vlaamse GEMEENSCHAPSCOMMISSIE DE RAAD Zitting 2010-2011
nR. 3
BULLETIN VAN VRAGEN EN ANTWOORDEN 15 juli 2011
INHOUD Blz. I..VRAGEN VAN DE RAADSLEDEN EN ANTWOORDEN VAN DE COLLEGELEDEN A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O., art. 58,3) Jean-Luc Vanraes, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting............................................................................................. 2 Brigitte Grouwels, collegelid bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrimonium............................................................................ 34 Bruno De Lille, collegelid bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken............................................................................................ 37 REGISTER............................................................................................. 55
2
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
I. VRAGEN VAN DE RAADSLEDEN EN ANTWOORDEN VAN DE COLLEGELEDEN A. Vragen waarop werd geantwoord binnen de reglementaire termijn (R.v.O., art. 58,3) JEAN-LUC VANRAES, COLLEGEVOORZITTER BEVOEGD VOOR ONDERWIJS, VORMING EN BEGROTING Vraag nr.20 van 29 april 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Het aantal leerplichtige jongeren dat definitief wordt uitgesloten Bij een uitschrijving van een leerling kan een school aanduiden wanneer een leerling uitgeschreven is wegens een definitieve uitsluiting. In het Rapport “Wie is er niet als de schoolbel rinkelt – evaluatie 2009-2010” (pg. 72) blijkt dat in het Brussels hoofdstedelijk gewest verhoudingsgewijs meer leerlingen wonen die definitief uitgesloten worden tegenover het totale aantal leerlingen dat is ingeschreven in een school gesubsidieerd door de Vlaamse Gemeenschap. Het rapport “Wie is er niet als de schoolbel rinkelt – evaluatie 2009-2010” meldt - in vergelijking met de vorige schooljaren - een sterke stijging van het aantal meldingen van definitieve uitsluitingen van leerplichtige leerlingen. Hoe is dit cijfer geëvolueerd voor de leerlingen gedomicilieerd in het Brussels gewest, dit sinds het schooljaar 2005-2006 tot heden? Wat is de evolutie van het aantal leerlingen gedomicilieerd in het Brussels gewest, dat definitief is uitgesloten, uitgedrukt in absolute cijfers alsook in percentages tegenover de totale Nederlandstalige leerlingenpopulatie in Brussel? Kan het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 definitief werd uitgesloten, voor het Brussels gewest opgesplitst worden per nationaliteit (categorie Belgisch – categorie niet-Belgisch)? Kan het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 definitief werd uitgesloten, voor het Brussels gewest opgesplitst worden naargelang geslacht? Kan het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 definitief werd uitgesloten, voor het Brussels gewest worden opgesplitst naargelang de GOK-indicatoren waaraan ze eventueel beantwoorden? Kan het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 definitief werd uitgesloten, voor het Brussels gewest worden opgesplitst naargelang de hoofdstructuur (Voltijds onderwijs – Deeltijds Onderwijs – BuSO) waarin de betreffende leerlingen schoolliepen? Kan het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 definitief werd uitgesloten, voor het Brussels gewest worden opgesplitst naargelang de onderwijsvorm (Eerste Graad – ASO – BSO – TSO – KSO – Modulair - Onthaalklas) waarin de betreffende leerlingen schoolliepen? Kan het aantal leerlingen dat in het schooljaar 2009-2010 definitief werd uitgesloten, voor het Brussels gewest worden opgesplitst naargelang de datum vanaf wanneer de uitsluiting inging (vóór of na 1 februari)? Antwoord De leerplichtcontrole (waaronder de controle van spijbelaars ressorteert) valt onder de bevoegdheid van de gemeenschappen. Nederlandstalige scholen rapporteren problemati-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
3
sche afwezigheden van leerlingen aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming is dan ook het eerste aanspreekpunt voor gegevens hieromtrent. De VGC heeft de gevraagde gegevens opgevraagd bij de Vlaamse Gemeenschap, maar niet ontvangen binnen de geldende termijn van deze schriftelijke vraag. Hieronder volgt een overzicht van het aantal door scholen gemelde definitieve uitsluitingen van leerlingen die in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen. Scholen registreren dit nu ook veel beter dan vroeger en geven het beter door aan het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming. – – – –
2009-2010: 79 2008-2009: 27 2007-2008: 8 2006-2007: 11
Onderstaande tabellen geven de kenmerken weer voor de leerplichtige leerlingen met melding definitieve uitsluiting woonachtig in het Brussels hoofdstedelijk gewest: Nationaliteit
Aantal tuchtmeldingen
Belgisch
72
Niet-Belgisch
7
Totaal
79
Geslacht
Aantal tuchtmeldingen
Mannelijk
56
Vrouwelijk
23
Totaal
79
Hoofdstructuur
Aantal tuchtmeldingen
Voltijds onderwijs
71
Deeltijds onderwijs
5
BuSO
3
Totaal
79
GOK-indicator
Aantal leerlingen
Percentage
Opleiding moeder
46
58,2%
Schooltoelage
38
48,1%
Thuistaal
53
67,1%
Thuisloos
0
0%
Trekkende bevolking
0
0%
Vraag nr.21 van 29 april 2011 van de heer Johan Demol Onderwijs: Leerplicht, afwezigheden en uitsluitingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel Het rapport ‘Wie is er niet als de schoolbel rinkelt, leerplicht evaluatie 2009-2010’ van het Vlaams ministerie van Onderwijs en Vorming verschaft allerlei interessante cijfers over de leerplicht in het Vlaams gewest voor het schooljaar 2009-2010 (afwezigheden, uitsluitingen, …). VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
4
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Vanaf het schooljaar 2008-2009 worden de kinderen en jongeren die gedomicilieerd zijn in het Brussels hoofdstedelijk gewest gecontroleerd door een gemeenschappelijke cel, samengesteld uit vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschap en van de Franse Gemeenschap. Deze cel heeft als opdracht om na te gaan of en hoe leerplichtigen voldoen aan de leerplicht; leerplichtigen die niet voldoen aan de leerplicht op te sporen; aan de dossiers van leerplichtigen die niet aan de leerplicht blijken te voldoen een nuttig gevolg te geven. De cel schrijft de ouders van de niet-ingeschreven leerlingen aan. Geven de ouders geen antwoord, dan wordt de medewerking van de Brusselse gemeenten gevraagd. Daartoe is een engagementsverklaring met deze gemeenten afgesloten. Als ook dat onderzoek geen duidelijkheid schept over de invulling van de leerplicht of als blijkt dat de leerplichtwet wordt overtreden, gaan de dossiers naar het parket. Graag had de heer Demol van de heer Jean-Luc Vanraes, collegevoorzitter bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting, een antwoord vernomen op volgende vragen i.v.m. het Nederlandstalig onderwijs in Brussel: – opgesplitst naar basisonderwijs en secundair onderwijs én voor de schooljaren 20082009 en 2009-2010: het aantal kinderen van wie de ouders en/of gemeente werden aangeschreven door voornoemde cel die de leerplichtigen controleert en het aantal dossiers dat aan het parket werd bezorgd; – graag een verdere opsplitsing van voornoemde cijfers naar nationaliteit, geboortejaar en geslacht; – opgesplitst naar basisonderwijs en secundair onderwijs én voor de schooljaren 20082009 en 2009-2010: het aantal achteraf herroepen dossiers na doorsturen naar het parket en het aantal leerlingen dat zich totaal aan de leerplicht onttrok; – graag een verdere opsplitsing van voornoemde cijfers naar nationaliteit, geboortejaar en geslacht; – opgesplitst naar basisonderwijs en secundair onderwijs én voor de schooljaren 20082009 en 2009-2010: het totaal aantal dagen schoolverzuim; – opgesplitst naar basisonderwijs en secundair onderwijs én voor de schooljaren 20082009 en 2009-2010: het aantal leerplichtigen uitgeschreven wegens een definitieve uitsluiting én het aantal leerlingen dat een melding “problematische afwezigheid” kregen; – graag een verdere opsplitsing van voornoemde cijfers naar nationaliteit, geboortejaar en geslacht; – opgesplitst naar basisonderwijs en secundair onderwijs én voor de schooljaren 20082009 en 2009-2010: het aantal meldingen definitieve uitsluitingen van leerplichtige leerlingen; – graag een verdere opsplitsing van voornoemde cijfers naar nationaliteit, geboortejaar en geslacht. Antwoord Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming is het eerste aanspreekpunt voor gegevens over de leerplicht. De VGC heeft de gevraagde gegevens opgevraagd bij de Vlaamse Gemeenschap, maar niet ontvangen binnen de geldende termijn van deze schriftelijke vraag.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
5
Gegevens over de gemeenschappelijke cel voor de controle op de niet-ingeschreven leerplichtige leerlingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Schooljaar 2008-2009
Schooljaar 2009-2010
Eerste brief naar ouders
6511
5033
Herinneringsbrief ouders
3786
2665
Dossiers naar gemeenten
2389
1783
617
106
Dossiers naar parket
In 2008-2009 was voor 6511 leerplichtigen na controle in de databanken van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap niet duidelijk of en op welke manier ze aan de leerplicht voldeden. De ouders van deze leerplichtigen ontvingen een brief waarin hen gevraagd werd aan de gemeenschappelijke cel voor de leerplichtcontrole in Brussel mee te delen op welke manier ze aan de leerplicht voldeden. Indien ze niet aan de leerplicht voldeden, werd hen gevraagd om zich zo snel mogelijk in orde te stellen. Voor 3786 leerplichtigen werd er hiervoor ook nog een herinneringsbrief naar de ouders verstuurd. Na de verwerking van de gegevens van de ouders en na een actualisering van de adresgegevens met het Rijksregister, werden aan de gemeenten 2389 dossiers van leerplichtigen bezorgd waarvan niet duidelijk was of en op welke manier ze aan de leerplicht voldeden. Uiteindelijk werden 617 dossiers doorgestuurd naar het parket. De overigen bleken wel in orde met de leerplicht, waren verhuisd in binnen- of buitenland, waren foutief geregistreerd in de bevolkingsregisters,… In 2009-2010 was voor 5033 leerplichtigen na controle in de databanken van de Vlaamse Gemeenschap en de Franse Gemeenschap niet duidelijk of en op welke manier ze aan de leerplicht voldeden. De ouders van deze leerplichtigen ontvingen een brief waarin hen gevraagd werd aan de gemeenschappelijke cel voor de leerplichtcontrole in Brussel mee te delen op welke manier ze aan de leerplicht voldeden. Indien ze niet aan de leerplicht voldeden, werd hen gevraagd om zich zo snel mogelijk in orde te stellen. Voor 2665 leerplichtigen werd er hiervoor ook nog een herinneringsbrief naar de ouders verstuurd. Na de verwerking van de gegevens van de ouders en na een actualisering van de adresgegevens met het Rijksregister, werden aan de gemeenten 1783 dossiers van leerplichtigen bezorgd waarvan niet duidelijk was of en op welke manier ze aan de leerplicht voldeden. Uiteindelijk werden 106 dossiers doorgestuurd naar het parket. De overigen bleken wel in orde met de leerplicht, waren verhuisd in binnen- of buitenland, waren foutief geregistreerd in de bevolkingsregisters,… De jaarlijkse publicaties van de Vlaamse Gemeenschap: “Wie is er niet als de schoolbel rinkelt” vermelden volgende cijfers: Leerlingen woonachtig in het Brussels hoofdstedelijk gewest Leerlingen die scholen melden als problematisch afwezig Leerlingen die scholen melden als definitief uitgesloten
2008-2009
2009-2010
336
366
27
79
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
6
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Vraag nr.22 van 10 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Voorlopige resultaten van de inschrijfprocedure binnen het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel Op 8 april 2011 werd de periode afgesloten waarin ouders hun aanmelding konden omzetten in een inschrijving. De eerste fase van de inschrijfprocedure werd daarmee beëindigd. Vanaf 16 mei 2011 kan er vrij worden ingeschreven voor de resterende plaatsen. Tijdens de plenaire vergadering van 18 maart 2011 deelde de collegevoorzitter mee dat voor het basisonderwijs in totaal 50,77 % van de 4310 aangemelde kinderen zich zouden kunnen inschrijven in één van de voorkeurscholen. Wellicht lieten niet alle kinderen die gunstig geordend werden, zich inschrijven. En niet iedereen die ongunstig gerangschikt werd, is een weigeringsformulier gaan afhalen. Hoeveel ouders van kinderen die ongunstig geordend werden, zijn een weigeringsformulier gaan afhalen? Kan dit cijfer worden opgesplitst naar het aantal kinderen dat 1 weigeringsformulier ging afhalen, en het aantal kinderen dat meerdere weigeringsformulieren ging ophalen? Zonder deze opsplitsing kan er immers een vertekend beeld ontstaan en kan het aantal weigeringen overschat worden. Welk percentage van het aantal kinderen dat gunstig geordend was om zich in te schrijven in één van de voorkeurscholen, wordt gedefinieerd als Nederlandstalig? Welk percentage van het aantal kinderen dat gunstig geordend was om zich in te schrijven in één van de voorkeurscholen, heeft zich ook effectief ingeschreven tussen 14 maart en 8 april 2011? Welk percentage van het aantal kinderen dat gunstig geordend was en zich tussen 14 maart en 8 april 2011 heeft ingeschreven in één van de voorkeurscholen, wordt gedefinieerd als Nederlandstalig? Welk percentage van het aantal kinderen dat ongunstig geordend was en zich niet kon inschrijven in een school naar keuze, wordt gedefinieerd als Nederlandstalig? Hoeveel aangemelde en gunstig geordende kinderen hebben zich niet kunnen inschrijven in een school van eerste keuze? Welk percentage wordt hiervan gedefinieerd als Nederlandstalig? Welk percentage van het aantal kinderen dat zich heeft aangemeld, heeft zich nog in geen enkele school kunnen inschrijven? Welk percentage wordt hiervan gedefinieerd als Nederlandstalig? Hoeveel kinderen die momenteel schoollopen in de rand rond Brussel, hebben zich aangemeld om zich in te schrijven in een school binnen het Brussels hoofdstedelijk gewest? En hoeveel van hen slaagden erin zich in te schrijven? Antwoord Op de laatste stuurgroep van het LOP werd beslist om voor de twee nieuwe scholen, namelijk de gemeentelijke basisschool te Schaarbeek en de vestigingsplaats ‘SPES’ van het Sint-Pieterscollege nog een aanmeldprocedure te laten lopen van 16 tot 27 mei 2011. De
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
7
ROM zal draaien op 30 en 31 mei. De inschrijfperiode voor deze aangemelde leerlingen loopt van 6 juni tot 15 juni. Onderstaande cijfers hebben enkel betrekking op de aanmeldperiode van de maand februari. Aanmeldingen en inschrijvingen Van de aangemelde kinderen is 47,45% gedefinieerd als Nederlandstalige. De verdeling per profiel van de 4310 aangemelde kinderen is als volgt: Profiel
Aantal
Aandeel
TN
1487
34,50%
GOK
1300
30,16%
TN en GOK
558
12,95%
Rest
965
22,39%
Gemiddeld 85% van de gunstig geordende kinderen heeft zich in de inschrijfperiode van 14 maart tot en met de opvisperiode (geëindigd op 13 mei) ook effectief ingeschreven: Leerjaar Kleuter Lager Totaal
Aantal gunstig geor- Aantal inschrijvingen dende lln tot en met 13 mei 1701 1506 487 395 2188 1901
% effectieve inschrijvingen 88,54% 81,11% 84,82%
Bij de inschrijvingen op basis van de toewijzingen, die de rangordemotor heeft gedaan, werd voor gemiddeld 40,04% voorrang verleend aan Nederlandstaligen en 27,34% aan GOK-leerlingen. Aanmeldingen en niet-inschrijving 13% van alle leerlingen die over alle keuzes heen gunstig geordend waren hebben zich niet ingeschreven in een school in de periode van 14 maart tot en met 13 mei 2011. Dit komt neer op een 287 leerlingen. Volgende tabel geeft aan hoeveel aangemelde leerlingen er nog niet waren ingeschreven op 13 mei 2011:
Leerjaar Kleuter Lager Totaal
Aantal aangemelde lln niet ingeschreven 1908 501 2409
Aantal aanmeldingen 3414 896 4310
% niet ingeschreven op 13 mei 55,89% 55,92% 55,89%
Wat betreft de cijfers omtrent de afgehaalde weigeringsformulieren: deze cijfers werden opgevraagd bij het LOP Brussel Basisonderwijs, maar nog niet aan de VGC overgemaakt. De VGC beschikt ook nog niet over cijfers die aangeven hoeveel leerlingen uit de Rand zich hebben aangemeld en kunnen inschrijven in een school in het BHG. VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
8
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Vraag nr.23 van 10 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Investeringen in de schoolinfrastructuur en het ondersteuningsmateriaal van de TSO-scholen in Brussel De Vlaamse Gemeenschapscommissie investeerde de afgelopen jaren heel wat middelen in het verbeteren van de uitrusting van de Nederlandstalige scholen in Brussel en in de uitbouw van een degelijke schoolinfrastructuur. Kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes een overzicht geven van de investeringen in uitrustingsmaterialen die door de VGC specifiek werden toegewezen aan de Nederlandstalige TSO-scholen in Brussel? Kan hij een overzicht geven van de VGC-investeringen in schoolinfrastructuur die specifiek ten gunste kwamen van de Nederlandstalige TSO-scholen in Brussel? Antwoord In het regeerakkoord van de VGC staat uitdrukkelijk vermeld dat de fysieke ruimte van het Nederlandstalig onderwijs een pareltje moet zijn, maar eveneens dat de uitrustingsmaterialen waar de leerkrachten en leerlingen dagelijks mee werken, moeten voldoen aan alle normen voor het behalen van de vereiste kwalificaties. De VGC voorziet daarvoor de nodige subsidies voor de TSO- en BSO-scholen. Hieronder volgt een overzicht van de investeringen door de VGC in uitrustingsmaterialen voor de Nederlandstalige TSO- en BSO-scholen in Brussel. School Anneessens-Funck Anneessens-Funck Cardijnschool Cardijnschool Cardijnschool Cardijnschool CDO Anneessens-Funck CDO Don Bosco CDO Don Bosco CDO Don Bosco CDO Don Bosco CDO Don Bosco
Schooljaar 2006-2007 2008-2009 2008-2009 2008-2009 2008-2009 2008-2009 2007-2008 2007-2008 2007-2008 2007-2008 2008-2009 2008-2009
CDO Don Bosco
2008-2009
CDO Don Bosco
2009-2010
CDO Schaarbeek-Evere
2007-2008
Studiegebied/richting Subsidie afdeling auto € 22.102,32 mechanicien auto € 30.547,66 bakkersgast € 13.920,91 schilder-decorateur € 4.470,95 logistiek assistent € 2.812,00 grootkeukenmedewerker € 4.537,50 algemeen (smartboard) € 1.331,00 zaal- en keukenhulp € 22.594,87 logistiek -verzorgingsinstelling € 3.771,52 algemeen (smartboard) € 1.331,00 zaal-en keukenhulp € 13.708,01 logistiek assistent in € 1.862,67 ziekenhuis goederenbehandelaar€ 22.930,71 magazijnier-heftrukchauffeur machinaal houtbewerker/ € 29.840,00 binnenschrijnwerker algemeen (smartboard) € 1.331,00
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
9
School Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Don Bosco Technisch Instituut Elishout, School voor Voeding Elishout, School voor Voeding Emanuel Hiel K.A. Toverfluit K.A. Toverfluit
Schooljaar 2006-2007
Studiegebied/richting afdeling autotechnieken
2006-2007
€ 47.765,50
2006-2007
werkvloer - grafische technieken afdeling bouw
2006-2007
metaal en elektrotechnicus
€ 80.375,46
2007-2008
mechanica
€ 77.574,37
2007-2008
elektriciteit
€
2007-2008
koeling-verwarming
€ 15.331,67
2008-2009
drukkers
€ 160.166,00
2009-2010
autotechnieken
€ 28.804,00
2007-2008
tuinbouw
€ 17.342,24
2010-2011
hotel
€ 19.928,95
2010-2011 2008-2009 2009-2010
€ 20.000,00 € 7.981,54 € 6.717,00
K.A. Toverfluit Kasterlinden Kon. Inst. Woluwe BUSO Kon. Inst. Woluwe BUSO KTA Jette KTA Zavelenberg Maria Assumptalyceum Maria Assumptalyceum Maria Assumptalyceum Maria Assumptalyceum Maria Assumptalyceum Mater Dei Regina Pacisinstituut
2010-2011 2010-2011 2008-2009
onthaal en public relations kantoor, verkoop diensten aan personen, administratie, handel en verkoop verkoop OV3 Metaal logistiek assistent ziekenhuis kantoorklas, receptiemedewerker verzorging afdeling ruwbouw moderealisatie en verkoop haarzorg en haarstilist schoonheidsverzorging moderealisatie en verkoop mode kantoor, secr-talen, handel informaticabeheer, secr-talen, boekh-informatica
€
5.526,48
€ € € € € € € € €
3.510,57 24.118,67 9.135,26 21.640,18 16.744,81 11.368,08 14.051,89 19.980,83 28.742,17
2008-2009 2007-2008 2006-2007 2007-2008 2007-2008 2007-2008 2008-2009 2010-2011 2008-2009 2008-2009
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Subsidie € 18.767,10
€ 14.110,92
3.817,43
€ 19.955,80 € 17.534,11 € 3.177,62
10
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
School Regina Pacisinstituut
Schooljaar 2008-2009
Regina Pacisinstituut Sint-Guido-Instituut Sint-Guido-Instituut Sint-Guido-Instituut Sint-Guido-Instituut Sint-Guido-Instituut Sint-Guido-Instituut Victor Horta Victor Horta Victor Horta Victor Horta Victor Horta Victor Horta Victor Horta
2009-2010 2007-2008 2007-2008 2007-2008 2008-2009 2010-2011 2010-2011 2006-2007 2007-2008 2007-2008 2007-2008 2008-2009 2008-2009 2009-2010
Victor Horta Zaveldal Zavelenberg
2009-2010 2008-2009 2008-2009
Zavelenberg
2010-2011
Studiegebied/richting apothekers-assistent farmaceutisch technisch assistent verzorging-voeding verzorging verpleegkunde onthaal en public relations onthaal en public relations verzorging afdeling hout houtbewerking centrale verwarming centrale verwarming hout CV/sanitaire installaties koeltechnieken houtbewerking en centrale verwarming loodgieter mechanica basismech, mech techn, CV/ san
Subsidie € 30.858,63 € € € € € € € € € € € € € €
26.598,00 15.223,00 10.564,37 13.280,31 15.159,18 8.040,00 1.840,00 31.724,57 57.473,00 30.398,84 14.384,45 2.287,87 15.232,48 9.980,00
€ 22.027,00 € 10.559,04 € 29.826,95 € 20.000,00
Voor het schooljaar 2011-2012 is er in april een nieuwe oproep verschenen voor de uitrusting van technisch en beroepsonderwijs en voor het eerst ook van deeltijds kuntsonderwijs. De ongeveer 30 aanvragen die zijn binnengekomen, zijn momenteel in behandeling. Er is een budget van 300.000 euro voorzien. Hieronder volgt een overzicht van de investeringen in schoolinfrastructuur voor TSO- en BSO-scholen.
School Regina Pacis Don Bosco Instituut Don Bosco Instituut Don Bosco Instituut Sint-Guido
Jaar 2008 2007 2009 2009 2009
Sint-Guido
2010
Victor Horta Victor Horta
2007 2009
Studiegebied / investering speelplaats mechanica-lassen gevel-buitenschrijnwerk stookinstallatie verzorging (polyvalente ruimte) technische lokalen: toegepaste economie, onthaal en pr, verzorging, maatschappelijke veiligheid elektronica-mechanica lassen
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Subsidie € 27.500,00 € 113.389,14 € 221.307,50 € 197.594,40 € 11.988,11 € 206.167,96
€ 33.126,50 € 116.558,09
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
11
Vraag nr.24 van 10 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Instroom van leerlingen in het Technisch Secundair Onderwijs Onze samenleving snakt naar vaardige ambachtslieden. De Vlaamse Gemeenschap beschikt over hoogstaand technisch onderwijs, maar te weinig jongeren vinden hun weg ernaar toe. Leerlingen worden - mede door hun ouders - eerder naar een ASO-opleiding georiënteerd dan naar een evenwaardige TSO-opleiding. Op die manier laat men veel talent onbenut en lopen leerlingen met sterke technische vaardigheden het risico op een mislukking-ervaring in het ASO, met mogelijks een voortijdige schooluitval als gevolg. Hoeveel leerlingen volgden tijdens de laatste 5 schooljaren een opleiding binnen een Nederlandstalige TSO-school in Brussel? Kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes het aantal inschrijvingen uitdrukken in absolute en relatieve cijfers (vergeleken met het aantal inschrijvingen in de andere onderwijsvormen)? Kan hij deze cijfers opsplitsen naargelang de schoolnetten? Hoeveel van de leerlingen die in het Brussels Nederlandstalig TSO les volgen, zijn gedomicilieerd in het Brussels hoofdstedelijk gewest? Graag deze gegevens in absolute cijfers en in percentages, voor de laatste 5 schooljaren. Kan de instroom van de leerlingen die les volgen in het Brussels Nederlandstalig TSO en gedomicilieerd zijn in Vlaanderen opgesplitst worden volgens de verschillende Vlaamse provincies? Hoeveel van de leerlingen ingeschreven in een Nederlandstalige TSO-school in Brussel tikken aan op één van de GOK-indicatoren? Antwoord 1364 leerlingen volgden in 2009-2010 onderwijs in een TSO-richting in een Brusselse Nederlandstalige school. Op vijf jaar tijd is een groei vastgesteld van 120 leerlingen. Dit betekent een stijging van ongeveer 11%. Tijdens het schooljaar 2009-2010 woonde 63,56 % van de leerlingen in één van de 19 Brusselse gemeenten. Vijf jaar voordien was dit nog maar 53,70%. Daarna komt de grootste instroom van leerlingen uit Vlaams-Brabant (26,32% in 2009-2010 en 38,67 in 2006-2007). Ongeveer 90% van de leerlingen in het Brusselse Nederlandstalige TSO tikt aan op één van de GOK-indicatoren tijdens het schooljaar 2009-2010.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
12
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Tabel 1: Aantal leerlingen in het Brussels Nederlandstalig secundair onderwijs (Bron: Statistische Jaarboeken van het Vlaams Onderwijs) 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
N
N
N
N
N
%
%
%
%
%
TSO Gemeenschapsonderwijs
334
26,85
365
27,55
366
28,18
395
29,13
411
30,13
TSO Privaatrechterlijk
772
62,06
829
62,57
819
63,05
850
62,68
856
62,76
TSO Gemeente
58
4,66
57
4,30
39
3,00
39
2,88
41
3,01
TSO VGC
80
6,43
74
5,58
75
5,77
72
5,31
56
4,11
TSO Totaal
1244
16,36
1325
16,53
1299
15,94
1356
16,36
1364
16,54
Tabel 2: TSO-leerlingen in het Brussels Nederlandstalig Onderwijs volgens domicilieplaats (Bron: databank Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming) 2005-2006
2006-2007
2007-2008
2008-2009
2009-2010
N
N
N
N
N
%
%
%
%
%
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
668
53,70
732
55,25
732
56,35
791
58,33
867
63,56
West-Vlaanderen
3
0,24
4
0,30
3
0,23
2
0,15
6
0,44
Oost-Vlaanderen
27
2,17
48
3,62
45
3,46
39
2,88
26
1,91
Vlaams-Brabant
481
38,67
458
34,57
409
31,49
395
29,13
359
26,32
Antwerpen
20
1,61
28
2,11
29
2,23
36
2,65
36
2,64
Limburg
18
1,45
25
1,89
47
3,62
62
4,57
39
2,86
Totaal Vlaamse provincies
549
44,13
563
42,49
533
41,03
534
39,38
466
34,16
Totaal Waals Gewest
27
2,17
30
2,26
32
2,46
30
2,21
28
2,05
2
0,15
1
0,07
3
0,22
1299
100,00
1356
100,00
1364
100,00
Totaal buitenland TOTAAL LEERLINGEN
1244
100,00
1325
100,00
Tabel 3: Aantal TSO-leerlingen beantwoordend aan minstens één van de vier leerlingkenmerken uit het financieringssysteem (2009-2010)
GOK-leerlingen Niet GOK-leerlingen Aantikkers op de 4 indicatoren apart Buurt Taal Opleidingsniveau Schooltoelage
N 1228 136
% 90,03 9,97
1045 904 646 607
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
76,6% 66,3% 47,4% 44,5%
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
13
Vraag nr.25 van 10 mei 2011 van mevrouw Greet Van Linter Onderwijs: Inrichting van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs in Ganshoren Acht gemeenten van het Brussels hoofdstedelijk gewest, namelijk: Elsene, Schaarbeek, Ganshoren, Watermaal-Bosvoorde, Etterbeek, Oudergem, Sint-Gillis en Ukkel, bieden momenteel wel gemeentelijk Franstalig onderwijs aan, maar geen gemeentelijk Nederlandstalig onderwijs. Na een positief signaal van Schaarbeek en Ukkel, zouden nog slechts zes Brusselse gemeenten geen gehoor gegeven hebben aan de oproep van de VGC tot inrichting van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs. Deze inrichting van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs kwam reeds aan bod tijdens het VGC-plenum van 1 april 2011 tijdens de interpellatie van Bianca Debaets betreffende de inrichting van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs. Het College van Burgemeester en Schepenen van Ganshoren verklaarde op 31 maart 2011 tijdens de gemeenteraadszitting dat de zaak bestudeerd was, er in de regio een voldoende groot aanbod aan Nederlandstalig onderwijs was en er m.a.w. geen nood was om in meer Nederlandstalig onderwijs te voorzien. Deelt de collegevoorzitter deze mening? Legt de collegevoorzitter zich neer bij de regionale spreiding of primeert in zijn ogen het gegeven om in elke gemeente een Nederlandstalig gemeenteschool uit te bouwen? Heeft de collegevoorzitter hierover overleg gepleegd met het gemeentebestuur van Ganshoren? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, waarom niet en wanneer dan wel? Zal de collegevoorzitter deze thematiek nogmaals aankaarten op de volgende Conferentie van Brusselse burgemeesters? Graag een stand van zaken voor de overige vijf gemeenten die zich nog niet engageerden om Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs in te richten. Antwoord Door de gestage demografische groei, wordt het Brussels Hoofdstedelijk Gewest voor enorme uitdagingen geplaatst. Alleen al op het vlak van onderwijs zijn er tegen 2015 tussen 15.000 en 18.000 extra plaatsen nodig. Bijna elke Brusselse gemeente heeft te maken met capaciteitsproblemen, zowel in het Nederlandstalig als in het Franstalig onderwijs. Ganshoren hoort bij die groep van gemeenten waar de nood aan een oplossing voor de capaciteitstekorten het meest dringend is. Er zijn in Ganshoren langs Nederlandstalige kant 4 scholen met 6 vestigingsplaatsen in het basisonderwijs, waarvan de helft van het gemeenschaponderwijs en de helft van het vrij gesubsidieerd onderwijs. Het aantal vrije plaatsen op www.inschrijveninbrussel.be geeft aan dat er in deze scholen geen plaats meer is in het kleuter- en in de eerste graad van het lager onderwijs. Deze scholen zijn volzet. De gemeente organiseert inderdaad zelf geen Nederlandstalig onderwijs. Ze biedt wel Franstalig onderwijs aan, zij het beperkt tot het kleuteronderwijs. Gezien de vraag naar capaciteitsuitbreiding moeten sowieso scholen bijgecreëerd worden over bijna het hele Brussels hoofdstedelijk gewest. Uiteraard komt dan de vraag sterk naar voor aan de
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
14
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
gemeenten om aan hun morele verplichting te voldoen om naast Franstalig onderwijs, ook Nederlandstalig onderwijs te organiseren. De vraag om tegemoet te komen aan de capaciteitsproblematiek is dan ook aan elke gemeente gesteld, o.a. op de Conferentie van Brusselse burgemeesters. Collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes heeft de Vlaamse schepenen uitgenodigd voor een overleg op zijn kabinet op 16 december 2009 en hij werd zelf uitgenodigd door de Conferentie van Burgemeesters op 27 januari 2010 om te spreken over het capaciteitsprobleem. Daar heeft de collegevoorzitter expliciet gevraagd naar een engagement van de verschillende gemeentes. De Brusselse burgemeesters werden eveneens nog eens extra aangeschreven over dit onderwerp. Specifiek wat Ganshoren betreft, heeft de collegevoorzitter op dit ogenblik nog geen dossier ontvangen, maar hun plannen zijn zeker nog welkom. Vraag nr.26 van 10 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Begeleiding van jonge sporttalenten via de vzw Sport en Studie In de convenant tussen Vlaanderen en BLOSO werd een geografische spreiding voorzien van het aantal topsportscholen, waardoor er wel een is in bijvoorbeeld Leuven, maar geen in Brussel. Via de vzw Sport en Studie voorziet de VGC echter middelen voor extra begeleiding van een aantal topsporters die les volgen in het Nederlandstalig secundair onderwijs. Op die manier wordt aan jonge sporttalenten de gelegenheid gegeven om school te lopen met een volledig curriculum en tegelijkertijd hun trainingsarbeid gevoelig op te drijven. Hoeveel leerlingen worden in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel begeleid door de vzw Sport en Studie? Hoe groot bedraagt de stijging/daling tegenover de voorgaande jaren? Over welke sportdisciplines gaat het? Kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes het profiel van betreffende leerlingen verfijnen naargelang geslacht en leeftijd? Wat houdt de begeleiding vanwege de vzw Sport en Studie precies in? Sinds wanneer is de vzw Sport en Studie actief ? Met welke sportverenigingen werden er door de vzw Sport en Studie reeds samenwerkingsverbanden afgesloten? In welke scholen van het Nederlandstalig onderwijs in Brussel is de vzw Sport en Studie actief ? Hoe groot bedraagt de financiële ondersteuning vanwege de VGC ten gunste van de vzw Sport en Studie? Hoe groot bedraagt de stijging/daling van de toegekende subsidies tegenover de voorgaande jaren?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
15
Antwoord Het aantal leerlingen, dat in de afgelopen schooljaren begeleid werd: – schooljaar 2007-2008: 18 (17 van het Sint-Niklaasinstituut en 1 van het Sint-Guidoinstituut) – schooljaar 2008-2009: 23 (16 van het Sint-Niklaasinstituut, 6 van het Sint-Guido-instituut en 1 van het Koninklijk Atheneum Anderlecht) – schooljaar 2009-2010: 42 (32 van het Sint-Niklaasinstituut en 10 van het Sint-Guidoinstituut) – schooljaar 2010-2011: 47 (35 van het Sint-Niklaasinstituut en 12 van het Sint-Guidoinstituut). In de context van locatie-scholen-leerlingen dreigt voor de vzw het maximum bereikt te zijn. Niettemin kunnen er nog andere sporters en leerlingen van andere scholen aansluiten. Mocht dit het geval zijn, dan zal de vzw ook samenwerkingsverbanden aangaan. Deze leerlingen, jongemannen tussen 12 en 19 jaar, zijn voetballers en verbonden aan de A- of beloftenkern van RSCA, die alle kosten (trainingen, vervoer, materiaal enz.) verbonden aan de sportactiviteiten draagt. De vzw Sport&Studie zorgt voor de pedagogische begeleiding van de sporters/leerlingen: – de individuele begeleiding van deze leerlingen door vrijwilligers-leerkrachten; – de leerlingen hebben een flexibel uurrooster (een lesuur wordt verschoven, niet geannuleerd) dat ruimte geeft voor 3 tot 4 extra dagtrainingen; – het Sint-Niklaasinstituut stelt momenteel 7 lesuren ter beschikking en differentieert de avondstudies. Het Sint-Guido-instituut geeft per klas 4 inhaaluren per week; – de studiebegeleiding gebeurt in overleg met de vakleerkrachten en de leerlingenbegeleiding; – achterstanden, veroorzaakt door afwezigheid door trainingen en wedstrijden, worden weggewerkt. De inhaallessen vinden plaats na de gewone schooltijd en vóór de avondtraining. Voor de werking van de vzw is er geen structurele ondersteuning vanuit de Vlaamse Gemeenschap. De VGC kende in de afgelopen periodes een subsidie toe als volgt: – voor het schooljaar 2007-2008: 25.000 euro – voor het schooljaar 2008-2009: 23 500 euro – voor het schooljaar 2009-2010: 25.000 euro – voor het schooljaar 2010-2011 25.000 euro Vraag nr.27 van 10 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Deelname van de Brusselse Nederlandstalige scholen aan Fairtrade@school Naar aanleiding van de Internationale dag van de Fair Trade op zaterdag 14 mei 2011 organiseren Oxfam-Magasins du Monde, Oxfam-Wereldwinkels en Max Havelaar België een Fairtrade@work-dag op donderdag 12 mei 2011 en Fairtrade@school op vrijdag 13 mei 2011. Heeft collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes er zicht op hoeveel Brusselse Nederlandstalige scholen meestappen in dit project? Kan hij dat cijfer opsplitsen naar basis- en secundair onderwijs en per onderwijsvorm?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
16
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Heeft hij er zicht op hoeveel Brusselse Nederlandstalige scholen ook tijdens de algemene jaarwerking fair trade producten aanbieden? Welke Brusselse Nederlandstalige school werd geselecteerd voor de Fairtrade@Schoolaward 2011? Per provincie werd immers één school geselecteerd die mee kan dingen naar deze Award. Antwoord Voor de actie fairtrade@school hebben er zich in het totaal 40 scholen (vanuit Vlaanderen, Wallonië en het Brussels hoofdstedelijk gewest) geregistreerd op de website www. fairtrade.be. Geen enkele Brusselse Nederlandstalige school heeft zich aangemeld. Het Koninklijk Atheneum Etterbeek heeft wel aan de actie deelgenomen. Ondanks het feit dat fairtrade@school een succes was, heeft de school zich echter niet op de website geregistreerd. Daarom komt de school niet in aanmerking voor de deelname aan de wedstrijd. De awards zijn nog niet uitgereikt. In de tweede helft van juni komt de jury hiervoor samen. Vraag nr.28 van 16 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Geweld op school Enige tijd geleden verschenen er alarmerende berichten over een significante stijging van gewelddaden op scholen; zo zou bijvoorbeeld het fenomeen van ‘steaming’ een forse groei kennen. Steaming is een vorm van agressie van een groep jongeren tegenover een individu, een leerkracht of een medeleerling. Centraal hierbij staat de kuddegeest van een groep waarbij de leden van deze groep elkaar ophitsen tegen een individueel slachtoffer en hun individuele verantwoordelijkheid kunnen ontlopen door zich weg te steken achter het collectief van de groep. In de grootstad die Brussel is, moeten deze problemen van geweld zich ook voordoen. Houdt de administratie cijfers bij over het aantal gewelddelicten op de Nederlandstalige scholen in Brussel? Kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes hiervan een evolutie geven sinds 2005 tot de meest actuele cijfers? Kan hij deze cijfers vergelijken met dezelfde cijfers in Vlaanderen? Is hier een groot verschil vast te stellen? Welke conclusies trekt hij hieruit? Kan hij ook aangeven hoeveel gewelddaden worden geregistreerd in Brussel per onderwijsvorm (eerst op het niveau basisonderwijs en secundair en vervolgens verder op ASO/ BSO/TSO-niveau)? Zijn daar bepaalde verschillen vast te stellen? Welke conclusies trekt hij hieruit? In hoeverre is de huidige situatie rond geweld op school problematisch te noemen? Kan hij meedelen welke soort gewelddaden het meest voorkomen op scholen in Brussel en op wie deze gericht zijn (andere leerlingen, leerkrachten of directie)? Beschikt de collegevoorzitter ook over cijfers die aangeven wie deze gewelddaden plegen (leerlingen, ouders of derden)? Welk beleid en welke maatregelen neemt de collegevoorzitter of de Vlaamse minister van Onderwijs rond de problematiek van “geweld op school”, in het bijzonder voor Brussel?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
17
In welke mate heeft hij overleg en/of contact met het parket van Brussel of met de bijzondere jeugdzorg rond deze problematiek? Welke afspraken zijn hieromtrent gemaakt? Antwoord Het beleid rond veiligheid behoort tot de pedagogische vrijheid van scholen. De keuze om al dan niet te registreren ligt bij de scholen zelf. Elke basis- en secundaire school beschikt tegenwoordig over een eigen zorgsysteem of een interne leerlingenbegeleiding. Elke school maakt afspraken met lokale partners. Verschillende overheden reiken instrumenten aan ter ondersteuning van het beleid ter preventie van geweld op school. De kiemen van het gepleegde geweld liggen vaak dieper en isoleren zich niet enkel tot de schoolcontext (bv. opvoeding thuis, relaties leerlingen). Daarom is er binnen de Vlaamse overheid en de VGC regelmatig overleg in het kader van de afstemming onderwijs-welzijn. Hierbij komen de aspecten aan bod waar de bevoegdheidsdomeinen raakvlakken vertonen (bv. opvoedingsondersteuning, uitbouw opvoedingswinkels, jeugdhulpverlening, bijzondere jeugdbijstand,…). Initiatieven vanuit de Vlaamse overheid (Vlaanderenbreed, inclusief Brussel): – In het Vlaamse onderwijs is er aandacht voor preventie van grensoverschrijdend gedrag op school in de eindtermen en ontwikkelingsdoelen. – Ook in de opleiding van beginnende leerkrachten is er aandacht voor de problematiek van grensoverschrijdend gedrag op school. – Elke school beschikt over een budget om nascholing en vorming te voorzien voor haar personeel. Er worden over heel uiteenlopende thema’s vormingen georganiseerd. Ook over de thema’s pesten, geweld en ongewenst seksueel gedrag op school is er heel wat te vinden. – Elke school kan beroep doen op de expertise van het CLB wanneer zich antisociaal gedrag voordoet op de school. Het CLB kan als draaischijf functioneren tussen onderwijs, welzijnsvoorzieningen en justitiële instanties. CLB-medewerkers luisteren, helpen en verwijzen door naar de juiste persoon en/of organisatie indien nodig. – Binnen het JoJo-startbanenproject werken preventiemedewerkers. Eén van de doelstellingen is de preventie van antisociaal gedrag op school door het werken aan een positief schoolklimaat. Ook heel wat Brusselse Nederlandstalige scholen doen beroep op JoJo-medewerkers. – In het geval van grensoverschrijdend gedrag op school kan het Kinderrechtencommissariaat bemiddelen tussen de leerling en de directie van de school. – Verder ondersteunt de Vlaamse overheid het Steunpunt Ongewenst gedrag op school. Initiatieven vanuit de federale overheid, of in samenwerking Vlaanderen-federale overheid: – Elke lokale politiezone moet een aanspreekpunt jeugdcriminaliteit voor de scholen aanduiden. De meeste politiezones hebben dit ook gedaan en hebben samen met de scholen in hun politiezone afspraken gemaakt en al dan niet vastgelegd in een samenwerkingsprotocol. Ook op het niveau van het parket hebben scholen aanspreekpunten, wanneer ze zelf stappen hebben ondernomen, maar vastlopen met een bepaalde jongere. Er zijn parketcriminologen (sectie jeugd en gezin) beschikbaar op de parketten, die afspraken maken met de lokale actoren om te komen tot een sluitende aanpak van jeugdcriminaliteit. Dit heeft ondermeer geresulteerd in samenwerkingsafspraken met de parketcriminologen over de aanpak van spijbelen.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
18
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
– De Algemene Directie Humanisering van de Arbeid van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg organiseert in samenwerking met het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming infosessies over geweldpreventie in het onderwijs. Initiatieven van het Brussels Hoofdstedelijke Gewest: – Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een programma “Preventie Schoolverzuim”. Scholen in de 19 gemeenten kunnen dankzij het programma middelen krijgen waarmee ze schoolmoeheid onder de leerlingen kunnen bestrijden door schoolverzuim, geweld en onaangepast gedrag aan te pakken. Initiatieven vanuit de VGC: – De VGC heeft de laatste jaren haar inspanningen om time-outprogramma’s te financieren flink opgedreven. – In de VGC werden in 2011 transversale werkgroepen brede jeugdhulp en opvoedingsondersteuning opgestart. Met een transversale aanpak wordt een betere afstemming tussen de beleidsdomeinen ‘onderwijs en vorming’, ‘cultuur, jeugd en sport’ en ‘welzijn, gezondheid en gezin’ beoogt. – Life Space Crisis Intervention is een methodiek om conflicten en crisissituaties te begeleiden. Deze werd met succes toegepast in Zaveldal. Daarnaast bestaan nog heel wat andere initiatieven waar scholen kunnen op aansluiten zoals de anti-pest-week. Er zijn vzw’s (bv. vzw Zijn, vzw Asma) die zich richten op preventie en aanpak van geweld in scholen. Op het veld zijn, al dan niet in opdracht van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, verschillende operatoren aan zet die binnen hun netwerk deze communicatielijnen opnamen. Zo is bijvoorbeeld in Brussel het netwerk van Integrale Jeugdhulp Vlaanderen actief, wat afstemming tussen de verschillende jeugdhulpsectoren stimuleert en vergemakkelijkt. De betrokken sectoren zijn: Algemeen Welzijnswerk, Bijzondere Jeugdbijstand, Centra voor Geestelijke Gezondheidszorg, Centra voor Leerlingenbegeleiding (waaronder het CLB van de Vlaamse Gemeenschapscommissie), Kind&Gezin, Centra voor Integrale Gezinszorg en het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap. Vraag nr.29 van 16 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Consortia volwassenenonderwijs in Brussel Consortia volwassenenonderwijs zijn recent ontstaan naar aanleiding van het decreet betreffende het volwassenenonderwijs. Deze consortia zijn verplichte netoverschrijdende samenwerkingsverbanden tussen de centra voor volwassenenonderwijs en hebben de rechtsvorm van een vzw, met een afgevaardigd bestuurder aan het hoofd. Het is in feite een gesubsidieerd samenwerkingsverband tussen centra voor volwassenenonderwijs (CVO) en centra voor basiseducatie binnen één welomschreven werkingsgebied. In Brussel bestaat dit ook, namelijk Brucovo. Brucovo staat voor Brussels Consortium Volwassenenonderwijs en is een netoverschrijdend samenwerkingsverband van de 11 Brusselse CVO’s en Brusselleer. Doelstellingen zijn afstemming, optimalisering en samenwerking, zowel met de eigen partners als met het ruime werkveld. Brucovo zou idealiter het intermediaire aanspreekpunt moeten zijn tussen de eigen partners (CVO’s), de sociaalculturele en sociaaleconomische actoren.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
19
Hoe loopt de werking van Brucovo? Wordt er een evaluatie gepland van dit consortium? Zo ja, wanneer? Hoe ervaren de Brusselse CVO’s hun consortium? Doelstelling van de consortia is afstemming, optimalisering en samenwerking: kan de heer Jean-Luc Vanraes hiervan concrete voorbeelden geven voor Brucovo sinds deze nieuwe legislatuur? In hoeverre slaagt Brucovo hierin? Lopen de afspraken rond de programmatie voor het volgend academiejaar vlot? Welke gevolgen heeft de oprichting van Brucovo inzake het lesaanbod voor de Brusselse CVO’s? Welke initiatieven heeft Brucovo dit najaar genomen om CVO’s te promoten? Kan de collegevoorzitter hiervan de kostprijs meedelen? In hoeverre kunnen de CVO’s zelf nog promotie maken? Met welke culturele en economische actoren pleegt Brucovo overleg? Wordt de collegevoorzitter hierbij betrokken? Tot welke concrete resultaten of huidige initiatieven heeft dit al geleid? Hoe dikwijls komt dit orgaan jaarlijks samen? Hoe vaak was dat in 2010? Kan de collegevoorzitter dit cijfer vergelijken met 2007, 2008 en 2009? Welk besluiten trekt hij hieruit? Antwoord Het Brussels Consortium Volwassenenonderwijs (Brucovo) omvat het werkingsgebied van het Brussels hoofdstedelijk gewest. Vanaf mei 2007 werd met steun van de Vlaamse Gemeenschapscommissie het consortium voor deze regio voorbereid. Op 24 januari 2008 werd de oprichtingsakte van de vzw Brucovo ondertekend. Brucovo werkt aan de volgende doelstellingen – zoals omschreven in het decreet volwassenenonderwijs (artikel 74) : – het aanbod van opleidingen, die door de centra georganiseerd worden, optimaliseren en op elkaar afstemmen; – de samenwerking en afstemming met andere publieke verstrekkers van opleidingen voor volwassenen nastreven; – knelpunten, behoeften en oplossingen inzake opleidingen voor volwassenen signaleren aan de overheid; – als intermediair aanspreekpunt fungeren tussen de centra en andere opleidingsverstrekkers en socio-culturele en sociaaleconomische actoren; – de dienstverlening optimaliseren voor de cursisten in de centra; – alle mogelijke vormen van samenwerking tussen de centra stimuleren en ondersteunen. De werking van Brucovo wordt door de partners en door de VGC erg positief geëvalueerd. de meerwaarde van het consortium valt af te leiden uit de projecten die eruit voortvloeien zoals het instellingsoverschrijdend initiatief rond trajectbegeleiding en doorstroming, en het project in de gevangenissen van Sint-Gillis en Vorst.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
20
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Afstemming, optimalisering en samenwerking: concrete voorbeelden In het kader van de afstemming van, optimalisering van en samenwerking tussen de centra werden volgende initiatieven opgezet: – NT2 doorstroomproject Het project – opgestart eind 2009 – wil een ondersteunende rol bieden bij de uitbouw van een begeleidings- en toeleidingswerking binnen de centra, door te focussen op een specifieke doelgroep met een hoog risico op drop-out. – Stimuleren doorstroom CBE-CVO Zowel Brucovo als de individuele centra van het consortium nemen initiatieven om de doorstroom tussen CBE en CVO te stimuleren: o.m. via pilootprojecten i.s.m. CVO KHNB en CVO Brussel en het opstarten van een schakelmodule. – Inburgerproject De opdrachten van het project omvatten: het uitwerken van methodiek en stappenplan (taakverdeling, wisselwerking tussen actoren) en een fysieke, digitale en inhoudelijke vormgeving van de intermediaire instantie voor inburgeraars uitwerken. De bedoeling van het inburgerproject was een concept van ‘intermediaire instantie‘ (tussen primair en secundair inburgerproject) te ontwikkelen dat als een soort “studiekeuzebegeleidingsdienst” voor inburgeraars (met en zonder contract) op een adequate wijze naar de juiste onderwijsinstelling moet begeleiden Gevolgen van werking Brucovo voor lesaanbod Brucovo dient de centra te coördineren en te ondersteunen bij het optimaliseren en afstemmen van het opleidingsplan en het uitvoeren van een behoeftedekkend onderwijsaanbod binnen de Brusselse regio. Na een grondige fase van gegevensverzameling en analyse van alle opleidingen in de verschillende centra werd eind oktober 2010 het opleidingsplan 2008-2013 opgeleverd. Dit opleidingsplan zal jaarlijks (2011, 2012 en 2013) geactualiseerd worden, waarbij het proces van afstemming en samenwerking tussen de centra alsook tussen de centra en andere opleidingsactoren prioritair blijft. Dit opleidingsplan is de basis waaruit verder wordt gewerkt aan het diversifiëren en laagdrempelig maken van het aanbod. Initiatieven vanuit Brucovo inzake promotie van CVO’s Brucovo wil het volwassenenonderwijs in Brussel op de kaart zetten en het globaal aanbod beter bekend maken, in dit kader werden o.a. volgende acties ondernomen: – grote publiekscampagne opgezet door Brucovo i.s.m. de verschillende centra, midden augustus 2009: “Brussel: een smeltkroes van opleidingen”; – communicatiecampagne door Brucovo in het kader van de “SID-In” in Vlaams-Brabant-Brussel (21-23 januari 2010); – informatieverstrekking door Brucovo over het aanbod van de CVO’s tijdens de beurs “Plan naar Werk”; – aanwezigheid van Brucovo (informatie en promotie) op bepaalde evenementen zoals “Boterhammen in het park”.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
21
Met welke culturele en economische actoren heeft Brucovo overleg? Brucovo heeft op structurele en minder structurele basis overleg met volgende partners uit de culturele en economische sector: AR ECM (VGC), overleg BNCTO, overleg Regionaal Technologiecentrum Vlaams-Brabant-Brussel, Muntpunt, Vlaams Minderhedencentrum, BON vzw, Tracé Brussel, Intec, … De VGC wordt hierbij zowel actief betrokken bij sommige overlegmomenten als via deelname aan de Raad van Bestuur (RvB) en Algemene Vergadering (AV). Frequentie van samenkomst van Brucovo in 2007, 2008, 2009 en 2010 Brucovo werd opgestart in voorjaar 2008. Op jaarlijkse basis komen de Raad van Bestuur en de Algemene Vergadering ongeveer 5 maal samen. Een ander bestuursorgaan is het Dagelijks Bestuur (DB), dat jaarlijks minimaal 2 maal samen komt. Wat de cijfers voor 2010 betreft: RvB: 6 maal samengekomen; AV: 5 maal samengekomen en DB: 2 maal samengekomen. Vraag nr.30 van 23 mei 2011 van mevrouw Carla Dejonghe Onderwijs: Stand van zaken voor de oprichting van drie filialen ABK Anderlecht De Academie voor Beeldende Kunsten Anderlecht heeft een aanvraag ingediend om drie filialen op te richten, in Basisschool Magnolia in Ukkel, in De Kleurdoos in Brussel en in De Toverfluit in Sint-Jans-Molenbeek. Op die manier willen ze een bestaande lacune in Brussel opvullen. Uit de participatiecijfers blijkt immers dat het Nederlandstalig Deeltijds Kunstonderwijs in Brussel moeilijk jongeren bereikt. Nauwelijks dertig procent van de leerlingen zijn kinderen, terwijl dit in Vlaanderen ongeveer 70% bedraagt. Omdat een flink aantal factoren pleit voor een uitbreiding van het aantal filialen, zoals ondermeer de kans om meer kinderen en jongeren uit kansengroepen te bereiken of ook de politieke wil om Brusselse jongeren op speelse en creatieve wijze activiteiten in het Nederlands aan te bieden, kreeg de aanvraag een positief advies vanwege het samenwerkingsforum DKO Brussel. Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de oprichting van een aantal filialen door de Academie voor Beeldende Kunsten van Anderlecht? Bestaan er nog andere plannen voor de oprichting van instellingen voor Deeltijds Kunstonderwijs in Brussel? Zo ja, de welke? Hoe evolueren de cijfers van het aantal mensen dat ingeschreven is in Brussel in het Deeltijds Kunstonderwijs? Antwoord Op dinsdag 15 februari 2011 adviseerde het Samenwerkingsforum DKO Brussel de aanvraag van de Academie voor Beeldende Kunsten Anderlecht positief voor de oprichting van filialen voor de Lagere graad, vak Algemene Beeldende Vorming in volgende scholen: basisschool Magnolia, basisschool De Kleurdoos, Lagere School De Toverfluit. Op maan-
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
22
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
dag 21 februari 2011 gaf het Basisoverlegcomité Academie Beeldende Kunsten Anderlecht zijn positief advies. De school diende de aanvraag in bij de Vlaamse Gemeenschap. Blijkens de informatie van de academie zou de VLOR aangaande de aanvraag van de academie het volgend advies aan de Vlaamse minister bevoegd voor onderwijs hebben bezorgd: – ABK Anderlecht zou één van de drie filialen mogen oprichten, waarbij de academie zelf zou mogen kiezen welk van de drie het zou worden. – Als motivatie voor dit gemengde advies zou worden gesteld dat er geen vervolgtraject aan de leerlijn van de academie zou zijn. Scholengroep Brussel heeft met een schrijven aan de minister hierop het advies van de VLOR weerlegd, waarbij gesteld wordt dat er wel degelijk een vervolgtraject is, met name in het hoofdgebouw van de academie in Anderlecht. De beslissing van de minister wordt afgewacht. Bij een aantal academies leeft wel de wens om meerdere filialen op te richten, maar concrete plannen zijn er nog niet. De oprichting van filialen dient te worden voorgelegd aan het Samenwerkingsforum DKO Brussel. Tot op heden zijn er, met uitzondering van de Academie Beeldende Kunsten Anderlecht, geen andere aanvragen bij het Samenwerkingsforum geagendeerd. De evolutie van het globale aantal financierbare leerlingen kende tot het schooljaar 20092010 een stijgende trend, van 4532 leerlingen in het schooljaar 2000-2001 tot 5608 in het schooljaar 2009-2010. Voor het huidige schooljaar 2010-2011 staat de teller op 5512. Tussen 2001 en 2004 steeg het aantal financierbare leerlingen in de beeldende kunsten met 135 leerlingen, van 1371 naar 1506 (een stijging van bijna 10%). Momenteel staat de teller op 1419 leerlingen voor het schooljaar 2010-2011. Tussen 2001 en 2006 kent het leerlingencijfer voor muziek, woord en dans een stijging van 3151 leerlingen ( 2000-2001) tot 3936 (2005-2006) (+ 25%). In 2010-2011 lopen er 4093 leerlingen school in de academies muziek, woord en dans. Vraag nr.31 van 25 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Het aantal leerlingen verzorging Het tekort aan medisch, paramedische en verpleegkundig personeel is een oud zeer. Landelijk en zelfs Europees raken zorgberoepen maar moeilijk ingevuld. Daarom is het van groot belang dat voldoende studenten blijven kiezen voor een opleiding van verzorgende. Is de instroom van studenten in de richtingen verzorging (m.i.v. “kinderzorg” en “thuisen bejaardenzorg/zorgkundige”, “gezondheid- en welzijnswetenschappen”, “jeugd- en gehandicaptenzorg” in BSO/TSO) de laatste jaren vergroot? Graag een overzicht van het aantal inschrijvingen in de Brusselse opleidingen verzorging voor de laatste 5 jaar, opgesplitst per onderwijsinstelling. Graag een overzicht van het aantal afgestudeerden in de Brusselse opleidingen verzorging voor de laatste 5 jaar, opgesplitst per onderwijsinstelling en afstudeerrichting.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
23
Kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes dit cijfermateriaal telkens opsplitsen naar geslacht m/v? Kan hij het cijfermateriaal eveneens opsplitsen naar herkomst (gedomicilieerd in het Brussels of Vlaams gewest?) Antwoord Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming is het eerste aanspreekpunt voor gegevens over het aantal leerlingen in een bepaalde richting. Op basis van de leerlingendatabank van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming voor de schooljaren 20092010, 2007-2008, 2005-2006, kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes volgende informatie bezorgen: In het schooljaar 2009-2010 volgden 644 leerlingen een opleiding in het studiegebied personenzorg. Dit zijn 105 leerlingen meer dan in het schooljaar 2005-2006. Samen met de grotere instroom van leerlingen werden er ook meer A-attesten toegekend. Het aantal A-attesten steeg met 76 eenheden tussen schooljaar 2005-2006 en schooljaar 2009-2010. Ongeveer 15% van de leerlingen is mannelijk en 85% is van de leerlingen is vrouwelijk. De leerlingenpopulatie “verbrusselt” steeds meer. In schooljaar 2005-2006 kwam 54,36% van de leerlingen uit één van de 19 Brusselse gemeenten. In schooljaar 2009-2010 was dit al 65,99%. In de vroegere 4de graad BSO Verpleegkunde en de huidige HBO5 Verpleegkunde komt de grootste instroom van buiten Brussel. Als we deze niet meerekenen is voor 2009-2010 het aandeel van Brusselaars zelfs 77,19 %.
Kinderzorg Sociale en technische wetenschappen Thuis- en bejaardenzorg/zorgkundige Verpleegkunde Verzorging Verzorging-voeding Gezondheids- en welzijnswetenschappen Jeugd- en gehandicaptenzorg
01-02 18 80 6 56 76 119 355
08-09 29 113 12 121 119 159 21 43 617
evolutie + 11 + 33 +6 + 65 + 43 + 40 + 21 + 43 + 262
Vraag nr.32 van 25 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Het aantal studenten verpleegkunde De opleidingen verpleegkunde zitten in de lift. Cijfers tonen dit aan. Niettemin blijft zich een tekort manifesteren aan medisch, paramedische en verpleegkundig personeel. Daarom is het van groot belang dat voldoende studenten blijven kiezen voor een opleiding van verpleegkundige.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
24
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Is de instroom van studenten in de richtingen verpleegkunde (bachelor / HBO) de laatste jaren vergroot? Graag een overzicht van het aantal inschrijvingen in de Brusselse opleidingen verpleegkunde voor de laatste 5 jaar, opgesplitst per onderwijsinstelling. Graag een overzicht van het aantal afgestudeerden in de Brusselse opleidingen verpleegkunde voor de laatste 5 jaar, opgesplitst per onderwijsinstelling en afstudeergebied (ziekenhuisverpleegkunde, kinderverpleegkunde, sociale verpleegkunde, geriatrische en psychiatrische verpleegkunde). Kan collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes dit cijfermateriaal telkens opsplitsen naar geslacht m/v? Kan hij het cijfermateriaal eveneens opsplitsen naar herkomst (gedomicilieerd in het Brussels of Vlaams gewest?) Antwoord Het aantal studenten dat kiest voor een opleiding verpleegkunde stijgt licht in de twee Brusselse instellingen, Erasmushogeschool en HUB-Ehsal. Dit heeft ook tot gevolg dat er meer diploma’s verpleegkunde uitgereikt worden. Op dit ogenblik (schooljaar 2010-2011) organiseren alleen de centra voor volwassenenonderwijs opleidingen van het hoger beroepsonderwijs. In de toekomst zullen ook hogescholen deze opleidingen kunnen aanbieden. Een uitzondering daarop is de opleiding hoger beroepsonderwijs voor verpleegkunde (HBO5-verpleegkunde). Deze opleiding wordt georganiseerd in scholen voor voltijds secundair onderwijs. Het aantal inschrijvingen in de Brusselse opleidingen verpleegkunde voor de laatste vijf jaren, opgesplitst per onderwijsinstelling, is als volgt:
2010-2011
2009-2010
2008-2009
2007-2008
20062007*
Erasmushogeschool
247
222
214
190
201
HUB-EHSAL**
119
75
85
79
83
Totaal
366
297
299
269
284
TOTAAL
Bron: Onderwijsstatistieken Vlaanderen – * 2006-2007: het onderwijsniveau heette toen nog professioneel gerichte opleiding van één cyclus – ** 2009-2010: de naam Ehsal-Europese Hogeschool Brussel veranderde naar HUB-EHSAL – De brugprogramma’s verpleegkunde (2006-2007) werden niet meegerekend
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
25
Het aantal uitgereikte diploma’s in de Brusselse opleidingen verpleegkunde ziet er als volgt uit: TOTAAL 2010-2011 2009-2010 2008-2009 2007-2008 2006-2007 Erasmushogeschool 62 54 44 54 HUB-EHSAL 16 19 19 19 Totaal 78 73 63 73 JONGENS Erasmushogeschool HUB-EHSAL Totaal
2010-2011 2009-2010 2008-2009 2007-2008 2006-2007 5 4 8 12 2 2 2 3 7 6 10 15
MEISJES 2010-2011 2009-2010 2008-2009 2007-2008 2006-2007 Erasmushogeschool 57 50 36 42 HUB-EHSAL 14 17 17 16 Totaal 71 67 53 58 Bron: Datawarehouse Vlaanderen Voor de Erasmushogeschool zijn gegevens beschikbaar per afstudeerrichting vanaf het jaar 2008-2009. Voor HUB-Ehsal worden geen specifieke afstudeerrichtingen geregistreerd. AFSTUDEERRICHTING Geriatrische verpleegkunde Kinderverpleegkunde Psychiatrische verpleegkunde Sociale verpleegkunde Ziekenhuisverpleeg-kunde Bron: Datawarehouse Vlaanderen
2009-2010 2008-2009 2 1 14 9 3 6 12 16 31 22
De Brusselse opleidingen verpleegkunde vertegenwoordigen de laatste vijf jaren tussen de 4,81% en 5,96% van alle afgestudeerde studenten verpleegkunde in het Vlaams onderwijs. Vraag nr.33 van 27 mei 2011 van mevrouw Bianca Debaets Onderwijs: Resultaten van de taaltoets in de Nederlandstalige scholen van het Brussels hoofdstedelijk gewest Leerlingen die zes jaar oud zijn kunnen worden ingeschreven in het gewoon lager onderwijs als ze het voorafgaand jaar 220 halve dagen aanwezig waren in een Nederlandstalige school (vijfjarige leerlingen moeten het voorafgaand jaar 185 halve dagen aanwezig zijn geweest om te kunnen instappen in het gewoon lager onderwijs). Wanneer ze aan die voorwaarde niet voldoen kunnen ze op basis van een proef die hun kennis van het Nederlands nagaat worden ingeschreven. Om een analyse en evaluatie te maken van deze maatregel zijn globale cijfers nodig voor de Nederlandstalige scholen in het Brussels hoofdstedelijk gewest.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
26
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Hoeveel kinderen zijn tijdens het schooljaar 2010-2011 onvoldoende aanwezig geweest en kwamen dus vanaf 1 juni 2010 in aanmerking voor de taaltoets ? Welke zijn de aantallen per schoolnet in het NL onderwijs in het Brussels gewest? Hoe verhoudt dit cijfer zich tegenover Vlaanderen? En welk percentage van de leerlingen die in aanmerking kwamen voor de taaltoets, tikt aan op één van de GOK-indicatoren? Zijn er, naar aanleiding van deze taaltest, meer kleuters die de derde kleuterklas dubbelen? Welke zijn de aantallen per schoolnet in de Nederlandstalige scholen van het Brussels gewest ? Hoe verhoudt dit cijfer zich tegenover Vlaanderen en tegenover de voorgaande jaren? Hoeveel kinderen hebben deze taaltest vanaf 1 juni 2010 afgelegd en hoeveel daarvan zijn er daarbij geslaagd/niet geslaagd ? Welke zijn de aantallen per schoolnet in de Nederlandstalige scholen van het Brussels gewest ? Hoe verhoudt dit cijfer zich tegenover Vlaanderen? Hoeveel van de geslaagden/niet geslaagden tikken aan op één van de GOK-indicatoren? Zijn de cijfers van de kinderen die de taaltest aflegden, lager dan vooraf ingeschat? Welke zijn daarvan de oorzaken volgens de collegevoorzitter? Heeft hij indicaties dat de invoering van de taaltest tot gevolg heeft gehad dat ouders hun kinderen vroeger en constanter naar school sturen? Is er voor de groep kleuters die niet slaagden in deze test een opvolgingsprogramma met extra-aandacht voor het begrijpen en spreken van het Nederlands ? De taalproef kon ook worden afgenomen door de school. Hoeveel van de taaltoetsen werden afgenomen door de scholen ? En hoeveel taaltoetsen werden afgenomen door de CLB’s? Antwoord Het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming is het eerste aanspreekpunt voor gegevens over de resultaten van taaltoetsen in de 3de kleuterklas. De hieronder beschreven gegevens komen uit de ‘Evaluatie van de nieuwe toelatingsvoorwaarde tot het Nederlandstalig gewoon lager onderwijs, schooljaar 2010-2011’. Onderstaande tabel geeft een overzicht van het aantal vijfjarigen (°2004) die in het schooljaar 2009-2010 niet aan 220 halve dagen aanwezigheid in het kleuteronderwijs komen per provincie:
Antwerpen Brussels hoofdstedelijk gewest Henegouwen Limburg Oost-Vlaanderen Vlaams-Brabant West-Vlaanderen Totaal
M+V<220HD 520 107 149 353 313 216 1658
% aandeel tov het totaal aantal kleuters °2004 1 2,8% 3,5% 0,0% 1,7% 2,3% 2,8% 1,9% 2,4%
____________ 1
Totaal aantal kleuters geboren in 2004 op teldag 01/02/2010.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
27
In het Brussels hoofdstedelijk gewest bereikten procentueel gezien de meeste kinderen de 220 halve dagen niet, gevolgd door de provincie Antwerpen en de provincie VlaamsBrabant. In het totaal zijn er volgens de gegevens van de CLB’s 21 taalproeven afgenomen. De taaltoetsen werden voor de Nederlandstalige scholen in het Brussels hoofdstedelijk gewest enkel door CLB’s afgenomen. De verdeling over de netten is als volgt: GO: 8; VGO: 3 en OGO: 10. Onderstaande tabel geeft een opsplitsing weer van de taalproeven in combinatie met de afnemer – geografisch / per onderwijsnet: Afnemer Provincie Proef CLB
Antwerpen
CLB
totaal GO
OGO VGO
GO
OGO
VGO
176
25
75
76
14,2%
42,6%
43,2%
21
8
10
3
38,1%
47,6%
14,3%
CLB
Brussels hoofdstedelijk gewest Henegouwen
1
1
100,0%
0,0%
0,0%
CLB
Limburg
38
7
7
24
18,4%
18,4%
63,2%
CLB
OostVlaanderen Vlaams-Brabant
83
12
4
67
14,5%
4,8%
80,7%
73
12
22
39
16,5%
30,1%
53,4%
CLB CLB
WestVlaanderen totaal CLB
37
10
4
23
27,0%
10,8%
62,2%
429
75
122
232
17,5%
28,4%
54,1%
school
Antwerpen
53
5
48
0,0%
9,4%
90,6%
school
Limburg
83,3%
16,7%
0,0%
school
OostVlaanderen Vlaams-Brabant
8
3,1%
71,9%
25,0%
6
50,0%
0,0%
50,0%
school school
6
5
1
32
1
23
12
6
WestVlaanderen totaal school
119
algemeen totaal
548
16
0,0% 56,25% 43,75%
9
7
12
38
69
10,1%
31,9%
58,0%
87
160
301
15,9%
29,2%
54,9%
We hebben geen zicht op het aandeel geslaagden/niet geslaagden voor het Brussels hoofdstedelijk gewest. Algemeen staat in het evaluatierapport (=Evaluatie van de nieuwe toelatingsvoorwaarde tot het Nederlandstalig gewoon lager onderwijs, schooljaar 2010-2011) opgemaakt door het Departement Onderwijs en Vorming in 2011 dat ‘meer dan 4/5 van de leerlingen die een taalproef afgelegd heeft, ook slaagde in deze proef’ en dat ‘de leerlingen die de taalproef afgelegd hebben, opmerkelijk hoger aantikken op de GOK-kenmerken nl. thuistaal en opleidingsniveau moeder, dan de gemiddelde kleuterpopulatie’. De Vlaamse administratie had ingeschat dat het in Brussel over een 40-tal kinderen zou gaan en uiteindelijk werden 21 taaltoetsen afgelegd. Gezien deze maatregel recent werd VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
28
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
ingevoerd, is het tot op heden moeilijk om de effectiviteit ervan na te gaan. De toelatingsvoorwaarde is ook slechts één maatregel in het beleid rond kleuterparticipatie. In het evaluatierapport wordt duidelijk aangegeven dat er geen causale relatie is vastgesteld tussen de maatregel en de kleuterparticipatie. Elke leerling kan de taalproef slechts één keer afleggen. Het resultaat van de taalproef is bindend en wordt bepaald aan de hand van de scoringsrichtlijnen die in de handleiding uitgelegd worden. Dubbelen in de laatste kleuterklas heeft vooral te maken met de maand waarin je geboren bent. Kinderen die in december geboren zijn, maken bijna tien keer meer kans om de derde kleuterklas te moeten overdoen dan kinderen die in januari geboren zijn. De toelatingsvoorwaarden voor het gewoon lager onderwijs zijn voor alle leerlingen gelijk. Wanneer de verificatie bij controle van de toelatingsvoorwaarden vaststelt dat een leerling van vijf of zes jaar in het gewoon lager onderwijs ingeschreven is zonder aan de toelatingsvoorwaarden te voldoen (hetzij voldoende aanwezigheid in het Nederlandstalig kleuteronderwijs, hetzij geslaagd zijn voor de taalproef), dan kan de leerling in het lager onderwijs blijven, maar kan de school de financier-/subsidieerbaarheid voor de leerling verliezen. Vraag nr.34 van 27 mei 2011 van de heer Jef Van Damme Onderwijs: De globale evaluatie van het inschrijfbeleid De heer Jef Van Damme heeft vernomen dat de aanmeldingen voor het Nederlandstalig basisonderwijs intussen gecheckt zijn. Wie geen recht had op voorrang volgens de GOKcriteria of om taalredenen (thuistaal Nederlands) werd weer geschrapt. Na deze check-up zouden er 241 extra plaatsen vrijgekomen zijn in Nederlandstalige instapklassen. Ouders op de wachtlijst die wel aan de voorrangscriteria voldeden, werden opgevist. Wie nog geen plaats heeft kon vanaf maandag 16 mei inschrijven op de school zelf. Nu deze procedure afgerond is, kunnen we de aanmeldprocedure van dit jaar globaal evalueren. Hoe evalueert collegevoorzitter Jean-Luc Vanraes het technisch aspect van de aanmeldprocedure? (website, aparte inschrijving van broers en zussen vs. andere voorrangsgroepen…) Wat is de cijfermatige evaluatie: hoeveel kinderen werden ingeschreven (NL, GOK, broers-zussen, andere), hoeveel zijn er geweigerd (per categorie)? Hoe evalueert hij de verplichting om de Nederlandse taalkennis te bewijzen? Hoeveel kinderen zijn uiteindelijk ingeschreven als Nederlandstalige? Hoeveel kinderen die zich hebben aangemeld als Nederlandstalige werden uiteindelijk nog geweigerd? Hoe is de evolutie ten opzichte van de drie vorige jaren (voorrang voor Nederlandstaligen)? Hoeveel ouders die hun kind hebben aangemeld als Nederlandstalige hebben een examen afgelegd bij het Huis van het Nederlands? Hoeveel zijn er geslaagd?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
29
Antwoord De digitale aanmeldprocedure is dit jaar op technische vlak zeer vlot verlopen, waarvoor dank aan alle medewerkers en organisaties die dit proces hebben doorlopen. De functionele analyse van de rangordemotor, die samen is opgesteld met firma RealDolmen, is tot op het bot uitgespit. Die grondigheid was nodig wegens de complexiteit van de voorrangsgroepen, de maximalisatie van de eerste keuze en het rekening houden met meerlingen. Het formulier was eenvoudig opgesteld voor de ouders en werd ook door hen als positief en verstaanbaar ervaren. Bovendien verzwaarde het de website www.inschrijveninbrussel. be niet. Wegens de ‘lichte’ architectuur van het aanmeldformulier en goede hosting had zelfs een piek van tegelijkertijd bijna 900 gebruikers geen impact op de prestatie van de website. Ook de aanwezigheid van VGC-IT op het moment van het lanceren van het formulier bleek een meerwaarde: twee kleine technische problemen waren in het eerste uur van aanmelden meteen opgelost. Op de laatste stuurgroep van het LOP werd beslist om voor de twee nieuwe scholen, namelijk de gemeentelijke basisschool te Schaarbeek en de vestigingsplaats ‘SPES’ van het Sint-Pieterscollege nog een aanmeldingsprocedure te laten lopen van 16 tot 27 mei 2011. De ROM zal draaien op 30 en 31 mei. De inschrijfperiode voor deze aangemelde leerlingen loopt van 6 juni tot 15 juni 2011. Alle cijfers die hier worden meegedeeld hebben enkel betrekking op de aanmeldperiode van de maand februari. In januari 2011 waren bovendien reeds 3083 broers en zussen vooraf ingeschreven. Het is zeker positief dat de rangordemotor die 3083 broers en zussen niet heeft moeten opnemen in de toewijzingsbewerkingen. Dit vergde namelijk minder programmatie en minder rekenwerk voor de rangordemotor. Cijfermatige evaluatie In totaal zijn er 3083 broers en zussen ingeschreven gedurende de voorrangsperiode voor broers en zussen in januari. Het grootste deel daarvan is ingeschreven in de onthaalklas, nl 1627. Tabel 1: aantal broers en zussen ingeschreven in voorrangsperiode (januari 2011) per leerjaar Leerjaar Onthaalklas K1 K2 K3 L1 L2 L3 L4 L5 L6 Totaal
Aantal inschrijvingen broers en zussen 1627 295 164 196 255 138 155 151 117 110 3083
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
30
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Op 13 mei 2011, na de aanmelding broers/zussen en de toewijzing via de ROM, is de situatie als volgt wat betreft het aantal inschrijvingen voor het volledig basisonderwijs: – Voor de onthaalklas (kinderen geboren in 2009) zijn er nog 244 plaatsen beschikbaar in het Brussels hoofdstedelijke gewest. Gemeenten waar geen plaats meer is voor kinderen voor de onthaalklas zijn: Brussel, St. Gillis, St-Joost-ten-Node, Neder-over-Heembeek, Evere, Koekelberg en Watermaal-Bosvoorde. – Voor de kinderen geboren in 2008 zijn er nog 70 plaatsen vrij in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Deze plaatsen zijn vooral te vinden in Laken, Schaarbeek en Anderlecht. – Voor het eerste leerjaar zijn er nog 107 plaatsen vrij in het ganse Brussels hoofdstedelijk gewest. – In de kleuterklassen zijn in totaal 12.782 kinderen ingeschreven, waarvan in totaal 23.13% thuistaal Nederlands hebben en 28.70% omschreven worden als GOK-leerlingen. – In het lager onderwijs zijn in totaal 15.914 leerlingen ingeschreven voor het schooljaar 2011-2012, daarvan heeft 19.54% thuistaal Nederlands en 38.51% behoort tot de groep GOK. Tabel 2: absoluut en relatief aantal leerlingen ingeschreven als Nederlandstalige (TN), GOK of rest per leerjaar (periode januari tot en met 13 mei) Leerjaar
TN
GOK
rest
Totaal
%TN
%GOK
%rest
%Totaal
Onthaalklas
868
783
1165
2816
30,82%
27,81%
41,37%
100%
K1
708
599
1988
3295
21,49%
18,18%
60,33%
100%
K2
726
1129
1477
3332
21,79%
33,88%
44,33%
100%
K3
655
1157
1527
3339
19,62%
34,65%
45,73%
100%
totaal kleuter
2957
3668
6157
12782
23,13%
28,70%
L1
602
1120
1384
3106
19,38%
36,06%
44,56%
100%
L2
575
1215
1230
3020
19,04%
40,23%
40,73%
100%
L3
530
1084
1207
2821
18,79%
38,43%
42,79%
100%
L4
505
973
1018
2496
20,23%
38,98%
40,79%
100%
L5
456
905
976
2337
19,51%
38,72%
41,76%
100%
L6
442
831
861
2134
20,71%
38,94%
40,35%
100%
totaal lager
3110
6128
6676
15914
19,54%
38,51%
Totaal
6067
9796
12833
28696
21,14%
34,14%
44,72%
100%
Vergelijken we deze aantallen en percentages met diegene die via de rangordemotor werden toegewezen, dan blijkt bijvoorbeeld dat in totaal 40.04% van de inschrijvingen gegaan is naar Nederlandstaligen en 27,34% naar GOK-leerlingen. De cijfers voor Nederlandstaligen liggen in dezelfde lijn als bij de inschrijfprocedure van 2010-2011: toen had 41% van de ingeschreven leerlingen een Nederlandstalige profiel. 30% van de ingeschreven leerlingen hadden een GOK-profiel. Specifiek voor de onthaalklas blijkt dat 47,82 % van de aangemelde kinderen via de rangordemotor, zich ingeschreven hebben als Nederlandstalige.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
31
Tabel 3: absoluut en relatief aantal aangemelde leerlingen ingeschreven als Nederlandstalige (TN) of GOK per leerjaar (periode van 14 maart tot en met 13 mei) Leerjaar
TN
GOK
Rest
Totaal
%TN
%Gok
%rest
%totaal
Onthaalklas
559
256
354
1169
47,82%
21,90%
30,28%
100,00%
K1
44
108
-28
124
35,48%
87,10%
K2
24
36
55
115
20,87%
31,30%
-22,58% 100,00% 47,83% 100,00%
K3
16
12
57
85
18,82%
14,12%
67,06%
100,00%
412
1493
43,07%
27,60%
59
46
178
41,01%
33,15%
25,84%
100,00%
totaal kleuter 643 73 L1 L2
14
27
17
58
24,14%
46,55%
29,31%
100,00%
L3
10
12
23
45
22,22%
26,67%
51,11%
100,00%
L4
10
11
21
42
23,81%
26,19%
50,00%
100,00%
L5
5
-2
50
53
9,43%
-3,77%
94,34%
100,00%
L6
5
0
24
29
17,24%
0,00%
82,76%
100,00%
totaal lager
117
107
405
28,89%
26,42%
Eindtotaal
760
519
354
1898
40,04%
27,34%
32,61%
100,00%
Cijfers over het aantal geweigerden zijn nog niet beschikbaar bij de administratie. Deze zijn opgevraagd bij het LOP Brussel Basisonderwijs, bij de deskundigen van het LOP worden namelijk de weigeringen gerapporteerd. Er werd nog geen volledig beeld bezorgd. 252 ouders hebben bij het Huis van het Nederlands een test tot vaststelling van niveau B1 in de Nederlandse taal afgelegd. Daarvan waren er 194 geslaagd (77%). BRIGITTE GROUWELS, COLLEGELID BEVOEGD VOOR WELZIJN, GEZONDHEID, GEZIN, MEDIA EN PATRIMONIUM Vraag nr.10 van 10 juni 2011 van mevrouw Greet Van Linter Gezondheid: TBC-gezondheidsbeleid in Brussel Graag had mevrouw Greet Van Linter van collegelid Brigitte Grouwels, bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrimonium, een antwoord vernomen op volgende vragen i.v.m. het TBC-gezondheidsbeleid in Brussel: – Voor het BHG een opsplitsing voor de VRGT van het totaal aantal tuberculosescreenings voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010, en de screenings opgedeeld in volgende groepen voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010: 1. nieuwe immigranten uit hoge incidentielanden; 2. asielzoekers; 3. gedetineerden, recidivisten en gevangenen; 3. dak- en thuislozen; 4. intraveneuze druggebruikers en 5. anderen. – Voor het BHG een opsplitsing voor de VRGT van het totaal aantal positieve tuberculose-incidenties voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010, en deze incidenties opgedeeld in volgende groepen voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010: 1. nieuwe immigranten uit hoge incidentielanden; 2. asielzoekers; 3. gedetineerden, recidivisten en gevangenen; 3. dak- en thuislozen; 4. intraveneuze druggebruikers en 5. anderen. – Van welke instanties kreeg de VRGT welke budgetten voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
32
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
– Het aantal statutaire en contractuele personeelsleden in 2010 voor de jaren 2006, 2007, 2008, 2009 en 2010 in de VRGT in Brussel. Antwoord Collegelid Brigitte Grouwels kan enkel de cijfers van het VRGT overmaken en toelichten welke activiteiten de VRGT in opdracht van de VGC zelf uitvoert. Over de activiteiten van de FARES kan de VGC-administratie geen info geven aangezien FARES niet door de VGC gesubsidieerd wordt. Splitsing van bevoegdheden heeft ervoor gezorgd dat er ook andere overheden, een vijftal, betrokken zijn. Voor die info kan de vraagsteller zich richten tot de andere bevoegde en betrokken overheden. De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie is de verantwoordelijke overheid voor infectiebestrijding in het Brusselse hoofdstedelijke gewest. Fedasil voert de screening van alle binnenkomende asielzoekers uit. Dit gebeurt met een eigen apparaat dat op de Dienst Vreemdelingenzaken staat. Alle gevangenen in het land worden in de gevangenis zelf gescreend door Justitie, gedeeltelijk in samenwerking met VRGT/ FARES. De pragmatische taakverdeling tussen VRGT en FARES is zo dat deze laatste 2/3 van het Brusselse hoofdstedelijke gewest bedient en de VRGT 1/3. Ze werken hiervoor intens samen met veel flexibiliteit, met het oog op het leveren van de beste dienstverlening aangepast aan de patiënt, ook wat taal betreft. De activiteiten van FARES bedragen ongeveer het dubbele. Hiermee moet rekening gehouden worden om een idee te krijgen van de volledige activiteiten in het Brusselse hoofdstedelijke gewest. De VRGT voert in het Brusselse hoofdstedelijke gewest veel meer activiteiten uit dan hieronder opgesomd. In opdracht van andere overheden: contactonderzoek rond besmettelijke gevallen, verplichte melding en registratie van gevallen, opvolging van de behandeling van gevallen die via andere wegen dan actieve screening ontdekt worden (80 %), het specifiek opvolgen van asielzoekers met afwijkende longfoto’s, informatievoorziening en opleiding, wetenschappelijke expertise, ontwikkeling richtlijnen, samenwerking met European Centre for Disease Control en Wereldgezondheidsorganisatie. Rond de screening van risicogroepen is het belangrijk om te melden dat 80 % van alle gevallen niet via screening wordt ontdekt. Deze mensen komen gewoon met klachten bij een arts terecht. Dit percentage is perfect normaal, vergelijkbaar met buurlanden en eigen aan het epidemiologisch stadium van de ziekte (lage incidentielanden die richting eliminatie gaan). Voor het BHG een opsplitsing van het totaal aantal tuberculosescreenings door VRGT voor de jaren 2006 tot 2010 en de screenings opgedeeld in de gevraagde groepen. Onderstaand enkel de activiteiten die gesubsidieerd werden door de VGC: Screening a.d.h.v. RX (longfoto) genomen IN het VRGT Centrum Brussel 2006 2007 2008 2009 2010 Nieuwe immi- 22 7 17 18 13 granten Asielzoekers 883 175 143 412 554
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Gedetineerden, recidivisten en gevangenen Dak- en thuislozen IV-druggebruikers Anderen * Totaal
1 (ex-gedeti- 0 neerde)
2 (ex-gedeti- 0 neerden)
0
266
223
211
177
115
3
0
2
0
0
279 1454
325 730
296 671
218 825
169 851
33
*Anderen: contactonderzoek, vervolgonderzoek na afwijkend resultaat (inclusief risicogroepen), personen die door huisartsen worden doorverwezen o.w.v. klachten of ander risico (maatschappelijk kwetsbaar), vervolgonderzoek na behandeling van actieve tuberculose of latente tuberculose-infectie.
Screening a.d.h.v. RX (longfoto) genomen BUITEN het VRGT Centrum Brussel (door de Mobiele Röntgen Unit van de VRGT die op locatie gaat) 2006 2007 2008 2009
2010
Totaal
182
691
537
401
161
Screening a.d.h.v. Tuberculline Huid Test gezet en afgelezen IN en BUITEN het CRG Brussel 2006 2007 2008 2009 2010 Nieuwe immigranten Asielzoekers Gedetineerden, recidivisten en gevangenen Dak- en thuislozen IV-druggebruikers Anderen * Totaal
1 85 0
0 27 0
6 30
0 41 0
2 49 0
4 0 622 712
4 0 345 376
4 0 883 923
32 0 461 534
2 0 208 261
*Anderen: bron- en contactonderzoek, vervolgonderzoek na afwijkend resultaat (inclusief risicogroepen), personen die door huisartsen worden doorverwezen o.w.v. klachten of ander risico (maatschappelijk kwetsbaar), bepaling tuberculinestatus voor vertrek buitenland of BCG-vaccinatie.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
34
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Het totaal aantal positieve tuberculose-incidenties in het BHG voor de jaren 2006 tot 2010, en deze incidenties opgedeeld in de gevraagde groepen. Actieve TB vastgesteld via screening door VRGT 2006
2007
2008
2009
2010
Nieuwe immi- 0 granten
0
0
0
0
Asielzoekers
2
0
0
0
1
Gedetineerden, 0 recidivisten en gevangenen
0
0
0
0
Dak- en thuis- 0 lozen
0
0
0
0
IV-druggebrui- 0 kers
0
0
0
0
Anderen
8 (2 asielzoe- 2 (personen kers na afwij- contactonderking op DVZ, zoek) 4 personen contactonderzoek, 2 mensen zonder papieren)
8 (2 personen 2 (verwijzing contactonder- huisarts) zoek, 5 mensen zonder papieren, 1 maatschappelijk kwetsbare)
7 (2 asielzoekers na afwijking op DVZ, 5 personen contactonderzoek)
Totaal
10
8
8
2
2
VRGT budget voor de jaren 2006 tot 2010 2006 Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid
2007
2008
2009
1.001.672,00
1.015.645,00
1.035.000
1.061.589
VGC
50.884,00
46.004,00
48.883
50.902,50
GGC
24.100
24.200
24.200
24.200
13.200
26.400
VG Ned.Disp.Brussel De Limburgse bond
16.000
16.000
16.000
4.500
4.525,94
4.590,78
5.152,80
7.363,26
Bedrijfsgeneeskunde (tb-onderzoek)
167.294,95
223.141,31
203.147,87
179.342,89
RIZIV project DELTA TB-net
163.106,11
159.689,59
157.773,66
162.663,68
8.373,32
31.453,84
26.090
Fedasil
Vlaams Sectoraal Akkoord
Voor het jaar 2010 hebben wij nog geen gegevens, aangezien de resultatenrekening van VRGT nog niet in ons bezit is (wordt verwacht tegen 15 juni 2011). Het aantal statutaire en contractuele personeelsleden 2006 tot 2010 Sinds 2006 subsidieert de VGC 1 VTE voor de werking van het VRGT.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
35
Vraag nr.11 van 10 juni 2011 van mevrouw Greet Van Linter Divers: (Vliegtuig)reizen van het kabinet Mevrouw Greet Van Linter heeft volgende vragen Wat eventuele reizen van het kabinet in de loop van deze legislatuur betreft: – Hoeveel? – Inzake elke reis: de bestemming, de duur, het aantal begeleide personen (kabinetsmedewerkers, ambtenaren, journalisten, experts, …), de totale kostprijs en het rechtstreeks door het kabinet betaalde aandeel van de kosten en het door de adminsitratie of een andere entiteit betaalde aandeel. Wat eventuele vliegtuigreizen betreft: – Hoeveel vliegtuigreizen heeft collegelid Brigitte Grouwels, haar kabinet en de onder haar ressorterende administraties gemaakt sinds het begin van de legislatuur? – Hoeveel van deze reizen waren in business class, hoeveel in economy class? – Wat was de bestemming van de vluchten? – Hoeveel airmiles werden er op deze vluchten verzameld? – Wat gebeurt er met de airmiles die op vluchten worden vergaard sinds het begin van deze legislatuur? – Worden die gebruikt door de kabinetten en administraties? – Worden er airmiles die verworden zijn in uitvoering van een dienstopdracht, persoonlijk gebruikt door personeelsleden van kabinetten en administraties voor privédoeleinden? Antwoord In de loop van deze legislatuur werden twee reizen gemaakt telkens met bestemming Amsterdam. De reizen duurden één dag. De eerste reis werd door een kabinetslid gedaan. De tweede reis door twee kabinetsleden. Er waren geen vliegtuigreizen. Vraag nr.12 van 10 juni 2011 van mevrouw Greet Van Linter Divers: Wagens van het kabinet Graag had mevrouw Greet Van Linter het volgende vernomen: – Hoeveel auto’s staan er ter beschikking van het kabinet? – Wat is van elke auto het merk, het type, het bouwjaar, de cilinderinhoud, de uitstoot g/ km CO², de Euro-norm, het brandstoftype en de aanschafwaarde en –wijze? – Welke voertuigen zijn eigendom en welke worden geleased (begin en einde leasingcontract)? – In geval van eigendom: aankoopprijs – in geval van leasing: het maandelijks leasingbedrag per voertuig. – Wie gebruikt welk voertuig? Antwoord De wagens van het kabinet maken deel uit van het Gewest. Er zijn geen wagens voor de VGC.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
36
Vraag nr.13 van 10 juni 2011 van mevrouw Greet Van Linter Divers: Externe experten, uitzendkrachten en jobstudenten op het kabinet De kabinetten kunnen zich laten bijstaan door zogenaamde experten/consultants die inhoudelijke ondersteuning kunnen geven: – Voor welke opdrachten tijdens deze lopende legislatuur werd/wordt een beroep gedaan op experten? – Wat was de inhoud van deze opdrachten? – Welke experten werden aangesteld om deze opdrachten te vervullen? – Hoelang werden deze aangestelde experten tewerkgesteld? – Wat waren de arbeidsvoorwaarden van deze aangestelde experten? – Onder welk contract waren zij tewerkgesteld of verliep alles via facturatie? – Hoeveel bedroeg de vergoeding die aan elke aangestelde expert werd betaald? – Op welke wijze werd er door het kabinet gebruikt gemaakt van de rapporten van de diverse experten? – Gebeurde dit op basis van de wet van de overheidsopdrachten of welke procedure werd gevolgd? Wat de mogelijke inschakeling van uitzendkrachten betreft: – Heeft het kabinet een beroep gedaan op uitzendkrachten en wordt er momenteel nog beroep op gedaan? – Zo ja, hoeveel uitzendkrachten waren of zijn er op het kabinet aan het werk? – In welke hoedanigheid zijn ze aan de slag en voor welke taken worden ze ingezet? Wat de mogelijke inschakeling van jobstudenten betreft: – Heeft het kabinet een beroep gedaan op jobstudenten en zal er in de loop van de komende zomervakantie nog een beroep op worden gedaan? – Zo ja, hoeveel jobstudenten waren of zullen op het cabinet werkzaam zijn? – Voor welke taken werden/worden ze ingezet? – Op welke basis van welke wetgeving werden ze aangeworven? Antwoord Er waren/zijn geen opdrachten voor consultants/experten. Er waren/zijn noch uitzendkrachten, noch jobstudenten ingeschakeld. Vraag nr.14 van 10 juni van mevrouw Greet Van Linter Divers: Samenstelling van het kabinet Op 3 mei 2011 telde het kabinet van collegelid Brigitte Grouwels 6 personeelsleden: 1 adviseur-adjunct-kabinetschef, 1 adviseur, 1 attaché en 2 voltijdse medewerkers. – – – – – – – –
Graag een onderverdeling in gedetacheerde ambtenaren en anderen. Wat is de verhouding man-vrouw? Hoeveel personen met een handicap zijn er op het kabinet tewerkgesteld? Hoeveel allochtone medewerkers werken er? Hoeveel 55-plussers? Hoeveel personen die langdurig werkloos waren? Wat zijn de personeelsuitgaven 2009, 2010 en de gebudgetteerde uitgaven 2011? Wat zijn de werkingskosten 2009, 2010 en de gebudgetteerde uitgaven 2011?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
37
Antwoord Het kabinet van collegelid Brigitte Grouwels telt 5 personeelsleden. Volgende verdeling: 1 gedetacheerde ambtenaar en 4 andere Man-vrouw verhouding: 3-2 Geen personen met handicap Eén allochtone medewerker Geen 55-plusser Budget in de begroting: 2010 € 539.297,00 2011 € 549.544,00 BRUNO DE LILLE, COLLEGELID BEVOEGD VOOR CULTUUR, JEUGD, SPORT EN AMBTENARENZAKEN Vraag nr.16 van 17 mei 2011 van mevrouw Greet Van Linter Sport: De mogelijke financiële bijdrage voor het zwembad Nereus van Ganshoren Al negen jaar is Nereus, het zwembad van Ganshoren, gesloten. Het zwembad moest dicht, omdat een defecte waterafvoer de vochtinfiltratie deed stijgen en het gebouw zelfs dreigde in te storten. Vanaf 2002 is het dossier altijd maar heen en weer gegaan van de gemeente Ganshoren naar het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Naarmate de tijd vorderde, bleken de kleine herstellingen niet voldoende te zijn, want zo zouden de problemen alleen maar blijven terugkomen. Een grote renovatie drong zich dan ook op. In de commissie Binnenlandse Zaken van het Brussels Hoofdstedelijk Parlement van 7 april 2011 antwoordde de minister-president van Brusselse Hoofdstedelijke Regering, de heer Charles Picqué, op een vraag van mevrouw Annemie Maes over de opvolging door het gewest van het zwembadenbeleid in Brussel dat wat de heropening van het zwembad Nereus in Ganshoren betreft, de zaken in de goede richting evolueren. Beliris heeft een aannemer aangewezen en het aanduidingsverslag aan de federale inspecteur van financiën voorgelegd. Zodra die het rapport goedgekeurd heeft, kunnen de werken van start gaan. De bijdrage van Beliris is aanzienlijk: ze bedraagt ongeveer 5.460.000 euro. Om de uitrusting in de gerenoveerde infrastructuur te bekostigen, heeft de gemeente Ganshoren ook een dossier ingediend bij de Franse Gemeenschapscommissie, dat binnenkort door het College besproken wordt. Het bedrag dat hierbij genoemd wordt, draait rond de 440.000 euro. In totaal kost de renovatie van het zwembad dus zo’n 6 miljoen euro. Het gewest beschikt over een afzonderlijk budget om gezamenlijke initiatieven van de gemeenten te ondersteunen. Zo heeft de laatste gewestelijke projectoproep ter ondersteuning van samenwerkingsvormen tussen de gemeenten de uitvoering mogelijk gemaakt van zeventien projecten, samen goed voor een subsidie van meer dan 578.000 euro. In het geval van het zwembad van Ganshoren, heeft de bijdrage van het gewest in 2009 een studie bekostigd die naging welke juridische vorm een gezamenlijk beheer van het zwembad door de gemeenten Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem zou toelaten. De vereniging van de vier gemeenten zou de vorm van een intercommunale vzw krijgen. Wanneer zullen de renovatiewerken van het zwembad Nereus starten en wanneer zullen ze voleindigd zijn?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
38
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Klopt het dat er buiten de Beliris-gelden en mogelijke subsidie via de Franse Gemeenschapscommissie, nog een financiële bijdrage van de VGC zal zijn? Zo ja, hoeveel bedraagt die bijdrage? Zo neen, waarom niet? Klopt het dat er een intercommunale vereniging met de gemeenten Ganshoren, Jette, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem wordt opgericht met als doel het gezamenlijk beheer van zwembaden? Wordt er vanuit de VGC een mogelijke subsidie voorzien voor deze eventuele samenwerkingsvorm? Antwoord Vooreerst zal Beliris voor de renovatie van het zwembad 982.000 euro voorzien, het Gewest 341.801 euro. De renovatiewerken starten in september dit jaar en zullen normaliter voleindigd zijn in 2013. Er bestaat een perceptiefout die bij vele gemeentes leeft. Men gaat er namelijk te vaak van uit dat de Cocof middelen ter beschikking stelt voor de uitbouw van gemeentelijke sportinfrastructuur, terwijl dit niet geval is. De Cocof doet enkel het beheer en de administratie van de gewestmiddelen. Dat is zo geregeld via de ministeriële omzendbrief van 18 juli 2002. Het klopt inderdaad dat er vanuit de gemeente Ganshoren een aanvraag is gedaan bij de VGC om een deel van de renovatie mee te ondersteunen. Dit gedeelte is essentieel om competitiegebruik mogelijk te maken. Om conform te zijn volgens de wedstrijdhomologatie van FINA moet de lengte van het zwembad immers licht worden aangepast. Door deze ingreep kan binnen het VGC-sportbeleid in deze zone van de stad zwemsport in competitieverband ontwikkeld worden. Collegelid Bruno De Lille heeft het thema van een bijkomende investeringssubsidie door de VGC nog niet besproken met zijn collega’s. Beliris moet immers eerst met de werken aanvangen alvorens de exacte kosten voor de bijkomende aanpassingen kunnen worden berekend. Er leeft binnen de gemeente Ganshoren de intentie om samen met Jette, Koekelberg en Sint-Agatha-Berchem een intercommunale vereniging op te richten voor het beheer en de exploitatie van het gerenoveerde Nereus zwembad. Er zijn momenteel voorbereidende gesprekken aan de gang. Van een intercommunale is er echter (nog) geen sprake. De VGC voorziet op dit moment geen subsidie voor deze samenwerkingsvorm. Vraag nr.17 van 19 mei 2011 van mevrouw Greet Van Linter Cultuur: Nederlandstalige bibliotheek van Ganshoren Op bladzijde 34 van het Investeringsplan 2011-2015 (VGC-stuk 443 (2010-2011)) lezen we dat er een principieel akkoord is over een duurzame oplossing voor de Nederlandstalige bibliotheek in Ganshoren. Tijdens de plenaire bespreking van het Investeringsplan 2011-2015 verklaarde collegelid Bruno De Lille op 11 februari 2011 ter zake: er is onder meer naar de bibliotheek van
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
39
Ganshoren verwezen. We zijn in gesprek met de Vlaamse Gemeenschap, het gemeenschapscentrum, de gemeente en de verschillende administratieve diensten van de VGC. In het beste geval gebeurt dat nog begin dit jaar, zoniet zeker in het begin van 2012. Het bibliotheekproject is voor mij zeker prioritair.” Waaruit bestaat dat principieel akkoord concreet? Waar komt de bibliotheek exact? Wat behelst het bibliotheekproject juist? Welke kostprijs is aan dat project verbonden? Welke kosten zullen welke overheden dragen (gemeente, Vlaamse Gemeenschap, gemeenschapscentrum, VGC, …)? Wat is de juiste aanvangsdatum van het project en de einddatum? Heeft het gesprek waarnaar het collegelid op 11 februari verwees, reeds plaatsgevonden? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, wanneer zal het dan plaatsvinden? Antwoord Op 21 december 2010 werd ter zake overleg gepleegd met de schepen van Nederlandstalige cultuur te Ganshoren. De centrumverantwoordelijke van De Zeyp legde op dat moment aan kabinet en administratie voor de hele site een complex plan voor. Om een correcte inschatting van dit plan te kunnen maken is opdracht gegeven de verschillende aspecten nader te onderzoeken. Met deze resultaten kan de haalbaarheid van het plan beter worden ingeschat en kan er verder werk worden gemaakt aan een duurzame oplossing voor de Nederlandstalige bibliotheek van Ganshoren. Een tweede diepgaande overleg vond plaats op 27 juni 2011. Via dit overleg en de resultaten van het lopende onderzoek zal er meer duidelijkheid ontstaan in dit dossier, om daarna zo spoedig mogelijk tot een oplossing te kunnen komen. Collegelid Bruno De Lille beschouwt dit dossier immers inderdaad, zoals mevrouw Greet Van Linter terecht aanhaalde, als een prioritair project. Vraag nr.18 van 27 mei 2011 van de heer Jef van Damme Jeugd: Stimuleren van speelstraten In de Beleidsnota Cultuur, Jeugd en Sport van april 2010 staat dat het College speelstraten wil stimuleren, nl. gemeenten die de straat gedurende één of meerdere weken aan de jeugd geven in plaats van aan “koning auto”. In november 2010 heeft de heer Jef Van Damme hierover een vraag gesteld. Collegelid Bruno De Lille heeft toen gezegd dat het de bedoeling is om in de loop van 2011 een nieuw reglement voor vakantie-initiatieven af te ronden en te communiceren naar alle betrokken partners. Hij heeft ook gezegd dat organisaties die een speelstraat willen organiseren een aanvraag voor de projectsubsidies kunnen indienen. De zomermaanden staan voor de deur. Wat is de stand van zaken met betrekking tot het opstellen van een vernieuwd reglement voor vakantie-initiatieven? Heeft collegelid Bruno De Lille hierover al gecommuniceerd naar de betrokken actoren, en zo ja, over welke actoren gaat het?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
40
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Heeft hij een projectoproep gedaan bij de organisaties om subsidies aan te vragen voor organisatie van een speelstraat in de zomer van 2011, en zo ja, wat is de respons? Kan hij een overzicht geven van de speelstraten die deze zomer met de hulp van de VGC georganiseerd worden? Antwoord Momenteel is er een algemeen kader opgemaakt dat als basis moet dienen voor een nieuw reglement voor vakantie-initiatieven. Dit algemeen kader werd op 24 mei 2011 besproken op de Werkgroep Vakantieaanbod en Speelpleinen van de VGC-jeugdraad. Hierin zetelen zowel vrijwilligers als beroepskrachten uit de betrokken sector. Dergelijk participatief proces is aangewezen gezien de verschillende werkvormen die vervat zullen worden in het nieuwe reglement. Dit reglement zal dit jaar afgerond worden. Er gebeurde, net zoals in het verleden, geen afzonderlijke projectoproep rond speelstraten. Subsidieaanvragen voor speelstraten gebeuren via de C-projecten, dit is de subsidielijn voor experimentele, originele, uitzonderlijke of vernieuwende activiteiten en projecten, binnen het bestaande reglement voor de subsidiëring van jeugdprojecten. Tot op heden werd er in aanloop van de zomer van 2011 nog geen subsidieaanvraag ingediend. Dit weerhoudt Brusselse gemeenten niet om speelstraten te stimuleren. De gemeente Anderlecht bijvoorbeeld heeft een reglement en draaiboek voor het stimuleren van speelstraten, zelfs zonder financiële steun van de VGC. Vraag nr.19 van 31 mei 2011 van mevrouw Brigitte De Pauw Gemeenschapscentrum: Overlegfora voor de Brusselse gemeenschapscentra Bij collegebesluit van 15 oktober 2009 werden 3 overlegfora in het leven geroepen, waarbij de belangrijke actoren van de gemeenschapscentra worden betrokken nl. vrijwilligersbestuurders, beroepskrachten en gebruikers. Doelstelling was het “realiseren van overleg met gelijkwaardige en complementaire partners met als zorg de optimale realisatie van de missie van de gemeenschapscentra.” Wat is de samenstelling per overlegforum? Hoeveel keer en op welke data kwamen de overlegfora bijeen? Wat was de agenda voor elk van deze bijeenkomsten? Hoe wordt deze vastgelegd? Bestaat er een interactie tussen de verschillende overlegfora, bv. inzake besproken thema’s? Is er al een evaluatie doorgevoerd van de overlegfora? Zo ja, door wie? Zo neen, wanneer wordt dit gepland en wie zal hierbij betrokken worden? Antwoord De samenstelling van het overlegforum bestaat uit vrijwillige bestuurders. Leden zijn: Piet Vandermot, Veerle Vanderleen, Kris Wouters, Riet Decuyper, Jean-Marie Sempels, Jos Michiels, Katarzyna Savicka, Bert Vangoidtsenhoven, Luc Weyers, Emmanuel Boodts, Wim Kennis, Els Boucher, Geert Vandenabeele, Isabelle Van Vreckem, Luc
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
41
Vandermaelen, Hubert Van Oudenhove, Thomas Roukens, Mireille De Winter – Corteville, Joris Poschet. Het forum wordt voorgezeten door de entiteitsverantwoordelijke. Verder nemen de directeur Cultuur, Jeugd, Sport en medewerkers van de staf van de entiteit gemeenschapscentra deel aan de vergaderingen. De samenstelling van het overlegforum centrumverantwoordelijken bestaat uit alle centrumverantwoordelijken: Isabelle De Meyere, Nora De Kempeneer, Gudrun Willems, Ciska Vandendriessche, Johan Serkeyn, Ivo Peeters, Kris Ribbens, Marc Absolon, Erwin Thevissen, Rik Fobelets, Ria Vanden Driessche, Leen Rossignol, Mark Dubois, Geert Steendam, Yannick Bochem, Piet Ools, Rob Theys, Tim Jansens, Bart De Smedt, Peter Gonnissen, Lieven Vanhemelrijck. Het forum wordt voorgezeten door de entiteitsverantwoordelijke. Verder nemen de directeur Cultuur, Jeugd, Sport en medewerkers van de staf van de entiteit gemeenschapscentra deel aan de vergaderingen. De samenstelling van het overlegforum gebruikers, wordt momenteel voorbereid. Volgende data van bijeenkomsten voor het overlegforum vrijwillige bestuurders zijn reeds gekend: 02/06/10, 14/09/10, 12/10/10, 09/11/10, 14/12/10, 11/01/11, 08/02/11, 06/05/11 Volgende data van bijeenkomsten voor het overlegforum centrumverantwoordelijken zijn reeds gekend: 04/03/10, 01/04/10, 06/05/10, 07/09/10, 15/10/10, 19/11/10, 17/12/10, 21/01/11, 18/02/11, 18/03/11, 06/05/11, 20/05/11, 17/06/11 De agenda van het overlegforum vrijwillige bestuurders (hoofdthema’s)bestaat uit: – Werking van het overlegforum (samenstelling, voorzitterschap, agendacommissie, frequentie en planning, inhoudelijke themata, relatie met overlegforum cv, relatie met brede groep vrijwilligers. – Beleidsplan CCBrussel – Ppt stand van zaken zakelijke hervorming – BBQ met presentatie beleidsplan CCBrussel – Personeelsplan – Entiteit gemeenschapscentra – Zakelijke dossiers – Casestudy lokale en bovenlokale programmering adhv de schoolprogrammering – Opvolging beslissingsproces PEP – Zakelijke processen – Vrijwilligersdag – Extern Communicatieplan VGC – PEP GC: toelichting kabinet De Lille – Lokale en bovenlokale werking entiteit gemeenschapscentra: casestudies project cafetaria Nekkersdal en De Linde, Everna, Heembeek – Rapport traject Communicatie & Onthaal – VGC-vertegenwoordiging in de vzw’s gemeenschapscentra – Clustering: uitgangspunten, aanpak en opzet pilootprojecten – Verslag informatiemomenten personeel GC
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
42
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
– Werking overlegforum vrijwillige-bestuurders – Clustering: stand van zaken – Convenantverlenging: addendum collegebesluit De agenda’s van het overlegforum vrijwillige bestuurders werd oorspronkelijk voorbereid op bijeenkomsten van een door het overlegforum samengestelde agendacommissie. Dit bleek na enige tijd wegens te drukke agenda’s en veelvuldige afwezigheden een onwerkbare formule. De agenda wordt nu door de entiteitsverantwoordelijke samengesteld, doch zo veel mogelijk, voor een volgende vergadering, voorgesteld op de vergaderingen van het overlegforum. De agenda van het overlegforum centrumverantwoordelijken bestaat uit; – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
Afsprakenkader beroepskrachtenoverleg Personeelskader cultuurfunctionarissen Afsprakenkader hoofdstedelijk overleg centrumverantwoordelijken Beleidsplan CCBrussel, grote lijnen Beleidsplan CCBrussel (deel II): GC als cultuurcentrum Brussel Overlegforum vrijwillige-bestuurders De entiteit Gemeenschapscentra De zakelijke dossiers Extern communicatieplan VGC Kerngroep CV Opstart Werkgroepen PEP: basisprincipes en eerste beslissingen Vrijwilligersdag en vrijwilligersbrochure Lokale en bovenlokale werking entiteit gemeenschapscentra Planning overlegmomenten (alle personeel, stafmedewerkers) Realisaties traject Onthaal & Communicatie Evaluatie gemeentelijk cultuurbeleid Verslag en werking werkgroepen en overlegfora Personeelsevaluaties Ambtelijke werkgroepen VGC-diversiteitsplan Lokale en bovenlokale werking, casestudies: De Linde/Everna/Heembeek Clusterverhaal Investeringsplan Ontwikkeling reorganisatie Zakelijk beheer Hervorming GC: GC als ankerplaats van en voor de lokale gemeenschap (Anne Tissen), Infrastructuur e, GC als lokale ankerplaats (Geert Steendam), werktekst Hervorming (Mark Rooman). – Duiding Hervorming, GC als ankerplaats voor de lokale gemeenschap – Voorstelling pilootprojecten clustering De agenda van het overlegforum centrumverantwoordelijken wordt vastgelegd door de entiteitsverantwoordelijke. Veelal wordt de kerngroep centrumverantwoordelijken of het overlegforum zelf hiervoor geconsulteerd. De entiteitsverantwoordelijke waakt er over dat de processen op beide overlegfora zo gesynchroniseerd mogelijk verlopen. De bespreking van onderwerpen en processen loopt nagenoeg parallel. En de leden van beide overlegfora worden middels uitwisseling van
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
43
verslagen van de vergaderingen onderling geïnformeerd over de inhoud van de vergaderingen. De entiteitsverantwoordelijke waakt ook over de kwaliteit van de lopende processen. De werking van de fora wordt op die manier permanent geëvalueerd. Zo daalde bij voorbeeld, de participatiegraad van het overlegforum vrijwilligers-bestuurders op een bepaald moment dermate, dat de entiteitsverantwoordelijke een voorstel tot bijsturing van de werking van dit forum formuleerde. Eén en ander resulteerde in een vernieuwd en verhoogd engagement van de vrijwillige bestuurders. Vraag nr.20 van 31 mei 2011 van mevrouw Brigitte De Pauw Gemeenschapscentra: Personeelsbezetting en de functieomschrijvingen binnen de entiteit gemeenschapscentra van de VGC Kan collegelid Bruno De Lille per entiteit gemeenschapscentra een overzicht bezorgen van zowel personeelsaantallen als VTE, en dit per personeelscategorie? Gelieve ook de verschillende functieomschrijvingen per categorie mee te geven, alsook de aantallen per functieomschrijving. Wat is de samenstelling van de staf entiteit gemeenschapcentra in personeelsaantallen en VTE? Wat is de functieomschrijving en de aantallen per functieomschrijving, zowel in personeelsleden als VTE binnen de staf entiteit gemeenschapscentra? Wat is de evolutie van de personeelsleden en VTE in de centrale staf over de laatste jaren? Wat zijn de plannen naar de toekomst toe? Wordt de staf entiteit gemeenschapscentra bv. nog verder uitgebouwd? Zo ja, tot hoeveel VTE? Hoe wordt dit budgettair voorzien? Hoe gebeurt de evaluatie van de centrumverantwoordelijken? Wie is hierbij betrokken? Hebben de verschillende raden van bestuur hier een rol in te spelen? Hoe gebeurt de evaluatie van de staf entiteit gemeenschapscentra? Wie is hierbij betrokken? Hebben de verschillende raden van bestuur en de centrumverantwoordelijken hier een rol te spelen? Antwoord In collegebesluit 20102011-0036 van 30 september 2010 werd de personeelsformatie van de Entiteit Gemeenschapscentra vastgelegd. Voor begroting 2011 bedroeg deze 33 A (A/B), 17,5 B, 40,5 C en 95,14 D. De formatie werd ondertussen twee keer aangepast. In opvolging van de begrotingswijziging 1&A werden uit eigen recurrente middelen twee C in de formatie opgenomen, waarvan minstens één dient te worden ingezet ter ondersteuning van de boekhouding van de gemeenschapscentra. Tevens werden in opvolging van collegebesluit 20102011-0281 (Sociale Maribel) 2 C opgenomen. Algemene functiebeschrijvingen worden gebruikt voor het niveau van de medewerkers. Opmaak van aangepaste functieprofielen en de omschrijving ervan is onderdeel van het hervormingsproces. Dit deel van het proces wordt gepland in de loop van 2012.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
44
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
De staf Entiteit Gemeenschapscentra bestaat uit 11 A, 2 B en 2 C. Stafmedewerkers situeren zich op niveau A en niveau B. De staf is op dit moment onvolledig ingevuld en zal dus evoluties kennen. Op dit moment is de staf samengesteld uit de entiteitsverantwoordelijke, drie stafmedewerkers sociaal-cultureel werk, een stafmedewerker culturele en educatieve programmering, twee zakelijke stafmedewerkers, twee stafmedewerkers communicatie en twee medewerkers secretariaat. Twee stafmedewerkers (sociaal-cultureel werk en culturele programmering) worden op dit moment aangeworven. De functie stafmedewerker personeelsorganisatie en –ontwikkeling en de functie stafmedewerker ICT en communicatie zijn vacant. Verschuivingen binnen de huidige invulling zullen zich nog voordoen door pensionering of verloop van medewerkers. De personeelssamenstelling evolueerde als volgt. De Dienst Gemeenschapscentra beschikte over 8 A, 2 B en 2 C medewerkers. Bij Collegebesluit 20102011-297 van 16 december 2010 werd het Brussels Sociaal-Cultureel Netwerk in de Entiteit Gemeenschapscentra geïntegreerd, waarbij beide stafmedewerkers van het BSCN in de staf van de Entiteit werden opgenomen. In voornoemd collegebesluit 20102011-036 van 30 september 2010 werd één formatieplaats A toegevoegd. Op dit moment is het de intentie om alle staffuncties, in functie van de noden van het herstructureringsproces, op een degelijke manier, in te vullen en wordt het niet nodig geacht om de staf verder uit te breiden. De centrumverantwoordelijken worden geëvalueerd door de entiteitsverantwoordelijke (tweede evaluator is de algemeen directeur Cultuur, Jeugd, Sport). Hierbij wordt de evaluatieprocedure, bepaald binnen het personeelsstatuut van de administratie, toegepast. Er wordt voorafgaand advies gevraagd aan de betrokken voorzitters van de gemeenschapscentra. De Raden van Bestuur hebben in dit proces geen rol. De stafleden van de entiteit gemeenschapscentra worden geëvalueerd door de entiteitsverantwoordelijke (tweede evaluator is de algemene directeur Cultuur, Jeugd, Sport). Hierbij wordt de evaluatieprocedure, bepaald binnen het personeelsstatuut van de administratie, toegepast. De raden van bestuur en de centrumverantwoordelijken spelen hierbij geen rol. De entiteitsverantwoordelijke wordt geëvalueerd volgens dezelfde procedure als de andere mandaathouders binnen de administratie. Vraag nr.21 van 8 juni 2011 van mevrouw Bianca Debaets Jeugd: Samenwerkingsverbanden tussen het Nederlandstalige en Franstalige jeugdwerk In het antwoord van collegelid Bruno De Lille op de schriftelijke vraag van mevrouw Bianca Debaets omtrent de betrokkenheid van Brussel en de VGC bij het culturele samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse en Waalse Gemeenschap, verwijst hij naar samenwerkingsverbanden tussen het Nederlandstalige en Franstalige jeugdwerk. “De VGC steunt momenteel reeds enkele ambitieuze samenwerkingsprojecten (…) en de ontwikkeling van samenwerkingsverbanden tussen het Nederlandstalige en Franstalige jeugdwerk in Brussel. De ondersteuning van deze projecten zijn momenteel prioritair binnen mijn beleidslijnen.” Kan het bevoegde collegelid aangeven over welke samenwerkingsverbanden het hier gaat? Kan hij aangeven hoe deze samenwerking zich concreet vertaalt?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
45
Hoeveel middelen worden hiervoor vrijgemaakt? Hoe wil hij dit in de toekomst verder ontwikkelen? Is dit in overstemming met het VGC-regeerakkoord en het beleid van de Vlaamse Gemeenschap hier rond ontwikkelt? Antwoord Jeugdwerk doorkruist heel wat sectoren en beleidsniveaus. Vanuit het werkveld was er reeds lang de vraag tot overleg en samenwerking met Franstalige partnerorganisaties en de nood aan een gemeenschapsoverschrijdende dialoog. De jeugdraad van de VGC pleitte al langer voor de uitbouw van een co-communautair kader waarbinnen de Nederlandstalige en Franstalige jeugdorganisaties kunnen samenkomen. Sinds maandag 14 maart 2011 werd binnen vzw D’BROEJ en de asbl FCJMP (Fédération des Centres de Jeunes en Milieu Populaire) een voltijdse functie gecreëerd die fungeert als faciliterend overlegplaform voor het Brussels jeugdwerk. Dit co-communautair project kreeg als titel” NL+FR = Het Werkt! Ca Marche!” De doelstellingen van dit project zijn: – De huidige praktijk van de Brusselse jeugdsector in kaart brengen: – Overleg opzetten tussen Nederlandstalige en Franstalige jeugdwerkorganisaties gericht op: – ontwikkelen van gemeenschappelijke doelstellingen voor de Brusselse jeugd – concrete samenwerking via projecten (+ bestaande projecten delen) – good practices met elkaar delen en gezamenlijke initiatieven opzetten – jaarlijks moment waarbij de Brusselse jeugdsector zich naar buiten toe presenteert – advisering naar het jeugdwerk en naar het beleid Het project zit in zijn beginfase. De aansturing van het project en de projectverantwoordelijke gebeurt door een stuurgroep bestaande uit het bredere jeugdwerk in Brussel zowel langs Nederlandstalige als langs Franstalige kant. De stuurgroep fungeert als inhoudelijk klankbord en staat in voor de verdere visieontwikkeling van het project. De financiering gebeurt 50/50 door de VGC en door de Franse Gemeenschap. Zowel het VGC-College als de minister van Jeugd bij de Franse Gemeenschap maakten elk 25.000 euro vrij voor de ondersteuning van dit project. Het regeerakkoord van de Vlaamse Gemeenschapscommissie stelt dat men bruggen wil slaan naar alle gemeenschappen die de hoofdstad rijk is. De VGC reikt de hand aan al wie wil bouwen aan een warme, solidaire en verdraagzame hoofdstad. De beleidsnota Cultuur, Jeugd en Sport 2009-2014 vermeldt onder het hoofdstuk “Verbinden, samenwerken aan een internationale stad op mensenmaat”: “Als bevoegd collegelid wil ik ook de jeugdige drang naar samenwerking, ontmoeting en verkenning voluit ondersteunen. Zowel de Jeugdraad van de VGC als het Nederlandstalige werkveld zijn voorstander van meer samenwerking met de Franstalige partners op het terrein. De oprichting van een overkoepelend participatieorgaan voor Brusselse jongeren in de schoot van het Brussels gewest zal bekeken worden.”
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
46
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
In het jeugdbeleidsplan 2011-2015 is samenwerken in een brede Brusselse context één van de rode draden. In het plan worden een aantal acties vermeld die betrekking hebben op de samenwerking tussen de Nederlandstalige en Franstalige jeugdsector in Brussel: – actie 14: In alle reglementering wordt aandacht besteed aan de samenwerking en uitwisseling tussen verschillende jeugd(werk)initiatieven, andere sectoren en taalgemeenschappen. – actie 81: De jeugdraad onderzoekt de samenwerkingsmogelijkheden met Franstalige adviesorganen om tot informatie-uitwisseling en gezamenlijke adviezen en acties te komen. – actie 82: De mogelijkheid van een overkoepelend inspraakorgaan voor alle Brusselse kinderen en jongeren, op niveau van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, wordt onderzocht. In de Octopusnota 2008 staat dat de Vlaamse Gemeenschap op bepaalde vlakken samenwerkingen kan regelen via samenwerkingsakkoorden met de verschillende gemeenschappen, bijvoorbeeld op vlak van cultuurbeleid. Vraag nr.22 van 8 juni 2011 van de heer Paul De Ridder Gemeenschapscentra: Samenstelling van de gemeenschapsraden van de vzw’s Gemeenschapscentrum. De VGC-beleidsbrief Gemeenschapscentra van 1998 legt de uitgangspunten, missie en doelstellingen van de 22 gemeenschapscentra in Brussel vast. In uitvoering van het decreet van 13 juli 2001 houdende het stimuleren van een kwalitatief en integraal lokaal cultuurbeleid en van het bijhorende uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering werd in 2002 een Convenant afgesloten tussen de Vlaamse Gemeenschap en de VGC. Zoals geweten zijn de 22 gemeenschapscentra essentieel als uithangbord van de Vlaamse gemeenschap in Brussel. Tijdens de vorige legislatuur werd de basis gelegd voor een grondige hervorming van de gemeenschapscentra. Deze hervorming wordt nu stilaan uitgevoerd. De juridische basis van deze gemeenschapscentra zijn naast bovengenoemd decreet en uitvoeringsbesluit onder meer: – VGC-Collegebesluit nr. 00/060 van 25 februari 2000 houdende de vaststelling van de afvaardiging van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de gemeenschapsraden en gemeenschapscentra – de VGC-Verordening nr 02/11 van 22 mei 2003 op de gemeenschapsraden en de vzw’s Gemeenschapscentrum in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. – VGC-Collegebesluit nr 03/362 van 17 juli 2003 houdende de goedkeuring van een modelconvenant tussen de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw’s Gemeenschapscentrum in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. – VGC-Collegebesluit 03/310 van 17 juli 2003 houdende de subsidieregeling voor de vzw’s Gemeenschapscentrum. De VGC-Verordening nr. 02/11 van 22 mei 2003 op de gemeenschapsraden en de vzw’s Gemeenschapscentrum in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt dat de “leden van de gemeenschapsraden bij voorkeur in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wonen” (art. 8).
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
47
Hoeveel van de leden van de gemeenschapsraden wonen wel en niet in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, per gemeenschapscentrum? De VGC-Verordening nr. 02/11 van 22 mei 2003 op de gemeenschapsraden en de vzw’s Gemeenschapscentrum in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelt ook: “Om te kunnen voldoen aan de voorwaarden van artikel 3 van het decreet van 28 januari 1974 betreffende het cultuurpact, wordt gevraagd aan alle leden van de gemeenschapsraad dat zij zich uitspreken te behoren tot een ideologische of filosofische strekking, of dat zij zich niet tot een strekking wensen te bekennen.” (art. 8). a) Hoeveel leden van een gemeenschapsraad bekenden zich tot een ideologische of filosofische strekking (per gemeenschapsraad) en welke ideologische of filosofische strekking is dat? b) Hoeveel leden deden dat niet (per gemeenschapsraad)? Art. 8, 3° van diezelfde verordening stelt: “Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wijst maximum vijf afgevaardigden aan als waarnemer in de gemeenschapsraad. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie legt in een afzonderlijk besluit het aantal en de nominatim afvaardiging vast.” Een eerder VGC-Collegebesluit van 20 februari 2000 stelde “Het aantal personen en de politieke verdeling van de afvaardiging van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de gemeenschapsraden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest worden als volgt bepaald: – voor de CVP-fractie: één vertegenwoordiger; – voor de VLD-VU-O-fractie: één vertegenwoordiger; – voor de SP!AGALEV-fractie: één vertegenwoordiger; – voor de Vlaams Blok-fractie: één vertegenwoordiger.” (VGC-Collegebesluit nr. 00/060, artikel 1) a) Dit laatste besluit nr. 00/060 dateert van 2000. Werd deze verdeelsleutel sindsdien (al dan niet tijdens deze legislatuur) nog aangepast, gezien de politieke fracties nu anders zijn samengesteld? b) Zo neen, waarom niet? c) Zo ja, wanneer? In welke zin? Wat is de nieuwe politieke verdeling? d) Waarop was deze herziene verdeling gebaseerd? Graag een oplijsting van de vertegenwoordigers van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de gemeenschapsraden: per gemeenschapscentrum (a), telkens met vermelding van de politieke fractie die zij vertegenwoordigen (b) en telkens met vermelding van de datum waarop hun aanwijzing werd bekrachtigd door het VGC-College (c). Bovendien dient elke gemeenschapsraad uiterlijk binnen de zes maanden na de installatie van een nieuwe Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest opnieuw samengesteld en erkend te worden. Werd elke gemeenschapsraad binnen de 6 maand na de installatievergadering van de Raad van de VGC op 25 juni 2009 opnieuw samengesteld en opnieuw erkend?
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
48
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Leden die via daden, woorden, handelingen of deelname aan publicaties kennelijk tegenstrijdig handelen met het door hen ondertekend engagement, kunnen uit de gemeenschapsraad gezet worden na een stemming waarbij het akkoord van de helft plus één van de aanwezige leden vereist is. Hoe vaak gebeurde dit reeds? In welke gemeenschapsraad/ gemeenschapsraden? Antwoord Leden van de gemeenschapsraden in het Brussels hoofdstedelijk gewest, per gemeenschapscentrum. (Gegevens uit erkenningdossiers 2009)
Aantal leden GC De Rinck – Anderlecht 84 GC De Markten - Brussel 77 GC Elzenhof – Elsene 38 GC De Maalbeek - Etterbeek 52 GC Everna – Evere 58 GC De Zeyp - Ganshoren 59 GC De Linde - Haren 63 GC Heembeek-Mutsaard - Heembeek 70 GC Essegem – Jette 48 GC De Platoo - Koekelberg 52 GC Nekkersdal - Laken 72 GC Den Dam - Oudergem 52 GC De Kriekelaar - Schaarbeek 58 GC De Kroon – St.-Agatha-Berchem 60 GC De Pianofabriek – St.-Gillis 60 GC De Vaartkapoen – St.-Jans-Molenbeek 42 GC Ten Noey – St.-Joost-ten-Node 34 GC Op-Weule – St.-Lambrechts-Woluwe 84 GC Kontakt – St.-Pieters-Woluwe 46 GC Candelaershuys - Ukkel 50 GC Ten Weyngaert - Vorst 41 GC Wabo – Watermaal-Bosvoorde 20
Gewest
Niet-gewest
64 69 36 45 52 53 48 56 45 44 58 45 55 47 51 40 32 62 34 39 37 17
20 8 2 7 6 6 15 14 3 8 14 7 3 13 9 2 2 22 12 11 4 3
Leden die zich bekenden tot een ideologische of filosofische strekking (per gemeenschapsraad) en hun ideologische of filosofische strekking. (noot: strekkingen worden per aangesloten vereniging gegeven én sommige verenigingen hebben twee vertegenwoordigers: de aantallen uit de tabel van de eerste vraag verschillen dus) GC De Rinck – Anderlecht Socialistisch Christelijk Voor Godsdienst, Taal en Volk
1 6 1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
GC De Markten – Brussel Socialistisch Christelijk Christelijk-democratisch Socialistisch-marxistisch Pluralistisch Vrijzinnig Vrijzinnig-socialistisch Liberaal GC Elzenhof – Elsene Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig GC De Maalbeek – Etterbeek Socialistisch Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig-liberaal GC Everna – Evere Socialistisch Christelijk Pluralistisch Humanistisch GC De Zeyp – Ganshoren Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig GC De Linde - Haren Christelijk Christelijk-democratisch Pluralistisch Vrijzinnig Liberaal GC Heembeek-Mutsaard – Heembeek Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig-liberaal GC Essegem – Jette Christelijk Christelijk-democratisch Pluralistisch Vrijzinnig
3 5 1 2 8 2 1 1 3 4 1 1 2 5 1 1 9 3 1 6 5 1 9 3 2 1 1 13 4 1 3 2 6 3
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
49
50
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
GC De Platoo - Koekelberg Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig Vrijzinnig-humanistisch GC Nekkersdal - Laken Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig Liberaal Vlaams-Nationaal
1 5 1 1 10 4 4 1 1
GC Den Dam – Oudergem Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig Humanistisch
5 4 2 1
GC De Kriekelaar – Schaarbeek Socialistisch Christelijk Pluralistisch Vrijzinnig Liberaal
1 4 13 1 1
GC De Kroon – St.-Agatha-Berchem Socialistisch Christelijk Christen-democratisch Pluralistisch Vrijzinnig Liberaal
1 5 1 3 2 1
GC De Pianofabriek – St.-Gillis Kristelijk
1
GC De Vaartkapoen – St.-Jans-Molenbeek Socialistisch Socialistisch-marxistisch Christen-democratisch Pluralistisch Vrijzinnig
1 1 1 2 1
GC Ten Noey – St.-Joost-ten-Node Socialistisch Christelijk Christelijk-democratisch Katholiek Pluralistisch Vrijzinnig Liberaal
1 5 2 1 4 2 1
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
GC Op-Weule – St.-Lambrechts-Woluwe Socialistisch Christelijk Christelijk-democratisch Pluralistisch Vrijzinnig GC Kontakt – St.-Pieters-Woluwe Christelijk Pluralistisch Vlaamse-nationaal GC Candelaershuys – Ukkel Christelijk Pluralistisch Liberaal GC Ten Weyngaert – Vorst Christelijk Christelijk-democratisch Pluralistisch Vrijzinnig GC Wabo – Watermaal-Bosvoorde Socialistisch Christelijk Christelijk-democratisch Pluralistisch Leden die dat niet deden (per gemeenschapsraad). GC De Rinck – Anderlecht GC De Markten – Brussel GC Elzenhof – Elsene GC De Maalbeek – Etterbeek GC Everna – Evere GC De Zeyp – Ganshoren GC De Linde - Haren GC Heembeek-Mutsaard – Heembeek GC Essegem – Jette GC De Platoo - Koekelberg GC Nekkersdal - Laken GC Den Dam – Oudergem GC De Kriekelaar – Schaarbeek GC De Kroon – St.-Agatha-Berchem GC De Pianofabriek – St.-Gillis GC De Vaartkapoen – St.-Jans-Molenbeek GC Ten Noey – St.-Joost-ten-Node GC Op-Weule – St.-Lambrechts-Woluwe GC Kontakt – St.-Pieters-Woluwe GC Candelaershuys – Ukkel GC Ten Weyngaert – Vorst GC Wabo – Watermaal-Bosvoorde
2 13 2 17 3 8 4 1 11 10 1 5 1 4 1 1 5 1 4 50 16 13 21 24 16 19 19 13 18 20 18 13 50 41 31 6 9 9 12 13 4
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
51
52
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Politieke vertegenwoordiging Uit het Collegebesluit nr. 02/576 (21 februari 2003) houdende het ontwerp van verordening nr. 02/11 houdende de erkenning van de gemeenschapsraden en van de vzw’s Gemeenschapscentrum in het Brussels hoofdstedelijk gewest. Artikel 8.De gemeenschapsraad wordt samengesteld uit volgende leden: 3° Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie wijst maximum vijf afgevaardigden aan als waarnemer in de gemeenschapsraad. Het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie legt in een afzonderlijk besluit het aantal en de nominatim afvaardiging vast. Uit het Collegebesluit nr. 03/478 (23 oktober 2003) houdende de erkenning van de gemeenschapsraden en de vzw’s Gemeenschapscentrum in het Brussels hoofdstedelijk gewest en de aanwijzing van de waarnemers van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie Artikel 2.De afvaardiging van het College als waarnemer in de gemeenschapsraden en vzw’s Gemeenschapscentrum wordt, tot de installatie van de nieuwe Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bepaald op 1 afgevaardigde. De afvaardiging wordt in de hiernavermelde gemeenschapsraden en vzw’s Gemeenschapscentrum nominatim ingevuld door personeelsleden van de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, m.n. door de stafmedewerkers van de dienst Gemeenschapscentra binnen de directie Cultuur: – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Rinck: Kris Ribbens – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Markten: Guy De Groote – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Elzenhof: Guy De Groote – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Maalbeek: Ann Daenens – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Everna: Ilse Thyssen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Zeyp: Kris Ribbens – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Linde: Anne Tissen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Heembeek-Mutsaard: Ilse Thyssen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Essegem: Kris Ribbens – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Nekkersdal: Ilse Thyssen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Den Dam: Guy Cox – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Kriekelaar: Anne Tissen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Pianofabriek: Ilse Thyssen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum De Vaartkapoen: Guy De Groote – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Ten Noey: Anne Tissen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Op-Weule: Guy Cox – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Kontakt: Ann Daenens – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Candelaershuys: Guy De Groote – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Ten Weyngaert: Anne Tissen – Gemeenschapsraad en vzw Gemeenschapscentrum Wabo: Guy Cox
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
53
Uit de toelichtingsnota bij het Collegebesluit nr. 0910/0315 (24 juni 2010) houdende de aanwijzing van de afgevaardigden van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie in de gemeenschapsraden en de vzw’s gemeenschapscentrum nr. 20092010-0315 van 24-06-2010 De verordening bepaalt ook in artikel 8, 3° dat het College maximum vijf afgevaardigden aanwijst als waarnemer in de Gemeenschapsraad en de vzw Gemeenschapscentrum. Het College legt in een afzonderlijk besluit het aantal en de nominatim afvaardiging vast. In de vorige legislatuur werd de afvaardiging van het College als waarnemer in de Gemeenschapsraden en vzw’s Gemeenschapscentrum bepaald op 1 afgevaardigde. De afvaardiging werd ingevuld door de administratie van de Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport. In de verordening op de gemeenschapscentra is in 2003 duidelijk de optie genomen om het beheer van de vzw’s Gemeenschapscentrum te organiseren via de formule 9c van het cultuurpactdecreet van 28 januari 1974, waarbij de overheid het beheer opdraagt aan een zelfstandige vereniging van specialisten en gebruikers. De VGC is in de beheersorganen van de gemeenschapscentra enkel via waarnemerschap aanwezig. Hierbij werd dus afgestapt van een pluralisme gecalculeerd op de politieke representativiteit, voorzien in formule 9b van het cultuurpactdecreet die voorheen in de gemeenschapscentra werd gehanteerd. In het Collegebesluit 03/478 (23 oktober 2003) is de afvaardiging van het College als waarnemer in de gemeenschapsraden en de VZW’s Gemeenschapscentrum, tot de installatie van de nieuwe Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, bepaald op 1 afgevaardigde en nominatim ingevuld door personeelsleden van de administratie van het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie, m.n. door de stafmedewerkers van de Dienst Gemeenschapscentra binnen de directie Cultuur. In het Collegebesluit 0910/0315 (24 juni 2010) is de Algemeen Directeur van de Directie Cultuur, Jeugd en Sport aangeduid als afgevaardigde van het College. Hij is gemachtigd deze delegatie over te dragen aan de stafmedewerkers van de Entiteit Gemeenschapscentra. Vertegenwoordigers van de V.G.C. in de gemeenschapsraden:(zie ook punt 3.) Bij collegebesluit 20092010/0315 is de afvaardiging van het College als waarnemer in de gemeenschapsraden bepaald op 1. De Algemeen directeur van de Algemene directie Cultuur, Jeugd en Sport werd aangeduid als afgevaardigde in de gemeenschapsraden. Hij is gemachtigd deze afvaardiging te delegeren aan stafmedewerkers van de dienst Gemeenschapscentra. Stafmedewerkers van de Entiteit Gemeenschapscentra volgen momenteel: Anne Tissen: Ten Noey, De Kriekelaar, Nekkersdal Walter Salender: Den Dam, Wabo, De Kroon Kris Ribbens: Ten Weyngaert Els Van Malderen: Elzenhof, De Maalbeek Marjolein Roelandt: Everna, De Linde, Candelaershuys
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
54
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Domien Delputte: Op-Weule, Kontakt, De Vaartkapoen Vonneke Beeker: De Pianofabriek, Essegem, De Platoo Mark Rooman: De Zeyp Tijl Segers: De Rinck, De Markten Elke gemeenschapsraad werd binnen de 6 maand nà de installatievergadering van de Raad opnieuw samengesteld en er erkend. De erkenning gebeurde na onderzoek van de erkenningdossiers die voor 1 december 2009 werden ingediend bij de administratie. De stukken die het aanvraagdossier voor erkenning moet bevatten zijn omschreven in artikel 2 van het convenant dat afgesloten is tussen het College van de Vlaamse Gemeenschapscommissie en de vzw’s Gemeenschapscentrum. De 22 gemeenschapsraden werd erkend bij Collegebesluit 20092010/0237 van 25 januari 2010. Enkel in De Pianofabriek werd in maart 1998 op basis van de formule 9b van de cultuurpactwetgeving een lid uitgesloten van de gemeenschapsraad.
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
55
REGISTER Nr. Datum
Vraagsteller
Onderwerp
Blz.
Jean-Luc Vanraes, voorzitter van het College bevoegd voor Onderwijs, Vorming en Begroting 20 29.04.2011 Bianca Debaets 21 29.04.2011 Johan Demol 22 10.05.2011 Bianca Debaets 23 10.05.2011 Bianca Debaets 24 10.05.2011 Bianca Debaets 25 10.05.2011 Greet Van Linter 26 10.05.2011 Bianca Debaets 27 10.05.2011 Bianca Debaets 28 16.05.2011 Bianca Debaets 29 16.05.2011 Bianca Debaets 30 23.05.2011 Carla Dejonghe 31 25.05.2011 Bianca Debaets 32 25.05.2011 Bianca Debaets 33 25.05.2011 Bianca Debaets 34 27.05.2011 Jef Van Damme
Onderwijs: Het aantal leerplichtige jongeren dat definitief wordt uitgesloten ................................................................ Onderwijs: Leerplicht, afwezigheden en uitsluitingen in het Nederlandstalig onderwijs in Brussel .................................. Onderwijs: Voorlopige resultaten van de inschrijfprocedure binnen het Nederlandstalig basisonderwijs in Brussel.......... Onderwijs: Investeringen in de schoolinfrastrctuur en het ondersteuningsmateriaal van de TSO-scholen in Brussel..... Onderwijs: Instroom van leerlingen in het Technisch Secundair Onderwijs..................................................................... Onderwijs: Inrichting van Nederlandstalig gemeentelijk onderwijs in Ganshoren....................................................... Onderwijs: Begeleiding van jonge sporttalenten via de vzw Sport en Studie............................................................. Onderwijs: Deelname van de Brusselse Nederlandstalige scholen aan Fairtrade@school............................................. Onderwijs: Geweld op school............................................... Onderwijs: consortia volwassenenonderwijs in Brussel........ Onderwijs: Stand van zaken voor de oprichting van drie filialen ABK Anderlecht...................................................... Onderwijs: Het aantal leerlingen verzorging........................ Onderwijs: Het aantal studenten verpleegkunde.................. Onderwijs: Resultaten van de taaltoets in de Nederlandstalige scholen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.................. Onderwijs: De globale evaluatie van het inschrijfbeleid.......
2 3 6 8 11 13 14 15 16 18 21 22 23 25 28
Brigitte Grouwels, lid van het College, bevoegd voor Welzijn, Gezondheid, Gezin, Media en Patrionium 10 10.06.2011 Greet Van Linter 11 10.06.2011 Greet Van Linter 12 10.06.2011 Greet Van Linter 13 10.06.2011 Greet Van Linter 14 10.06.2011 Greet Van Linter
Gezondheid: TBC-gezondheidsbeleid in Brussel................... Divers: (Vliegtuig)Reizen van het kabinet............................ Divers: Wagens van het kabinet............................................ Divers: Externe experten, uitzendkrachten en jobstudenten op het kabinet...................................................................... Divers: Samenstelling van het kabinet..................................
31 35 35 36 36
Bruno De Lille, lid van het College bevoegd voor Cultuur, Jeugd, Sport en Ambtenarenzaken 16 17.05.2011 Greet Van Linter 17 19.05.2011 Greet Van Linter 18 27.05.2011 Jef Van Damme 19 31.05.2011 Brigitte De Pauw 20 31.05.2011 Brigitte De Pauw
Sport: De mogelijke financiële bijdrage voor het zwembad Nereus van Ganshoren......................................................... Cultuur: Nederlandstalige bibliotheek van Ganshoren........ Jeugd: Stimuleren van speelstraten....................................... Gemeenschapscentrum: Overlegfora voor de Brusselse gemeenschapscentra......................................................................... Gemeenschapscentra: Personeelsbezetting en de functieomschrijvingen binnen de entiteit gemeenschapscentra van de VGC....
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
37 38 39 40 43
56 Nr. Datum
Vlaamse Gemeenschapscommissie – Vragen en Antwoorden – Nr. 3 – 15 juli 2011
Vraagsteller
21 08.06.2011 Bianca Debaets 22 08.06.2011 Paul De Ridder
Onderwerp
Jeugd: Samenwerkingsverbanden tussen het Nederlandstalige en Franstalige jeugdwerk...................................................... Gemeenschapscentra: Samenstelling van de gemeenschapsraden van de vzw’s Gemeenschapscentrum..........................
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE
Blz.
48 46