Big Bang
eencelligen
meercellige wieren + dieren
vissen amfibieën reptielen
zoogdieren dinosauriërs primaten
Australopithecus
Waarom liep de Australopithecus rechtop ? De eerste mens, de Australopithecus, leefde zo'n 4,5 miljoen jaar geleden in Afrika. Hoewel ze zeer sterk op apen geleken was er één groot verschil: de Australopithecus liep rechtop. Doordat het klimaat veranderde verdwenen op een bepaald ogenblik in Afrika de wouden en ontstonden er grasvlakten. Het was voor de toen levende wezens niet langer mogelijk om te schuilen in de bomen. Er waren ook steeds minder vruchten om te eten. Om water en voedsel te vinden moest men soms lange afstanden afleggen. Het was daarbij aangewezen om rechtop te lopen. Zo konden ze beter uitkijken over het hoge gras en beschermden zich zo tegen mogelijke vijanden. De Australopithecus stond niet aan de top van de voedselketen zoals de huidige mens. Hij was zelf prooi van roofdieren en zeer kwetsbaar.
Hoe zag de Australopithecus eruit ? De Australopithecus was met zijn 1 tot 1,5 m eerder klein. Zijn gewicht situeerde zich tussen de 30 en 70 kg. Zijn hoofd leek op dat van een aap dit wil zeggen: een zeer laag voorhoofd, opvallend zware wenkbrauwbogen, een platte neus en een vooruitgestoken kaak. De tanden waren groter dan deze van de aap en ze waren ook anders ingeplant. Het grootste verschil met de aap zat in het feit dat de Australopithecus rechtop liep. Dit leren we uit de fossiele vondsten van deze eerste mensensoort. Aan de stand van de heupbeenderen, kniegewrichten en voeten kun je zien hoe iemand zich beweegt.
Lucy, de wereldberoemde Australopithecus Op 30 november 1974 werd in Ethiopië, in Oost-Afrika, door Donald Johanson en Tom Gray, voor het eerst een Australopithecus teruggevonden. Ze vonden 76 stukjes van een zelfde skelet dat maar liefst 3,5 miljoen jaar oud was. Ze wisten dat ze op iets unieks waren uitgekomen. Omdat op het ogenblik van de vondst in het kamp het liedje 'Lucy, in the Sky with Diamonds' van de Beatles op de radio te horen was doopten ze hun vondst Lucy. Lucy was 1,15 m groot en had een gewicht van 28 kg. Het bijzondere aan de vondst was dat het skelet voor 40% kompleet was. Of Lucy nu echt een vrouw was weten we niet met zekerheid. De wetenschappers zijn het er in elk geval niet over eens.
Identiteitskaart Naam
Australopithecus
Vindplaats
Oost- en Zuid-Afrika
Ouderdom
4,5 tot 1 miljoen jaar
Grootte
1 tot 1,5 m
Gewicht
30 tot 70 kg
Herseninhoud
360 cm³
Levenswijze
verzamelaar
Lucy, de wereldberoemde Austrlopithecus
Verblijfplaats van de eerste mens Tot op de dag van vandaag werd de Australopithecus alleen maar in Oost- en ZuidAfrika aangetroffen. In dit gedeelte van Afrika vond je toen uitgestrekte savannes. Dit is een gebied met grote grasvlakten, een enkele boom die voor wat schaduw zorgde en meren.
Afbeeldingen
Homo habilis
© Washington State University
De Homo Habilis maakte werktuigen. Uit de Australopithecus ontwikkelde zich ongeveer 2 miljoen jaar geleden de Homo habilis. Hij was iets groter dan de Australopithecus en had ook een grotere schedelinhoud. Daardoor was hij voor het eerst in staat werktuigen te maken. De Australopithecus gebruikte ook al stenen en stokken, als werptuig bijvoorbeeld om zich te verdedigen. Stenen bewerken deed hij echter niet. De Homo habilis maakte van een steen wel een werktuig. Sommige wetenschappers vinden daarom de Homo habilis de eerste echte mens. Want om zo iets uit te vinden moet je verstandig zijn.
Werktuigen van steen Je moet je niet al te veel voorstellen van de stenen werktuigen van de Homo habilis. Ze waren zeer eenvoudig. Het waren niet meer dan keien die aan één kant bekapt waren zodat ze gebruikt konden worden als snijtuigen. De Homo habilis gebruikte deze werktuigen om vlees te snijden. Bovenstaande foto toont je hoe een kalf gevild wordt met een stenen mes, net zoals de Homo habilis dit zou gedaan hebben. Het maken van werktuigen is iets wat alleen door mensen gedaan wordt. Als je dieren observeert merk je dat ze ook materiaal uit de natuur gebruiken. Denk maar aan een vogel die een nest bouwt. Materiaal uit de natuur bewerken zal een dier nooit doen. Dat doet alleen een mens. Zoals eerder al gezegd waren de eerste werktuigen zeer eenvoudig en van steen vervaardigd. Daarom noemt men dit tijdperk uit de geschiedenis ook wel 'steentijd'. Niet alle stenen werden gebruikt om te bewerken. Vooral kwarts, vulkanisch gesteente en veel later vuursteen of silex werden gebruikt. Waarschijnlijk werd ook ander materiaal gebruikt zoals hout, been, schelpen, ... Hiervan is echter niets teruggevonden en daarom weet men dit niet met zekerheid.
Een stenen werktuig wordt gemaakt. Eerst werden de randen van de steen scherp gemaakt. Dit deed men door met een kei op de steen te kloppen zodat er stukken van afsprongen. Vervolgens gaf de Homo habilis vorm aan het werktuig door met een benen hamer (een bot van een dier) het snijvlak te bewerken zodat dit vlijmscherp werd.
Hoe zag de Homo habilis eruit ? De Homo habilis was met zijn 1,2 tot 1,5 m eerder klein. Zijn gewicht situeerde zich rond de 40 kg. Zijn hoofd leek nog wel op dat van een aap maar niet meer zo uitgesproken als zijn voorganger de Australopithecus. De schedel was langgerekt en het gelaat was minder uitstekend.
Verblijfplaats van de Homo habilis In 1959 werd de eerste Homo habilis gevonden in Tanzania. Verder zijn er ook nog ontdekkingen geweest in Kenia. De Homo habilis leefde dus in Oost-Afrika. In dit gedeelte van Afrika vond je toen uitgestrekte savannes en open bossen waarin ook grote roofdieren leefden.
Identiteitskaart Naam
Homo habilis
Vindplaats
Oost-Afrika
Ouderdom
Ongeveer 2,2 tot 1,5 miljoen jaar
Grootte
1,2 tot 1,55 m
Gewicht
40 kg
Herseninhoud
800 cm³
Levenswijze
verzamelaar
Afbeeldingen
Homo erectus
Homo erectus, de eerste jager Ongeveer 1,9 miljoen jaar geleden verscheen de Homo erectus. Hij was groter dan de Homo habilis en ook zijn schedelinhoud was groter. De Homo erectus was zeer begaafd in het vervaardigen van werktuigen. Hij was de uitvinder van de vuistbijl. Dit was een grote steen die aan alle kanten bekapt was. Het was een werktuig met veel mogelijkheden: bomen vellen, botten breken, dierenhuiden schoon maken, vlees in stukken snijden, ... En, zeker niet onbelangrijk, er konden dieren mee gedood worden. Niet langer was de Homo erectus aangewezen op het vinden van dode dieren. Hij kon nu zelf op jacht.
Op zwerftocht De Homo erectus verliet als eerste soort de Afrikaanse savannes en zwierf uit naar andere streken. Zo zijn er ook sporen van deze mensensoort teruggevonden in Europa en Azië. De oudste sporen van de Homo erectus in Europa gaan terug tot 1,5 miljoen jaar geleden. Omdat hij andere streken opzocht was hij verplicht zich aan te passen aan verschillende levensomstandigheden zoals koude, vochtigheid, het zoeken naar ander voedsel,...
De uitvinding van het vuur Waarom de Homo erectus de Afrikaanse savannes verliet is niet met zekerheid geweten. Men denkt dat het gebruik van het vuur aan de basis ligt van zijn reis. Hij was nu niet langer gebonden aan een zacht klimaat want hij kon zichzelf verwarmen. Het gebruik van het vuur was een heel belangrijke stap in de ontwikkeling van de mens. Met vuur hield je wilde dieren op een
afstand. Je kon er houten pijlpunten mee harden en je voedsel mee koken.
Hoe maakte Homo erectus vuur ? Vuur maken door te slaan De Homo erectus zocht stenen waarin zwavel zat. Pyriet vonden ze soms in kalklagen of in mijnen. Met een scherpe vuursteen schraapten ze over de binnenkant van een dikke, gedroogde tondelzwam. Zo verkregen ze een tondel (=een zeer licht ontvlambare stof). Vervolgens werd van de pyriet stukjes afgeschraapt zodat er zwavel loskwam. Die stukjes zwavel werden op de tondel gelegd. Nu werd de pyriet en de vuursteen heel hard tegen elkaar geslagen zodat piepkleine stukjes gloeiend ijzer uit de steen op de tondel vielen. Met wat geluk ging het goedje gloeien. Droog stro en hard blazen deden de rest.
Vuur maken door te wrijven Een stukje hard hout werd tussen de handen al draaiend op een ander stuk zacht hout gehouden. Door de wrijving werd het zachte hout heet en ontstond gloeiende houtskool. Met de uitvinding van de vuurboor werd deze manier van vuur maken verfijnd. De vuurboor bestond uit een stuk hard hout met daar rond twee riemen onderaan vastgemaakt aan een handvat. Men trok aan het handvat waardoor de stok heel snel begon te draaien. De riemen werden automatisch opgerold en afgewikkeld.
Hoe zag de Homo erectus eruit ? De Homo erectus had een lage en brede schedel, een klein voorhoofd en een beenrand boven de oogholten. Hij was ongeveer 1,8 m groot en woog 70 kg.
Verblijfplaats van de Homo erectus Je hebt al kunnen lezen dat de Homo erectus het Afrikaanse continent verliet en uitzwierf over Europa en Azië. De groene kleuren op de kaart vertellen je waar sporen van deze mens zijn teruggevonden.
Identiteitskaart Naam
Homo erectus
Vindplaats
Afrika, Azië en Europa
Ouderdom
Ongeveer 1,9 miljoen tot 400 000 jaar
Grootte
1,5 tot 1,8 m
Gewicht
70 kg
Herseninhoud
900 tot 1200 cm³
Levenswijze
jager - verzamelaar
Afbeeldingen
Australopithecus – homo erectus - wij
Neanderthaler
De Neanderthaler In 1857 werd in het Duitse plaatsje Neanderthal het skelet teruggevonden van de Homo sapiens. Men noemde hem de Neanderthaler naar de vindplaats van het eerste skelet. Ook in ons land, in de grotten van Spy bij Namen, zijn Neanderthalers teruggevonden. De Neanderthaler was de volgende stap in de evolutie naar de moderne mens. In Europa raakte de Neanderthaler afgesloten van de rest van de wereld. Een enorme ijskap had Centraal Europa bedekt. Hij was de eerste mens die moest overleven in een bar en winters klimaat.
Leven in de ijstijd Wat is een ijstijd ? Vanaf 1,6 miljoen jaar geleden kende de aarde afwisselend warme en koude perioden. Zo'n koude periode noemt men ijstijd. Het land wordt dan volledig bedekt met een ijskap. De laatste ijstijd begon zo'n 120 000 jaar geleden. In Europa waren de Scandinavische landen, Schotland en de Alpen volledig bedekt met ijs. Door de daling van het zeewater was Engeland verbonden met het vasteland. Nederland en België waren één grote steppe waar rendieren, neushoorns, mammoeten, beren en muskusossen leefden.
Wonen in de ijstijd. De Neanderthaler was een nomade. Dit wil zeggen dat hij geen vaste woonplaats had. Hij was steeds op zoek naar voedsel en daarom moest hij zwerven. De woning van de Neanderthaler moest dus gemakkelijk verplaatsbaar zijn. Hij woonde in een tent gemaakt van een geraamte van takken of mammoetbeenderen waarover dierenhuiden gespannen werden. Soms plaatste men de tent voor de ingang van een grot die dan extra bescherming bood tegen de gure wind.
Kleden in de ijstijd. De Neanderthaler had niet meer de dichte lichaamsbeharing die zijn voorgangers hadden. Om zich te beschermen tegen de koude was hij verplicht kleren te dragen. Deze werden gemaakt van dierenhuiden, bont en plantenmateriaal. De huid werd ontdaan van vet. Daarna werd ze gelooid met urine om ze soepel te houden. Tot slot werd ze met pezen of
dierenharen aan elkaar genaaid.
Eten in de ijstijd. Met graafstokken zocht hij naar eetbare wortels, planten en vruchten. Er werd gevist en gejaagd op hert, rendier, bizon of holenbeer. De jacht gebeurde steeds in groep. Men lokte de prooi in een hinderlaag om ze te doden met speren en stenen. In vergelijking met hun voorgangers hadden ze een uitgebreid assortiment van werktuigen: speren met stenen punten, hakbijlen. Sommige werktuigen waren van been.
Hoe zag de Neanderthaler eruit ? De Neanderthaler was iets kleiner dan de huidige mens en had een gedrongen lichaamsbouw. De armen en benen waren twee maal zo dik als deze van de moderne mens. Hieruit leren we dat hij zeer sterk moet geweest zijn. Opvallend is de langgerekte schedel met een inhoud van 1400 à 1500 cm³ en de zware wenkbrauwogen. Het vooraanzicht is plat en de schedel naar achter gericht.
De Neanderthaler begroef zijn doden. In verschillende grotten die als verblijfplaats van de Neanderthaler dienst hebben gedaan zijn overblijfselen van graven teruggevonden. De Neanderthaler is de eerste mens die zijn doden begraaft. Het graf was een kuil in de grond waarin de dode gelegd werd. De overledene werd bestrooid met 'magisch' poeder en werd samen met wat sierraden en werktuigen begraven. Om nog onbekende redenen ontwikkelde de Neanderthaler zich niet verder tot een hogere mensensoort maar hij stierf uit. Wel is bekend dat op datzelfde ogenblik een andere mens, de Homo sapiens sapiens, is aangekomen.
Identiteitskaart Naam
Homo sapiens (Neanderthaler)
Vindplaats
Europa
Ouderdom
Ongeveer 150 000 tot 35 000 jaar v.C.
Grootte
1,5 tot 1,7 m
Gewicht
70 kg
Herseninhoud
1450 cm³
Levenswijze
jager - verzamelaar
Afbeeldingen
Australopithecus
De Neanderthaler had een grotere herseninhoud dan de moderne mens. Dit wil niet zeggen dat hij ook een hogere intelligentie had. Een walvis heeft immers ook een grotere herseninhoud, maar hij is niet intelligenter.
De homo sapiens sapiens
De Homo sapiens sapiens verovert de wereld. Zo'n 100 000 jaar geleden verschijnt in het Nabije Oosten en OostAfrika onze rechtstreekse voorouder : de Homo sapiens sapiens. Vanuit deze twee streken verspreidt hij zich over de hele wereld. De laatste ijstijd was nog volop aan de gang en de continenten waren door de lage waterstand van de zeeën met elkaar verbonden. 35 000 jaar geleden, het ogenblik waarop de Neanderthaler verdween, bereikte de moderne mens Europa.
De Cro-Magnonmens De oudste Europese Homo sapiens sapiens werd gevonden in het Zuid-Franse plaatsje Cro-Magnon. Hij had dezelfde kaken, kin en herseninhoud als de huidige mens. Net zoals zijn voorgangers was de Cro-Magnonmens een jagerverzamelaar. Omdat hij verstandiger werd, werden ook zijn werktuigen veel verfijnder. Zo maakte hij gebruik van harpoenen, slingers, speren, ... Door al deze nieuwe uitvindingen werd het zoeken naar voedsel steeds gemakkelijker. Zo kon hij zich bezighouden met andere dingen zoals 'kunst'.
Grotschilderingen
In Europa zijn veel grotten teruggevonden met prachtige afbeeldingen van dieren. Deze afbeeldingen zijn tussen de 25 000 en 14 000 jaar oud. Men vermoedt dat deze kunst iets met het geloof van de mensen uit die tijd te maken had. Dit leidt men af uit het feit dat de 'kunstgrotten' ver van de woongebieden lagen en dat de schilderingen niet allemaal in dezelfde periode gemaakt zijn (Soms is er een verschil van duizenden jaren tussen de verschillende schilderingen).
Men schilderde met de vingers, het penseel of de blaaspijp. Meestal werden jachttaferelen uitgebeeld. Dank zij deze rotskunst leren we veel over de dieren die toen leefden (bizon, paard, hert, rendier, mammoet, ... ) en over de manier van jagen van deze mensen.
Beeldhouwen De eerste vormen van kunst beperkten zich niet alleen tot schilderkunst. Talrijke beeldjes van steen of been zijn teruggevonden. Meestal zijn het vrouwenfiguurtjes of dieren. Opvallend bij al deze beeldjes is het oog voor détail. De kunstenaars gingen heel precies te werk.
Sprak de Cro-Magnonmens ? Onderzoek van de hersenen heeft aangetoond dat de CroMagnonmens een taal moet gehad hebben. Ook studies van de rotsschilderingen tonen dit aan. Sommige schilderingen zijn echte verhalen die iets proberen te vertellen. Men kan stellen dat het al een vorm van geschreven taal is. Bovendien bewijzen de rotskunst en de gebruiksvoorwerpen de hoge intelligentie van deze mensen. Welke taal ze spraken is tot op de dag van vandaag niet geweten.
Einde van de ijstijd Zo'n 15 000 jaar geleden kwam er een einde aan de laatste ijstijd. De temperatuur werd zachter en vochtiger, het ijs smolt en het zeewater steeg. De steppe verdween en maakte plaats voor bossen. Dieren die heel goed aan het koude klimaat waren aangepast stierven uit (mammoet, neushoorn) en weer andere dieren trokken noordwaarts waar het nog koud was (rendieren). Elanden, everzwijnen, herten, ... kwamen in de plaats. Ook de mens paste zich aan. Hij bleef een jager-verzamelaar maar hij moest op zoek naar nieuwe planten en nieuwe dieren. Rond deze periode worden pijl, boog en speer uitgevonden. De mens kan nu op afstand doden. Dit vergemakkelijkte het jagen in de bossen.
Jager wordt landbouwer. Ongeveer 10 000 jaar geleden verschenen in het Nabije Oosten de
eerste landbouwers. De mensen leerden zelf gewassen te verbouwen en dieren te temmen. Hun leefgewoonten veranderden helemaal. Omdat hij zelf zijn voedsel kon verbouwen was hij niet langer verplicht te zwerven en zo ontstonden de eerste nederzettingen. Deze manier van voedsel vergaren stelde hem in staat om meer mensen te voeden en zo nam de bevolking steeds toe. Vanaf de invoering van de landbouw ging de ontwikkeling van de mens in sneltreinvaart vooruit. De mensen leerden schrijven en met het schrift kwam er een einde aan de prehistorie en begon de geschiedenis (Geschiedenis begint daar waar mensen geschreven bronnen achterlaten).
Identiteitskaart Naam
Homo sapiens sapiens
Vindplaats
Hele wereld
Ouderdom
Ongeveer 100 000 jaar
Grootte
1,6 tot 1,7 m
Gewicht
70 kg
Herseninhoud
1350 cm³
Levenswijze
jager - verzamelaar
Afbeeldingen
neanderthaler
homo sapiens sapiens