Voor medewerkers in de diervoederindustrie
nummer 12
jaargang 4
december 2006
Werkvloer Besmettelijke dierziektes & de diervoederindustrie
In dit nummer o.a.
ding NL bied ding gsgebied en
4 februari 1997 Oost-Brabant (Uden)
1953 en 199 21 maart 20 Olst (Gelde
Brabant Ruiming 3 km stand
Gelderse va Ruiming 1 k
Wetens(W)aardig
4
Liebe Vellenga
5
Aanmoedigingsprijs
6
Jos Hooglugt
8
De afgelopen tien jaar is Nederland getroffen door drie zeer besmettelijke dierziektes. De laatste keer was het de vogelgriep. In februari 2003 werden de eerste gevallen geconstateerd. Achttien maanden en dertig miljoen stuks pluimvee verder was de uitbraak bedwongen. Besmettelijke dierziektes hebben niet alleen gevolgen voor de dieren zelf, maar voor de hele sector. De boeren die hun levende have moeten laten afmaken, de slachterijen die in één klap de aanvoer van slachtdieren zien teruglopen, maar ook de diervoedersector ervaart de gevolgen van een uitbraak. De omzet loopt terug, de ontsmettingsbakken verschijnen aan de ingang van de fabriek en de vrachtwagenchauffeur moet strenge hygiëne regels in acht nemen als hij voer aflevert bij de boer.
Europese afspraken Sinds de laatste uitbraak zijn binnen Europa afspraken gemaakt over hoe te handelen bij het uitbreken van besmettelijke dierziektes. Op het moment dat duidelijk wordt dat er een dierziekte heerst, wordt een
standstill afgekondigd. Dan is alle verkeer van en naar veehouderijen verboden, in principe gedurende 72 uur. Veehouders wordt aangeraden voor minstens drie dagen diervoeder op voorraad te hebben. Er zijn sectoren waar het voer zo gespecialiseerd is, dat
een voorraad houden niet mogelijk is, zoals in de pluimveehouderij en kalverhouderij. Dan is het mogelijk om toch voer te leveren, maar volgens het strikte hygiëne protocol van de Voedsel en Waren Autoriteit. Nederland is opgedeeld in compartimenten. Een compartiment is een gebied dat een bepaalde omvang en dichtheid van dieren heeft, bijvoorbeeld de Gelderse vallei, waar veel pluimvee zit. Tijdens de uitbraak is het vervoer tussen bedrijven van verschillende compartimenten beperkt of verboden waardoor de kans kleiner is dat het virus zich verspreidt. Daarbij gaat het niet alleen om vervoer van mogelijk besmette dieren, maar om alle vervoer en personen die op een besmet bedrijf komen. Dat geldt dus ook voor de chauffeur van diervoer. (Vervolg op pagina 2)
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
1
(Vervolg van pagina 1)
Havens NV in Maashees:
“Het is je eigen boterham” Bij Havens NV in Maashees hebben de laatste drie uitbraken van dierziektes geleid tot “een aantal actiepunten”, zegt Hans Graat, bedrijfsleider. Het bedrijf is alert op alle nieuws over dierziektes. Ook als de overheid nog geen maatregelen heeft afgekondigd, verschijnen de ontsmettingsbakken voor de fabriek en nemen de chauffeurs hun maatregelen als ze bij de boer voer afleveren. “Het is je eigen boterham”, zegt de bedrijfsleider en die visie wordt gedeeld door Loek Sanders, lid van de ondernemingsraad, en Frans Reijen, personeelsfunctionaris. Hans Graat heeft de laatste drie uitbraken meegemaakt. “We hebben een aantal actiepunten. Bij een uitbraak van dierziektes weet je dat een deel van de omzet wegvalt. Dat moet je opvangen. Je kijkt meteen naar het beheersbaar houden van de kosten. Je gaat vrachtwagens stilzetten, er worden geen overuren meer gedraaid, je kijkt of je iets kan bijsturen in de contracten over de aanvoer van grondstoffen. Gelukkig hebben wij een vrij breed assortiment. Havens produceert voer voor varkens, runderen, pluimvee en voor de hobbyvoedersector. Door die diversiteit ben je minder kwetsbaar. Er zijn nog nooit mensen ontslagen door een uitbraak van dierziektes.” Frans Reijen Vrije dagen Frans Reijen is personeelsfunctionaris en heeft de twee laatste uitbraken meegemaakt. Omdat bij een uitbraak de vraag naar voer daalt, neemt de productie in de fabriek af, dus ook het werk. “Om te beginnen zetten we de ploegendiensten om in dagdiensten. Dan kijk je naar de ATV dagen en vrije dagen. We vragen de werknemers deze dagen op te nemen als er toch weinig werk is. En als er geen ATV of vrije dagen meer staan, vragen we hen om die van het jaar daarop nu al op te
nemen. De eerste keer was dat niet makkelijk, want vrije dagen zijn heilig. We hebben ook een keer werktijdverkorting aangevraagd, maar die aanvraag is niet doorgezet, want het was niet echt kostenbesparend.” Werktijdverkorting is een regeling van de overheid waarbij de werkgever de werktijd van de werknemers kan verkorten in buitengewone omstandigheden die niet tot het normale ondernemersrisico vallen. Een uitbraak van een dierziekte kan zo’n omstandigheid zijn. De werkgever vraagt in dat geval een WW-uitkering aan voor de niet gewerkte uren van zijn werknemers. Weinig keuze Loek Sanders is operator en lid van de ondernemingraad van Havens. Hij heeft drie uitbraken meegemaakt. “Als het bedrijf wil dat we ATV en vrije dagen inleveren, moet ze instemming hebben van de ondernemingsraad. Binnen de OR was de ernst van de uitbraken altijd zeer duidelijk. Iedereen ziet gewoon dat er veel minder voer wordt afgenomen. Als OR moet je dan ook het bedrijfsbelang in acht nemen, vandaar dat voorgestelde maatregelen op instemming konden rekenen. Het is natuurlijk wel zo dat per geval de invloed op de bedrijfsvoering wordt bekeken. Je hebt ook weinig keuze. Je kunt mensen niet niks laten doen. Meestal stemt de ondernemingsraad in.” Zelf heeft hij in die periode minder uren gewerkt en verlofdagen opgenomen. Leerproces Bij Havens hebben ze geleerd van de afgelopen keren. Maar ook de overheid heeft lering getrokken uit het verleden; Nederland is nu ingedeeld in
compartimenten om zo bij een uitbraak meteen te kunnen handelen. Hans Graat: “Het is een leerproces voor de hele sector, tot de regering aan toe. Sinds de compartimentering worden bedrijven aangewezen die in een bepaald compartiment voer mogen leveren. Dat was in het begin wel even moeilijk, want dat betekende dat de concurrent ineens aan onze klanten leverde en wij aan zijn klanten. In moeilijke tijden moet je elkaar helpen.” Loek Sanders: “We hebben zeker lering getrokken uit voorgaande uitbraken. We reageren nu sneller wanneer de alarmbel gaat. De eerste keer was dat heel gestrest. Nu stellen we er ons meer op in. De planning en de buitendienst gaan meteen aan het werk. Zij bellen de klant met de vraag of hij nog voer nodig heeft. Want als het gebied wordt afgesloten, moet hij voldoende voer hebben.” Hans Graat: “De eerste keer duurde het lang voor er informatie kwam van de overheid. Nu is de regelgeving aangepast en gaat het veel sneller. Maar we letten ook zelf op. Als we iets horen, ook al is het in het noorden van het land, dan beginnen we meteen met de maatregelen die we moeten nemen. Er komen ontsmettingsbakken bij het bedrijf. De chauffeurs krijgen speciale kleding en zij moeten hun vrachtwagens ontsmetten voor ze het erf van de klant afrijden, ook al ontsmet die klant zelf.” Goede voorbeeld De eigen werknemers kunnen ook een risico vormen voor verspreiding van een virus. Zij worden gewaarschuwd voorzichtig te zijn in de omgang met dieren. Hans Graat: “We hebben geïnventariseerd wie van de werknemers
in contact met vee staat. Het is bijvoorbeeld niet toegestaan om tijdens een uitbraak van een dierziekte bij je broer te gaan helpen op de boerderij. Dat zijn dingen die we ook met de ondernemingsraad bespreken. We zorgen voor informatie op de publicatieborden van het bedrijf. Ik denk dat iedereen wel weet dat het direct effect heeft op hun eigen boterham.”
Hij geeft zelf het goede voorbeeld. “Thuis heb ik zelf kippen in de ren. Daar heb ik nu een fijn net overheen gegooid, want het ophokken van pluimvee is verplicht. Ik heb het ook met de buurman besproken, die ook kippen heeft. Ik vind dat je zoiets moet doen, het is in het belang van de hele sector.”
Loek Sanders 2
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
3
Wetens(W)aardig
Dierziekten en diervoeders
Klassieke Varkenspest (1997)
Recente uitbraken van besmettelijke dierziekten Klassieke varkenspest (KVP) Laatste uitbraak (vaccinatie tot 1986) Eerste melding NL Plaats/ gebied eerste melding Besmettingsgebied Maatregelen
Einde van de uitbraak Aantal dieren besmet Aantal dieren gedood
4 februari 1997 Oost-Brabant (Uden) Brabant Ruiming 3 km stand still 10 km
Eind januari 1998 700.000 (429 bedrijven) 8 miljoen
Het gemeenschappelijke van bovengenoemde dierziekten is dat al deze ziekten worden veroorzaakt door virussen. Tegen de genoemde virussen wordt al lange tijd niet meer geënt (in het verleden werd geënt tegen Mond- en klauwzeer en varkenspest), waardoor de dieren zelf geen extra weerstand tegen deze virussen hebben. Er moet dus alles worden gedaan om de virussen niet in contact te laten komen met de dieren.
drie kilometer. In een straal van tien kilometer was een standstill afgekondigd. Een jaar later, eind januari 1998, was de uitbraak bedongen. In totaal waren 700.000 dieren besmet, verspreid over 429 bedrijven. Acht miljoen varkens zijn geruimd.
Mond- en klauwzeer (MKZ) 1918 (vaccinatie tussen 1953 en 1992) 21 maart 2001 Olst (Gelderland) Gelderse vallei Ruiming 1 km, ringvaccinatie en ruiming tussen Arnhem, Apeldoorn, Zwolle Mei 2001 Ongeveer 70.000 (26 bedrijven) 270.000
Vogelgriep (AI) 1926
28 februari 2003 Barneveld (Gelderland) Gelderse vallei, zuid Limburg Ruiming voor bufferzone rond concentratiegebieden in Gelderland en Limburg
De afgelopen 10 jaren hebben alle veehouderijsectoren met zeer besmettelijke dierziekten te
maken gehad. De varkenshouderij met varkenspest, 22 augustus 2004 Ongeveer 70.000 (255 bedrijven) 30 miljoen
de rundveehouderij met Mond- en klauwzeer, de
pluimveehouderij met vogelgriep en de schapenhouderij met blauwtong.
Mond- en klauwzeer (2001) Op 21 maart 2001 werd de eerste melding gedaan van Mond- en klauwzeer (MKZ) in Olst, Gelderland. De laatste uitbraak was in 1918 geweest. Tussen 1953 en 1992 was het vee ingeënt. De Gelderse vallei was besmet. Alle dieren binnen een straal van één kilometer rond de besmette
Column
Op 4 februari 1997 werd de eerste melding van Klassieke Varkenspest (KVP) gedaan in Uden, Oost-Brabant. Er was al vele jaren geen uitbraak geweest, vooral omdat de varkens tot 1986 waren gevaccineerd tegen deze ziekte. Heel Brabant bleek besmet. Bedrijven met besmette dieren werden geruimd, inclusief alle bedrijven in een straal van
bedrijven werden geruimd. Tussen Arnhem, Apeldoorn en Zwolle werd in een ring gevaccineerd en daarbinnen geruimd. Mei 2001 was de uitbraak voorbij. Ongeveer 70.000 dieren waren besmet, verspreid over 26 bedrijven. 270.000 dieren zijn geruimd.
Het leed voor de dieren en de getroffen
veehouders en de schade voor de veehouders en toeleverende bedrijven is niet te beschrijven.
Je vraagt je dan meteen af “Is er dan niets te doen
Vogelgriep (2003) Op 28 februari 2003 werd de eerste Vogelgriep (Aviaire Influenza) geconstateerd in Barneveld, Gelderland. De laatste uitbraak was in 1926 geweest. Behalve de Gelderse Vallei was ook Zuid Limburg besmet. Er werd een bufferzone vastgesteld rond concentratiegebieden in Gelderland en
4
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
Limburg. Daarbinnen werd het pluimvee geruimd. Op 22 augustus 2004 was de besmetting bedwongen. Ongeveer 70.000 dieren waren besmet, verspreid over 255 bedrijven. Dertig miljoen kippen zijn geruimd.
aan deze zeer besmettelijke dierziekten?” Het antwoord is Ja en Nee!
Hoe kunnen de virussen dan worden binnengesleept of binnengebracht in een bedrijf? De verspreiding gaat doorgaans het allerbeste van dier naar dier bij direct contact (bijv. aankoop van dieren). Dit is echter lang niet altijd zo. Verspreiding van de virusziekten kan ook plaatsvinden doordat het virus van het ene dier naar het andere dier of van het ene bedrijf naar het andere bedrijf gebracht wordt, zonder dat de dieren rechtstreeks contact hebben. Virusdeeltjes kunnen soms worden overgebracht via de mest (laarzen) of overall. Hetzelfde geldt voor muizen en andere knaagdieren die zich in en rondom dierverblijven ophouden. Zelfs vliegen worden wel eens genoemd in verband met de overdracht en verspreiding van dierziekten. Ook bezoekers (vrienden, kennissen, maar ook de dierenarts, de diervoedervoorlichter en diervoedertransporteurs) en hun auto’s kunnen de oorzaak zijn van verspreiding van dierziekten. Bij een enkele virusziekte is verspreiding via de lucht ook mogelijk. In theorie is zelfs verspreiding via het voer mogelijk, echter er zijn geen aanwijzingen bij de genoemde dierziekte uitbraken geweest die er op duiden dat diervoeder een rol heeft gespeeld in de overdracht of verspreiding van deze dierziekten. Er zijn dus talloze mogelijkheden voor virussen om het bedrijf binnen te dringen. De veehouder kan alert zijn en allerlei hygiënemaatregelen treffen (bedrijfskleding, laarzen, ontsmettingsbakken, knaagdierenbestrijding), maar geheel in z’n eentje kan hij dat niet. Iedereen die op of in het bedrijf komt moet zich er steeds van bewust zijn dat virusziekten op de loer liggen. Ik ben dan ook erg ingenomen met de maatregelen die diervoederbedrijven nemen ten aanzien van personeel en diervoedertransporten. Het recent opgestelde hygiëneprotocol voor het transport van diervoeder kan hier ook een belangrijke bijdrage aan leveren. In dit protocol worden de (zeer effectieve en toch praktische) maatregelen beschreven, waar diervoedertransporteurs zich aan moeten houden bij een uitbraak van een zeer besmettelijke dierziekte of bij een verdenking hiervan. Liebe Vellenga, Hoofd Bureau Kwaliteitsbeleid Productschap Diervoeder Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
5
Diervoederfabrikant krijgt aanmoedigingsprijs
Uitslag enquête Werkvloer numme r 11
Cehave Landbouwbelang heeft op woensdag 14 november jl. voor het EVC-project de Aanmoedigingsprijs 2006 ontvangen; deze bestond uit een geldbedrag van 1250 euro en een kunstwerk. Het diervoederbedrijf in Veghel is het eerste in de sector dat via deze methode structureel werkt aan het verbeteren van de kwaliteit van de eigen medewerkers. De jury van het Kenniscentrum EVC heeft de prijs toegekend aan Cehave Landbouwbelang vanwege de grote inzetbaarheid van werknemers en hoopt op een voorbeeldfunctie voor andere bedrijven binnen en buiten de branche. Veel mensen in de sector hebben een hogere leeftijd en een lager opleidingsniveau, maar wel jarenlange werkervaring. Met het EVCproject kunnen zij deze werkervaring laten erkennen in officiële diploma’s of certificaten. Een grotere inzetbaarheid van gediplomeerde werknemers, zowel binnen als buiten het eigen bedrijf, is het resultaat. Het diplomeren op basis van werkervaring draagt bovendien positief bij aan de werkmotivatie.
jaargan g 4
oktober 2006
Werkvloer
erkers Voor medew
derindu in de diervoe
strie
en aa n ee n Sa m en we rk nd be dr ijf zo ge en g ve ili
kan kiezen De werkgever te hebben (RI&E). satie & Evaluatie arbodienst. om een Risico Inventari van een externe zijn getroffen de werkgever maatregelen voor een RI&E De Arbowet verplicht ja, wat dan van Nevedi of voldoende voorzorgs gedaan. En zo branche RI&E in het bedrijf kan/moet worden voor de (digitale) de r nagaat of er en of er meer schatten van in dat de werkgeve betekent het te voorkomen Een RI&E houdt maakt deel de werknemers gevaren. Evalueren ngsmaatregelen gezondheid van brengen van de schade aan de hier het in kaart aanpak met verbeteri undige. van betekent plan seren st of een arbo-desk een norm. Een precies. Inventari door een arbodien die risico’s met vergelijken van worden getoetst risico’s en het toetsing. de RI&E moeten van lichtere een De resultaten volstaan met uit van de RI&E. of minder kunnen 25 werknemers Bedrijven met
er o.a. In dit numm
2
Wil van de Fliert
3
Wetens( W)aardig
4
Cees Neels te spoom risico’s op RI&E is bedoeld n terug aantal ongevalle ren en zo het te gezondheidsschade te brengen en …’, werkhadden geluisterd is goed voor de eens naar ons beperken. Dat vaak.” is minder ziektever de werknemers gever, want er want zo zeiden de werknemer, de Arbeidsinspectie van voor en studies zuim, “Uit van de kleine ziek van zijn werk. Analyse wordt hij niet n blijkt dat de helft satie niet wegneme is een mooi instruRisico Inventari “Je kunt de risico’s De digitale RI&E bedrijven geen te werdat je knelpunten af heeft. Grote gevaar bestaat door een lijstje ment, maar het en. en Evaluatie (RI&E) blijkt r blijft zitten om vijf jaar te controler het wel. Ook de om compute en de hebben bedrijven naar de ken van de achter iemand van een in plaats van dat de kwaliteit Je moet ook niet hem in te vullen uit onderzoek alle de oplossingen Want dat is het overlaat. Niet technisch bureau werkplek te kijken. RI&E te wensen de en dan is het meteen van de RI&E: dat in kaart gebracht laten geven, want belangrijkste risico’s worden kers in , terwijl het adeniet medewer probleem is de een technisch werkgever met organihet plan van aanpak en en derde probleem in de zeggen dat een gaat over de knelpunt misschien een quaat. Je kunt dat kneleen is, een gesprek hoe over goed kijken ideeën RI&E’s e satie is. Je moet hen vraagt naar van de opgesteld maken. kers weten vaak , een analyse een derde slecht.” punt is ontstaan oplossing. Medewer jke derde matig en Dat snel naar persoonli de risico’s zijn. En ook niet te heel goed wat ik onderelen grijpen. Dat vaak tegen toen is Jan Popma, beschermingsmidd kwam ik vroeger is Aan het woord aan ze nou liggend, maar standigheden ngen gaf. ‘Als lijkt voor de hand nog OR-traini zoeker arbeidsom . m. “De beste oplossing van Amsterda niet altijd de krijg je de Universiteit erbij betrekt, Als je de mensen l van RI&E is onderdee draagvlak. De arbeidsvan de de communicatie, hoe je in het bedrijf, verhoudingen je Bovendien kun met elkaar omgaat. voorlichting en ook werken aan werkals je met de bewustwording over de risico’s. nemers praat stanin de arbeidsom Investeringen zich snel terug, verdienen digheden studies. Denk dat blijkt uit allerlei van uitgesteld maar aan de kosten n van een verzuim, het voorkome deook aan letselscha ongeval, maar schade.” claims of reputatie
n geluisterd...’, naar ons hadde ”’Als ze nou eens emers vaak”. zeggen werkn
Jan Popma:
Bij de 11e editie van de Werkvloer van oktober 2006 was een enquêteformulier gevoegd, een evaluatiemoment voor de redactie om nog beter in te kunnen spelen op de wensen van de lezer. De inzendtermijn is inmiddels verstreken en de balans opgemaakt.
Zorgloket per 1 januari 2007 In Werkvloer 10 is aandacht besteed aan de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen (WIA), welke in de plaats gekomen is van de Wet Arbeidsongeschiktheid (WAO). De theorie van deze nieuwe wet is een lastig verhaal. Het gaat om tijdspaden, verschillende percentages loonbetaling tijdens ziekte, Verbeterde Wet Poortwachter en aanvullende CAO-afspraken. Naar aanleiding hiervan heeft het Productschap Diervoeder (PDV), in overleg met de CAO-partijen, besloten tot het oprichten van het Zorgloket per 1 januari 2007. Bij het Zorgloket kun je terecht met vragen die betrekking hebben op de WIA, Verbeterde Wet
Poortwachter en overige vragen met betrekking tot het ziekteverzuim(beleid). Het Zorgloket is in eerste aanleg bedoeld voor werknemers, maar ook werkgevers kunnen hier gebruik van maken. Op de website van het PDV is een lijst met meest gestelde vragen (FAQ’s) beschikbaar en is tevens meer informatie te vinden, zoals een overzicht “WIA stap voor stap” waarin beschreven staat wat de verantwoordelijkheden zijn van werkgever en werknemer gedurende de eerste twee jaar van het ziekteverzuim. Het Zorgloket is bereikbaar onder het telefoonnummer 070-370 84 32. Het is ook mogelijk te mailen naar
[email protected].
Reacties zijn vooral afkomstig uit de middelgrote (101 – 200 personeelsleden) en grote (>200 personeelsleden) bedrijven , vanuit alle geledingen binnen het bedrijf, maar vooral van productie- en administratief medewerkers. Opvallend veel respondenten zijn vakbondlid en/of kaderlid. (Vervolg op pagina
2)
4 oktober 2006 11 jaargang Werkvloer nummer
1
Werkvloer wordt over het algemeen positief gewaardeerd; informatief, interessant en afwisselend. De overzichtelijkheid en duidelijkheid worden als goed bestempeld, evenals het beeldmateriaal. De strip wordt niet door iedereen gelezen. De vaste rubrieken worden over het algemeen goed gewaardeerd; de column, de wetens(w)aardigheden en de korte berichten krijgen in sommige gevallen het predikaat ‘redelijk’. Als ontbrekende onderwerpen wordt ‘bedrijfsachtergronden’ het meest genoemd, met ‘marktverkenning’ op een goede tweede plaats.
Wat bij Cehave Landbouwbelang is begonnen als een pilot, groeide al snel uit tot een bedrijfsbreed project waaraan meer dan 500 werknemers deelnemen. Inmiddels is ook bij een tweede voerfabrikant gestart met een EVC-traject. Het Productschap Diervoeder hoopt dat meer bedrijven kunnen worden overtuigd van nut en noodzaak om het kwaliteitsniveau van de medewerkers te verhogen. Om de sector te overtuigen van de mogelijkheden van EVC bij kleinere en middelgrote bedrijven wordt een tweede pilot gestart. Indien u interesse heeft in EVC of in deelname aan deze pilot kunt u contact opnemen met de scholingsconsulent van het Productschap Diervoeder, tel. 070-370 85 32 of mail naar
[email protected]. 6
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
Met de tips die zijn ontvangen wil de redactie graag iets doen!! Veelvuldig is aangegeven dat het formaat van de krant erg onhandig is. Zoals u ziet, heeft de redactie daar meteen iets mee gedaan; een handig A4 formaat met 8 kantjes informatie! Hiermee is tevens voldaan aan de wens van de lezer om méér informatie in de krant te plaatsen. Het opnemen van de ontbrekende onderwerpen zal door de redactie nog serieus worden bekeken. Uit de inzendingen zijn tien winnaars getrokken. Zij hebben de bioscoopbonnen inmiddels toegezonden gekregen.
Themadag RI&E De Wet op de Ondernemingsraden kent de ondernemingsraad (OR) een belangrijke rol toe bij de uitvoering van de Risico-Inventarisatie en -Evaluatie (RI&E). Al was het maar omdat je als werknemer de risico’s dikwijls aan den lijve ondervindt. Is er geen OR, maar bijvoorbeeld een personeelsvertegenwoordiging (PVT) dan speelt die een rol bij de RI&E. En natuurlijk houden de actieve leden van vakbonden een oogje in het zeil. Dit alles onder het motto “Voorkomen is beter dan genezen”. Toch blijft het lastig om alle risico’s goed te (laten) inventariseren. Laat staan om in overleg met de werkgever de problemen op te lossen. Daarom organiseert het Productschap Diervoeder (PDV) in samen-
werking met de vakbonden CNV Bedrijvenbond en FNV Bondgenoten op 5 februari 2007 een themadag en een vervolgdag om OR-en, PVT-en en actieve leden van vakbonden te ondersteunen in hun rol bij de RI&E. Op deze dag krijgen werknemers informatie waarmee zij zelf in de praktijk aan de slag kunnen. Op de tweede dag, medio april, worden opgestelde RI&E’s besproken en knelpunten geïnventariseerd. Beide dagen bieden tevens de gelegenheid om collega OR-, PVT- en kaderleden uit andere mengvoerbedrijven te ontmoeten en ervaringen uit te wisselen. Vakbondsleden krijgen in januari 2007 een uitnodiging.
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
7
Colofon
Werkvloer beroep: controlevakspecialist bij de Algemene Inspectiedienst (AID) Werkvloer is een gezamenlijke uitgave van CNV BedrijvenBond en FNV Bondgenoten. Deze uitgave
Jos Hooglugt:
verschijnt vier keer per jaar.
“Je blijft met de voeten in de
Redactie Kees Lommers en Manou van der Meulen (PDV), Aranka Ouwehand (FNV Bondgenoten), Ronald Zwijnenburg (CNV BedrijvenBond),
klei staan.”
Mieka Vroom
Teksten
onderzoeksbureaus, maar ik doe ook nog steeds controles. Je blijft met de voeten in de klei staan. Het leuke van het werk van een controleur is dat je met iedereen praat. Het ene moment spreek je de man aan het afzakapparaat en vijf minuten later zit je aan het eikenhouten bureau van de directeur.”
Manou van der Meulen Mieka Vroom
Foto’s: Jan Lankveld
Strip Oli4
“Op de bedrijven waar je komt, word je met de nodige argwaan bekeken. Maar als je transparant werkt, krijg je alle medewerking bij het onderzoek. Eén bedrijf heb ik drie keer bezocht en elke keer kreeg ik koffie!” Jos Hooglugt is één van de drie controlevakspecialisten bij de Algemene Inspectiedienst (AID). Hij controleert diergeneesmiddelen en diervoeder, met de nadruk op de laatste sector. En soms gaat hij ook zelf de boer op, als controleur.
Eigen onderzoek Behalve het werk als opsporingsambtenaar doet de AID ook eigen onderzoek bij het vermoeden van een strafbaar feit. “We hebben bijvoorbeeld een risicoanalyse gedaan in de veehouderijsector. Hieruit bleek dat zogenaamde brijboeren een mogelijk risico zijn, omdat zij zelf allerlei voedermiddelen kopen en mengen. Uit de analyse van de controles bleek dat de naleving van wettelijke voorschriften beter was dan we hadden verwacht. Dit jaar hebben we het project Tulipa gehad. Uit onderzoek bleek dat afgebroeide bloembollen met bestrijdingsmiddelen als veevoeder aan rundveehouders werden geleverd. Dat is verboden. Na een nulmeting hebben we de sector en de tulpenbroeiers via persberichten en advertenties op de hoogte gesteld van het risico onder het motto ‘liever gewaarschuwd, dan bekeurd’. Dat heeft effect gehad, blijkt uit vervolgonderzoek.”
Vormgeving Cees van Rutten Grafische Vormgeving bno
Drukwerk Joh. Enschedé Amsterdam
Redactieadres Productschap Diervoeder T.a.v. Redactie Werkvloer Postbus 29739 2502 LS Den Haag
Productschap Diervoeder
Voeding
Reageren op Werkvloer? Wilt u reageren op Werkvloer? Dat kan. U kunt bellen, schrijven of mailen met commentaar,
Jos Hooglugt begon 27 jaar geleden als controleur diervoeder voor Gelderland en Overijssel. Vier jaar geleden werd hij vakspecialist in West Nederland. Een controleur is opsporingsambtenaar. “Als de Voedsel en Waren Autoriteit (VWA) een overtreding aan ons meldt, doen wij het onderzoek naar de oorzaak, maken zonodig proces-verbaal op en sturen dat naar Justitie.” Als vakspecialist is hij meer inhoudelijk bezig. Hij houdt de ontwikkelingen bij op het vaktechnische en juridische vlak en hij geeft instructie aan de controleurs. Daarnaast houdt hij contact met andere organisaties, zoals het Ministerie van Landbouw, Justitie en de VWA. “Ik zit nu tachtig procent van de tijd achter het bureau, ik vergader en overleg met 8
Werkvloer nummer 12 jaargang 4 december 2006
‘Ons voer, uw voedsel’ “De productie van diervoeders is een vak op zich. De kolom die het diervoeder produceert, zorgt voor de eerste stap in de voedselveiligheid. Het is het begin van het voedsel voor mensen. Als daar iets mis gaat, gaat het in de hele keten mis. ‘Ons voer, uw voedsel’ zag ik laatst op een vrachtwagen van een mengvoederbedrijf. Zo is het. Er hebben zich een aantal calamiteiten voorgedaan in het verleden: MPA, Dioxine, BSE. Maar dat waren, behalve de BSE, allemaal incidenten. De sector is het probleem wel serieuzer gaan nemen in de loop van de jaren. ‘Prijskopen’ is er niet meer bij. Je kunt het niet meer verantwoorden om te rotzooien, want als het fout gaat, gaat je bedrijf dicht.”
vragen en suggesties naar: Redactie Werkvloer e-mail:
[email protected] of FNV Bondgenoten: 030-2 738 222 (Aranka Ouwehand) e-mail:
[email protected] CNV BedrijvenBond: 055-526 42 50 (Ronald Zwijnenburg) e-mail:
[email protected]
U kunt Werkvloer ook in digitale vorm ontvangen. Stuur een mail naar de redactie van Werkvloer en de volgende editie wordt digitaal verstuurd.
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Productschap Diervoeder. Suggesties en ideeën voor Werkvloer zijn van harte welkom. Neem dan wel tijdig contact op met de redactie.
ISSN 1572-5251