VOORTGANGSRAPPORT MILIEUZORG 2014 SPIE NEDERLAND BV
REVISIE 04 19 JUNI 2015 © SPIE NEDERLAND B.V. ALLE RECHTEN VOORBEHOUDEN. DE DISTRIBUTIE EN VERMENIGVULDIGING VAN DIT DOCUMENT OF DELEN HIERVAN IS ALLEEN MET SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN SPIE TOEGESTAAN. AFGEDRUKTE VERSIES VAN DIT DOCUMENT ZIJN ONBEWAAKTE EXEMPLAREN. VOORDE MEEST ACTUELE VERSIE DIENT ALTIJD SPIE INTRANET GERAADPLEEGD TE WORDEN.
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2014
INHOUDSOPGAVE 1. Status van dit document ............................................................................... 4 1.1 1.2 1.3
Doel van dit document ................................................................................................... 4 Rapportageperiode ........................................................................................................ 4 Uitgangspunten .............................................................................................................. 4
2. Beschrijving van de organisatie .................................................................... 5 2.1 2.2 2.3 2.4
SPIE Nederland B.V. ...................................................................................................... 5 Organisatorische grenzen .............................................................................................. 5 Organisatorische wijzigingen ......................................................................................... 6 Vestigingslocaties en verantwoordelijkheden ................................................................ 6
3. Basisgegevens CO2 Footprint ...................................................................... 7 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7
Basisjaar ........................................................................................................................ 7 Verificatie ....................................................................................................................... 7 Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren ................................................... 8 Wijzigingen berekeningsmethodiek ............................................................................... 8 Uitsluitingen .................................................................................................................... 8 Opname van CO2 ........................................................................................................... 8 Biogene massa .............................................................................................................. 8
4. Directe en indirecte emissies ....................................................................... 8 4.1 4.2 4.3 4.4
Basisjaar 2011 ............................................................................................................... 8 Directe en indirecte emissies 1 januari t/m 31 december 2014 ..................................... 9 Onzekerheden in de CO2 emissie ................................................................................ 10 Maatregelen ter verbetering van de bepaling van de CO2 Footprint ........................... 11
5. Trends ........................................................................................................ 11 5.1
Trends in CO2 emissie ................................................................................................. 11
6. Doelstellingen en maatregelen ................................................................... 14 6.1 6.2
Voortgang doelstellingen.............................................................................................. 14 Reductie maatregelen en voortgang (scope 1 en 2) .................................................... 14 6.2.1 Optimaliseren afvalstroom elektronica (scope 3) ................................................. 15 6.3 Voortgang ketenanalyses (scope 3) ............................................................................ 15 6.3.1 Ketenanalyse woon-werk verkeer ........................................................................ 15 6.3.2 Ketenanalyse onderhoudscontract DAS – PPU ................................................... 15 6.3.3 Ketenanalyse ontwerpproces van SPIE Controlec Engineering .......................... 16 6.4 Initiatie van nieuwe maatregelen voor de komen jaren ............................................... 16 6.4.1 Mobiliteitsaanpak .................................................................................................. 16 6.4.2 Voortdurende optimalisatie van het leaseprogramma ......................................... 16 6.4.3 Energiemanagement bedrijfspanden ................................................................... 17 6.4.4 Duurzaamheidbuffet voor projecten ..................................................................... 17
7. Dialoog, participaties en initiatieven ........................................................... 18 7.1 7.2 7.3 7.4
Afrondende deelnames ................................................................................................ 18 Lopende deelnames..................................................................................................... 18 Nieuwe deelnames....................................................................................................... 19 Reductie initiatieven ..................................................................................................... 20 7.4.1 Dubbel Duurzaam (WoonPlus)............................................................................. 20 7.4.2 E-nitiative Buildings .............................................................................................. 20 7.4.3 Asset@YourDesk - Innovatie warmtescan........................................................... 21 7.4.4 Asset@YourDesk – Inzet van drones .................................................................. 21 7.4.5 Mobiele laadstations ............................................................................................. 21
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 3 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2014
1. Status van dit document 1.1
Doel van dit document
Dit document betreft de rapportage van de CO2 Footprint van SPIE Nederland B.V over het gehele jaar 2014. Daarnaast worden in dit document de reductiedoelstellingen en de voortgang met betrekking tot het behalen van deze doelstellingen verwoord. Deze periodieke rapportage is onderdeel van de stuurcyclus op het gebied van duurzaam ondernemen. Deze stuurcyclus is ingericht conform de CO₂prestatieladder (SKAO) en is beschreven in het managementsysteem van SPIE (SKID).
1.2
Rapportageperiode
Deze periodieke rapportage beschrijft de CO2-emissies in de periode 1 januari t/m 31 december 2014.
1.3
Uitgangspunten
Deze periodieke rapportage is opgesteld onder toezicht van de Milieucoördinator en beschrijft alle zaken zoals beschreven in§ 7.3 uit de ISO 14064. Aan de hand van onderstand koppeltabel wordt de relatie aangegeven tussen die ISO 14064 en dit document. Naam Inleiding Rapportageperiode Beschrijving organisatie Beschrijving van de organisatie Organisatorische grenzen Wijzigingen organisatie Verantwoordelijkheden Basisgegevens Basisjaar Verificatie Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren Wijzigingen berekeningsmethodiek Uitsluitingen Opname van CO2 Biomassa Directe en indirecte emissies Herberekening basisjaar en historische gegevens Directe en indirecte emissies Onzekerheden Trends Voortgang reductiedoelstellingen Maatregelen komende periode Medewerker bijdrage
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 4 /21
§ 7.3 ISO 14064-1 Periodieke rapportage p §1 c § 1.2 a d b
§ 2.1 § 2.2 § 2.3 § 2.4
j q l,n m h g f
§ 3.1 § 3.2 § 3.3 § 3.4 § 3.5 § 3.6 § 3.7
j,k e, i o
§ 4.1 § 4.2 § 4.3 § 4.4 § 4.5 § 4.6 § 4.7
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2014
2. Beschrijving van de organisatie 2.1
SPIE Nederland B.V.
SPIE Nederland B.V. is onderdeel van het Franse SPIE Operations. welke dochterondernemingen heeft in o.a. Frankrijk, België, Nederland, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. SPIE is Europees leider wat betreft diensten op het gebied van elektriciteit, mechanica, HVAC, energie en communicatiesystemen. SPIE verbetert de kwaliteit van onze leefwereld en draagt bij aan de verdere ontwikkeling daarvan door overheden en ondernemingen te begeleiden bij het ontwerp, de realisatie, het gebruik en onderhoud van installaties die minder energie verbruiken. De gezamenlijke ambitie van SPIE is het ontwikkelen van een betere toekomst door het aanbieden van innoverende en duurzame oplossingen. Als leider op het gebied van Multi-technische dienstverlening willen wij doorgaan met onze Europese ontwikkeling op de markten van energie-efficiënte producten en diensten die steeds sneller zullen groeien om te kunnen voldoen aan de milieuproblematiek van vandaag en morgen. SPIE Nederland B.V. is actief op het gebied van:
Gebouwinstallaties Engineering ICT infrastructuren Industrie Weg-, water- en elektriciteitsinfrastructuren
SPIE Nederland B.V. heeft ongeveer 2579 Full Time Employees in dienst in 5 verschillende divisies op 22 verschillende locaties in Nederland en heeft een omzet in 2014 van ongeveer 448 mln euro.
2.2
Organisatorische grenzen
De uiteindelijke boundary waarvan de CO2-uitstoot over 2014 wordt hierna beschreven. Reeds bestaande werkmaatschappijen:
SPIE Controlec Engineering B.V. SPIE Czech s.r.o. (internationaal) Gebr. Van der Donk B.V. Gebr. Van der Donk Civiel B.V. Klotz B.V. KIN Sprinklertechniek B.V. Infrastructure Services & Projects B.V. Electrical Engineering Installation B.V. DSC Maintenance V.O.F. SPIE-Cegelec Maintenance V.O.F. Ventus Zeewolde V.O.F. Combinatie Croon-Spie-Wolter & Dros V.O.F. Combinatie Croon-SPIE V.O.F.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 5 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
VOORTGANGSRAPPORTAGE MILIEUZORG 2014
2.3
Organisatorische wijzigingen
Wijziging organisatie
Beschrijving
Acquisitie SPIE Infrastructure Services & Projects (ICS)
SPIE Nederland B.V. heeft op 19 maart 2013 bekend gemaakt de divisie, die nu bekend staat als, SPIE ICS over te nemen. Deze divisie is per 1 januari 2014 meegenomen in de CO2 footprint.
2.4
Vestigingslocaties en verantwoordelijkheden
SPIE Nederland B.V. hanteert een divisiestructuur waarbij een aantal vestigingslocaties gebruikt worden door verschillende divisies. Per vestigingslocatie is een contactpersoon benoemdis. In onderstaand overzicht is dit beschreven (cursief = sinds 2014):
Divisie
Eindverantwoordelijke
Stuurcyclus / emissie inventaris
SPIE Nederland B.V. (SNL) SPIE Building Systems (SBS) SPIE Industry (SIN) SPIE Infra (SIF) SPIE ICS (SICS) SPIE Controlec Engineering B.V. (SCE)
Lei Ummels Marco Feijen Eugene de Roodt Jan Arends Jan Verkaik
Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck
Auke de Leeuw
Menno van Dijck
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 6 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
Vestigingslocaties-divisies Arnhem-SIN Badhoevedor-SBS Breda-SIF Breda-SIN Delfzijl-SIN Elsloo-SBS Elsloo-SCE Elsloo-SIN Heerenveen-SIF Hoogezand-SBS Hoogezand-SIN Hoogvliet-SIN Oss-SIF Roermond-SBS Schiedam-SCE Schiedam-SIN Sliedrecht-SIF Sprundel-SIN Terneuzen-SBS Terneuzen-SCE Terneuzen-SIN Tilburg-SBS Velsen-Noord-SIN
Eindverantwoordelijke Verantwoordelijke stuurcyclus Robert Schoolkate Menno van Dijck Marcel Hijlkema Menno van Dijck Jan Arends Menno van Dijck Hendrik Huisman Menno van Dijck Robert Schoolkate Menno van Dijck Edwin van der Knijf Menno van Dijck Ben Hartman Menno van Dijck Ben Hartman Menno van Dijck Harry Blauw Menno van Dijck Nico Lockhom Menno van Dijck Robert Schoolkate Menno van Dijck Patrick van der Hoeven Menno van Dijck Ben Klaasman Menno van Dijck Andy Vintcent Menno van Dijck Norbert Joghems Menno van Dijck Patrick van der Hoeven Menno van Dijck Jan Wim van Genderen Menno van Dijck Evert Ooijens Menno van Dijck René van Luijn Menno van Dijck Bram van Houcke Menno van Dijck Misja van Oostenbrugge Menno van Dijck Niels van Meggelen Menno van Dijck Robert Bok Menno van Dijck
Apeldoorn-SICS Assen-SICS Eindhoven-SICS Houten-SICS Rotterdam-SICS Zoetermeer-SICS
Jan Verkaik Jan Verkaik Jan Verkaik Jan Verkaik Jan Verkaik Jan Verkaik
Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck Menno van Dijck
Contactpersoon emissie inventaris Robert Schoolkate Marcel Hijlkema Menno van Dijck Menno van Dijck Robert Schoolkate Chris Ekermans Chris Ekermans Chris Ekermans Harry Blauw Rogier Paanakker Robert Schoolkate Peter Stevens Johan Kasbergen Andy Vintcent Peter Tempelman Peter Tempelman Wim de Graaf Evert Ooijens Bram van Houcke Bram van Houcke Bram van Houcke Anja Hermes Cees Hoek; Conny van Stroe-Koot Michiel Janssen Michiel Janssen Michiel Janssen Michiel Janssen Michiel Janssen Michiel Janssen
3. Basisgegevens CO2 Footprint 3.1
Basisjaar
Het basisjaar is 2011.
3.2
Verificatie
De verificatie van de CO2 Footprint over 2011 heeft plaatsgevonden in 2013. Het hierbij uitgeven verificatiecertificaat is gedateerd op 27-03-2013. De gecorrigeerde CO2 Footprint is derhalve niet door een CI geverifieerd. DATUM: 18-03-2015
PAGINA 7 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
3.3
Actuele berekeningsmethodiek en conversiefactoren
Omdat deze Periodieke rapportage onderdeel is van een CO2-prestatieladder certificaat wordt de methodiek aangehouden zoals voorgeschreven in het Handboek 2.2, geldig m.i.v. 4 april 2014, zoals uitgegeven door de SKAO. Deze methode schrijft voor om ‘business air travel’ en ‘personal cars for business travel’ tot Scope 2 te rekenen. De gebruikte conversiefactoren zijn afkomstig uit het SKAO Handboek 2.2 bijlage C Conversiefactoren, geldig m.i.v. 4 april 2014.
3.4
Wijzigingen berekeningsmethodiek
Vanuit de CO2 prestatieladder wordt verwezen naar de ISO 14064-1 waarin is beschreven hoe de CO2 Footprint dient te worden opgesteld. Bij paragraaf 5.3.2 is daarin aangegeven dat minimaal de CO 2 Footprint van het referentiejaar (2011 voor SPIE) dient te worden gecorrigeerd voor wijzigingen in de organisatie. Omdat SPIE ICS in 2014 is toegetreden tot de SPIE organisatie dragen zij vanaf 2014 bij aan de CO2 uitstoot en worden dus m.i.v. 2014 opgenomen in de CO2 Footprint. SPIE heeft op basis van de haar bekende gegevens het referentiejaar 2011 en de jaren 2012 en 2013 gecorrigeerd voor deze toetreding van SPIE ICS. De hierbij gebruikte correctiegetallen zijn onderbouwd aan de hand van berekeningen.
3.5
Uitsluitingen
Koudemiddelen bedoelt voor airconditioning installaties worden, conform CO2 prestatieladder handboek versie 2.2, niet meegenomen in de CO2 footprint.
3.6
Opname van CO2
Vind niet plaats.
3.7
Biogene massa
Niet anders dan datgene wat is bijgemengd in commerciële brandstoffen.
4. Directe en indirecte emissies 4.1
Basisjaar 2011
De CO2 footprint van het basisjaar is conform ISO 14064-1 paragraaf 5.3.2 gecorrigeerd t.a.v. de toetreding van SPIE ICS. Hiermee is de nieuw ontstane CO2 footprint 2011 representatief geworden voor de huidige organisatieomvang. De totale CO2 uitstoot in het jaar 2011 bedroeg 14718 ton. (gecorrigeerd naar organisatieomvang 2014). Onderstaande grafiek toont de verdeling van deze CO2 footprint naar scopes en emissiebronnen.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 8 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
4.2
Directe en indirecte emissies 1 januari t/m 31 december 2014
In de footprint van het jaar 2014 zijn de CO2 emissies meegenomen van de werkmaatschappijen beschreven in de boundary (zie paragraaf 2.2). De totale CO2 uitstoot in het jaar 2014 bedroeg 15236 ton. Onderstaande grafiek toont de verdeling van deze CO2 footprint naar scopes en emissiebronnen.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 9 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
4.3
Onzekerheden in de CO2 emissie
De CO2 emissie bevat de volgende onzekerheden:
Conform de ISO 14064-1 paragraaf 5.3.2 dient CO2 footprint minimaal van het referentiejaar (2011) te worden gecorrigeerd voor wijzigingen in de organisatie. Omdat er geen historische gegevens bekend zijn van SPIE ICS is aangenomen dat het energieverbruik en brandstofverbruik in 2011 gelijk was aan het verbruik in 2014. Echter het energieverbruik (gas en elektriciteit) is in 2014 ook reeds een aanname omdat er geen meetgegevens bekend zijn m.b.t. het energieverbruik van de locaties van ICS. Er is voor het energieverbruik van deze locaties uitgegaan van kengetallen van SenterNovum. Deze kengetallen zijn gebaseerd op gemiddelden en zijn daardoor een grove benadering en wijken over het algemeen in ongunstige zin af van het werkelijke energieverbruik. Deze onnauwkeurigheid heeft daarmee ook zijn uitwerking op het referentiejaar 2011.
Bij de correctie betreffende de toetreding van SPIE ICS is geen aanpassing uitgevoerd voor vliegreizen en zakelijk verkeer met privé auto’s (scope 2), woon / werkverkeer en afval (scope 3). Hierdoor valt de gecorrigeerde footprint voor 2011 iets lager uit. De CO2 reductie is daardoor iets ongunstiger.
Van de locatie Assen, Apeldoorn, Eindhoven, Houten, Rotterdam en Zoetermeer (SPIE ICS) zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de huurprijs is en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van kentallen van SenterNovum.
Van de locatie Delfzijl zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de huurprijs is en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van kentallen van SenterNovum.
Van de locatie Terneuzen zijn geen gegevens beschikbaar, omdat de gas en elektra inclusief de huurprijs is, het pand gedeeld wordt met een ander bedrijf en de verhuurder de gegevens niet beschikbaar stelt. Het verbruikte gas en elektra is berekend op basis van kentallen van SenterNovum
Gassen benodigd voor laswerkzaamheden zijn niet meegenomen in CO2 footprint. De CO2 uitstoot ten gevolge van het gebruik van gassen voor laswerkzaamheden is in 2011 slechts 0.3% van de totale CO2 uitstoot terwijl er onevenredig veel werkzaamheden verricht moeten worden om inzicht te krijgen in deze CO2 uitstoot.
Er kan op dit moment niet met zekerheid worden gezegd dat de rapportage van leveringen van energiedragers volledig is. Aankopen vanuit de vestigingen bij de niet regulieren leveranciers worden mogelijk niet meegenomen. Schatting is dat dit zeker niet meer dan 0,1 % van het totale brandstofverbruik is.
SPIE Nederland B.V. en alle onderliggende entiteiten hebben één tankpasleverancier op basis waarvan de CO2 uitstoot wordt bepaald. In het geval dat er om één of andere reden een tijdelijke tankpas wordt toegekend aan een medewerker, kan het daarom voorkomen dat deze niet meegenomen is in de rapportage. Het verwachte effect is zeer klein.
Het jaar 2012 blijft een onbetrouwbaar jaar als gevolg van het ontbreken van betrouwbare meetgegevens. In 2012 is een scherpe daling van het brandstofverbruik te zien. Deels komt dit door een economische neergang. Het is echter ook mogelijk dat een gedeelte van de gegevens ontbreekt. Gezien SPIE Nederland B.V. inmiddels geen samenwerking meer heeft met het bedrijf dat deze gegevens aanleverde is het niet meer mogelijk deze gegevens te achterhalen.
Eind 2013 de tussenpersoon voor de aankoop van gas en elektra failliet gegaan. Hierom zijn gegevens betreffende gas en elektra verloren gegaan en deels gebaseerd op het verbruik van 2011.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 10 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
4.4
Maatregelen ter verbetering van de bepaling van de CO2 Footprint
Om de hiervoor beschreven onzekerheden zo veel mogelijk te elimineren worden de volgende maatregelen getroffen:
Plaatsen van intelligente meters voor gas en elektriciteit die periodiek worden uitgelezen.
Inventariseren welke panden gedeeld worden met andere bedrijven en bepalen van een verdeelsleutel m.b.t. het energieverbruik.
Waar mogelijk panden met all-in huurcontracten afstoten.
Bij het huren van nieuwe bedrijfspanden voortaan een energierapportage meenemen in de voorwaarden.
Identificeren van alle leveranciers van energiedragers zodat de volledigheid van rapportages beter wordt geborgd. Denk hierbij aan levering van brandstof voor bedrijfsmiddelen die worden ingezet op projectlocaties.
5. Trends 5.1
Trends in CO2 emissie
Van alle jaren 2011-2013 zijn de CO2 footprints opnieuw berekend. Hierbij zijn nieuwe aanvullende gegevens verwerkt en zijn de footprints gecorrigeerd ten aanzien van de toetreding van de divisie ICS. Dit heeft geleid tot onderstaande resultaten.
Getoond waarden zijn in ton CO2
In bovenstaande grafiek is te zien dat de absolute CO2 uitstoot is gestegen ten opzichte van 2011. Dit resultaat is te verwachten gezien de groei van de organisatie in omvang en omzet. De CO2 emissie per FTE en per omzet zijn hieronder in een grafiek weergegeven. Hier zien we wel een daling van de CO2 emissie per FTE en miljoen Euro omzet ten opzichte van 2011.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 11 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
Getoond waarden zijn in ton CO2 per FTE
Getoond waarden zijn in ton CO2 per miljoen euro omzet
De oorsprong van deze daling is terug te vinden in onderstaande grafieken die trends tonen in gas-, elektriciteits- en brandstofverbruik. De reductie van gas en elektraverbruik kan tijdelijk zijn a.g.v. een zachtere winter en/of verschuiving van activiteiten. Mogelijk heeft de communicatie over milieuzorg bijgedragen aan een energiebesparend gedrag. Dit valt echter moeilijk te meten en aan te tonen. De reductie in het gemiddelde brandstofverbruik wordt toegerekend aan het feit dat het wagenpark sinds 2011 sterk vernieuwd is en dus vervangen zijn door zuinigere auto’s. Het effect van de reductiemaatregel “Het nieuwe rijden” kan hier niet aan hebben bijgedragen omdat dit programma pas in december 2014 van start is gegaan.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 12 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 13 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
6. Doelstellingen en maatregelen De doelstelling van SPIE Nederland B.V. is om eind 2015 10% CO2 reductie per FTE te behalen op de totale CO2 uitstoot van SPIE Nederland B.V ten opzicht van basisjaar 2011.
6.1
Voortgang doelstellingen
De onderstaande tabel geeft de voortgang van de CO2 reductie weer ten opzicht van het basisjaar 2011 per FTE. De CO2/FTE reductie eind 2014 bedraagt 8,4%. Hiervan uitgaande zijn we dus op de goede weg. Het is aannemelijk dat we eind 2015 de doelstelling van 10% gaan halen aangezien de effecten van de maatregelen “Het Nieuwe Rijden” nog verwacht worden en er in 2015 ook meer groene stroom zal worden ingekocht. Bovendien zal dan ook het wagenpark weer sterk worden vernieuwd. CO2 reductie: Reductie CO2 t.o.v. 2011 scope 1 Reductie CO2 t.o.v. 2011 scope 2 Reductie CO2 t.o.v. 2011 scope 1-2-3 Reductie CO2/FTE t.o.v. 2011 Reductie CO2/omzet t.o.v. 2011
2012 -11,8% 3,0% -8,6% -11,0% -6,8%
2013 -0,5% -6,3% -1,7% -10,2% -27,1%
2014 3,7% -4,7% 1,9% -8,4% -29,5%
In bovenstaande tabel is te zien dan de reducties afwijken van eerdere rapportages over 2012 en 2013. De oorzaak hiervan is dat de omvang van de organisatie in die betreffende jaren niet consequent waren teruggerekend naar het referentiejaar 2011. Dit is in de huidige Footprint berekeningen over die jaren alsnog gedaan hetgeen geresulteerd heeft in bovenstaand beeld.
6.2
Reductie maatregelen en voortgang (scope 1 en 2)
De komende periode (2015) worden de volgende maatregelen verder doorgevoerd: Emissiestroom Maatregel
Scope 1 Leaseauto’s
Scope 2Elektriciteit
CO2 Voortgang reductiedoelstelling (t.o.v. 2011) E-driver: Er is gestart met de 5% De opstart van de pilot in implementatie van een veiligheids- en Schiedam heeft vertraging duurzaamheidsprogramma voor het opgelopen (dec. 2014). gebruik van leaseauto’s (E-driver). Inmiddels is besloten dat in 2015 het programma verder wordt uitgerold bij alle medewerkers. Groene stroom: Aanschaf van 2% GVO’s zijn aangeschaft. Nederlandse windstroom certificaten in Maatregel verloopt volgens 2015 planning. Energiemanagement bedrijfspanden Nader te Voor de locatie Schiedam (o.a. toepassen LED verlichting) bepalen (slechtste energie performance) is een nieuwe huurcontract afgesloten waarbij verduurzaming van het gebouw onderdeel uit maakt van het contract.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 14 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
Emissiestroom Maatregel
Scope 2
6.2.1
CO2 Voortgang reductiedoelstelling (t.o.v. 2011) Medewerkers zullen op de volgende Niet in te Er zijn diverse publicaties wijze worden geïnformeerd over de schatten uitgevoerd. Er wordt voor de ambities van SPIE op het gebied van toekomst nagedacht over duurzaamheid, de CO2 prestatieladder een integratie van o.a. het en de reductiedoelstellingen: thema duurzaamheid in andere publicaties zodat er Publicaties op intranet en in de integraal en in samenhang nieuwsbrieven waarmee alle gecommuniceerd wordt over medewerkers worden duurzaamheid. geïnformeerd over de CO2 prestatieladder, doelstellingen en behaalde resultaten.
Optimaliseren afvalstroom elektronica (scope 3)
Na onderzoek is gebleken dat de ICT middelen via lease worden ingezet. Bij terugname van deze middelen door de betreffende firma worden deze middelen hergebruikt. ICT middelen zijn de meest significante bron van de elektronica afvalstroom bij SPIE. Voor deze afvalstroom zijn derhalve reeds goede maatregelen getroffen.
6.3
Voortgang ketenanalyses (scope 3)
6.3.1
Ketenanalyse woon-werk verkeer
Woon-werk verkeer levert een bijdrage van 4,7% aan de CO2 Footprint van SPIE Nederland B.V. Doel van deze ketenanalyse is om te bepalen op welke wijze hierbij reductie kan worden bereikt. Deze analyse wordt uitgevoerd volgens het Green House Gas (GHG) protocol. De ketenanalyse is in de eerste helft van 2014 door SPIE zelf uitgevoerd en extern getoetst door adviesorganisatie CO2 Seminars. Voor de onderbouwing van de keuze van deze ketenanalyse wordt verwezen naar de dominantieanalyse. Uit deze ketenanalyse in de reductiemaatregel “Mobiliteitsaanpak” voortgekomen (zie 6.4.2). 6.3.2
Ketenanalyse onderhoudscontract DAS – PPU
De combinatie Van Doorn – Arcadis – SPIE (DAS) heeft een 5 jarig service- en onderhoudscontract met opdrachtgever Rijkswaterstaat met betrekking tot objecten in het waterdistrict Utrecht. Hieronder vallen onder andere de Irene Sluis, Beatrix Sluis en Prins Bernard Sluis. DAS en Rijkswaterstaat hebben zich gezamenlijk ten doel gesteld om 20% reductie te realiseren op de betreffende objecten. Voor een nadere toelichting op de voortgang wordt verwezen naar de betreffende voortgangsrapportage. Middels een ketenanalyse is onderzocht welke reductiemaatregelen getroffen kunnen worden bij deze objecten met een ROI van 10 jaar. Hierbij zijn de reductiemaatregelen gericht op het verminderen van het energieverbruik en/of het opwekken van duurzame energie.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 15 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
De ketenanalyse is in samenwerking met de combinatie DAS en Rijkswaterstaat in de eerste helft van 2014 uitgevoerd. Op basis van de resultaten van de ketenanalyse zijn aan Rijkswaterstaat enkele adviesen voorgelegd. Rijkswaterstaat besluit vervolgens of de maatregel daadwerkelijk zal worden gerealiseerd. Voor de onderbouwing van de keuze van deze ketenanalyse wordt verwezen naar de dominantieanalyse. De voortgang van dit traject wordt bewaakt door de betreffende projectmanager. Voor een nadere toelichting op de voortgang wordt verwezen naar de betreffende voortgangsrapportage. 6.3.3
Ketenanalyse ontwerpproces van SPIE Controlec Engineering
SPIE Controlec Engineering B.V. (CE) is een ingenieursbureau en een onderdeel van SPIE Nederland B.V. Omdat CE een ingenieursbureau is, is de Branchegerichte Toelichting (BGT) van toepassing. Om deze reden is een extra dominantie- en ketenanalyse uitgevoerd. In de dominantieanalyse is vastgesteld op welke emissies het grootste zijn en op welke emissies CE de meeste invloed heeft. De ketenanalyse heeft betrekking op het ontwerpproces van CE. Er is een analyse uitgevoerd om te bepalen wat het potentieel is van 3D scan techniek in plaats van het handmatig inmeten op locaties. Aan de hand van deze ketenanalyse worden de CO2 reductiedoelen bepaalt voor de initiatieven Asset@YourDesk- Drone toepassing en Asset@YourDesk- Warmtescan (zie 7.4.3 en 7.4.4) Voor een nadere toelichting op de voortgang wordt verwezen naar de betreffende voortgangsrapportage.
6.4
Initiatie van nieuwe maatregelen voor de komen jaren
Voor de komende jaren worden in 2015 de volgende initiatieven onderzocht op haalbaarheid:
Mobiliteitsprogramma waarmee het gebruik van duurzamere vormen van vervoer wordt gestimuleerd.
Voortdurende optimalisatie van het lease programma
“
Energiemanagement binnen de bedrijfspanden
Aanschaf van eigen energieopweg
Duurzaamheidbuffet voor projecten
6.4.1
Mobiliteitsaanpak
Woon-werk verkeer levert een bijdrage van ca. 5% aan de CO2 Footprint van SPIE Nederland B.V. Samen met een externe partner werkt SPIE aan een mobiliteitspakket dat kan worden aangeboden aan de werknemer. Natuurlijk worden daar met name duurzamere middelen van vervoer in opgenomen en zal er ook aandacht zijn voor het reisgedrag van de medewerker. 6.4.2
Voortdurende optimalisatie van het leaseprogramma
De ontwikkelingen in de automobiel industrie worden nauwlettend gevolgd. SPIE past haar leasevoorwaarden hier voortdurende op aan zodat de gemiddelde CO2 emissie per voertuig steeds verder om laag gaat. DATUM: 18-03-2015
PAGINA 16 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
6.4.3
Energiemanagement bedrijfspanden
SPIE neemt technische en organisatorische maatregelen om het energieverbruik in haar bedrijfspanden te reduceren. Zij past daarbij haar commerciële concept “E-nitiative Buildings toe op haar eigen bedrijfspanden. Voorbeelden daarvan zijn het vervangen van conventionele verlichting door LED verlichting, in- uitschakelen van verlichting op basis van aanwezigheid, etc. . 6.4.4
Duurzaamheidbuffet voor projecten
In 2015 zal SPIE een “Duurzaamheidbuffet” gaan publiceren. Doel is hierbij om voor de projectuitvoering concrete ideeën aan te dragen om energiebesparende maatregelen en dus CO2 reductie te realiseren binnen het project waarbij alle vereiste informatie wordt verstrekt om tot realisatie te kunnen komen (laagdrempelig). De inzet van deze middelen zal door afdeling inkoop worden gefaciliteerd (contracten met betreffende leveranciers).
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 17 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
7. Dialoog, participaties en initiatieven Voor nadere informatie wordt verwezen naar de verslagen en notulen van de betreffende bijeenkomsten.
7.1
Afrondende deelnames
Op dit moment zijn er geen afrondende deelnames aan initiatieven.
7.2
Lopende deelnames
MVO Platform UNETO-VNI: Dialoog SPIE Nederland B.V. is deelnemer van het MVO platform van brancheorganisatie UNETO-VNI. De deelname aan dit MVO platform behelst het leveren van commentaar en input op bestaande en nieuwe plannen die te maken hebben met Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Nudge: Dialoog SPIE Nederland B.V. probeert een actieve bijdrage te leveren aan Nudge. Nudge is een facilitator voor het opzetten van kleinschalige projecten op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. SPIE Nederland B.V. levert hier een bijdrage aan door Nudge onder de aandacht te brengen bij werknemers en deze te stimuleren om hier actief deel aan te nemen. Duurzame leverancier: Deelname aan initiatief Duurzame leverancier is een participatie opgezet door Movares, Strukton, Grontmij en Antea group. SPIE Nederland B.V. neemt hier deel aan en betaald een vergoeding voor deze deelname. Doel van deze participatie is 20% CO2 reductie in 2020. De deelname van SPIE Nederland B.V. behelst het opgeven van de CO2 emissie, deelname aan discussies en een bijdrage leveren aan het opstarten van initiatieven. Nederland CO2 Neutraal: Deelname aan initiatief Nederland CO2 neutraal is een initiatief ten doel bedrijven in staat te stellen om CO2 neutraal te kunnen ondernemen. SPIE Nederland B.V. neemt deel aan dit initiatief en betaald een vergoeding voor deze deelname. De deelname behelst het bijwonen van seminars, in discussie gaan met andere collega’s en 1samen komen tot maatregelen om CO2 neutraal te ondernemen. SKAO: Deelname initiatief Indien SPIE Nederland B.V. zich certificeert voor de CO2 Prestatieladder wordt SPIE Nederland B.V. ook deelnemer van SKAO en betaalt hier een bijdrage voor.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 18 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
7.3
Nieuwe deelnames
Verduurzamen van beheer van mobile datacommunicatienetwerken; Dialoog / initiatief Primaire doelstelling van de werkgroep VGM van Monet is het bevorderen van veiligheid, gezondheid en milieu in de mobiele Telecomsector in het algemeen en bij bouw en beheer van het netwerk in het bijzonder. Dit in het kader van verantwoord en duurzaam ondernemen. In de Klankbordgroep Contractors zijn de hoofdaannemers van de mobiele Operators vertegenwoordigd. In de Klankbordgroep worden diverse onderwerpen besproken en ontwikkeld die de mobiele sector raken en impact hebben op de dagelijkse werkzaamheden. In de Klankbordgroep is enkele malen het onderwerp (verder) verduurzamen van de sector aan de orde gekomen. SPIE – vertegenwoordigd door Menno van Dijck – heeft aangegeven hier mogelijkheden voor te zien en een initiërende rol te willen innemen richting ketenpartners. Gekeken zal worden of er een dialoog kan worden geïnitieerd tussen de diverse partijen waarbij de kansen op CO2 reductiemaatregelen in kaart worden gebracht. Samenwerking in een keten kan lastig zijn en beslaat vele facetten, maar wellicht dat er mogelijkheden zijn om ‘low hanging‘ fruit op te pakken en zo stappen voorwaarts te maken. Nederlandse Klimaat Coalitie; Deelname aan initiatief Alle partijen in de Nederlandse Klimaatcoalitie nemen hun eigen verantwoordelijkheid. Dit betekent dat zij:
zich committeren aan een klimaatneutrale bedrijfsvoering zo snel als mogelijk, maar uiterlijk in 2050;
de huidige CO2-footprint inzichtelijk maken;
aannemelijk maken dat de weg naar klimaatneutraliteit is ingezet, bijvoorbeeld door eigen tussentijdse doelen (2020) vast te stellen;
als ambassadeur dit initiatief actief promoten binnen de eigen keten, branche en/of sector;
indien gewenst en mogelijk een rol spelen tijdens de Klimaattop in Parijs.
Tegelijk biedt de coalitie voor diegenen die een rol willen spelen in de emissiereductie van anderen een platform van uitwisseling en een denktank voor de noodzakelijke innovaties en samenwerkingsverbanden. Het is voor deelnemers een coalitie dat hen de ruimt biedt zich te profileren naar een nationaal en mondiaal platform, zich te verbinden met de koplopers in transitie. Overheden (nationaal, provinciaal, lokaal), bedrijven (van grote spelers tot het MKB) én maatschappelijke organisaties (zoals milieuorganisaties en de netwerken van energiecoöperaties) en kennisplatforms verbinden zich in een productieve coalitie. Werkgroep diesel en banden; Deelname aan initiatief Om de CO2 uitstoot terug te kunnen dringen zijn er gezien de korte tijd twee onderwerpen gekozen. Deze twee onderwerpen zijn “banden” en “diesel”. Het thema “banden” richt zich op oplossingen in relatie tot de banden van voertuigen binnen het machinepark. Het thema “diesel” richt zich de efficiëncy dan wel de duurzaamheid van toegepaste brandstoffen bij machines. Het machinepark van SPIE is relatief beperkt en de daaraan gerelateerde kilometers/brandstofverbruik is daardoor niet significant. Werkgroep wagenpark; Deelname aan initiatief DATUM: 18-03-2015
PAGINA 19 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
Omdat het initiatief “Werkgroep diesel en banden” niet significant is voor SPIE en SPIE daarentegen wel bezig is met een mobiliteitsprogramma en verdere optimalisering van het wagenpark stapt SPIE met ingang van 5 juni 2015 over op deze nieuwe werkgroep.
7.4
Reductie initiatieven
Onderstaande initiatieven zijn geïdentificeerd bij SPIE. Titel Dubbel Duurzaam (Woonplus)
Soort initiatief Eigen initiatief in de sector
Status In uitvoering
E-nitiative Buildings Eigen initiatief in de sector Asset@YourDesk - drones Eigen initiatief in de sector Asset@YourDesk - warmtescan Eigen initiatief in de sector
In onderzoek In Onderzoek In onderzoek
Mobile laadstations
In onderzoek
Eigen initiatief in de sector
Minimaal twee van de hiervoor genoemde innovaties zullen worden voorgedragen als sector initiatieven. Dit betekent dat voor deze projecten reductiedoelstellingen worden opgesteld en samenwerking met non profit organisaties en/of overheid zal worden gezocht. 7.4.1
Dubbel Duurzaam (WoonPlus)
Dubbel Duurzaam is een project dat is geïnitieerd door de gemeente Sittard-Geleen in samenwerking met de Natuur- en Milieufederatie Limburg en de Stichting Huiszorg Het doel is het stimuleren van energiebesparing en het verbeteren van de levensloopbestendigheid van de woning van particuliere woningeigenaar. 7.4.2
E-nitiative Buildings
Met het oog op de steeds toenemende eisen op het gebied van energie- en milieu-efficiëntie, veiligheid, kwaliteit, comfort, connectiviteit en toegankelijkheid tot de gebouwen, integreert SPIE de nieuwste informatie- en communicatietechnologieën om de werking van gebouwen te optimaliseren. Hierbij richt SPIE zich op; gebruikscomfort, services voor de bewoners, communicatie, energieefficiëntie, veiligheid en beveiliging en hygiëne /milieu. Deze ambitie heeft SPIE vertaald naar haar initiatief “E-nitiative Buildings” Het initiatief CO2 countdown benoemt Energie Management bij gebouwen als één van de focus gebieden om verdere reductie te realiseren. Onderzocht zal worden of middels een samenwerking met CO2 countdown de beide initiatieven elkaar kunnen versterken. Ook zal gekeken worden naar het betrekken van bijvoorbeeld een universiteit.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 20 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx
7.4.3
Asset@YourDesk - Innovatie warmtescan
In relatie tot haar engineeringsactiviteiten heeft SPIE een ketenanalyse uitgevoerd op 3D scantechnieken. Dit concept heeft zich verder uitontwikkeld in Asset@YourDesk. Binnen dit concept lopen diverse ontwikkelingen. Eén van de ontwikkelingen is het combineren van 3D scantechniek met de warmtefotografie. Hierbij wordt de gescande 3D informatie van een installatie gecombineerd met de warmtebeelden van een videocamera. Hierdoor wordt het mogelijk om ook de thermische eigenschappen (dus warmtelekken) te integreren in een technische 3D projectie van de gehele installatie / object. Dit maakt het mogelijk om niet alleen aan te geven waar zich warmtelekken bevinden maar ook berekenen wat het feitelijke warmteverlies is. Het energiebesparende effect van technische maatregelen zoals het aanbrengen van isolatie kan daarmee concreet worden gemaakt. Hiermee kan gekomen worden tot een betrouwbare ROI waardoor energiebesparingsmaatregelen gestimuleerd kunnen worden. 7.4.4
Asset@YourDesk – Inzet van drones
Een andere ontwikkeling binnen het concept Asset@YourDesk is de toepassing van drones bij de 3D scantechniek. Hiermee kunnen 3D scans worden uitgevoerd op moeilijk bereikbare plaatsen. Ook kunnen met deze drones toestandsinspecties op een veilige en efficiënte wijze worden uitgevoerd. Zo kan hiermee de noodzaak tot het inzetten van b.v. hoogwerkers, steigers, etc worden voorkomen. Dit levert op haar beurt brandstofbesparing op en verminderd dus de CO2 uitstoot.
7.4.5
Mobiele laadstations
Het gebruik van elektrische auto’s zal steeds verder toenemen. De laadmogelijkheden in de openbare ruimte moet hier gelijke tred mee houden. Bijvoorbeeld bij grote evenementen of als tijdelijke oplossing ziet SPIE derhalve een behoefte aan mobiele laadstations. Deze Mobiele laadstations kunnen ingezet worden op locaties waar geen infrastructuur voor handen is voor het opladen van elektrische voertuigen. Natuurlijk wordt de vereiste elektriciteit duurzaam opgewekt.
DATUM: 18-03-2015
PAGINA 21 /21
3.A.1 Voortgangsrapport Milieuzorg gehele jaar 2014 v4.docx