Voor en met elkaar!
Verkiezingsprogramma CDA Hellendoorn
2014 - 2018
Vastgesteld in de ledenvergadering van CDA Hellendoorn
op 14 oktober 2013
Voor en met elkaar
“Voor en met elkaar” is de populaire vertaling van misschien wel het belangrijkste christen-democratische beginsel: solidariteit.
Het CDA heeft als christendemocratische partij in de Bijbel en de christelijksociale traditie blijvende bronnen voor zingeving, inspiratie en spiritualiteit. In een tijd van economische onzekerheid, technologische vernieuwing, snelle en soms wat vluchtige communicatie, leiden die bronnen naar eenvoudige maar kernachtige principes als naastenliefde en gerechtigheid.
We leven in een tijd waarin het niet meer de overheid is, die op velerlei gebied als vanzelfsprekend voorzieningen realiseert en ondersteuning biedt. Meer en meer is de samenleving zelf aan zet. De omslag van verzorgingsstaat naar participatiestaat is in volle gang. Dat vraagt om loslaten door de overheid, in het vertrouwen dat de samenleving zelf zaken oppakt die belangrijk worden gevonden. Die we voor elkaar belangrijk vinden!
“Voor en met elkaar” wil niet zeggen dat we de blik naar binnen richten. Wij blijven werken aan het zijn van een aantrekkelijke vestigingsgemeente voor inwoners en bedrijven. We werken verder aan het verstevigen van onze gemeente als toeristische trekpleister.
We willen ook in Twents verband bekijken wat we voor elkaar kunnen betekenen en met elkaar kunnen doen. We gaan effectieve samenwerkingsverbanden aan. Niet om onze zelfstandigheid op te geven maar juist om een zelfstandige gemeente te kunnen blijven.
Met “voor elkaar” willen we nog een ander aspect tot uitdrukking brengen: het is voor elkaar in onze gemeente. Het centrum van Nijverdal is de afgelopen jaren flink opgewaardeerd en de voorzieningen in Hellendoorn, Haarle, Daarle en Daarlerveen en de kernen zijn op peil. De bereikbaarheid
is door de ingebruikname van het nieuwe station Nijverdal al fors verbeterd. Eind 2014 zal ook de bereikbaarheid over de weg een historische boost krijgen. Natuurlijk blijven er altijd wensen, maar wij zijn van mening dat een pas op de plaats mogelijk is waar het gaat om nieuwe investeringen. Dat past bij het huidige economische tij en helpt mee om de schuldpositie van onze gemeente verder te verbeteren, zodat we komende generaties daarmee niet belasten. We kiezen er voor om in de periode 2014-2018 in principe geen grote investeringen te plegen. Daarmee voorkomen we lastenverzwaringen voor onze inwoners.
In het sociale domein staan grote stelselwijzigingen voor de deur. De gemeente wordt verantwoordelijk voor participatie/werk, Wmo/AWBZ en jeugdzorg. Juist in deze decentralisaties laten wij de titel van ons programma tot uitdrukking komen: we zijn er met en voor elkaar en we zorgen dat het voor elkaar komt!
Als CDA willen we vijf bewegingen in onze samenleving inzetten:
1. Van vrijblijvend naar betrokken: mensen maken hun leefomgeving;
2. Van grenzen naar ruimte: minder regels en meer mogelijkheden;
3. Van nazorg naar voorzorg: voorkomen is beter;
4. Van individualisering naar participatie: iedereen doet mee;
5. Van verbruiken naar waarderen: niet alles is in geld uit te drukken.
!
INHOUD
1. Van vrijblijvend naar betrokken: mensen maken hun leefomgeving
1.1 Samenlevingsgericht werken
1.1.1 Dorps- wijkraden/Plaatselijke Belangen
1.1.2 Maatschappelijke stage
1.2 Leve de lokale cultuur
1.2.1 Jong geleerd
1.2.2 Lokale omroep en bibliotheek
1.3 Dienstverlenend werken
1.3.1 E-dienstverlening
1.3.2 Apps voor meldingen openbare ruimte
1.3.3 Digitale bereikbaarheid
1.4 Bestuurlijke schaal en betrokken burgers
1.4.1 Drie wethouders
1.4.2 Zelfstandig/bestuurskracht
2. Van grenzen naar ruimte: minder regels en meer mogelijkheden
2.1 Zuinig zijn op onze ruimte
2.1.1 Balans tussen bouwen en groen
2.1.2 Lokale woningmarkt in beweging krijgen
2.1.3 Collectief opdrachtgeverschap
2.1.4 Ruimte in krimpgebieden
2.1.5 Leefbare kleine kernen
2.1.6 Passende nieuwbouw
2.1.7 Respectvol gebruik van de natuur
2.1.8 Kleine uitwerpselen, grote ergernis
2.1.9 Afval-/papier(inzameling)
2.2 Verkeer
2.2.1 30 kilometer per uur
2.2.2 Fietspaden
2.2.3 Onveilige situaties aanpakken
2.2.4 Noord-zuidverbinding
3. Van nazorg naar voorzorg: voorkomen is beter
3.1 Ondersteuning ouderen
3.1.1 Woonservicegebieden
3.1.2 Ouderenbonden
3.1.3 Themagroep ouderen
3.1.4 Vereenzaming tegengaan
3.2 Onveiligheid voorkomen en bestrijden
3.2.1 Politiebureau open
3.2.2 Alcoholbeleid
3.2.3 Geen coffeeshops
3.2.4 Vandalisme
3.2.5 Brandweer
4 Van individualisering naar participatie: iedereen doet mee
4.1 Maatschappelijke ondersteuning
4.1.1 Mens voorop
4.1.2 Wat is echt nodig
4.2 Welzijn van mensen
4.2.1 Ondersteuning schuldhulpverleners
4.2.2 Voedselbank
4.2.3 Deelname door mensen met een beperking
4.2.4 Ondersteuning/waardering vrijwilligers en mantelzorgers
4.2.5 Sport stimuleren/overgewicht tegengaan
4.3 Weer aan het werk
4.3.1 Training, scholing en ervaring
4.3.2 1000-jongerenplan
4.3.3 Jongeren zonder diploma
4.3.4 Relatie met bedrijfsleven
4.3.5 Passend werk
4.3.6 Tegenprestatie door mensen in de bijstand
4.4 Goed onderwijs
4.4.1 Multifunctioneel gebruik van scholen en kerken
4.4.2 Vrijheid bij schoolkeuze
4.4.3 Samenwerking met onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
4.5 Jeugdzorg: goed begin is het halve werk
4.5.1 Overgang jeugdzorg naar gemeente
4.5.2 Jongere centraal
4.5.3 Betrokken en effectief
4.5.4 Gezinnen kennen
4.6 Burgerschap
4.6.1 Naturalisatie-/burgerschapsdag
4.6.2 Acceptatie in plaats van discriminatie
4.6.3 Integratie
5 Van verbruiken naar waarderen: niet alles is in geld uit te drukken
5.1 Gezonde lokale economie
5.1.1 Terugbrengen van vergunningen
5.1.2 Terughoudend met welstandseisen
5.1.3 Actief leegstandsbeleid
5.1.4 Koopzondagen
5.1.5 Recreatie en toerisme
5.1.6 Bedrijven aan huis
5.1.7 Herstructureren bedrijventerreinen
5.1.8 Ruimte voor lokale en regionale ondernemers
5.1.9 Maatschappelijk betrokken ondernemen
5.1.10 Opleidings- en re-integratietrajecten
5.1.11 Bibob-toets gericht toepassen
5.2 Centrum Nijverdal
5.2.1 Herverkaveling in Nijverdal- centrum
5.2.2 Wi-fi
5.2.3 Inrichting Grotestraat en tunneldek
5.2.4 Betaald parkeren
5.3 Gezonde agrarische sector
5.3.1 Vergunningverlening agrarische sector
5.3.2 Schaalvergroting
5.3.3 Bedrijfsbeëindiging
5.3.4 Verbreding agrarische bedrijven
5.3.5 Vrijwillige kavelruil
5.3.6 Groene diensten
5.3.7 Snelheidsbeperkende maatregelen in het buitengebied
5.4 (Groene) energie
5.4.1 Duurzame energie
5.4.2 Geen schaliegas
5.4.3 Windenergie
5.5 Wel in geld uit te drukken
5.5.1 Weerstandsvermogen
5.5.2 Geen grote investeringen
5.5.3 Geen lastenverzwaring
1 Van vrijblijvend naar betrokken: mensen maken hun leefomgeving
Dat mensen graag ergens bij willen horen blijft uitgangspunt van de christendemocratische lokale politiek. In onze visie maken we het mogelijk dat mensen voor elkaar zorgen en samen dingen ondernemen. Ons ideaal is een gemeente waarin zo veel mogelijk mensen zich thuis voelen en hun persoonlijke bijdrage leveren. Dat vraagt om een overheid die mensen ruimte geeft en aanspreekt op hun verantwoordelijkheid voor zichzelf en hun omgeving. Dat vraagt ook om nieuwe vormen van betrokkenheid van inwoners, een ondersteunende overheid, en om zekerheid voor mensen die zich niet zelf kunnen redden. Wij geloven in de vitaliteit van de lokale samenleving. Mensen maken hun eigen leefomgeving.
De gemeente is allereerst een ondersteuner van de eigen initiatieven en prioriteiten van mensen. In een betrokken samenleving nemen mensen met elkaar initiatieven om problemen op te pakken. De gemeentelijke overheid moet daarbij dienstbaar en betrouwbaar zijn en ruimte bieden aan die initiatieven. Ook als daarvoor eigen regels moeten wijken.
In een steeds complexer wordende samenleving kunnen problemen alleen worden opgelost door samenwerking. Dat betekent dat onze gemeentebestuurders positief staan ten opzichte van nieuwe initiatieven. En het vraagt ook dat we inwoners actief uitnodigen om mee te denken en mee te doen.
1.1 Samenlevingsgericht werken
Er kan meer gebruik gemaakt worden van de inventiviteit/denkkracht van de inwoners, en de bereidheid van velen om inspanningen te leveren voor een betere leefomgeving.
Het is nu juist de politieke uitdaging te appelleren aan de vitaliteit van de samenleving en deze te benutten. Daarmee zetten we de beweging in van
vrijblijvendheid naar betrokkenheid. Dat vraagt een bepaalde manier van werken.
1.1.1 Dorps- en wijkraden/Plaatselijke Belangen
Dorps- en wijkvoorzieningen floreren wanneer inwoners zelf het beheer organiseren. De gemeente voert een actief dorps- en wijkradenbeleid. Ze stelt jaarlijks aan de dorps- en/of wijkraden en verenigingen voor Plaatselijke Belangen een bedrag beschikbaar om naar eigen inzicht te investeren in de fysieke en/of sociale leefomgeving, maatschappelijke ontwikkeling, kunst, cultuur en educatie. Ook het uitvoeren van groenonderhoud is een mogelijkheid.
1.1.2 Maatschappelijke stage
De maatschappelijke stage brengt jonge mensen in contact met verschillende groepen in de lokale samenleving. Het CDA wil de maatschappelijke stage lokaal behouden en streeft naar draagvlak bij onderwijs en bedrijfsleven. Als dat het geval is, ondersteunt de gemeente de maatschappelijke stages en zoekt samen met scholen en instellingen naar een zinvolle invulling van deze lokale stage.
1.2 Leve de lokale cultuur
Samenleven komt vaak tot uitdrukking in wat inwoners cultureel met elkaar ondernemen. In onze gemeente is een veelzijdige basis van voorzieningen en instellingen. Het is niet zo dat cultuur pas cultuur is wanneer er subsidie aan wordt gegeven. Geschiedenis, monumenten en immaterieel erfgoed dragen bij aan de identiteit van de gemeenschap. Bewaren wat waardevol is, is een gezamenlijke opdracht.
1.2.1 Jong geleerd
Ontmoeting met cultuur is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Het CDA vindt cultuureducatie een taak voor de scholen. Jonge talenten vinden daardoor hun weg naar grotere instellingen of culturele gezelschappen.
1.2.2 Lokale omroep en bibliotheek
Het CDA ziet in de multimediale lokale omroep en in de bibliotheek vanzelfsprekende partners om netwerken te bouwen die mensen bij elkaar brengen.
De steeds verdergaande digitalisering vraagt in deze raadsperiode om een herbezinning op de bibliotheekfunctie, maar het CDA wil de bibliotheekvestigingen in de verschillende kernen in stand houden.
1.3 Dienstverlenend werken
De dienstverlening en informatievoorziening moet snel en makkelijk toegankelijk zijn.
De gemeente zet sociale media actief in om iedereen bij de eigen woonomgeving te betrekken.
1.3.1 E-dienstverlening
De gemeente levert zo veel mogelijk diensten via het digitale loket. Waar nodig worden burgers geholpen bij het gebruik van het digitale loket.
1.3.2 Apps voor meldingen openbare ruimte
Melden van problemen in de openbare ruimte moet plaats kunnen vinden via mobiele telefoons. Via apps kunnen inwoners ook geïnformeerd worden over zaken als het moment van ophalen van het huisvuil, gladheidsbestrijding of openingstijden van gemeentelijke voorzieningen.
1.3.3 Digitale bereikbaarheid
Het CDA wil een betere digitale bereikbaarheid – voor ondernemers en alle inwoners – door bijvoorbeeld glasvezel of een andere techniek in de hele gemeente, dus ook in de kleinere kernen en het buitengebied. Hierbij wordt samengewerkt met de provincie Overijssel.
1.4 Bestuurlijke schaal en betrokken burgers
Grootschaligheid en streven naar grote gemeenten zijn voor het CDA geen oplossing voor de vragen die nu op gemeenten afkomen. Het CDA staat voor een bestuur dat weet wat er leeft in de gemeenschap. We zijn dus voor een bestuur dat korte lijnen heeft met inwoners en vrijwilligers. Dat is ook bij samenwerking met andere gemeenten van groot belang.
Gemeenten krijgen steeds meer taken te vervullen. Soms kan een gemeente die niet alleen aan, omdat het ingewikkelde zaken zijn (jeugdzorg) of omdat ze gemeentegrenzen overschrijden (arbeidsmarktvragen). Soms kiezen gemeenten voor samenwerking met andere gemeenten omdat het dan goedkoper kan. Samenwerking is dan ook een goede optie om als gemeente kwaliteit te kunnen leveren. Maar uitgangspunt moet steeds zijn dat de samenwerking niet leidt tot een grootschalige en afstandelijke organisatie. We streven naar een betrokken gemeente die haar inwoners kent, waar de gemeenteraad bereikbaar en een afspiegeling kan blijven van de lokale bevolking.
1.4.1 Drie wethouders
Het CDA streeft naar drie FTE aan wethouders om samen met de burgemeester het dagelijks bestuur te vormen. Weliswaar komt er door de decentralisatie van rijks- en provinciale taken veel op de gemeente af, maar daarentegen zijn alle grote projecten in de gemeente vrijwel afgerond.
1.4.2 Zelfstandig/bestuurskracht
Het CDA vindt dat Hellendoorn een zelfstandige gemeente moet blijven. Intergemeentelijke samenwerking wordt ingezet als middel om zelfstandig te kunnen blijven, om de bestuurskracht van onze gemeente te versterken, om de kwaliteit van de dienstverlening te verhogen en om kosten te besparen. Zowel de mogelijkheden van regionale samenwerking als de mogelijkheden van sub-regionale samenwerking worden verkend. Steeds wordt de optimale samenwerkingsvorm gekozen.
!
2 Van grenzen naar ruimte: minder regels en meer mogelijkheden
Als we terugkijken op de afgelopen jaren, zien we dat de overheid steeds meer taken op zich heeft genomen. En we zien dat de overheid daarbij steeds meer is gaan regelen en voorschrijven. Vaak met de beste bedoelingen. Als er een incident is, is de eerste publieke reactie vaak: ‘Daar moet de overheid eens wat aan doen!’ We willen deze trend keren en mensen meer verantwoordelijkheid
laten nemen. Dat vraagt bestuurlijke moed, want het betekent dat mensen vaker op hun gezond verstand worden aangesproken in plaats van op regels en voorschriften. Dat betekent echt zeer terughoudend zijn met het maken van regels.
Meer doen en minder administratieve lasten voor instellingen, dat is het uitgangspunt als het om maatschappelijke instellingen gaat. Dit kan vaak door een eenvoudiger subsidiebeleid of een ruimer ontheffingenbeleid. Maar ook durven los te laten, meer durven te sturen op wát een instelling moet doen in plaats van hóé dat gedaan moet worden. Het vraagt van de gemeenteraad om vertrouwen in de professionals.
2.1 Zuinig zijn op onze ruimte
Ruimtelijk beleid vraagt zorgvuldige afstemming op de behoefte aan ruimte voor wonen, werken en recreëren.
2.1.1 Balans tussen bouwen en groen
Ruimte voor bouwen kan op gespannen voet staan met ambities ten aanzien van groen en economie. Het CDA zoekt naar een goede balans. Bouwgrond die naar verwachting niet meer tot ontwikkeling komt wordt op enig moment afgestoten of krijgt tijdelijk een andere gebruiksfunctie. Dat geldt ook voor gemeentelijk vastgoed dat niet meer bijdraagt aan de bedrijfsvoering van de gemeente.
2.1.2 Lokale woningmarkt in beweging krijgen
De woningbouw heeft het nog steeds moeilijk. Het bevorderen van de doorstroom op de lokale woningmarkt vraagt maatwerk. In plaats van nieuwbouw voor starters en senioren (woningen volgens Woonkeur) kan ook gedacht worden aan een subsidie voor starters en faciliteiten voor ouderen die een bestaande woning kopen en, in het geval van ouderen, hun woning achterlaten voor jongeren.
De gemeente bevordert dat energie- en kwaliteitslabels worden toegepast voor (te koop staande) woningen.
Het CDA zoekt nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeente, Woningstichting Hellendoorn, ontwikkelaars, makelaars, banken en zorg- en welzijnsaanbieders, om zo bovengenoemde doelgroepen te helpen aan een betaalbare, geschikte woning (ook huurwoningen in het middensegment en hoger).
De gemeente biedt de mogelijkheid van bouwen op erfpacht met een koopoptie. Op die wijze kan de financieringsbehoefte van woningkopers verminderd worden.
2.1.3 Collectief opdrachtgeverschap
Het CDA is voorstander van collectief particulier opdrachtgeverschap, waarbij de toekomstige bewoners gezamenlijk hun nieuwe buurt vormgeven. Bewoners moeten meer zelf kunnen bepalen, waarbij de gemeente flexibele bestemmingsplannen hanteert. Hierbij moet ook gedacht worden aan ‘mantelzorgwonen’ en woningen voor drie generaties.
2.1.4 Ruimte in krimpgebieden
De grootste zorg in krimpgebieden is het behoud van voorzieningen. Het CDA wil inzetten op een aanpak van verschillende kanten. Wat wonen betreft, dient nieuwbouw afgestemd te zijn op de behoefte. Initiatieven van inwoners om voorzieningen in stand te houden, met inzet van vrijwilligers, worden aangemoedigd. Gemeentelijke regelgeving moet daarbij geen belemmering vormen.
2.1.5 Leefbare kleine kernen
Het CDA hecht veel waarde aan de eigenheid en identiteit van de kleine kernen. Het CDA blijft investeren in de relatie met plaatselijke belangenverenigingen, dorpsraden, wijkraden en de inwoners.
Een sociaal woningbouwprogramma voor starters en senioren is van belang voor de leefbaarheid. Samen met de Woningstichting Hellendoorn wordt gekeken naar woonkosten besparende duurzaamheidsmaatregelen, gedifferentieerde grondprijzen en ondersteuning bij het bouwen.
2.1.6 Passende nieuwbouw
Nieuwbouw moet passend zijn bij het karakter en de sterke kanten van het dorp. Kleine bedrijvigheid in of bij een woning moet niet belemmerd worden door ruimtelijke regels van de gemeente. Dat geldt ook voor uitbouwen aan een bestaande woning om beter te kunnen voldoen aan wonen met zorg aan huis.
2.1.7 Respectvol gebruik van de natuur
Landschap en natuur vragen om respectvol gebruik door verschillende groepen gebruikers. Dat geldt onder andere voor het nationaal park De Sallandse Heuvelrug en Het Reggedal, waar natuur en recreatie hand in hand dienen te gaan. Passende sport- en recreatieactiviteiten die geen afbreuk doen aan de natuur horen hier ook bij.
2.1.8 Kleine uitwerpselen, grote ergernis
Bij hondenbeleid gaat het vooral om het gedrag van de baasjes. Als honden hun behoefte doen buiten een hondenuitlaatplek, dienen hun baasjes de hondenpoep direct op te ruimen. Zij moeten hun hond weghouden van kinderspeelplaatsen en grasveldjes e.d. waar kinderen – kunnen – spelen. Voor de honden zelf moeten voldoende uitrengebieden aanwezig zijn. De opbrengst van de hondenbelasting wordt gebruikt voor voorzieningen voor honden en hondenbezitters en de – intensieve – controle op het naleven van de maatregelen.
2.1.9 Afval-/papier(inzameling)
Goed rentmeesterschap vraagt om voorkómen èn reductie van afval. Afval is echter ook geld waard. Dit inzicht vraagt om een wijze van afvalinzameling die leidt tot hergebruik van grondstoffen.
De gemeente onderzoekt of de afvalinzameling efficiënter kan worden georganiseerd, wat zou kunnen door deze uit te besteden.
Verenigingen krijgen de mogelijkheid om hun jarenlange ervaring als papierinzamelaars in te zetten bij het inzamelen via papiercontainers aan huis.
2.2 Verkeer
Verkeersveiligheid blijft, zowel in als buiten de bebouwde kommen, aandacht vragen. Ieder verkeersslachtoffer is er een teveel. Het CDA wil daar, waar verkeersregels en/of fysieke maatregelen niet het gewenste resultaat hebben, in overleg met de politie meer controles.
2.2.1 30 kilometer per uur
De infrastructuur moet het logisch maken dat in woonwijken de snelheid onder de 30 kilometer per uur ligt. De inrichting van deze gebieden en van de omgeving van scholen door snelheidsremmende maatregelen wordt in samenspraak met de desbetreffende bewoners afgerond.
2.2.2 Fietspaden
Het CDA wil dat in de raadsperiode 2014 – 2018 verder wordt gewerkt aan de afronding van de fietspadenstructuur in de gemeente. op basis van het fietsstructuurplan 2014-2025.
De opkomst van de e-bike noopt tot nog meer fietsveiligheid.
Aanleg van fietspaden langs de Poggenbeltweg, Tunnelweg en tussen Daarle en Daarlerveen wordt bevorderd.
2.2.3 Onveilige situaties aanpakken
Onveilige verkeerssituaties, zoals de rotonde Helmkruidlaan (bij de atletiekbaan) , de kruising Parallelweg-Constantijnstraat (bij de Markt) en de kruising Parallelweg-Nijkerkendijk-Koninginnestraat-Kerkstraat (bij Wibbelink) worden aangepakt.
Snelheidscontroles binnen de bebouwde kom worden in overleg met de politie gericht ingezet.
2.2.4 Noord-zuidverbinding
De plannen voor de noord-zuidverbinding worden na het gereed komen van het tunneltracé gefaseerd uitgevoerd.
!
3. Van nazorg naar voorzorg: voorkomen is beter
Als er iets misgaat in een mensenleven, is er in onze samenleving een vangnet, met name op het gebied van werkloosheid, ziekte, beperking en bij schulden. Teveel is de nadruk echter komen te liggen op de overheid. Het CDA wil deze trend keren door ook te kijken naar wat mensen zelf of met elkaar kunnen doen om onnodige zorg te voorkomen.
Gezond leven, steeds blijven leren en jezelf ontwikkelen zijn onderdelen van het actief deelnemen aan de samenleving.
In de zorg is voorkomen vele malen beter dan genezen. Door preventie wordt ook het beroep op dure voorzieningen beperkt. Dat is nodig zodat die kunnen blijven bestaan voor mensen die het écht nodig hebben.
Als het gaat om het voorkomen van ziekte en het behoud van welzijn, stellen we de levensloopbenadering centraal. Die benadering gaat uit van de eigen verantwoordelijkheid van iedere burger voor de gewenste kwaliteit van het leven, nu en op latere leeftijd.
3.1 Ondersteuning ouderen
Mensen worden gemiddeld ouder en het aantal ouderen neemt toe. Tegelijkertijd blijven ouderen langer gezond en actief en hebben zij gemiddeld meer te besteden dan vroeger. Actieve en zelfstandige ouderen zijn van belang voor de samenleving. De gemeente werkt aan langer zelfstandig wonen en zelfredzaamheid door te investeren in een levensloopbestendige infrastructuur en passende woningen.
3.1.1 Woonservicegebieden
Het gemeentebeleid inzake woonservicegebieden wordt voortgezet en uitgebouwd.
3.1.2 Ouderenbonden
Participatie van ouderen wordt bevorderd door ouderenbonden te faciliteren bij het in stand houden van sociale netwerken, sport en cursussen.
3.1.3 Themagroep ouderen
Aan de Wmo-raad wordt een themagroep ouderen toegevoegd.
3.1.4 Vereenzaming tegengaan
Vereenzaming is een groot risico als ouderen langer zelfstandig blijven wonen. Het CDA zet in op het betrekken van ouderen bij activiteiten. De ouderenbonden, vrijwilligers(-organisaties) en mantelzorgers spelen hierbij een grote rol. Actieve voorlichting door huisbezoek aan 75-plussers kan een goed middel zijn.
3.2 Onveiligheid voorkomen en bestrijden
Veiligheid is een fundamenteel recht voor elk mens. De overheid heeft als enige het recht dwangmaatregelen te nemen om de veiligheid in de samenleving te verzekeren. Maar veiligheid is wel een zaak van iedereen. De veiligheid van een samenleving hangt samen met de sociale verantwoordelijkheid die mensen in hun eigen omgeving willen nemen. Een benadering van veiligheid die verdergaat dan de inzet van politie is de enige duurzame manier om de lokale samenleving veiliger te maken. Of om onveiligheid in de toekomst te voorkomen.
3.2.1 Politiebureau open
Het CDA wil de mogelijkheid houden van direct contact van de inwoners met de politie. Daarom moet het politiebureau in Nijverdal open blijven.
3.2.2 Alcoholbeleid
Bij veel gevallen van overlast speelt alcohol een rol. De wettelijke leeftijdsgrens voor aankoop van alcohol wordt streng gehandhaafd in samenspraak met de winkeliers. Bij evenementen wordt evenementenbier (met een lager alcoholpercentage) geschonken.
Voor alcohol en drugs is voorlichting aan ouders belangrijk om hen op hun verantwoordelijkheid aan te kunnen spreken.
Problematisch alcoholgebruik door jongeren onder de 18 jaar wordt aangepakt. De gemeente zal hierop samen met de ouders, scholen en de verkopers van alcohol (supermarkten, cafés, sportkantines et cetera) een proactief beleid voeren en optreden als de regels worden overtreden.
3.2.3 Geen coffeeshops
Het CDA wil geen coffeeshops in de gemeente Hellendoorn.
3.2.4 Vandalisme
De gemeente herstelt binnen een week kleine vernielingen in de openbare ruimte. Om inwoners bewust te maken van de impact van vandalisme wordt jaarlijks een overzicht van de gemaakte herstelkosten gepubliceerd. De schade wordt verhaald op de (ouders van de) daders.
3.2.5 Brandweer
Vrijwilligers zijn onmisbaar voor de brandweer. Zij kennen de omgeving goed, zorgen voor betrokkenheid bij de woonplaats en houden de brandweerzorg betaalbaar. De jaarlijkse brandweerrapportages moeten inzicht verschaffen in het wel en wee van de (lokale) vrijwilligers bij de brandweer.
!
4 Van individualisering naar participatie: iedereen doet mee
Ieder mens heeft talenten. Het CDA streeft naar een samenleving waarin iedereen erbij hoort en zijn of haar steentje bijdraagt. Talenten zijn niet evenredig verdeeld. Dat vraagt erom dat er steeds werk wordt gemaakt van een lokale samenleving waarin mensen niet worden uitgesloten. Werk is een middel bij uitstek om deel te nemen aan de samenleving en verantwoordelijkheid te dragen voor het eigen leven of het eigen gezin. Naast de nodige solidariteit spreken we mensen ook aan op hun persoonlijke verantwoordelijkheden. Rechten en plichten gaan dus hand in hand.
De drie grote – ten dele samenhangende – decentralisaties van Rijk en provincie naar gemeenten in het sociale domein (AWBZ/Wet maatschappelijke ondersteuning, Participatiewet en Jeugdwet) zullen veel van de gemeente vragen. Ook de invoering van passend onderwijs biedt in combinatie met de decentralisatie van de jeugdzorg nieuwe mogelijkheden om tot een gezamenlijke aanpak rond de zorg voor kinderen, jongeren en gezinnen te komen. Belangrijkste uitgangspunt van het CDA is dat er niemand tussen wal en schip van bureaucratie en verkokering mag vallen.
4.1 Maatschappelijke ondersteuning
Het gemeentelijk Wmo-beleid is gebaseerd op drie uitgangspunten: iedereen doet mee, problemen voorkomen (door preventie en vroege signalering) en problemen waar nodig oplossen (door individuele ondersteuning). Daar waar mensen niet in staat zijn om geheel op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving staat de gemeente garant voor een passende compensatie.
4.1.1 Mens voorop
Per 1 januari 2015 komen er veel extra taken, o.a. in het kader van de overheveling van de AWBZ (begeleiding) naar de Wet maatschappelijke ondersteuning, op de gemeente af. Belangrijk uitgangspunt voor het CDA zijn daarbij de eigen mogelijkheden en de daadwerkelijke behoefte van de individuele mens en niet het aanbod van diverse aanbieders.
4.1.2 Wat is echt nodig
Niet waar iemand recht op heeft moet leidend zijn, maar waar iemand mee is geholpen. Met die instelling kunnen kosten bespaard worden zodat het aanbod voor iedereen bereikbaar blijft.
4.2 Welzijn van mensen
Leeftijd, lichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen mogen geen belemmerende factoren zijn voor deelname aan de samenleving. Het CDA staat voor een samenleving, waarin
iedereen erbij hoort. Zo’n samenleving kan niet eenzijdig door de overheid worden gecreëerd. Iedereen die deel uitmaakt van de samenleving is daarvoor nodig. Dat begint bij het gezin en de directe woonomgeving. Maar ook op school, in het bedrijfsleven, in de sport en in het uitgaansleven is inclusief denken en niemand buitensluiten belangrijk. Het CDA wil initiatieven ondersteunen die een inclusieve samenleving dichterbij brengen, d.w.z. een samenleving waarin achtergestelde groepen worden betrokken op basis van gelijkwaardige rechten en plichten.
In dorpen, wijken en buurtschappen zijn buurtaccommodaties belangrijke plekken waar
bewoners elkaar ontmoeten. Er zijn soms veel verschillende accommodaties, bijvoorbeeld voor sport, zorg, welzijn en/of onderwijs. Deze worden allemaal voor het afzonderlijke eigen
doel gebruikt, wat niet efficiënt is. In een ‘Buurthuis van de Toekomst’, dat ook kan bestaan uit verschillende accommodaties, werken sportclubs, scholen, instellingen en andere organisaties nauw met elkaar samen. Mensen leren elkaar zo beter kennen. Ze zijn meer betrokken bij elkaar. Vrijwilligers nemen het heft in handen en worden ‘eigenaar’ van hun initiatief.
!
4.2.1 Ondersteuning schuldhulpverleners
Met als doel dat iedereen zoveel mogelijk kan blijven meedoen aan de samenleving wil het CDA de financiële ondersteuning van de Stichting Hulpfonds Hellendoorn en het Steunpunt Minima handhaven op minimaal het niveau van 2013. Ook het ‘armoedebeleid’ blijft onverkort in stand. Als dat voor het opleiden van vrijwilligers nodig is wordt aan de Stichting Boom een bijdrage verleend. In de aanpak van armoede is contact en afstemming met de plaatselijke diaconieën en charitas onontbeerlijk.
4.2.2. Voedselbank
De gemeente faciliteert particuliere initiatieven voor de oprichting van een voedselbank.
4.2.3 Deelname door mensen met een beperking
Het hebben van een beperking moet niet betekenen dat mensen minder deel kunnen nemen aan het maatschappelijk verkeer. Het CDA is voorstander van
de aanpak, waarbij samen met de Wmo-medewerker gekeken wordt hoe iemand met een beperking door eigen inzet of inzet van het eigen sociale netwerk optimaal kan functioneren.
4.2.4 Ondersteuning/waardering vrijwilligers en mantelzorgers
Vrijwilligers en mantelzorgers zijn van onschatbare waarde in onze samenleving. Veel zaken die vroeger werden gezien als taak van de gemeente, zullen in toenemende mate door de samenleving zelf – moeten – worden opgepakt. Het CDA vindt dat vrijwilligers en mantelzorgers, waar nodig, ondersteuning en waardering verdienen. De gemeente blijft hen faciliteren door bijvoorbeeld cursusaanbod en vrijwilligersverzekering.
De gemeente nodigt de mantelzorgers jaarlijks uit voor een inspirerende en stimulerende bijeenkomst waar waardering wordt uitgesproken voor hun bijzondere werk.
4.2.5 Sport stimuleren/overgewicht tegengaan
De gemeente bevordert sporten en bewegen voor en door alle bevolkingsgroepen.
Sportdeelname van jongeren is gezond en gaat overgewicht tegen. Daarnaast bevordert deelname aan sport teamgeest en leren jongeren zich inzetten voor elkaar. Het CDA stimuleert daarom jeugdlidmaatschap en kijkt samen met verenigingen naar mogelijkheden om jongeren van 16 tot 18 jaar actief te houden.
De maximale uitgaven voor sport zullen, wat het CDA betreft, zijn zoals vastgelegd in het ‘Voorstel subsidies aan maatschappelijke organisaties en instellingen’, vastgesteld door de gemeenteraad bij de Kadernota op 2 juli 2013. Als er een noodzaak is om verder te bezuinigen, mag dat niet tot gevolg hebben dat minder jongeren sporten, met dien verstande dat er voor degenen die de contributie niet kunnen betalen een vangnet moet zijn.
Het jaarlijkse ‘kennismaken met sport’ wordt gehandhaafd.
4.3 Weer aan het werk
Werkloosheid is een groeiend probleem voor mensen. De economische omstandigheden maken de oplossingen lastiger. Toch blijft werk de meest belangrijke factor om erbij te horen. Ook voor een goede werkbare samenleving is het van belang dat iedereen die kan werken, werk heeft. Uitgangspunt voor het CDA is: of je bent aan het werk, of je levert een bijdrage door vrijwilligerswerk, dagbesteding of scholing. Meer mensen zullen op een effectieve manier van de bijstand naar nieuw werk begeleid moeten worden. Jongeren en mensen die afhankelijk zijn van sociale werkvoorziening verdienen extra aandacht.
4.3.1 Training, scholing en ervaring
Om jongeren uit een uitkering te houden, wordt ingezet op training, scholing, werkervaringsplaatsen.
4.3.2 1000-jongerenplan
Het door de provincie Overijssel ontwikkelde 1000-jongerenplan bewijst in de praktijk dat het de kans op een volwaardige maatschappelijke positie voor kwetsbare jongeren vergroot. Nu de jeugdzorg vanaf 1 januari 2015 onder verantwoordelijkheid van de gemeente valt wil het CDA deze methodiek als aanvullend instrument blijven inzetten.
4.3.3 Jongeren zonder diploma
Met regionale opleidingscentra worden goede afspraken gemaakt over de plek die jongeren krijgen als zij de entreetoets in het MBO niet halen. Bij deze groep dreigt het risico dat zij zonder diploma aan de kant komen te staan.
4.3.4 Relatie met bedrijfsleven
De gemeente investeert actief in een goede relatie met het bedrijfsleven voor het begeleiden van mensen van uitkering naar werk.
4.3.5 Passend werk
Voor inwoners die afhankelijk zijn van sociale werkvoorziening draagt de gemeente zorg voor voldoende passend werk. In samenspraak met lokale werkgevers wordt ingezet op het plaatsen van mensen bij werkgevers in de eigen gemeente.
4.3.6 Tegenprestatie door mensen in de bijstand
De gemeente verplicht inwoners die een bijstandsuitkering ontvangen, en niet in een re-integratietraject zitten, tot het leveren van een tegenprestatie. Dit kan in de vorm van vrijwilligerswerk.
4.4 Goed onderwijs
Onderwijs vergroot de kansen van kinderen, jongeren en ouderen. De bevoegdheid van de gemeente op het gebied van onderwijs is niet groot. Dat geeft veel scholen de positieve vrijheid om zelf te bepalen hoe goed onderwijs eruit ziet. Wel zijn scholen partners bij het signaleren en oplossen van problemen. Er is extra aandacht nodig voor sociale uitsluiting van kinderen en het verbeteren van leerprestaties.
4.4.1 Multifunctioneel gebruik van scholen en kerken
Het CDA streeft naar multifunctioneel gebruik van scholen en kerken: een brede buurtschool of een kerkgebouw als spil in het dorp of de wijk als een ontmoetingsplek die ook ’s avonds en in het weekend optimaal benut wordt. Het vergroot de sociale samenhang en het gevoel van veiligheid. De Ark in Daarle en Jan Barbierschool in Elen en Rhaan zijn daar goede voorbeelden van.
4.4.2 Vrijheid bij schoolkeuze
Het CDA staat voor de keuzevrijheid van ouders als het om scholen gaat. De vrijheid om te kunnen kiezen tussen bijzondere of openbare scholen moet zoveel mogelijk blijven bestaan. Het CDA zet actief in op het behoud van basisscholen in de kernen als daarvoor lokaal draagvlak is. De kwaliteit van het onderwijs staat daarbij altijd voorop. Onderdeel van die kwaliteit is ook de levensbeschouwelijke identiteit van de school. Keuzevrijheid van ouders is ook in de kernen een groot goed.
4.4.3 Samenwerking met onderwijs, peuterspeelzaalwerk en kinderopvang
Als de gemeente per 1 januari 2015 verantwoordelijk wordt voor de uitvoering van de Jeugdwet (4.5) vraagt dat om een intensieve samenwerking met het onderwijs en ook met kinderopvang en peuterspeelzaalwerk.
!
4.5 Jeugdzorg: goed begin is het halve werk
Op 1 januari 2015 treedt de Jeugdwet in werking. De gemeente wordt dan naast het jongerenwerk ook verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het CDA ziet lokaal jeugdbeleid als het startpunt voor het voorkomen van veel sociale problemen in de toekomst. Een goed begin in het leven is het halve werk. Een goed begin voor de nieuwe jeugdzorgtaak van de gemeenten is dat ook. Daarbij wordt samenwerking gezocht met de onderwijsinstellingen en jeugdgezondheidszorg. Vroeg ingrijpen in problematische gezinssituaties past bij de keuze voor voorzorg boven nazorg. Het CDA vindt dat het voor een goede jeugdhulp van belang is dat de jongere en zijn of haar gezin centraal staat. Het gaat om het belang van de jongere en het desbetreffende gezin.
4.5.1 Overgang jeugdzorg naar gemeente
De gemeente bereidt zich in samenwerking met andere gemeenten en met uitvoerende organisaties voor op een zo vlekkeloos mogelijke overgang van de jeugdzorg van provincie en Rijk naar gemeente, zodat de gemeente vanaf dag 1 in staat is de jeugdzorg op goede wijze over te nemen. Dit gebeurt zodanig dat jongeren niet de dupe worden van die overgang.
4.5.2 Jongere centraal
Omdat de hulpvraag van de jongere en/of het gezin centraal moet staan, wordt maatwerk geboden, uitgaande van de behoeften van de individuele jeugdigen en ouders en het eigen probleemoplossend vermogen van de jeugdige, de ouders en de sociale omgeving.
4.5.3 Betrokken en effectief
Het CDA ziet volop kansen om de jeugdzorg eenvoudiger en effectiever te maken. Het accent moet liggen op het voorkomen van problemen en vroegtijdige signalering als er iets misgaat.
Het op peil houden van algemene jeugdvoorzieningen zoals de kinderopvang, peuterspeelzaalwerk, jeugdgezondheidszorg, scholen, sportclubs en jongerenwerk voorkomt dat te veel jongeren gebruik moeten maken van jeugdzorg.
4.5.4 Gezinnen kennen
De gemeente investeert in informatie over de gezinnen die al ondersteuning krijgen en weet wie de ondersteuning verleent. De gemeente grijpt de kans om het totaal aan instellingen rond jeugdzorg op elkaar af te stemmen. De wethouder jeugd en gezin functioneert als een intermediair tussen instellingen. Daarmee wordt voorkomen dat de hulp aan jongeren blijft steken in discussies tussen instellingen.
Niet een discussie over de structuur van de jeugdzorg en het jongerenwerk staat voorop, maar het doel. Structuren of instellingen zijn daaraan
ondergeschikt. Eén instelling neemt de zorg of de ondersteuning per jongere op zich en stemt het waar nodig met anderen af.
4.6 Burgerschap
Burgerschap staat centraal in de activiteiten die de gemeente onderneemt op het gebied van integratie van minderheden. Maar in zekere zin geldt dit voor iedere inwoner van de gemeente. Voor de wet is iedereen gelijk en heeft iedereen gelijke rechten. In het omgaan met elkaar is wederzijds respect dan ook de norm. Zelfwerkzaamheid is een tweede punt. Burgerschap is ook het vermijden van afhankelijkheid, in die zin dat iedereen naar vermogen zich inzet voor opleiding en werk. In onze samenleving mag betrokkenheid ook niet ontbreken. Het vraagt aandacht voor de persoonlijke en gevoelsmatige aspecten in het omgaan met elkaar. Als laatste geldt een grote mate van betrouwbaarheid. Mensen zijn aanspreekbaar op hun persoonlijke keuzes en volgen daarbij de regels en wetten.
!
4.6.1 Naturalisatie-/burgerschapsdag
De naturalisatiedag waarop nieuwe inwoners van onze gemeente de Nederlandse nationaliteit krijgen uitgereikt, wordt verbreed. Ook alle jongeren die 18 jaar zijn geworden, worden voor deze gemeentelijke ‘burgerschapsdag’ met een – ook voor hen – aantrekkelijk programma uitgenodigd.
4.6.2 Acceptatie in plaats van discriminatie
Iedere inwoner moet zich – ongeacht godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht. seksuele geaardheid enz. – in onze gemeente thuis kunnen voelen. De gemeente doet wat in haar vermogen ligt om discriminatie op welke grond ook te voorkomen en acceptatie van een ieder te bevorderen.
4.6.3 Integratie
Integratie van nieuwkomers in de buurt wordt ter hand genomen door gemeente, woningstichting, vluchtelingenwerk en de directe woonomgeving.
5 Van verbruiken naar waarderen: niet alles is in geld uit te drukken
Alles in onze omgeving moet op waarde geschat worden. Ook als het niet meteen in geld valt uit de drukken. De leefbaarheid in onze dorpen en kleine kernen is onbetaalbaar. Dat geldt ook voor ons landschap, voor onze kleine detailhandel of de boerenbedrijven die vaak al decennia bij ons horen. CDA’ers willen rentmeesters zijn van wat van waarde is. Daarin zit ook economische potentie. Wat de natuur geeft kan ook voor innovatie en nieuwe energie ingezet worden. Het draaiende houden van de lokale economie hoort daarbij. Er hoeft geen tegenstelling te zijn tussen duurzaamheid en economische ontwikkeling, die ook van groot belang is voor de werkgelegenheid. Ook natuur en landschap enerzijds en economie anderzijds kunnen elkaar versterken. In dat kader zijn recreatie en toerisme van groot belang. Volgens het CDA is Hellendoorn een recreatiegemeente bij uitstek. Dit gegeven kan nog meer ‘verzilverd’ worden.
5.1 Gezonde lokale economie
Een gemeente waarin iedereen erbij hoort heeft behoefte aan een gezonde economie en goede werkgelegenheid. In een betrokken samenleving nemen burgers, maatschappelijke organisaties én bedrijfsleven samen initiatieven om problemen op te pakken. Bedrijven maken deel uit van die samenleving. Het CDA wil bedrijven ruimte bieden.
Hoewel de gemeente maar beperkt de economische ontwikkeling kan beïnvloeden, is vooral het midden- en kleinbedrijf (MKB) afhankelijk van lokale keuzes. Zonder groei van de lokale economie komt er geen werkgelegenheid bij. De gemeente creëert randvoorwaarden voor die noodzakelijke groei en ondersteunt bedrijven. Voorkomen wordt dat regelgeving belemmerend werkt. Het CDA wil in samenwerking met het bedrijfsleven komen tot een masterplan bevordering bedrijvigheid.
De kleine detailhandel, met name zelfstandigen, staat onder druk. Maar ze bepalen wel het succes van het dorpshart. Op het platteland kennen we al heel lang de mogelijkheid van ‘ruilverkaveling’. De gemeente kan zo’n proces ook in het centrum op gang brengen. Als winkelpanden in het hart van Nijverdal leeg komen te staan, kan de gemeente faciliterend optreden met als doel dat detailhandel en andere centrumfuncties vanuit de rand verhuizen naar het hart.
5.1.1 Terugbrengen van vergunningen
Het CDA wil het aantal vergunningen terugbrengen. Denk bijvoorbeeld aan de terrasvergunning. Als die eenmaal verleend is na overleg met omwonenden kan die voor onbepaalde tijd worden verstrekt. Handhaving op geluidsoverlast vindt pas na klachten plaats en kan tot intrekken van de vergunning leiden.
5.1.2 Terughoudend met welstandseisen
De gemeente gaat bij (ver)bouwplannen van winkeliers terughoudend om met welstandseisen.
Als een bedrijf ergens niet binnen de regels past laat de gemeente het daar niet bij, maar zoekt met de ondernemer actief mee naar andere mogelijkheden.
5.1.3 Actief leegstandsbeleid
De gemeente voert een actief beleid tegen leegstand. Dit kan in een leegstandsverordening worden vastgelegd. De gemeente gaat ook het gesprek aan met onder anderen de verhuurders van leegstaande bedrijfspanden voor het actief zoeken naar oplossingen.
5.1.4 Koopzondagen
Het CDA is terughoudend als het om koopzondagen gaat. Bij besluiten over koopzondagen moeten ook de kleine ondernemers, het personeel en de vakbonden worden gehoord.
5.1.5 Recreatie en toerisme
Het CDA wil dat de gemeente samen met buurgemeenten recreatie en toerisme sterk bevordert,. gebruikmakend van de sterke punten van zowel Twente als Salland.
De gemeente zet actief in op de vestiging van hotels.
Particuliere initiatieven voor uitbreiding en kwaliteitsverbetering van bestaande campings en hotels worden gestimuleerd. Dat geldt ook voor nieuwe initiatieven op het gebied van het toerisme.
Recreatieondernemers krijgen – letterlijk en figuurlijk – de ruimte. Regelgeving mag geen onnodig belemmerende factor zijn.
De opbrengst van toeristenbelasting wordt geïnvesteerd in een goede infrastructuur voor toerisme
en/of in marketing en promotie van de gemeente.
5.1.6 Bedrijven aan huis
Voor zelfstandigen zonder personeel wordt het in de bestemmingsplannen makkelijker gemaakt om een eigen bedrijf aan huis te vestigen. Door middel van de omgevingsvergunning worden de belangen van de buurtbewoners gewaarborgd, bijvoorbeeld om geluid- en stankoverlast tegen te gaan.
5.1.7 Herstructureren bedrijventerreinen
Het CDA vindt het herstructureren van bedrijventerreinen belangrijk. De gemeente investeert samen met de bedrijven. Waar de gemeente grond inbrengt, kan worden terugverlangd dat er werkzoekenden uit de gemeente bij bedrijven in dienst worden genomen.
5.1.8 Ruimte voor lokale en regionale ondernemers
In het aanbestedingsbeleid wordt, in het belang van de werkgelegenheid, zoveel mogelijk ruimte gegeven aan lokale of regionale ondernemers, waaronder kleine zelfstandigen en kleine bedrijven, om mee te dingen naar opdrachten. Bijvoorbeeld ook door het opdelen van grotere opdrachten.
5.1.9 Maatschappelijk betrokken ondernemen
Ondernemers worden betrokken bij sociale uitdagingen. Sponsoring van projecten, maar ook voorlichting op scholen (oriëntatie op een vervolgopleiding), hulp bij voorkomen van schulden (door financiële dienstverleners) of het re-integreren van jonggehandicapten, herintreders, en/of langdurig werklozen zijn goede voorbeelden.
De gemeente heeft hierin een voorbeeldfunctie. Bijvoorbeeld bij de eisen binnen het aanbestedingsbeleid voor het in dienst nemen van arbeidsgehandicapten.
5.1.10 Opleidings- en re-integratietrajecten
De gemeente stemt de opleidings- en re-integratietrajecten voor uitkeringsgerechtigden af met de ondernemersverenigingen op de behoefte aan lokaal personeel.
5.1.11 Bibob-toets gericht toepassen
De gemeente gebruikt de Bibob-toets (toets op basis van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur) om ongewenste ondernemers in bijvoorbeeld de horeca te weren. Dit is een middel om de (criminele) achtergrond van exploitanten te onderzoeken.
5.2 Centrum Nijverdal
In het centrum van Nijverdal zijn de afgelopen jaren diverse grote projecten tot stand gekomen. Het is bijna ‘klaar’, maar het CDA wil ook graag dat dit hart echt blijft kloppen. Een goede samenwerking tussen gemeente en ondernemers in het centrum kan hierin een belangrijke bijdrage leveren (activiteiten, promotie).
5.2.1 Herverkaveling in Nijverdal- centrum
Voorkomen moet worden dat in het centrale winkelgebied in Nijverdal ‘kale plekken’ ontstaan omdat leeg komende panden niet opnieuw in gebruik worden genomen voor detailhandel of andere centrumfuncties. De gemeente stimuleert en faciliteert een proces van ‘herverkaveling’ van panden indien de eigenaren daarin ook willen meewerken.
5.2.2 Wifi
Om het centrum van Nijverdal nog aantrekkelijker te maken moet er een gratis Wifi-netwerk beschikbaar komen. Te beginnen in het Huis voor Cultuur en Bestuur.
5.2.3 Inrichting Grotestraat en tunneldek
Tijdig voor de ingebruikneming van het tunneltracé (eind 2014) wordt de herinrichting van de Grotestraat en de invulling van het tunneldek voorbereid op basis van burgerparticipatie. De gemeente stelt duidelijke randvoorwaarden, zodat geen verwachtingen worden gewekt die niet kunnen worden gerealiseerd.
5.2.4 Betaald parkeren
Betaald parkeren is een gegeven voor het CDA. Als in de praktijk wijzigingen van/in het systeem nodig zijn, werkt het CDA daar – in overleg met de ondernemersverenigingen – aan mee.
Het CDA wil snel een oplossing voor het gemeentelijk parkeerterrein aan de noordzijde van het NS-station. Er moet voor gezorgd worden dat hier voldoende ruimte blijft voor treinreizigers om hun auto te parkeren. Als het hiervoor nodig is om het gemeentelijk terrein in gebruik te geven of over te dragen aan de NS, dan mag dat geen probleem zijn.
5.3 Gezonde agrarische sector
Aan de leefbaarheid op het platteland draagt ook een gezonde agrarische sector bij. Het CDA zet zich vanuit haar roots van harte in voor een vitaal buitengebied.
Bij de verdere technologisering en vergroting van agrarische bedrijven besteedt de gemeente met name aandacht aan een goede landschappelijke inpassing, diervriendelijkheid, volksgezondheid en natuur en milieu. In de afgelopen jaren is het gemeentelijke LOG-beleid daartoe een goed instrument gebleken; dat wil het CDA de komende jaren voortzetten.
5.3.1 Vergunningverlening agrarische sector
De agrarische sector is zowel economisch als uit een oogpunt van landschapsbeheer van belang voor de gemeente Hellendoorn. De vergunningverlening moet – binnen de wettelijke mogelijkheden – zo snel en zo soepel mogelijk verlopen zonder dat dit onevenredig hoge kosten voor de verzoekers met zich meebrengt.
5.3.2 Schaalvergroting
Bij de noodzakelijke vergroting van agrarische bedrijven moeten de – uiteraard diervriendelijke en uit een oogpunt van volksgezondheid verantwoorde – stallen goed in het landschap worden ingepast.
5.3.3 Bedrijfsbeëindiging
Als een agrarisch bedrijf stopt verleent de gemeente op ruime wijze medewerking aan een nieuwe – in het gebied passende – bedrijfs- en/of woonbestemming die geen belemmeringen geeft voor de bestaande agrarische bedrijven.
5.3.4 Verbreding agrarische bedrijven
De gemeente verleent ruimhartig medewerking aan agrarische bedrijven die willen verbreden op het gebied van recreatie, zorg en het leveren van biologisch en/of regionaal voedsel. Ook hierdoor mogen bestaande agrarische bedrijven niet belemmerd worden.
5.3.5 Vrijwillige kavelruil
Als er draagvlak is voor een vrijwillige kavelruil, die een – economische – verbetering oplevert voor een aantal bedrijven, verleent de gemeente daaraan medewerking.
5.3.6 Groene diensten
Er wordt – in samenwerking met de provincie – een actief beleid gevoerd met betrekking tot houtwallen en solitaire bomen in het buitengebied (‘groene diensten’).
5.3.7 Snelheidsbeperkende maatregelen in het buitengebied
Als er in het buitengebied aanvullende snelheidsbeperkende maatregelen worden getroffen, wordt dat in overleg met de betrokken – agrarische – bedrijven en inwoners gedaan.
5.4 (Groene) energie
Niet alleen gebruiken maar ook bewaren is het uitgangspunt. Natuur, grondstoffen, energie, voedsel en afval hebben een waarde. Het CDA streeft ook lokaal naar een balans tussen mens, milieu en een gezonde economie. We stellen ambitieuze en haalbare milieudoelen.
5.4.1 Duurzame energie
Initiatieven van buurten, verenigingen, corporaties en bedrijven voor het opwekken van energie worden gestimuleerd. Samen met de gemeente worden afspraken over te leveren prestaties vastgelegd.
De gemeente maakt maximaal gebruik van subsidiemogelijkheden van andere overheden, zoals de provincie, voor het bevorderen van initiatieven om duurzame energie op te wekken of om energie te besparen.
5.4.2 Geen schaliegas
Het CDA wil geen winning van schaliegas in onze gemeente toestaan omdat de gevolgen, onder meer voor de drinkwatervoorziening, nog volstrekt onduidelijk zijn.
5.4.3 Windenergie
Windmolens worden uitsluitend toegestaan op bedrijventerreinen. In de dorpen en kernen en in het buitengebied vindt het CDA windmolens niet acceptabel.
5.5 Wel in geld uit te drukken
Het grootste deel van de gemeentebegroting bestaat uit geld via de Rijksoverheid. Slechts een beperkt aandeel komt uit lokale heffingen en belastingen. In beide gevallen is er sprake van belastinggeld, opgebracht door de inwoners van de gemeente. We hebben de overtuiging dat we daarom duurzaam moeten omgaan met de financiële middelen die voorhanden zijn. Nog veel nadrukkelijker in tijden van bezuinigingen.
Uitgangspunten voor het financieel beleid van het CDA zijn: zorgvuldigheid, transparantie en gematigde lokale lasten.
5.5.1 Weerstandsvermogen
De hoogte van de gemeentelijke uitgaven en investeringen vormt geen doel op zich. Ze dragen bij aan een maatschappelijk doel. We leven niet in de waan van de dag. We zorgen dus ook voor voldoende weerstandsvermogen, dat is het vermogen om ook in ongunstige tijden de noodzakelijke activiteiten voort te kunnen zetten.
!
5.5.2 Geen grote investeringen
De recent gedane grote investeringen hebben effect gehad op de schuldpositie van de gemeente. Verbetering van de schuldpositie is mogelijk vanuit het uitgangspunt dat de meeste grote investeringen gedaan zijn. Nieuwe investeringen in grote projecten worden in beginsel in de raadsperiode 2014 – 2018 niet gedaan.
5.5.3 Geen lastenverzwaring
Het CDA wil de gemeentelijke lasten voor burgers en bedrijven niet verhogen, anders dan aanpassing op grond van het inflatiepercentage. Dit wil niet zeggen dat niet geschoven kan worden tussen de verschillende belastingen (ozb, afvalheffing en rioolrecht) om tot een betere verdeling te komen (zgn. weegschaalmodel), als in totaliteit maar geen lastenverzwaring plaatsvindt.