VO RAPPORT VAN BEVINDINGEN OV 2013 Scholengemeenschap Breda Unit Tessenderlandt VMBOK
Plaats BRIN-nummer BRIN-nummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling
: : : : : :
Breda 25GC|C2 25GC|01|VMBOK 150700 14 - 15 januari 2013 17 mei 2013
Pagina 2 van 11
INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 15 en 17 januari 2013 een onderzoek uitgevoerd op Tessenderlandt, Van Riebeecklaan, afdeling vmbo kaderberoepsgerichte leerweg (vmbo-k), naar de kwaliteit van het onderwijs en de naleving van wet- en regelgeving. Het doel van dit onderzoek is om een beeld te vormen van de kwaliteit van het onderwijs op deze afdeling op een aantal kernindicatoren. Daarmee geldt dit onderzoek als het bezoek dat de inspectie op alle scholen voor voortgezet onderwijs ten minste eens in de vier jaar aflegt. Daarnaast heeft dit onderzoek tot doel informatie te verzamelen over kwaliteitsaspecten waarover de inspectie rapporteert in het onderwijsverslag 2012-2013. Deze aspecten hebben naast de kernindicatoren betrekking op de onderwerpen waarover afspraken zijn gemaakt in het bestuursakkoord (omgaan met verschillen, opbrengstgericht werken en leraarschap) en op de wijze waarop schoolleiding en bestuur sturing geven aan behoud en verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De bevindingen uit dit onderzoek worden gebruikt om te bezien of het bestaande basisarrangement kan worden gehandhaafd. Eventueel geconstateerde tekortkomingen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse. Toezichthistorie Het meest recente onderzoek (PKO) was in 2005. De school heeft vanaf 2008 een basisarrangement. Onderzoeksopzet De inspectie heeft de kernindicatoren onderzocht op de aspecten: de opbrengsten, het onderwijsproces, de kwaliteitszorg, leraarschap en bestuurlijke kwaliteitszorg. Daarnaast zijn enkele aspecten van de wet- en regelgeving onderzocht. Het onderzoek bestond uit de volgende activiteiten: Onderzoek en analyse van documenten en gegevens over de school die bij de inspectie aanwezig zijn. Analyse van documenten die betrekking hebben op zelfevaluatieactiviteiten van de school en van andere documenten die de school voorafgaand aan het schoolbezoek heeft toegestuurd en tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd.
Pagina 3 van 11
Schoolbezoek, waarbij in een aantal lessen de onderwijspraktijk is geobserveerd. Bovendien heeft de inspectie over de kwaliteit van de indicatoren gesprekken gevoerd met het management en het bestuur. Op uw school is verder een gesprek gevoerd met leerlingen, docenten en zorgfunctionarissen. Aan het eind van het schoolbezoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie en bestuur. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader voortgezet onderwijs 2013. In het jaarwerkplan verantwoordt de inspectie welke wettelijke aspecten zijn onderzocht. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het vigerende toezichtarrangement weer.
Pagina 4 van 11
KWALITEITS- EN NALEVINGSPROFIEL In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De inspectie heeft daarnaast onderzocht of wordt voldaan aan de naleving van enkele wettelijke voorschriften. Of de school wel of niet voldoet aan deze wettelijke vereisten wordt tot uitdrukking gebracht met de score ‘ja’ of ‘nee’. Leeropbrengsten De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie verwacht mag worden
1
2
3
1.1.
De leerlingen behalen in de onderbouw het opleidingsniveau dat mag worden verwacht.
•
1.2.2.
De leerlingen lopen weinig vertraging op in de bovenbouw van de opleiding vmbo-k
•
1.3.2.
De leerlingen van de opleiding vmbo-k behalen voor het centraal examen de cijfers die mogen worden verwacht.
1.4.2.
Bij de opleiding vmbo-k zijn de verschillen tussen het cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen van een aanvaardbaar niveau.
Het schoolklimaat is ondersteunend en gericht op een brede vorming 5.5.
5
• •
1
2
De school kent een op ondersteuning en begeleiding gerichte cultuur.
Het (vak)didactisch handelen van leraren stelt leerlingen in staat tot leren en ontwikkeling.
4
3
4
•
1
2
3
4
•
7.1.
De onderwijsactiviteit heeft een doelgerichte opbouw.
7.2.
De leerlingen krijgen een begrijpelijke uitleg.
•
7.3.
De leerlingen zijn actief betrokken.
•
Pagina 5 van 11
De leraren stemmen hun didactisch handelen af op verschillen tussen leerlingen.
1
2
3
8.1.
De leraren gebruiken bij de vormgeving van hun onderwijs de analyse van de prestaties van de leerlingen.
•
8.2.
De leerlingen krijgen effectieve feedback op hun leerproces.
•
8.3.
De leraar stemt de instructie af op verschillen tussen leerlingen.
•
8.4.
De leraar stemt de verwerking af op verschillen tussen leerlingen.
•
De school biedt effectief aanvullend onderwijs en ondersteuning aan leerlingen die dat nodig hebben. (basisondersteuning) (De school bestrijdt effectief achterstanden.)
1
2
3
9.1.
De school volgt systematisch de vorderingen van de leerlingen aan de hand van genormeerde toetsen.
•
9.2.
De school bepaalt wat de onderwijs- en ondersteuningsbehoefte is van individuele of groepen leerlingen.
•
9.3.
De school heeft doelen gesteld die erop gericht zijn om achterstanden te bestrijden.
•
9.4.
De school voert de ondersteuning planmatig uit.
•
De school bewaakt de kwaliteit van haar opbrengsten
1
2
3
12.1
De school evalueert systematisch de opbrengsten.
•
12.2
De school werkt doelgericht aan de kwaliteit van de opbrengsten.
•
De school bewaakt de kwaliteit van het onderwijsproces.
1
2
3
13.1.
De school evalueert systematisch het onderwijsproces.
•
13.2.
De school werkt doelgericht aan de verbetering van het onderwijsproces.
•
13.3.
De school borgt de kwaliteit van het onderwijsproces.
Nalevingsindicatoren 2013 N1
N2
4
4
4
4
•
Onvoldoende Voldoende
Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO, art. 24c en 24a).
•
Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (art. 24c en 24 WVO).
•
Pagina 6 van 11
Nalevingsindicatoren 2013 N4
Door of namens het bestuur zijn het Examenreglement en het PTA naar de inspectie gestuurd en deze documenten bevatten de verplichte onderdelen (Eindexamenbesluit art. 31).
Onvoldoende Voldoende
•
Toelichting bij kwaliteitsprofiel Algemeen beeld De kwaliteit van het onderwijs op Tessenderlandt, Van Riebeecklaan, afdeling vmbo-k is op de onderzochte onderdelen grotendeels van voldoende niveau. De opbrengsten zijn ruim voldoende. Docenten weten het onderwijsconcept van de school goed voor het voetlicht te brengen. Het doelgericht omgaan met verschillen tussen leerlingen op het gebied van leerachterstanden kan worden verbeterd. De school heeft een kwaliteitszorgsysteem dat voldoende mogelijkheden biedt om de kwaliteit van het onderwijs te evalueren en op termijn te waarborgen. Het bovenstaande algemene oordeel wordt hieronder toegelicht. Daarbij komen achtereenvolgens de volgende aspecten aan bod: de opbrengsten , het onderwijsproces, de kwaliteitszorg (waaronder de thema’s leraarschap en bestuurlijke kwaliteitszorg) en de wet- en regelgeving. Opbrengsten De opbrengsten van Tessenderlandt, Van Riebeecklaan, afdeling vmbo-k, zijn ruim voldoende. Het rendement onderbouw is voldoende. Het rendement bovenbouw is op de opbrengstenkaarten 2010, 2011 en 2012 eveneens voldoende. De cijfers die behaald worden bij het centraal examen zijn voor alle vakken stabiel en bovengemiddeld. Bij het examen 2012 lag het gemiddelde centraal examencijfer 0,28 boven het gemiddelde schoolexamencijfer. Het gemiddelde verschil tussen het gemiddelde cijfer voor het schoolexamen en het cijfer voor het centraal examen in de schooljaren 2009, 2010 en 2011 bleef beperkt tot een aanvaardbaar niveau (onder de grens van 0,5).
Pagina 7 van 11
Het onderwijsproces Kenmerkend voor het onderwijsconcept van Tessenderlandt, Van Riebeecklaan is de aandacht voor een dynamische leeromgeving. Samen met twee andere scholen in de regio neemt de school deel aan het project ‘Puberbrein’. In de onderbouw vertaalt dit project zich vooralsnog in de inrichting van leerdomeinen en in de aandacht voor leerlingcompetenties tijdens de lessen en loopbaanbegeleiding. In de bovenbouw is het project ‘puberbrein’ niet alleen herkenbaar in de werkplekkenstructuren maar ook in het aanbod van externe opdrachten, welke worden geïntegreerd in het afdelingsprogramma. De beroepsgerichte -vakken spelen daarbij een prominente rol, ondersteund door enkele avo-vakken. In alle leerjaren is veel ruimte geschapen voor buitenlesactiviteiten die meestal gerelateerd zijn aan (toekomstige) beroepssituaties. Met verschillende mbo-scholen in de regio zijn vrijstellingsregelingen opgesteld met als doel in de beide sectoren onnodige herhaling in de leerstof te mijden. Om stelseluitspraken te kunnen doen over de kwaliteit van het voortgezet onderwijs is in dit onderzoek gekeken naar de kwaliteit van de basisvaardigheden van leraren alsook naar de meer zogenaamde complexe vaardigheden van leraren. Bij het laatste gaat het om de vraag of leraren in hun didactisch handelen rekening weten te houden met verschillen tussen leerlingen en of zij bij de inrichting van hun lessen werken volgens de principes van opbrengstgericht werken. Op Tessenderlandt, Van Riebeecklaan, afdeling vmbo-k beheersen de leraren de basisvaardigheden in voldoende mate. De inspectie heeft 12 lessituaties geobserveerd. In de meeste situaties was het pedagogisch-didactisch handelen van voldoende tot goede kwaliteit. Docenten weten met name een goede vertaalslag te maken van het hierboven beschreven onderwijsconcept naar de onderwijspraktijk. Vandaar dat de inspectie de doelgerichte opbouw van de les een hoge waardering geeft . Ook het pedagogisch leiderschap is sterk. Het toepassen van complexe vaardigheden heeft de inspectie in onvoldoende mate kunnen waarnemen.Afstemming op verschillen tussen leerlingen van instructie en verwerkingsopdrachten komen wel in voldoende mate aan bod, onder meer in de begeleiding op maat tijdens ‘de tafeltjesronden’ en door leerlingen in ruime mate individueel en in groepsverband zelfstandig te laten werken. Aandacht voor bovengemiddelde leerlingen of leerlingen met achterstanden schiet echter te kort. Ook is de inrichting van de les niet
Pagina 8 van 11
voldoende gestoeld op de (eerdere) prestaties van de leerlingen. De inspectie zag wel enkele goede voorbeelden van effectieve feedback aan de leerling, maar nam ook waar dat klassensituaties niet voldoende werden benut om leerlingen zelf aan het woord te laten. De zorg en begeleiding bij specifieke hulpvragen en achterstanden wordt vooral aangeboden in de vorm van remedial teaching, extra hulp op maat in de bovenbouw en ook in zgn ‘splitslessen’ in de onderbouw als onderdeel van het vak Nederlands. De resultaten van de gestandaardiseerde toetsen van het Cito volgsysteem VO spelen daarin (nog) geen diagnostische rol. De school is op de hoogte van aanwezige diagnostische informatie vanuit het primair onderwijs.Die informatie wordt naar het oordeel van de inspectie onvoldoende benut om passende, concrete doelen te formuleren. In de individuele handelingsplannen staat de hulp erg globaal omschreven of beperkt deze zich tot alleen de sociaalemotionele ontwikkeling. Deze globale doelen sturen onvoldoende het didactisch handelen van (vak)docenten. Van een gerichte evaluatie van de zorg en begeleiding is nog nauwelijks sprake. De planmatigheid van de zorg en begeleiding is daarom als onvoldoende beoordeeld. De school herkent deze waarnemingen en werkt via haar scholingsprogramma aan deze tekorten.
De kwaliteitszorg en sturing op leraarschap Tessenderlandt, Van Riebeecklaan is een van de drie units van Tessenderlandt. Elke unit heeft een locatiedirecteur. De algemeen directeur (eindverantwoordelijk voor de drie units) is lid van het College van Bestuur en maakt in die hoedanigheid ook deel uit van het bestuur van de school. In deze situatie is een rechtstreekse verbinding en verantwoordingslijn van bestuur naar schoolleiding gewaarborgd. Naar het oordeel van de inspectie maakt het bestuur met behulp van een goed functionerend systeem van kwaliteitszorg zijn wettelijke zorgplicht voor de kwaliteit van het onderwijs waar. Scholingsafspraken zijn gerelateerd aan het activiteitenplan van de school. De school bevond zich vanwege het kleinschalige karakter nog niet eerder in de fase waarin teams, vaksecties en docenten expliciet uitgenodigd worden meer resultaatverantwoordelijkheid te dragen. De kwaliteitszorg zou dan ook scherper gericht kunnen zijn op de borging van het didactisch handelingsrepertoire van docenten. Lesbezoeken door de schoolleiding vinden weliswaar plaats, maar nog niet bij alle docenten. Dit
Pagina 9 van 11
gebeurt aan de hand van een kijkwijzer die nog in ontwikkeling is. De bevindingen uit de lesbezoeken, de resultaten van tevredenheidsmetingen en de uitslagen van de leerling-enquêtes worden in de functioneringsgesprekken aan de orde gesteld en leiden tot individuele en groepsgewijze scholingsafspraken. Bevoegd gezag en schoolleiding maken gedegen werk van regelmatige evaluatie van de opbrengsten, waarbij – indien nodig - concrete afspraken met individuele docenten en secties worden gemaakt.
Pagina 10 van 11
Kwaliteit TOEZICHTARRANGEMENT De inspectie concludeert dat de onderwijskwaliteit op de afdeling vmbo-k van het Tessenderlandt College op een groot deel van de onderzochte onderdelen van voldoende niveau is, maar op een aantal onderdelen verbeterd kan worden. De inspectie handhaaft het reeds toegekende basisarrangement. De bevindingen zullen worden betrokken bij de eerstvolgende risicoanalyse.
Naleving De inspectie concludeert tevens dat er geen tekortkomingen zijn in de naleving van de wettelijke voorschriften die zijn gecontroleerd.
Pagina 11 van 11