VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Studie & Advies
Afdeling Studie & Advies Boudewijn – gebouw Boudewijnlaan 30 - bus 61 1000 BRUSSEL Tel.: 02/553.74.92 Fax: 02/553.74.55
Team Technieken
Besteknummer
2010/AFM/GEB_T/OO/009
Aanneming van
Diensten
Wijze van gunning
Algemene offertevraag
Voorwerp van de opdracht: Opstellen van energieaudits / Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie in het kader van de EnergiePrestatieRegelgeving voor grote gebouwen van de Vlaamse overheid / Haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie voor gebouwen- van de Vlaamse overheid
90714000-5 (Uitvoeren van milieuaudits)
De opening van de offerteformulieren zal plaatsvinden op 25/11/ 2010 om 11.00 uur, ten overstaan van de heer Gert Potoms, algemeen directeur of zijn afgevaardigde, Vlaamse overheid - Agentschap voor Facilitair Management – Afdeling Aanbestedingen en Juridische Ondersteuning, Boudewijngebouw – Boudewijnlaan 30 - bus 60 - 1000 Brussel MOGELIJKHEID OM GEBRUIK TE MAKEN VAN E_TENDERING. Nadere inlichtingen kunnen bekomen worden via onderstaand e-mail adres:
[email protected]
De inschrijver is ertoe gehouden zich ervan te vergewissen dat er in zijn bestek geen ontbrekende bladzijden zijn. Indien dit toch het geval is, kan hij zich wenden tot de hoger vermelde contactpersonen die dan de ontbrekende bladzijden gratis zullen overmaken.
1/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
INHOUDSOPGAVE
Voorwerp van de opdracht: ..................................................................................................................... 1 I. Algemene bepalingen....................................................................................................................... 4 I.1 Aanbestedende overheid .......................................................................................................... 4 I.2 Voorwerp en classificatie van de opdracht ............................................................................... 4 I.3 Gunningswijze........................................................................................................................... 6 I.4 Indiening offertes....................................................................................................................... 6 I.5 Toepasselijke wettelijke bepalingen.......................................................................................... 7 I.6 Overige algemeen toepasselijke bepalingen .......................................................................... 10 I.7 Lijst afwijkingen algemene aannemingsvoorwaarden ............................................................ 11 II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN................................................................................... 11 Koninklijk besluit van 8.1.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken ........................................................................... 11 II.0.A Artikelen....................................................................................................................... 11 II.0.A.1 ART. 69 en 69bis – Uitsluiting en sociale zekerheidsbijdragen .............................. 11 II.0.A.2 ART. 70 en 71 – Kwalitatieve selectiecriteria ......................................................... 12 II.0.A.3 ART. 78 – Toegangsverbod .................................................................................... 13 II.0.A.4 ART. 86 – Prijsvaststelling ...................................................................................... 13 II.0.A.5 ART. 88 – Prijsonderzoek ....................................................................................... 13 II.0.A.6 ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte .................................................... 13 II.0.A.7 ART. 97 – Inventaris ............................................................................................... 16 II.0.A.8 ART. 100 – Prijsopgave .......................................................................................... 16 II.0.A.9 ART. 101 – Percelen............................................................................................... 16 II.0.A.10 ART. 102 – Taalgebruik .......................................................................................... 17 II.0.A.11 ART. 106 – Opening van de offerten ...................................................................... 17 II.0.A.12 ART. 113 - Varianten .............................................................................................. 17 II.0.A.13 ART.115 – Offerteaanvraag / Gunningscriteria en varianten.................................. 17 II.0.A.14 ART. 116 – Gestanddoeningstermijn...................................................................... 20 Koninklijk besluit van 26.9.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de concessies voor openbare werken en de algemene aannemingsvoorwaarden................................................................................................................... 20 II.0.B Algemene administratieve voorschriften in toepassing van de bijlage: Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken............................................................................................ 21 II.0.B.1 ART. 1 – Leiding en toezicht op uitvoering ............................................................. 21 II.0.B.2 ART. 4, §1, 3° - Plannen, documenten en voorwerpen .......................................... 21 II.0.B.3 ART. 5, §1 - Bedrag borgtocht ................................................................................ 21 II.0.B.4 ART. 10 - Onderaannemers.................................................................................... 21 II.0.B.5 ART. 13,§ 2 - Prijsherziening .................................................................................. 22 II.0.B.6 ART. 14 - Intellectuele rechten ............................................................................... 22 II.0.B.7 ART. 15 - Betalingen............................................................................................... 23 II.0.B.8 ART. 18 - Rechtsvorderingen ................................................................................. 24 II.0.B.9 ART. 19,§ 1 - Opleveringen .................................................................................... 24 II.0.B.10 ART. 20,§ 4 - Straffen ............................................................................................. 25 II.0.B.11 ART. 67 – Inbegrepen prijselementen .................................................................... 26 II.0.B.12 ART. 69, §1 - Vaste of minimale hoeveelheden ..................................................... 26 II.0.B.13 ART. 69, §3 en §4 - Uitvoeringstermijnen............................................................... 26 II.0.B.14 ART. 70 - Dienstverleningsplaats ........................................................................... 29 II.0.B.15 ART. 73 – Onverenigbaarheid ................................................................................ 29 II.0.B.16 ART. 75, § 1 – Boetes voor laattijdige uitvoering.................................................... 29 II.0.B.17 ART. 75, §2 – Maatregelen van ambtswege .......................................................... 29 III. TECHNISCHE BEPALINGEN .................................................................................................... 30 III.1 Beschrijving van de opdracht.................................................................................................. 30 III.1.A Algemeen .................................................................................................................... 30 III.1.A.1 Doel perceel 1 – Energieaudit................................................................................. 30 III.1.A.2 Doel perceel 2 – Haalbaarheidsstudie en –onderzoek hernieuwbare energie ....... 30 III.1.B Opmaak bindende offerte bij deelopdrachten ............................................................. 31 III.1.C Gegevensverzameling................................................................................................. 31 III.1.C.1 Architectuurplannen ................................................................................................ 31
2/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Beschikbaarheid verbruiksgegevens ...................................................................... 32 III.1.C.2 III.1.C.3 Geïnformatiseerde Inventaris van het gebouwenpatrimonium (GIP) ..................... 32 III.1.C.4 Invoeren van gegevens in de GIP-database en in de energieboekhouding........... 32 Perceel 1: Energieaudit...................................................................................................................... 33 III.1.A Stappenplan ................................................................................................................ 33 III.1.B Algemene handleiding ................................................................................................. 34 III.1.C Energieaudit: hoofdstukken......................................................................................... 35 III.1.D Energieaudit: Inhoud per hoofdstuk ............................................................................ 35 III.1.D.1 BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND ........................................... 35 III.1.D.2 ENERGIEVERBRUIKEN......................................................................................... 39 III.1.D.3 ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN ........................................................... 40 III.1.D.4 COMFORTVERBETERENDE EN KOSTENBESPARENDE MAATREGELEN ..... 42 III.1.E Eindrapport / Benchmarkingsrapport........................................................................... 42 III.1.F Technisch bestek......................................................................................................... 43 III.1.F.5 Technisch bestek & raming..................................................................................... 43 III.1.F.6 Analyse van de offertes........................................................................................... 44 III.1.F.7 Projectbegeleiding................................................................................................... 44 Perceel 2: Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie ...................................... 46 III.1.A Deelprestatie 2A: Verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek hernieuwbare energie voor grote gebouwen – EPR Vlaanderen ...................................................................................... 46 III.1.A.1 Wetgeving ............................................................................................................... 46 III.1.A.2 Voor welke gebouwen moet een verplicht haalbaarheidsonderzoek gebeuren? ... 46 III.1.A.3 Hoe kan ik voldoen aan de verplichting om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren? 46 III.1.A.4 Welke technieken moeten onderzocht worden? ..................................................... 47 III.1.A.5 Bijlage I: Te onderzoeken technologieën in functie van gebouwbestemming en bruikbare vloeroppervlakte ......................................................................................................... 47 III.1.A.6 Specifieke taken van de dienstverlener .................................................................. 48 III.1.B Deelprestatie 2B: Verplicht wettelijke ‘Technische en economische haalbaarheidsstudie’ – EPR Brussels Hoofdstedelijk Gewest ....................................................... 50 III.1.B.7 Wetgeving ............................................................................................................... 50 III.1.B.8 Voor welke gebouwen moet een verplichte technische en economische haalbaarheidsstudie gebeuren? ................................................................................................. 50 III.1.B.9 Standaard haalbaarheidsstudie .............................................................................. 50 III.1.B.10 Geïntegreerde haalbaarheidsstudie........................................................................ 50 III.1.B.11 Specifieke taken van de dienstverlener .................................................................. 51 III.1.C Prestatie 2C: Haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie.......................................... 53 III.1.C.1 Te onderzoeken technologieën............................................................................... 53 III.1.C.2 Onderzoek naar potentieel...................................................................................... 53 III.1.C.3 Rendabiliteit ............................................................................................................ 54 III.1.C.4 LCA (Levenscyclusanalyse).................................................................................... 54 III.1.C.5 Stappenplan algemeen ........................................................................................... 55 III.1.C.6 Technologieën......................................................................................................... 56 III.1.C.6.1 Stads/blokverwarming of –koeling ...................................................................... 56 III.1.C.6.2 Warmte Kracht Koppeling (WKK en mini-WKK) ................................................. 56 III.1.C.6.3 Biomassa-ketel ................................................................................................... 57 III.1.C.6.4 Photovoltaïsche zonnepanelen .......................................................................... 58 III.1.C.6.5 Windenergie........................................................................................................ 61 III.1.C.6.6 Geothermie ......................................................................................................... 66 III.1.C.6.7 Waterhuishouding............................................................................................... 68 III.1.C.6.8 Andere hernieuwbare energie technologie......................................................... 70 III.1.C.7 Technisch bestek .................................................................................................... 70 III.1.C.7.1 Technisch bestek & raming ................................................................................ 70 III.1.C.7.2 Analyse van de offertes ...................................................................................... 71 III.1.C.7.3 Projectbegeleiding .............................................................................................. 71 IV. Offerteformulier........................................................................................................................... 75 BIJLAGE A: CAD-handboek Vlaamse Overheid + layerstructuur
3/80
I. ALGEMENE BEPALINGEN I.1 Aanbestedende overheid 1. Deze opdracht wordt uitgeschreven door de Vlaamse Overheid, vertegenwoordigd door de Vlaamse regering, bij delegatie, in de persoon van de Vlaamse minister bevoegd voor de huisvesting van de ambtenaren van de Vlaamse Overheid. 2. De administratieve entiteit die met de opvolging van deze opdracht is belast, is: VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Boudewijn - gebouw Boudewijnlaan 30, bus 61 1000 Brussel Alle briefwisseling m.b.t. deze opdracht moet naar die entiteit worden gestuurd, behoudens toepassing van punt 3 hierna. 3. Ieder deurwaardersexploot bestemd voor de aanbestedende overheid moet worden betekend aan de Kanselarij van de Voorzitter van de Vlaamse Regering, Koolstraat 35 in 1000 Brussel. Het is daarbij onverschillig of het gaat om de betekening van een dagvaarding, gerechtelijke uitspraak, overdracht van schuldvordering of een ander exploot. Hetzelfde adres geldt ook voor de aangetekende brief waarbij een schuldvordering wordt overgedragen of in pand gegeven. 4. Het Agentschap voor Facilitair Management treedt in deze opdracht in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest op als opdrachtencentrale cfr. Artikel 2, 4° van de wet van 15 juni 2006. Dit betekent dat andere overheden die ressorteren onder de Vlaamse Overheid op basis van deze overeenkomst bestellingen kunnen plaatsen. Overheden die gebruik maken van deze overeenkomst dienen ten alle tijden de afname van de overeenkomst op te volgen en, op vraag van de leidend ambtenaar, een rapportering betreffende de afname over te maken. De dienstverlener moet op verzoek van de leidend ambtenaar rapporten opmaken van alle opdrachten op basis van dit bestek.
I.2 Voorwerp en classificatie van de opdracht Deze opdracht is een opdracht voor diensten in de zin van art. 5 van de Wet van 24 december 1993. De opdracht(en) heeft (hebben) betrekking op de volgende dienstverlening: Opstellen van energieaudits / Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie in het kader van de EnergiePrestatieRegelgeving voor grote gebouwen van de Vlaamse Overheid / Haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse overheid De CPV-classificatie van de opdrachten: CPV 71314200-4 (Energiebeheer) CPV 71314300-5 (Advies inzake efficiënt energieverbruik) CPV 90714000-5 (Uitvoeren van milieuaudits) CPV 71318000-0 (Technische advies- en raadgevingsdiensten)
4/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
De opdracht wordt gesloten voor een duur van 5 jaar. De opdrachten worden ingedeeld in 2 percelen:
Perceel 1: Energieaudits de Perceel 2: Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie. Dit 2 perceel bestaat uit 3 deelprestaties, zijnde: 2A) Verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek hernieuwbare energie voor grote gebouwen > 1000m² - EPR Vlaanderen 2B) Verplicht wettelijke technisch en economische haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie - EPR Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2C) Haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie
Het is mogelijk om voor één of meerdere percelen in te schrijven. De opdrachtgever behoudt zich onverkort het recht voor om bepaalde posten uit de inventaris niet toe te passen. Dit houdt in voor: • Perceel 1: dat het mogelijk is dat er geen energieaudits voor bepaalde typegebouwen zijn uitgevoerd na beëindigen van deze overeenkomst • Perceel 2A: dat het mogelijk is dat er geen haalbaarheidsonderzoeken voor bepaalde gebouwbestemmingen zijn uitgevoerd na beëindigen van deze overeenkomst • Perceel 2B, 2C; dat het mogelijk is dat er geen haalbaarheidsstudies zijn uitgevoerd na beëindigen van deze overeenkomst Dit kan onder geen enkele voorwaarde aanleiding geven tot schadevergoeding ten voordele van de dienstverlener. In deze opdracht worden er voor perceel 1 zeven type-gebouwen gedefinieerd afhankelijk van de bruikbare vloeroppervlakte. Per type-gebouw wordt verder nog een onderscheid gemaakt tussen een gebouw, een gebouwsite bestaande uit minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen: -Type A: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte kleiner dan 2.000m². -Type B: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte groter of gelijk aan 2.000m² tot en kleiner dan 4.000m². -Type C: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte groter of gelijk aan 4.000m² tot en kleiner dan 8.000m². -Type D: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte groter of gelijk aan 8.000m² tot en kleiner dan 15.000m². -Type E: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte groter of gelijk aan 15.000m² tot en kleiner dan 25.000m². -Type F: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte groter of gelijk aan 25.000m² tot en kleiner dan 40.000m². -Type G: gebouw, gebouwsite met minder dan of gelijk aan 5 deelgebouwen en gebouwsite bestaande uit meer dan 5 deelgebouwen met bruikbare vloeroppervlakte groter of gelijk aan 40.000m². Een gebouw wordt door het Bestuur als volgt gedefinieerd: een bouwkundige constructie, verbonden aan een vergunningsverplichting, bestaande uit een gesloten volume met indeling van dit volume in meerdere ruimtes van variabele oppervlakte en volume. Aan een gebouw wordt een fysiek adres toegekend door de gemeentelijke diensten, bestaande uit straatnaam en huisnummer. Een gebouwensite wordt door het Bestuur als volgt gedefinieerd: een verzameling van gebouwen op 1 fysiek adres, waarbij diverse voorzieningen gedeeld worden. Een gebouwensite bestaat uit een hoofdgebouw en uit bijhorende gebouwen. De bestemming van de verschillende gebouwen op de site is van variabele aard.
5/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Indien blijkt bij uitvoering dat een gebouw of gebouwsite in een andere type-gebouw categorie geclassificeerd wordt door één of meerdere volgende redenen: • na bepaling van de bruikbare vloeroppervlakte door de dienstverlener blijkt dat het gebouw of gebouwsite in een andere oppervlaktecategorie valt, • het gebouw op het opgegeven adres blijkt een gebouwsite te zijn of omgekeerd, dan zal het gebouw of de gebouwsite verder behandeld worden in de correcte type-gebouw categorie met de desbetreffende ingediende prijzen enkel en alleen indien dit ontegensprekelijk wordt bevestigd door de opdrachtgever. De prijs per type-gebouw categorie is vast, ongeacht de totale bruikbare vloeroppervlakte in de desbetreffende categorie. Voor deelprestatie 2A van perceel 2 gelden de principes van de prijslijst op basis van de bruikbare vloeroppervlakte en de gebouwbestemming (zie paragrafen III.1.A.1 Wetgeving en III.1.A.5 Bijlage I: Te onderzoeken technologieën in functie van gebouwbestemming en bruikbare vloeroppervlakte van de technische bepalingen). Voor deelprestatie 2B van perceel 2 gelden de principes van de prijslijst op basis van de bruikbare vloeroppervlakte en het type van haalbaarheidsstudie voor deelprestatie 2B. Er wordt ook gewerkt op basis van prestatiedagen, per halve eenheid. De dienstverlener maakt op aanvraag van de opdrachtgever een voorstel van bindende offerte op per deelopdracht via een bespreking teneinde het aantal mandagen en de prijs te bepalen aan de hand van de weerhouden inschrijvingsprijzen. Dit voorstel van bindende offerte wordt ter goedkeuring aan de opdrachtgever overgemaakt. Het Bestuur heeft het recht om slechts bepaalde onderdelen van de offerte te bestellen bij de dienstverlener. Meer uitleg in de technische bepalingen van dit bestek. Voor deelprestatie 2C van perceel 2 wordt er per deelopdracht gewerkt op basis van prestatiedagen (=mandagen; 1 prestatie- of mandag bestaat uit 8 manuren), per halve eenheid (dus per halve mandag). De dienstverlener maakt op aanvraag van de opdrachtgever een voorstel van bindende offerte op per deelopdracht via een plaatsbezoek teneinde het aantal mandagen en de prijs te bepalen aan de hand van de weerhouden inschrijvingsprijzen. Dit voorstel van bindende offerte wordt ter goedkeuring aan de opdrachtgever overgemaakt. Het Bestuur heeft het recht om slechts bepaalde onderdelen van de offerte te bestellen bij de dienstverlener. Meer uitleg in de technische bepalingen van dit bestek. De in de inventaris opgenomen vermoedelijke hoeveelheden behelzen de totaliteit van de in aanbesteding gestelde opdracht. De afwijking van deze hoeveelheden ingevolge de uitvoering van deze opdracht kan geen aanleiding geven tot het wijzigen van de eenheidsprijzen of van de andere contractuele bepalingen, ook niet indien de totaliteit der uitgevoerde diensten hierdoor vermeerdert of vermindert met meer dan 50% of indien bepaalde posten meer dan verdrievoudigd worden.
I.3 Gunningswijze De gunning van deze opdracht gebeurt via algemene offerteaanvraag. Dit is een opdracht volgens prijs en kwaliteit.
I.4 Indiening offertes De opening van de offertes gebeurt in openbare zitting op volgende datum : 25/11/2010 Voor het indienen van de offertes wordt het gebruik van elektronische middelen toegestaan. De offertes worden ofwel elektronisch overgelegd via de e-tendering applicatie, ofwel via een postdienst verzonden of door een drager afgegeven. De met elektronische middelen opgestelde offertes moeten in overeenstemming met artikel 81 quater, § 1 van het KB van 8 januari 1996 worden opgesteld. De offertes moeten worden opgemaakt in PDFformaat. Offertes die via elektronische middelen worden overgelegd:
6/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
De offertes die via elektronische middelen worden overgelegd, moeten worden overgelegd via de etendering internetsite https://eten.publicprocurement.be die de naleving waarborgt van de voorwaarden van artikel 81 quater, § 1 van het KB van 8 januari 1996. Meer informatie kan worden bekomen op de website http://www.publicprocurement.be of via de eprocurement helpdesk op het nummer +32 (0)2 790 52 58. Offertes die niet via elektronische middelen worden overgelegd: De offertes die niet via elektronische middelen worden overgelegd, moeten worden gestuurd naar of ingediend op volgend adres: Opmerking: Om technisch en organisatorische redenen verkiest de aanbestedende overheid dat de offertes elektronisch worden ingediend. VLAAMSE OVERHEID Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Aanbestedingen & Juridische Ondersteuning Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 - bus 60 1000 Brussel De offerte wordt in tweevoud in een dubbele omslag gestoken en wordt aangetekend verzonden dan wel neergelegd op het in deze § vermelde adres. Een kopij van de volmachten van de ondertekenaars wordt toegevoegd (Art. 94, Art. 95). Op de offerte wordt duidelijk vermeld welke de originele offerte respectievelijk de kopijofferte is, door op het eerste blad de woorden “ORIGINEEL” respectievelijk “KOPIJ” aan te brengen. Zowel de binnen- als de buitenomslag dient het volgende te vermelden: Offerte ingediend voor het bestek nummer 2010/AFM/GEB_T/OO/009 Met openingszitting op 25/11/2010 om 11h OMSLAG NIET OPENEN
I.5 Toepasselijke wettelijke bepalingen In zover er niet afgeweken wordt van de bepalingen van het bestek dat onderhavige opdracht regelt, zijn op deze opdracht ook van toepassing, de bepalingen en voorwaarden van: •
De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;
•
Wet overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten van 15 juni 2006; De berichten en terechtwijzende berichten gepubliceerd in het “Bulletin der Aanbestedingen” en/of in het “Supplement op het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen” in verband met deze opdracht maken integraal deel uit van de contractuele voorwaarden. De inschrijver wordt geacht hiervan kennis te hebben genomen en er rekening mede te hebben gehouden bij het opmaken van zijn offerte. De hierboven vermelde teksten van de reglementering op de overheidsopdrachten kunnen geraadpleegd worden via de website: http://16procurement.be/nl/content/wetgeving
•
Het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;
7/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
•
Het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot de bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en zijn bijlagen de algemene aannemingsvoorwaarden;
•
De Codex over het Welzijn op het werk (met inbegrip van de artikelen vervat in het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, A.R.A.B.);
•
De AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties);
•
Europese Richtlijn (2002/91/EG) betreffende energieprestatie van gebouwen;
•
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen, inzonderheid op artikel 24bis, ingevoegd bij het besluit van 2 december 2005, en artikel 25, vervangen bij besluit van 16 juni 2006;
•
Belgische norm NBN 06-002: “Oppervlakten en inhouden van gebouwen”;
•
Belgische norm NBN 62-301: “Warmte-isolatieprestatie van gebouwen - Globaal warmteisolatiepeil (K-peil) van een gebouw”;
•
Het transmissiereferentiedocument van 2/10/2006;
•
Ministerieel Besluit van 24 juli 2008 tot vaststelling van de regels voor berekening van de transmissie-verliezen;
•
het Ministerieel Besluit betreffende de vastlegging van de vorm en de inhoud van de EPB-aangifte en het model van het energieprestatiecertificaat (ondertekend 02/04/2007);
•
Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2007 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen;
•
Ministerieel besluit van 11 januari 2008 houdende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het invoeren van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen;
•
Ordonnantie van 7 juni 2007 houdende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;
•
Ordonnantie van 14 mei 2009 houdende de wijziging van de ordonnantie van 7 juni 2007 betreffende de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen;
•
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juni 2008 tot vaststelling van de inhoud van het EPB-voorstel en van de technisch-economische haalbaarheidsstudie;
•
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 21 december 2007 tot vaststelling van de eisen inzake de energieprestatie en het binnenklimaat van gebouwen;
•
Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 2004 betreffende de promotie van groene elektriciteit en van kwaliteitswarmtekrachtkoppeling;
•
Norm IEC 61215 inzake Kristallijne PV-modules, norm IEC 61646 inzake dunne-filmmodules;
•
Decreet van 27 maart 2009 inzake de rechtstreekse vergunning van windturbines in agrarisch gebied;
•
Omzendbrief LNE/2009/01 – RO/2009/01 inzake beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines en brochure bij de omzendbrief;
8/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
•
Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage bepaalt in bijlage II de categorieën van projecten die overeenkomstig artikel 4.3.2, § 2 en § 3 van het decreet aan de project-m.e.r. worden onderworpen, maar waarvoor de initiatiefnemer een gemotiveerd verzoek tot ontheffing kan indienen;
•
Vergunningsplicht en randvoorwaarden voor MER-plicht windturbines;
•
Omzendbrief EME/2006/01 – RO/2006/02 van 12 mei 2006 inzake afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines;
•
Besluit van de Vlaamse Regering van 11 april 2008 inzake inplanting van windturbines;
•
Norm EN15221-6 ‘Facility Management – Area and Space Measurement”;
•
Richtlijn 2004/8/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11/02/2004 inzake de bevordering van warmtekrachtkoppeling op basis van de vraag naar nuttige warmte binnen de interne energiemarkt en tot wijziging van Richtlijn 92/42/EEG;
•
VLAREM I- en VLAREM II-wetgeving, met in het bijzonder rubriek 2.3.4.1. van bijlage 1 titel 1 inzake de vrijstelling van een milieuvergunning voor de verbranding van onbehandeld hout of gecertificeerde houtpellets;
Op deze opdracht zijn onder meer toepasselijk de volgende typebestekken en voorschriften: − Typebestek VL100 van 1998: aannemingen van bouwwerken, algemene contractuele en administratieve bepalingen − Typebestek SB240 van 1998: mechanische en elektrische installaties en constructies, algemene contractuele en administratieve bepalingen − Typebestek VL104: aanneming van bouwkundige werken, technische voorschriften − Typebestek VL105: centrale verwarming, verluchting en klimaatregeling − Typebestek VL400: mechanische en elektrische installaties en constructies − De normen uitgegeven door het NBN − De Europese normen, de ISO normen en de Butgb-goedkeuringen indien hiernaar verwezen wordt. De brochures Technische Specificaties (STS) in verband met de bouwsector zijn gratis verkrijgbaar bij de FOD bevoegd voor Economie e-mail :
[email protected] adres : FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, Vooruitgangstraat 48 te 1210 Brussel De standaardbestekken SB230 en SB240 zijn verkrijgbaar op volgend adres: Departement Mobiliteit en Openbare Werken Algemene Technische Ondersteuning Graaf de Ferraris gebouw Koning Albert II laan 20 bus 6 1000 Brussel Contact (onder voorbehoud) : dhr. Wim Decoen,
[email protected] Typebestek VL100 van 1998 is gratis te verkrijgen na aanvraag per brief of fax bij de Afdeling Overheidsopdrachten – Boudewijn-gebouw – Boudewijnlaan 30 Toren 4B, 1000 Brussel – tel.:02-553 76 03 – fax: 02-553 76 05. Het typebestek VL400 en andere typebestekken VL zijn verkrijgbaar via de Regie der Gebouwen, Dienst voor Publicatie en Verkoop van Bestekken, e-mail
[email protected] . Het gebouwenpatrimonium omvat diverse gebouwen van specifieke aard, zoals (niet exhaustief): Kantoorgebouwen met normaal of hoog risico Luchthavens Uitbatingsgebouwen, zoals regieposten betrokken door de afdeling Wegen & Verkeer Gebouwen voor opvang van personen (psychiatrie, jeugdbescherming, …) Onderzoeksgebouwen Musea, gebouwen met culturele en educatieve functie met bezoekers De wetgeving welke toepasselijk is op deze activiteiten is van kracht. Ingeval van discussie over de interpretatie van deze documenten, geldt volgende rangschikking: 1. Het bestek 9/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
2. De Wet van 24 december 1993 en de KB van 8 januari resp. 26 september 1996 betreffende de overheidsopdrachten, en de Wet van 15 juni 2006 3. De Ministeriële Besluiten en de Besluiten van de Vlaamse Regering resp. de Ordonnanties van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Besluiten van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering betreffende de energieprestatieregelgeving en energiebesparende maatregelen 4. De Europese normen 5. Het AREI en de Codex over het Welzijn op het Werk 6. Alle overige vermelde documenten Voor de opdrachten die niet beschreven zijn in onderhavig bestek of waarvan de beschrijving onvolledig is, moet de dienstverlener zich schikken naar de onderrichtingen van de opdrachtgevende overheid. Elke verwijzing in de bovengenoemde wetgeving evenals in de teksten van de bestekken naar de aanbestedende overheid of ambtenaren daarvan moet gelezen worden als een verwijzing naar de Vlaamse overheid en haar personeelsleden. De indeling hierna gebruikt is deze van de wet van 24 december 1993 en van het Koninklijk Besluit van 08 januari 1996 en deze van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996.
I.6 Overige algemeen toepasselijke bepalingen Enkel afwijkende of aanvullende voorschriften t.o.v. deze van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten, van het Koninklijk Besluit van 08 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten en van het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 worden hierna uitdrukkelijk vermeld. Tenslotte zijn er nog aanvullende administratieve bepalingen. Overeenkomstig art. 4 van de Wet van 24/12/1993 en de desbetreffende bepalingen aansluitend bij de verschillende KB’s worden voor de toepassing van deze bepalingen de begrippen “Minister”, “Gemeenschappen”, “Gewesten”, “Opdrachtgevend Bestuur”, “Bevoegde Overheid”, “Maatschappij” e.d. vervangen door “Bestuur”. Tevens gelden volgende punten: 1. Als dit bestek spreekt over gunnings- of aanbestedingsdocumenten, dan bedoelt het daarmee het bestek, de plannen en alle bijhorende documenten die als basis gelden voor het indienen van de offertes. 2. Voorliggende opdrachten hebben een looptijd van 5 jaar, te rekenen vanaf de datum vermeld in de sluitingsbrief. 3. Voor de toepassing van de uitvoeringsregels dient elke bestelling als een afzonderlijke opdracht te worden aanzien. Aldus heeft elke bestelling haar eigen uitvoeringstermijn, oplevering, sancties, enz…, zonder afbreuk te doen aan het geheel van de overeenkomst. 4. Het Bestuur kan jaarlijks een einde aan de opdracht stellen, per aangetekende brief, tenminste drie maanden voor het einde van elk contractjaar. Deze beslissing van nietverlenging van de opdracht geeft geen recht op schadevergoedingen. 5. Dit is geen exclusieve opdracht. Het Bestuur heeft het recht om alternatieve deskundigen/dienstverleners aan te spreken. Indien eventuele eigenaars of exploitanten van gebouwen of gebouwsites waar diensten of personen van de Vlaamse Overheid gehuisvest zijn interesse hebben om beroep te doen op de diensten van de dienstverlener, zal dit aan de zelfde condities gebeuren overeenkomstig dit bestek. Deze uitbreiding is voorzien teneinde voor de technische diensten van het Bestuur te beschikken over uniforme en gelijkaardige documenten, en te beschikken over technische vergelijkbare hulpmiddelen. 6. Het bestek en bijlagen maken gebruik van volgende afkortingen: • IVA, EVA: Intern / Extern Vereenzelvigd Agentschap van de Vlaamse Overheid, met of zonder rechtspersoonlijkheid • GBS: Gebouwbeheersysteem 10/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
•
• • • • • •
GIP: Geïnformatiseerde Inventaris Patrimonium, is de database van de Vlaamse overheid welke alle gebouwen bevat met vermelding van gebouwcode, adresgegevens en een aantal rubrieken welke betrekking hebben op het gebouw. Deze database is consulteerbaar via het Internet, via de browser Internet Explorer, en is onderverdeeld in een aantal rubrieken PV-: PhotovoltaïscheKWO: Koude / Warmte Opslag (geothermie) BEO: Boorgat Energie Opslag (geothermie) WKK: Warmtekrachtkoppeling DNB: Distributienetbeheerder DPF: Derde Partij Financiering
I.7 Lijst afwijkingen algemene aannemingsvoorwaarden Het bestek wijkt af van de AAV voor volgende artikels: • Art. 14: intellectuele rechten (waarborg tegen eisen van derden). Motivatie: het Bestuur acht het noodzakelijk zich te vrijwaren van welke claim dan ook van derden met betrekking tot verworven documentatie en/of software door de dienstverlener. Het Bestuur staat ook vrij om de resultaten te gebruiken op welke manier dan ook gezien de voorbeeldfunctie van de Vlaamse Overheid op vlak van duurzaamheid. • Art. 15: betaling diensten (facturatie aan andere partijen mogelijk dan aan organiserende overheid). Motivatie: het Agentschap voor Facilitair Management treedt in deze opdracht in hoofde van de Vlaamse Gemeenschap / het Vlaams Gewest op als opdrachtencentrale cfr. Artikel 2, 4° van de wet van 15 juni 2006. Dit betekent dat andere overheden die ressorteren onder de Vlaamse Overheid op basis van deze overeenkomst bestellingen kunnen plaatsen. • Art. 20, §4: straffen. Motivatie: het Bestuur acht het noodzakelijk dat een aparte strafbepaling eigen aan de specifieke prestaties wordt toegepast. • Art. 75, §1: boeten wegens laattijdige uitvoering. Motivatie: het Bestuur acht het noodzakelijk dat een aparte boetebepaling eigen aan de specifieke prestaties wordt toegepast.
II. ADMINISTRATIEVE VOORSCHRIFTEN De nummers van de artikels waarnaar wordt verwezen, stemmen overeen met de nummers van de artikels van het KB van 8.1.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en van het KB van 26.9.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en van de algemene aannemingsvoorwaarden als bijlage bij laatst genoemd besluit.
Koninklijk besluit van 8.1.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken II.0.A Artikelen II.0.A.1 ART. 69 en 69bis – Uitsluiting en sociale zekerheidsbijdragen De dienstverlener dient zijn conformiteit met de volgende vereisten aan te tonen door het indienen van de gepaste stukken bij zijn inschrijving, in aanvulling aan Stuk 1. De documenten worden in de juiste volgorde ingediend en worden van elkaar gescheiden door een tussenblad, al dan niet in een andere kleur. Stuk 1 is het inschrijvingsformulier (de offerte) en de ingevulde inventaris. Hierbij horen tevens de documenten welke de bevoegdheid van de ondertekenaar aantonen, volgens de statuten van de onderneming.
11/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de dienstverlener zich niet in een toestand van uitsluiting te bevinden, zoals bedoeld in art. 69. Hij voegt tevens bij zijn offerte de gegevens welke het Bestuur toelaten om via elektronische weg (egovernment) een RSZ-attest van de dienstverlener op te vragen conform art. 72, §5. De buitenlandse dienstverlener voegt bij zijn offerte een attest of een verklaring volgens de bepalingen van art. 69bis, §2. Dit is Stuk 2. De dienstverlener dient bij Stuk 2 eveneens de nodige informatie te verstrekken voor correcte opvraging van deze attesten door de aanbestedende overheid voorafgaand aan selectie: - informatie voor het digitaal bekomen van het attest BTW
II.0.A.2 ART. 70 en 71 – Kwalitatieve selectiecriteria Zijn financiële en economische draagkracht toont hij aan door het voorleggen van de volgende documenten per perceel: • Stuk 3: bewijs van verzekering tegen beroepsrisico’s, voor een bedrag van minimaal 250.000 euro per schadegeval (personen, goederen) met een minimum op jaarbasis van 600.00 euro Zijn technische bekwaamheid en het vermogen deze te handhaven toont hij aan door het voorleggen van volgende documenten: *Voor perceel 1: •
Stuk 4-1:
•
Stuk 5-1:
•
Stuk 6-1:
*Voor perceel 2: •
Stuk 4-2:
•
Stuk 5-2:
verklaring van gebruikte werktuigen, materieel en technische uitrusting. De dienstverlener dient de nodige bewijzen voor te leggen waaruit blijkt dat hij beschikt over gepaste meetapparatuur voor het uitvoeren van metingen in het kader van energieaudits en/of haalbaarheidsstudies en onderzoeken. De dienstverlener dient ook de nodige bewijzen voor te leggen waaruit blijkt dat hij beschikt over het tekenprogramma AUTOCAD (Deze merkverplichting wordt opgelegd in afwijking van art. 85 – wegens in gebruik bij het Bestuur voor het opmaken en bewerken van plannen) verklaring vanwege de werkgever: • waaruit blijkt dat het ingezet personeel de toestemming heeft om zich te begeven op daken. • waaruit blijkt dat de werkgever instaat voor Persoonlijke Beschermings Maatregelen + de nodige vorming van zijn werknemers voor correct gebruik van door het Bestuur voorziene Collectieve Beschermings Maatregelen. Studies en beroepskwalificaties van de werkgever: • Verklaring vanwege de inschrijver waaruit blijkt dat hij beschikt over een minimum van 4 personeelsleden welke beschikken over minstens 3 jaar ervaring bij het opmaken van energieaudits (ervaring te staven door de inschrijver). Minstens 2 van deze personeelsleden dienen te beschikken over het diploma van industrieel ingenieur, architect of burgerlijk-ingenieur(-architect).
verklaring van gebruikte werktuigen, materieel en technische uitrusting. De dienstverlener dient de nodige bewijzen voor te leggen waaruit blijkt dat hij beschikt over gepaste meetapparatuur voor het uitvoeren van metingen in het kader van energieaudits en/of haalbaarheidsstudies en onderzoeken. De dienstverlener dient ook de nodige bewijzen voor te leggen waaruit blijkt dat hij beschikt over het tekenprogramma AUTOCAD (Deze merkverplichting wordt opgelegd in afwijking van art. 85 – wegens in gebruik bij het Bestuur voor het opmaken en bewerken van plannen) verklaring vanwege de werkgever:
12/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
verklaring vanwege de werkgever waaruit blijkt dat het ingezet personeel de toestemming heeft om zich te begeven op daken. • de werkgever staat in voor Persoonlijke Beschermings Maatregelen + de nodige vorming van zijn werknemers voor correct gebruik van door het Bestuur voorziene Collectieve Beschermings Maatregelen. Studies en beroepskwalificaties van de werkgever: • Verklaring vanwege de inschrijver waaruit blijkt dat hij beschikt over een minimum van 4 personeelsleden welke beschikken over minstens 3 jaar ervaring bij het opmaken van haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie (ervaring te staven door de inschrijver). Minstens 2 van deze personeelsleden dienen te beschikken over het diploma van industrieel ingenieur, architect of burgerlijk-ingenieur(architect). •
•
Stuk 6-2:
De aanbestedende overheid heeft het recht om bijkomende toelichtingen of aanvullingen bij de voorgelegde bewijsstukken op te vragen, voor zover ze verenigbaar zijn met het voorwerp van de opdracht en voor zover ze openbaar zijn conform de wettelijke bepalingen inzake openbaarheid van bestuur.
II.0.A.3 ART. 78 – Toegangsverbod Door in te schrijven op deze opdracht, verklaart de inschrijver zich niet in een toestand van onverenigbaarheid te bevinden, zoals bedoeld in dit artikel.
II.0.A.4 ART. 86 – Prijsvaststelling Deze opdracht is een opdracht volgens Prijslijst. Aangezien het hier om een bestellingsopdracht gaat, zullen er geen exacte hoeveelheden kunnen worden opgegeven. De vermoedelijke hoeveelheden opgenomen in de inventaris geven een aanduiding voor het aantal uit te voeren energieaudits enerzijds en het aantal haalbaarheidsstudies en –onderzoeken anderzijds gedurende een periode van 5 jaar. Uiteraard zullen slechts de hoeveelheden volgens de behoeften afgenomen worden. De dienstverlener zal zich in geen geval kunnen beroepen op enige schadevergoeding indien de opgegeven hoeveelheden niet worden verwerkt gedurende de opgegeven periode. De gunning gebeurt ten overstaan van de partij met de voordeligste regelmatige offerte. De dienstverlener dient een prijs in per perceel.
II.0.A.5 ART. 88 – Prijsonderzoek Op verzoek van de aanbestedende overheid verstrekt de dienstverlener alle nodige inlichtingen om het prijsonderzoek van zijn offerte mogelijk te maken. De aanbestedende overheid kan ofwel zelf overgaan tot, ofwel een persoon aanduiden voor het uitvoeren van alle verificaties van de boekhoudkundige stukken en alle onderzoeken ter plaatse, teneinde de juistheid na te gaan van de gegevens die de dienstverlener in het raam van het prijsonderzoek heeft verstrekt.
II.0.A.6 ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte De aandacht van de inschrijver wordt erop gevestigd dat hij zijn offerte en inventaris moet invullen op het bij het bestek behorende formulier. Op elke offerte of inventaris die op een ander document is opgemaakt, moet de inschrijver bovenaan ieder document de volgende verklaring vermelden:
13/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
"Ik, ondergetekende ....., verklaar te hebben nagezien dat de hierna vermelde gegevens volstrekt overeenstemmen met de vermeldingen van het bij het bestek behorende formulier en inventaris en neem daarvoor de volledige verantwoordelijkheid op." Het inschrijvingsformulier en alle aanvullende essentiële stukken dienen in het Nederlands opgesteld te zijn. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan de overheid een, desgevallend beëdigde, vertaling eisen. Alle documenten en nota’s die bij de offerte worden gevoegd, moeten worden gedateerd en ondertekend onder de vermelding: “Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden” of dienen minstens te worden geïnventariseerd. Naast de documenten die volgens dit en andere artikelen verplicht bij de offerte moeten worden gevoegd, dienen ook volgende documenten te zijn bijgevoegd per perceel: • Stuk 7: een lijst van eventuele onderaannemers (artikel 90, § 1, 3°). De dienstverlener specificeert duidelijk het verwachte aandeel van elke onderaannemer. Voor elk van hen moet de nationaliteit, de naam, het adres en het telefoonnummer aangeduid worden. Indien de identificatie nog niet bekend is, zal deze aan het bestuur moeten worden bekendgemaakt alvorens een onderaannemer prestaties levert ter uitvoering van de opdracht. Maximaal 30% kan in onderaanneming worden gegeven per perceel. • Stuk 8: de coördinaten van de dienstverlener en de contactpersoon/ personen voor deze opdracht. Per perceel wordt 1 centrale contactpersoon voorzien. • Stuk 9: Verklaring van de inschrijver waaruit blijkt dat het personeel van de inschrijver het Nederlands machtig is, wat inhoudt dat zij ten allen tijde de mondelinge en schriftelijke instructies van de gebruikers en gebouwverantwoordelijke of zijn gemachtigde dienen te begrijpen. *Voor perceel 1 (Stukken betreffende kwaliteit): •
Stuk 10-1: 5 verplicht in te dienen energieaudits, waarbij minstens 1 voor een kantoorgebouw van minimum 20.000m² nuttige vloeroppervlakte, minstens 2 energieaudits hebben betrekking op kantoorgebouwen van minimum 2.000m² nuttige vloeroppervlakte en minstens 1 audit heeft betrekking op gebouwen van niet-administratieve aard zoals bv. een theater, museum, luchthaven,…. De 5 energieaudits werden door de dienstverlener de laatste 4 jaar uitgevoerd + vermelding per audit van de referenties van de geauditeerde (kantoor)gebouwen en van het opdrachtgevend bestuur en/of opdrachtgevers (contactpersoon, telefoonnummer). Ook de prijs van de 5 afzonderlijke audits en de datum van uitvoering dienen te worden opgegeven.
•
Stuk 11-1: De algemene aanpak en visie van de dienstverlener bij een energieaudit en dit op volgende gebieden: o probleemstelling o methodiek o detaillering o aandachtspunten o rekentools en softwarepakketten o projectmanagement
•
Stuk 12-1: Verplicht in te dienen lastenboek met betrekking tot werken ter uitvoering van energiebesparende maatregelen, conform wetgeving op Overheidsopdrachten, inclusief administratieve bepalingen, technische bepalingen en de meetstaat. Het lastenboek werd door de dienstverlener in de laatste 3 jaar opgemaakt en uitgevoerd met vermelding van de referenties van het opdrachtgevend bestuur en/of opdrachtgevers (contactpersoon, telefoonnummer).
14/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
•
Stuk 13-1: Studie en beroepskwalificaties van de verantwoordelijke voor de leiding van de opdracht en het personeel voorzien voor uitvoering van de opdracht, aan de hand van identificatie en bijhorende beknopte CV. Het Bestuur eist: • een minimum van drie jaar van relevante ervaring (die moet vermeld & aangetoond worden op het CV) in het betrokken vakgebied vanwege de personen die de opdracht zullen uitvoeren om te voldoen aan deze vereiste; • zowel ervaring op vlak van uitvoeren van dergelijke opdrachten als op vlak van samenstellen van bestekken in het kader van de Wet op Overheidsopdrachten; • veiligheidsaspecten: het ingezette personeel dient te beschikken over BA4 of BA5 met gepaste vermelding of dient dit attest te behalen binnen 6 maand na sluiting van de opdracht
*Voor perceel 2 (Stukken betreffende kwaliteit): •
Stuk 10-2: 5 verplicht in te dienen haalbaarheidsstudies, waarbij: o 1 haalbaarheidsstudie met betrekking tot Warmte Kracht Koppeling o 1 haalbaarheidsstudie met betrekking tot biomassaketel o 1 haalbaarheidsstudie met betrekking tot Photovoltaïsche zonnepanelen o 1 haalbaarheidsstudie met betrekking tot windenergie (klein of groot vermogen) o 1 haalbaarheidsstudie met betrekking tot geothermie Deze haalbaarheidsstudies zijn toegepast op gebouwen of gebouwsites in de tertiaire of quartaire sector met een nuttige vloeroppervlakte van minimum 1.000m². De 5 haalbaarheidsstudies werden door de dienstverlener in de laatste 5 jaar uitgevoerd met vermelding van de referenties van de geauditeerde gebouwen/gebouwsites en van het opdrachtgevend bestuur en/of opdrachtgevers (contactpersoon, telefoonnummer). Ook de prijs van de 5 afzonderlijke studies en de datum van uitvoering dienen te worden opgegeven.
•
Stuk 11-2: De algemene aanpak en visie van de dienstverlener bij een haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie en dit op volgende gebieden: o probleemstelling o methodiek o detaillering o aandachtspunten o rekentools en softwarepakketten o projectmanagement o beschikbare kennis en ervaring (bv. lidmaatschap(pen) van relevante technische belangengroepen of vakorganisaties welke affiniteit hebben met het voorwerp van de opdracht)
•
Stuk 12-2: Verplicht in te dienen lastenboek met betrekking tot werken ter uitvoering van een warmtekrachtkoppeling-installatie of ter uitvoering van een PV-zonnepanelen-installatie of ter uitvoering van een windmolen-installatie of ter uitvoering van een geothermische installatie (KWO- of BEO-toepassing), conform wetgeving op Overheidsopdrachten, inclusief administratieve bepalingen, technische bepalingen en de inventaris. Het lastenboek werd door de dienstverlener in de laatste 3 jaar opgemaakt met vermelding van de referenties van het opdrachtgevend bestuur en/of opdrachtgevers (contactpersoon, telefoonnummer). 15/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
•
Stuk 13-2: Studie en beroepskwalificaties van de verantwoordelijke voor de leiding van de opdracht en het personeel voorzien voor uitvoering van de opdracht, aan de hand van identificatie en bijhorende beknopte CV. Het Bestuur eist: • een minimum van drie jaar van relevante ervaring (die moet vermeld & aangetoond worden op het CV) in volgende betrokken vakgebieden vanwege de personen die de opdracht zullen uitvoeren om te voldoen aan deze vereiste: o PV-zonnecellen o Windenergie o Bio-energie o Warmtekrachtkoppeling o Geothermie • zowel ervaring op vlak van uitvoeren van dergelijke opdrachten als op vlak van samenstellen van bestekken in het kader van de Wet op Overheidsopdrachten; • veiligheidsaspecten: het ingezette personeel dient te beschikken over BA4 of BA5 met gepaste vermelding of dient dit attest te behalen binnen 6 maand na sluiting van de opdracht
• Stuk 14-2: Oplijsting van parameters die onderzocht worden in het kader van de testboringen en analyses Geothermie BEO/KWO.
II.0.A.7 ART. 97 – Inventaris De vermoedelijke hoeveelheden (VH) zoals deze vermeld staan op de inventaris, kunnen door de dienstverlener niet gewijzigd worden.
II.0.A.8 ART. 100 – Prijsopgave Het bedrag van de BTW is onderwerp van een speciale post in de inventaris. Deze wordt in een afzonderlijke post op het einde van de inventaris opgenomen. De prijzen worden in de offerte in euro opgegeven. De dienstverlener dient de eenheidsprijzen voor elke post tot 2 cijfers na de komma op te geven.
II.0.A.9 ART. 101 – Percelen
Perceel 1: Energieaudits de Perceel 2: Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie. Dit 2 perceel bestaat uit 3 deelprestaties, zijnde: 2A) Verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek hernieuwbare energie voor grote gebouwen > 1000m² - EPR Vlaanderen 2B) Verplicht wettelijke technisch en economische haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie - EPR Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2C) Haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie
De aanbestedende overheid heeft het recht één of meerdere percelen niet te gunnen en eventueel opnieuw te gunnen op dezelfde of op een andere wijze. Het is de dienstverlener toegestaan verbeteringsvoorstellen te bieden, onder de vorm van een procentuele korting, in geval hij voor meerdere percelen een offerte indient en meerdere percelen aan hem worden gegund.
16/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
II.0.A.10
ART. 102 – Taalgebruik
De dienstverlener gebruikt uitsluitend het Nederlands in zijn mondelinge en schriftelijke relatie met het opdrachtgevend bestuur. Van documenten die enkel in een andere taal beschikbaar zijn, kan het bestuur een, desgevallend beëdigde, vertaling eisen.
II.0.A.11
ART. 106 – Opening van de offerten
De opening van de offerteformulieren zal plaatsvinden op 25/11/ 2010 om 11.00 uur, ten overstaan van de heer Gert Potoms, algemeen directeur of zijn afgevaardigde, Vlaamse overheid - Agentschap voor Facilitair Management – Afdeling Aanbestedingen en Ondersteuning, Boudewijngebouw – Boudewijnlaan 30 - bus 60 - 1000 Brussel. MOGELIJKHEID OM GEBRUIK TE MAKEN VAN E_TENDERING. Nadere inlichtingen kunnen bekomen worden via onderstaand e-mail adres:
[email protected]
II.0.A.12
ART. 113 - Varianten
Er zijn geen verplichte of vrije varianten.
II.0.A.13
ART.115 – Offerteaanvraag / Gunningscriteria en varianten
Criteria op grond waarvan de Opdrachtgever, bij toepassing van art. 16 van de wet van 24 december 1993, de voordeligste offerte zal kiezen per perceel, in volgorde van afnemend belang: • •
Technische waarde - kwaliteit: 50 punten Prijs: 50 punten
De berekening van de punten geschiedt tot op 1 cijfer na de komma waarbij wordt afgerond naar de boven indien het 2 cijfer na de komma groter of gelijk is aan 5. Bij gelijke totaalscore van twee of meerdere dienstverleners kan het Bestuur, voor de schifting van de dienstverleners, vragen een verbetering van hun offerte in te dienen. Technische waarde – kwaliteit (50 punten): d) PERCEEL 1: Energieaudits De technische waarde wordt beoordeeld op basis van: • De 5 verplicht in te dienen energieaudits (zie stuk 10-1 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 60% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (groot belang). De 5 ingediende energieaudits worden beoordeeld op basis van de algemene aanpak, detaillering, opbouwende samenstelling door toepassing en scheiding van disciplines, weergave van de historische gegevens, opbouw economische analyse, opbouw besluit,…). Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 30 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
17/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Formule:
•
deelscore dienstverlener x 30 hoogste deelscore
Het verplicht in te dienen lastenboek met betrekking tot werken ter uitvoering van een energiebesparende maatregel vooropgesteld in een energieaudit (zie stuk 12-1 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 20% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (middelmatig belang). Het ingediende lastenboek wordt beoordeeld op basis van de conformiteit aan de Wet op Overheidsopdrachten, de voorgestelde selectie- en gunningscriteria, de algemene uitwerking, opbouw van de meetstaat,…. Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 10 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
•
deelscore dienstverlener x 10 hoogste deelscore
De algemene aanpak en visie van de dienstverlener bij een energieaudit. (zie stuk 111 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 10% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (laag belang). De algemene aanpak en visie worden beoordeeld op basis van de probleemstelling, de voorgestelde methodiek, de gehanteerde detaillering en aandachtspunten, het gebruik van rekentools en softwarepakketten, de visie en aanpak van het projectmanagement. Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 5 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
•
deelscore dienstverlener x5 hoogste deelscore
Studie en beroepskwalificaties van de verantwoordelijke voor de leiding van de opdracht en het personeel voorzien voor uitvoering van de opdracht, aan de hand van identificatie en bijhorende beknopte CV (zie stuk 13-1 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 10% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (laag belang). Er wordt beoordeeld op basis van de relevante ervaring (die moet vermeld & aangetoond worden op het CV) in het betrokken vakgebied vanwege de personen die de opdracht zullen uitvoeren; op basis van de relevante ervaring op vlak van uitvoeren van dergelijke opdrachten als op vlak van samenstellen van bestekken in het kader van de Wet op Overheidsopdrachten en op basis van de veiligheidsaspecten: het ingezette personeel dient te beschikken over BA4 of BA5 met gepaste vermelding of dient dit attest te behalen binnen 6 maand na sluiting van de opdracht. Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 5 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
deelscore dienstverlener x5 hoogste deelscore
e) PERCEEL 2: Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie
18/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
De technische waarde wordt beoordeeld op basis van: • De 5 verplicht in te dienen haalbaarheidsstudies (zie stuk 10-2 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 60% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (groot belang). De 5 ingediende haalbaarheidsstudies worden beoordeeld op basis van de algemene aanpak, detaillering, opbouwende samenstelling door toepassing en scheiding van disciplines, opbouw economische analyse, opbouw besluit,…). Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 30 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
•
deelscore dienstverlener x 30 hoogste deelscore
Het verplicht in te dienen lastenboek met betrekking tot werken ter uitvoering van een warmtekrachtkoppeling-installatie of ter uitvoering van een PV-zonnepaneleninstallatie of ter uitvoering van een windmolen-installatie of ter uitvoering van een geothermische installatie (KWO- of BEO-toepassing). (zie stuk 12-2 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 20% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (middelmatig belang). Het ingediende lastenboek wordt beoordeeld op basis van de conformiteit aan de Wet op Overheidsopdrachten, de voorgestelde selectie- en gunningscriteria, de algemene uitwerking, opbouw van de meetstaat,…. Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 10 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
•
deelscore dienstverlener x 10 hoogste deelscore
De algemene aanpak en visie van de dienstverlener bij een haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie. (zie stuk 11-2 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 10% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (laag belang). De algemene aanpak en visie worden beoordeeld op basis van de probleemstelling, de voorgestelde methodiek, de gehanteerde detaillering en aandachtspunten, het gebruik van rekentools en softwarepakketten, de visie en aanpak van het projectmanagement en de beschikbare kennis en ervaring. Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 5 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
•
deelscore dienstverlener x5 hoogste deelscore
Studie en beroepskwalificaties van de verantwoordelijke voor de leiding van de opdracht en het personeel voorzien voor uitvoering van de opdracht, aan de hand van identificatie en bijhorende beknopte CV (zie stuk 13-2 in ART. 89 en 90 – Vorm en inhoud van de offerte): 10% binnen het criterium ‘Technische waarde’ (laag belang). Er wordt beoordeeld op basis van de relevante ervaring (die moet vermeld & aangetoond worden op het CV) in de volgende vakgebieden (PV-zonnecellen, Windenergie, Bioenergie, WarmteKrachtKoppeling en Geothermie) vanwege de personen die de opdracht zullen uitvoeren; op basis van de relevante ervaring op vlak van uitvoeren van dergelijke opdrachten als op vlak van samenstellen van bestekken in het kader van de Wet op Overheidsopdrachten en op basis van de veiligheidsaspecten: het ingezette
19/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
personeel dient te beschikken over BA4 of BA5 met gepaste vermelding of dient dit attest te behalen binnen 6 maand na sluiting van de opdracht. Formule: o o
de dienstverlener met de hoogste deelscore ontvangt de score van 5 punten de inschrijvers met lagere deelscore ontvangen een score proportioneel aan de hoogste deelscore:
Formule:
deelscore dienstverlener x5 hoogste deelscore
Prijs (50 punten) per perceel: De prijsbepaling voor elk perceel gebeurt aan de hand van de opgegeven prijzen in de inventaris. De prijzen van de offertes van de verschillende dienstverleners zullen beoordeeld en gequoteerd worden door toepassing van volgende formule: o
o o
de scores worden bepaald aan de hand van de prijzen van de te beoordelen offertes; deze prijzen bestaan uit de (rekenkundig verbeterde) inschrijvingsprijzen de dienstverlener met de laagst regelmatige offerte ontvangt de score van 50 punten de inschrijvers met een hogere prijs ontvangen een score proportioneel aan de prijs van de laagst regelmatige offerte:
Formule:
bedrag _ laagst _ regelmatige _ offerte x 50 bedrag _ offerte _ dienstverlener
Om het bestuur toe te laten een beoordeling op te maken, zal de dienstverlener bij zijn inschrijving de nodige documenten voegen, die toelaten elk van de opgesomde criteria te evalueren. Het indienen van afzonderlijke offertes met vrije varianten is verboden.
II.0.A.14
ART. 116 – Gestanddoeningstermijn
De dienstverleners blijven gebonden door hun offerte gedurende een termijn van honderd tachtig kalenderdagen, ingaand de dag na de uiterste indieningsdatum van de offertes.
Koninklijk besluit van 26.9.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en de concessies voor openbare werken en de algemene aannemingsvoorwaarden
20/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
II.0.B Algemene administratieve voorschriften in toepassing van de
bijlage: Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken II.0.B.1 ART. 1 – Leiding en toezicht op uitvoering Het mandaat van de leidende ambtenaar bestaat enkel uit: a) de technische en administratieve opvolging van de diensten tot en met de oplevering; b) de keuring van de prestaties, zowel de a priori als de a posteriori keuring; c) het nazicht van de schuldvorderingen en facturen; d) het opstellen van de processen-verbaal; e) de opleveringen; f) het instaan voor het toezicht op de prestaties; dit toezicht omvat onder meer het geven van onderrichtingen, telkens wanneer het bestek of de gunningsdocumenten onvolledig of onduidelijk zijn.
II.0.B.2 ART. 4, §1, 3° - Plannen, documenten en voorwerpen De dienstverlener is verplicht zich vooraf persoonlijk te vergewissen over de uitvoeringsvoorwaarden van de opdracht. De dienstverlener stelt op zijn kosten de detail- en werktekeningen en de eventuele berekeningsnota's op en legt deze ter goedkeuring voor aan het Bestuur. Dit geldt voor de artikelen zoals gevraagd in de beschrijving van de diensten.
II.0.B.3 ART. 5, §1 - Bedrag borgtocht De borgtocht is vastgesteld op 10% van het bedrag van de waarde (netto-prijs) van de inschrijving, per toegewezen perceel. Deze vermoedelijke hoeveelheid wordt gelijkgesteld met de inventaris van de betreffende percelen. Onder prijs wordt bovendien verstaan: de prijs zonder BTW op de dag van gunning voor de toegewezen percelen. Dit bedrag wordt afgerond naar het hogere gelegen tiental. Binnen de dertig kalenderdagen die op de datum van de betekening van de gunning volgen moet de dienstverlener aan de aanbestedende overheid het bewijs leveren dat de borgtocht werd gestort door voorlegging van het ondertekend bewijs tot vaststelling van de borgtocht of het bewijs leveren dat de aanvang van de borgtocht-procedure is gestart. Het bewijs van storting van de borgtocht moet gestuurd worden ter attentie van de leidend ambtenaar. Het voorleggen van het bewijs van betaling aan een door de overheid als bevoegd erkende instelling neutraliseert de termijn.
II.0.B.4 ART. 10 - Onderaannemers De dienstverlener dient op het offerteformulier aan te geven indien en met welke onderaannemers hij zal werken. De dienstverlener dient aan degene die de uitvoering van de opdracht leidt, het bewijs voor te leggen dat, op het ogenblik dat hij de uitvoering van een deel van de opdracht aan een onderaannemer toevertrouwt, deze zich niet bevindt in één van de gevallen bedoeld in art. 68 en het KB van 8 januari 1996. Zolang deze bewijzen niet zijn voorgelegd mag een onderaannemer geen diensten verlenen. De dienstverlener blijft in alle gevallen aansprakelijk ten opzichte van het bestuur. De inschrijver identificeert de onderaannemer(s) in Stuk 7.
21/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Het aandeel van de onderaannemer per perceel is gelimiteerd tot 30% van de prijs van de inschrijving. De dienstverlener licht steeds toe wat hij in onderaanneming laat uitvoeren.
II.0.B.5 ART. 13,§ 2 - Prijsherziening De prijsherziening geschiedt volgens de formule: p = P x (0,8 x s/S + 0,2) p = herziene bedrag P = bedrag vorderingstaat s = het gemiddelde uurloon van kracht op de aanvangsdatum van de maand waarin de betaling gebeurt, verhoogd met het totaalpercentage van de sociale lasten en verzekeringen op deze datum. Voor deze waarde wordt dezelfde bron toegepast als voor de waarde S. S = het gemiddelde uurloon van de werklieden, van kracht 10 dagen vóór de datum die voor het openen van de offertes is vastgesteld. Deze waarde wordt bepaald op basis van het landsgemiddelde voor de parameter ‘s’ voor bedrijven met meer dan 10 werknemers zoals gedefinieerd door Agoria, na goedkeuring door de FOD bevoegd voor economie. Prijsherzieningen worden enkel toegestaan op de arbeidskosten, niet op de materiaalkosten wegens de beperkte impact ervan. Als indexwaarden voor Agoria (www.agoria.be) wordt het landsgemiddelde genomen. Voor buitenlandse dienstverleners is de prijsherziening eveneens van toepassing. De dienstverlener heeft het recht hiertoe alternatieve maar equivalente parameters voor te stellen. De buitenlandse dienstverlener dient de equivalentie met de door het Bestuur bepaalde parameters aan te tonen. Het Bestuur dient de waarde van deze parameters te kunnen controleren op elk tijdstip. De buitenlandse dienstverlener dient hiertoe de nodige maatregelen te treffen. Prijsherzieningen worden berekend op basis van de prijzen exclusief BTW.
II.0.B.6 ART. 14 - Intellectuele rechten a) De dienstverlener dient alle maatregelen te treffen om het confidentiële karakter van de gegevens en onderzoeksresultaten te doen bewaren door hemzelf en door eenieder die er toegang toe heeft. b) Het Bestuur wordt eigenaar van de in dit bestek beschreven diensten en prestaties. c) De resultaten van de in dit bestek beschreven diensten en prestaties kunnen door het Bestuur gebruikt worden op om het even welke manier. d) Waarborg tegen eisen van derden. De dienstverlener dient het Bestuur te vrijwaren tegen elke vordering van derden met betrekking tot de in het kader van deze overeenkomst geleverde documentatie en/of software die het gevolg kan zijn van het miskennen door de dienstverlener van bepaalde rechten, welke ook de rechten zijn (eigendomsrecht, auteursrecht, gebruiksrecht, exclusieve distributierechten, …). De dienstverlener dient op eigen kosten tussen te komen in elk al dan niet gefundeerd geding dat voortvloeit uit deze eisen. De dienstverlener verklaart dat in de contracten met zijn werknemers geen clausule is opgenomen die het auteursrecht aan deze werknemers verleent. De dienstverlener verklaart dat in de contracten met zijn onderaannemers geen clausule is opgenomen die het auteursrecht aan deze onderaannemers verleent. Indien het Bestuur door één van de hierboven vermelde redenen verhinderd wordt om de documentatie en/of software te gebruiken, dient de
22/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
dienstverlener op eigen kosten deze aan te passen of te vervangen met behoud van de oorspronkelijke inhoud en gebruiksmogelijkheden.
II.0.B.7 ART. 15 - Betalingen a) Dit bestek wijkt uitdrukkelijk af van de bepalingen van artikel 1254 van het Burgerlijk Wetboek inzake de toerekening van de betalingen. Elke betaling zal dan ook bij voorrang toegerekend worden op de hoofdsommen en pas daarna op de intresten. b) De betalingen betreffende deze opdracht zijn ten laste van het Agentschap AFM, tenzij anders bepaald bij het opmaken van de bestelling. Vlaamse overheid IVA voor Facilitair Management Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30, bus 61 1000 Brussel c) Elke factuur wordt opgemaakt op naam en adres van de dienst of persoon die vermeld wordt in de rubriek “betalende klant” van de overeenkomst welke wordt opgesteld tussen de weerhouden dienstverlener en het Bestuur, binnen een termijn van drie maanden na gunning van het contract. Deze gegevens kunnen te allen tijde door het Bestuur aangepast worden in functie van interne reorganisaties of aanpassing van de infrastructuur of het beschikbaar komen van bijkomende informatie. De inschrijver wordt gewezen op volgende mogelijke situaties: de factuur kan ten laste zijn van 1 entiteit van de Vlaamse Overheid de factuur kan ten laste zijn van meerdere entiteiten van de Vlaamse Overheid, welke de betaling uitvoeren volgens een vooraf gecommuniceerde verdeelsleutel de factuur kan ten laste zijn van een entiteit van de Vlaamse Overheid en een derde partij, welke zowel een private partij als een andere overheidsinstelling kan zijn. Dergelijke situatie komt voor wanneer de Vlaamse Overheid een gebouw deelt met derden de factuur kan ten laste zijn van een private partij, welke instaat voor het beheer van een gebouw of gebouwensite waarin diensten van de Vlaamse Overheid gehuisvest zijn. Dergelijke situatie komt voor wanneer contractuele afspraken bestaan tussen de Vlaamse Overheid en deze derde partij (private partij of andere overheidsinstelling) aangaande de verdeling van lasten en de uitoefening van de betalingsverantwoordelijkheid De betalende klant is rechtstreeks en exclusief de enige die in aanmerking komt als verantwoordelijke voor de betaling. De aanbestedende overheid is bijgevolg geen schuldenaar, noch van de hoofdstom noch van eventuele intresten. De betaling van de dienstverleningen kan geblokkeerd worden indien de factuur niet beantwoordt aan de gestelde vereisten. De dienstverlener heeft geen recht op intresten van uitstel van betaling tenzij de blokkering gebeurt op basis van een fout van het Bestuur, noch op verbreking van het contract. d) Perceel 1: De dienstverlener is verplicht zijn factuur voor te leggen aan het Bestuur na elke deelopdracht (dus na oplevering van een door het Bestuur of bestellende dienst in bestelling gestelde deelopdracht). Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt. e) Perceel 2: De dienstverlener is verplicht zijn factuur voor te leggen aan het Bestuur op driemaandelijkse basis. Ingeval de aanvangsdatum van de opdracht niet toelaat om op e trimesterbasis te werken wordt de eerste factuur pas ingediend op de eerstkomende 1 e e e april, 1 juli, 1 oktober of 1 januari, teneinde voor de verdere facturen te komen tot een facturatie per trimester op jaarbasis. Elk berekend totaalbedrag in euro wordt desgevallend afgerond naar de hogere of lagere tweede decimaal, al naargelang de derde decimaal minstens 5 of minder bedraagt. f)
De bestellende diensten zijn de enige verantwoordelijken voor alle inlichtingen ingevuld (of niet) op een bestelling. Ingeval van twijfel (onleesbare bestelling, foutieve 23/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
adresgegevens, …) wordt de dienstverlener verzocht rechtstreeks contact op te nemen met de bestellende dienst alvorens de dienst uit te voeren. De leveringstermijn gaat pas in vanaf het moment van ontvangst van een correct of voldoende ingevulde bestelling. De dienstverlener bevestigt de ontvangst van de bestelling (telefonisch, per fax of per e-mail met ontvangstnotificatie), en deelt eventueel extra relevante informatie mee. De bestellingen die door de klant gedateerd zijn op de laatste werkdag van deze opdracht dienen nog te worden uitgevoerd tegen de voorwaarden van die opdracht. g) Deze factuur, naargelang prestatie, vermeldt volgende elementen: -het besteknummer -het vastleggingsnummer -een volgnummer op basis van de periode van uitvoering (vb. factuur 1) -bij elke factuur welke prestaties bevat voor meerdere gebouwen wordt een document gevoegd met opsplitsing per gebouw (enkel indien een opdracht binnen dit gebouw/gebouwsite volledig is afgewerkt), en dit in functie van de artikelen van de inventaris. Per gebouw/gebouwsite wordt de mogelijkheid voorzien om een aparte factuur op te vragen teneinde de kosten door te rekenen aan diensten welke samen met de Vlaamse Overheid gebruik maken van de aanwezige faciliteiten. Het Bestuur kan tevens bij aanvang van het contract verzoeken om voor bepaalde gebouwen/gebouwsites een specifiek facturatie-adres in voege te nemen of een specifiek BTW-tarief toe te passen -als bijlage(n) de energieaudits / haalbaarheidsonderzoeken / haalbaarheidsstudies of wanneer deze reeds zijn aangeleverd door de dienstverlener en goedgekeurd door het Bestuur. Enkel in deze gevallen is de factuur rechtsgeldig. h) Er worden geen voorschotten uitgekeerd. i)
Overeenkomstig de Wet op de Overheidsopdrachten bedraagt de betalingstermijn vijftig dagen.
II.0.B.8 ART. 18 - Rechtsvorderingen Elke rechtsvordering van de dienstverlener wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geding.
II.0.B.9 ART. 19,§ 1 - Opleveringen De kosten van de prestaties die in verband met de opleveringen worden geleverd door derden worden ten laste van de dienstverleners aangerekend tegen de door deze derden gefactureerde kostprijs. Dit kan bijv. inhouden: facturen ingediend door aannemers voor het verlenen van bijstand aan de dienstverlener bij het vervullen van zijn opdracht. De kosten van de prestaties die de dienstverlener in verband met de oplevering zelf uitvoert, blijven te zijner laste. De oplevering gebeurt op basis van de rapportering door de dienstverlener. Het Bestuur heeft het recht om deze rapportering te betwisten en vermeldt hierbij de elementen welke tot deze betwisting leiden. Het Bestuur heeft het recht om de gegevens in de rapporteringen te laten controleren door een andere firma, deskundige of gelijkaardig welke beschikt over de nodige certificaten en kennis, en dit binnen een periode van twee maanden na het doorgeven van de gegevens. Ingeval van ernstige onregelmatigheid zullen volgende stappen ondernomen worden: De dienstverlener betwist de nieuwe resultaten niet. De kosten voor het onderzoek worden gedragen door de dienstverlener en de straffen vermeld onder ART. 20, §4 worden toegepast per vastgestelde fout, overeenkomstig de bepalingen van ‘ernstige onregelmatigheid in het rapport’ De dienstverlener betwist de nieuwe resultaten binnen een periode van veertien kalenderdagen. Een nieuw onderzoek wordt gevoerd door een derde firma, deskundige of gelijkaardig welke beschikt over de nodige certificaten en kennis. Deze firma, deskundige of gelijkaardig wordt aangeduid door het Bestuur. De resultaten van deze derde firma, deskundige of gelijkaardig zijn bepalend en worden door alle partijen aanvaard. 24/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
•
•
II.0.B.10
Ingeval deze resultaten opnieuw wijzen op een fout van de dienstverlener, zal deze de kosten voor alle onderzoeken dragen, en zal het Bestuur de straffen vermeld onder ART.20, §4 tweemaal toepassen per vastgestelde fout. Ingeval deze resultaten het gelijk van de dienstverlener aantonen, is de dienstverlener vrijgesteld van alle straffen. De kosten voor de onderzoeken worden gedragen door het Bestuur.
ART. 20,§ 4 - Straffen
a) De enige straf wordt bepaald op 270,00 euro; de dagelijkse straf op 135,00 euro per werkdag. Verder is van toepassing: Niet deelnemen aan eventueel geplande vergaderingen zonder geldige reden. Deze vergaderingen worden minstens 2 werkdagen vooraf meegedeeld. Straf: enige straf per vergadering. Niet verwittigen van de lokale contactpersonen bij uitstel van uitvoering prestaties: dagelijkse straf per werkdag zolang de lokale contactpersoon niet is verwittigd. Uitzondering op deze maatregel: overmacht te wijten aan ziekte of de onmogelijkheid om de locatie te bereiken; tot dit artikel behoort evenmin de vertraging welke de uitvoerder oploopt ten gevolge van files welke leiden tot vertraging in het uur van aankomst. Het Bestuur stelt wel dat directe kennisgeving van vertraging met alle ter beschikking staande middelen dient te gebeuren (GSM, …). Ernstige onregelmatigheid in de energieaudit, het haalbaarheidsonderzoek of –studie. Straf: enige straf per onregelmatigheid. Aantoonbare fouten en/of onnauwkeurige controle van de datagegevens en/of onvolledigheid. Straf: enige straf per gebrekkig of ontbrekend gegeven. Onder onvolledigheid valt niet: de situatie waar gegevens niet met het blote oog konden opgemerkt worden zonder de verplaatsing van zwaar materieel of bij het buitendienst stellen van de installatie. De dienstverlener moet dit belet in voorkomend geval wel kunnen aantonen. Niet terugbezorgen van de door het Bestuur ter beschikking gestelde originele architectuurplannen in papieren/calquen-versie. Straf: enige straf per plan. Uitzonderingen: Inzet van personeel dat niet beantwoordt aan de technische vereisten. Straf: 500,00 euro per inbreuk. De dienstverlener blijft als enige aansprakelijk voor alle gevolgen ingeval van een incident. In geval van vrijgave van facturatie- of verbruikgegevens van het Bestuur zonder toestemming. Straf: 500,00 euro per inbreuk. Verantwoording: deze straf is op deze hoogte gebracht aangezien het Bestuur veel belang hecht aan de geheimhouding van informatie welke niet door het Bestuur zelf beschikbaar wordt gesteld voor het publiek. Ingeval tijdens de uitvoering van de werken blijkt dat de technische voorschriften of de plannen opgesteld door de dienstverlener dermate foutief zijn dat zij aanleiding geven tot meerkosten t.o.v. de inschrijvingsprijs ten belope van minstens 30% (omgerekend door inverse indexatie naar het ogenblik van opmaak van opening van uitvoeringsbestek), bedraagt de straf 500 euro per % in meer boven de 30% afwijking, voorzover de meerkosten niet het gevolg zijn van ingrijpende wijzigingen aan de plaats van uitvoering. Ingeval de raming (zie paragrafen III.1.F.5 en III.1.C.7.1 Technisch bestek & raming van de technische bepalingen) voorgesteld door de dienstverlener, 30% of meer afwijkt van de reële inschrijvingsprijs (herrekend naar de datum van de raming op basis van de prijsherziening) bedraagt de straf: - Ingeval de reële inschrijvingsprijs meer dan 30% boven de raming: 500 euro x (afwijking tov raming -130) of - Ingeval de reële inschrijvingsprijs meer dan 30% onder de raming: 500 euro x (70 – afwijking tov raming), 25/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
behoudens exceptionele door de dienstverlener aan te tonen, en door het Bestuur te aanvaarden, economische omstandigheden welke de samenstelling van een degelijke raming bemoeilijken. Dit houdt in dat bij een afwijking van 32% t.o.v. het ramingsbedrag een straf van 1000 euro kan toegepast worden. Het Bestuur motiveert deze strafbepaling door het belang van een degelijke raming bij de besluitvorming van het Bestuur Het totale bedrag van de boetes wordt beperkt tot 20% van de weerhouden inschrijvingssom. b) De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als: -de inbreuk is gepleegd. -er werknemers zijn op wie de inbreuk is gepleegd. De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de dienstverlener niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven bepaald, vermenigvuldigd met het aantal malen dat deze inbreuk werd vastgesteld. Deze afwijking van de AAV wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende dienstverlener mogelijk is.
II.0.B.11
ART. 67 – Inbegrepen prijselementen
In de prijzen zijn inbegrepen: - alle administratie- en secretariaatskosten - alle verplaatsings-, vervoers- en verzekeringskosten - het elektronisch doorsturen en inbrengen van de rapporten - de voorziene vergaderingen volgens de technische bepalingen met verslag - alle prestaties vermeld in de technische bepalingen van dit bestek - alle kosten van meetapparatuur en software voor het opmaken van de energieaudits en de haalbaarheidsstudies en –onderzoeken - kosten voor het opmaken van plannen, schema’s en opmetingen nodig vooraleer de goedkeuring door het Bestuur kan gegeven worden voor de uitvoering van het desbetreffende project - kosten verbonden aan de opleveringen - alle projectkosten - alle verdere kosten vermeld in de technische bepalingen van dit bestek
II.0.B.12
ART. 69, §1 - Vaste of minimale hoeveelheden
Er zijn geen vaste of minimale hoeveelheden. De vermoedelijke hoeveelheden uit de inventaris zijn bijgevolg geraamd. De opdrachtgever behoudt zich onverkort het recht voor om bepaalde posten uit de inventaris niet toe te wijzen. Dit kan onder geen enkele voorwaarde aanleiding geven tot schadevergoeding ten voordele van de dienstverlener.
II.0.B.13
ART. 69, §3 en §4 - Uitvoeringstermijnen
De globale uitvoeringstermijn start uiterlijk 3 weken na de toewijzing van de opdracht. Dit houdt in dat de weerhouden dienstverlener vanaf die periode organisatorisch in staat moet zijn om de opdracht aan te vangen. Perceel 1: Energieaudits o Binnen 2 weken na de startdatum vermeld in de bestelling per deelopdracht (na goedkeuring van de offerte of bestelbon ingeval andere lokale entiteiten gebruik maken van deze overeenkomst) dient er een door de dienstverlener georganiseerde startvergadering plaats te vinden. De presentatievergadering (met de resultaten van 26/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
o
o
de energieaudit inclusief aflevering rapport) dient maximaal 8 weken na de startvergadering plaats te vinden behoudens anders overeengekomen. De Algemene handleiding en het eindrapport worden aangevat uiterlijk 3 weken na de toewijzing van de opdracht respectievelijk 8 maanden voor het beëindigen van de opdracht. De eerste vergadering aangaande de handleiding zal binnen de 3 maanden na toewijzing van de opdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij zullen de grote lijnen voorgesteld worden door middel van een draft-versie van de handleiding. De tweede vergadering zal binnen de 6 maanden na toewijzing van de opdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij zal het definitieve karakter vastliggen en een voorontwerp van de handleiding beschikbaar worden gesteld ter bespreking. De derde vergadering zal binnen de 9 maanden na toewijzing van de opdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij is het definitief ontwerp van de Handleiding aangepast aan de resultaten van alle uitgevoerde energieaudits. De Algemene handleiding wordt finaal voorgelegd aan het Bestuur binnen de 10 maanden na toewijzing van de opdracht. Het bijwerken van deze Algemene Handleiding tijdens de verdere uitvoering van dit bestek maakt deel uit van de opdracht van de dienstverlener, zonder meerkosten voor het Bestuur. De eerste vergadering aangaande het eindrapport zal uiterlijk 6 maanden voor het beëindigen van de totaalopdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij zullen de grote lijnen voorgesteld worden door middel van een draft-versie van het eindrapport. De tweede vergadering zal uiterlijk 3 maanden voor het beëindigen van de totaalopdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij zal het definitieve karakter vastliggen en een voorontwerp van het eindrapport beschikbaar worden gesteld ter bespreking. Het finaal eindrapport zal voorgesteld worden 10 werkdagen voor het beëindigen van de totaalopdracht op een vergadering georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij is het definitief ontwerp van het eindrapport aangepast aan de resultaten van alle uitgevoerde energieaudits. Het benchmarkingsrapport wordt voorgesteld op een vergadering georganiseerd door de dienstverlener uiterlijk 2 maanden na de startdatum van de bestelling voor opmaak van een benchmarkingsrapport. Opmerkingen worden behandeld door de dienstverlener en een aangepast benchmarkingsrapport wordt doorgegeven aan het Bestuur.
Perceel 2: Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie
Deelprestatie 2A: Verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek hernieuwbare energie voor grote gebouwen – EPR Vlaanderen o Algemeen geldt dat het haalbaarheidsonderzoek via een samenvattend webformulier ingediend moet worden bij het Vlaamse Energieagentschap binnen de maand na het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning, behoudens gemotiveerd en door het Bestuur aanvaard verzoek van de dienstverlener tot tijdelijke schorsing van deze opdracht. De schorsing kan maximaal verleend worden voor 14 kalenderdagen. Het Bestuur is niet aansprakelijk voor de eventuele maatregelen genomen door de regelgevende overheid op basis van dit goedgekeurd schorsingsverzoek. o Het Bestuur zal de dienstverlener tijdig verwittigen indien een haalbaarheidsonderzoek dient uitgevoerd te worden. Dit betekent dat het Bestuur uiterlijk binnen de 7 kalenderdagen na datum van aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning de opdracht zal geven aan de dienstverlener via mail of fax. De dienstverlener staat vervolgens in voor het tijdig indienen (zie wetgeving in technische bepalingen) van het samenvattend webformulier bij het Vlaams Energieagentschap. Indien de dienstverlener de opdracht niet tijdig heeft ontvangen (dus niet binnen de 8 kalenderdagen na aanvraag stedenbouwkundige vergunning), kan de dienstverlener alsnog afzien van deze deelopdracht en dit zonder enig recht op schadevergoeding in welke hoedanigheid ook. o Uiterlijk 23 kalenderdagen na de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning organiseert de dienstverlener een
27/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
o
o
Deelprestatie 2B: Verplicht wettelijke ‘Technische en economische haalbaarheidsstudie’ – EPR Brussels Hoofdstedelijk Gewest o
o
presentatievergadering waarbij de bespreking plaatsvindt van het haalbaarheidsonderzoek met het Bestuur. Uiterlijk 26 kalenderdagen na de aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning levert de dienstverlener de door het Bestuur goedgekeurde en de door de dienstverlener ondertekende haalbaarheidsonderzoek af aan het Bestuur in een volledige papieren versie in 5-voud en een digitale versie in pdf- en doc-formaat. Uiterlijk 27 kalenderdagen na de aanvraagdatum van een stedenbouwkundige vergunning vult de dienstverlener een voorlopig samenvattend webformulier van VEA in via een emailadres opgegeven door het Bestuur. De dienstverlener slaat het formulier voorlopig op en bezorgt het Bestuur een digitale kopie in pdf-formaat van het voorlopige formulier met inbegrip van de code. Het Bestuur zal zelf de gegevens definitief opslaan en indienen in de VEA-databank.
Standaard haalbaarheidsstudie: De uitvoeringstermijn voor het opmaken en opleveren van de standaard haalbaarheidsstudie bedraagt 5 weken te rekenen vanaf de aanvraag van het Bestuur (datum van verzending). De start- en presentatievergadering zijn hierbij inbegrepen. Geïntegreerde haalbaarheidsstudie: De dienstverlener dient binnen 2 weken na de aanvraag van het Bestuur (datum van verzending) een bindende offerte in ter bestelling van de deelopdracht. Binnen 2 weken na de startdatum vermeld in de bestelling per deelopdracht (na goedkeuring van de offerte) dient er een door de dienstverlener georganiseerde startvergadering plaats te vinden. De presentatievergadering (met de resultaten van de haalbaarheidsstudie + bijhorende rapporten) dient maximaal 3 maanden na de startvergadering plaats te vinden behoudens anders overeengekomen.
Deelprestatie 2C: Haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie o
o
De dienstverlener dient binnen 2 weken na de aanvraag van het Bestuur (datum van verzending) een bindende offerte in ter bestelling van de deelopdracht. Binnen 2 weken na de startdatum vermeld in de bestelling per deelopdracht (na goedkeuring van de offerte) dient er een door de dienstverlener georganiseerde startvergadering plaats te vinden. De presentatievergadering (met de resultaten van de haalbaarheidsstudie + bijhorende rapporten) dient maximaal 8 weken na de startvergadering plaats te vinden behoudens anders overeengekomen. Het pre-onderzoek aangaande haalbaarheidsstudie windenergie wordt aangevat uiterlijk 3 weken na de toewijzing van de opdracht. De eerste tussentijdse vergadering aangaande het pre-onderzoek zal binnen de 3 maanden na toewijzing van de opdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij zullen de grote lijnen voorgesteld worden door middel van een draft-versie van het pre-onderzoek. De tweede vergadering zal binnen de 6 maanden na toewijzing van de opdracht worden georganiseerd door de dienstverlener. Hierbij zal het definitieve karakter vastliggen en een voorontwerp van het pre-onderzoek beschikbaar worden gesteld ter bespreking. Het pre-onderzoek wordt finaal voorgelegd aan het Bestuur uiterlijk 9 maanden na toewijzing van de totaalopdracht.
28/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
II.0.B.14
ART. 70 - Dienstverleningsplaats
De adressen van de gebouwen/gebouwsites worden meegedeeld door het Bestuur tijdens de uitvoering. De adressen bevinden zich in het Vlaams & Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
II.0.B.15
ART. 73 – Onverenigbaarheid
Vertrouwelijkheid Partijen verbinden zich ertoe tot volledige geheimhouding van alle informatie die zij over of met betrekking tot de tegenpartij verwerven bij de totstandkoming of uitvoering van deze overeenkomst en die informatie uitsluitend aan te wenden ten behoeve van deze overeenkomst en deze informatie op geen enkele andere wijze te gebruiken, niet aan derden (personen of instanties die geen enkele hiërarchische band met het Vlaamse Overheid hebben) ter beschikking te stellen en slechts ter beschikking te stellen aan die personeelsleden die de informatie noodzakelijkerwijs moeten ontvangen in het raam van onderhavige overeenkomst. Iedere partij zal volledig aansprakelijk zijn voor elke niet toegelaten openbaring of elk niet toegelaten gebruik van de Vertrouwelijke Informatie door haar management en werknemers.
II.0.B.16
ART. 75, § 1 – Boetes voor laattijdige uitvoering
Niet respecteren van de uitvoeringstermijnen, bv. laattijdige aflevering. Boete van 135,00 euro per kalenderdag. Het totale bedrag van de boetes wordt beperkt tot 5% van de weerhouden inschrijvingssom.
II.0.B.17
ART. 75, §2 – Maatregelen van ambtswege
Het Bestuur mag het contract verbreken in geval van zware fouten van de dienstverlener, zoals er zijn (niet limitatief): - Herhaalde nalatigheid onder de vorm van onregelmatigheden in de energieaudit, het haalbaarheidsonderzoek of –studie - Herhaalde nalatigheid onder de vorm van aantoonbare fouten en/of onnauwkeurige controle van de datagegevens en/of onvolledigheid - Schenden van de vertrouwelijkheid van gegevens - Nalaten de borgtocht af te sluiten indien het overschrijden meer dan één maand bedraagt - Indien meer dan drie processen-verbaal, in een periode van één kalendermaand, worden opgemaakt voor het in gebreke zijn bij de uitvoering (zie art. 20. §4 - Straffen)
29/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
III. TECHNISCHE BEPALINGEN III.1
Beschrijving van de opdracht
III.1.A Algemeen Alle rapporten en verslagen vermeld in dit bestek, worden zowel per brief als elektronisch verstuurd naar het opdrachtgevend Bestuur, t.a.v. de afdeling gebouwen te Brussel, behoudens indien anders gesteld bij aanvraag van de opdracht. Dit kan het geval zijn indien een andere entiteit, in toepassing van de aankoopcentrale, gebruik wenst te maken van dit bestek. Het elektronisch versturen geschiedt telkens naar de onderhavige 2 e-mailadressen. De adresgegevens: Vlaamse Overheid Agentschap voor Facilitair Management Afdeling Studie&Advies Team Technieken / Energie & Milieu Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30, bus 61 B-1000 Brussel De emailgegevens:
[email protected] [email protected] Het bestek bestaat uit twee percelen. Perceel 1 is het opstellen van een uitgebreide en gedetailleerde energieaudit. Perceel 2 bestaat uit 3 deelprestaties (2A, 2B en 2C), zijnde enerzijds de wettelijke verplichte haalbaarheidsonderzoeken hernieuwbare energie voor grote gebouwen en anderzijds de haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie.
III.1.A.1
Doel perceel 1 – Energieaudit
De energieaudit heeft als doel enerzijds een staat van het energieverbruik van de gebouwen/gebouwsites en de aanwezige uitrustingen van de Vlaamse overheid op te stellen, rekening houdend met de kenmerken en de gebruiken ervan, en anderzijds de punten van verbetering, en hun rentabiliteit, van de energieprestatie ervan te identificeren. Aan de hand van de resultaten van de energieaudit dient het mogelijk te zijn voor het Bestuur een beslissing te maken voor verdere technische uitvoering van de voorgestelde maatregelen. De energieaudit dient eveneens in dit opzicht opgevat te worden. De opmaak van het technisch bestek met bijhorende documenten, de analyse van de offertes en de projectbegeleiding behoren ook tot de omvang van deze prestatie.
III.1.A.2
Doel perceel 2 – Haalbaarheidsstudie en –onderzoek hernieuwbare energie
Dit perceel bestaat uit 3 deelprestaties (2A, 2B en 2C): het verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek hernieuwbare energie voor grote gebouwen volgens de energieprestatieregelgeving Vlaanderen(2A), de verplicht wettelijk haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie voor grote gebouwen volgens de energieprestatieregelgeving Brussels Hoofdstedelijk Gewest (2B) en haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie (2C). Het doel van de haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie is in eerste instantie het inventariseren van de verschillende mogelijkheden (het potentieel) van hernieuwbare energie welke op economisch verantwoorde wijze mogelijk zijn per gebouw. In tegenstelling tot deelprestaties 2A en 2B betreft het meer diepgaande en gedetailleerde haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie waarbij de focus wordt gelegd op het aanwezige/beschikbare potentieel en de economische analyse ervan. 30/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Aan de hand van de resultaten van de haalbaarheidsstudies dient het in tweede instantie ook mogelijk te zijn voor het Bestuur een beslissing te maken voor verdere technische uitvoering van de besproken technologie. De haalbaarheidsstudies dienen eveneens in dit opzicht opgevat te worden. De opmaak van het technisch bestek met bijhorende documenten, de analyse van de offertes en de projectbegeleiding behoren ook tot de omvang van deze prestatie.
III.1.B Opmaak bindende offerte bij deelopdrachten De gebouwen/gebouwsites zijn bij aanvang van dit bestek nog niet gekend. Elke opdracht in het kader van een welbepaalde prestatie van dit bestek vormt het voorwerp van een aparte deelopdracht aan dit bestek. Perceel 1: alle deelopdrachten vallen rechtstreeks onder de bepalingen en voorwaarden van dit bestek, alsook aan de ingeschreven prijzen. Voor bestelling van extra diensten wordt overgaan tot de aanvraag van een bindende offerte bij de dienstverlener. De bindende offerte vanwege de dienstverlener wordt ingediend ten laatste 2 weken na de bekendmaking door het Bestuur aan de dienstverlener van de extra diensten. Deze offerte wordt schriftelijk en gehandtekend bezorgd aan het Bestuur. Voorafgaandelijk kan per mail reeds de ontwerp-offerte ingediend worden, ter nazicht. Het Bestuur heeft het recht om slechts bepaalde onderdelen van de offerte te bestellen bij de dienstverlener. Indien de offerte van de dienstverlener niet aanvaard wordt, heeft de dienstverlener geen recht op schadevergoeding. Perceel 2, deelprestatie 2A: alle deelopdrachten vallen rechtstreeks onder de bepalingen en voorwaarden van dit bestek, alsook aan de ingeschreven prijzen. Perceel 2, deelprestatie 2B: alle deelopdrachten vallen rechtstreeks onder de bepalingen en voorwaarden van dit bestek, alsook aan de ingeschreven prijzen voor de standaard haalbaarheidsstudie. Voor de geïntegreerde haalbaarheidsstudie wordt overgegaan tot de aanvraag van een bindende offerte bij de dienstverlener. De hoofdbasiseenheid voor prijsvorming per item is de prestatiedag, per halve dag, volgens de ingeschreven prijzen. De bindende offerte vanwege de dienstverlener wordt ingediend ten laatste 2 weken na de bekendmaking door het Bestuur aan de dienstverlener van een nieuwe deelopdracht. Deze offerte wordt schriftelijk en gehandtekend bezorgd aan het Bestuur. Voorafgaandelijk kan per mail reeds de ontwerp-offerte ingediend worden, ter nazicht. Het Bestuur heeft het recht om slechts bepaalde onderdelen van de offerte te bestellen bij de dienstverlener. Perceel 2, deelprestatie 2C: voor alle deelopdrachten wordt overgaan tot de aanvraag van een bindende offerte bij de dienstverlener. De hoofdbasiseenheid voor prijsvorming per item is de prestatiedag, per halve dag, volgens de ingeschreven prijzen. De bindende offerte vanwege de dienstverlener wordt ingediend ten laatste 2 weken na de bekendmaking door het Bestuur aan de dienstverlener van een nieuwe deelopdracht. Deze offerte wordt schriftelijk en gehandtekend bezorgd aan het Bestuur. Voorafgaandelijk kan per mail reeds de ontwerp-offerte ingediend worden, ter nazicht. Het Bestuur heeft het recht om slechts bepaalde onderdelen van de offerte te bestellen bij de dienstverlener. Indien de offerte van de dienstverlener niet aanvaard wordt, heeft de dienstverlener recht op schadevergoeding ter waarde van de prijs voor 4 prestatie-uren (=manuren) “kleine wijzigingen haalbaarheidsstudie”.
III.1.C Gegevensverzameling III.1.C.1
Architectuurplannen
In de inventaris wordt voor perceel 1 een onderscheid gemaakt in de al dan niet beschikbaarheid van architectuurplannen (toeslag ingeval plannen onbeschikbaar). Indien er gesteld wordt in de inventaris 31/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
dat er architectuurplannen beschikbaar zijn, doelt men op het feit er minstens 2 grondplannen voor handen zijn in dwg-, pdf-formaat of papieren/calquen versie (bv. een gebouw met 7 verdiepingen en enkel grondplannen van de gelijkvloerse en 2de verdieping zijn beschikbaar in pdf, dan valt dit gebouw onder de post ‘plannen beschikbaar’ in de inventaris). In geval er enkel calquen of papieren plannen beschikbaar zijn, valt dit gebouw onder de post ‘plannen beschikbaar’ en de kosten voor het kopïeren van de plannen door de dienstverlener zijn inbegrepen in de prijs. Er geldt voor perceel 1: indien er plannen beschikbaar zijn, worden deze door het Bestuur in dwg- of pdf-formaat ter beschikking gesteld aan de dienstverlener. In geval papieren/calquen-versie beschikbaar zal het Bestuur deze ter beschikking stellen van de dienstverlener die zelf instaat voor het maken van een kopie. Het origineel wordt terugbezorgd aan het Bestuur. De dienstverlener wordt erop gewezen dat de plannen van het Bestuur worden opgemaakt in Autocad 2008. De dienstverlener zelf vraagt de beschikbaarheid van plannen op bij het Bestuur. De dienstverlener zal in ieder geval ter plaatse op het terrein van het gebouw of gebouwsite de plannen controleren op hun juistheid en controleren of de plannen up to date zijn. Alle berekeningen en/of onderzoeken afgeleverd door de dienstverlener op basis van de ter beschikking gestelde architectuurplannen, vallen ten laste van de dienstverlener. Indien geen architectuurplannen beschikbaar zijn, zal de dienstverlener alle noodzakelijke opmetingen ter zijn laste uitvoeren.
III.1.C.2
Beschikbaarheid verbruiksgegevens
De factuurgegevens zijn normaal gezien beschikbaar. Indien de factuurgegevens echter niet beschikbaar zijn, zal de dienstverlener op basis van de EAN nummers van de aansluitingen een detail van de voorbije jaren opvragen mits een mandaat van het Bestuur. De dienstverlener dient er rekening mee te houden dat voor een gebouwsite, d.i. een fysiek adres waarop meer dan 1 gebouw gelegen is – meestal een hoofdgebouw en bijgebouwen – niet steeds individuele verbruiksgegevens per gebouw beschikbaar zijn.
III.1.C.3
Geïnformatiseerde Inventaris van het gebouwenpatrimonium (GIP)
De afdeling gebouwen van het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap heeft een inventarisatie laten uitvoeren, waarbij de bouwfysische karakteristieken en de technische installaties van alle gebouwen werden vastgesteld en geïnformatiseerd in een centrale databank. Deze databank is, mits gebruikersnaam en paswoord, beschikbaar op volgende website: www.procos.be/mvg. Er wordt van de dienstverlener verwacht dat hij de informatie uit het GIP controleert op juistheid indien hij deze gebruikt bij de uitvoering van zijn opdrachten.
III.1.C.4
Invoeren van gegevens in de GIP-database en in de energieboekhouding
De dienstverlener zal alle gegevens verzamelen en invoeren in de GIP-database en in de energieboekhouding van de Vlaamse Gemeenschap. De rapporten worden in pdf- of excel-formaat ingevoerd. Het betreft: Energieaudit en bijlages (bv. meetresultaten, …) Haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie en bijhorende rapporten Uitgebreid rapport thermografisch onderzoek De dienstverlener voert dit uit ten laatste 10 werkdagen na het goedkeuren van de definitieve energieaudit, haalbaarheidsstudie of rapport door het Bestuur. De invoer van deze gegevens maakt deel uit van de opdracht en van het proces van oplevering.
32/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Perceel 1: Energieaudit Energieaudit rapporten dienen leesbaar te zijn voor een breed publiek. De dienstverlener dient er zich bewust van te zijn dat het energieaudit rapport de basis vormt voor beslissingen rond investeringen. Dit houdt in dat de budgethouders van de verschillende Vlaamse entiteiten dit rapport moeten kunnen begrijpen of de nodige informatie in het rapport kunnen terugvinden. Het Bestuur is er zich van bewust dat het invoegen van de nodige achtergrond informatie per rapport de totale opdracht verzwaart, en op termijn zelfs leidt tot verspilling van papier. Teneinde deze informatieopdracht op milieuvriendelijke wijze uit te voeren dient de dienstverlener de opmaak van energieaudits als volgt op te vatten: A. Opmaak van een generiek document met algemene informatie aangaande de diverse types technische installaties en de relevante technische begrippen. Dit generiek document is een Algemene Handleiding voor iedereen die de audits wil aanwenden. Tegelijk kan dit document belangrijk zijn voor het beslissingsproces van Vlaamse entiteiten welke in de loop van uitvoering overwegen toe te treden tot het dossier. Het bijhouden van de Algemene Handleiding tijdens de periode van uitvoering behoort tot de opdracht. B. De eigenlijke energieaudit van het gebouw of de gebouwensite. Dit document bevat informatie gerelateerd aan de te onderzoeken locatie, en kan voor de terminologie verwijzen naar de Algemene Handleiding. Dit houdt dus in dat voor nieuwe types van technische installaties een passende aanvulling wordt voorzien in de Algemene Handleiding. De grondige energieaudit moet het mogelijk maken enerzijds een globaal actieplan op te stellen voor verbetering van de energieprestatie of voor beoordeling van de relevantie van een uit te voeren investering die gericht is op een rationeler energiegebruik, op comfortverbetering of op kostenbesparing, en anderzijds om aan de hand van de resultaten van de energieaudit een beslissing te maken voor verdere technische uitvoering van de voorgestelde maatregelen. De energieaudit is inclusief bepaalde metingen, welke al dan niet een aparte post vormen in de inventaris. Metingen, vermeld in de technische bepalingen, die niet als aparte post vermeld worden in de inventaris, worden beschouwd als inbegrepen in de totaalprijs. Het Bestuur zal in de toekomst de nodige stappen zetten voor accreditatie conform de specificatie EN-16001. De audit rapporten dienen qua opmaak conform te zijn met de bepalingen van deze specificatie, zodat zij kunnen aangewend worden bij het behalen van het certificaat. C. Opmaak van benchmarkrapporten en een eindrapport. Uiterlijk zes maanden voor het beëindigen van de totaalopdracht vangt de dienstverlener de opmaak van het eindrapport aan. Dit eindrapport bevat een samenvatting van alle uitgevoerde audits, in termen van CO2 – kWh – Euro, alsook algemene aanbevelingen. Tot dit eindrapport behoort ook een Top10 van meest rendabele maatregelen over alle gebouwen heen voor een ROI van maximaal 7 jaar, met bijhorende kostenraming. Per typegebouw wordt een benchmarking opgemaakt van al de geauditeerde gebouwen. Hiertoe wordt een aparte post voorzien in de inventaris. De dienstverlener zal minstens 3 tussentijdse vergaderingen organiseren om de stand van zaken voor te leggen van het eindrapport aan het Bestuur teneinde de opbouw van het eindrapport mee te kunnen opvolgen en sturen (zie ook bepalingen uitvoeringstermijn) De benchmarkrapporten worden, op vraag van het Bestuur, opgesteld door de dienstverlener. De benchmarkrapporten zijn identiek aan het eindrapport, met dit verschil dat de benchmarkrapporten slechts handelen over een pool van uitgevoerde audits, samengesteld door het Bestuur. Deze benchmarkrapporten kunnen dus gedurende de loop van de algemene uitvoeringstermijn worden aangevraagd.
III.1.A Stappenplan Onderstaande stappen moeten minimaal gevolgd worden:
Het Bestuur brengt de dienstverlener schriftelijk op de hoogte van een nieuwe deelopdracht De dienstverlener organiseert een startvergadering in samenspraak met het Bestuur en eventueel andere betrokken partijen, eventueel op locatie van gebouw/gebouwsite waar de energieaudit wordt uitgevoerd, met als doel:
33/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
kennismaking met alle betrokken partijen inleiding door de dienstverlener van hoe de energieaudit zal verlopen en opgebouwd worden o inventarisatie van gegevens: welke info is beschikbaar? o afspraken rond randvoorwaarden en aannames o bepalen welke entiteit zal optreden als leidend ambtenaar respectievelijk facturatie-adres voor deze deelopdracht De dienstverlener verzamelt alle beschikbare gegevens en info binnen een welbepaalde termijn dewelke in onderling overleg met het Bestuur wordt bepaald, rekening houdend met de vooropgestelde uitvoeringstermijnen Uitvoeren van de energieaudit met de noodzakelijke plaatsbezoeken De dienstverlener organiseert een presentatievergadering in samenspraak met het Bestuur en eventueel andere betrokken partijen, eventueel op locatie van gebouw/gebouwsite waar de energieaudit werd uitgevoerd, met als doel: o presentatie en toelichting resultaten van de energieaudit o o
Zowel de startvergadering als de presentatievergadering(en) maken deel uit van de prijsvorming van de dienstverlener, alsook alle plaatsbezoeken noodzakelijk voor de uitvoering van de opdracht. Bijhorend: extra presentatievergadering (maximum 1) voor bespreking van de schriftelijke opmerkingen van het Bestuur ten aanzien van de dienstverlener op de voorgestelde energieaudit het aanpassen van de energieaudits tengevolge van fouten maken deel uit van de opdracht van de dienstverlener het verwerken van kleine wijzigingen, d.i. wijzigingen welke niet het gevolg zijn van een gewijzigde randvoorwaarde-omschrijving of aannames. De dienstverlener dient de aanpassing voor deze wijzigingen te beschouwen als onderdeel van de deelopdracht. Ingeval daar en tegen wijzigingen worden geformuleerd aan de initiële behoefte heeft de dienstverlener het recht om een aanpassing van de offerte te verzoeken op basis van de eenheidsprijzen van de weerhouden inventaris (per prestatieuur)
III.1.B Algemene handleiding In dit document, dat grotendeels dezelfde structuur heeft als de auditrapporten, worden een aantal items die bij de energieaudit van belang zijn, in detail besproken. Het gaat hier vooral om onderwerpen die voor de niet-technische lezer moeilijkheden kunnen opleveren. Zodoende is er per auditrapport minder papier nodig en blijft het rapport gemakkelijk leesbaar. Daarenboven is de Algemene handleiding soepel aanpasbaar en uitbreidbaar, zonder waardeverlies voor de auditrapporten. De structuur van de Algemene handleiding bestaat uit 3 delen: Een beschrijving van de bestaande toestand Een analyse van de energieverbruiken Energiebesparende maatregelen In de algemene handleiding worden de 3 invloedsfactoren, die het energieverbruik van een gebouw bepalen, in de bovenvermelde onderdelen telkens besproken: Bouwfysica Technische installaties Gebruikers De beoogde doelgroepen voor de algemene handleiding en de auditrapporten zijn: Gebouwverantwoordelijke Technische dienst Beslissingsnemer/Gebouwbeheerder De dienstverlener zal minstens 3 vergaderingen voorzien om een stand van zaken voor te leggen aan het Bestuur teneinde de opbouw van de handleiding mee te kunnen opvolgen en sturen (zie ook bepalingen uitvoeringstermijn). Het bijwerken van deze Algemene Handleiding tijdens de verdere uitvoering van dit bestek maakt deel uit van de opdracht van de dienstverlener, zonder meerkosten voor het Bestuur. 34/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
III.1.C Energieaudit: hoofdstukken Het energieaudit rapport per gebouw of per gebouwsite bestaat uit minmaal 4 hoofdstukken: het eerste gedeelte geeft een beschrijving van de bestaande toestand met aandacht voor de bouwfysica, de energieprestatieregelgeving, de technische installaties, de exploitatiebehoeften en het energiebewust gedrag van de gebruiker. Tot dit gedeelte behoort ook de vermelding van onderhouds- en keuringscontracten, alsook milieuvergunningen. In een tweede hoofdstuk worden de energieverbruiken en het waterverbruik geanalyseerd. Het auditrapport bevat tevens gegevens betreffende afwijkingen t.o.v. de Codex-bepalingen rond elektriciteit, HVAC en luchtcomfort door foutief energiebeheer. Daarnaast worden de grootste energiestromen gedetecteerd en de energiebalans opgemaakt. In een derde hoofdstuk wordt de CO2- of energiebesparende maatregelen beschreven, toepasbaar voor het gebouw of gebouwsite in kwestie, en wordt het totaal energiebesparingspotentieel bepaald. De terugverdientijd dient hierbij als economisch evaluatiecriterium. Dit hoofdstuk bevat tevens de aanbevelingen met betrekking tot verbeteringen t.a.v. de Codexverplichtingen. In een vierde hoofdstuk worden de mogelijke kostenbesparende en comfortverbeterende maatregelen voorgesteld. Hierbij wordt een eerste raming gemaakt van de totale investeringskost. Tot dit gedeelte behoort ook de vermelding van uit te voeren keuringen. Bij een energieaudit voor een gebouwsite worden alle (deel)gebouwen op de site aangepakt en onderling met elkaar vergeleken tenzij het Bestuur dit niet van toepassing acht.
III.1.D Energieaudit: Inhoud per hoofdstuk III.1.D.1
BESCHRIJVING VAN DE BESTAANDE TOESTAND
*Algemene gegevens van het gebouw Eigendom of huurgebouw: o Aan ieder gebouw wordt bij de inventarisatie een gebouwcode toegekend. Deze code wordt tevens in de energie-auditrapporten gebruikt als aanduiding voor het gebouw. De code wordt – indien nog niet bestaand – ingevoerd in het GIP. o De code is opgebouwd uit 1 letter en 5 cijfers. De letter staat voor: P: Patrimoniumgebouw, eigendom H: Huurgebouw De eerste cijfers stemmen overeen met 1 van de 5 provincies of regio’s, waar het gebouw gelegen is: 1…. Antwerpen 21… Brussel 22…, 23… Vlaams Brabant 3…. West-Vlaanderen 4…. Oost-Vlaanderen 7…. Limburg Gebruiksfunctie en type gebouw: De lijst van gebouwen die de Vlaamse Overheid beheerd is heel verscheiden. Een groot aantal gebouwen wordt gebruikt als kantoorgebouw, maar er zijn ook tal van gebouwen met een andere bestemming ( luchthaven, museum, concertzaal,…). Ook binnen een gebouw kunnen zich soms verschillende functies bevinden (werkplaats, labo, parkeergarage, restaurant,…) met een eigen karakteristiek verbruik. Teven zijn een aantal gebouwen slechts gedeeltelijk bezet door de Vlaamse overheid. Om gebouwen onderling te kunnen vergelijken kunnen ze dus best onderverdeeld worden in volgende groepen, op basis van: Gebouwconfiguratie: 35/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Gebouw Gebouwsite Gebruiksfunctie: Administratie Regiepost Cultuur/ontspanning Woning Verzorging Educatie Luchthaven Gemeenschapsinstelling Laboratorium Varia Gebouwfysica: Hoogbouw Laagbouw Cultuurhistorisch gebouw Kasteel Woning Herenhuis Loods Kazerne Vloeroppervlakte: Het bepalen van de vloeroppervlakte dient te gebeuren op basis van vier verschillende berekeningen: o Bruto vloeroppervlakte (wordt gebruikt bij berekeningen met elektriciteitsverbruiken): De vloeroppervlakte van de gebouwen wordt bepaald op basis van de buitenafmetingen van het gebouw en zonder rekening te houden met het al dan niet-geconditioneerd zijn van bepaalde zones in het gebouw. o Netto verwarmde vloeroppervlakte (wordt gebruikt bij berekeningen met verwarming): De vloeroppervlakte van het gebouw wordt bepaald op basis van de buitenafmetingen van het gebouw, waarbij nietgeconditioneerde ruimtes echter buiten beschouwing gelaten worden. o Vloeroppervlaktes zoals beschreven in de nieuwe norm EN15221-6 “Facility Management – Area and Space Measurement”. Gebouwverantwoordelijke en gebouwbeheerder Bij ieder gebouw hoort één of meerdere gebouwverantwoordelijken en een gebouwbeheerder. De gebouwverantwoordelijke werkt binnen het gebouw of binnen de gebouwsite zelf, en verzorgt het dagelijkse beheer van het gebouw of gebouwsite. De gebouwbeheerder is over het algemeen verantwoordelijk voor meerdere gebouwen. Hij houdt zich bezig met onderhoudscontracten, aanpassingswerken, enz. Hij heeft een documenterende en adviserende taak. *Bouwfysica EnergiePrestatie Binnenklimaat: • Sinds 1 januari 2006 in Vlaanderen en sinds 2 juli 2008 in Brussel, moeten nieuwe gebouwen en renovatieprojecten waarvoor een bouwaanvraag ingediend wordt in Vlaanderen en in Brussel, voldoen aan de Energieprestatieregelgeving (EPB). De bedoeling van deze EPB-regelgeving is het verhogen van de isolatienormen voor daken, muren en vloeren, om ze te doen beantwoorden aan de Europese richtlijn 2002/01/CE. Gebouwen moeten een bepaald niveau van thermische isolatie en energieprestatie halen. En bij nieuwbouw moet er gezorgd worden voor een minimale en gecontroleerde ventilatie. De energieprestatie van een gebouw wordt bepaald aan de hand van drie parameters:
36/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-
K-peil: deze heeft betrekking op de isolatiewaarde van een gebouw in zijn geheel E-peil: dit is een maat voor de energieprestatie van een woning en de vaste installaties ervan in standaard omstandigheden U-waarde: deze heeft betrekking op bepaalde onderdelen van het gebouw (dak, spouwmuur, vloeren,… )
• De dienstverlener bepaald het E-peil, K-peil en de U-waarden van het gebouw. Voor gebouwen in Vlaanderen wordt de EPB-regelgeving Vlaanderen toegepast, voor gebouwen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de EPB-regelgeving Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Hiervoor kan de dienstverlener as-built plannen en het as-built dossier gebruiken indien deze beschikbaar zijn. Voor volgende parameters in de EPB-regelgeving gelden onderstaande bepalingen: o Bepaling U-waarde van de verschillende constructie elementen (bepalingsmogelijkheden): 1e) via as-build dossier of technische fiches, indien beschikbaar 2e) via visuele waarneming, indien alle lagen van de constructie elementen visueel zichtbaar zijn 3e) via U-waarde metingen die voldoen aan de ISO 9869-norm en de ASTM C1155-95 norm, waarbij de monitoring geschiedt over 1 week en bepaald wordt na uitmiddeling (op aanvraag van het Bestuur, vormt een aparte post in de inventaris) 4e) via destructieve proeven, mits uitdrukkelijke toestemming van het Bestuur om de samenstelling en opbouw van de constructie elementen te achterhalen (op aanvraag van het Bestuur, vormt een aparte post in de inventaris) 5e) via aannames (schatting) voorzien van een motivatie o Bepaling van de oppervlaktes aan de hand van as-build plannen indien beschikbaar. In het andere geval via opmeting ter plaatse. o Bepaling luchtdichtheid: 1e) via aannames (schatting) voorzien van een motivatie 2e) via de waarde bij ontstentenis volgens EPB-software o Bepaling koudebruggen: koude bruggen worden niet ingerekend in deze benaderende EPB-berekening of de forfaitaire toeslag (Optie C) wordt toegepast o Bepaling luik installaties: alle gevraagde parameters worden ingegeven volgens de werkelijke toestand van de technische installaties. Metingen worden uitgevoerd door de dienstverlener o Bepaling van de verlichting via een berekening a.d.h.v. het werkelijk geïnstalleerd vermogen o Bepaling hulpenergie ventilatoren via een berekening a.d.h.v. het werkelijk vermogen o Bepaling hygiënische ventilatie / luchtdebieten: wordt niet meegenomen in het kader van deze EPB-berekening • De dienstverlener maakt gebruik van de laatste versie van de EPB-software om de parameters te berekenen. Voor gebouwen in Vlaanderen wordt de EPB-software Vlaanderen gebruikt, voor gebouwen in Brussels Hoofdstedelijk Gewest de EPB-software Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De resultatenformulieren en de epb-files worden ter beschikking van het bestuur gesteld. De bouwfysica omvat een omschrijving van de constructieve gegevens van het gebouw, zowel de generieke gegevens als die gegevens welke met betrekking tot het energiebeheer een rol kunnen spelen. Tot deze omschrijving behoort bijv. de gebruikte materialen, de soort en hoeveelheid isolatie, de dakconstructie en -opbouw, de aanwezigheid van een ontvangstgedeelte of garages, de toegepaste beglazing en raamconstructie, de aanwezigheid van poorten en hun werking, … Thermografisch onderzoek: Op verzoek van het Bestuur dient de dienstverlener een infra-rood-thermografie uit te voeren van de gebouwenschil teneinde het thermisch energieverlies te bepalen, alsook voor de aanwezigheid van koudebruggen en de
37/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
aanwezigheid van vocht in isolatiematerialen te detecteren. Het thermografisch onderzoek kan ook aangewend worden voor specifieke technische gebouwinstallaties zoals CV-leidingen (in volle grond, in technisch lokaal,…), kanalen en elektrische leidingen. De dienstverlener maakt van dit onderzoek een uitgebreid rapport op voorzien van thermografisch fotomateriaal. Dit thermografisch onderzoek vormt een aparte post in de inventaris. *Technische installaties Volgende parameters dienen minimaal uitgevoerd of behandeld worden in de energieaudit: • HVAC: o Verwarmingssystemen: Welk soort systeem is er geïnstalleerd (productie-, distributie- en afgiftezijdig)? Op welke brandstof(fen) werkt de installatie? Wat is de lambda en het ketelrendement? o Koelsysteem: Welk soort systeem is er geïnstalleerd? Wat zijn de gebruikte koelmiddelen? o Ventilatie- en luchtbehandelingssystemen: Welk soort systeem is er geïnstalleerd? Is er warmterecuperatie toegepast en met welk rendement? Is het ventilatie- en luchtbehandelingssysteem geconcipieerd op de huidige bezetting? o Luchtbevochtiging- of –ontvochtigingsysteem: Welk soort systeem is er geïnstalleerd? Is het luchtbevochtiging- of –ontvochtigingsysteem geconcipieerd op de huidige bezetting? Wat is het rendement? o Sturing HVAC: Welk soort systeem is er geïnstalleerd? Voldoen de huidige sturingen aan de comforteisen? Voldoen de sturingen voor de HVAC-uitrusting (geschiktheid en instellingen)? Is er sprake van energievernietiging? De dienstverlener dient de instellingen van de jaarklokken te controleren, desnoods door het inschakelen van de onderhoudsfirma of installateur (inbegrepen in prijs) o Aanverwante wetgeving: Jaarlijkse controle stookplaatsen, stookolietanks, airconditioningsystemen,… o Meetcampagne op de verwarmings- en koelinstallatie (indien aanwezig): gedurende minimum 15 kalenderdagen (waarvan 2 weekends) dient de temperaturen van alle kringen (zowel aanvoer als retour) opgemeten te worden en dit op kwartierbasis. In minimum 2 representatieve lokalen, per kring, zullen de ruimtetemperaturen en relatieve vochtigheid op kwartierbasis gemeten worden (deze meetcampagne vormt een 2 aparte posten in de inventaris, rekening houdend met volgende redenering: in geval deze gegevens reeds beschikbaar zijn, bv. via het bestaand GBS, vervalt deze meetcampagne en zijn de gegevens door de dienstverlener uit het GBS of ander apparaat uit te lezen. De kosten voor uitlezing van deze gegevens uit GBS of ander apparaat zijn inbegrepen in de kosten van de energieaudit. Indien dit niet het geval is, wordt hiervoor een aparte prijs opgegeven conform de inventaris.) • Sanitair warm water: o Productie en verdeling: Centrale of decentrale productie? Warmtebron? Wat is het rendement van het productietoestel? o Legionella-wetgeving o Zonnecollectoren: Welk soort syteem is er geïnstalleerd? Wat is het totaalrendement van de installatie? Welke opbrengst heeft de installatie? Wat is de energiebesparing? • Elektriciteit: o Structuur van de elektrische distributie: Hoog- of laagspanning 1 algemeen bord of een structuur van een ALSB met aparte verdeelborden voor aparte toepassingen of lokalen of bijgebouwen? Cos-phi compensatie? Balans Actief/Reactief vermogen? PV-panelen met netkoppeling of autonoom? Waar toegepast? Wat is het totaalrendement van de installatie? Welke opbrengst heeft de installatie? Wat is de energiebesparing? Noodstroom voorzieningen: Enkel batterijvoeding voor kritische toepassingen? Enkel dieselgroepen? Systeem met batterij- en dieselgroep? • Verbruikers van gas, elektriciteit en water: Verlichting: Metingen van verlichtingssterkte (lux) en gelijkmatigheid in representatieve lokalen, Lamptechnologie, Efficiëntie armaturen, opstelling,
38/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
• Gebruikers:
intelligente sturing en controle op conformiteit met EN 12464. Bepaling van het totaal geïnstalleerd verlichtingsvermogen in W/m² Kantoorapparatuur: vaste pc of laptop, netwerkprinters,… Werkplaatsen met specifieke apparatuur voor bediening, voor herstelling Laboratoria met eigen apparatuur en bewaar faciliteiten Vertoon of opslag van producten met specifieke luchtcondities (vb: museum, cultureel centrum,…) Keuken: Voedselbereiding: koken, koelen en vriezen Eetgerei: afwassen andere keukenapparaten. ICT: Enkel datalokaal met switching / routing apparatuur Beperkte ICT voorzieiningen in datalokaal of op werkvloer (lokale server) Uitgebouwde computerzaal inrichting Toezicht op waterontharding, onderhoud en controle van dimensionering van installatie Gebruik van regenwater / gescheiden afvoerstelsel?
Onderhoudscontracten voor bepaalde of alle uitrustingen, type onderhoudscontract (preventief - correctief – totale waarborg) Gebouwbeheersysteem (voor grote gebouwen) of automatische sturingen van bepaalde uitrustingen, klokprogramma’s detectiepunten,… • Milieuvergunningen, onderhouds- en keuringscontracten: Moet er een milieuvergunnning zijn? Is deze aanwezig? Zijn er onderhouds- en keuringcontracten?
Van alle bovenstaande aanwezige installaties met significant vermogen (≥1 kW) worden ook minimaal volgende gegevens weergegeven • Machinegegevens: o Merk o Vermogen (vollast) o Installatiejaar o Levensduur (typische waarde) o Ouderdom • Onderhoud: o Onderhoudscontract? Onderhoudsboekje? o Onderhoudsverplichtingen: gebruiker – firma? • Sturing: o Machine met sturing of ON/OFF werking? Beheer van de instelwaarden met kalender of seizoenswerking? o Type sturing: relais of andere?
III.1.D.2
ENERGIEVERBRUIKEN
*Energiestromen in kaart brengen Voor alle aanwezige energiestromen wordt een vergelijking en globale analyse gemaakt van de verbruiken van minstens de laatste 3 jaar. • Elektriciteit: er wordt een overzicht gegeven van het dagverbruik versus nachtverbruik. Daarnaast worden gegevens zoals de cos phi, piekvermogen en benutting besproken. Een meetcampagne gedurende minimum 15 kalenderdagen (waarvan 2 weekends) dient het elektriciteitsprofiel van het gebouw (dag-, nachtverbruik, arbeidsfactor, vermogen) op te meten, op kwartierbasis, tenzij de gegevens beschikbaar zijn via de distributienetbeerder of het meteropnamebedrijf via een door het Bestuur opgestelde volmacht. De meetcampagne vormt een aparte post in de inventaris. In geval deze gegevens bij de distributienetbeheerder of meteropnamebedrijf gekend zijn (bv. bij middenspanningsaansluitingen), zijn de kosten voor het opvragen van deze gegevens inbegrepen in de energieaudit. • Gas: bij het vergelijken van het aardgasverbruik van verschillende jaren, wordt gebruik gemaakt van het graaddagen gecorrigeerd verbruik, ook de energetische handtekening
39/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
• • • • •
wordt weergegeven. De keuze van de graaddagencorrectie-parameters worden in onderling overleg met het Bestuur vastgelegd Stookolie: hierbij is het belangrijk om te vermelden of de ketel de juiste keuringen heeft ondergaan, wat de inhoud is,… Water: het waterverbruik wordt ook weergegeven per m² en per persoon, daarnaast gebeurt er ook een controle op lekken en abnormale verbruiken Totaalverbruik Kengetallen over de laatste 3 jaren, na correctie (graaddagen) Omzetting naar primair energieverbruik van alle energievectoren (gas, elektriciteit, stookolie, …) op basis van de conversiefactoren die worden meegedeeld door de Minister van Energie
*Bepalen van grootverbruikers Hierbij wordt een overzicht gegeven van de verdeling van het totale energieverbruik en wordt er bepaald welke toepassingen de grootste verbruikers zijn. Bijvoorbeeld: ICT, grootkeuken, drukkerij , koelinstallatie, … (Dit is een niet limitatieve lijst). Indien geen submetering aanwezig is om het verbruik van de grootverbruikers te bepalen, wordt een raming gemaakt van het energieverbruik van de grootverbruikers aan de hand van de geïnstalleerde vermogens. *Energiebalans Overzicht van de energiestromen binnen het gebouw, ondersteund door metingen: energiebalans, verdeling van het gebruik over de eindtoepassingen. *Energiefacturen Analyse van de energiefacturen van de laatste 3 jaar. Evolutie van de diverse energieverbruiken op basis van historische data *CO2 balans Met oplijsting van de omrekenfactoren per energievorm en vermelding van de brongegevens *Benchmarken Er wordt gebenchmarkt ten opzichte van gelijkaardige gebouwen (visueel weergeven) en ten opzichte van referentie-kengetallen met vermelding van de brongegevens. De dienstverlener kan zelf ook referentie-kengetallen aanreiken en geeft dan ook aan waar deze getallen vandaan komen. Voordat de dienstverlener kengetallen mag gebruiken moeten ze goedgekeurd worden door het bestuur. Het is belangrijk dat de brongegevens duidelijk worden vermeld.
III.1.D.3
ENERGIEBESPARENDE MAATREGELEN
Dit hoofdstuk bevat een gestructureerde en gemotiveerde vermelding van de energiebesparende maatregelen, per discipline zoals hieronder omschreven. Het staat de dienstverlener vrij een alternatieve indeling voor te stellen aan het Bestuur, met motivatie. Bij elke discipline wordt omschreven: • op welk deel van het gebouw of welke uitrusting het voorstel betrekking heeft • de geconstateerde fouten of tekorten: o een oordeel of de uitrusting energetisch correct en juist gedimensioneerd is o de geschiktheid van de uitrusting voor de specifieke rol in het gebouw • de voorgestelde tegenmaatregelen, hetzij op de bestaande uitrusting hetzij voor de vervangende uitrusting. Dit voorstel dient tevens aan te geven welke aandachtspunten speciale aandacht verdienen, alsook dimensioneringsgegevens. De samenstelling van de energiebesparende maatregelen in het auditrapport omvat typisch (nietexhaustief) volgende indeling en bij wijze van voorbeeld de vermelde maatregelen hieronder. De uitwerking dient voldoende detail te bevatten voor beoordeling en definitie van de te nemen maatregelen door het Bestuur. Het bestuur verwacht dat minimum volgende maatregelen worden onderzocht (dit is een nietlimitatieve lijst): *Bouwfysica • Isolatie verbeteren • Buitenzonwering
40/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
• Verminderen infiltratie • Vervangen enkel door superisolerend glas • … *Technische installaties • Verwarming o Vervangen ketel door condenserende ketel; controle op dimensionering van ketel; overwegen van verwarming in cascade (voor grote gebouwen, met inbegrip van redundantie maatregelen) o Vernieuwen regeling en aanpassen instelwaarde verwarming; seizoensgebonden programmering met kalenderfunctie o Isoleren leidingen o Isoleren kraanwerk o Thermostatische kranen o Frequentieregeling circulatiepompen o Onderhoud en periodieke controle van stookplaats en regelingen o … • Koeling o Vernieuwen regeling en aanpassen instelwaarden koeling; seizoensgebonden programmering met kalenderfunctie o Isoleren leidingen o Isoleren kraanwerk o Nachtventilatie o Free-cooling o … • Ventilatie o Energierecuperatie luchtgroepen o Vernieuwen regeling en aanpassen instelwaarden ventilatie o Frequentieregeling ventilatoren o … • Sanitair warm water o Isoleren leidingen en voorraadvaten o Afzonderlijke productie sanitair warm water o Productie sanitair warm water met aardgas ipv elektriciteit o Zonnecollectoren o Elektrische boiler met klok uitvoeren of tijdelijk uitschakelen, met aandacht voor de legionella problematiek o Frequentiegeregelde circulatiepompen o … • Verlichting o Algemene relighting (zowel op het gebied van armaturen als op het vlak van voorschakelapparaturen) o Intelligente sturing verlichting o Daglicht-dimming o … • Water o Regenwaterrecuperatie o Gescheiden afvoerstelsel o Waterontharding • Elektrisch o Plaatsen van klokken met kalenderfunctie op elektrische borden of circuits o Vervanging oudere elektrische toestellen door toestellen met betere opstart- en/of verbruiksprofielen o Onderhoud elektrische borden • Andere maatregelen *Gebruikers/gebouwverantwoordelijke • Uitschakelen verlichting bij voldoende daglicht • Uitschakelen toestellen bij niet gebruik • Verlagen verwarming of uitzetten koeling bij verlaten kantoor • Toezien op onderhoud en onderhoudscontract stookinstallaties • Opleiding gebouwverantwoordelijke
41/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
• Power save mode • A-label toestellen (A++) *Oplijsting voorgestelde maatregelen • Per auditrapport wordt op het einde een samenvattende overzichtstabel opgenomen van alle maatregelen die weergeeft wat de terugverdientijd is van de verschillende maatregelen. • Een identificatie van de maatregelen voor verbetering van de energieprestatie van het gebouw ingedeeld in volgorde van prioriteit (gebouwschil, uitrustingen, beheer, …), met hun rendabiliteit. • De resultaten worden opgesplitst volgens terugverdientijd en totale actuele kost (TAK), verder aangeduid als ROI en TAK: o ROI: uitsluitend rekening houdt met alle investeringkosten (minimaal initiële investeringskost, aansluitingskost, exploitatiekost, installatiekost, verbouwings- of aanpassingskost, kosten aan derden, meteringkost, backup kost (bv. bij uitval),…) o TAK: als jaarlijkse kost wordt in rekening gebracht de totale investeringskost, de energiekosten en de onderhoudskosten (voor 5x jaarlijks onderhoud, preventief en correctief). Hierbij wordt de investeringskost en onderhoudskost apart vermeld. De investeringskost omvat ook wegname van het oud materiaal. • Bij de rendabiliteitsberekeningen voor totaal verouderde uitrustingen wordt het resultaat met de geschatte levensduur vergeleken. De schatting van de levensduur wordt bepaald door de dienstverlener. • Het Bestuur maakt bij de weergave van de ROI-termijnen onderscheid tussen volgende tijdsschalen: o ROI < 2 jaar o ROI tussen > 2 jaar en < 7 jaar o ROI tussen > 7 jaar en < 12 jaar o ROI meer dan 12 jaar o ROI onbepaald: maatregelen waarvan de terugverdientijd niet gedefinieerd kan worden. Dit omvat vooral maatregelen van algemene aard zoals sensibilisering, plaatsing van netwerkprinters, … • Van alle maatregelen die besproken worden onder de puntjes bouwfysica en technische installaties moet een ROI berekend worden.
III.1.D.4 COMFORTVERBETERENDE EN KOSTENBESPARENDE MAATREGELEN Per auditrapport wordt op het einde een samenvattende overzichtstabel opgenomen van alle comfortverbeterende en kostenbesparende maatregelen die weergeeft wat de terugverdientijd is van de verschillende maatregelen. Met betrekking tot comfortmaatregelen dient de dienstverlener het huidig thermisch en visueel comfort van de gebruikers te bespreken tegenover het gewenste comfortniveau en de daaraan te koppelen maatregelen. Hierbij wordt een raming gemaakt van de totale investeringskost (minimaal initiële investeringskost, aansluitingskost, exploitatiekost, installatiekost, verbouwings- of aanpassingskost, kosten aan derden, meteringkost, backup kost,…) Tot dit gedeelte behoort ook de vermelding van uit te voeren keuringen.
III.1.E Eindrapport / Benchmarkingsrapport Opmaak van een eindrapport: uiterlijk zes maanden voor het beëindigen van de opdracht vangt de dienstverlener de opmaak van dit rapport aan. Dit rapport bevat een samenvatting van de audits, in termen van CO2 – kWh – Euro, alsook algemene aanbevelingen. Tot dit eindrapport behoort ook een Top10 van meest rendabele maatregelen over alle gebouwen heen voor een ROI van maximaal 7 jaar, met bijhorende kostenraming. Per typegebouw wordt een benchmarking opgemaakt van al de geauditeerde gebouwen. De dienstverlener zal minstens 3 tussentijdse vergaderingen organiseren om de stand van zaken voor te leggen van het eindrapport aan het Bestuur teneinde de opbouw van het eindrapport mee te kunnen opvolgen en sturen. Het eindrapport is generiek voor het Bestek, het omvat ook de energieaudits die volgens het principe van de aankoopcentrale zijn toegevoegd.
42/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
De benchmarkrapporten worden, op vraag van het Bestuur, opgesteld door de dienstverlener. De benchmarkrapporten zijn identiek aan het eindrapport, met dit verschil dat de benchmarkrapporten slechts handelen over een pool van uitgevoerde audits, samengesteld door het Bestuur. Deze benchmarkrapporten kunnen dus op elk moment gedurende de loop van de algemene uitvoeringstermijn worden aangevraagd. Het standaard eindrapport bestaat uit een benchmarking van 50 gebouwen, deze worden door het bestuur bepaald. Er wordt in de inventaris een post opgenomen voor het toevoegen van extra gebouwen aan het eindrapport. Het standaard benchmarkrapport bestaat uit een benchmarking van 15 gebouwen, deze worden door het bestuur bepaald. Er wordt in de inventaris een post opgenomen voor het toevoegen van extra gebouwen aan het benchmarkrapport.
III.1.F Technisch bestek III.1.F.5 Technisch bestek & raming Het opmaken van het ontwerp incl. technisch bestek heeft tot doel een aanbestedingsklaar dossier samen te stellen op basis van de resultaten uit de energieaudit. De bedoeling is om via een openbare aanbesteding te komen tot de selectie van een aannemer voor uitvoering. De dienstverlener stelt eveneens een tijdsbestek (tijdslijn) op met hierin de detaillering van de nodige stappen voor zowel ontwerp als uitvoering Deze tijdslijn wordt aangepast door de dienstverlener na opening van de offertes (inbegrepen in opdracht).. Dit tijdsbestek bevat eveneens de termijnen binnen dewelke een reactie (positief of negatief) dient ontvangen te zijn vanwege de Vlaamse Overheid. De inschrijver dient er rekening mee te houden dat het toewijzen van een opdracht voor studie en het toewijzen van een opdracht voor werken een termijn van minimum 15 kalenderdagen vergt. Het ontwerp incl. technisch bestek omvat: - plannen in minstens Autocad 2004, met indicatie van de verschillende soorten uitrustingen (disciplines) in verschillende layers, conform instructies van het Bestuur in bijlage A. Onder plannen wordt ook verstaan: de nodige plannen die het onderscheid aangeven tussen huidige en te realiseren installatie. De opdracht omvat niet het her-layeren van bestaande plannen. - omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, met opsplitsing per discipline en met aandacht voor interactie tussen de disciplines - de bepaling van volgende administratieve elementen: o duur van de werkzaamheden o selectiecriteria, zowel economische (omzet voor vergelijkbare projecten, verzekering tegen beroepsrisico’s, …) als technische (referenties, erkenningen, personeel, …) o ingeval uitzonderlijk, op vraag van het Bestuur, toch om een dossier voor algemene offertevraag wordt verzocht, dient de uitvoerder tevens de nodige gunningscriteria en voorstel van weging op te maken. - omschrijving van de verschillende soorten uitrustingen, met functie technische dimensionering (minima – maxima – beschikbare marge - …) in te dienen technische fiches, zeker voor de cruciale uitrustingen zoals bv. warmtepomp of zonnepanelen waarvoor garantie dient te bestaan tussen de aangeboden materialen en de gestelde eisen omschrijving van de principes van onderhoud : deels via verwijzing naar de instructies van de leverancier, deels via eigen omschrijving van minimale onderhoudsvereisten (preventief, correctief) en te behalen service levels - omschrijving en eisen rondom energiemonitoring teneinde de performantie en het rendement van de installatie en deelcomponenten te monitoren en op te volgen - de opmaak van een meetstaat, met voldoende verduidelijking, met aangeven van de diverse posten in FH, VH of TP conform Overheidsopdrachten. Met het oog op mogelijke aanpassingen is de zo correct mogelijke toepassing van VH of FH voor de diverse artikelen wenselijk; TP dient gereserveerd te worden voor globale opdrachten. De inventaris dient te voorzien in een opsplitsing van materialen en manuren. - in het kader van het Veiligheids- en Gezondheidsplan: beschrijven van de noodzakelijke veiligheidsinstructies en andere specifieke eisen omtrent veiligheid en gezondheid conform KB Tijdelijke en Mobiele Werkplaatsen. Dit omvat de opmaak van het door de aannemer in te vullen sjabloon. 43/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
- indien noodzakelijk geacht door het Bestuur is het mogelijk de uitvoering gefaseerd te laten verlopen. De beschrijving van de fasering en alle bijhorende aanpassingen noodzakelijk in het bestek en bijhorende documenten behoren tot de omvang van deze opdracht - een aparte paragraaf aangaande de opmaak van het as-built dossier en de gebruiks- en onderhoudsinstructies. Het as-built dossier dient zowel digitaal als op papier aangeleverd te worden bij de voorlopige oplevering. De aannemer dient erop gewezen te worden dat zijn prestaties enkel in aanmerking komen voor betaling ingeval het as-built dossier is ingediend en goedgekeurd door het opdrachtgevend Bestuur - basis instructies naar technisch onderhoud toe. De bedoeling van het Bestuur is om het onderhoud te laten gebeuren via een onderhoudscontract met beperkte set (eenvoudig opvolgbare) Service Levels. De onderhoudsprestaties worden jaarlijks geïndexeerd (zie website Agoria, STATBEL). Het onderhoudscontract dient ook het uitvoeren van keuringen en verplichte metingen te omvatten via de weerhouden onderhoudsfirma, alsook het aanleveren van de nodige attesten horende bij deze keuringen. De raming is een belangrijk onderdeel van het technisch bestek, gelet op de relatie tussen de bedragen vermeld in de raming en de eventuele beslissingen van het Bestuur. De raming is opgesteld conform het model van de meetstaat van het technisch bestek, met eenheidsprijzen voor alle onderdelen. Waar mogelijk wordt onderscheid toegevoegd tussen materiaalprijzen en prestaties. De raming omvat bovenop de elementen van de inventaris ook OPEX elementen, d.i. een indicatie van de kosten verbonden aan het sluiten van een onderhoudscontract met een externe firma. Voor de OPEX elementen maakt de dienstverlener onderscheid tussen de onderhoudskosten voor technisch beheer (preventief & correctief onderhoud) en de meerkost voor onderhoud in totale waarborg. Bij de opmaak van de raming dient de dienstverlener duidelijk aan te geven welke de index-invloed kan zijn op de gecommuniceerde kosten. Hierbij zal hij dus de op dat tijdstip gangbare S0 en I0 waarde (referentie : Agoria, zie ook website STATBEL – Technologische industrie) vermelden bij zijn raming zodat de opdrachtgever hiermee rekening kan houden bij de evaluatie van de kosten van de eindafwerking versus de raming ingediend door de dienstverlener. e
e
Het ontwerp (1 vergadering) en het technisch bestek en bijhorende raming (2 vergadering) worden voorgesteld op 2 presentatievergaderingen bij het Bestuur (vergaderingen inbegrepen in opdracht). Opmerkingen van het Bestuur op het bestek en/of raming worden aangepast door de dienstverlener (inbegrepen in opdracht). Het Bestuur beslist of hiervoor een 2de presentatievergadering noodzakelijk is (inbegrepen in opdracht).
III.1.F.6 Analyse van de offertes De analyse van de offertes houdt in: - nazicht van de inventaris van de inschrijver, voor rekenkundig nazicht en voor vergelijking van de verschillende eenheidsprijzen tussen de inschrijvers. Hierbij dient bijzondere aandacht besteed te worden aan eenheidsprijzen waarvan het vermoeden bestaat dat deze onrealistisch laag of hoog zijn, en waarvoor dus prijsverantwoording kan gevraagd worden door het Bestuur - nazicht van de administratieve stukken van de inschrijver, i.h.b. de erkenning - nazicht van de technische fiches van de aangeboden uitrustingen, voor bevestiging van conformiteit t.a.v. de gestelde eisen De door de dienstverlener uitgevoerde analyses worden voorgesteld op een presentatievergadering bij het Bestuur. Opmerkingen van het Bestuur op het bestek en/of raming worden aangepast door de dienstverlener. Het Bestuut beslist of hiervoor een 2de presentatievergadering noodzakelijk is.
III.1.F.7 Projectbegeleiding Project begeleiding gedurende de uitvoering der werken, in samenwerking met het Bestuur, houdt in: het nazicht van berekeningsnota’s, plannen en documenten voorgelegd door de aannemer; de evaluatie van de technische fiches ingediend door de aannemer; het eventueel bijwonen of uitvoeren van proeven en technische controles, voorafgaand aan de oplevering, op vraag van het Bestuur;
44/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
controle op de uitvoering vanwege de aannemer, tijdens de werken (minstens 1 bezoek, tijdens de werken en in afspraak met de leidend ambtenaar); bijwonen van werfvergaderingen en bijhorende prestaties (zie verder); bijwonen van partiële opleveringen en bijhorende prestaties (zie verder); bijwonen van definitieve oplevering en bijhorende prestaties (zie verder): goedkeuring van vorderingsstaten na controle op de werf; het nazicht van verslagen welke door de aannemer worden ingediend; het bijwonen van de voorlopige oplevering der werken en het becommentariëren van de uitvoering van de aannemer; controle en nazicht van het as-built dossier van de aannemer Onder werfvergadering wordt verstaan: - organisatie van de werfvergaderingen in overleg met de exploitant, het Bestuur en de uitvoerder(s) - een vergadering in het gebouw waar de werkzaamheden plaatshebben, voor opvolging van de status van de werken - inbegrepen: goedkeuring van vorderingsstaten na controle op de werf; het Bestuur bevestigt dit bespreking met de aannemer van praktische problemen en voorgestelde oplossingen, met aandacht voor minimale afwijking van het bestek bespreking van de timing van de werken, controle op het respect van de afgesproken timing De partiële oplevering is hetzij de oplevering van een deel van de werken, teneinde de aannemer toe te laten om een factuur op te maken conform de afgewerkte onderdelen, hetzij een voorlaatste en aldus voorlopige oplevering van de werken, per fase. Bij deze partiële oplevering dient de dienstverlener: - na te gaan of de door de aannemer geclaimde prestaties effectief zijn uitgevoerd - na te gaan of deze prestaties zijn uitgevoerd conform de regels van goede uitvoering, i.h.b. ook de instructies van de fabrikant - na te gaan of de voorgestelde uitrustingen / prestaties na de oplevering ook effectief mogen gefactureerd worden door de aannemer - een verslag op te stellen, met opmerkingen waar nodig, van deze partiële oplevering. In het verslag staat tevens vermeld welke uitrustingen volledig of partieel (percentage voor te stellen door de aannemer – het Bestuur beslist) mogen gefactureerd worden. Bij de opmerkingen geeft de aannemer aan of het om een opmerking gaat welke de partiële oplevering weerhoudt of om een opmerking gaat van minder belang, te corrigeren tegen de definitieve oplevering. Waar nodig wordt het verslag geïllustreerd met fotomateriaal - in geval het de voorlopige oplevering betreft na te gaan of het as-built dossier zowel digitaal als op papier aangeleverd is. De voorlopige oplevering is enkel mogelijke als alle opmerkingen van de partiële oplevering zijn opgelost. De aannemer dient erop gewezen te worden dat zijn prestaties enkel in aanmerking komen voor betaling ingeval het as-built dossier is ingediend en goedgekeurd door het opdrachtgevend Bestuur. De definitieve oplevering, per fase, inclusief PV omvat minimaal volgende prestaties: voorafgaandelijk: controle van het as-built dossier van de aannemer voorafgaandelijk: contact met de gebouwverantwoordelijke, gebouwbeheerder en onderhoudsfirma, voor hun opmerkingen + evaluatie van deze opmerkingen rondgang samen met de aannemer opmaak van een proces-verbaal met de nodige vaststellingen, geïllustreerd met het nodige fotomateriaal of andere rapporten. Dit PV bevat tevens opmerkingen + advies voor vrijgave borg de definitieve oplevering geschiedt enkel indien er geen openstaande opmerkingen meer zijn controle op goede uitvoering van de garantie De leiding en het globale toezicht op de werken vallen ten laste van het Bestuur.
45/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Perceel 2: Haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie III.1.A Deelprestatie 2A: Verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek
hernieuwbare energie voor grote gebouwen – EPR Vlaanderen III.1.A.1
Wetgeving
-Besluit van de Vlaamse Regering van 23 november 2007 houdende wijziging van het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen. In dit besluit werden de bepalingen voor de invoering van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen vastgelegd. Zoals wordt opgelegd door de Europese Richtlijn betreffende energieprestaties van gebouwen, voorziet het besluit in een verplichte haalbaarheidsstudie voor nieuwe gebouwen groter dan 1000m². -Ministerieel besluit van 11 januari 2008 houdende het vaststellen van nadere regels met betrekking tot het invoeren van de haalbaarheidsstudie voor alternatieve energiesystemen. Hierin werd vastgelegd welke technieken in de haalbaarheidsstudie te onderzoeken zijn, afhankelijk van de functie en de grootte van het gebouw. De te onderzoeken technieken werden zodanig geselecteerd dat de kans heel groot is dat de toepassing effectief haalbaar is. Het ministerieel besluit legt ook het webformulier vast waarmee de resultaten van de haalbaarheidsstudie moeten gerapporteerd worden. De bedoeling is om het Bestuur te informeren over de mogelijke technieken, de subsidies en de haalbaarheid van de verschillende alternatieve energiesystemen. Het is in het belang van de bouwheer om de studie al tijdens de ontwerpfase te laten uitvoeren, zodat alle resultaten nog in het definitieve ontwerp integreerbaar zijn.
III.1.A.2 Voor welke gebouwen moet een verplicht haalbaarheidsonderzoek gebeuren? Voor gebouwen die aan volgende kenmerken voldoen: nieuw op te richten (deel van een) gebouw > 1000 m² (indien het project binnen één bouwvergunningsaanvraag meerdere gebouwen omvat, moeten de bruikbare vloeroppervlakken samengeteld worden). Als referentie voor de vloeroppervlakte van een gebouw kan men uitgaan van de totale oppervlakte van een gebouw die gerapporteerd wordt aan het Nationaal Instituut voor de Statistiek (A7 in het NIS-formulier). Hier wordt als definitie genomen "de som van de oppervlaktes van de verschillende niveaus, berekend tussen de buitenmuren, de oppervlakte ingenomen door de muren zelf inbegrepen"; stedenbouwkundige vergunning aangevraagd na 31 januari 2008; het gebouw of de betreffende delen worden verwarmd om ten behoeve van mensen een specifieke binnentemperatuur te bekomen (dus vb. geen parkings); onder nieuw op te richten (deel van een) gebouw wordt begrepen: o nieuwbouw; o herbouw na volledige afbraak van een gebouw; o afbraak gevolgd door herbouw van een deel van een gebouw; o nieuw gebouwd toegevoegd deel van een gebouw dat uitgebreid wordt; o ontmanteling: de dragende structuur van het (betreffende deel van een) gebouw blijft behouden maar de installaties voor het bekomen van een specifiek binnenklimaat en minstens 75% van de gevels worden vervangen.
III.1.A.3 Hoe kan ik voldoen aan de verplichting om een haalbaarheidsonderzoek uit te voeren? Het haalbaarheidsonderzoek moet via een samenvattend webformulier ingediend worden bij het Vlaamse Energieagentschap binnen de maand na het aanvragen van de stedenbouwkundige vergunning. Daarnaast dient het haalbaarheidsonderzoek (volledige versie op papier) ondertekend te worden door de uitvoerder van het haalbaarheidsonderzoek en door de bouwheer, en dient ze door de
46/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
bouwheer 3 jaar bijgehouden te worden. Het Bestuur zal de dienstverlener tijdig verwittigen indien een haalbaarheidsonderzoek dient uitgevoerd te worden. Dit betekent dat het Bestuur binnen de 8 kalenderdagen na datum van aanvraag van de stedenbouwkundige vergunning de opdracht zal geven aan de dienstverlener via mail of fax. Indien de dienstverlener de opdracht niet tijdig heeft ontvangen (datum van verzending van de mail/fax geldt), kan de dienstverlener alsnog afzien van deze opdracht en dit zonder enig recht op schadevergoeding in welke hoedanigheid ook. Het webformulier kan pas geldig ingediend worden indien alle vereiste velden ingevuld zijn. De velden worden automatisch gecontroleerd of de ingevulde waarden zich binnen een normaal bereik bevinden. Bij afwijkende waarden wordt een foutenboodschap weergegeven. Er kan wel een voorlopige versie van het webformulier worden opgeslagen. In dat geval wordt er per e-mail een toegangscode voor dat dossier opgestuurd, zodat het later verder kan afgewerkt worden. Het voorlopige of ingediende webformulier kan ook afgedrukt worden.
III.1.A.4
Welke technieken moeten onderzocht worden?
De te onderzoeken technieken worden in functie van de gebouwbestemming en de bruikbare vloeroppervlakte aangegeven in de tabel in Bijlage I van het Ministerieel besluit (zie III.1.A.5 Bijlage I: Te onderzoeken technologieën in functie van gebouwbestemming en bruikbare vloeroppervlakte). Voor de volledige oppervlakte van het project (ook als het uit verschillende gebouwen bestaat) wordt uitgegaan van die bestemming die het grootste deel van de volledige oppervlakte inneemt. Voor de gebouwbestemming worden dezelfde bestemmingstypes gebruikt als voor de energieprestatieregelgeving: woongebouw: gebouw bestemd voor individuele of collectieve huisvesting; kantoorgebouw: gebouw bestemd voor een dienstverleningsfunctie waarin voornamelijk administratief werk wordt verricht en waaronder ook de gebouwen vallen die bestemd zijn voor de uitoefening van een vrij beroep zoals gedefinieerd in de wet van 2 augustus 2002 betreffende de misleidende en vergelijkende reclame, de onrechtmatige bedingen en de op afstand gesloten overeenkomsten inzake de vrije beroepen; schoolgebouw: gebouw bestemd voor een onderwijsfunctie; industrieel gebouw: gebouw bestemd voor productie, de bewerking, de opslag of manipulatie van goederen; gezondheidszorg: onder deze categorie vallen zowel gezondheidsvoorzieningen als welzijnsvoorzieningen; bijeenkomstgebouw: dagopvang voor kinderen, voor bejaarden, voor gehandicapten, congrescentrum, polyvalent wijklokaal, bioscoop, theater, museum, kunstgalerij, dancing, binnenspeeltuin,... Vanaf 1 november 2008 moet de beschikbaarheid voor stads/blokverwarming of -koeling onderzocht worden voor gebouwen die zich - in vogelvlucht - op minder dan 500 m afstand bevinden van de aangeduide locaties. Het dichtstbijzijnde punt van het op te richten gebouw geldt als referentie. Indien de aangeduide warmteleverancier aangeeft dat hij geen warmte meer ter beschikking heeft of wenst te leveren, is een verder onderzoek niet nodig.
III.1.A.5 Bijlage I: Te onderzoeken technologieën gebouwbestemming en bruikbare vloeroppervlakte Te onderzoeken technologie:
Stads/blokverwarming Warmteof -koeling krachtindien koppelin g beschikbaa r (1)
in
functie
van
FotoWarmtepom Bio- Zonneboile voltaïsch p massa r e voor of warmtezonneverwarming ketel pompboiler panelen
Bruikbare Gebouwbestemmin vloeroppervlakt g e in m2 (steeds (hoofdbestemming) > 1000 m2) (2) Wonen
Kantoor
< 5000
x
x
≥ 5000
x
x
< 5000
x
x
≥ 5000
x
x
47/80
X
x
x
x
x
x x
X
x
x
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Te onderzoeken technologie:
Stads/blokverwarming Warmteof -koeling krachtindien koppelin g beschikbaa r (1)
FotoWarmtepom Bio- Zonneboile voltaïsch p massa r e voor of warmtezonneverwarming ketel pompboiler panelen
Bruikbare Gebouwbestemmin vloeroppervlakt g e in m2 (steeds (hoofdbestemming) > 1000 m2) (2) < 5000
x
x
≥ 5000
x
x
X
x
Gezondheidszorg
X
x
X
x
x
x
Sport
X
x
X
x
x
x
< 3000
X
x
≥ 3000
X
x
< 3000
X
x
≥ 3000
X
x
X
x
Met verblijf
X
x
X
x
Zonder verblijf en < 3000
X
x
Zonder verblijf en ≥ 3000
X
x
Onderwijs
Handel
Bijeenkomstgebouw
x x
x X
x
x x x x
x
x
x
x
x
Horeca
X
x
(1) Stads-/blokverwarming of -koeling wordt geacht beschikbaar te zijn binnen de zones aangegeven door het Vlaams Energieagentschap. (2) Indien verschillende gebouwen > 1000 m² onderwerp uitmaken van dezelfde bouwvergunningsaanvraag, dient men uit te gaan van de totale bruikbare vloeroppervlakte van het gehele bouwproject opgenomen in de bouwvergunningsaanvraag.
III.1.A.6
Specifieke taken van de dienstverlener
Indien de dienstverlener van het Bestuur de opdracht ontvangt een verplicht wettelijk haalbaarheidsonderzoek uit te voeren, is de dienstverlener verantwoordelijk voor het volledige traject zoals wettelijk bepaald en beschreven in voorgaande punten, en dit vanaf het opstellen van het eigenlijke haalbaarheidsonderzoek tot het indienen van het samenvattend webformulier bij het Vlaams Energie Agentschap. Hiertoe behoren dus volgende taken: opmaak verplicht wettelijke haalbaarheidsonderzoek volgens de wettelijke bepalingen en volgens hierboven beschreven De dienstverlener organiseert een startvergadering in samenspraak met het Bestuur en eventueel andere betrokken partijen, met als doel: o Kennismaking van alle betrokken partijen o inleiding door dienstverlener van hoe de studie zal verlopen en opgebouwd worden o verzameling van gegevens, ontwerpplannen,… o eventueel afspraken rond randvoorwaarden en aannames o bepalen welke entiteit zal optreden als leidend ambtenaar respectievelijk facturatieadres voor deze opdracht bespreking van het haalbaarheidsonderzoek met het Bestuur in een vergadering waarna de dienstverlener eventueel het haalbaarheidsonderzoek aanpast aan de hand van opmerkingen wegens het Bestuur. Het Bestuur dient zijn goedkeuring te geven over het (aangepaste) haalbaarheidsonderzoek vooraleer over te gaan tot de volgende stap afleveren van het goedkeurde (door het Bestuur) en ondertekende (door de dienstverlener) haalbaarheidsonderzoek aan het Bestuur in een volledige papieren versie in 5-voud en een digitale versie in pdf- en doc-formaat.
48/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
invullen van een voorlopig samenvattend webformulier van VEA via een emailadres opgegeven door het Bestuur, waarbij de dienstverlener alle velden invult aan de hand van de resultaten uit het haalbaarheidsonderzoek. De dienstverlener slaat het formulier voorlopig op en bezorgt het Bestuur een digitale kopie in pdf-formaat van het voorlopige formulier met inbegrip van de code. Na ontvangst van de email van de VEA-databank door het Bestuur en goedkeuring door het bestuur van het voorlopig samenvattend webformulier zal het Bestuur zelf de gegevens definitief opslaan en indienen in de VEAdatabank. ->Uitvoeringstermijnen: zie artikel II.0.B.13 ART. 69, §3 en §4 - Uitvoeringstermijnen . Zowel de startvergadering als de presentatievergadering(en) maken deel uit van de prijsvorming van de dienstverlener, alsook alle plaatsbezoeken noodzakelijk voor de uitvoering van de opdracht. Bijhorend: extra presentatievergadering (maximum 1) voor bespreking van de schriftelijke opmerkingen van het Bestuur ten aanzien van de dienstverlener op het voorgestelde haalbaarheidsonderzoek het aanpassen van het haalbaarheidsonderzoek tengevolge van fouten maken deel uit van de opdracht van de dienstverlener het verwerken van kleine wijzigingen, d.i. wijzigingen welke niet het gevolg zijn van een gewijzigde randvoorwaarde-omschrijving of aannames. De dienstverlener dient de aanpassing voor deze wijzigingen te beschouwen als onderdeel van de deelopdracht. Ingeval daar en tegen wijzigingen worden geformuleerd aan de initiële behoefte heeft de dienstverlener het recht om een aanpassing van de offerte te verzoeken op basis van de eenheidsprijzen van de weerhouden inventaris (per prestatieuur)
49/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
III.1.B Deelprestatie 2B: Verplicht wettelijke ‘Technische en economische
haalbaarheidsstudie’ – EPR Brussels Hoofdstedelijk Gewest III.1.B.7Wetgeving -Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 19 juni 2008 tot vaststelling van de inhoud van het EPB-voorstel en van de technisch-economische haalbaarheidsstudie; De technische en economische haalbaarheidsstudie bestaat uit een onderzoek van de mogelijkheden: • om gedecentraliseerde energievoorzieningssystemen te gebruiken • te hoge temperaturen in de zomer en in het tussenseizoen tot een minimum te beperken en een beroep te doen op passieve koeling. De te bestuderen gedecentraliseerde systemen zijn warmtekrachtkoppeling, thermische zonneenergie en fotovoltaïsche zonne-energie, gebruik van biomassa en warmtepompen. De haalbaarheidsstudie zal inzicht verschaffen in de diverse mogelijkheden om het primaire energieverbruik te verlagen, en in hun economisch en ecologisch rendement. De aanvrager dient ze in met de vergunningsaanvraag (stedenbouwkundige en/of milieuvergunning), waarna ze voor advies zal worden geanalyseerd door het departement ‘EPB-vergunningen’ van het BIM. De haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd volgens een stramien dat is opgenomen in het Besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de inhoud van het EPB-voorstel en de technisch-economische haalbaarheidsstudie.
De klimaat- en economische hypothesen zijn opgenomen in een ministerieel uitvoeringsbesluit. III.1.B.8 Voor welke gebouwen moet een verplichte technische en economische haalbaarheidsstudie gebeuren?
De haalbaarheidsstudie is vereist voor alle nieuwe gebouwen van meer dan 1000m² en/of zware renovaties op een oppervlakte van meer dan 5000m². Een geïntegreerde haalbaarheidsstudie is vereist voor ieder project met een nieuw gebouw van meer dan 10000m².
III.1.B.9Standaard haalbaarheidsstudie De haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd volgens het stramien dat is opgenomen in het Besluit van 19 juni 2008 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de inhoud van het EPB-voorstel en de technisch-economische haalbaarheidsstudie.
III.1.B.10
Geïntegreerde haalbaarheidsstudie
Een geïntegreerde haalbaarheidsstudie is vereist voor ieder project met een nieuw gebouw van meer dan 10000m². De geïntegreerde haalbaarheidsstudie wordt uitgevoerd volgens het stramien dat is opgenomen in het Besluit van 19 juni 2008 van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering tot bepaling van de inhoud van het EPB-voorstel en de technisch-economische haalbaarheidsstudie. De dienstverlener zal hierbij de architect begeleiden vanaf het ruw ontwerp in een energieontwerpproces. Deze energieontwerpstudie omvat een modellering van het gebouw, een simulatie van zijn thermisch- en ventilatiegedrag ten einde de energiebehoeften te beperken, en tegelijk ook een studie van het gebruik van alternatieve energiebronnen. 50/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Energieontwerpstudie: inhoud Een energieontwerpstudie heeft tot doel om: • de inplanting, de indeling van het gebouw, de eigenschappen van de ontworpen schil en de te installeren uitrusting te optimaliseren om het energieverbruik tot een minimum te beperken • de geschiktheid van de uitrusting voor de te verwachten werking van het gebouw na te gaan. Daarnaast evalueert een dergelijke studie ook het belang van de toekomstige exploitatiekosten, zodat de bouwheer een keuze kan maken op basis van de globale kostprijs (investering + exploitatiekosten). Een energieontwerpstudie omvat minimaal: • Een beschrijving van de eigenschappen van het gebouw (schil en systemen), evenals van het te verwachten gebruik van dit gebouw, met inbegrip van de logica en de sleutelparameters van de beoogde regeling; • Een globale analyse van de te verwachten energiestromen, op basis van een thermische simulatie uur per uur, voor een typisch klimaatjaar, waarin zowel een periode van hitte, als een periode van strenge koude zijn opgenomen, wat een overzichtstabel van het uiteindelijke verbruik omgezet in primaire energie (MWh) oplevert; • Een analyse van één of meer varianten waarmee de energie-efficiëntie van het gebouw geoptimaliseerd kan worden, gerangschikt volgens prioriteit (schil, uitrusting, beheer, …). De studie moet het Bestuur daarbij in staat stellen om de relevantie van een wijziging van het ontwerp of van een uit te voeren investering beter in te schatten met het oog op een rationeler energiegebruik (versterking van de isolatie, gebruik van een warmtepomp, integratie van een natuurlijk koelsysteem ...) en de toepassing van hernieuwbare energiebronnen of een kwalitatieve warmtekrachtkoppeling.
III.1.B.11
Specifieke taken van de dienstverlener
Indien de dienstverlener van het Bestuur de opdracht ontvangt een verplicht wettelijke technische en economische haalbaarheidsstudie uit te voeren, is de dienstverlener enkel verantwoordelijk voor het opstellen van de eigenlijke standaard en/of geïntegreerde haalbaarheidsstudie. Hiertoe behoren volgende taken: opmaak verplicht wettelijke haalbaarheidsstudie (standaard of geïntegreerd) volgens de wettelijke bepalingen en volgens hierboven beschreven De dienstverlener organiseert een startvergadering in samenspraak met het Bestuur en eventueel andere betrokken partijen, met als doel: o Kennismaking van alle betrokken partijen o inleiding door dienstverlener van hoe de studie zal verlopen en opgebouwd worden o verzameling van gegevens, ontwerpplannen,… o eventueel afspraken rond randvoorwaarden en aannames o bepalen welke entiteit zal optreden als leidend ambtenaar respectievelijk facturatieadres voor deze opdracht Standaard haalbaarheidsstudie: o bespreking van de haalbaarheidsstudie met het Bestuur in een presentatievergadering waarna de dienstverlener eventueel de studie aanpast aan de hand van opmerkingen wegens het Bestuur. Het Bestuur dient zijn goedkeuring te geven over de (aangepaste) studie vooraleer over te gaan tot de volgende stap o afleveren van de goedkeurde (door het Bestuur) en ondertekende (door de dienstverlener) haalbaarheidsstudie aan het Bestuur in een volledige papieren versie in 5-voud en een digitale versie in pdf- en doc-formaat. Geïntegreerde haalbaarheidsstudie: o begeleiden van de architect vanaf het ruw ontwerp in een energieontwerpproces: dit omvat werkvergaderingen met de architect en/of een bouwteam op een door de architect vastgelegde locatie. Deze werkvergaderingen dienen de dienstverlener in staat te stellen alle gegevens van het ontwerp te verzamelen en te bespreken teneinde aan de vereisten van de geïntegreerde haalbaarheidsstudie te voldoen. o bespreken van de haalbaarheidsstudie met het Bestuur, architect en/of bouwteam in een presentatievergadering waarna de dienstverlener eventueel de studie aanpast 51/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
o
aan de hand van opmerkingen wegens het Bestuur en/of architect. Het Bestuur en de architect dienen elk hun goedkeuring te geven over de (aangepaste) studie vooraleer over te gaan tot de volgende stap afleveren van de goedkeurde (door het Bestuur) en ondertekende (door de dienstverlener) haalbaarheidsstudie aan het Bestuur en architect in een volledige papieren versie in 5-voud en een digitale versie in pdf- en doc-formaat.
->Uitvoeringstermijnen: zie artikel II.0.B.13 ART. 69, §3 en §4 - Uitvoeringstermijnen . Zowel de startvergadering als de presentatievergadering(en) maken deel uit van de prijsvorming van de dienstverlener, alsook alle plaatsbezoeken noodzakelijk voor de uitvoering van de opdracht. Bijhorend: extra presentatievergadering (maximum 1) voor bespreking van de schriftelijke opmerkingen van het Bestuur ten aanzien van de dienstverlener op de voorgestelde haalbaarheidsstudie het aanpassen van de haalbaarheidsstudie tengevolge van fouten maken deel uit van de opdracht van de dienstverlener het verwerken van kleine wijzigingen, d.i. wijzigingen welke niet het gevolg zijn van een gewijzigde randvoorwaarde-omschrijving of aannames. De dienstverlener dient de aanpassing voor deze wijzigingen te beschouwen als onderdeel van de deelopdracht. Ingeval daar en tegen wijzigingen worden geformuleerd aan de initiële behoefte heeft de dienstverlener het recht om een aanpassing van de offerte te verzoeken op basis van de eenheidsprijzen van de weerhouden inventaris (per prestatieuur)
52/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
III.1.C Prestatie 2C: Haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie In tegenstelling tot deelprestaties 2A en 2B betreft het hier een meer diepgaande en gedetailleerde haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie waarbij de focus wordt gelegd op het aanwezige/beschikbare potentieel en de economische analyse. Deze opdracht kan zowel voor bestaande gebouwen als voor nieuwbouwprojecten worden toegepast, alsook voor alleenstaande gebouwen en gebouwsites. Bovendien worden in deze opdracht ook andere te onderzoeken technologieën beschreven. De bedoeling van de haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie is om per technologie een antwoord te vinden op volgende hoofdvragen: is er potentieel aanwezig voor de respectievelijke technologie? Is het economisch rendabel?
III.1.C.1
Te onderzoeken technologieën
In deelprestatie 2C kunnen volgende technologieën onderzocht worden: Stads/blokverwarming of –koeling indien beschikbaar Warmte Kracht Koppeling (WKK en mini-WKK) Biomassa-ketel Photovoltaïsche zonnepanelen Windenergie Geothermie Waterhuishouding (regenwaterrecuperatie & groendaken) Andere hernieuwbare energie-technologieën (bv. thermische zonne-energie, PCM,…)
III.1.C.2
Onderzoek naar potentieel
Algemeen geldt voor alle te onderzoeken technologieën dat de studie naar het potentieel en de rendabiliteit van de respectievelijke technologie praktische informatie dient op te leveren welke kan gebruikt worden om een gegronde en gestaafde beslissing te nemen omtrent het al dan niet uitvoeren van de onderzochte technologie en voor het opstellen van een technisch lastenboek. De dienstverlener stelt een rapport op waarin duidelijk wordt weergegeven of er potentieel aanwezig is en toont dit aan via berekeningen, haalbaarheidanalyses en -studies en dergelijke meer. Het betreft dus een uitgebreide en gedetailleerde haalbaarheidsstudie. De dienstverlener verantwoord zijn resultaten via gestructureerde berekeningsnota’s met daarin ook de aangenomen waarden en percentages en met het nodige documentatiemateriaal (foto’s, schematische plannen enzovoort). Vermits de opgeleverde informatie nuttig moet zijn om nadien op te nemen in een technisch lastenboek, dient dit onderzoek in detail te worden uitgevoerd. In geval bestaande gebouwen of gebouwsites dienen de nodige plaatsbezoeken dus te gebeuren om alle noodzakelijke onderzoeken uit te voeren zoals bv. inzicht verwerven in de aanwezige bestaande (technische) installaties, onderzoek gebouw/gebouwsite in se, inplanting t.o.v. de omgeving en zo verder. Alle plaatsbezoeken zijn inbegrepen in de offerte van de dienstverlener. Op deze manier verschaft men het inzicht noodzakelijk om de integratie van de voorgestelde technologieën op de bestaande installaties te kunnen verwezenlijken en kunnen de noodzakelijke investeringen bepaald en opgelijst worden. Uiteraard dient dit alles te worden opgenomen in het rapport. In geval een nieuwbouwproject zijn de noodzakelijke contacten en vergaderingen met alle leden van het bouwteam en/of energieleveranciers en DNB’s inbegrepen in de offerte teneinde al de noodzakelijke gegevens voor de opmaak van de haalbaarheidsstudie te verzamelen. Onder onderzoek naar het potentieel verstaat men dus minimaal: Geschiktheid om dergelijke technologie te integreren (bekeken op alle niveaus: van omgevingsniveau, over gebouw/gebouwsite-niveau tot op niveau van de bestaande installaties). Onder geschiktheid wordt minimaal verstaan alle aspecten rond technische, bouwkundige en stedenbouwkundige geschiktheid. Haalbaarheidsstudie Impact op de gebouwinstallaties, zowel technisch als economisch (bijkomende eisen naar keuringen, kosten, huurschade, vormingen, onderhoud en dergelijke meer). Vergunningen, reglementeringen en wettelijk kader zowel stedenbouwkundig als technisch. Specifieke risico’s (arbeidsveiligheid, installatietechnisch, bouwkundig) Voorstellen van DPF-constructies (Derde Partij Financiering) welke passen in het kader van de wet op overheidsopdrachten. Aftoetsing van trias energetica-principe 53/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Opstellen van een energiemonitoringconcept voor de volledige installatie inclusief deelcomponenten teneinde de performantie en rendement van de volledige installatie inclusief deelcomponenten continu en real-time te bepalen en op te volgen, ook in functie van nazorg en onderhoud. Hierbij inbegrepen: o Oplijsting meetpunten en aanduiding op technisch schema o Technische specificaties van meters/loggers/sensoren met aandacht voor bestaande meterstructuur indien aanwezig o Per meetpunt: omschrijving werking en nut in het totaal energiemonitoringsconcept o Oplijsting van mogelijke en noodzakelijke evaluatiemethodes (bv. COP, SPF, …) om de installatie op gebied van energieperformantie en rendementen op te volgen en te evalueren + opstellen schema welke meetpunten voor welke evaluatiemethode worden gebruikt inclusief gebruikte formules Principes naar onderhoud toe, voor opname in onderhoudscontracten Afhankelijk van de te onderzoeken technologie worden bijkomende gedetailleerdere aspecten opgenomen per technologie zoals hierna aangegeven. De aftoetsing van het trias-energetica principe houdt in dat de dienstverlener nagaat of het volgens dit principe aanvaardbaar is om op dit ogenblik te investeren in dergelijke technologieën, rekening houdend met de staat van het gebouw of gebouwsite.
III.1.C.3
Rendabiliteit
De rendabiliteit wordt voor elke technologie minimaal berekend a.d.h.v. volgende methodes: -Statische Terugverdientijd -Return on Investment (ROI) -Internal Rate of Return (IRR) -Net Present Value (NPV) en Total Present Value (TPV) -Economisch optimum in functie van optimaal (regeltechnisch) gebruik -Total Cost of Ownership (TCO): kostberekening die rekening houdt met de life cycle kosten en ook met de kosten verbonden aan exploitatie, zoals onderhoud, opleiding, keuringen, ... . Inbegrepen ook een raming van de kosten aan wisselstukken/herstellingen en updates (bv. van software) of de optionele meerkost van een totale waarborg onderhoudscontract. Voor enkele technologieën (zie verder: aangegeven bij de desbetreffende technologie) wordt ook nog volgende methode opgenomen: -Levens Cyclus Analyse (LCA) Hierbij geldt voor de investeringskost: te detailleren in minimaal initiële investeringskost, aansluitingskost, exploitatiekost, installatiekost, verbouwings- of aanpassingskost, kosten aan derden, meteringkost, backup kost (bv. bij uitval),… In de methodes houdt men ook telkens rekening met het feit dat de geproduceerde energie ter plaatse kan gebruikt worden of (terug)geleverd wordt op openbare netten indien van toepassing.
III.1.C.4
LCA (Levenscyclusanalyse)
Life Cycle Assesment (LCA) of levenscyclusanalyse is een internationaal gestandaardiseerde methode die wordt toegepast om de milieu-impact van een product en/of dienst te berekenen door het product te bekijken over zijn gehele levenscyclus (cradle-to-grave). De dienstverlener zal hiervoor de nodige vergaderingen beleggen met het Bestuur teneinde het doel, de scope, randvoorwaarden en aannames te bespreken. Algemeen zal de dienstverlener volgende 4 fasen per gevraagde technologie uitwerken: Definitie van het doel en de scope: in deze fase wordt er bepaald wat het eigenlijke doel is, welke vragen er onderzocht dienen te worden en wat de grenzen van het systeem zullen zijn waarbinnen de analyse zal gebeuren. Analyse van de levenscyclusinventaris: om de impact van een technologie te kunnen berekenen is het noodzakelijk om de stroom van materialen en energie doorheen de hele levenscylus (de verschillende fasen in levenscyclus) vast te leggen: - bepalen van de gebruikte materialen van alle onderdelen in de technologie - analyseren van de productiemethoden voor deze materialen - analyseren van de productiemethoden voor de onderdelen, het assemblageproces
54/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
en de verpakkingsmethoden van de technologie - analyse van de distributie - verbruik van energie en grondstoffen tijdens het gebruik - toegepaste methodes voor afdanking/recyclage van de technologie. Het resultaat van deze analyse is een lijst met grondstoffen die gebruikt zijn in de technologie en de emissies die hierbij in het milieu terechtkomen. Berekening van de impact over de hele levenscyclus: in deze fase wordt de milieuimpact berekend van de materialen en afvalstoffen die zijn opgelijst in de vorige fase. Dit gebeurt meestal met behulp van specifieke software. De grootte van de impact op het milieu wordt in deze berekeningen gerelateerd met specifieke plaatselijke milieu‘problemen’. Uit deze berekeningen kan er vervolgens afgeleid worden waar in de levenscyclus van de technologie de grootste impact op het milieu zit. Interpretatie van impact van de levenscyclus: in deze laatste fase van de LCA kunnen de belangrijkste domeinen in de levenscyclus van de technologie worden gedetecteerd.
De dienstverlener interpreteert de LCA-resultaten, vergelijkt deze met andere gelijkaardige LCAstudies en andere LCA-resultaten van alternatieve energietechnologieën. Alle bronnen, gebruikte referenties en gegevens omtrent beschikbare LCA-databanken worden overgemaakt aan het Bestuur. De levenscyclusanalyse vormt een aparte post in de inventaris en kan aangevraagd worden door het Bestuur voor welbepaalde technologieën zoals verder beschreven.
III.1.C.5
Stappenplan algemeen
Bij het opmaken van een haalbaarheidsstudie zullen steeds volgende stappen gevolgd worden: a) Het Bestuur brengt de dienstverlener op de hoogte van een nieuwe opdracht b) De dienstverlener organiseert een startvergadering in samenspraak met het Bestuur en eventueel andere betrokken partijen, eventueel op locatie van gebouw/gebouwsite waar de technologie dient onderzocht te worden, met als doel: Kennismaking van alle betrokken partijen inleiding door dienstverlener van hoe de studie zal verlopen en opgebouwd worden verzameling van gegevens afspraken rond randvoorwaarden en aannames afspraken rond tussentijdse vergaderingen en resultaten afspraken rond uitvoeringstermijn bepalen welke entiteit zal optreden als leidend ambtenaar respectievelijk facturatie-adres voor deze opdracht c) opmaak van een offerte door de dienstverlener, rekening houdend met de eventuele randvoorwaarden die door het Bestuur werden medegedeeld, conform de ingediende en weerhouden prijslijst d) aanvaarding of verwerping van de offerte door het Bestuur: ingeval aanvaarding worden de verdere afspraken gemaakt voor de uitvoering van de opdracht ingeval van niet-aanvaarding zal de dienstverlener een schadevergoeding ontvangen ten bedrage van 4 prestatie-uren “kleine wijzigingen haalbaarheidsstudie” conform de prijzen van de goedgekeurde weerhouden inschrijving. Het Bestuur motiveert dit bedrag door het feit dat de dienstverlener bij opmaak van de offerte de nodige tijd dient te besteden aan de inschatting van de opdracht, de startvergadering dient bij te wonen, enz. Zowel de startvergadering als de presentatievergadering(en) om de (deel)rapporten voor te stellen maken deel uit van de prijsvorming van de dienstverlener, alsook alle plaatsbezoeken noodzakelijk voor de uitvoering van de opdracht. Bijhorend:
een vergadering (maximum 2) voor bespreking van de opmerkingen van het Bestuur, voor noteren van verzoeken tot wijziging of aanpassing van fouten het aanpassen van de haalbaarheidsstudies en/of (deel)rapporten tengevolge van fouten maakt deel uit van de opdracht van de dienstverlener het verwerken van kleine wijzigingen, d.i. wijzigingen welke niet het gevolg zijn van een gewijzigde randvoorwaarde-omschrijving of aannames. De dienstverlener dient de aanpassing voor deze wijzigingen te beschouwen als onderdeel van de opdracht. 55/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Ingeval daar en tegen wijzigingen worden geformuleerd aan de initiële behoefte heeft de dienstverlener het recht om een aanpassing van de offerte te verzoeken op basis van de eenheidsprijzen van de weerhouden inventaris (per prestatie-uur)
III.1.C.6
Technologieën
Hierna volgend een beschrijving per technologie aan welke eisen de haalbaarheidsstudie hernieuwbare energie dient te voldoen. Onderstaande eisen zijn te beschouwen als aanvullend op de algemene beschrijving die in voorgaande artikels is weergegeven.
III.1.C.6.1 Stads/blokverwarming of –koeling Stads-/blokverwarming of -koeling wordt geacht beschikbaar te zijn binnen de zones aangegeven door het Vlaams Energieagentschap. Dit geldt enkel voor gebouwen of sites die zich - in vogelvlucht - op minder dan 1000 m afstand bevinden van de aangeduide locaties. Het dichtstbijzijnde punt van het gebouw of site geldt als referentie. Indien de aangeduide warmteleverancier aangeeft dat hij geen warmte meer ter beschikking heeft of wenst te leveren, is een verder onderzoek niet nodig. Aandachtspunten in de haalbaarheidsstudie zijn Formules met een derde investeerder (DPF) Beperkingen voor aansluiting (bv. stadsreglement voor graafwerken) Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: Aangewezen te installeren vermogen Investeringskost zonder subsidies Investeringskost met subsidies Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames) Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem Besparing op CO2-uitstoot Onderhouds- en vervangingskosten Kosten verbonden aan de inregeling (hydraulisch en regeltechnisch) Administratieve kosten (bv. graafvergunningen, bodemonderzoeken,…) Rendabiliteitsberekeningen indien gebruik wordt gemaakt van de formule met een derde investeerder
III.1.C.6.2 Warmte Kracht Koppeling (WKK en mini-WKK) Onder deze technologie wordt ook de trigeneratie-technologie verstaan alsook de mogelijkheid om als brandstof van de WKK hernieuwbare energiebronnen te gebruiken zoals biodiesel, biogas, bio-olie, hout, afval,… . De dienstverlener zal bij aanvang van deze technologie een soort pre-zelfstudie analyse opmaken, op basis van eigen ervaring, bestaande haalbaarheidsstudies en praktijkprojecten, teneinde reeds een focus te leggen op een bepaald type van WKK. Sowieso dient in de studie een WKK meegenomen te worden met als brandstof een afgeleide van grootkeuken-afval vermits de Vlaamse Overheid over heel wat afval beschikt ten gevolge van grootkeukens. De dienstverlener geeft in het rapport een samenvatting weer waarin hij zijn pre-analyse toelicht met bronvermeldingen en de nodige verantwoordingen van de gemaakte keuzes. Het Bestuur waakt over het feit dat de bronvermeldingen opgegeven door de dienstverlener in de pre-analyse niet telkens naar dezelfde fabrikant verwijzen. De dienstverlener zal in zijn pre-analyse dus telkens identieke info opvragen bij minstens 2 verschillende fabrikanten teneinde het gelijkheidsbeginsel niet te schaden. Voor het onderzoek naar het potentieel zal de dienstverlener een grondige analyse dienen te maken van de (relevante) energievraag. Hierbij volstaat het echter niet enkel de grootte van de warmte- en elektriceitsvraag te kennen, maar dient men ook rekening te houden met de tijds- en weersafhankelijkheid alsook de exploitatiewijze van het gebouw of gebouwsite (bv. openingsuren, events buiten kantooruren,…). Ingeval nieuwbouwprojecten maakt men gebruik van gespecialiseerde software teneinde de relevante energievraag dynamisch te simuleren. Ingeval bestaande gebouwen/gebouwsites: in het onderzoek kan in deze fase een onderscheid gemaakt worden tussen
56/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
de methode op basis van metingen en deze op basis van factuurgegevens. Werken zuiver op basis van kengetallen en ervaringscijfers wordt niet toegelaten. Methode op basis van metingen: vormt een erg nauwkeurige bron van informatie. Elektriciteitszijdig kan men veelal beroep doen op de kwartuurwaarden indien het gebouw of de site een middenspanningsaansluiting bezit. Indien beschikbaar bij het Bestuur zal het Bestuur zelf deze gegevens ter beschikking stellen. In het andere geval vraagt de dienstverlener de waarden op bij de distributienetbeheerder; De dienstverlener zal hiervoor een mandaat van het Bestuur kunnen verkrijgen. Indien het gebouw een laagspanningsaansluiting bezit kan er beslist worden een meetcampagne uit te voeren met behulp van tijdelijke logging apparatuur. Het Bestuur gaat ervan uit dat hierbij metingen volstaan over een periode van 2 geschikte maanden. Via de maandelijkse elektriciteitsfacturen en andere beschikbare informatie (bv. vakantieregelingen) kan het opgemeten patroon geëxtrapoleerd worden naar een volledig jaarpatroon. Warmtemetingen dienen via calorische metingen te gebeuren. Hiervoor zal de dienstverlener tijdelijk ultrasone meters gebruiken. Het Bestuur gaat ervan uit dat hierbij metingen volstaan over een periode van 2 geschikte maanden. Via de maandelijkse brandstoffacturen en andere beschikbare informatie (bv. vakantieregelingen, buitentemperaturen en gewenste binnentemperaturen) kan het opgemeten patroon geëxtrapoleerd worden naar een volledig jaarpatroon. De dienstverlener dient in de inventaris een aparte prijs op te geven voor energiemetingen en dit voor de elektriciteitszijde en de warmtezijde. Methode op basis van facturen: indien beslist wordt door het Bestuur om geen meetcampagne uit te voeren. Hierbij dient men maandelijkse facturen te bekijken over een periode van 2 jaar indien deze kunnen aangeleverd worden door het Bestuur. Indien niet volstaat een periode over 1 jaar. Om de warmtevraag af te leiden dient men assumpties te maken zoals bv. ketelrendementen, typeprofielen, sturingsgegevens. Verder dient de dienstverlener de technische dimensionering, de rendabiliteitsbeoordeling en de sensitiviteitsanalyse van de WKK op te maken. Voor de sensitiviteitsanalyse dienen minimaal volgende factoren in rekening te worden gebracht: elektriciteitsprijs, aantal draaiuren van de installatie, marktprijs van de certificaten en de brandstofprijs. Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: Aangewezen te installeren vermogen (elektrisch en thermisch) Investeringskost zonder subsidies Investeringskost met subsidies Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames) Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem Besparing op CO2-uitstoot Onderhouds- en vervangingskosten Inregelkosten op de bestaande installatie Rendabiliteitsberekeningen indien gebruik wordt gemaakt van de formule met een derde investeerder
III.1.C.6.3 Biomassa-ketel Als biomassa wordt hier houtpellets bedoeld vermits dit een “schone”, CO2-neutrale en gemakkelijk hanteerbare brandstof is. Combinatie van houtpelletketels met aardgasketels dienen ook bekeken te worden. Aandacht voor vergunningen, emissie-eisen, meetfrequenties, opslag en brandveiligheid. Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: Aangewezen te installeren vermogen Investeringskost zonder subsidies Investeringskost met subsidies Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames) Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem Besparing op CO2-uitstoot Onderhouds- en vervangingskosten 57/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Kosten verbonden aan opslag van de biomassa en kosten verbonden aan beheersing van brandrisico’s Transportkosten biomassa Rendabiliteitsberekeningen indien gebruik wordt gemaakt van de formule met een derde investeerder
III.1.C.6.4 Photovoltaïsche zonnepanelen Dit onderzoek wordt aangewend om de haalbaarheid te onderzoeken voor het plaatsen van PVpanelen op daken van het gebouwpatrimonium binnen de Vlaamse overheid. Het toepassingsgebied van de opdracht beperkt zich niet alleen tot bestaande overheidsgebouwen maar houdt ook rekening met nieuwbouw- en renovatieprojecten. De methodologie moet voldoende technische gegevens in kaart brengen de welke opgenomen kunnen worden in een technisch bestek voor uitvoering. Volgende methodiek wordt vooropgesteld: 1) Verzamelen beschikbare informatie 2) Onderzoek: stabiliteit van het dak 3) Reglementeringen en wettelijk kader 4) Rapportering 5) Onderzoek: dakinplanting; gebouwinstallaties, energiebenutting en –transport; contractueel kader 6) Rendabiliteitanalyse 7) Eindrapportering 1) Verzamelen beschikbare informatie Op een startvergadering, welke georganiseerd wordt op initiatief van de dienstverlener, dient een lijst met de benodigde documenten en informatie vastgelegd te worden. Deze lijst wordt opgesteld door de dienstverlener en zal onder meer bijhouden welke documenten en informatie wel/niet beschikbaar zijn. Onder documenten en informatie wordt bijvoorbeeld verstaan: Plannen (bouwkundig, technisch) Energiefacturen Contactpersonen en coördinaten van relevante personen … In deze lijst, onder de vorm van een checklist, zal ook bepaald worden wie welke documenten en/of informatie dient af te leveren. Na het finaliseren van de lijst en na het ontvangen hebben van alle beschikbare documenten en informatie door de dienstverlener, wordt door de dienstverlener aan het Bestuur een bondig verslag voorgelegd van welke info wel en niet beschikbaar is. Het ontbreken van welbepaalde info kan hoe dan ook geen reden zijn voor de dienstverlener om over te gaan tot het niet verder uitvoeren van de opdracht. Enkel het Bestuur zelf kan deze beslissing nemen. 2) Onderzoek: stabiliteit van het dak -Stabiliteit van het dak en onderzoek naar maximale gewicht per beschikbaar dak: er moet bepaald worden of de stabiliteit van elk dak voldoende is voor de installatie, waarvan de weer- en stormbestendigheid moet aangetoond worden. Als installatie dient men rekening te houden met de verschillende technieken die beschikbaar zijn (bv. installaties met amorfe zonnecellen vs. installaties met polykristallijne zonnecellen of installaties met CIGS-zonnecellen). Hierbij moeten de wettelijk vereiste marges voor overlasten (zoals bv. sneeuw) en de eventuele combinatie van meerdere belastingen en eventueel bestaande constructies op het dak (lichtmasten, GSM-masten, …) in acht genomen worden. Alle beschikbare informatie dient voor dit onderzoek gebruikt te worden met bijhorende visuele controle ter plaatse. Hierbij dient er vanuit gegaan te worden dan er beperkte of geen as-build plannen aanwezig zijn. Volgende prestaties dienen te worden voorzien: Onderzoek, niet-destructief, en opmeten van de betreffende constructies en structuren ter plaatse teneinde een advies op te maken qua stabiliteit Proeven, niet destructief, ter plaatse om bepaalde ontbrekende technische informatie te bekomen Onderzoek van de eventuele belastingen van bestaande technische installaties Opvragen van ontbrekende informatie nodig voor het opmaken van de stabiliteitscontrole (plannen, technische informatie bestaande dakinstallaties) Opmaken van een controleberekening van de constructie onder de bijkomende nieuwe belastingen, zijnde de PV-panelen Onderzoek naar de haalbaarheid om eventuele aanpassingen en/of versterkingen uit te voeren indien de bestaande constructie niet voldoet qua stabiliteit 58/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Het daktype van een gebouw of van een site van gebouwen (plat, hellend, koud dak, warm dak, oriëntatie, etc.) moet gerapporteerd worden. Hierbij is het ook van belang om gebruikte materialen op te lijsten alsook de hellingshoeken en oriëntaties. 3) Reglementeringen en wettelijk kader Samen met het stabiliteitsonderzoek wordt door de dienstverlener het deelonderzoek ‘reglementeringen en wettelijk kader’ opgestart. In dit deelonderzoek dient te worden opgelijst aan welke reglementen en wetten de installaties moeten voldoen. Daarbij moet ook worden opgelijst welke vergunningen allemaal nodig zijn om over te gaan tot de installatie van PV-panelen per dak. Hierbij dient rekening gehouden te worden dat gebouwen zowel in Vlaams als in Brussels hoofdstedelijk gewest zijn gevestigd, alsook met het feit dat sommige gebouwen historisch beschermde gebouwen zijn. Bijhorend ook de gekoppelde verplichtingen zoals aanwezigheid van dakisolatie. De noodzakelijke informatie inwinnen met betrekking tot stedenbouwkundige vergunningen is inbegrepen in de opdracht. 4) Rapportering Na de deelonderzoeken ‘geschiktheid van het dak’ en ‘reglementeringen en wettelijk kader’ dienen door de dienstverlener de resultaten van deze deelonderzoeken onder de vorm van een rapport te worden voorgelegd aan het Bestuur waarin minimaal volgende punten in zijn vervat: Advies naar stabiliteit toe per dakoppervlak inclusief onderzoeksresultaten op basis van de uitgevoerde visuele metingen, controleberekeningen en proeven. Indien bestaande constructie niet voldoet qua stabiliteit: resultaten van haalbaarheidsonderzoek om eventuele aanpassingen en/of versterkingen uit te voeren. Oplijsting van de reglementeringen welke een latere installatie van PV-panelen kunnen verhinderen. Op basis van dit rapport wordt door het Bestuur, met advies van de dienstverlener, de beslissing genomen om al dan niet door te gaan met het verdere onderzoek. Bij het stopzetten van de haalbaarheidsstudie worden de tot dan toe verrichte prestaties gefactureerd volgens de goedgekeurde inventaris prijzen. De dienstverlener rondt zijn opdracht hier af door alle duidingstukken af te leveren aan het Bestuur: alle berekeningen en nota’s van het stabiliteitsonderzoek en alle stukken aangaande het deelonderzoek ‘reglementeringen en wettelijk kader’. 5) Onderzoek: dakinplanting / gebouwinstallaties, energiebenutting en –transport / contractueel kader a) Dakinplanting: de dienstverlener berekent de dakoppervlakte die benut kan worden. De gebruikte meetmethode moet bekend worden gemaakt en consequent worden toegepast op alle daken. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met bestaande constructies op het dak en op aangrenzende daken en in de omgeving die een hinder zouden kunnen betekenen voor de techniek die voorwerp is van de studie (bv. schaduw). Het resultaat dient een maximale benutting van het dak te behelzen rekening houdend met oppervlakte, obstakels (beschaduwing), andere technieken. Bovendien dient er beschreven te worden hoe de PV-panelen geplaatst kunnen worden. Hierbij worden schematische plannen opgemaakt van de daken, met werkelijke verhoudingen, van de mogelijke inplantingzones en bestaande installaties, inclusief fotomateriaal. Indien geen architectuurplannen voor handen zijn, zal de dienstverlener de nodige opmetingen doen om de schematische plannen op te maken. Voor de inzameling van informatie en gegevens aangaande dakoriëntatie(s), hellingshoeken, schaduwzones, horizon en omgevingsinvloeden zal de dienstverlener beroep doen op gespecialiseerde meettoestellen en software. Aan de hand van dit meettoestel, software en meteorologische gegevens dient de dienstverlener in staat te zijn een maximale benutting van het dak te definiëren waarop PV-zonnepanelen kunnen geplaatst worden. De dienstverlener pint zich hierbij niet vast op 1 configuratie van PV-installatie, maar zal minmaal volgende mogelijkheden bestuderen: PV-installatie voor maximale dakbenutting PV-installatie voor maximaal vermogen PV-installatie met maximaal rendement PV-installatie economisch optimum De dienstverlener zal eveneens bouwtechnische problemen, zoals de vasthechting van de PV-zonnepanelen aan de dakstructuur of gebruik van ballasten, evalueren en de gekozen oplossing(en) in de simulatie motiveren.
59/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
b) Gebouwinstallaties, energiebenutting en –transport: Hierbij moeten o.a. volgende aspecten worden bekeken: Analyseren van het elektriciteitsverbruik en studie naar het rechtstreeks injecteren van de groene stroom op het net, inclusief kosten Studie voor toepassing van een autonoom systeem via bv. opslag in batterijen, inclusief kosten Studie voor toepassing van gecombineerde systemen: netgekoppeld en autonoom, eventueel voor redundantie-toepassingen Bepalen en optimaliseren welk deel van de geproduceerde elektriciteit kan gebruikt worden voor eigen gebruik en welk deel op het openbaar net wordt geïnjecteerd Trajectstudie van de bekabeling Inplanting- of integratiestudie van de elektrische randapparatuur (bv. invertoren, batterijen, …) Oplijsting en impact van de aanpassingen noodzakelijk aan de bestaande elektrische installatie, inclusief kosten Oplijsting van eventuele installatiebeperkingen Eisen op gebied van elektrische keuringen Meet- en monitoringsystemen moeten onderzocht worden gaande van minimale tot uitgebreide voorzieningen, inclusief bijhorende kosten Technische aansluitingsvoorwaarden voor netaansluiting. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met alle reglementeringen en wetten betreffende deze materie. De rol van de energiedistributienetbeheerder moet ook onderzocht worden Om het verbruik te kennen kan voor sommige gebouwen beroep gedaan worden op facturen en energiemonitoring systemen c) Contractueel kader: Voor huurgebouwen dient de impact op het huurcontract in kaart gebracht te worden zoals o.a. mogelijke huurschade. Oplijsting van minimum eisen welke in een energieperformantie-contract van de installateur moeten staan zoals bv. opbrengstgarantie, frequentie van onderhoud, levensduurgarantie, enz. …) In het kader van het Veiligheids- en Gezondheidsplan: beschrijven van de noodzakelijke veiligheidsinstructies en andere specifieke eisen omtrent veiligheid en gezondheid conform KB Tijdelijke en Mobiele Werkplaatsen 6) Rendabiliteitsanalyse De rendabiliteitsanalyse kan vergezeld worden van een levenscyclusanalyse, indien aangevraagd door het Bestuur. Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen en dit voor volgende configuraties: PV-installatie voor maximale dakbenutting PV-installatie met maximaal vermogen PV-installatie met maximaal rendement/opbrengst PV-installatie economisch optimum Parameters: Aangewezen te installeren oppervlakte Investeringskost zonder subsidies Investeringskost met subsidies Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames) Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem Verwachte opbrengst Evolutie van de opbrengst i.f.v. de levensduur van de installatie Besparing op CO2-uitstoot Onderhouds- en vervangingskosten Rendabiliteitsberekeningen indien gebruik wordt gemaakt van de formule met een derde investeerder Onder de rendabiliteitsanalyse valt ook de bespreking van de mogelijkheden rond DPF-constructie. Welke mechanismes bestaan er voor Overheden rekening houdend met de Wet op Overheidsopdrachten? Wat zijn de voorwaarden van een bepaalde financieringswijze? Wat zijn de garanties? Voordelen, nadelen? Hoe ziet de financiële analyse eruit ingeval DPF-constructie? 7) Eindrapportering
60/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Bij afronden van de volledige haalbaarheidsstudie wordt een uitgebreid en gedetailleerd eindrapport per gebouw of per gebouwsite opgemaakt en dit zowel in papieren versie (3-voud) als digitaal, met daarin alle documenten, plannen, berekeningen, fotomateriaal, enz. uitgevoerd per deelonderzoek. Als finaal punt in het eindrapport wordt duidelijk gesteld door de diensverlener of het installeren van PV-zonnepanelen op het desbetreffende gebouw of gebouwsite aangeraden is op basis van de resultaten uit de verschillende deelonderzoeken.
III.1.C.6.5 Windenergie Onder windenergie wordt zowel verstaan de energie geproduceerd door de grote windturbines als de kleine windturbines.
III.1.C.6.5.1 Kleine windturbines (ashoogte van maximaal 15m) Kleine windturbines zijn turbines die speciaal zijn ontwikkeld voor de toepassing op of naast gebouwen. Dit betekent dat ze optimaal functioneren onder het windregime in bebouwde omgeving en plotselinge windvlagen en turbulenties goed kunnen weerstaan. Daarnaast zijn ze veilig, stil en vormen ze een visueel en constructief geheel met de objecten waarop of waarnaast ze geplaatst zijn. Kleine windturbines hebben een maximale ashoogte van 15 m, gemeten vanaf de voet van de windturbine. Dit onderzoek wordt aangewend om de haalbaarheid te onderzoeken voor het plaatsen van kleine windturbines op daken en/of gronden van het gebouwpatrimonium binnen de Vlaamse overheid. Het toepassingsgebied van de opdracht beperkt zich niet alleen tot bestaande overheidsgebouwen maar houdt ook rekening met nieuwbouw- en renovatieprojecten. De methodologie moet voldoende technische gegevens in kaart brengen welke opgenomen kunnen worden in een technisch bestek voor uitvoering. Volgende methodiek wordt vooropgesteld: 1) Verzamelen beschikbare informatie 2) Onderzoek: stabiliteit van het dak/ondergrond 3) Reglementeringen en wettelijk kader 4) Locatie-onderzoek 5) Rapportering 6) Onderzoek: inplanting&locatie / gebouwinstallaties, energiebenutting en –transport / contractueel kader 7) Rendabiliteitanalyse 8) Eindrapportering 1) Verzamelen beschikbare informatie Op een startvergadering, welke georganiseerd wordt op initiatief van de dienstverlener, dient een lijst met de benodigde documenten en informatie vastgelegd te worden. Deze lijst wordt opgesteld door de dienstverlener en zal onder meer bijhouden welke documenten en informatie wel/niet beschikbaar zijn. Onder documenten en informatie wordt bijvoorbeeld verstaan: Plannen (bouwkundig, technisch) Energiefacturen Contactpersonen en coördinaten van relevante personen Windplannen Zoneringsplannen en dergelijke … In deze lijst, onder de vorm van een checklist, zal ook bepaald worden wie welke documenten en/of informatie dient af te leveren. De windplannen en zoneringsplannen worden hoe dan ook aangeleverd door de dienstverlener. Na het finaliseren van de lijst en na het ontvangen hebben van alle beschikbare documenten en informatie door de dienstverlener, wordt door de dienstverlener aan het Bestuur een bondig verslag voorgelegd van welke info wel en niet beschikbaar is. Het ontbreken van welbepaalde info kan hoe dan ook geen reden zijn voor de dienstverlener om over te gaan tot het niet verder uitvoeren van de opdracht.. Enkel het Bestuur zelf kan deze beslissing nemen. 2) Onderzoek: stabiliteit van het dak/ondergrond a) Stabiliteit van het dak en onderzoek naar maximale gewicht per beschikbaar dak: er moet bepaald worden of de stabiliteit van elk dak voldoende is voor de installatie, waarvan de weer- en stormbestendigheid moet aangetoond worden. Hierbij moeten de wettelijk vereiste marges voor overlasten (zoals bv. sneeuw) en de eventuele combinatie van meerdere belastingen en eventueel bestaande constructies op het dak (lichtmasten, 61/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
GSM-masten, …) in acht genomen worden. Alle beschikbare informatie dient voor dit onderzoek gebruikt te worden met bijhorende visuele controle ter plaatse. Hierbij dient er vanuit gegaan te worden dan er beperkte of geen as-build plannen aanwezig zijn. Volgende prestaties dienen te worden voorzien: Onderzoek, niet-destructief, en opmeten van de betreffende constructies en structuren ter plaatse teneinde een advies op te maken qua stabiliteit Proeven, niet destructief, ter plaatse om bepaalde ontbrekende technische informatie te bekomen Onderzoek van de eventuele belastingen van bestaande technische installaties Opvragen van ontbrekende informatie nodig voor het opmaken van de stabiliteitscontrole (plannen, technische informatie bestaande dakinstallaties) Opmaken van een controleberekening van de constructie onder de bijkomende nieuwe belastingen, zijnde de windturbines Onderzoek naar de haalbaarheid om eventuele aanpassingen en/of versterkingen uit te voeren indien de bestaande constructie niet voldoet qua stabiliteit b) Stabiliteit van de ondergrond: er moet bepaald worden of de stabiliteit van de ondergrond voldoende is voor de installatie, waarvan de weer- en stormbestendigheid moet aangetoond worden. Alle beschikbare informatie dient voor dit onderzoek gebruikt te worden met bijhorende grondboringen ter plaatse. Hierbij dient er vanuit gegaan te worden dan er beperkte of geen as-build plannen aanwezig zijn. Volgende prestaties dienen te worden voorzien: Onderzoek en opmeten van de betreffende ondergrond en structuren ter plaatse teneinde een advies op te maken qua stabiliteit Proeven en boringen ter plaatse om bepaalde ontbrekende technische informatie te bekomen Opvragen van ontbrekende informatie nodig voor het opmaken van de stabiliteitscontrole (plannen) Onderzoek naar de haalbaarheid om eventuele aanpassingen en/of versterkingen uit te voeren indien de bestaande ondergrond niet voldoet qua stabiliteit 3) Reglementeringen en wettelijk kader Samen met het stabiliteitsonderzoek wordt door de dienstverlener het deelonderzoek ‘reglementeringen en wettelijk kader’ opgestart. In dit deelonderzoek dient te worden opgelijst aan welke reglementen en wetten de installaties moeten voldoen. Daarbij moet ook worden opgelijst welke vergunningen allemaal nodig zijn om over te gaan tot de installatie van kleine windturbines. Hierbij dient rekening gehouden te worden dat gebouwen zowel in Vlaams als in Brussels hoofdstedelijk gewest zijn gevestigd, alsook met het feit dat sommige gebouwen historisch beschermde gebouwen zijn. 4) Locatie-onderzoek De dienstverlener zal bij het locatie-onderzoek alle elementen afwegen welke noodzakelijk zijn al zou men effectief overgaan tot het plaatsen van kleinschalige windturbines. Hierbij wordt o.a. verwezen naar de omzendbrief LNE/2009/01- RO/2009/01: “Beoordelingskader voor de inplanting van kleine en middelgrote windturbines” en de vergunningsplicht (stedenbouwkundig), windplannen en provinciale beleidsvisies. Alle elementen welke in de noodzakelijke wettelijke documenten en vergunningen aan bod komen, dienen in dit locatie-onderzoek te zijn vervat en onderzocht. Ook aandacht voor mogelijke slagschaduw en bijhorende visuele hinder. Voor de inzameling van informatie en gegevens aangaande oriëntatie(s), windsnelheden, windomstandigheden en omgevingsinvloeden zal de dienstverlener beroep doen op gespecialiseerde windkaarten. 5) Rapportering Na de deelonderzoeken ‘geschiktheid van het dak/ondergrond’, ‘reglementeringen en wettelijk kader’ en ‘locatie-onderzoek’, dienen door de dienstverlener de resultaten van deze deelonderzoeken onder de vorm van een rapport te worden voorgelegd aan het Bestuur waarin minimaal volgende punten in zijn vervat: Advies naar stabiliteit toe per dakoppervlak en/of per ondergrond inclusief onderzoeksresultaten op basis van de uitgevoerde visuele metingen, controleberekeningen, proeven en boringen. Indien bestaande constructie/ondergrond niet voldoet qua stabiliteit: resultaten van haalbaarheidsonderzoek om eventuele aanpassingen en/of versterkingen uit te voeren. Oplijsting van de reglementeringen welke een latere installatie van kleine windturbines kunnen verhinderen.
62/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Bevindingen rond het locatie-onderzoek en oplijsting van criteria welke een latere installatie van kleine windturbines kunnen verhinderen.
Op basis van dit rapport wordt door het Bestuur, met advies van de dienstverlener, de beslissing genomen om al dan niet door te gaan met het verdere onderzoek. Bij het stopzetten van de haalbaarheidsstudie worden de tot dan toe verrichte prestaties gefactureerd volgens de goedgekeurde inventaris prijzen. De dienstverlener rondt zijn opdracht hier af door alle duidingstukken af te leveren aan het Bestuur: alle berekeningen en nota’s van het stabiliteitsonderzoek, alle stukken aangaande het deelonderzoek ‘reglementeringen en wettelijk kader’ en ‘locatie-onderzoek’. 6) Onderzoek: inplanting&locatie / gebouwinstallaties, energiebenutting en –transport / contractueel kader a) Inplanting&locatie: de dienstverlener maakt een gedetailleerd locatieonderzoek op. Hierbij worden schematische plannen opgemaakt van de daken en gronden, met werkelijke verhoudingen, van de mogelijke inplantingzones, bestaande installaties en gebouwen, inclusief fotomateriaal. Indien geen architectuurplannen voor handen zijn, zal de dienstverlener de nodige opmetingen doen om de schematische plannen op te maken. Voor de inzameling van informatie en gegevens aangaande oriëntatie(s), windsnelheden, windomstandigehden en omgevingsinvloeden zal de dienstverlener beroep doen op gespecialiseerde meettoestellen. Voor het bepalen van het lokale windregime dient gespecialiseerde software gebruikt te worden die de luchtstroming rondom objecten kan simuleren. Het verschuiven van de turbine met enkele meters kan immers leiden tot een halvering van de energieopbrengsten. Monitoring is daarom voorzien in dit onderzoek. De dienstverlener zal eveneens bouwtechnische problemen, zoals de vasthechting van de kleine windturbines aan de dakstructuur of gebruik van ballasten, evalueren en de gekozen oplossing(en) in de simulatie motiveren. De dienstverlener zal in dit onderzoek ook rekening houden met volgende aandachtspunten: Selecteren van windturbines die het meest geschikt zijn voor de desbetreffende locatie + verantwoording Stedenbouwkunde Zichtbaarheid Lokale windomstandigheden (bepalen en meten van de gemiddelde windsnelheid) Visuele hinder (bv. slagschaduw) b) Gebouwinstallaties, energiebenutting en –transport. Hierbij moeten o.a. volgende aspecten worden bekeken: Analyseren van het elektriciteitsverbruik en studie naar het rechtstreeks injecteren van de groene stroom op het net, inclusief kosten Bepalen en optimaliseren welk deel van de geproduceerde elektriciteit kan gebruikt worden voor eigen gebruik en welk deel op het openbaar net wordt geïnjecteerd Trajectstudie van de bekabeling Inplanting- of integratiestudie van de elektrische randapparatuur (bv. invertoren, batterijen, …) Oplijsting en impact van de aanpassingen noodzakelijk aan de bestaande elektrische installatie, inclusief kosten Oplijsting van eventuele installatiebeperkingen Eisen op gebied van elektrische keuringen en elektrische bescherming Meet- en monitoringsystemen moeten onderzocht worden gaande van minimale tot uitgebreide voorzieningen, inclusief bijhorende kosten Technische aansluitingsvoorwaarden voor netaansluiting. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met alle reglementeringen en wetten betreffende deze materie. De rol van de energiedistributienetbeheerder moet ook onderzocht worden Om het verbruik te kennen kan voor sommige gebouwen beroep gedaan worden op facturen en energiemonitoring systemen Toegankelijkheid van de turbine ten behoeve van het beheer en onderhoud onderzoeken Terreinafbakening c) Contractueel kader:
63/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Voor huurgebouwen dient de impact op het huurcontract in kaart gebracht te worden zoals o.a. mogelijke huurschade, terreinschade Oplijsting van minimum eisen welke in een energieperformantie-contract van de installateur moeten staan zoals bv. opbrengstgarantie, frequentie van onderhoud, levensduurgarantie, enz. …) Oplijsten van aan te raden verzekeringen Oplijsten van de van toepassing zijnde normen Oplijsten van mogelijke derde partij financiering projecten In het kader van het Veiligheids- en Gezondheidsplan: beschrijven van de noodzakelijke veiligheidsinstructies en andere specifieke eisen omtrent veiligheid en gezondheid conform KB Tijdelijke en Mobiele Werkplaatsen
7) Rendabiliteitsanalyse De rendabiliteitsanalyse kan vergezeld worden van een levenscyclusanalyse, indien aangevraagd door het Bestuur. Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: Investeringskost zonder subsidies Investeringskost met subsidies Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames), zowel voor installatie als onderhoud Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem Verwachte opbrengst Evolutie van de opbrengst i.f.v. de levensduur van de installatie Besparing op CO2-uitstoot Onderhouds- en vervangingskosten Geschatte / bekende (commerciële) levensduur? Rendabiliteitsberekeningen indien gebruik wordt gemaakt van de formule met een derde investeerder Onder investeringskost wordt hier begrepen: installatiekosten inclusief engineering, beveiliging en monitoring; kosten voor eventueel ondersteunende constructies; transportkosten; hijskraan- en montagekosten; kosten voor proefdraaien; periodieke kosten (onderhoud, vervanging, revisie) Onder de rendabiliteitsanalyse valt ook de bespreking van de mogelijkheden rond DPF-constructie. Welke mechanismes bestaan er voor Overheden rekening houdend met de Wet op Overheidsopdrachten? Wat zijn de voorwaarden van een bepaalde financieringswijze? Wat zijn de garanties? Voordelen, nadelen? Hoe ziet de financiële analyse eruit ingeval DPF-constructie?
8) Eindrapportering Bij afronden van de volledige haalbaarheidsstudie wordt een uitgebreid en gedetailleerd eindrapport per gebouw of per gebouwsite opgemaakt en dit zowel in papieren versie (3-voud) als digitaal, met daarin alle documenten, plannen, berekeningen, fotomateriaal, enz. uitgevoerd per deelonderzoek. Als finaal punt in het eindrapport wordt duidelijk gesteld door de diensverlener of het installeren van kleine windturbines op of aan het desbetreffende gebouw of gebouwsite aangeraden is op basis van de resultaten uit de verschillende deelonderzoeken.
III.1.C.6.5.2 Grootschalige windturbines (vermogen groter dan 300kW) Voor grootschalige windturbines dient een algemeen pre-onderzoek te worden uitgevoerd waarbij alle wettelijke documenten worden opgelijst waaraan moet worden voldaan om dergelijk project op te starten en te realiseren. Bovendien wordt per deelopdracht een haalbaarheidsstudie opgesteld met de bedoeling volgende punten uit te zoeken: Geschiktheid van de desbetreffende gronden om grootschalige windturbines te plaatsen Selecteren van de 3 meest performante windturbines Pre-Onderzoek Dit vooronderzoek is een algemene studie die voor alle dergelijke windprojecten kan dienen. Dit omvat: Oplijsten alle wettelijke documenten, inclusief ruimtelijke ordening, en nota’s aangaande grootschalige windturbines 64/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Opmaken stappenplan Oplijsten van toepassing zijnde normen, zowel nationaal als Europees Oplijsting algemene studies omtrent grootschalige windturbines Mogelijke derdepartijfinancierings-formules conform wet op Overheidsopdrachten Voor huurgebouwen dient de impact op het huurcontract in kaart gebracht te worden zoals o.a. mogelijke huurschade, terreinschade Oplijsting van minimum eisen welke in een energieperformantie-contract van de installateur moeten staan zoals bv. opbrengstgarantie, frequentie van onderhoud, levensduurgarantie, enz. …) Oplijsten van aan te raden verzekeringen
Met een stappenplan wordt bedoeld een algemene chronologische leidraad op te stellen die het Bestuur kan volgen indien zij beslist over te gaan tot of verder gedetailleerd onderzoek wenst voor plaatsing van één of meerdere grootschalige windturbines. Dit stappenplan lijst per stap ook alle acties op welke dienen genomen te worden door elke van toepassing zijnde partij, alsook de termijnen die hiervoor noodzakelijk zijn. Bv.: één stap kan zijn het aanvragen van de noodzakelijke vergunningen. Hierbij lijst men dan alle vergunningen op en beschrijft men bondig per vergunning wat noodzakelijk is en bij welke instanties deze moet aangevraagd en ingediend worden, enz…. De dienstverlener zal minstens 2 tussentijdse vergadering organiseren om de stand van zaken voor te leggen van het pre-onderzoek aan het Bestuur teneinde de opbouw van het pre-onderzoek mee te kunnen opvolgen en sturen. De dienstverlener presenteert het finale pre-onderzoek op een presentatievergadering (bepalingen zie artikel uitvoeringstermijnen). Geschiktheid locatie De dienstverlener zal bij het locatie-onderzoek alle elementen afwegen welke noodzakelijk zijn als zou men effectief overgaan tot het plaatsen van grootschalige windturbines. Hierbij wordt o.a. verwezen naar de omzendbrief EME/2006/01-RO/2006/02: “Afwegingskader en randvoorwaarden voor de inplanting van windturbines” en de vergunningsplicht (stedenbouwkundig en milieukundig) , windplannen en provinciale beleidsvisies. Alle elementen welke in de noodzakelijke wettelijke documenten en vergunningen aan bod komen, dienen in dit locatie-onderzoek te zijn vervat en onderzocht. De dienstverlener zal ook een lokalisatienota opstellen zoals wettelijk bij een vergunningsaanvraag dient bijgevoegd te worden, alsook de verplicht bij te voegen bijlagen bij deze nota. De dienstverlener staat in voor al het noodzakelijke kaartmateriaal (kadasterplannen, inplantingsplannen, topografische kaarten, gewestplannen en dergelijke meer). Voor de inzameling van informatie en gegevens aangaande oriëntatie(s), windsnelheden, windomstandigheden en omgevingsinvloeden zal de dienstverlener beroep doen op gespecialiseerde windkaarten. De dienstverlener maakt eveneens een rapport op inzake de energiebenutting en –transport. Hierbij moeten o.a. volgende aspecten worden bekeken: Analyseren van het elektriciteitsverbruik en studie naar het rechtstreeks injecteren van de groene stroom op het net, inclusief kosten Bepalen en optimaliseren welk deel van de geproduceerde elektriciteit kan gebruikt worden voor eigen gebruik en welk deel op het openbaar net wordt geïnjecteerd Inplanting- of integratiestudie van de elektrische randapparatuur (bv. invertoren, batterijen, technische ruimtes…) Oplijsting en impact van de aanpassingen noodzakelijk aan het bestaande terrein en de bestaande infrastructuur, inclusief kosten Oplijsting van eventuele installatiebeperkingen Eisen op gebied van elektrische keuringen Meet- en monitoringsystemen moeten onderzocht worden gaande van minimale tot uitgebreide voorzieningen, inclusief bijhorende kosten Technische aansluitingsvoorwaarden voor netaansluiting. Hierbij dient er rekening te worden gehouden met alle reglementeringen en wetten betreffende deze materie. De rol van de energiedistributienetbeheerder moet ook onderzocht worden Toegankelijkheid van de turbine ten behoeve van het beheer en onderhoud onderzoeken en veiligheidseisen Bij afronden van het locatie-onderzoek wordt een uitgebreid en gedetailleerd eindrapport per locatie of per gebouwsite opgemaakt en dit zowel in papieren versie (3-voud) als digitaal, met daarin alle documenten, plannen, berekeningen, fotomateriaal, enz. uitgevoerd per deelonderzoek. Als finaal punt in de studie wordt duidelijk gesteld door de diensverlener of de vooropgestelde locatie geschikt is voor het installeren van grootschalige windturbines op basis van de resultaten uit het locatie-
65/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
onderzoek. Dit rapport wordt besproken op een presentatievergadering georganiseerd door de dienstverlener. Selectie performante windturbines Indien het locatie-onderzoek een positief resultaat oplevert, dient een studie te worden opgemaakt waarbij de 3 meest performante windturbines worden geselecteerd en onderling worden vergeleken inclusief verantwoordingsnota. Ook aandacht voor de elektrische performantie. Hierbij wordt per type een gedetailleerde technische fiche opgesteld en een rendabiliteitsanalyse uitgevoerd. De rendabiliteitsanalyse kan vergezeld worden van een levenscyclusanalyse, indien aangevraagd door het Bestuur. Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: Investeringskost zonder subsidies Investeringskost met subsidies Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames) Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem Verwachte opbrengst Evolutie van de opbrengst i.f.v. de levensduur van de installatie Besparing op CO2-uitstoot Onderhouds- en vervangingskosten Rendabiliteitsberekeningen indien gebruik wordt gemaakt van de formule met een derde investeerder Onder investeringskost wordt hier begrepen: installatiekosten inclusief engineering, beveiliging en monitoring; kosten voor eventueel ondersteunende constructies; transportkosten; hijskraan- en montagekosten; kosten voor proefdraaien; periodieke kosten (onderhoud, vervanging, revisie) Onder de rendabiliteitsanalyse valt ook de bespreking van de mogelijkheden rond DPF-constructie. Welke mechanismes bestaan er voor Overheden rekening houdend met de Wet op Overheidsopdrachten? Wat zijn de voorwaarden van een bepaalde financieringswijze? Wat zijn de garanties? Voordelen, nadelen? Hoe ziet de financiële analyse eruit ingeval DPF-constructie?
III.1.C.6.6 Geothermie In het kader van dit bestek worden enkel de ondiepe systemen bekeken (laag enthalpie systemen). Als technieken bij de ondiepe systemen worden volgende weerhouden in het kader van dit bestek: Koude- WarmteOpslag (KWO) BoorgatEnergieOpslag (BEO) Zowel nieuwbouw- als renovatieprojecten behoren tot de omvang van dit bestek. Ingeval nieuwbouw worden de noodzakelijke gegevens opgevraagd bij het studiebureau betrokken bij het nieuwbouwproject. Ingeval een renovatieproject zal de dienstverlener zelf de noodzakelijke cijfergegevens van de bestaande installatie bepalen door de bestaande installatie te auditeren. Bijzondere aandacht in dit onderzoek dient ook besteed te worden aan de inpassing/integratie van deze techniek in de (bestaande) HVAC-installatie. De dienstverlener zal ook de noodzakelijke principeschema’s aanleveren. Testboringen met analyses behoren ook tot de omvang van dit onderzoek, indien noodzakelijk geacht door het Bestuur in samenspraak met de dienstverlener. Het Bestuur beslist of testboringen uiteindelijk dienen uitgevoerd te worden. De testboringen en analyses vormen een aparte post in de inventaris. Deze testboringen en analyses bevatten alle parameters welke noodzakelijk zijn voor dimensionering en haalbaarheid van desbetreffende geothermie-systemen. In de haalbaarheidsstudie wordt ook aandacht besteed aan de integratie en monitoring van het systeem in bedrijfsfase. De dienstverlener lijst alle meetpunten op om tot een gedetailleerde energiemonitoring te komen met als doel: Performantie en rendement van de techniek zelf te bepalen Energiebesparingen van de techniek te bepalen Performantie van de afzonderlijke componenten van de techniek te bepalen (werking warmtepomp, free-cooling,...) 66/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Aandeel van de techniek in de totaliteit van de HVAC-installatie te bepalen
Contractueel kader geothermie: Voor huurgebouwen dient de impact op het huurcontract in kaart gebracht te worden zoals o.a. mogelijke huurschade, terreinschade Oplijsting van minimum eisen welke in een energieperformantie-contract van de installateur moeten staan zoals bv. opbrengstgarantie, frequentie van onderhoud, levensduurgarantie, enz. …) Oplijsten van aan te raden verzekeringen en de wettelijke verplichtingen (vergunningen e.d.) Oplijsten van de van toepassing zijnde normen Mogelijke derdepartijfinancierings-formules conform wet op Overheidsopdrachten De haalbaarheidsstudie voor KWO en BEO omvat minimaal volgende punten: Projectomschrijving en –informatie: o Vermogensvraag: bepalen en evalueren van de koude- en warmtevraag en van het piekvermogen, analyse van de energievraag, vermogens van de verschillende installatie-onderdelen o Gebruikstijden o Klimaatgegevens o Energietarieven Systeemconcepten: o Referentie-installatie: beschrijving en aannames omtrent performantieparameters o KWO: beschrijving techniek, werking en principeschema o BEO: beschrijving techniek, werking en principeschema Geo(Hydro)logie: o Bodemopbouw: op basis van geologische kaarten, databanken, ervaringsgegevens + bespreking en schematische voorstelling o Grondwaterstanden: bepalen grondwaterpeil o Grondwaterkwaliteit: bepalen kwaliteit en temperatuur grondwater o Oplijsting bestaande grondwaterwinningen o Natuurlijke grondwaterstromingen: bepalen lokaal gradiënt en gevolgen op KWO- en BEO-techniek Evaluatie van de geohydrologische mogelijkheden van KWO: o Transmissiviteit o Opslagcapaciteit o Positie redox grens o Vergunningsbeleid o Interactie met bestaande onttrekkingen o … o Conclusies: ook in tabelvorm een overzicht van de watervoerende lagen met betrekking tot hun geschiktheid voor KWO Evaluatie van de geohydrologische mogelijkheden van BEO: o Thermische karakteristieken o Grondwaterstroming o Vergunningsbeleid o Conclusies Energie- en temperatuurberekeningen: o KWO: simulatie met behulp van gespecialiseerde softwarepakketten, technische randvoorwaarden, hydraulische opbouw, bepalen meest geschikte laag, dimensionering grondwatersysteem inclusief technische kenmerken, gedrag in opstart- en steady-state fase, gedrag in zomer-, winter- en tussenseizoenregime, temperatuurverloop in het centrum van de bronnen, inplantingsplan bronnen, hydraulisch schema, energiebalans, energieverbruiken, energiekosten o BEO: simulatie met behulp van gespecialiseerde softwarepakketten, technische randvoorwaarden, hydraulische opbouw, dimensionering systeem inclusief technische kenmerken, gedrag in opstart- en steady-state fase, gedrag in zomer-, winter- en tussenseizoenregime, inplantingsplan warmtewisselaars, hydraulisch schema, geïnstalleerde vermogens van de verschillende installatie-onderdelen, energiebalans, energieverbruiken, energiekosten, temperatuurberekeningen bodemopslag Ontwerp: o KWO: opbouw algemeen, technische eigenschappen en opmeting van de bronnen, putbehuizingen, leidingwerk, toebehoren en technische ruimte
67/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
BEO: opbouw algemeen, technische eigenschappen en opmeting opslagveld, warmtepomp, putbehuizingen, leidingwerk, technische ruimte,… Rendabiliteitsstudie voor KWO en BEO o Investeringskosten: gedetailleerd per installatie-onderdeel (bv. leidingwerk intern/extern, warmtepomp, regeling, bronnen, koelmachine,…) en vergeleken met referentie installatie, aannames o Exploitatiekosten: inclusief monitoring en begeleiding, beheer en onderhoud,… o Rentabiliteit: zie algemene bepalingen omtrent rendabiliteit + bespreking o Subsidies Leefmilieu / Bedrijfszekerheid: impact op leefmilieu, bespreking rond bedrijfszekerheid Besluit o
Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: o Investeringskost zonder subsidies o Investeringskost met subsidies o Totaal Warmte- en koude-aanbod via geothermie o Netto warmte- en koude-aanbod (vermogen bruikbaar in project) o Vermogen warmtepomp o Vermogen CV-ketel en/of koelmachine o Karakteristieken van de onderzochte technieken: KWO+BEO (aantal, diepte, oppervlakte, vermogen, debiet, …) o Dekkingsgraad warmte/koude o Meerkost ten opzichte van klassiek systeem (de dienstverlener doet eerst een voorstel aan het Bestuur van een klassiek systeem met de noodzakelijke aannames) o Besparing op energie-/exploitatiekosten ten opzichte van een klassiek systeem o Seizoensgebonden rendement o Besparing op CO2-uitstoot o Onderhouds- en vervangingskosten Investeringskost wordt minimaal uitgesplitst in: o KWO/BEO o KWO/BEO + warmtepomp o KWO/BEO + warmtepomp + CV-ketel + koelmachine indien van toepassing
III.1.C.6.7 Waterhuishouding Uitvoeren van een wateraudit met als bedoeling de mogelijkheden op te lijsten aangaande duurzaam watergebruik. Hierbij wordt de nadruk gelegd op regenwaterrecuperatie en groendaken. Deze wateraudit kan toegepast worden voor nieuwbouw(sites) en bestaande gebouwen(sites). Ingeval nieuwbouw wordt de wateraudit opgemaakt in ontwerpfase en zullen enkel de van toepassing zijnde punten behandeld worden. Wateraudit Dit omhelst een haalbaarheidsonderzoek (zowel technische als economisch) aangaande mogelijkheden omtrent duurzaam watergebruik waarbij de nadruk wordt gelegd op regenwaterrecuperatie en groendaken. Hierbij worden volgende punten behandeld: o Projectomschrijving (gebouwcode, omschrijving, ligging, eigenaar, …) o Analyse en inventarisatie bestaande toestand: schematisch plan van daken, regenwatertrajecten, leidingwatertrajecten, putwatertrajecten, afvoerpunt regenwater, watertanks,… analyse huidig waterverbruik en waterbalans. Indien het Bestuur dit eist, dient de dienstverlener een meetcampagne uit te voeren ter logging van de deelwaterverbruiken over een periode van minimaal 15 kalenderdagen (waarvan 2 weekends) op kwartierbasis. Deze meetcampagne vormt een aparte post in de inventaris. analyse beschikbaar regenwater per dakoppervlak (volledig dakoppervlak, horizontaal dakoppervlak, toevoerende dakoppervlak,…) evaluatie regenwateraanbod (intensiteit en frequentie van de regenbuien, dakoppervlakken, afvloeiingscoefficienten, hellingscoefficienten,…)
68/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
o
o
o
o o o o
o o
o
Evaluatie regenwaterbehoefte (gebruik van het regenwater, verbruikte hoeveelheid, oplijsting in aanmerking komende verbruikstoestellen op regenwater,…) en dekkingsgraad voor het regenwater Dimensioneren regenwaterrecuperatiesysteem: regenwatertanks, filters, pompen (types, technische eisen, aanbevolen grootte & debiet, onderhoudsvereisten, controles,…) Dimensioneren groendaken (types, technische eisen, opbouw groendak, voor- en nadelen, onderhoudsvoorschriften, installatievoorwaarden, stabiliteit, haalbaarheid, referentieprojecten, …) Noodzakelijk uit te voeren andere (bouw)werken ter plaatsing van regenwaterrecuperatiesysteem en/of groendaken Mogelijkheden om overtollig regenwater duurzaam af te voeren (filtratie, zuivering). Hiervoor wordt gebruik gemaakt van bodemkaarten. Oplijsten gewestelijke & gemeentelijke voorschriften Mogelijkheden m.b.t. zuinig watergebruik op gebied van toiletten, kranen, apparaten, installatietechnisch. Hiervoor wordt telkens de impact op het totaal waterverbuik en de haalbaarheid weergegeven. Oplijsting subsidies Contractueel kader: Voor huurgebouwen dient de impact op het huurcontract in kaart gebracht te worden zoals o.a. mogelijke huurschade Oplijsten van aan te raden verzekeringen en de wettelijke verplichtingen (vergunningen e.d.) Oplijsten van de van toepassing zijnde normen Stabiliteit van het dak: Stabiliteit van het dak en onderzoek naar maximale gewicht per beschikbaar dak: er moet bepaald worden of de stabiliteit van elk dak voldoende is voor de aanleg van een groendak. Hierbij moeten de wettelijk vereiste marges voor overlasten (zoals bv. sneeuw) en de eventuele combinatie van meerdere belastingen en eventueel bestaande constructies op het dak (lichtmasten, GSM-masten, …) in acht genomen worden. Alle beschikbare informatie dient voor dit onderzoek gebruikt te worden met bijhorende visuele controle ter plaatse. Hierbij dient er vanuit gegaan te worden dan er beperkte of geen as-build plannen aanwezig zijn. Volgende prestaties dienen te worden voorzien: Onderzoek, niet-destructief, en opmeten van de betreffende constructies en structuren ter plaatse teneinde een advies op te maken qua stabiliteit Proeven, niet destructief, ter plaatse om bepaalde ontbrekende technische informatie te bekomen Onderzoek van de eventuele belastingen van bestaande technische installaties Opvragen van ontbrekende informatie nodig voor het opmaken van de stabiliteitscontrole (plannen, technische informatie bestaande dakinstallaties) Opmaken van een controleberekening van de constructie onder de bijkomende nieuwe belastingen, zijnde de groendaken Onderzoek naar de haalbaarheid om eventuele aanpassingen en/of versterkingen uit te voeren indien de bestaande constructie niet voldoet qua stabiliteit Het daktype van een gebouw of van een site van gebouwen (plat, hellend, koud dak, warm dak, oriëntatie, etc.) moet gerapporteerd worden. Hierbij is het ook van belang om gebruikte materialen op te lijsten.
Voor de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener de focus leggen op regenwaterrecuperatiesystemen en groendaken. Voor andere voorgestelde maatregelen wordt minimum een eenvoudige terugverdientijd berekend en de technische haalbaarheid nagegaan. Aanvullend op het onderzoek en de rendabiliteitberekeningen zal de dienstverlener ook minimaal volgende parameters berekenen: o Investeringskost zonder subsidies o Investeringskost met subsidies o Besparing op leidingwater o Onderhouds- en vervangingskosten
69/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
III.1.C.6.8 Andere hernieuwbare energie technologie In het kader van deze opdracht wordt ook de mogelijkheid voorzien haalbaarheidsstudies op te maken voor technologieën op basis van hernieuwbare energie welke niet specifiek zijn beschreven in dit bestek. De vorm en inhoud van deze studies voldoen aan de algemene bepalingen beschreven in artikels III.1.C.2 Onderzoek naar potentieel, III.1.C.3 Rendabiliteit, III.1.C.4 LCA (Levenscyclusanalyse), III.1.C.5 Stappenplan algemeen met betrekking tot deelprestatie 2B. Voor deze studies wordt in de inventaris een aparte post voorzien.
III.1.C.7
Technisch bestek
III.1.C.7.1 Technisch bestek & raming Het opmaken van het ontwerp incl. technisch bestek heeft tot doel een aanbestedingsklaar dossier samen te stellen op basis van de resultaten uit de energieaudit. De bedoeling is om via een openbare aanbesteding te komen tot de selectie van een aannemer voor uitvoering. De dienstverlener stelt eveneens een tijdsbestek (tijdslijn) op met hierin de detaillering van de nodige stappen voor zowel ontwerp als uitvoering Deze tijdslijn wordt aangepast door de dienstverlener na opening van de offertes (inbegrepen in opdracht).. Dit tijdsbestek bevat eveneens de termijnen binnen dewelke een reactie (positief of negatief) dient ontvangen te zijn vanwege de Vlaamse Overheid. De inschrijver dient er rekening mee te houden dat het toewijzen van een opdracht voor studie en het toewijzen van een opdracht voor werken een termijn van minimum 15 kalenderdagen vergt. Het ontwerp incl. technisch bestek omvat: - plannen in minstens Autocad 2004, met indicatie van de verschillende soorten uitrustingen (disciplines) in verschillende layers, conform instructies van het Bestuur in bijlage A. Onder plannen wordt ook verstaan: de nodige plannen die het onderscheid aangeven tussen huidige en te realiseren installatie. De opdracht omvat niet het her-layeren van bestaande plannen. - omschrijving van de uit te voeren werkzaamheden, met opsplitsing per discipline en met aandacht voor interactie tussen de disciplines - de bepaling van volgende administratieve elementen: o duur van de werkzaamheden o selectiecriteria, zowel economische (omzet voor vergelijkbare projecten, verzekering tegen beroepsrisico’s, …) als technische (referenties, erkenningen, personeel, …) o ingeval uitzonderlijk, op vraag van het Bestuur, toch om een dossier voor algemene offertevraag wordt verzocht, dient de uitvoerder tevens de nodige gunningscriteria en voorstel van weging op te maken. - omschrijving van de verschillende soorten uitrustingen, met functie technische dimensionering (minima – maxima – beschikbare marge - …) in te dienen technische fiches, zeker voor de cruciale uitrustingen zoals bv. warmtepomp of zonnepanelen waarvoor garantie dient te bestaan tussen de aangeboden materialen en de gestelde eisen omschrijving van de principes van onderhoud : deels via verwijzing naar de instructies van de leverancier, deels via eigen omschrijving van minimale onderhoudsvereisten (preventief, correctief) en te behalen service levels - omschrijving en eisen rondom energiemonitoring teneinde de performantie en het rendement van de installatie en deelcomponenten te monitoren en op te volgen - de opmaak van een inventaris, met voldoende verduidelijking, met aangeven van de diverse posten in FH, VH of TP conform Overheidsopdrachten. Met het oog op mogelijke aanpassingen is de zo correct mogelijke toepassing van VH of FH voor de diverse artikelen wenselijk; TP dient gereserveerd te worden voor globale opdrachten. De inventaris dient te voorzien in een opsplitsing van materialen en manuren. - in het kader van het Veiligheids- en Gezondheidsplan: beschrijven van de noodzakelijke veiligheidsinstructies en andere specifieke eisen omtrent veiligheid en gezondheid conform KB Tijdelijke en Mobiele Werkplaatsen. Dit omvat de opmaak van het door de aannemer in te vullen sjabloon.
70/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
- indien noodzakelijk geacht door het Bestuur is het mogelijk de uitvoering gefaseerd te laten verlopen. De beschrijving van de fasering en alle bijhorende aanpassingen noodzakelijk in het bestek en bijhorende documenten behoren tot de omvang van deze opdracht - een aparte paragraaf aangaande de opmaak van het as-built dossier en de gebruiks- en onderhoudsinstructies. Het as-built dossier dient zowel digitaal als op papier aangeleverd te worden bij de voorlopige oplevering. De aannemer dient erop gewezen te worden dat zijn prestaties enkel in aanmerking komen voor betaling ingeval het as-built dossier is ingediend en goedgekeurd door het opdrachtgevend Bestuur - basis instructies naar technisch onderhoud toe. De bedoeling van het Bestuur is om het onderhoud te laten gebeuren via een onderhoudscontract met beperkte set (eenvoudig opvolgbare) Service Levels. De onderhoudsprestaties worden jaarlijks geïndexeerd (zie website Agoria, STATBEL). Het onderhoudscontract dient ook het uitvoeren van keuringen en verplichte metingen te omvatten via de weerhouden onderhoudsfirma, alsook het aanleveren van de nodige attesten horende bij deze keuringen. De raming is een belangrijk onderdeel van het technisch bestek, gelet op de relatie tussen de bedragen vermeld in de raming en de eventuele beslissingen van het Bestuur. De raming is opgesteld conform het model van de inventaris van het technisch bestek, met eenheidsprijzen voor alle onderdelen. Waar mogelijk wordt onderscheid toegevoegd tussen materiaalprijzen en prestaties. De raming omvat bovenop de elementen van de inventaris ook OPEX elementen, d.i. een indicatie van de kosten verbonden aan het sluiten van een onderhoudscontract met een externe firma. Voor de OPEX elementen maakt de dienstverlener onderscheid tussen de onderhoudskosten voor technisch beheer (preventief & correctief onderhoud) en de meerkost voor onderhoud in totale waarborg. Bij de opmaak van de raming dient de dienstverlener duidelijk aan te geven welke de index-invloed kan zijn op de gecommuniceerde kosten. Hierbij zal hij dus de op dat tijdstip gangbare S0 en I0 waarde (referentie : Agoria, zie ook website STATBEL – Technologische industrie) vermelden bij zijn raming zodat de opdrachtgever hiermee rekening kan houden bij de evaluatie van de kosten van de eindafwerking versus de raming ingediend door de dienstverlener. e
e
Het ontwerp (1 ) en het technisch bestek en bijhorende raming (2 ) worden voorgesteld op 2 presentatievergaderingen bij het Bestuur (vergaderingen inbegrepen in opdracht). Opmerkingen van het Bestuur op het bestek en/of raming worden aangepast door de dienstverlener (inbegrepen in opdracht). Het Bestuur beslist of hiervoor een 2de presentatievergadering noodzakelijk is (inbegrepen in opdracht).
III.1.C.7.2 Analyse van de offertes De analyse van de offertes houdt in: - nazicht van de inventaris van de inschrijver, voor rekenkundig nazicht en voor vergelijking van de verschillende eenheidsprijzen tussen de inschrijvers. Hierbij dient bijzondere aandacht besteed te worden aan eenheidsprijzen waarvan het vermoeden bestaat dat deze onrealistisch laag of hoog zijn, en waarvoor dus prijsverantwoording kan gevraagd worden door het Bestuur - nazicht van de administratieve stukken van de inschrijver, i.h.b. de erkenning - nazicht van de technische fiches van de aangeboden uitrustingen, voor bevestiging van conformiteit t.a.v. de gestelde eisen De door de dienstverlener uitgevoerde analyses worden voorgesteld op een presentatievergadering bij het Bestuur. Opmerkingen van het Bestuur op het bestek en/of raming worden aangepast door de dienstverlener. Het Bestuur beslist of hiervoor een 2de presentatievergadering noodzakelijk is (inbegrepen in opdracht).
III.1.C.7.3 Projectbegeleiding Project begeleiding gedurende de uitvoering der werken, in samenwerking met het Bestuur, houdt in: het nazicht van berekeningsnota’s, plannen en documenten voorgelegd door de aannemer; de evaluatie van de technische fiches ingediend door de aannemer; het eventueel bijwonen of uitvoeren van proeven en technische controles, voorafgaand aan de oplevering, op vraag van het Bestuur; 71/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
controle op de uitvoering vanwege de aannemer, tijdens de werken (minstens 1 bezoek, tijdens de werken en in afspraak met de leidend ambtenaar); bijwonen van werfvergaderingen en bijhorende prestaties (zie verder); bijwonen van partiële opleveringen en bijhorende prestaties (zie verder); bijwonen van definitieve oplevering en bijhorende prestaties (zie verder): goedkeuring van vorderingsstaten na controle op de werf; het nazicht van verslagen welke door de aannemer worden ingediend; het bijwonen van de voorlopige oplevering der werken en het becommentariëren van de uitvoering van de aannemer; controle en nazicht van het as-built dossier van de aannemer Onder werfvergadering wordt verstaan: - organisatie van de werfvergaderingen in overleg met de exploitant, het Bestuur en de uitvoerder(s) - een vergadering in het gebouw waar de werkzaamheden plaatshebben, voor opvolging van de status van de werken - inbegrepen: goedkeuring van vorderingsstaten na controle op de werf; het Bestuur bevestigt dit bespreking met de aannemer van praktische problemen en voorgestelde oplossingen, met aandacht voor minimale afwijking van het bestek bespreking van de timing van de werken, controle op het respect van de afgesproken timing De partiële oplevering is hetzij de oplevering van een deel van de werken, teneinde de aannemer toe te laten om een factuur op te maken conform de afgewerkte onderdelen, hetzij een voorlaatste en aldus voorlopige oplevering van de werken, per fase. Bij deze partiële oplevering dient de dienstverlener: - na te gaan of de door de aannemer geclaimde prestaties effectief zijn uitgevoerd - na te gaan of deze prestaties zijn uitgevoerd conform de regels van goede uitvoering, i.h.b. ook de instructies van de fabrikant - na te gaan of de voorgestelde uitrustingen / prestaties na de oplevering ook effectief mogen gefactureerd worden door de aannemer - een verslag op te stellen, met opmerkingen waar nodig, van deze partiële oplevering. In het verslag staat tevens vermeld welke uitrustingen volledig of partieel (percentage voor te stellen door de aannemer – het Bestuur beslist) mogen gefactureerd worden. Bij de opmerkingen geeft de aannemer aan of het om een opmerking gaat welke de partiële oplevering weerhoudt of om een opmerking gaat van minder belang, te corrigeren tegen de definitieve oplevering. Waar nodig wordt het verslag geïllustreerd met fotomateriaal - in geval het de voorlopige oplevering betreft na te gaan of het as-built dossier zowel digitaal als op papier aangeleverd is. De voorlopige oplevering is enkel mogelijke als alle opmerkingen van de partiële oplevering zijn opgelost. De aannemer dient erop gewezen te worden dat zijn prestaties enkel in aanmerking komen voor betaling ingeval het as-built dossier is ingediend en goedgekeurd door het opdrachtgevend Bestuur. De definitieve oplevering, per fase, inclusief PV omvat minimaal volgende prestaties: voorafgaandelijk: controle van het as-built dossier van de aannemer voorafgaandelijk: contact met de gebouwverantwoordelijke, gebouwbeheerder en onderhoudsfirma, voor hun opmerkingen + evaluatie van deze opmerkingen rondgang samen met de aannemer opmaak van een proces-verbaal met de nodige vaststellingen, geïllustreerd met het nodige fotomateriaal of andere rapporten. Dit PV bevat tevens opmerkingen + advies voor vrijgave borg de definitieve oplevering geschiedt enkel indien er geen openstaande opmerkingen meer zijn controle op goede uitvoering van de garantie De leiding en het globale toezicht op de werken vallen ten laste van het Bestuur.
Opgemaakt te Brussel op 01/09/2010,
72/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Ing Stefaan De Taeye Teamverantwoordelijke Energie Technieken
Ir. Peter Bockstaele Teamhoofd
Goedgekeurd door de functioneel bevoegde Vlaamse minister, Te Brussel, 01/09/2010
73/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
74/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
IV. OFFERTEFORMULIER
VLAAMSE GEMEENSCHAP Departement Bestuurszaken Agentschap voor Facilitair Management
Afdeling Gebouwen Boudewijn gebouw Boudewijnlaan 30, bus 61 1000 BRUSSEL Tel.: 02/553.74.92 Fax: 02/553.74.55
Afdeling Gebouwen Team Technieken
Voorwerp van de opdracht:
Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en – onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse overheid
Werk:
Opdracht van Dienstverlening
Besteknummer:
2010/AFM/GEB_T/OO/009
Algemene offertevraag:
opening 25/11/2010 om 11h, op bovenvermeld adres, Boudewijngebouw – Boudewijnlaan 30 - bus 60 - 1000 Brussel
75/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
A. Algemene Verbintenis
De ondergetekende:………………………………………………………………………………….. (naam en voornaam) Nationaliteit:……………………………………………………………………………………………. Hoedanigheid of beroep:……………………………………………………………………………… Woonplaats: (land, gemeente, straat, nummer) ……………………………………………………………………………………………………………
OFWEL1 De vennootschap:……………………………………………………………………………………… (handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) …………………………………………………………………………………………………………… ..…………………………………………………………………………………………………………. Vertegenwoordigd door de ondergetekende(n) …………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
OFWEL2 De ondergetekenden en/of vennootschappen die rechtspersoonlijkheid. (voor elke deelnemer dezelfde gegevens als hierboven):
optreden
als
vereniging
…………………………………………………………………………………………………………… ..…………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………… ..…………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………
1 2
Doorhalen wat niet van toepassing is Doorhalen wat niet van toepassing is 76/80
zonder
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
..………………………………………………………………………………………………………….
vereniging die tegenover de overheid wordt vertegenwoordigd door één van hen, met name: ……………………………………………………………………………………………………………… verbindt zich op zijn, respectievelijk verbinden zich hoofdelijk op hun, roerende of onroerende goederen tot de uitvoering, overeenkomstig de bepalingen en voorwaarden van bovenvermeld bestek, van de in dat bestek beschreven opdracht, tegen de som van:
PERCEEL 1: Energieaudit ……………………………………………………………………………………………………………… (in cijfers, inclusief BTW, in euro, maximum 2 cijfers na de komma) ……………………………………………………………………………………………………………… (in letters, inclusief BTW, in euro, maximum 2 cijfers na de komma)
PERCEEL 2: Haalbaarheidsstudie en –onderzoek hernieuwbare energie …………………………………………………………………………………………………………….. (in cijfers, inclusief BTW, in euro, maximum 2 cijfers na de komma) …………………………………………………………………………………………………………….. (in letters, inclusief BTW, in euro, maximum 2 cijfers na de komma)
Korting bij toewijzing van de twee percelen aan eenzelfde dienstverlener: .............................................................................................................................. (inclusief BTW, in procent, maximum 2 cijfers na de komma)
.............................................................................................................................. (inclusief BTW, in procent, maximum 2 cijfers na de komma)
Door zijn inschrijving verklaart de ondergetekende dat hij afziet van zijn Algemene Verkoopsvoorwaarden. B. Algemene inlichtingen (in geval van vereniging zonder rechtspersoonlijkheid afzonderlijk voor elke deelnemer:) Ondernemingsnummer:………………………………………………………………………………. ..………………………………………………………………………………………………………….
77/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
BTW-nummer:…………………………………………………………………………………………. ..…………………………………………………………………………………………………………. RSZ-nummer:………………………………………………………………………………………….. ..………………………………………………………………………………………………………….
C. Onderaannemers OFWEL3 Er zullen geen onderaannemers worden aangewend. OFWEL4 De onderaannemers die zullen worden aangewend, hebben als nationaliteit:
..…………………………………………………………………………………………………………. ..………………………………………………………………………………………………………….
D. Personeel Het personeel dat zal worden aangewend, heeft als nationaliteit:………………………………. ..…………………………………………………………………………………………………………. ..…………………………………………………………………………………………………………. ..…………………………………………………………………………………………………………. ..………………………………………………………………………………………………………….
E. Betalingen De betalingen zullen geldig gebeuren door overschrijving op rekeningnummer:…………………………………………………………………………………….. van de financiële instelling:…………………………………………………………………………..
3 4
Doorhalen wat niet van toepassing is Doorhalen wat niet van toepassing is 78/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
geopend op naam van:……………………………………………………………………………….
F. RSZ-verplichtingen De Belgische inschrijver die bij de RSZ een bijdrageschuld heeft van meer 2.500 euro in de zin van art. 69bis, §1 van het KB van 8 januari 1996, voegt bij deze offerte alle inlichtingen over de in dezelfde bepaling bedoelde schuldvorderingen die hij zou bezitten. De buitenlandse inschrijver voegt bij deze offerte desgevallend een attest of een verklaring in de zin van art. 69bis, §2 van het KB van 8 januari 1996.
G. Bijlagen Bij deze offerte zijn eveneens gevoegd: -de gedateerde en ondertekende documenten, die het bestek verplicht over te leggen; -de modellen, monsters en andere inlichtingen, die het bestek verplicht over te leggen. (Volgend overzicht is samenvattend, detaillering van de stukken in deel administratieve voorschriften van dit bestek) Stuk 1 Inschrijvingsformullier + inventaris + bevoegdheid ondertekenaar (+ kopie overeenkomst in geval tijdelijke vereniging) Stuk 2 gegevens opvraging RSZ-attest, attest BTW Stuk 3 Bewijs van verzekering tegen beroepsrisico’s Stuk 7 Lijst van eventuele onderaannemers + aandeel + identificatie Stuk 8 Coördinaten dienstverlener en contactpersoon Stuk 9 Verklaring van de inschrijver waaruit blijkt dat het personeel van de inschrijver het Nederlands machtig is PERCEEL 1: Stuk 4-1 Stuk 5-1
Stuk 6-1
Stuk 10-1 Stuk 11-1 Stuk 12-1 Stuk 13-1
PERCEEL 2: Stuk 4-2
Verklaring gebruikte werktuigen, materieel en technische uitrusting Verklaring vanwege de werkgever waaruit blijkt dat het ingezet personeel de toestemming heeft om zich te begeven op daken, de werkgever instaat voor de persoonlijke beschermings maatregelen, vorming werknemers collectieve beschermings maatregelen Studies en beroepskwalificaties van de werkgever: Verklaring vanwege de inschrijver waaruit blijkt dat hij beschikt over een minimum van 4 personeelsleden welke beschikken over minstens 3 jaar ervaring bij het opmaken van energieaudits (ervaring te staven door de inschrijver). Minstens 2 van deze personeelsleden dienen te beschikken over het diploma van industrieel ingenieur, architect of burgerlijkingenieur(-architect). 5 verplicht in te dienen energieaudits (zie detaillering in administratieve bepalingen) + referenties geauditeerde gebouwen en opdrachtgevend Bestuur + prijs + datum Algemene aanpak en visie bij een energieaudit Verplicht in te dienen lastenboek met betrekking tot werken ter uitvoering van energiebesparende maatregelen (zie detaillering in administratieve bepalingen) + referenties Studie- en beroepskwalificaties (zie detaillering in administratieve bepalingen) van de verantwoordelijke voor de leiding van de opdracht en personeel voorzien voor uitvoering van de opdracht, d.m.v. identificatie en CV + minstens BA4 voor ingezette personeel
Verklaring gebruikte werktuigen, materieel en technische uitrusting 79/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
Stuk 5-2
Stuk 6-2
Stuk 10-2 Stuk 11-2 Stuk 12-2
Stuk 13-2
Stuk 14-2
Verklaring vanwege de werkgever waaruit blijkt dat het ingezet personeel de toestemming heeft om zich te begeven op daken, de werkgever instaat voor de persoonlijke beschermings maatregelen, vorming werknemers collectieve beschermings maatregelen Studies en beroepskwalificaties van de werkgever: Verklaring vanwege de inschrijver waaruit blijkt dat hij beschikt over een minimum van 4 personeelsleden welke beschikken over minstens 3 jaar ervaring bij het opmaken van haalbaarheidsstudies hernieuwbare energie (ervaring te staven door de inschrijver). Minstens 2 van deze personeelsleden dienen te beschikken over het diploma van industrieel ingenieur, architect of burgerlijk-ingenieur(-architect). 5 verplicht in te dienen haalbaarheidsstudies (zie detaillering in administratieve bepalingen) + referenties geauditeerde gebouwen en opdrachtgevend Bestuur + prijs + datum Algemene aanpak en visie bij een haalbaarheidsstudie Verplicht in te dienen lastenboek met betrekking tot werken ter uitvoering van een warmtekrachtkoppeling-installatie of ter uitvoering van een PVzonnepanelen-installatie of ter uitvoering van een windmolen-installatie of ter uitvoering van een geothermische installatie (zie detaillering in administratieve bepalingen) + referenties Studie- en beroepskwalificaties (zie detaillering in administratieve bepalingen) van de verantwoordelijke voor de leiding van de opdracht en personeel voorzien voor uitvoering van de opdracht, d.m.v. identificatie en CV + minstens BA4 voor ingezette personeel Testboringen geothermie: samenvattend document
Gedaan te …………………………………… op …………………………………… De inschrijver(s),
H. Vak bestemd voor goedkeuring door overheid
80/80
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A-
I. BIJLAGE A 1. Inleiding . 1.1. Vlaamse Overheid – Technisch Center : Eventuele beschrijving v/e dienst van de Vlaamse Overheid die als opdracht heeft het actief beheren van alle tekeningen van de Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen. 1.2. Doelstelling : Het doel van dit CAD-handboek is een uniformiteit te verkrijgen in de CAD-tekeningen die opgeleverd worden in opdracht van de Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen. Dit CAD-handboek bevat afspraken betreffende : o De vorm waarin CAD-tekeningen moeten aangeleverd worden, zowel door interne als externe partijen. Tekeningen die gemaakt worden in opdracht van de Dienst van het Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen, dienen te voldoen aan de vermelde CAD-richtlijnen. 2. Uitwisseling van CAD-tekeningbestanden . 2.1. Basisregels : Alle tekeningen worden opgeleverd in AutoCad 2004 DWG-formaat : o o
o
Elk DWG-bestand voldoet aan de regels voor Layerstructuur en DWG File name : o
o
o o o
De algemene regels is dat er geen combinatie van plannen binnen één DWG-file mag gebundeld zijn; Verschillende technieken (stabiliteit, HVAC; sanitair, principeschema’s,… ) worden opgesplitst in aparte DWG-bestanden, één per techniek. Voor kleine gebouwen is het wel toegelaten om verschillende verdiepingen op één plan te plaatsen; Voor grotere gebouwen is elke verdieping een apart plan en dus een aparte DWG.
Alle tekeningen zijn op ware grootte (in mm) : o o
Met het oog op beheersbaarheid, vlotte communicatie en hergebruik van informatie, is er een layerstructuur opgesteld. Deze structuur is soepel en uitbreidbaar, maar moet wel volgens de regels worden toegepast door de gebruiker. Opdat we aan de naam van een DWG-bestand zouden weten waarover het gaat, dient u zich te houden aan de regels voor naamgeving van DWG-bestanden.
Eén DWG-bestand bevat één soort plan : o
Het gebruik van een hogere versie t.e.m. AutoCad 2008 is toegelaten. Het gebruik van extra toepassingen op AutoCad 2004 ( vb. Architectural Desktop ,… ) is de eigen verantwoordelijkheid van de partners. De Vlaamse Overheid eist echter dat alle DWG-bestanden met de standaardversie AutoCad 2004 bruikbaar zijn zonder extra plug-ins. Het opleveren van tekeningen in DXF-formaat is niet toegelaten.
Worden opgesteld in model space. De tekeneenheid is mm.
Elke partij is zelf verantwoordelijk voor het opleveren van tekeningen conform deze richtlijnen : o o
Alle tekeningen moeten vooraf in het bureau gecontroleerd worden om te zien of ze aan al deze basisregels voldoen, vooraleer ze elektronisch afgeleverd worden. Een tekening die niet aan de regels van dit CAD-handboek voldoet, zal niet geaccepteerd worden door de Dienst van het Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen.
3. Naamgeving tekeningen . 1/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A3.1. Algemeen : Bij het beheren van een groot aantal plannen is het van groot belang om elk plan een eenduidige, betekenisvolle naam te geven. 3.2. Wat is een “Plan”? : Eén plan stemt overeen met één titelhoek, m.a.w. een plan is een geheel van bij mekaar horende geometrie, afgebakend door één kader en één titelhoek, en draagt ook één “plannummer”. Voor een plan geldt: er is één juridische partij, één tekenaar en één versie. ⇒ Eén DWG-bestand is haast altijd één plan. Het plannummer is gelijk aan de DWG-naam. Op deze regel zijn er twee uitzonderingen : o Een plan kan uit verschillende bladen bestaan (vb. elektrische schema’s). o Een plan kan verschillende plots bevatten, vb. een plot op A3 en op A1 formaat. Beide plots hebben echter dezelfde tekenaar, hetzelfde “plannummer” en dezelfde DWG-naam. 3.3. DWG – naam : 3.3.1. Coderingstabel : Telkens je een CAD-plan bewaart op schijf, moet je een eenduidige naam geven aan het DWG-bestand. Hiervoor heeft men een vaste naamgeving opgesteld, bestaande uit : o 29 vaste tekstkarakters, gecodeerd; o het scheidingsteken “_” (underscore) ligt vast op posities 7, 12, 19 en 23. (optioneel: positie 30 indien een suffix gebruikt wordt); o een suffix: optioneel achtervoegsel ter verduidelijking van de inhoud van het plan; o vaste bestandsextensie :”.DWG” (AutoCad). 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
G
G
G
G
G
G
_
F
F
F
F
_
V
V
T
T
Verplichte velden
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
P
P
_
N
N
I
_
J
J
M
M
D
D
_
Suffix
_
.DWG
Verplichte velden
Code GGGGGG _ FFFF _ VV TT PP _ NN I _ JJ MM DD _ Suffix
Omschrijving Gebouwcode Scheidingsteken Firma Scheidingsteken Verdieping Type plan Projektfase Scheidingsteken Volgnummer Index / versie Scheidingsteken Jaartal Maand Dag Scheidingsteken Achtervoegsel
optioneel
Vorm 1 letter / 5 cijfers 4 letters
Voorbeeld D12345 YACH
2 Letters / cijfers 2 letters 2 letters
D1 GP AB
2 cijfers 1 letter
01 A
2 cijfers 2 cijfers 2 cijfers
04 02 30
Vrije tekst
3.3.2. Toelichting codes : Code GGGGGG (Gebouw) : 2/19
bouwaanvraag
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ADoel : meteen weten over welk gebouw het gaat. Elke gebouw krijgt een unieke code toegewezen door de Dienst van het Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen. o De dienst van het Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen zal op regelmatige basis een lijst verspreiden met in gebruik zijnde gebouwcodes. Code FFFF (Firma) : Doel : meteen weten welke partij verantwoordelijk is voor het DWG-bestand. De code FFFF duidt zowel externe partijen als interne diensten aan. Voor externe partijen geldt: Dienst Technieken afdeling Gebouwen kent u een vaste code toe, bestaande uit vier letters. Opmerking : Tijdens de levensduur van een gebouw, verandert de verantwoordelijke partij regelmatig. Vooral tijdens projekten, waarbij werken worden aanbesteed, is het belangrijk om aan de bestandsnaam meteen te herkennen welke partij welke tekeningen heeft afgeleverd, binnen welke projektfase. De velden FFFF (firma) en PP (projektfase) zijn doorgaans nauw met elkaar verbonden. Code VV (Verdieping) : Verdiepingen en bouwlagen worden als volgt gecodeerd: Verdieping / Bouwlaag
Code VV
Gelijkvloerse verdieping
00
Bovengrondse verdieping
01 02
Kelderverdieping
-1 -2
Mezzanine ( tussenverdieping )
M1 M2
Dak
R1 R2
Niet bouwlaaggebonden
ZZ
Code TT (Type plan / Discipline) : Verschillende technieken en disciplines moeten uitgesplitst worden in verschillende plannen. Als regel geldt: één plan per techniek. Discipline / soort plan
Code TT
GEMEENSCHAPPELIJK NUT A3 plan Evacuatieplan
A3 EV ARCHITECT/LANDMETER
Algemeen plan Vloer- of grondplan Plafondplan Legplannen voor vloeren Doorsneden/Gevels Faseringsplan Details
AP GP PP VP DG FP DA
3/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage AOmgevingsplan Funderingsplan+riolering TECHNIEKEN
OP FR
Branddetectie ICT – en Telefonieplan Elektriciteitsplan -algemeen Elektriciteitsplan - zwakstroom - sterk stroom HVAC-plan Sanitair plan Elektronische beveiliging Details Eendraadsschema’s Liftinstallaties Audio-Visueel installaties
BD IT EP ZS SS HV SP EB DE ES LI AV STABILITEIT
Bekistingsplan Wapeningsplan
BP WP
Code PP (Projectfases) : Hier geldt een vaste lijst : Projectfase
Code PP
Opmetingsfase Voorontwerp Definitief ontwerp Vergunningsaanvraag Aanbesteding Uitvoering As Built As Is
OF VO DO VA AB UV AB AI
Code NN (Volgnummer) : Code NN is nodig opdat de 29-karakters-coderingsstring GGGGGG_FFFF_VVTTPP_NNI_JJMMDD altijd uniek is. Afhankelijk van de situatie, kan volgnummer NN verschillende betekenissen hebben : o Iemand kan verschillende voorontwerpen maken, waaruit later een definitief ontwerp gekozen wordt. De verschillende voorontwerpen of alternatieven worden dus genummerd 01,02,03, enz… o Er kan bijvoorbeeld meer dan één plan zijn binnen één bepaalde techniek. De juiste betekenis van het volgnummer NN kun je eventueel verduidelijken via een (optionele) suffix. NN = tweecijferig oplopend volgnummer (van 01 tot 99). Code I (Index) : Code I is van belang voor het versiebeheer. De datums die Microsoft Windows toekent aan een bestand zijn ontoereikend om te weten welk DWGbestand nu de recentste versie van welk plan bevat. o Wanneer je bijvoorbeeld een bestand, toegestuurd door derden via e-mail of CD-ROM, op schijf bewaart, dan wordt Date Created = de huidige datum waarop je dit doet. De derde partij heeft het plan echter dagen al geleden al aangemaakt… o Wanneer je een DWG-bestand opent om te consulteren, en je zoomt in op een bepaald gebied, vraagt AutoCad om het bestand te bewaren. Als je dit doet, dan wordt de Date Modified = de huidige datum waarop je dit doet. Er is echter niets veranderd aan de inhoud van het plan…
4/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ADe enige die kan beslissen wanneer een plan een nieuwe versie krijgt, is de verantwoordelijke tekenaar. Daarom wordt in de cartouche van een tekening steevast een Index bijgehouden. Dit CAD-handboek legt dus volgende regels vast inzake versiebeheer : o Elke eerste versie van een tekening, krijgt Index=A. o De verantwoordelijke tekenaar neemt de index op in de cartouche van het plan, en bewaart het plan op schijf, met Index=A (verplicht op te nemen in de bestandsnaam). o Bij latere wijzingen : - Als er inhoudelijke wijzigingen zijn: Index ophogen, cartouche aanpassen en bewaren als een nieuw bestand met Index B in de bestandsnaam; - Als er geen inhoudelijke wijzigingen zijn (vb; purge, aanpassen kleuren of lijndiktes of andere vormelementen) : Index niet ophogen en bestand bewaren onder dezelfde naam (vorige “versie” overschrijven). Code I = alfabetisch oplopende letter (van A tot Z).
Code JJ (Jaartal) : Code JJ is een onderdeel van de code JJMMDD, die als functie het vermelden van een datum heeft. Code JJ voorziet het jaartal waarin een plan is getekend en/of gewijzigd. Men voorziet 2 cijfers, vb; 04 = 2004. Code MM (Maand) : Code MM is een onderdeel van de code JJMMDD, die als functie het vermelden van een datum heeft. Code MM voorziet de maand waarin een plan is getekend en/of gewijzigd. Men voorziet 2 cijfers, vb; 10 = oktober. Code DD (Dag) : Code DD is een onderdeel van de code JJMMDD, die als functie het vermelden van een datum heeft. Code DD voorziet de dag waarin een plan is getekend en/of gewijzigd. Men voorziet 2 cijfers, vb; 22 = dag 22 van de maand. Suffix : De suffix is een optioneel achtervoegsel dat je kunt gebruiken ter verduidelijking van de inhoud van het plan. De suffix moet je van de 29 verplichte velden scheiden door een “_” (underscore) voor leesbaarheid. Gebruik liefst geen spaties in de suffix, wel “_” of “-“. 3.3.3. Samenvatting : Code GGGGGG FFFF VV TT PP NN I JJ MM DD
Omschrijving Over welk gebouw gaat het? Wie ben ik ? Welke verdieping? Welk soort plan? In welke projectfase zitten we? Volgnummer? Index? Jaartal? Maand? Dag?
Voorbeeld
YACH D1 GP AB 01 A 04 10 22
4. Layerstructuur . 4.1. Algemeen : Een goede layering-methode is dus een noodzakelijke vereiste ! Vanaf de eerste versies van AutoCad waren layers een fundamenteel middel om de tekeninformatie te organiseren. Indien meerdere personen aan dezelfde tekening moeten werken of indien digitale tekeningen uitgewisseld worden tussen diverse disciplines in de bouw, blijkt een duidelijke afspraak omtrent de layerstructuur noodzakelijk te zijn. 4.2.Layerstructuur Vlaamse Overheid – Dienst Gebouwen :
5/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ABijlage 1 4.3. Toelichting opbouw layerbenaming en zijn bijkomende code’s : 4.3.1. Opbouw layerbenaming : Om tot een goede layerorganisatie te komen werd een layerstructuur uitgewerkt conform enkele basisprincipes: De layers met als achtervoegsel –00 moet men altijd gebruiken bij twijfelgevallen (zie bestaande gebouwen). Deze layers zijn de “algemene” layers. layernaam : ***-**_Y_string
*** ** _ String
: numerieke code, drie (3) karakters. Onderverdeling hoofdlayers. : tussencode, “koppelteken”. : numerieke code, twee (2) karakters. Onderverdeling sublayers. : tussencode, “underscore”. : tekst, omschrijving layer.
5. Verklaringslijst layerstructuur . 5.1.Toelichting betreffende layernamen : Zie verder: Elementenmethode SfB-systeem. 6. Bladformaten . 6.1. Belgische norm : Deze Belgische norm is in overeenstemming met “section un” van de internationale norm ISO 5457. 6.2. Onderwerp en toepassingsgebied : Deze norm geeft de formaten van tekenbladen, al dan niet voorbedrukt, die gebruikt worden voor alle technische tekeningen in alle technische gebieden. 6.3. Keuze en aanduiding van de formaten : De oorspronkelijke tekening dient uitgevoerd te worden op het kleinst mogelijk formaat, waarbij nog een duidelijke en zuivere afbeelding kan worden verkregen. Het formaat van de oorspronkelijke tekening en van haar afdrukken moet worden gekozen uit de tabellen 1, 2 of 3. Hierbij dient de volgorde waarin deze tabellen gegeven zijn gerespecteerd te worden. Het bladformaat mag de max. hoogte van 880 mm niet overschrijden. 6.3.1. A- formaten ( eerste keuze ) : Bij voorkeur dient een keuze gemaakt te worden uit de formaten volgens tabel 1 , die in overéénstemming is met de A-reeks van de ISO ( zie NBN Q 02-001 ). Tabel 1 Formaat
Hoogte x Breedte (in mm)
Rand voor kader (in mm)
A0 A1 A2 A3 A4
841 x 1189 594 x 841 420 x 594 297 x 420 210 x 297
10 10 10 10 10
6/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A6.3.2. Lange formaten ( tweede keuze ) : Indien een tekenblad van grotere lengte nodig is, mag dit worden gekozen uit de formaten volgens onderstaand tabel. Tabel 2 Formaat
Hoogte x Breedte (in mm)
A3 x 3 A3 x 4 A4 x 3 A4 x 4 A4 x 5
420 x 891 420 x 1189 297 x 630 297 x 841 210 x 1051
→ Deze formaten zijn verkregen door de korte zijde van een A-formaat volgens tabel 1 te verlengen met een veelvoud daarvan. 6.3.3. Bijzondere formaten ( derde keuze ) : Indien extra-grote of extra-lange tekenbladen nodig zijn, mogen deze worden gekozen uit de formaten volgens tabel 3. Tabel 3 Formaat
Hoogte x Breedte (in mm)
A1 x 3 A1 x 4
841 x 1783 841 x 2378
A2 x 3 A2 x 4 A2 x 5
594 x 1261 594 x 1682 594 x 2102
A3 x 5 A3 x 6 A3 x 7
420 x 1486 420 x 1783 420 x 2080
A4 x 6 A4 x 7 A4 x 8 A4 x 9
297 x 1261 297 x 1471 297 x 1682 297 x 1892
→ Deze formaten zijn op dezelfde wijze verkregen als omschreven onder 2.2. 6.3.4. Afmetingen bladgrootte : De afmetingen zijn van de bladgrootte, dus niet van de kader op de tekening.
7. Schalen .
7/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A7.1. Belgische norm : Deze Belgische norm is in overeenstemming met de internationale norm ISO 5455. 7.2. Onderwerp en toepassingsgebied : Deze norm geeft de genormaliseerde schalen en hun aanduiding die gebruikt worden voor alle technische tekeningen in alle technische gebieden. 7.3. Bepalingen : 7.3.1. Schaal : verhouding tussen de lineaire afmeting van een element van een voorwerp zoals dit op een oorspronkelijke tekening is afgebeeld en de werkelijke afmeting van dit element. 7.3.2. Ware grootte : de schaal met de verhouding 1 : 1. 7.3.3. Schaal voor vergroting : een schaal waarbij de verhouding groter is dan 1 : 1. Bij vergroting van de verhouding spreekt men van een grotere schaal. 7.3.4. Schaal voor verkleining : een schaal waarbij de verhouding kleiner is dan 1 : 1. Bij verkleining van de verhouding spreekt men van een kleinere schaal. 7.4. Aanduiding : De volledige aanduiding van een schaal dient te bestaan uit het woord “SCHAAL”, gevolgd door de aanduiding van de gekozen verhouding, en wel als volgt : o SCHAAL 1 : 1 ( ware grootte ). o SCHAAL X : 1 ( schalen voor vergroting ). o SCHAAL 1 : X ( schalen voor verkleining ). !! Indien geen misverstand kan ontstaan, mag het woord “SCHAAL” weggelaten worden. 7.5. Inschrijving : 7.5.1. De aanduiding van de schaal die op de tekening wordt gebruikt, dient in de titelhoek van de tekening vermeld te worden. 7.5.2. Indien op een tekening meerdere schalen gebruikt worden, dient alleen de algemene schaal in de titelhoek vermeld te worden en de afwijkende schalen bij het merkteken van de desbetreffende figuren. 7.6. Schalen : De genormaliseerde schalen volgens NBN 509 en overeenkomstig DIN 823. Type tekening
Aanbevolen schalen
Overzichtsplannen
1 / 10.000 1 / 5.000 1 / 2.500 1 / 2.000 1 / 1.000 1 / 500 1 /200 1 / 100 1 / 50
Plannen
Detailtekeningen
1 / 20 1 / 10 1/5 1/2 1/1
8. Kaders-Vouwen-Merktekens . 8.1. Belgische norm :
8/19
Aanvaardbare schalen
1 / 1.250
1 / 250
1 / 25
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ANBN E 04-017 is een ontwerp en vervangt de norm NBN 510. 8.2. Onderwerp en toepassingsgebied : Deze norm geeft de voorstelling van de grafische elementen door bepaling van de hiernavolgende voorschriften betreffende : o o o o o
Het kader en de randen. De ligging en de afmetingen van de titelhoek. De vouw-, centreer- en opzoekingstekens. De metrische referentieschaalverdeling. Het coördinatiestelsel.
In het algemeen, is deze norm toepasselijk op originele tekeningen. 8.3. Kader : Het kader omlijnt de tekenruimte en de titelhoek. De schikking van het kader en van de titelhoek in het formaatblad is schematisch voorgesteld door de figuren 1 en 2. Het kader moet door een dikke lijn met een minimale breedte van 0.5 mm getekend worden.
8.4. Inserteren van kaders : De door de Vlaamse Overheid aangeleverde kaders moet men inhalen via het commando “insert”. De kaders moet men vervolgens verschalen naargelang de actieve tekenschaal. Vb: plan 1/100 → binnengehaalde kader moet met factor 100 worden verschaald. 8.5. Het vouwen, merktekens en titelhoek : Door vouwen moeten de reproducties herleid worden tot het formaat A4 (210 x 297), zodat de titelhoek zichtbaar is. 8.5.1. Tekeningen geklasseerd zonder perforatie : 8.5.1.1. Het vouwen : Volgens de Belgische norm NBN 510. Indien het gaat om tekeningen die moeten opgestapeld of geklasseerd worden zonder perforatie, geschiedt het vouwen overeenkomstig de aanduidingen van plaat 1, waarbij het basisformaat A4 vertikaal is. De “speciale formaten” moeten eveneens door vouwen herleid worden tot het formaat A4.
9/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ADe plaats der plooien wordt in de rand aangeduid door dunne lijntjes (fig. 1 en 2). 8.5.1.2. Opzoekings-en centreertekens : In de rand mogen merktekens aangebracht worden om opzoekingen te vergemakkelijken. Ze verdelen de tekening in vakken die kunnen geïdentificeerd worden door cijfers in de abscis en door hoofdletters in de ordinaat, uitgaande van de rechteronderhoek, respectievelijk in de numerieke en in de alfabetische volgorde. Als opzoekingstekens gebruikt men de vouwtekens en de dikke lijntjes die tussen deze vouwtekens liggen (fig.1). Vier centreertekens moeten op ieder tekenblad met formaat aangeduid als eerste of tweede keus aangebracht worden teneinde de inrichting van de tekening bij reproduktie of micrografie te vergemakkelijken. Deze centreertekens moeten aan de uiteinden van de symmetrische hartlijn van het gesneden blad liggen en moeten gematerialiseerd worden door driehoekjes met minimale breedte/hoogte van 5 mm vertrekkende van de boorden van het gesneden blad.
9. Titelhoeken . 9.1. Algemeen : Er wordt geëist dat elke partij gebruik maakt van de gestandaardiseerde titelhoeken, beschikbaar in de AutoCad Template(s) van de Dienst van het Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen. Deze titelhoeken zijn opgesteld als blocks met attributen. Bij het invoegen kan men dus de nodige velden invullen en achteraf wijzigen. 9.2. Voorbeeld titelhoek : Zie bijlage 3. 10. Tekenéénheid . 10.1. Algemene regel : Tekeningen worden altijd op ware grootte getekend, dus op schaal 1 : 1. De verhouding tussen unit en tekeneenheid is per discipline vastgesteld en wordt in een variabele opgeslagen in eenheden van millimeters. ⇒ Voor de bouwindustrie en de technische studiebureaus geldt voor het tekenen in ACAD : 1 unit = 1 millimeter
11. Kleuren en lijndiktes . 11.1. Algemeen : De klassieke en de meest gebruikte werkwijze is dat men kleuren toepast om de verschillende onderdelen van de tekening beter van elkaar te kunnen onderscheiden, en waarbij de kleur bij het plotten naar een lijndikte wordt vertaald. Een algemene richtlijn die voor de kleur-lijndikte associatie gevolgd wordt, is een oplopende lijndikte voor de eerste kleurcodes in AutoCad. Een *.ctb-file (Vlgem_plot.ctb) zal worden aangeleverd door de Vlaamse Overheid. 11.2. Lijst van de kleuren en lijndiktes –Vlaamse Overheid – Dienst Gebouwen :
10/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage AAutoCad - Kleur Rood ( Red ) Geel ( Yellow ) Groen ( Green ) Cyaan ( Cyan ) Blauw ( Blue ) Magenta ( Magenta ) Wit ( White ) Donkergrijs ( Grey ) Lichtgrijs ( Grey ) Rood ( Red ) Rood ( Red ) Oranje ( Orange ) Oranje ( Beige ) Groen ( Green ) Licht blauw ( Blue ) Blauw ( Blue ) Rood /Bruin (Red /Brown)
Kleurnummer
Lijndikte
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 15 40 42 92 140 170 244
0.10 0.18 0.25 0.30 0.35 0.50 0.30 0.10 0.05 0.25 0.15 0.70 0.35 0.25 0.60 0.25 1.40
12. Lijntypes . 12.1. Algemeen : Bij AutoCad worden lijntypes gegenereerd via een lijntype-tabel. Bij een eerste toepassing van een bepaald lijntype wordt de opbouw van dit lijntype uit de lijntype-tabel in de tekening gekopieerd, waarna die kan toegepast worden. Lijntypes in AutoCad bestaan uit combinaties van streepjes, punten en spaties. Deze combinaties worden omschreven in de externe *.LIN-file. Men kan een keuze maken tussen twee lijntype-tabellen, namelijk de ACAD.LIN tabel en de ACADISO.LIN tabel. De Vlaamse Overheid werkt met de ACAD.LIN tabel. 12.2. Overzicht lijntypes : Tabel van de te gebruiken lijntypes die voorkomen in de layerstructuur “Dienst van het Vlaamse Overheid – Dienst Technieken afdeling Gebouwen”.
Definitie - Grafisch
Lijntype ACAD_ISO02W100 ACAD_ISO03W100 ACAD_ISO04W100 ACAD_ISO05W100 ACAD_ISO06W100 ACAD_ISO07W100 ACAD_ISO08W100 ACAD_ISO09W100 ACAD_ISO10W100 ACAD_ISO11W100 ACAD_ISO12W100 ACAD_ISO13W100 ACAD_ISO14W100 ACAD_ISO15W100 BORDER BORDER2 BORDERX2 CENTER CENTER2 CENTERX2 CONTINUOUS
ISO dash __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ A,12,-3 ISO dash space __ __ __ __ __ __ A,12,-18 ISO long-dash dot ____ . ____ . ____ . ____ . _ A,24,-3,0,-3 ISO long-dash double-dot ____ .. ____ .. ____ . A,24,-3,0,-3,0,-3 ISO long-dash triple-dot ____ ... ____ ... ____ A,24,-3,0,-3,0,-3,0,-3 ISO dot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . A,0,-3 ISO long-dash short-dash ____ __ ____ __ ____ _ A,24,-3,6,-3 ISO long-dash double-short-dash ____ __ __ ____ A,24,-3,6,-3,6,-3 ISO dash dot __ . __ . __ . __ . __ . __ . __ . A,12,-3,0,-3 ISO double-dash dot __ __ . __ __ . __ __ . __ _ A,12,-3,12,-3,0,-3 ISO dash double-dot __ . . __ . . __ . . __ . . A,12,-3,0,-3,0,-3 ISO double-dash double-dot __ __ . . __ __ . . _ A,12,-3,12,-3,0,-3,0,-3 ISO dash triple-dot __ . . . __ . . . __ . . . _ A,12,-3,0,-3,0,-3,0,-3 ISO double-dash triple-dot __ __ . . . __ __ . . A,12,-3,12,-3,0,-3,0,-3,0,-3 Border __ __ . __ __ . __ __ . __ __ . __ __ . A,.5,-.25,.5,-.25,0,-.25 Border (.5x) __.__.__.__.__.__.__.__.__.__.__. A,.25,-.125,.25,-.125,0,-.125 Border (2x) ____ ____ . ____ ____ . ___ A,1.0,-.5,1.0,-.5,0,-.5 Center ____ _ ____ _ ____ _ ____ _ ____ _ ____ A,1.25,-.25,.25,-.25 Center (.5x) ___ _ ___ _ ___ _ ___ _ ___ _ ___ A,.75,-.125,.125,-.125 Center (2x) ________ __ ________ __ _____ A,2.5,-.5,.5,-.5 Continuous
11/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ADASHDOT DASHDOT2 DASHDOTX2 DIVIDE2 HIDDEN HIDDEN2
Dash dot __ . __ . __ . __ . __ . __ . __ . __ A,.5,-.25,0,-.25 Dash dot (.5x) _._._._._._._._._._._._._._._. A,.25,-.125,0,-.125 Dash dot (2x) ____ . ____ . ____ . ___ A,1.0,-.5,0,-.5 Divide (.5x) __..__..__..__..__..__..__..__.._ A,.25,-.125,0,-.125,0,-.125 Hidden __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ __ A,.25,-.125 Hidden (.5x) _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ _ A,.125,-.0625
13. Arceringen . Men maakt gebruik van de standaard arceerpatronen die AutoCad tot zijn beschikking heeft. 13.1. Tabel arceerpatronen : De meest voorkomende arceerpatronen die voorkomen in bouwkundige plannen Naam
Type arcering
Gevelsteen / Metselwerk Snelbouw Isolatie Blauwe steen / Natuursteen Cellenbeton Beton Lichte wandconstructie Staal Gevel baksteen Gevel beton Gevel pleisterwerk Gevel hout Gevel glas Gevel grond Kunststof
ANSI 31 ANSI 32 ANSI 37 ANSI 33 ANSI 38 AR-CONC ANSI 34 STEEL BRICK AR-SAND-scale x AR-SAND-scale y LINE DOT EARTH 45° CROSS
13.2. Overzicht standaard arceerpatronen in AutoCad 14. Bemating – DIM stijlen . 14.1. Algemeen : Dimensioneringen worden in AutoCad altijd in een bepaalde stijl ingetekend. Bij dimensionering worden o.a. ook tekststijlen gebruikt voor de dimensioneringstekst, maar daarnaast zijn er heel wat parameters die het uitzicht van de afmetingen sterk beïnvloeden. Vooraf is het dus wenselijk de goede stijl aangemaakt te hebben en aktief te maken. Met volgende punten moet er rekening mee worden gehouden : o Alle maten moeten blijven staan zoals ze door AutoCad gemeten worden; o Geen maten exploderen; o Indien er extra informatie aan de maattekst toegevoegd dient te worden, gebeurt dit via het commando EDIT TEXT of met DDEDIT. 14.2. DIM – instellingen :
Tekststijl (textstyle) Tekst hoogte (textheight) Breedte factor (width factor) DIMSCALE DIMLFAC
1/100 Arial Narrow 240 1 100 0.1
12/19
1/50 Arial Narrow 240 1 50 0.1
1/20 Arial Narrow 240 1 20 0.1
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage ALTSCALE
500
250
100
15. Tekststijl . 15.1. Algemeen : In Windows zijn meestal veel meer letterfonts beschikbaar dan wenselijk is. Vooral gezien AutoCad teksten genereert via een tekststijl, waarin o.a. een letterfont gekozen wordt, is het wenselijk om bij de tekeningen die moeten uitgewisseld worden tussen verschillende werkposten of buro’s zich te houden aan een aantal standaard beschikbare tekstfonts.
Naam letter (font name) Stijl letter (font style) Teksthoogte (textheight) Breedte factor (width factor)
TEKST VET Swis 721 Ex BT Bold 300 1.5
TEKST MIDDEN Arial Standard 200 1
TEKST DUN Arial Standard 100 1
16. Opslaan van tekeningen . 16.1. Algemeen : Als de tekeningen volledig klaar zijn moet men de commando’s “Purge”, “Audit” en “Zoom Extents” toepassen. o Purge : Dient voor het verwijderen van layers, lijntypes,fonts,… die niet gebruikt worden in de tekening. o Audit : Dient voor het detecteren en herstellen van fouten in het databasebestand van de tekening. Teken-technische fouten worden hiermee uiteraard niet opgespoord. o Zoom Extents : Zodoende dat de kader in preview zichtbaar is. 17. Drawing templates . 17.1. Algemeen : Voor nieuwe tekeningen moeten we altijd de template “Template_VlGem.dwt” gebruiken die men aangeleverd krijgt door de Vlaamse Overheid. Deze file (Template_VlGem.dwt) moet men plaatsen onder de folder “Template” in de Autocad 2000directory. Volgende objecten zijn in de templates gedefinieerd : o Layers. o Linetypes. o Text styles. o Dimension styles. o Kader, formaat, titelhoek …. 18. Plot / Print procedure . 18.1. Algemeen : * De Vlaamse Overheid zal een ctb-file aanleveren. Deze file (Plot_VlGem.ctb) moet men plaatsen onder de folder “Plot styles” in de Autocad 2000-directory. Het activeren van desbetreffende file doet men via de plotstyle table (zie plot device). Met een plotstijltabel kan men regelen hoe het programma de kleur van objecten naar de kleur van een afdruk vertaalt. * Men moet altijd de tekeningen op schaal afdrukken.Alleen op verzoek van de Vlaamse Overheid mag men de functie “Scale to Fit” toepassen. 19. Audit procedure . 19.1. Algemeen : Elke betrokkene is zelf verantwoordelijk voor het opleveren van tekeningen conform deze richtlijnen : 13/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage Ao alle tekeningen moeten vooraf gecontroleerd worden om te zien of ze aan al deze basisregels voldoen, vooraleer ze in de netwerkfolders geplaatst worden; o een tekening die niet aan de regels van dit CAD-handboek voldoet, zal niet geaccepteerd worden door de Vlaamse Overheid – Dienst Gebouwen. 19.2. Audit-procedure : Men hanteert volgende audit-procedure om afgewerkte plannen te controleren:
Controle 1 • Is de bestandsnaam OK? • Indien niet: bestand wordt herbenoemd en de afzender wordt hiervan op de hoogte gesteld.
Controle 2 • Kan het DWG-bestand probleemloos geopend worden in AutoCad? • Verschijnen er foutboodschappen? • Worden alle aangehechte XREFS teruggevonden? • Indien niet: plan kan niet worden geaccepteerd.
Controle 3 • Snelle visuele controle van de belangrijkste CAD-regels (lijntypes,arceringen, bematingen,tekststijl,ea… ). • Is de tekening opgebouwd in millimeter? • Per DWG : Plot Preview → leveren kleuren en lijndiktes een goede afdruk op?
Controle 4 • Snelle visuele controle van de layertabel: bevat deze enkel layers volgens de afspraken van het CAD-handboek?
Controle 5 • Gedetailleerde controle.
Goedkeuring of wijziging • Men (Vlaamse Overheid) zal afwegen of de tekening voldoende beantwoordt aan de regels van dit CAD-handboek of niet. • Kleine, makkelijke herstelbare fouten zullen door ons (Vlaamse Overheid) gerepareerd worden. De betrokkene wordt echter wel op de hoogte gesteld van de gemaakte fouten, zodat deze in de toekomst vermeden kunnen worden. • Grove fouten tegen de regels van dit CAD-handboek, waardoor vele werkuren nodig zijn om de tekening te herstructureren, worden door ons (Vlaamse Overheid) niet gerepareerd. De betrokkene krijgt een beknopt verslag met opmerkingen en zal de tekeningen moeten repareren en opnieuw aanbieden ter controle.
TOELICHTING LAYERNAMEN (Bijlage 1) LAYER
KLEUR
LIJNTYPE
KLEUR PLOT
Yellow 2 Blue 5 Orange 40 White 7
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
010-00_Bemating algemeen
Green 3
Continuous
Black
020-00_Arcering algemeen
Grey 8
Continuous
Black
Orange 40 White 7 White 7
Continuous Continuous Continuous
Black Black Black
000 PRESENTATIE EN OPMAAK 000-00_Tekst dun algemeen 000-01_Tekst midden algemeen 000-02_Tekst vet algemeen 000-03_Tekst titelhoek
030-00_Kader 030-01_Kader model 030-02_Kader layout
14/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A030-03_Kader titelhoek
Magenta 6
Continuous
Black
040-00_Aanzichten algemeen 040-01_Gevel vet 040-02_Gevel midden 040-03_Gevel dun 040-04_Gevel schrijnwerk
Yellow 2 Magenta 6 Green 3 Grey 8 Yellow 2
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black
050-00_Snedes 050-01_Sn-stiplijn 050-02_Sn-muren 050-03_Sn-vloeren 050-04_Sn-vloeren afwerking 050-05_Sn-schrijnwerk 050-06_Sn-fundering
Green 3 Red 1 White 7 Cyan 4 Yellow 2 Yellow 2 Cyan 4
Continuous Hidden2 Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black Black Black
Grey 8 Grey 8 red 1 red 1 red 1 Grey 8
Continuous Dash Dot Continuous Hidden2 Hidden2 Continuous
Black Black Black Black Black Black
100-00_Onderbouw algemeen
White 7
Continuous
Black
110-00_Bodemvoorzieningen 110-01_Bodemvoorziening grondwerk 110-02_Bodemvoorziening damwanden, water
Green 3 Green 3 Green 3
Continuous Continuous Continuous
Black Black Black
130-00_Vloeren op grondslag
Cyan 4
Continuous
Black
160-00_Funderingsconstructies
Cyan 4
Continuous
Black
170-00_Paalfunderingen
Cyan 4
Continuous
Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
181-00_Bemating Onderbouw
Green 3
Continuous
Black
182-00_Arcering Onderbouw
Grey 8
Continuous
Black
200-00_Ruwbouw algemeen
White 7
Continuous
Black
210-00_Buitenwanden 210-01_Isolatie buitenwand
White 7 Red 1
Continuous Continuous
Black Black
220-00_Binnenwanden 220-01_Binnenwand niet dragend 220-02_Binnenwand dragend 220-03_Systeemwanden
White 7 White 7 White 7 Green 3
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
230-00_Vloeren,HW,vulpotten,prédallen
Cyan 4
Continuous
Black
240-00_Trappen en hellingen 240-03_Ladders en klimijzers
Green 3 Green 3
Continuous Continuous
Black Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
251-00_Bemating Bovenbouw
Green 3
Continuous
Black
252-00_Arcering Bovenbouw
Grey 8
Continuous
Black
270-00_Dakconstructies
Cyan 4
Continuous
Black
060-00_Teken-constructielijnen algemeen 060-01_Aslijnen 060-02_Aslijnnummers 060-03_Hidden lijnen 060-04_Hidden konstructie 060-05_Hulplijnen 100 FUNDERINGEN - ONDERBOUW
180-00_Tekst Onderbouw 180-01_Tekst dun 180-02_Tekst midden 180-03_Tekst vet
200 RUWBOUW - BOVENBOUW
250-00_Tekst Bovenbouw 250-01_Tekst dun 250-02_Tekst midden 250-03_Tekst vet
15/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A280-00_Hoofddraagconstructies beton 280-01_Hoofddraagconstructie beton ihw (in het werk) 280-02_Hoofddraagconstructie beton ihw-wapening 280-03_Hoofddraagconstructie beton ihw-bekisting 280-04_Hoofddraagconstructie beton ihw-sparingen 280-05_Hoofddraagconstructie beton Prefab 280-06_Hoofddraagconstructie beton Prefab-wapening 280-07_Hoofddraagconstructie beton Prefab-bekisting 280-08_Hoofddraagconstructie beton Prefabsparingen 281-00_Hoofddraagconstructie staal 282-00_Hoofddraagconstructie hout 283-00_Hoofddraagconstructie dragend metselwerk
Green 3 Green 3 Green 3 Green 3 Green 3 Green 3 Green 3 Green 3
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black Black Black Black
Green 3 Green 3 Green 3 Green 3
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
300-00_Afbouw algemeen
White 7
Continuous
Black
310-00_Buitenschrijnwerk 310-01_Buitenschrijnwerk poorten
Yellow 2 Yellow 2
Continuous Continuous
Black Black
320-00_Binnenschrijnwerk ramen-deuren 320-01_Binnenschrijnwerk Rf
Yellow 2 Yellow 2
Continuous Continuous
Black Black
330-00_Vloeropeningen
Yellow 2
Continuous
Black
340-00_Ballustrade-leuningen
Green 3
Continuous
Black
350-00_Plafonds
Cyan 4
Continuous
Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
361-00_Bemating Afbouw
Green 3
Continuous
Black
362-00_Arcering Afbouw
Grey 8
Continuous
Black
370-00_Dakopeningen
Cyan 4
Continuous
Black
400-00_Afwerking algemeen
White 7
Continuous
Black
410-00_Buitenwandafwerkingen
Yellow 2
Continuous
Black
420-00_Binnenwandafwerkingen
Yellow 2
Continuous
Black
430-00_Vloerafwerkingen-o.a. chappe, tegels, hout
Yellow 2
Continuous
Black
440-00_Trap-en hellingsafwerkingen
Yellow 2
Continuous
Black
450-00_Plafondafwerkingen
Yellow 2
Continuous
Black
460-00_Tekst Afwerkingen 460-01_Tekst dun 460-02_Tekst midden 460-03_Tekst vet
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
461-00_Bemating Afwerkingen
Green 3
Continuous
Black
462-00_Arcering Afwerkingen
Grey 8
Continuous
Black
Yellow 2
Continuous
Black
500-00_Mechanische installaties algemeen
White 7
Continuous
Black
510-00_Verwarmingsinstallatie
Yellow 2
Continuous
Black
300 AFBOUW
360-00_Tekst Afbouw 360-01_Tekst dun 360-02_Tekst midden 360-03_Tekst vet
400 AFWERKINGEN
470-00_Dakafwerkingen 500 MECHANISCHE INSTALLATIES
16/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A510-01_Verwarmingselementen
Yellow 2
510-02_CV plafond
Yellow 2
510-03_CV vloer 510-04_CV stookplaats 510-05_CV opslag brandstof 510-06_CV verwarmingsleidingnetten op terrein
Yellow 2 Yellow 2 Yellow 2 Yellow 2
520-00_Rioleringsinstallaties
Green 92
520-01_Afvoer regenwater
Green 92
520-02_Afvoer faecaliën
Green 92
520-03_Afvoer huishoudelijk afvalwater
Green 92
520-04_Afvoer bedrijfsafvalwater
Green 92
520-05_Afvoer gecombineerd
Green 92
520-06_Afvoer drainering 520-07_Afvoer verluchting
Green 92 Green 92
520-08_Afvoer riolering op terrein 520-09_Vet en olie afscheidingsputten-zandopvang op terrein 520-10_Afvalwaterzuivering op terrein
Green 92
Continuous Acad ISO15 W100 Acad ISO02 W100 Acad ISO13 W100 Acad ISO12 W100 Acad ISO03 W100 Acad ISO06 W100 Divide 2 Acad ISO10 W100
Green 92 Green 92
Continuous Continuous
Black Black
Cyan 4
Continuous Acad ISO08 W100 Acad ISO09 W100 Acad ISO14 W100 Border Border 2 Acad ISO11 W100 Border x2 Border x2 Center Continuous Continuous
Black
530-00_Waterinstallaties 530-01_Toevoer koud water-drinkwater
Blue 170
530-02_Toevoer warm water-verwarmd tapwater
Yellow 2
530-03_Toevoer bedrijfswater 530-04_Toevoer gebruiksstoom 530-05_Toevoer waterbehandeling
Red 10 White 7 White 7
530-06_Toevoer brandleiding 530-07_Toevoer collector vloer 530-08_Toevoer collector plafond 530-09_Waterleidingsnetten op terrein 530-10_Brandhydranten met leidingnetten op terrein 530-11_Beregeningsvoorzieningen op terrein
Blue 170 Yellow 2 Yellow 2 White 7 White 7 White 7
540-00_Gasinstallaties-gassen 540-01_Brandstof 540-02_Perslucht en vacuüm
Green 3 Green 3 Green 3
540-03_Medische gassen 540-04_Technische gassen 540-05_Bijzondere gassen 540-06_Gasleidingsnetten op terrein
Continuous Acad ISO04 W100 Acad ISO05 W100 Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black
Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black Black
Green 3 Green 3 Green 3 Green 3
Continuous Center 2 Center x2 Acad ISO07 W100 Dashdot 2 Dashdot x2 Dashdot x2
Black Black Black Black
550-00_Koelinstallaties
Blue 170
Continuous
Black
570-00_Luchtkanalen algemeen - extractie 570-01_Luchtkanalen algemeen - pulsie
Blue 170 Blue 170
Continuous Continuous
Black Black
580-00_Klimaatinstallaties
Blue 170
Continuous
Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
591-00_Bemating Mechanische installaties
Green 3
Continuous
Black
592-00_Arcering Mechanische installaties
Grey 8
Continuous
Black
White 7
Continuous
Black
590-00_Tekst Mechanische installaties 590-01_Tekst dun 590-02_Tekst midden 590-03_Tekst vet
Black Black Black
600 ELEKTRISCHE INSTALLATIES 600-00_Elektrische installaties algemeen
17/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A610-00_Centrale elektrotechnische installaties 610-01_Noodstroom 610-02_Aarding 610-03_Kanalisatie 610-04_Hoogspanning 610-05_Laagspanning 610-06_Zwakstroom 610-07_Bliksembeveiliging-bliksemafleiding 610-08_Overspanningsbeveiliging
Green 92 Green 92 Green 92 Green 92 Green 92 Green 92 Green 92 Green 92 Green 92
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black Black Black Black Black
620-00_Contactdozen-stopcontacten 620-01_Elektrische energievoorziening op terrein
Green 92 Green 92
Continuous Continuous
Black Black
630-00_Verlichtingstechnieken 630-01_Schakelaars-regelaars 630-02_Verlichtingsarmaturen 630-03_Noodverlichting
Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
640-00_Communicatietechnieken-ICT 640-01_Signalen 640-02_Geluid 640-03_Beeld 640-04_Data-telefonie 640-05_Geïntegreerde systemen 640-06_Communicatietechnieken op terrein 640-07_ICT-gestructureerde bekabeling
Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black Black Black Black
650-00_Beveiligingstechnieken 650-01_Brandpreventie-detectie-bestrijding 650-02_Inbraak-uitbraak 650-06_Zonwering 650-07_Beveiligingstechnieken op terrein
Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black
660-00_Transportinstallatie 660-01_Liften 660-02_Roltrappen-rolpaden
Green 3 Green 3 Green 3
Continuous Continuous Continuous
Black Black Black
670-00_Gebouwbeheersvoorzieningen 670-01_Bediening-signalering 670-02_Automatisering 670-03_Regelinstallaties klimaat-sanitair
Blue 170 Blue 170 Blue 170 Blue 170
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
White 7 Blue 5 Blue 5 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black Black Black
681-00_Bemating Elektrische installaties
Green 3
Continuous
Black
682-00_Arcering Elektrische installaties
Grey 8
Continuous
Black
White 7
Continuous
Black
Red 1
Continuous
Black
Yellow 2
Continuous
Black
730-00_Vaste keukenvoorzieningen
Red 1
Continuous
Black
740-00_Vaste sanitaire voorzieningen
Red 1
Continuous
Black
750-00_Vaste onderhoudsvoorzieningen
Red 1
Continuous
Black
760-00_Vaste opslagvoorzieningen
Red 1
Continuous
Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
680-00_Tekst Elektrische installaties 680-01_Tekst krachtstroom 680-02_Tekst verlichtingsstroom 680-03_Tekst dun 680-04_Tekst midden 680-05_Tekst vet
700 VASTE INRICHTING 700-00_Vaste inrichting algemeen 710-00_Vaste signalisatie 720-00_Vaste gebruikersvoorzieningen
770-00_Tekst Vaste inrichting 770-01_Tekst dun 770-02_Tekst midden 770-03_Tekst vet
18/19
2010/AFM/GEB_T/OO/009 - Opstellen van energieaudits, haalbaarheidsstudies en –onderzoeken hernieuwbare energie voor gebouwen van de Vlaamse Overheid
-Bijlage A771-00_Bemating Vaste inrichting
Green 3
Continuous
Black
772-00_Arcering Vaste inrichting
Grey 8
Continuous
Black
White 7
Continuous
Black
810-00_Losse signalisatie
Red 1
Continuous
Black
820-00_Meubilering
Red 1
Continuous
Black
860-00_Losse opslagvoorzieningen
Red 1
Continuous
Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
871-00_Bemating Losse-mobiele inrichting
Green 3
Continuous
Black
872-00_Arcering Losse-mobiele inrichting
Grey 8
Continuous
Black
900-00_Terrein algemeen
White 7
Continuous
Black
900-01_Grondvoorzieningen
Cyan 4
Continuous
Black
900-02_Opstallen
Cyan 4
Continuous
Black
900-03_Omheiningen
Cyan 4
Continuous
Black
900-04_Terreinafwerkingen
Cyan 4
Continuous
Black
900-05_Terreininrichtingen
Cyan 4
Continuous
Black
White 7 Yellow 2 Blue 5 Orange 40
Continuous Continuous Continuous Continuous
Black Black Black Black
911-00_Bemating Terrein
Green 3
Continuous
Black
912-00_Arcering Terrein
Grey 8
Continuous
Black
800 LOSSE-MOBIELE INRICHTING 800-00_Losse inrichting algemeen
870-00_Tekst Mechanische installaties 870-01_Tekst dun 870-02_Tekst midden 870-03_Tekst vet
900 TERREIN
910-00_Tekst Terrein 910-01_Tekst dun 910-02_Tekst midden 910-03_Tekst vet
19/19