heren huizen kijken
Voorwoord Het thema voor Open Monumentendag 2014 is ‘Erfgoed vroeger, nu en in de toekomst’. Een ideaal uitgangspunt voor ons om de prachtige herenwoningen die wij in Lede ‘bezitten’ in de ‘schijnwerper’ te zetten. ‘Herenhuizenkijken’ is de titel … aaneengeschreven om op te vallen, om nieuwsgierig te maken, om aandacht te trekken op interessante en leuke details, om ‘door beter te kijken meer te zien’. Wij lopen jaar in jaar uit deze huizen zomaar voorbij zonder besef te hebben van hun geschiedenis, de ziel die er in steekt …. Met deze brochure hopen wij daar verandering in te brengen. Wij bespreken niet alle herenhuizen van Lede, dat zou héél veel werk en tijd vergen. Neen, het is een greep uit ons rijk patrimonium en hebben daar een veelzijdige en afwisselende verzameling van gemaakt. Wij zijn uitgegaan van een duidelijke en kundige omschrijving van ‘herenhuis’. Een herenhuis is een woningtype dat bestaat uit minimaal 2 volledige woonlagen en een zolder. Het kan zowel vrijstaand als in een rij staan. Door de bouwwijze heeft een herenhuis veel woonruimte, maar ook hoge bouwkosten. Om die laatste reden werden herenhuizen in het verleden door begoede burgers bewoond. De term herenhuis beantwoordt daarmee aan een bepaalde verwachting en geeft meteen enige status aan een huis. Het interieur kenmerkt zich vaak door hoge plafonds, deuren en ramen, sierlijk lijstwerk en andere ornamenten. Gelukkig zijn er nog mensen onder ons die willen, durven en kunnen investeren in deze typische woningen om ze te restaureren en te onderhouden als weleer. Het zijn zij die ons erfgoed van vroeger en nu bewaren en beschermen voor de toekomst. Wij moeten hen hiervoor erkentelijk zijn. Ik hoop dat hiermee uw kennis van onze Leedse geschiedenis nog zal verrijkt zijn. TOPKE Hubert, Voorzitter Culturele Raad - Lede.
Dit moeten we eerst weten … De technische beschrijvingen van deze en andere herenhuizen vinden wij oa. terug in het ‘Inventaris Bouwkundig Erfgoed’, maar … dit is ‘latijn’ voor de meesten onder ons. Daarom is het nuttig de herenwoning in de Kasteeldreef 30 als voorbeeld te nemen. De details, in dit gebouw verwerkt, zijn een echte technische ‘staalkaart’ en geven ons de gelegenheid om ‘door beter te kijken, meer te zien’ ! - herenhuis met symmetrische aanbouwen onder leien mansardedaken. - voortuin van de straat afgesloten door arduinen balustrade met sierhek. - dubbelhuis van 2 bouwlagen, 3 traveeën op hoge arduinen plint. travee duidt op de vlakverdeling van een gevel. De afstand waarbij de gevel zich in de lengterichting herhaalt, dit komt dan overeen met de breedtes van deuren en vensters.
- gecementeerde gevels voorzien van schijnvoegen.
schijnvoeg = imitatievoeg in pleister- of metselwerk.
- verticaliserende hoekpilasters en verhoogd middenrisaliet. risaliet is de vooruitspringende gevelpartij die over de gehele hoogte doorloopt.
- vleugeldeur met steekvormig gesmeed ijzeren bovenlicht in rechthoekige geprofileerde omlijsting van arduin. vleugeldeur is een samenstel van twee deuren zonder vaststaande middenstijl die naar elkaar toe en tegen elkaar aan sluiten. bovenlicht is het raam boven de inkomdeur om daglicht in de gang te bekomen.
- erboven een arduinen balkon op consoles. - rondboogvormige dakkapel met oren, rondboogvenster, gesmeed ijzeren balustrade. - evenwicht hersteld door gekorniste arduinen kordons tussen de bouwlagen en het entablement met casementen en modillons.
gekorniste kordons = uitspringende horizontale banden entablement = kroonlijst casement, modillon = console
- steekboogvensters in geriemde omlijstingen met sluitsteen en festoenen.
steekboogvenster = minder dan een halve cirkel lichtgebogen venster sluitsteen = middelste steen van een gemetselde boog, wordt als laatste geplaatst festoen = bladeren en/of bloemen in de vorm van een slinger
- arduinen balustrades op bovenverdieping. - naar voren springende aanbouwen van 1 travee, 1 bouwlaag met gecementeerde gevels, gelijksoortige vensters in steekboogvelden. - achterin gelegen, iets hogere aanbouwen eveneens onder mansardedaken, zodat het dakpatroon ritmisch wordt herhaald.
Markt 5 Huize Moens Dit kasteeltje werd door Michel en Ferdinand Eeman uit Aalst gebouwd in 1799, na het als ‘nationale goederen - bien national’ te hebben gekocht van de Franse overheid. Het waren de gronden en de puinen van de oude pastorie. Tijdens de Franse Revolutie werden kerken en kloosters aangeslagen, verbeurd verklaard, bij wet van 2/11/1789. De geestelijkheid zou vanaf dan voor haar prestaties een salaris genieten vanwege de Staat. De Franse Staat kwam echter in geldnood en dus moesten de goederen ‘te gelde’ gemaakt worden. Alle onteigeningen zouden verkocht worden en dit aan de meestbiedenden, meestal vermogende en ondernemende burgers. Omstreeks 1835 hebben de erfgenamen Eeman het eigendom verkocht aan Joseph Moens uit Grembergen, die hier in Lede notaris werd. Dit gebouw werd in de 19de en 20ste eeuw bewoond door de familie Moens. Het eigendom - gebouw en park - werd door de gemeente Lede aangekocht in 1963. De vensterblinden en het pleisterwerk van de gevelmuren werden verwijderd. Tijdens de verbouwingswerken aan het gemeentehuis, deed het enige tijd dienst als bureel van de burgerlijke stand en zaal voor de gemeenteraadszittingen. De parketzaal wordt normaal gebruikt voor vergaderingen, tentoonstellingen, kleine concerten enz. De Gemeentelijke Academie voor Muziek en Woord is gevestigd op de 1ste verdieping, maar gebruikt momenteel ook de parketzaal. De Koninklijke Heemkundige Kring ‘Heemschut-Lede’ heeft haar ‘domein’ in de kelderverdieping. Op de zolder vergaderen enkele verenigingen. In het park staan een muziekkiosk en diverse kinderspeeltuigen. De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Familie Eeman. - Joseph Louis Moens (°1797 +1873) notaris. - Jean François Moens (°1841 +1922) advocaat/archeoloog. - Jozef Cesar Moens (°1866 +1926) schepen 1893-1904, burgemeester 1904-1926. - Claude Moens (°1877 +1952). - Gemeentebestuur Lede.
Kasteeldreef 30 Jacobs - De Smedt
In het vierde kwart van de 19de eeuw heeft Hortense Melania Matthijs (°Lede 24/6/1833 + Deinze 9/3/1904) deze herenwoning gebouwd. In 1919 kocht Auguste Moyersoen (°1879) het huis samen met zijn vrouw Anne de Sloovere van de familie Matthijs. Auguste was afkomstig van Aalst en was de neef van Romain Moyersoen, minister in de jaren ’20. Hij was notaris en vestigde zijn kantoor in het huis. Een aantal van zijn kinderen werden in dit huis geboren en bleven er ook wonen. Zijn zoon Franz Moyersoen nam de notarispraktijk van zijn vader over in 1945. Enkele jaren later, in 1953, verkochten de 6 kinderen van Auguste het huis aan de familie Burms. Anno 2014 woont de familie Jacobs - De Smedt al een decennium lang in deze woning. De restauratie van zowel de buitenzijde als het interieur is voortreffelijk en voorbeeldig te noemen.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Fam. Moyersoen Franz - Fam. Clotman - De Troyer - Fam. Vanfleteren - Fam. Van Hauwermeiren - Fam. De Sutter - Fam. Van Cauwenberge - Fam. Burms - Fam. Jacobs - De Smedt
Kasteeldreef 32 Van Hauwermeiren Yolande
Eertijds stond hier een koperslagerij. Hier werden koperen platen - manueel - bewerkt tot ketels, sier- en gebruiksvoorwerpen maar ook voor dakbedekkingen. Louis Moens, huisdokter komende uit Lebbeke, liet het gebouw afbreken voor het oprichten van dit herenhuis. Zijn initialen ‘L M ‘ ziet men in het ‘bovenlicht’ (raam boven de voordeur). Oorspronkelijk was het de bedoeling de woning verder achteruit te plaatsen, zoals de andere herenhuizen in de Kasteeldreef. Doch het betaamde niet dat de patiënten ‘hof opwaarts’ moesten gaan naar de dokterspraktijk. Dochter Simonne Moens nam de woning over en huwde Joseph Van Hauwermeiren. Zijn vader Emiel had toen een winkel van gordijnen, draperieën enz. in de Rammelstraat. Het koppel Joseph en Simonne startten een atelier naast de toenmalige dokterswoning. Hier werden gordijnen en gewatteerde bedspreien gemaakt, die uitgevoerd werden in gans België. De zaak werd nadien overgenomen door hun dochter Yolande en is tot op vandaag een winkel voor binnenhuisinrichting, zijnde gordijnen, draperieën, stoffen en allerhande benodigdheden.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Familie Louis Moens - Familie Joseph Van Hauwermeiren - Moens - Familie Van Looken - Van Hauwermeiren
Kasteeldreef 61 Buys – Pczycki
Deze herenwoning werd gebouwd omstreeks 1878. De stijl ervan is typische ingevoerde stadsarchitectuur (hoog en smal), in tegenstelling tot de bouwstijl van de landelijke herenwoningen te Lede (lager en breder) waarvan er nog enkele voorbeelden zijn overgebleven en die dus enkele decennia ouder waren. 1.
2.
3.
4.
Geschiedenis van het perceel : De grond (toen nog een perceel landbouwgrond op ’t Solleveld) werd aangekocht in 1823 van Anna Bernardus Antonius markgraaf de Raigecourt-Gournay, pair van Frankrijk (hoge adellijke titel), veldmaarschalk der koninklijke legers, ridder van de koninklijke en militaire orden van de heilige Ludovicus, wonende te Parijs in de Bourbonstraat, nr 69. Anna Bernardus de Raigecourt had dit perceel geërfd van zijn vader Josephus markgraaf de Raigecourt-Gournay, die overleden is te Wenen in 1796 en enige wettige erfgenaam was van zijn nicht Anna Maria de Croij, weduwe van Jan Frans markies de Bette. De koper was Dominicus Blondeel en gaf hiervoor 900 Nederlandse Gulden. De ‘bouwheer’ van de herenwoning was juffrouw Marie Josepha Matthijs. Zij was de ongehuwde tweelingdochter van Seraphinus Matthijs en Berlindis Blondeel (dochter van Dominicus Brondeel). Deze hadden een brouwerij in de Molenbergstraat, later brouwerij Jooris. Marie Josepha Matthijs, geboren te Lede op 27/12/1837, was de overgroottante van de huidige eigenaar. Na haar overlijden is de woning overgegaan naar haar neef Alfred Matthijs die bij de bouw van de woning betrokken was als jonge bouwkundig ingenieur. Alfred Auguste Alphonse Marie Matthijs is geboren te Elsene op 20/9/1860 en overleden te Lede op 5/3/1927. Hij oefende zijn beroep als burgerlijk ingenieur niet uit maar had zoals zijn grootvader Serafien Matthijs een bierbrouwerij, met likeurstokerij, gistfabriek en azijnmakerij, gelegen op de hoek van de Kasteeldreef en de Kleine Ommegangweg gekend als ‘brouwerij la Chapelle’. Bij het overlijden van Alfred Matthijs en zijn echtgenote Clothilde Moens werd dochter Irène Matthijs eigenares van het herenhuis, dat vervolgens na nog enkele overlijdens in handen is gekomen van de huidige eigenaar (haar neef) die er zijn notariaat in onder bracht.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Familie Matthijs - Moens - Familie Buys - Pczycki
Kasteeldreef 44 Ruyssinck - Buys
Voor dit herenhuis, gebouwd in 1866, was Jean Moens de opdrachtgever. De stenen werden gebakken met de gedolven klei uit de achterliggende hof. De drassige grond was hiervoor ideaal. Het formaat van de bakstenen was immers ook niet van het klassieke type waarmee andere woningen werden gebouwd. Jean Moens (°1841 +1922), advocaat/archeoloog, had de woning omgebouwd tot een waarachtig museum van schilderijen, meubels, koffers, houten en bronzen beelden, voorwerpen uit de Romeinse en Frankische periode en vooral vondsten uit zijn talrijke archeologische opgravingen. De grote vijver binnen de tuin vormt een schakel in de ketting van vijvers, die een tracé trekt van de vijver van Ronkenburg tot aan de Molenbeek. Later heeft notaris René Buys (+1984) zich hier gevestigd met echtgenote Jeanne Matthijs en hun kinderen. Enkele jaren na het overlijden van notaris René Buys is de familie Willy Ruyssinck - Christiane Buys in dit herenhuis komen wonen. Het advocatenkantoor Ruyssinck is hier tevens gevestigd.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Jean Moens - Pierre Joseph Quirynen - Jeanne Matthijs - Familie René Buys - Jeanne Matthijs - Familie Willy Ruyssinck - Christiane Buys
Kasteeldreef 48 Jef Vermassen
Op 22 juni 1897 werd het ganse Markizaatdomein verkocht aan de ‘Zusters Kanunnikessen van de heilige Augustinus' uit Jupille. Na afbraak van alle industriële gebouwen werden in 1900 een schoolgebouw (oostvleugel kant Markizaatstraat) opgericht samen met deze herenwoning, bestemd voor de aalmoezenier. De bouwmeester - vroegere benaming voor architect - Ledenaar Theophiel Présiaux tekende de gebouwen in neogotische stijl. De neogotiek is een 19de-eeuwse stroming in de bouwkunst die geheel geïnspireerd is door de middeleeuwse gotiek. Het is een reactie op de strakke vormen van het classicisme met zijn uitgesproken rationele karakter. De neogotiek is ontstaan uit de romantische belangstelling voor de middeleeuwen.
Na de Eerste Wereldoorlog verlieten de zusters Lede en verkochten in 1919 het domein aan het Koninklijk Gesticht van Mesen. In de gebouwen werd nu onderwijs gegeven aan kinderen van gesneuvelden en invaliden van de oorlog 14-18. Kort na de Tweede Wereldoorlog 40-45 werd in dit gebouw - voor een korte tijd - een kantoor van de ‘Banque de la Société Générale de Belgique’ ondergebracht. Vóór en na deze periode was hier het secretariaat van de Stichting Mesen. Door de afname van het aantal ‘begunstigde’ kinderen en de evolutie naar een gewone onderwijsinstelling, werd op 30/1/1970 ‘de Messines’ gesloten. Deze herenwoning bleef nog verschillende jaren een secretariaat van de Stichting. Op 6/10/1999 werd het ganse domein - behalve deze woning - verkocht aan de Gemeente Lede. Deze herenwoning werd een maand later verkocht aan meester Jef Vermassen, die er na restauratiewerken, zijn kantoren heeft in ondergebracht.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Zusters Kanunnikessen van de heilige Augustinus. - Koninklijk Gesticht van Mesen. - Banque de la Société Générale de Belgique - Koninklijk Gesticht van Mesen. - Advocatenkantoor Jef Vermassen.
Kleine Ommegangweg 23 kmo accounting
Gekocht van een zekere De Hovre in 1890, werden Alfred Matthijs en zijn schoonbroer burgemeester Jozef Moens eigenaar van deze ‘brouwerswoning’ en naastliggende brouwerij-met-kapelletje. De grootvader van Alfred Matthijs, Serafien Matthijs was reeds in 1825 brouwer in Lede. In 1901 werd de kapel verplaatst naar de hoek Kasteeldreef-Kasteelstraat en werden zodoende de brouwerijgebouwen ‘La Chapelle’ uitgebreid. De productie van bier maar ook van jenever, gist en azijn gebeurde op 3 plaatsen : hier in de Kleine Ommegangweg, in de Stationsstraat (vroeger likeurenstokerij Majo en nu garage Citroën) en in de Kasteelstraat. Er waren ook enkele herbergen verbonden met deze brouwerij, zoals Den Bonten Os, Molenbergstraat en De Lijmpot (Bellaertstraat, begin Ommeganglaan). Een deel van de productie bier werd wekelijks uitgevoerd naar Brussel. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werden alle koperen brouwtoestellen door de Duitsers afgenomen, zodat na de oorlog niet meer gebrouwen kon worden. De brouwerijgebouwen werden na WO II afgebroken. 2 woonhuizen en 2 winkelpanden (nu woonhuizen) kwamen er in de plaats. De ‘brouwerswoning’ is een boekhoudkantoor geworden.
Nieuwstraat 73 Van Vaerenbergh - Van Mulders
Vóór 1913 woonde hier de ’burgemeestersfamilie’ Coppens. Van 1913 tot 1939 was het postkantoor ondergebracht in dit gebouw. 3 jaar later, tot 1949, werden de lessen ‘snit en naad’ van de Beroepsschool door de Zusters van Barmhartigheid hier gegeven. Later werd het gelijkvloers omgevormd tot een winkel van stoffen voor dameskledij (r.) en sanitaire installaties (l.) door René Van der Vurst - Maria Christiaens. Momenteel wonen hier Van Vaerenbergh Michel (psycholoog) en Van Mulders Kathleen (gynaecologe) die dit herenhuis volledig restaureerden.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Familie Coppens. - Belgische Posterijen. - Beroepsschool - Zusters van Barmhartigheid. - Familie Van der Vurst - Christiaens. - Familie Van Vaerenbergh - Van Mulders.
Nieuwstraat 67 Persoons - Hendrickx
Het perceel grond voor dit herenhuis werd in 1874 door dokter Julius Wibo aangekocht van de familie De Schaepmeester, die ook eigenaars waren van de ‘Stenen Molen’ die destijds stond op de hoek van de Nieuwstraat en de Bellaertstraat. In 1889 liet hij zijn praktijk over aan dokter Emiel Rubbens. Deze huurde het gebouw en werd er eigenaar van in 1905. Op 9/11/1918, 2 dagen vóór het einde van WO I, zou hier de Duitse keizer Wilhelm II - daags vóór zijn vlucht naar Nederland - een geheime ontmoeting hebben gehad met generaal-veldmaarschalk Rupprecht von Beieren, de kroonprins, die hier zijn hoofdkwartier had gevestigd. Van hieruit stond hij in contact met de ‘Kommandatur’ in het huis van de familie Matthijs in de Kasteeldreef 61. (historische vertelling ?)
Na het overlijden van vader Rubbens in 1926, werd zoon Tony de bewoner van deze neoclassicistische stijlwoning. Dokter Tony Rubbens overleed in 1967. De patiëntenwachtplaats was in het linker bijgebouw, het dokterskabinet in het linker gedeelte van het gelijkvloers. De familie Bollengier - Vinck heeft hier gewoond vanaf 1971. De huidige eigenaars zijn Persoons Philippe, zaakvoerder, en Hendrickx Mieke, gynaecologe.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Familie Julius Wybo - Familie Emiel Rubbens - Familie Tony Rubbens - De Wolf - Familie Bollengier - Vinck - Familie Persoons - Hendrickx
Stationsstraat 3 De Smet - Bogaert
In 1904 tekende bouwmeester Th. Présiaux dit herenhuis - in eclectische stijl voor Franciscus Verschelden. Een eclectisch bouwwerk heeft kenmerken uit 3 à 4 verschillende neostijlen in zich, die gecombineerd zijn tot een nieuw geheel.
Het smeedijzeren hek voor dit en verschillende woningen in de omgeving werd gemaakt door Alfons Korten die in dezelfde straat woonde. In 1906 kreeg Franciscus Verschelden de toelating om een ‘stoomtuig’ te plaatsen voor de verlichting en de drijfkracht (elektrische energie) voor zijn naastliggende hemdenfabriek. Tijdens de Eerste Wereldoorlog werd deze fabriek stilgelegd en ingericht tot keuken voor het Duitse lazaret (veldhospitaal) dat ondergebracht was in de gebouwen van de zusters Augustinessen. De fabriek werd overgenomen door de 2 zonen, Alfred en Florent. Het bedrijf werd ontbonden in 1935. De woning werd verder bewoond door Alfred en in 1977 verkocht aan aannemer Robert Vermeiren. Voor de ‘geslaagde restauratiewerken’ aan de buitenzijde verkreeg Robert Vermeiren een oorkonde van het ‘Verbond voor Heemkunde in Oost-Vlaanderen’. In 1989 werd architect Guy De Smet de huidige eigenaar, die de binnenruimten volledig restaureerde.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Franciscus Verschelden - Alfred Verschelden - Robert Vermeiren - De Smet - De Smet - Bogaert
Markizaatstraat 49 Anica Ruyssinck
Deze statige herenwoning, waarvan wij vanaf de straatzijde echter de achtergevel zien, werd door Coppens Victor opgericht na aankoop van de grond in 1871. Vanaf 1875 werd de woning met naastliggend fabrieksgebouw verhuurd aan Franciscus Verschelden - Casseyas uit Ronse die er herenhemden maakte. Er was eveneens een strijkerij en een blekerij in ondergebracht. Op 27/11/1900 verkocht Victor Coppens het eigendom aan Théophile De Bruycker, een Brusselse handelaar, die het bleef verhuren aan Verschelden - Casseyas. Op 17/6/1927 verkocht Théophile De Bruycker het eigendom aan zijn dochter Delphine. Ondertussen bouwde Franciscus Verschelden in 1890 een eigen fabriek en in 1904 zijn herenhuis in de Stationsstraat. Op 12/7/1929 verkocht Delphine De Bruycker het eigendom aan dokter Pierre Quirynen. Er waren voorwaarden verbonden aan de verkoop : dezelfde handel of nijverheid mocht er niet in plaatsvinden. Dit herenhuis kende later verschillende bewoners oa. dokter Gerard Gabriëls en na WO II de familie Hooft en François. Het fabrieksgebouw werd in 1983 afgebroken. Het gebouw is recent gerestaureerd. Momenteel woont hier Anica Ruyssinck die er als dierenarts tevens haar praktijk heeft.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Victor Coppens - Fam. Franciscus Verschelden - Théophile en Delphine De Bruycker - Pierre Jozef Quirynen - Jeanne Matthijs
- Fam. Gerard Gabriëls - Familie Hooft - Bocqué - Fam. Emile François - De Bock - Anica Ruyssinck
Poortendries 42 De Groeve - D’Hooge
Dit domein is in Lede algemeen gekend als het ‘Kasteel van Waerseggers’ alhoewel de geschiedenis ervan reeds teruggaat tot 6 februari 1681, de dag waarop ene weduwe Joanna Ter Linden aan de paters Jezuïeten van Aalst voor 400 gulden een motte en vijvers heeft verkocht, palende aan de Poortendries. De paters Jezuïeten hadden hier verschillende eigendommen gelegen tot aan de Wichelse beek. Vandaar de verderop gelegen Jezuïetenstraat. Het domein bestaat uit vijvers, een motte, een ijskelder, een park, bebost gebied en een gebouwencomplex. Aan de straatzijde staat - gedeeltelijk verscholen achter struikbegroeiing - een dienstgebouw met ingang en een 7-tal ramen. Het neoclassicistisch herenhuis is van het dubbelhuistype, 5 traveeën, 2 bouwlagen frontaal gericht op het park. Beide gebouwen zijn prachtig gerestaureerd. De families Waerseggers en Muller-Claus waren gedurende verschillende jaren de bewoners van dit - in een groene oase gelegen - herenhuis. Sinds 2003 heeft de familie De Groeve - D’Hooge hier hun verblijf gevonden.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Fam. Waerseggers - Fam. Muller - Claus - Fam. De Groeve - D’Hooge
Ronkenburgstraat 25 Wat Phra Dhammakaya
Het kasteel van Ronkenburg was tot enkele jaren geleden gekend onder de naam ‘kasteel van Bijlen’s’. Het behoorde tot de Heerlijkheid Ronkenburg, een naam die vanaf 1624 in gebruik kwam. De heerlijkheid heette voordien ‘het Goed ten Bosch’ en was vanaf 1479 tot aan het einde van het Ancien Régime in het bezit van de familie du Smet. Van dit classicistisch gebouw uit de 18de eeuw zijn de zij- en achtergevels omgeven door park en tuin. Op dit kasteel heeft ook François de Kerchove gewoond tot bij zijn overlijden op 5/7/1847. Hij was van 1813 tot 1815 ‘maire’ (burgemeester) te Lede. Vervolgens woonde hier de familie Bijl (vandaar ‘kasteel van Bijlen’s), wijnhandelaars. Zij verkochten het domein in 1948 aan de Zwartzusters te Aalst. In 1960 werden de eerste stappen ondernomen om verbouwingen door te voeren. Vanaf nu werd de naam ‘Huize Ronkenburg’. Een nieuwe vleugel werd gebouwd, dienstig voor retraites, conferenties en rusthuis voor hun eigen zusters te Aalst. In 1971 waren de werken klaar en op 21/12/1971 vertrokken 13 zusters uit de Kapellestraat te Aalst naar Lede. In 1966 werd E.H. Hubert Buyle rector in ‘Huize Ronkenburg’. Onder de schuilnaam Gery Helderenberg schreef hij talrijke poëzie- en prozastukken. Hij overleed hier op 9/12/1979. In 2010 werd het domein verkocht aan het Dhammakaya Genootschap, die het als internationaal meditatiecentrum inrichtte.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : - Familie de Kerchove - Familie Bijl - Zwartzusters - Aalst - Dhammakaya Genootschap
Bosstraat 97 Janssens - Van der Putten
In 1869 verkocht Antoon Blancquaert dit bouwperceel aan zijn broer Alexander. In hetzelfde jaar laat Alexander Blancquaert deze herenwoning bouwen en wenste dat zijn enig kind Léon het zou toekomen. In de achtergevel liet hij een steen aanbrengen met de tekst : ‘Léon Blancquaert 1869’. Het is een herenhuis met neoclassicistische inslag. In september 1870 komt Alexander Blancquaert (hij was weduwnaar sinds 1860) met zijn zoontje het huis bewonen. Op 16/5/1874 overleed echter zijn zoon op 16-jarige leeftijd. Alexander Blancquaert was schepen te Lede van 1875 tot 1915. Hij was de promotor en eerste voorzitter van de Landelijke Gilde in de Bosstraat. Hun lokaal was ‘De Jaeger’ een herberg (nu restaurant) die hij in 1900 liet bouwen. Het jaar na zijn dood in 1915 werd het ‘Kasteeltje van Blancquaert’ verkocht aan Cyriel Fovel - Lostrie, een handelaar uit Aalst. Later werd het verkocht aan de familie Robert Janssens - Coppens. Zoon Rafaël en zijn echtgenote zijn nu de eigenaars.
De eigenaars/bewoners van toen tot nu : -
Alexander Blancquaert Cyriel Fovel - Lostrie Robert Janssens - Coppens Rafaël Janssens - Van der Putten
Een beetje geschiedenis. Vanaf midden de 19de eeuw zoekt de burgerij hun woongebied tussen de stad en het dorp. Ze hecht veel belang aan het gezin maar ook aan de woning. De rust en de ‘gezonde lucht’ is op dat ogenblik al een noodzaak geworden. De woning zou een spiegel worden van de sociale klasse waartoe de burgerij wenst te behoren : een bescherming tegen de buitenwereld en een weerschijn van hun rijkdom door de decoratie en het comfort. We beschrijven even de woningen uit de tweede helft van de 19de eeuw. Het type huis van 5 tot 7 meter breed, heeft een smalle gang, een trap langs de linker- of rechterwand. Een paar treden geven toegang naar de inkomdeur. Langs de straatzijde bevindt zich het salon, daarachter de eetkamer en een veranda of annexe die uitkijkt op de tuin. Op de verdieping zien we de privévertrekken met de slaapkamers en soms nog een salon of een werkkamer. De dienstruimten voor het personeel zijn ondergebracht in de kelderverdieping. De voorgevel is monumentaal en artistiek uitgewerkt, de achtergevel daarentegen is eenvoudig en onopvallend. Bij de huizentypes van 12 à 15 meter vinden we de inkomdeur in het midden, enkele treden omhoog, een brede hall met een sierlijke trap en links en rechts de woon- en andere kamers, die licht krijgen vanaf de straatzijde en de tuin. De gevel is symmetrisch opgebouwd met omlijste ramen, een opvallende enkele of dubbele voordeur met bovenlicht, een loggia of een balkon met balusters, een dakrand met consoles, een paar dakkapellen en nog enkele - arduinen of witstenen - ornamenten om het geheel te accentueren. In het hekken aan de straatkant of het bovenlicht van de voordeur zijn meestal de initialen van de bouwheer/eigenaar sierlijk in smeedijzer verwerkt. Over het algemeen staat naast de woning een koetshuis. Het huispersoneel verblijft ofwel in de kelderverdieping of in een naastliggende vleugel. In het laatste geval ligt deze soms één of twee treden lager dan het woongedeelte van ‘de heer en de dame des huizes’. Vanaf 1860 kent de neo-Louis XVI-stijl een grote heropleving. De verschillende stijlen worden vermengd en zelden wordt het interieur in één en dezelfde stijl ingericht.
Een beetje geschiedenis - vervolg Opvallend wordt vanaf nu rekening gehouden met het gebruik van de woning. De nieuwe eisen van comfort, zoals lucht, water, licht, warmte en hygiëne worden essentieel en men zoekt naar oplossingen. De indeling van de woning is van groot belang en moet voldoening geven aan oog en geest. De voorgevel moet dezelfde reflex geven als het interieur. Een balkon is een ‘must’ en de logiesmogelijkheden worden uitgebreid door het creëren van een mansardedak. Dit wordt nuttig aangewend voor de slaapgelegenheid van de kinderen, maar soms ook voor het dienstpersoneel. Voor deze laatsten is een afzonderlijke ‘meidentrap’ voorzien. De praktische indeling van de verdiepingen is zeer belangrijk. Het gelijkvloers is ingericht oa. met een ontvangstkamer, een salon, een eetkamer, een ‘dameskamer’ met fijn meubilair en een ‘herenkamer’, zijnde rooksalon of zelfs biljartkamer. De keuken moet wel dichtbij de eetkamer gelegen zijn, doch ver genoeg om reuk en lawaai te vermijden. Alle kamers op de benedenverdieping hebben een openhaard. De meeste aandacht is steeds besteed aan de kamers op het gelijkvloers. De wanden zijn bekleed met panelen, soms geschilderde taferelen, mouluren en friezen. Palmen en grote planten versieren de verschillende plaatsen. Men houdt veel van geschilderde familieportretten. De slaapkamers en privévertrekken bevinden zich op de eerste verdieping. Meer en meer wordt aandacht besteed aan de hygiëne van de bewoners. Een ‘badkamer’ is in de beginperiode echter nog onbestaande. Meestal behelpt men zich met een badkuip, geplaatst in een bijruimte. Eén van de taken van het huispersoneel is zorgen voor het nodige warm water. De badkamer krijgt een vorm van prestige en luxe. Op het einde van de 19de eeuw vervangt de elektrische verlichting stilaan de gasen petroleumlampen. Het zal toch nog een paar decennia duren vooraleer we de algemene doorbraak hiervan kennen. In de 20ste eeuw worden deze gebouwen gemoderniseerd op velerlei gebied. Elektriciteit, centrale verwarming, gas- en waterleiding worden geïnstalleerd, zodat men in deze 19de eeuwse herenhuizen comfortabel kan leven. En gelukkig … de charme ervan blijft bestaan voor de bewoners en ook wel een beetje voor ons als toeschouwer ! Tekst partieel ontleend uit de thesis ‘Een overzicht van de nog bestaande herenhuizen uit de periode 18391914 te Wetteren’ van Dominique Verplancke.
De families Buys - Pczycki De Groeve - D’Hooge De Smet - Bogaert Jacobs - De Smedt Janssens - Van der Putten Moyersoen Louis en Patrick Persoons - Hendrickx Ruyssinck - Buys Van den Nest Gabriël Van Hauwermeiren Yolande Van Vaerenbergh - Van Mulders zijn we hartelijk dankbaar voor hun spontane medewerking aan deze Open Monumenten 2014. Zonder hun leerrijke informatie en uitgebreide documentatie zou het voor ons onmogelijk geweest zijn deze brochure samen te stellen en de tentoonstelling in ‘Huize Moens’ te realiseren.
herenhuizenkijken de titel is aaneengeschreven … om op te vallen, om nieuwsgierig te maken, om aandacht te trekken op interessante en leuke details, om ‘door beter te kijken … meer te zien’. Wij lopen jaar in jaar uit deze huizen zomaar voorbij zonder besef te hebben van de geschiedenis, de ziel die er in steekt … Deze brochure kan er verandering in brengen.
COLOFON Titel : Thema : Tekst, foto’s, lay-out : Brochure : Uitgave : Verantw. Uitgever : D / 2014 / 8592 / 4
herenhuizenkijken Erfgoed vroeger, nu en in de toekomst Topke Hubert Open Monumenten 2014 Culturele Raad - Gemeente Lede Topke Hubert, voorzitter Culturele Raad