voorbeeldexamen Project Participation Foundation (PPF)
I-Tracks Project Participation Foundation (PPF) voorbeeldexamen PPF uitgave oktober 2007
Inhoud inleiding voorbeeldexamen antwoordindicatie beoordeling
2 3 12 25
EXIN Kantoor Janssoenborch, Hoog Catharijne Godebaldkwartier 365, 3511 DT Utrecht Postbus 19147, 3501 DC Utrecht Telefoon (030) 234 48 11 Fax (030) 231 59 86 E-mail
[email protected] Internet http://www.exin.nl
Inleiding Dit is het voorbeeldexamen Project Participation Foundation (PPF). Het examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Elke vraag heeft één correct antwoord. Elke goed beantwoorde vraag levert u 1 punt op. Het maximaal aantal te behalen punten is 30. Bij 20 punten of meer bent u geslaagd. De beschikbare tijd is 60 minuten. Aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. Veel succes!
Copyright © 2007 EXIN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een dataverwerkend systeem of uitgezonden in enige vorm door middel van druk, fotokopie of welke andere vorm dan ook zonder toestemming van EXIN.
© EXIN, PPF
2/25
Voorbeeldexamen
1 van 30 Een cosmeticabedrijf gaat de komende jaren een nieuw merk in de markt zetten, waarbij de opleverdatum nog niet bekend is. Is hier sprake van projectmatig werken? A. ja B. nee
2 van 30 Tot welke werkvorm hoort het vastleggen van klachten van gebruikers door de servicedesk van een reguliere organisatie? A. improviserend werken B. projectmatig werken C. routinematig werken
3 van 30 Tot welke categorie succesfactoren van een project behoort de volgende uitspraak? ’’Het management spreekt publiekelijk zijn vertrouwen in het projectresultaat uit.’’ A. medewerkers B. omgeving C. organisatie
4 van 30 Voor succesvol projectgericht werken moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Wat is een voorwaarde voor een succesvol project? A. De organisatie van het project mag gedurende de looptijd van het project niet wijzigen. B. Het project dient één opdrachtgever te hebben. C. Vooraf moeten de doelen duidelijk zijn en worden de projectuitgaven eenmalig vastgesteld.
© EXIN, PPF
3/25
5 van 30 Wat wordt in een vooronderzoek behandeld? A. In een vooronderzoek worden de kosten en baten van het project tegen elkaar afgezet. B. In een vooronderzoek wordt de probleemstelling verhelderd. C. In een vooronderzoek wordt het plan van aanpak van het project opgesteld.
6 van 30 Wat is de betekenis van een plan van aanpak voor de opdrachtgever? A. Het bevat een overzicht van de medewerkers die ingeschakeld moeten worden. B. Het geeft een gedetailleerd inzicht in de kosten en de planning van het project. C. Het is een leidraad en meetinstrument voor de voortgang van het project.
7 van 30 Een van de onderdelen van het plan van aanpak is de Business Case. Wat is het belangrijkste onderdeel van een Business Case? A. de organisatie van het project B. de reden voor het project C. de tijdsplanning van het project
8 van 30 In een organisatie gaat een project van start voor het ontwikkelen van een nieuwe softwareapplicatie. Voor dit project wil men vanaf het begin een exact beeld krijgen van de personeelskosten. Hiervoor wordt apparatuur aangeschaft die de aanwezigheid van de projectleden door middel van elektronische badges automatisch kan registreren bij binnenkomst en vertrek. Tot welke categorie kosten behoren de kosten van aanschaf van deze apparatuur? A. exploitatiekosten B. onderhoudskosten C. ontwikkelingskosten
© EXIN, PPF
4/25
9 van 30 Tijdens de uitvoering van een project, blijkt dat de geschatte jaarlijkse onderhoudskosten van het te realiseren informatiesysteem hoger zullen zijn, dan aanvankelijk geschat. Wat is de invloed hiervan op de terugverdientijd? A. De terugverdientijd neemt af. B. De terugverdientijd verandert niet. C. De terugverdientijd neemt toe.
10 van 30 Voor een project is een projectorganisatie opgezet met een stuurgroep, een projectgroep en twee werkgroepen. Van welke groep(en) naast de projectgroep maakt de projectleider gezien zijn rol minimaal nog meer deel uit? A. beide werkgroepen B. de stuurgroep C. ten minste één werkgroep
11 van 30 Een organisatie wil een toepassing van e-business realiseren. Er is binnen de organisatie nauwelijks ervaring met dit onderwerp. Voor de realisatie van deze toepassing wordt een project gestart met een interne projectleider. Ook worden er een aantal externe deskundigen op het gebied van e-business aangetrokken. Op welke rol van de projectleider ligt bij dit project de nadruk? A. de controlerende rol B. de inhoudelijke rol C. de procesmatige rol
12 van 30 Welke vorm van kwaliteit wordt door planmatige beheersing veilig gesteld? A. de proceskwaliteit B. de productkwaliteit
© EXIN, PPF
5/25
13 van 30 De RADAR-methode beschrijft vijf stappen om risico's op te sporen en te elimineren. Deze vijf stappen worden in een stappenmatrix weergegeven. In welke stap wordt bepaald welke risico's het project loopt? A. het elimineren van risico's B. het specificeren van de doelstellingen C. het taxeren van de risico's
14 van 30 Wie initieert over het algemeen een vooronderzoek voor een project? A. de projectgroep van het project B. de stuurgroep van het project C. het management van de organisatie
15 van 30 Bij de afronding van het project stelt de projectmanager een rapport op voor zijn opdrachtgever. In dit rapport schrijft de projectmanager onder andere over het verloop van het project, de gesignaleerde problemen en de gekozen oplossingen met een korte motivatie. Van welk soort rapportage is hier sprake? A. een kwaliteitslogboek B. een projectevaluatierapport C. een voortgangsrapport
16 van 30 Welke activiteit heeft betrekking op het GOKIT beheersaspect tijd? A. het bijsturen van de uitvoering B. het opstellen van een fasering voor vastleggen van de projectinformatie C. het opstellen van het budget
© EXIN, PPF
6/25
17 van 30 Zie onderstaande afbeelding.
Activiteit 2 uit deze balkenplanning loopt vier weken uit. Hoeveel weken loopt het project uit? A. één week B. twee weken C. drie weken D. vier weken
© EXIN, PPF
7/25
18 van 30 Zie onderstaande afbeelding.
Welke activiteiten uit deze balkenplanning liggen op het kritieke pad? A. de activiteiten 1, 2 en 3 B. de activiteiten 1, 2 en 4 C. de activiteiten 1, 3 en 4
19 van 30 In een project wordt een nieuwe methode geïntroduceerd. De projectmedewerkers hebben nog geen kennis en ervaring met deze nieuwe methode. De kans bestaat dat het project gaat uitlopen. Wat is, volgens de definitie van risico, de bedreiging voor dit project? A. de organisatie van het project, die niet afgestemd is op de introductie van een nieuwe methode B. het ontbreken van kennis van en ervaring met de nieuwe methode bij de projectmedewerkers C. het uitlopen van het project
© EXIN, PPF
8/25
20 van 30 Omdat een project dreigt uit te lopen, besluit men dat het testen van het systeem beperkt zal blijven tot het hoogst noodzakelijke. Met betrekking tot welk beheersaspect van GOKIT beheersaspect kan het projectresultaat door dit besluit schade oplopen? A. geld B. kwaliteit C. tijd
21 van 30 Wat is het doel van risicoanalyse? A. het beheersen van de mogelijke risico's B. het in kaart brengen van de kosten van de risico's C. het opsporen en taxeren van de mogelijke risico's
22 van 30 Wat is de eerste fase binnen de watervalmethode SDM? A. Basisontwerp B. Definitiestudie C. Informatieplanning
23 van 30 Is het beoordelen van de haalbaarheid van de bedachte oplossing een doel van de fase Definitiestudie van de watervalmethode SDM? A. ja B. nee
24 van 30 Valt de activiteit 'het testen van het systeem' binnen de fase Invoering van de watervalmethode SDM? A. ja B. nee
© EXIN, PPF
9/25
25 van 30 De methode Rapid Application Development (RAD) bestaat uit verschillende fasen. In één van die fasen beoordelen de gebruikers het prototype en worden in het prototype de benodigde wijzigingen aangebracht. In welke fase gebeurt dit? A. Integratie B. Modellering C. Optimalisering D. Prototyping
26 van 30 In welke fase binnen de methode Rapid Application Development (RAD) wordt het functie- of het gegevensmodel vertaald in een prototype van het te realiseren systeem? A. Modellering B. Prototyping C. Integratie
27 van 30 Bij de evolutionaire methode wordt het systeem stapsgewijs ontwikkeld. Na de stap uitvoering wordt het resultaat door de gebruikers beoordeeld. Wat is de volgende stap als het resultaat nog niet goed is? A. consolidatie B. definitiestudie C. evaluatie D. uitvoering
28 van 30 Wat is een onderdeel van een Projectdefinitie? A. de doelstelling van het project B. de risicoanalyse voor de uitvoering van het project C. de samenstelling van de projectstuurgroep D. de tijdsplanning van het project
© EXIN, PPF
10/25
29 van 30 In welke projectmanagement fase wordt voor de eerste keer een risicoanalyse uitgevoerd? A. project beheersen B. project inrichten C. project voorbereiden
30 van 30 In welk PRINCE2 proces wordt het Projectplan opgesteld? A. project opstarten B. project initiëren C. project plannen
© EXIN, PPF
11/25
Antwoordindicatie 1 van 30 Een cosmeticabedrijf gaat de komende jaren een nieuw merk in de markt zetten, waarbij de opleverdatum nog niet bekend is. Is hier sprake van projectmatig werken? A. ja B. nee A. Onjuist. De periode waarover deze activiteit wordt uitgevoerd is niet begrensd omdat de opleverdatum niet bekend is. Dit voldoet niet aan de definitie van projectmatig werken. B. Juist. De periode waarover deze activiteit wordt uitgevoerd is niet begrensd omdat de opleverdatum nog niet bekend is. Dit voldoet niet aan de definitie van projectmatig werken.
2 van 30 Tot welke werkvorm hoort het vastleggen van klachten van gebruikers door de servicedesk van een reguliere organisatie? A. improviserend werken B. projectmatig werken C. routinematig werken A. Onjuist. Hoewel de aard van de klachten zeer divers kan zijn is het vastleggen ervan routinematig. B. Onjuist. Het vastleggen van de klachten is niet eenmalig. C. Juist. Het vastleggen van klachten is routinematig en hoort tot de werkvorm routinematig werken.
3 van 30 Tot welke categorie succesfactoren van een project behoort de volgende uitspraak? ’’Het management spreekt publiekelijk zijn vertrouwen in het projectresultaat uit.’’ A. medewerkers B. omgeving C. organisatie A. Onjuist. Het management behoort tot de omgeving van het project en behoort niet tot de categorie medewerkers. B. Juist. Het management behoort tot de omgeving van het project. C. Onjuist. Het management behoort tot de omgeving van het project en behoort niet tot de projectorganisatie.
© EXIN, PPF
12/25
4 van 30 Voor succesvol projectgericht werken moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Wat is een voorwaarde voor een succesvol project? A. De organisatie van het project mag gedurende de looptijd van het project niet wijzigen. B. Het project dient één opdrachtgever te hebben. C. Vooraf moeten de doelen duidelijk zijn en worden de projectuitgaven eenmalig vastgesteld. A. Onjuist. Dit is geen voorwaarde van succes. De organisatie van een project zal best kunnen veranderen. B. Juist. Dit is wel een voorwaarde van succes. Van belang is dat er één punt van sturing is. C. Onjuist. De doelen moeten weliswaar duidelijk zijn, al kunnen die veranderen tijdens het project, maar de projectuitgaven hoeven niet eenmalig vastgesteld te worden.
5 van 30 Wat wordt in een vooronderzoek behandeld? A. In een vooronderzoek worden de kosten en baten van het project tegen elkaar afgezet. B. In een vooronderzoek wordt de probleemstelling verhelderd. C. In een vooronderzoek wordt het plan van aanpak van het project opgesteld. A. Onjuist. Het tegen elkaar afzetten van de kosten en baten van een project gaat veel te ver voor een vooronderzoek. B. Juist. Een vooronderzoek geeft antwoord op de vraag of het starten van een project de gewenste oplossing is en houdt een verheldering van de probleemstelling in. C. Onjuist. Voor men een plan van aanpak op kan stellen is het soms nodig om een vooronderzoek uit te voeren om eerst de probleemstelling helder te krijgen.
6 van 30 Wat is de betekenis van een plan van aanpak voor de opdrachtgever? A. Het bevat een overzicht van de medewerkers die ingeschakeld moeten worden. B. Het geeft een gedetailleerd inzicht in de kosten en de planning van het project. C. Het is een leidraad en meetinstrument voor de voortgang van het project. A. Onjuist. In dit stadium is dat nog niet duidelijk en voor de opdrachtgever ook niet interessant. B. Onjuist. Planning en kosten worden pas later gedetailleerd gemaakt. C. Juist. Het plan van aanpak is een leidraad voor de projectleider en globaal meetinstrument voor de opdrachtgever over de voortgang van het project.
© EXIN, PPF
13/25
7 van 30 Een van de onderdelen van het plan van aanpak is de Business Case. Wat is het belangrijkste onderdeel van een Business Case? A. de organisatie van het project B. de reden voor het project C. de tijdsplanning van het project A. Onjuist. De organisatie van het project vinden we in het onderdeel werkwijze en middelen in het plan van aanpak. De Business Case gaat specifiek in op de reden voor het project. B. Juist. De Business Case gaat specifiek in op de reden voor het project. C. Onjuist. De tijdsplanning is een onderdeel van het plan van aanpak. De Business Case gaat specifiek in op de reden voor het project.
8 van 30 In een organisatie gaat een project van start voor het ontwikkelen van een nieuwe softwareapplicatie. Voor dit project wil men vanaf het begin een exact beeld krijgen van de personeelskosten. Hiervoor wordt apparatuur aangeschaft die de aanwezigheid van de projectleden door middel van elektronische badges automatisch kan registreren bij binnenkomst en vertrek. Tot welke categorie kosten behoren de kosten van aanschaf van deze apparatuur? A. exploitatiekosten B. onderhoudskosten C. ontwikkelingskosten A. Onjuist. Exploitatiekosten is een veel ruimer begrip waaronder ook huisvestigings en algemene apparatuurs kosten vallen. B. Onjuist. Het gaat hier niet om onderhoud, maar om specifieke kosten voor een bepaald project voor bepaalde toepassing. C. Juist. De kosten worden specifiek gemaakt voor de bewaking van het project.
© EXIN, PPF
14/25
9 van 30 Tijdens de uitvoering van een project, blijkt dat de geschatte jaarlijkse onderhoudskosten van het te realiseren informatiesysteem hoger zullen zijn, dan aanvankelijk geschat. Wat is de invloed hiervan op de terugverdientijd? A. De terugverdientijd neemt af. B. De terugverdientijd verandert niet. C. De terugverdientijd neemt toe. A. Onjuist. Door hogere onderhoudskosten neemt de netto opbrengst per jaar af en duurt het juist langer voordat het systeem is terugverdiend. B. Onjuist. Door hogere onderhoudskosten neemt de netto opbrengst per jaar af en duurt het juist langer voordat het systeem is terugverdiend. C. Juist. Door hogere onderhoudskosten neemt de netto opbrengst per jaar af en duurt het langer voordat het systeem is terugverdiend.
10 van 30 Voor een project is een projectorganisatie opgezet met een stuurgroep, een projectgroep en twee werkgroepen. Van welke groep(en) naast de projectgroep maakt de projectleider gezien zijn rol minimaal nog meer deel uit? A. beide werkgroepen B. de stuurgroep C. ten minste één werkgroep A. Onjuist. De projectleider leidt de projectgroep en vertegenwoordigt de projectgroep in de stuurgroep. B. Juist. De projectleider leidt de projectgroep en vertegenwoordigt de projectgroep in de stuurgroep. C. Onjuist. De projectleider leidt de projectgroep en vertegenwoordigt de projectgroep in de stuurgroep.
© EXIN, PPF
15/25
11 van 30 Een organisatie wil een toepassing van e-business realiseren. Er is binnen de organisatie nauwelijks ervaring met dit onderwerp. Voor de realisatie van deze toepassing wordt een project gestart met een interne projectleider. Ook worden er een aantal externe deskundigen op het gebied van e-business aangetrokken. Op welke rol van de projectleider ligt bij dit project de nadruk? A. de controlerende rol B. de inhoudelijke rol C. de procesmatige rol A. Onjuist. Een controlerende rol is niet voldoende in dit project, de projectleider moet het proces begeleiden. B. Onjuist. Verwacht moet worden dat de vaktechnische kennis van de projectleider met deze nieuwe materie te gering is om een inhoudelijke rol van betekenis te kunnen spelen. C. Juist. Verwacht moet worden dat de vaktechnische kennis van de projectleider met deze nieuwe materie te gering is om een inhoudelijke rol van betekenis te kunnen spelen, een controlerende rol is niet voldoende.
12 van 30 Welke vorm van kwaliteit wordt door planmatige beheersing veilig gesteld? A. de proceskwaliteit B. de productkwaliteit A. Juist. De proceskwaliteit wordt beïnvloed door planmatige beheersing en omgevingsfactoren. B. Onjuist. De productkwaliteit wordt beïnvloed door de functionaliteit en de hoedanigheid.
13 van 30 De RADAR-methode beschrijft vijf stappen om risico's op te sporen en te elimineren. Deze vijf stappen worden in een stappenmatrix weergegeven. In welke stap wordt bepaald welke risico's het project loopt? A. het elimineren van risico's B. het specificeren van de doelstellingen C. het taxeren van de risico's A. Onjuist. In deze stap worden voor de serieuze risico's de maatregelen getroffen om zeker te stellen dat de doelen uiteindelijk worden gehaald. B. Onjuist. In deze stap worden de belangrijke delen nader gespecificeerd zodat de projectleden goed weten wat er van hen wordt verlangd. C. Juist. In deze stap wordt bepaald welke risico's het project loopt.
© EXIN, PPF
16/25
14 van 30 Wie initieert over het algemeen een vooronderzoek voor een project? A. de projectgroep van het project B. de stuurgroep van het project C. het management van de organisatie A. Onjuist. Pas in de fase van het daadwerkelijk opstarten van een project is er sprake van een projectgroep. De eerdere fasen van o.a. het vooronderzoek zijn dan al lang achter de rug. B. Onjuist. Een stuurgroep wordt pas ingesteld als uit het vooronderzoek duidelijk is geworden dat het goed is een project te starten. C. Juist. Een vooronderzoek wordt gestart voordat er daadwerkelijk een project van start gaat. Het management van de organisatie is hiervoor verantwoordelijk.
15 van 30 Bij de afronding van het project stelt de projectmanager een rapport op voor zijn opdrachtgever. In dit rapport schrijft de projectmanager onder andere over het verloop van het project, de gesignaleerde problemen en de gekozen oplossingen met een korte motivatie. Van welk soort rapportage is hier sprake? A. een kwaliteitslogboek B. een projectevaluatierapport C. een voortgangsrapport A. Onjuist. Dit is weliswaar input voor het leerpuntenrapport en het projectevaluatierapport, maar zeker niet voldoende, omdat het alleen verslag doet van de opgeleverde producten. B. Juist. In een projectevaluatierapport worden het verloop van het project, de gesignaleerde problemen en de gekozen oplossingen met een korte motivatie beschreven. C. Onjuist. In een voortgangsrapport worden de stand van zaken, problemen en knelpunten, beslispunten en de te nemen stappen beschreven.
16 van 30 Welke activiteit heeft betrekking op het GOKIT beheersaspect tijd? A. het bijsturen van de uitvoering B. het opstellen van een fasering voor vastleggen van de projectinformatie C. het opstellen van het budget A. Juist. Het bijsturen van de uitvoering hoort wel tot het beheersen van de tijd. B. Onjuist. Dit behoort tot het beheersaspect informatie. C. Onjuist. Het opstellen van het budget hoort tot het beheersen van het geld.
© EXIN, PPF
17/25
17 van 30 Zie onderstaande afbeelding.
Activiteit 2 uit deze balkenplanning loopt vier weken uit. Hoeveel weken loopt het project uit? A. één week B. twee weken C. drie weken D. vier weken A. Juist. Activiteit 2 heeft twee weken speling. Activiteit 4 duurt één week. Totaal mag activiteit 2 drie weken uitlopen voordat de doorlooptijd van het project in gevaar komt. Indien activiteit 2 vier weken uitloopt dan loopt het project één week uit. B. Onjuist. Als activiteit 2 vier weken uitloopt, is deze activiteit pas klaar na week 7. Activiteit 4 kan in week 6 of 7 uitgevoerd worden, dus loopt het project één week uit. C. Onjuist. Als activiteit 2 vier weken uitloopt, is deze activiteit pas klaar na week 7. Activiteit 4 kan in week 6 of 7 uitgevoerd worden, dus loopt het project één week uit. D. Onjuist. Als activiteit 2 vier weken uitloopt, is deze activiteit pas klaar na week 7. Activiteit 4 kan in week 6 of 7 uitgevoerd worden, dus loopt het project één week uit.
© EXIN, PPF
18/25
18 van 30 Zie onderstaande afbeelding.
Welke activiteiten uit deze balkenplanning liggen op het kritieke pad? A. de activiteiten 1, 2 en 3 B. de activiteiten 1, 2 en 4 C. de activiteiten 1, 3 en 4 A. Onjuist. De activiteiten die op het kritieke pad liggen zijn de activiteiten 1, 3 en 4; aangezien deze van elkaar afhankelijk zijn in tijd. B. Onjuist. De activiteiten die op het kritieke pad liggen zijn de activiteiten 1, 3 en 4; aangezien deze van elkaar afhankelijk zijn in tijd. C. Juist. De activiteiten die op het kritieke pad liggen zijn de activiteiten 1, 3 en 4; aangezien deze van elkaar afhankelijk zijn in tijd.
© EXIN, PPF
19/25
19 van 30 In een project wordt een nieuwe methode geïntroduceerd. De projectmedewerkers hebben nog geen kennis en ervaring met deze nieuwe methode. De kans bestaat dat het project gaat uitlopen. Wat is, volgens de definitie van risico, de bedreiging voor dit project? A. de organisatie van het project, die niet afgestemd is op de introductie van een nieuwe methode B. het ontbreken van kennis van en ervaring met de nieuwe methode bij de projectmedewerkers C. het uitlopen van het project A. Onjuist. De organisatie van het project heeft er in dit geval niets mee te maken. B. Juist. Bedreiging voor het project is dat de projectmedewerkers geen kennis hebben van, of ervaring met, deze nieuwe methode. C. Onjuist. Uitlopen van een project is de schade die het project oploopt.
20 van 30 Omdat een project dreigt uit te lopen, besluit men dat het testen van het systeem beperkt zal blijven tot het hoogst noodzakelijke. Met betrekking tot welk beheersaspect van GOKIT beheersaspect kan het projectresultaat door dit besluit schade oplopen? A. geld B. kwaliteit C. tijd A. Onjuist. Geld zal door deze maatregel geen schade oplopen. De kosten van het project zullen niet hoger worden. B. Juist. Door op testen te beperken loopt men het risico dat de kwaliteit van het eindresultaat minder is dan beoogd. C. Onjuist. Men wilt juist vertraging voorkomen.
© EXIN, PPF
20/25
21 van 30 Wat is het doel van risicoanalyse? A. het beheersen van de mogelijke risico's B. het in kaart brengen van de kosten van de risico's C. het opsporen en taxeren van de mogelijke risico's A. Onjuist. Dit is niet zinvol omdat niet alle risico's even belangrijk zijn om te beheersen. Dit zou te veel geld gaan kosten. B. Onjuist. Het in kaart brengen van de risico's is niet voldoende voor een risicoanalyse. C. Juist. Dit is bij risicomanagement aan de orde.
22 van 30 Wat is de eerste fase binnen de watervalmethode SDM? A. Basisontwerp B. Definitiestudie C. Informatieplanning A. Onjuist. Dit is de derde fase binnen SDM. B. Onjuist. De definitiestudie is de tweede fase. C. Juist. Ieder project binnen SDM begint met de fase 'Informatieplanning'.
23 van 30 Is het beoordelen van de haalbaarheid van de bedachte oplossing een doel van de fase Definitiestudie van de watervalmethode SDM? A. ja B. nee A. Juist. Dit is het doel van de fase 'Definitiestudie'. In de Definitiestudie wordt de technische, economische en sociale haalbaarheid van de bedachte oplossing beoordeeld. B. Onjuist. Dit is wel een doel van de fase 'Definitiestudie'.
© EXIN, PPF
21/25
24 van 30 Valt de activiteit 'het testen van het systeem' binnen de fase Invoering van de watervalmethode SDM? A. ja B. nee A. Onjuist. Het testen van het systeem behoort tot de fase Realisatie. Bij de fase Invoering wordt het systeem overgedragen en dan moet het systeem al getest zijn. B. Juist. Het testen van het systeem behoort tot de fase Realisatie.
25 van 30 De methode Rapid Application Development (RAD) bestaat uit verschillende fasen. In één van die fasen beoordelen de gebruikers het prototype en worden in het prototype de benodigde wijzigingen aangebracht. In welke fase gebeurt dit? A. Integratie B. Modellering C. Optimalisering D. Prototyping A. Juist. In de fase integratie gaan de gebruikers het prototype beoordelen en worden in het prototype de benodigde wijzigingen aangebracht. B. Onjuist. In de fase modellering worden de modellen ontwikkeld voor het te realiseren informatiesysteem. C. Onjuist. De fase optimalisering heeft tot doel het resultaat van de voorafgaande fase verder technisch en cosmetisch te vervolmaken. D. Onjuist. In de fase prototyping worden de modellen in de voorafgaande fase vertaald in een prototype.
© EXIN, PPF
22/25
26 van 30 In welke fase binnen de methode Rapid Application Development (RAD) wordt het functie- of het gegevensmodel vertaald in een prototype van het te realiseren systeem? A. Modellering B. Prototyping C. Integratie A. Onjuist. In de fase modellering wordt aan de hand van workshops het functie- en gegevensmodel ontworpen. B. Juist. In de fase prototypering wordt het functie- of het gegevensmodel vertaald in een prototype van het te realiseren systeem. C. Onjuist. In de fase integratie wordt het prototype door de gebruikers beoordeeld en wordt het prototype naar aanleiding van de beoordeling gewijzigd.
27 van 30 Bij de evolutionaire methode wordt het systeem stapsgewijs ontwikkeld.Na de stap uitvoering wordt het resultaat door de gebruikers beoordeeld. Wat is de volgende stap als het resultaat nog niet goed is? A. consolidatie B. definitiestudie C. evaluatie D. uitvoering A. Onjuist. De stap consolidatie wordt uitgevoerd als het resultaat goed is. B. Onjuist. De stap definitiestudie wordt vóór het evolutionair ontwikkelen opgesteld. C. Onjuist. Evaluatie is geen onderdeel van het iteratieve proces en wordt alleen uitgevoerd als het resultaat goed is. D. Juist. Als het resultaat nog niet goed is start men weer bij de stap uitvoering.
© EXIN, PPF
23/25
28 van 30 Wat is een onderdeel van een Projectdefinitie? A. de doelstelling van het project B. de risicoanalyse voor de uitvoering van het project C. de samenstelling van de projectstuurgroep D. de tijdsplanning van het project A. Juist. Doelstelling maakt onderdeel uit van een Projectdefinitie. Daarmee wordt aangegeven wat men met het project wil bereiken. B. Onjuist. Dit is pas in een later stadium aan de orde. C. Onjuist. Dit is pas in een later stadium aan de orde. D. Onjuist. De tijdsplanning maakt geen deel uit van de projectdefinitie. De tijdsplanning is onderdeel van de beschrijving van de beheersaspecten, die in het projectplan moeten worden opgenomen.
29 van 30 In welke projectmanagement fase wordt voor de eerste keer een risicoanalyse uitgevoerd? A. project beheersen B. project inrichten C. project voorbereiden A. Onjuist. Bij het beheersen van het project wordt de reeds opgestelde risicoanalyse periodiek geactualiseerd. B. Juist. Bij het inrichten van het project wordt een risicoanalyse uitgevoerd om vast te stellen welke maatregelen nodig zijn om de risico's te elimineren. C. Onjuist. In deze fase wordt de projectopdracht uitgevoerd om te komen tot goedkeuring voor het starten van het project. Er is dan nog te weinig informatie voor het uitvoeren van een gedetailleerde analyse.
30 van 30 In welk PRINCE2 proces wordt het Projectplan opgesteld? A. project opstarten B. project initiëren C. project plannen A. Onjuist. In dit proces wordt de projectopdracht opgesteld. Op basis van de projectopdracht besluit de stuurgroep of er een project gestart mag worden. B. Juist. In dit proces wordt door de projectleider het projectplan opgesteld. Hierin staat welke producten worden opgeleverd en welke werkzaamheden door wie moeten worden uitgevoerd. C. Onjuist. In het proces planning wordt de planning voor het project opgesteld. Deze fase wordt aangeroepen vanuit onder andere het proces project initiëren.
© EXIN, PPF
24/25
Beoordeling Het maximaal te behalen punten voor dit examen is 30. Bij het behalen van 20 punten of meer bent u geslaagd. In alle andere gevallen bent u gezakt. In onderstaande tabel wordt bij het aantal punten het bijbehorende cijfer gegeven. gezakt behaalde aantal punten 0–8 9 – 11 12 – 14 15 – 16 17 – 19
© EXIN, PPF
cijfer 1 2 3 4 5
geslaagd behaalde aantal punten 20 – 22 23 – 24 25 – 27 28 – 29 30
cijfer 6 7 8 9 10
25/25