CDA verkiezingsprogramma
Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier (HHNK)
Voorwoord De verkiezingen voor het waterschap staan voor de deur. Nederland is een waterland en deze verkiezingen hebben ook invloed op uw omgeving en portemonnee. Wat vindt u belangrijk en waar legt u de prioriteit? • • • • • •
gaat u voor droge voeten, geeft u prioriteit aan vernatting van polders om planten en dieren kansen te geven, wilt u al ons afvalwater ongeacht de kosten zo schoon maken dat u het bij wijze van spreken direct kunt drinken, hoe moet het waterschap zijn wegen inrichten, hoeveel mag het waterbeheer kosten, etc.
Dit zijn vragen die steeds weer terugkeren in het bestuur van het waterschap. Om deze vragen te kunnen oplossen zijn keuzes nodig. In dit verkiezingsprogramma laten wij zien welke keuzes het CDA maakt. De eisen voor het beheren van water worden steeds strenger. De waterschappen worden geacht te voldoen aan de eisen van de Rijksoverheid. De kosten om aan deze eisen te voldoen zijn hoog en moeten worden gedekt. Het CDA weigert deze rekening een-op-een bij onze inwoners neer te leggen. Juist door kritisch te kijken naar uitgaven, kan er op andere vlakken worden bespaard. Hierdoor kunnen de nodige uitgaven worden gedaan, maar zijn de kosten niet onnodig hoog. Om dit mogelijk te maken ziet het CDA de volgende mogelijkheden: 1. Door samen met de gemeenten de belastingen te incasseren kan er effectiever en efficiënter worden gewerkt. Dit voordeel kan oplopen tot €20,- per belastingbetaler, per jaar. 2. Wanneer projecten worden gespreid over meerdere jaren, kunnen de kosten per jaar lager uitvallen. Hier ziet het CDA een mooie kans om, waar mogelijk, de kosten laag te houden. 3. De laatste reorganisatie binnen het ambtelijk apparaat heeft beperkte besparingen opgeleverd. De komende jaren zetten wij daarom in op het verbeteren van de efficiency van het waterschap. Wij zien mogelijkheden door meer samen te werken met andere overheden en meer werkzaamheden uit te besteden. Wij denken aan het wegenonderhoud, groenwerkzaamheden en ICT taken. 4. Sneller en beter toepassen van rendabele innovaties. 5. Minder regels, waardoor minder controle hoeft plaats te vinden. Daar waar wel controle noodzakelijk is doen we dat samen met andere overheden. Deze gecombineerde aanpak is efficiënter en voor u als inwoner of bedrijf minder belastend. 6. Een zorgvuldige verkoop van eigendommen die voor het Waterschap niet meer van strategisch belang zijn. Toch moeten we als waterschap, maar vooral als CDA continu alert blijven op kansen die zich voordoen. Kansen op innovatie, samenwerking en kosten besparing. Actief communiceren en ophalen vanuit de samenleving zijn daarbij van groot belang. Wij staan de komende jaren open voor ideeën en expertise van u. Namens de CDA fractie HHNK Jan Kramer, lijsttrekker
1. Het waterschap van en voor u Het waterschap is van en voor u. Het waterschap luistert naar haar inwoners en naar de (agrarische)bedrijven in het werkgebied. Door transparant te werken, is voor iedereen duidelijk hoe besluiten tot stand zijn gekomen. Goede, duidelijke en heldere communicatie is daarom van groot belang. Om transparantie te bevorderen wil het CDA dat het waterschap gebruik gaat maken van openspending.nl. Hiermee kan iedereen zien wat het waterschap uitgeeft en wat de inkomsten zijn maar ook hoe dit waterschap presteert in vergelijking met andere overheden. Om de dienstverlening te blijven verbeteren worden er regelmatig tevredenheidsmetingen uitgevoerd. Mocht het toch misgaan dan is er een eenvoudige en laagdrempelige klachtenprocedure. Het CDA is de partij van de samenleving. Een overheid naast u, niet tegenover u. Om alle risico’s uit te sluiten zijn we soms doorgeslagen. Het CDA wil daarom een kritische herbezinning op het pakket aan regels en de overbodige regels schrappen. Die regels die wel nodig zijn, moeten worden vereenvoudigd en goed handhaafbaar zijn. Daar waar mogelijk wordt het aanvragen van vergunningen vervangen door het systeem van melden. Van zowel de medewerkers als de bestuurders van het waterschap verwachten wij dat zij zich dienstbaar opstellen naar de inwoners en de (agrarische)bedrijven. Het CDA verwacht van bestuurders dat zij integer, laagdrempelig en makkelijk aanspreekbaar zijn. Een oplossing aan de keukentafel heeft voorkeur boven een uitspraak van de bestuursrechter. Samenwerking van het waterschap met de eigenaren van percelen, de provincie, gemeenten en beheerders van natuurterreinen is een voorwaarde om onze leefomgeving zorgvuldig te beheren. Het CDA hecht grote waarde aan dit overleg en zal voorgestelde besluiten hier ook op toetsen. Het overleg tussen deze partijen is goed voor het draagvlak maar biedt ook kansen om werk met werk te maken. 1.1 Transparantie is belangrijk bij het waterschap. Door zich aan te sluiten bij openspending.nl zie het CDA een mooie kans om binnen de waterschappen de transparantie te bevorderen. Als het Waterschap zich aansluit bij openspending.nl kunt u digitaal volgen hoe ons waterschap presteert ten opzichte van andere overheden. 1.2 De tevredenheidsmetingen moeten gebruikt worden om de dienstverlening van het waterschap verder te verbeteren. 1.3 Het bestaande pakket regels zal tegen het licht moeten worden gehouden. Zo kunnen regels worden geschrapt, vereenvoudigd en kan een vergunningsplicht worden omgezet naar een meldplicht. Zo wil het CDA meer ruimte geven aan de samenleving. 1.4 Wanneer controles worden uitgevoerd kunnen deze volgens het CDA worden gebundeld met controles van andere overheden. 1.5 Waterschapbestuurders moeten integer, laagdrempelig en makkelijk aanspreekbaar zijn. 1.6 Samenwerking met anderen zorgt voor draagvlak en geeft een mogelijkheid om werk met werk te maken.
2. De bescherming tegen zeewater De meest belangrijke taak van het waterschap is het bieden van bescherming tegen hoog zeewater. Door verandering van het klimaat en de stijging van de zeespiegel is het noodzakelijk om deze waterkeringen te versterken. Het volledige gebied van HHNK ligt namelijk onder de zeespiegel. Bescherming en veiligheid zijn daardoor van groot belang. Deze veiligheidsmaatregelen hebben veel impact op onze leefomgeving en het uitgavenpatroon van het waterschap. In 10 jaar tijd wordt er zo’n 1 miljard euro besteed. De meest spectaculaire versterking is de grote hoeveelheid zand voor de kust bij de Hondsbossche Zeewering. Door deze ingreep vergroot het de veiligheid maar wijzigt ook het kustaanzicht. Maatregelen die het waterschap neemt hebben invloed op de leefomgeving. Daarom is samenspraak met inwoners, bedrijven en andere overheden voor het CDA heel belangrijk. Dit overleg moet in een zo vroeg mogelijk stadium gebeuren om de effecten hiervan te kunnen vergroten. Te laat beginnen zorgt voor te weinig inspraak en input. Op onze verdedigingslinie langs de zeekust verdienen mensen hun brood met de exploitatie van strandtenten. Met deze ondernemers moet het waterschap rekening houden. Het CDA ziet volop kansen voor de eigenaren van deze strandtenten. Wanneer de veiligheid van de strandtent niet meer kan worden gegarandeerd moet er een passende oplossing worden gezocht. Deze oplossing moet worden gezocht in overleg en samenspraak met de eigenaar. Veiligheid heeft de prioriteit maar een passende oplossing helpt hierbij volgens het CDA. Door langer vooruit te kijken valt goed in te schatten op welke plekken strandtenten een plek kunnen krijgen en houden en op welke plekken dat niet gewenst is. Onze Waddeneiland Texel verdient binnen de waterschappen een bijzondere positie door haar schitterende ligging tussen de Waddenzee en de Noordzee. 2.1 Het CDA wil contracten met exploitanten van strandtenten voor tien jaar afsluiten, zonder de vijfjaarlijkse mogelijkheid om een verplaatsing te eisen. 2.2 Vroegtijdige betrokkenheid van inwoners, bedrijven en overheid is voor het CDA heel belangrijk. Dit overleg moet in een zo vroeg mogelijk stadium gebeuren om de effecten hiervan te kunnen vergroten.
3. IJssel- en Markermeer Op dit moment wordt een programma uitgevoerd om de dijken langs het IJssel- en Markermeer te versterken. Op sommige plaatsen is dat nu al te zien. Bijvoorbeeld de dijk tussen Hoorn en Enkhuizen. Voor het gedeelte tussen Hoorn en Amsterdam worden op dit moment diverse procedures gevoerd. Aanwonenden, bedrijven, agrariërs en gemeenten hebben eigen ideeën en wensen bij deze dijkversterking. Het CDA vindt het belangrijk dat met de belangen van deze betrokkenen rekening wordt gehouden. Ook helpt vroegtijdige betrokkenheid bij het verkrijgen van draagvlak en biedt het kansen om werk met werk te maken. Om recht te doen aan de cultuurhistorie en de recreatieve functie van de dijk vindt het CDA dat werkzaamheden moeten worden aangepast naar deze functies. Bovenal staat natuurlijk dat de dijk de veiligheid moet vergroten. Het is niet te voorkomen dat de werkzaamheden overlast geven, met name voor hen die dicht op de werkzaamheden wonen. Door zoveel mogelijk gelijk op te trekken met andere overheden kan er in een zo kort mogelijke periode gewerkt worden en levert het zo min mogelijk overlast op. 1.1 De dijkversterking Hoorn – Amsterdam moet zodanig worden uitgevoerd dat naast veiligheid ook rekening wordt gehouden met recreatieve mogelijkheden en de cultuurhistorie. Dijken bieden bescherming maar ook weidse vergezichten. 1.2 De overlast die de werkzaamheden met zich meebrengen moeten worden beperkt. Dit kan volgens het CDA door het werk zo vlot mogelijk uit te voeren. Samenwerking met andere overheden kan daar positief aan bijdragen.
4. De bescherming van de polders met dijken Het gebied van het waterschap bestaat uit vele tientallen polders. Het waterschap moet de dijken rond deze polders op hoogte en sterkte houden. Het gaat daarbij om ca 1500 km. Het waterschap heeft de plicht om de dijken te onderhouden. Zo wordt de bescherming van de inwoners gegarandeerd. Onderhoud is een kwestie van meerjarige onderhoudsplannen, uitvoering in de gaten houden en geld ter beschikking stellen. Hiervoor moeten wederom keuze worden gemaakt. Het CDA wil kansen voor recreatie of natuur benutten wanneer deze binnen de noodzakelijke werkzaamheden mee kunnen liften. Extra kosten om recreatieve doelen of doelen op het gebied van natuurbeheer te realiseren mogen slechts beperkt voor rekening van het waterschap komen. 4.1 Adequaat onderhoud aan dijken en watergangen is belangrijk voor goed en veilig waterbeheer. Aan de hand van een strakke planning moeten dijken op het vereiste veiligheidsniveau gebracht. Die strakke planning ziet niet alleen toe op de fysieke uitvoering maar eveneens op de planning van uitgaven en bewaking van kosten. 4.2 Waar mogelijk en gewenst worden werkzaamheden gecombineerd met het realiseren van recreatieve doelen of doelen op gebied van natuurbeheer. Voor het waterschap gaat de prioriteit, ook wat betreft financiering echter altijd uit naar haar kerntaak namelijk veiligheid en waterbeheer.
5. De waterhoogte in sloten, plassen in polders Ondanks natte en droge perioden, willen we dat de sloten op de gewenste hoogte met water gevuld zijn en blijven. Door een slim opgebouwd systeem van sloten, watergangen, gemalen en inlaatsluizen wordt dat geregeld. In de loop der jaren zijn de eisen die aan de precieze hoogte van het water worden gesteld strenger geworden. Dat vraagt aanpassing van het waterbeheer door het waterschap. Door de klimaatwijzigingen worden de extremen tussen periodes met veel en periodes zonder regen groter. Hierdoor is het soms noodzakelijk om noodpompen in te zetten of bij droogte juist water uit het IJsselmeer of Markermeer binnen te laten. Het vrij houden van bebouwing van deze zoetwaterbuffers is daarvoor van groot belang. Bij te grote hoeveelheden regen, kan niet al het water tegelijk afgevoerd worden. Om ervoor te zorgen dat het water niet in de steden en dorpen terechtkomt, kan het water worden opgevangen in waterbergingen. In het verleden werden deze vaak dusdanig laag aangelegd dat zij gedeeltelijk gevuld waren en bleven met water. Het gevolg was dat ganzen zich hier graag vestigden. Ganzen zorgen voor schade aan gewassen in de omliggende agrarische bedrijven. Dit vinden velen, waaronder het CDA een ongewenst effect. Het CDA kiest daarom voor waterbergingen die alleen onderlopen als er teveel water is, in andere periodes staan deze waterbergingen droog. Wanneer de (tijdelijke) berging van overvloedig water niet mogelijk is of tekort schiet, dan kunnen noodpompen een oplossing bieden. 5.1 Bij dreigend wateroverlast of bij een dreigend tekort aan water moet het waterschap actief de bewoners en bedrijven informeren. Het informeren over de maatregelen die worden genomen is noodzakelijk voor goede en transparante communicatie. 5.2 Bij een teveel aan water wordt het water eerst vastgehouden in de polder in droge waterbergingen en daar waar mogelijk door stuwen tijdelijk te verhogen. 5.3 Een snelle inzet van noodpompen is geoorloofd wanneer andere maatregelen falen. Het laten onderlopen van natuurgebieden is voor het CDA acceptabel wanneer daarmee het agrarisch productiegebied en dorpen en steden gevrijwaard blijven van wateroverlast. 5.4 De zoetwaterbuffer van het IJssel- en het Markermeer zijn van essentieel belang voor onze drinkwatervoorziening en voor de aanvoer van voldoende zoetwater voor de agrarische sector. Bebouwing van deze meren wijst het CDA om die reden af.
6. Water in de stad Speciale aandacht verdient het water in de stad. Het waterschap neemt steeds meer het waterbeheer over in de stedelijke omgeving. Hierdoor zijn niet langer de gemeenten daarvoor verantwoordelijk. Voor de inwoners van die gemeenten betekent dit een professioneler onderhoud van het water. Het waterschap werkt daar aan schoon en gezond water. Het doel hiervan is een toename van flora en fauna in en op het water. Zo kan er nog meer genoten kan worden bij het water. Daarnaast staan veel huizen in de stad staan op houten palen. Door een te laag grondwaterpeil kunnen deze palen droog komen te staan en gaan rotten. Beheer van het grondwaterpeil is om die reden belangrijk. 6.1 Het CDA vindt dat het waterschap zijn verantwoordelijkheid moet nemen voor een adequaat grondwaterbeheer.
7. Zorgen voor schoon water (waterzuivering) Het grootste samenwerkingsverband dat het waterschap heeft is de zorg voor het afvalwater van de meer dan 1,3 miljoen mensen en bedrijven. Met de gemeenten wordt het vuil water
(afvalwater) afgevoerd via het riool. Nagenoeg alle riolen zijn via een systeem van leidingen en gemalen aangesloten op Rioolwaterzuiveringsinstallaties. Deze zuiveringsinstallaties zijn eigendom van het Waterschap. De zuiveringsinstallaties worden onderhouden en na een lange periode van dienst vervangen door moderne nieuwe installaties. De moderne zuiveringsinstallaties zorgen voor energievoorziening en het scheiden van grondstoffen die geschikt zijn voor hergebruik. De aanleg van deze nieuwe installaties dient in overleg met de gemeenten te gebeuren. Een verplaatsing naar een andere locatie kan voor beide partijen bijvoorbeeld een betere oplossing zijn. De zuiveringstaak is de duurste taak van het waterschap. Daarom vindt het CDA dat hier goed moeten worden gekeken naar opbrengsten uit reststoffen zoals energiewinning en grondstoffen voor bijvoorbeeld plastic en groeistoffen voor de landbouw. Deze opbrengsten helpen om de kosten voor de inwoners te beperken. In het riool stroomt veel regenwater. Dit schone water hoeft niet gereinigd te worden, het zorgt echter wel voor extra kosten in de verwerking. Dit regenwater kan het beste rechtstreeks worden afgevoerd naar sloten en ander open water. Bij nieuwbouwwijken gebeurt dit al standaard. Door deze methode ook in oudere wijken toe te passen kunnen de zuiveringskosten worden verminderd. Het effect van de subsidieregeling waarmee gemeenten het regenwater in deze oudere wijken van het riool kunnen ontkoppelen levert een wisselend succes op. Daarom kiest het CDA er voor de verantwoordelijkheid meer bij de bewoners zelf te leggen. Wij verwachten daarmee een beter resultaat te bereiken. Bijvoorbeeld door de inzet van afkoppelteams, die als ambassadeur door ons gebied trekken en in gesprek gaan met bewoners van bestaande wijken. Bewoners krijgen een tegemoetkoming in de kosten voor maatregelen ten bate van afkoppeling. 7.1 Innovatieve technieken toepassen bij de vervanging van zuiveringsinstallaties wanneer deze tot kostenreductie leiden of extra opbrengsten genereren. 7.2 Afkoppelen van regenwaterafvoeren van het rioolsysteem zodat de hoeveelheden te reinigen water afnemen en daarmee ook de reinigingskosten. Dit afkoppelen te stimuleren door de inzet van afkoppelteams en het verstrekken van een tegemoetkoming voor de gemaakte kosten aan de eigenaren. 7.3 Vrijkomend afval/biogas kan worden gebruikt voor de eigen energievoorziening. 7.4 Bij vervanging van rioolzuiveringsinstallaties moet steeds weer kritisch worden gekeken naar de meest gewenste locatie. Dit moet in nauw overleg met de betrokken gemeente en met oog voor de eventuele meerkosten.
8. Onderhoud van wegen Het waterschap heeft als taak het beheer en onderhoud van ca 1500 km wegen en ca 150 km fietspaden. Het is belangrijk dat deze onderhoudstaken zoveel mogelijk worden overgedragen aan andere overheden. Vaarwegen zijn een kerntaak van het waterschap, rijwegen in principe niet, zeker niet binnen de bebouwde kom. De afgelopen 6 jaar is hier weinig mee gebeurd, dit vindt het CDA zorgelijk De kosten nemen toe en het achterstallig onderhoud ook. Wij staan er voor om hier de komende vier jaar actief mee aan de slag te gaan. Wegen op (smalle) dijken worden hier en daar intensief gebruikt als sluiproutes. Dit is ongewenst voor zowel de veiligheid van de weggebruikers, de kwetsbaarheid van het dijklichaam en de onderhoudsconditie van de op de dijk gelegen weg. 8.1 Wegen van het waterschap die binnen de bebouwde kom van een gemeente liggen moeten worden overgedragen aan de gemeenten. Zo kunnen per gemeente afspraken worden gemaakt. 8.2 Fietspaden worden met extra zorg beheerd, slimme verbindingen met andere routes realiseren wanneer zich daar kansen voordoen. We stellen verkeersveiligheid
voorop. Er mogen absoluut geen verkeersonveilige situaties ontstaan door de nieuwe verbindingen. 8.3 Door afspraken met gemeenten en politie moet sluipverkeer worden tegengegaan. Het CDA ziet dat sluipverkeer zorgt voor overlast, problemen en gevaarlijke situaties. Een ultieme maatregel kan zijn deze wegen (gedeeltelijk) af te sluiten voor doorgaand verkeer. 8.4 Achterstallig onderhoud moet worden ingelopen en vervolgens voorkomen door gebruik te maken van adequate meerjarenonderhoudsplannen.
9. De natuur Natuur en waterbeheer hangen nauw samen. Zonder elkaar kunnen ze niet. In ons waterschap geldt dat ook. De natuur is afhankelijk van water. Dat geldt voor de waterhoogte, en voor de waterkwaliteit. Op provinciaal niveau is bepaald waar de functie natuur op rust. Zowel op Europees als rijksniveau zijn richtlijnen gegeven met betrekking tot de kwaliteit van het water. Dit is voor Nederland opgenomen in de “kaderrichtlijn water” (KRW). De inspanningen van het waterschap moeten zodanig zijn dat aan deze kaderrichtlijn met de daarin geschreven normen wordt voldaan. Dat betekent een lange termijn planning en rekening houden met het aanwezige water. Behoud van de visstand is noodzakelijk, dat betekent, dat er meer en beter rekening gehouden dient te worden met veilige vispassages bij gemalen en andere waterwerken. 9.1 Nauw overleg en samenwerking met natuurorganisaties vindt het CDA belangrijk bij de voorbereiding en uitvoering van belangrijke besluiten en maatregelen in gebieden met bijzondere natuurwaarden. 9.2 Er moet rekening worden gehouden met de waterkwaliteit die in een gebied van nature aanwezig is. 9.3 Natuur neemt een belangrijke plaats in bij het maken van keuzes, de veiligheid en de voedselproductie mogen daarbij niet in het geding komen.
10.
Recreatie
Het gebied van het waterschap bestaat naast de steden uit de polders, (veen)weidegebieden, droogmakerijen. Het open gebied is als het ware de tuin voor onze inwoners. Het open gebied moet interessant zijn voor de recreant om het gebied kan ontdekken. Dat kan op verschillende manieren: wandelen, varen, fietsen, schaatsen maar ook tijdens het vissen. Dat betekent dat het waterschap op de dijken en de kades toegang verleent aan recreanten. Hier moet een keuze gemaakt worden om de balans te bieden wat de recreatieve bewoner graag wil en wat de mogelijkheden zijn die er geboden kunnen worden, vanuit de veiligheid van de dijken, het behoud van de waterkanten en de kwaliteit van het water. Daarbij hebben wij ook oog voor de belangen van de (aanliggende) agrariërs die hun brood verdienen op de landerijen. Het is belangrijk om vaarwegen op diepte te houden, zowel voor snelle aan- en toevoer van water maar ook voor de recreatievaart. Ook met kanovaarders maken graag gebruik van de waterwegen, voldoende opstapplaatsen maken het gebied extra aantrekkelijk. Voor schaatsers is het goed als er weinig riet in de vaarwegen is achtergebleven en bruggen een goede hoogte hebben. Voor de sportvisser, zijn visvriendelijke passages bij gemalen van belang, zodat er voldoende gezonde vis zwemt, waar de visser op een verantwoorde manier op kan vissen. 10.1 Bij het maken van plannen en de uitvoering daarvan hebben wij oog voor de kansen om de recreatiemogelijkheden te versterken.
10.2 Door het openstellen van eigendommen voor medegebruik, waaronder wandel- en fietsroutes kunnen veel mensen genieten en gebruik maken van de natuur. Daarbij wegen wij de belangen van de aanliggende agrarische bedrijven mee.
11.
Agrarisch gebied
Voor de agrariërs is de aanwezigheid van goed en voldoende water van groot belang. De hoogte van het water in sloten en watergangen speelt hierin een belangrijke rol. De agrariër heeft grond ter beschikking die het waterschap soms graag wil gebruiken voor wateroplossingen. Bijvoorbeeld berging van water bij grote neerslaghoeveelheden. Bij het kiezen van de juiste technische en operationele maatregelen moet overlegd worden met de agrariërs. Het waterschap is verplicht om de redelijkheid van argumenten zwaar laten wegen. Indien bij een geschikte oplossing dit een negatieve invloed heeft op het belang van een agrariër dan dient het waterschap een realistische schadevergoeding te geven. Het CDA is altijd een beschermer van de belangen van de agrariërs geweest, dit blijft ook zo. 11.1 Waar nodig doet het CDA een beroep op de agrariërs om mee te werken aan oplossingen in het waterschap. Deze situaties vragen een goede en evenwichtige schadevergoedingsregeling. 11.2 Peilbesluiten worden in overleg met de omgeving en dus ook de agrariërs genomen. 11.3 Bij een teveel of een tekort aan water, hanteert het CDA de volgorde, veiligheid, agrarisch belang, natuurbelang.
12.
Innovatie
De werkzaamheden van het waterschap zijn voornamelijk van technische aard. Een organisatie die dit werk moet uitvoeren, moet in staat zijn om de toekomstontwikkelingen te volgen. Dat betekent dat er voldoende deskundigheid in eigen huis moet zijn om innovatieve ontwikkelingen op hun waarde te schatten en die in gang te zetten. In de waterzuiveringstaak gaat jaarlijks vele miljoenen euro’s om. Het energieverbruik is zeer hoog. Het is van groot belang dat het waterschap de mogelijkheden zoekt om energiegebruik, te verminderen. Zodat geld bespaard kan worden en er minder aantasting van het milieu plaatsvindt. Het CDA wil dat er onderzoek gedaan wordt naar innovatieve ontwikkelingen. Dat moet het waterschap niet in z’n eentje doen. Een breed draagvlak zorgt voor de benodigde expertise voor dit onderzoek. Wel moet het waterschap daarin lef tonen en vooruitstrevend zijn. Het zoeken naar de mogelijkheden om duurzame technieken toe te passen is even belangrijk als het gebruiken van techniek die zich al bewezen heeft. 12.1
13.
Het CDA staat een beleid voor waarin naast de toepassing van bewezen technieken het zoeken naar duurzame nieuwe mogelijkheden wordt gestimuleerd. Het is daarbij belangrijk dat de innovaties en oplossingen rendabel zijn.
Organisatie
Het waterschap heeft de laatste jaren een intensieve reorganisatie meegemaakt. Ook bestuurlijk heeft een forse verandering plaats gevonden. Hiermee wordt het waterschap professioneler, duidelijker wie waar voor verantwoordelijk is en is de informatie die bij de organisatie vandaan komt, van een beter niveau. Dit vraagt van de medewerker steeds meer aanpassing, in de eigen baan of in de beschikbare baan, die het waterschap aanbiedt. De werknemer van het waterschap dient een flexibele instelling te hebben om met de verandering binnen het waterschap mee te bewegen. Het is de plicht van het waterschap als werkgever te zorgen dat de werknemer de ruimte krijgt zich te ontwikkelen door het volgen
van opleidingen en stages. In functioneringsgesprekken tussen medewerker en leidinggevende is de persoonlijke ontwikkeling van de medewerker een vast onderdeel. Met een goed personeelsbeleid, gericht op ontwikkeling kan de inhuur van externe krachten worden verminderd. 13.1
13.2
14.
De organisatie mag niet stil blijven staan. Volgens het CDA moet de organisatie zichzelf ontwikkelen en juist ook de individuele medewerker de kans geven om zichzelf aan te passen aan de nieuwe veeleisende organisatie. Hierbij dient kwaliteit leidend te zijn. Minder dure inhuur van medewerkers van buitenaf.
Sociaal beleid en aanbestedingen
Het waterschap is één van de overheden die een publieke taak uitvoert. Het belang van onder andere goede waterkwaliteit, droge voeten houden en een goed dijkenbeheer is voor iedereen even belangrijk. Er zijn echter wel verschillen in de bedragen die betaald worden aan het waterschap. Een groot bedrijf of een agrariër betaalt meer aan het waterschap dan een bewoner van een rijtjeshuis. Het CDA ziet in dat het te betalen bedrag aan waterschapslasten voor bepaalde groepen te hoog is. Daarvoor is er binnen het waterschap een kwijtscheldingsbeleid. Het CDA wil dat dit beleid blijft. Waterschappen laten veel werk uitvoeren door andere bedrijven, het aanleggen van dijken, bruggen, enzovoorts. Voor aanbesteding van werken, dient goed omgegaan te worden met de principes van Social return. Het lijkt er op dat de economie langzaam omhoog kruipt, het CDA vindt dat het bedrijfsleven in onze regio wel wat steun kan gebruiken. Om dat kracht bij te zetten, vinden wij dat er tot de wettelijk toegestane maximale grenzen meervoudig onderhands aanbesteed kan worden. Hierbij worden regionale bedrijven verzocht in te schrijven en tenminste een bedrijf van buiten de regio. Een bewuste keuze om te zorgen dat bedrijven uit ons werkgebied, mensen uit onze regio aan het werk houden. Maar ook omdat het waterschap die bedrijven nodig kan hebben in noodsituaties, omdat juist deze bedrijven de omgeving kennen en snel ter plaatse zijn. 14.1 14.2 14.3
15.
Het CDA staat voor het behoudt van het kwijtscheldingsbeleid. Bij het aanbesteden van werk, dient er rekening gehouden te worden met Social return. Kansen voor iedereen zijn voor het CDA van groot belang. Om het regionale bedrijfsleven meer te ondersteunen, dient er zo veel als mogelijk meervoudig onderhands aanbesteed te worden.
De lastenverdeling (tussen gebouwd/ongebouwd)
Elke vier jaar wordt een nieuwe verdeling gemaakt van de te betalen lasten ingevoerd. Daar is veel onderzoek en voorbereiding in gaan zitten. Hierbij is ook gebruik gemaakt van inschattingen en aannames. Het zou weleens zo kunnen zijn dat de agrariër als bezitter van het ongebouwd een te hoge prijs moet gaan betalen. Het CDA wil dat eind 2015 de uitkomsten worden besproken en bekeken wordt of de lastenverdeling voldoende evenwichtig is. Als mocht blijken dat de rekening voor het ongebouwd te ver doorschiet is het CDA voorstander van een herbezinning op dit punt. Dat kan er in resulteren dat het ongebouwd minder bij gaat dragen. Als dat zo is, zal het CDA er voor zijn om de regels in de verordening te wijzigen
15.1
16.
Er moet een evenwicht zijn tussen de lastenverdeling voor ongebouwd (veelal agrariërs) en de andere categorieën.
Cultuurhistorie
In het landschap zien wij veel cultuurhistorie, deze dient zoveel mogelijk beschermd te worden. Bij het verhogen, verstevigen van dijken of aanleggen van waterbergingen, dient behoud van die waarden een belangrijk onderdeel te zijn. Daarnaast heeft het waterschap nog veel poldermolens in eigendom. In de komende periode, dient er hernieuwd onderzoek plaats te vinden om te zien, welke visie het waterschap hier op heeft. Het CDA vindt het belangrijk dat de historische molens behouden kunnen blijven. Het CDA staat daarbij open voor meerdere opties. Mocht besloten worden tot overdracht van de molens dan moet dan in ieder geval met veel zorgvuldigheid gebeuren. 16.1 Bij de voorbereiding en uitvoering van werkzaamheden wordt rekening gehouden met de cultuurhistorische waarden in het gebied. 16.2 De historische molens verdienen een blijvende plaats in ons landschap, een eventuele overdacht van het waterschap naar andere partijen moet daarom met veel zorgvuldigheid gebeuren.