••••• gemeente Roermond
uw nummer uw datum AAN ons nummer onze datum verzonden inlichtingen bij sector/afdeling doorkiesnr. bijlage(n) betreffende
2013/UIT/48957 11 april 2013
de voorzitter van de gemeenteraad
SECR / Bestuursondersteuning 0475 - 359 274
raadsinformatiebrief inzake regionale samenwerking 3D's (decentralisaties in het sociale domein)
Geachte voorzitter, Op 19 februari 2013 heeft minister Plasterk van Binnenlandse Zaken een decentralisatiebrief naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit om te komen tot meer (bestuudijke) samenhang tussen de voorgenomen decentralisaties op het terrein van ondersteuning in de zorg, arbeidsparticipatie en jeugdzorg. In gemeenteland inmiddels bekend onder de noemer "operatie 3D". Het kabinet wil intergemeentelijke samenwerking bevorderen. Gemeenten worden gevraagd met elkaar in gesprek te gaan en vóór 31 mei 2013 te komen met voorstellen voor (nieuwe) samenwerkingsverbanden. Het kabinet streeft naar congruente, robuuste 3D-samenwerkingsverbanden en wil daarbij borgen dat elke gemeente deel uitmaakt van een voldoende stevig samenwerkingsverband met een bereik van in principe 100.000 inwoners. Als reactie op de brief van de minister zijn in VLG-verband (Vereniging van Limburgse Gemeenten) initiatieven in gang gezet. In ovedeg met de provincie hebben de gemeenten Maastricht, Heeden, Sittard-Geleen, Roermond en Venlo afgesproken, ieder voor hun eigen regio, gemeenten bijeen te brengen om visies op samenwerking met elkaar te delen. Op 10 apnl jongstleden hebben de colleges van burgemeester en wethouders van alle Limburgse gemeenten hierover met elkaar van gedachten gewisseld. Op 22 april 2013 vindt een bijeenkomst van gemeenteraden ter zake plaats. Ter voorbereiding op het (onderiinge) overieg van Midden-Limburgse gemeenten is een notitie, genaamd "3D in Midden-Limburgs perspectief; een denkrichting voor samenwerking en schaalgrootte in het sociale domein", opgesteld. Kort samengevat betekent dit het volgende. Vanuit de inhoud van de taken wordt voortgebouwd op en wordt de samenwerking in de beide subregio's Midden-Limburg West (Nedenweert, Leudal en Weert) en Midden-Limburg Oost (Roerdalen, Maasgouw, Echt-Susteren en Roermond) versterkt. Daarmee wordt de noodzakelijke bestuurlijke slagkracht op een voldoende robuuste schaalgrootte gewaarborgd. Waar dat voordelen biedt wordt opgeschaald naar het Midden-Limburgs niveau. Het gaat hierbij, niet meer en niet minder, om samenwerking
in het sociale domein. Het wordt op
voorhand niet wenselijk en efficiënt geacht voor alle drie de decentralisatieoperaties op te schalen naar Midden-Limburg. Dit vanwege de gewenste slagkracht die toch aanzienlijk afneemt bij samenwerking en afstemming met zeven gemeenten en vanwege geografische, bestuuriijke en inhoudelijke verschillen tussen Midden-Limburg West en Midden-Limburg Oost.
s t a d h u i s | Markt 31 6041 E M | P o s t b u s 900 6040 A X Roermond | T 0475 359 999 | F 0475 332 137 | Rabobank 1272.86.179
I
www.roermond.nl
i
Ons nummer2013/UIT/48957 Pagina 2 Zonder al te ingrijpende maatregelen kan op de voorgestelde wijze niet alleen tegemoet worden gekomen aan tiet verzoek van het kabinet (robuuste samenwerkingsverbanden), maar kunnen we onze krachten ook ongeforceerd bundelen met onze al bestaande 'natuurlijke' samenwerkingspartners en daarmee efficiency en bestuudijke daadkracht in de regio versterken. Tijdens de eerder genoemde bijeenkomst van de colleges van burgemeester en wethouders op 10 april jongstleden is het belang van samenwerking in het sociale domein onderkend. Dat gemeenten hier niet alleen voor staan werd bevestigd door een pleidooi van de zijde van zorgverzekeraars. Samenwerking gaat immers verder dan alleen de gemeentelijke taken en er is nog veel winst te behalen, niet in de laatste plaats voor onze inwoners. Afgesproken is dat in de vijf Limburgse regio's, waaronder de regio Midden-Limburg, wordt uitgewerkt op welke uitvoeringsschaal (regionaal, subregionaal, lokaal) samenwerking het beste tot zijn recht komt. De notitie "3D in Midden-Limburgs perspectief; een denkrichting voor samenwerking en schaalgrootte in het sociale domein" treft u bijgevoegd aan. Deze notitie is vastgesteld door de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Weert, Nederweert, Leudal en Roermond. De colleges van de MER-gemeenten (de gemeenten Maasgouw, Echt-Susteren en Roerdalen) gaan uit van een opbouw van onderop. Vanuit de inhoud van het taakveld maken zij daarbij steeds een afweging over de schaalgrootte vanuit het uitgangspunt zo klein als mogelijk en zo groot als nodig. Gelet op de tijdsdruk die van buitenaf is opgelegd en de tijd die nodig was voor onderlinge afstemming tussen de gemeenten, is het thans kort dag tot 22 april aanstaande (de VLG-bijeenkomst voor Limburgse gemeenteraden). Uiteraard willen wij de raad graag goed informeren en ook meenemen in dit traject Ook omdat in onze gemeente op 22 april een (extra) raadsvergadering plaatsvindt evenals een vergadering van de commissie Bestuur en Middelen (waardoor raadsleden verhinderd zullen zijn om de VLG-bijeenkomst bij te wonen), vindt aansluitend aan het sprekersplein van woensdag 17 april aanstaande een informatieve bijeenkomst voor raadsleden over dit ondenwerp plaats. Via de gnffie zullen de raadsleden hiervoor worden uitgenodigd. Het onderhavige onderwerp is overigens al geagendeerd voor de vergadering van de commissie Burgers en Samenleving van 23 april aanstaande. Een commissievoorstel hebben wij heden doen toekomen. Wij hopen u voor dit moment voldoende geïnformeerd te hebben en verzoeken u deze brief door te leiden naar de leden van de raad.
3D in Midden-Limburgs perspectief Een denkrichting voor samenwerking en schaalgrootte in het sociale domein
Inleiding Op 19 februari 2013 heeft minister Plasterk (BZK) een decentralisatiebrief naar de Tweede Kamer gestuurd (zie bijlage 1). Dit om te komen tot meer (bestuurlijke) samenhang tussen de voorgenomen decentralisaties op het terrein van ondersteuning, participatie en jeugd(-zorg). In gemeenteland inmiddels bekend onder de noemer "3D". Het kabinet wil intergemeentelijke samenwerking bevorderen. Gemeenten worden gevraagd met elkaar in gesprek te gaan en vóór 31 mei 2013 met voorstellen voor congruente 3Dsamenwerkingsverbanden op een niveau van minimaal 100.000 inwoners te komen. In de vergadering van het bestuur van de Vereniging van Limburgse Gemeenten is op 20 februari j l . afgesproken om op een gecombineerde manier in te gaan op de vraag van de minister. Per regio wordt de input daarvoor voorbereid. Daarnaast vindt op 10 april een bijeenkomst plaats van alle colleges van burgemeester en wethouders en op 22 april aanstaande voor alle Limburgse raadsleden.
1. Huidige situatie in Midden-Limburg In Midden-Limburg wonen ca. 235.000 inwoners, verdeeld over 7 gemeenten.
Binnen het sociale domein bestaan al verschillende samenwerkingsverbanden, zowel op ambtelijk als bestuurlijk niveau. Jeugdzorg Midden-Limburg West: Nederweert Weert Leudal Midden-Limburg Oost: Roermond Roerdalen Maasgouw Echt-Susteren
AWBZ naar Wmo Weert + Nederweert Leudal Roermond Maasgouw + EchtSusteren -1- Roerdalen
Participatiewet Midden-Limburg: Nederweert Weert Leudal Roermond Roerdalen Maasgouw Echt-Susteren
1.1 Jeugdzorg: De gemeenten in ML-West en ML-Oost hebben gekozen voor subregionale samenwerking. Hierbij is aansluiting gezocht bij de bestaande OOGO Jeugd-structuur. In de beide subregio's zijn stuur- en projectgroepen ingesteld en zijn (subregionale) projectleiders aangesteld. De beide projectleiders werken nauw met elkaar samen, waardoor afstemming voor de hele regio Midden-Limburg gewaarborgd is. De betrokken wethouders van de zeven gemeenten hebben nadrukkelijk gevraagd om alle activiteiten richting jeugdzorgpartners op de schaalgrootte van Midden-Limburg op te pakken. Zo wordt ondermeer samengewerkt ten behoeve van een inventarisatienota, een visie- en keuzenota en een beleidsplan.
1.2 AWBZ naar Wmo: Vanaf de invoering van de Wmo in 2007 zijn in leidden-Limburg gedifferentieerde samenwerkingsverbanden ontstaan. Dit voornamelijk vanwege de wens voor lokale inkleuring van het beleid. Deze start is van invloed geweest op de voorbereiding van de decentralisatie van AWBZ-taken naar de Wmo in de afgelopen twee jaren. Zo hebben de combinaties Weert-Nederweert en MaasgouwEcht/Susteren-Roerdalen een gezamenlijke beleidsnota opgesteld. Leudal en Roermond hebben dit solitair gedaan. In een recent gehouden ambtelijk afstemmingsoverleg tussen de projectleiders van de gemeenten Nederweert, Leudal en Weert, is geconstateerd dat de voorgestane visie en aanpak nauwelijks van elkaar verschilt. Verder is op Midden-Limburgs niveau een ambtelijk overleg gestart om te bezien op welke onderdelen nauwe samenwerking mogelijk is, zoals gezamenlijke inkoop. Op bestuurlijk niveau vindt op hoofdlijnen afstemming plaats in het portefeuillehoudersoverieg Zorg en Welzijn Midden-Limburg. 1.3 Participatiewet: Medio 2012 zijn de 7 Midden-Limburgse gemeenten aangewezen als arbeidsmarktregio MiddenLimburg. Dit betekent dat er vanuit deze regio door gemeenten en het UWV Werkbedrijf de dienstverlening aan werkgevers en werkzoekenden wordt vormgegeven. De Participatiewet voegt de reïntegratie van de WWB, de Wsw en een deel van de Wajong samen. Deze nieuwe wet, met de bijbehorende ontwikkelingen, maakt dat binnen de arbeidsmarktregio Midden-Limburg gezamenlijk wordt opgetrokken ten aanzien van het werkgeversservicepunt, de hervorming van het reintegratiebeleid en de hervorming van de Wsw-bedrijven. Inmiddels is er al een regionaal arbeidsmarktbeleid Midden-Limburg, een Regionale visie op re-integratie en een UitvoeringsAgenda Arbeidsmarkt Midden-Limburg vastgesteld. Het regionale arbeidsmarktbeleid valt onder de stuurgroep Regionaal Arbeidsmarktbeleid waarin de wethouders Werk en Inkomen van de zeven betrokken gemeenten zitting hebben (en de regiomanager van het UWV Werkbedrijf en directeuren van de SW-organisaties als adviseur deelnemen). Daarnaast is er een projectgroep bestaande uit de afdelingshoofden van de zeven gemeenten en diverse ambtelijke werkgroepen.
2. Hoe kan 3 D - s a m e n w e r k i n g in Midden-Limburg worden geoptimaliseerd? Hét sociale domein bestaat niet. Daarvoor zijn er teveel verschillen in doelgroepen, instellingen, belangengroeperingen en gemeentelijke bestuurders en beleidsadviseurs. Het staat daarentegen buiten kijf dat er één overkoepelende en overstijgende missie is: uitgaan van de eigen kracht van de burger, met minimale overheidsbemoeienis waar dat noodzakelijk is. Iedere decentralisatieopgave kent zijn eigen kracht en dynamiek. De ene vraagt om meer lokale inkleuring dan de andere. Maar er zijn ook in meer (Wmo-Jeugdzorg en Wmo-Participatiewet) of mindere (Jeugdzorg-Participatiewet) mate overlappingen. De meeste gemeenten hebben dan ook gekozen voor interne 3D-afstemming: door de aanstelling van een procesmanager en/of een bestuurlijk-ambtelijke regiegroep. Bij het verder vormgeven van regionale samenwerking moet de inhoud leidend zijn en (ovedeg-) structuren daarop worden ingericht. Dé regio Midden-Limburg bestaat ook niet, althans niet binnen het sociale domein. Van nature vinden de gemeenten aan respectievelijk de west- en oostzijde zich makkelijker. Dit wordt enerzijds ingegeven door de aanwezigheid van en gerichtheid op stedelijke sociaal-maatschappelijke voorzieningen (Roermond en Weert). Anderzijds is de bestuurlijke en ambtelijke slagvaardigheid groter gebleken binnen een subregionaal samenwerkingsverband. De schaalgrootte en wijze van samenwerking, die gekozen is voor de decentralisatie van de Jeugdzorg, met de subregio's ML-Oost (133.000 inwoners) en ML-West (102.000 inwoners) kan in beginsel als leidraad worden genomen. De kracht van dit zogenaamde haltermodel is dat er maximaal gebruik wordt gemaakt van al bestaande samenwerkingsstructuren, op een schaalgrootte die voldoende robuust is én waarbij de (bestuurlijke) daadkracht gewaarborgd is. Evenals bij een halter zijn de subregio's aan elkaar verbonden en zorgen ze evenwichtige samenhang in Midden-Limburg. Hoewel de focus in het bijzonder op de drie complexe transitieopgaven ligt, zal waar mogelijk worden aangehaakt bij al ingezette aanpalende regionale ontwikkelingen. Werken volgens dit model betekent op hoofdlijnen: > Dat er voor de samenwerking op het terrein van de Jeugdzorg niets verandert. > Voor de decentralisatie van de AWBZ-begeleiding en -verzorging zullen voor de twee subregio's stuur- en projectgroepen ingesteld moeten worden. Evenals bij de Jeugdzorg kunnen de verantwoordelijke wethouders en projectleiders op de schaal van Midden-Limburg
2
>
>
>
afstemming zoel<en en op onderdelen samenwerken. Dit onder andere om inkoopvoordelen te bewerkstelligen. Dat er voor de samenwerking op het gebied van de Participatiewet weinig hoeft te veranderen. De gekozen weg naar Midden-Limburgse samenwerking kan op subregionaal in MLOost en ML-West niveau worden ondersteund en voorbereid. De subregio's ML-West en ML-Oost kunnen er voor kiezen - eveneens aanloog aan de werkwijze in de Jeugdzorg - hun ambtelijke capaciteit te bundelen via een projectmatige aanpak. Dit om efficiencyvoordelen te realiseren. Dat bestaande overlegstructuren aan herijking toe zijn. Er dienen effectieve lijnen te zijn, zowel op ambtelijk en bestuurlijk niveau tussen gemeenten onderling als op inhoudelijk niveau om de kansen van een integrale benadering van de 3D's te benutten.
2.1 Hoe kunnen de contouren van samenwerking er per transitieopgave uit zien? Voor alle drie de transities geldt daarbij in zijn algemeenheid het volgende uitgangspunt: lokaal, daar waar de uitvoering dicht bij de burger in samenspraak met lokale (vrijwilligers-)organisaties wordt opgezet. (Sub) regionaal daar waar het visie-beleidsvorming betreft dan wel de uitvoering in samenspraak met regionale samenwerkingspartners wordt opgezet.
Jeugdzorg
Lokaal
ML-Oost / ML-West { subregionaal)
Visie
X
Beleid: nieuw stelsel vormgeven
X
Preventie + signalering + kwaliteit pedagogische basisvoorzieningen
X
X X
X
X
X
Toegang ( loket)
X
Communicatie
AWBZ naar Wmo
Limburg
X
Opdrachtgeverschap + contractbeheer -1- inkoop -1- subsidie: Aanbieders jeugdzorg Gesloten jeugdzorg
Uitvoering, waaronder CJG + pilot generalisten
M-Limburg
Lokaal
ML-Oost / ML-West
Visie
X
Beleid: nieuw stelsel vormgeven
X
M-Limburg
Limburg
3
Preventie + signalering (relatie met lokaal welzijns-/ Wmo-beleid)
X
Opdrachtgeverschap + contractbeheer + inkoop + subsidie: Aanbieders zorg en begeleiding Begeleiding bijzondere doelgroepen
X X
Uitvoering, waaronder sociale wijkteams en integrale dagbesteding
X
Toegang (loket)
X
X
X
Communicatie
Participatiewet
X
Lokaal
ML-Oost / ML-West (subregionaal)
Visie
M-Limburg
Limburg
X
Beleid: nieuw stelsel vormgeven
X
Preventie, waaronder minimabeleid en schuldhulpverlening
X
Uitvoering + bemiddeling
X
X
X
X
Toegang (loket)
X
X
Communicatie
X
Toelichting: een kruisje in kolom "ML-Oost/ML-West" betekent impliciet, volgens het halterprincipe, afstemming op Midden-Limburgs niveau. De invuloefening heeft een richtinggevend karakter en is daarom niet in beton gegoten.
3. Voldoen w e hiermee aan de van rijkswege gestelde criteria? Op 15 maart j l . heeft minister Plasterk zijn visie geconcretiseerd (zie bijlage 2). Zijn oproep om tot samenwerkingsverbanden te komen, zet hij kracht bij door het stellen van (dwingende) criteria. De te vormen verbanden worden getoetst aan een mix van criteria die door het ministerie en de VNG zijn opgesteld. Onderstaand zijn deze criteria in een schema weergegeven.
Criteria Ministerie BZK en VNG
Voldoen we daaraan?
4
Efficiënte schaal en samenhangend verzorgingsgebied
Voldoende basis voor toezicht op risico's
Voorkomen 'witte vlekken' (geen gemeenten uitgesloten)
Regie over en relatie met maatschappelijke en zorginstellingen
Voldoende voortgang in de gekozen schaal en samenwerking
Ja, schaal subregio's is efficiënt en samenhang in M-Limburg is gewaarborgd Ja, schaal subregio's is efficiënt en samenhang in M-Limburg is gewaarborgd Ja, schaal subregio's is efficiënt en samenhang in M-Limburg is gewaarborgd Ja, is gewaarborgd op M-Limburgs niveau Ja, borduurt voort op al bestaande samenwerkingsverbanden Nog nader te bezien
Samenwerking op basis van gemeenschappelijke regelingen
Rekening houden met wettelijke vereisten voor regionale samenwerking
Congruentie (werk samen met dezelfde bestuurlijke partners)
Samenwerkingsverbanden voldoende robuust
Binnen de buitengrenzen van bovenregionale samenwerkingsverbanden kunnen congruente samenwerkingsverbanden op subregionaal niveau worden gerealiseerd
Rekening houden met positie van centrumgemeenten; voorkomen dat kleinere gemeenten alleen met elkaar willen werken, waardoor centrumgemeenten in een geïsoleerde positie terecht komen.
Ja, zie Arbeidsmarktregio
Ja, borduurt voort op al bestaande samenwerkingsverbanden Ja, schaal subregio's is lOO.OOO-t- en samenhang in M-Limburg is gewaarborgd Ja, dit model voorziet in differentiatie
Ja, schaal subregio's is evenwichtige mix van gemeenten met en zonder centrumfunctie
Resumé In dit richtinggevend document wordt aangehaakt op bestaande samenwerkingsrelaties die al goed gaan. Van belang is te onderstrepen dat het, niet meer en niet minder, gaat om samenwerking in het sociale domein. Er is niet voor gekozen op te schalen naar heel Midden-Limburg. Dit vanwege de gewenste slagkracht die toch aanzienlijk afneemt wanneer zeven gemeenten het eens moeten zien te worden. Dat neemt niet weg dat werken volgens het haltermodel voldoende waarborg biedt om gezamenlijk onderdelen op te pakken als dat voordelen heeft. Het zorgt tevens voor evenwicht en samenhang in de regio. Zonder al te ingrijpende maatregelen kunnen we niet alleen tegemoet komen aan het verzoek van het kabinet (robuuste samenwerkingsverbanden), maar kunnen we onze krachten ongeforceerd bundelen met onze 'natuurlijke' samenwerkingspartners en daarmee efficiency en bestuurlijke daadkracht in de regio versterken. Al werkende weg kan deze grofmazige richting worden bijgesteld en verfijnd.
5