Voorschriften Les
1. Algemeen Wetgevende organisaties Dec. 1944 ICAO
Standards (bindend) Recommended Practices (aanbeveling)
Joint Aviation Agency (JAA) (intranationaal)
Joint Aviation Req. De JAA regelgeving is overgegaan in de EASA regelgeving
Europ. Aviation Safety Agency (EASA) -Europese regelgeving bindend voor alle EU landen, iedere staat heeft een bevoegde autoriteit die voor de uitvoering zorgt, National Aviation Authorities (NAA.s) NL -> ILenT -Regulation (Reg, verordening / wet) -Behorende bij deze verordening komen de volgende annexen: -Essential Requirement (ER, deze specificeert het resultaat dat de verordening beoogt) -Impementating Rule (Gebaseerd op een ER en deze moeten zorgen dat het beoogde resultaat wordt bereik). EASA taken: -Implementeren en toezicht houden op naleving van luchtvaartregelgeving
-Uitgeven van typecertificaten -Goedkeuren van onderhouds organisaties en niet europese operators. -Uitvoeren van veiligheidsanalyses, en –onderzoeken. EASA FCL van kracht 8 april 2012, tot 8 april 2018 om het in te voeren. SERA (Standard European Rules of the Air): Ingevoerd op 4 dec 2014. Gaat zorgen voor gelijke regels binnen europa. Nederlandse wetten (#/$):
Uitvoeringsbesluiten: (gelede normstelling)
-Luchtvaartwet (LVW) (oud)
-Regeling Toezicht Luchtvaart (RTL)
-Wet Luchtvaart (WLV)
-Lucht Verkeers Regelement (LVR) -Besluit Bewijzen van Bevoegdheid Luchtvaart (BBvBL), (JAR FCL) -Besluit Luchtvaartuigen 2008 (BL) (EASA)
-De Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen (RVGLT): Deze nieuwe regeling bevat de detailregelingen voor de inrichting en het gebruik van luchthavens voor en door o.a. zweefvliegtuigen
-Rijkswet onderzoeksraad voor veiligheid
1
Voorschriften Les Publications: -AIP / (VFR gids)
-deel 1 General -deel 2 Enroute -deel 3 Aerodromes
-AIP SUP
-Tijdelijke verandering van het AIP van langdurige aard met uitvoerige informatie.
-AIRAC
(Aeronautical Information Regulation and Control publications) -Mededelingen vooraf van omstandigheden of veranderingen, die van invloed kunnen zijn op de operationele procedures voor het nationale en internationale luchtverkeer
-NOTAM -AIC A -AIC B -AD
= Van internationaal belang, in het engels = vroegere MAL, nationaal belang, soort publicatie bord, inhoud “bindend” = Airworthiness Directives (vroegere BLA / OAL)
2
Voorschriften Les
Belangrijke Defenities: -Luchtvaartuig = alles dat kan vliegen -Vliegtuig = LVW Luchtvaartuig met motor -Zweefvliegtuig = zonder motor = Zweeftoestel -Motorzweefvliegtuig = met motor maar niet zelfstartend -Touring Motor Glider = zelfstartend met niet intrekbare motor -UDP = 15 min. voor zonsopgang tot 15 min. na zonsondergang op 52°N 05°O LVW: BBvBL: -Gezagvoerder -Amsterdam FIR (#) -Klaring Gecontroleerde vlucht ACAS RA Transponder Luchthaven
Motor → Vliegtuig (dus ook hulpmotor) Geen motor → zweefvliegtuig Vaste motor → Vliegtuig Geen of inklapmotor → zweeftoestel = degene aan boord van het luchtvaartuig die de leiding heeft bij en verantwoordelijk is voor de veilige uitvoering van de vlucht = Vluchtinformatie gebied (luchtruim) boven Nederland = machtiging aan de gezagvoerder van een luchtvaartuig om een vlucht aan te vangen of te vervolgen onder door een luchtverkeersleidingsdienst gestelde voorwaarden =Vlucht waarvoor een klaring vereist is = Airborne Collision Avoidance System =Resolution advisory, door ACAS gegeven commando om een botsing te vermijden =Radar beantwoordingssysteem een terrein geheel of gedeeltelijk bestemd voor het opstijgen en het landen van luchtvaartuigen met inbegrip van: 1°. de daarmee verband houdende bewegingen van luchtvaartuigen op de grond, 2°. de afwikkeling van het in de aanhef en onder 1° bedoelde luchtverkeer, of 3°. bedrijfsmatige activiteiten die samenhangen met de afwikkeling van het in de aanhef en onder 1° bedoelde luchtverkeer RBML
Terrein voor tijdelijk en uitzonderlijk gebruik = Terrein als bedoeld in artikel 8a.51 van de Wet luchtvaart;
3
Voorschriften Les
2.Vliegveld Het is verboden met een luchtvaartuig op te stijgen of te landen, anders dan van of op een luchthaven. Behalve het landen van: Valschermen, zweeftoestellen en ballonnen (WLV, regeling burgerluchthavens art.20
/H) Regeling veilig gebruik luchthavens en andere terreinen [RVGLT] Regels voor overige burgerluchthavens: Algemene aanleg-, inrichtings-, uitrustings- en gebruiksvoorschriften: 1(#)-Ligging is zodanig dat: -het landen en opstijgen zonder daarbij behoeft te worden gevlogen boven aaneengesloten bebouwing, kunstwerken, industrie- en havengebieden; -in de onmiddellijke omgeving van de luchthaven voldoende geschikte gronden aanwezig zijn voor het uitvoeren van een nood- of voorzorgslanding; -de luchthaven bereikbaar is voor voertuigen van hulpdiensten. 2-Bij gebruik van gemotoriseerde luchtvaarttuigen moet er brandblus apparatuur aanwezig zijn 3-Op de luchthaven is een windzak aanwezig 4-De windzak moet goed te zien zijn 5-De windzak is gevrijwaard van storende invloeden 6-De baan is vlak en kan de massa van het luchtvaartuig dragen. 7-Gras mag niet te hoog zijn (geen belemmering vormen) -Beheerder
-(#) Eisen mbt de startadministratie (Registratie, gezagvoerder, naam luchthaven en tijdstip van vertrek en plaats van aankomst en tijdstip, aard van de vlucht, inzittenden, baan en circuitrichting. Zweefvliegterrein: – Moet voldoen aan de bovenstaande eisen - Lengte min gelijk aan lengte lierkabel, - Breedte minimaal 150 mtr (of 100 mtr + 50 mtr veiligheids strook) - Luchthaven en veiligheidsstrook vrij van obstakels en oneffenheden - Lier moet min 25 mtr van de terreingrens staan - Gewas start en landingsterrein max. 15 cm - Startplaats min. 150x50 en de opstelplaats is niet op de startplaats - Landingsterrein min. 75 mtr lang en 2x spanwijdte breed (per zweefvliegtuig) en niet op start of opstelplaats - Diverse eisen mbt obstakels rond het vliegveld - Tijdens opstijgen en landen mogen er geen onbevoegde personen op het start en landings terrein zijn - Lierkabel moet binnen het veld blijven en geen letsel veroorzaken. - Gelijktijdig starten en landen is niet toegestaan - (#)Eisen mbt maximum lierhoogte
50 m L
S 25 m 50 m
Luchtvaartvertoningen Voor het houden van een luchtvaartwedstrijd of vertoning moet een door de minister afgegeven vergunning zijn. Het is verboden mee te doen als er geen toestemming is verleend. (LVW)
4
Voorschriften Les 3. Lier en Sleep Lier : - Liermechanisme: -
-Min. vermogen 44kw (eenzitter) of 66kw (tweezitter) -Min. kabelsnelheid, geen wind 1,2 maal de overtreksnelheid -Rem op de kabeltrommel -5 snijproeven van drie kabels tegelijk zonder vervorming of slijtage
Kapinrichting Kabelgeleiding Controle instrumenten Afschermende delen Inrichting dat voorkomt dat de lier ongewild van plaats veranderd Zwaailicht dat aan is als de trommel is ingeschakeld en zichtbaar 1500m
Kabel: - Lengte dusdanig dat bij nul wind 250 mtr wordt bereikt - Breukstuk + houder + valscherm max. 2 mtr (aanbevolen) - Sterkte min. 1.5x breukstuk - In 100 mtr kabel mogen niet meer dan 2 reparaties zitten. - Afstand zweefvliegtuig kabelchute (= voorloopstuk) min. 30 mtr Liertechnicus: -Aangewezen door eigenaar/ houder v/d lier. -Is verantwoordelijk voor het onderhouds (programma) v/d lier -Onderhoud door of onder leiding van liertechnicus Dagelijkse inspectie mag worden gedaan door : -Liertechnicus, zweefvlieginstructeur of gemachtigde ZVB houder -Schriftelijke aantekening van inspectie en onderhoud
Groen Geel Wit Blauw Rood Bruin Zwart
: 3000 N : 4000 N : 5000 N : 6000 N : 7500 N : 8500 N : 10000 N
Sleep : - Tijdens sleep geen kunstvluchten, en geen extra personen - Voor sleeples, alleen eenzitters en leerling moet vliegbewijs hebben en instructeur moet sleep exam. zijn. Sleepkabel: -De minimum en maximum lengte wordt niet meer in de wet genoemd maar in de praktijk wordt 50-75 meter aangehouden -Breukstuk met gladde ringen dichtbij zweefvliegtuig haak -Alles min. sterkte van 1.5x breukstuk, en zonder blijvende vervorming 1.15x breukstuk
5
Voorschriften Les
4.Vliegtuig en onderhoud Luchtvaartuigen (WLV): - Moet nationaliteits en inschrijvings kenmerken hebben,( verantwoordelijkheid van B.v.I houder). - Het luchtvaartregister is openbaar en alleen NL luchtvaartuigen worden ingeschreven - Inschrijvings eisen in AMVB. Inschrijving + B.v.I.geldig voor onbepaalde tijd. EASA part M regelt onderhoud en luchtwaardigheid Type certificaat, Bewijs van Luchtwaardigheid (WLV): Verboden te vliegen als het luchtvaartuig: - Niet luchtwaardig is - Geen B.v.L heeft, NL luchtvaartuig moet NL B.v.L hebben Soorten BvL(#): -ICAO standaard, 1 jaar geldig -EASA standaard / beperkt, onbeperkt geldig bijbehorend ARC 1 jaar geldig -Speciaal, alleen geldig binnen de EHAA FIR, 1 jaar geldig -Export, Een ICAO of EASA Bvl is vereist voor internationale vluchten. Ouderen zweefvliegtuigen vallen niet onder Part M en vallen onder oude nationale regelgeving (speciaal BvL met beperkte geldigheid) Vliegtuig heeft Aircraft Maintenance Programme (AMP) nodig. Moet worden goedgekeurd door AMP inspecteur van de KNVvL CAMO Voor productie en onderhoud is een vergunning nodig (o.a.): -POA :Production Organization Approval -MOA :Maintenance Organization Approval -CAMO :Continues Airworthiness Management Organization KNVvL heeft CAMO vergunning voor: -Goedkeuren van AMP -Afgeven van ARC 3 soorten onderhoud: -Pilot/owner onderhoud Moet GPL hebben en aftekening in vliegtuiglogboek met GPL nummer Wat er gedaan mag worden verschild per vliegtuig en staat in het onderhoudsprogramma -niet complex -complex Zweefvliegtechnicus (AML) bevoegd: -Pilot / owner onderhoud -niet complex onderhoud -beperkt complex onderhoud -Na onderhoud moet “certificaat van vrijgave”/ “certificaat van vrijgave voor gebruik” worden opgesteld Hierin wordt aangegeven dat het onderhoud is gedaan volgens de eisen -Ook moet er een onderhoudsverklaring worden opgesteld. Hierin wordt aangegeven wanneer het eerstvolgende onderhoud moet worden gedaan
6
Voorschriften Les
5. Personeel Personeel (WLV): - Voor bedienen van luchtvaartuig moet B.v.B of B.v.G. hebben Uitzondering: Niet-gemotoriseerd vliegen (recreatief zweefvliegen en recreatief ballonvaren) Het vliegen met een zweefvliegtuig met «hulpmotor» wordt hierbij beschouwd als niet-gemotoriseerd vliegen; het vliegen met een “motorzweefvliegtuig (TMG”) wordt beschouwd als gemotoriseerd vliegen. Hoewel de brevetten voor de niet-gemotoriseerde luchtvaart worden afgeschaft, betekend dit niet dat iedereen zonder enige kennis van zaken dergelijke luchtvaartuigen mag bedienen. -
Zo geldt de eis dat de bestuurder moet kunnen aantonen te beschikken over voldoende bekwaamheid om op een veilige manier te kunnen deelnemen aan het luchtverkeer.
-
Een tweede eis die wordt gesteld aan bestuurders van ongemotoriseerde betreft de minimumleeftijd, bestuurders moeten minimaal 16 jaar zijn. Hiervan uitgezonderd zijn solovluchten met zweeftoestellen in het kader van een opleiding. Hiervoor geldt dat de bestuurder minimaal 14 jaar moet zijn en binnen een afstand van 5 km moet blijven van het veld.
-
Een derde eis die in dit verband wordt gesteld is de verplichting, dat met betrekking tot het desbetreffende luchtvaartuig een verzekering is gesloten tegen wettelijke aansprakelijkheid luchtvaartuigen
Radio: -Voor bedienen van radio in de luchtvaart band is een B.v.B nodig (RT-license) Uitgezonderd de vrije zweefvlieg freq.: 122.475 / 122.5 / 123.35 / 123.5 / 123.75 / 129.975 / 130.125 Logboek: Leerling vliegers / houders van een BvB moeten een logboek bijhouden Gezagvoerder (WLV): -Er moet altijd een gezagvoerder aangewezen worden en aan boord zijn -Gezagvoerder is verantwoordelijk voor de vluchtuitvoering en veiligheid en mag afwijken van de regels i.g.v. nood -Moet zich aan de nederlands of van toepassing zijnde buitenlandse regels houden -Voor de vlucht moet de gezagvoerder : - Kennis nemen van de van belang zijnde inlichtingen - I.g.v. verkeersleiding een vliegplan en een klaring hebben Gezondheid, Alcohol en drugs (WLV): B.v.B houder mag de werkzaamheden van het B.v.B niet uitvoeren of laten uitvoeren als: - Geestelijke en/of lichamelijke gezondheid van B.v.B houder de veiligheid in gevaar brengt. - Onderinvloed is van een stof die de vaardigheid verminderd. - Binnen 10 uur na nuttiging van alcohol, of : - Adem alcohol > 90 mg / lucht - Bloed alcohol > 0.2 mg / ml bloed - Binnen de tijd van een rijverbod Men weet of redelijker wijze moet weten dat die persoon in een bovengenoemde toestand / invloed verkeert.
7
Voorschriften Les
6. Brevetten KNVvL Glider Pilots License (GPL) -Het GPL heeft de volgende bevoegdverklaringen: -Sleepstart -VO (G) -Lierstart -VO (L) -Zelfstart -VO (S)
-RT (VFR only)
-Het GPL is alleen geldig met een geldige medische verklaring. Deze kan worden verkregen met een KEI aanvraagformulier bij een Sport Medisch Advies centrum (SMA). Geldigheid KNVvL Med.verklaring: t/m 30 jaar: 5 jaar (tot max. 32 jaar) 30 t/m 50 jaar: 2 jaar ouder dan 50: 1 jaar I.V.W. medische verklaringen klasse 1 (1jaar) of 2 (tot 40-5 jaar, tot 50-2 jaar, daarna 1 jaar) worden ook erkend -De ervarings eisen voor eerste afgifte en verlenging blijven gelijk aan de eisen de werden gesteld aan het RPL(G). (zie examen regelement) Examen eisen voor GPL: -Praktijk examen binnen 48 maanden (= 4 jaar) na theorie examen -Ervaring opgedaan binnen de periode van 48 maanden: - 40 solostarts, min 6 uur solo tijd – 5 doellandingen, over min. 2 dagen, gemaakt binnen de geldigheid van het theorieexamen -Examenvluchten mogen pas worden gedaan als de andere eisen zijn behaald. -Examenvluchten: -Min 3, opgestegen naar min. de circuit hoogte, + kort mondeling theorie examen - Oefeningen: - Slipvlucht - Zijwindlanding - wisselbochten min. 30 graden helling - Asymmetrische overtrek -Voor eerste afgifte Lier: Binnen afgelopen 48 maanden 10 solo lierstarts + examen m.b.v. Lier -Voor eerste afgifte sleep: Binnen afgelopen 48 maanden 5 solo sleepstarts, min. 30 min. sleeptijd + examen m.b.v. sleep en een laagsleep -Voor afgifte Lier + Sleep: -Voor afgifte Sleep + Lier: Verlengen: Alleen lier:
Laagsleep 3 lierstarts met exam. met min. 1 kabelbreuk
-20 lierstarts of 3 uur en 3 starts -Met B.v.B vliegtuigen/ Heli, 10 starts of 1.5 uur/ 3 lierstarts
Alleen sleep:
-20 sleepstarts of 3 uur en 3 starts -Met B.v.B vliegtuigen/ Heli, 10 starts of 1.5 uur/ 3 sleepstarts
Lier en sleep:
-20 starts of 3 uur en min. 2 lier en 2 sleep starts - Met B.v.B vliegtuigen/ Heli, 10 starts of 1.5 uur en min. 2 lier- en 2 sleepstarts
8
Voorschriften Les
6A EASA FCL Nieuwe brevetten, uitgifte niet meer door de KNVvL maar door ILenT (KIWA). LAPL(S) LAPL(S) europees brevet met lichte medische keuring
SPL. SPL ICAO brevet met medical klasse 2
<40jr 60mndn, >40jr 24 mndn
<40jr 60mndn, >40jr 24 mndn, >50 12mndn
-Qua opleiding gelijk maar SPL geeft mogelijkheid tot commercieel vliegen. -TMG weer op een LAPL(S) of SPL -5 doellandingen eis is vervallen -Solo vliegen blijft gelijk geen 5km eis meer. -Voor solo overland vliegen is een authorisatie nodig. -Verplicht bij het brevet: -Medical -Foto ID -Logboek (zonder onnodig uitstel kunnen tonen) Theorie opleiding: -Meer vakken -Geen mondeling examen -min. 75% score -de 9 vakken binnen 18 maanden halen en daarna is de theorie nog 24 maanden geldig na het behalen van het laatste vak (checken) LAPL / SPL -Min 16 jaar -PIC niet commercieel en zonder financiële tegenprestatie -Opleiding aan een ATO Ervarings eis: -min. 15 uur vlieginstructie (hiervan mag max. 7 uur TMG zijn): Met inbegrip van minimaal: -10 uur DBO -2 uur solo -45 starts -1 solo overlandvlucht van 50 km of 100 km DBO -Er kan vrijstelling gegeven worden voor andere PIC vliegtijd. -Startmethode is beperkt tot examen methode -Startmethode uitbreiden: -Lier- en autostart: -Sleep- en zelfstart:
min. 10 starts DBO en 5 starts solo min. 5 starts DBO en 5 starts solo
Recente ervaring gedurende de afgelopen 24 maanden: -Per start methode 5 starts (een tekort kan DBO of solo gevlogen worden) -5 uur vliegtijd als PIC en 15 starts -2 trainingsvluchten met een instructeur -Een tekort kan DBO of solo gevlogen worden of een prof check Passagiers vliegen: -10 uur of 30 starts na het behalen van het brevet -Recente ervaring: 3 starts en 3 landingen in de afgelopen 90 dagen
Extra bevoegdverklaringen: -Aerobatics -Slepen -(Nacht vliegen) -(Bergvliegen)
9
Voorschriften Les
Instructeurs (FI): Minimale vereisten: -Min 18 jaar
-100 uur en 200 starts
Bevoegdheden FI(S): -Instructie voor het behalen, verlengen en vernieuwen van het LAPL(S) / SPL -Instructie voor het behalen van FI(S) (mentor): -Minimaal 50 uur of 150 starts instructie in zweefvliegtuigen Restricties: -Onder toezicht van een FI(S) tot 15 uur of 150 starts zweefvlieg instructie over de hele syllabus -Onder toezicht heeft men geen bevoegdheid om leerlingen solo te laten of te authoriseren voor eerste overland. Opleiding: -Pre-entry flight check, <6 maanden voor start van de opleiding -30 uur theorie opleiding instructeurs -25 uur praktijkopleiding -6 uur of 20 mentorstarts Verlengen: -FI(S) 3 jaar geldig -Verlengen door in de 3 jaar 2 van de 3 vereisten te doen: -30 uur of 60 instructie starts als FI(S) of FE(S) -Instructie refresher seminar -Profcheck in de laatste 12 maanden. e -Elke 3 verlenging moet een profcheck bevatten.
Examinatoren Vereisten: -Geen sanctie gehad op hun brevet in de afgelopen 3 jaar -300 uur ervaring op zweefvliegtuigen -150 uur of 300 starts instructie Standaardisatie: -Examinator applicant moet standaardisatie cursus volgen: -Theoretisch en praktisch gedeelte -2 examens -Instructie in het examineren en documenteren van de examens -Briefing over administratie, verzekering en beveiliging van persoonlijke data Examinator assesment: Check door afname van een examen onder toezicht van een senior examinator. Verlengen: -3 jaar geldig -in die periode 2 examens per jaar -examinator refresher seminar -In het laatste jaar een examen onder toezicht van een senior examinator Instructeur
examinator (FIE)
Vereisten: -500 uur ervaring op zweefvliegtuigen -10 uur of 30 starts als mentor
10
Voorschriften Les 7. Vluchtuitvoering Vliegvoorschriften: Op het landingsterrein / platform: Algemene vliegvoorschriften Tijdens de vlucht: VFR of IFR Luchtvervoer: Voor vervoer met luchtvaartuigen is een vergunning nodig (AOC) (LVW) Vrijstelling voor vervoer van personen: -Niet commerciele vluchten met vliegtuig, (motor)zweefvliegtuig, ballon -Max massa 2000 kg -Recreatief doel van de vlucht -Geen werving Journaal: (regeling vluchtuitvoering) (niet van toepassing op zweefvliegtuigen) Gezagvoerder van vliegtuig of helikopter moet journaal bijhouden. -de datum, de plaats en het tijdstip van aanvang en einde van de vlucht; -de duur van de vlucht; -de aard van de vlucht; -de naam en taak van elk lid van het boordpersoneel; -technische storingen, opgelopen schade en verrichte herstellingen die tijdens de vlucht zijn voorgekomen, respectievelijk zijn uitgevoerd; -ongevallen, bijzondere voorvallen en overschrijding van de gestelde gebruiksgrenzen die zich hebben voorgedaan Wat nog niet in de syllabus is vermeld, maar wel al geldt sinds 28 september 2009, is dat ieder zweefvliegtuig volgens de nieuwe EASA-regels voor het onderhouden van de luchtwaardigheid van het zweefvliegtuig een "Vliegtuiglogboek" moet hebben en dat lijkt in veel opzichten op het tot recent gebruikte blauwe (KNVvL-Afdeling Zweefvliegen) Journaalboekje met de titel "Technische administratie en journaal". Dat Vliegtuiglogboek dient te worden ingevuld na iedere inspectie, ieder onderhoud en iedere vlucht en dient ook tijdens de vlucht aanwezig te zijn. -Tijdens de vlucht moet worden meegevoerd (in een luchtvaartuig): -BvI, BvL -BvB (GPL) -Technische administratie en Journaal -Vlieghandboek (EASA) -(Het onderhoudsboek, alleen bij internationale verkeersvluchten) -Indien van toepassing Bewijs Aanwijzing Radiostation -(WA) verzekeringsbewijs LVB(verkeerleiding) : Mag worden verleend door : Lucht Verkeersleiding NL (LVNL) of Minister van Defensie Luchtvaartinlichtingen: LVNL vertstrekt: -AIP/ VFR-gids + amenderingen -AIC’s, AD’s -Luchtvaartkaarten -Meteo
11
Voorschriften Les Kunstvluchten :
-Alleen VFR -Voldoende hor. / vert. ruimte wordt gehouden met aaneengesloten bebouwing en mensenmassa’s.
Formatievliegen mag alleen als van tevoren afspraken zijn gemaakt. LVR: Verboden voorwerpen uit luchtvaartuig te gooien uitgezonderd: - Los fijn zand, water - Stoffen t.b.v. land- tuinbouw - anders volgens regels en max. 200 gr. - Militaire voorwerpen - voorwerpen voor politiedoeleinden Slepen verboden behalve: - Slepen van zweefvliegtuig - (reclame) sleepnet - Militaire voorwerpen Uitwijken Uitwijken alleen zijlangs, voor- boven- of onderlangs mag alleen als er voldoende afstand word gehouden.
Uitwijkvolgorde bij kruisende koersen: - Nood - Ballon - Zweefvliegtuig / zeilvliegtuig - slepend verkeer - Luchtschip - Vliegtuig
-Verkeer in het circuit heeft voorrang. -Landend verkeer heeft voorrang, daarvan heeft weer het laagste luchtvaartuig voorrang op het hogere, maar vliegtuigen moeten altijd uitwijken voor zweefvliegtuigen. -Het circuit word gevolgd danwel vermeden.
Standaard circuit is linksom. Verkeer in het circuit mag niet gehinderd worden. Kruisen 77°
VFR verboden:
Inhalen
VFR weer minima: zicht wolkenafstand -Boven FL100 8km 300 mtr (1000 ft) / 1,5 km -Klasse (A) B C D E 5 km 300 mtr (1000 ft) / 1,5 km -Klass F G < 900 mtr (3000 ft) 5 km vrij van wolken, grondzicht -Voor snelheden onder de 140 kts / 260 km/u geldt in Klasse G een minimum zicht van 1,5 KM -Buiten de UDP -Class A
12
Voorschriften Les Minimum VFR vlieghoogte: -Algemeen: Boven aaneengesloten bebouwing / kunstwerken(!?) / industrie / havengebieden en mensenmassa's altijd dusdanige hoogte hebben dat er een veilige noodlanding gemaakt kan worden. Daarnaast: -Boven aaneengesloten bebouwing, industrie en mensenmassa’s : -300 mtr (1000 ft) boven hoogste hindernis binnen straal van 600 mtr -Anders: - 150 mtr boven land of water -Uitzonderingen: -sleep aanhaken -Landbouwsproeien -start en landing, of naderings oefening buiten luchtvaarterrein in aangewezen gebied -Zweefvliegen boven aangewezen strand en duingebieden Hoogtemeter instelling Transitie hoogte 3500ft voor VFR verkeer (ong. 1150-1200 meter), tabel in AIP voor FL conversie Lichtsignalen en tekens: zie boek Luchtruimstructuur: EHAM FIR Upper Airspace (UTA), Class A FL 195 Control Area’s (CTA), Class A FL 65 / 55 Terminal Control area’s (TMA), Class A, B, C, E 3000 ft Control zones (CTR), Class C (civiel) / Class D (militair) Straal 6.5 nm (12 km) of 8 nm (14.8 km), hoogte 3000 ft msl 1500 ft Aerodrome Traffic zones (ATZ), ter bescherming van plaatselijk luchtverkeer Straal 2 nm (3.7 km), hoogte 1500 ft (ATZ) of specifiek (SRZ) Verboden gebied: Beperkt gebied: Gevaarlijk gebied: Tijdelijk gereserveerd gebied: Transponder verplicht gebied Transponder vrij gebied Radio verplicht gebied
EHP… EHR…, zie condities (let op bijzondere dagen 4/5 mei etc) EHD…, mag gekruist worden (?!) TRA TMZ TFZ RMZ
Verboden gebieden: - Koninklijke huizen EHP 25/ 26 min. hoogte 2000 ft - Noordzeestrand tot 100 mtr uit de kust + boulevard van Scheveningen van 15 mei t/m 30 sept. tot 1500 ft hoogte !!Van 15 okt t/m 14 mei zijn zweefvluchten toegestaan < 150 mtr boven strand van Texel, Ameland, Schouwen-duiveland en tussen Noordwijk en Petten Gevaarlijke gebieden: − Alleen boven de Noordzee
Beperkte gebieden: - Zie AIP
13
Voorschriften Les Notes: - Militaire CTR’s actief ma-vrij (08:00-17:00 lt) buiten openingstijden Dutch Mill voor x-ing clearance of per telefooon. - De Peel CTR is alleen actief per NOTAM - Voor vliegen naar Budel en Seppe is toestemming nodig van de havenmeester - Voor Ameland moet overleg zijn gevoerd met de havendienst. - De laagvliegroutes Link 10 / 10A hebben een minimum hoogte van 75 mtr en zijn actief ma-do 08001800 Nieuw: Enkele militaire CTR’s en luchtruim bij de grensstreken zijn Klasse D. SRZ en BVG bestaan niet meer sinds SERA, ipv SRZ wordt nu een permanent (EHR) of tijdelijk restricted area uitgegeven. lt
14
Voorschriften Les Luchtruim rond Soesterberg
Algemeen: -0-1500ft (450 mtr) Klasse G -Schiphol TMA 5 Klasse A FL055 (1670 mtr) -FL095 (2880mtr) -TFZ (Transponder free zone): -TFZ Soesterberg 1200-3500 ft, radius 3nm / 5,5 km (alleen doordeweeks, activeren bij Dutch Mill) -TMZ B alleen werkdagen vanaf 1200 ft Noord: -Schiphol TMA 4
Noord/Oost: -Nw-millingen TMA B
Klasse A 3500ft (1050 mtr) –FL095
Klasse E 1500ft-FL065 (1980 mtr) (A vanaf FL065)
-Schiphol TMA 1 Klasse A 1500ft (450 mtr) – FL095 -West: Schiphol TMA 3
-Zuid /Oost: Nw-millingen TMA D
Klasse A 2500ft (750mtr) – FL095
Klasse E 1500ft-FL065
-Zuid: TMZ D North Werkdagen 1200 ft , andere dagen FL065 Andere gebieden -Noord: EHP 25
-Noord/Oost/Zuid/West:
(Drakenstein / Soestdijk) 0-2000ft AMSL
Parachute spring gebieden
15
Voorschriften Les
TMZ Vanaf 09/04/2010 Werkdagen 0800-1600lt (0700-1500z)
Andere dagen:
Transponder free zones
Transponder: -VFR code 7000, evt na de lierstart pas aanzetten. -Noodgeval: 7700 -Radiofailure: 7600 Hoogtemeter: -Transition altitude 3500 ft /1065 mtr (VFR) -Tabel voor alt-Fl
16
Voorschriften Les 8. Ongevallen Voorvallen moeten gemeld worden aan: “Analyse Bureau Luchtvaartvoorvallen” (binnen 72 uur) Luchtvaart ongevallen en ernstige incidenten melden aan: “Onderzoeksraad voor veiligheid” (zo spoedig mogelijk) Voorval: gebeurtenis of situatie waarbij de veiligheid van de vluchtuitvoering in gevaar was of kon geweest zijn, of die tot een onveilige situatie konden hebben geleid. V.b. Nearmiss, undershoot, Onbestuurbaarheid van het vliegtuig (ook gedeeltelijk of tijdelijk) door een willekeurige oorzaak, Botsing tussen een luchtvaartuig en een ander luchtvaartuig, een voertuig of een ander object op de grond, schades die de luchtwaardigheid aantasten. -Near miss met uitwijk maneuvre -Under- / overshoot -Onbestuurbaarheid -Hagelbui met schade -Blikseminslag Ongeval: elk voorval dat samenhangt met het gebruik van een luchtvaartuig en plaatsvindt tussen het tijdstip waarop een persoon zich aan boord begeeft met het voornemen een vlucht uit te voeren en het tijdstip waarop alle personen die zich met dit voornemen aan boord hebben begeven, zijn uitgestapt, en waarbij: 1.Een persoon dodelijk of ernstig gewond raakt als gevolg van het zich in het luchtvaartuig bevinden, direct contact met een onderdeel van het luchtvaartuig, inclusief de onderdelen die van het luchtvaartuig zijn losgeraakt of directe blootstelling aan de uitlaatstroom van de reactoren, behalve wanneer de letsels een natuurlijke oorzaak hebben, door de persoon zelf door anderen zijn toegebracht, of wanneer de letsels verstekelingen treffen die zich buiten de normale voor passagiers en het personeel bedoelde ruimten ophouden, of 2.Het luchtvaartuig schade of een structureel defect oploopt, waardoor afbreuk wordt gedaan aan zijn soliditeit, prestaties of vluchtkenmerken en die normaliter ingrijpende herstelwerkzaamheden of vervanging van het getroffen onderdeel noodzakelijk zouden maken, behalve wanneer het gaat om motorstoring of motorschade en de schade beperkt is tot de motor, de motorkap of motoronderdelen, dan wel om schade die beperkt is tot de propellers, de vleugelpunten, de antennes, de banden, de remmen, de stroomlijnkappen of tot deukjes of gaatjes in de vliegtuighuid, of 3.Het luchtvaartuig vermist wordt of volledig onbereikbaar is. Ernstig incident: incident dat zich voordoet onder omstandigheden die erop wijzen dat bijna een luchtvaartongeval heeft plaatsgevonden. Hieronder is een opsomming gegeven van typische voorbeelden van ernstige incidenten. De lijst beoogt geen volledigheid en dient slechts als leidraad voor het definiëren van het begrip ernstig incident -Een bijna-botsing die een ontwijkmanoeuvre vereist om een botsing of een onveilige situatie te voorkomen. -Een maar net voorkomen controlled flight into terrain (CFIT). -Een voortijdig afgebroken opstijgen van een gesloten of bezette startbaan of een opstijgen vanaf een dergelijke startbaan met marginale separatie van een hindernis of hindernissen. -Een landing of poging tot landing op een gesloten of bezette baan. -Het duidelijk onder de verwachte prestaties blijven tijdens het opstijgen of in de eerste fase van stijgen. -Brand of rook in de passagiersruimte, in laadruimten, of brand in de motoren, zelfs indien dergelijke branden worden geblust met blusapparaten. -Alle voorvallen die het voor noodgevallen bedoelde gebruik van zuurstof door het stuurhutpersoneel vereisen. -Structurele gebreken van het vliegtuig of motorweigering die niet als ongeval wordt geclassificeerd.
17
Voorschriften Les -Meervoudige storingen in één of meer boordsystemen waardoor de besturing van het vliegtuig ernstig wordt bemoeilijkt. -Elke situatie tijdens de vlucht waarin een lid van het stuurhutpersoneel niet in staat is te functioneren. -Elke brandstofsituatie die melding van een noodsituatie door de piloot vereist. -Incidenten tijdens het opstijgen of landen. Incidenten zoals te kort binnenkomen, te ver binnenkomen of het afraken van start- of landingsbanen. -Systeemdefecten, weersomstandigheden, het vliegen buiten de goedgekeurde vluchtzone of andere gebeurtenissen die het besturen van het vliegtuig kunnen hebben bemoeilijkt. -Het uitvallen van meer dan één systeem in een redundantiesysteem dat verplicht is voor vluchtleiding en navigatie. Incident: voorval, dat geen ongeval is, en dat samenhangt met het functioneren van een luchtvaartuig en afbreuk doet of zou kunnen doen aan een veilige vluchtuitvoering, of dat een dreiging voor ernstige schade aan het milieu heeft veroorzaakt. (Hieronder vallen ook noodlandingen en voorzorgslandingen waar geen schade of letsel is ontstaan) AIP: GEN 2.2: GEN 3.6 ENR 1.2: ENR 1.6: ENR 1.7: ENR 5.1: ENR 6 :
AIC's: AIC-B 02/10:
Afkortingen Search and Rescue VFR limieten Radardiensten en procedures Hoogtemeter instelling procedures (tabel voor zweefvliegen) Verboden, beperkte en gevaarlijke gebieden Kaarten
Melden van voorvallen
18