1
Nieuwsbrief SWV/VO Waterland Schooljaar 2014-2015 Juni 2015 Inhoud nieuwsbrief: • Scholing • “Even kennis maken” Gonnie en Rob: • • •
VSV onderzoekers en ‘target’ begeleiders Extra ondersteuning en het verplichte ontwikkelingsperspectief (OPP) Er is in dit schooljaar veel gebeurd, wist u dat… Bijlage
Samenwerkingsverband Waterland Het Samenwerkingsverband Voortgezet Onderwijs/ Speciaal Voortgezet Onderwijs Waterland of afgekort; SWV VO Waterland is van en voor alle VO scholen en leerlingen in Waterland. Het SWV VO heeft als taak scholen te ondersteunen bij het begeleiden van leerlingen met (complexe) hulpvragen.
De scholen in het Samenwerkingsverband Waterland
Contactgegevens VO Waterland Loket (Voor informatie, advies, aanvragen arrangementen en TLV’s) T: 06-15065335 E:
[email protected] W: samenwerkingsverbandvowaterland.nl
Scholingsaanbod komend schooljaar 2015-2016 Ook komend schooljaar organiseert het samenwerkingsverband weer een scholingsaanbod voor docenten, leidinggevende en ondersteunende medewerkers van alle bij ons samenwerkingsverband aangesloten scholen. Medewerkers van het samenwerkingsverband en OPR leden zijn ook van harte welkom. Het aanbod voor het komend schooljaar is een combinatie van bekende en nieuwe modulen waarvan er 4 onderdeel zijn van het master SEN programma van hogeschool Windesheim en 1 door Henk van Oostveen (voorheen autismeteam) wordt verzorgd. We beginnen het schooljaar met de module Orthopedagogische Interventies (doorgeschoven van dit jaar, deelnemers die zich al hadden opgegeven krijgen vanzelf bericht). De module Begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften wordt herhaald. Op de module Communicatie en afstemmen van vorige jaren wordt een vervolg geboden met de module Coaching waarin de nadruk ligt op het oplossingsgerichte gespreksvoering en het op een oplossingsgerichte wijze van coachen en begeleiden van leerlingen en anderen. Ook wordt Talent en leren vervolgd met de module Talent en Leren 2 (waarin het accent ligt op het erkennen van talent en hoogbegaafdheid). Naast de master SEN modules wordt ook de cursus Autisme in de klas dit schooljaar weer aangeboden. In de bijlage onderaan de nieuwsbrief vindt je van het complete aanbod een uitgebreide beschrijving. Inschrijven kan vanaf heden, mail de naam van de cursus waarvoor je je wilt opgeven, met je naam (let op volledigheid i.v.m. vermelding op certificaat/ geldigheid studiepunten master SEN), op welke school je werkt en in welke functie naar:
[email protected]
2 3
Data Orthopedagogische interventies Donderdag 16.30- 20.00 uur 17 september, 1 oktober, 15 oktober, 5 november, 19 november 2015 Begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Maandag 16.30 - 20.00 uur 7 september, 21 september, 5 oktober, 26 oktober, 9 november 2015 Coaching Donderdag 16.30-20.00 uur. 7 januari, 21 januari, 4 februari, 18 februari, 10 maart 2016 Talent en leren 2 Maandag 16.30 - 20.00 uur 15 februari, 14 maart, 21 maart, 11 april, 25 april 2016 (let op, tussen 14 en 21 maart zit maar 1 week i.p.v. 2) Autisme in de klas Woensdag 16.30-20.00 uur 3 februari, 17 februari, 9 maart, 23 maart, 6 april 2016
“Even kennis maken” Gonnie en Rob: VSV onderzoekers en ‘target’ begeleiders Gonnie Zeegers en Rob Molenaar zijn sinds halverwege dit schooljaar tot en met eind schooljaar 2015- 2016 werkzaam als projectmedewerkers in het kader van de regeling Aanval op Uitval. Zij verrichten ‘onderzoek naar Voortijdig School Verlaters (VSV) en begeleiden targets’. De ‘targets’ zijn (oud)leerlingen zonder startkwalificatie (Havo diploma of MBO niveau 2) die blijken dat zij nog geen vervolgonderwijs of alternatief hebben gevonden na hun VO opleiding. Het gaat om leerlingen die op de lijsten van het ministerie van onderwijs vermeld staan als VSV er vanaf schooljaar 2011-2012 tot en met heden. Ze gaan op de volgende manier te werk: 1. Onderzoek Gonnie verzamelt voor het onderzoek data van de VO scholen in Edam, Volendam en Monnickendam over de begeleiding die deze jongeren in de scholen hebben gehad en Rob verzamelt deze van alle reguliere scholen in Purmerend. De informatie halen ze, met in achtneming van privacywetgeving, uit de leerling volgsystemen (zoals logboekitems en verzuimgegevens). Daarnaast spreken ze met zorgcoördinatoren / decanen en worden alle leerlingen persoonlijk gebeld om hun kijk op de situatie te verkrijgen. Want van de leerlingen die inmiddels geen VSV er meer zijn willen we leren wat er nu geholpen
heeft om uiteindelijk toch een goed vervolg te vinden. De gegevens worden anoniem verwerkt, waarbij gezocht wordt naar wat er helpt of geholpen heeft om een leerling toch weer in het spoor richting een diploma of een goede baan te krijgen. 2. VSV ers die geen begeleiding hebben opsporen Leerlingen die vorige jaren het VO hebben verlaten en nog steeds thuis zitten zonder werk en diploma worden door Gonnie en Rob teruggeleid naar de gemeenten (RMC/leerplicht). RMC/leerplicht gaat deze jongeren vervolgens oproepen en/of thuis bezoeken om ze verder te helpen. Terwijl Gonnie en Rob deze jongeren teruggeleiden naar RMC/leerplicht begeleiden ze de jongere ‘op maat’ en lukt het soms al de jongere te stimuleren zelf stappen te zetten. 3. Ondersteunen van decanen en mentoren bij het begeleiden van leerlingen naar het MBO De decanen, en mentoren, met op de achtergrond RMC/leerplicht en jongerenloket begeleiden de leerlingen naar het MBO. Gonnie en Rob volgen dit proces in het huidige schooljaar ’14-’15 intensief en ondersteunen daarbij. Ook ondersteunen ze de implementatie van het digitale instrument ‘Intergrip’. Intergrip geeft aan of een leerling zich heeft aangemeld bij een vervolgstudie en houdt het traject bij van ‘aangemeld’ t/m ‘definitief geplaatst’. Zo is het niet alleen een controle systeem, maar zorgt het er ook voor dat de decaan, RMC/leerplicht op tijd gewaarschuwd worden wanneer een leerling vastloopt en direct de desbetreffende leerling kan ondersteunen. Wanneer deze leerlingen nu immers voldoende ondersteund worden naar een vervolgopleiding, komen ze volgend jaar niet terug als voortijdig schoolverlater op de lijst van DUO. Het resultaat van wordt in een verslag vastgelegd dat aan de besturen, gemeenten Regio RMC 21 en het ministerie, zal worden aangeboden. Daarnaast worden alle succesfactoren verzamelt in een handreiking voor de scholen.
4 5
Extra ondersteuning en het verplichte ontwikkelingsperspectief (OPP) Het ontwikkelingsperspectief is een document dat de school na overleg met de ouders vaststelt over leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. In het oude systeem was er een handelingsplan voor leerlingen met een rugzakje of in het speciaal onderwijs. Dat is m.i.v. augustus 2014 vervangen door het ontwikkelingsperspectief.
Verschillen met handelingsplan Niet alleen de naam is anders, er zijn ook een paar verschillen tussen het oude handelingsplan en het nieuwe ontwikkelingsperspectief. Het ontwikkelingsperspectief kijkt, meer dan het handelingsplan, naar de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling op lange termijn. Er wordt gekeken naar de doelen aan het einde van de schoolloopbaan, om vervolgens na te gaan wat er nodig is om die doelen te bereiken. Een tweede verschil is dat het handelingsplan een afspraak was tussen ouders en school; beiden moesten het erover met elkaar eens zijn. Het ontwikkelingsperspectief wordt opgesteld door de school zelf. Ouders hebben instemmingsrecht over het 'handelingsgedeelte' van het OPP. Dat betekent dat dit gedeelte zonder toestemming van de ouders niet vastgesteld mag worden. Over het uitstroomperspectief hebben ouders geen instemmingsrecht. De school moet echter wel 'op overeenstemming gericht overleg' met de ouders voeren. Als ouders het niet eens zijn met het ontwikkelingsperspectief, dan kunnen zij een klacht indienen bij de school of bij de landelijke, tijdelijke geschillencommissie.
Voor wie is het ontwikkelingsperspectief? Het ontwikkelingsperspectief (OPP) wordt dus opgesteld voor alle leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben en eventueel een aangepast onderwijsprogramma volgen. Het ontwikkelingsperspectief is verplicht voor: • • •
Leerlingen in het reguliere onderwijs die extra ondersteuning nodig hebben Leerlingen in het vmbo met lwoo die extra ondersteuning nodig hebben. Alle leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs.
Reguliere scholen voor primair en voortgezet onderwijs hoeven geen ontwikkelingsperspectief op te stellen voor leerlingen die ondersteuning krijgen vanuit het reguliere (basis)ondersteuningsaanbod, zoals bijvoorbeeld dyslexie of kortdurende remedial teaching. Voor leerlingen in het vmbo met lwoo die geen extra ondersteuning krijgen, is een ontwikkelingsperspectief niet verplicht. In het ontwikkelingsperspectief wordt ingeschat welke ontwikkelingsmogelijkheden een leerling heeft op langere termijn en welk eindniveau van de leerling verwacht kan worden. Het ontwikkelingsperspectief geeft aan welk onderwijsaanbod en welke ondersteuning de leerling nodig heeft om het te verwachten eindniveau te halen.
Termijnen Scholen moeten een ontwikkelingsperspectief vaststellen voor elke leerling in het (voortgezet) speciaal onderwijs en voor elke leerling in het reguliere (voortgezet) onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft. Voor nieuwe leerlingen moeten ze dit binnen 6 weken na inschrijving doen. Voor elke leerling in het praktijkonderwijs en voortgezet speciaal onderwijs moet het bevoegd gezag een ontwikkelingsperspectief vaststellen binnen 6 weken na inschrijving van de leerling. Voor elke leerling in het regulier onderwijs die extra ondersteuning nodig heeft, stelt het bevoegd gezag eerst een ontwikkelingsperspectief op a.d.h. waarvan wordt vastgesteld welke extra ondersteuning wordt geboden (handelingsdeel). Voor leerlingen die tijdelijk zijn geplaatst op een andere school of instelling stelt het bevoegd gezag het ontwikkelingsperspectief vast binnen 6 weken na definitieve plaatsing van de leerling.
Verplichte registratie door de schooladministratie Scholen moeten in DUO alle leerlingen met een OPP registreren. De inspectie gebruikt deze informatie voor haar kwaliteitscontrole op de scholen. In ontwikkeling is de registratie van de plaatsing op een tussenvoorziening. Alle voorzieningen, dus ook ‘onze’ regionale ReboundTop, krijgen een eigen BRIN
6 7
nummer dat door de schooladministratie moet worden doorgegeven aan DUO zodra een leerling naar een dergelijke voorziening gaat. Met behulp van dit nummer kan de inspectie gericht onderzoek doen naar de OPP’s van leerlingen die van deze voorzieningen gebruik maken.
o
Er is in dit schooljaar veel gebeurd, wist u dat……
o
o
o
o o
o o
o
o
van de 228 leerlingen die bij aanvang van dit schooljaar naar een school voor speciaal onderwijs gingen, er inmiddels 9 een diploma of arbeidscontract hebben, of zijn ingestroomd in het MBO? er 41 leerlingen bij aanvang van het nieuwe schooljaar naar het VSO zijn gegaan met een toelaatbaarheidsverklaring van het samenwerkingsverband in plaats van een CVI Indicatie oude stijl? een TLV maar voor 18 maanden wordt afgegeven? het de bedoeling is dat er binnen het eerste jaar/voor verlenging van de TLV door de reguliere VO school die de leerling heeft aangemeld, de VSO school, de ouders én de leerling samen evalueren hoe de leerling zich heeft ontwikkeld en dat er dan altijd wordt overwogen of de leerling weer kan integreren in het reguliere VO? deze leerling uiteraard het schooljaar waarin de TLV afloopt op het VSO mag blijven? er in ons samenwerkingsverband 19 kanjers van leerlingen zijn die dit schooljaar onderwijs volgen of gevolgd hebben op een speciale voorziening omdat/ ondanks dat zij zijn opgenomen in een instelling (vanwege bijvoorbeeld ziekte of andere omstandigheden)? er bij de invoer van passend onderwijs dit schooljaar meer leerlingen uit onze regio naar het VSO gingen dan de jaren daarvoor terwijl iedereen had verwacht dat er juist meer leerlingen met ondersteuningsbehoefte naar het reguliere VO zouden komen? alle scholen (teamleider of directeur met zorg coördinator) bij elkaar in de keuken hebben gekeken in de vorm van een audit en elkaar tips hebben gegeven waarmee ze de ondersteuning aan leerlingen nog verder kunnen verbeteren?
o
o
o
o
o
we trots zijn op onze docenten en mentoren omdat heel veel leerlingen door hen individueel begeleid zijn waardoor uitval en afstroom is voorkomen? het belangrijk is dat docenten en mentoren notities van hun gesprekjes over en met een leerling maken in het LVS? alleen als inzichtelijk is in het LVS dat de leerling ondersteund wordt, de zorgcoördinator namens de school voor een leerling een aanvraag voor een ondersteuningsarrangement/ budget kan indienen, dus dat ze uw hulp hard nodig hebben? er in schooljaar 14-15 (stand april) voor 120 leerlingen op onze scholen een ondersteuningsarrangement/ budget is toegekend? dat dankzij de nimmer aflatende inzet en gemotiveerdheid van zorg coördinatoren en docententeams in samenspraak met ouders voor alle leerlingen een speciaal en in meeste gevallen uniek plan van aanpak bedacht is? het verplicht is om instemming te hebben van ouders over het onderwijs ontwikkelperspectief (OPP) en bij voorkeur ook van de leerling? het loket van het samenwerkingsverband (voor vragen over, advies en secretariaat TLV/arrangementaanvragen) sinds kort een nieuw telefoonnummer heeft? (0299748023)?
8 9
Bijlage Doel van de cursus: De basiscursus “Autisme in de klas” is erop gericht dat leerkrachten, IB-ers, RT-ers, zorgcoördinatoren of AB-ers het gedrag, denken en voelen en van een leerling met autisme beter begrijpen. De deelnemer krijgt meer inzicht in de beperkingen en de mogelijkheden die kinderen met autisme hebben bij het volgen van onderwijs. De cursus biedt handreikingen voor het omgaan met deze beperkingen en mogelijkheden op het gebied van interactie, het verduidelijken van de leeromgeving en het geven van instructie. In iedere bijeenkomst is er gelegenheid om te reflecteren op eigen handelen en om ervaringen uitwisselen. De cursus bestaat uit vijf bijeenkomsten van elk ongeveer 2,5 – 3 uur. 1. Leerlingen met een stoornis in het autistisch spectrum. 2. Invulling geven aan relatie, interactie en communicatie. 3. Vanuit structuur naar autonomie. 4. De didactische aanpak en het onderwijsleerproces. 5. Een goede zorg op school aan leerlingen met autisme. Bijeenkomst 1 Centraal staat het begrip krijgen van het gedrag, denken, voelen en leren van leerlingen met autisme en op basis van de beperkingen en mogelijkheden van deze leerlingen zicht hebben op hun voornaamste onderwijsbehoeften. Bijeenkomst 2 Hierin wordt aandacht besteed aan het pedagogisch klimaat, aan het aanpassen en verduidelijken van de communicatie naar leerlingen met autisme en aan het verkennen van mogelijkheden om de sociale interactie en samenwerking te ondersteunen. Bijeenkomst 3 Hierin wordt verkend hoe samenhang en structuur geboden kan worden in tijd, ruimte, activiteiten en afspraken en regels. Er wordt o.a. aandacht besteed aan het zelf leren plannen en organiseren van het (huis)werk van leerlingen met autisme. Bijeenkomst 4 De cognitieve leerstijl van leerlingen met autisme wordt hierin besproken. Tevens vindt reflectie plaats op de instructie(taal), op het werken met stappenplannen en op het bevorderen van transfer en motivatie. Bijeenkomst 5 In deze bijeenkomst besteden we aandacht aan het voorkomen van probleemgedrag, de taak van een persoonlijke mentor, het inrichten van een autismevriendelijke school, het voorlichten van andere leerlingen in de klas over autisme en samenwerking met ouders. Deze cursus wordt gegeven door Henk van Oostveen van het Steunpunt Autisme Noord-‐Holland
Aanmelden kan vanaf heden: SWV opleidingen voor docenten Mailadres:
[email protected] Website: www.samenwerkingsverbandvowaterland.nl
Modules uit de Master-SEN opleiding op locatie Ook in het schooljaar 2015 en 2016 worden weer modules uit de master SEN ( special educational needs) door de Hogeschool Windesheim aangeboden. Op verzoek van het Samenwerkingsverband Waterland kunnen modules uit de master SEN opleiding van de Hogeschool Windesheim op locatie worden uitgevoerd. De inhoud komt geheel overeen met wat in het mastertraject wordt uitgevoerd. Een module bestaat uit 5 bijeenkomsten van 3,5 uur. Voor zelfstudie dienen de deelnemers rekening te houden met een investering van 20 uur bij het voldoen aan de eisen van de voorbereiding per bijeenkomst en de afsluitende opdracht. Op basis daarvan en bij 80% aanwezigheid krijgt men een bewijs van deelname. De deelnemers kunnen de module ook afsluiten met het opstellen van een specifiek beroepsproduct met de eisen van de master SEN criteria waarvoor studiepunten kunnen worden toegekend die bij inschrijving als student bij de Master SEN opleiding bij Windesheim in de masteropleiding verzilverd kunnen worden. De eindopdracht wordt aan de hand van specifieke criteria opgesteld en beoordeeld. Bij een voldoende beoordeling krijgt de student een verklaring van de examencommissie van de behaalde ECs. De studiebelasting inclusief het volgen van de bijeenkomsten hiervoor bedraagt 60 uur. Docenten kunnen zich aanmelden voor alle modules, de maximale groepsgrootte is 22 docenten. Module Orthopedagogische interventies in de groep (Handelingsgericht werken) door Annemarie Bakker In iedere vorm van onderwijs wordt van docenten gevraagd om zo goed mogelijk af te stemmen op de speciale onderwijsbehoeften van leerlingen. Vaak gebeurt dit d.m.v. een individueel handelingsplan. Voor docenten is het tegenwoordig onhaalbaar om individueel gericht onderwijs te geven. Er zijn altijd
0 1
meer leerlingen die tegen hetzelfde probleem aan lopen. Daarom staan in deze module de volgende onderwerpen centraal:
onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
Het (ortho-)pedagogisch groepsplan In het (ortho-)pedagogisch groepsplan staat vermeld welke activiteiten nodig zijn om een bepaalde problematiek in de klas aan te pakken. Dit geldt voor de hele groep, subgroepen en individuele leerlingen. De docent kan op deze manier onderwijs geven aan groepen, maar houdt wel oog voor de individuele onderwijsbehoeften van leerlingen. In deze module gaat u een (ortho-)pedagogisch groepsplan maken.
Data Maandag 16.30 - 20.00 uur 7/9, 21/9, 5/10, 26/10, 9/11 2015
Signaleringsinstrumenten Signaleringsinstrumenten zijn belangrijk om leerlinggedrag in de groep in kaart te brengen. Dit is van belang om een gefundeerd besluit te nemen over de samenstelling van subgroepen in het orthopedagogisch groepsplan. In deze module komen verschillende signaleringsinstrumenten aan de orde die u kunt uitproberen.
Module Coaching
Executieve functies Executieve functies is een verzamelnaam voor denkprocessen die belangrijk zijn in het uitvoeren van sociaal en doelgericht gedrag (Smidts & Huizinga, 2011). Leerlingen met A.S.S, ADHD of een andere gedragsstoornis hebben vaak zwakke executieve functies. In deze module komt aan bod hoe u als docent executieve functies van leerlingen kunt versterken. De rol van de docent De rol van de docent is van cruciaal belang om een succesvol orthopedagogisch groepsplan te ontwikkelen en uit te voeren in de praktijk. De uitvoerbaarheid van het groepsplan moet voor de docent haalbaar zijn. In deze module gaan we kijken naar welke kwaliteiten uzelf in huis hebt om het groepsplan uit te voeren of anderen te coachen in de uitvoering. Deze module is onderdeel van de leerroute gedragsspecialist in het profiel onderwijsexpert gedrag en leren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede
Donderdag 16.30- 20.00 uur 10/9, 24/9, 8/10, 5/11, 19/11 2015 Nieuw: Als vervolg op de module Communicatie en Afstemmen
( Op een oplossingsgerichte wijze begeleiden van anderen) Het doel van deze module is het verwerven en/of verbeteren van de eigen begeleidings- en coachingsvaardigheden door het verbreden en verdiepen van het handelingsrepertoire ten aanzien van het begeleiden van leerlingen en collega’s. Het accent wordt gelegd om op een oplossingsgerichte [Uitgave] :: [Datum] wijze gesprekken te voeren. Er wordt geoefend met effectieve manieren van communiceren om aan te sluiten bij diegene die gecoacht wordt en een duurzame manier van leren (double loop learning) van de ander te stimuleren. Het is een vervolg op communicatie en afstemmen, gesprekstechnieken en interventie technieken worden verder verdiept. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Coaching en modellen in coaching en vragen stellen Er wordt verder ingegaan vaardigheden om op een coachende wijze leerlingen, collega’s en anderen te begeleiden. Tevens wordt er ingegaan op de verschillende fases van coaching. U leert welke fases er zijn en past de verschillende fases toe in een coachingstraject. Ook wordt er verder ingegaan op verschillende modellen van coaching en de kenmerken van een goede coach. U krijgt zicht op eigen kwaliteiten en ontwikkelpunten in de rol van coach. U leert luisteren, vragen stellen en doorvragen. Feedback en oplossingsgericht werken Oplossingsgericht werken en feedback komen in de module uitgebreid aan de orde. U leert de kenmerken en uitgangspunten van oplossingsgericht coachen en er oefeningen gedaan met de verschillende principes van oplossingsgericht coachen.
2 3
Coaching onder de waterlijn Als coach is het belangrijk om te leren vragen te stellen ‘onder de waterlijn’. Onder de waterlijn zit het vaak onuitgesprokene (dat vaak ook niet bewust is). U leert vragen te stellen onder de waterlijn en het stimuleren van double loop learning in coachgesprekken. De coach en de organisatie Als coach is het belangrijk dat u bewust bent van uw rol als coach in de organisatie. U leert uw bewust te zijn van deze rol als coach. U bent u bewust van het systeem waarbinnen een coachingsvraag zich afspeelt en hoe u het bewustzijn van het systeem kunt gebruiken in coaching. U leert/oefent met tafelopstellingen om de het systeem/de context te betrekken in coaching. Deze module is onderdeel van het profiel onderwijsexpert Begeleiden en innoveren. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert de aangeboden theorie zo te vertalen naar uw eigen situatie dat u deze kunt toepassen maar ook naar de brede onderwijscontext kunt vertalen. De module wordt afgesloten met een presentatie van datgene wat u heeft geleerd in het coachend begeleiden van een leerling en/of collega. Module: Begeleiding van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften (Begrijpen van internaliserend en externaliserend gedrag/ ontwikkelingspsycho-pathologie) U heeft ze vast wel in de klas: Een leerling die behalve een beperking ook nog een probleem in de thuissituatie heeft, en het moeilijk vindt om daarover te praten. Een andere leerling vertoont agressieve escalaties binnen de klas. De derde heeft moeite om met zijn beperking om te gaan. Voor al deze leerlingen is het belangrijk dat u met respect, begrip, betrokkenheid en creativiteit gesprekken voert en dat er gezamenlijk wordt gezocht naar pedagogische en didactische oplossingen. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal:
Contacten met leerlingen: Een goed contact met leerlingen, zoals hierboven in het voorbeeld beschreven staan, is van cruciaal belang om de pedagogische en didactische oplossingen te laten slagen. Om goed aan te sluiten op de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen hebt u inzicht nodig in de wereld van de betreffende leerling. In deze module gaat u de beschermende factoren en risicofactoren in kaart brengen door onder andere een gesprek met de leerling te voeren. Professioneel afstand bewaren: Op het moment dat u alles in kaart hebt gebracht en de casuïstiek compleet hebt gaat u beargumenteren welke begeleidingsmethodieken bij uzelf en de casus past. U gaat met elkaar delen hoe de casus invloed heeft op u als persoon en hoe u ervoor zorgt om professionele afstand te bewaren. Deze module is onderdeel van de leerroute leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs, leraar speciale onderwijsbehoeften voortgezet onderwijs/ beroepsonderwijs, uit het profiel onderwijsexpert speciale onderwijsbehoeften. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen onderwijspraktijk. In vijf modulebijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt om met uw persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar uw eigen situatie, maar ook naar de brede onderwijscontext. Nieuw: Als vervolg op de module Talent en Leren Module Talent en leren 2 (Talent erkend: o.a. Hoogbegaafdheid ) Handig wanneer u makkelijk kunt leren' of 'die komt er wel', zijn veelgehoorde uitspraken over leerlingen/studenten waarbij het leren als vanzelf gaat. Echter de talenten van leerlingen/studenten komen niet vanzelfsprekend tot ontwikkeling. We gaan uit van de opvatting dat talent ontwikkelt en dat is van groot belang omdat we in het onderwijs leerlingen/studenten in staat willen stellen te excelleren door het beste uit zichzelf te halen. Tijdens deze module zullen kenmerken van onderpresteren en kenmerken van hoogbegaafdheid in kaart gebracht worden, die verbonden worden met specifieke onderwijs- en ondersteuningsbehoeften van betrokken leerlingen. U krijgt handvatten om binnen
4 5
het dagelijks onderwijsaanbod leerlingen uit te dagen, hun talenten te ontwikkelen en te excelleren door rijke leeromgevingen te creëren, maar ook door toevallige leermomenten te herkennen en te benutten. Van deze rijke leeromgeving kunnen echter álle leerlingen profiteren. Alle leerlingen zijn er immers bij gebaat als zij uitgedaagd worden om creatief te denken, als leraren hun cognitieve ontwikkeling stimuleren door creatieve, analyserende en evaluerende opdrachten te geven. De leeropbrengsten van hoogbegaafde leerlingen kunnen zo een bijdrage leveren aan de kennisconstructie van álle leerlingen in de groep. Belangrijk hierbij zijn zowel de responsieve en sensitieve houding van de leraar als de effectiviteit van samenwerken in de groep. Want talentontwikkeling en excelleren binnen het onderwijs is het resultaat van teamwork van leraren én leerlingen. In deze module staan de volgende onderwerpen centraal: Exploratie van nieuwsgierigheid en passie voor leren van leerlingen Excellerende leerlingen ontwikkelen hun talenten in een omgeving waar ruimte is voor nieuwsgierigheid en verwondering. Hogere-orde cognitieve vaardigheden, zoals verbeelding, vasthoudendheid, zelfsturing, nauwkeurigheid, kritische zin, en vaardigheden als redeneren, problemen oplossen, samenwerken en presenteren, worden daarbij ingezet. De beroepshouding en leraarhandelen in de onderwijspraktijk; De kunst is niet alleen om rijke leeromgevingen te creëren, maar ook om de toevallige leermomenten te herkennen en te benutten. Hierbij zijn zowel de responsieve en sensitieve houding van de leraar als de effectiviteit van samenwerken in de groep belangrijk. Want talentontwikkeling en excelleren binnen het onderwijs is teamwork van leraren en leerlingen. Deze module is onderdeel de leerroute Talentontwikkeling uit het profiel onderwijsexpert Talentontwikkeling. Onder begeleiding van vakinhoudelijk bekwame docenten werkt u in de module aan uw eigen ontwikkeling en aan het verbeteren van uw eigen onderwijspraktijk. In de module bijeenkomsten worden interactieve colleges afgewisseld met werkcolleges en praktijkopdrachten, waarbij u veel ruimte krijgt met uw eigen persoonlijke praktijkvragen aan de slag te gaan. U leert
wetenschappelijke bronnen zoeken, beoordelen en vertalen naar niet alleen uw eigen situatie maar ook naar de brede onderwijscontext. De module wordt afgesloten met een beroepsproduct waarin u uw verworven competenties aantoont.
Contactpersoon: drs. Annemarie Bakker-Heesters Hogeschooldocent Master SEN
[email protected] 06 - 10972472