Visio Onderwijs Schoolgids
Schoolgids Breda / 2015-2016
1
Deel 1 / Algemeen
5
Voorwoord 5 Ontwikkelen van vaardigheden en mogelijkheden 5 Werken aan perspectief 5 Kwaliteit van onderwijs 6 Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen 6 Perspectief voor iedereen 6 Het onderwijs van Koninklijke Visio 6 Het onderwijsaanbod 7 Speciaal onderwijs 7 Voortgezet speciaal onderwijs 7 Speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking 7 Voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking 7 Leerlingenaantallen 9 Visie op onderwijs - waar Visio Onderwijs voor staat 11 Pedagogisch klimaat en veiligheid 11 12 Zorg in Onderwijs Aanmeldingsprocedure en toelatingscriteria 12 Passend Onderwijs 12 Kwaliteitszorg 13
2
Deel 2 / Speciaal onderwijs
15
Onze school 15 Directeur en locatieleider, adjunct-directeur 15 Locatie en gebouw 15 Aantal leerlingen per 1 januari 2015 15 Visio Onderwijs Breda in het kort 15 Speciaal onderwijs 15 Leerlijnen 16 Leerroute MB 17 17 Leerlingenzorg Leerstof aanbod 17 Leerlingvolgsysteem 18 Groepsplannen 18 Handelingskalender 18 Individuele begeleiding, behandeling en verzorging 18 Verantwoording onderwijstijd en lessentabel 18 Vakanties schooljaar 2015-2016 18 19 Voortgezet speciaal onderwijs Ontwikkelingsperspectief 19 Uitstroomprofiel vervolgonderwijs 19 Uitstroomperspectief dagbesteding 19 Doelen van stage 21 Werkervaringstraject (stage) uitstroomprofiel dagbesteding 21 Leerlingenzorg 21 Verantwoording van de onderwijsopbrengsten21 Leerstofaanbod 21 Groepssamenstelling 22 Individuele begeleiding, behandeling en verzorging 22 Loopbaanonderzoek (assessment). 22 23 Leerlingvolgsysteem Expertise 23 Zintuigen 24 Zien: 24 24 Tast: 24 Tactiele training 24 Braille Fysieke aanpassing 24 Schoolgebouw en omgeving: 24 Oriëntatie & mobiliteit (O&M): 25 ICT: 25 Methoden 25 Leren leren: 25 Totale Communicatie: 25 Liedjeskist: 26 Beleven in Muziek (BIM): 26 Stoornissen 26 Cerebral Visual Impairment (CVI): 26 Autismespectrumstoornis (ASS): 26 Sensorische Informatieverwerking (SI): 27 Neuronale Ceroid Lipofuscinoces (NCL): 27 Gedrag 27
Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) 27 Onderwijsopbrengsten 27 In- en Uitstroom en bestendiging 27 In- en uitstroom 27 Bestendiging 28 Ambulante onderwijskundige begeleiding28 Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk 28 Gewoon naar school, mét begeleiding 29 29 Begeleiding op maat Samen aan de slag 29 Taken van de ambulant onderwijskundig begeleider 29 Bekostiging 29 Onderwijskundige ontwikkelingen 30 Inleiding 30 Leerlingenraad 31 Samenwerking met andere partners 32 Samenwerking met andere scholen en ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio 32 Samenwerking met andere domeinen van Visio, direct leerlinggebonden 33 Samenwerking Kind & Jeugd 33 Commissie van Onderzoek (CVO) 33 Commissie Leerlingenzorg (CLz) 33 Verzorging door zorgassistenten in dienst van het Kindercentrum 34 Samenwerking met Visio Cliëntservicebureau (CSB) 34 Samenwerking met Visio Wonen & Dagbesteding 34 Samenwerking met Visio Revalidatie & Advies 34 Samenwerking met de afdeling Kennis, Expertise en Innovatie (KEI) en de Visio Academie 34 Samenwerking met Visio International 34 34 Schoolarts GGD Therapeuten, werkzaam in dienst van school en vanuit een eigen praktijk 34 Samenwerking binnen het onderwijsveld, met Bartiméus 35 Samenwerking binnen het onderwijsveld, met andere clusters in het speciaal onderwijs 35 Samenwerking binnen het onderwijsveld, met reguliere vormen van onderwijs en samenwerkingsverbanden 35 Samenwerking met stageverlenende bedrijven of instellingen 35 Samenwerking met overige partijen 35 Overige zaken 35 Veiligheid 35 Melden van (bijna)-incidenten 35
3
Pesten, kindermishandeling en seksueel
misbruik 36 Bhv (bedrijfshulpverlening) 36 Bedrijfshulpverleningsplan 36 EHBO 36 Risico-inventarisatie 36 Voorbehouden en risicovolle handelingen 36 Gedragsregels 36 Schorsen en verwijderen 37 37 Klachtenregeling Klacht indienen 38 Bespreking en behandeling van de klacht in onderling overleg 38 Behandeling door de Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen 38 Meer informatie en contact 38 Bijlage: Toelatingscriteria 38 Leerlingen met een meervoudige beperking 40 Ernstige meervoudige beperkingen 40 Informatieverstrekking door de school aan gescheiden ouders 40 Jaarverslag 40 Sponsoring 40 Verzekering 40 Vrijstelling onderwijsactiviteiten 40 Praktische zaken van A tot Z 41 41 Activiteiten Financiële regelingen 41 Foto’s, video 41 Gym- en zwemkleding 41 Lesuitval 41 Lunchpakket, fruit en tussendoortjes 41 Overblijven 41 Schoolbenodigdheden 41 Telefonisch contact 41 Traktaties 41 Vakanties 42 Verlof 42 Vervoer van en naar school 42 Verzekeringen 42 Ziekmeldingen en schoolverzuim 42 Ziekte 43
Deel 3 / Bijlagen
44
Raad van Toezicht, Raad van Bestuur, medezeggenschap, klachtenregeling en informatieverstrekking 44 Wat is de medezeggenschapsraad (MR) en wie zitten er in? 44 Wat doet de MR? 44 Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) 44 Lid worden van de MR of de GMR? 44 Klachtenregeling 45 Klacht indienen 45 Behandeling door de Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen 45 Meer informatie en contact 45 Jaarverslag 45 Ongevallenverzekering 46 Schorsen en verwijdering 46 Vrijstelling onderwijsactiviteiten 46 Informatieverstrekking door de school aan gescheiden ouders 46 Belangrijke adressen Koninklijke Visio 47 Visio ambulante onderwijskundige begeleiding47 Cliëntservicebureau Koninklijke Visio 47 Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen47 Raad van Bestuur Koninklijke Visio 47 Afkortingen en begrippen 47 Bijlage: Toelatingscriteria 48 Schema ten behoeve van de indicatie 49 Leerlingen met een meervoudige beperking 49 Nuttige adressen 50
Deel 1 / Algemeen
Deel 1 / Algemeen Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van Visio Onderwijs. Visio Onderwijs maakt deel uit van Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen. Leerlingen met een visuele beperking, al dan niet in combinatie met een andere beperking, kunnen bij ons terecht tijdens hun volledige onderwijsloopbaan. Wij bieden primair onderwijs en voortgezet onderwijs aan op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, evenals ambulante onderwijskundige begeleiding voor kinderen die onderwijs volgen op reguliere of speciale scholen uit een van de andere clusters. Ook bieden we ambulante ondersteuning in het vervolgonderwijs (mbo, hbo en universiteit). Deze schoolgids geeft uitgebreide informatie over onze scholen voor kinderen en jongeren met een visuele en/of meervoudige beperking. De schoolgids biedt praktische informatie en maakt duidelijk wat Visio Onderwijs de leerling en zijn ouders/verzorgers te bieden heeft.
Ontwikkelen van vaardigheden en mogelijkheden Het onderwijs op de Visio-scholen sluit nadrukkelijk aan bij het onderwijs op reguliere scholen. Op aangepaste wijze hanteren wij dezelfde kerndoelen als in het regulier basisonderwijs gelden. Voor leerlingen vanaf twaalf jaar is er de mogelijkheid om praktijkonderwijs, vmbo of havo te volgen. Daarbij richten we ons op een positief resultaat op het reguliere eindexamen. Leerlingen met een (ernstige) meervoudige beperking kunnen deelnemen aan praktisch onderwijs, gericht op het ontwikkelen van (arbeidsmatige) vaardigheden. We stimuleren kinderen en jongeren om hun talenten en mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten. Dat doen we in de gebruikelijke schoolse vakken, maar we scholen de leerlingen ook in sociale en praktische vaardigheden. De leerlingen werken zowel zelfstandig als samen met andere leerlingen aan hun sociaal-emotionele, motorische en zintuiglijke ontwikkeling.
5
We vinden het van groot belang de leerlingen te stimuleren tot maximale zelfstandigheid en zelfontplooiing. Dit wordt onder andere zichtbaar bij het werken met passende dag- en weektaken. Onderwijs aan onze leerlingen is maatwerk, dat groepsgericht wordt ingevuld. Het onderwijs bieden we in kleine groepen aan, waarbij ruimte is voor het tempo en ontwikkelingsniveau van iedere leerling. We vinden het belangrijk dat kinderen en jongeren met plezier naar school gaan. Dit is een voorwaarde voor elke leerling om zich goed te ontwikkelen en goed te kunnen leren. We hechten daarom veel belang aan een goede relatie met de leerlingen en met u als ouder. Waar mogelijk werken we graag met u samen. We nodigen u en uw kind dan ook van harte uit om uw verwachtingen met ons te delen en vorm te geven.
Werken aan perspectief Visio Onderwijs heeft de ambitie en de taak systematisch en doelgericht te werken aan het maximaliseren van prestaties van de leerlingen. We stellen hoge, realistische doelen voor onze leerlingen en onze scholen. Leerlingen uitdagen en planmatig handelen doen we op basis van een analyse van de prestaties van de leerling. Het zogenaamde ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) is richtinggevend voor het onderwijs dat we uw kind aanbieden. Hierin geven we aan op welk niveau de leerling werkt en wat het verwachte uitstroomperspectief is. Dit plan komt in samenspraak met de leerling en u als ouder/verzorger tot stand. Op vaste momenten in het jaar meten wij de ontwikkeling van uw kind, zodat u zijn voortgang en ontwikkeling kunt volgen. Zo bent u ervan verzekerd dat we uw kind optimaal stimuleren om binnen de eigen mogelijkheden, maximaal te presteren. Hierover leggen we niet alleen verantwoording af aan u en uw kind, maar ook aan de samenleving. Dit laatste doen we door alle vereiste gegevens op het gebied van instroom, doorstroom en uitstroom aan de Inspectie van het Onderwijs aan te leveren.
Kwaliteit van onderwijs Onze onderwijskwaliteit meten wij regelmatig. Dit doen we door het afnemen van gevalideerde tests, het regelmatig uitvoeren van tevredenheidsonderzoeken en het afleggen van verantwoording aan de Inspectie van het Onderwijs. Met het afgeven van een basisarrangement voor iedere Visio-school heeft de inspectie geoordeeld dat wij voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen. Toch willen wij ons graag blijven verbeteren. Wij nodigen u en uw kind dan ook van harte uit om tips, opmerkingen en kritische noten met ons te delen. Daarmee stelt u ons in staat om voor alle leerlingen binnen Visio Onderwijs, het beste onderwijs te realiseren en daarmee optimale kansen te creëren voor een goede en passende toekomst. En dat doen we graag! We wensen u en uw kind een goed schooljaar 2015-2016 toe. Mede namens de Raad van Bestuur, Algemene directie Onderwijs, Koninklijke Visio Marcel Janssen en Marjan van den Haak
Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen
en de cliënt centraal. Samen zoeken we naar de beste oplossing. Voor meer informatie over onze dienstverlening verwijzen wij u naar onze website: www.visio.org.
Het onderwijs van Koninklijke Visio Visio Onderwijs kent drie onderwijsinstellingen (drie brin-nummers). Deze onderwijsinstellingen verzorgen speciaal onderwijs, voorgezet speciaal onderwijs en ambulante onderwijskundige begeleiding aan leerlingen met een visuele beperking en aan leerlingen die naast een visuele beperking, ook een verstandelijke of andere beperking hebben. In de wet wordt dit onderwijs ‘cluster 1’ genoemd. De wet en het ministerie hanteren voor de leerlingen van cluster 1 de terminologie ‘visueel gehandicapt’ en ‘meervoudig gehandicapt’. Binnen Visio kiezen we in plaats daarvan voor mensen/leerlingen met een visuele beperking en mensen/leerlingen met een meervoudige beperking. In deze schoolgids spreken we daarom over visueel beperkt en meervoudig beperkt. Op enkele plekken wordt meervoudig beperkt in deze schoolgids afgekort als mb.
Perspectief voor iedereen In Nederland krijgen jaarlijks duizenden mensen te maken met blijvende slechtziendheid of blindheid. Wanneer iemand slecht ziet of helemaal blind wordt, heeft dat ingrijpende gevolgen voor wonen, werken, ontspanning, onderwijs, opvoeding en mobiliteit. Op al deze terreinen biedt Koninklijke Visio ondersteuning. Onze diensten zijn er voor kinderen en volwassenen die slechtziend of blind zijn. Ook mensen die naast een visuele beperking een andere beperking hebben, kunnen bij ons terecht. Met vakmanschap en bezieling begeleiden wij onze cliënten en leerlingen bij een zo zelfstandig mogelijk leven. Mensen die persoonlijk of professioneel betrokken zijn bij iemand met een visuele beperking, kunnen bij Visio terecht voor advies, ondersteuning en deskundigheidsbevordering. In onze dienstverlening staat de vraag van de leerling
6
Onderwijslocaties
Deel 1 / Algemeen
Ruim tweeduizend kinderen ontvangen onderwijs of onderwijskundige begeleiding van Visio. Bijna 75 procent van de kinderen met een visuele beperking neemt deel aan thuisnabij onderwijs, mede dankzij de ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio. Dit kan op een reguliere school zijn of op een speciale school buiten Visio. Daarnaast heeft Visio eigen onderwijslocaties voor (voortgezet) speciaal onderwijs aan leerlingen met visuele beperkingen of meervoudige beperkingen in Amsterdam, Breda, Grave, Haren, Huizen en Rotterdam. Instellingsplan Voor alle scholen van Visio Onderwijs bestaat een gezamenlijk plan voor de periode tot medio 2019: het instellingsplan. Daarin staan de visie en de missie van het onderwijs verwoord. Bovendien geeft het de accenten aan voor de komende jaren. De schoolgidsen en jaarplannen zijn afgeleid van het instellingsplan. Het plan is te verkrijgen op de onderwijslocaties, of te downloaden via www.visio.org/onderwijs. In dit schooljaar 2015-2016 wordt een nieuw strategisch meerjarenbeleidsplan voor Visio Onderwijs ontwikkeld. Onze missie blijft ‘meedoen mogelijk maken’. Door diverse ontwikkelingen binnen de scholen en de ambulante onderwijskundige begeleiding(aob) merken we de laatste jaren op de speciale scholen een krimp van de leerlingaantallen. Dat vraagt om creatieve oplossingen voor het behoud van een volledig onderwijsaanbod. Met nieuwe vormen van ondersteuning en meer maatwerk op reguliere en speciale scholen, willen we bereiken dat meer leerlingen met visuele beperkingen dicht bij huis onderwijs kunnen volgen. In het nieuwe instellingsplan gaan we nader in op deze ontwikkelingen.
Het onderwijsaanbod Visio Onderwijs heeft in zes gemeenten onderwijslocaties van waaruit we onderwijs aanbieden. Op de onderwijslocaties is het volgende onderwijsaanbod beschikbaar:
7
so vso so-mb vso-mb ----------------------------------------------------------------Amsterdam X X Breda X X Grave X X X X Haren X X X Huizen X X X X Rotterdam X X X X ----------------------------------------------------------------so = speciaal onderwijs vso = voortgezet speciaal onderwijs so-mb = speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking vso-mb = voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking
Speciaal onderwijs Het onderwijsaanbod is gericht op het behalen van de kerndoelen primair onderwijs, waarbij de wijze van aanbieden is aangepast voor leerlingen met een visuele beperking.
Voortgezet speciaal onderwijs Het onderwijsaanbod is gericht op het behalen van de eindtermen voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo, havo), waarbij de wijze van aanbieden is aangepast voor leerlingen met een visuele beperking. Het voortgezet speciaal onderwijs bereidt leerlingen voor op doorstroom naar het vervolgonderwijs (uitstroomprofiel vervolgonderwijs) of op het gaan uitoefenen van een (beschermde) functie op de arbeidsmarkt (arbeidsmarktgericht uitstroomprofiel).
Speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking Het onderwijsaanbod is gericht op het behalen van de kerndoelen so-mb, waarbij de wijze van aanbieden is aangepast voor leerlingen met een visuele beperking. Er zijn vijf leerroutes. Deze zijn ingericht naar ontwikkelingsleeftijd.
Voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking Het vso-mb bestaat uit vijf leerroutes – ingericht naar ontwikkelingsleeftijd – waaraan uitstroomprofielen zijn verbonden. Het onderwijsaanbod richt zich op een goede voorbereiding op wonen, werken, samenleven en invulling geven aan de vrije tijd. Afhankelijk van de leerroute vindt uitstroom plaats naar belevingsgerichte, activerende of
arbeidsmatige dagbesteding of naar een beschermde arbeidsplaats.
8
Deel 1 / Algemeen
Leerlingenaantallen Visio geeft onderwijs aan circa 500 leerlingen en ambulante onderwijskundige begeleiding aan ongeveer 1.550 leerlingen. Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt op een van onze onderwijslocaties daalt sinds enkele jaren licht. De daling wordt vooral ingegeven door demografische ontwikkelingen. Tevens heeft ons streven naar integratie van leerlingen in het regulier onderwijs tot gevolg dat minder leerlingen speciaal onderwijs volgen bij Visio. Om u een indruk te geven van de grootte van de onderwijslocaties en de ontwikkeling in leerlingenaantallen ziet u hieronder een overzicht van de aantallen per locatie, over de afgelopen zes jaar.
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Amsterdam Breda Grave Haren Huizen Rotterdam
78 71 134 74 89 106
80 75 130 71 87 110
80 72 128 66 82 115
76 66 129 61 80 120
81 64 127 60 70 125
73 64 118 58 63 123
Totaal
552
553
543
532
527
499
Visio onderwijs streeft naar onderwijs dicht bij huis. Dit betekent dat we integratie in het reguliere onderwijs proberen te bevorderen. Dit doen we door het bieden van ambulante onderwijskundige begeleiding (aob) in alle onderwijsvormen in Nederland. Op deze manier maakt circa 75 procent van onze leerlingen gebruik van thuisnabij onderwijs met ambulante onderwijskundige begeleiding. Ambulante onderwijskundige begeleiding wordt geboden aan leerlingen en hun leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, overig (voortgezet) speciaal onderwijs en aan hogescholen en universiteiten. Het resultaat van ons streven naar maximale integratie is een groeiend leerlingenaantal in de aob. De verwachting is dat in de komende jaren het aantal aob-leerlingen zich zal stabiliseren. Hieronder ziet u een overzicht van de ontwikkeling van de leerlingenaantallen in de aob van Visio. De aob wordt vanuit de regio’s Noord-, Midden- en Zuid-Nederland aangeboden. Ambulante onderwijskundige begeleiding 2009 2010 2011 2012 2013 2014 ---------------------------------------------------------------------------------------------------Regio Zuid 834 883 898 900 929 926 Regio Midden 375 372 388 390 391 428 Regio Noord 173 176 186 213 234 270 ---------------------------------------------------------------------------------------------------1.382 1.431 1.472 1.503 1.554 1.624
9
Deel 1 / Algemeen
Visie op onderwijs - waar Visio Onderwijs voor staat ‘Perspectief voor elk kind’ ‘Perspectief voor elk kind’ is een belangrijk uitgangspunt van ons onderwijs. We willen als onderwijsinstelling ieder kind, ongeacht de individuele beperkingen, een perspectief voor de toekomst bieden. Elk kind is anders en heeft een eigen ontwikkeling. Die ontwikkeling en de ondersteuningsvragen van de leerling staan centraal en geven richting aan het onderwijs. Uiteraard binnen de wettelijke kaders. Daarbij vindt er een dialoog plaats tussen de leerling, de ouders/verzorgers en de onderwijsmedewerkers. Binnen ons onderwijs is niet alleen aandacht voor kennisontwikkeling, maar ook voor zintuiglijke, sociaal-emotionele en lichamelijke ontwikkeling. Hiermee ondersteunen en begeleiden we kinderen in hun groei naar zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Elke leerling moet de beste mogelijkheden krijgen om tot ontwikkeling te komen en binnen zijn mogelijkheden kunnen participeren in de samenleving. We bevorderen het verantwoordelijkheidsgevoel van onze leerlingen. Ze doen op school, behalve kennis, ook vaardigheden op waarmee ze een sociaal netwerk kunnen opbouwen, kunnen samenwerken en voorbereid zijn op de thema’s wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. ‘Leren leren’ ‘Leren leren’ is een belangrijk concept in ons onderwijsprogramma. Het heeft drie pijlers: Leerling-initiatief: leerlingen nemen regie over hun eigen leerproces (passend bij hun ontwikkelingsniveau). Leerkracht is coach: de leerkracht bewaakt het leerproces en coacht de leerling in zijn ontwikkeling. Rijke leeromgeving: de leeromgeving en leerstof zijn rijk; ze activeren en prikkelen. Kenmerkend zijn de grote inbreng en de betrokkenheid van leerlingen. We sluiten zo goed mogelijk aan bij hun kennis- en belevingswereld. We begeleiden ze naar het zo zelfstandig mogelijk kunnen opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden en naar het zelf kunnen oplossen van problemen. Dit niet alleen tijdens hun schoolloopbaan, maar in alle leer- en leefsituaties. Bij het ‘leren leren’ zijn de vragen en keuzes van uw kind (of van u als
11
ouder/verzorger) meer dan voorheen bepalend voor de planning en uitvoering van het onderwijs. Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet We vinden het belangrijk dat een kind naar díe onderwijssetting gaat, waarbinnen het de beste kansen en mogelijkheden heeft om tot ontplooiing te komen. Voor het ene kind is dit het reguliere onderwijs, dichtbij huis, in combinatie met ambulante onderwijskundige begeleiding. Voor een ander kind is dit (tijdelijk) het speciaal of voortgezet speciaal onderwijs van Visio. Binnen onze scholen is het onderwijs ‘gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’. De meeste methoden die we gebruiken binnen het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs sluiten aan bij het reguliere basis- en voortgezet onderwijs. Hierdoor is het voor leerlingen gemakkelijker om eventueel de overstap naar het reguliere onderwijs te maken.
Pedagogisch klimaat en veiligheid Visio Onderwijs vindt het belangrijk een klimaat te creëren waarin leerlingen zich veilig, gerespecteerd en gewaardeerd voelen. We nemen leerlingen serieus en vinden het belangrijk dat ze zich gesteund voelen door hun medeleerlingen en leerkrachten. De gewenste sfeer is het uitgangspunt voor de manier waarop we met elkaar omgaan: hoe leerkrachten met leerlingen omgaan, leerlingen met elkaar en leerkrachten onderling. Wanneer we signaleren dat een leerling of leerkracht het klimaat negatief beïnvloedt, spreken we hem daarop aan. De scholen beschikken over een veiligheidsplan. Een van de onderdelen daarvan is het pestprotocol. Hierin staat aangegeven hoe we pesten tegengaan en aanpakken. We willen onze leerlingen met een visuele beperking daarnaast ook een fysiek veilige omgeving bieden waarin ze veilig kunnen bewegen en waarop ze ‘blindelings’ kunnen vertrouwen. Dit betekent dat we onder andere van onze leerlingen en leerkrachten verwachten dat ze lesmaterialen gestructureerd opbergen en hun eigen spullen opruimen. De gebouwen zijn voorzien van (tactiele) verwijzers en markeringen, zodat leerlingen de weg goed kunnen vinden. De scholen beschikken over een leerlingenraad, een spreekbuis voor en door
leerlingen, die in gesprek gaat met de locatieleiding over wat de leerlingen bezighoudt op school. Hierdoor kunnen we signalen snel oppakken.
Zorg in Onderwijs Veel leerlingen hebben niet alleen behoefte aan het volgen van kwalitatief goed onderwijs, maar ook aan zorg. Voor een gewone school is lesgeven en zorg bieden aan uw kind soms moeilijk te combineren. Door het brede dienstenpakket van Visio (naast Onderwijs ook Revalidatie & Advies en Wonen & Dagbesteding) hebben we de mogelijkheid om op onze Visio-scholen zowel onderwijs als zorg te bieden. Binnen Visio streven we naar een optimale samenwerking tussen Onderwijs en Zorg. ‘Eén kind, één plan’ is ons uitgangspunt. Hierbij nemen we de wettelijke kaders vanuit onderwijs in acht, zodat we onderwijstijd voor ieder kind effectief kunnen inzetten. Medisch handelen Visio wil zo goed mogelijk aansluiten bij de zorgbehoefte van leerlingen. Uiteraard zijn we hierin zo zorgvuldig mogelijk. Vanuit de overheid zijn er regels opgesteld waar scholen zich aan moeten houden bij het uitvoeren van medische handelingen. Met medische handelingen bedoelen we handelingen die op voorschrift van een arts uitgevoerd moeten worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het toedienen van medicijnen, het toedienen van (oog)druppels, het aanbrengen van huidzalf of het geven van sondevoeding. De afspraken rondom medische handelingen zijn als volgt: Als op voorschrift van een arts bij een leerling één of meerdere medische handelingen onder schooltijd verricht moeten worden, is het nodig dat de school beschikt over een uitvoeringsverzoek van de ouders. Daarnaast moet het een expliciet onderdeel zijn van het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling, dat door de ouders is ondertekend. Beide documenten dienen in het leerling-dossier aanwezig te zijn. Wanneer deze niet aanwezig zijn, zal de school de ouders hier om vragen. Ook wanneer de leerling de handeling zelf kan uitvoeren, moeten deze documenten opgenomen zijn in het leerlingdossier. Visio is ervoor verantwoordelijk dat bekwaam en bevoegd personeel de medische handelingen uitvoert. Dit gebeurt
12
volgens de algemene aanwijzingen die zijn opgenomen in protocollen. Bij het uitvoeren van de handelingen wordt ook rekening gehouden met de individuele behoeften van de leerling zoals vermeld in het individueel ondersteuningsplan. Het uitvoeren van een medische handeling zonder uitvoeringsverzoek van de ouders is niet toegestaan. Om die reden worden in de scholen van Visio geen paracetamol, geen andere zelfzorggeneesmiddelen en geen homeopathische middelen toegediend zonder uitvoeringsverzoek en ingevuld ondersteuningsplan.
Aanmeldingsprocedure en toelatingscriteria Wanneer u een kind met een visuele beperking wilt aanmelden voor (ondersteuning in) onderwijs, kunt u bellen met het Cliëntservicebureau van Visio (088 585 85 85). Een medewerker brengt uw vragen in kaart en geeft informatie over het aanmeldproces en de onderzoeken die er deel van uitmaken. De Commissie van Onderzoek, die bestaat uit een schoolleider, gedragswetenschapper, oogarts en maatschappelijk werker, beoordeelt de aanmelding. Met inbreng van de expertise van de verschillende leden, komt de commissie tot een besluit over de toelating tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio. Het kan zijn dat het kind regulier onderwijs kan volgen met ondersteuning van een ambulant onderwijskundig begeleider. Het is ook mogelijk dat het kind een dusdanige beperking ondervindt van zijn visus, dat we onderwijs het beste op een van de onderwijslocaties van Visio kunnen bieden. De Commissie van Onderzoek hanteert bij haar besluit de toelatingscriteria van cluster 1 tevens de hulpvraag van het kind en de vragen en behoeften van u als ouder. De commissie neemt binnen zes weken na aanmelding en ontvangst van het onderwijskundig rapport van de huidige school en de actuele oogheelkundige gegevens een besluit over toelating.
Passend Onderwijs Binnen het primair en voortgezet onderwijs (po en vo) zijn regionale
Deel 1 / Algemeen
samenwerkingsverbanden gevormd waarin ook de speciale scholen voor leerlingen met lichamelijke beperkingen, verstandelijke beperkingen en gedragsproblematiek zijn opgenomen. De scholen voor leerlingen met visuele beperkingen (cluster 1) en de scholen voor leerlingen met auditieve beperkingen (cluster 2) maken hier geen onderdeel van uit, maar zijn zelfstandig. Dit heeft te maken met de relatief kleine omvang van deze doelgroepen en dus ook de beperkte omvang van deze clusters, in combinatie met de specifieke expertise die nodig is. Visio Onderwijs werkt samen met de samenwerkingsverbanden in het po en vo. We vinden het immers belangrijk dat een visuele beperking bij een kind tijdig wordt gesignaleerd en dat snelle aanmelding bij Visio Onderwijs plaatsvindt, zodat we een kind snel kunnen ondersteunen bij zijn schoolloopbaan. Voldoet het kind aan de toelatingscriteria, dan zullen we bekijken welke ondersteuning en expertise nodig zijn om het onderwijs voor de leerling zo toegankelijk mogelijk te maken. Binnen de samenwerkingsverbanden zoeken we naar nieuwe hybride vormen van onderwijs en onderwijsondersteuning. Zo loopt in NoordNederland een pilot ‘Vso in de eigen regio’ die het voor kinderen die voorheen aangewezen waren op het speciaal onderwijs mogelijk maakt om dicht bij huis naar het voortgezet onderwijs te gaan.
Kwaliteitszorg Visio Onderwijs werkt systematisch en doelgericht aan het maximaliseren van de prestaties van de leerlingen. We stellen hoge, realistische doelen voor onze leerlingen en onze scholen. Uitdagen en planmatig handelen doen we op basis van een analyse van de prestaties van de leerling. Om dit optimaliseren geven we uitvoering aan de projecten ‘bouwen aan een adaptieve school’ en ‘opbrengstgericht werken’. Bouwen aan een adaptieve school (BAS) Op alle onderwijslocaties van Visio krijgt adaptief onderwijs vorm volgens de systematiek van BAS (bouwen aan een adaptieve school). In teambijeenkomsten werkt het team gedurende een aantal schooljaren, met begeleiding van het Seminarium voor Orthopedagogiek, aan zeven ontwikkelingslijnen. Deze ontwikkelingslijnen,
13
die gaandeweg steeds verder invulling krijgen, zijn: Structuur: inrichting en aankleding van de klas en voorspelbaar handelen als leerkracht, weekplanning et cetera. Interactie: met de individuele leerlingen, met een groep leerlingen, met ouders/verzorgers (doorgaande lijn bij onder andere de ontwikkeling van een positief zelfbeeld en bij het werken met een portfolio). Zelfstandige leerhouding: leerlingen leren omgaan met regels, afspraken, tijdsbewustzijn en planning; begeleiden leerlingen in het zelfstandig leren, wat hen weer voorbereidt op het zelfgestuurd leren. Instructie: inhoud en organisatie van het instructieproces, effectief benutten instructietijd, omgaan met verschillen tussen leerlingen, diverse instructiemodellen kunnen hanteren. Samenwerkend leren: faciliteren dat leerlingen van elkaar leren in verschillende situaties zoals zelfontdekkend leren in homogene of heterogene groepen, in tandems, in tafelgroepen of klasdoorbrekend. Planningssysteem: afstemmen leerlingenzorg op de groei en ontwikkeling van de leerling. Teamleren: komen tot een lerende organisatie om als team kennis en ervaring met elkaar te delen en daarvan te delen. BAS richt zich op een optimale afstemming van het onderwijs op de leerling, op borging van kwaliteitsdocumenten en op een effectieve en efficiënte inrichting van het onderwijs. Opbrengstgericht werken In lijn met de ‘Wet kwaliteit (V)SO’ geeft Visio Onderwijs invulling aan ‘opbrengstgericht werken’. Cluster 1 (onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking) heeft hiervoor een ontwikkeltraject ingericht waaraan alle onderwijslocaties en de ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio Onderwijs deelnemen. Voor een deel gaat het in dit traject om het formuleren van clusterstandaarden voor opbrengsten van vakken zoals rekenen/wiskunde, taal/Nederlands/Engels en sociaal-emotionele ontwikkeling/zelfredzaamheid. Maar het gaat ook om nieuwe waarden en om de overtuiging dat opbrengstgericht werken een bijdrage
levert aan het beste onderwijs en aan de beste begeleiding van leerlingen met een visuele beperking.
Meer planmatig en doelgericht handelen op basis van analyse van prestaties staat binnen opbrengstgericht werken centraal. Het gaat om het systematisch analyseren op leerling-, groeps-, locatie-, instellings- en clusterniveau. Het planmatig werken krijgt in de dagelijkse praktijk vorm en is gericht op het verhogen van opbrengsten vanuit het groepsplan, de leerlijnen en de zorgstructuur. In het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling staat beschreven wat het verwachte uitstroomniveau van de leerling is. Dit is het doel waar we naartoe werken. Jaarlijks evalueren we dit plan met de ouders/verzorgers (en de leerling) en bekijken we welke aanpassingen in het onderwijs of de begeleiding nodig zijn om dit doel te kunnen behalen. De insteek van opbrengstgericht werken is dat het onze leerlingen daadwerkelijk oplevert. Door hoge doelen te stellen, willen we leerlingen beter voorbereiden op de
14
maatschappij, het vervolgonderwijs, arbeid of dagbesteding. Dit sluit naadloos aan op ons streven om ‘meedoen mogelijk te maken’. Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en dus ook op de kwaliteit binnen Visio Onderwijs. Zij controleert of alle leerlingen onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit of scholen voldoen aan de wet- en regelgeving en of hun financiën op orde zijn. Daarnaast rapporteert de Inspectie over ontwikkelingen in het onderwijs, met als doel het onderwijs als geheel te verbeteren. De Inspectie hanteert voor Visio Onderwijs het toezichtskader voor het (voortgezet) speciaal onderwijs, waarin het waarderingskader voor het speciaal onderwijs en het waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs zijn opgenomen. Jaarlijks maakt de Inspectie een risicoanalyse van een onderwijslocatie en bespreekt deze met de Raad van Bestuur van Visio. Mochten er geen risico’s zijn, dan zal de Inspectie het basisarrangement continueren. Als de Inspectie gedurende vier jaar een onderwijslocatie niet bezocht heeft vanwege een themaonderzoek of het onderzoek voor het onderwijsverslag, dan brengt de Inspectie een vierjaarlijks bezoek aan de onderwijslocatie. In dat bezoek gaat de Inspectie in op het opbrengstgericht werken binnen de onderwijslocatie.
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Deel 2 / Speciaal onderwijs Onze school Visio Onderwijs Breda Correspondentieadres: Postbus 4621, 4803 EP BREDA Bezoekadres: Galderseweg 65, 4836 AC BREDA T 088 585 82 00
[email protected] www.visio.org
Directeur en locatieleider, adjunctdirecteur Directeur: Marcel Janssen Locatieleider Breda, adjunct-directeur onderwijs: Rachel Kemperman
Locatie en gebouw Onze school ligt aan de rand van het uitgestrekte Mastbos, op één van de mooiste locaties van Breda. De school ligt direct naast Visio De Blauwe Kamer, Wonen & Dagbesteding. We hebben een uitnodigend gebouw dat is afgestemd op de mogelijkheden van onze leerlingen met een visuele beperking. Aanpassingen zijn er door het gebruik van heldere kleuren, duidelijke contrasten, goede verlichting, oriëntatiepunten, knokkelplanken, reliëfstroken in wanden en vloeren, en verwijzers. Ook maken we gebruik van akoestische aanpassingen. De lokalen zijn ruim en licht en de gangen breed en veilig. Ook de gymzaal, het zwembad en de therapieruimten zijn voorzien van aanpassingen en specifieke apparatuur. Er zijn vaklokalen, praktijklokalen, een sensorische activeringsruimte, een donkere kamer voor visuele stimulatie (DOKA) en een lichte kamer voor visuele training (LIKA). Uiteraard bent u altijd van harte welkom om een bezoek aan onze school te brengen. U kunt via bovenstaand telefoon nummer of via ons algemene mailadres:
[email protected] een afspraak maken voor een persoonlijke rondleiding.
Aantal leerlingen per 1 januari 2015 Visio Onderwijs Breda telde op 1 januari 2015 in totaal 63 leerlingen.
15
Visio Onderwijs Breda in het kort Visio Onderwijs Breda is onder te verdelen in twee afdelingen. De afdeling met leerlingen tot twaalf jaar wordt SO (Speciaal Onderwijs) genoemd. De afdeling voor leerlingen tot twintig jaar wordt VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs) genoemd. Onze leerlingen hebben allemaal een meervoudige beperking. Dit wil zeggen dat ze naast visueel beperkt ook verstandelijk beperkt zijn. Een groot deel van de leerlingen heeft daarbij nog een motorische en/of andere beperking. De beperkingen van de leerlingen vragen om aanpassingen van ons onderwijs. De medewerkers staan dagelijks voor de taak de ziende wereld voor onze leerlingen begrijpelijker te maken. Daarbij houden we rekening met de mogelijkheden en beperkingen van iedere leerling. Sinds een aantal jaar werken wij opbrengstgericht. Dat houdt in dat we systematisch en doelgericht werken aan het maximaliseren van de prestaties van onze leerlingen. En dat we zo goed mogelijk kunnen bewijzen dat we uit de leerlingen halen wat erin in. We stellen zo hoog mogelijke, realistische doelen voor al onze leerlingen. We willen niet volgen maar uitdagen. We handelen doelgericht en planmatig op basis van analyse van data over leerling prestaties. Regelmatig wordt de kwaliteit van onze toegevoegde waarde op leerling-, groeps-, locatie-, instellings- en clusterniveau gemeten, vergeleken en zo nodig bijgestuurd. Hoe wij ons opbrengst gericht werken vorm geven wordt in onderstaande hoofdstukken over het SO en het VSO uitgediept.
Speciaal onderwijs Ontwikkelingsperspectief Van iedere leerling die op een van onze scholen staat ingeschreven stellen we een ontwikkelingsperspectief vast. Dit ontwikkelingsperspectief geeft het waarschijnlijke uitstroomprofiel van de leerling richting voortgezet onderwijs aan met de
verwachte datum waarop hij deze overstap gaat maken. Het uitstroomprofiel bepaalt de leerroute die de leerling gaat volgen. Het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief is de taak van de Commissie van Onderzoek (CvO), op advies van Commissie Leerlingenzorg (CLz) De CLz formuleert dit perspectief op basis van: Didactische vorderingen (op basis van leerlingvolgsysteem) Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) Beschikbare gegevens uit herhalingsonderzoeken, bijvoorbeeld IQ-test of visueel functieonderzoek Gedrag van de leerling in de klas Factoren die de ontwikkeling van de leerling belemmeren of bevorderen
(OPP). Indien nodig, passen we onze doelen of onze werkwijze aan. Tijdens OPP-besprekingen kijken we naar de voortgang en het behalen van de doelen. Ook komen eventuele eerder gesignaleerde knelpunten aan de orde. Door middel van observaties en toetsen evalueren we de doelen en bespreken die minimaal één keer jaar met u als ouder / verzorger. Dit kan leiden tot bijstelling van de leerroute en het ontwikkelingsperspectief. In ons speciaal onderwijs voor meervoudig beperkte leerlingen (SO MB) is het uitstroomprofiel meestal de overgang naar onze voortgezet onderwijs afdeling (VSO MB). Soms wordt er gekozen voor een overstap naar dagbesteding of een andere voortgezet speciaal onderwijs school.
Jaarlijks, in het laatste kwartaal van het schooljaar, nodigen we u als ouder/verzorger uit voor de bespreking van het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Voor nieuwe leerlingen vindt de eerste bespreking van het OPP plaats binnen zes weken na plaatsing op school.
Het uitstroomprofiel bepaalt de leerroute die de leerling volgt. In de leerroute staat het onderwijsproces beschreven dat een kind gedurende de schoolloopbaan aangeboden krijgt. De leerroute MB (meervoudig beperkt) heeft, zoals hierboven al is omschreven, als uitstroomperspectief VSO MB.
In deze bespreking stellen we elk jaar opnieuw vast of continuering van cluster 1 onderwijs aan de orde is. Ook komen in ieder geval de leerroute, het te verwachten uitstroom niveau (de leerrendementsverwachting), de schoolse ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de toekomstwensen van uw kind ter sprake. Tevens formuleren we individuele doelen voor uw kind.
Leerlijnen De leerlijnen waar we mee werken zijn afgeleid van de, door de overheid vastgestelde kerndoelen. Deze leerlijnen zijn landelijk vastgesteld voor onderwijs aan leerlingen met een visuele meervoudige beperking. De kerndoelen bieden een houvast en een kader aan de scholen. Voor ieder ontwikkelingsgebied en vak zijn de doelen uitgewerkt in een basisarrangement (dat past bij de meeste leerlingen), een verdiept (voor een kleine groep leerlingen die met minder tijd en aandacht de leerstof eigen maken) en een intensief arrangement (voor een kleine groep leerlingen die meer tijd en aandacht nodig hebben). In een leerlijn worden de doelen verfijnd in tussendoelen. Vervolgens wordt bij de doelen omschreven hoe zij binnen het onderwijs te realiseren zijn. Dit alles is opgenomen in een leerrouteplan.
Vanuit school neemt de mentor altijd deel aan deze bespreking. Daarnaast kunnen andere betrokken vanuit school, bijvoorbeeld de fysio/ergo therapeut en of de logopedist, vanuit Visio Wonen & Dagbesteding of vanuit Revalidatie & Advies (indien uw kind van deze diensten gebruik maakt) aansluiten. De mentor maakt een verslag van het gesprek dat we toevoegen aan het OPP. Het OPP krijgt u als ouder/verzorger ter beschikking. Dit vormt het vertrekpunt voor het eerstvolgende gesprek. Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, evalueren we iedere zes weken het (individuele) ontwikkelingsperspectief plan
16
Sommige kerndoelen voor het primair onderwijs zijn niet haalbaar voor onze leerlingen. Bij een aantal vakken betekent het dat onze school extra aandacht besteedt aan bepaalde onderdelen. Bij andere vakken laten
Deel 2 / Speciaal onderwijs
we delen ervan weg omdat ze minder van toepassing zijn voor onze doelgroep. Leerroute MB De leerroute MB kent vijf varianten, te weten A, B, C, D en E. Welke leerroute een leerling volgt, kan per leergebied verschillen. Elke leerroute bevat groepsdoelen uit de leerlijn VG-MG (visueel gehandicapt – meervoudig gehandicapt), die opleiden tot een bepaalde ontwikkelingsleeftijd op twintigjarige leeftijd. Namelijk: Leerroute A leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van twee jaar (ervaringsleren). Leerroute B leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van vier jaar (handelend leren). Leerroute C leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van zes jaar (toegepast leren). Leerroute D leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van acht jaar (zelfstandig leren). Leerroute E is voor leerlingen die op een leergebied een ontwikkelingsleeftijd van boven de acht jaar bereiken.
Bij besprekingen van leerlingen met derden is de CLz altijd betrokken. Het gaat daarbij meestal om afstemming en gezamenlijke formulering van doelstellingen bij leerlingen met een complexe hulpvraag. Als er een ontwikkelingsonderzoek heeft plaatsgevonden, licht de orthopedagoog of psycholoog dit toe in het gesprek met u als ouder. De bevindingen worden verwerkt in het OPP en de uitkomst is vaak richtinggevend wat betreft het ontwikkelingsperspectief van uw kind. De CLz speelt een belangrijke rol bij de in- en uitstroom van leerlingen. Zowel wat betreft het advies als bij de overdracht van gegevens. Omdat veel leerlingen van het SO doorstromen naar de VSO afdeling van onze school, is een optimale overdracht eenvoudig te realiseren.
Leerlingenzorg Binnen de leerlingenzorg vormt de Commissie Leerlingenzorg (CLz) een centrale rol. De commissie bestaat uit de adjunct-directeur, de coördinator en de orthopedagoog van de afdeling. Op afroep neemt ook een arts of maatschappelijk werker deel. De commissie bespreekt op vastgestelde vergaderdata de leerlingen, die op dat moment om speciale aandacht vragen. Het betreft leerlingen die ingebracht kunnen worden door de leerkrachten, door ouders en soms ook door functionarissen van buiten de school (denk hierbij aan bijvoorbeeld aanmelding en plaatsing van nieuwe leerlingen). Tevens worden leerlingen besproken op initiatief van de CLz zelf. Daarnaast bespreekt de CLz ieder schooljaar minimaal een keer alle leerlingen. De uitkomsten van deze gesprekken worden verwerkt in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), waarin doelen beschreven, geëvalueerd en eventueel bijgesteld worden. De CLz bewaakt dit proces en neemt besluiten over eventuele wijzigingen, waar nodig in overleg met u als ouder/verzorger.
17
Leerstof aanbod Leerlingen kunnen bij ons niet blijven zitten. Een leerling kan wel twee jaar achter elkaar in dezelfde groep zitten, maar dat betekent niet dat we de leerstof herhalen. In een nieuw schooljaar gaat het kind verder waar het gebleven is. We hebben niet alleen aandacht voor de cognitie, maar werken ook aan sociale en emotionele vaardigheden, zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
In het lesrooster zijn alle doelen ondergebracht in de volgende schoolvakken: Basale ontwikkeling Speel- en leergedrag Zintuigelijke ontwikkeling Motorische ontwikkeling Spraak- en taalontwikkeling Wereldverkenning Muziek Bewegingsonderwijs (schoolzwemmen voor leerlingen van 8-12 jaar) Lezen Rekenen
Leerlingvolgsysteem Voor onze meervoudig beperkte leerlingen gebruiken we het OVM (Ontwikkelings Volg Model) voor het bijhouden van de vorderingen. De mentor van de leerling vult hiervoor een of twee keer per jaar (afhankelijk van de leerroute die wordt gevolgd) een observatielijst in. Met al deze informatie kunnen we bewuste keuzes maken voor het vervolg van het onderwijsprogramma. De vorderingen van uw kind bespreken we met u als ouder/verzorger. Zo nodig vindt er een uitgebreid onderzoek plaats naar zijn leermogelijkheden, intelligentie en sociaalemotionele ontwikkeling. De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen ons helpen bij het verder begeleiden van het onderwijsproces van uw kind. Alle informatie van een leerling bewaren we in een digitaal leerlingendossier dat voor u als ouder / verzorger toegankelijk is.
Groepsplannen Afgeleid van de leerroute maakt de groepsleerkracht jaarlijks een groepsplan, met daarin de groepsdoelen voor het komende schooljaar. Binnen het groepsplan zijn maximaal drie niveaus beschreven: basisarrangement (dat past bij de meeste leerlingen), een verdiept (voor een kleine groep leerlingen die met minder tijd en aandacht de leerstof eigen maken) en een intensief arrangement (voor een kleine groep leerlingen die meer tijd en aandacht nodig hebben). Vakleerkrachten maken een vakwerkplan waarin tevens jaardoelen omschreven staan. In het groepsplan staat beschreven hoeveel tijd er aan de verschillende vakgebieden besteed wordt.
18
Handelingskalender In de handelingskalender staat beschreven wanneer en welke interventies of acties plaatsvinden ten aanzien van de totale onderwijszorgcyclus van de school.
Individuele begeleiding, behandeling en verzorging Waar nodig kunnen we extra aandacht, hulp en individuele begeleiding inzetten. Een leerling kan, indien dat noodzakelijk is voor de voortgang van het leerproces, onder lestijd extra begeleiding krijgen bijvoorbeeld door een ergo- of fysio therapeut, een logopedist enz... De afspraken hierover staan beschreven in het groepsplan en/of het OPP. Indien dat noodzakelijk is, zetten we specialisten vanuit Visio Revalidatie & Advies in. Dit doen wij bijvoorbeeld bij oriëntatie en mobiliteitstraining (O&M).
Verantwoording onderwijstijd en lessentabel De beschikbare onderwijstijd wordt verdeeld over de verschillende vakken. Dit is terug te vinden in het weekrooster van de klas. Het rooster is zo opgebouwd dat per kwartier beschreven staat welk vak op dat moment behandeld wordt. De vakken die op het rooster staan zijn afhankelijk van de te volgen leerroute.
Vakanties schooljaar 2015-2016 Herfstvakantie van 26 oktober 2015 tot en met 30 oktober 2015 Kerstvakantie van 21 december 2015 tot en met 1 januari 2016 Krokusvakantie 8 februari 2016 tot en met 12 februari 2016 Goede vrijdag 25 maart 2016 2e paasdag 28 maart 2016 Meivakantie 25 april 2016 tot en met 6 mei 2016 2e pinksterdag 16 mei 2016 Zomervakantie 25 juli 2016 tot en met 2 september 2016 Een overzicht van de studie- en leerlingvrije dagen krijgt u aangereikt via een apart formulier.
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Voortgezet speciaal onderwijs Ontwikkelingsperspectief Van iedere leerling die op een van onze scholen staat ingeschreven stellen we een ontwikkelingsperspectief vast. Het ontwikkelingsperspectief beschrijft de te verwachten uitstroombestemming (dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs), de onderbouwing daarvan en de verwachte datum van uitstroom. Het ontwikkelingsperspectiefplan beschrijft de afspraken die we met u en uw kind maken om de onderwijsdoelstellingen te behalen op weg naar de vastgestelde uitstroombestemming. Het uitstroomprofiel bepaalt de leerroute die de leerling gaat volgen. Het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief is de taak van de Commissie van Onderzoek (CvO) op advies van de Commissie Leerlingenzorg (CLz). De CLz formuleert dit perspectief op basis van: Didactische vorderingen (op basis van leerlingvolgsysteem) Ontwikkelingsvolgmodel (OVM) Beschikbare gegevens uit herhalingsonderzoeken, bijvoorbeeld een IQ-test of een visueel functieonderzoek Gedrag van de leerling in de klas Factoren die de ontwikkeling van de leerling belemmeren of bevorderen Jaarlijks, in het laatste kwartaal van het schooljaar, nodigen we u als ouder/verzorger uit voor de bespreking van het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Voor nieuwe leerlingen vindt de eerste bespreking van het OPP plaats binnen zes weken na plaatsing op school. In deze bespreking stellen we elk jaar opnieuw vast of continuering van cluster 1 onderwijs aan de orde is. Ook komen in ieder geval de leerroute, het te verwachten uitstroom niveau (de leerrendementsverwachting), de schoolse ontwikkeling, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de toekomstwensen van uw kind ter sprake. Tevens formuleren we individuele doelen voor uw kind. Vanuit school neemt de mentor altijd deel aan deze bespreking. Daarnaast kunnen andere betrokken vanuit school, bijvoorbeeld de fysio/ergo therapeut en of de logopedist,
19
vanuit Visio Wonen & Dagbesteding of vanuit Revalidatie & Advies (indien uw kind van deze diensten gebruik maakt) aansluiten. De mentor maakt een verslag van het gesprek dat we toevoegen aan het OPP. Het OPP krijgt u als ouder/verzorger ter beschikking. Dit vormt het vertrekpunt voor het eerstvolgende gesprek. Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen, evalueren we iedere zes weken het (individuele) ontwikkelingsperspectief plan (OPP). Indien nodig, passen we onze doelen of onze werkwijze aan. Tijdens OPP-besprekingen kijken we naar de voortgang en het behalen van de doelen. Ook komen eventuele eerder gesignaleerde knelpunten aan de orde. Door middel van observaties en toetsen evalueren we de doelen en bespreken die minimaal één keer jaar met u als ouder/verzorger. Dit kan leiden tot bijstelling van de leerroute en het ontwikkelingsperspectief.
Uitstroomprofiel vervolgonderwijs Uitstroomperspectief dagbesteding Visio Onderwijs biedt een onderwijsprogramma aan voor vso MBleerlingen (leerlingen met een (ernstige) meervoudige beperking). Het betreft leerlingen vanaf twaalf jaar met een meervoudige beperking die een leerroute kunnen volgen al naar gelang hun ontwikkelingsniveau. Deze leerlingen werken intensief met de binnen Visio ontwikkelde methode ‘praktijkplein’ waarin de verwerving van arbeidsvaardigheden centraal staat. Leerlingen stromen op maat uit naar: Arbeidsmatige dagbesteding Taak- of activiteitsgerichte dagbesteding Belevingsgerichte dagbesteding De onderwijsinhoud van het VSO MB is afgestemd op de landelijke kerndoelen en leerlijnen voor zeer moeilijk lerende kinderen (zml). Daarnaast gebruikt Visio Onderwijs ook nog de leerlijnen van het CED (Centrum Educatieve Dienstverlening). De leerlijnen van het SLO gaan uit van ontwikkelingsfases van; A (0-24 maanden), B (2-4 jaar), C (4-6 jaar), D (6-8 jaar) en E (8+ jaar).
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Er wordt in het VSO MB gewerkt vanuit vier domeinen: wonen, werken, vrije tijd en samenleven. Deze domeinen vormen de leidraad waaraan we de leervakken en de praktische vakken ophangen. De leerlingen in het VSO MB gaan door drie verschillende leerfases: 1 Oriëntatiefase In de oriëntatiefase van VSO MB, maken we in het lesprogramma ruimte om de leerlingen te laten kennismaken met verschillende aan werk gerelateerde praktische activiteiten zoals: Werken in de tuin (groen) Werken in de keuken (horeca, verzorging) Schoonmaakwerk (in en rond de school) Techniek (kennismaken met gereedschap, veilig werken, klusjes uitvoeren) De leerlingen maken in projecten kennis met de domeinen, wonen, werken vrije tijd en samenleven. 2 Specialisatiefase In de specialisatiefase ligt de focus op de arbeidscompetenties. Leerlingen kiezen een specialisatie (bijvoorbeeld horeca) en gaan ervaring opdoen binnen dit domein. Hier kan ook een stage plaats binnen- of buiten de school bij horen. 3 Transitiefase In de transitiefase volgen de leerlingen één of meerdere externe stages waarbij ze minimaal een dag per week naar school blijven gaan. De leerlingen in de transitiefase leiden we in hun eindfase toe naar een passende werkomgeving binnen de dagbesteding. Indeling ontwikkelingsperspectieven van VSO MB-leerlingen Perspectief Ontwikkeling Uitstroom ---------------------------------------------------A 0 – 24 mnd Dagbesteding B 2 – 4 jaar Dagbesteding C 4 – 6 jaar Dagbesteding D 6 – 8 jaar Dagbesteding E 8 -10 jaar Dagbesteding ----------------------------------------------------
op belevingsniveau op belevingsniveau met activiteiten met enkelvoudige taak met daarbij arbeidsmatige taken gericht op arbeid
Stage (werkervaringstrajecten) Onze opdracht is om leerlingen met visuele beperkingen (en bijkomende problematiek) en leerlingen met visuele en verstandelijke beperkingen (en bijkomende problematiek) alle benodigde ondersteuning, hulp en instrumenten aan te reiken zodat ze in hun toekomstige leven Zo zelfstandig mogelijk door het leven gaan Zo optimaal mogelijk invulling geven aan de levensdomeinen onderwijs, wonen, vrije tijd en arbeid of dagbesteding Volwaardig participeren in de maatschappij Als wereldburger de wereld tegemoet treden Om deze visie te concretiseren krijgen leerlingen met het uitstroomprofiel arbeidsmatige dagbesteding en arbeid de mogelijkheid aangeboden om deel te nemen aan een assessment op vijftien- of zestienjarige leeftijd. Het doel van dit onderzoek is om meer inzicht te krijgen in de reële arbeidsmogelijkheden van de leerling.
20
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Doelen van stage Naadloze overgang naar vervolgsetting Kennismaken met diverse werksoorten en verschillende activiteiten Zicht krijgen op eigen mogelijkheden, interesses, beperkingen en sociaal gedrag Zicht krijgen op de toekomstige mogelijkheden met betrekking tot dagbesteding en arbeid Daarnaast leren leerlingen op school competenties toe te passen in de praktijk, zoals sociale vaardigheden en arbeidsmatige vaardigheden. Er zijn door alle leerjaren heen verschillende vormen van stage in het onderwijsprogramma opgenomen.
Werkervaringstraject (stage) uitstroomprofiel dagbesteding Vanaf de specialisatiefase gaan de leerlingen gerichter aan de slag met de praktische vakken gerelateerd aan verschillende werkvormen. Zij bezoeken verschillende vormen van dagbestedingsplaatsen op verschillende niveaus. Interne stages kunnen op het programma staan. De transitiefase staat in het teken van een plaatsingsstage. Waar mogelijk maken we hierbij gebruik gemaakt van de inzet van een jobcoach vanuit Visio Revalidatie & Advies (R&A).
Leerlingenzorg Binnen de leerlingenzorg vormt de Commissie Leerlingenzorg (CLz) een centrale rol. De commissie bestaat uit de adjunct-directeur, de coördinator en de orthopedagoog van de afdeling. Op afroep neemt ook een arts of maatschappelijk werker deel. De commissie bespreekt op vastgestelde vergaderdata de leerlingen, die op dat moment om speciale aandacht vragen. Het betreft leerlingen die ingebracht kunnen worden door de leerkrachten, door ouders en soms ook door functionarissen van buiten de school (denk hierbij aan bijvoorbeeld aanmelding en plaatsing van nieuwe leerlingen). Tevens worden leerlingen besproken op initiatief van de CLz zelf. Daarnaast bespreekt de CLz ieder schooljaar minimaal een keer alle leerlingen. De uitkomsten van deze gesprekken worden verwerkt in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP), waarin doelen beschreven, geëvalueerd en eventueel bijgesteld worden. De CLz bewaakt dit proces en neemt besluiten over
21
eventuele wijzigingen, waar nodig in overleg met u als ouder/verzorger. Bij besprekingen van leerlingen met derden is de CLz altijd betrokken. Het gaat daarbij meestal om afstemming en gezamenlijke formulering van doelstellingen bij leerlingen met een complexe hulpvraag. Als er een ontwikkelingsonderzoek heeft plaatsgevonden, licht de orthopedagoog of psycholoog dit toe in het gesprek met u als ouder / verzorger. De bevindingen worden verwerkt in het OPP en de uitkomst is vaak richtinggevend wat betreft het ontwikkelingsperspectief van uw kind. De CLz speelt een belangrijke rol bij de in- en uitstroom van leerlingen. Zowel wat betreft het advies als bij de overdracht van gegevens.
Verantwoording van de onderwijsopbrengsten De verantwoording van de onderwijsopbrengsten baseren we op: Het groepsplan Het groepsplan beschrijft de onderwijsactiviteiten en arrangementen, de afspraken en de specifieke onderwijsbehoefte van een groep leerlingen. Aan de hand van de OPP’s, de opbrengsten van het afgelopen schooljaar en de geformuleerde ambities stellen we voor aanvang van het nieuwe schooljaar de groepsplannen op. Aan de hand van tussenevaluaties van OPP’s, behaalde resultaten en ambities worden in januari, halverwege het schooljaar, de groepsplannen geëvalueerd en bijgesteld. Het vakwerkplan Het vakwerkplan beschrijft de inhoud van het vak en de wijze van aanbieding, bijvoorbeeld voor het vakken muziek, zwemmen en gymnastiek. Handelingskalender In de handelingskalender staat beschreven wanneer er welke interventies en acties plaatsvinden ten aanzien van de totale onderwijszorgcyclus van de school.
Leerstofaanbod Leerlingen van Visio Onderwijs Breda stromen over het algemeen uit naar dagbestedingcentra. Daar varieert het aanbod van belevingsgerichte activiteiten tot activerende en arbeidsmatige activiteiten.
Indien het niveau van de leerling dit toelaat is uitstroom naar beschermd wonen / werken ook mogelijk. Het uitstroomperspectief van de leerling is bepalend voor de invulling van de uitstroombestemming. Op het lesrooster VSO-MB staan de volgende schoolvakken: Wonen 1 Huishouden 2 Zelfzorg 3 Koken 4 Boodschappen doen Werken 1 Profiel groen: dierenverzorging, kas, tuin 2 Profiel zorg en welzijn: huishouden, verzorging, textiel 3 Profiel techniek: ambacht, industrieel, onderhoud 4 Profiel horeca: koken, catering, brood/banket 5 Profiel kantoor: receptie, administratie, ICT Vrije tijd 1 Sport en spel 2 Creatief 3 Muziek 4 Samenleven 5 Sociale vaardigheden 6 Mens, natuur en techniek 7 Mens en maatschappij 8 Oriëntatie en redzaamheid De vakken zijn de eerste twee leerjaren vooral op het vergroten van kennis en aanleren van basisvaardigheden en werkhouding gericht; we spreken over de oriëntatiefase. Daarna gaat de leerling de verkregen vaardigheden steeds meer toepassen en zich oriënteren op mogelijke dagbesteding; we spreken dan over de specialisatiefase. In deze fase vindt soms een assessment plaats; dit is een onderzoek naar de capaciteiten en interesses van de leerling met het oog op de toekomstige dagbestedingsplek. Ouders kijken samen met hun kind in deze periode naar een geschikte vervolgplaats binnen dagbesteding terwijl de leerling op school alle profielen uitprobeert. In deze fase loopt de leerling zo mogelijk ook een interne stage. Wanneer de leerling met zijn ouders een keuze heeft gemaakt voor de toekomstige dagbestedingsplek, kiest de leerling voor het laatste schooljaar een profiel (groen, zorg en welzijn, techniek, horeca of kantoor). In het
22
laatste schooljaar volgt een externe stage; we spreken dan over de transitiefase. Nieuwe kennis en vaardigheden worden de leerlingen aangeleerd aan de hand van modulekaarten van de methode praktijkplein. Deze zijn samen met alle andere Visio-scholen in het land gemaakt. Ook de portfolio’s, het stagebeleid en de certificaten zijn Visio-breed ontworpen.
Groepssamenstelling In welke groep we een leerling plaatsen is afhankelijk van zijn leeftijd, vorderingen mogelijkheden en sociale omstandigheden . Iedere leerling heeft een eigen mentor.
Individuele begeleiding, behandeling en verzorging Waar nodig kunnen we extra aandacht, hulp en individuele begeleiding inzetten. Een leerling kan, indien dat noodzakelijk is voor de voortgang van het leerproces, onder lestijd extra begeleiding krijgen bijvoorbeeld door een ergo- of fysio therapeut, een logopedist enz... De afspraken hierover staan beschreven in het groepsplan en/of het OPP. Indien dat noodzakelijk is, zetten we specialisten vanuit Visio Revalidatie & Advies in. Dit doen wij bijvoorbeeld bij oriëntatie en mobiliteitstraining (O&M).
Loopbaanonderzoek (assessment). Op vijftienjarige leeftijd doen leerlingen met het uitstroom niveau een assessment. Bij de transitie naar de periode van schoolverlaten staan we als schoolteam met u en uw kind uitdrukkelijk stil bij het toekomstperspectief. Doordat het schoolverlaten nog betrekkelijk ver weg ligt, draagt het uitstippelen van de grote lijnen bij aan een goede voorbereiding op de toekomst. Bewustwording van nieuwe en onverwachte mogelijkheden en beperkingen, biedt uw kind kansen om de komende jaren optimaal te benutten. De onderzoeksterreinen zijn: Stagevaardigheid: praktisch en sociaal Cognitieve mogelijkheden Toekomstwensen wat betreft richting, stageen beroepswensen Mobiliteitsmogelijkheden in verband met zo zelfstandig mogelijk reizen naar het stageadres of de latere werkkring Praktische redzaamheid
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Sociale en praktische redzaamheid in een vreemde omgeving (observatie) Omgaan met visuele beperking Computervaardigheden Visueel functioneren Tijdens het assessment verblijven de leerlingen twee dagen op een andere locatie. Gedurende deze twee dagen kijken we gericht naar mogelijkheden die een leerling heeft. Ook voeren we gesprekken met de leerlingen waarin verwachtingen, toekomstplannen en omgaan met hun beperkingen ter sprake komen. Vanuit de uitkomsten van het loopbaanonderzoek kunnen we een duidelijke koers uitzetten voor de laatste jaren onderwijs. Het assessment is belangrijk voor de toekomst van uw kind en is daarom verplicht. U, uw kind en het team krijgen een verslag waarin de verschillende uitslagen van de onderzoeken zijn beschreven en geïntegreerd. Daarin formuleert een gedragswetenschapper een advies over de richting van de stage, de soort stage en de uitstroommogelijkheid van uw kind. Dit gebeurt in eenvoudige taal zodat uw kind het verslag zelf kan lezen en begrijpen.
Leerlingvolgsysteem Op een voor het personeel van het VSO toegankelijke schijf binnen het (beschermde) netwerk op school zijn mappen ingericht waarin we digitaal gegevens van alle leerlingen overzichtelijk opslaan. Per leerling is een map aangemaakt met de volgende indeling: OPP; groepsplan; werkplannen; overleg; zorg in onderwijs; overig. De mentoren zijn ervoor verantwoordelijk dat de relevante gegevens op de juiste wijze bij hun leerlingen worden opgeslagen en dat het logboek nauwkeurig wordt bijgehouden. De coördinator en de orthopedagoog vanuit de CLz begeleiden of coachen de mentoren. Controle op het systeem gebeurt door de locatieleider, bij wie ook de eindverantwoordelijkheid ligt. Het komende schooljaar gebruiken we een tijdelijk digitaal leerlingvolgsysteem. Met ingang van het schooljaar 2016-2017 nemen alle
23
scholen van Visio als het goed is het digitaal leerlingvolgsysteem LOGOS in gebruik. Opbrengstgerichte leerling-, groeps- en schoolbespreking. Twee maal per jaar (periode oktobernovember en periode maart-april) wordt iedere leerling besproken in een leerlingengroepsbespreking. Met de mentoren evalueren we de leerresultaten, de sociaal emotionele ontwikkeling, de zelfredzaamheid (mobiliteit, gebruik hulpmiddelen). Eén maal per jaar, na de toetsing, de analyse van de resultaten en de leerling- en groepsbesprekingen, bespreken en evalueren we in het team de resultaten van elke leerling, waarbij we checken of de resultaten overeenkomen met de gestelde doelen en ambities. In oktober evalueren we de in de afgelopen twee schooljaren in-, uit- en doorgestroomde leerlingen. In april bespreken we de leerlingen die komend schooljaar gaan in-, uit- en doorstromen.
Expertise We streven ernaar dat onze leerlingen dezelfde kennis en vaardigheden opdoen als kinderen op andere scholen voor speciaal basis- of voortgezet onderwijs. Wij zijn daarom binnen Visio Onderwijs landelijk gestart met het vastleggen van een norm, waaraan we ons als school willen spiegelen. De leerresultaten van alle leerlingen leggen we jaarlijks op groeps- en schoolniveau vast, vergelijken we met de norm en analyseren we, opdat we zo nodig maatregelen kunnen nemen om beter bij de norm aan te sluiten (opbrengstgericht werken). Toch is onze school óók een heel speciale school. De visuele beperking van de leerlingen vraagt om aanpassingen van het onderwijs, begeleidingsstijl, schoolmaterialen en het schoolgebouw. Behalve een visuele beperking hebben onze leerlingen ook een verstandelijke beperking. Bijkomend kan er nog sprake zijn van andere problematiek zoals motorische beperkingen, sociaal-emotionele problematiek of een ziekte die aanpassingen vergt. Dat maakt ons onderwijs zo speciaal. We houden rekening met de beperkingen, maar passen het onderwijs ook aan de mogelijkheden van onze leerlingen aan. Met als doel dat iedere leerling zich optimaal kan ontwikkelen om
straks zo zelfstandig en gelijkwaardig mogelijk deel te nemen aan de samenleving. Dit doen we door onder andere extra aandacht te besteden aan de stimulering van zintuigen, fysieke aanpassingen te doen, speciale methoden toe te passen en specifieke kennis te hebben van bepaalde stoornissen en ziektebeelden.
Braille Het brailleschrift (genoemd naar de bedenker Louis Braille) is een vervangend middel voor schriftelijke communicatie. De mogelijke toepassingen variëren - evenals bij schriftelijke communicatie - van markeringen op huishoudelijke apparatuur tot lezen van boeken voor onderwijs, werk, vrije tijd en tot computergebruik.
Zintuigen Zien: Visuele stimulatie en kijktraining Binnen het onderwijs aan slechtziende kinderen wordt extra aandacht besteed aan het kijken. We leren kinderen nieuwe compenserende vaardigheden of versterken reeds bestaande visuele vaardigheden. Naast het bieden van een visueel aantrekkelijke leeromgeving, met heldere kleuren en duidelijke contrasten vindt er ook visuele stimulatie en kijktraining plaats. Beide interventies zijn erop gericht om functioneel en optimaal gebruik te kunnen maken van visuele (rest)capaciteiten. Kenmerk van visuele stimulering is het gebruik van gerichte materialen om een visuele (kijk-)reactie van het kind uit te lokken. Visuele stimulatie wordt met name toegepast bij kinderen die niet of nauwelijks reageren op visuele prikkels. Bij visuele training wordt iemand geleerd om functioneel (dus toegepast in activiteiten) en optimaal gebruik te maken van de visuele (rest)capaciteiten. Visuele training vindt plaats bij kinderen die meer visuele aandacht (kunnen) vertonen.
Tast: Tactiele training Voor blinde kinderen is tast het belangrijkste zintuig om objecten te herkennen, voor oriëntatie & mobiliteit en leren in het algemeen. Een blind kind moet zijn tastzintuig zo optimaal mogelijk kunnen gebruiken. Is dit wel mijn beker? Waar zijn mijn sokken en heb ik wel twee dezelfde te pakken? Waar is mijn kledinghaakje en hoe vind ik mijn jas terug tussen al die andere jassen op de kapstok? Observatie-instrumenten (o.a. Tactiel Profiel) geven inzicht in de tactiele mogelijkheden en beperkingen van een kind. Door middel van tactiele training worden de tactiele vaardigheden en kennis van een kind gestimuleerd en getraind.
24
Binnen de scholen en in de ambulante begeleiding (AOB) zijn een behoorlijk aantal kinderen aangewezen op braille. Wij noemen ze “brailleleerlingen”, want niet alle kinderen zijn volledig blind. Veel kinderen hebben nog een restvisus. Deze visus is echter te weinig om voldoende het lezen in zwartschrift op te kunnen bouwen. Kinderen moeten een aantal voorwaarden beheersen om aan braille te kunnen beginnen. Niet alle kinderen met een visuele en verstandelijke beperking beheersen deze voorwaarden. Bij de leerlingen waarbij het mogelijk is zullen we met intensieve aandacht de basis van het lezen middels braille aanleren. Het doel voor deze kinderen is niet het leren lezen van dikke brailleboeken maar wel het plezier hebben in eenvoudige lees -en voelboekjes en de mogelijkheid hebben tot het aanbrengen van letters/woorden op CD hoesjes en dergelijke.
Fysieke aanpassing Schoolgebouw en omgeving: Het gebouw is ingericht voor -en aangepast aan slechtziende en blinde leerlingen. Aanpassingen zijn er door het gebruik van heldere kleuren en duidelijke contrasten, goede verlichting, oriëntatiepunten, zonwering en verwijzers. De lokalen zijn ruim en licht en de gangen leeg, breed en veilig. Elk klaslokaal
Deel 2 / Speciaal onderwijs
kent een directe of vrijwel directe uitgang naar buiten voor calamiteiten. Ook zijn er verzorgingsruimtes (soms met tilliftinstallatie). Gezien de diversiteit van onze leerlingen, maken wij gebruik van verschillende, van elkaar afgeschermde pleinen. Het terrein rondom de school is aangepast door middel van geleide lijnen. Er zijn vaklokalen, praktijklokalen, sensorische activeringsruimten, een kamer voor visuele stimulatie en kamers voor therapeuten of specialisten. Uiteraard zijn ook de gymzaal en het zwembad aangepast aan onze doelgroep.
bijvoorbeeld dankzij ICT een nieuwe wereld open. De innovaties gaan snel en ICT verovert in snel tempo de klaslokalen. Aan de andere kant ontstaan er ook belemmeringen. De lesstof wordt dan wel steeds digitaler, maar dat betekent niet dat die ook altijd goed toegankelijk is voor onze leerlingen. Momenteel krijgt ICT een steeds groter aandeel in het lesprogramma van de slechtziende en blinde leerling. Ook Visio onderwijs Breda wil dat hun leerlingen optimaal profiteren van de kansen, die ICT hen biedt.
Oriëntatie & mobiliteit (O&M): Oriëntatie is weten waar je bent en waar je naar toe wilt. Mobiliteit is daar daadwerkelijk kunnen komen. Zaken die opvallen binnen ons onderwijs, afgezien van specifieke lessen die gericht zijn op oriëntatie en mobiliteit, zijn: De opstelling in de klas is (zoveel mogelijk) hetzelfde: Leerlingen creëren een beeld van de omgeving in hun hoofd. Zodra de klas van opstelling verandert klopt dit beeld niet meer en duurt het enkele weken voordat ze weer opnieuw gewend zijn. Dit kan verwarring en onduidelijkheid scheppen bij de leerling. Medewerkers zijn zich hiervan bewust. We werken met vaste plaatsen in de klas: Denk hierbij aan een vaste plek waar de leerling kan werken (werktafel), een vaste speelhoek, een vaste plek om te eten en een vaste plek in de ochtendkring. - We werken met herkenningspunten in de klas: Bijvoorbeeld een rondje van schuurpapier als voelbare verwijzer achter op de eigen stoel aan de werktafel en een zacht bolletje als voelbare verwijzer achter op de stoel aan de eet- en drinktafel. Je kunt hier allerlei creatieve oplossingen voor bedenken. Er zijn vaste looproutes in de klas: De leerlingen leren vaste routes aan. Bijvoorbeeld van de kapstok naar de stoel in de kring. Een route leren ze bijvoorbeeld als volgt: kapstok, langs de klasdeur, muur volgen, met de rug tegen de tafel staan en dan recht oversteken. Op de stoel de eigen verwijzer voelen.
Methoden
ICT: Aan de ene kant biedt ICT enorme kansen voor leerlingen met een visuele beperking. Voor leerlingen die braille gebruiken, gaat er
25
Leren leren: ‘Leren leren’ is een belangrijk concept in ons onderwijsprogramma. Het heeft drie pijlers: Leerling-initiatief: leerlingen nemen regie over hun eigen leerproces (passend bij hun ontwikkelingsniveau). Leerkracht is coach: de leerkracht bewaakt het leerproces en coacht de leerling in zijn ontwikkeling. Rijke leeromgeving: de leeromgeving en leerstof zijn rijk; ze activeren en prikkelen. Kenmerkend zijn de grote inbreng en betrokkenheid van leerlingen. We sluiten zo goed mogelijk aan bij de kennis- en belevingswereld van leerlingen. We begeleiden ze naar het zo zelfstandig mogelijk opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden en naar het zelf kunnen oplossen van problemen. Dit niet alleen tijdens hun schoolloopbaan, maar in alle leer- en leefsituaties. Daarnaast zijn bij het ‘leren leren’ de vragen en keuzes van uw kind (of u als ouder) meer dan voorheen bepalend voor de planning en uitvoering van het onderwijs. Totale Communicatie: Zonder communicatie verkeren mensen in een isolement. Zodra er sprake is van communiceren, kan iemand contacten aangaan, relaties leggen en behoeftes en wensen kenbaar maken. Voor leerlingen met een visueel-verstandelijke beperking is taalontwikkeling en leren communiceren niet vanzelfsprekend. De methodiek ‘Totale communicatie’ die we gebruiken, is een basishouding om op maat aan te sluiten bij het communicatieniveau van elke afzonderlijke leerling.
Liedjeskist: Binnen Visio onderwijs Breda zijn muziek en liedjes belangrijke ingangen tot communicatie bij leerlingen met een( zeer) ernstige visuele, verstandelijke (en motorische) beperking. Middels de Liedjeskist hebben we muziek en (Totale) Communicatie als werkwijze bij elkaar gebracht. Het is een praktische benadering waarbij je als begeleider de persoon met (ernstig) meervoudige beperking beter leert kennen en handvatten krijgt om de persoon te stimuleren tot communicatie binnen zijn/haar mogelijkheden. De Liedjeskist is totaal aangepast aan de visueel beperkte leerling. Kleurrijke materialen met geluid of licht. Contrasterende foto’s en plaatjes mat geseald. Daarnaast pas je je communicatie middels de juiste communicatieve basishouding aan aan het kind met de visuele beperking. Je kijkt naar de signalen die het kind afgeeft en reageert daar op. Signalen die je als begeleider gaat herkennen tijdens het aanbieden van de Liedjeskist zal je ook in het dagelijks leven sneller opmerken. En hoe adequater wij als begeleider op de signalen van een persoon met (ernstig) meervoudige beperking reageren, hoe meer deze persoon leert deze signalen in te zetten in zijn/haar communicatie en daarmee ervaart dat het invloed kan uitoefenen op zijn/haar omgeving. Beleven in Muziek (BIM): ‘Bim’ staat voor ‘beleven in muziek’. Het is een methode met muziekbeleving in de zorg en het onderwijs voor kinderen met een ernstig meervoudige beperking. Het uitgangspunt in deze werkwijze is dat het kind de muziek tijdens de muziekactiviteiten op het lichaam beleeft. De begeleider van de muziekactiviteit vertaalt een muziekaspect dat in de muziek te horen is zoals bijvoorbeeld sterk–zacht of een ritme direct op het lichaam van het kind. Hierbij gebruikt hij verschillende materialen. De manier waarop de begeleider het materiaal gebruikt is afgestemd op het gekozen muziekaspect en het karakter van het muziekstuk.
Stoornissen Cerebral Visual Impairment (CVI): In de westerse landen is ongeveer 1 op de 1000 kinderen slechtziend of blind. In de loop van de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstond het inzicht dat er een groep kinderen is bij wie de slechtziendheid of blindheid niet
26
te verklaren is vanuit een beperkte gezichtsscherpte en/of een beperkt gezichtsveld. Dit zijn de kinderen met visueel functieverlies als gevolg van hersenbeschadigingen CVI is de afkorting van ‘Cerebral Visual Impairment’, een term die een aandoening aanduidt waarbij er sprake is van slechtziendheid waarvoor geen oogheelkundige verklaring is. CVI is bij 1/3 van de blinde en slechtziende kinderen de oorzaak van de visuele beperking. CVI is daarmee de meest voorkomende oorzaak van visuele beperkingen bij kinderen in de westerse wereld. CVI komt met name voor bij kinderen met een meervoudige beperking. Er is een groot verschil in aard en ernst van de symptomen van CVI. Een kind met CVI heeft een individueel, op maat gesneden onderwijs – en begeleidingsprogramma nodig. Aanpassingen in de leef- en onderwijsomgeving zijn essentieel. Een kind met CVI heeft een rustige leeromgeving nodig waarin het aantal visuele en auditieve prikkels beperkt wordt. Autismespectrumstoornis (ASS): Autisme is een aangeboren stoornis in de hersenen die levenslang blijft en die op alle gebieden invloed heeft. De informatie die via de zintuigen binnenkomt (prikkels) verwerken mensen met autisme op een andere manier. Daarnaast zijn veel mensen met autisme over- of ondergevoelig voor bepaalde prikkels (bijvoorbeeld geluid, pijn). Zij nemen vooral waar in details en kunnen er moeilijk een geheel van maken. Het is alsof ze losse puzzelstukjes in hun hoofd hebben, zonder een compleet beeld. Ze vinden het moeilijk om te begrijpen wat er in de ander omgaat, en om te vertellen wat ze zelf beleven en denken. Hun manier van doen is anders. De wereld is voor mensen met autisme onvoorspelbaar, chaotisch, bedreigend en dit kan leiden tot gedragsproblemen. Bij iemand met autisme, een verstandelijke én visuele beperking zijn er veel tegenstrijdige factoren, die ervoor zorgen dat informatie niet goed opgenomen kan worden. Compensatie van een visuele beperking doet een extra beroep op de intelligentie. Om te weten wat er om je heen gebeurt, vraagt dat veel van het geheugen, voorstellingsvermogen en taalvaardigheid. Extra inzet van de intelligentie is echter niet
Deel 2 / Speciaal onderwijs
mogelijk vanwege de verstandelijke beperking. Ook doet iemand met een verstandelijke beperking juist een extra beroep op zijn gezichtsvermogen, dat dus in dit geval ontbreekt of beperkt is. Visio onderwijs bundelt expertise rond de combinatie autismespectrumstoornis en de visueel (verstandelijke) beperking en kan het onderwijs hierop aanpassen. Binnen Visio onderwijs Breda werkt een expertise leerkracht ASS. Deze leerkracht geeft zelf les, maar ondersteunt en coacht ook andere leerkrachten die vragen hebben rondom ASS. Sensorische Informatieverwerking (SI): Sensorische informatieverwerking (SI) is het vermogen om prikkels uit je omgeving én vanuit je eigen lichaam op te nemen en het vermogen om deze te selecteren en daarna met elkaar in verband te brengen en te verwerken. Deze informatie doe je op via de zintuigen. Verwerking daarvan is nodig om op een adequate manier te kunnen reageren op alle prikkels. Problemen in de SI kunnen voorkomen bij kinderen en volwassenen. Je kunt bij iemand de adequate prikkelverwerking helpen stimuleren, door doelgerichte activiteiten aan te bieden of de omgeving aan te passen. Functioneert één van de zintuigen, zoals de visus, niet optimaal, dan zal er een andere verwerking van prikkels plaatsvinden. Sommige mensen ondervinden hier hinder van. Dit uit zich vaak in aandachtsproblemen, gedragsproblemen, problemen in tactiele of auditieve discriminatie et cetera. Binnen ons onderwijs is hier extra aandacht voor in de vorm van onderzoek en behandeling. Neuronale Ceroid Lipofuscinoces (NCL): NCL staat voor Neuronale Ceroid Lipofuscinoces. Het gaat hier om een groep stofwisselingsziekten met een progressief verloop waarvan de meest voorkomende JNCL is (Juveniele vorm van NCL, voorheen bekend als Batten Spielmeyer Vogt). Kinderen met NCL en de mensen in hun omgeving krijgen in toenemende mate te maken met de gevolgen van het ziektebeeld. Visio Onderwijs ondersteunt deze leerlingen en hun ouders in de verschillende fasen van het proces.
27
Gedrag Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) Binnen het onderwijs worden leerkrachten soms geconfronteerd met moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) van leerlingen. Hiermee bedoelen we gedragsproblemen waarvan de oorzaak en betekenis vaak lastig te achterhalen zijn. Wanneer klassenleiding handelingsverlegen is t.a.v. moeilijk verstaanbaar gedrag kan deze een beroep doen op het team MVG. Dit multidisciplinaire team zoekt naar oorzaken en oplossingen voor het gedrag van de leerling. Er wordt een eenduidig traject gevolgd met een duidelijk begin, maar ook eindpunt gericht op het ombuigen van het gedrag. Dit gebeurt in nauwe samenwerking met ouders. Waar nodig wordt klassenleiding ondersteund en gecoacht in de praktijk. De orthopedagoog die in het team MVG zit heeft kennis van gedragsproblematiek, coördineert de behandeling en heeft eventueel contact met externe deskundigen.
Onderwijsopbrengsten Resultaten van onderwijs SO 2013-2014: Doorstroom SO naar VSO 2 leerlingen Resultaten van onderwijs VSO 2013-2014: Uitstroom VSO naar dagbesteding 6 leerlingen
In- en Uitstroom en bestendiging In- en uitstroom Leerlingen kunnen op onze school op verschillende leeftijden instromen vanaf vier jaar tot twintig jaar. Sommige leerlingen stromen in als ze vier jaar zijn bijvoorbeeld vanaf een (medisch) kinderdagverblijf, of vanuit de vroegbegeleiding van Visio. Er zijn ook leerlingen die later instromen vanuit het regulier basisonderwijs of regulier voortgezet onderwijs. De meesten van hen zullen in de vorige setting aob(ambulante onderwijskundige begeleiding) hebben gekregen. Wanneer een leerling wordt aangemeld voor het volgen van onderwijs op een Visio-school dan kijken we of de leerling een cluster 1indicatie heeft, tot de doelgroep behoort en of de school kan voorzien in de behoeften van de
leerling. Tot slot geven we een advies of de leerling het beste geplaatst kan worden op een Visio-school of op een andere school (bijvoorbeeld regulier of mytyl) met aob. Wanneer we de leerling toelaten tot een van de Visio-scholen, volgen er gesprekken met u als ouder / verzorger, we stellen een instroomprofiel (OPP) op en de leerling mag komen wennen. In het instroomprofiel staan handelingsadviezen en staat beschreven welke leerroute de leerling gaat volgen en waar hij naar uit zal stromen na zijn carrière op het SO of VSO. Als een leerling de leeftijd van twaalf jaar bereikt, maakt hij in principe de overstap van het SO speciaal onderwijs naar vervolgonderwijs. Dit kan VSO (voortgezet speciaal onderwijs) zijn of regulier VO (met aob). In de regel maken leerlingen de overstap van SO naar VSO binnen de eigen school. Deze overstap wordt in de Commissie Leerlingzorg (CLz) zorgvuldig besproken, er moeten nog onderwijsdoelen voor de leerling zijn. Als een leerling achttien jaar wordt, kan hij de school verlaten. Mocht een leerling een of twee jaar langer op school willen blijven, dan wordt er in de Commissie Leerlingenzorg en in het OPP gemotiveerd waarom hij langer blijft en wat hij nog gaat leren in die jaren. Een leerling kan uitstromen als er een passende vervolgsetting is gevonden. Dit kan dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs (bijvoorbeeld MBO) zijn. Een leerling kan ook tussentijds uitstromen naar een andere school. Elk jaar stelt de CLz vast of een Visio school nog de beste plek is voor deze leerling. Zodra leerlingen het aankunnen om naar regulier onderwijs met aob te gaan, zal de commissie dit aan u als ouder / verzorger adviseren. De overstap begeleiden we altijd zorgvuldig. Door middel van het onderwijskundig rapport en portfolio verstrekken we informatie aan de vervolgsetting. VSO-leerlingen lopen vaak in de transitiefase (laatste jaren in het VSO) al stage op de plek waar ze naar uitstromen.
Bestendiging Aan het begin van de schoolloopbaan stellen we voor de leerling een ontwikkelingsperspectief (OPP) vast. Elk jaar bespreken we dit ontwikkelingsperspectief met
28
u als ouder/verzorger en stellen het zo nodig bij aan de hand van resultaten of de ontwikkeling van uw kind. De doelen en resultaten van het onderwijs leggen we vast in groepsplannen en in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Tevens leggen we behaalde resultaten vast in een leerlingvolgsysteem. Een leerling is tot zijn achttiende jaar leerplichtig, tot zijn twintigste kan hij op school blijven. Leerlingen binnen het SO stromen op hun twaalfde jaar uit naar VSO MB Onderwijs Breda. De uitstroom van VSO MB verschilt per leerroute.
Ambulante onderwijskundige begeleiding Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk In Nederland worden ongeveer drieduizend kinderen en jongeren met een visuele beperking (tussen drie jaar en twintig jaar) ondersteund. Het overgrote deel van deze leerlingen, namelijk 75 procent, neemt deel aan een gewone, thuisnabije onderwijsvorm en krijgt daarbij ambulante onderwijskundige begeleiding. Zij zitten op een reguliere basisschool, een (voortgezet) speciale school, een school voor voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, VMBO, HAVO, VWO) of ze volgen onderwijs in het MBO, HBO of aan de universiteit. Slechts 25 procent van de totale groep is aangewezen op een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. Het hoge integratiepercentage van 75 procent is het resultaat van het beleid dat we in cluster 1 al ruim dertig jaar voeren: Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk. Dat houdt in dat we ernaar streven dat zoveel mogelijk kinderen en jongeren met een visuele beperking op reguliere scholen onderwijs volgen. Om dat te realiseren geven wij reguliere scholen onderwijsondersteuning op maat. We bieden ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen. Dat dit vruchten afwerpt blijkt uit het feit dat het overgrote deel van de
Deel 2 / Speciaal onderwijs
leerlingen met een visuele beperking onderwijs volgt op een gewone school. In het kader van Passend Onderwijs zetten wij dit beleid voort en breiden we de genoemde ambulante begeleidingsvormen uit met nieuwe, eigentijdse vormen van onderwijsondersteuning.
Gewoon naar school, mét begeleiding Als een kind met een visuele beperking regulier onderwijs volgt, gaan heel veel schoolzaken gewoon zoals ze altijd gaan. Sommige dingen gaan anders. Bij Koninklijke Visio hebben we gespecialiseerde leerkrachten die een leerling met een visuele beperking begeleiden bij alle schoolzaken die een beetje anders zijn en die alle daarmee samenhangende vragen kunnen beantwoorden. Deze ambulant onderwijskundig begeleiders (aob'ers) ondersteunen niet alleen de leerling, maar ook de leerkracht(en) op school.
Begeleiding op maat Het doel van ambulante onderwijskundige begeleiding is dat een kind ondanks zijn visuele beperking zo goed mogelijk deel kan nemen aan regulier (speciaal) onderwijs. De aob'er bekijkt samen met de leerkrachten op school wat de leerling daarvoor nodig heeft. Het kan gaan om speciale hulpmiddelen, zoals een laptop met vergrotingssoftware of lesmateriaal in braille, maar ook om betere verlichting of extra tijd bij proefwerken. Het geven van adviezen en het aanleren van vaardigheden is maatwerk, gericht op de specifieke situatie van de leerling.
Samen aan de slag Bij aanvang van de begeleiding en aan het begin van elk schooljaar stelt een aob'er een begeleidingsplan op, in nauw overleg met de school, de leerling en u als ouder / verzorger. Uitgaande van de hulpvraag, de onderzoeksgegevens en de eigen observaties, beschrijft de aob'er hoe het kind zo goed mogelijk kan deelnemen aan het onderwijs. Ook staan in het begeleidingsplan de afspraken tussen de ambulant onderwijskundig begeleider en de school en de doelen waaraan de aob'er met het kind gaat werken.
29
Bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van een begeleidingsplan, houdt de aob'er rekening met de manier van werken op school.
Taken van de ambulant onderwijskundig begeleider De aob'er informeert de school, de ouders / verozrgers en medeleerlingen van de leerling over de visuele beperking en de gevolgen daarvan. De leerling krijgt zelf praktische tips en adviezen voor het omgaan met de visuele beperking. Soms zal de aob'er individueel met een leerling werken, bijvoorbeeld door brailleles te geven of kijkstrategieën aan te leren. De ambulant onderwijskundig begeleider adviseert de school over de keuze en aanschaf van leer- en hulpmiddelen en aangepast meubilair. Verder denkt de aob’er mee over de toekomstmogelijkheden van de leerling en informeert hij de school en de ouders over de wettelijke en financiële regelgeving. Voor vragen die buiten de eigen expertise vallen, zal de ambulant onderwijskundig begeleider leerkrachten en ouders doorverwijzen. Ook zal de aob'er relevante activiteiten en trainingen van Visio Revalidatie & Advies onder de aandacht brengen. De aob'er is kortom de contactpersoon bij alles op school waarbij de visuele beperking van de leerling een rol speelt.
Bekostiging Ambulante onderwijskundige begeleiding is een basistaak van de onderwijsinstellingen van Visio. Daarom zijn aan de uitvoering van deze begeleiding voor de scholen, de leerlingen en u als ouder / verzorger geen kosten verbonden. Scholen voor regulier basisonderwijs en voortgezet onderwijs kunnen, afhankelijk van de visuele beperking en de onderwijsbehoefte van de leerling, een ondersteuningsbudget in de vorm van een arrangement ontvangen via Visio. De regeling “aanvullende bekostiging visueel gehandicapten” is terug te vinden op www.eduvip.nl onder Wet en Regelgeving.
Onderwijskundige ontwikkelingen Inleiding Visio onderwijslocatie Breda werkt net zo als de andere Visio scholen met een jaarplan. Dit jaarplan omschrijft op hoofdlijnen waar we met ons onderwijs naar toe willen komend jaar. Het is tot stand gekomen door evaluatie van het vorige schoolplan, input vanuit een kaderbrief geschreven door de raad van bestuur; het domein jaarplan (Visio onderwijs Nederland); het kwaliteitskader van de inspectie van onderwijs; gesprekken met de inspecteur van onderwijs die in het kader van een pilot onderzoek over sociale kwaliteit onze school in november 2014 heeft bezocht en door goed te luisteren naar u als ouder / verzorger, het team en de domeindirectie. Dit heeft geresulteerd in een evenwichtig ambitieus maar haalbaar jaarplan met meetbare en toetsbare resultaten ontstaan. Door het lezen van het jaarplan, krijgt u een indruk waar wij als school in het komende jaar aan gaan werken. Hieronder is een korte samenvatting van het jaarplan weergegeven. Bent u als ouder / verzorger geïnteresseerd in het volledige plan dan kunt het opvragen bij de directie van school. Hieronder volgt een opsomming van hoofd thema’s uit het jaarplan: het digitaal portfolio, dat samenhangt met het landelijke ICT beleid. Een visie omschrijven op: sensorische activering; ASS; tactiele ontwikkeling; braille voor onze doelgroep en intensieve begeleidingsklassen. Deze visies moeten worden geborgd en uitdragen. Gebouwbeheer zowel intern als extern zal een belangrijk thema zijn het komende jaar. Het meubilair zal grotendeels vervangen worden en de doorcentralisatie van gebouwbeheer in de gemeente Breda zal aandacht vergen. Het ziekteverzuim zal blijvend onderwerp van gesprek zijn waarbij dit jaar de focus zal liggen op de eigen verantwoordelijkheid van de medewerker. De missie van Visio is samengevat in de woorden ‘samen de beste willen zijn’. Visio is een expertiseorganisatie die samen de beste wil zijn. Onze expertise en professionele dienstverlening zetten we in voor mensen met een visuele beperking; dit met het doel ‘meedoen mogelijk maken’. De
30
toekomstdroom is beschreven in de visie. Wat willen we bereikt hebben over 5 jaar tot 10 jaar, kijkend naar de wereld van nu, de ontwikkelingen en de kansen in de toekomst? Onze ondersteuning aan leerlingen is gericht op ‘meedoen mogelijk maken’. We richten ons daarbij op de behoefte van de leerlingen en sluiten aan bij de geldende maatschappelijke opvatting. In de visie krijgt ‘meedoen mogelijk maken’ handen en voeten. Onderstaande onderwerpen zullen in het werken naar een meerjaren visie leidraad zijn: 1 Maximale integratie 2 Onze onderwijsexpertise is maximaal beschikbaar voor het onderwijsveld en anderen: 3 Koninklijke Visio staat bekend als expert 4 Innovatie van methoden en middelen is gebaseerd op kennis / expertise vanuit onze integrale aanpak 5 Visio Onderwijs is zichtbaar en toegankelijk voor samenwerkingspartners 6 Maximaal (leer)rendement van ons 21e eeuws onderwijs en ondersteuning 7 Professioneel vakmanschap binnen een expertiseorganisatie Vanuit het pilot onderzoek naar de socialeen maatschappelijke kwaliteit van ons onderwijs heeft de inspecteur van onderwijs een aantal aanbevelingen gegeven die in het jaarplan terug te vinden zijn. De inspecteur zag overduidelijk terug dat Visio onderwijs Breda een veilige en fijne school is voor leerlingen, medewerkers en ouders / verzorgers. We stralen een duidelijke visie uit die we kunnen vertalen naar de doelgroep. De aanbevelingen die de inspecteur ons mee gaf lagen vooral op het gebied van signaleren van trends en in beleid zetten van het werken vanuit thema’s waarbij er meer aandacht voor het bewust werken aan doelen zou moeten zijn. er moet nog gewerkt worden aan het opzetten van een systeem dat bestendiging kan aantonen (onderzoek of de gekozen uitstroom richting de juiste blijkt te zijn). Algemene opdracht binnen de school zal het borgen en aantoonbaar maken van onze kwaliteit zijn. Op deze manier kunnen we als onderwijs Breda laten zien dat we het keurmerk excellent verdienen. In diverse vergaderingen zijn thema’s besproken die terug te vinden zijn in het
Deel 2 / Speciaal onderwijs
1 2
3 4 5 6
7 8 9
jaarplan. Dit geldt vooral voor de school specifieke inhoudelijk thema’s. Ouderbetrokkenheid “de neuzen dezelfde richting uit”: binnen het team van onderwijs Breda zijn mooie voorbeelden van goed onderwijs en is er heel wat expertise aanwezig bij de medewerkers zelf. Door elkaar daar mee kennis te laten maken kunnen we dit uitvergroten en daardoor leren van elkaar; Implementatie Kind en jeugd; opbrengst gericht werken; lerenleren en BAS; Diverse wetenschappelijke onderzoeken waarbij onderwijs Breda de gelegenheid biedt om onderzoek te doen dit vanuit de missie dat onze doelgroep eigen methoden en testen nodig heeft om tot een optimaal leerresultaat te komen; veiligheidsbeleid samenwerking met andere scholen in het kader van passend onderwijs en samenwerking met andere instellingen binnen en buiten Visio
Leerlingenraad De leerlingenraad is een vertegenwoordiging van leerlingen uit het VSO. De leerlingenraad denkt mee over zaken op school, zoals schoolkamp, disco en andere activiteiten. De leerlingen leren luisteren naar elkaar en leren samen beslissingen nemen. De leerlingenraad komt drie keer per jaar bij elkaar onder begeleiding van een medewerker van de school.
De leerlingenraad
Ouderparticipatie Visio Onderwijs hecht zeer aan een actieve betrokkenheid van u als ouder/verzorger bij het onderwijsleerproces van uw kind, zowel op het SO als op het VSO. U kent uw kind
31
tenslotte het beste en het onderwijs sluit beter aan bij uw kind wanneer er regelmatig overleg en contact is tussen u en de leerkrachten. Visio verwacht dat u ook zelf contact opneemt als u vragen heeft over of problemen met het onderwijs aan uw kind. Visio probeert u zo goed mogelijk te informeren en te betrekken bij alles rond de school en uw kind. Ouderbetrokkenheid stimuleren we door: Educatief partnerschap In het verleden was er een duidelijke taakverdeling tussen ouders / verzorgers en school. De school was verantwoordelijk voor het onderwijs en u als ouder / verzorger voor de opvoeding. Nu vindt er een verschuiving plaats naar ‘educatief partnerschap’. Dat wil zeggen: opvoeding en onderwijs zijn een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders/verzorgers en school. Al blijft het natuurlijk zo dat wij als school en u als ouder/verzorger verschillende eindverantwoordelijkheden hebben. Natuurlijk blijft u eindverantwoordelijk voor de opvoeding van uw kind. En wij blijven eindverantwoordelijk voor het onderwijs. Een voorwaarde voor goed educatief partnerschap is onderling vertrouwen tussen ouders / verzorgers en leraren. De gedachte achter educatief partnerschap dat richt zich op onze gemeenschappelijke inspanningsverplichting ten opzichte van uw kind. Als school streven we hetzelfde doel na als u: de optimale ontwikkeling van uw kind. Onderwijsondersteunend gedrag van ouders/verzorgers We nodigen u als ouder / verzorger gedurende het schooljaar uit voor diverse activiteiten, zoals een ouderinformatiebijeenkomst, een open dag (bijvoorbeeld in de vorm van een klusdag of familiedag). Ook organiseren we thema-avonden waarbij u andere ouders / verzorgers, deskundigen en leerkrachten kunt ontmoeten. In mei 2016 bestaat onze school 50 jaar, dit willen wij graag met u samen vieren. Bij feesten en vieringen nodigen we u uit om te helpen. U bent, na telefonische afspraak, ook altijd welkom voor een bezoek aan de klas om te kunnen beleven hoe we het onderwijs aan uw kind aanbieden. Ouders / verzorgers betrekken we ook bij het organiseren en de uitvoering van educatieve excursies.
Betrokkenheid van ouders / verzorgers (en leerlingen) bij keuze- en schakelmomenten zoals: 1 De bespreking van de uitkomsten van het loopbaanonderzoek (assessment) bij leerlingen uit het derde leerjaar van het VSO 2 De uitstroomrichting van leerlingen in de eindfase van het VSO Meten van ouder / verzorgertevredenheid Regelmatig houden we een tevredenheidsonderzoek onder ouders/verzorgers om het welbevinden en de betrokkenheid van u als ouder / verzorger te meten. De uitkomsten en verbeterpunten verwerken we in het jaarplan van de locatie. Heldere communicatie en informatieoverdracht Als ouder / verzorger ontvangt u een aantal maal per jaar onze digitale ouderinfo. Hierin vindt u allerlei informatie en foto’s van activiteiten. Tevens ontvangt u dagelijks het “heen-enweerschriftje” via de groepsleerkracht. Dit is een contactschriftje waarin we de gang van zaken van uw kind bijhouden. Op dit moment wordt onderzocht of het “heen-enweerschriftje” ook digitaal aangereikt kan worden. Ieder jaar draait er in alle groepen van het SO een gezamenlijk project. We nodigen u altijd uit voor de afsluiting van het project. Er is altijd een mogelijkheid een gesprek aan te vragen met de mentor of leerkracht over de voortgang van uw kind. Ouderraad We hebben een actieve ouderraad. De ouderraad organiseert en ondersteunt het team bij allerhande activiteiten. Daarnaast organiseert de ouderraad ieder schooljaar een informatieavond over een onderwerp dat gekozen wordt door de ouders / verzorgers. De namen van de leden van de ouderraad zijn: Maaike Oosterhof, voorzitter Marjo Korswagen, penningmeester Rina van Wingerden, secretaris Jeanine de Laat, Wilma Kalkman en Daniëlle Plomp Namens onze school zijn Rachel Kemperman en Marique Goos vertegenwoordigd in de ouderraad.
32
Medezeggenschapsraad (zie ook algemeen deel) Er zit een afvaardiging van ouders/verzorgers van elke school van Visio Zuid-Nederland (Breda, Grave en Rotterdam) in de medezeggenschapsraad (MR) en in de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) van Koninklijke Visio. Deze raden geven advies over allerlei beleidszaken van Visio Onderwijs. De vertegenwoordiging in de MR van de locatie Breda bestaat uit de volgende leden: Namens de ouders/verzorgers: dhr. E. Schrage en dhr. S. Plomp. Namens het personeel: Angèle Smulders (voorzitter) en Marique Goos (leraar). Dhr. F. Spijkers vertegenwoordigt namens de ouders/verzorgers van de locatie Breda in de GMR. Angèle Smulders (voorzitter) vertegenwoordigt het personeel van de locatie Breda in de GMR.
Samenwerking met andere partners Intern, binnen Visio
Samenwerking met andere scholen en ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio Er wordt steeds intensiever samengewerkt tussen de zes Visio-scholen en de twee afdelingen aob. De adjunct-directeuren spreken elkaar iedere drie weken, deels onder leiding van de directeuren onderwijs, maar ook in managementteamvergaderingen (MT). Ze bespreken voorstellen tot nieuw of aangepast beleid, ze volgen samen projecten, ze leggen verantwoording af over nagestreefde doelen en ze delen ideeën, bijvoorbeeld over de toekomstige organisatie en de inhoud van het onderwijs. Jaarlijks vindt een tweedaagse bijeenkomst over een bepaald thema plaats en momenteel volgt het voltallige MT een scholingstraject rond leiderschapskwaliteiten. Er zijn landelijke werkgroepen met vertegenwoordigers van diverse scholen en aob-afdelingen rond diverse thema’s. Deze staan onder leiding van een adjunct-directeur. Ook de coördinatoren van alle onderwijsvestigingen en –afdelingen komen regelmatig bij elkaar om te spreken over
Deel 2 / Speciaal onderwijs
thema’s die hen binden. Zoals het Opbrengst Gericht Werken (OGW) en de inhoud van het onderwijs per afdeling. Ook deze functionarissen komen jaarlijkse twee dagen samen. Zo wordt steeds meer kennis uitgewisseld en gezamenlijk doorontwikkeld.
Samenwerking met andere domeinen van Visio, direct leerlinggebonden Samenwerking Kind & Jeugd Om de zorg en dienstverlening aan leerlingen die behalve van onderwijs ook gebruik maken van hulp uit de andere domeinen van Visio (W&D of R&A) nog beter op elkaar af te stemmen, is het programma Kind & Jeugd gestart. Vanaf het schooljaar 2015-2016 stellen we voor kinderen en jongeren, ongeacht hun hulpvraag, domeinoverstijgend de toelating tot zorg of begeleiding binnen Visio vast. Dit gebeurt in de Commissie van Onderzoek (CVO, zie hieronder). Bij toelating is direct een basisplan met de gegevens van de toelatingsdiagnostiek, het persoonsbeeld, het perspectief met betrekking tot wonen, werken en vrijetijdsbesteding én het hoofddoel van de te ontvangen zorg of begeleiding beschikbaar. Dit basisplan is de onderlegger voor alle volgende deelplannen van de verschillende domeinen, waar het kind of de jongere zorg of begeleiding gaat ontvangen. We benoemen een procescoördinator, die ervoor moet waken dat alle deelplannen op elkaar en op het basisplan zijn afgestemd. Daarom vindt er periodiek overleg plaats met alle betrokkenen, ook met u als ouder / verzorger of met de leerling zelf. De procescoördinator is het eerste aanspreekpunt voor u als ouder / verzorger. Commissie van Onderzoek (CVO) Na aanmelding beoordelen we vanaf het schooljaar 2015-2016 in de binnen Visio domeinoverstijgende commissie Kind Jeugd Multidisciplinair Overleg 1 (KJMD1) of een kind toegelaten kan worden tot cluster 1-onderwijs. Dat geldt ook voor kinderen die al binnen Visio bekend zijn en de leeftijd van 3,5 jaar bereiken. Dan komt immers de vraag naar welk onderwijs ze gaan aan de orde. Het Kind Jeugd Multidisciplinair Overleg 1 (KJMD1) vervult hiermee de door het Ministerie van Onderwijs wettelijke opgelegde taak van de CVO. In het KJMD 1 zijn alle op
33
het primaire proces gerichte domeinen van Visio vertegenwoordigd. Namelijk de manager Onderwijs (voorzitter), een gedragswetenschapper (Revalidatie & Advies), een oogarts en een intaker CSB (Client Service Bureau), zo nodig aangevuld met een maatschappelijk werker, een AVG-arts (uit het domein W&D) of een andere vertegenwoordiger van een domein waarvan we inschatten, dat het de gewenste ondersteuning zal gaan leveren. Op grond van toelatingsdiagnostiek en andere gegevens stellen we vast of een kind toelaatbaar is tot Visio Onderwijs en / of zorg. Per regio en / of school fungeert tevens een tweede Commissie van Onderzoek, bestaande uit een manager Onderwijs, een gedragswetenschapper, een oogarts en een intaker of maatschappelijk werkende. Deze tweede commissie bepaalt jaarlijks of een leerling nog steeds tot de doelgroep van Visio Onderwijs behoort. Commissie Leerlingenzorg (CLz) Als de aangemelde leerling toelaatbaar is voor plaatsing op de school of in de aob, dan maakt u als ouder / verzorger in een eerste gesprek met een afgevaardigde uit de Commissie Leerlingenzorg (bij de aob betreft dit een ambulant begeleider) afspraken over de startdatum en andere relevante zaken. De Commissie Leerlingenzorg adviseert en ondersteunt de direct betrokkenen bij de leerling vervolgens bij het opstellen van een (eerste, voorlopig) ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) of begeleidingsplan (aob). De CLz verzorgt een advies aan de Commissie van Onderzoek (CVO) met betrekking tot de jaarlijkse evaluatie van dit plan en adviseert over het nieuwe plan en over continuering van de plaatsing, terug- of overplaatsing van de leerling. Ook andere zorg-, behandel- en onderwijsvragen kunnen voorgelegd worden aan de CLz. De commissie buigt zich ook over de resultaten van de leerlingen, analyseert de gegevens en besluit zo nodig tot aanpassing van de groepsdoelen en het onderwijsaanbod. In de CLz werken een schoolarts van de GGD, een gedragswetenschapper, coördinatoren en de adjunct-directeur van de school samen. Deze laatste is eindverantwoordelijk. Een oogarts, een maatschappelijk werker (beide van R&A) en een intaker (van CSB) zijn te consulteren door de commissie. De
beslissingen van de Commissie Leerlingenzorg zijn bindend. Verzorging door zorgassistenten in dienst van het Kindercentrum Sommige leerlingen hebben door hun beperking extra zorg nodig. Om onderwijs voor deze doelgroep mogelijk te maken, is Zorg in Onderwijs mogelijk. Ouders / verzorgers kunnen zorgbegeleiding binnen de onderwijstijd laten indiceren of zelf bekostigen. Voor elke leerling met een intensieve zorgvraag vullen we een inventarisatielijst in op de onderdelen persoonlijke verzorging en individuele begeleiding. Deze inventarisatie geeft zicht op de hoeveelheid tijd die besteed moet worden aan de zorgbehoefte van de leerling naast de “gebruikelijke zorg”. Als er een indicatie (Persoonsgebonden Budget of Zorg in Natura) afgegeven is, dan wel financiering mogelijk is van de extra zorg, dan kunnen we zorgassistenten via Wonen & Dagbesteding van Visio bekostigen en inzetten. Als ouder / verzorger komt u dan een zorgcontract overeen met dat domein. Samenwerking met Visio Cliëntservicebureau (CSB) Visio Onderwijs werkt samen met het Cliëntservicebureau als het gaat om het aanmeldingstraject (zie CVO), het verkrijgen van gegevens van externe partijen (zoals een tweedelijns oogarts) en het verwerven van zorgindicaties. Samenwerking met Visio Wonen & Dagbesteding Tussen Visio Onderwijs (de afdeling SO/VSOMB) en Wonen & Dagbesteding bestaat van oudsher een nauwe samenwerking. De meeste leerlingen van de afdeling SO/VSO-MB wonen bij hun ouders thuis, maar er zijn ook leerlingen die bij het domein Wonen & Dagbesteding wonen of er regelmatig logeren. Daarnaast biedt de dagbesteding aan een aantal leerlingen van de scholen dagopvang op de woensdagmiddag of vakantieopvang in vakanties. Visio Wonen & Dagbesteding biedt tevens thuiszorg: zorg op maat in de eigen thuissituatie. Samenwerking met Visio Revalidatie & Advies Voor het uitvoeren van diverse onderzoeken (zoals oogheelkundig onderzoek, visueel functieonderzoek, ontwikkelingsonderzoek,
34
visueel perceptie onderzoek) en voor behandelingen op het gebied van oriëntatie & mobiliteit en maatschappelijk werk, werken we samen met Visio Revalidatie & Advies. Samenwerking met de afdeling Kennis, Expertise en Innovatie (KEI) en de Visio Academie Alle scholen en afdelingen aob werken meer of minder intensief periodiek samen met de afdeling KEI. Ze nemen deel aan (soms langlopende) onderzoeken en projecten tot vergroting van de expertise van Visio, al dan niet in samenwerking met Nederlandse universiteiten en hogescholen. Voor (bij)scholing van medewerkers kunnen we putten uit het aanbod van de Visio Academie en meer specifiek uit het voor het onderwijs vastgestelde Corporate Curriculum. Samenwerking met Visio International Alle scholen en afdelingen aob kunnen gevraagd worden een rol te vervullen als het gaat om deskundigheidsbevordering van buitenlandse scholen en onderwijsorganisaties. Vertegenwoordigers van Visio Onderwijs worden dan door Visio International uitgezonden naar samenwerkingspartners van Visio in het buitenland. Extern, buiten Visio Schoolarts GGD De schoolarts van de Gemeentelijke Gezondheid Dienst (GGD), verbonden aan de Commissie Leerlingenzorg van de scholen, onderzoekt de leerlingen in ieder geval één keer na plaatsing binnen de school. In het instroomonderzoek screenen we de lichamelijke conditie van de leerling. Zo vindt een gehoortest en een meting van lengte en gewicht plaats. We vragen u als ouder / verzorger altijd om toestemming voor het uitvoeren van onderzoek bij uw kind. Therapeuten, werkzaam in dienst van school en vanuit een eigen praktijk Aan de school in Breda zijn therapeuten (fysiotherapie, logopedie en ergotherapie) werkzaam in dienst van de school en vanuit een eigen praktijk. Zij zijn gespecialiseerd in het bieden van zowel onderzoek- en voortgangsdiagnostiek als onderwijsondersteuning en behandeling. De Commissie Leerlingenzorg geeft al dan niet
Deel 2 / Speciaal onderwijs
toestemming voor nader onderzoek, voortgangsdiagnostiek of behandeling binnen onderwijstijd. We vragen u als ouder / verzorger altijd om toestemming voor het uitvoeren van onderzoek of het behandelen van uw kind. Samenwerking binnen het onderwijsveld, met Bartiméus In Nederland is het speciaal onderwijs onderverdeeld in vier clusters. Dat zijn Cluster 1: leerlingen met visuele beperkingen Cluster 2: leerlingen met auditieve beperkingen Cluster 3: zeer moeilijke lerende leerlingen, langdurige zieke leerlingen en leerlingen met lichamelijke beperkingen Cluster 4: leerlingen met psychiatrische problemen of gedragsproblemen. De scholen van Visio, Bartiméus en de aob van Visio en Bartiméus vormen samen cluster 1. Binnen cluster 1 werken we intensief samen op onder andere het gebied van de ontwikkeling van leerlijnen, Opbrengst Gericht Werken en expertise-uitwisseling. Samenwerking binnen het onderwijsveld, met andere clusters in het speciaal onderwijs Waar gewenst werken we vanuit de scholen en de ambulante onderwijskundige begeleiding samen met andere scholen of aob in het speciaal onderwijs. Uiteraard komen de aob’ers van Visio op scholen van de andere clusters om aan individuele leerlingen met een visuele beperking en hun docenten ondersteuning te bieden. Soms is er sprake van samenwerking in speciale projecten. Samenwerking binnen het onderwijsveld, met reguliere vormen van onderwijs en samenwerkingsverbanden Vanzelfsprekend komen aob’ers van Visio ook op reguliere scholen en opleidingen om individuele leerlingen en studenten met een visuele beperking en hun docenten ondersteuning te bieden. In het kader van passend onderwijs zijn door de aob-afdelingen van Visio contacten gelegd en contactpersonen aangewezen voor afstemming met alle samenwerkingsverbanden in Nederland. Visio maakt geen deel uit van deze samenwerkingsverbanden. We achten goede samenwerking wel van het grootste belang om te borgen dat onze expertise beschikbaar blijft
35
of komt voor alle leerlingen en studenten met een visuele beperking. Samenwerking met stageverlenende bedrijven of instellingen De scholen van Visio met een VSO-afdeling werken in het kader van het eindonderwijs aan hun leerlingen samen met bedrijven of instellingen, die een stageplaats buiten Visio kunnen bieden aan de leerlingen. Doel hiervan is het voorbereiden van de leerlingen op een soepele overgang naar werk of dagbesteding. Samenwerking met overige partijen Alle scholen en afdelingen aob werken samen met verwijzende instanties en behandelcentra, zoals oogheelkundige klinieken, oogpoli’s in ziekenhuizen, MEE, revalidatiecentra, thuiszorginstellingen, Centra voor Jeugd en Gezin, wijkteams, de afdelingen Jeugdzorg van de gemeenten en instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Het betreft hier samenwerking rondom de individuele leerling of (tijdelijke) projecten. Wij zijn aangesloten bij Zorg voor Jeugd, een digitale verwijsindex om kinderen in een zorgelijke thuissituatie in beeld te brengen bij andere betrokken partijen, bijvoorbeeld hulpverlenende instanties, en met hen af te stemmen over te ondernemen acties.
Overige zaken Veiligheid Melden van (bijna)-incidenten Door het melden en registreren van incidenten en (bijna)-incidenten krijgen we als school informatie die kan bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit en het voorkomen van ongevallen. Deze regeling is bedoeld voor medewerkers en bezoekers. Zij dienen fouten, ongevallen of (bijna)-ongevallen en risicovolle situaties te melden via het digitaal meldingssysteem Triasweb. De adjunctdirecteur behandelt alle meldingen vertrouwelijk. Indien relevant buigt de Commissie Leerlingenzorg zich er ook over. Zo nodig nemen we maatregelen om soortgelijke incidenten te voorkomen. Het beleid bij ernstige incidenten als vechtpartijen, diefstal en pestgedrag is direct gericht op gedragsverandering bij betrokkenen. Er is dan altijd een benadering op maat van de situatie. We maken geen standaardafspraken over hoe te handelen bij
dergelijke incidenten. Voor iedereen moet duidelijk zijn dat er een grens is overschreden. Ernstige incidenten hebben altijd consequenties voor de betrokken leerlingen. De adjunct-directeur bepaalt in samenspraak met de Commissie Leerlingenzorg en de desbetreffende mentor op welke wijze we ouders / verzorgers informeren. Bij diefstal en zedenzaken doet de school altijd aangifte. In andere situaties maken we een afweging of we aangifte doen. We stimuleren ouders en leerlingen om bij ernstige incidenten eveneens aangifte te doen. Pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik Landelijk is er veel aandacht besteed aan het signaleren van pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik. We hebben in de school gedragsregels opgesteld en in de lessen sociaal-emotionele vorming besteden we regelmatig aandacht aan het voorkomen van pesten. Alle medewerkers weten bij een vermoeden van kindermishandeling of seksueel misbruik hoe te handelen; hiervoor hebben ze in het voorjaar 2014 verplicht een toets moeten afleggen. Binnen Visio onderwijs is een notitie Pesten en Pestprotocol ontwikkeld. Het protocol voldoet aan de eisen van het Ministerie van OCW (wetgeving met betrekking tot de verplichting tot zorgplicht sociale veiligheid op school). Iedere Visio school voert een sociaal veiligheidsbeleid en monitort jaarlijks de sociale veiligheid waaronder het welbevinden van leerlingen. Daarnaast wijst elke school een medewerker aan, die het beleid op de school in het kader van het tegengaan van pesten coördineert en hiervoor als aanspreekpunt fungeert. Komend jaar zal er extra aandacht zijn voor een passend aanbod voor onze doelgroep. Bhv (bedrijfshulpverlening) Bhv‘ers zijn getraind om in geval van calamiteiten (brand, ontruiming, ongelukken) te handelen. Jaarlijks vinden er trainingen en schoolactiviteiten plaats, met als doel de bhv‘ers bij te scholen. Bedrijfshulpverleningsplan Op school is een bedrijfshulpverleningsplan aanwezig. In dit plan staat duidelijk beschreven hoe er gehandeld moet worden door de medewerkers van de school bij een
36
calamiteit (brand of een ernstig ongeval). Jaarlijks organiseren we een of meerdere ontruimingsoefeningen. EHBO Op school is een aantal gediplomeerde EHBO’ers aanwezig. De EHBO’ers worden jaarlijks (bij)geschoold. Visio Onderwijs Breda beschikt over een AED-apparaat. Risico-inventarisatie Periodiek maken we een risico-inventarisatie en vindt er controle plaats op deugdelijkheid van speeltoestellen en andere apparatuur. Voorbehouden en risicovolle handelingen Het beleid met betrekking tot het uitvoeren van voorbehouden en risicovolle handelingen is in 2014 geactualiseerd. Er zijn heldere afspraken vastgelegd over het uitvoeren van deze handelingen, het scholen van medewerkers en het autoriseren van geschoolde medewerkers. We zorgen dat die ook worden nagekomen. Leidraad voor ons is, dat u als ouder / verzorger altijd verantwoordelijk bent en blijft voor het verstrekken van duidelijke, actuele informatie over en toestemming voor het verrichten van voorbehouden en risicovolle handelingen, zoals het toedienen van medicatie. Medewerkers voeren op basis van een verzoek van u als ouder / verzorger en op basis van door u verstrekte gegevens de handelingen uit.
Gedragsregels Visiobreed hanteren wij de volgende kernwaarden: Vakmanschap; Inspiratie; Samenwerken; Initiatief; Ontwikkelen. Deze kernwaarden vormen de basis van ons onderwijs. Daaruit voortvloeiend zijn voor de school merkwaarden opgesteld. Hieronder volgt een uitwerking van deze merkwaarden in onze communicatieve basishouding. Betrouwbaar Benader het kind consequent en kom je afspraken na. Blijf met je aandacht volledig bij de leerling vanaf het moment dat er contact is. Ga niet in op ruis vanuit de omgeving zonder kind erbij te betrekken. Sluit een interactie altijd goed af.
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Richt de omgeving zo in, dat communicatie gestimuleerd wordt (ondersteunende communicatie binnen handbereik). Gedreven Schep kansen voor het opdoen van ervaringen, tot het uitlokken van beurtgedrag en voor actie-reactie. Creëer zinvolle communicatiekansen op momenten dat je toch met het kind bezig bent (in dagelijks terugkerende situaties). Laat duidelijk aan het kind merken dat je verwacht dat het communiceert (afwachtende houding). Volg het initiatief van het kind en beloon alle communicatiepogingen van het kind (bevestig door ja knikken/zeggen, instemmend benoemen). Eigen wijze Let goed op wat het kind bezighoudt, benoem dit en speel daar zo veel mogelijk op in (meedoen). Ga zoveel mogelijk in op alle pogingen/initiatieven tot contact die het kind op zijn eigen wijze aangaat (ontvangstbevestiging geven/vragen). Spreek het kind aan met een vriendelijke uitstraling (intonatie, gezichtsexpressie, houding en stem). Vernieuwend Laat het kind zien/voelen hoe het kan communiceren (voorbeeldfunctie). Maak gedurende de dag zo veel mogelijk gebruik van Totale Communicatie, passend bij het kind. Geef het kind genoeg tijd om te reageren op jouw communicatie om vervolgens hierop een initiatief te nemen. Veilig Kondig jezelf altijd (fysiek) aan, wend je toe, kijk het kind aan en ga op ooghoogte van het kind zitten. Op deze manier volg je het initiatief van het kind en kun je hier goed op ingaan. Communiceer met alle betrokkenen zoveel mogelijk op dezelfde wijze met het kind (communicatiepaspoort). Zorg voor herkenning en voorspelbaarheid (dit doe je door bijvoorbeeld herhaling en door consequent te zijn). Verwoord voor het kind wat je gaat doen (je eigen handeling), wat je ziet bij het kind en wat je van het kind verwacht.
Schorsen en verwijderen Ondanks alle aandacht die we besteden aan het bieden van een veilig klimaat binnen Visio
37
Onderwijs, kan het voorkomen dat een leerling de veiligheid van medeleerlingen of medewerkers op enigerlei wijze in gevaar brengt. Er volgt dan direct een gesprek met de leerling en zijn ouders/verzorgers. Eventueel kan de adjunct-directeur besluiten tot een time-out voor een bepaalde periode. Wanneer de problemen (zeer) ernstig zijn of wanneer na diverse time-outs de situatie niet beheersbaar blijkt, kan het bevoegd gezag op advies van de adjunct-directeur besluiten tot schorsing voor ten hoogste één week. Een schorsing maken we schriftelijk aan de ouders bekend en bespreken we direct met de betreffende leerling en zijn ouders. We melden de schorsing schriftelijk bij de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar. Als ook het schorsen niet het gewenste effect heeft, dan kan het verwijderen van de leerling van een school een vervolgstap zijn. De directie raadpleegt in dat geval de betrokken leraar en gaat een gesprek aan met de ouders/verzorgers. Vervolgens zal de directie het bevoegd gezag adviseren over het verwijderen van de leerling en dit advies voorzien van een deugdelijke motivering. Wanneer de ouders/verzorgers het niet eens zijn met het besluit, dan kunnen zij dit binnen zes weken schriftelijk kenbaar maken. Hierop moet het bevoegd gezag binnen vier weken reageren. De school heeft een inspanningsverplichting van acht weken om voor de leerling een geschikte andere school te vinden. De leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs worden van de situatie op de hoogte gesteld.
Klachtenregeling Het is van groot belang dat de school een veilige leeromgeving biedt en er kwalitatief goed onderwijs wordt geboden. De leeromgeving moet vrij zijn van ongewenste omgangsvormen zoals seksuele intimidatie, agressie en geweld. Visio voert een helder beleid rondom (sociale) veiligheid en stelt eisen aan haar eigen kwaliteit van onderwijs en bejegening. Mocht u, om welke reden dan ook, niet tevreden zijn en onvoldoende gehoor vinden bij de schoolleiding, dan kunt u gebruik maken van de klachtenregeling. Visio heeft een klachtenregeling voor leerlingen, cliënten en hun ouders/verzorgers. Binnen deze regeling zijn duidelijke procedures geformuleerd, zodat iedere klacht serieus en met zorg wordt behandeld.
Klacht indienen Er zijn twee manieren om een klacht in te dienen. De eerste mogelijkheid is het bespreken en behandelen van uw klacht of onvrede met de betrokken medewerker en eventueel de schoolleiding. De tweede mogelijkheid – of wanneer de eerste manier niet tot de gewenste oplossing heeft geleid – is het indienen van een klacht bij de onafhankelijke Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen.
Bespreking en behandeling van de klacht in onderling overleg Als een klacht in onderling overleg tussen ouders / verzorgers, leerling, medewerker en schoolleiding goed is besproken, dan leidt dit vaak tot een aanvaardbare oplossing. De ouders / verzorgers en de leerling kunnen hierbij hulp krijgen van een externe vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon kan ondersteuning bieden bij het verwoorden van de klacht of kan advies en informatie geven. Visio kiest voor externe vertrouwenspersonen omdat leerlingen of ouders / verzorgers zich vaak beter durven te uiten bij mensen die onafhankelijk zijn.
Behandeling door de Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen Het indienen van een klacht bij de Klachtencommissie betekent dat een meer formele procedure in gang wordt gezet dan bij het bespreken van de klacht met de direct betrokkenen. Een klacht moet binnen een jaar na de gedraging of beslissing worden ingediend, tenzij de Klachtencommissie anders beslist. De Klachtencommissie is een onafhankelijke commissie waarvan de leden niet aan Visio verbonden zijn. De Klachtencommissie onderzoekt de klacht en stelt de betrokken partijen in de gelegenheid om hierop een toelichting te geven. De Klachtencommissie doet binnen negen weken Schema ten behoeve van de indicatie
38
uitspraak in termen van ‘ongegrond’, ‘gegrond’ of ‘gedeeltelijk gegrond’. Ook kan de Klachtencommissie aanbevelingen doen om opnieuw optreden van de klacht te voorkomen of ter verbetering van een situatie.
Meer informatie en contact Op de website van Visio vindt u onder het kopje ‘Over Visio’ het onderwerp ‘Klachtenregeling’. Via die pagina kunt u de volledige klachtenregeling downloaden en treft u de gegevens van de externe vertrouwenspersoon en de Klachtencommissie aan. Privacy Persoonsgegevens van de leerling verwerken we met inachtneming van de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens. Relevante gegevens van de leerling nemen we op in het leerlingendossier en gebruiken we alleen voor het doel waarvoor ze zijn opgenomen. Wanneer de leerling aanvullende zorg of dienstverlening binnen Visio ontvangt (conform een overeenkomst) dan hebben degenen die direct betrokken zijn bij de uitvoering van de zorg of dienstverleningsovereenkomst inzage in de gegevens, voor zover dit nodig is voor uitoefening van hun werkzaamheden. Hiervoor geeft u als ouder / verzorger toestemming bij de aanmelding.
Bijlage: Toelatingscriteria Kinderen met visuele beperkingen die belemmerend zijn in het volgen van onderwijs en in de participatie in de onderwijsleeractiviteiten, kunnen we toelaten tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio. Na de aanmelding verrichten we verschillende oogheelkundige en zo nodig gedragswetenschappelijke onderzoeken en we verzamelen gegevens. Vervolgens besluiten we of een leerling wel of niet wordt toegelaten.
Deel 2 / Speciaal onderwijs
Oogheelkundig gezichtsscherpte =< 0,3 en/of gezichtsveld =< 30° en/of hemianopsie en/of leesvisus =< 0,25 gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
In combinatie met
Toelating Ja, altijd (behoort tot de doelgroep).
stoornissen in de lagere visuele functies (visueel sensorische functies en/of oculomotore functies) (bijvoorbeeld: specifieke functiestoornissen, zoals contrast-gevoeligheid en licht(over)gevoeligheid; gezichtsveldbeperking anders dan een concentrische beperking<30°) stoornissen in de hogere visuele functies (visueel perceptuele cognitieve functies en/of visuomotorische functies) ontbreken (dan wel zeer beperkt aanwezig zijn) van compensatiemogelijkheden
Toelating indien: 1 de visuele beperking samenhangt met meetbare visuele stoornissen 2 de visuele beperking leidt tot participatieproblemen 3 er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling of begeleiding geïndiceerd
gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
progressieve aandoening (die de ontwikkeling van het kind of de jongere bedreigt)
gezichtsscherpte > 0,5
stoornissen in de lagere en/of hogere visuele functies zoals beschreven bij gezichtsscherpte 0,3 – 0,5 interdisciplinair afwegen of er op grond van visuele beperkingen in het dagelijks leven en/of op grond van cerebrale aandoeningen van het visueel systeem voldoende indicaties zijn voor toelating tot onderzoek
Toelating indien de verwachting bestaat dat zich participatieproblemen zullen voordoen Toelating indien: 1 de visuele beperking samenhangt met meetbare visuele stoornissen 2 de visuele beperking leidt tot participatieproblemen 3 er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling of begeleiding geïndiceerd
Voor leerlingen met een gezichtsscherpte van 0,3 tot 0,5 kan toelating tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding (aob)
39
plaatsvinden, wanneer we op basis van onderzoek constateren dat de leerling overwegend is aangewezen op een
orthopedagogische en orthodidactische benadering.
Leerlingen met een meervoudige beperking Leerlingen met een visuele en verstandelijke beperking noemen we leerlingen met meervoudige beperkingen. Voor deze leerlingen gelden de toelatingscriteria op visueel gebied zoals hierboven beschreven.
Ernstige meervoudige beperkingen Naast een visuele en verstandelijke beperking kan er sprake zijn van een motorische beperking, autisme, progressieve ziektebeelden, epilepsie, spraaktaalproblematiek en/of slechthorendheid. Genoemde bijkomstige beperkingen zijn geen criteria voor toelating; de visuele beperkingen zijn immers leidend. Bij toelating is het echter wel belangrijk om zicht te krijgen op de ernst van de bijkomende beperking(en). Zo kunnen we de inzet van de onderwijs voorwaardelijke behandelingen en therapieën zo goed mogelijk integreren binnen het dagelijkse onderwijs aan de leerling. Als er sprake is van een kind met zeer ernstige gedragsproblemen of als duidelijk aantoonbaar is dat het kind geen ontwikkelingsmogelijkheden heeft, dan kunnen we het niet toelaten. Deze procedure wordt nogmaals besproken als de leerling twaalf jaar wordt. Als er sprake is van een grote persoonlijke zorgbehoefte en / of extra ondersteunende begeleiding van een kind op het gebied van algemene dagelijkse levensverrichtingen, dan kunnen we u verzoeken om extra zorgbegeleiding te faciliteren.
Informatieverstrekking door de school aan gescheiden ouders Als ouders/verzorgers scheiden, dan behouden zij meestal beiden het ouderlijk gezag over hun kind, ook al woont het kind maar bij één ouder/verzorger. De school behandelt deze ouders/verzorgers gelijkwaardig en informeert hen allebei over het functioneren en de ontwikkeling van hun kind. Dit is de school wettelijk verplicht. Dit betekent dat we beide ouders/verzorgers uitnodigen voor ouderavonden. De niet-verzorgende ouder/verzorger hoeft dus niet zelf om informatie te vragen. Als na een scheiding één van de ouders/verzorgers het ouderlijk gezag
40
krijgt toegewezen, dan verstrekt de school alleen informatie aan de gezaghebbende ouder/verzorger.
Jaarverslag Jaarlijks wordt een jaarverslag opgemaakt voor Koninklijke Visio als geheel. In het jaarverslag vindt evaluatie en verantwoording plaats van het beleid, de activiteiten en de resultaten. Ook de jaarrekening is in het jaarverslag opgenomen. Het jaarverslag wordt vóór 1 juni vastgesteld en openbaar gemaakt. In het jaarverslag is ook de verantwoording van Visio Onderwijs opgenomen. Het jaarverslag is via de website van Visio te downloaden.
Sponsoring Binnen Visio Onderwijs is geen algemeen beleid opgesteld op het gebied van sponsoring. Af en toe ontvangt een onderwijslocatie gelden als bijdrage voor bijvoorbeeld de financiering van speeltoestellen of voor het jaarlijks terugkerende kunstfestival.
Verzekering Voor de leerlingen van de scholen is een ongevallenverzekering afgesloten. Ook tijdens evenementen in schoolverband zoals bij een schoolkamp of tijdens stage is de verzekering van toepassing. Bagage is bij schoolactiviteiten niet verzekerd. Ook schade aan kleding of brillen is niet via de school verzekerd, noch diefstal van goederen. De school verzoekt u om voor uw kind een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
Vrijstelling onderwijsactiviteiten Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs zijn verplicht deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten uit het onderwijsprogramma. Voor sommige onderwijsactiviteiten kunnen zowel ouders / verzorgers als een meerderjarige, handelingsbekwame leerling vrijstelling vragen bij het bevoegd gezag. Voor de vrijgestelde activiteiten komen in dat geval vervangende onderwijsactiviteiten in de plaats, die beter aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van de leerling. Het bevoegd gezag bepaalt welke onderwijsactiviteiten dat zijn en onder welke voorwaarden een leerling vrijstelling kan krijgen. U moet er rekening mee houden dat we in principe geen zorg tijdens onderwijstijd
Deel 2 / Speciaal onderwijs
aanbieden, tenzij deze voorwaardelijk is voor deelname aan het onderwijs.
een groter publiek bestemd zijn vragen wij apart toestemming.
Praktische zaken van A tot Z
Gym- en zwemkleding
Activiteiten We besteden aandacht aan feesten en feestdagen als Sinterklaas en Kerstmis. Ook hebben we de teamdag, de dag van de beweging en het lentefeest. Daarnaast hebben wij jaarlijks een culturele week. Dit jaar zal deze week gecombineerd worden met het 50 jarig bestaan van de school. Voor de leerlingen organiseren we jaarlijks een schoolkamp of een schoolreisje.
Financiële regelingen Visio Onderwijs Breda biedt onderwijs dat gericht is op het verwerven van een volwaardige plaats in de maatschappij, op de gebieden wonen, werken , vrije tijd en samenleven. De school hecht daarbij veel waarde aan het leren samenwerken en samenleven. Wij willen de leerlingen toerusten voor het kunnen functioneren in de West Europese samenleving met haar waarden en normen. In de lessen “sociaal-emotionele vaardigheden” en “mens en maatschappij” of “oriëntatie op mens en wereld” wordt dan ook aandacht besteed aan ‘burgerschap’. De leerlingen oriënteren zich op hoe mensen met elkaar omgaan, op hoe mens problemen oplossen en op hoe mensen zin en betekenis geven aan hun bestaan. Het gaat over de deelgebieden democratie, participatie en identiteit.
Foto’s, video In het kader van festiviteiten worden regelmatig foto’s genomen van de leerlingen. Tevens worden er video-opnames gemaakt voor verschillende doeleinden. Dat kan zijn om het gedrag of de vaardigheden van de leerling in beeld te brengen maar ook om onze manier van werken aan anderen te tonen. Extern kunnen de foto’s en videobeelden gebruikt worden voor voorlichting, in de schoolgids, op de website en in andersoortige informatiemiddelen. Er wordt bij aanmelding middels een toestemmingsverklaring aan de ouders gevraagd om toestemming voor het maken en het gebruik van beeldmateriaal te verlenen. In principe geldt deze verklaring gedurende de gehele schoolperiode, tenzij de ouders anders aangeven. Als de beelden voor
41
Vrijwel alle leerlingen zwemmen onder begeleiding van een vaste begeleider. U dient voor uw kind voor de zwemkleding en een handdoek te zorgen. Voor de gymlessen in het vso verwachten wij dat u een T-shirt meegeeft.
Lesuitval De lesuitval bij Visio onderwijs Breda is minimaal. Vergaderingen en besprekingen zijn zoveel mogelijk na schooltijd. Bij ziekte van een leerkracht wordt deze direct vervangen of zoeken we binnen het team een andere oplossing.
Lunchpakket, fruit en tussendoortjes We verwachten dat u dagelijks eten en drinken voor in de pauzes aan uw kind meegeeft.
Overblijven Visio onderwijs Breda hanteert een continurooster. Dat wil zeggen dat de leerlingen van 09.15 uur tot 15.30 uur (m.u.v. woensdag tot 12.15 uur) op school aanwezig zijn. Ook tijdens de middagpauze zorgt de school voor opvang en toezicht.
Schoolbenodigdheden Op onze school worden alle benodigde materialen door de school verstrekt. Schooltijden Maandag 09.15 – 15.30 uur Dinsdag 09.15 – 15.30 uur Woensdag 09.15 – 12.15 uur Donderdag 09.15 – 15.30 uur Vrijdag 09.15 – 15.30 uur De middagpauze is van 12.55 – 13.25 uur.
Telefonisch contact Wij verzoeken u om alleen buiten de lestijden contact op te nemen met de klassenleiding of de therapeuten. Alleen in dringende gevallen kunnen wij u met hen doorverbinden.
Traktaties Wanneer uw kind jarig is, dan besteden wij daar graag aandacht aan. In principe wordt de verjaardag gevierd binnen de eigen groep. Wij adviseren u vooraf contact op te nemen met
de leerkracht, omdat sommige kinderen gehouden zijn aan een dieet.
Vakanties Herfstvakantie van 26 oktober 2015 tot en met 30 oktober 2015 Kerstvakantie van 21 december 2015 tot en met 1 januari 2016 Krokusvakantie 8 februari 2016 tot en met 12 februari 2016 Goede vrijdag 25 maart 2016 2e paasdag 28 maart 2016 Meivakantie 25 april 2016 tot en met 6 mei 2016 2e pinksterdag 16 mei 2016 Zomervakantie 25 juli 2016 tot en met 2 september 2016 Voor een overzicht van de studie- en leerlingvrije dagen verwijzen wij u naar de schoolkalender.
Verlof Extra verlof is niet mogelijk, tenzij er sprake is van artikel 13A van de Leerplichtwet. Er zijn twee soorten verlof: Extra vakantieverlof Extra verlof wegens gewichtige omstandigheden. Voor beide soorten verlof geldt dat er een maximum van tien dagen aan verbonden is. Bij extra vakantieverlof is alleen sprake van toekenning van verlof indien aantoonbaar is dat een van beide ouders door de specifieke aard van zijn of haar beroep niet in staat is om tijdens de schoolvakantie vakantie te genieten. Verlof dient schriftelijk aangevraagd te worden bij de directie van de school. Verlof kan nooit worden toegekend in de eerste twee weken na de zomervakantie. Bij extra verlof wegens gewichtige omstandigheden kan verlof worden toegekend bij bijzondere plezierige of minder plezierige gebeurtenissen zoals verhuizingen, gezinsuitbreiding, overlijden, huwelijk, et cetera. Ook dit verlof dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de directie van de school. Als er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd of genomen, dan dient de directie de aanvraag te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Indien de directie van de school het nodig vindt, kan er overleg met de leerplichtambtenaar plaatsvinden.
42
Vrije woensdagen voor leerlingen tot 7 jaar : 2-9, 9-9, 16-9, 23-9, 7-10, 14-10, 21-10, 411, 11-11, 18-11, 2-12, 9-12, 16-12-2015, 61-2016, 13-1, 20-1, 3-2, 17-2, 2-3, 9-3, 16-3, 23-3, 30-3, 6-4, 13-4, 20-4, 11-5, 18-5, 1-6, 8-6, 22-6, 5-7, 13-7, 20-7
Vervoer van en naar school Het vervoer van en naar school kan plaatsvinden per taxi of taxibus. U ontvangt bij inschrijving een vervoersverklaring waarmee u bij uw gemeente vervoer kunt aanvragen. Jaarlijks moet dit vervoer opnieuw door u als ouder tijdig worden aangevraagd.
Verzekeringen Schoolongevallenverzekering Uw kind is verzekerd tegen ongevallen die plaatsvinden op school, ook op de weg erheen en terug naar huis. Deze verzekering geldt ook bij alle activiteiten die worden ondernomen in schoolverband. Bagage is bij schoolactiviteiten niet verzekerd. Ook schade aan kleding en brillen komt niet voor vergoeding in aanmerking. Diefstal van goederen valt evenmin onder deze verzekering. Aansprakelijkheidsverzekering Het bestuur van de school heeft een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten voor al het personeel en alle vrijwilligers. Deze verzekering dekt de risico’s van het schoolbestuur, het personeel en iedereen die op verzoek van de directie activiteiten van kinderen begeleidt. De persoonlijke aansprakelijkheid van de kinderen valt niet binnen de dekking van deze verzekering.
Ziekmeldingen en schoolverzuim Indien een kind door ziekte of doktersbezoek afwezig is, dan dient dit zo spoedig mogelijk gemeld te worden bij het secretariaat van de school tussen 08.30 – 09.00 uur. Bij niet gemelde afwezigheid van de leerling nemen we zo snel mogelijk contact op met de ouders / verzorgers. Zoals u weet, is uw kind verplicht de lessen bij te wonen. Zijn er andere redenen dan ziekte om niet op school aanwezig te zijn, dan is het noodzakelijk om hiervoor schriftelijke toestemming te vragen aan de adjunct-directeur. Voor het aanvragen van verlof dient u een formulier in te vullen. Dit formulier kunt u bij de klassenleiding of het secretariaat van de school aanvragen. Voor
Deel 2 / Speciaal onderwijs
niet-leerplichtige leerlingen hanteren wij dezelfde regels.
Ziekte Een ziek kind hoort thuis te zijn en niet op school. Wanneer uw kind bijvoorbeeld koorts (38˚ of hoger) of diaree heeft, dan kan het niet naar school. Zorgt u er daarom ook altijd voor dat wij u kinnen bereiken voor het geval uw kind ziek wordt op school.
43
Deel 3 / Bijlagen Raad van Toezicht, Raad van Bestuur, medezeggenschap, klachtenregeling en informatieverstrekking Raad van Toezicht Koninklijke Visio Dhr. drs. E.F. Stoové (voorzitter) Mw. J. van Vliet MHA (vicevoorzitter) Dhr. drs. G. Joosten Dhr. prof. dr. G.P.M. Luyten Dhr. Z. Arslan Mw. drs. J.Ch. Pawlikowski Dhr. drs. R. Belle Raad van Bestuur Koninklijke Visio Dhr. drs. M. (Marten) de Bruine, MBA (voorzitter) Dhr. A.J.G. (Jo) Triepels, MHA
Wat is de medezeggenschapsraad (MR) en wie zitten er in? Visio Onderwijs bestaat formeel uit drie onderwijsinstellingen; Noord, Midden en Zuid. Elke onderwijsinstelling heeft een eigen medezeggenschapsraad (MR). De MR wordt gevormd door ouders en personeelsleden, die elk de helft van de zetels. De omvang van de MR is afhankelijk van het aantal leerlingen en het aantal schoollocaties. De MR van Zuid heeft in totaal twaalf zetels, de MR Midden en de MR Noord hebben acht zetels. De personeelsgeleding van de MR vertegenwoordigt zowel de medewerkers van de schoollocaties als de medewerkers van de ambulante onderwijskundige dienstverlening.
Wat doet de MR? De MR is een wettelijk orgaan met wettelijke taken en verantwoordelijkheden. De rechten en bevoegdheden van de MR staan beschreven in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). De MR heeft instemmingsrecht en adviesrecht over zaken die van wezenlijk belang zijn. De ouder- en personeelsgeleding van de MR moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met de schoolgids en het schoolreglement. Daarnaast heeft de oudergeleding instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. In
44
een aantal gevallen moet de directie over haar plannen met de school advies vragen aan de MR. De MR kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan de directie. De directie is verplicht om ieder advies dat de MR geeft serieus te nemen, maar mag de adviezen wel terzijde schuiven. De directie is gericht op een positieve manier van samenwerken met de MR. Samen staan zijn voor het doel om optimale kansen te bieden aan leerlingen met visuele beperkingen.
Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Voor Visio Onderwijs als geheel bestaat een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad die periodiek overleg voert met het bestuur van Visio. De GMR bestaat net als de MR uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. Voor iedere geleding zijn zes zetels beschikbaar, zodat er in totaal twaalf zetels zijn. Een belangrijk deel van de GMR-leden is tevens MR-lid. Ook zonder MR-lid te zijn, is het echter mogelijk om GMR-lid te worden. De GMR praat mee over alle zaken die betrekking hebben op het gehele onderwijs van Visio. De GMR heeft instemmingsrecht over een nieuw strategisch beleidsplan voor Visio Onderwijs of wijzigingen in de onderwijskundige doelstellingen. Ook wordt er aan de personeelsgeleding bijvoorbeeld instemming gevraagd op personele inzet (bestuursformatieplan). Gezamenlijk moeten de ouder- en personeelsgeleding adviseren over het strategisch beleidsplan en wijzigingen in de organisatiestructuur. De gesprekspartner van de GMR is het bestuur van Visio.
Lid worden van de MR of de GMR? In de MR en GMR bent u dicht bij de bron. U bent snel op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en beleidszaken in het onderwijs van uw kind. U denkt en praat erover mee. Door uw deelname aan de MR of GMR krijgt u inzicht in de manier waarop Visio Onderwijs met financiën, personeel en voorzieningen omgaat. Uw stem wordt gehoord en u heeft dus daadwerkelijk invloed.
Deel 3 / Bijlagen
De MR en de GMR vergaderen een aantal keer per jaar. De MR-vergaderingen vinden plaats in de regio (Zuid, Midden of Noord) waarvoor de MR is ingesteld. De GMR-vergaderingen vinden in Huizen plaats. Af en toe organiseren we een studieavond over een onderwerp dat door de MR of GMR zelf bepaald is. We vergoeden de reiskosten voor de MR- en GMRleden en als ouder ontvangt u een presentievergoeding. Is na het lezen van deze informatie uw nieuwsgierigheid gewekt, heeft u belangstelling voor deze taak of wilt u wat meer weten? Neem dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken via de volgende e-mailadressen: MR Zuid:
[email protected] | MR Midden:
[email protected] | MR Noord:
[email protected] | GMR:
[email protected].
Klachtenregeling Het is van groot belang dat de school een veilige leeromgeving biedt en er kwalitatief goed onderwijs wordt geboden. De leeromgeving moet vrij zijn van ongewenste omgangsvormen zoals seksuele intimidatie, agressie en geweld. Visio voert een helder beleid rondom (sociale) veiligheid en stelt eisen aan haar eigen kwaliteit van onderwijs en bejegening. Mocht u, om welke reden dan ook, niet tevreden zijn en onvoldoende gehoor vinden bij de schoolleiding, dan kunt u gebruik maken van de klachtenregeling. Visio heeft een klachtenregeling voor leerlingen, cliënten en hun ouders. Binnen deze regeling zijn duidelijke procedures geformuleerd, zodat iedere klacht serieus en met zorg wordt behandeld. Klacht indienen Er zijn twee manieren om een klacht in te dienen. De eerste mogelijkheid is het bespreken en behandelen van uw klacht of onvrede met de betrokken medewerker en eventueel de schoolleiding. De tweede mogelijkheid – of wanneer de eerste manier niet tot de gewenste oplossing heeft geleid – is het indienen van een klacht bij de onafhankelijke Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen.
45
Bespreking en behandeling van de klacht in onderling overleg Als een klacht in onderling overleg tussen ouders, leerling, medewerker en schoolleiding goed is besproken, dan leidt dit vaak tot een aanvaardbare oplossing. De ouders en de leerling kunnen hierbij hulp krijgen van een externe vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon kan ondersteuning bieden bij het verwoorden van de klacht of kan advies en informatie geven. Visio kiest voor externe vertrouwenspersonen omdat leerlingen of ouders zich vaak beter durven te uiten bij mensen die onafhankelijk zijn. Behandeling door de Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen Het indienen van een klacht bij de Klachtencommissie betekent dat een meer formele procedure in gang wordt gezet dan het bespreken van de klacht met de direct betrokkenen. Een klacht moet binnen een jaar na de gedraging of beslissing worden ingediend, tenzij de Klachtencommissie anders beslist. De Klachtencommissie is een onafhankelijke commissie waarvan de leden niet aan Visio verbonden zijn. De Klachtencommissie onderzoekt de klacht en stelt de betrokken partijen in de gelegenheid om hierop een toelichting te geven. De Klachtencommissie doet binnen negen weken uitspraak in termen van ‘ongegrond’, ‘gegrond’ of ‘gedeeltelijk gegrond’. Ook kan de Klachtencommissie aanbevelingen doen om opnieuw optreden van de klacht te voorkomen of ter verbetering van een situatie. Meer informatie en contact Op de website van Visio vindt u onder het kopje ‘Over Visio’ het onderwerp ‘Klachtenregeling’. Via die pagina kunt u de volledige klachtenregeling downloaden en treft u de gegevens van de externe vertrouwenspersoon en de Klachtencommissie aan.
Jaarverslag Jaarlijks wordt een jaarverslag opgemaakt voor Koninklijke Visio als geheel. In het jaarverslag vindt evaluatie en verantwoording van het beleid plaats, de activiteiten en de resultaten. Ook de jaarrekening is in het jaarverslag opgenomen. Het jaarverslag wordt vóór 1 juni vastgesteld en openbaar gemaakt. In het jaarverslag is ook de verantwoording
van Visio Onderwijs opgenomen. Het jaarverslag is via de website van Visio te downloaden.
Ongevallenverzekering Voor de leerlingen van de scholen is een ongevallenverzekering afgesloten. Ook tijdens evenementen in schoolverband zoals bij een schoolkamp of tijdens stage is de verzekering van toepassing. Bagage is bij schoolactiviteiten niet via de school verzekerd. Schade aan kleding of brillen evenmin. Ook diefstal van goederen valt niet onder de verzekering van school. Tot slot verzoekt de school u om voor uw kind een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten. Privacy Persoonsgegevens van de leerling verwerken we met inachtneming van de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens. Relevante gegevens van de leerling nemen we op in het leerlingendossier en gebruiken we alleen voor het doel waarvoor ze zijn opgenomen. Wanneer de leerling aanvullende zorg of dienstverlening binnen Visio ontvangt (conform een overeenkomst) dan hebben degenen die direct betrokken zijn bij de uitvoering van de zorg of dienstverleningsovereenkomst inzage in de gegevens, voor zover dit nodig is voor uitoefening van hun werkzaamheden. Hiervoor geeft u als ouder toestemming bij de aanmelding.
Schorsen en verwijdering Ondanks alle aandacht die we besteden aan het bieden van een veilig klimaat binnen Visio Onderwijs – er is bijvoorbeeld een protocol aanwezig over het voorkomen en aanpakken van (cyber-)pesten – kan het voorkomen dat een leerling de veiligheid van medeleerlingen of medewerkers op enigerlei wijze in gevaar brengt. Er volgt dan direct een gesprek met de leerling en zijn ouders. Eventueel kan de adjunct-directeur besluiten tot een time-out voor een bepaalde periode. Wanneer de problemen (zeer) ernstig zijn of wanneer na diverse time-outs de situatie niet beheersbaar blijkt, kan het bevoegd gezag op advies van de adjunct-directeur besluiten tot schorsing voor ten hoogste één week. Een schorsing maken we schriftelijk aan de ouders bekend en bespreken we direct met de betreffende leerling en zijn ouders. De schorsing melden we schriftelijk bij de
46
Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar. Als ook het schorsen niet het gewenste effect heeft, dan kan het verwijderen van de leerling van een school een vervolgstap zijn. De directie raadpleegt in dat geval de betrokken leraar en gaat een gesprek aan met de ouders. Vervolgens zal de directie het bevoegd gezag adviseren over het verwijderen van de leerling en dit advies voorzien van een deugdelijke motivering. Wanneer de ouders het niet eens zijn met het besluit, dan kunnen zij dit binnen zes weken schriftelijk kenbaar maken. Hierop moet het bevoegd gezag binnen vier weken reageren. De school heeft een inspanningsverplichting van acht weken om voor de leerling een geschikte andere school te vinden. De leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs stellen we van de situatie op de hoogte.
Vrijstelling onderwijsactiviteiten Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs zijn verplicht deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten uit het onderwijsprogramma. Voor sommige onderwijsactiviteiten kunnen zowel de ouders als een meerderjarige, handelingsbekwame leerling vrijstelling vragen bij het bevoegd gezag. Voor de vrijgestelde activiteiten komen in dat geval vervangende onderwijsactiviteiten in de plaats, die beter aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van de leerling. Het bevoegd gezag bepaalt welke onderwijsactiviteiten dat zijn en onder welke voorwaarden een leerling vrijstelling kan krijgen. U moet er rekening mee houden dat we in principe geen zorg tijdens onderwijstijd aanbieden, tenzij deze voorwaardelijk is voor deelname aan het onderwijs.
Informatieverstrekking door de school aan gescheiden ouders Als ouders scheiden, dan behouden zij meestal beiden het ouderlijk gezag over hun kind, ook al woont het kind maar bij één ouder. De school behandelt deze ouders gelijkwaardig en informeert hen allebei over het functioneren en de ontwikkeling van hun kind. Dit is de school wettelijk verplicht. Dit betekent dat we beide ouders uitnodigen voor ouderavonden en rapportbesprekingen en dat zij beiden de rapporten krijgen toegestuurd. De nietverzorgende ouder hoeft dus niet zelf om
Deel 3 / Bijlagen
informatie te vragen. Als na een scheiding één van de ouders het ouderlijk gezag krijgt toegewezen, dan verstrekt de school alleen informatie aan de gezaghebbende ouder.
Belangrijke adressen Koninklijke Visio Visio Onderwijs www.visio.org/onderwijs Onderwijs Amsterdam >>> so en vso Slotermeerlaan 103 1063 JN Amsterdam T 088 585 60 00
[email protected] Onderwijs Breda >>> (v)so-mb Galderseweg 65 4836 AC Breda T 088 585 82 00
[email protected] Onderwijs Grave >>> so, vso en (v)so-mb Jan van Cuykdijk 1 5361 HM Grave T 088 585 82 50
[email protected] Onderwijs Haren >>> (v)so-mb Rijksstraatweg 284 9752 CL Haren T 088 585 75 00
[email protected] Onderwijs Huizen >>> so en (v)so-mb Oud Bussummerweg 76 1272 RX Huizen T 088 586 17 00
[email protected] Onderwijs Rotterdam >>> so, vso en (v)so-mb Heindijk 4 3079 PM Rotterdam T 088 585 83 30
[email protected]
47
Visio ambulante onderwijskundige begeleiding Aob Zuid-Nederland Heindijk 4 3079 PM Rotterdam T 088 58 58 299
[email protected] Aob Noord-Nederland Oud Bussummerweg 76 1272 RX Huizen T 088 586 17 00
[email protected]
Cliëntservicebureau Koninklijke Visio Aanmelding en informatie T 088 585 85 85
Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen Postbus 1180 1270 BD Huizen T 088 585 85 52
[email protected]
Raad van Bestuur Koninklijke Visio Amersfoortsestraatweg 180 1272 RR Huizen T 088 585 50 00
Afkortingen en begrippen Aob: ambulante onderwijskundige begeleiding AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten CCE: Centrum voor Consultatie en Expertise CIZ: Centrum Indicatiestelling Zorg CSB: Cliëntservicebureau CvO: Commissie van Onderzoek Cvi: cerebrale visuele inperking CLz: Commissie Leerlingzorg GMR: gemeenschappelijke medezeggenschapsraad INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit Kdv: kinderdagverblijf Mb: meervoudige beperking Vvb: visuele en verstandelijke beperking MR: medezeggenschapsraad OPP: ontwikkelingsperspectiefplan OCW: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen
PRO: praktijkonderwijs SO: speciaal onderwijs VSO: voortgezet speciaal onderwijs Cluster 1: alle scholen voor leerlingen met een visuele beperking Didactische benadering: de wijze van overdracht van kennis en vaardigheden Expertise: specifieke deskundigheid Fysieke herinrichting: de aanpassingen in de leeromgeving zowel binnenin als rondom de school Groepsplan: organisatie van het onderwijs voor een groep leerlingen waarbij we planmatig werken aan de leer- en ontwikkelingsdoelen van de verschillende leerlingen en tegemoet komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen in die groep Individueel ondersteuningsplan: plan waarin de afspraken zijn opgenomen tussen leerling en Visio Zorg over doelen van de ondersteuning en de wijze waarop getracht wordt deze te bereiken Leerlijn: aanwijzingen om met tussendoelen te komen tot een kerndoel Leerlingvolgsysteem: systeem om de ontwikkeling van een leerling te volgen en die te kunnen vergelijken met de beginsituatie Leerroute: pakket van kern- en tussendoelen behorende bij een bepaalde categorie leerlingen Leren leren: visie binnen het onderwijs gericht op het ontwikkelen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid; deze visie heeft drie pijlers: leerling-initiatief, de leerkracht als coach en een rijke leeromgeving Motorische ontwikkeling: ontwikkeling van de grove bewegingen (zoals lopen, rennen, springen en zwemmen) en de fijne bewegingen (zoals knippen, schrijven en tekenen) Onderwijs-zorgarrangement: totaal van onderwijs- en zorgdoelen die binnen de onderwijstijd gesteld worden Onderwijsvoorwaardelijke zorg: zorg die nodig is om onderwijs mogelijk te kunnen maken voor een leerling Ontwikkelingsperspectief: verwachte uitstroombestemming of -niveau van een soleerling aan het eind van het speciaal onderwijs of van een vso-leerling aan het eind van het voortgezet speciaal onderwijs; ook voor leerlingen die ambulante
48
onderwijskundige begeleiding ontvangen stellen we een ontwikkelingsperspectief op Ontwikkelingsperspectiefplan: individueel plan voor een leerling in het (v)so of een leerling in het regulier onderwijs die ambulante begeleid wordt, waarin de – met u als ouder overeengekomen – handelingsgerichte aanpak is beschreven die gericht is op het behalen van het vastgelegde ontwikkelingsperspectief Oriëntatie en mobiliteit: bewustzijn van waar je je bevindt in de ruimte en je daarin kunnen verplaatsen Orthopedagogische benadering: afstemmen van het handelen op leerlingen. Dit handelen is gericht op het creëren van een omgeving waarin de leerlingen tot onderwijs en ontwikkeling kunnen komen Orthodidactische benadering: afstemmen en aanpassen van de manier van onderwijs geven aan leerlingen met sociale problemen, leer- of gedragsproblemen, om de leerlingen tot leren en ontwikkeling te laten komen (of daarin verder te stimuleren) Pedagogisch klimaat: creëren van een omgeving waarin opvoedkundig verantwoord gewerkt wordt Pedagogische benadering: de opvoedkundige benadering van de leerling Toelatingscriteria: criteria waaraan een leerling moet voldoen om te worden toegelaten Uitstroommogelijkheden: mogelijkheden ná school, zoals vervolgonderwijs, betaalde arbeid, gesubsidieerde arbeid of dagopvang Verwijzers voorwerpen (of delen daarvan), plaatjes, foto’s of tekens die verwijzen naar een handeling, een ruimte of een activiteit Zelfredzaamheid: het zich zelfstandig kunnen redden bij alledaagse handelingen Zintuiglijke ontwikkeling: ontwikkeling van de zintuigen, zoals visus, gehoor, tast, geur en smaak.
Bijlage: Toelatingscriteria Kinderen met visuele beperkingen die belemmerend zijn voor het onderwijsleerproces en de participatie in de onderwijsleeractiviteiten, kunnen worden toegelaten tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio. Na de aanmelding worden verschillende oogheelkundige onderzoeken verricht en gegevens verzameld. Vervolgens wordt er
Deel 3 / Bijlagen
besloten of iemand wel of niet wordt toegelaten.
Schema ten behoeve van de indicatie Oogheelkundig
In combinatie met
Toelating
gezichtsscherpte =< 0,3 en/of gezichtsveld =< 30° en/of hemianopsie en/of leesvisus =< 0,25 gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
gezichtsscherpte > 0,5
Ja, altijd (behoort tot de doelgroep).
- stoornissen in de lagere visuele functies (visueel sensorische functies en/of oculomotore functies) (bijvoorbeeld: specifieke functiestoornissen, zoals contrast-gevoeligheid en licht(over)gevoeligheid; gezichtsveldbeperking anders dan een concentrische beperking<30°) - stoornissen in de hogere visuele functies (visueel perceptuele cognitieve functies en/of visuomotorische functies) ontbreken (dan wel zeer beperkt - aanwezig zijn) van compensatiemogelijkheden
progressieve aandoening (die de ontwikkeling van het kind of de jongere bedreigt)
Toelating indien: 1. 2. 3.
de visuele beperking samenhangt met meetbare visuele stoornissen de visuele beperking leidt tot participatieproblemen er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is
Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling of begeleiding geïndiceerd
Toelating indien de verwachting bestaat dat zich participatieproblemen zullen voordoen
- stoornissen in de lagere en/of hogere visuele functies zoals beschreven bij gezichtsscherpte 0,3 – 0,5 - interdisciplinair afwegen of er op grond van visuele beperkingen in het dagelijks leven en/of cerebrale aandoeningen van het visueel systeem voldoende indicaties zijn voor toelating tot onderzoek
Toelating indien: 1. 2. 3.
de visuele beperking samenhangt met meetbare visuele stoornissen de visuele beperking leidt tot participatieproblemen er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is
Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling of begeleiding geïndiceerd
Voor leerlingen met een gezichtsscherpte van 0,3 tot 0,5 kan toelating tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding plaatsvinden, wanneer we op basis van onderzoek constateren dat de leerling overwegend is aangewezen op een orthopedagogische en/of orthodidactische benadering.
49
Leerlingen met een meervoudige beperking Leerlingen met een visuele én een verstandelijke beperking noemen we leerlingen met meervoudige beperkingen. Voor deze leerlingen gelden de toelatingscriteria op visueel gebied zoals hierboven beschreven. Ernstige meervoudige beperkingen Naast een visuele en verstandelijke beperking kan er sprake zijn van een motorische beperking, autisme, progressieve ziektebeelden, epilepsie, spraaktaalproblematiek
en/of slechthorendheid. Genoemde bijkomstige beperkingen zijn geen criteria voor toelating; de visuele beperkingen zijn immers leidend. Bij toelating is het echter wel belangrijk om zicht te krijgen op de ernst van de bijkomende beperking(en). Zo kunnen we de inzet van onderwijsvoorwaardelijke behandelingen en therapieën zo goed mogelijk integreren binnen het dagelijkse onderwijs aan de leerling. Als er sprake is van een kind met zeer ernstige gedragsproblemen of als duidelijk aantoonbaar is dat het kind geen ontwikkelingsmogelijkheden heeft, dan kunnen we het niet toelaten. Als er sprake is van een grote persoonlijke zorgbehoefte en/of extra ondersteunende begeleiding van een kind op het gebied van algemene dagelijkse levensverrichtingen, dan kunnen we verzoeken extra zorgbegeleiding te faciliteren.
Nuttige adressen Alle locaties van Visio zijn te vinden op www.visio.org onder het kopje ‘Adressen’. De routebeschrijving naar de scholen kunt u vinden bij ‘Adressen onderwijs’. Oogvereniging Postbus 2344 3500 GH Utrecht T 030 299 28 78 www.oogvereniging.nl
[email protected] Ooglijn (informatiepunt bij oogproblemen) T 030 294 54 44 Stichting Oogfonds Nederland Postbus 2086 3500 GB Utrecht T 030 254 57 11 www.oogfonds.nl
[email protected] Worldwide Vision (levert producten voor mensen met een visuele, auditieve en/of leesbeperking) Luxemburgstraat 7 5061 JW Oisterwijk T 013 528 56 66 www.worldwidevision.nl
[email protected]
50
Iris Huys (levert hulpmiddelen voor slechtziende en blinde mensen) James Wattstraat 13 b 2809 PA Gouda T 0182 52 58 89 www.irishuys.nl
[email protected] Aangepast Lezen Postbus 84010 2508 AA Den Haag T 070 33 81 500 www.aangepastlezen.nl
[email protected] Dedicon Postbus 24 5360 AA Grave T 0486 48 64 86 www.dedicon.nl
[email protected] Stichting Uitgeverij XL Huygensstraat 1 2721 LT Zoetermeer T 070 367 60 58
[email protected] www.uitgeverijxl.nl Uitgeverij Grote Letter Bibliotheek Postbus 583 7400 AN Deventer T 0570 64 37 47 www.groteletter.nl
[email protected] OV-Begeleiderskaart Argonaut Advies Postbus 305 3720 AH Bilthoven T 030 - 235 46 61 www.ov-begeleiderskaart.nl Onderwijsinspectie Voor vragen aan de Inspectie van het Onderwijs kunt u contact opnemen met: T 1400 (u betaalt alleen de gebruikelijke belkosten) www.onderwijsinspectie.nl
Visio Onderwijs
Visio Onderwijs is er voor kinderen van vier tot twintig jaar met een visuele beperking, al dan niet in combinatie met een andere beperking. Visio Onderwijs biedt speciaal onderwijs (so), voortgezet speciaal onderwijs (vso) en onderwijs aan kinderen met een meervoudige beperking (mb). “Perspectief voor elk kind” is een belangrijk uitgangspunt van ons onderwijs. We willen als onderwijsorganisatie íeder kind, ongeacht de individuele beperkingen, een perspectief voor de toekomst bieden. Vijfenzeventig procent van de kinderen met een visuele beperking gaat naar een gewone school met behulp van ambulante onderwijs kundige begeleiding door Visio. Daarnaast heeft Visio onderwijs locaties in zes gemeenten: in Amsterdam (so en vso), Breda (mb), Grave (so, vso, mb), Haren (so en mb), Huizen (so en mb) en Rotterdam (so, vso en mb). De kerndoelen, zoals die binnen het reguliere onderwijs gelden, zijn het uitgangspunt en er bestaat voor leerlingen vanaf twaalf jaar de mogelijkheid om deel te nemen aan praktijkonderwijs, vmbo of havo.
Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen www.visio.org
011.049.072015
Volg ons op:
De foto op de voorzijde van deze schoolgids geeft aan hoe wij bij Visio Onderwijs werken. Wij stimuleren onze leerlingen om optimale leerresultaten te behalen. Dit doen wij onder andere door gebruik te maken van allerlei ondersteunende middelen. Een leerling is aan het werk in een gewone taalles. Hij maakt gebruik van digitale vergrotingssoftware. De plaats van het beeldscherm is dichtbij zijn gezichtsveld. De koptelefoon zorgt voor auditieve ondersteuning. Op deze manier kan een leerling zelfstandig werken.
62