VERKIEZINGSPROGRAMMA CDA-ROTTERDAM Inleiding a. Onze visie op de samenleving Het Christen-Democratisch Appèl is een politieke partij voor iedereen, ongeacht zijn of haar afkomst of achtergrond. De visie van het CDA op de samenleving is geïnspireerd op de christelijke boodschap. Vanuit die achtergrond wil het CDA werken aan een samenleving waarin mensen zich verantwoordelijk weten voor elkaar. Binnen die samenleving moet ieder mens tot zijn recht komen, zich veilig en op zijn gemak voelen en zich kunnen ontplooien. Daarbij heeft iedereen allereerst zijn eigen verantwoordelijkheid. Degenen die hulp nodig hebben moeten die hulp kunnen krijgen van de gemeenschap en zo nodig van de overheid. Het CDA wil een goede leefomgeving voor de mensen van nu, hun kinderen en kleinkinderen. b. Onze visie op Rotterdam De vitaliteit en de kwetsbaarheid van Rotterdam vragen om aandacht én actie. Het CDA wil in de komende vier jaar gaan voor Rotterdam als kwaliteitsstad en voor een sterke samenleving waarin respect, zorg voor elkaar, verantwoordelijkheid en duurzaamheid centraal staan. De cultuur van Rotterdam is die van dynamiek. Cultuur is wie wij zijn en wat wij doen. Dat heeft dus een grote diversiteit en geeft ook vele boeiende mogelijkheden voor de samenleving. Het CDA vindt dat Rotterdammers recht hebben op een goed gemeentelijk bestuur, zo dicht mogelijk bij de burger. Het CDA hecht daarom aan een democratisch gelegitimeerd deelgemeentebestel. Tussen de overheid en de burger geldt: afspraak is afspraak. Het doen en laten van het bestuur gebeurt zichtbaar voor iedereen. Het bestuur is aanspreekbaar en toegankelijk voor burgers. De dienstverlening van de overheid moet klantgerichter worden gemaakt. Vragen van burgers worden snel, adequaat en op gelijke wijze afgehandeld. Het CDA wil de belangen van alle Rotterdammers behartigen. Rotterdammers hebben belang bij een goede woning, een veilige en schone woonomgeving, goed onderwijs, werk, mogelijkheden voor ontspanning, recreatie en cultuurbeleving en waar nodig zorg. Het CDA maakt deel uit van het College van Burgemeester en Wethouders. Het CDA is medeverantwoordelijk voor de resultaten die sinds 2002 in Rotterdam zijn bereikt: - een veiliger Rotterdam - een aanmerkelijk schoner Rotterdam - niet-vrijblijvend integratiebeleid - meer balans in de stad als gevolg van het volkshuisvestingsbeleid, neergelegd in 'Rotterdam zet door!' - veel aandacht voor top- en breedtesport - versterking van de haven Deze resultaten vergroten de leefbaarheid van de stad. Het CDA wil doorgaan met de in 2002 ingezette koerswijziging. Maar het CDA vindt dat er in de periode 20062010 extra aandacht moet zijn voor het investeren in mensen, voor kansen, voor
1
participatie en voor sociale samenhang. Het CDA wil doorgaan met het ingezette beleid, maar wil daarnaast meer het accent leggen op participatie van Rotterdammers in de samenleving. Daarom wil het CDA zich in het bijzonder sterk maken voor de volgende thema’s: • Iedereen doet mee • Een gezonde economie • Toekomst voor kinderen • Aandacht voor ouderen • Een schone en gave stad Daar wil het CDA de komende vier jaar aan werken. Met visie én daadkracht. I. Iedereen doet mee Alle Rotterdammers moeten mee kunnen doen. Het CDA wil alle Rotterdammers gelijke kansen en alle ruimte geven. Rotterdammers die het niet alleen redden moeten hulp kunnen krijgen van de gemeenschap en uiteindelijk de overheid. Het CDA kiest voor een terughoudende overheid. De overheid lost niet alles alleen op. Burgers, samenleving en overheid hebben ieder een eigen verantwoordelijkheid. De verantwoordelijkheid van elke Rotterdammer voor de gemeenschap komt sterk tot uiting in het vrijwilligerswerk en de activiteiten van maatschappelijke organisaties. Het CDA biedt sterke ondersteuning aan het vrijwilligerswerk en mantelzorg. a. Burgerschap Het CDA wil een einde maken aan de onverschilligheid ten opzichte van elkaar en van de omgeving. De Rotterdamse bevolking is veelkleurig en veelzijdig. Dat biedt kansen en geeft soms problemen. Het CDA wil ruimte geven aan ieders eigenheid. Deze vrijheid is echter niet absoluut: de vrijheid van de één houdt op waar die van een ander begint. De democratische spelregels zijn voor iedereen gelijk. Iedereen hoort bij de gemeenschap met gelijke rechten en plichten. Respect voor de wet is één van de belangrijkste spelregels. Daarom wil het CDA 1. Streven naar gedeelde waarden en normen. 2. Initiatieven ondersteunen die mensen op informele wijze bij elkaar brengen, zoals Opzoomeren en stadsdebatten. 3. Gemengde scholen in gemengde wijken. 4. Gezinnen, hogere en middeninkomens behouden voor de stad door een aantrekkelijk leefklimaat. 5. Discriminatie bestrijden en belemmeringen voor vrouwen, allochtonen en gehandicapten op de arbeidsmarkt wegnemen. b. Sociaal Beleid Het CDA kiest voor solidariteit tussen mensen en tussen generaties. Dat betekent een sociaal gemeentelijk beleid dat activerend is voor wie nog kan werken, toereikend is voor wie dat niet meer kan en streng is voor wie niet wil. Een beleid dat ook op de langere termijn op te brengen is.
2
Rotterdammers die buiten de boot dreigen te vallen, moeten hulp krijgen om zich te kunnen handhaven en waar mogelijk weer mee te kunnen doen. Naast de hoogte van de uitkering blijken vooral de administratief ingewikkelde procedures en onbekendheid met het systeem een zodanige drempel dat begeleiding gewenst is. Op het punt van de schuldhulpverlening geldt het principe “voorkomen is beter dan genezen”. Daarom wil het CDA 6.Toegankelijke en laagdrempelige basiszorg waarborgen 7. De beschikbare voorzieningen door voorlichting nog beter bij de mensen bekend maken; waar nodig krijgen mensen administratieve ondersteuning. 8.Vereenvoudiging van de kwijtscheldingsprocedures, inclusief die van de waterschapslasten. 9.Vereenvoudiging en automatisering van de toekenning van belastingtoeslagen (ziektekosten, huursubsidie, kinderopvang, etc.). 10. Doorgaan met de strenge aanpak van uitkeringsfraude en misbruik van voorzieningen. 11.De schuldsanering verder aanvullen met budgetbeheer en bewindvoering. De woonkosten zijn voor veel mensen een grote en zware maandelijkse last. Daarnaast komen mensen met een laag inkomen nauwelijks in aanmerking voor de aankoop van een eigen huis. Daarom wil het CDA 12.Invoering van de ‘Rotterdam Hypotheek’ om woningbezit ook voor de lagere inkomens mogelijk te maken. Een betaalde baan is de beste manier om mee te kunnen doen in de samenleving. Voorkomen moet worden dat mensen de aansluiting met de arbeidsmarkt verliezen. Voor het ontvangen van een uitkering mag een passende tegenprestatie worden verwacht. Daarom wil het CDA 13. Alle jongeren onder de 23 jaar op school of aan het werk hebben (het principe van WorkFirst). Dit principe wordt zo spoedig mogelijk gerealiseerd. Daarna dient de leeftijdsgrens te worden opgetrokken. 14.Een verplichtende tegenprestatie in de vorm van vrijwilligerswerk voor diegenen die geen werk hebben. II. Een gezonde economie Een gezonde economie is onmisbaar voor de werkgelegenheid en dus van het allergrootste belang om – veelal jonge – mensen perspectief te bieden. Het Midden- en Kleinbedrijf (MKB) is de start- en banenmotor van de economie. Detailhandel, ambacht en persoonlijke dienstverlening bieden op wijkniveau kansen voor ondernemerschap en werkgelegenheid. Om het ondernemingsklimaat te verbeteren, komt er een op maat gesneden sectorbeleid dat tegemoet komt aan de specifieke kansen en bedreigingen van het MKB. Daarom wil het CDA
3
15. Een Rotterdamse School voor Ondernemers. 16.Het Maatschappelijk Betrokken Ondernemen stimuleren. 17.Stimuleren dat ondernemers zich aansluiten bij winkeliersverenigingen en brancheorganisaties. 18.Succesvolle ondernemers het ondernemerschap laten promoten. 19.Lokale regelgeving toetsen op de effecten voor het bedrijfsleven (een zogenaamde ‘bedrijfseffectentoets’). 20.Procedures voor het verkrijgen van vergunningen vereenvoudigen. 21.Ambtenaren werkzaam op het gebied van economie jaarlijks twee weken stage laten lopen bij bedrijven. 22.Een transferbureau waarin gemeente en Kamer van Koophandel samenwerken om de bedrijfsopvolging te vergemakkelijken. 23.De Park+Ride-voorzieningen verdubbelen. 24.Een nachtmetro. 25.Stop-en-Shop-parkeerkaarten. Rotterdam heeft vele mogelijkheden. Met de haven, de medische sector en de groeiende creatieve sector heeft Rotterdam sterke troeven in handen. Het benutten van deze sterke kanten biedt mogelijkheden voor verdere economische groei van de stad. Daarom wil het CDA 26.Hoge prioriteit geven aan het herontwikkelen van bestaande bedrijventerreinen en nieuwe vestigingslocaties voor bedrijven realiseren door bestaande terreinen beter te benutten. 27.Een Innovatiefonds instellen van € 50 miljoen ter stimulering van bijvoorbeeld de medische sector, de creatieve/audiovisuele sector, entertainment en cultuur. 28.Hoek van Holland als ‘Rotterdam aan Zee’ ontwikkelen. 29.Rotterdam Airport benutten als aanjager van werkgelegenheid en als vestigingsplaats van veel schone industrie. Een gezonde economie vraagt om een collectief rustpunt in de week. Daarom wil het CDA 30.Geen verdere verruiming van de winkeltijden op zondag voor 12 uur. Onderwijs, opleidingen en trainingen dienen zoveel mogelijk Rotterdammers te voorzien van een startkwalificatie voor een baan. Knelpunten op de arbeidsmarkt kunnen alleen worden aangepakt wanneer het georganiseerde bedrijfsleven een rol speelt. Om aan het langs elkaar heen werken van instanties een einde te maken is regionale samenwerking op branche- en sectorniveau vereist. Daarom wil het CDA 31.Meer werkervaringsprojecten waarin gemeente, uitkeringsinstanties, scholen en bedrijven afspraken maken over concrete resultaten. 32.Een vraaggestuurde reïntegratie: onmisbare marktpartijen als werkgevers, sectoren en branches worden aan de voorkant bij de reïntegratie betrokken en de arbeidsmarkt wordt als ‘gewone’ markt gezien. 33. Bij de rijksoverheid bevorderen dat regels die de werking van de arbeidsmarkt hinderen, worden opgeheven.
4
III.
Toekomst voor kinderen
Terwijl Nederland vergrijst, wordt de Rotterdamse bevolking de komende jaren steeds jonger. Voor de toekomst van de stad is het van levensbelang dat deze generatie niet langs de zijlijn komt te staan en goed wordt voorbereid op de verantwoordelijkheid die ze straks in de samenleving draagt. Met de meeste Rotterdamse kinderen gaat het gelukkig goed. Maar er zijn ook zorgen over de onderwijsachterstand van Rotterdamse kinderen, over het gebrek aan toekomstvisie van jongeren en de verruwing van hun gedrag. a. Ouders en opvoeding De eigen verantwoordelijkheid van ouders voor de opvoeding van kinderen staat voorop. De werkelijkheid is dat niet alle Rotterdamse ouders deze verwachting waar kunnen maken. Het CDA vindt het daarom belangrijk dat de overheid grenzen stelt en streng optreedt als deze grenzen worden overtreden, maar ook dat de overheid ouders ondersteunt en stimuleert bij hun taak. Daarom wil het CDA 34. Ouders meer betrekken bij de school van hun kinderen door geld beschikbaar te stellen voor ouderlokalen op alle scholen en om 200 buurtmoeders op scholen te behouden. 35. Aan 25.000 Rotterdamse moeders een Nederlandse taalcursus aanbieden, bij voorkeur op de school van hun kinderen. 36. Het schoolmaatschappelijk werk verdubbelen, zodat ouders kunnen worden ondersteund bij hun opvoedingstaken. 37. Procedures in de jeugdzorg en jeugdhulpverlening verkorten, zodat de wachtlijsten verdwijnen. 38. Gezinscoaching uitbreiden: hulpverleners nemen niet het individuele kind, maar het hele gezin als uitgangspunt. 39. Initiatieven voor gezins- en relatiezorg steunen. b. Scholen Scholen werken in het verlengde van thuis, zeker in het basisonderwijs. Investeren in onderwijs heeft voor het CDA een zeer hoge prioriteit. De school moet een centrale rol spelen in het leven van kinderen en ouders. Scholen moeten daarom de vrijheid krijgen om hun verantwoordelijkheid waar te maken. Scholen moeten meer ruimte krijgen voor maatwerk. Zij maken de ouders duidelijk waarvoor zij staan en realiseren zo een schoolklimaat van binding en regels. Verder wil het CDA meer de nadruk leggen op kansen in het onderwijs. Daarom wil het CDA 40. Rotterdamse kinderen die dat nodig hebben eerder en langer naar school laten gaan. Daarom wordt de Voorschool (vroeg- en voorschoolse educatie) een basisvoorziening waar plaats is voor alle kinderen en wordt eventueel een 32urige schoolweek mogelijk gemaakt. 41. Het welzijnswerk en jeugd- en jongerenwerk van gemeente en deelgemeenten zoveel mogelijk via de scholen inzetten, zodat op alle scholen
5
een programma van sport, spel, cultuur en sociale vaardigheden wordt aangeboden. 42. Beroepsonderwijs dat aansluit bij de mogelijkheden van leerlingen, met veel aandacht voor leerwerktrajecten en een doorlopende leerlijn, zodat voortijdig schoolverlaten wordt voorkomen. In de periode tot 2010 zal € 100 miljoen worden geïnvesteerd in de huisvesting van beroepsonderwijs. 43. Een verlengde leer-werkplicht tot 23 jaar voor degenen die nog geen diploma hebben gehaald en een strenge handhaving van de leerplicht. c. Woon- en speelomgeving In wijken met een sterke samenhang spreken mensen elkaar eerder aan op hun verantwoordelijkheden en gedrag. Overheid, ouder(s), buurtbewoners, scholen, sport- en buurtverenigingen en religieuze organisaties moeten samen werken aan een veilige en aantrekkelijke omgeving waarin kinderen beschermd kunnen opgroeien. Daarom wil het CDA 44. Kinderen de ruimte geven om veilig buiten te spelen. Er komen meer speelplaatsen en bestaande speelplaatsen worden verbeterd. Drie procent van de ruimte wordt gereserveerd voor kinderen. 45. Niet langer coffeeshops in de buurt van scholen toestaan. 46. Initiatieven van bewoners en particuliere organisaties die bijdragen aan een veilige en stimulerende omgeving voor kinderen in een wijk de ruimte geven en ondersteunen. Geld voor welzijn gaat niet langer alleen naar de professionele welzijnsorganisaties. 47. Jongerenoverlast bestrijden door meer jongerenactiviteiten aan te bieden. IV.
Aandacht voor Ouderen
Het CDA bevordert de zelfstandigheid van ouderen en wil daarnaast voor hen voorwaarden scheppen om deel te kunnen blijven nemen aan de Rotterdamse samenleving. Daarbij wordt geluisterd naar de behoeften en wensen van ouderen. a. Wonen Er moeten voldoende betaalbare ouderenwoningen in Rotterdam zijn. In samenspraak met de verschillende woningcorporaties in de stad moet er een actief woonbeleid voor ouderen komen, waarbij rekening wordt gehouden met de leefwensen van ouderen, zoals groepswonen. Daarom wil het CDA 48. Gedifferentieerd en levensloopbestendig bouwen. 49. Ouderen laten meedenken en adviseren over het woonbeleid. 50. Meer servicewijken realiseren, waar wonen, zorg en welzijn bij elkaar is geconcentreerd. Bij ouderen komt veel eenzaamheid voor. De hulp- en dienstverlening moet goed worden afgestemd op de cultuurverschillen die er zijn tussen de verschillende bevolkingsgroepen.
6
Daarom wil het CDA 51. Laagdrempelige loketten per deelgemeente waar ouderen voorlichting krijgen over sociale voorzieningen, wonen, welzijn en zorg. 52. Huisbezoeken als speciaal onderdeel van actief ouderenbeleid in de stad. 53. Ondersteuning van mantelzorgers, bijvoorbeeld oppasservice en 24-uurs opvang voor degenen die ze verzorgen. 54. Ouderenadviseurs die op de hoogte zijn van de specifieke noden van en voorzieningen voor verschillende/allochtone bevolkingsgroepen. b. Mobiliteit en vrijetijdsbesteding Het is nodig dat ouderen een goede vrijetijdsbesteding kunnen hebben. Mobiliteit en betrokken blijven bij de samenleving is belangrijk voor ouderen. Ook moet er aandacht zijn voor het vrijwilligerswerk dat door een hoog percentage ouderen wordt verricht. Het CDA is van oordeel dat speciaal beleid ten aanzien van het vrijwilligerswerk ontwikkeld dient te worden, waarbij vormen van waardering zeer belangrijk zijn. Daarom wil het CDA 55. Projecten als ‘Meer bewegen voor ouderen’ stimuleren. 56. Zich blijven inzetten voor goed en betaalbaar ouderenvervoer en een betere stroomlijning en bundeling van de regelgeving en geldstromen voor ouderenvervoer. V.
Een schone en gave stad
a. Leefbaarheid Het CDA vindt dat een goede woon-, werk- en leefomgeving de basis is voor een hechte sociale structuur. Een "gave"stad ondersteunt ook de gaven, die bijdragen kunnen leveren aan de kwaliteit van de stad. Dat betekent een positieve benadering van musea, toegang voor jongeren tot alle culturele- en sportfaciliteiten. Het gevoel van (sociale) veiligheid en geborgenheid wordt vooral bepaald door de uitstraling van de eigen straat, wijk en buurt. Een schone, hele en veilige stad is echter niet alleen de verantwoordelijkheid van de overheid. Een leefbare stad staat of valt met de gemeenschappelijke inzet van zowel overheid, burgers als bedrijfsleven. Het CDA wil de lijn die in de afgelopen vier jaar succesvol is ingezet voortzetten en waar nodig aanscherpen. Daarom wil het CDA 57. De Rotterdamse kwaliteitsnorm voor ‘schoon en heel’ voor de hele stad verhogen van het huidige niveau drie naar niveau vier (op een schaal van vijf). 58. Minimaal 500 straatcontracten afsluiten tussen bewoners en de Roteb en Gemeentewerken voor het schoon en heel houden van de eigen straat. 59. Een graffitivrij Rotterdam. Rotterdam moet een stad blijven om trots op te zijn. Het CDA kiest – in lijn met de al ontwikkelde kwaliteitskaart buitenruimte – voor een extra investering in de buitenruimte.
7
Daarom wil het CDA 60. Een groenfonds van € 40 miljoen oprichten voor de aanpak van achterstallig onderhoud in de parken. 61. € 40 miljoen uittrekken voor de aanpak van de nog resterende singels uit het singelplan. 62. De nog ontbrekende schakels in de looproute langs de Maas snel realiseren en de route in kwaliteit verbeteren. 63. Het jaar 2010 uitroepen tot ‘Rotterdam groenjaar’, waarin openbaar groen, natuur en milieu een jaar lang in de schijnwerpers staan. 64. De Hoogstraat en het Laurenskwartier snel aanpakken en winkelpanden herontwikkelen. 65. Woningbouwcorporaties, particuliere verhuurders en particuliere woningbezitters (dwingend) aanspreken op hun verantwoordelijkheid met betrekking tot het onderhoud van de eigen (winkel)panden en het beheer in de openbare ruimte. 66. Huurders door middel van contracten houden aan het verzorgen van hun eigen tuin voorzover deze vanaf de straat zichtbaar is. 67. Bij de inrichting van de buitenruimte in herstructureringsgebieden meer ruimte creëren voor speel- en parkeerplaatsen. 68. De uitvoering van de herstructurering in de negentien vastgestelde wijken onverminderd steunen. b. Handhaving en toezicht op straat Het CDA wil dat de overheid daadkrachtig optreedt om de veiligheid van burgers te garanderen. In een rechtsstaat moeten de regels worden gehandhaafd. De politie moet voldoende bevoegdheden hebben om welwillende burgers te beschermen. Overlastgevend gedrag wordt niet getolereerd. Diegenen die zich niet aan de maatschappelijke spelregels houden, worden streng aangepakt. De overheid dient weer de baas te worden in de openbare ruimte. Overlast veroorzakend gedrag is één van de grootste ergernissen van veel Rotterdammers. Het gaat dan over vernielingen, vervuiling, hondenpoep en diverse kleine wetsovertredingen. De politie geeft hier vaak geen prioriteit meer aan. In de afgelopen periode heeft de dienst Stadstoezicht deze rol opgepakt. Toezicht op straat is absoluut noodzakelijk. Als niet meer wordt opgetreden, zullen ook burgers onderling minder snel geneigd zijn om elkaar hier op aan te spreken. Daarom wil het CDA 69. Effectief toezicht op straat, waarbij handhavend wordt opgetreden en de pakkans wordt vergroot. De bestuurlijke boete draagt hier aan bij. 70. Verhoging van de boete voor kleine overtredingen naar € 75,00 per overtreding. 71. Handhaving van de opruimplicht van hondenpoep. c. Milieu Een leefbare stad vraagt eveneens om maatregelen op het gebied van duurzaamheid en milieu. Daarom wil het CDA
8
72. Een strenge naleving van de milieuregelgeving. De vervuiler betaalt, is het uitgangspunt. 73. Het gebruik van duurzame energiebronnen en het gebruik van schone en zuinige vervoermiddelen bevorderen. De gemeente geeft het goede voorbeeld door alle gemeentelijke vervoermiddelen te voorzien van roetfilters. 74. Daar waar zich knelpunten voordoen met de luchtkwaliteit de snelheid van het wegverkeer beperken.
9