MS Visio Professional Module 0 MS Visio Professional, versie 2002 (NL) Nummer: 303 (19092002)
© The Courseware Company Niets van deze uitgave mag verveelvoudigd worden en/of openbaar worden gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van The Courseware Company.
VOORWOORD
Geachte cursist(e), Van harte welkom bij deze opleiding! Om van een goede start verzekerd te zijn, hebben wij ter introductie een aantal zaken op papier gezet. Voor u ligt het cursusboek waarin de lesstof van de opleiding is opgenomen. Dit boek is tijdens de cursus bedoeld als hulpmiddel. U krijgt daarin een stapsgewijze uitleg met duidelijke voorbeelden. Daardoor heeft dit cursusboek (welk uw eigendom is) ook een grote waarde als naslagwerk. U kunt daarin informatie terugzoeken en uw kennis opfrissen. Tijdens een klassikale training geeft de trainer een duidelijke, centrale uitleg en zal u intensief begeleiden bij het uitvoeren van opdrachten. U krijgt zodoende de stof snel onder de knie. Wanneer u vragen heeft of extra uitleg wenst, aarzelt u dan niet de trainer te raadplegen. Tijdens een individuele training heeft de trainer een actiefbegeleidende rol. Hij/zij zal u helpen wanneer u problemen heeft met, of vragen heeft over de leerstof. Wij wensen u een leerzame en plezierige opleiding!
ALGEMENE CURSUSINFORMATIE
Opbouw van het cursusmateriaal Het materiaal voor deze cursus is opgebouwd uit algemene informatie, een of meer modules en een algemene index. De volgorde waarin u de modules kunt doorlopen wordt hieronder getoond in een stroomdiagram. Algemene informatie De algemene informatie is opgebouwd uit: − Voorwoord; − Algemene cursusinformatie; − Algemene inhoudsopgave. Moduleopbouw Elke lesmodule behandelt een specifieke werkzaamheid en komt qua duur overeen met een dagdeel. Iedere module is opgebouwd uit: − Hoofdstukken (zie volgende paragraaf); − Case (opgave over de gehele module). Hoofdstukopbouw Ook de hoofdstukken hebben een vaste opbouw: Opbouw
Omschrijving
Inleiding
Korte tekst over de toepasbaarheid van het te behandelen onderwerp.
Uitleg
Bespreking van een bepaalde functie of handeling. Stappenplan van uit te voeren handelingen. Aan de hand van een specifiek voorbeeld kunt u het geleerde oefenen aan de computer.
Procedures
Algemene opsomming van uit te voeren handelingen. Deze procedures zijn handig als naslagwerk.
Opgaven
De opgaven zijn beschrijvend. U dient zelf de oplossingen te bedenken, hetgeen alleen mogelijk is als u de stof uit het hoofdstuk heeft begrepen.
Algemene index In deze index vindt u, op alfabetische volgorde, alle trefwoorden die in het materiaal worden gebruikt.
1
The Courseware Company
Module 0
Structuurschema De structuur van de cursus MS Visio Professional 2002 NL is als volgt: Module Module11 Basivaardigheden Basisvaardigheden
Module 2 Module 2 Tekeningen Tekeningen maken maken
U kunt aan de hand van dit schema zelf het leertraject uitstippelen.
2
Algemene inhoudsopgave
The Courseware Company
Conventies In het cursusmateriaal worden de volgende schrijfwijzen en symbolen gehanteerd: Symbool/Schrijfwijze
Betekenis Geeft aan dat u een bestand van schijf moet openen om praktijkoefeningen te kunnen maken. In het materiaal wordt ervan uitgegaan dat deze lesbestanden zich bevinden in de map 'C:\Mijn Documenten\Basis.xxx' of 'C:\Mijn Documenten\Vervolg.xxx'1 De xxx staan voor het nummer van de cursus zoals vermeld op het titelblad.
☺
Hiermee wordt een tip, een wetenswaardigheid aangegeven. Hiermee wordt aangegeven dat een bepaalde handeling kan worden uitgevoerd met de rechtermuisknop. Hiermee wordt een waarschuwing gegeven. Geeft het begin aan van een praktijkoefening. Naast dit symbool vindt u, in een opsomming, de geleide instructie om de oefening te maken.
Cursief
Alle namen van onderdelen die u op het scherm kunt lezen worden cursief weergegeven.
""
Tekst die u wordt verondersteld in te typen, is tussen aanhalingstekens geplaatst. Typ alleen de tekst, niet de aanhalingstekens, tenzij anders aangegeven.
Shift+F1
Toetsencombinaties met een plusteken tussen de toetsnamen geven aan dat u de eerstgenoemde toets ingedrukt moet houden, terwijl u de tweede typt.
Home,
Toetsencombinaties met een komma tussen de toetsnamen geven aan dat u de toetsen na elkaar moet typen.
Gebruik van scheidingstekens In de verschillende pakketten wordt gebruikgemaakt van scheidingstekens voor decimale komma, duizendtalpunt en argumentscheider (listseparator). Deze worden in het cursusmateriaal opgenomen zoals ze gelden bij de standaardinstallatie van het betreffende pakket.
1
Of in het Engelse equivalent C:\My Documents…
3
Algemene Inhoudsopgave
Module 1 Basisvaardigheden Hoofdstuk 1 Wat is MS Visio ........................................................................ 1-1 Inleiding................................................................................................................................... 1-1 Office integratie ................................................................................................................... 1-1 Database ondersteuning ..................................................................................................... 1-1 Organisatiediagram ................................................................................................................ 1-2 Projectmanagement................................................................................................................ 1-2 Stroomdiagram ....................................................................................................................... 1-3 Kantoorinrichting ..................................................................................................................... 1-4 Netwerkdiagram...................................................................................................................... 1-5
Hoofdstuk 2 Kennismaken met Visio .......................................................... 1-7 Starten en afsluiten van Visio ................................................................................................. 1-7 Visio afsluiten ...................................................................................................................... 1-8 Schermonderdelen ................................................................................................................. 1-9 Lege tekening...................................................................................................................... 1-9 Werkbalken ....................................................................................................................... 1-10 Taakvenster ...................................................................................................................... 1-11 Weergavenopties .................................................................................................................. 1-12 Vensters gebruiken ........................................................................................................... 1-12 Help gebruiken...................................................................................................................... 1-14 Microsoft Visio Help .......................................................................................................... 1-14 Het tabblad Inhoud............................................................................................................ 1-15 Het tabblad Antwoordwizard ............................................................................................. 1-16 Het tabblad Index .............................................................................................................. 1-16 Tekstvak voor help op de menubalk ................................................................................. 1-17 Procedures............................................................................................................................ 1-17 Opgaven ............................................................................................................................... 1-20
Hoofdstuk 3 Eenvoudige tekening maken ................................................ 1-21 Nieuwe tekening maken ....................................................................................................... 1-21 Tekenen ............................................................................................................................ 1-21 Tekst toevoegen ................................................................................................................... 1-22 Tekst bij een shape ........................................................................................................... 1-22 Tekst in een tekstshape .................................................................................................... 1-22 Tekst wijzigen.................................................................................................................... 1-23 Shape selecteren.................................................................................................................. 1-23 Meerdere shapes selecteren ............................................................................................ 1-23 Tekening opslaan ................................................................................................................. 1-24 Tekening sluiten en bestaande tekening openen ................................................................. 1-25 Bestaande tekening openen ............................................................................................. 1-26 Procedures............................................................................................................................ 1-26 Opgaven ............................................................................................................................... 1-28
Hoofdstuk 4 Tekening op basis van een sjabloon ................................... 1-29 Basisbegrippen ..................................................................................................................... 1-29 Gebruik van een sjabloon ..................................................................................................... 1-30 Een nieuwe tekening maken op basis van een sjabloon .................................................. 1-30 Tekenen met behulp van stencils ..................................................................................... 1-32 Werken met shapes.............................................................................................................. 1-33 Shapes verplaatsen .......................................................................................................... 1-33 Shapes vergroten of verkleinen ........................................................................................ 1-33 Shapes verwijderen........................................................................................................... 1-34
5
The Courseware Company
Algemene inhoudsopgave
Shapes dupliceren ............................................................................................................ 1-34 Zoeken naar modellen ...................................................................................................... 1-34 Werken met meerdere stencils ............................................................................................. 1-35 Stencil openen .................................................................................................................. 1-35 Stencil sluiten .................................................................................................................... 1-36 Sjabloon zelf maken ............................................................................................................. 1-37 Nieuw stencil maken ......................................................................................................... 1-37 Stencil opslaan.................................................................................................................. 1-37 Sjabloon opslaan............................................................................................................... 1-37 Procedures............................................................................................................................ 1-39 Opgaven ............................................................................................................................... 1-41
Hoofdstuk 5 Afdrukken ............................................................................... 1-43 Afdrukvoorbeeld.................................................................................................................... 1-43 Afdrukken.............................................................................................................................. 1-44 Procedures............................................................................................................................ 1-45 Opgaven ............................................................................................................................... 1-46
Hoofdstuk 6 Paginaopmaak ....................................................................... 1-47 Pagina-instellingen ............................................................................................................... 1-47 Pagina-instellingen voor de afdrukpagina wijzigen........................................................... 1-47 Pagina-instellingen voor de tekenpagina wijzigen ............................................................ 1-48 Marges wijzigen en de tekening centreren ....................................................................... 1-49 Kop- en voetteksten.............................................................................................................. 1-51 Procedures............................................................................................................................ 1-51 Opgaven ............................................................................................................................... 1-53
Hoofdstuk 7 Case ........................................................................................ 1-55 Index............................................................................................................. 1-57
Module 2 Tekeningen maken Hoofdstuk 1 Objectopmaak .......................................................................... 2-1 Open shapes opmaken........................................................................................................... 2-1 Opmaak via de werkbalk..................................................................................................... 2-1 Opmaak via het menu ......................................................................................................... 2-2 Opmaken van gesloten shapes .............................................................................................. 2-3 Voorgrond- en achtergrondkleur bij vulpatronen ................................................................ 2-4 Tekst opmaken ....................................................................................................................... 2-5 Opmaak kopiëren ................................................................................................................... 2-6 Procedures.............................................................................................................................. 2-6 Opgaven ................................................................................................................................. 2-8
Hoofdstuk 2 Positioneren van shapes ...................................................... 2-11 Spiegelen en roteren ............................................................................................................ 2-11 Roteren over een willekeurige hoek.................................................................................. 2-11 Uitlijnen ................................................................................................................................. 2-12 Uitlijnen op het raster ........................................................................................................ 2-13 Shapes onderling uitlijnen ................................................................................................. 2-13 Uitlijnen met behulp van een dynamische raster .............................................................. 2-14 Uitlijnen met hulplijnen ...................................................................................................... 2-15 Spreiden................................................................................................................................ 2-15 Volgorde van shapes wijzigen .............................................................................................. 2-16 Groeperen............................................................................................................................. 2-16 Procedures............................................................................................................................ 2-17 Opgaven ............................................................................................................................... 2-19
Hoofdstuk 3 Verbinden van shapes........................................................... 2-21 Verbinden van shapes met behulp van een verbindingslijn ................................................. 2-21
6
Algemene inhoudsopgave
The Courseware Company
Punt tot punt verbinding .................................................................................................... 2-22 Shape tot shape verbinding .............................................................................................. 2-23 Verbindingen maken met behulp van een connector shape ................................................ 2-25 Connector shape voor punt tot punt verbindingen............................................................ 2-25 Procedures............................................................................................................................ 2-26 Opgaven ............................................................................................................................... 2-27
Hoofdstuk 4 Het werkblad van een shape................................................. 2-31 De ShapeSheet..................................................................................................................... 2-31 ShapeSheet secties .......................................................................................................... 2-32 ShapeSheet gegevens wijzigen........................................................................................ 2-33 Procedures............................................................................................................................ 2-34 Opgaven ............................................................................................................................... 2-35
Hoofdstuk 5 Werken met pagina's ............................................................. 2-37 Nieuwe pagina invoegen ...................................................................................................... 2-37 Achtergrondpagina's ............................................................................................................. 2-38 Achtergrondpagina koppelen aan een voorgrondpagina.................................................. 2-38 Nieuwe voorgrondpagina maken met achtergrond........................................................... 2-40 Bestaande tekening als achtergrondpagina...................................................................... 2-40 Paginabeheer........................................................................................................................ 2-41 Tekeningverkenner ........................................................................................................... 2-41 Reorganiseren van pagina's ............................................................................................. 2-41 Pagina invoegen, verwijderen en paginanaam wijzigen ................................................... 2-42 Procedures............................................................................................................................ 2-42 Opgaven ............................................................................................................................... 2-44
Hoofdstuk 6 Werken met lagen .................................................................. 2-45 Gebruik van lagen................................................................................................................. 2-45 Laageigenschappen.......................................................................................................... 2-47 Nieuwe lagen maken ............................................................................................................ 2-48 Bestaande shapes toewijzen aan lagen ........................................................................... 2-48 Shapes zonder laagtoewijzing .......................................................................................... 2-49 Lagen beheren...................................................................................................................... 2-49 Lagen verwijderen............................................................................................................. 2-49 Lagen een nieuwe naam geven........................................................................................ 2-50 Lagen op een achtergrond gebruiken ............................................................................... 2-50 Procedures............................................................................................................................ 2-50 Opgaven ............................................................................................................................... 2-52
Hoofdstuk 7 Gegevens exporteren en importeren ................................... 2-55 Visio tekening plakken in een andere toepassing ................................................................ 2-55 Tekening plakken in Word ................................................................................................ 2-55 Geselecteerde shapes plakken......................................................................................... 2-55 Gegevensvelden ................................................................................................................... 2-56 Gegevens exporteren en importeren.................................................................................... 2-57 Organigramgegevens exporteren naar een MS Excel werkmap ...................................... 2-57 Organigramgegevens importeren uit een MS Excel werkmap ......................................... 2-58 Procedures............................................................................................................................ 2-62 Opgaven ............................................................................................................................... 2-64
Hoofdstuk 8 Case ........................................................................................ 2-67 Index............................................................................................................. 2-71
7