jaarverslag 2010
jaarverslag 2010
Voorwoord
3
Profiel van de instelling
5
Onderwijs
9
Organisatie en beleid
27
Personeel
33
Ondersteunende afdelingen
39
PMR
43
Financieel verslag
45
oud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inhoud inh
inhoud
6
Het jaar 2010 kunnen we kenschetsen als een jaar waarin stevig werd gewerkt aan het verder ontwikkelen van het onderwijs. De uitrol van het Competentie Gerichte Onderwijs naar alle leerjaren gaat gestaag door. Met als thema “Authenticiteit NU” is een trend gezet om door middel van een seminar, Nimeto Utrecht als creatieve vakschool meer naar buiten te brengen. Met de architecte Evelyne Merkx als hoofdspreekster is de aftrap gegeven. De invoering van het nieuwe ICT-netwerk was en is een groot succes. De inspanningen in de zomervakantie door de afdeling ICT wierpen hun vruchten af. Bij de start van het nieuwe schooljaar 2010-2011 liep de ICTmotor geruisloos en op volle toeren. Zeer verheugend is dat ook de buitenwereld al onze inspanningen ziet. In de nieuwe Keuzegids MBO 2011 staat Nimeto Utrecht op de eerste plaats als beste vakschool van Nederland. Dit mooie resultaat is gebaseerd op gegevens uit 2010, waarbij studieresultaten, rendementsgegevens en waardering van studenten de belangrijkste input vormt. In februari 2011 verscheen het actieplan MBO “Focus op Vakmanschap 2011-2015” van minister van Bijsterveldt, met enkele robuuste voorstellen om het MBO-onderwijs opnieuw te intensiveren, te verkorten en te centraliseren. De vorige verbouwing is nog niet afgerond of we zullen er weer stevig tegen aan moeten. Met de huidige fundamenten van onze vakschool kunnen we de toekomst vol vertrouwen tegemoet zien. We bedanken hierbij alle medewerkers en studenten voor hun getoonde inzet en betrokkenheid. Met ieders medewerking kunnen we de kwaliteit van het onderwijs in onze school verder versterken.
Hans Verschoor Frans Veul College van Bestuur, Nimeto Utrecht
nimeto utrecht Nimeto Utrecht is een zelfstandige en professionele vakschool met creatieve, technische MBO- opleidingen. In een klimaat van eigen verantwoordelijkheid leiden we studenten op tot zelfstandig vakman/vakvrouw voor beroepen in de branches: • Kleur- en Interieurstyling, Schilderen en Vastgoedonderhoud
• Vormgeving, Design, Presentatie en Styling
Door de kwaliteit van onze opleidingen en de goede contacten met het bedrijfsleven, bestaat na het behalen van het Nimeto-diploma een uitstekende doorstroommogelijkheid naar de arbeidsmarkt of een vervolgstudie op HBO-niveau. In onze vakschool volgen zo’n 1.300 studenten (BOL en BBL) uit het hele land onderwijs volgens het Competentie Gericht Onderwijs. In onze onderwijsvisie is CGO een combinatie van projectonderwijs en kennisoverdracht, waarbij de uitvoerbaarheid van het onderwijs centraal staat. Naast eigen initiatief van de student zijn ook gedegen randvoorwaarden van belang als goede roosters, veel lessen, een goede mix van theorie en praktijk en veel ruimte voor persoonlijke aandacht van de docent voor de individuele student. Competentieontwikkeling van studenten kan met name plaatsvinden in een kleinschalige, sociaal en fysiek veilige leeromgeving, die Nimeto Utrecht aanbiedt. De actieve studentbegeleiding binnen het onderwijsproces alsmede de sociaal-emotionele begeleiding geven de studenten een gevoel van welbevinden. De contacten met de ouders zijn vanuit die begeleiding direct en de goede opkomst bij ouderavonden bevestigen de betrokkenheid en waardering bij de ouders. De inhoud van onze opleidingen, de omgeving en de sfeer/cultuur van de school bepalen onze positie nu en in de toekomst. Opleidingen: BOL en BBL Nimeto Utrecht biedt in 2010 14 opleidingen aan. Qua leerweg valt er een onderscheid te maken in opleidingen van de Beroepsopleidende leerweg (BOL) en de Beroepsbegeleidende Leerweg (BBL). De BOLopleidingen zijn verdeeld in drie afdelingen, te weten de afdeling Ruimtelijke Presentatie en Communicatie (RPC), de afdeling Interieur, Decoratie, Exterieur(IDE) en de niveau-2 opleidingen. De BOL-opleidingen alsmede de BBL-opleiding Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud worden in Utrecht verzorgd, de overige BBL-opleidingen op diverse locaties in het land.
el van de instelling profiel van de instelling profiel van de instelling profiel van de instelling pro
profiel van de instelling
BOL opleidingen Opleidingen BOL niveau 4 Vormgever Ruimtelijke Presentatie en Communicatie: RPC In de vierjarige opleiding RPC op niveau 4 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Vormgever Ruimtelijke Presentatie en Communicatie. Binnen de opleiding RPC leren studenten goederen, diensten en ideeën op een driedimensionale visuele manier te presenteren vanuit een marketingconcept. Het werkterrein bevindt zich in winkels, op beurzen en tentoonstellingen. Afhankelijk van de gekozen uitstroomvariant kan men kiezen voor beroepen als etaleur, winkelpubliciteitvormgever, standontwerper, shopdesigner of decorvormgever. Interieur, Decoratie, Exterieur: IDE In de vierjarige opleiding IDE op niveau 4 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris afbouw en onderhoud. Tijdens deze opleiding leren studenten alles op het gebied van verf, kleur, vorm en materiaal. Afhankelijk van de gekozen uitstroomvariant wordt men opgeleid voor beroepen als decorateur, kleur- en interieuradviseur, restaurateur, calculator en werkvoorbereider.
Opleidingen BOL niveau 2 Stand- en Decorbouwer: SDB De opleiding Stand- en Decorbouwer is een niveau 2-opleiding en duurt 2 jaar. Het is een praktische opleiding waar men alles leert over het opbouwen en aankleden van stands voor beurzen en events in binnen- en buitenland. Men wordt opgeleid tot uitvoerend standbouwer. Na het behalen van het diploma zijn studenten veelal werkzaam binnen een standbouwbedrijf, waar zij beurspresentaties op- en afbouwen. Medewerker Productpresentatie: MP In deze tweejarige opleiding MP op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Vormgever Ruimtelijke, Presentatie en Communicatie. MP is een zeer praktische opleiding, waarbij studenten alles leren over productpresentaties in winkels. Hierbij leert men verschillende praktische vaardigheden op het gebied van onder andere etaleren, visual merchandising, styling en signing.
In deze tweejarige opleiding S op niveau 2 worden studenten opgeleid voor het kwalificatieprofiel Medewerker schilderen. De opleiding Schilder is een praktische opleiding voor de schildersbedrijfstak. Studenten leren verschillende decoratieve technieken toe te passen en doen praktische vaardigheden op, op het gebied van schilderen, spuiten, wandafwerking en belettering. Signmaker: SIGN De opleiding Sign leidt op voor het beroep van Signmaker. Het is een 2-jarige praktijkgerichte opleiding waar studenten alles leren over het produceren en aanbrengen van speciale belettering op media in de buitenruimte, bijvoorbeeld op auto’s, winkelgevels, reclameborden en lichtreclames. Maar ook in de standbouw wordt veel gebruik gemaakt van speciale belettering, bijvoorbeeld op een grote beursstand.
BBL opleidingen In januari 2010 zijn in het schildersvakcentrum Nuenen drie opleidingen gestart. Het betreft de opleiding Assistent Schilder niveau 1, Schilder niveau 2 en Gezel Schilder niveau 3. De studenten waren afkomstig van ROC Eindhoven en ROC ter AA. In het schooljaar 2010-2011 worden de onderstaande BBL-opleidingen in samenwerking met het kenniscentrum Savantis georganiseerd: Opleiding
Locatie
Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud niveau 4
Heerhugowaard, Rotterdam, Utrecht, Rosmalen
Restauratiestukadoor niveau 4
Veenendaal
Plafond/Wandmonteur niveau 2
Assen en Rosmalen
(Gezel) Dekvloerenlegger niveau 2 en 3
Rosmalen
Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent niveau 1
Bergen op Zoom
Schoonmaker en glazenwassen niveau 2
Bergen op Zoom
Assistent Schilder niveau 1
Nuenen
Schilder niveau 2
Nuenen
Gezel Schilder niveau 3
Nuenen
l van de instelling profiel van de instelling profiel van de instelling profiel van de instelling pro
Schilder: S
Algemeen Op basis van een bijgesteld gefaseerd ontwikkelingsmodel is ook in 2010 doorgegaan met de verdere ontwikkeling van de invoering van competentiegericht beroepsonderwijs (CGO) binnen de organisatie. Door de vorming van commissies en een gedegen overlegstructuur worden docenten actief betrokken bij het onderwijs, zowel inhoudelijk als organisatorisch. Studenten worden betrokken door periodiek overleg met de klassenvertegenwoordigers. Dit vindt in eerste instantie binnen de teams plaats. Daarnaast zijn er ook gesprekken tussen studenten en de opleidingsmanagers. In de niveau 4-opleiding IDE en de niveau 2-opleidingen werken alle studenten met het nieuwe kwalificatiedossier. Dit betekent dat in 2010 bij deze opleidingen de examinering volgens het nieuwe kwalificatiedossier heeft plaatsgevonden. Bij de beoordeling, waaronder de panelgesprekken, zijn assessoren uit het bedrijfsleven betrokken. In de opleiding RPC werken studenten van het eerste, tweede- en derde leerjaar met het nieuwe kwalificatiedossier. Om de kwaliteit van het onderwijs op peil te houden c.q. te verhogen zijn schoolbreed door docenten de hieronder genoemde scholingen gevolgd. • Teamleiderschap (CINOP) • Gesprekstechnieken voor POP-gesprekken (CINOP) • Assessorentraining (CITO) • Scholing op diverse vakgebieden Betrokkenheid van het bedrijfsleven blijft zeer belangrijk voor de continue ontwikkeling van het onderwijs. Vanuit diverse bronnen wordt input geleverd: BPV-enquêtes bij bedrijven, sectoronderzoeken van kenniscentrum Savantis en inkoop van examineringproducten bij Savantis voor de opleiding RPC. Daarnaast organiseert Nimeto Utrecht samen met Savantis bedrijvendagen. Het doel van de bedrijfscontacten is om de inhoud van de opleidingen beter te laten aansluiten bij de veranderingen en eisen van de arbeidsmarkt. Vernieuwing opleiding Middenkaderopleiding De opleiding Middenkaderfunctionaris Afbouw en Onderhoud niveau 4 is vanaf 2010-2011 in vernieuwde vorm van start gegaan. De opleiding is nu competentiegericht en wordt ondersteund door een elektronische
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
onderwijs
leeromgeving. Uiteraard heeft deze vernieuwing plaatsgevonden in nauwe samenwerking met docenten, werkgevers en onderwijskundigen van Savantis. In de vernieuwde opleiding moeten de deelnemers een keuze maken voor de uitstroomrichting Calculator, Uitvoerder of Ondernemer. Bij aanvang van het schooljaar was de verdeling als volgt:
Opleidingsplaats
Aantal aanmeldingen
Ondernemer
%
Uitvoerder
%
Calcutator Onderhoud specialist
%
13%
Heerhugowaard
23
15
65%
5
22%
3
Rosmalen
37
17
46%
19
51%
1
3%
Rotterdam
26
5
19%
13
50%
8
31%
Utrecht
24
9
38%
11
45%
4
17%
Zwolle
26
10
38%
11
42%
5
20%
Totaal
136
56
41%
59
43%
21
16%
Taal- en rekenonderwijs Al vanaf het schooljaar 2009-2010 is een traject gestart om het taal- en rekenonderwijs te intensiveren. In maart 2010 is het definitieve implementatiepan Taal en Rekenen intern vastgesteld. Met ingang van het schooljaar 2010-2011 is in het eerste leerjaar gestart met de implementatie van lessen Nederlandse taal en rekenen. Tijdens de taallessen wordt gebruik gemaakt van de Deviantmethode, de rekenlessen zijn opgezet aan de hand van de rekenblokken van Meijerink. Om de studenten goed te kunnen voorbereiden op het centrale examen is het aantal lesuren in de onderbouw uitgebreid naar twee klokuren per week. Ter facilitering is een tweetal computerlokalen ingericht. Tevens is in schooljaar 2010-2011 extra digitale capaciteit ingezet in de vorm van een mobiel opberg- en oplaadsysteem voor laptops met draadloos netwerk (laptopkarren). Voor het ontwikkelen van de leerlijnen is een werkgroep rekenen en een werkgroep taal geformeerd. De werkgroepen, samengesteld uit docenten van beide opleidingen, zetten een schoolbreed te gebruiken programma op. De voorbereiding voor het centrale examen wordt door een derde werkgroep gerealiseerd.
uitvoeren. Komend schooljaar zullen de werkgroepen blijven bestaan om verder te werken aan de ontwikkeling van taal en rekenen met als doel voorbereid te zijn op het eerste landelijk examen in 2014.
Studenten
ontwikkeling aantal studenten per 1 oktober 2006-2010
700 S
Aantal
600
verloop weergegeven van het aantal
500
studenten in de afgelopen vijf jaren voor de periode 2006-2010. Het aantal BOL-studenten beweegt zich tussen de 1.100 en 1.200. Het aantal BBLstudenten is in het afgelopen jaar
300
MTB MP IDEB RPC BBL
200
sterk gestegen als gevolg van de
100
inschrijving van studenten schildersopleidingen uit het vakcentrum te
0
Nuenen.
S
400
SIGN
aantal studenten
In de onderstaande grafiek wordt het
2006/2007
2006/2007
2007/2008
2008/2009
2007/2008
2009/2010
2008/2009
2009/2010
2010/2011
32
29
32
19
20
SIGN
-
-
-
18
31
MTB
34
35
38
27
14
MP
60
56
61
62
65
IDEB
485
480
447
434
392
RPC
546
555
591
551
581
1157
1155
1169
1111
1103
totaal BOL
BBL totaal
105
226
265
162
288
1262
1381
1434
1273
1391
2010/2011
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Deze werkgroep heeft een projectplan Examentester opgesteld en zal de test in de loop van dit schooljaar
Kenmerken studentenpopulatie In de volgende tabel is de studentenpopulatie weergegeven naar leeftijd en geslacht. Duidelijk is dat bij de BOL-opleidingen sprake is van ruime meerderheid aan vrouwelijke studenten (85%) en bij de BBLopleidingen aan mannelijke (94%). Het aantal leerplichtige BOL-studenten in de categorie 15 tot en met 17 jaar bedraagt 35% en bij de BBL-studenten 13%. In de BOL- opleidingen zijn er geen 30+ studenten ingeschreven. Bij de BBL-opleidingen bedraagt het percentage 30+ studenten 19%. Verder zijn aan Nimeto Utrecht 22 niet-bekostigde studenten (extraneï) verbonden.
Studenten Nimeto Utrecht 2010-2011 BOL (voltijd)
BBL (deeltijd)
BOL en BBL
leeftijd
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
man
vrouw
totaal
15-17
51
335
386
37
0
37
88
335
423
18-23
102
593
695
134
3
137
236
596
832
24-29
9
13
22
56
2
58
65
15
80
30-60
0
0
0
43
13
56
43
13
56
totaal
162
941
1103
270
18
288
432
959
1391
In het volgende overzicht is weergegeven waar geografisch gezien onze studenten in 2010 woonachtig zijn. Duidelijk is de concentratie in het midden van het land, waarbij uit de rood gearceerde regio’s tussen de 50 en 200 studenten afkomstig zijn. Aantal studenten per regio
5 - 20
20 - 50
50 - 200
Uitstroom studenten Uitstroom van studenten gedurende het schooljaar vindt plaats met en zonder diploma. Ondanks alle inspanningen om de studenten te behouden, verlaat jaarlijks een aantal studenten zonder een diploma de school. Indien een student zonder diploma Nimeto Utrecht verlaat, noemen we dat tussentijdse schooluitval. Uitstroom met diploma Er zijn meerdere methodes om het percentage uitstroom van studenten met diploma te berekenen, ook wel het diplomarendement genoemd. Een zuivere definitie is gebaseerd op de cohort-berekening: het aantal studenten dat na een aantal jaren met een diploma de opleiding afrondt, in relatie tot het aantal studenten dat aan de opleiding is begonnen. De Onderwijsinspectie kijkt meer vanuit het perspectief van de jaarlijks tussentijdse schooluitval en gebruikt een tweetal definities: jaarresultaat en diplomaresultaat. In het jaarresultaat wordt ook nog rekening gehouden met de doorstroom naar ander type opleidingen. De doorstroom van de ene naar de andere opleiding binnen Nimeto is gering, vandaar dat beide resultaten dicht bij elkaar liggen.
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Herkomst instroom studenten
instel. verl. zonder dipl.
allen met diploma
totaal
jaar resultaat
RPC
41
109
150
72.7 %
IDEB
46
126
172
73.3 %
BOL niv 4
87
235
322
73.0 %
S
5
8
13
61.5 %
SIGN*
7
0
7
00.0 %
MTB
5
15
20
75.0 %
MP
12
25
37
67.6 %
BOL niv 2
29
48
77
62.3 %
BBL niv 4
19
46
65
70.8 %
BBL niv 1
2
4
6
66.7 %
BBL niv 2
20
78
98
79.6 %
BBL niv 3
1
15
16
93.8 %
BOL
116
283
399
70.9 %
BBL
42
143
185
77.3 %
158
426
584
72.9 %
totaal
Jaarresultaat 2009-2010
instellingsverlaters zonder diploma
met diploma
totaal
diploma resultaat
RPC
40
110
150
73.3 %
IDEB
43
129
172
75.0 %
BOL niv 4
83
239
322
74.2 %
S
5
5
10
50.0 %
SIGN*
7
0
7
00.0 %
MTB
5
13
18
72.2 %
MP
12
18
30
60.0 %
BOL niv 2
29
36
65
55.4 %
BBL niv 4
18
47
65
72.3 %
BBL niv 1
2
4
6
66.7 %
BBL niv 2
20
57
77
74.0 %
BBL niv 3
1
14
15
93.3 %
105
275
380
72.4 %
41
122
163
74.8 %
146
397
543
73.1 %
BOL BBL totaal
Diplomaresultaat 2009-2010
de Onderwijsinpectie. De normpercentages staan vermeld in de onderstaande tabel. Tabel: Normpercentages voor diplomarendement Niveau
Jaarresultaat
Diplomaresultaat
1
60.7
45.1
2
56.5
45.2
3
65.3
67.3
4
64.2
67.3
Met de informatie uit BRON (Basisregistratie onderwijsnummer) is het nu ook mogelijk het succes op school te koppelen aan de vooropleiding en te vergelijken met andere scholen. In vergelijking met andere vakscholen zijn de resultaten bij Nimeto Utrecht in alle categorieën hoger.
Jaarresultaat 2009-2010 naar vooropleiding
vmbo zonder diploma
Nimeto Utrecht
gemiddelde vakscholen
71.0 %
58.0 % 59.9 %
havo/vwo zonder diploma
66.7 %
vmbo B met diploma
71.7 %
66.7 %
vmbo K met diploma
72.8 %
64.8 %
vmbo G met diploma
66.7 %
71.4 %
vmbo T met diploma
79.4 %
68.0 %
havo/vwo met diploma
75.0 %
72.7 %
vooropleiding onbekend
82.9 %
55.7 %
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Het jaar-en diplomaresultaat van Nimeto Utrecht was het afgelopen schooljaar hoger dan de normen van
Tussentijdse schooluitval In schooljaar 2009-2010 hebben in totaal 116 BOL-studenten en 40 BBL-studenten Nimeto Utrecht zonder diploma verlaten. Schoolbreed zien we een stijging van het percentage schoolverlaters ten opzichte van vorig schooljaar. Het percentage uitval in schooljaar 2009-2010 ligt meer in de lijn van voorgaande jaren. Schooljaar 2008-2009 vormde hierop een uitzondering. De relatief hoge uitval bij de opleiding SIGN heeft deels te maken met de geringe omvang van het aantal studenten. De spreiding over het jaar heen alsmede over de gehele opleidingsperiode is niet gelijkmatig verdeeld. Tussentijdse uitval gedurende de opleiding is geconcentreerd in de eerste helft van de opleiding. Circa 70% van de uitval over de gehele opleidingsduur ligt in het eerste leerjaar. Daarnaast vindt bijna de helft van de tussentijdse uitstroom plaats in de maanden juni-september.
Tussentijdse schoolverlaters Nimeto Utrecht (cursusjaren 2005/2010 per opleiding in percentages) cursusjaren 2005-2010 per opleiding in percentages
IDE
RPC
MTB
S
MP
SIGN
Alle BOLopleidingen
Alle BBLopleidingen
9.1
12.1
12.5
24.1
20.0
-
11.6
-
2006-2007
8.9
10.1
11.8
18.8
21.7
-
10.5
-
2007-2008
10.2
8.3
14.3
20.7
23.2
-
10.3
23.5
2008-2009
5.4
8.5
13.2
21.9
13.3
-
8.0
22.3
2009-2010
10.6
7.5
18.5
26.3
19.0
38.9
10.4
24.7
2005-2006
Naast de percentages tussentijdse schoolverlaters wordt ook het percentage schoolverlaters bijgehouden dat geen vervolgopleiding is begonnen of elders een startkwalificatie heeft behaald: het percentage nieuwe voortijdig schoolverlaters (vsv’ers). Een nieuwe voortijdige schoolverlater is een student, die aan het begin van het schooljaar jonger is dan 22 jaar, die op 1 oktober aan het begin van het schooljaar is ingeschreven als bekostigd deelnemer en op 1 oktober van het jaar erna niet is ingeschreven in het vo, mbo, vavo of hbo en in dat jaar of in de jaren ervoor geen startkwalificerend diploma heeft behaald. Een startkwalificerend diploma is een HAVO of VWO-diploma, of een MBO-2 diploma of hoger.
(cursusjaren 2005-2010 per opleiding in percentages in vergelijking met gemiddelde vakscholen)
Nieuwe VSV in percentages Schooljaren
Nimeto
Vakscholen
2005-2006
4.5
7.0
2006-2007
4.1
7.7
2007-2008
3.6
6.8
2008-2009
3.6
5.0
2009-2010
4.7
5.1
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
VSV’ers Nimeto Utrecht
Gerealiseerde onderwijstijd In het kader van wet- en regelgeving dient elke voltijd MBO BOL-student 850 klokuren onderwijs te ontvangen en een BBL-student 300 klokuren.
Schooljaar Opleidingen
2009/2010
2008/2009 uren
BOL
leerjaar
uren
IDE
1
854
863
2
1171
1253
I2 snel
854
1010
3
860
873
4
930
1067
RPC
1
915
882
2
1194
1290
R2 snel
1208
882
3
888
910
4
1045
1115
S
1
966
1065
2
956
1064
MP
1
889
904
2
1039
1150
MTB
1
920
995
2
1041
1074
SIGN
1
992
BBL
leerjaar
uren
uren
UIVA
1
312
312
2
312
312
1
342
326
2
342
326
1
342
290
2
342
290
3
320
320
WAPL
DEKVL
RES
In maart 2011 verscheen alweer de tweede Keuzegids MBO. Het was uiteraard zeer verheugend om te lezen dat Nimeto Utrecht tot de beste MBO vakschool van Nederland 2011 is uitgeroepen. Uit het onderzoek van de Keuzegids MBO 2011, gebaseerd op gegevens van 2010, staat Nimeto Utrecht op de eerste plaats van alle MBO vakscholen in Nederland en tweede op de overall ranking van alle MBO scholen. De uitkomsten zijn gebaseerd op een tiental kenmerken, die alle even zwaar wegen: • Percentage van de deelnemers dat na 1 jaar nog ingeschreven staat. • Percentage geslaagden na 4 jaar. • Oordeel studenten over: kwaliteit docenten, lesroosters, aanleren van competenties, stages, informatie over rechten en plichten, studiefaciliteiten en veiligheid in school.
De beste MBO vakscholen School
Regio
Ondervraagd (1)
Totaalscore (2)
1
Nimeto Utrecht
2
SintLucas Boxtel
Middenwest
365
7.11
Zuidoost
630
3
SOMA College
7.03
Oost
131
6.94
Grafisch Lyceum Rotterdam
Zuidwest
1270
6.75
CIBAP vakcollege
Oost
435
6.66
Scheepvaart- en Transport College
Zuidwest
800
6.63
Grafisch Lyceum Utrecht
Middenwest
678
6.63
SVO Opl. Vleessector
Middenwest
61
6.62
Hout- en Meubileringscollege
Zuidwest
667
6.48
De Eindhovense School
Zuidoost
351
6.42
Mediacollege Amsterdam
Noordwest
811
6.27
Het resultaat is nog beter dan het eerdere resultaat uit de Keuzegids van 2010, waarin Nimeto als derde eindigde. Publicitair wederom een grote opsteker. Op de dag van de bekendmaking is er een feestelijk samenzijn van studenten en personeel georganiseerd. We zijn ons uiteraard wel bewust van het feit dat ‘lijstjes’ en ‘rankings’ altijd op een beperkt aantal criteria zijn gebaseerd en tot discussie leiden.
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Waardering keuzegids MBO
Waardering studenten In het voorjaar van 2010 is de JOB-Monitor voor de zesde maal op Nimeto Utrecht afgenomen. De JOBMonitor meet de tevredenheid van studenten over het gevolgde beroepsonderwijs. Bij Nimeto hebben 411 studenten deze enquête ingevuld, waarmee de respons op 32,5% uitkomt. Dit percentage is in vergelijking met andere scholen laag. Besloten is om bij de komende JOB-monitor te streven naar een respons van 70%, door ook vanuit de schoolorganisatie nog meer het belang ervan onder de aandacht van de studenten te brengen. Het rapportcijfer dat studenten aan Nimeto Utrecht geven bedraagt gemiddeld 7.2, tegenover een landelijk gemiddelde aan alle MBO-instellingen van 6.4. Hiermee is Nimeto Utrecht licht gezakt ten opzichte van de vorige Monitor, waarbij de score 7.5 bedroeg. Voor een deel is deze daling te wijten aan een relatief lagere score op de BBL-opleidingen, die aan de vorige monitor niet hebben deelgenomen:
Leerweg
Rapportcijfer opleiding
BBL
6.6
BOL
7.3
Eindtotaal
7.2
Waardering BPV-bedrijven Nimeto Utrecht wil de kwaliteit van de dienstverlening naar bedrijven verbeteren. Tweejaarlijks wordt een onderzoek gehouden bij BPV bedrijven. In het jaar 2010 heeft geen onderzoek plaatsgevonden. Ter informatie is hierbij de tevredenheid weergegeven over het laatste onderzoeksjaar 2009. Waardering BPV bedrijven opleidingen RPC en IDE 2009
Item
RPC 2009
IDE 2009
Algemene waardering over Nimeto Utrecht
6.9
6.4
Gemiddelde waardering over Nimeto Utrecht student
7.0
7.5
Gemiddelde waardering over BPV-docent
7.1
6.9
Gemiddelde waardering over administratieve zaken
7.2
6.9
Nimeto Utrecht heeft de wettelijke verplichting om zorg te dragen voor de toegankelijkheid van het onderwijs, in het bijzonder voor kansarme studenten. Hierbij zijn drie relevante doelgroepen te onderscheiden: allochtonen, gehandicapten en studenten met een beperkte vooropleiding (VOA-studenten). Onder gehandicapten wordt verstaan alle studenten met extra ondersteuning verband houdende met een functiebeperking. Dit kan zijn een motorische, zintuiglijke (gezichts- of gehoor-), orgaan-, bewustzijns-, spraak- of taalstoornis, of een verstandelijke handicap. Dyslexie is de meest voorkomende handicap binnen onze school. Van de nieuwe studenten hebben er 23 een dyslexierapport afgegeven; in totaal zijn er 100 studenten met dyslexie. De vraag om voorlichting te geven op VMBO’s wordt altijd gehonoreerd, hierbij gaat het ook om VMBOscholen met voornamelijk studenten van allochtone afkomst. Een aantal VMBO-scholen in de regio is geïnformeerd over de specifieke mogelijkheden van onze niveau 2-opleidingen. Met vier opleidingen op niveau 2 voorziet Nimeto Utrecht in het onderwijsaanbod voor VOA-studenten. Na eenmaal te zijn gestart met de opleiding binnen Nimeto Utrecht worden voor deze doelgroepen maatregelen getroffen om de opleiding zo goed mogelijk te doorlopen en af te ronden. Hierbij valt te denken aan een kleinere groepssamenstelling en extra ondersteuning in taal en rekenen voor de niveau 2-opleidingen. Gezien het kleine aantal studenten per doelgroep is het niet mogelijk conclusies te trekken over rendementcijfers. Bijna een kwart van de gediplomeerden op niveau 2 zijn aansluitend met een niveau 4 opleiding gestart bij Nimeto Utrecht. Doelgroepen Nimeto Utrecht per 1 oktober 2010 en 2009, uitgedrukt in het percentage van het totaal aantal studenten in Nimeto Utrecht 2010
2009
Allochtonen
3.3 %
3.0 %
Gehandicapten
9.0 %
8.5 %
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Toegankelijkheid onderwijs
In 2010 is er sprake van een toename van het aantal Leerling Gebonden Financiering-leerlingen. In het vorige schooljaar waren er schoolbreed 6 LGF-leerlingen, in 2010 waren dit er 10. Het aantal LGF-ers binnen Nimeto komt overeen met het landelijk gemiddelde van 1% van het totaal aantal leerlingen. De LGF-begeleiding houdt in dat er wekelijkse of anderszins periodieke gesprekken gevoerd worden met de LGF-leerlingen, overleg met mentoren, ouders/verzorgers van de leerlingen en ambulant begeleiders van betreffende studenten. Er worden minstens tweemaal per jaar LGF-planbesprekingen met bovengenoemde betrokkenen georganiseerd en vastgelegd in persoonlijke begeleidingsplannen, waarin het LGF-budget dat Nimeto toekomt per leerling wordt verantwoord. Specifieke studentbegeleiding Naast begeleiding van studenten in het reguliere onderwijsproces door docenten en mentoren, kan voor bijzondere situaties ondersteuning worden geboden door het zorgteam. Het zorgteam bestaat sinds april 2010 uit twee medewerkers. Met deze uitbreiding is naast specifieke studentenbegeleiding ook het maatschappelijk werk binnen de instelling geborgd. Deze uitbreiding is mogelijk gemaakt door extra OCWbekostiging. In totaal zijn door het zorgteam in 2010 144 studenten voor korte of langere tijd begeleid. Dit is exclusief de in- en uitstroomgesprekken. De begeleide studenten zijn afkomstig van de volgende opleidingen: Aantal studenten met begeleiding zorgteam 2010 Opleiding
Aantal Studenten
Percentage
RPC
6.9
6.4
IDE
7.0
7.5
Niveau 2
7.1
6.9
Wat betreft de inhoud van deze gesprekken kan een onderverdeling gemaakt worden in: leerproblemen, Leerling Gebonden Financiering, motivatieproblemen, gedrag, absentie, psychische problemen, fysieke problemen, vervolgopleidingen, doorverwijzingen naar externe begeleiding, uitschrijvingtrajecten, externe contacten en dyslexie. De aard van de psychische problematiek onder de deelnemers is heel divers. Naast studieproblemen komen rouwproces, persoonlijkheidsstoornissen, laag zelfbeeld, zwangerschap, depressie, suïcidale problematiek en problemen in relatie met ouders het meest voor.
heidsinstelling, huisarts en andere instellingen. Het zorgteam heeft een voorstel gedaan aangaande de aanschaf van een computer-ondersteuningsprogramma voor dyslectische leerlingen: Kurzweil. Dit is inmiddels geïmplementeerd en door leerlingen te gebruiken. Binnen het zorgteam is in 2010 een aanvang gemaakt met de structurering van het decanaat binnen Nimeto Utrecht. Hiertoe worden er meer contacten gelegd met decanen van verwante en opvolgende opleidingen en informatie uitgewisseld. Om Nimeto studenten te helpen bij studie- en loopbaankeuze zijn hoorcolleges aan R3 en I3 voorbereid en uitgevoerd. Verder vinden er wekelijks gesprekken met leerlingen plaats o.g.v. studieoriëntatie en –verwijzing. Getracht wordt te zoeken naar de motivatie, vaardigheden en planning om te bezien in hoeverre de leerling kan worden ondersteund in het volgen van de opleiding. Tevens zijn er afspraken gemaakt met het HBO-onderwijs (Willem de Kooning Academie) voor het geven van een presentatie over het maken van een portfolio en de intakeprocedure. Het UWV is bereid gevonden om een presentatie te geven over het zoeken naar werk en welke valkuilen je tegen kunt komen. Instroom en doorstroom van studenten Nimeto Utrecht participeert in diverse overlegorganen in het kader van afstemming instroom van studenten uit het VMBO en doorstroom van studenten naar het HBO. Nimeto Utrecht is lid van het Platform Midden Nederland. De deelnemende MBO en VMBO scholen vormen een netwerk in de regio waarbinnen de initiatieven van de leden richtinggevend zijn. Het streven is de doorstroming in de zogenaamde beroepskolom te stimuleren. Dit netwerk functioneert zowel op bestuurlijk als uitvoerend niveau. Nimeto Utrecht participeert als vertegenwoordiger in de stuurgroep namens de vakinstellingen in de regio. Leden zijn ROC Midden Nederland, ROC ASA Utrecht, AOC Wellantcollege, Grafisch Lyceum Utrecht en 4 VMBO-instellingen uit de stad Utrecht en regio. Jaarlijks organiseert Nimeto Utrecht een voorlichtingsmarkt, waarbij relevante HBOinstellingen voorlichting geven aan 3e- en 4e jaars studenten over doorstuderen binnen het HBO.
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Het zorgteam heeft 6 studenten doorverwezen. Studenten zijn doorverwezen naar een geestelijke gezond-
Klachten Nimeto Utrecht kent een interne klachtenprocedure. In schooljaar 2009-2010 is 1 klacht ingediend, betreffende de inhoud van het onderwijs. De klacht is conform de procedure afgehandeld. Toezicht Onderwijsinspectie In het kader van haar toezichthoudende taak voert de Onderwijsinspectie risico-analyses uit bij onderwijsinstellingen op basis van een proportionele toezichtvisie. De Onderwijsinspectie monitort voortdurend de instellingen op basis van informatie uit jaarverslagen, landelijke onderzoeken en signalen uit het veld. De Onderwijsinspectie kijkt hierbij specifiek naar de volgende onderwerpen: diplomarendement, tevredenheid studenten, financiële positie, wettelijke vereisten en de examenkwaliteit. Indien er geen bijzondere risico’s zijn geconstateerd volgt in principe alleen een jaarlijks gesprek. De Onderwijsinspectie heeft voor Nimeto Utrecht de afgelopen jaren “het basisarrangement” vastgesteld. Dit houdt in dat men geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs en/of in de naleving van de wet -en regelgeving. Naast het reguliere onderzoek heeft de Onderwijsinspectie in 2010 nog een specifiek onderzoek uitgevoerd naar de 850-urennorm bij de opleiding IDE. Op basis van dit onderzoek zijn enkele aanpassingen gedaan, waarna in de eindrapportages de urennorm op orde was. In 2010 is geen onderzoek uitgevoerd naar de kwaliteit van de examinering, daar uit eerder onderzoek was gebleken dat de examinering van alle opleidingen van voldoende kwaliteit was bevonden.
wijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs onderwijs ond
Basis voor het beleid vormt het in 2009 opgestelde Strategisch Beleidsplan 2010—2012. In de jaarlijkse cyclus van begroting en jaarplannen van managementteam/afdelingen wordt dit verder vormgegeven. In het Beleidsplan is een concreet tien-puntenplan opgenomen. In het volgende overzicht wordt de voortgang aangeven. Aandachtspunt
Status eind 2010
Onderwijs Gefaseerde invoering CGO in alle leerjaren
Bij de opleiding RPC is CGO in het derde leerjaar
gestart. Bij de andere opleidingen is CGO ingevoerd.
Onderwijsrendement verhogen. Streefcijfers:
Realisatie schooljaar 2009/2010:
Niveau 4 opleidingen 80%
Niveau 4 opleidingen 73%
Niveau 2 opleidingen 60%
Niveau 2 opleidingen 62%
Zorgbegeleiding studenten intensiveren
ZAT team gevormd inclusief begeleiding
maatschappelijk werk
Werkgroep Revisie en Vernieuwing Opleidingen
Werkgroep is gestart met een inventarisatie. De werk-
zal voorstellen ontwikkelen
groep komt in 2011 met inhoudelijke voorstellen.
Personeel/Organisatie Decentralisatie van bevoegdheden in organisatie
Structuur met 5 onderwijsteams en teamleiders
geïmplementeerd. Ondersteuning met coaching
door CINOP
Onderzoek invoering horizontale onderwijsteam-
De tevredenheid van onderwijspersoneel over de recent
structuur
ingevoerde horizontale teamstructuur is ruim voldoende
Terugdringing ziekteverzuim
Meer aandacht gegeven aan verzuimbegeleiding met
Arbodienst. Kortverzuim gedaald van 2,0% naar 1,3%
Scholing van medewerkers
Met ondersteuning van een extern bureau is hieraan
invulling gegeven met diverse trainingen en workshops
isatie en beleid organisatie en beleid organisatie en beleid organisatie en beleid organisatie en bel
organisatie en beleid
Aandachtspunt
Status eind 2010
Financieel Streefcijfer schoolomvang van 1.200 BOL studenten
In schooljaar 2010/2011 gestart met 1.103 studenten
voor financieel gezonde exploitatie Inzet personeel: netto ratio docent/student van:
Realisatie bij start in schooljaar 2010/2011:
Niveau 4 opleidingen 1 op 22
Niveau 4 opleidingen 1 op 21
Niveau 2 opleidingen 1 op 18
Niveau 2 opleidingen 1 op 16
Governance Nimeto Utrecht hanteert met betrekking tot het besturen, het toezicht en de horizontale verantwoording en dialoog de governance code van de mbo-sector ‘Goed bestuur in de bve-sector’, die op 1 januari 2009 in werking is getreden. De scheiding tussen bestuur en toezicht is binnen Nimeto Utrecht vormgegeven middels de Raad van Toezicht en het College van Bestuur, waarbij het College van Bestuur het bevoegd gezag is. Het College van Bestuur voert tezamen met het managementteam de dagelijkse leiding van de school. De verantwoordelijkheden, taken en onderlinge verhouding tussen Raad van Toezicht en College van Bestuur zijn vastgelegd in de statuten van de stichting en het bestuursreglement. Nimeto Utrecht verantwoordt zich aan externe en interne toezichthouders middels het jaarverslag, dat voldoet aan de vereisten van het Ministerie van OCW. Feedback wordt gezocht bij de diverse stakeholders; Nimeto Utrecht verricht enquêtes onder studenten (JOB-monitor), oud-studenten, bedrijfsleven en eigen personeel. Daarnaast participeert Nimeto Utecht in de benchmark van het MBO, waarin onderwijsinstellingen bedrijfsmatig onderling worden vergeleken. De belangrijkste externe toezichthouders zijn de Inspectie van het Onderwijs en de accountant. Het College van Bestuur spreekt jaarlijks met de inspectie over de kwaliteit van het onderwijs aan de hand van alle beschikbare rapportages. De controlerend accountant van Nimeto Utrecht is de FSV Accountants+ Adviseurs B.V. Het College van Bestuur stelt de jaarrekening op. De accountant controleert de jaarrekening en bespreekt de resultaten hiervan met de portefeuillehouder binnen de Raad van Toezicht. De Raad van Toezicht stelt de jaarrekening vast.
geweest. De onderwerpen op de agenda waren de reguliere punten zoals jaarrekening, begroting, actuele schoolzaken alsmede rapportages van diverse onderzoeken zoals diplomarendement, uitkomsten BPV- en JOB –onderzoek, Benchmarks, stand van zaken CGO-ontwikkeling, ontwikkelingen in de bedrijfstakken. Per 5 maart 2010 is de heer E. Kruiderink, werkzaam als directeur FOSAG (werkgeversorganisatie in de schildersbranche), benoemd tot nieuwe voorzitter van de Raad van Toezicht in opvolging van de heer J. van Walsem. Samenstelling Raad van Toezicht Begin
Aftredend
Achtergrond
E. Kruiderink, voorzitter
Leden Raad van Toezicht
05-03-2010
05-03-2014
Directeur FOSAG: werkgeversorganisatie schilderbranche
W.E.J. van der Water, secretaris
31-12-2001
31-12-2011
Directeur bedrijf in reclamebranche
L.M. Geluk, penningmeester
01-06-2006
01-06-2014
Directeur Schildersbedrijf
W. van den Berg
01-06-2007
01-06-2011
Directie Retailsupport organisatie
A. van Raak
01-01-2008
31-12-2011
Directielid Vastgoed ontwikkelingsorganisatie
J. van Selm
01-12-2008
01-12-2012
Directeur Schildersbedrijf
Samenstelling College van Bestuur in 2010 Drs J.A. Verschoor MBA
Verantwoordelijk voor de algemene leiding, personeel en onderwijs
Drs F.X. Veul
Verantwoordelijk voor de portefeuilles financiën en bedrijfsvoering
Samenstelling Managementteam in 2010 Het College van Bestuur vormt tezamen met onderstaande personen het Managementteam: A.J. Grosman
Opleidingsmanager IDE
L.G. Meulenkamp
Opleidingsmanager RPC
G.E. Overkamp
Hoofd Bureau Onderwijs
Drs C.M.J. Borghols
Hoofd Administratie
T. Haije
Hoofd Personeelszaken
isatie en beleid organisatie en beleid organisatie en beleid organisatie en beleid organisatie en bel
De Raad van Toezicht is tezamen met het College van Bestuur in 2010 driemaal in vergadering bijeen
Organogram 01-01-2010
Raad van Toezicht
Ondersteunende afdelingen
Bureau Onderwijs
MR
College van Bestuur
Opleidingsmanager
Opleidingsmanager
Administratie /kwazo Communicatie en Voorlichting Teamsleiders RPC
Teamsleiders IDEB
Coördinatoren niveau 2
Teams RPC 1, 2, 3
Teams IDEB 1, 2
Opleidingen MTB, MP, S, SIGN
Conciergerie
ICT
Secretariaat CvB
PZ
Catering
Opleidingen BBL Afbouw/Onderhoud
isatie en beleid organisatie en beleid organisatie en beleid organisatie en beleid organisatie en bel
Organisatie Eind 2009 is bij de niveau 4-opleidingen de nieuwe functie van teamleider ingesteld, waarbij naast coördinerende werkzaamheden ook een belangrijke verantwoordelijkheid is gelegd in de uitvoering van het personeelsbeleid, met name de aansturing van teams en medewerkers. De teams hebben hierdoor meer verantwoordelijkheden gekregen. In de loop van 2010 is dit proces verder vormgegeven. Verder zijn enkele organisatorische veranderingen doorgevoerd. De medewerker kwaliteitszorg en het zorgteam zijn onder het Bureau Onderwijs geplaatst waardoor de taken omtrent onderwijsprocessen geclusterd zijn. Tevens is het zorgteam versterkt met een schoolmaatschappelijk werker om de leerling-zorg te professionaliseren. De invulling van het decaanschap is verder uitgebreid om ook hierin de leerlingen beter te ondersteunen. Tevredenheid personeel Een maal per twee jaar vindt er een Medewerkers Tevredenheids Onderzoek (MTO) plaats, waarin via een uitgebreide lijst met gesloten vragen wordt ingegaan op de gehele organisatie. De afgelopen jaren zijn in de organisatie van het onderwijs binnen Nimeto Utrecht een aantal veranderingen in gang gezet om het onderwijs beter te organiseren en beter te ondersteunen. In 2010 is een tussentijdse onderzoek uitgevoerd, waarbij is gefocust op de organisatie rondom het onderwijsproces en alleen het onderwijzend personeel is bevraagd. Bij een respons van 70% werd de algehele tevredenheid van het onderwijzend personeel over werken bij Nimeto gewaardeerd met het gemiddelde rapportcijfer van 7,0. Aangedragen verbeterpunten zijn onder meer: meer duidelijkheid over taak/rolverdeling in de teams, betere facilitaire ondersteuning, meer aandacht voor vernieuwing van het onderwijs in relatie tot de arbeidsmarkt. Formatie In 2010 hebben vier medewerkers (3 fte) met een regulier dienstverband de organisatie verlaten. Twee medewerkers hebben gebruik gemaakt van de FPU. Met twee anderen is het dienstverband om andere redenen niet voortgezet. Er zijn acht nieuwe medewerkers aangetrokken (5,3 fte) met een tijdelijk dienstverband, waarvan drie zijn doorgestroomd uit detacheringovereenkomsten. Voor de tijdelijke vervanging van langdurig zieke collega’s en zwangerschapverloven zijn vijf personen (2,2 fte) werkzaam geweest.
neel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Per
personeel
Eind december 2010 waren 112 medewerkers middels een dienstverband verbonden aan Nimeto Utrecht. De totale formatie omvat ultimo 2010 95,2 fte. In de volgende tabel is de formatie weergegeven per einde van het jaar. Onder primair proces zijn opgenomen de docenten, instructeurs, onderwijsassistenten, leidinggevenden- en ondersteunend personeel in de opleidingen. Deze indeling sluit aan bij de definities uit de MBO-benchmark.
Personele Formatie Nimeto Utrecht ultimo
2009
2010
FTE’s
FTE’s
perc.
64.0
64.5
67.8%
8.0
8.0
8.4%
72.0
72.5
76.4%
Personeel P&O
1.0
1.0
1.1%
Personeel Administratie
6.2
6.2
6.5%
Personeel Communicatie & Voorlichting
1.8
1.8
1.9%
Personeel Huisvesting & Facilitair
5.9
5.9
6.2%
Personeel ICT
4.5
5.0
5.3%
Personeel CvB/secretariaat
2.0
2.0
2.1%
Personeel Kwaliteitszorg
0.8
0.8
0.8%
Totaal personeel ondersteunende diensten
22.2
22.7
23.8%
Totaal
94.2
95.2
100%
Docenten/instructeurs/assistenten Coördinerend personeel/secretarieel/OLC
Totaal personeel primair proces
2010
Functiemix In het kader van het Convenant Leerkracht van het Ministerie van OCW zijn doelen geformuleerd over de verdeling van LB, LC en LD functies binnen de MBO-onderwijsinstellingen om daarmee docenten een aantrekkelijker carrièreperspectief te bieden; de zogenaamde functiemix. Daarnaast zijn ook extra middelen ter beschikking gesteld om de onderwijsarbeidsmarkt in de tekortregio’s (vooral de grote steden) te versterken.
het beleid docenten zoveel mogelijk te laten doorstromen naar LC functies. Daarnaast zijn in het afgelopen jaar een aantal docenten benoemd als teamleider en doorgestroomd naar LD-functies. Om starters op de arbeidsmarkt een kans te geven is het aandeel LB functies binnen Nimeto geleidelijk toegenomen in de afgelopen jaren. In de tabel functiemix Nimeto is de verdeling van docentenfuncties binnen Nimeto weergegeven. Functiemix Nimeto Utrecht Functiemix Nimeto
LB
LC
LD
2009
4%
94.5
1.5
2010
8%
82%
10%
25%
65%
10%
OCW doelstelling
Verhouding Deeltijd-Voltijd Circa 47% van de medewerkers werkt in deeltijd. Het merendeel hiervan is vrouw. De gemiddelde omvang van de deeltijdaanstelling bedraagt 0,75 fte, dat dicht aanligt tegen de gemiddelde aanstelling van 0,84 fte. Het gaat hier om vol- en deeltijd op basis van de reguliere aanstelling en niet op basis van jaartaak verlagende regelingen, zoals BAPO en overige verlofvormen. 25 verdeling parttime/fulltime per leeftijdsgroep
20 15
fulltime parttime
10 5 0
25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64
neel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Per
Het streven is om vooral meer docenten in LC-functies te benoemen. Nimeto Utrecht voert al ruim 10 jaar
Deelname BAPO De CAO biedt de mogelijkheid om in het kader van het seniorenbeleid een halve of hele dag per week minder te werken met behoud van 70% van het salaris. Eind 2010 maakten 19 medewerkers gebruik van de BAPO-regeling. In arbeidsplaatsen uitgedrukt bedraagt de omvang van de BAPO 3,17 fte. Het ziekteverzuim In de beheersing van verzuim is het van belang dat de verantwoordelijkheid voor begeleiding bij de direct-leidinggevende ligt. Het voorkomen van verzuim is een zaak van de direct-leidinggevende en de medewerker. Dit betekent dat in toenemende mate ook teamleiders bij het terugdringen van verzuim en de verzuimbegeleiding betrokken worden. Ook in 2010 hebben we gebruik gemaakt van de Arbodienst in de begeleiding van medewerkers, die arbeidsongeschikt zijn of dat dreigen te worden (preventief). Met name de medische expertise van de bedrijfsarts is hierbij ingezet. Het ziekteverzuim wordt geregistreerd conform de registratieafspraken binnen de MBO-sector. De gepresenteerde cijfers zijn de ‘netto’ cijfers exclusief zwangerschapverlof: hierin zijn de deeltijdfactor en werkdagen meegewogen. Positief is dat het ziekteverzuim daalt (zowel kort als langdurig), alsmede ook het aantal keren per jaar dat medewerkers zich ziek melden (meldingsfrequentie). Om meer grip te krijgen op het kort verzuim en de verzuimfrequentie is het verzuimprotocol aangepast en is een regeling opgesteld voor het voeren van verzuimgesprekken door de leidinggevende. De redenen van het langdurig verzuim zijn overwegend toe te schrijven aan persoonsgebonden oorzaken en in mindere mate aan organisatiegebonden oorzaken. Ziekteverzuim personeel 2010 verzuim % totaal
verzuim < 6 weken
verzuim > 6 weken
Gemiddelde duur per melding in dagen
Relatieve meldingsfrequentie
2006
3.6
1.6
2.0
7.6
1.9
2007
3.8
2.0
1.8
7.6
2.1
2008
6.2
2.8
3.4
8.9
2.6
2009
7.8
2.0
5.8
14.8
2.1
2010
6.0
1.3
4.7
13.6
1.6
20 15
fulltime
10 leeftijdsopbouw en vervangingsvraag De
parttime
In de onderstaande grafiek wordt inzicht geboden in de leeftijdsopbouw van het personeelsbestand. De 5 grafiek toont dat bijna de helft van het personeel ouder is dan 50 jaar. De gemiddelde leeftijd is 49 jaar. Door de leeftijdssamenstelling van het personeel is de vervangingvraag voor de komende jaren circa 3-4 0 personen per jaar. De arbeidsmarkt is voor Nimeto Utrecht nog gunstig. Nimeto is voor veel werkzoekenden 25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 een aantrekkelijke werkgever blijkens de talrijke open sollicitaties van professionals uit de beroepspraktijk met een goed CV. Bij het aangaan van arbeidsrelaties maakt Nimeto naast de reguliere dienstverbanden gebruik van diverse vormen van flexibele arbeidsrelaties, als payrolling, freelancers, uitzendconstructies en stagiaires. Door maatregelen van de overheid om langer doorwerken te stimuleren neemt de gemiddelde leeftijd bij pensionering toe. Om duurzame inzetbaarheid mogelijk te maken van oudere werknemers wordt waar nodig maatwerkoplossingen voor passend werk mogelijk gemaakt. 25 verdeling mannen/vrouwen per leeftijdsgroep
20 15 10
vrouwen mannen
5 0
25-29 30-34 35-39 40-44 45-49 50-54 55-59 60-64 Bedrijfshulpverlening 2010 Nimeto Utrecht vindt dat een adequate bedrijfshulpverlening (BHV) van belang is in een goedlopende schoolorganisatie. Onderhoud van vaardigheden en theorie is hierbij cruciaal. In 2010 namen 14 BHV-ers deel aan de jaarlijkse verplichte bijscholing op het gebied van brandbestrijding en ontruiming. Allen konden na afloop het getuigschrift in ontvangst nemen. Daarnaast namen deze medewerkers ook deel aan de herhalingscursus Eerste Hulp Verlener (EHV), waarmee zij aan de competenties voor het diploma EHV voldoen. Er zijn drie medewerkers die speciaal geschoold zijn om leiding te geven bij calamiteiten en er is één medewerker bezig met de opleiding tot instructeur EHV.
neel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Personeel Per
25
Administratie Na een uitgebreide inventarisatie is begin 2010 gekozen voor Magister als studentenadministratiepakket, ter vervanging van de in gebruik zijnde applicaties NOISE en Trajectplanner. Voor de zomervakantie zijn alle voorbereidingen getroffen voor een zorgvuldige implementatie. Vanaf begin schooljaar 2010-2011 kon met succes en naar alle tevredenheid gewerkt worden met Magister. Naast de basisadministratie is ook de verzuimadministratie in 2010 binnen Magister opgenomen. De verdere uitrol van Magister naar andere onderdelen van de organisatie is in gang gezet. Bij de financiële administratie is met succes de applicatie AFAS geïmplementeerd ter vervanging van Finofix. ICT De afgelopen jaren is stelselmatig de ICT-omgeving in de school uitgebouwd. Met de jaarlijkse groei van het aantal PC’s, Apples, applicaties, de omvang van de verstuurde en gedownloade bestanden, was tegen de grenzen van de belastbaarheid van het ICT-netwerk aangelopen. In 2010 is het bestaande, verouderde ICT netwerk in de zomervakantie volledig vervangen. Deze omvangrijke klus is met behulp van Getronics geklaard. De gehele vernieuwing van het netwerk bleek toch de oplossing te zijn voor een aantal hardnekkige problemen in de stabiliteit en betrouwbaarheid van het netwerk. Ook zijn in alle lokalen PC’s geplaatst voor de verzuimregistratie in Magister ter vervanging van de minder goed functionerende hand- en wandloggers. Verder is veel aandacht besteed aan de voorbereidingen van het gebruik van laptops door studenten. Huisvesting Het streven is ernaar het gebouw in goede conditie te houden. Jaarlijks worden vele kleine reparaties verricht. Zeer zichtbaar is de nieuwe inrichting van het schoolplein; een nieuwe indeling met een nieuwe tegelvloer, bankjes en perken. Verder kunnen nog als grotere projecten worden genoemd: • Inrichting SIGN lokaal • Installatie 3D freesmachine • Vervanging van de zonweringen
rsteunende afdelingen ondersteunende afdelingen ondersteunende afdelingen ondersteunende afdelinge
ondersteunende afdelingen
Communicatie en Voorlichting Bureau ComVoor is binnen Nimeto Utrecht verantwoordelijk voor het organiseren en coördineren van alle communicatie-uitingen. Voor het werven van aspirant-vmbo en havo studenten en het informeren van ouders en decanen, organiseert en coördineert bureau ComVoor jaarlijks meer dan 60 externe voorlichtingen op vmbo-scholen, beurzen, open huis dagen, decanendagen (creatief alternatief) en oriëntatiedagen. Ter ondersteuning van de naamsbekendheid en positionering ontwikkelt Bureau ComVoor jaarlijks nieuwe communicatiemiddelen. Veel aandacht is dit jaar uitgegaan naar digitale communicatie. Er is een start gemaakt met de inzet van social media. Zo is er nu een Nimeto Community op Facebook. Bureau ComVoor beoordeeld de aanvragen van externe projecten en brengt deze onder de aandacht van de opleidingsmanagers, die beoordelen of het past in het onderwijsprogramma. De realisatie van een project ligt in handen van de docent. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorg is een manier van bedrijfsvoering, waarbij op systematische wijze gewerkt wordt aan de verbetering van de organisatie. Ter ondersteuning maakt Nimeto Utrecht gebruik van het INK-model (Instituut Nederlandse Kwaliteit) als kwaliteitszorgsysteem. Centraal staat in het INK-model de Plan Do Check Act cyclus (PDCA) van Deming. In dit model worden de volgende organisatiegebieden onderscheiden: Leiderschap, Strategie & Beleid, Onderwijsproces, Middelen, Medewerkers. Vanuit het beleidsplan wordt gewerkt aan de hand van MT-jaarplannen en afdelingsplannen. Het betreft een zich herhalende beleidscyclus, waarbij de verbetering van de interne bedrijfsprocessen centraal staat. Aan de hand van prestatie-indicatoren worden de kwantitatief meetbare facetten van de resultaatgebieden uit het INK-model gevolgd en per trimester besproken. Hierna volgt een overzicht van de scores en interne normen op de prestatie-indicatoren in 2010. Voor een aantal prestatie-indicatoren heeft er in 2010 geen nieuwe meting plaatsgevonden, waarbij de resultaten uit voorgaande jaren blijven staan.
BOL
BBL
Norm
2010
Laatste meting
Resultaat
Resultaat
≥ 7.0
2010
7.2
Algemene tevredenheid oud-studenten
≥ 75%
2010
75%
Algemene tevredenheid BPV-bedrijven
≥ 7.0
2009
6.7
Klachten studenten
< 1%
2009/2010
0.1%
0.1%
> 125%
2009/2010
190%
nvt
Studentenuitval
< 10%
2009/2010
10.4%
24.7%
Diplomarendenment
> 80%
2009/2010
71%
77%
≥ 850/300
2009/2010
norm
norm
≥6
2009
6
7.2
Ziekteverzuim excl. Zwangerschapsverlof
< 5%
2010
6.0%
nvt
Percentage gevoerde POP-gesprekken
100%
2010
85%
100%
>0
2010
€178.000
Basisarrangement
2009
norm
norm
Goedkeurende verklaring alle opleidingen
2010
norm
norm
Klanttevredenheid Algemene tevredenheid studenten
6.6 87% 7
Eindresultaten Aanmeldingsresultaat
Gerealiseerde onderwijstijd klokuren
Organisatie Algemene tevredenheid personeel
Financieel exploitatieresultaat
nvt
Maatschappij Beoordeling Onderwijsinspectie Beoordeling Examinering
rsteunende afdelingen ondersteunende afdelingen ondersteunende afdelingen ondersteunende afdelinge
Prestatieindicatoren INK model
Voor onderling beraad is de PMR in 2010 gemiddeld één maal in de drie weken bijeengekomen. Met het College van Bestuur is in het afgelopen jaar drie keer overlegd. De volgende onderwerpen zijn daarbij aan de orde geweest: • Bijkomende aspecten rondom het CGO zoals: huisvesting, inzet personeel, werkdruk, roosters,
toetsing, OER.
• Financiën (begroting en financieel jaarverslag). • Veranderingen in de organisatie. • Lesuitval en voorkoming daarvan. • Ontwikkelingen in het onderwijs en scholing van de PMR. • Invoering en taken jaarteams. • Jaarplanning (verandering van schooljaar naar kalenderjaar). • Vakantierooster. • ICT zaken. • Functiewaardering. • Personeelsbeleid (seniorenbeleid, functiebouwwerk). • Ontwikkelingen rondom niveau 2. • Nieuwe wet op de ondernemingsraden. • Kwaliteit van het onderwijs (evaluatie CGO).
MR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR PMR
PMR
Algemeen Zowel de totale baten als de totale lasten zijn in 2010 toegenomen ten opzichte van 2009 als gevolg van een hogere Rijksbijdrage in verband met de groei van het aantal BBL-studenten (t-2) alsmede aanvullende vergoedingen voor Taal/Rekenen en Functiemix tekortregio’s. Voor 2010 was een positief exploitatieresultaat begroot van € 81.000. Het boekjaar 2010 wordt afgesloten met een exploitatieoverschot van € 155.670. Het exploitatieresultaat zal worden toegevoegd aan de personeelsreserve. De investeringen in materiële vaste activa bedroegen € 632.384 en betroffen met name vervangingsinvesteringen in computers, kopieermachines, inventaris en het ICT-netwerk. Vanaf 2008 is de jaarrekening opgesteld in overeenstemming met de OCW-Regeling Jaarverslaglegging Onderwijs en met Hoofdstuk RJ 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. Deze overgang bracht een stelselwijziging met zich mee, waarbij alle onderwijsinstellingen voor toekomstige personele verplichtingen vanuit de BAPO-regeling een personeelsvoorziening moesten vormen. Deze verplichtingen maakten voor 2008 onderdeel uit van de personeelsreserve en zijn in 2008 hiervan afgesplitst. Een vooroverleg van vele jaren tussen het Ministerie van OCW en accountants is aan deze regelgeving voorafgegaan. In 2010 heeft het Ministerie van OCW echter weer besloten om deze splitsing ongedaan te maken en is de voorziening weer onder de personeelsreserve binnen het Eigen Vermogen gebracht. De beginbalans is op dit punt aangepast. Het kan verkeren! Treasury management Uitgangspunt bij het treasurybeleid van Nimeto Utrecht is een risicomijdende strategie. Dit houdt in dat alleen belegd wordt in vastrentende waarden, waarbij terugbetaling van de hoofdsom gegarandeerd is. Belegging in aandelen is in deze strategie uitgesloten. Als gevolg van de sterk gedaalde rentevergoeding op spaartegoeden vanaf 2009 is in 2010 besloten tot een vervroegde aflossing van een van de leningen bij de ING-bank vanuit de rekening-courant alsmede de verkoop van een obligatie. De balans is hiermee verkort en de toekomstige rentelasten zijn gedaald.
cieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel
Financieel Verslag
Financiële Kengetallen Toelichting De solvabiliteit geeft het weerstandsvermogen aan van een organisatie; de mate waarin de organisatie aan haar verplichtingen op lange termijn kan voldoen. Hierbij kan het vermogen worden uitgedrukt in het totale balanstotaal alsmede in de totale opbrengsten. De liquiditeitsratio geeft aan in welke mate een organisatie over werkkapitaal beschikt om aan haar verplichtingen op korte termijn te voldoen. De rentabiliteit geeft een indicatie van het exploitatieresultaat in enig jaar.
Gem. ROC
Gem. Vakschool
Nimeto Utrecht
2009
2009
2010
2009
2008
2007
2006
Solvabiliteit Balans
36%
50%
35%
31%
32%
32%
31%
Solvabiliteit Exploitatie
40%
n.b.
39%
40%
45%
44%
45%
0.9
1.6
0.27
0.65
1.16
1.15
1.21
0.7%
1.5%
1.5%
-1.5%
1.2%
1.3%
0.5%
Liquiditeit Rentabiliteit
• Solvabiliteit Balans
: eigen vermogen gedeeld door totaal vermogen.
• Solvabiliteit Exploitatie
: eigen vermogen gedeeld door de totale baten.
• Liquiditeit (current ratio)
: vlottende activa gedeeld door kortlopende schulden.
• Rentabiliteit
: resultaat uit gewone bedrijfsvoering gedeeld door totale baten uit
gewone bedrijfsvoering.
31-12-2010
31-12-2009
EUR
EUR
Activa Vaste Activa Materiële vaste activa Financiële vaste activa
9.635.440
9.763.577
750.001
976.891
Totaal vaste activa
10.385.441
10.740.468
Vlottende activa Voorraden
29.900
41.800
Vorderingen
105.565
202.796
Liquide middelen
424.472
890.956
Totaal vlottende activa
Totaal activa
559.937
1.135.552
10.945.378
11.876.020
Passiva Eigen Vermogen Voorzieningen
3.875.939
3.728.639
516.032
441.291
Langlopende schulden
4.543.351
5.955.865
Kortlopende schulden
2.010.056
1.750.225
Totaal passiva
10.945.378
11.876.020
cieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel
Balans
staat van baten en lasten
31-12-2010
Begroot 31-12-2010
31-12-2009
EUR
EUR
EUR
10.245.402
9.710.000
9.567.291
112.172
0
56.672
Overige baten
819.073
693.500
786.577
Totaal baten
11.188.647
10.403.500
10.410.540
7.004.144
6.720.000
6.978.625
Afschrijvingen
760.972
640.000
606.748
Huisvestingslasten
749.034
644.500
706.513
Baten Rijksbijdragen Overige (overheidsbijdragen en -subsidies) College-, cursus-, les- en examengelden
12.000
Baten in opdracht van derden
Lasten Personeelslasten
Overige lasten
2.239.053
2.035.000
2.001.207
Totaal lasten
10.753.203
10.039.500
10.293.093
435.444
364.000
117.447
-279.774
-283.000
-277.869
155.670
81.000
-160.422
155.670
81.000
-160.422
Saldo baten en lasten Gerealiseerde herwaardering Financiële baten en lasten Resultaat Buitengewoon resultaat Totaal resultaat
cieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel verslag financieel
Colofon Redactie Frans Veul Vormgeving Marisca van Velzen Datum uitgave september 2011
Nimeto utrecht Smijerslaan 2 3572 LP Utrecht T 030 2714624 F 030 2734397 E
[email protected]