••• • • ^
gemeente Roermond
uw nummer uw datum AAN ons nummer onze datum verzonden inlichtingen bij sector/afdeling doorl
2013/UIT/50991 29 mei 2Q
de voorzitter van de gemeenteraad
30 MEI S. Franssen SECR / Bestuursondersteuning 0475 - 359 274 2 raadsinformatiebrief inzake brief 33 Limburgse gemeenten aan VNG inzake decentralisaties sociale domein
Geachte voorzitter, Bij raadsinformatiebrief van 11 april jongstleden hebben wij u (onder meer) geïnformeerd over het initiatief van de Vereniging van Limburgse Gemeenten (VLG) om gezamenlijk (Limburg breed) te reageren op de decentralisatiebrief van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken. Deze decentralisatiebrief pleit voor meer (bestuudijke) samenhang bij de voorgenomen decentralisaties op het gebied van de jeugdzorg, zorg en arbeidsparticipatie. Gemeenten werden gevraagd met elkaar in gesprek te gaan en vóór 31 mei 2013 te komen met voorstellen voor (nieuwe) samenwerkingsverbanden. De Limburgse reactie is intussen gereed en - na goedkeuring door de colleges van alle Limburgse gemeenten - verzonden. Een afschrift van deze brief (evenals van de aanbiedingsbrief van de VLG) doen wij u bijgaand ter informatie toekomen. De brief bestaat uit een gezamenlijk beeld per regio (Noord, Midden en Zuid Limburg) van de samenwerking tussen gemeenten. De input vanuit Midden Limburg is in goed onderiing overieg tot stand gekomen. Ook zijn in de brief voorwaarden opgenomen die het rijk volgens de gemeenten moet invullen. Zo wordt onder meer gevraagd snel duidelijkheid te verschaffen in de vorm van wet- en regelgeving en over beschikbare middelen, gemeenten voldoende inhoudelijke beleidsvrijheid te geven en een behoorlijke invoeringstermijn in acht te nemen. Op het rijk wordt bovendien een klemmend beroep gedaan om niet voor zijn verantwoordelijkheid weg te lopen als blijkt dat het tijdsgat tussen het ingaan van rijkskortingen en het realiseren van hervormingen in het sociale domein leidt tot financiële problemen bij gemeenten en maatschappelijke partners zonder dat deze daar invloed op hebben gehad. Kortheidshalve verwijzen wij u verder naar de bijgevoegde brief. Wij hopen u hiermee voldoende geïnformeerd te hebben. Hoogachtend,
stadhuis | IVlarkt31 6041 EM | Postbus 900 6040 AX Roermond \ T 0475 359 999 | F 0475 332 137 | Rabobank 1272.86.179
Vereniging van Limburgse Gemeenten
secretariaat stadhuisMaastrcm postbus 1992 6201 BZ Maastricht tel. 043 350 40 38 fax 043 350 40 10 K. V. K. Zuid-Limburg 40205681 petro. hermans@maastricht,nl
Aan het bestuur van de V N G M e v r o u w A . Jorritsma Postbus 30435 2500 G K Den Haag
Maastricht, 29 mei 2013 Betreft: uw brief van 16 januari 2013 In uw brief van 16 januari Jl. roept u de Nederlandse gemeenten op om vóór 31 mei a.s. aan te geven hoe deze i n v u l l i n g zullen geven aan de V N G strategie in het sociale domein 'bouwen op de kracht van gemeenten', c.q. een landsdekkend stelsel te vormen van samenwerkende gemeenten met robuuste congruente buitengrenzen, waarbij tegelijkertijd recht gedaan wordt aan de reeds in gang gezette ontwikkelingen bij gemeenten. Deze oproep is door het V L G bestuur opgepakt om ervoor te zorgen dat vanuit L i m b u r g een gezamenlijke reactie aan u gestuurd zou worden. Hiertoe hebben w i j een informatieve bijeenkomst voor de Limburgse collegeleden op 10 april Jl. en voor de gemeenteraadsleden op 22 april Jl. georganiseerd. Tijdens deze bijeenkomsten, die w i j samen met de V N G , het M K B , een zorgverzekeraar en een zorgaanbieders hebben georganiseerd, is op een goede manier van gedachten gewisseld over de gevolgen van de decentralisatieopdrachten. Bijgaand treft u deze brief, ondertekend door de burgemeesters van V e n l o , Roermond, Sittard-Geleen, Heerlen en Maastricht namens hun regio, aan over hoe in L i m b u r g wordt samengewerkt om de benodigde robuustheid te bereiken die nodig is om de taken van het R i j k in het sociale domein over te nemen. In deze brief worden tevens de voorwaarden benoemd die het R i j k moet invullen om deze opdrachten op een realistische wijze te laten plaatsvinden. M e t de meeste hoogachting.
O. Hoes voorzitter
l iet bestuur van de VorGnicjinc) van Nederlandse (-jomeenten t.a.v. mevrouw A. Jorritsma Postbus 30435 2500 GK Den I laag
Oiulerwerp: Datum: Uw brief:
decentralisatie van taken in liet sociale domein 29 mei 2013 16 januari 2013
Geachte inevrouw Jorritsma, Namens de Nederlandse gemeenten onderhandelt u met het kabinet over de vooiwaarden waaronder het Rijk taken in hel sociale domein overdraagt aan de gemeenten. Ten behoeve van deze onderhandelingen bevestigen de 33 Limburgse gemeenten aan u dat deze met elkaar samenwerken om de benodigde robuustheid te bereiken, die nodig is om taken van het F^ijk in het sociale domein over te nemen. In deze brief l)enoemen de Limburgse gemeenten tevens de voorwaarden die het Rijk moet invullen om deze overdracht op een realistische wijze te laten plaatsvinden, zonder schade voor kwetsbare burgers, voor bedrijven en werknemers in de zorg. 1 Robuuste gemeenten De genoemde robuustheid zal gerealiseerd worden op basis van een gezamenlijke beeld van de Limburgse gemeenten van: O de hervormingen in het sociale domein O de samenwerking tussen gemeenten O de samenwerking met maatschappelijke partners De contouren van dit gezamenlijke beekl zijn zichtbaar. De concretisering hiervan zal plaatsvinden op basis van inhoudelijke keuzes die gemeenten en hun maatschappelijk partners in een gezamenlijk proces zullen maken. De Limburgse gemeenten zoeken hiertoe de samenwerking op met de grote zorgverzekeraars in Limburg, zorgaanbieders, de vakbonden, MKB Limbuig en de Limburgse werkgeversvereniging LWV. 1.1 Gezamenlijk l)eeld van de h e r v o r m i n g e n in het sociale d o m e i n De gemeenten in Limburg baseren zich in hun beleidsvorming in het sociale domein op de stelling dat de wijk en het dorp de plekken zijn, waar de hervormingen naar een zorgzame en veilige leefomgeving zich zullen voltrekken. De burgers, hun sociale netwerk en zorgaanbieders zijn de dragers van de hervormingen, die hen zelf in staat zullen stellen om zorg die nodig is te organiseren en te voorkomen dat er problemen ontstaan bij Iwetsbaie burgers. Bijvoorbeeld bij menson die hoogbejaard zijn o f e e n arbeidsbeperking hebben of bij jongeren met gedragsproblemen. In deze hervormingen wordt
de slocjan 'minder overheid, moor samonlevincj' conoreot cjnmaakt on /iillon cjomeenten niet meer vanuit eon veelvoud van lokettoti aanvragen van burgers voor zorg beoordok^n, maar oen ondersteunende rol hebben in het netwerk dat burgers en hun omgeving vormen, gericht op afzonderlijke en gozamenlijko zelfrodzaamheid. IVen en ander kati eclitor niet worden gexien al; rechtvaardiging voor do zeer vergaande be/uinigingsopgave die liet rijk aan gemeenten oplegt. De gemeetiton en de zorgverzekeraars xijn veraniwoordelijk veor de (afnemende) middelen die nodig zijn voor de (groeiende) zorgvraag van burgers. (Denieenton en zorgverzekeraars vormen sterke nelwerl
projectleiders van de rjemeenten deelnomen. [)e regiecjroefi koppelt do voortgang terug aati een regionaal bestuurlijk overleg. Daaraan nemen de wethouders denl die de tiecentralisaties in portefeuille hebben. I let bestuuriijk overleg heeft inhoudelijk geen besluitvonnend karakter. Do besluitvorming vindt lokaal door cle colleges plaats. De regiovisie 'Regio in Balans' vormt de context van de samenwerking in de 3 decentralisaties. Deze regiovisie werd in 2012 cloor de Noofd-Limbuigse gemeenten vastgesteld en is een belangrijke stap op weg naar verdere intensivering van de samenwerking in do 'l^egio Venlo'. In afwijking hiervan geeft de gemeente Mook en Middelaar aan dat deze de vooti<eur geeft aan samenwerking binnen de Stadsregio Arnhem-Nijmegen, waar deze gemeento al jaren deel van uitmaakt. De gemeente Gennep zal samenwerkingsverbanden buiten de ai beidsmatktregio Venlo orideizoeken. Midden-Li ni burg Voor de decentralisatie van de jeugdzorg hebben de gemeenten in Midden-Limburg West (Leudal, Nederweert en Weert) en Midden-Limbuig-Oost (Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdaien en Roermond) gekozen voor subiegionale samenwerking. In de beide subregio's zijn stuur- en projectgroepen ingesteld en zijn (subtegionale) projectleiders aangesteld. Bestuudijke afstemming vindt plaats in het bestuurlijk Op Oveieenstemming Gericht Ovedeg (OOGO). De beide subregionale projectleiders werken daarnaast nauw met elkaar samen, waardoor afstemming voor de hele regio Midden-Limburg gewaarborgd is. Zo wordt onder meer samengewerkt ten behoeve van een inventatisatienota, een visie- en keuzenota en een beleidsplan. Vanuit de beide subregio's is [bestuurlijk recentelijk de intentie uitgesproken om de onderlinge samenwerking en de afstemming te versterken en deze te bevestigen aan de hand van een intentieovereenkomst. Deze overeenkomst zal naar venA'achting nog voor de zomervakantie aan de verschillende colleges worden voorgelegd. Medio 2012 zijn de zeven Midden-Limburgse gemeenten aangewezen als arbeidsmarktregio Midden-Litnburg. De nieuwe Participatiewet, m e t d e bijbehorende ontwikkelingen, maakt dat binnen de arbeidsmarktregio Midden-Limburg gezamenlijk wordt opgetrokken ten aanzien van het wetkgevetsservicepunt, de hervonning van het re-integratiebeleid en de hervorming van de Wsw-bedtijven. Inmiddels is al een regionaal arbeidsmarktbeleid Midden-Limburg, een Regionale visie op te-integratie en een UitvoeringsAgenda Arbeidsmarkt Midden-Limburg vastgesteld, Een en ander wordt vooibereid door de stuurgroep Regionaal Arbeidsmarktbeleid waarin de wethouders Werk en Inkotnen van de zeven betrokken gemeenten zitting hebben (en de regiornanager van het UWV Wetkbedrijf en directeuren van de SW-organisaties als adviseur deelnemen). Daarnaast is er een ambtelijke projectgroep evenals diverse ambtelijke werkgroepen. Vanaf de invoering van de Wet tnaatschappelijke ondersteuning zijn in Midden-Limburg gedifferentieerde samenwerkingsverbanden ontstaan. Dit voornamelijk vanwege de wens voor lokale inkleuring van het beleid. Intussen zijn (ambtelijk) initiatieven genomen om, met het oog op de decentralisatie van AWBZ-taken, te bezien op welke onderdelen de huidige samenwerking kan worden versterkt. Op bestuudijk niveau vindt op hoofdlijnen afstemming plaats in het portefeuillehoudersoverleg Zorg en Welzijn Midden-Limburg.
Vanuit de inlioud van de te decentraliseren taken wordt waar nodig en van onderop voortgebouwd op de samenwerking en wordt dezo versterkt. Waar dat voordelen biedt wordt opgeschaald naar het Middon Limburgs niveau, waarbij de opgave het niveau van samenwerking bepaalt. Daarmee wordt do noodzakelijke bestuurlijke slagkracht op een voldoende robuuste schaalgrootte gewaarborgd. Ook wordt op dezo wijze; oen integrale benadering van de 3D's mogelijk gemaakt, Zuid-Limburg In Zuid-Limburg voltrekt de taakovername van Rijkstaken zich in de processtappen 'richten, innchten en verrichten', Bestuudijke projectorganisaties zijn actief voor het totaal van 18 ZuidLimburgse gemeenten. In de projectorganisatie AWBZAA/MO heeft Sittard-Geleen het voortouw. In de projectorganisatie Jeugdzoi-g heeft Maastricht het voortouw en Heerien heeft dit voor de projectorganisatie Arbeidsparticipatie. De integratie van de decentralisaties op het gebied van de AWBZAA/MO, Jeugdzorg en Arbeidsparticipatie v/ordt - ter ondersteuning van de 3 projectorganisaties - bewaakt door de wethouders sociaal domein van Heeiien, Maastricht en Sittard-Geleen. Deze wethouders doen dit vanuit een gezamenlijke agenda van de 3 steden op het gebied van economie, wonen, zorg, mobiliteit, sport en cultuur. De 18 regiogemeenten zijn bestuurlijk en ambtelijk actief betrokken bij de decentralisaties. Doordat deze zitting hebben in de stuurgroepen op de schaal van Zuid-Limburg en/of deze participeren in het overleg van de wethouders sociaal domein op de schaal van de subregio's Parkstad, Maastricht-Heuvelland en Westelijke Mijnstreek. De Zuid-Limburgse gemeenten zijn van mening dat in de uitvoering van de taken in het sociale domein, de gemeentelijke samenwerking het meest effectief is op de schaal van de 3 subregio's Parkstad, Maastncht-Heuvelland en Westelijke Mijnstreek. Voor elk van deze subregio's wordt een bestuurlijk-ambtelijke projectstructuur ingericht. Dit zal leiden tot een piramidemodei, waarbij naar gelang de zwaarte van de zorgvraag de uitvoering plaatsvindt op lokaal, subregionaal of Zuid-Limburgse schaal, In aanvulling hierop geven de gemeenten Voerendaal, Onderbanken, Nuth en Simpelveld aan dat zij voor de uitvoering van lokale taken de samenwerking zoeken met andere gemeenten, waarbij uitgegaan wordt van vergelijkbaarheid qua aaid, karakter en identiteit ('couleur locale') van de samenwerkende partners. De gemeente Kerkrade is van mening dat gekozen kan worden voor een ander bovenlokaal schaalniveau dan de subiegio Parkstad voor gemeentelijke samenwerking. 1.3 Gezamenlijk beeld van s a m e n w e r k i n g met maatschappelijke partners De hervorming in het sociale domein vindt plaats in de buurten en kan alleen succesvol zijn als zorgverzekeraars, bedrijfsleven, zorgaanbieders en gemeenten een gezamenlijke visie hebben op deze hervorming en • • ieder van vanuit de eigen verantwoordelijkheid - een gezamenlijk plan hebben orn deze hervorming te realiseren. De gemeenten in Limbuig werken soms individueel en soms gezamenlijk aan het veisterken van de relaties met de maatschappelijke partners. In die samenwerking wordt gezocht naar gemeenschappelijk inhoudelijk draagvlak voor het te voeren beleid. De kwetsbare burger staat centraal en het gezamenlijke plan van zorgverzekeiaars, bedrijfsleven, zorgaanbieders on gemeenten moet laten zien dat de zelfredzaamheid van deze
burger toeneemt door een integrale benadering voor de problemen o|) het gcjbied van /org, onderwijs en werk. 7. V o o r w a a r d e n clio het Uijk moeten invullen IJe Limburgse gemeenten nemcMi hun verantwoordelijkheid in de decentralisatie van taken in het sociale domein. Dat vcïionderstelt dat het Rijk ook /ijn verantwoordelijkheid neemt. Dat kan door: 1. duidelijk te communiceren aan burgers dat de rijksoverheid kiest voor een verschraling van de /org voor kwetsbare burgers, tijdens het transitieproces 'minder overheid, meer samenleving'; 2. uiterlijk op 1 januari 2014 in wetgeving over AWBZAA/MO, JoLigd/org en Participatiewet exact aan te geven wat de taken van de gemeenten zijn, almede hoeveel middelen hiervoor beschikbaar zijn; Indien, zoals sommige gemeenten bepleiten, er landelijk afspraken voor een minimumpakket (WMO) komen, dan dient Itet rijk borg te staan voor basisfinanciering. 3. de gemeenten daadwerkelijk de inhoudelijke beleidsvrijheid te geven om de taken in het sociale domein uit te voeren, en niet in de oude reflex te schieten van centrale regelingen en voorwaarden, die de integrale aanpak door genieenten belemmert. 4. binnen de grenzen van de arbeidsmarktregio's ruimte te geven voor maatwerk voor gemeentelijke samenwerking, als de effectiviteit van de samenwerking tussen gemeenten ondeding en met maatschappelijke partners daarbij gebaat is; 5. te voorkomen dat (delen van) regio's financieel nadeel zullen ondervinden door de 'digitale toepassing' van landelijke verdeelmodellen en de situatie ontstaat dat regio's met de zwaarste hervormingsopgave de minste middelen (per kwetsbare burger) van het rijk ontvangen; zo nodig kunnen wij zorgen voor feitelijke onderbouwing van de afwijkingen van landelijke gemiddelden; 6. een invoeringstermijn van minimaal 1 jaar te hanteren, na de definitieve besluitvorming in de Tweede Kamer en de Eerste Kamer over de decentralisaties AWBZ/WMO, Jeugdzoixj en Arbeidsparticipatie, alsmede de tijdige beschikbaarheid van benodigde informatie van o.a. zorgkantoren, UWV, bureau Jeugdzorg en provincie; 7. (MKB)bedrijven, zorgaanbieders en zorgverzekeraars te faciliteren, zodat deze hun rol kunnen vervullen in de hervormingen om de zelfredzaamheid van kwetsbare burgers te vergroten; 8. samen met de gemeenten en mede op basis van het onderzoek van het Centraal Planbureau en de eerdere adviezen van de l^vF/ROB, vast te stellen of de gemeenten de nieuwe taken in het sociale domein kunnen uitvoeren met de budgetten die door het rijk beschikbaar worden gesteld voor de nieuwe taken en bestaande taken die hiermee samenhangen, zoals onderwijs, wonen en arbeidsmarkt; 9. te garanderen dat bij de uitwerkingen van het Sociaal Akkoord en het Zorgakkoord budgetten en/of handelingsvrijheid van gemeenten om taken in het sociale domein over te nemen van het rijk niet afnemen; De Limburgse gemeenten noemen nog een 10''^ voorwaarde, die wellicht de grootste zwaarte heeft, Deze voorwaarde heeft betrekking op de gezamenlijke verantwoordelijkheid van Rijk, gemeenten en maatschappelijke partners voor de hervonningen in het sociale domein, In de kern gaat het met de woorden van Staatssecretaris Martin van Rijn om 'hoe wij in Nederland met elkaar willen samenleven", ln 40 jaar is de burger in de zorg steeds meer in de rol van consument gekomen, die bij de overheid de zorg claimt die hij//ij nodig heeft. Als op 1 januari 2015 de gemeenten taken in het sociale domein van het Rijk overnemen, gaat er in Nededand
nergens een knop otn, maar worckm wel allo burgers geacht zelfied/aatn te zijn. De overheid hoeft de burger dati alleen nog maar ondersteuning to le)veren, waar dat echt niet andeis kan. Dit is een proces dat 'o a 10 jaar in beslag zal nemen. Dit is een proces waar ook het Rijk medeverantwoordelijk voor is. I let Rijk kan en mag niet voor deze verantwoordelijkheid weglopen als blijkt dat het tijdsgat - tussen iiet ingaan van de rijkskorlingen en het realiseren van de hervormingen - leidt tot financiële problemen bij gemeenten en maatschappelijke partners, zonder dat deze daar invloed op hebben gehad. 3 Vervolgstappen De 33 Limburgse gemeenten, de grote zorgverzekeraars in Limburg, de zorgaanbieders, IVIKB Limburg en de Limburgse werkgevers vereniging LWV vervolgen hun proces om op 1 januari 2015 de taken op het gebied van de AWBZAA/l^yiO, Jeugdzorg en Arbeidsparticipatie over te nemen. Wij roepen het VNG bestuur op om in de onderhandelingen met het kabinet duidelijk te inaken dat de Limburgse gemeenten met elkaar samenwerken om de taken in het sociale domein uit te kunnen voeren en roepen het VNG bestuur tevens op om de toezegging te krijgen dat het kabinet voldoet aan de 10 voorwaarden die in deze brief zijn benoemd. Tenslotte geven wij aan dat wij gaarne gebruik maken van het aanbod van de VNG en het ministene van BZK in hun btief van 18 april jl., voor de inzet van hun expertise op het gebied van de decentralisaties in het sociale domein. Namens de 7 gemeenten in de regio Noord-Limburg, Burgemeester Antoin Scholten
/Nainens de 7 gemeenten in de tegio Midden-Limburg Burcjemeester Peter Cammaert Namens de 4 gemeenten in d. regio Westelijke Mijnstreek Burgemeester Sjraar Cox
Namens de 6 gemeenten in dè--, regio Maastricht-Lleuvelland, l. Burgemeester Onno Hoes.-
Namens de 8 gemeenten in de regio Parkstad, Burgemeester Paul LOepla