VOORWOORD SCHOOLGIDS 2014-2015
Beste ouders, verzorgers, Alle noodzakelijke informatie over de school van uw kind vindt u in deze schoolgids. Er zijn slechts een paar kleine veranderingen ten opzichte van vorig jaar. Uiteraard betreft het de data van de vakanties, maar er zijn ook kleine aanpassingen in de regelgeving. Alle leerlingen starten op onze scholen met een ontwikkelingsperspectief en wij horen graag van u terug hoe dit u bevalt. Uw mening over dit onderwerp en talrijke andere onderwerpen kunt u ook kwijt in het tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoek dat in het najaar zal plaatsvinden op alle INOS-scholen. De scholen gaan de komende tijd verder met de samenwerking. Inmiddels is het duidelijk hoe onze uitstroomprofielen er uit komen te zien. Er komt een gezamenlijk stagebureau tot stand met Schalm- en Liduinamedewerkers. Op 1 augustus 2014 is Passend Onderwijs in werking getreden en behoren de oude indicaties, als lichamelijk gehandicapt, langdurig ziek en zeer moeilijk lerend tot het verleden. Voortaan spreken we over leerlingen die zogenaamde ‘zware ondersteuning’ nodig hebben. Het komend jaar is een overgangsjaar waar het de toeleiding tot speciaal onderwijs betreft. Uiteindelijk streeft de minister er naar om meer leerlingen in het regulier onderwijs op te kunnen vangen. Met elkaar hebben we afgesproken dat de datum 1 augustus 2015 voor ons belangrijk is omdat we dan de organisatorische eenheid van Liduinaschool, Openluchtschool en de Schalm gerealiseerd willen hebben. Reden te meer om het komende jaar hard te werken aan de plannen om de huisvesting voor het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs voor elkaar te krijgen. Ook voor de medezeggenschapsraden en ouderverenigingen zal het een druk jaar worden in het adviseren en instemmen van alle samenwerkingsactiviteiten. Mocht u nog vragen hebben over dit boekje of over andere zaken die u van belang vindt, aarzel dan niet contact op te nemen met de leerkracht van uw kind of de directie van de school. Ik wens iedereen een heel plezierig schooljaar toe. Met vriendelijke groet,
Ton Metselaar, Algemeen Directeur Speciaal Onderwijs INOS
2
INHOUDSOPGAVE Lijst van gebruikte afkortingen Organisatie en functionarissen Waar staat de school voor Schoolorganisatie Inhoud van het onderwijs De drie leerroutes Schema vakgebieden VSO Specifieke doelgroepen Passend Onderwijs Ouders Ouderbijdragen Regelingen en praktische aangelegenheden Klachtenregeling
3 4 6 7 11 12 14 16 17 19 23 24 32
LIJST VAN GEBRUIKTE AFKORTINGEN ADHD ASS AUTI AWBZ BAO CED CIZ CvB CWI DUO GMR GGZ IB IQ LVS MG MR MRT NSO OOK OPP PGB REC RT SLO SO TOG VBKO VSO UWV WA WAJONG Wmo ZML
Attention-Deficit/Hyperactivity Disorder Autisme Spectrum Stoornis Groepen voor leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten Basis Onderwijs Centrum Educatieve Dienstverlening Centrum Indicatie Zorg Commissie voor de Begeleiding Centrum voor Werk en Inkomen Dienst Uitvoering Onderwijs Gemeenschappelijke MedezeggenschapsRaad Geestelijke GezondheidsZorg Intern Begeleider Intelligentie Quotiënt LeerlingVolgSysteem Meervoudig Gehandicapten MedezeggenschapsRaad Motorische Remedial Teaching NaSchoolse Opvang Optimale Onderwijs Kans Ontwikkelings Perspectief Plan Persoons Gebonden Budget Regionaal Expertise Centrum Remedial Teaching Stichting Leerplan Ontwikkeling Speciaal Onderwijs Tegemoetkoming Onderhoudskosten thuiswonende meervoudig en ernstig lichamelijk gehandicapte kinderen Vereniging Bestuursorganisatie Katholiek Onderwijs Voortgezet Speciaal Onderwijs Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen Wettelijke Aansprakelijkheid Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening JONGgehandicapten Wet maatschappelijke ondersteuning Zeer Moeilijk Lerenden
3
ORGANISATIE EN FUNCTIONARISSEN Doel van de schoolgids Met deze schoolgids willen wij u informeren over uiteenlopende zaken betreffende het onderwijs aan uw kind. U vertrouwt uw zoon/dochter voor een groot gedeelte van de dag toe aan de zorg van onze school vanaf het moment van aanmelding en nog meer na de plaatsing deelt u met ons als school de zorg voor uw kind. Deze gids is samengesteld om u als ouder zo goed mogelijk kennis te laten maken met onze school. Directie: Ton Metselaar Kees Ilmer
algemeen directeur sectordirecteur VSO
Staf en secretariaat: Paul van den Broeck Maud van Woerkom Anele Kuijstermans
stafmedewerker financiën / huisvesting personeelszaken algemeen secretariaat
Administratie: Marijke Beverwijk
administratie Kees Ilmer
Commissie voor de Begeleiding VSO: Rien van Kaam orthopedagoog Sandie de Rooij psycholoog Annouk Heijkants psycholoog Jelda Rodermond maatschappelijk werkende Cora Smit-Roeters jeugdarts GGD Schoolbestuur INOS Stichting Katholiek Onderwijs Breda Postbus 3513 4800 DM Breda Bezoekadres: Annastede Haagweg 1 4814 GA Breda Tel. 076 - 561 16 88 Fax 076 - 564 04 42 www.inos.nl Medezeggenschapsraad Judith van Nijnatten voorzitter Anele Kuijstermans secretaris e-mail
[email protected] Oudercomité Voor de samenstelling van het Oudercomité wordt u verwezen naar de website van de school. www.liduinaschoolbreda.nl Inspectie van het Onderwijs
[email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs Tel. 0800 - 80 51 (gratis) Meldpunt vertrouwensinspecteurs Tel. 0900 - 111 31 11
4
ADRESSEN STAFKANTOOR Rijnauwenstraat 203 4834 LD Breda Tel. 076 – 56 088 50 Fax 076 – 56 088 51 Stafkantoor Postadres: Postbus 9412 4801 LK Breda
[email protected] www.liduinaschoolbreda.nl VSO Landheining 6 4817 DM Breda Tel. 076 – 56 088 50 Fax 076 – 56 088 52 Wolvenring 32 + 34 4817 GD Breda Tel. 076 – 56 088 50 SO Rijnauwenstraat 205 4834 LD Breda Tel. 076 – 56 088 50
Landheining
‘t Berkske zorgboerderij J.F. Kellyweg 14 4851 SX Ulvenhout Tel. 076 – 56 088 50 Schoolgids Liduinaschool 2013-2014
Wolvenring 32
Wolvenring 34
5
WAAR STAAT DE SCHOOL VOOR Missie van de school Wij bieden onze leerlingen een gespecialiseerde leer- en werkomgeving waardoor zij optimaal maatschappelijk kunnen participeren. De Liduinaschool verzorgt een hoogwaardig aanbod van onderwijs en dienstverlening in de regio Breda aan kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking in de leeftijd van vier tot twintig jaar. Binnen de Liduinaschool is er zorg voor specifieke doelgroepen, zoals leerlingen met een beperkt ontwikkelingsniveau en leerlingen met autisme. De Liduinaschool biedt ruimte aan verschillende godsdiensten en levensbeschouwelijke opvattingen die er in onze samenleving bestaan. Zij heeft als doel de leerlingen voor te bereiden op een zo geïntegreerd en zelfstandig mogelijk bestaan op de gebieden van wonen en werken (betaalde en onbetaalde arbeid) en vrijetijdsbesteding. De Liduinaschool wil steeds beter uitgaan van en aansluiten bij de basisbehoeften van onze leerlingen en zij wil de ouders betrekken bij de inhoud en vormgeving van onderwijs en dienstverlening. De Liduinaschool wil haar medewerkers in staat stellen om met enthousiasme en kennis een bijdrage te leveren aan het realiseren van de missie in samenwerking met leerlingen en ouders. De Liduinaschool wil in de regio een belangrijke gesprekspartner zijn voor scholen en zorgvoorzieningen. Visie van de school Door gedifferentieerd en competentiegericht onderwijs creëren wij voor elke leerling een ontwikkelingsperspectief, waarin wij zelfstandigheid stimuleren. Hierbij werken wij proactief samen met ouders en ketenpartners. Wij hebben hart voor onze leerlingen en we zijn trots op de meerwaarde die we hen, hun ouders en het onderwijsveld bieden. De Liduinaschool wil steeds beter uit gaan van en aansluiten bij de basisbehoeften van onze leerlingen. Behoefte aan competentie, autonomie en relatie
• competentie ik kan het • autonomie ik kan het zelf • relatie ik hoor erbij
Onze school wil een school zijn met een veilig pedagogisch klimaat en een verfijnd pedagogischdidactisch zorgsysteem waar leerlingen zich optimaal kunnen ontwikkelen in een sfeer van welbevinden. Dit betekent dat in teamverband en in onderlinge samenwerking gewerkt wordt aan
de leerontwikkeling van de kinderen om het maximaal mogelijke te bereiken de sociaal-emotionele ontwikkeling om sociaal competent gedrag en persoonlijk welbevinden te bevorderen de werkhouding om leermotivatie, taakbeleving en taakgerichtheid te bevorderen.
De resultaten van het onderwijs worden per leerling vastgelegd in het handelingsplan, dat wordt opgesteld op basis van het LVS 2000. De school is een voorstander van het verantwoord werken in leerroutes. Het onderwijsprogramma is hierdoor aangepast aan de grote verschillen die er bestaan in niveau tussen de leerlingen.
6
De school streeft er naar om de leerlingen te begeleiden bij hun ontwikkeling van een harmonieuze persoonlijkheid, naar maximale zelfstandigheid met daarbij de erkenning van de eigenheid van een kind of jongvolwassene met een verstandelijke beperking. Bovenal zien we onze leerlingen als kinderen met mogelijkheden, met ontwikkelingskansen. De Liduinaschool werkt vanuit een pedagogisch klimaat waarin een evenwicht bestaat tussen veiligheid en uitdaging. Veiligheid door de structuur van het rooster, de overzichtelijke indeling van de lokalen, het gebruik van picto’s en het consequent omgaan met regels. De medewerkers dagen de leerlingen uit tot eigen activiteiten, tot het nemen van verantwoordelijkheid en zij betrekken de leerlingen bij wat er in de groep gebeurt. Zij bieden een “rijke” leeromgeving. Hoewel ouders op de eerste plaats hun kind aanmelden op de Liduinaschool vanwege de beperking van hun kind, willen wij toch de visie rond de identiteit van het schoolbestuur uitdragen. INOS handelt vanuit waarden en normen, die gebaseerd zijn op christelijke principes. Deze principes zijn geborgd door de katholieke grondslag van INOS, welke signatuur is vastgelegd in de statuten. Uitgangspunt zijn de christelijke principes waarbij geanticipeerd wordt op algemeen maatschappelijke, onderwijskundige en pedagogische ontwikkelingen. De essentie van het geheel van waarden en normen is door INOS duidelijk gedefinieerd (www.inos.nl). Leerlingen en personeel respecteren en handelen naar deze waarden en normen. Daardoor kan de school in ruime mate tegemoetkomen aan vragen van alle gezindten. Toelating Leerlingen komen uit de volgende gemeenten -Alphen-Chaam -Gilze en Rijen -Baarle-Nassau -Breda -Geertruidenberg -Drimmelen -Oosterhout -Etten-Leur -Zundert
SCHOOLORGANISATIE Afdeling VSO Liduinaschool De afkorting VSO staat voor: Voortgezet Speciaal Onderwijs. De leeftijd van de leerlingen loopt uiteen e van 13 tot 20 jaar. Het is de verwachting dat in het schooljaar 2014-2015 de leerlingen vanaf hun 12 jaar naar het VSO kunnen gaan. De kwaliteit van onze basisondersteuning De basisondersteuning bestaat uit de volgende vier domeinen: onderwijs, begeleiding, beleid en organisatie. Onderwijs Wij zijn tevreden over het domein ‘onderwijs’. Wij zijn positief over onze onderwijskwaliteit. Wij bieden een veilige leeromgeving voor onze kinderen. Wij werken handelingsgericht. Dat wil zeggen dat wij rekening houden met de onderwijsbehoeften van onze leerlingen. Als het nodig is bieden wij extra ondersteuning. Wij zijn goed in staat om rekening te houden met verschillen tussen kinderen, zowel op het gebied van aanbod, tijd en instructie. Wij analyseren de resultaten van onze leerlingen regelmatig en bespreken deze teambreed. Het gaat daarbij niet alleen om de leerresultaten, maar ook over het welbevinden van de leerling. Op basis van de analyses worden groepsplannen aangepast. Wij gebruiken een samenhangend leerlingvolgsysteem. Er is de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit van onze basisondersteuning. Als team hebben wij ons jarenlang geschoold in handelingsgericht werken. Beleid Wij zijn tevreden over het domein ‘beleid’. Onze procedures zijn vastgelegd en wij beschikken over een heldere visie op leerlingenzorg. Jaarlijks evalueren wij onze ondersteuning aan de kinderen en stellen indien nodig verbeterpunten op.
7
Organisatie Ook over het domein ‘organisatie’ van onze ondersteuning zijn wij tevreden. Wij beschikken over een goed functionerende commissie van begeleiding/zorgteam. Besprekingen worden samen met ouders gevoerd. Het zorgteam is samen met de commissie van begeleiding een belangrijke schakel in onze ondersteuningsstructuur. Begeleiding Het domein ‘begeleiding’ vraagt de komende tijd de meeste aandacht. Onze school werkt voor alle leerlingen met een ontwikkelingsperspectief. Het werken volgens het activerende directe instructiemodel blijft komend jaar een aandachtspunt De overdracht binnen onze school tussen de leerjaren is goed op orde, net als de overdracht naar de volgende school. Hierover zijn duidelijke procedures vastgelegd. De overdracht van (de voorschoolse opvang) SO naar VSO binnen onze school is goed geregeld. Wij vinden goede contacten met ouders erg belangrijk en zien ouders als partner. Beschikbare deskundigheid Voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, beschikt onze school over specifieke deskundigheid (interne deskundigheid). Het gaat hierbij om de deskundigheid die wij als school structureel zelf beschikbaar hebben Wij zetten die in daar waar het nodig is. Het gaat hierbij om deskundigheid van de orthopedagoog, psycholoog, schoolmaatschappelijk werker, logopedist, specialisten in taal en rekenen, sociale vaardigheden, gedragsspecialist, specialist in autisme. Daarnaast maken we gebruik van kennis en deskundigheid van andere instanties zoals stichting MEE, VISIO, REC 4, jeugdzorg, gezondheidszorg, afdeling leerplicht gemeente, scholen voor V(S)O. Ondersteuningsvoorzieningen Onze school heeft voldoende aangepaste voorzieningen voor de doelgroep. Ook het buitenterrein is aangepast voor leerlingen in een rolstoel. Ontwikkelagenda Samengevat zijn wij als school tevreden over de basisondersteuning en extra ondersteuning die wij bieden aan onze leerlingen. Vanzelfsprekend kan het altijd beter en zien wij nog voldoende verbeterpunten. Voor het verbeteren van onze kwaliteit van de basisondersteuning gaan wij ons verder bekwamen in het werken met (sub)groepsplannen en het werken met het ontwikkelingsperspectief. Wij zijn tevreden over de expertise binnen ons eigen team, maar zijn ons bewust dat er een verdichting van problematiek op kan treden en zullen ons daarop voorbereiden door het invoeren en werken met een leerlingvolgsysteem voor de sociale en emotionele ontwikkeling. Grenzen van de school De Liduinaschool streeft er naar de zorg voor de leerlingen op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter ook situaties voordoen, waarin de grenzen aan de zorg voor leerlingen worden bereikt en er sprake is van een ZML-overstijgende zorgvraag, waardoor er geen kwalitatief goed onderwijs kan worden geboden. De Liduinaschool verstaat onder leerlingen met een ZML-overstijgende zorgvraag: leerlingen waarbij de zorgvraag op gebied van persoonlijke verzorging en/of individuele begeleiding en/of verpleging het zorgaanbod vanuit de onderwijs indicatie (ZML en MG) overstijgt. In de praktijk zijn dit doorgaans 1. leerlingen met een (zeer) ernstige verstandelijke beperking in combinatie met een bijkomende problematiek op fysiek gebied (motorisch en/of medisch), of
8
2. leerlingen met een verstandelijke beperking in combinatie met een gedragsstoornis en/of ernstige problematiek op psychiatrisch gebied, of 3. leerlingen met een verstandelijk beperking in combinatie met ernstige sensorische problematiek (prikkelverwerkingsproblemen). Dit kunnen redenen zijn dat plaatsing op de Liduinaschool niet (meer) haalbaar is. Plaatsing binnen de school is niet mogelijk a. als de zorg vanuit de ZML/MG-indicatie met de aanvullende AWBZ/Wmo-financiering ontoereikend is om aan de zorgbehoefte van de leerling te voldoen. De school is dan onvoldoende toegerust om verantwoord te handelen, aangezien de leerling alleen kan participeren binnen het onderwijsprogramma als de onderwijstijd en/ of geoormerkte zorgtijd van andere leerlingen gebruikt wordt om de benodigde zorg te realiseren b. als de leerling zeer beperkte/geen ontwikkeling laat zien binnen de kerndoelen van het ZML/MGonderwijs gedurende een jaar, waarbij de oorzaak ligt in een cognitieve stagnatie en/of beperkte onderwijsparticipatie ten gevolge van de zorgvraag c.
als de leerling ernstige verstoring van de orde en rust op school veroorzaakt, nadat er van uit school alle beschikbare interventies zijn ingezet
d. als de leerling (ondanks aanvullende zorg vanuit AWBZ/Wmo-financiering) niet kan voldoen aan het onderwijsprogramma en niet kan participeren binnen de wettelijke schooltijden en/ of niet kan participeren binnen de bij de ZML/MG indicatie passende groepsgrootte en individuele alternatieven aangeboden moet krijgen. Wanneer een dergelijke reden van toepassing is op uw zoon of dochter, zal de school altijd in gesprek met u gaan om te zoeken naar een goede oplossing die recht doet aan de hulpvraag van uw kind. Leerlingenzorg De Liduinaschool streeft naar een manier van werken en registreren waardoor zij in staat is de ontwikkeling van een leerling continu te volgen en hierdoor een gericht (vaak individueel) onderwijsprogramma aan te kunnen bieden. De Commissie voor de Begeleiding bewaakt de voortgang van de leerling en besluit over de inzet van ondersteunende begeleiding. Het begin van de continue leerlingbegeleiding wordt gevormd door de gegevens vanuit de toelating; het zogenaamde “Ontwikkeling Perspectief Plan”. In dit document staan de relevante gegevens van een leerling, een eerste beeldvorming, het ontwikkelingsperspectief en de benodigde onderwijsondersteuning. Ook wordt in het “OPP” vermeld in welke leerroute de leerling, op basis van zijn mogelijkheden, geplaatst wordt. Dit document moet door ouders/voogd worden ondertekend. De verdere ontwikkeling van de leerling wordt gevolgd via het leerlingvolgsysteem waarbij op een planmatige manier middels een toetsings- en scoringssysteem de ontwikkeling van een leerling in kaart wordt gebracht. Elke leerling in een groep wordt aan de hand van het leerlingvolgsysteem op niveau ingedeeld voor de verschillende vakgebieden. Voor de vakgebieden stelt de groepsleerkracht een groepsplan op, dat kan bestaan uit verschillende niveaus. Aan het begin van elk schooljaar worden de groepsplannen opnieuw opgesteld en middels een consultatieve groepsplanbespreking met de intern begeleider bekeken. De leerkrachten volgen dagelijks de vorderingen/ veranderingen in het ontwikkelingsproces van de leerling.
9
Twee keer per jaar worden alle gegevens in kaart gebracht en wordt de ontwikkeling van de leerling besproken. Eén keer per jaar worden bij de leerlingen didactische toetsen en/of observaties afgenomen. Hiervoor worden de CITO toetsen “Speciale Leerlingen”, de DMT en AVI toetsen en de ZML reken- en taaltoetsen gebruikt. Besprekingen Op de Liduinaschool kennen we diverse soorten besprekingen. Dit zijn in feite steeds evaluaties van de uitvoering van de groepsplannen (en eventuele individuele trajecten) en de plaatsing binnen de huidige groep. Het beleid is erop gericht dat elke leerling elk schooljaar minimaal twee keer besproken wordt. De groepsplanbespreking Deze vinden twee keer per jaar plaats en hierin worden de door de leraar opgestelde groepsplannen voor de vakgebieden besproken. In deze plannen staan de doelen waaraan in die groep wordt gewerkt, volgens welke methoden en hoe dit wordt georganiseerd. De groepsplannen worden door elke leerkracht aan het begin van het schooljaar opgesteld en in de eerste vier schoolweken besproken in een eerste consultatieve groepsplanbespreking met de IB`er. Plaatsingsbespreking Binnen enkele weken na plaatsing van de leerling is er een bespreking met de leerkracht, de gedragsdeskundige en de ouders. Hierin wordt het opgestelde Ontwikkel Perspectief Plan (OPP) besproken en eventueel bijgesteld. Tevens wordt eventuele onderwijsondersteuning besproken. Evaluatie Ontwikkeling Perspectief Plan Deze bespreking vindt plaats met de groepsleerkracht in aanwezigheid en onder verantwoordelijkheid van de betrokken psycholoog/orthopedagoog. Het vindt plaats in december/januari en mei/juni. Indien wenselijk kan ook plaats worden ingeruimd voor betrokken vakleerkrachten of onderwijsondersteunend personeel. Bij leerlingen in de autigroepen zijn bij de tweede bespreking de ouders aanwezig. Er wordt van deze bespreking een verslag gemaakt. Dit verslag gaat ter informatie naar de ouders/voogd. Er moet worden aangegeven of de doelstellingen bereikt zijn en of dit verlopen is zoals eerder gepland was; belemmerende en bevorderende factoren worden geformuleerd. Daarnaast worden er op grond van deze informatie aandachtpunten/conclusies vermeld voor het nieuwe handelingsplan en wordt aangegeven in welke groep de leerling het volgende schooljaar geplaatst kan worden. Eventuele specifieke problemen kunnen ingebracht worden in de Commissie voor de Begeleiding. Indien ouders niet aanwezig zijn, wordt de evaluatie besproken tijdens de ouderavond. Medische Check-up In het kader van het cyclisch proces van de leerlingenzorg worden binnen de CvB, dus samen met de jeugdarts, alle leerlingen elk schooljaar vanuit medisch oogpunt kort besproken. Uitgangspunt is dat de jeugdarts, naar aanleiding van vragen van ouders, leerkracht en OOP, informatie/advies kan geven over medische zaken die invloed hebben op het geven/volgen van het onderwijs. Ouders ontvangen vooraf een bericht hierover en op welke manier zij hun vragen kenbaar kunnen maken. Transitieplan In het schooljaar zal voor alle leerlingen rondom hun 18e verjaardag een individueel transitieplan (ITP) worden opgesteld. In dit document wordt aangegeven welke stappen er moeten worden gezet om de naderende schoolverlating zo optimaal mogelijk te laten
10
verlopen. Daarnaast leert de ervaring dat het ITP een goed document is dat gebruikt kan worden bij het aanvragen van een Wajong-indicatie bij het UWV. Een naadloze overgang van school naar toekomstige werkplek is zeer belangrijk. In dit perspectief wordt in het ITP aangegeven naar welke perspectieven wordt toegewerkt in de richting van wonen, werken en vrijetijdsbesteding en welke begeleidingsvoorwaarden hierbij zijn. Tevens wordt vastgelegd welke concrete stappen hiertoe moeten worden gezet: invulling van stages, aanvragen van noodzakelijke indicaties en specifieke leerdoelen in het onderwijsprogramma zijn hiervan slechts voorbeelden. Waar noodzakelijk zal zorg gedragen worden voor een actueel psychologisch verslag. Het ITP wordt besproken en vastgesteld na bespreking met de ouders en (indien mogelijk) de leerling. AB Wanneer de ouders kiezen voor een reguliere school wordt de ambulante dienst Flexinos ingeschakeld. Het aanbod is afhankelijk van de hulpvraag van de leerling, school en of ouder(s)/verzorger(s). De dienst AB is verantwoordelijk voor het opstellen van een begeleidingsplan. Hierin staan de begeleidingsdoelen en afspraken over de wijze waarop de AB wordt ingezet. Dit gebeurt in samenspraak met de school en ouder(s) verzorger(s). De reguliere school is eindverantwoordelijke voor de totale begeleiding van de leerling, tevens voor de inzet van extra middelen. De Liduinaschool verleent in deze situatie dus diensten die onder verantwoordelijkheid van de reguliere school worden ingevuld. De dienst AB organiseert tevens netwerkbijeenkomsten voor de reguliere scholen waaraan AB wordt gegeven.
INHOUD VAN HET ONDERWIJS Inleiding Het ZML onderwijs is een onderwijsvorm die zich richt op een brede groep leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 20 jaar. De leerlingen hebben een verstandelijke beperking met eventueel een motorische beperking en/of een bijkomende problematiek zoals ASS en ADHD. In de VSO-leeftijd zien we leerlingen die uitstromen naar een kleinschalige en beschutte werkomgeving, maar er zijn ook leerlingen die hun werkplek binnen het vrije bedrijf of in de sociale werkvoorziening vinden. We bieden ook onderwijs aan leerlingen die naast hun verstandelijke beperking bekend zijn met een motorische belemmering alsook leerlingen die door een al dan niet ernstige vorm van autisme in hun ontwikkeling belemmerd worden. Er is dus een grote diversiteit van hulpvragen die leerlingen stellen. Om op deze specifieke vragen goed antwoord te kunnen geven is bij de organisatie van de Liduinaschool uitgegaan van de verdeling van leerlingen aan de hand van de hulpvragen in drie leerroutes en het werken met overzichtelijke teams. Beide zaken zijn binnen de afdeling van het VSO duidelijk herkenbaar. Op deze manier wordt het onderwijsaanbod zoveel mogelijk afgestemd op de mogelijkheden van de leerling. De Commissie voor de Begeleiding (CvB) van onze school is verantwoordelijk voor het bepalen van het perspectief voor de leerlingen. Op grond hiervan wordt er een gewenste leerroute aangegeven en wordt er gekeken welk team de voorkeur heeft. Dit proces gebeurt jaarlijks en is in onze procedure leerlingenzorg opgenomen. Door de genoemde commissie wordt ook steeds bekeken of een leerling specifieke ondersteuning nodig heeft. Om antwoord te kunnen geven op specifieke hulpvragen heeft de school de beschikking over logopedie, remedial teaching, Sensorische Integratie ondersteuning, spelbegeleiding, fysio- en ergotherapie (adviserend naar het personeel) en Motorische Remedial Teaching. Deze ondersteuning zal, indien door de CvB geïndiceerd, steeds met een duidelijke doelstelling en voor een bepaalde periode gegeven kunnen worden.
11
De behoefte aan remedial teaching is wat groter bij de leerlingen die de meer cognitieve processen aangeboden krijgen. Motorisch Remedial Teaching vindt vooral plaats bij leerlingen met een MG indicatie. Aan het eind van de behandelperiode zal steeds een eindevaluatie worden opgesteld. Op dat moment is dan ook de Commissie voor de Begeleiding opnieuw verantwoordelijk over stopzetting of continuering van onderwijsondersteunende inzet. Vanzelfsprekend wordt met u als ouder over een en ander steeds gecommuniceerd.
DE DRIE LEERROUTES e
Tot op dit moment moet een leerling worden uitgeschreven op hun 20 verjaardag. In toenemende mate e zien we dat leerling rond hun 18 jaar de school verlaten. Vanaf schooljaar 2014-2015 is een start gemaakt om leerlingen met dezelfde leerroute op één locatie te plaatsen binnen de Landheining of de Wolvenring. LEERROUTES EN ONDERWIJSFASEN Binnen het VSO van de Liduinaschool onderscheiden we de volgende leerroutes:
Leerroute 3. Arbeid Uitstroombestemming: WSW; begeleid werken met jobcoach vanuit zorginstelling; arbeid in een regulier bedrijf zonder certificaten/ met landelijk erkende certificaten en/of branchegerichte cursussen; MBO 1 en/of AKA.
Leerroute 4. Arbeidsmatige dagbesteding Uitstroombestemming: arbeidsgerichte dagbesteding in AWBZ-voorziening.
Leerroute 5: Activerende dagbesteding Uitstroombestemming: activerende of belevingsgerichte dagbesteding in AWBZ-voorziening.
Voor alle drie de leerroutes wordt een onderscheid gemaakt in drie fases: 1) De oriënterende fase (leerjaar 1 en 2) 2) De beroepsgerichte fase (leerjaar 3 en 4) 3) De transitiefase (leerjaar 5 , 6 en 7) Naar doelstelling en onderwijsinhoud ziet dit er schematisch als volgt uit:
Theoretische vorming Maatschappelijke vorming Sociaalemotionele vorming Beroeps- en praktijkvorming
Oriëntatiefase “De leerling als leerling” Methodische basis
Beroepsgerichte fase “De leerling als werknemer” Behalen streefniveaus
Methodische basis op zaakvakken Aanleren vaardigheden voor sociaal gedrag en leren leren Redzaamheid en oriëntatie
Toepasbaar in dagelijks leven Toepassen in de praktijk
Sector en beroepsgericht Algemene werknemersvaardigheden
Transitiefase “De leerling als burger” Onderhoud en maatwerk Gericht op participatie Gericht op participatie
Gericht op het verkrijgen van een baan
Het totale onderwijsaanbod binnen de VSO-afdeling is gebaseerd op de kerndoelen zoals die voor het gehele speciaal onderwijs in Nederland gelden. De nadruk ligt op het aanleren van vaardigheden die in relatie staan tot wonen, werken, vrijetijdsbesteding en burgerschap. Naar vakgebieden onderscheiden, ziet het totale aanbod er als volgt uit:
12
Leerroute 3. Arbeid Korte omschrijving van de doelgroep Leerlingen die onderwijs volgen in leerroute 3 beschikken over capaciteiten op minimaal het niveau van een lichte verstandelijke beperking en worden in het onderwijs daarnaast belemmerd door bijkomende problematieken zoals, motorische, neurologische, (psycho-) somatische problemen en sociaalemotionele kwetsbaarheid. Tevens kan er sprake zijn van ADHD, NLD, ASS of een andere psychiatrische diagnose. Uitstroombestemming : Leerlingen binnen leerroute 3 moeten aan het eind van de VSO-periode in staat zijn om uit te stromen naar een reguliere vorm van arbeid. Dit kan in het vrije bedrijf zijn maar ook binnen een vorm van sociale werkvoorziening. Sommige leerlingen zullen vanuit deze leerroute tussentijds de overstap maken naar een andere vorm van onderwijs zoals het praktijkonderwijs of de Entree-opleiding (MBO)
Leerroute 4. Arbeidsmatige/taakgerichte dagbesteding Korte omschrijving van de doelgroep Leerlingen die onderwijs volgen in leerroute 4 zijn bekend met een matige tot lichte verstandelijke beperking (IQ tussen de 35 en 55) en worden in het onderwijs al dan niet belemmerd door bijkomende problematieken zoals, motorische, neurologische, (psycho-) somatische problemen en/of sociaalemotionele kwetsbaarheid. Tevens kan er sprake zijn van ADHD, NLD, ASS of een andere psychiatrische diagnose.
Uitstroombestemming:. Leerlingen binnen leerroute 4 moeten aan het eind van de VSO-periode in staat zijn om uit te stromen naar een werkplek waarin zij op een arbeidsmatige en taakgerichte wijze vorm kunnen geven aan hun dagbesteding. Een belangrijk kenmerk van dagbesteding is dat het de leerling een grote mate van afstand tot de reguliere arbeidsmarkt en is aangewezen op een indicatie die door het CIZ wordt toegekend. Er is binnen de uitstroombestemmingen van leerroute 4 een heel grote variëteit welke uiteenloopt van het werken binnen een reguliere setting onder lering van een jobcoach vanuit een zorginstelling tot het werken in een dagcentrum. Vanuit dit gegeven wordt binnen leerroute een gedifferentieerd onderwijsaanbod gegeven wat zich vertaal in een leerroute 4-hoog en een leerroute 4-laag. Met de invoering van de Participatiewet in januari 2015 is het aannemelijk dat leerlingen uit leerroute 4hoog in toenemende mate zullen zijn aangewezen op een vorm van arbeid (met meer of minder ondersteuning) binnen een reguliere arbeidssetting. Nauwgezet worden deze ontwikkelingen gevolgd en het is evident dat deze ontwikkelingen consequenties zullen gaan hebben voor de indeling naar leerroutes.
Leerroute 3
Leerroute 4 Leerroute 5
13
Leerroute 5: Activerende dagbesteding Korte omschrijving van de doelgroep Leerlingen die onderwijs volgen in leerroute 5 zijn bekend met een matige tot ernstige verstandelijke beperking (IQ lager dan 35) en worden in het onderwijs al dan niet belemmerd door bijkomende problematieken zoals, motorische, neurologische, (psycho-) somatische problemen en/of sociaalemotionele kwetsbaarheid. Tevens kan er sprake zijn van ADHD, NLD, ASS of een andere psychiatrische diagnose. Dikwijls zien we dat de belemmerende factoren bij gebrek aan voldoende compensatiemogelijkheden extra negatief inwerken op de ontwikkelingsmogelijkheden. Deze leerlingen zijn in hun onderwijsproces in grote mate afhankelijk blijven van ondersteuning en activering. Uitstroombestemming: Leerlingen binnen leerroute 3 moeten aan het eind van de VSO-periode in staat zijn om uit te stromen naar een vorm van activerende dagbesteding. In de praktijk betekent dit dat zij steeds en blijvend baat hebben bij een vorm van dagbesteding waarin een grote mate van begeleiding en toezicht vanuit een professioneel kader aanwezig is. Veelal betreft het gespecialiseerde dagcentra vanuit de zorginstellingen waarin kleinschaligheid en structuur kernbegrippen zijn. Hieronder volgt het overzicht van de uitstroomgegevens van de VSO-afdeling gedurende de afgelopen schooljaren. Uitstroomgegevens VSO
VSO uitstroom Totale leerlingen
2010-2011 35
2011-2012 30
Reguliere arbeidsplaats Beschermde werkomgeving Sociale werkvoorziening Dagbesteding MBO-opleiding Onbekend
2
5,7%
3
8 4 21
22,9% 3 11,4% 2 60,0% 19 3
2012-2013 42
2013-2014 46
10,0% 3
7,1%
2
4,4%
10,0% 6,7% 63,3% 10,0%
9,5% 9,5% 50,0% 16,8% 7,1%
3 6 30 5
6,5% 13,0% 65,2% 10,8%
4 4 21 7 3
SCHEMA VAKGEBIEDEN VSO Leergebied specifieke kerndoelen 1. Rekenen en wiskunde: • Rekenen VSO arbeidsgericht (niveau 1 t/m 5 VOX) • Rekenen met uitstroom dagbesteding (Rekenboog ZML) 2. Nederlandse taal en communicatie • Mondelinge en schriftelijke taal, waaronder technisch lezen, begrijpend lezen en spellen 3. Mens, Natuur en Techniek (MNT) 4. Mens en Maatschappij 5. Engels (alleen voor uitstroom arbeid) 6. Culturele oriëntatie en creatieve expressie 7. Bewegen en Sport Leergebied overstijgende kerndoelen 1. Leergebied overstijgend (waaronder o.a. leren leren, laren taken uitvoeren) 2. Dagbesteding en arbeidskundige competenties Op grond van het OPP wordt elke leerling in een bepaalde leerroute geplaatst. Elk jaar opnieuw wordt onder verantwoordelijkheid van de Commissie voor de Begeleiding (CVB) geëvalueerd of deze leerroute nog aansluit bij de ontwikkeling van de leerling. Waar nodig kan dan ook worden bijgesteld. Belangrijk hierbij is dat deze evaluatie is gebaseerd op de behaalde niveaus van de leerlingen per vakgebied per leerjaar. In dit opzicht hanteren we per leerjaar per leerroute streefniveaus binnen alle vakgebieden. Op
14
deze wijze kan worden vastgesteld of de leerling zich op een juiste wijze ontwikkelt om aan het eind van de VSO-periode de doelstellingen in relatie tot de uitstroombestemming te halen. STAGES Oriënterende en uitstroomstages Vanaf minimaal 16 jaar bestaat er voor onze leerlingen de mogelijkheid om in het kader van hun arbeidstoeleidingstraject een stage te lopen. We maken daarbij het onderscheid tussen een oriënterende stage en een uitstroomstage. Een oriënterende stage geeft de leerling de kans om zichzelf te ontdekken buiten de veilige omgeving van de school en biedt de kans om te ontdekken welke werksector het beste bij de eigen mogelijkheden past. Een uitstroomstage maakt onderdeel uit van het feitelijke schoolverlaterstraject. Deze stage biedt de kans om de leerling op een geleidelijke en verantwoorde wijze de school te gaan verlaten. Een stage-aanvraag kan slechts worden gehonoreerd als duidelijk is aan welke doelstellingen er tijdens de stage wordt gewerkt. Veelal zullen deze doelstellingen worden bepaald vanuit de verschillende voortgangsgesprekken binnen het team, met ouders en met de jongere zelf. Een stage kan pas plaatsvinden als er een stagecontract is opgesteld en ondertekend. De Commissie voor de Begeleiding is verantwoordelijk voor de inhoud en doelstellingen van de stage. Het stagebureau is verantwoordelijk voor de uitvoering van de stages. Vanuit dit bureau wordt de begeleiding aangestuurd. De begeleiding kan zowel door een stageleerkracht als door een praktijkbegeleider worden verzorgd. De stagemogelijkheden binnen een zorginstelling zijn beperkter dan een stageplaats binnen SWverband of vrije bedrijf. In dit verband zal de koppeling tussen stagedoelen en stageplaats steeds gelden. Het vervoer naar het stage-adres alsook de tijdsduur van de stage maken onderdeel uit van het stagecontract. Als school stelen wij adviezen, initiatieven en ideeën omtrent mogelijk geschikte adressen zeer op prijs. U kunt zich altijd hiervoor wenden tot de groepsleerkracht van uw zoon of dochter. Transitiefase In de tweede fase wordt gewerkt naar de schoolverlating waarbij de leerling in staat wordt gesteld om een keuze te maken in de richting van de gewenste werksector. Vanuit pedagogisch perspectief is de vergroting van de zelfstandigheid een belangrijke doelstelling. Binnen de veiligheid en structuur van de afdeling wordt steeds een beroep gedaan op de zelfstandigheid van de leerling. In de laatste fase zullen de leerlingen worden geplaatst in een uitstroomgroep waarin er een directe koppeling is tussen de uitstroomstage en het programma aanbod op school. Overgangsdocument Met de invoering van de nieuwe wetgeving rondom het VSO, zijn wij verplicht om voor alle leerlingen die het VSO gaan verlaten een “Overgangsdocument VSO” op te stellen. Concreet betekent dit dat dat de leerlingen bij het verlaten van de school (als zij uitstromen naar een vorm van dagbesteding of arbeid) een document meekrijgen waarin de meest recente stand van zaken wordt beschreven rond de ontwikkelingen van alle onderwijsdomeinen. Ook wordt in dit document aangegeven naar welke uitstroombestemming de leerling gaat en welke ondersteunings- en begeleidingsvoorwaarden van toepassing zijn. Tot slot wordt aangegeven hoe aan het nazorgtraject vorm wordt gegeven.
15
Arbeidstraining Binnen het vakgebied industriële arbeidstraining komt het regelmatig voor dat de door onze leerlingen vervaardigde producten te koop worden aangeboden. Je kunt hierbij denken aan allerhande zaken: vogelhuisjes, vliegengordijnen en wenskaarten. Regelmatig zult u vanuit de VSO-afdeling hiervan op de hoogte worden gebracht. Hiernaast zijn wij altijd blij met suggesties, tips en ideeën over het binnenhalen van eenvoudig industrieel werk dat binnen ons arbeidslokaal tijdens de lessen aan de leerlingen kan worden aangeboden. Via de administratie (Tel: 076 – 56 088 50) kunt u hiervoor contact zoeken met de betreffende leerkrachten. Producten van de Liduinaschool Indien u wenst, kunt u producten bestellen die in onze keuken door onze leerlingen worden bereid. Op aanvraag zenden wij u met plezier een prijslijst van deze producten toe. Bij bestelling vragen wij u tijdig, minimaal één week van tevoren, contact op te nemen met mevrouw Carla Norbart (Tel: 076 - 56 088 50). Ook kunnen er kaarten, cadeauenveloppen, wijnzakken en kunstvoorwerpen op school gekocht worden. Ook vliegergordijnen behoren tot de mogelijkheden. Voor een overzicht van alle producten verwijzen wij u naar de website van de school, onder het kopje “actueel” en daarna “Liduina producten”.
SPECIFIEKE DOELGROEPEN 1. Leerlingen met ASS De Liduinaschool werkt al zeer lang met leerlingen met autisme spectrum stoornissen (ASS). Uit ervaring is gebleken dat leerlingen met ASS gebaat zijn bij een gestructureerd, veilig en meer kleinschalig pedagogisch klimaat. We streven ernaar in deze groepen het aantal leerlingen kleiner te maken. Dit vanwege o.a. hun individuele leerstijl en prikkelgevoeligheid. Voor de leerlingen met een ASS binnen onze school geldt dat ze begeleid worden door leerkrachten die zich verder hebben verdiept in autisme. Per leerling wordt steeds bekeken of een auti-groep of een reguliere groep wenselijk is. De diagnose autisme wordt in principe veelal door externe instanties vastgesteld zoals GGZ of P.I. De Hondsberg. Pedagogisch klimaat De specifieke auti-groepen onderscheiden zich in aanpak van de reguliere groepen op grond van klasseninrichting, maar vooral op grond van het gestructureerde onderwijsaanbod met daarin voldoende verheldering. Hierbij valt te denken aan onder meer verheldering van activiteit, tijd, ruimte en werkwijze, extra aandacht voor communicatie, zelfredzaamheid en sociale vaardigheden. Dit betekent onder meer concreet dat leerlingen een individueel visueel dagschema op hun niveau hebben, dat er gebruik wordt gemaakt van visuele werkschema’s, dat de klas is ingedeeld in werkhoeken, ontspanningshoeken, knutselhoeken, etc. Indien de begeleiding van een leerling extra zorgondersteuning vraagt zal er samen met de ouder(s)/verzorger(s) nadrukkelijk gezocht worden naar mogelijkheden vanuit de AWBZ-gelden. Extra ondersteuning kan noodzakelijk zijn om de schoolplaatsing effectief te kunnen laten blijven.
16
2. Leerlingen met MG-indicatie De doelgroep meervoudig gehandicapte leerlingen kan onderverdeeld worden in twee groepen 1• leerlingen met een ernstige of diep verstandelijke beperking in combinatie met een (zeer) beperkt gedragsrepertoire en (zeer) geringe redzaamheid (IQ < 35) 2• leerlingen met een verstandelijke beperking (licht/matig) in combinatie met een lichamelijke beperking. De leerlingen in de eerste categorie zijn geplaatst in kleine groepen van 8 leerlingen waarbij meestal naast de leerkracht en de klassenassistent ,een zorgassistent aanwezig is.
PASSEND ONDERWIJS Met ingang van 1 augustus 2014 gaat Passend Onderwijs van start en houden de huidige samenwerkingsverbanden Weer Samen Naar School op te bestaan. Dit houdt in dat ons schoolbestuur deel gaat uitmaken van een nieuw samenwerkingsverband Passend Onderwijs met de naam RSV Breda eo, Optimale Onderwijskansen. In dit nieuwe samenwerkingsverband participeren 26 schoolbesturen voor primair onderwijs met in totaal 137 scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Niet alle schoolbesturen voor speciaal onderwijs zijn wettelijk deel van het nieuwe samenwerkingsverband. Alleen scholen voor langdurig zieke leerlingen, zeer moeilijk lerende leerlingen, leerlingen met een lichamelijke beperking en leerlingen met gedragsproblemen en/of psychiatrische stoornissen doen in het samenwerkingsverband mee. Met de schoolbesturen speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende en dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen zijn samenwerkingsafspraken gemaakt. Passend onderwijs is er voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral om leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijke beperking, een chronische ziekte of bijvoorbeeld gedrags- of leerproblemen. Maar ook hoogbegaafdheid kan aanleiding zijn om extra ondersteuning te organiseren. De nieuwe Wet Passend Onderwijs schrijft enerzijds een aantal zaken voor die het nieuwe samenwerkingsverband moet regelen, anderzijds geeft de wet vrijheden om op lokaal niveau zelf beleid te maken. Dit beleid wordt gemaakt door het bestuur van het samenwerkingsverband dat bestaat uit een vertegenwoordiging van alle deelnemende schoolbesturen. De schoolbesturen die in het samenwerkingsverband samenwerken krijgen van het ministerie van OC&W geld om het onderwijs te regelen voor leerlingen die deze extra ondersteuning nodig hebben. Hiertoe maken de schoolbesturen gezamenlijk een ondersteuningsplan dat moet garanderen dat iedere leerling een passend onderwijsaanbod krijgt. Voor de meeste leerlingen zal er door de invoering van passend onderwijs in de dagelijkse praktijk weinig veranderen. Wel verandert mogelijk de organisatie van de ondersteuning op school en worden er op termijn minder kinderen doorverwezen naar het speciaal onderwijs, omdat het samenwerkingsverband de ambitie heeft om voor zoveel mogelijk leerlingen thuisnabij het passend onderwijsaanbod te realiseren. Wat er op korte termijn verandert wordt in het navolgende uitgelegd. Zorgplicht Schoolbesturen krijgen vanaf 1 augustus 2014 zorgplicht. Dit betekent dat de scholen ervoor moeten zorgen dat iedere leerling, die bij de school staat ingeschreven of is aangemeld en die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. Dit houdt in dat na aanmelding de school eerst zorgvuldig gaat onderzoeken wat uw kind nodig heeft en of de school die ondersteuning zelf kan realiseren, eventueel met ondersteuning vanuit het samenwerkingsverband. Als de school de ondersteuning niet zelf kan bieden en aangeeft dat uw kind het beste naar een andere school kan gaan, moet de school, na overleg met u, zorgen dat er een andere school gevonden wordt die wel een passend aanbod kan doen en uw kind kan toelaten. Dit kan een andere basisschool zijn, maar ook een
17
school voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs. Goed overleg met de ouders is in deze situatie uiteraard belangrijk. Nieuwe visie op ondersteuning Tot nu toe zijn we in Nederland gewend aan een proces van verwijzing en toewijzing dat is gebaseerd op de vraag wat er met het kind aan de hand is. Op basis van handelingsverlegenheid van de school en kindkenmerken zijn tot nu toe besluiten genomen over verwijzingen naar het speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs of de toekenning van een rugzakbekostiging als de leerling ondanks indicatie op de basisschool blijft. Na 1 augustus 2014 kijken we niet meer naar wat er met het kind aan de hand is, maar proberen we de vraag te beantwoorden welke extra onderwijsbehoefte de leerling heeft en welke extra ondersteuning dan geregeld moet worden. De handelingsverlegenheid van de school is dan niet langer een criterium voor indicatie, maar meer een signaal dat de leerling een beter passend onderwijsaanbod nodig heeft. Positie van de ouders De invoering van de Wet Passend Onderwijs leidt tot een andere positionering van de ouders in trajecten van toeleiding, verwijzing en extra ondersteuning. Indien uw kind meer ondersteuning nodig heeft dan de basisondersteuning van de school moet de school op basis van de zorgplicht in actie komen. Dit betekent dat de school de verantwoordelijkheid heeft te onderzoeken welke onderwijsbehoeften de leerling heeft en op welke manier daarop een passend antwoord kan worden gegeven. Uiteraard betrekt school van meet af aan de ouders in dit traject. School is in dit traject leidend en zorgt er voor dat onderzoek plaatsvindt. Het onderzoek kan leiden tot verschillende uitkomsten, te weten: 1 De leerling blijft op school met extra ondersteuning, een arrangement; 2 De leerling gaat naar een andere basisschool; 3 De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal basisonderwijs; 4 De leerling wordt aangemeld bij de bij de commissie voor ondersteuningstoewijzing voor plaatsing op school voor speciaal onderwijs; 5 De leerling wordt aangemeld bij de commissie voor onderzoek voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende leerlingen of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool. Voor de eerste vier trajecten zijn wettelijk afspraken gemaakt over de positionering van ouders en kunnen ouders zich beroepen op een mogelijk geschil. Het traject met betrekking tot de aanmeldingen voor toelaatbaarheid tot speciaal onderwijs voor blinde en slechtziende of dove en slechthorende en spraak/taalgebrekkige leerlingen, dan wel voor een arrangement voor de leerling in de basisschool valt buiten de wettelijke bevoegdheden van het samenwerkingsverband passend onderwijs. Met betrekking tot de eerste vier trajecten kunnen ouders na 1 augustus 2014 verschillende commissies benaderen. • Geschillencommissie Passend Onderwijs. Deze commissie beslecht geschillen in po, vo en (v)so, over toelating van leerlingen, die extra ondersteuning behoeven, de verwijdering van leerlingen en het ontwikkelingsperspectief. • Bezwaaradviescommissie toelaatbaarheidsverklaring. Het samenwerkingsverband is aangesloten bij de landelijke bezwaaradviescommissie, waartoe ouders zich kunnen richten bij een bezwaar tegen een besluit over een toelaatbaarheidsverklaring. • Ouders behouden daarnaast de mogelijkheid om hun klacht voor te leggen aan het College voor Mensenrechten en Gelijke Behandeling en om een beroep aan te tekenen bij de rechter.
18
Schoolondersteuningsprofiel (SOP) Iedere school stelt binnen passend onderwijs een ondersteuningsprofiel op, waarin de school beschrijft welke ondersteuning zij kan bieden en hoe deze ondersteuning is georganiseerd. De medezeggenschapsraad heeft adviesrecht op het vaststellen van het schoolondersteuningsprofiel. Aan de hand van dit SOP maakt de school ook duidelijk of de school zich wil specialiseren in een bepaald type ondersteuning of in principe een school wil zijn voor alle leerlingen als het passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd. Het schoolondersteuningsprofiel speelt een rol in het toelatingsbeleid van de school en is voor ouders een informatiebron die geraadpleegd kan worden als zij op zoek zijn naar een school voor hun kind. Geldigheid huidige beschikkingen Leerlingen die op basis van een beschikking van de Permanente Commissie Leerlingenzorg of een Commissie voor Indicatiestelling in het speciaal (basis)onderwijs verblijven, mogen daar het onderwijs genieten voor in ieder geval de duur van de beschikking. Voor leerlingen waarvoor een tijdelijke beschikking is afgegeven zal tijdig een besluit moeten worden genomen over de best passende voorziening na afloop van die beschikking. Voor leerlingen die gebruik maken van de huidige rugzakbekostiging in de basisschool gaat in de toekomst een en ander wijzigen. De huidige rugzak moet straks door het samenwerkingsverband worden omgezet in een arrangement binnen een passende voorziening. Volgens de wet zijn de huidige beschikkingen voor een rugzak vanaf 1 augustus 2014 niet meer geldig. Het bestuur van het samenwerkingsverband heeft echter het besluit genomen dat tot het moment van omzetten van die rugzak in een arrangement de ambulante begeleiding en de begeleiding vanuit de basisschool voor het schooljaar 2014-2015 worden bekostigd. In de praktijk betekent dit dat het eerste schooljaar voor deze leerlingen in de ondersteuning niets hoeft te wijzigen. Nadat het arrangement is bepaald kan het zijn dat de leerling een grotere onderwijsbehoefte heeft dan nu vanuit de huidige rugzak kan worden gerealiseerd, maar het kan ook zijn dat deze behoefte kleiner is dan de huidig beschikbare middelen. Het samenwerkingsverband levert in die zin in de toekomst maatwerk. Meer informatie nodig? De transitie naar de nieuwe Wet Passend Onderwijs is niet met ingang van het schooljaar 2014-2015 afgerond. De ontwikkelingen in ons samenwerkingsverband kunt u volgen via onze website www.rsvbreda.nl. Daarop vindt u onder andere het ondersteuningsplan van het samenwerkingsverband. Daarin wordt het beleid van het samenwerkingsverband verwoord. Dan is er ook een aantal informatieve websites over ‘passend onderwijs’: • www.steunpuntpassendonderwijs.nl • www.passendonderwijs.nl • www.medezeggenschap-passendonderwijs.nl • www.mensenrechten.nl • www.onderwijsconsulenten.nl • www.onderwijsgeschillen.nl
OUDERS Noot: Overal waar ouders staat dient eveneens verzorgers gelezen te worden. Oudercontacten Als school hechten wij een grote waarde aan een goed contact met ouders. Wanneer ouders en school in hun aanpak en ideeën optimaal op elkaar aansluiten, zal dit de ontwikkeling van het kind ongetwijfeld ten goede komen. Een goede samenwerking tussen ouders en school is niet alleen wenselijk; HET IS NOODZAKELIJK Algemeen geldt voor beide kanten: “Is er iets van welke aard dan ook: bel, mail of schrijf even!” De klassenleraren zijn bij voorkeur onder lestijd niet bereikbaar. Maar als u een boodschap doorgeeft aan de administratie belt de betreffende leerkracht u in de pauze of na schooltijd terug. De schoolmaatschappelijk werkende is bereikbaar op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag.
19
Binnen de Liduinaschool zijn er vele manieren waarop ouders worden geïnformeerd aan het begin van het schooljaar, wordt een introductieouderavond georganiseerd. Op deze avond kunt u kennismaken met het personeel en de ouders van de klasgenoten. Tevens wordt uitleg gegeven over het programma in dat leerjaar in de eerste helft van het schooljaar wordt binnen de VSO-afdeling met alle ouders een afspraak gemaakt voor een huisbezoek om de twee jaar Twee maal per schooljaar (in januari en in juni) wordt u uitgenodigd voor een gesprek op school over de vorderingen en het gedrag van uw kind regelmatig worden er algemene ouderavonden georganiseerd. Op zo’n avond komt een bepaald thema aan bod. Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan thema’s als wonen, werken en vrijetijdsbesteding. Een thema kan clusterbreed, op teamniveau of voor de gehele school zijn alle ouders waarvan de kinderen onze school bezoeken hebben een inlog- en een registratiecode die hen toegang geeft tot Safe School. Op deze beveiligde portal van de Liduinaschool vindt u foto’s, nieuwsbrieven, informatie en gegevens van de klasgenootjes van de eigen kinderen, enz. Daarnaast hebben veel ouders hun e-mailadres doorgegeven en zij krijgen al onze brieven en informatie digitaal. er is altijd de mogelijkheid een bezoek aan de klas te brengen. Het is daarbij wel wenselijk dat dit tevoren wordt afgesproken zowel bij de overgang van SO- naar de VSO-afdeling alsook bij de vaststelling van het schoolverlaterstraject, ontvangt u een uitnodiging voor een individueel oudergesprek. Van u als ouders vragen wij het volgende •wij stellen het zeer op prijs als u bij mogelijke opmerkingen, vragen of klachten steeds het initiatief neemt om contact met ons op te nemen • wij vinden het niet meer dan vanzelfsprekend dat u aanwezig bent bij alle individuele oudergesprekken die rondom uw zoon of dochter worden georganiseerd het is erg belangrijk dat de documenten die u ter ondertekening krijgt aangeboden snel door u worden geretourneerd. Vanzelfsprekend gaan wij met u in gesprek als u, om wat voor reden dan ook, niet kunt of wilt ondertekenen. De overige, georganiseerde, contacten bestaan uit transitieplanbesprekingen tussentijdse besprekingen voortgangsgesprekken rondom de stage informatieavond voor nieuwe VSO-leerlingen informatieavond omtrent arbeidstoeleiding de georganiseerde avonden in samenwerking met het oudercomité contact met onderwijsondersteuning op afspraak (RT, logopedisten) gesprekken met leerkracht en lid CvB rond wettelijk verplichte onderzoeken huisbezoeken. Ouderparticipatie Steeds zijn veel ouders actief in de school aan het werk. Als school stellen wij deze ouderhulp zeer op prijs. De ouders van de leerlingen worden in de gelegenheid gesteld ondersteunende werkzaamheden ten behoeve van de school en het onderwijs te verrichten. De ouders zijn daarbij gehouden de aanwijzingen op te volgen van de directeur en het overige onderwijzend personeel, die verantwoordelijk blijven voor de gang van zaken. Vanuit het oudercomité zijn er contactpersonen die deze ouderhulp coördineren.
20
Gedacht hierbij moet worden aan ondersteunende activiteiten als: helpen met vervoer bij excursies assistentie bij vieringen zoals sportdagen, uitstapjes. Tijdens de jaarlijkse introductieavond wordt u hiertoe uitgenodigd door de leerkracht. Het oudercomité Goede contacten tussen ouders en school zijn belangrijk voor het schoolsucces en het welbevinden van de leerlingen. In dit kader is op school een oudercomité aanwezig. Het oudercomité kan uit tien ouders bestaan, bij meer aanmeldingen wordt gekozen vanuit de algemene ledenvergadering. Het oudercomité komt ongeveer zes keer per jaar bijeen. Deze vergaderingen zijn openbaar. Bij deze vergaderingen zijn steeds een directielid en de schoolmaatschappelijk werkende aanwezig. Er wordt naar gestreefd dat het oudercomité een vertegenwoordiging is van de verschillende teams. Dit maakt het mogelijk dat elk lid van het comité een brugfunctie naar andere ouders kan vervullen. Van het oudercomité krijgt u jaarlijks het verzoek om een bijdrage van €10,00 over te maken op rekening NL57 RABO 01717.071.68 t.n.v. Oudercomité Liduinaschool o.v.v. naam en klas van uw kind. Dit geld wordt besteed aan zaken die door de overheid niet worden gefinancierd. Hierbij kan gedacht worden aan traktaties bij carnaval, Sinterklaas en Kerstviering. In alle gevallen zal de opbrengst rechtstreeks ten goede van de leerlingen komen. Het oudercomité controleert de inkomsten en uitgaven van deze vrijwillige bijdrage. De medezeggenschapsraad (MR) In het onderwijs kennen we geen ondernemingsraden, maar in de Wet Medezeggenschapsraad (WMS) geregelde inspraak van het personeel, ouders en afhankelijk van de soort onderwijs ook leerlingen. Aan de Liduinaschool is een MR verbonden. Ouders en personeel kunnen hierin zitting nemen voor een periode van vier jaar. Regelmatig worden hiervoor verkiezingen uitgeschreven. De taak van de MR is ervoor te zorgen, dat in de school eenieder in staat wordt gesteld zijn belangen naar voren te brengen. De MR heeft een adviserende taak naar directie/ bestuur voor specifieke beleidszaken. Daarnaast heeft de MR instemmingsrecht met betrekking tot onderwijsinhoudelijke zaken en tal van zaken van organisatorische aard. Meer informatie kunt u vinden op de vernieuwde website van de school. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR) De GMR bestaat evenals bij de MR uit afvaardiging van ouders en personeel van de scholen van de stichting INOS en wordt gekozen door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden. Een lid van de GMR hoeft niet tegelijkertijd ook lid van de MR te zijn. De taken en bevoegdheden van de GMR zijn geregeld in het door het bestuur vastgestelde Gemeenschappelijk Medezeggenschapsreglement. Informatie verstrekking aan gescheiden ouders Een echtscheiding doormaken gaat vaak gepaard met een moeizame periode waarin niet altijd duidelijk ligt hoe de zaken het beste georganiseerd moeten gaan worden. Duidelijk is vaak wel dat het kind bij één van de ouders gaat wonen en dat de andere ouder een omgangsregeling heeft met het kind. We spreken dan over een verzorgende en een niet-verzorgende ouder. De informatievoorziening van de school betreffende het kind geldt voor beide ouders, ook als zij niet samenwonen. Indien beide ouders na een echtscheiding met het gezag blijven belast, worden zij door de directie gelijk behandeld, dus beiden van informatie voorzien. (Onder informatie wordt hier verstaan alle verslagen en uitnodigingen aan ouders/ verzorgers van de school.). Vanuit praktische overwegingen echter zal de directie alle informatie sturen naar de verzorgende ouder. De procedure rondom gescheiden ouders valt binnen het kader van art. 1.377 van het Burgerlijk Wetboek.
21
Informatievoorziening aan de niet-verzorgende ouder Indien de verzorgende ouder zich niet houdt aan de informatieplicht, kan de directie op verzoek van de niet-verzorgende ouder de informatie ook rechtstreeks aan hem/haar sturen. Dit verzoek zal altijd worden ingewilligd. Verzet van een ouder tegen informatieverstrekking zal nooit een reden zijn tot weigeren van informatie aan de andere ouder. Informatievoorziening aan de niet met het gezag belaste ouder Er kan sprake zijn van een ouder mét en een ouder zónder gezag. Als de informatieverstrekking door de met het gezag belaste ouder aan de andere ouder conflicten geeft, is de directie verplicht om op verzoek informatie te verstrekken aan de niet met het gezag belaste ouder. Deze informatie hoeft niet uit eigen beweging verstrekt te worden. De niet met het gezag belaste ouder moet de leerkracht of directeur er nadrukkelijk en specifiek om vragen. Daarnaast behoeft de leerkracht de niet met het gezag belaste ouder niet méér informatie te verstrekken dan aan de andere, met het gezag belaste ouder. Ook is het zo dat de directie geen inlichtingen behoeft te verstrekken aan de niet met het gezag belaste ouder indien het belang van het kind zich daartegen verzet, dit naar oordeel van de directie. Het enkele feit dat de leerling zelf niet wil dat er informatie aan de niet met het gezag belaste ouder wordt verstrekt, of dat de andere ouder zich verzet tegen de informatieverstrekking is niet voldoende om deze informatie niet te verstrekken. Onderlinge problemen tussen ouders De schoolorganisatie heeft primair het belang van het kind voor ogen en is onpartijdig ten aanzien van problematiek die met de scheiding van de ouders te maken heeft. De schoolorganisatie zal alles doen om te voorkomen dat zij in een conflict tussen ouders betrokken wordt. Ouderavonden, gesprekken over het kind In principe nodigt de directie beide met gezag belaste ouders uit voor ouderavonden of voor gesprekken over het kind (bijvoorbeeld rapportbesprekingen). Indien een van de ouders geen gezamenlijk gesprek wil, kan hij of zij om een individueel gesprek vragen. Vragenlijst Het doel van de vragenlijst is om praktische informatie te verkrijgen over het woonadres van het kind, om misverstanden te voorkomen met betrekking tot informatieverstrekking over het kind of om ernstige complicaties (zoals bijvoorbeeld het meenemen vanuit school van het kind, tegen de gemaakte afspraken of rechterlijke uitspraken in) te voorkomen. Wijziging geslachtsnaam De directie zal niet toestaan dat het kind wordt ingeschreven onder een andere naam dan de officiële. Wijzigingen in geslachtsnaam worden alleen in de inschrijvingsgegevens doorgevoerd indien dit door een rechter is bekrachtigd. Gebruik van een andere geslachtsnaam in het dagelijks verkeer is uitsluitend mogelijk indien beide ouders hierin hebben toegestemd. Bezwaar Wanneer een ouder vindt dat de directie ten onrechte bepaalde informatie weigert te verstrekken, kan deze ouder daarover praten met de directie of het bestuur van de school (INOS). Als dat niet het gewenste resultaat oplevert, kan men een klacht indienen bij de klachtencommissie van de school, de Onderwijsinspectie, de Raad voor de Kinderbescherming of het probleem aan de rechter voorleggen. Hebt u nog vragen over deze regeling dan kunt u altijd terecht bij de schooldirectie of de schoolmaatschappelijk werkende.
22
De website
De Liduinaschool verzorgt een hoogwaardig aanbod van onderwijs en dienstverlening in de regio Breda aan kinderen en jongvolwassenen met een verstandelijke beperking in de leeftijd van vier tot twintig jaar. Op de Liduinaschool is zowel VSO als SO aanwezig. Onze school heeft een website die te vinden is onder de naam: www.liduinaschoolbreda.nl Op deze site staat algemene informatie betreffende de school; de doelstellingen van de leerroutes worden in het kort beschreven. Ook deze schoolgids is daar te vinden. Op verzoek is een papieren versie op te vragen via de administratie.
OUDERBIJDRAGEN Facultatieve ouderbijdragen U ontvangt een nota van € 20,00, voor de ouderbijdrage. Deze facultatieve bijdrage in de zogenaamde niet subsidiabele kosten zijn bedoeld voor excursies en uitstapjes, bijzondere culturele activiteiten en bijvoorbeeld voor cadeautjes met Sinterklaas. Deze kosten behoren niet tot het normale lesprogramma en worden daarom niet vanuit het Ministerie vergoed. We vertrouwen erop dat u deze bijdrage wilt betalen. Drinkgeld t.b.v. leerlingen De ouder(s)/verzorger(s) ontvangen bij aanvang van een nieuw schooljaar eenmalig een factuur van € 45,00 voor het drinkgeld. Voor dit bedrag ontvangt de leerling 2 deciliter (is één beker) halfvolle melk, karnemelk, appelsap of één kop koffie per lunch/per dag. Thee of ranja, één beker bij de lunch, wordt gratis verstrekt. Indien een leerling meer wil drinken dan hierboven is beschreven, dan dient de leerling dat zelf mee te nemen van thuis. Aan de leerlingen van de teams 7 & 8, verstrekt school geen drinken (anders dan één beker thee of ranja bij de lunch). Zij dienen zelf voldoende drinken mee te nemen van thuis. School verstrekt geen drank, anders dan hierboven vermeld staat. Indien leerlingen vanuit een dieet, allergie e.d. andere soorten/merken etc. wensen te drinken, dient dat zelf door hen mee naar school genomen te worden. Uiteraard vervallen dan de drinkgelden. Voor de schoolverlatersgroepen geldt dat er een uitzondering gemaakt wordt met betrekking tot drinkgeld. Voor alle ander groeperingen worden geen uitzonderingen gemaakt. Er is afgesproken dat de schoolverlaters een rekening krijgen voor een bedrag van € 22,50 voor het drinkgeld. Eetgeld Leerlingen brengen in principe zelf hun eten en fruit mee naar school, de lunch wordt tussen de middag op school genuttigd. Een aantal leerlingen krijgt op grond van pedagogisch/didactische redenen hun lunch van school. Hierover wordt apart met de ouders contact opgenomen. De ouder(s)/verzorger(s) ontvangen bij aanvang van een nieuw schooljaar (september) eenmalig een factuur van € 200,00 voor het eetgeld. Deze mag in maximaal drie termijnen à € 66,66 (september-oktober-november) betaald worden. Dit dienen de ouder(s)/verzorger(s) dan wel kenbaar te maken aan de administratie van de school. Restitutie van drink- en eetgelden is alleen mogelijk op (schriftelijke) verzoek, van de ouder(s)/
23
verzorger(s), mits de leerling minimaal vijf dagen aaneengesloten niet op school aanwezig is geweest i.v.m. ziekte of de leerling eerder uitstroomt. De daarvoor berekende bedragen staan in onderstaand schema aangegeven Reden restitutie
Drinkgeld
Eetgeld
Schoolgeld
Ziekte Eerdere uitstroom
€ 0,15 per dag € 0,15 per dag
€ 0,75 per dag € 0,75 per dag
n.v.t. n.v.t.
Mocht de leerling later in het schooljaar instromen en/of gebruik gaan maken van de diensten drink- en eetgelden dan zal een factuur verzonden worden volgens onderstaand schema. Betaling latere instroom
Drinkgeld
Eetgeld
Schoolgeld
1 Geheel schooljaar 2 augustus t/m oktober 3 november t/m januari 4 februari t/m april 5 mei t/m juli
€ 45,00 € 45,00 € 33,75 € 22,50 € 11,25
€ 200,00 € 200,00 € 150,00 € 100,00 € 50,00
€ 20,00 € 20,00 € 15,00 € 10,00 € 5,00
(ongeacht de exacte schoolperiode, deze is door de zomervakantie elk jaar anders) Voor aanvang van een nieuw schooljaar zal bekeken worden of het te factureren bedrag aangepast moet worden. De directie kan besluiten om dit jaarlijks met de CPI (consumentenprijsindex) te indexeren. Kampgeld De hoogte van het bedrag is afhankelijk van de duur van het verblijf en de locatie. Kamp is een schoolactiviteit die opgenomen is in het schoolplan. Ouders tekenen voor deelname aan alle activiteiten bij aanmelding van hun kind op school. Als school wil je graag dat iedere leerling mee gaat. Leerlingen die niet meegaan op schoolkamp krijgen die dagen gewoon les op school. Nu wordt gesteld, indien een leerling niet aanwezig is op het schoolkamp en ook niet naar school gaat, hij/zij ongeoorloofd afwezig is en dit gemeld moet worden aan de leerplichtambtenaar.
REGELINGEN EN PRAKTISCHE AANGELEGENHEDEN Schooltijden De begin- en eindtijden zijn: • maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag van 08.45 uur tot 15.15 uur • woensdag van 08.45 uur tot 12.30 uur Alle leerlingen blijven op school over. Het eten en buiten spelen gebeurt onder toezicht. Traktaties Wanneer uw kind jarig is besteden wij daar graag aandacht aan. Óók komt het dan vaak voor dat u uw kind wilt laten trakteren. Bij voorkeur géén snoep. De verjaardagen worden in principe op school gevierd (geen uitstapje). Wij wijzen u ook op de mogelijkheid een ‘feestmaal’ voor leerlingen in ons restaurant op de Landheining te laten verzorgen. U kunt hierover, mits tijdig van tevoren, contact opnemen met mevrouw Carla Norbart (
[email protected]). Gym- en zwemkleding Voor gymnastiek is de volgende kleding gewenst: een t-shirt met sportbroek en stevige gymschoenen, met veters of klittenband en zonder gekleurde zolen (die veroorzaken strepen op de vloer!).
24
Voor het zwemmen zwempak/zwembroek en handdoek oranje badmuts voor leerlingen met epilepsie (deze leerlingen zijn verplicht een oranje badmuts te dragen tijdens het zwemmen). Wilt u ervoor zorgen dat uw kind gymkleding en een handdoek mee naar school brengt. BELANGRIJK: Wilt u alle kleding en handdoeken van uw kind voorzien van een naam!!!! Algemene gedragsregels Binnen de school zijn naast deze praktische afspraken, algemene gedragsregels opgesteld. Dit zijn regels die door zowel personeel als leerlingen nagestreefd dienen te worden. De algemene gedragsregels hebben met name betrekking op de wijze waarop met elkaar omgegaan wordt op school, roken, middelen en alcoholgebruik, discriminatie e.d. Daarnaast heeft de school meer specifieke procedures en protocollen opgesteld voor het omgaan met pesten, contacten met externe instanties, gescheiden ouders en medische zaken. Deze zijn op te vragen. Ziektemelding/-verzuim Het is van belang dat, als kinderen moeten verzuimen, de school én het taxibedrijf tijdig op de hoogte gebracht worden van dit verzuim. U dient uw kind voor negen uur op het centrale nummer van de school (076-56 088 50) ziek of afwezig te melden en indien van toepassing, ook het stageadres. Het afbellen van de taxi kunt u het beste doen door de busmaatschappij te bellen. Als uw kind weer naar school kan komen, moet u dit ook zelf kenbaar maken aan de vervoerder. Als een leerling niet afwezig gemeld is wordt diezelfde dag nog contact opgenomen met de ouder(s)/ verzorger(s) door de leerkracht. De school hanteert een verzuimregistratie. De klassenleerkracht is verplicht het schoolverzuim bij te houden. Bij ongeoorloofd verzuim is de school verplicht de leerplichtambtenaar in te schakelen. Wanneer uw kind op school in die mate ziek wordt dat deelname aan het onderwijsprogramma niet meer mogelijk is, zullen wij contact met u opnemen. Wij verwachten dan dat uw kind wordt opgehaald. In deze context verzoeken wij ook nadrukkelijk uw kind niet naar school te sturen als het ziek is . Hierbij denken we aan koorts, oorontstekingen, braken e.d. De reden is de kans op besmetting van andere kinderen en/of personeel. Bovendien heeft een zieke leerling weinig baat bij schoolbezoek en zal het herstel langer duren. Zieke leerlingen Wanneer een leerling ziek is moet dit direct bij de school gemeld worden. Indien de leerling langere tijd niet naar school kan komen, gaan we samen met de ouders/verzorgers bekijken hoe we het onderwijs, rekening houdend met de ziekte, kunnen voortzetten. Hierbij kunnen we overleg hebben met een “consulent onderwijsondersteuning zieke leerlingen” (o.a. rond planning en uitvoering van het handelingsplan). Voor leerlingen opgenomen in een academisch ziekenhuis zijn dat de consulenten van de educatieve voorziening. Voor alle andere leerlingen betreft het de consulenten van een onderwijsbegeleidingsdienst. We zien het als onze taak om voor elke leerling, ook als hij/zij ziek is, te zorgen voor goed onderwijs. Daarnaast vinden wij het minstens zo belangrijk dat de leerling in deze situatie contact blijft houden met de klasgenoten en de leerkracht en assistente. De leerling moet weten en ervaren dat hij/zij ook dan meetelt en erbij hoort.
25
Het continueren van het onderwijs, aangepast aan de problematiek, is o.a. belangrijk om leerachterstanden zoveel mogelijk te voorkomen en sociale contacten zo goed mogelijk in stand te houden. Voor u als ouder is de groepsleraar het eerste aanspreekpunt. Via de leraar zal de inhoud van het onderwijsaanbod in overleg met de ouders worden bepaald. VAKANTIEROOSTER Start schooljaar Studiedag Herfstvakantie INOS-dag Studiedag Kerstvakantie Studiedag Voorjaarsvakantie Studiedag Goede Vrijdag Tweede Paasdag Meivakantie Hemelvaart Pinksteren Studiedag Studiedag Studiedag calamiteitendag Zomervakantie Eerste schooldag
25 augustus 2014 24-09-2014 20-10-2014 27-10-2014 24-11-2014 22-12-2014 23-01-2015 16-02-2015 02-04-2015 03-04-2015 06-04-2015 27-04-2015 14-05-2015 25-05-2015 26-05-2015 24-06-2015 02-07-2015 17-07-2015 20-07-2015 31-08-2015
24-10-2014
02-01-2015 20-02-2015
08-05-2015 15-05-2015
28-08-2015
Verlof buiten de schoolvakanties Voor alle leerlingen geldt dat zij alleen in bijzondere gevallen extra verlof kunnen krijgen. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) voor hun kind verlof buiten de schoolvakantie willen aanvragen, moeten zij tijdig een schriftelijk verzoek indienen bij de sector directeur van de school. Uitsluitend met dit formulier kan extra verlof aangevraagd worden. Formulieren zijn aan te vragen bij de administratie van de school of te downloaden via de website: www.liduinaschoolbreda.nl/voorouders/verlofverzoek Bij de beoordeling van aanvragen voor extra verlof dient de schoolleiding zich te houden aan wettelijke richtlijnen (leerplicht en gemeente). Informatie over de richtlijnen kan bij de schoolleiding of bij de gemeente worden ingewonnen. Als ouders met hun kinderen het geboorteland van de ouders willen bezoeken is het beleid op gemeentelijk niveau bepalend voor het al dan niet verkrijgen van verlof. Het schoolvervoer Vanaf 1 augustus 2014 kunnen leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs alleen nog gebruikmaken van leerlingenvervoer als zij door hun handicap niet zelfstandig naar school kunnen. De gemeente bekijkt per leerling of leerlingenvervoer nodig is. Het schoolvervoer van en naar school is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de gemeente waar u woont. Klachten moet u bij uw gemeente indienen. Indien nodig kan de directie van de school bemiddelen bij conflicten. Ook voor de school is goed vervoer van belang!
26
Aan de andere kant streeft de school ernaar de leerlingen te leren om zelfstandig te reizen: per fiets, bus of trein en zo mogelijk te voet. Dit bevordert de zelfredzaamheid en is noodzakelijk voor die leerlingen die later in het arbeidsproces terechtkomen. De gemeente Breda hanteert een kilometergrens van zes kilometer. Woont u binnen een afstand van zes kilometer van de school dan verwacht de gemeente dat u zelf uw kind naar en van school vervoert. De gemeente hanteert wel een aantal regels op grond waarvan een uitzondering kan worden gemaakt. U kunt hiervoor contact met hen opnemen. Via onze schoolmaatschappelijk werkster, mevrouw J. Rodermond, is een formulier te krijgen waarmee u eventueel een dergelijk verzoek kunt onderbouwen. Vervanging bij ziekte of afwezigheid personeel In geval van ziekte of afwezigheid van personeelsleden zullen we steeds pr oberen de lessen voor de betrokken leerlingen door te laten gaan. Zo veel als mogelijk wordt hierbij gestreefd naar het inzetten van invalkrachten. Ook kan het voor komen dat slechts de groepsleerkracht of de klassenassistent alleen de klas heeft. Een enkele maal zullen de leerlingen worden verdeeld over andere groepen. Slechts in zeer uitzonderlijke situaties zullen de betrokken leerlingen helaas thuis moeten blijven maar in dit laatste geval nemen we contact met u op. Vervangingen op de scholen van INOS Op onze school wordt vervanging van de groepsleerkrachten en/of onderwijsassistenten, en waar mogelijk ook andere functies, geregeld door ‘Matchpoint’. We hebben Matchpoint, de vervangingsorganisatie van INOS, zo genoemd omdat daar een goede ‘match’ gemaakt wordt tussen een (kort) tijdelijke vacature en een competente en enthousiaste waarnemer. Matchpoint is ook ‘de poort tot het werken bij INOS. Goede vervangers kunnen bij gebleken geschiktheid doorstromen naar een passende functie binnen het bestuur. Als de school een medewerker heeft die verlof heeft of ziek is kan een aanvraag voor vervanging in de software van Matchpoint gezet worden. De planners zoeken daar dan een passende waarnemer bij, die kan zorgen dat het onderwijsproces van uw kind zo ononderbroken mogelijk doorgang vindt, ondanks het gegeven dat de eigen leerkracht afwezig is. Mocht u mensen kennen die de juiste opleiding hebben en die belangstelling hebben om bij INOS aan het werk te gaan, kunt u altijd contact op (laten) nemen met Matchpoint via
[email protected] of 076 56 116 88. NSO SOVAK biedt naschoolse opvang binnen de Liduinaschool aan leerlingen uit het speciaal onderwijs met de bedoeling het gezin te ontlasten, terwijl het kind zelf een leuke vrije tijdsbesteding heeft. Zij zijn samen met leeftijdgenoten in een kindvriendelijke omgeving. De opvang wordt geboden aan de Wolvenring 34a. De kinderen worden na schooltijd van 15.15 uur tot 19.00 uur opgevangen, Zij gebruiken gezamenlijk een warme maaltijd. Op woensdag is de opvang van 12.30 uur tot 17.00 uur. Twee professionele begeleiders per groep bieden gevarieerde activiteiten in een gezellige, vrije spelsituatie. Natuurlijk worden spelenderwijs ook sociale vaardigheden geoefend. Er is een SO/VSO groep en een autigroep. Op woensdag is er een groep voor kinderen tot 12 jaar (SO) en een groep voor jeugdigen vanaf 12 jaar tot 20 jaar (VSO). Daarnaast nog een aparte groep voor kinderen die een stoornis hebben in het autistisch spectrum. In vakanties en enkele algehele studiedagen wordt ook opvang aangeboden. Om gebruik te kunnen maken van de naschoolse opvang dient uw kind te beschikken over een geldige CIZ-indicatie. Met behulp van zorg in natura of PGB kan uw kind aan deze vorm van opvang deelnemen. De kosten van het vervoer kunnen gedeclareerd worden bij SOVAK, mits u voor uw kind een medische vervoersindicatie hebt.
27
Voor meer informatie kunt u terecht bij: SOVAK Afdeling communicatie en relatiebeheer Tel. 076 – 59 378 23 Buiten vragen omtrent de naschoolse opvang kunt u hier ook terecht voor ander zorgvragen zoals bijvoorbeeld logeeropvang, dagbesteding of thuiszorg. Bezoek tevens website van Sovak: www.sovak.nl Verzekering Voor alle scholen (en leerlingen) binnen onze stichting is een collectieve verzekering afgesloten via het bevoegd gezag. Ook ouder(s)/verzorger(s) en vrijwilligers die in schoolverband hun medewerking aan activiteiten geven, zijn verzekerd. De polisvoorwaarden lopen via het bevoegd gezag. De verzekering heeft betrekking op lichamelijk letsel. De school als organisatie is niet aansprakelijk voor schade aan eigendommen van leerlingen, ouder(s)/verzorger(s) en medewerkers. In geval van moedwillige vernieling of opzet kan de veroorzaker aansprakelijk gesteld worden. De W.A.-verzekering van de betrokkene voorziet hierin. Onderlinge schade veroorzaakt door leerlingen dienen de ouder(s)/ verzorger(s) onderling te regelen met betrekking tot de eigen verzekering. De school heeft hiermee geen bemoeienis; hooguit een bemiddelende rol. AWBZ Leerlingen die binnen het onderwijs ook een grote zorgvraag hebben komen in aanmerking voor AWBZ financiering in het onderwijs. Het gaat hierbij o.a. om zorgvragen met betrekking tot algehele verzorging (b.v. hulp bij toiletgang; hulp bij eten; hulp bij omkleden) en/of om zorgvragen rondom gedrag (b.v. continue toezicht nodig hebben; of b.v. alleen met directe aansturing en persoonlijk toezicht een leerwerkje uit kunnen voeren). De school heeft over dit onderwerp een beleid geformuleerd. Deze zorgvragen moeten de reguliere mogelijkheden binnen het ZML onderwijs overstijgen. De school maakt hiervoor een urenberekening en vraagt met u (of samen met u en MEE) hiervoor een indicatie aan bij de CIZ waarna met behulp van een ZIN of PGB financiering (de financieringsvorm is een keus van ouders) een zorgassistent aangetrokken kan worden voor uw kind in zijn groep. Binnen één groep zal het aantal geïndiceerde zorg uren gebundeld worden zodat er één zorgassistent aan deze groep toegevoegd kan worden. De Liduinaschool werkt heel nauw samen met zorgaanbieder Prisma voor het leveren van deze zorgassistenten. Prisma maakt met u als ouders een contract voor het aantal uren waarop uw kind recht heeft op ondersteuning van een zorgassistent. De school verwacht van de ouders dat zij (indien noodzakelijk) meewerken om bij het CIZ extra zorg voor binnen het onderwijs aan te vragen. Voor het bepalen van de benodigde zorg binnen het onderwijs wordt door de Liduina een zorgregistratieschema opgesteld die met de aanvraag naar het CIZ meegestuurd wordt. Om hierna de geïndiceerde tijd in te kunnen zetten in het onderwijs is het noodzakelijk dat u een kopie van de CIZ indicatie overhandigt aan school. Het aanvragen van AWBZ zorg wordt door ouders meestal gedaan in samenwerking met een zorgconsulent van MEE. Het kan echter voorkomen dat het CIZ onvoldoende zorgtijd indiceert voor het onderwijs. Dit geldt met name voor leerlingen met een MG-status. Hiertoe heeft het ministerie van onderwijs een (tijdelijke) compensatieregeling opgesteld zodat hun schoolplaatsing vooralsnog niet in het geding komt. Om hiervoor in aanmerking te komen is het wederom noodzakelijk om een kopie van uw CIZ indicatie te ontvangen. De school kan hiermee een zorgvraag indienen. Van de ouders verwachten wij dat zij de school op de hoogte houden van eventuele nieuwe CIZ indicaties, omdat bij iedere nieuwe indicatie aanvraag de zorg binnen het onderwijs opnieuw benoemd moet worden. Voor nadere informatie kan er contact worden opgenomen met de school maatschappelijk werkster.
28
Financiële regelingen Als uw zoon/dochter 18 jaar wordt stopt de kinderbijslag. Wij willen u graag informeren met welke financiële regelingen u dan te maken krijgt. Het gaat om de volgende regelingen WAJONG tegemoetkoming studiekosten ziektekostenverzekering zorgtoeslag. Daarnaast is er nog een aantal zaken waar u aan moet denken, zoals •aanvragen bankrekening en identiteitsbewijs voor uw zoon/dochter •aanvragen DigID code voor uw zoon/dochter. De Liduinaschool informeert u graag over oriënterende stages en uitstroomstages Wajong beschikking. MEE Een zorgconsulent van MEE kan u helpen bij alle aanvraagprocedures rondom financiële regelingen. Hiervoor is het wel belangrijk dat u zich al aanmeldt als uw zoon/dochter 17 jaar en 5 maanden is. Dat geeft ruim de tijd om alle regelingen en voorzieningen op tijd aan te vragen. MEE West Brabant locatie Breda: 076-52 230 90 MEE Brabant Noord locatie Oosterhout: 0162-48 80 08 Op het stagebureau van de Liduinaschool kunt u de actuele nieuwsbrief verkrijgen over de financiële regelingen TOG Wanneer u thuis een kind met een beperking verzorgt in de leeftijd van 3 tot 18 jaar kunt u misschien in aanmerking komen voor een uitkering TOG. Wilt u in aanmerking komen voor deze tegemoetkoming dan kunt u een aanvraagformulier aanvragen bij: Sociale Verzekeringsbank Roermond. Tel. 0475 - 36 80 40 Een eventuele uitkering is belastingvrij. Voor meer informatie kunt u ook de website bekijken: www.svb.nl, onderwerp TOG. Voor het verkrijgen van een TOG moet uw kind in het bezit zijn van een CIZ indicatie voor minimaal 10 uur AWBZ zorg. Specialistische hulp door derden Externe specialistische hulp door derden onder schooltijd wordt in principe niet toegestaan, tenzij het belang van het individuele kind hier dringend om vraagt en de ouder(s)/verzorger(s) de verantwoordelijkheid op zich willen nemen. Om gegronde redenen kan de directie van de school dan, gemandateerd door het bevoegd gezag, hier toestemming voor verlenen met inachtneming van de volgende punten het belang van het kind moet er dringend om vragen het kan niet buiten schooltijd gerealiseerd worden de benodigde specifieke hulp is intern niet te regelen en/of niet aanwezig
29
er moet een verantwoorde keuze gemaakt worden met betrekking tot het tijdstip in verband met het missen van lessen. Daarnaast moet het extra aanbod aansluiten bij het individueel handelingsplan initiatief gaat uit van de ouder(s)/verzorger(s) ouder(s)/verzorger(s) wordt gewezen op hun verantwoordelijkheid externe hulp moet door gekwalificeerde/gediplomeerde personen gebeuren externe hulpverlener legt verantwoording af aan de CvB via de verantwoordelijke psycholoog dergelijke hulp wordt bij uitzondering toegestaan en is steeds tijdelijk van aard. Indien u van mening bent dat uw kind deze specialistische ondersteuning onder schooltijd nodig heeft, dient u dit schriftelijk aan te vragen bij de voorzitter Commissie voor de Begeleiding. Het formulier is te downloaden via de website van de school (website school / ouders / aanvraag externe therapieën). In dit verzoek dient u aan te geven welke ondersteuning gewenst is en wie dit gaat geven. Tevens is toelichting nodig rond het advies waarom dit wenselijk is. Het verzoek zal dan ook veelal door een rapportage onderbouwd moeten worden. Ook zal aangetoond moeten worden dat deze noodzakelijke ondersteuning niet buiten schooltijd gerealiseerd kan worden. Sponsoring De school krijgt soms te maken met bedrijven of particulieren die willen sponsoren. Ook is er soms sprake van “giften” die bedoeld zijn om onze leerlingen ten goede te komen. Deze “extraatjes” maken plezierige of praktische aanvullingen mogelijk die vanuit de reguliere middelen niet altijd mogelijk zijn. Voor bestedingen van de geïnde sponsorgelden moet altijd toestemming van de directie gevraagd worden. Vanuit deze sponsorgelden worden die zaken betaald die niet vanuit de exploitatiegelden van de school betaald kunnen worden. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de aanschaf van klim- en speelmaterialen of andere projecten in het belang van het onderwijs.
Bij sponsoring hanteert de school de volgende principes: sponsoring moet verenigbaar zijn met de taken doelstellingen van de school er mag geen schade worden berokkend aan onze leerlingen sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en fatsoen sponsoring mag niet de geloofwaardigheid en betrouwbaarheid van de school in gevaar brengen de school mag, voor het geven van onderwijs, niet afhankelijk worden van sponsorinkomsten. De inkomsten en uitgaven worden geregistreerd in de financiële administratie van de school. Sponsoring op de scholen van INOS In februari 2009 is onder andere door de PO-raad het convenant “scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” ondertekend. INOS voelt zich aan dit convenant gebonden. Voor het convenant en toelichting zie: www.rijksoverheid.nl (zoek op sponsoring in het primair onderwijs). Relevante achtergrondinformatie er is pas sprake van sponsoring als er sprake is van een tegenprestatie door de school. Als er geen tegenprestatie is, is er sprake van een schenking de vermelding van beeldmerken en (korte) reclameteksten op door de school gebruikte materialen, zijn geen sponsoring. Dit betreft bijvoorbeeld het logo van het computermerk op de PC’s in de klas, of de reclameslogan van de schoolboekenproducent in het lesboek een klacht over de wijze waarop de school omgaat met reclame, of sponsoring kan volgens de klachtenregeling van INOS worden behandeld. Zie hiervoor elders in deze schoolgids. Schoolkamp De schoolkampen worden iedere twee jaar georganiseerd. Dit schooljaar gaan de leerlingen op schoolkamp. Bloed overdraagbare aandoeningen Op elke school zijn er leerlingen die drager zijn van een virus die via bloed op bloed contact overdraagbaar is zoals hepatitis B. Wij weten dat er een aantal leerlingen op school is waarbij dit van
30
toepassing is, maar van een aantal weten wij dit ook niet. Wij hopen dat ouders gevallen van besmetting meteen op school melden. Ouders zijn wettelijk niet verplicht aan school te melden dat hun kind drager is. In verband met privacy mag de school dit niet verder bekend maken. Wat kunt u wel verwachten? Natuurlijk mag u op school een goede hygiëne verwachten. Op het moment dat uw kind mogelijk toch in contact is geweest met bloed van een medeleerling waarvan wij weten dat deze drager is, nemen wij contact met u op zodat u actie kunt ondernemen (inenten). Er moet dan wel sprake zijn van besmettingsgevaar. Dit is het geval indien uw kind op dat moment zelf ook een wondje heeft en bloedt (bloed op bloed contact). Ook zullen we de ouders van de drager van het virus informeren. Nadrukkelijk wijzen we er op dat vooraf inenten te overwegen is. Voor o.a. leerlingen met syndroom van Down wordt dit vergoed. Voor verdere informatie kunt u het beste contact opnemen met uw huisarts of GGD (zie ook: www. hepatitis.nl). Voor andere gevallen, zoals hoofdluis of krentenbaard, heeft de school protocollen opgesteld. Schorsing en verwijdering van leerlingen Soms is het nodig om een leerling te schorsen voor een korte periode of zelfs tot verwijdering van een leerling over te gaan. De stichting INOS heeft hiertoe een procedure vastgesteld, waarin de “spelregels” bij zulke situaties zijn neergelegd. Deze procedure zal in voorkomende gevallen onder de aandacht van de ouder(s)/verzorger(s) worden gebracht. De ouders kunnen desgewenst deze regeling opvragen bij de administratie van de school. Zorg voor Jeugd Als Liduinaschool zijn wij aangesloten op het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. Zorg voor Jeugd is bedoeld om problemen bij kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 – 23 jaar in een vroegtijdig stadium te signaleren en vervolgens de coördinatie van zorg te organiseren. Op deze manier moeten risico’s met kinderen en jongeren worden voorkomen en kan in het belang van de jeugdige en zijn ouders/verzorgers hulp beter op elkaar worden afgestemd. Het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd is beschikbaar gesteld door de gemeente. De gemeente heeft vanuit de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) namelijk de taak om problemen bij jeugdigen te signaleren en coördinatie van zorg te organiseren. Binnen onze organisatie kunnen alleen leden van de CVB zorgsignalen afgeven in Zorg voor Jeugd. Zo’n signaal geven zij alleen af, nadat zij de jeugdige en/ of zijn ouders/verzorgers hierover hebben geïnformeerd. Bij het afgeven van een signaal wordt geen inhoudelijke informatie geregistreerd. In het systeem komt alleen te staan dat er zorgen zijn over een jeugdige. Als er twee of meer signalen in het systeem staan over dezelfde jeugdige, dan wordt automatisch een ketencoördinator aangewezen. Deze ketencoördinator is een professional van een hulpverleningsorganisatie. Hij/zij inventariseert wat er aan de hand is met de jeugdige en of het nodig is om in overleg met betrokken partijen een hulpverleningsplan op te stellen. Op www.zorgvoorjeugd.nu vindt u meer informatie over Zorg voor Jeugd. De Liduinaschool maakt gebruik van de officiële landelijke meldcode kindermishandeling/misbruik als het gaat om signaleren en handelen bij verdenking van kindermishandeling/misbruik. De meldcode geldt voor alle scholen die onder INOS vallen. Roken, alcohol en middelengebruik Op alle locaties van de Liduinaschool geldt voor alle aanwezigen een rookverbod. Ook het gebruik van alcohol of drugs wordt op school niet toegestaan. Kinderen vanaf 16 jaar mogen, met schriftelijke toestemming van de ouders/verzorgers, roken in een hiervoor bestemde ruimte. Medicatie Het toedienen van medicatie kan op verzoek van ouders gedaan worden door een medewerker van de school, hiervoor dient de ouder de leerkracht of klassenassistent schriftelijk te instrueren.
31
De school stelt samen met de ouders een medisch protocol op waarin beschreven staat hoe medicatie bewaard en toegediend wordt Bij voorbehouden handelingen volgens de wet BIG houden we ons aan de instructies zoals die door de KNMG gegeven zijn. Personen in dienst van de school die geen medische scholing hebben worden geautoriseerd door een arts of verpleegkundige, bij voorkeur door een verpleegkundige die betrokken is bij de behandeling in de 2e lijn van de leerling (dus van het beademingscentrum of bv de diabetesverpleegkundige). De ouders dienen, in overleg met de school, het initiatief hiertoe te nemen. Als dit niet mogelijk is kan de schoolarts hierin een taak hebben. Schoolfotograaf Eén keer per jaar komt er een schoolfotograaf die van elke leerling een foto maakt. Tevens wordt een foto gemaakt van de hele groep. De fotograaf komt altijd nog een keer terug om foto’s te maken van de kinderen die ziek waren of van wie de foto’s mislukt zijn. U kunt deze foto’s tegen een tevoren vastgestelde prijs aanschaffen. Beeldmateriaal en leerlingenwerk De school kan foto’s en werk van leerlingen gebruiken ter publicatie, in schoolgids, schoolkrant, het weekbericht en andere door school uitgegeven materiaal. In de klas worden video opnames gemaakt om de interactie tussen leerkracht en leerlingen vast te leggen. Nadat de opnames besproken zijn, worden deze gewist. Foto’s en video’s worden alleen aan derden getoond met toestemming van verantwoordelijke ouder/ verzorger.
KLACHTENREGELING Op scholen werken mensen. Waar mensen werken, gaat wel eens wat mis. Dat willen we graag oplossen en we willen daarvan leren. Er zijn afspraken gemaakt over de manier waarop we op school omgaan met een klacht. Deze afspraken zijn vastgelegd in de klachtenregeling INOS die op school aanwezig is. In het kort zijn er de volgende mogelijkheden: 1. Eerst een gesprek met de betrokken leerkracht of de betrokken medewerker. Een goed gesprek kan veel problemen oplossen. Bespreek het probleem. Vertel wat u zelf hebt gedaan om het probleem op te lossen. Vertel ook wat u van de leerkracht (of medewerker) verwacht. In de meeste gevallen lukt het om er samen uit te komen. 2. De sectordirecteur van de school Als het niet lukt om een goede oplossing te vinden, kunt u praten met de sectordirecteur van de school. Hij is verantwoordelijk voor de school. De sectordirecteur kan een beslissing nemen in het conflict. Dit is de heer Kees Ilmer. 3. De school heeft een vertrouwenspersoon Elke school van INOS heeft een schoolvertrouwenspersoon. Als u dat wilt, kan de schoolvertrouwenspersoon meedenken in het oplossen van de klacht. Het is meestal een leerkracht die de regels goed kent. Zij kunnen u helpen in het zoeken van een manier om uw klacht te bespreken. Op deze school zijn de vertrouwenspersonen: Jelda Rodermond en Carla Norbart. 4. Het College van Bestuur Als het op school niet lukt om een goede oplossing te vinden (ook niet met de directeur), kunt u een brief sturen aan het College van Bestuur van INOS (Postbus 3513 4800 DM Breda). In de brief vertelt u wat uw klacht is en wat u al gedaan hebt om de klacht op te lossen. Het College van Bestuur kan een gesprek met u aangaan. Ook kan het College van Bestuur de interne klachtencommissie van INOS vragen een advies te geven over de klacht. Het College van Bestuur neemt een beslissing.
32
5. De landelijke klachtencommissie Als het helemaal niet lukt om tot een goede oplossing te komen, kunt u een brief sturen aan de Landelijke Klachtencommissie Katholiek Onderwijs (Postbus 82324, 2508 EH Den Haag). Hoe dat moet, staat beschreven in de klachtenregeling. Het staat ook beschreven op de website van de klachtencommissie (www. gcbo.nl) Er zijn een paar extra mogelijkheden om uw klacht te bespreken. De medezeggenschapsraad en oudervereniging De medezeggenschapsraad en oudervereniging bespreken geen klachten over personen. Klachten over het beleid van de school kunnen wel worden besproken. De externe vertrouwenspersoon INOS heeft ook een vertrouwenspersoon die niet op een school werkt. Dit is de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie (Tel. 06-52501975). Hij heeft een beroepsgeheim. Dat is belangrijk als u met iemand in vertrouwen wilt praten over erg moeilijke persoonlijke kwesties. De inspectie van het onderwijs U kunt uw klacht ook melden bij de inspectie van het onderwijs (Postbus 88, 5000 AB Tilburg. Tel. 088-66 960 60; www.onderwijsinspectie.nl). De inspectie geeft een signaal af aan de school, maar lost de klacht niet op. Daarvoor moet u echt in gesprek gaan met de school zelf. Bijzondere afspraken bij (seksuele) intimidatie, (seksueel) misbruik en geweld Als een klacht te maken heeft met (seksuele) intimidatie, misbruik of geweld, kunt u daarvoor de gewone klachtenprocedure doorlopen. Let erop dat alle INOS-medewerkers verplicht zijn aangifte te doen bij de politie in dit soort situaties. Als u een klacht over intimidatie, misbruik of geweld wilt bespreken, maar (nog) geen aangifte wilt doen, kunt u contact opnemen met de externe vertrouwenspersoon (de heer Toine van Dorst van de Arbo-Unie Tel. 06-52 501 975) of de vertrouwensinspecteur van de inspectie van het onderwijs (Tel. 0900-11 131 11). Wel zullen deze mensen u vragen zelf aangifte te doen bij de politie. Als kinderen ergens mee zitten Kinderen kunnen met vragen en problemen zitten die ze niet thuis, of met de eigen leerkracht kunnen (of willen) bespreken. In die gevallen kunnen zij terecht bij de schoolvertrouwenspersonen (op onze school zijn dat Jelda Rodermond en Carla Norbart). Zij wijzen eventueel de weg naar externe personen of instanties voor verdere hulp. Stagiaires De school biedt gelegenheid aan studenten om stage te lopen. Dit betreft vooral studenten vanuit de opleidingen: PABO (leraar basisonderwijs), ROC (klassenassistent(e)), Social Work (SPH) of andere opleidingen die betrekking hebben op het onderwijs aan ZML. In het overleg met de opleidingsscholen en studenten wordt steeds het belang van de privacy van onze leerlingen benadrukt. Gedragscode personeel Uitgangspunt is, dat alle werknemers die werkzaam zijn op de Liduinaschool (daarin tevens inbegrepen: invalkrachten, stagiaires en vrijwilligers) zich naar hun verantwoordelijkheid gedragen en zich richten op datgene, wat het welzijn van alle bij de school betrokkenen, met name de leerlingen, bevordert. De code past in het schoolklimaat waarin de medewerkers op een professionele manier invulling geven aan hun taken en waarbinnen collegiale en opbouwende reflectie op elkaars handelen mogelijk is. Het betekent dat collega’s elkaar kunnen aanspreken op elkaars functioneren/handelen.
33
Veiligheid en ARBO Veiligheidsbeleid op de scholen van INOS In scholen zijn veel mensen actief. Daarom dient de aandacht voor veiligheid hoog op de agenda te staan. Er is sprake van een aantal wettelijke kaders die scholen (en schoolbesturen) voorschrijven veiligheidsbeleid te voeren. Denk hierbij aan de Wet op het Primair Onderwijs en de Arbowet. Deze wetgeving stelt kaders aan zowel de fysieke veiligheid in een gebouw, als aan de sociale veiligheid van kinderen en volwassenen die met elkaar leren en werken. Met behulp van de “checklist voor een veilige school” van het landelijke kwaliteitsteam veiligheid is het INOS-brede veiligheidsbeleid geformuleerd. Daardoor is er sprake van een heldere taakverdeling tussen wat de individuele scholen doen op het gebied van veiligheid en wat op bestuursniveau voor de gezamenlijke scholen van INOS wordt gedaan. Enkele relevante elementen uit het INOS-brede veiligheidsbeleid
voldoende, geschoolde bedrijfshulpverleners op scholen een medezeggenschapsraad op elke school; minimaal één schoolvertrouwenspersoon op elke school een klachtenregeling een door de brandweer afgegeven gebruiksvergunning voor elk schoolgebouw een actief netwerk met maatschappelijke zorginstellingen rondom de school alle INOS-scholen zijn aangesloten bij het signaleringssysteem Zorg voor Jeugd. In dit systeem kan melding worden gedaan van zorgen om de leef- en leersituatie van een kind. In het geval dat meerdere hulpverleningsinstanties actief zijn in één gezin, wordt door dit signaleringssysteem een regievoerder van de gezamenlijke hulpverlening aangewezen. ( voor meer informatie zie: www.zorgvoorjeugd.nu) een gedragscode voor alle bij INOS betrokken personen een meldcode voor signalering van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling alle medewerkers hebben een Verklaring Omtrent het Gedrag het gebruik van een methode voor Sociaal Emotionele Ontwikkeling op alle scholen een gestructureerd plan voor onderhoud van schoolgebouwen op het gebied van veiligheid het stimuleren van het verkeersveiligheidslabel voor scholen. De scholen vullen deze INOS-brede activiteiten aan op een manier die past bij de eigen specifieke situatie. Daarbij is de Medezeggenschapsraad de gesprekspartner van de directie van de school. De Liduinaschool vormt als school de dagelijkse werkplek voor haar medewerkers en leerlingen. Binnen de missie en visie van de school begint de verantwoordelijkheid voor het leerproces bij de zelfverantwoordelijke teams. Het welbevinden van leerlingen is dé basis voor het leren. Een veilige leeromgeving, zowel in als rond de school is voor alle leerlingen van groot belang. De veiligheid op school gaat niet alleen om de fysieke veiligheid in een gebouw en op de werkplek, maar ook om de sociale veiligheid van volwassenen en kinderen die met elkaar tot leren willen komen. Alleen in een veilige en prettige omgeving kunnen leerlingen effectief en plezierig samenwerken. Daarom heeft de school een veiligheidsbeleid ontwikkeld, om zo de veiligheid in en rond de school te kunnen waarborgen en verbeteren. De school beschikt over een aantal medewerkers die zich hebben geschoold in bedrijfshulpverlening en als zodanig zijn gecertificeerd. Door jaarlijkse vervolgcursussen blijven de kennis en vaardigheden van deze mensen up to date. De speeltoestellen buiten en de gymtoestellen binnen worden een keer per jaar gecontroleerd door een onafhankelijk bureau. Op school is een calamiteitenplan aanwezig. In dit plan wordt duidelijk beschreven hoe er gehandeld moet worden door medewerkers van de school bij een calamiteit (bijvoorbeeld bij brand of een ernstig ongeval). Regelmatig controleren de gemeente en brandweer de voorschriften. Jaarlijks wordt het plan doorgenomen binnen de afzonderlijke afdelingen binnen de school en worden ontruimingsoefeningen gehouden.
34
Binnen de hele school is brandblusapparatuur aanwezig, dat één keer per jaar gecontroleerd wordt. De school probeert daarnaast door goed toezicht vóór aanvang van de lessen, tijdens speeltijden, in de middagpauzes en na afloop van de schooldag, een goed en veilig speelklimaat voor de kinderen te bieden. Aankomst en vertrek van leerlingen gebeurt steeds onder toezicht van het personeel van de school. Veiligheid en Ontruimingsoefeningen: In ieder gebouw kunnen situaties ontstaan die het noodzakelijk maken het gebouw zo snel mogelijk te ontruimen, omdat acuut gevaar bestaat voor de aanwezige personen. Deze situaties kunnen een gevolg zijn van bijvoorbeeld: - Brand; - Bommelding; - Wateroverlast; - Stroomstoring; - Overige calamiteiten. Op school zijn personeelsleden opgeleid tot BHV-er (BedrijfsHulpVerlener) en wordt er gewerkt aan verdere vormgeving van het ARBO beleid zoals veiligheid en calamiteitenplannen. Om paniek te voorkomen proberen we drie keer per jaar een ontruimingsoefening te houden op onze school. Door deze oefeningen weten onze leerlingen en het personeel hoe ze de school moeten verlaten, indien dit nodig is. Deze oefeningen worden te allen tijde aan u doorgegeven zij het vooraf maar ook op de dag zelf, als de oefening al geweest is, omdat we ze niet altijd van tevoren aankondigen. Special Heroes Special Heroes is een sportstimuleringsproject voor leerlingen in het Speciaal Onderwijs. Het is een project dat zoveel mogelijk leerlingen met een beperking in de leeftijd van 4 tot 20 jaar wil laten zien en vooral wil laten ervaren hoe leuk sport en bewegen kan zijn. Leerlingen krijgen de kans om kennis te maken met sporten beweegactiviteiten. Het aanbod kan variëren van voetbal tot hockey, van atletiek tot basketbal, maar ook dansen en judo kunnen aan bod komen. Op de Liduinschool wordt twee keer per jaar in een periode van een aantal weken een sport aangeboden door een sportvereniging in de gymzaal van de school. Daarna worden de leerlingen uitgenodigd om buiten de schooltijd kennis te maken met de sportvereniging. Als de leerlingen enthousiast zijn, kunnen ze lid worden bij de desbetreffende sportvereniging. Kunst op de Liduinaschool Op de Liduinaschool wordt aandacht besteed aan kunst en cultuur. Beide zijn belangrijk om van kinderen volwaardige burgers te maken. Kunst verbindt. Door kunst zien mensen elkaar. We laten ons in het cultuuronderwijs ondersteunen door verschillende professionals. Op gebied van drama zijn er nauwe contacten met theater werkplaats Tiuri. Verder heeft de Liduina goede contacten met kunstatelier Artilabo en KOA. Ook circusschool Woenzini en de Clinic Clowns doen regelmatig projecten voor onze school. Binnen het VSO hebben de leerlingen jaarlijks een musical. De musical wordt samen met de leerlingen gemaakt. Zo is er een groep verantwoordelijk voor decor, voor toneel, zang en dans. Het is belangrijk dat leerlingen de kans krijgen om hun talenten te ontwikkelen
35