voorbeeldexamen Information Systems Foundation
I-Tracks voorbeeldexamen ISyF Information Systems Foundation uitgave oktober 2003
inhoud 3 4 11
inleiding examenvragen antwoordindicatie
eerste uitgave oktober 2003 EXIN Kantoor Janssoenborch, Hoog Catharijne Godebaldkwartier 365, 3511 DT Utrecht Postbus 19147, 3501 DC Utrecht Telefoon (030) 234 48 11 Fax (030) 231 59 86 E-mail
[email protected] Internet http://www.exin.nl
Copyright © 2003 EXIN Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, opgeslagen in een dataverwerkend systeem of uitgezonden in enige vorm door middel van druk, fotokopie of welke andere vorm dan ook zonder toestemming van EXIN.
EXIN 2003, Information Systems Foundation
2/16
Inleiding Dit is het voorbeeldexamen Information Systems Foundation (ISyF). Het examen bestaat uit 30 meerkeuzevragen. Elke vraag heeft één correct antwoord. Elk goed beantwoorde vraag levert u 1 punt op. Het maximaal aantal te behalen punten is 30. Bij 20 punten of meer bent u geslaagd. De beschikbare tijd is 60 minuten. Aan deze gegevens kunnen geen rechten worden ontleend. Veel succes!
EXIN 2003, Information Systems Foundation
3/16
Examenvragen
1 van 30 Zie onderstaande afbeelding.
Gegeven in de afbeelding een informatieparadigma met genummerde pijlen. IS: informatiesysteem RS: reëel systeem Bij welke pijl hoort het begrip (be)sturing? A. B. C. D.
pijl 1 pijl 2 pijl 3 pijl 4
2 van 30 Maken mensen deel uit van een geautomatiseerd informatiesysteem? A. ja B. nee
EXIN 2003, Information Systems Foundation
4/16
3 van 30 Zie onderstaande afbeelding.
G1 = gebruiker(sgroep) 1 G2 = gebruiker(sgroep) 2 IS1 = formatiesysteem 1 IS2 = formatiesysteem 2 pijl = maakt gebruik van Ïs hier sprake van integratie van informatiesystemen? A. ja B. nee 4 van 30 Voor de positionering van een informatiesysteem worden de begrippen organisatie, informatiesysteem en informatietechnologie gebruikt. Tot welk van deze begrippen wordt een voorraadbeheersysteem gerekend? A. informatietechnologie B. informatiesysteem C. organisatie 5 van 30 Een supermarktconcern verzamelt de omzetgegevens van alle filialen. Deze gegevens worden verwerkt tot een omzetrapportage voor de directie. Waar is het verstrekken van de omzetinformatie aan de directie een voorbeeld van? A. informatiesysteem B. informatietechnologie C. informatieverzorging 6 van 30 Is het drastisch verbeteren van de klantgerichtheid een doel van Business Process Redesign (BPR)? A. ja B. nee
EXIN 2003, Information Systems Foundation
5/16
7 van 30 In welke component van een beslissingsmodel worden beslissingen genomen? A. besturend orgaan B. bestuurd systeem 8 van 30 Een beslissingsmodel bevat onder andere de componenten besturend systeem, bestuurd systeem en bestuurlijk informatiesysteem. Tot welke informatiestroom behoren stuurgegevens? A. tot de stroom van bestuurd systeem naar besturend systeem B. tot de stroom van besturend systeem naar bestuurd systeem 9 van 30 Een opleidingsinstituut doet een marktverkenningsonderzoek. Op basis van de resultaten wordt besloten onderwijs via Internet te gaan aanbieden. Wat is de aard van deze beslissing? A. strategisch B. tactisch C. operationeel 10 van 30 Tot welk deelproces van de informatieverzorging hoort de het invoeren van omzetgegevens in een werkblad? A. bewerken van gegevens B. vastleggen van gegevens C. verwerken van gegevens 11 van 30 Een bank biedt de mogelijkheid om geld over te boeken via Internet naar een andere rekening. Is dit een operationeel proces? A. ja B. nee 12 van 30 Tot welk toepassingsgebied behoort een Structured Decision System (SDS)? A. de besturende processen B. de operationele processen C. de producten en/of diensten
EXIN 2003, Information Systems Foundation
6/16
13 van 30 Een grote kruidenier wil het koopgedrag van klanten analyseren. Waar is dit een voorbeeld van? A. datamining B. datawarehousing 14 van 30 Wat is geen toepassing van e-commerce? A. B. C. D.
electronic data interchange (EDI) e-ticketing e-trading teleshopping
15 van 30 Een bedrijf wil een kennisbank opzetten en vullen voor probleemoplossingen ter ondersteuning van de onderhoudsdienst van de productieafdeling. Is dit een toepassing van Work Flow Management (WFM)? A. ja B. nee 16 van 30 Wat speelt geen rol bij groupware? A. B. C. D.
besturing van werkstromen coordinatie van activiteiten in een groep ontsluiting van veelal ongestructureerde gegevens uitwisseling van informatie tussen leden van een groep
17 van 30 Kan bij de invoering van Enterprise Resource Planning (ERP)-software rekening gehouden worden met specifieke bedrijfsbehoeften? A. ja B. nee 18 van 30 Op welk gebied zal Customer Relationship Management (CRM) software niet ingezet worden? A. B. C. D.
distributie marketing service verkoop
EXIN 2003, Information Systems Foundation
7/16
19 van 30 Informatieplanning maakt deel uit van de managementcyclus voor de informatieverzorging. Wat is de volgende stap in de managementcyclus? A. beheer B. evaluatie C. systeemontwikkeling 20 van 30 Bij de ontwikkeling van een nieuw informatiesysteem gaat een organisatie uit van het huidige informatiesysteem, waarvan men een verbeterde versie wil ontwikkelen. Hoe wordt deze ontwikkelmethode genoemd? A. deductie B. inductie 21 van 30 Welke combinatie van fasen of toestanden uit de levenscyclus van een informatiesysteem worden sequentieel doorlopen? A. Acceptatie en invoering, gebruik en exploitatie. B. Gebruik, exploitatie en wijzigen C. Informatiebeleid en -planning, ontwikkeling en acceptatie en invoering. 22 van 30 Bij een projectmatig aanpak van de ontwikkeling van een nieuw informatiesysteem wordt de levenscyclus van een informatiesysteem ingedeeld in een aantal fasen. Elke fase dient te worden afgesloten met een goede documentatie, dat als uitgangspunt dient voor de verdere ontwikkeling. Welke beslissing zal niet genomen kunnen worden op basis van de beschikbare documentatie aan het einde van een fase? A. B. C. D.
opnieuw uitvoeren van de fase overslaan van enkele fasen stoppen van het project uitvoeren van de volgende fase
23 van 30 Welke fase maakt deel uit van een automatiseringsproject? A. definitiestudie B. gebruik en beheer C. informatieplanning
EXIN 2003, Information Systems Foundation
8/16
24 van 30 Welke functionaris heeft de eindverantwoordelijkheid voor de informatievoorziening binnen een organisatie? A. B. C. D.
Bsiness Systems Analist Informatie-analist Informatie Architect Informatie Manager
25 van 30 Hoe wordt binnen DSDM de fase genoemd, waarin een kosten-baten analyse wordt gemaakt en de mogelijke oplossingen worden aangedragen? A. bedrijfsanalyse B. functioneel model iteratie C. toepasbaarheidsonderzoek 26 van 30 DSDM is een methode waarbij een informatiesysteem in korte ontwikkelcycli in delen wordt opgeleverd. Hoe wordt deze manier van ontwikkelen genoemd? A. evolutionair en lineair B. iteratief en incrementeel 27 van 30 Is DSDM gebaseerd op RAD? A. ja B. nee 28 van 30 De kwaliteitseisen aan een informatiesysteem kunnen worden onderverdeeld in een drietal categoriën. Tot welke categorie hoort de kwaliteitseis "controleerbaarheid"? A. beheerseisen B. eisen aan het product informatie C. gebruikseisen
EXIN 2003, Information Systems Foundation
9/16
29 van 30 Bij de ontwikkeling van een nieuw informatiesysteem is er een relatie tussen de eisen die aan het systeem worden gesteld en de kosten die daarmee zijn gemoeid. Hoe kan die relatie worden omschreven? A. De eisen die aan het systeem moeten worden gesteld staan voorop, de kosten zijn niet belangrijk. B. De ontwerper bepaalt welke eisen er aan het systeem worden gesteld en welke kosten hiermee zijn gemoeid. C. Er moet een juiste balans zijn tussen de eisen die aan het systeem worden gesteld en de kosten die dat met zich meebrengt. 30 van 30 Met behulp van welk kwaliteitsmodel kan het succes van een organisatie worden beoordeeld aan de hand van negen aandachtsgebieden met betrekking tot de organisatie en de resultaten? A. CMM B. INK C. ISO
EXIN 2003, Information Systems Foundation
10/16
Antwoordindicatie
1 van 30 A. Onjuist, pijl 1 staat bij een informatiestroom met informatie vanuit de omgeving. Pijl 1 heeft dus geen relatie met de (be)sturing van het RS. B. Onjuist, pijl 2 staat bij de informatiestroom met informatie ten behoeve van de omgeving. Pijl 2 bevat dus geen informatie voor het RS. C. Juist, pijl 3 staat bij de informatiestroom die informatie van het IS voor het RS bevat. Die informatie wordt sturingsinformatie genoemd. Met behulp van deze informatie wordt het RS bestuurd door het IS D. Onjuist, pijl 4 staat bij de informatie van het RS naar het IS. Deze stroom bevat informatie over het RS. 2 van 30 A. Juist, een geautomatiseerd informatiesysteem bestaat uit gegevens, de verwerking met behulp van hardware en software en procedures en mensen B. Onjuist, mensen vormen een onderdeel van een informatiesysteem. 3 van 30 A. Onjuist, voor integratie van informatiesystemen is overlap noodzakelijk. In de gegeven figuur hebben de informatiesystemen IS1 en IS2 geen overlap. B. Juist, omdat de informatiesystemen IS1 en IS2 geen overlap hebben is er geen sprake van integratie van informatiesystemen. 4 van 30 A. Onjuist, op het niveau informatietechnologie gaat het om de vraag HOE. Een informatiesysteem geeft antwoord op de vraag WAT. B. Juist, een voorraadbeheersysteem is een informatiesysteem. C. Onjuist, op het niveau organisatie gaat het om de vraag WAAROM. Een informatiesysteem geeft antwoord op de vraag WAT. 5 van 30 A. Onjuist, een informatiesysteem verstrekt zelf geen informatie, maar maakt informatieverzorging mogelijk. B. Onjuist, informatietechnologie zijn de middelen waaruit een informatiesysteem bestaat of waarvan het gebruik maakt. C. Juist, want het productieproces van de informatie heet informatieverzorging. 6 van 30 A. Juist, want het drastisch verbeteren van de klantgerichtheid is het uiteindelijke doel. B. Onjuist, want het drastisch verbeteren van klantgerichtheid is juist het doel van BPR. 7 van 30 A. Juist, het besturend systeem neemt beslissingen over wat er in het bestuurd systeem moet gebeuren. B. Onjuist, het bestuurd systeem voert de beslissingen uit, maar neemt ze niet.
EXIN 2003, Information Systems Foundation
11/16
8 van 30 A. Onjuist, tot de stroom van bestuurd systeem naar besturend systeem behoort informatie over het bestuurd systeem zelf. B. Juist, de stroom van besturend systeem nar bestuurd systeem bevat informatie waarmee het besturende systeem het bestuurd systeem aanstuurt. 9 van 30 A. Juist, er is een marktverkenningsonderzoek uitgevoerd. Daarbij gaat het om informatie over de markt; het gaat dus om externe, globale informatie. Het aanbieden van onderwijs via internet is een beslissing die eenmalig wordt genomen en die een grote impact heeft op het instituut als geheel. B. Onjuist, een tactische beslissing handelt over de inrichting van de organisatie; er is een mix van interne en externe informatie; de beslissing is niet eenmalig of geldig voor een lange termijn. C. Onjuist, een operationele beslissing heeft als kenmerken: programmeerbaar, korte termijn, herhaalbaar, weinig impact op de organisatie als geheel. De benodigde informatie is voornamelijk intern. 10 van 30 A. Onjuist, bewerken van gegevens houdt in dat op de ingevoerde gegevens een bewerking wordt uitgevoerd, bijvoorbeeld het aanpassen van het formaat of lettertype. B. Juist, het gaat alleen om het invoeren van gegevens. Dat is het vastleggen van gegevens. C. Onjuist, de gegevens worden niet verwerkt tot informatie; er is geen sprake van ordening bijvoorbeeld. 11 van 30 A. Onjuist, want het werken met Internet behoort tot het toepassingsgebied Producten en/of diensten. B. Juist, want het werken met Internet behoort tot het toepassingsgebied Producten en/of diensten. 12 van 30 A. Juist, een SDS is een vorm van automatisering van besturende processen. B. Onjuist, een SDS is een vorm van automatisering van besturende processen. C. Onjuist, een SDS is een vorm van automatisering van besturende processen. 13 van 30 A. Juist, dit is het analyseren van de informatie in een datawarehouse. B. Onjuist, datawarehousing is het opslaan van de gegevens die nodig zijn voor datamining. 14 van 30 A. B. C. D.
Juist, want EDI is electronische uitwisseling van gestructureerde gegevens tussen computers. Onjuist, want e-ticketing is een toepassing van e-commerce. Onjuist, want e-trading is een toepassing van e-commerce. Onjuist, want teleshopping is een toepassing van e-commerce.
15 van 30 A. Onjuist, dit is een ontwikkelingsproces en daarom geen WFM. B. Juist, dit is een ontwikkelingsproces en daarom geen WFM.
EXIN 2003, Information Systems Foundation
12/16
16 van 30 A. B. C. D.
Juist, dit is een kenmerk van WFM. Onjuist, dit is een kenmerk van Groupware. Onjuist, dit is een kenmerk van Groupware. Onjuist, dit is een kenmerk van Groupware.
17 van 30 A. Juist, via het instellen van parameters kan rekening gehouden worden met specifieke bedrijfsbehoeften. B. Onjuist, via het instellen van parameters kan juist wel rekening gehouden worden met specifieke bedrijfsbehoeften. 18 van 30 A. B. C. D.
Juist, distributie is vaak een onderdeel van ERP software. Onjuist, marketing is juist wel een toepassingsgebied van CRM. Onjuist,service is juist wel een toepassingsgebied van CRM. Onjuist,verkoop is juist wel een toepassingsgebied van CRM.
19 van 30 A. Onjuist, na het opstellen van een informatieplan is de volgende stap in het proces informatieplanning het ontwikkelen van een nieuw informatiesysteem. Het beheren van een informatiesysteem komt daarna pas. B. Onjuist, na het opstellen van een informatieplan is de volgende stap in het proces informatieplanning het ontwikkelen van een nieuw informatiesysteem. Het evalueren van de informatievoorziening komt pas na de fase beheer, waarna het informatieplan eventueel wordt bijgesteld. C. Juist, na het opstellen van een informatieplan is de volgende stap in het proces informatieplanning het ontwikkelen van een nieuw informatiesysteem. 20 van 30 A. Juist, deductie betekent afleiden uit de werkelijkheid, het nieuwe informatiesysteem wordt afgeleid van het in gebruik zijnde informatiesysteem. B. Onjuist, inductie betekent afleiden door logisch redeneren, dus niet uit de werkelijkheid, het nieuwe informatiesysteem wordt afgeleid uit de denkwereld, niet van het in gebruik zijnde informatiesysteem. 21 van 30 A. Onjuist, eerst worden de fasen informatiebeleid en -planning, ontwikkeling en acceptatie en invoering sequentieel, achter elkaar, doorlopen. Vervolgens worden de fasen gebruik, exploitatie en wijzigen parallel, naast elkaar, doorlopen. B. Onjuist, eerst worden de fasen informatiebeleid en -planning, ontwikkeling en acceptatie en invoering sequentieel, achter elkaar, doorlopen. Vervolgens worden de fasen gebruik, exploitatie en wijzigen parallel, naast elkaar, doorlopen. C. Juist, de fasen informatiebeleid en -planning, ontwikkeling en acceptatie en invoering worden sequentieel, achter elkaar, doorlopen.
EXIN 2003, Information Systems Foundation
13/16
22 van 30 A. Onjuist, het opnieuw uitvoeren van de fase is een beslissing die wel degelijk kan worden genomen op basis van de documentatie aan het einde van een fase. B. Juist, het overslaan van enkele fasen is een beslissing die niet kan worden genomen op basis van de documentatie aan het einde van een fase. Bij elk ontwikkeltraject moeten alle fasen worden doorlopen. C. Onjuist, het stopzetten van het hele project is een beslissing die wel degelijk kan worden genomen op basis van de documentatie aan het einde van een fase, bijvoorbeeld vanwege organisatorische en financiele consequenties. D. Onjuist, het uitvoeren van de volgende fase is een beslissing die wel degelijk kan worden genomen op basis van de documentatie aan het einde van een fase. 23 van 30 A. Juist, de fase definitiestudie is de eerste fase van een automatiseringsproject. B. Onjuist, de fase gebruik en beheer komt na de invoering van een informatiesysteem, en hoort daarmee niet tot het automatiseringsproject, aangezien deze activiteit continu moet worden uitgevoerd. C. Onjuist, de fase informatieplanning gaat vooraf aan een automatiseringsproject. 24 van 30 A. Onjuist, de Business Systems Analist is binnen een organisatie verantwoordelijk voor het ontwikkelen, verbeteren en implementeren van bedrijfsprocessen. De Informatie Manager is als staffunctionaris binnen een organisatie eindverantwoordelijk voor de informatievoorziening. B. Onjuist, de Informatie-analist analyseert de behoefte aan informatie en informatiesystemen binnen een organisatie. De Informatie Manager is als staffunctionaris binnen een organisatie eindverantwoordelijk voor de informatievoorziening. C. Onjuist, de Informatie Architect is binnen een organisatie verantwoordelijk voor de informatiearchitectuur en de integtratie van de informatiesystemen. De Informatie Manager is als staffunctionaris binnen een organisatie eindverantwoordelijk voor de informatievoorziening. D. Juist, de Informatie Manager is een staffunctionaris die binnen een organisatie de eindverantwoordelijkheid draagt voor de informatievoorziening. 25 van 30 A. Juist, de fase bedrijfsanalyse is bedoeld om inzicht te krijgen in de bedrijfsprocessen en de bijbehorende informatiebehoeften. In deze fase wordt ook een kosten-baten analyse gemaakt en worden de mogelijke oplossingen worden aangedragen. B. Onjuist, in de functioneel model iteratie worden de functionele en informatie-eisen uit de bedrijfsanalyse verder uitgewerkt. C. Onjuist, het toepasbaarheidsonderzoek is bedoeld om na te gaan of het starten van een ontwikkelingsproces zin heeft en of DSDM wel de aangewezen methode is. 26 van 30 A. Onjuist, iteratief en incrementeel ontwikkelen staan centraal bij DSDM, niet evolutionair en lineair ontwikkelen. B. Juist, iteratief en incrementeel ontwikkelen staan centraal bij DSDM.
EXIN 2003, Information Systems Foundation
14/16
27 van 30 A. Juist, DSDM is gebaseerd op de ervaringen met RAD van de leden van het DSDM Consortium. B. Onjuist, DSDM is gebaseerd op de ervaringen met RAD van de leden van het DSDM Consortium. 28 van 30 A. Onjuist, controleerbaarheid is geen beheerseis, maar een eis aan het product informatie. B. Juist, controleerbaarheid is een eis aan het product informatie. C. Onjuist, controleerbaarheid is geen gebruikseis, maar een eis aan het product informatie. 29 van 30 A. Onjuist, de eisen en de kosten moeten in balans zijn. B. Onjuist, de eisen en de kosten moeten in balans zijn en worden niet door de ontwerper bepaald, maar door de gebruiker. C. Juist, de eisen en de kosten moeten in balans zijn, met name kwaliteitseisen hebben een grote impact op de kosten van een informatiesysteem. 30 van 30 A. Onjuist, CMM is een kwaliteitsmodel voor procesbeheersing en verbetering. Het INK-model geeft een beoordeling van het succes van een organisatie aan de hand van negen aandachtsgebieden met betrekking tot de organisatie en de resultaten. B. Juist, het INK-model geeft een beoordeling van het succes van een organisatie aan de hand van negen aandachtsgebieden met betrekking tot de organisatie en de resultaten. C. Onjuist, het ISO-model is een algemeen kwaliteitsmodel. Het INK-model geeft een beoordeling van het succes van een organisatie aan de hand van negen aandachtsgebieden met betrekking tot de organisatie en de resultaten.
EXIN 2003, Information Systems Foundation
15/16
Beoordeling Het maximaal aantal te behalen punten voor dit examen is 30. Bij het behalen van 20 punten of meer bent u geslaagd. score 0 9 12 15 17 20 23 25 28 30
----------
8 11 14 16 19 22 24 27 29
----> ----> ----> ----> ----> ----> ----> ----> ----> ---->
cijfer 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10
EXIN 2003, Information Systems Foundation
16/16