt. Dat is weer een extra factor van onrust in het landschap. Ook in een lijnopstelling ogen tweewiekers veel onrustiger dan driewiekers. Tenslotte kan de draairichting een aandachtspunt zijn. Bij de Flevocentrale staan twee lijnopstellingen tegen
elkaar in te draaien. "De overheid deed er beter aan haar beleid op esthetische criteria te stoelen in plaats van masthoogte. Daarmee snijdt ze zichzelf in de vingers." is de boodschap van de heer Vermeulen.
gemeenten aan de wind Afstanden tussen verschillende opstellingen Het ruimtelijk in elkaar overlopen van verschillende windparkopstellingen kan een chaotisch en onrustig beeld opleveren. Dit speelt bij het combineren van verschillende opstellingsvormen, zoals solitaire turbines, lijnopstellingen en clusters. Daarom moet voldoende afstand tussen twee verschillende opstellingen worden gerealiseerd. De afstand is onder andere afhankelijk van de karakteristiek van het landschap en de hoogte van de turbines. Novem hanteert als globale vuistregel dat de afstand tussen twee verschillende opstellingen minimaal vijftigmaal de ashoogte van een turbine moet bedragen.
- Bron: VNG uitgeverij 2003
Lijn of clusteropstelling Het is belangrijk om per locatie een zorgvuldige landschappelijke afweging te maken. Vaak heeft het de voorkeur om windturbines in een opstelling op één strakke lijn te plaatsen, maar soms kan deze lijn een gebogen verloop hebben als het landschap daartoe aanleiding geeft. Het gaat erom om een rustige beleving vanuit de omgeving te creëren. Lijnopstellingen hebben veelal een rustige uitstraling en zijn meestal als eenheid herkenbaar. De opzet van clusteropstellingen is meestal alleen vanuit enkele specifieke punten herkenbaar. Vanuit andere oogpunten kan de opstelling onduidelijk en onrustig overkomen.
vervanging van bestaande windturbines Conclusies beleidsadvies Grontmij uit: Wiekenwerk februari 2002
4
Inleiding Met name in een aantal windrijke gebieden van Nederland, waar al lange tijd wordt gewerkt aan implementatie van windenergie, zijn veel solitaire turbines met een relatief klein vermogen opgesteld. Overheden, omwonenden, natuur- en milieuorganisaties spreken in toenemende mate van een ongewenste ruimtelijke en landschappelijke situatie. Mede hierdoor stagneert de realisatie van nieuwe initiatieven voor windprojecten.
huidige situatie
cluster
Dit is aanleiding geweest voor Novem om aan Grontmij de opdracht te geven om een verzoek uit te voeren naar de mogelijkheden om bestaande windturbines te vervangen. Novem wil aan de hand van resultaten van dit onderzoek bepalen of de vervanging van bestaande turbines een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de doelstelling om in 2010 1400 MW windturbinevermogen op land te realiseren. Conclusies Het onderzoek leidt tot de volgende conclusies
Vervanging van bestaande windturbines biedt mogelijkheden om op de volgende beleidsaspecten voordelen te behalen: · Energiebeleid · Financiële aspecten voor turbine-eigenaren · Natuur en landschap 1 Energie: Wanneer alle bestaande windturbines kleiner dan 250 kW vervangen worden door turbines van 600 kW, neemt het totale geïnstalleerd vermogen toe met 177 MW. Deze vervanging resulteert in een toename van de elektriciteitsproductie van ca. 407.000 MWh. 2 Financiële aspecten voor turbine-eigenaren: Bij vervanging van een bestaande turbine door een nieuwe moet de vervroegde afschrijving van de oude turbine meegenomen worden in de exploitatie van de nieuwe. Met optimale inzet van het volledige financiële stimuleringsinstrumentarium is de vervanging van een turbine van 80 kW door een van 600 kW op een locatie met voldoende windaanbod in veel gevallen rendabel. 3 Natuur en landschap: Vervanging van bestaande turbines biedt mogelijkheden voor kwaliteitsverbetering van het landschap. Deze kwaliteitsverbetering kan tot uiting komen door: · een rustiger landschappelijk beeld omdat er meer uniformiteit in het uiterlijk van de turbines zal zijn; · afname van het aantal turbines met een rotor met een hoge omwentelingssnelheid; · vervanging biedt mogelijkheden om een afname van het aantal turbines te realiseren; · vervanging biedt mogelijkheden om visuele hinder en geluidhinder te concentreren op plaatsen die het minst gevoelig zijn daarvoor; · vervanging biedt mogelijkheden voor absolute afname van visuele hinder en geluidhinder. 4 Voor het plaatsen van een windturbine met een groter vermogen is in absolute zin meer 'geluidsruimte' nodig dan voor een kleine turbine. Echter vanwege de geringere geluidsemissie van nieuwere turbines zal de relatieve geluidsruimte (de geluidsruimte in m2 per kW) veel geringer zijn. 5 Vervanging van bestaande windturbines kan ruimtelijk gezien op verschillende manieren worden uitgevoerd. Per ruimtelijke variant zijn de
defecten op de genoemde aspecten in de tabel samengevoegd. 6 Bij vervanging is in vrijwel alle gevallen plaatsing op een hoge mast nodig en zal een nieuwe bouwvergunning aangevraagd moeten worden. Een vergroting van de maximale bouwhoogte in bestemmingsplannen en streekplannen is een zeer belangrijke en noodzakelijke voorwaarde om tot succesvol vervangingsbeleid te komen. 7 Voor het planmatig vervangen van turbines in een bepaalde gemeente, streek of provincie is zorgvuldig overleg en afstemming met turbineeigenaren, omwonenden, natuur- en milieuorganisaties, overheden en andere belanghebbenden noodzakelijk. De gemeentelijke of provinciale overheid is de meest geschikte partij om lokaal vervangingsbeleid te entameren en te coördineren. Vervangingsbeleid zal veel tijd en inzet van locale bestuurders en ambtenaren vragen.
onderdeel uit te laten maken van de besprekingen over een nieuwe Bestuursovereenkomst Plaatsing Windturbines (BPW II) 2 Voor succesvolle uitvoering van vervangingsbeleid is de bestuurlijke en ambtelijke inzet van gemeenten en provincies van doorslaggevende betekenis. Overleg en afstemming met alle betrokken partijen is een tijdrovend proces, waarvoor met name gemeenten veelal de capaciteit ontberen. Financiële ondersteuning voor gemeenten in dit proces lijkt wenselijk. 3 Wanneer gebruik gemaakt kan worden van het volledige financiële en fiscale instrumentarium, zullen turbine-eigenaren voldoende belangstelling hebben voor de vervanging van kleine, oude turbines. Echter om werkelijk tot vervanging te komen is het noodzakelijk dat de maximale bouwhoogte in bestemmingsplannen en streekplannen wordt verhoogd of geheel wordt vrijgelaten. Energie
Kennislacunes · Turbine-eigenaren die mee willen werken aan een gemeenschappelijk project, bestaande uit een aantal turbines, te plaatsen op een locatie buiten het eigen grondgebied, krijgen te maken met complexe juridische, bedrijfseconomische en fiscale (on)mogelijkheden en consequenties. Zowel voor de turbine-eigenaren, als voor de betrokken overheden zijn deze consequenties momenteel nog onvoldoende duidelijk. · Het wettelijk instrumentarium (Wet op de Ruimtelijke Ordening, Wet Milieu) om eigenaren te stimuleren tot het gezamenlijk exploiteren van windturbines is beperkt. Aanbevelingen Vervanging van bestaande windturbines kan resulteren in een aanzienlijke toename van het windturbinevermogen in Nederland, tot verbetering van de kwaliteit van het landschap en kan vanuit bedrijfseconomische overwegingen ook voor turbine-eigenaren interessant zijn. Vervanging biedt mogelijkheden tot 'winst' voor meerdere partijen. De opstellers van dit rapport doen daarom de volgende aanbevelingen aan Novem: 1 Stimuleer de vervanging van bestaande windturbines door daarop bij de ministeries van EZ en VROM, bij provincies, gemeenten, windturbineeigenaren, natuur- en milieuorganisaties en andere belanghebbenden aan te dringen. Het lijkt zinvol om het onderwerp vervangingsbeleid
5
+++
Fin. Aspect turbine -eigenaren ++
Vervanging 2 bestaande turbines door 1 nieuwe
++
+
+
Vervanging van enkele tientallen bestaande turbines door een cluster met 5 a 10 turbines
++
+
++
Parken: vervanging van alle kleine turbines door evenveel modernere turbines
++
0
0
Parken: vervanging van alle kleine turbines door een kleiner aantal grotere
++
++
++
Vervanging alle kleine turbines door grote
re
Verklaring van de plussen en minnen: +++ zeer sterke verbetering, ++ sterke verb., + enige verb., 0 geen verandering,
Landschap -
- enige verslechtering
4 Zorgvuldige en open communicatie met alle betrokken partijen is een noodzakelijke voorwaarde om te koen tot succesvolle vervanging. Grontmij doet de aanbeveling om over het nut en de noodzaak van windenergie en over de kansen voortkomend uit vervangingsbeleid ook met de meest kritische partijen in gesprek te gaan. 5 Provincies en/of gemeenten kunnen een bijdrage leveren aan vervanging van bestaande turbines door een overzicht (databank) bij te houden van bestaande turbines en de interesse van turbine-eigenaren om deel te nemen in een gemeenschappelijk vervangingsproject. 6 Om de noodzakelijke praktische ervaring op te doen, zodat het volledige 'vervangingspotentieel' benut kan worden, lijkt het zinvol om in een gebied of regio met veel kleinere oudere turbines een proefproject 'vervangingsbeleid' te starten.
verenigingsnieuws - welke functie heeft Noordenwind na 20 jaar ? voorzitter Riet du Pré - oktober 2005 Nu grote delen van Friesland vol staan met molens en ook de grote energiebedrijven eindelijk werk maken van duurzame energie, kun je je afvragen welke functie heeft Noordenwind nog. Het is ons een decennium lang niet gelukt nog een project van de grond te krijgen. Onze oorspronkelijke missie om projecten te realiseren voor onze leden, particulieren zonder grond of met een kleine beurs stagneert.
6
Allereerst exploiteren wij nog steeds 10 turbines in Noord-Nederland. Zolang onze turbines draaien heeft Noordenwind bestaansgrond. Daarnaast groeit de behoefte aan coördinatie en sanering van het 'windmolenbos' in bijvoorbeeld Noordwest-Friesland. Als projectcoördinator speelt Noordenwind ook een rol als aanjager, bemiddelaar en ondersteuner van opschalingsprojecten die tientallen kleine turbines in het landschap saneren en vervangen door in het
landschap ingepaste kleine clusters met een groter vermogen, zoals aan de A7 bij Wommels. Met dergelijke opschalings-/saneringsprojecten wordt een win-win situatie gecreëerd voor de particuliere turbine-eigenaar en het landschap. Juist deze saneringsprojecten verdienen extra steun van de politiek. Daarnaast doet de politiek er ook goed aan saneringsprojecten voorrang te verlenen, omdat bij deze projecten extra winst voor het landschap geboekt kan worden. Naast windenergie verdienen ook andere vormen van duurzame energie meer mogelijkheden dan ze nu krijgen. Zonne-energie, biodiesel, mestvergisting, aardwarmte, en getijdencentrales, voor al deze vormen van duurzame energie is er in de Nederlandse politiek te weinig steun. Noordenwind zet zich in ook de ontwikkeling van andere duurzame energievormen stimuleren.
De winst van clustering en opschaling. Een een moderene, hoge windturbine produceert niet alleen het achtvoudige van tien kleine bij elkaar maar is ook winst voor het landschap als zij een aantal kleine turbines vervangt.
IEA: energiebehoefte neemt tot 2030 met 60% toe, de prijzen gaan omhoog RTL Z
26 OKTOBER 2004
De vraag naar energie zal vooral door China en India tot 2030 met 60% toenemen. Er is nog voor tientallen jaren energie in de wereld, maar de olieprijs zal wel stijgen en de aanvoer wordt moeilijk. Rapport IEA Dat blijkt uit een rapport dat het Internationaal Energie Bureau (IEA) dinsdag naar buiten heeft
gebracht. Het IEA is verbonden aan de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), de economische denktank van dertig industrielanden. Directeur Claude Mandil brak bij de presentatie van het rapport in Londen een lans voor een duurzaam gebruik van energiebronnen. Het rapport zet uiteen wat de
effecten daarvan kunnen zijn. Met een beetje goede wil kan de vraag naar energie in 2030 10 procent lager uitvallen dan in de huidige prognoses. Broeikas De uitstoot van het broeikasgas kooldioxide zal jaarlijks met 1,7 procent omhoog gaan.
NOORDENWIND wil eigenaren solitaire turbines ondersteunen - Guido Kap / uit: Wiekenwerk februari 2002 De provincie Fryslân ziet solitaire molens als een aantasting van het open Friese landschap. Het streven is om de solitaire turbines zoveel mogelijk onder te brengen in zg. opschalingsclusters. Eigenaren van solitaire turbines mogen deze inruilen tegen een groter vermogen in het opschalingscluster; dat maakt het voor hen aantrekkelijk om mee te werken.
Momenteel is er een initiatief gaande in de gemeente Wûnseradiel om een opschalingscluster te realiseren. Het eerste in Fryslân, dus een pilot-project. Met subsidie van Novem heeft de Grontmij een plan van aanpak gepubliceerd voor de realisatie van een opschalingscluster. Noordenwind heeft twee windmolens in Wûnseradiel en participeert dus ook in het project. Als er voldoende eigenaren van solitaire turbines deelnemen zal een stichting worden opgericht. Deze stichting krijgt de bevoegdheid om in het realisatietraject als rechtspersoon op te treden. De slagingskans van het opschalingscluster is gunstig: Rijk, provincie en gemeente ondersteunen het initiatief. Een locatie is gekozen en de grondeigenaren zijn bereid tot medewerking. In het opschalingscluster Wûnseradiel heeft Noordenwind de rol van participant en niet de rol van initiatiefnemer. Toch wil en kan Noordenwind de trekkersrol in een dergelijk project vervullen. In de eerste plaats die gemeenten waar Noordenwind turbines heeft: naast Wûnseradiel zijn dat Dongeradeel, Franekeradeel en Ferwerderadeel. In dat geval proberen we een deal te maken met de betreffende gemeente: als de gemeente ons een aantrekkelijk participatievoorstel in een opschalingscluster aanbiedt, is Noordenwind bereid haar solitaire turbines op te geven. Maar ook in de gemeenten waar Noordenwind geen windmolens heeft liggen er in dit geval mogelijkheden. Zoals nu bijv wordt geprobeerd in Boarnsterhim. Daar heeft de gemeente plannen voor een opschalingscluster, die overigens recentelijk naar een langere termijn zijn verschoven. Noordenwind heeft echter wel vast de zeven windturbine-eigenaren in Boarnsterhim benaderd met de vraag of zij in de toekomst samen met Noordenwind een opschalingscluster willen realiseren. Gunstige omstandigheid is dat een bestuurslid en een lid van Noordenwind in Boarnsterhim een solitaire turbine bezitten. In ruil voor de rol van trekker wil Noordenwind
participatie in het park verwerven om ook de lokale bevolking op een laagdrempelige manier te laten meeparticiperen. Noordenwind geeft windmolencertificaten uit vanaf 50 gulden. Ook dit laatste stemt overeen met het provinciale beleid: in een opschalingscluster is ruimte voor 50% extra vermogen voor nieuwe initiatiefnemers. Nog een mogelijkheid is het benaderen van eigenaren van kleine Lagerwey windturbines die het einde van hun levensduur naderen. Noordenwind zou in deze gevallen kunnen bemiddelen bij het zoeken naar een locatie in een opschalingscluster. In ruil voor bemiddeling particpeert Noordenwind mee in het opschlingsproject. De bovenbeschreven initiatieven zijn een ondersteuning van het beleid van de Provincie Fryslân om ondanks het verlies aan solitair windvermogen, toch te voldoen aan haar taakstelling van 200 MW in 2010 die uit het BLOW-convenant voortvloeit (Bestuursovereenkomst Landelijke Ontwikkeling). Het zou overigens een goede zaak zijn als de overheid in haar windenergiebeleid een stimulans inbouwde voor collectieve exploitatie van windturbines. Op die manier zou een breed maatschappelijk draagvlak voor windenergie kunnen worden gecreëerd. Ook kan tegengas worden geboden aan energiebedrijven en projectontwikkelaars die de productie van windenergie nu al domineren.
7
OPSCHALINGSCLUSTER
WINST 8
A7
VOOR DORPEN, LANDSCHAP EN KLIMAAT
De tijd van "speelgoed-molentjes" is voorbij, al waren de tweewiekers van Lagerwey destijds bijzonder spectaculair. Maar liefst voor 60 gezinnen stroom per molen. Na twee decennia waren ze verouderd en toe aan groot onderhoud. In 2000 kregen de agrariërs in de gemeente Wunseradiel toestemming om hun Lagerwey op te schalen. Drie moleneigenaren die hun turbine niet op een agrarisch bouwvlak hadden staan, had pech. Gerard Mensonides, Sybren Blanksma en Jos Duindam zijn samen met gemeente Wunseradiel gaan zoeken naar een oplossing voor deze misdeelde groep. Ze vonden een oplossing langs de A-7 in de Eendrachts-polder, ruimte is voor een klein windturbinepark.
12 MOLENS AFBREKEN
4 TURBINES BOUWEN
De gemeente stelde wel de harde voorwaarde, dat minimaal 12 solitaire turbines zouden verdwijnen uit het landschap. Er komen vier in het landschap ingepaste twee-megawatt-turbines langs de A7 voor terug. Voor de bouw van nieuw solitaire windturbines is er weinig draagvlak meer in Neder-land. Opschalingsclusters zijn een kans voor de vernieuwing van het verouderde windmolenpark, voor de sanering van het landschapsbeeld en voor de verhoging van de energieopbrengst. Meer energie uit minder molens en winst voor het landschap.
Voormalig Noordenwind voorzitter Riet du Pré heeft ook enige tijd actief de secretarisfunctie in de projectstichting vervuld. De deelnemers krijgen voor een ingeleverde 75 kW turbine in het nieuwe project een aandeel van 500 kW toegewezen. Een 80 kW iets meer. Voor Noordenwind is dat 800 kW.
Er is samenwerking gezocht met Grontmij. Turbine- en grondeigenaren wilden graag samenwerken. De Vereniging Collectief Bezit Windmolens Noordenwind paticipeert in dit project met haar twee windturbines in Zurich. Onze twee verouderde tweewiekers van Lagerwey worden na de realisering van de opschalingscluter afgebroken.
WINST VOOR DE DORPEN Vereniging dorpsmolen Pingjum vervult een sleutelrol in het creëren van draagvlak. De dorpsmolen gaat groeien en de Stichting Opschalingscluster vindt dat ook de omliggende dorpen Schraard, Wons, Zurich en Cornwerd moeten meeprofiteren van het project. De nieuwe eigenaren gaan jaarlijks per kW vermogen 1 euro te storten in het dorpenfonds. Dat is jaarlijks 8000 euro voor
de leefbaarheid van deze plattelandsdorpen. Dit ontvangen ze bovenop de opbrengst van hun aandeel. Uit enquêtes gehouden in Schraard en Pingjum bleek dat de overgrote meerderheid van de bevolking deze opschaling steunt.
REALISATIE Begin 2007 heeft de Raad van State in het laatste beroep uitgesproken, dat de gemeente Wunseradiel juist gehandeld heeft in deze procedure. Er is nog een gunstige MEP-subsidie afgegeven. Door de lange levertijden is de realisatie pas eind 2008 klaar. We hebben vergunning voor 4 Enercon E 82 turbines met een opbrengst van 30 miljoen kWh per jaar. 4 eigentijdse windturbines die evenveel stroom leveren als 160 Lagerweytjes, en 10,000 huishoudens van groene stroom te voorzien.
bezwaren van windturbines - bron: www.noordenwind.org Vogels
Landschap
Helaas worden vogels soms slachtoffer van aanvaringen met windmolens. En elke vogel is er één te veel! Maar in verhouding tot andere doodsoorzaken is het heel weinig.
Molens vallen op, dat is zeker. Maar een aantal aandachtspunten kunnen voorkomen dat een molen visueel stoort:
Vogelslachtoffers: Verkeer: 2 miljoen Jacht: 1,5 miljoen Hoogspanningsmasten + kabels: 1 miljoen Molens (bij 1000 MW): 20.000
Effecten op vogels: De volgende effecten kunnen optreden bij het bouwen van molens. - Aanvaring: dieren vliegen zich te pletter tegen de molen of de wieken. Uit onderzoek bij het windpark van Oosterbierum blijkt dat er 0,02-0,09 per turbine per dag, sneuvelen. Op andere plaatsen is dat soms 10 x minder! - Vogels verlaten een gebied vanwege de draaide molens. Dit effect geldt tot maximaal 500 meter. Dit geldt niet voor alle soorten. Ganzen b.v. grazen rustig op weilanden waar molens draaien. Er is verder een geval bekend van een uil die broedde in een molenkop. - Barrièrewerking: i.v.m. trekroutes. Oplossing is om dan de turbines in de lengterichting van de trekroute te zetten. Eventueel kunnen op een paar drukke (trek)dagen de molens stil staan. - Mist is geen probleem: dan waait het niet, dus staan de molens stil. NB: niet elke dode vogel bij een molen is een slachtoffer. Roofvogels gebruiken molens soms als jachtobservatiepost!
Nederland - Molenland ?
- De referentie. Staat een grote molen naast bijvoorbeeld een klein gebouw of een kleine molen dan lijkt dat storend. Een hoge molen in het vrije veld is qua grootte slecht in te schatten en stoort daardoor niet meer dan een kleine. - De verhouding masthoogte - wieklengte is erg belangrijk: door hier naar een optimale maatverhouding te streven ontstaat een evenwichtig beeld. Vuistregel: wieklengte max. 50% v.d. mastlengte, liever korter. - Bij grotere molens molens draaien de wieken langzamer, waardoor een rustig beeld ontstaat. - Het aantal wieken is bepalend hoe onrustig een molen overkomt. Driewiekers ogen rustiger dan tweewiekers. - Door turbines aan te haken bij grote structurele werken zoals autosnelwegen, kanalen, industrieparken en (zee)dijken, geeft dat een optisch versterkend effect. - Structuur: door te kiezen voor cluster- of lijnopstellingen ontstaat eveneens een minder onrustig landschappelijk beeld. - Vroeger telde Nederland 10.000 molens….. Meer toelichting op aspecten schaduwhinder, verkeershinder op: www.noordenwind.org
geluidhinder,
9
participatie in windenergieprojecten - mogelijkheden Ir. C.K. Hertogs, Drs. J.P. Coelingh, Ir. Q.W.M. Sluijs, November 2004 Deze notitie is in opdracht van SenterNovem opgesteld door Ecofys bv Samenvatting
10
Een goed lokaal en regionaal draagvlak draagt in belangrijke mate bij aan de realisatiekans en ontwikkelingssnelheid van een windenergie project. Een open en duidelijk planproces bevordert de realisatie van windenergie projecten. De initiatiefnemer en de gemeente doen er goed aan om een open proces op gang te brengen met de belanghebbenden rond een windenergieproject. Belanghebbenden kunnen o.a. zijn: direct omwonenden, overige inwoners en andere initiatiefnemers. Er zijn verschillende instrumenten ter beschikking voor de gemeente en initiatiefnemers om een open proces op gang te brengen, zoals bijv.: § Informatie verstrekken aan belanghebbenden (één-richting) § Belanghebbenden erbij betrekken (twee-richting; discussieavond, locatiebezoek) § Belanghebbenden invloed laten uitoefenen op de vormgeving (opstelling, hoogte van de windturbines, kleur e.d.) § Belanghebbenden participatie aanbieden (financieel, zeggenschap) § Schenking aan belanghebbenden door initiatiefnemer (bijvoorbeeld dorpenfonds) § Voorlichting over mogelijkheden tot formele inspraak, bezwaar en/of beroepsprocedure Deze notitie gaat speciaal in op participatie door belanghebbenden. Participatie is één van de mogelijkheden die bij kunnen dragen aan het creëren van een goed draagvlak voor de realisatie van een windpark, maar biedt geen garantie voor versnelling van de realisatie. Onder participatie verstaan we: financiële of beheersmatige deelname van derden (anderen dan grondeigenaar / initiatiefnemer) in een windenergie project (vanaf het begin) tot en met de exploitatie. Participatie kent voor- en nadelen. Voordelen kunnen bijv. zijn: § Meer betrokkenheid bij het 'eigen' project, eventueel daardoor groter draagvlak
§ Rechtvaardiger verdeling van lusten en lasten, eventueel daardoor groter draagvlak § Behoud van steun voor de lokale economie: een gedeelte van de winst die te maken is met windenergie komt terecht bij inwoners van de gemeente en dus niet alleen bij een particulier of bedrijf elders § Verruiming van de financieringsmiddelen voor het project (eigen vermogen) Participatie is geen panacee en zal niet iedere weerstand weg kunnen nemen. Nadelen of complicaties van participatie kunnen bijv. zijn: § Afgrenzingprobleem: wie mag wel en wie mag niet participeren? § Vertraging doordat zeggenschap van participanten in het voortraject extra communicatie vergt § Zeer veel organisatie voor de projectontwikkelaar Gemeenten hebben formeel meestal geen mogelijkheden om participatie af te dwingen. Participatie ligt in de privaatrechtelijke sfeer en verhoudt zich meestal niet met de publiekrechtelijke taken en bevoegdheden van de gemeente. Toch kan de gemeente participatie bespreekbaar maken. Haar mogelijkheden en beperkingen staan hieronder beschreven. Gemeente adviseert initiatiefnemers Een gemeente kan de initiatiefnemers van een windenergie project informeren over participatieve financieringswijzen en het belang ervan voor de gemeenschap. Van belang is dat de gemeente zowel wijst op de voordelen als de nadelen van participatie voor de specifieke situatie. Als je als gemeente in goed overleg met de initiatiefnemer participatie mogelijk wil maken, is daar niets mis mee. De gemeente doet er goed aan de uitvoering van de participatievorm vervolgens aan de initiatiefnemer over te laten. Gemeente formuleert ruimtelijk beleid Formeel gezien kan de gemeente wel voorwaarden stellen aan de ruimtelijke ordeningsaspecten
n
en beperkingen voor gemeenten
van windparken (publiekrechtelijk) en niet aan de financieringswijze zoals bijvoorbeeld door middel van participatie (privaatrechtelijk). Binnen het ruimtelijk beleid kunnen de gemeente en provincie bijv. voorkeurslocaties aanwijzen: hier wel en daar geen windturbines (bijv. Noordoostpolder) of enkel vervangingsclusters toestaan ter vergroting van de landschappelijke kwaliteit (bijv. Friesland, Flevoland). Door het aanwijzen van voorkeurslocaties pakt het ruimtelijk beleid in principe voor de één gunstiger en voor de ander ongunstiger uit. De één mag wel een windpark bouwen, de ander niet. Formeel is hier niets mis mee. Maar uit het oogpunt van rechtvaardigheid, draagvlak en effectiviteit van het ruimtelijk beleid kan participatie wenselijk zijn voor de gemeente. De gemeente heeft de mogelijkheid om participatie bespreekbaar te maken in het kader van het ruimtelijk beleid. Zo brengt bijvoorbeeld de verplichting van vervangingsclusters in het ruimtelijk beleid met zich mee dat bestaande turbines gesaneerd moeten worden en dus medewerking nodig is van deze turbine-eigenaren. De turbine-eigenaren zullen compensatie willen voor de sanering van hun turbine. Een voor de hand liggende mogelijkheid is om hen samen te laten participeren in een nieuw windpark. De gemeente kan hen hiertoe stimuleren. Maar er zijn ook andere vormen die tot vervangingsclusters leiden. Zo kan een projectontwikkelaar ook de turbineeigenaren uit kopen. Gemeente besluit tot planologische medewerking aan een specifiek project Formeel gezien kan de gemeente wel voorwaarden stellen aan de ruimtelijke ordeningsaspecten van windparken (publiekrechtelijk) en niet aan de financieringswijze zoals bijvoorbeeld door middel van participatie (privaatrechtelijk). In principe kan een gemeente participatie dus niet als voorwaarde stellen. Alleen onder bepaalde randvoorwaarden is dit mogelijk, namelijk als er nog helemaal geen verwachtingen gewekt zijn: § er is nog geen ruimtelijk beleid geformuleerd § er is nog geen RO procedure opgestart voor een specifiek windenergie project
§ er is nog geen informele toezegging gedaan over planologische medewerking aan het specifiek windenergie project Gemeente is grondeigenaar Als een windpark (gedeeltelijk) ontwikkeld wordt op grond in eigendom van de gemeente en er zijn nog geen pachtovereenkomsten gesloten, dan kan de gemeente zelf grondrechten uitgeven in een private overeenkomst en daarbij wel voorwaarden stellen, bijv. participatie eisen in ruil voor recht van opstal. Van belang is dat de gemeente zowel de voordelen als de nadelen van participatie voor de specifieke situatie onderzoekt. Gemeente wil zelf investeren in een windproject, of het exploiteren. Het is denkbaar dat een gemeente zelf geld wil investeren in een windenergie project. Hiervan zijn echter geen concrete voorbeelden bekend. Bovendien kan men de vraag stellen of een gemeente publieke middelen risicovol mag beleggen.. Een gemeente zou een te verkrijgen rendement in kunnen zetten voor andere projecten, zoals bijvoorbeeld niet-rendabele duurzame energieprojecten. Indien de gemeente participatie bespreekbaar maakt vanuit één van de bovengenoemde rollen, kan zij belang hebben bij de keuze van de soort participatievorm (wie, hoogte en soort van belegging, risico, rendement). Maar zij zal, tenzij ze zelf investeert, geen eisen kunnen stellen over de uiteindelijke keuze voor een vorm. In de notitie worden de volgende concrete projecten, die participatie kennen beschreven: Middelgrunden Offshore Windpark Windpark Olstertocht, Dronten Windpark Opschalingcluster A7 Windparken in de Noordoostpolder Windturbine De Kroeten, Breda Windpark Eeklo, België Piet de Wit park
11
toelichting klimaatbeleid www.RIVM.nl In het Kyoto Protocol en het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties zijn afspraken gemaakt om emissies van broeikasgassen terug te dringen en uiteindelijk de concentraties in de atmosfeer van deze stoffen te stabiliseren. Hiermee wil men de menselijke beïnvloeding van het klimaat beperken.
12
Klimaatverdrag en Kyoto Protocol Het Klimaatverdrag van de Verenigde Naties (UNFCCC, 1992; Rio de Janeiro) heeft als doel om de concentraties van broeikasgassen in de atmosfeer te stabiliseren op een niveau waarbij een gevaarlijke menselijke beïnvloeding van het klimaat wordt vermeden. Dit betekent dat op termijn (in 2100) de mondiale emissies van broeikasgassen met circa 40-50% moeten dalen ten opzichte van 1990 (IPCC, 2001). In 1997 is het Klimaatverdrag uitgebreid met het Kyoto Protocol (UNFCCC, 1997; Kyoto). In het Kyoto Protocol zijn afspraken gemaakt over de reductie van de emissies van broeikasgassen. Het doel is het bereiken van een gemiddelde emissiereductie van broeikasgassen van de geïndustrialiseerde landen met 5,2% over de periode 20082012 ten opzicht van 1990. Dit is inclusief de landen in Oost-Europa en de voormalige Sovjet-Unie. Voor de EU als geheel is de reductiedoelstelling 8%, en voor Nederland 6%. Het Kyoto Protocol kan worden gezien als een eerste bescheiden stap om stabilisatie van broeikasgasconcentraties te bereiken. Het Kyoto Protocol wordt van kracht wanneer tenminste 55 landen het hebben geratificeerd en de CO2-emissie van de ratificerende industrielanden in 1990 tenminste 55% is van de totale CO2-emissie van alle industrielanden (de zogenoemde Annex-I landen). Op 26 augustus 2003 was dat percentage 44,2%. In de praktijk komt dat erop neer dat ofwel de VS of Rusland moet ratificeren om het Protocol in werking te laten treden. Aangezien de VS, net als Australië, heeft aangegeven het Protocol niet te gaan ratificeren, zijn alle ogen op Rusland gericht. Doelstelling Kyoto Protocol voor Nederland De EU als geheel heeft zich met ratificatie van het Kyoto Protocol ten doel gesteld om in de periode 2008-2012,de zogenaamde eerste budgetperiode, 8% minder broeikasgassen uit te stoten dan in 1990. Voor Nederland bedraagt de reductieverplichting in de eerste budgetperiode 6%. Concreet betekent dit dan voor Nederland een gemiddelde jaarlijkse uitstoot van 199 miljard kg CO2-equivalenten (CO2eq.) in de periode 2008-2012. De doelstelling heeft betrekking op alle broeikasgassen. Bij de maatregelen om de doelstelling te bereiken kan een land zelf kiezen op welke stof(fen) men zijn kaarten zet.
Als Nederland vanaf 1990 geen klimaatbeleid had gevoerd zou in 2010 de uitstoot van broeikasgassen uitkomen op 239 miljard kg (uitgaande van relatief hoge economische groei). Dat is dus 40 miljard kg meer dan toegestaan. Van deze noodzakelijk emissiereductie van 40 miljard kg wil Nederland de helft in het binnenland realiseren, de andere helft in het buitenland. De uitstoot van broeikasgassen hangt sterk samen met de economische ontwikkeling. Als de economische groei lager uitvalt, is de benodigde reductie ook lager. Reductie binnenland Het binnenlandse doel voor de uitstoot van broeikasgassen komt op een jaarlijks gemiddelde van 219 miljard kg CO2-eq. tussen 2008 en 2012 . De overheid heeft een pakket aan maatregelen samengesteld om dit doel te halen, zoals stimulering van energiebesparing en hernieuwbare energie en meerjarenafspraken met de industrie. Dit pakket van maatregelen is vastgelegd in de Uitvoeringsnota Klimaatbeleid (VROM, 2001; 2002). Mede door deze klimaatmaatregelen zijn de Nederlandse emissies van niet-CO2 broeikasgassen de laatste jaren gedaald, terwijl die van CO2 met gemiddeld 1% per jaar is gestegen. Netto is de Nederlandse emissie daardoor gestabiliseerd op ca. 223 kg CO2-eq. Daarmee is de Nederlandse emissie circa 3% hoger dan in 1990. Nederland gaat naar verwachting aan de Kyoto verplichtingen voldoen, wanneer de voorgenomen binnenlandse maatregelen en de via de Kyoto instrumenten aangekochte buitenlandse reducties worden uitgevoerd. Reductie buitenland Voor de 20 miljard kg reductie per jaar die Nederland in het buitenland wil halen worden zogenaamde 'Kyoto mechanismen' ingezet. Met deze mechanismen kan Nederland 'credits' kopen van andere landen. 1 credit komt overeen met 1 ton broeikasgasreductie. Nederland moet dus 20 miljoen credits per jaar kopen, welke naar verwachting 4-5 euro per stuk zullen kosten. Voor de periode 2008 tot 2012 moet in totaal 100 miljard kg CO2eq. reductie ingekocht worden in het buitenland. Dat kost de overheid dus waarschijnlijk in totaal 400-500 miljoen euro. Er zijn twee soorten 'credits': credits verdiend met Joint Implementation en credits verdiend met het Clean Development Mechanism. Joint
Implementation is alleen mogelijk tussen geïndustrialiseerde landen onderling. Bij het Clean Development Mechanism gaat het om afspraken tussen geïndustrialiseerde landen en ontwikkelingslanden.
het opzetten van emissiereducerende projecten in ontwikkelingslanden. Bijvoorbeeld: een onderneming bouwt een energiecentrale in Indonesië die werkt op geothermische warmte in plaats van een kolencentrale.
Joint Implementation Credits verdiend met Joint Implementation worden emission reduction units (ERU's) genoemd. In de praktijk kan een onderneming ERU's verdienen door reducties te behalen in Centraal- en OostEuropese landen. Bijvoorbeeld: een onderneming bouwt een windmolenpark in Roemenie in plaats van een kolencentrale. Doordat nu de emissies van de kolencentrale vermeden zijn verdient deze onderneming ERU's. Deze ERU's kan de onderneming dan weer aan de overheid verkopen, bijvoorbeeld aan Nederland.
Emissiehandel Het kan natuurlijk zo zijn dat Nederland in de budgetperiode te veel of te weinig ERU's en CER's heeft ingekocht of dat het binnenlandse doel ruimschoots of juist niet is gehaald. In dat geval mogen landen onderhandelen (de zogenaamde emissiehandel) om de tekorten en overschotten te vereffenen. In juli 2003 is door het Europese Parlement een richtlijn aangenomen die CO2 emissiehandel regelt binnen de EU. Hierin wordt geregeld dat in 2005 in alle EU landen een systeem voor CO2 emissiehandel wordt opgezet.
Clean Development Mechanism Credits verdiend met het Clean Development Mechanism worden CER's genoemd (Certified Emission Reductions) . Een bedrijf kan CER's op dezelfde manier verdienen als ERU's, met het verschil dat bedrijven CER's kunnen verdienen door
Rapportages over het broeikaseffect Het Intergovernementele Panel voor Klimaatverandering (IPCC) beschrijft om de paar jaar de wetenschappelijke kennis van het versterkt broeikaseffect, de mogelijke effecten en de beleidsopties (o.m. IPCC 2001).
kaart luchtkwaliteit
- Bron: KNMI
"De driehoek Vlaanderen/Brussel, zuidelijk Nederland en het Roergebied zucht samen met Noord-Italië en het noordoosten van China onder de grootste concentraties stikstofdioxyde ter wereld. Satellietkaarten waarop te zien was dat stikstofdioxide concentraties boven de Randstad tot de hoogste ter wereld behoren, trokken onlangs veel aandacht. Een goede luchtkwaliteitsverwachting is voor de samenleving van grote betekenis. Luchtvervuiling is zeker in een dichtbevolkt land als Nederland een groot probleem. Jaarlijks sterven volgens recente schattingen meer mensen door luchtvervuiling dan door auto-ongelukken.” bron: www.knmi.nl “Milieuvervuiling leidt waarschijnlijk tot veel meer ziekte en sterfte dan tot nu werd aangenomen. De kans is reëel dat in Nederland achttienduizend mensen tien jaar eerder sterven door het inademen van fijn stof.” Volkstkrant 11 mei 2005
13
je eigen groene stroom opwekken met Noordenwind "Hoeveel aan Noordenwindcertificaten moet ik inleggen om mijn eigen stroomverbruik 'zelf' te produceren?" Deze vraag komt ons PR-team regelmatig tegen. Een rekensom: De investering van het A7 project is 12,000,000 euro voor 8 MW geïnstalleerd vermogen. Daarvan zijn ca 20% de ontwikkelingskosten van het project. De vier Enercons E82 produceren per jaar ca 32,000,000 kWh per jaar. Een gemiddeld gezin verbruikt tegenwoordig 3000-3500 kWh per jaar. Het A7 project voorziet dus meer dan 9000 huishoudens van groene stroom. 1000 kWh is 1:32,000 van de investering van 12,000,000 euro = 375 € 3500 kWh is vraagt dus een investering van 3,5 x 375 € = 1313 €
14
Met 1500€ Noordenwindcertificaten kun je het elektriciteitsverbruik van jou huishouden met groene stroom ruim dekken. Om misverstanden te voorkomen. Noordenwind is geen energiebedrijf en levert niet aan consumenten. Wel onderzoeken we de mogelijkheid in onze leden toekomstige projecten onze leden via een energiebedrijf hun eigen groene stroom voor een concurrerende ‘ledenprijs’ te leveren. Noordenwind is er voor mensen die nu iets willen doen voor het klimaat. Voor mensen, die niet willen wachten totdat anderen of de overheid eindelijk wat gaan doen. Mensen die zelf hun verantwoordelijkheid dragen.
een stem voor kernenergie is per definitie niet democratisch! bron: Bries11 Zelfs als elke Nederlander zich in een referendum voor kernenergie zou uitspreken dan zouden zij daarmee een beslissing nemen over het lot en gezondheid van duizenden generaties na ons die daarin geen stem hebben gehad. Kortom wij de "baten" zij de lasten. Los van de risico's van nucleaire ongelukken en de gevolgen daarvan voor de gezondheid op lange termijn, zadelen we hen op met het probleem van radioactief afval en de niet te voorziene financiële lasten die gepaard gaan met de bewaking en beheer daarvan. En aangezien straling niet stopt aan de grens wordt ook over landsgrenzen heen geregeerd. Langer openhouden van Borssele en bouw van nieuwe kerncentrales..... Het vele geld dat geïnvesteerd zal worden in de bouw, bedrijfsvoering en afbraak van kerncentrales en de beveiliging en beheer van het afval zal niet kunnen worden ingezet in werkelijk schone, veilige en duurzame energievormen. Bovendien als deze kosten nu zouden worden doorgevoerd in de prijs van kernenergie is dit een onbetaalbaar energievorm. Hoofdelijke stemming Over een onderwerp als kernenergie met zo'n
enorme risico's en gevolgen voor duizenden generaties in Nederland en daarbuiten zou hoofdelijk moeten worden gestemd. Het kan niet zo zijn dat individuele volksvertegenwoordigers hun persoonlijke afwegingen niet kunnen maken en zich daarover uitlaten, maar zich verschuilen achter partijpolitiek. Zo zou "geweten" of "de wens voor behoud van de schepping" een overweging kunnen zijn. Kernenergie was niet, is niet en kan nooit veilig zijn kerncentrale Borssele langer open houden....... - Nog langer risico op nucleaire ongevallen - Nog langer kans op proliferatie - Nog langer productie van nucleair afval - Nog langer kans op aanslagen - Nog minder geld voor veilige, schone, duurzame energie De slachtoffers van de toekomst zeggen: Stop kernenergie in Nederland Stop import van kernenergie Investeer in veilige, schone en duurzame energie Het woord is aan u! (hoort aan u te zijn)
LEEUWARDER COURANT 25-1-2005
LONDEN (ANP) - Het broeikaeffect bereikt over uiterlijk tien jaar het punt dat het niet meer omkeerbaar is, als er nu geen krachtige maatregelen worden genomen. Dat is de belangrijkste conclusie van een onderzoek dat vandaag openbaar wordt gemaakt. Het rapport is opgesteld door Britse, Amerikaanse en Oostenrijkse onderzoeksinstituten. Politici, zakenmensen en academici hebben eraan bijgedragen. Zij waarschuwen beleidsmakers voor onvoorspelbare natuurrampen als de temperaturen 2 graden
Celsius hoger worden dan de gemiddelde temperatuur in de wereld in 1750, voor de industriële revolutie. Op dit moment bedraagt de stijging ten opzichte van 1750 al 0,8 graad Celsius. De samenstellers van het rapport waarschuwen dat een grotere stijging van de temperatuur leidt tot rampzalige veranderingen in het klimaat. Die hebben tot gevolg dat de landbouw ontregeld wordt, dat er een tekort aan water zal ontstaan en dat droogte om zich heen zal grijpen. Verder zullen ziekten zich uitbreiden, bossen sterven en het zeeniveau stijgen. De onderzoek-
ers achten het niet ondenkbaar dat de opwarming van de aarde helemaal op hol zal slaan. Dat kan leiden tot, het smelten van de ijskap van Groenland of tot het verdwijnen van de warme golfstroom. De onderzoekers dringen er op aan dat de grootste industrielanden in 2025 een kwart van hun energie uit duurzame bronnen halen en dat zij in 20l0 tweemaal zo vee investen in energie die minder koolstof nodig heeft.
knipsels
'Broeikaseffect binnen tien jaar onomkeerbaar'
Is dit het alternatief? Alleen kernenergie kan broeikaseffect tegengaan' LEEUWARDER COURANT 24 MEI 2004
'LONDEN (ANP) - Alleen grootschalige uitbreiding van kernenergie kan de negatieve gevolgen van het broeikaseffect tegengaan. Dat heeft de vooraanstaande wetenschapper én natuurbeschermer James Lovelock vandaag gezegd in de Britse krant The Independent. Lovelocks oproep zal menig wenkbrauw doen fronsen. In
kringen van natuurbeschermers is kernenergie een vies woord. Greenpeace en Vrienden van de Aarde hebben Lovelocks woorden dan ook al verworpen. James Lovelock wae een van de eerste wetenschappers die eind jaren tachtig alarm sloegen over het broeikaseffect. Inmiddels is hij ervan overtuigd geraakt dat de opwarming van de atmosfeer nog
sneller gaat dan verwacht. Volgens hem is er geen tijd meer om wind- en zonne-energie uit te bouwen om kolen, gas en olie te vervangen. Die laatste bronnen zorgen voor de uitstoot van broeikasgassen. Bij kernenergie komen die gassen niet vrij. Lovelock noemt de zorgen over de veiligheid van kernenergie overdreven en niet rationeel.
Lange wieken voor windmolens taboe UIT: LEEUWARDER COURANT, ZATERDAG, 10 AUGUSTUS 2002
LEEUWARDEN - Windmolens in Friesland mogen geen extreem lange wieken dragen, zo heeft de welstandcommissie Hûs en Hiem bepaald. In Harlingen was een plan om aan een molen van 35 meter wieken van 26 meter te hangen. Dat wordt een grote draaiende cirkel boven het maaiveld, aldus Hûs en Hiem. In de regel zijn de wieken half zo lang als de mast. ,,Die wiek schraapt dus haast het mos van het dak op het bedrijfsgebouw eronder'', schamperde
een van de leden van de welstandscommissie donderdag. ,,Dit klopt niet met het esthetisch gevoel. Dit is één grote draaiende cirkel boven het maaiveld. Het is een te gedrongen model in het openbaar gebied'', zo somden de commissieleden hun bezwaren op. De provincie vindt dat molens idealiter wieken moeten hebben die de halve lengte van de mast heeft. Hûs en Hiem wil zich over de maximale lengte niet uitspreken, maar zal molens met extreem lange wieken voortaan
wel afkeuren, zeker als ze in bebouwd gebied staan. Ondernemers kiezen het liefst voor een zo hoog mogelijk molenmodel, omdat iedere meter extra hoogte een enorme meerwaarde van de stroomopbrengst geeft. In de Oosterpoort mag een mast niet hoger zijn dan 35 meter. Dankzij de lange wiek zou het toestel toch een hoogte van 61 meter hebben gehaald.
15
ZICHTBAARHEID VAN HOGE OBJECTEN
- Ursi Frehner
De theoretische vingeroefeningen van tegenwindacties stemmen niet overeen met de realiteit. Tal van omgevingsfactoren beperken de zichtbaarheid. Zichtbarrières, luchtvochtigheid en volume van het object beperken de zichtbaarheid van windmolens aanzienlijk.
16
Van het Ruimtelijk Planbureau is de berekening van zichtbaarheid van de Belle van Zuylen-toren van 262m hoogte. De geplande Belle van Zuylen-toren - met zijn hoogte van 262 meter beoogd blikvanger van de Utrechtse Vinexwijk Leidsche Rijn - zal bij goede weersomstandigheden zichtbaar zijn in een zeer groot deel van het open gebied van het Groene Hart. In theorie is de toren over een af-stand van 62 kilometer te zien maar in de praktijk zal de maximale zichtafstand, zelfs in het relatief open landschap van het Groene Hart, niet groter zijn dan 30 tot 35 kilometer. Door de aanwezigheid van 'zichtbarrières', zoals stedelijke bebouwing en bosschages, is de toren daarbinnen plaatselijk soms geheel onzichtbaar. Bovendien zullen minder goede weersomstandigheden de zichtbaarheid van de toren in de praktijk sterk beperken
In de Noordoostpolder is een zware lobby aan de gang tegen de windmolens, die langs de IJsselmeerkust gepland zijn. Op de website van Tegenwind.net komen we onder andere berekeningen tegen hoe ver een molen zichtbaar zou zijn. Ze beroepen zich op een tabel van het KNMI. Het blijft theorie. Dat deze niet overeenkomt met de realiteit blijkt uit volgende voorbeelden. Volgens deze tabellen zou de Poldertoren (60m) in Emmeloord vanaf 30 km te zien zijn. Lemmer is 15 km vanaf Emmeloord. Geen Poldertoren te bekennen in Lemmer. Dat geldt ook voor de Achmeatoren in Leeuwarden met 115m. Theoretisch over 40km zichtbaar. De Achmeatoren zou dus behalve vanaf Noordwolde en Oosterwolde in heel Friesland zichtbaar moeten zijn. Hetzelfde geldt voor de Zendmast in Smilde. Die is zo hoog als de Eiffeltoren, maar liefst 303 meter. Volgens de tabellen zou hij meer dan 65 km zichtbaar moeten zijn. Onderstaande visialisatie laat zien hoe landschapselementen de zichtbaarheid beperken. De metalen mast is vanaf 16 km
zo nu en dan te zien. Daar moet je goed je best voor doen. In het oog loopt hij pas als de 82 meter hoge betonnen toren zichtbaar wordt, vanaf krap 6 km afstand. Dat komt door omgevingsfactoren, zoals de zichtbarrières in het landschap, de luchtvoch-tigheid en het ontbreken van volume. De luchtvochtigheid ligt in Nederland normaal bij de 40-50%. Dat beperkt de zichtbaarheid aanzienlijk. Evenals de zendmast van Smilde hebben windturbines nauwelijks volume, een fractie van het volume van een gebouw. Daardoor gaan zij nog eerder op in de achtergrond. Dus laten we ons niet intimideren door de theoretische argumenten van de tegenwind lobby. De beleving van windturbines is zeer subjectief. Op een rij opgesteld, zal de voorstander het ervaren als wiekenballet, terwijl de tegenstander alleen horizonvervuiling ziet. De Kinderdijk heeft tegen-woordig de status van werelderfgoed. Over honderd jaar is dat wellicht de Flevodijk. Heeft ooit iemand bezwaar gemaakt tegen hoogspanningsmasten? Zou hypocriet zijn. Iedereen profiteert ervan. Het is net zo hypocriet de schade van onze uitstoot of van kernenergie af te wentelen op volgende generaties. Zendmast van Smilde - 303m hoogte, betonnen toren 82m. Bij helder weer is de stalen mast vanaf 16 km periodiek te zien. In het oog springt hij pas vanaf 5,8 km wanneer ook de massieve toren zichtbaar wordt.
De theorie boven, de realiteit beneden. Zichtbarrieres zijn er zelfs in het open weidelandschap, al staan ze op kilometers afstand.
WERELDTOP WINDENERGIE
10
- Ursi Frehner - uit: Wiekenwer september 2007
17 Tulpen en molens zijn wat der wereld kent van Nederland. Nederland - molenland loopt ver achter op het vlak van windenenergie. Wij leggen het af tegenover de niet traditionele windlanden. Hier de wereldwindproductiecijfers van 2005 Duitsland is wereldwijd koploper in windenergie. Het produceert bijna zoveel als Spanje en de VS de nummers 2 en 3 samen. Nederland haalt met plaats 9 nog net voor Japan de toptien. Wereldwijd gezien is Europa absolute koploper. Europa heeft ruim 4 keer het opgesteld vermogen van de VS. Europa en de VS samen zijn wereldwijd goed voor ruim 80% windenergie. Per hoofd van de bevolking gezien ziet het beeld anders uit. Absolute koploper is hier Denemarken dat per inwoner 2,5 keer zoveel produceert als Spanje en Duitsland en bijna 8 keer zoveel als Nederland. Interessant is ook de dichtheid van het opgestelde vermogen. Hier staat Denemarken nog steeds aan de kop met 72,6 MW/1000km2. Ook Duitsland heeft met 51,6 MW/1000km2 een hoge dichtheid. Dat is nog steeds tien keer de dichtheid van het Nederlandse windpark.
van krachtiger windturbines kun je uit deze gegevens concluderen, dat het Nederlandse windpark ernstig verouderd en hoog nodig aan opschaling toe is; de wet van de remmende voorsprong. Kansen De opschalingscluster A7 waarin Noordenwind participeert laat zien dat je met minder molens de productie honderden keren kunt verbeteren. 4 nieuwe molens vervangen 12 oude met 160x de opbrengst van de oude molens. Overigens, de 1219 MW vermogen in Nederland zijn al bijna 3 keer zoveel als de kerncentrale Borssele (450 MW) . Nieuwe kerncentrales kunnen wij voorkomen of uitstellen, als wij het windpark opschalen ipv opmeppen en de nieuwste energiezuinige technologie bevorderen. Dit vergt wel een omslag in het politiek klimaat. Een klimaat waarin opschaling en clustering door de politiek actief ondersteund worden.
Remmende voorsprong Gezien de pionierrol die Nederland ooit vervuld heeft en de snelle ontwikkeling
Europa: Vermogen/inwonertal Land MW / miljoen inwoners 1 DK 578.1 2 E 232.1 3 D 223.4 4 NL 74.8 5 I 29.7 6 GB 22.4 VS
31,5
Europa: Dichtheid vermogen Land MW / 1000 km2 1 DK 72.6 2 D 51.6 3 GB 32.2 4 E 19.8 5 I 5.7 6 NL 5.0 VS
0.9 MW
substanieel aandeel windenergie Bron: Gemeenten aan de Wind - VNG uitgeverij 2003 Sommige landen en regio's die vergelijkbaar zijn met Nederland, laten zien dat windenergie de potentie heeft om een belangrijke bijdrage aan de energievoorziening te leveren. Bijvoorbeeld Denemarken bijvoorbeeld, waar sinds 2000 al 13% van de elektriciteit uit windenergie komt, en de Duitse deelstaat Sleeswijk-Holstein (ruim 16%) en de Spaanse provincie Navarra (22%). Ook in Nederland is er veel mogelijk, ook al is ons land dichtbevolkt. De rijksoverheid geeft aan dat 1.500 MW turbinevermogen op land in 2010 haalbaar moet zijn. Bij toepassing van turbines met een vermogen van 1,5 MW per stuk, zijn er 1.000 turbines nodig. Dat is zelfs minder dan de 1.451 turbines die er eind 2002 al stonden, maar de nieuwe turbines moeten dan wel veel groter zijn dan de huidige, oudere types. Opgeteld bij de mogelijkheden op het Nederlandse deel van het continentale plat van de Noordzee (6.000 MW in 2020), kan het aandeel windenergie - zelfs met de huidige technische mogelijkheden - in 2020 oplopen tot 20% van de Nederlandse elektriciteitsvoorziening.
positieve discriminatie Duitse windturbineprojecten Duitsland regelt de medeverantwoordelijkheid van iedere gemeente voor de energietransitie in de bouwet. De nuloptie voor windenergie binnen je gemeentegrenzen is uitgesloten. De gemeenten mogen wel zelf regels stellen waar en hoe.
18
Duitsland is wereldwijd koploper in Windenergie. Het produceert bijna zoveel als de nummers twee en drie, Spanje en de VS samen. Deze koploperpositie is overigens realtief. Per hoofd van de bevolking en per vierkante meter staat nog steeds Denemarken bovenaan. Waarom Duitsland vooroploopt in windenergie blijkt uit de regelgeving. Windturbine-installaties (WEI) zijn in Duitsland in het buitengebied (d.w.z.
buiten de bebouwde kom) geprivilegeerd toelaatbaar (§35 lid 1 Nr. 6 bouwwet). Een gemeente kan in het Flächennutzungsplan één of meerdere speciale gebieden voor WEI aanwijzen en verder uitsluiten. Uitsluiting in het gehele gemeentegebied is principieel niet toegestaan. Dus in iedere gemeente is er ruimte voor windturbineprojecten. Daarmee gaat de Duitse wetgeving uit van de medeverantwoordelijkheid van iedere gemeenschap voor de duurzame
energievoorziening. Wil de gemeente zelf verdergaande voorschriften zoals aantal, hoogte, standplaatsen en vormgeving bepalen, moet zij een Bebauungsplan opstellen. Ze kan het echter ook aan de initiatieven en ontwikkelaars overlaten. Mogelijke conflicten ten aanzien van het onstaan van lawaai, schaduw en verdere uitstoot moeten reeds op het bestuursvlak van de Flächennutzungsplan afgehandeld worden en in de afweging opgenomen.
SER: kernenergie is niet duurzaam - www.wise.nl Kernenergie is niet duurzaam Dit is de conclusie van het rapport "Fact Finding Kernenergie" dat in opdracht van de Sociaal Economische Raad (SER) is gemaakt door wetenschappers van het Energieonderzoekscentrum (ECN) en de Nuclear Research Group (NRG), pleitbezorgers van kernenergie.
De Sociaal Economische Raad (SER) heeft het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN) een fact-finding studie laten uitvoeren waarin feiten en gegevens over kernenergie zijn verzameld. Op basis van deze studie bereidt de SER een advies voor over de rol van kernenergie in de toekomstige energievoorziening. Uitgangspunt van dit SER-advies is het streven naar een duurzame energievoorziening, die tegelijkertijd betrouwbaar, schoon, veilig, betaalbaar en toegankelijk is. In het rapport Fact Finding Kernenergie wordt aan de hand van een aantal veelgestelde vragen een samenvatting gegeven van de informatie die in deze
studie is te vinden. Deze vragen gaan onder meer over de risico's die aan kernenergie zijn verbonden, de beschikbaarheid en herkomst van brandstof voor kerncentrales en de kosten van kernenergie. Maar ook of nieuwe kerncentrales in de Nederlandse elektriciteitsvoorziening kunnen worden ingepast. In het ECN-onderzoek zijn feiten en gegevens over kernenergie verzameld op basis van bestaande inzichten en literatuur (fact finding). Voor technologische expertise heeft ECN zich laten bijstaan door de Nucleair Research and consultancy Group (NRG). Aangezien kernen-
ergie het centrale onderwerp van de studie is, gaat het ECN-rapport in beperkte mate in op andere vormen van energie, zoals fossiele brandstoffen, wind- en zonne-energie. Dat gebeurt alleen als een bron over meerdere vormen van energie uitspraken doet. Deze vergelijkingen moeten met de nodige voorzichtigheid worden gehanteerd, aangezien per energiebron vaak verschillende uitgangspunten en vooronderstellingen worden gehanteerd. Gegeven de opdracht gaat de ECN-studie hier echter niet op in. Dat vormt een beperking bij een beoordeling van kernenergie in de bredere context van de toekomstige energievoorziening.
RAPPORT IPCC - NOS/IPCC Het bestaat uit 2500 wetenschappers uit ruim 130 landen. In zijn laatste rappor van februari 2007 oordeelt het IPCC dat de klimaatverandering in de laatste 50 jaar 'zeer waarschijnlijk' te wijten is aan menselijke activiteiten. 'Zeer waarschijnlijk' staat gelijk aan een waarschijnlijkheid van meer dan 90 procent. Het Intergovernmental Panel on Climate Change is een organisatie van de VN. Het NOS-journaal van 1 november 2007 ging in op de gevolgen van de klimaatopwarming. Bij een temperatuurstijging van 1 °C:
Bij een temperatuurstijging van 3 °C :
- Smeltende gletsjers bedreigen de watervoorziening voor 50 miljoen mensen - Bescheiden toename graanopbrengsten in gebieden met gematigd klimaat - Zeker 300.000 extra doden door malaria, andere klimaatgerelateerde ziekten en ondervoeding - Lagere sterfte in de wintermaanden in noordelijke gebieden - 80 procent van de koraalriffen verbleekt en sterft af, bijv. het Great Barrier Reef
- Iedere tien jaar grote droogte in Zuid-Europa - 1 tot 4 miljoen mensen meer lijden onder watertekorten - 150 tot 550 miljoen extra mensen getroffen door hongersnood - 1 tot 3 miljoen mensen overlijden aan ondervoeding - Begin van het afsterven van het Amazonewoud (alleen volgens sommige modellen) - Grotere kans dat het westelijke deel van de ijskap van de Zuidpool ineenstort - Grotere kans dat de warme Atlantische golfstroom stopt - Grotere kans dat er abrubte veranderingen in de moesson optreden
Bij een temperatuurstijging van 2 °C: - 5 tot 10 procent minder oogstopbrengst in tropisch Afrika - 40 tot 60 miljoen meer mensen kunnen malaria krijgen in Afrika - Waarschijnlijk zal het aantal hittegolven en tropische stormen toenemen - Tot 10 miljoen mensen meer getroffen door overstromingen langs de kust - 15 tot 40 procent van alle soorten dieren en planten wordt met uitsterven bedreigd (volgens één schatting) - Het zeeijs op de noodpool zal waarschijnlijk geheel verdwijnen in de zomer - Hoog risico op uitsterven van diersoorten op de Noordpool zoals de ijsbeer. - Het smelten van de ijskap van Groenland kan onomkeerbeer worden, wat uiteindelijk tot een zeespiegelstijging van 7 meter zal leiden
Bij een temperatuurstijging van 4 °C : - Oogsten nemen met 15 tot 35 procent af in Afrika - Tot 80 miljoen meer mensen kunnen malaria krijgen in Afrika - De helft van de Arctische toendra gaat verloren Bij een temperatuurstijging van 5 °C : - Grote gletsjers in de Himalaya kunnen verdwijnen, wat een kwart van de bevolking van China treft - Voortdurende verhoging van de zuurgraad in de oceanen, wat kan leiden tot ernstige verstoring van de ecosystemen in zee en de visstand - De stijging van de zeespiegel bedreigt kleine eilanden en kustregio's als Florida en belangrijke steden als New York, Londen en Tokio.
uitstoot windturbine binnen
zes maanden
geneutraliseerd Wind- en zonneenergie vergeleken Zonnepanelen zijn veel minder dominant voor het landschap dan windturbines. Maar de tijd die nodig is om alle input aan energie - inclusief onderhoud en sloop - terug te verdienen, is voor een moderne windturbine minder dan zes maanden, terwijl een zonnepaneel er zo'n vier jaar voor nodig heeft. Als ervan wordt uitgegaan dat beide een levensduur hebben van 20 jaar, dan levert een windturbine 40 tot 80 maal zijn eigen energie-input op, terwijl een zonnepaneel blijft steken op een factor vijf. Windenergie is op dit moment dus veel efficiënter dan zonnepanelen.
19
zeespiegelstijging: zin of onzin? Waar!
20
- De smeltende Noordpool heeft geen gevolgen voor de hoogte van de zeespiegel. Vergelijk het met een ijsklontje in een glas limonade: als het ijsklontje smelt, loopt het glas niet over
Ook waar! - De zeespiegel stijgt - Anders is het met het landijs op de Zuidpool, Groenland en Bergmassieven. Als dit ijs smelt en in de zeeën terecht komt kan de zeespiegel wel zeven meter stijgen! - De hoeveelheid ijs van de noordpool is de afgelopen tien jaar met 9 procent afgenomen. Als het zo doorgaat is de noordpool aan het einde van deze eeuw verdwenen. Dieren die er leven, zoals de ijsbeer, zullen uitgestorven zijn. - De opwarming van de atmospheer is nu al zichtbaar aan het landijs. Het Zwitserse Lawineinstituut in Davos deelde in 2003 mee, dat in 50 jaar alle Alpengletsjers verdwenen zullen zijn.
Kilimanjaro is sneeuwkap kwijt 2005 Kilim Jaro betekent in het Swahili ‘stralende berg’, maar de gletsjers en de ijskap die de top meer dan 11.000 jaar bedekt hielden ondanks zijn ligging op 320 km van de evenaar - behoren definitief tot het verleden. Door de opwarming van de aarde is vrijwel alle sneeuw op de krater gesmolten, vijftien jaar eerder dan wetenschappers hebben voorspeld.
Noordelijke IJszee zomer 2008 open Voor het eerst in de geschiedenis van de mensheid is het mogelijk om met een schip helemaal rond de Noordpool te varen. Er is zoveel ijs gesmolten boven en rond de Noordelijke IJszee dat de noordoostelijke en de noordwestelijke doorvaart voor het eerst in zeker 125.000 jaar allebei tegelijk bevaarbaar zijn.
gletsjersignalen - opwarming aarde is meetbaar Uit: het transscrip van VPRO - Noorderlicht / uitzending 9 MEI 2002
Bord informeert over de teruggang van de Zwitserse Morteratsch gletsjer.
Professor Hans Oerlemans is meteoroloog en gletsjerdeskundige aan de Universiteit van Utrecht. Hij onderzoekt al zo´n twintig jaar hoe gletsjers reageren op klimaatverandering. " Ik denk dat de gletsjersignalen het duidelijkste bewijs is dat de aarde opwarmt. Waarom die opwarming plaats vindt, dat is een ander verhaal. Maar dat het warmer is geworden, en flink ook, daar ben ik heilig van overtuigd. Het broeikaseffect is een natuurlijk proces. En daarom praten we ook graag van het versterkte broeikaseffect. Dus wij veranderen de concentratie van een aantal van
die gassen, broeikasgassen, en daardoor wordt het versterkt. We weten ook, en dat is denk ik ook goed om te noemen, dat bijvoorbeeld de CO2-concentratie in het verleden enorm gevarieerd heeft. Uit de analyse van gasbelletjes uit ijskernen, die gaan 400.000 jaar terug, weten we dat de CO2 concentratie geschommeld heeft tussen de 200 ppm part per miljoen in een ijstijd, naar ongeveer 280 in het interglaciaal. Dat is een natuurlijke schommeling. Maar we weten ook vrij zeker, dat het niveau waar we nu zitten dat is ongeveer 365, dat dat nooit is opgetreden in de laatste paar honderdduizend jaar." GERBRAND KOMEN, DIRECTEUR KNMI Het is heel duidelijk dat de samenstelling van de dampkring echt is veranderd, niet een beetje, maar flink. Met name de hoeveel kooldioxide is met dertig procent toegenomen. Dat is meteen over de hele aarde, dat is overal, ook boven Antarctica ook boven de stille oceaan. Dus die invloed van de mens wereldwijd die is zonder meer aangetoond.
VERENIGINGCOLLECTIEFBEZITWINDMOLENS
NOORDENWIND kantoor
windmolenvereniging NOORDENWIND Van Haersmasingel 4 9201 KP Drachten 0512-511713 fax 0512-545261
e-mail website
[email protected] www.noordenwind.org
postadres
Postbus 577 9200 AN Drachten
Frieslandbank Postbank KvK BTW-nr. molenbeheer
2962.37.108 48 69 353 40004153 81.46.895.B.01
WIE, WAT, WAAR?
Sicco Boorsma Rinbank 1 9103 PB Dokkum
WINDturbines Molen 1 Zurich Molen 2 Holwerd Molen 3 Herbayum Molen 4 Holwerd Molen 5 Burdaard Molen 6 Zurich Molen 8 Ternaard Molen 9 Hallum Molen 10 RUG Groningen Molen 11 Hornhuizen Participatie Opschalingscluster Windpark A7 BV, vervangt molens 1 en 6, gereed eind 2008
ZON pv-projecten 1 2 3 4 5
Harry Slagter, Drachten
bestuurssecretaresse Klaske Hoekstra, Nijbeets
bestuur voorzitter
NOORDENWINDPROJECTEN
0519-296673
Informatiecentrum Mar & Klif, Oudemirdum 2200 Watt-piek Noordenwind kantoor, Drachten, 600 Watt-piek Solarboot Sinne Riner, t.g.v. Frisian Nuon Solar Challenge 2006 Solarboot Sinne Rinner 2 voor FSC-race 2008, ism FMF Educatieve opstelling PV Dockinga College, Dokkum
DOELSTELLINGEN NOORDENWIND De Vereniging Collectief Bezit Windmolens pioneert al twee decennia in windenergie. Inmiddels is de doelstelling verbreed tot pionieren in alle ‘schone’ energieen. De leden kunnen via laagdrempelige participatie deelnemen aan onze projecten. Vanaf 50€ ben je al medeeigenaar van een windmolen. Een participatiemogelijkheid van de lokale bevolking bevordert de maatschappelijke acceptatie fundamenteel.
secretaris
Egbert Kruize 0591-353133 Schuttingslaan 85 06-20422822 7881 JN Emmercompascuum e-mail:
[email protected]
penningmeester
Marcel Driessen Zwelerbrink 74 7812 JM Emmen
0591-659911
Peter Rodenburg Leppedyk 57 8491 GK Akkrum
0566-652738
Keimpe Fink Krûdikker 7 9148 BD Hiaure
0519-292615
Ursi Frehner Middenweg 123 8538 RB Bantega
0514-551290
Jelle de Heer De Reedmaker 12 9005 RM Wergea
058-2551026
*Noordenwind wil overheden positief informeren en beïnvloeden bij het uitwerken van streek-, structuur- en bestemmingsplannen om het plaatsen van windturbines te bevorderen. * Verder neemt de vereniging deel aan regionaal overleg om zo invloed uit te oefenen op het beleid.
0511-444669
Promotie ter beïnvloeding van de publieke opinie en t.a.v. ledenaanwas
De productie van duurzame energie * Noordenwind exploiteert groene energieprojecten, en levert een bijdrage aan de energietransitie. * De vereniging werkt mee aan het algemene windenergiebeleid, ook t.a.v. initiatieven van anderen, om goede voorwaarden te scheppen voor plaatsing van windturbines. Beïnvloeding van (overheid)beleid
PR
molencommissie
public relations & Sinne Rinner Riet du Pré Boskwei 57 9299 HS Zwagerbosch (standbeheer)
Doede Boon It Skûtsje 30 9001 HJ Grou
0566-622231
Joke del Grosso Mounewei 1 9111 HB Birdaard
0519-332833
Andries Tadema Torenlaan 42 9261 VZ Eastermar
0512-471883
* Dit doet Noordenwind door met de promotiestand deel te nemen aan beurzen en markten. Verder door met publicitaire acties te trachten een groter draagvlak voor windengergie te creeren. * De vereniging wil hiermee leden en inleggingen verwerven o.a. door het beschikbaar stellen van windmolencertificaten. Door middel van het verenigingsorgaan Wiekenwerk, vergaderingen en excursies worden de leden op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen op het gebied van Windenergie.