Handleiding Visio

www.dubbelklik.nu

Handleiding

Visio 2013

Deze handleiding is onderdeel van Dubbelklik, een lesmethode Technologie, ICT/ Loopbaanoriëntatie en Intersectoraal

Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand dan wel openbaar gemaakt in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere wijze, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. All rights reserved. No part of this book may be reproduced, stored in a database or retrieval system, or published, in any form or in any way, electronically, mechanically, by print, photo print, microfilm or any other means without prior written permission from the publisher.

Ondanks alle zorg die aan dit boek is besteed kunnen auteurs, redacteuren en uitgever geen aansprakelijkheid aanvaarden voor eventuele schade, die zou kunnen voortvloeien uit enige fout, die in dit boek zou kunnen voorkomen. Colofon © Eduklik april 2014

2 DUBBELKLIK - HANDLEIDING VISIO 2013

Inhoudsopgave 1. Wat is Visio? ....................................................................................... 4 2. Openen ............................................................................................. 5 2.1 Een nieuw document openen ................................................................ 5 2.2 Een bestaand document openen ............................................................ 5 3. Opslaan ............................................................................................. 6 3.2 Een document tussentijds opslaan .......................................................... 7 4. Een ontwerp afdrukken .......................................................................... 8 4.1 Bestand afdrukken ............................................................................ 8 4.2 Afdrukvoorbeeld ............................................................................... 8 5. Beginnen met een ontwerp ...................................................................... 9 6. Pagina- en tekenschalen ....................................................................... 10 7. Invoegen van shapes ............................................................................ 13 8. Zoeken naar andere shapes .................................................................... 14 9. Zelf een lijn, rechthoek, cirkel of vorm tekenen ........................................... 15 10. Grootte veranderen ............................................................................ 17 11. Handige toepassingen .......................................................................... 18 12. Tekst invoegen .................................................................................. 19 13. Maatlijnen ....................................................................................... 20 14. Mogelijkheden in Visio - Tabbladen .......................................................... 22 15. Help .............................................................................................. 25

DUBBELKLIK - HANDLEIDING VISIO 2013

3

1. Wat is Visio? Microsoft Visio is een programma waarmee je bouwtekeningen, stroomdiagrammen en nog veel meer overzichten kunt maken. Het programma bevat veel ingebouwde sjablonen om als uitgangspunt te gebruiken voor je ontwerp. Daarna kun je verschillende vormen en onderwerpen je tekening in slepen. Een tekening ziet er bijvoorbeeld zo uit:


2. Openen 2.1 Een nieuw document openen Een nieuw document openen doe je als volgt: 

Klik op Bestand | Nieuw | Lege tekening | Maken of

2.2 Een bestaand document openen Een bestaand document openen doe je als volgt:  

Klik op Bestand | Openen | Computer | Bladeren of Via de sneltoetsen Ctrl + o | Computer | Bladeren

Je komt dan in het venster Openen

  

Kies de map of schijf uit waar jouw documenten staan. Bijvoorbeeld de E:-schijf Klik op het document om het te selecteren (het is nu blauw) Klik op de knop Openen om het document te openen


5

3. Opslaan Het is verstandig om regelmatig je werk tussentijds op te slaan. Dat voorkomt dat je het werk over moet doen als bijv. de stroom uitvalt of de computer vastloopt. 3.1 Een document opslaan  Klik op Bestand | Opslaan als... | Computer | Bladeren of  Via de sneltoetsen Ctrl + S | Computer | Bladeren Je komt dan in het venster Opslaan:



Klik op het mapje in de bovenste regel of kies een plaats op je computer (in het overzicht links)




Typ achter bestandsnaam de naam die je aan het bestand wilt geven.



Wanneer je het document een naam hebt gegeven, klik je op de knop Opslaan.

3.2 Een document tussentijds opslaan Het is verstandig om regelmatig het werk tussentijds op te slaan. 

Daarvoor gebruik je het floppysymbooltje op je werkbalk. Als je deze methode gebruikt terwijl je je werk nog niet eerder hebt opgeslagen dan kom je alsnog in het "opslaan als" venster.


7

4. Een ontwerp afdrukken 4.1 Bestand afdrukken  Klik op Bestand | Afdrukken en kies voor één van de twee mogelijkheden.

Je    

kunt hier een aantal zaken instellen, zoals: welke printer je wilt gebruiken (bij meerdere printers) de eigenschappen van de printer (bijvoorbeeld als je zwartwit wil afdrukken bij een kleurenpagina) welke pagina's je wilt afdrukken hoe je de pagina's gesorteerd wilt hebben

Een andere manier om het venster afdrukken op te roepen is: Ctrl+P 

Klik op Afdrukken

4.2 Afdrukvoorbeeld Je ziet naast de printerinstellingen het afdrukvoorbeeld staan.


5. Beginnen met een ontwerp Als je Visio start krijg je eerst het beginscherm te zien zoals hieronder staat. Je kunt dan kiezen wat je precies wilt gaan maken. Meestal zul je in de opdrachten gebruik maken van de keuze om een bouwtekening te gaan maken. Met deze optie kun je namelijk gemakkelijk verschillende plattegronden maken. Dit doe je als volgt: 

Start Visio



Dubbelklik op het sjabloon, bijvoorbeeld: Woningplattegrond. Visio opent met een leeg veld.


9

6. Pagina- en tekenschalen Als je een sjabloon hebt geopend krijg je een ‘leeg veld’ te zien. Je weet nog niet welke schaal en welke formaten worden gebruikt. In de volgende stappen wordt er duidelijk gemaakt hoe je de instellingen kunt maken zoals jij die graag wilt hebben.

Stap 1  Klik op het Tabblad Ontwerpen | Pagina-instelling

Stap 2  Ga naar het tabblad Printerinstelling: Kies hier alvast het papierformaat waarop je de tekening later wilt printen.


Stap 3  Ga naar het tabblad Paginaformaat. Je stelt hier het paginaformaat in waarop je tekent. 

Kies voor: ‘Hetzelfde als papierformaat van printer’.



Klik op Toepassen en daarna op OK.

Stap 4  Klik op het tabblad Tekenschaal: Hier kun je kiezen voor de verhouding. Bijvoorbeeld: 1cm is in werkelijkheid 25 centimeter. 

Vul bij ‘Vooraf gedefinieerde schaal’ bijvoorbeeld in: 1 : 25


11

!

Hoe bereken je de juiste tekenschaal? Doe dit op de volgende manier:  A: Wat is de breedte in cm die je moet tekenen?  B: Wat is de breedte van het papierformaat in cm.?  Deel de grootste maat die je moet tekenen (A) door de breedte van het papier (B). Nu weet je de juiste tekenschaal. Voorbeeld: Je moet een plattegrond tekenen van 4000 cm breed. De grootste maat is dus 4600 cm. Je wilt tekenen op A4-papier. Dit papier is 21 cm breed. Berekening: 4000 21 = 190. De berekende schaal is dus 1 op 190 (1:190). Je moet dan de best passende schaal in Visio kiezen. In dit geval is dat 1 : 200.

Stap 5  Klik op het tabblad Eigenschappen van Pagina 

Geef je tekening een passende Naam.



Geef de Maateenheden aan die je wilt gebruiken in de tekening. Bijvoorbeeld Millimeter.


7. Invoegen van shapes Na het openen van een sjabloon zie je een leeg veld. Hierin ga je je tekening maken. Dit doe je door verschillende shapes (= vormen) in te voegen. De shapes zie je aan de linkerzijde staan.

Voeg een shape als volgt in:  Klik op een shape (= vorm) die je wilt gebruiken. Bijvoorbeeld op Kamer. 

Sleep deze naar de tekening toe (houd je linker muisknop ingedrukt).



Laat de muis los op de juiste plaats. De shape is nu in het tekenveld gezet.


13

8. Zoeken naar andere shapes Soms zoek je een afbeelding (shape) die niet in het rijtje staat. Dan kun je Visio laten zoeken naar de afbeelding die jij in je tekening wilt gebruiken. Doe dit als volgt: 

Klik op Zoeken



Typ een onderwerp dat jij wilt gaan gebruiken in je tekening, bijvoorbeeld het woord ‘stroom’.



Druk op <enter>.

Het volgende scherm verschijnt:



Klik op een afbeelding / vorm en houd je linker muisknop ingedrukt. Bijvoorbeeld ‘Energie’.



Laat de muis los op de plaats waar je de afbeelding wilt neerzetten. De afbeelding staat nu in je tekening.


9. Zelf een lijn, rechthoek, cirkel of vorm tekenen Soms zoek je een vorm die niet als shape bestaat. Dan kun je in Visio een vorm tekenen. Doe dit als volgt: 

Ga naar het tabblad start en klik daarna op



Selecteer het onderwerp dat jij wilt gaan gebruiken in je tekening.



Gebruik je linkermuisknop om in het tekenveld de vorm te tekenen die je wilt.



Voorbeeld: Tekenen van een lijn Hieronder zie een lijn getekend van 10 cm. Houd bij het tekenen rekening met de schaal waarop je tekent. Hieronder is een schaal gebruikt: 1 centimeter = 1 meter. Deze lijn is in ‘het echt’ dus 10 meter lang.



Aanwijzingen Tijdens het tekenen geeft het programma aanwijzingen: - het vierkant geeft aan dat je aansluit op een bestaande lijn.


15

Stoppen 

Als je wilt stoppen met tekenen klik je weer op het pijltje



Verwijderen of ongedaan maken Als je een lijn die je hebt getekend ongedaan wilt maken, gebruik je de sneltoetscombinatie CTR-Z of klik je op het pijltje

ongedaan maken.


10. Grootte veranderen Als je een shape hebt ingevoegd in je tekening, wil je deze ook bewerken. Dit kan op verschillende manieren: 1. Trek de shape tot het formaat dat jij wilt hebben

2. Klik met je rechtermuisknop op één van de lijnen, kies daarna voor Shape opmaken. Hier kun je direct aangeven hoe groot de shape moet worden.


17

11. Handige toepassingen 11.1 Onderdelen uit sjablonen gebruiken In het programma Visio zijn een aantal onderdelen uit de sjablonen beschikbaar om in te voegen. Dit kan bijvoorbeeld een deur zijn, maar kan ook een bureau of iets anders.

11.2 Een shape passend maken 

Houd de shape een tijdje ‘boven’ de plek waar het moet komen.



Er verschijnt een groen vierkantje.



De shape wordt automatisch ‘passend’ gemaakt.



Laat de muis los.


12. Tekst invoegen Soms is het handig om een toelichting of opmerking in je tekening in te voegen. Dit doe je als volgt: 

Ga naar Start I Tekst



Kies een passend tekstvak.



Sleep het tekstvak naar de plaats waar je de tekst wilt plaatsen in het tekenveld.



Pas eventueel de lettergrootte en het lettertype aan.


19

13. Maatlijnen In een technische tekening kunnen maatlijnen niet ontbreken. Een maatlijn is een lijn die de grootte aangeeft van het getekende object.

13.1 Maatlijn invoegen 1. Zoek naar een shape voor maatlijnen. (In hoofdstuk 8 is uitgelegd hoe je shapes moet zoeken). Typ bijv. als zoekterm ‘maatlijnen’ in. 2. Selecteer één van de gevonden shapes en sleep die naar je tekening. 3. Plaats de shape op de gewenste plaats in de tekening, waarbij de uiteinden van de lijnen het object raken.

! !

Tip 1 Sluiten de lijnen niet exact aan op het object? Zet dan het beeld op 100%. (zie tabblad ‘Beeld’).

Tip 2 Soms is het nodig om meerdere maatlijnen aan dezelfde kant van het object te plaatsen. Plaats de lijnen dan naast of boven elkaar, zoals hieronder.

13.2 Maatlijn verplaatsen Als je op de maatlijn klikt verschijnen er verschillende gekleurde punten. Hiermee kun je de breedte en hoogte van de maatlijnen wijzigen.


13.3 Maatlijn opmaken 1. Klik met de rechter muisknop op de maatlijn. 2. Kies Shape opmaken. 3. Je kunt nu allerlei onderdelen aanpassen, zoals de tekst (o.a. lettertype en lettergrootte), de lijn (o.a. patroon, dikte en kleur) en de opvulling (o.a. kleur en patroon).


21

14. Mogelijkheden in Visio - Tabbladen In het programma Visio kun je veel beïnvloeden, maar niet alle opties zijn direct zichtbaar. Het is handig om te weten waar je de mogelijkheden kunt vinden. De mogelijkheden staan achter de tabbladen.

Tabblad Start

1

2

3

4

Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden zoals je deze ook in de andere Officeprogramma’s aantreft: 1. De kopieer, knip en plakfuncties. Ook wel het klembord genoemd. 2. Alle mogelijkheden over het lettertype en de bijbehorende opmaakmogelijkheden. 3. Uitlijning van de shapes en tekst. 4. Extra mogelijkheden zoals verbindingen tussen shapes aangaan, tekst toevoegen.

Tabblad Invoegen

1

2

3

4

5

Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden: 1. Het snel invoegen van een nieuwe pagina. 2. Het invoegen van afbeeldingen vanuit een andere plaats in je computer. 3. Bijschriften toevoegen. 4. Een hyperlink opnemen naar bijvoorbeeld een internetpagina. 5. Een tekstvak invoegen zoals in andere Officeprogramma’s. Ook is er de optie object invoegen zoals een Worddocument of een ander bestand dat je als bijlage in het bestand wilt opnemen.


Tabblad Ontwerpen

2

1

3

Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden: 1. De instellingen van je blad en het afdrukken. Zie hoofdstuk 6 van deze handleiding. 2. De thema’s om je ontwerp van de juiste lay-out te voorzien. 3. Achtergronden en randen instellen van je ontwerp.

Tabblad Gegevens

. 2

1

3

Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden: 1. Hier kun je externe gegevens zoals een exceldocument koppelen aan je shape. 2. Deze knoppen kun je gebruiken om een legenda toe te voegen aan je ontwerp. 3. Hier wordt de mogelijkheid geboden om diverse opties niet weer te geven in je ontwerp.

Tabblad Controleren

1

2

3

Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden: 1. Taalkundig je ontwerp controleren. 2. Opmerkingen toevoegen aan je ontwerp. 3. Hier kun je diverse markeringen of tekeningen toevoegen aan je ontwerp. Let op: de optie Inkt heb je nodig in een opdracht bij de module Tomaten in beweging.


23

Tabblad Beeld

1

2

3

4

5

6

Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden: 1. Het volledige scherm weergeven zonder alle hulpmiddelen voor een maximaal overzicht van je ontwerp. 2. Hier kun je aangeven welke hulpmiddelen je tijdens het werken met het ontwerp zichtbaar wilt hebben. 3. Inzoomen, je breedte van het ontwerp aan je scherm aanpassen enz. 4. Deze opties kun je gebruiken om de diverse shapes automatisch aan elkaar te laten verbinden. Ook is het mogelijk om verbindingspunten wel of niet zichtbaar te laten zijn. 5. Met deze optie kun je de open staande vensters rangschikken op je beeldscherm. 6. Macro’s zijn vooraf geprogrammeerde acties die in je ontwerp aanpassingen aanbrengen. Dit is lastig voor de gemiddelde gebruikers.

Tabblad Plattegrond

1 Achter dit tabblad vind je de mogelijkheden: 1. Hier kun je aangeven welke onderdelen je wel of niet wilt weergeven tijdens het werken met diverse shapes.


15. Help Als je niet weet hoe iets moet kun je bij de Help van Visio opzoeken hoe je het moet doen. Visio heeft een goede help-functie. Om hulp te gebruiken:  Klik op F1 dan ga je naar Microsoft Office help voor Visio. 

Er verschijnt dan een venster.



Vul een trefwoord in en klik op het loepje. Je krijgt dan een lijst met onderwerpen te zien die met dat trefwoord te maken hebben.


25


Handleiding Visio

Recommend Documents