Voor medewerkers in de dier voederindustrie
nummer 26
jaargang 8
september 2010
Carolien van de Ven
Receptioniste/telefoniste In dit nummer o.a.
2
Antibiotica
4
Nutritionist
6
Het beroep
8
Column
in diervoedersector
over antibiotica
Receptioniste/telefoniste
Alex Blonk
alternatief antibiotica begonnen
Zoektocht
Antibiotica in de diervoedersector: wat zijn de ge vol gen van het gebruik ervan voor dier, werk nemer en consument? Worden bacteriën straks resistent als antibiotica gebruikt blijft worden? Wat mag nog wel en wat (straks) niet meer? Over de voors en tegens van het gebruik van antibiotica – voor mensen, dieren en voor de bedrijfsvoering – spraken we met Gert-Jan Buunk van De Hoop Mengvoeders en
Ludo Hellebrekers van de Koninklijke Nederland se Maatschappij voor Dier geneeskunde.
T
ientallen jaren was het de gewoonste zaak van de wereld dat er antibiotica aan diervoeder werd toegevoegd. Het gebruik ervan is minder geworden sinds vanaf 2000 antimicrobiële groeibevorderaars (AMGB’S) geleidelijk uitgefaseerd werden. Sinds een jaar of vier zijn alle AMGB’s in de EU verboden en mogen alleen nog antibiotica worden toegevoegd om zieke dieren te genezen. Daarvoor is altijd een attest of recept van de dierenarts nodig.
Resistentieproblematiek Er is de afgelopen jaren een brede discussie gevoerd over de gevolgen van het gebruik van antibiotica in diervoeder voor diergeneeskundig gebruik en over mogelijke alternatieven, vertelt Ludo Hellebrekers, voorzitter van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD). “De eerste antibiotica die rond de eeuwwisseling werden verboden, werden ingezet als AMGB’s.
De discussie ging daarna echter al snel over antibioticaresistentie die kan ontstaan bij bacteriën, reden waarom uiteindelijk al het gebruik van AMGB’s in diervoeder verboden werd.” Overheden, organisaties uit de mengvoederindustrie en experts zoals van de KNMvD buigen zich nu over praktische oplossingen voor deze kwestie. Er is een commitment van alle partijen om tot een duidelijke beperking in het gebruik van antibiotica in het algemeen, maar zeker ook in en via mengvoeder te komen. Centraal in de discussie staat de zorg die heerst over de mogelijke resistentie van bacteriën als gevolg van het gebruik van antibiotica (zie kader).
Gevolgen antibiotica: de fabriek De impact van het gebruik van antibiotica is door het verbod op AMGB’s niet minder geworden, aangezien de groeibevorderende antibiotica nooit in de fabriek werd toegevoegd maar in de premixen zat, vertelt Gert-Jan Buunk, directeur van familiebedrijf De Hoop Mengvoeders in Zelhem. De Hoop is landelijk actief, vooral in pluimveevoeder en daarnaast varkensvoeder. Het familiebedrijf bestaat sinds 1906 en inmiddels staat de vierde generatie aan het roer. Volgens Gert-Jan Buunk heeft het gebruik van antibiotica in diervoeder gevolgen voor zowel de werknemers als voor de bedrijfsvoering. ”De antibiotica die we nu nog toevoegen aan specifieke partijen voor klanten, moest altijd al in de fabriek toegevoegd worden. Dat is niet veranderd.”
“Door goede bescherming maken onze Impact op werknemers Gert-Jan Buunk benadrukt dat bij De Hoop zelf de impact van het gebruik van antibiotica op werknemers minimaal is. “In onze fabriek wordt alleen antibiotica toegevoegd aan varkensvoeder, wat niet ons grootste volume is. We hebben voor het toevoegen van antibiotica op attest van de dierenarts een gesloten systeem, waarbij via een aparte leiding antibiotica wordt toegevoegd. Die leiding wordt daarna meteen weer afgesloten. Er bestaat dus geen gevaar voor het achterblijven van antibiotica in het productieproces.” De werknemers die bij De Hoop antibiotica moeten toevoegen, werken allemaal met beschermende kleding en middelen die het lichaam volledig bedekken, waaronder speciale brillen, mondkapjes en handschoenen. De reden daarvoor is duidelijk: antibiotica kan zowel via mond, neus als via de huid het lichaam binnenkomen. “Maar onze mensen maken zich geen zorgen over het in contact komen met antibiotica. Daarvoor worden ze te goed afgeschermd. Ze zijn zich er zelf goed van bewust dat ze die beschermende middelen moeten dragen, want resistentie tegen antibiotica kan gevaarlijk zijn als je in het ziekenhuis komt en antibiotica daar niet
2
Ludo Hellebrekers
Werkvloer nummer 26 jaargang 8 september 2010
meer werkt omdat bacteriën resistent geworden zijn. Ik heb het idee dat dergelijke maatregelen gemeengoed zijn in de diervoederindustrie.”
Impact op bedrijfsvoering Op het gebied van bedrijfsvoering ziet Buunk nog wel degelijk problemen als gevolg van het toevoegen van antibiotica. “Puur verslepingstechnisch bedoel ik. Waar het om gaat is dat antibiotica aan de wanden van silo’s blijft plakken, een hygroscopisch effect. De antibiotica neemt vocht op en blijft dan op de wand van silo’s achter. Het gevolg is dat we charges zo moeten plannen dat er een partij diervoeder volgt waarbij het geen probleem is dat er restanten antibioticum in het voeder zit, zodat de silo daarna weer schoon is. Dat vergt nogal wat bij het plannen van de productie.” De directeur van De Hoop vindt de impact op de bedrijfsvoering niet dusdanig groot dat hij zo snel mogelijk af wil van het toevoegen van antibiotica. “Als er een goed alternatief komt, ben ik daar geen tegenstander van. Maar dat zal niet van vandaag op morgen gebeuren. Steeds meer klanten begrijpen wel dat dit voor de productie niet handig is, maar voor hen betekent het wel gemak. Het voordeel van antibiotica direct aan dieren geven die het nodig hebben, is dat je veel minder nodig hebt en veel effectiever kan doseren.”
Alternatieven Brancheorganisatie Nevedi heeft overigens al diverse alternatieven voor antibiotica in diervoeder geopperd, stelt Hellebrekers. “Een mogelijkheid is het volledig vervangen van antibiotica in voeder met alternatieve methoden als koppelbehandeling via het water of individueel behandelen van dieren.” De andere oplossing is het opzetten van aparte productielijnen waar alleen medicinale charges geproduceerd worden. Grote mengvoederbedrijven kunnen dit zelf realiseren, kleinere bedrijven
Resistentieproblematiek De resistentieproblematiek rondom het gebruik van antibiotica voor ziektebestrijding is vrij complex. • De dieren, maar ook de boer zelf en de eindconsument kunnen problemen krijgen als resistente ziekteverwekkers niet langer reageren op behandeling met antibiotica. Waar bij de MRSAbacterie de consument nog niet direct in gevaar is via voedsel, wordt bij ESBL- vormende bacteriën nu nadrukkelijk gekeken of dit een direct voedselgerelateerd probleem vormt voor de gezondheid van de consument. Er moet in geval van gemedicineerd voeder gezorgd worden voor een gelijkmatige verdeling van de antibiotica door het mengvoeder, iets wat met goede waarborgen nog wel te realiseren is, maar zeker niet altijd lukt. • Daarnaast is het zo dat zieke dieren minder eten dan gezonde dieren, en dus ook minder medicatie binnenkrijgen. Voor een correcte behandeling is het mengen van antibiotica door het voeder dus niet automatisch de beste methode, want de dieren voor wie het bedoeld is krijgen juist de laagste dosering, wat het resistent worden van de ziekteverwekkers bevordert. • Een derde probleem betreft de versleping van antibiotica van medicinale voedercharges naar de volgende, niet-gemedicineerde charges. Dit probleem heeft zowel met resistentie te maken als met de bedrijfsvoering (productieplanning). Omdat er nog een lage concentratie antibiotica zit in charges die na de medicinale charge gemaakt worden, kunnen aanwezige bacteriën in gezonde dieren ook resistentie ontwikkelen.
zouden daarvoor moeten samenwerken. In theorie is de tweede oplossing een goed deelalternatief voor de huidige situatie, in de praktijk lastig te realiseren. Hellebrekers benadrukt dat alle partijen uit het mengvoederkanaal, van producent tot eindklant, kritisch kijken naar de huidige
mensen zich geen zorgen over het in contact komen met antibiotica.” Gert-Jan Buunk
methode. “Men weet heel goed dat, los van eventuele EU-richtlijnen, de steeds kritischer consument en de impact op de volksgezondheid de huidige koppelbehandeling via voeder steeds onhoudbaarder maken. Het gebruik zal voorlopig niet helemaal verdwijnen, maar de alternatieven van koppelbehandeling via water en individuele behandeling zullen belangrijker worden. Voor pluimvee is individuele behandeling natuurlijk niet aan de orde. Bij varkens en runderen is een combinatie van toediening via water en individuele behandeling van zieke dieren mogelijk.”
Werkvloer nummer 26 jaargang 8 september 2010
3
Einde van antibiotica in diervoeder nadert Wat is antibiotica eigenlijk en waarom wordt dit in het diervoeder verwerkt? Wat is de rol van de nutritionist bij antibiotica? Als er minder anti biotica in het voeder gaat, komt dan de voedsel veiligheid in het geding, of is minder antibiotica juist nodig voor een betere voedselveiligheid?
I
sidorus Mengvoeders is actief in Zuid-Nederland en België. Het bedrijf produceert varkensvoeder en pluimveevoeder en is gevestigd in Weert, Limburg. Bij Isidorus wordt met name in varkensvoeder antibiotica toegevoegd op attest (recept) van de dierenarts. Mary-Ann Bongarts , nutritionist bij Isidorus, is samen met collega Stef Lefebure verantwoordelijk voor de samenstelling van alle mengvoeders die de fabriek van Isidorus verlaten. Daarbij is Mary-Ann Bongarts vooral verantwoordelijk voor pluimveevoeder, terwijl Stef Lefebure zich bezighoudt met de samenstelling van varkensvoeder.
Groeibevorderend Volgens Mary-Ann Bongarts werden er in de afgelopen decennia twee soorten antibiotica gebruikt in veevoeder. De eerste variant bestond uit antimicrobiële groeibevorderaars (AMGB’s), vooral gericht op het beperken van de hoeveelheid voeder die dieren nodig hadden om te groeien. De tweede variant bestaat uit curatieve
antibiotica, die alleen in voeder wordt gemengd op attest van de dierenarts. “De eerste variant is sinds 2000 geleidelijk uitgefaseerd op basis van EU-richtlijnen”, vertelt Mary-Ann. “Per 1 januari 2006 is EUwijd al het gebruik van AMGB’s verboden. De voornaamste reden is de vrees van overheden voor het ontstaan van resistentie bij mensen als eindconsumenten van vlees met antibiotica.”
Streep door gebruik Met dat verbod is een streep gezet door een groot deel van het gebruik van antibiotica in mengvoeder. Wat overblijft, is de op genezing gerichte antibiotica die in aparte partijen mengvoeder wordt verwerkt. Voor bijvoorbeeld ontworming of het voorkomen van streptokokken of longontstekingen, waarbij een dierenarts de eindverantwoordelijkheid heeft. Hij of zij schrijft een attest met daarin het soort antibiotica en de dosering. “Het gebruik hiervan wordt door verdergaande regelgeving van de overheid ook steeds complexer”, vertelt Mary-Ann. De rol van de nutritionist is bij het verwerken van antibiotica beperkt. Hij of zij heeft weliswaar de eindverantwoordelijkheid voor de samenstelling van al het voeder dat de fabriek verlaat, maar daar kan niks mis mee zijn als er geen fouten in de productie gemaakt worden. Mary-Ann: “De dierenarts heeft de eindverantwoordelijkheid voor de antibiotica. Wij bepalen alleen de samenstelling van het veevoeder, inclusief antibiotica, op basis van het attest van de dierenarts.” Hoewel Mary-Ann ten tijde van het volledig verbod op gebruik van antimicrobiële antibiotica vreesde voor de gevolgen voor de
“De link tussen dierenwelzijn en diervoeder is steeds belangrijker geworden voor mengvoederbedrijven” John de Wolde scant de antibiotica en voegt het toe aan het mengvoeder
4
Stef Lefebure en Mary-Ann Bongarts
voedingswaarde van het voeder, bleven de gevolgen beperkt. Door het gebruik van andere grondstoffen met een hogere voedingswaarde en betere verteerbaarheid en het verwerken van toevoegingen als zuren en enzymen, hebben afnemers van mengvoeder hun kosten voor voeder niet of nauwelijks zien stijgen.
Link dierenwelzijn en diervoeder Stef Lefebure, jarenlang praktiserend dierenarts, is mede vanwege zijn achtergrond terecht gekomen bij Isidorus. “Sinds de laatste AMGB’s verboden werden, is de link tussen dierenwelzijn en diervoeder steeds belangrijker geworden voor mengvoederbedrijven. Door mijn praktische kennis als dierenarts kan ik boerenbedrijven op dat punt vanuit Isidorus desgewenst begeleiden.” Lefebure verwacht dat de komende jaren ook antibiotica gericht op genezing, steeds meer onder druk komen te staan. De uiteindelijke dosering is vaak te laag, wat ontwikkeling van resistentie tegen antibiotica bij bacteriën in de hand werkt. “Brancheorganisatie Nevedi is er dan ook voorstander van dat het toedienen van antibiotica niet langer via het diervoeder in de fabriek plaatsvindt, maar via methoden zoals drinkwater of directe toediening.
Natuurlijk biedt dat onze eindklanten enkele nadelen ten opzichte van antibiotica in voeder op attest. Direct toedienen kost meer tijd en geld, zeker wanneer het om grote aantallen dieren gaat.”
Effectiever Het zou echter goed zijn als ook de curatieve antibiotica uit de fabriek verdwijnt, meent Lefebure. “Het is effectiever om dieren direct antibiotica te geven, in plaats van het in het voeder te mengen. Veel eindklanten willen hier echter nog niet aan, omdat dit extra werkzaamheden vergt. Brancheorganisatie Nevedi maakt zich er echter sterk voor om samen met dierenartsen een omslag in het denken van de eindklant te bewerkstelligen.” Lefebure verwacht ook dat de meeste boerenbedrijven overstag gaan. “Veel boeren beseffen dat ook vanuit de Europese Commissie de druk steeds groter wordt om alle antibiotica uit diervoeder te weren, met name vanwege de resistentieproblematiek. Koppelmedicatie via voeder zal vervangen worden door koppelmedicatie via het drinkwater. Dat zal een investering betekenen in een goede doseerinstallatie. Maar nieuwe stallen zullen een dergelijke installatie sowieso al hebben.” Werkvloer nummer 26 jaargang 8 september 2010
5
Carolien van de Ven, receptioniste/telefoniste
‘Ik vind het
mooi om de
Receptioniste/telefoniste een saaie baan? Absoluut niet, vindt Carolien van de Ven , in deze functie werkzaam bij Cehave Landbouwbelang in Veghel. “Je komt veel in contact met de klanten van het bedrijf waar je voor werkt. Ik ben agrariër in hart en ziel én ik houd ervan om met mensen om te gaan. Dat kan hier allebei.”
C
arolien van de Ven heeft, met een flinke onderbreking, al een lang werkzaam leven achter de rug bij Cehave Landbouwbelang. Ruim 25 jaar geleden ging zij daar weg, na vijf jaar op de afdeling orders (tegenwoordig Order Entry) en vijf jaar op de afdeling boekhouding gewerkt te hebben. “Zo ging dat vroeger”, vertelt Carolien. “Je trouwde, kreeg kinderen en dan nam je ontslag.” Thuis hoefde Carolien zich niet te vervelen, aangezien ze met haar man een melkveebedrijf runt. Toch besloot ze nadat de kinderen opgegroeid waren, om weer elders
aan de slag te gaan. Zo kwam ze bij diverse organisaties terecht, zoals Rabobank, het Onderwijsbureau en de Gemeente. Als administratief medewerkster en als telefoniste/receptioniste. Uiteindelijk kroop het bloed waar het niet gaan kon. Als agrariër in hart en ziel, en daardoor ook zakelijk betrokken, kwam ze een personeelsadvertentie tegen van Cehave Landbouwbelang, waar een receptioniste/telefoniste gevraagd werd. Ze solliciteerde en werd vrijwel meteen aangenomen. “En het leuke was dat men mij daar nog steeds kende, ook na 25 jaar. Dat
zegt denk ik ook wel iets over de continuïteit van het personeelsbestand in de diervoederindustrie.”
Taal van agrariërs Binnen Cehave Landbouwbelang heeft Carolien ook nog een jaar gewerkt op de marketingafdeling, een plek waar ze met veel plezier aan terugdenkt. Ze werd gevraagd door de manager die doorhad dat zij de taal van agrariërs sprak omdat ze er zelf een is. ‘Jij spreekt de taal van onze klanten’, zo was de redenatie. Carolien denkt met veel plezier aan het
“Zelfs na 25 jaar kende ze mij hier nog. Dat zegt wel iets over de continuïteit van het personeelsbestand in de diervoedersector.”
6
Werkvloer nummer 26 jaargang 8 september 2010
taal van agrariërs te spreken’ jaar op marketing terug. “Ik vind het ontzettend leuk in mijn huidige functie, maar het contact met klanten is toch vooral per telefoon. Ik vind het leuk als gastvrouw, wat je als receptioniste natuurlijk ook bent. Bij marketing kwam ik veel direct in contact met onze klanten, bijvoorbeeld op beurzen. Ik werk nu nog ondersteunend voor HR, maar dat is vooral administratief.” Vanwege een reorganisatie binnen Cehave Landbouwbelang moest Carolien na een jaar marketing helaas vertrekken op deze afdeling. “Blijkbaar wilde men mij nog niet kwijt, want ik kon mijn oude functie terug krijgen. Ik heb het nu ook erg naar mijn zin. Bij de receptie krijg je meer dan waar in het bedrijf ook, de mogelijkheid om de mensen te zien die hier binnen komen. Als sollicitant, als werknemer, als gast. Vaak weet ik bij sollicitanten vrij goed in te schatten wie de beste kansen heeft. Het is ontzettend afwisselend. Dit lijkt een saaie baan, maar dat is het allerminst.”
Open cultuur Met de fusie tussen Cehave Landbouwbelang en Agrifirm, is het spannend voor de werknemers wat er gaat gebeuren. Zelf blijft Carolien nog graag lang werkzaam bij Cehave Landbouwbelang. “Ik vind de cultuur hier prettig. Dat is ook sterk veranderd in vergelijking met 25 jaar geleden. Toen was de afstand tussen directie en werkvloer heel groot. Je deed wat je gezegd werd, simpel. Die afstand is een stuk kleiner geworden, de cultuur veel opener. Je wordt in je werk veel meer begeleid, bijvoorbeeld via functioneringsgesprekken en met werkoverleg. Ook kun je diverse opleidingen volgen waardoor je bij blijft, nu en in de toekomst.” Prettige cultuur of niet, de onzekerheid over de gevolgen van de fusie spelen ook bij Carolien. “Ik woon momenteel op zo’n 100 meter van mijn werk. Ik weet niet wat ik ga doen als we bijvoorbeeld naar Apeldoorn zouden verhuizen, dan is het opeens anderhalf uur. Maar wie weet krijgen we ook wel nieuwe kansen met deze fusie. Het zou mooi zijn als ik mijn baan als telefoniste/receptioniste kan combineren met marketing. Ik vind het prettig om met agrariërs te spreken, maar ik zou het nog fijner vinden om ze ook in de ogen te kunnen kijken.”
Werkvloer nummer 26 jaargang 8 september 2010
7
Colofon Werkvloer is een gezamenlijke uitgave van CNV Vakmensen, FNV Bondgenoten en het Productschap Diervoeder. Deze uitgave verschijnt vier keer per jaar. Redactie
Samen werken is samen sterker
Erica de Bruin (PDV),
Alex Blonk is actief binnen het
Maike Timmermans (FNV Bondgenoten)
Comité van Graanhandelaren en eigenaar van Blonk Agri, een groothandel in granen, zaden, peulvruchten, pootaardappelen, kunstmest en zaaizaden. Hij is een warm voorstander van verdergaande samenwerking tussen de graansector en de diervoedersector. Samenwerken tussen sectoren betekent lagere kosten voor bedrijven en een steviger positie ten opzichte van Den Haag en Brussel.
E
r is sprake van een duidelijke synergie tussen de graanbe- en verwerkende sector en de diervoedersector. Die synergie is er op het niveau van de afzonderlijke bedrijven, maar ook als het gaat om samenwerking binnen het Productschap Akkerbouw (PA). Sterker nog, zonder die samenwerking binnen het PA zou de bestaande synergie op gebieden zoals arbozaken en normen op het gebied van hygiëne en veiligheid op de werkvloer waarschijnlijk nooit tot stand zijn gekomen. Die samenwerking is er gelukkig wel en al jaren, wat heeft geleid tot veel standaardisatie. Dit maakt het eenvoudiger om met elkaar zaken te doen. Door dezelfde normen te hanteren op gebieden zoals ATEX – explosieveiligheid – stof en hygiëne, begrijp je elkaar beter. Datzelfde geldt voor de gezamenlijke CAO met daarbij een gezamenlijke Arbocatalogus en voor de gelijke normen op gebieden zoals Risico-Inventarisatie en Evaluatie. Er kan zo niet snel sprake zijn van spraakverwarring.
Hilde Harren (PDV), Manou van der Meulen (PDV),
Samenwerking tussen onze beide sectoren zorgt ervoor dat ook voor kleinere bedrijven zaken binnen het bereik komen die op eigen kracht niet te behalen zijn. Het dossier endotoxinen is een voorbeeld van samenwerking in de gehele keten, de ATEX-richtlijn is typisch een verplichting die juist voor de kleinere bedrijven uitgewerkt diende te worden. Ten derde zorgt samenwerking ervoor dat er meer slagkracht ontstaat in de richting van regelgevers in Brussel en Den Haag. Hoe groter je stem is, des te eerder zal er naar je geluisterd worden. Bovendien kun je zo makkelijker zelf normen op bijvoorbeeld het gebied van CO2-uitstoot ontwikkelen en aanvaard krijgen. Dat is veel beter dan moeten afwachten wat er aan normering op je af komt, waarbij het maar de vraag is in hoeverre dat bij jouw bedrijfstak of bedrijf aansluit.
Frans van de Veen (CNV Vakmensen) Teksten Martijn Kregting Foto’s Fons van Bindsbergen, Vormgeving Fons van Bindsbergen Drukwerk Deckers Snoeck N.V. Redactieadres Productschap Diervoeder T.a.v. Redactie Werkvloer Postbus 29739 2502 LS Den Haag
Tastbare resultaten Kortom, de vruchtbare samenwerking tussen onze beide sectoren heeft geleid tot tastbare resultaten. De bestaande intensieve contacten binnen het Productschap Akkerbouw zorgen ervoor dat dit ook kan blijven bestaan en dat waar overlap bestaat, ook snel gekeken wordt waar we beter samen kunnen optrekken. Waar die overlap er niet is, moet natuurlijk niet koste wat kost naar samenwerking gezocht worden. Ik ben er vast van overtuigd dat ook in de komende jaren we er veel aan hebben om waar nodig, samen te blijven 0ptrekken. Alex Blonk
Adreswijzigingen: 070-3708432 Reageren op Werkvloer? Wilt u reageren op Werkvloer? Dat kan. U kunt bellen of mailen met commentaar, vragen en suggesties naar: Redactie Werkvloer e-mail:
[email protected] of FNV Bondgenoten: 0495-43 31 73 (Maike Timmermans) e-mail:
[email protected]
Kostenbesparing
CNV Vakmensen: 076-572 46 70
Daarnaast bespaart samenwerking natuurlijk kosten. Dat gebeurt al door samenwerking binnen een sector, maar wordt vergroot door samenwerking tussen deels overlappende sectoren. Multinationals zoals in de brouwerijsector (ook afnemers van granen) zijn al groot genoeg om alles zelf te kunnen doen. Die capaciteit hebben de veelal kleine en middelgrote bedrijven in de graan- en diervoedersector niet, of in ieder geval veel minder.
(Frans van de Veen)
8
Werkvloer nummer 26 jaargang 8 september 2010
e-mail:
[email protected] U kunt Werkvloer ook in digitale vorm ontvangen. Stuur een mail naar de redactie van Werkvloer en de volgende editie wordt digitaal verstuurd. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het Productschap Diervoeder. Suggesties en ideeën voor Werkvloer zijn van harte welkom. Neem dan wel tijdig contact op met de redactie.
ISSN 1572-5251