Visio Onderwijs Schoolgids Rotterdam 2016-2017
1
Inhoudsopgave Voorwoord Ontwikkelen van vaardigheden en mogelijkheden Werken aan perspectief Kwaliteit van onderwijs Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen Perspectief voor iedereen Het onderwijs van Koninklijke Visio Indeling Visio Onderwijs Instellingsplan Het onderwijsaanbod Leerlingenaantallen Organogram Visie op onderwijs - waar Visio Onderwijs voor staat − ‘Perspectief voor elk kind’ − Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet − Pedagogisch klimaat en veiligheid − Zorg in Onderwijs − Medisch handelen Aanmeldingsprocedure en toelatingscriteria Passend Onderwijs Kwaliteitszorg − Opbrengstgericht werken − High Performance Schools (HPS) Inspectie van het Onderwijs Ontwikkelingsperspectief (OPP) Leerlingenzorg Leerlingen volgsysteem “Groepsfoto”, “schoolfoto” en “clusterfoto” Groepsplannen Handelingskalender Individuele begeleiding en/of behandeling en/of verzorging Verantwoording onderwijstijd
Deel 2 / De afdelingen en expertise van Visio Onderwijs Speciaal onderwijs (so en so-mb) − Uitstroomprofielen en leerroutes − Leerroute MB, variant A − Leerlijnen − Leerstof en aanbod Voortgezet speciaal onderwijs (vso en vso-mb) − Uitstroomprofiel vervolgonderwijs − VMBO Basisberoepsgerichte leerweg − Uitstroomprofiel arbeid − Uitstroomprofiel dagbesteding − Loopbaanonderzoek (assessment)
2
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
6 6 6 7 8 8 8 8 8 9 10 11 11 11 12 12 12 13 13 13 14 14 14 14 15 16 16 16 16 17 17 17
pagina
18
pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina pagina
18 18 18 19 19 20 20 20 20 21 21
3
4
5
Deel 1
Voorwoord Voor u ligt de schoolgids van Visio Onderwijs. Visio Onderwijs maakt deel uit van Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen. Leerlingen met een visuele beperking, al dan niet in combinatie met een andere beperking, kunnen bij ons terecht tijdens hun volledige onderwijsloopbaan. Wij bieden primair onderwijs en voortgezet onderwijs aan op scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs, evenals ambulante onderwijskundige begeleiding voor kinderen die onderwijs volgen op reguliere of speciale scholen uit een van de andere clusters. Ook bieden we ambulante ondersteuning in het vervolgonderwijs (mbo, hbo en universiteit).
de zogenaamde ‘21ste eeuwse didactiek’. Onze leerlingen bereiden we voor op deelname aan de hedendaagse kennis- en netwerksamenleving. Het gaat om kritisch denken en probleemoplossend vermogen, samenwerken in netwerken en persoonlijk leiderschap, wendbaarheid en aanpassingsvermogen, initiatief en ondernemerschap, effectieve communicatie, nieuwsgierigheid en verbeeldingskracht. We bevorderen maximale integratie in het –zo thuis nabij mogelijkregulier onderwijs. Het onderwijs op onze scholen is
Deze schoolgids geeft uitgebreide informatie over onze scholen voor kinderen en jongeren met een visuele en/of meervoudige beperking. De schoolgids biedt praktische informatie en maakt duidelijk wat Visio Onderwijs de leerling en zijn ouders te bieden heeft.
Ontwikkelen van vaardigheden en mogelijkheden Het onderwijs op de Visio-scholen sluit nadrukkelijk aan bij het onderwijs op reguliere scholen. Op aangepaste wijze hanteren wij dezelfde kerndoelen als in het regulier basisonderwijs. Voor leerlingen vanaf twaalf jaar is er de mogelijkheid om praktijkonderwijs, vmbo of havo te volgen, af te ronden met een regulier diploma. Leerlingen met een (ernstige) meervoudige beperking kunnen deelnemen aan praktisch onderwijs, gericht op het ontwikkelen van (arbeidsmatige) vaardigheden. We stimuleren kinderen en jongeren om hun talenten en mogelijkheden zo goed mogelijk te benutten. Dat doen we in de gebruikelijke schoolse vakken, maar we scholen de leerlingen ook in sociale en praktische vaardigheden. De leerlingen werken zowel zelfstandig als samen met andere leerlingen aan hun sociaalemotionele, motorische en zintuiglijke ontwikkeling. We vinden het van groot belang de leerlingen te stimuleren tot maximale zelfstandigheid en zelfontplooiing. Dit wordt onder andere zichtbaar bij het werken met passende dag- en weektaken en lessen in sociaal emotionele vorming. We streven naar het mogelijk maken van volledige maatschappelijke integratie en participatie. Het eerder aangebrachte accent op het ‘leren leren’ gaan we uitbouwen, in samenhang met
6
Werken met de leesregel en de PC
maatwerk dat groepsgericht wordt ingevuld. We werken in kleine groepen, waarbij ruimte is voor het tempo en ontwikkelingsniveau van iedere leerling. We vinden het belangrijk dat kinderen en jongeren met plezier naar school gaan en we investeren in maximale sociale veiligheid. Dit is een voorwaarde voor elke leerling om zich goed te ontwikkelen en goed te kunnen leren. We hechten daarom veel belang aan een goede relatie met de leerlingen en met u als ouder. Waar mogelijk werken we graag met u samen. We nodigen u en uw kind dan ook van harte uit om uw verwachtingen met ons te delen en vorm te geven.
Werken aan perspectief Visio Onderwijs heeft de ambitie en de taak systematisch en doelgericht te werken aan het maximaliseren van prestaties van de leerlingen. We stellen hoge, realistische doelen voor onze leerlingen en onze scholen. Leerlingen uitdagen en planmatig handelen doen we op basis van een analyse van de prestaties van de leerling. Het zogenaamde ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) is richtinggevend voor het onderwijs dat we uw kind aan-
bieden. Hierin geven we aan op welk niveau de leerling werkt en wat het verwachte uitstroomperspectief is. Dit plan komt in samenspraak met de leerling en u als ouder tot stand. Op vaste momenten in het jaar meten wij de ontwikkeling van uw kind, zodat u zijn voortgang en ontwikkeling kunt volgen. Zo bent u ervan verzekerd dat we uw kind optimaal stimuleren om binnen de eigen mogelijkheden, maximaal te presteren. Hierover leggen we niet alleen verantwoording af aan u en uw kind, maar ook aan de samenleving. Dit laatste doen we door alle vereiste gegevens op het gebied van instroom, doorstroom en uitstroom aan de Inspectie van het Onderwijs aan te leveren en te publiceren in onze schoolgidsen op de website.
Kwaliteit van onderwijs Onze onderwijskwaliteit meten wij regelmatig. Dit doen we door het afnemen van gevalideerde tests; het laten uitvoeren van (interne en externe) audits; het regelmatig uitvoeren van tevredenheidsonderzoeken en de Veiligheidsmonitor (in het kader van het sociale veiligheidsbeleid) én het afleggen van verantwoording aan de Inspectie van het Onderwijs. Met het afgeven van een basisarrangement voor iedere Visio-school heeft de inspectie geoordeeld dat wij voldoen aan de gestelde kwaliteitsnormen.
Wij nodigen u en uw kind daarnaast van harte uit om tips, opmerkingen en kritische noten met ons te delen. Daarmee stelt u ons in staat om voor alle leerlingen binnen Visio Onderwijs, het beste onderwijs te realiseren en daarmee optimale kansen te creëren voor een goede en passende toekomst. En dat doen we graag! We wensen u en uw kind een goed schooljaar 2016-2017 toe.
Mede namens de Raad van Bestuur, Directeur Onderwijs, Koninklijke Visio Marcel Janssen
De schoolgids is vastgesteld door de Raad van Bestuur van Visio op 4 mei 2016. De Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad van Visio Onderwijs heeft ingestemd met de schoolgids op 25 mei 2016.
Toch willen wij ons graag blijven verbeteren. Het voltallige managementteam (directie en schoolleiders) heeft succesvol de eerste fase van een intensief scholingsprogramma High Performing Schools afgerond en er zijn transitieplannen om te groeien naar excellente scholen voor iedere school/afdeling geformuleerd. Het verandertraject voor alle scholen en de afdelingen ambulante onderwijskundige begeleiding (AOB) staat in het teken van de volgende thema’s: Lange termijn visie Effectief leiderschap Actie-verandering Betrokken en deskundige, professionele medewerkers Innovatie. De implementatie van de plannen is in 2016 van start gegaan.
Leerlingen bekijken een kunstwerk
7
Koninklijke Visio, expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen Perspectief voor iedereen In Nederland krijgen jaarlijks duizenden mensen te maken met blijvende slechtziendheid of blindheid. Wanneer iemand slecht ziet of helemaal blind wordt, heeft dat ingrijpende gevolgen voor wonen, werken, ontspanning, onderwijs, opvoeding en mobiliteit. Op al deze terreinen biedt Koninklijke Visio ondersteuning. Onze diensten zijn er voor kinderen en volwassenen die slechtziend of blind zijn. Ook mensen die naast een visuele beperking een andere beperking hebben, kunnen bij ons terecht. Met vakmanschap en bezieling begeleiden wij onze cliënten en leerlingen bij een zo zelfstandig mogelijk leven. Mensen die persoonlijk of professioneel betrokken zijn bij iemand met een visuele beperking, kunnen bij Visio terecht voor advies, ondersteuning en deskundigheidsbevordering. In onze dienstverlening staat de vraag van de leerling en de cliënt centraal. Samen zoeken we naar de beste oplossing. Voor meer informatie over onze dienstverlening verwijzen wij u naar onze website: www.visio.org
speciale school buiten Visio. Daarnaast heeft Visio eigen onderwijslocaties voor (voortgezet) speciaal onderwijs aan leerlingen met visuele beperkingen of meervoudige beperkingen in Amsterdam, Breda, Grave, Haren, Huizen en Rotterdam.
Haren
Amsterdam Huizen
Rotterdam
Grave
Breda
Het onderwijs van Koninklijke Visio Visio Onderwijs kent drie onderwijsinstellingen (drie brin-nummers). Deze onderwijsinstellingen verzorgen speciaal onderwijs, voorgezet speciaal onderwijs en ambulante onderwijskundige begeleiding aan leerlingen met een visuele beperking en aan leerlingen die naast een visuele beperking, ook een verstandelijke of andere beperking hebben. In de wet wordt dit onderwijs ‘cluster 1’ genoemd. De wet en het ministerie hanteren voor de leerlingen van cluster 1 de terminologie ‘visueel gehandicapt’ en ‘meervoudig gehandicapt’. Binnen Visio kiezen we in plaats daarvan voor mensen/ leerlingen met een visuele beperking en mensen/ leerlingen met een meervoudige beperking. In deze schoolgids spreken we daarom over visueel beperkt en meervoudig beperkt. Op enkele plekken wordt meervoudig beperkt in deze schoolgids afgekort als mb.
Indeling Visio Onderwijs Ruim 2100 kinderen (peildatum 15/1/16) ontvangen onderwijs of onderwijskundige begeleiding van Visio. Bijna 80 procent van de kinderen met een visuele beperking neemt deel aan thuisnabij onderwijs, mede dankzij de ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio. Dit kan op een reguliere school zijn of op een
8
Visio onderwijslocaties
Instellingsplan (schoolplan) Voor alle scholen van Visio Onderwijs bestaat een gezamenlijk plan voor de periode 2015-2019: het instellings- of schoolplan. Daarin staan de visie en de missie van het onderwijs verwoord. Bovendien geeft het de accenten aan voor de komende jaren. De schoolgidsen en jaarplannen zijn afgeleid van het instellingsplan. Het plan is te verkrijgen op de onderwijslocaties of te downloaden via www.visio.org/onderwijs. Onze missie is ‘meedoen mogelijk maken’. Door diverse ontwikkelingen binnen de scholen en de ambulante onderwijskundige begeleiding (aob) merken we de laatste jaren op de speciale scholen een krimp van de leerlingaantallen. Dat vraagt om creatieve oplossingen voor het behoud van een volledig onderwijsaanbod. Met nieuwe vormen van ondersteuning en meer
maatwerk op reguliere en speciale scholen willen we bereiken dat nog meer leerlingen met visuele beperkingen dicht bij huis onderwijs kunnen volgen. Onze beleidsspeerpunten voor de komende jaren zijn: Onze onderwijsexpertise is maximaal beschikbaar voor het onderwijsveld en anderen We staan bekend als expert in het doorgronden en tegemoet komen aan leermogelijkheden van blinde en slechtziende leerlingen Het onderwijs maakt binnen Visio deel uit van een integraal behandelaanbod We zijn voortdurend op zoek naar nieuwe methoden en innovatie van middelen om excellent onderwijs te kunnen geven We zijn zichtbaar en willen samenwerken met andere partijen We streven naar een maximaal (leer/ontwikkelings) rendement voor onze leerlingen Onze medewerkers zijn hooggekwalificeerde professionals, die zich voortdurend (bij)scholen. Ze zijn in staat excellent onderwijs aan te bieden, volgens hedendaagse (wetenschappelijke) inzichten en werken samen in professionele leergemeenschappen.
Het onderwijsaanbod Visio Onderwijs heeft in Nederland momenteel in zes gemeenten onderwijslocaties van waaruit we onderwijs aanbieden. Er zal een nieuw schoolgebouw in Amsterdam gerealiseerd worden voor de huidige leerlingen vso, so en (v)so-mb uit Amsterdam en Huizen; in de tussentijd zal gebruik worden gemaakt van vervangende huisvesting voor de huidige leerlingen uit Amsterdam. Verder wordt afgewogen of de locatie in Huizen gehandhaafd blijft, gezien het geringe aantal leerlingen van de aldaar resterende afdeling (v)so-emb. Op de onderwijslocaties is het volgende onderwijsaanbod beschikbaar:
Amsterdam
so
vso
X
X
Breda X
so-mb
vso-mb
so-emb
vso-emb
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
X
Grave
X
Haren
X
Huizen
X
X
X
X
Rotterdam
X
X
X
X
so = vso = so-mb =
speciaal onderwijs voortgezet speciaal onderwijs speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking so-emb = speciaal onderwijs voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking vso-mb = voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een meervoudige beperking vso-emb = voortgezet speciaal onderwijs voor leerlingen met een ernstige meervoudige beperking
Zoals gezegd streven we naar onderwijs dicht bij huis. Dit betekent dat we integratie in het reguliere onderwijs maximaal proberen te bevorderen. Dit doen we door het bieden van ambulante onderwijskundige begeleiding (aob) in alle onderwijsvormen in Nederland. Op deze manier maakt bijna 80 procent van onze leerlingen gebruik van thuisnabij onderwijs met ambulante onderwijskundige begeleiding. Ambulante onderwijskundige begeleiding wordt geboden aan leerlingen en hun leraren in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs, middelbaar beroepsonderwijs, overig (voortgezet) speciaal onderwijs en aan hogescholen en universiteiten. Het resultaat van ons streven naar maximale integratie is een groeiend leerlingenaantal in de aob. De verwachting is dat in de komende jaren het aantal aob-leerlingen zich zal stabiliseren. Computer met leesloep
9
Leerlingenaantallen Visio geeft onderwijs aan circa 460 leerlingen en ambulante onderwijskundige begeleiding aan bijna 1.700 leerlingen. Het aantal leerlingen dat onderwijs volgt op een van onze onderwijslocaties daalt sinds enkele jaren licht. De daling wordt vooral ingegeven door demografische ontwikkelingen. Tevens heeft ons streven naar integratie van leerlingen in het regulier onderwijs tot gevolg dat minder leerlingen speciaal onderwijs volgen bij Visio. Om u een indruk te geven van de grootte van de onderwijslocaties en de ontwikkeling in leerlingenaantallen ziet u hieronder een overzicht van de aantallen per locatie, over de afgelopen zes jaar.
Scholen
2010
2011
2012
2013
2014
2015
15/1/’16
Amsterdam
80
80
76
81
73
62
64
Breda
75
72
66
64
64
55
58
Grave
130
128
129
127
118
117
117
Haren
71
66
61
60
58
53
52
Huizen
87
82
80
70
63
56
55
Rotterdam
110
115
120
125
123
119
117
Totaal
553
543
532
527
499
462
463
Hieronder ziet u een overzicht van de ontwikkeling van de leerlingenaantallen in de aob van Visio. De aob wordt vanuit de regio’s Noord-, Midden- en Zuid-Nederland aangeboden.
aob
2010
2011
2012
2013
2014
2015
15/1/’16
Regio Zuid
883
898
900
929
926
922
935
Regio
374
388
390
391
428
427
448
176
186
213
234
270
284
305
1431
1472
1503
1554
1624
1633
1688
Midden Regio Noord Totaal
10
Organogram Visio onderwijs is als volgt georganiseerd:
Raad van Bestuur Directeur Onderwijs
Schoolleiders Zuid-Nederland
Adjunct directeur Onderwijs
Schoolleiders Middenen Noord-Nederland
Grave
so |vso | so-mb | vso-mb
Huizen
so |vso | so-(e)mb | vso-(e)mb
Breda
so-(e)mb | -(e)mb
Amsterdam
so |vso
Rotterdam
so |vso | so-mb | vso-mb
Haren
so | so-(e)mb | vso-(e)mb
aob
Visie op onderwijs - waar Visio Onderwijs voor staat ‘Perspectief voor elk kind’ ‘Perspectief voor elk kind’ is een belangrijk uitgangspunt van ons onderwijs. We willen als onderwijsinstelling ieder kind, ongeacht de individuele beperkingen, een perspectief voor de toekomst bieden. Elk kind is anders en heeft een eigen ontwikkeling. Die ontwikkeling en de ondersteuningsvragen van de leerling staan centraal en geven richting aan het onderwijs. Uiteraard binnen de wettelijke kaders. Daarbij vindt er een dialoog plaats tussen de leerling, de ouders en de onderwijsmedewerkers. Binnen ons onderwijs is niet alleen aandacht voor kennisontwikkeling, maar ook voor zintuiglijke, sociaal-emotionele en lichamelijke ontwikkeling. Hiermee ondersteunen en begeleiden we kinderen in hun groei naar zelfredzaamheid en zelfstandigheid. Elke leerling moet de beste mogelijkheden krijgen om tot ontwikkeling te komen en binnen zijn mogelijkheden kunnen participeren in
11
aob
de samenleving. We bevorderen het verantwoordelijkheidsgevoel van onze leerlingen. Ze doen op school, behalve kennis, ook vaardigheden op waarmee ze een sociaal netwerk kunnen opbouwen, kunnen samenwerken en voorbereid zijn op de thema’s wonen, werken, vrije tijd en burgerschap. De onderwijsvisie stond de afgelopen jaren vooral in het teken van ‘Leren leren’, met de drie pijlers: Leerling-initiatief: leerlingen nemen regie over hun eigen leerproces (passend bij hun ontwikkelings-niveau). Leerkracht is coach: de leerkracht bewaakt het leerproces en coacht de leerling in zijn ontwikkeling. Rijke leeromgeving: de leeromgeving en leerstof zijn rijk; deze activeren en prikkelen. Vanuit het concept “leren leren” maken we nu de stap naar de “dynamische scholen”. Dynamische scholen staan voor “het beste onderwijs en begeleiding” door
21-ste eeuwse didactische en pedagogische aanpakken, gebruik makend van nieuwe hedendaagse middelen en de grote betrokkenheid en inbreng van leerlingen. We sluiten zo goed mogelijk aan bij de kennis- en belevingswereld van de leerlingen. We begeleiden ze naar het zo zelfstandig mogelijk kunnen opdoen van nieuwe kennis en vaardigheden, naar het oplossen van problemen en de ontwikkeling van 21ste eeuwse vaardigheden. Dit niet alleen tijdens hun schoolloopbaan, maar in alle leer- en leefsituaties. Bij het opdoen van 21ste eeuwse vaardigheden zijn de vragen en keuzes van uw kind (of van u als ouder) meer dan voorheen bepalend voor de planning en uitvoering van het onderwijs.
onder andere van onze leerlingen en leerkrachten verwachten dat ze lesmaterialen gestructureerd opbergen en hun eigen spullen opruimen. De gebouwen zijn voorzien van (tactiele) verwijzers en markeringen, zodat leerlingen de weg goed kunnen vinden. De scholen beschikken over een leerlingenraad, een spreekbuis voor en door leerlingen, die in gesprek gaat met de schoolleiding over wat de leerlingen bezighoudt op school. Hierdoor kunnen we signalen snel oppakken.
Gewoon waar het kan, speciaal waar het moet We vinden het belangrijk dat een kind naar díe onderwijssetting gaat, waarbinnen het de beste kansen en mogelijkheden heeft om tot ontplooiing te komen. Voor het ene kind is dit het reguliere onderwijs, dichtbij huis, in combinatie met ambulante onderwijskundige begeleiding. Voor een ander kind is dit (tijdelijk) het speciaal of voortgezet speciaal onderwijs van Visio. Binnen onze scholen is het onderwijs ‘gewoon waar het kan, speciaal waar het moet’. De meeste methoden die we gebruiken binnen het speciaal onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs sluiten aan bij het reguliere basis- en voortgezet onderwijs. Hierdoor is het voor leerlingen gemakkelijker om eventueel (tussentijds) de overstap naar het reguliere onderwijs te maken. Pedagogisch klimaat en veiligheid Visio Onderwijs vindt het belangrijk een klimaat te creëren waarin leerlingen zich veilig, gerespecteerd en gewaardeerd voelen. We nemen leerlingen serieus en vinden het belangrijk dat ze zich gesteund voelen door hun medeleerlingen en leerkrachten. De gewenste sfeer is het uitgangspunt voor de manier waarop we met elkaar omgaan: hoe leerkrachten met leerlingen omgaan, leerlingen met elkaar en leerkrachten onderling. Wanneer we signaleren dat een leerling of leerkracht het klimaat negatief beïnvloedt spreken we hem daarop aan. De scholen beschikken over een (sociaal) veiligheidsplan en monitoren de veiligheidsbeleving. Een van de onderdelen daarvan is het pestprotocol. Hierin staat aangegeven hoe we pesten tegengaan en aanpakken. We willen onze leerlingen met een visuele beperking daarnaast ook een fysiek veilige omgeving bieden waarin ze veilig kunnen bewegen en waarop ze ‘blindelings’ kunnen vertrouwen. Dit betekent dat we
12
Kookles
Zorg in Onderwijs Veel leerlingen hebben niet alleen behoefte aan het volgen van kwalitatief goed onderwijs, maar ook aan zorg en verzorging. Voor een gewone school is lesgeven en zorg bieden aan uw kind soms moeilijk te combineren. Door het brede dienstenpakket van Visio (naast Onderwijs ook Revalidatie & Advies en Wonen & Dagbesteding) hebben we de mogelijkheid om op onze Visio-scholen en aan de leerlingen in het regulier onderwijs zowel onderwijs als zorg/revalidatie te bieden. Binnen Visio streven we naar een optimale samenwerking tussen Onderwijs en Zorg. ‘Eén kind, één plan’ via het domein overstijgende Kind en Jeugd programma is ons uitgangspunt. Hierbij nemen we de wettelijke kaders vanuit onderwijs in acht, zodat we onderwijstijd voor ieder kind effectief kunnen inzetten.
Medisch handelen Visio wil zo goed mogelijk aansluiten bij de zorgbehoefte van leerlingen. Uiteraard zijn we hierin zo zorgvuldig mogelijk. Vanuit de overheid zijn er regels opgesteld waar scholen zich aan moeten houden bij het uitvoeren van medische handelingen. Met medische handelingen bedoelen we handelingen die op voorschrift van een arts uitgevoerd moeten worden. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het toedienen van medicijnen, het toedienen van (oog)druppels, het aanbrengen van huid zalf of het geven van sondevoeding. De afspraken rondom medische handelingen zijn als volgt: Als op voorschrift van een arts bij een leerling één of meerdere medische handelingen onder schooltijd verricht moeten worden is het nodig dat de school beschikt over een uitvoeringsverzoek van de ouders. Daarnaast moet het een expliciet onderdeel zijn van het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling dat door de ouders is ondertekend. Beide documenten dienen in het leerling-dossier aanwezig te zijn. Wanneer deze niet aanwezig zijn zal de school de ouders hier om vragen. Ook wanneer de leerling de handeling zelf kan uitvoeren moeten deze documenten opgenomen zijn in het leerling-dossier. Visio is ervoor verantwoordelijk dat bekwaam en bevoegd personeel de medische handelingen uitvoert. Dit gebeurt volgens de algemene aanwijzingen die zijn opgenomen in protocollen. Bij het uitvoeren van de handelingen wordt ook rekening gehouden met de individuele behoeften van de leerling zoals vermeld in het individuele ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Het uitvoeren van een medische handeling zonder uitvoeringsverzoek van de ouders is niet toegestaan. Om die reden worden in de scholen van Visio geen paracetamol, geen andere zelfzorggeneesmiddelen en geen homeopathische middelen toegediend zonder uitvoeringsverzoek en ingevuld OPP.
Aanmeldingsprocedure en toelatingscriteria Wanneer u een kind met een visuele beperking wilt aanmelden voor (ondersteuning in) onderwijs kunt u bellen met het Cliëntservicebureau van Visio (088 585 85 85). Een medewerker brengt uw vragen in kaart en geeft informatie over het aanmeldproces en de onderzoeken die er deel van uitmaken. De Commissie van Onderzoek, wettelijk orgaan binnen het KJMD (Kind en Jeugd Multidisciplinair Overleg) en bestaande uit een schoolleider, gedragswetenschapper, oogarts en maatschappelijk werker, beoordeelt de aanmelding. Met inbreng van de expertise van de verschillende leden komt de commissie tot een besluit over de
13
toelating tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio. Het kan zijn dat het kind regulier onderwijs kan volgen met ondersteuning van een ambulant onderwijskundig begeleider. Het is ook mogelijk dat het kind een dusdanige beperking ondervindt van zijn visus dat we onderwijs het beste op een van de onderwijslocaties van Visio kunnen bieden. De Commissie van Onderzoek hanteert bij haar besluit naast de toelatingscriteria van cluster 1 tevens de hulpvraag van het kind en de vragen en behoeften van u als ouder. De commissie neemt binnen zes weken na aanmelding en ontvangst van het onderwijskundig rapport van de huidige school en de actuele onderzoeksgegevens (o.a. oogheelkundig) een besluit over toelating.
Passend Onderwijs Binnen het primair en voortgezet onderwijs (po en vo) zijn regionale samenwerkingsverbanden gevormd waarin ook de speciale scholen voor leerlingen met lichamelijke beperkingen, verstandelijke beperkingen en gedragsproblematiek zijn opgenomen. De scholen voor leerlingen met visuele beperkingen (cluster 1) en de scholen voor leerlingen met auditieve beperkingen (cluster 2) maken hier geen onderdeel van uit, maar zijn zelfstandig. Dit heeft te maken met de relatief kleine omvang van deze doelgroepen en dus ook de beperkte omvang van deze clusters in combinatie met de specifieke expertise die nodig is. Visio Onderwijs werkt samen met de samenwerkingsverbanden in het po en vo. We vinden het immers belangrijk dat een visuele beperking bij een kind tijdig wordt gesignaleerd en dat snelle aanmelding bij Visio Onderwijs plaatsvindt, zodat we een kind snel kunnen ondersteunen bij zijn schoolloopbaan. Voldoet het kind aan de toelatingscriteria, dan zullen we bekijken welke ondersteuning en expertise nodig zijn om het onderwijs voor de leerling zo toegankelijk mogelijk te maken. Binnen de samenwerkingsverbanden zoeken we naar nieuwe hybride vormen van onderwijs en onderwijsondersteuning. Zo is in Noord-Nederland de pilot ‘vso in de eigen regio’ succesvol afgesloten. In deze pilot is het mogelijk gebleken dat kinderen die voorheen waren aangewezen op het speciaal onderwijs, met intensieve begeleiding dicht bij huis naar het voortgezet onderwijs kunnen gaan. Deze intensieve variant van de aob zal in het hele land kunnen worden aangeboden. In Noord Nederland is eveneens het project OOG (onderwijs ontwikkel groep) positief afgerond. Het betreft hier groepen waar evenredig onderwijs en zorg geboden wordt door én onderwijs- én zorgmede-
werkers aan leerlingen met een gedeeltelijke leertijdontheffing van 50%. Ook deze nieuwe onderwijsvorm zal landelijk worden geïmplementeerd.
Kwaliteitszorg Visio Onderwijs werkt systematisch en doelgericht aan het maximaliseren van de prestaties van de leerlingen. We stellen hoge, realistische doelen voor onze leerlingen en onze scholen. Uitdagen en planmatig handelen doen we op basis van een analyse van de prestaties van de leerling. Om dit te optimaliseren geven we uitvoering aan de projecten ‘opbrengstgericht werken’ en ‘High Performing Schools’. Opbrengstgericht werken In lijn met de ‘Wet kwaliteit (v)so’ geeft Visio Onderwijs invulling aan ‘opbrengstgericht werken’. Cluster 1 (onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking) heeft hiervoor een ontwikkeltraject ingericht waaraan alle onderwijslocaties en de ambulante onderwijskundige begeleiding van Visio Onderwijs deelnemen. Voor een deel gaat het in dit traject om het formuleren van clusterstandaarden voor opbrengsten van vakken zoals rekenen/wiskunde, taal/Nederlands/Engels en sociaal-emotionele ontwikkeling/zelfredzaamheid. Het gaat daarnaast ook om nieuwe waarden en om de overtuiging dat opbrengstgericht werken een bijdrage levert aan het beste onderwijs en aan de beste begeleiding van leerlingen met een visuele beperking.
In het ontwikkelingsperspectiefplan van de leerling staat beschreven wat het verwachte uitstroomniveau van de leerling is. Dit is het doel waar we naartoe werken. Jaarlijks evalueren we dit plan met de ouders (en de leerling) en bekijken we welke aanpassingen in het onderwijs of de begeleiding nodig zijn om dit doel te kunnen behalen. Het doel van opbrengstgericht werken en het stellen van hoge doelen is dat we leerlingen beter voorbereiden op de maatschappij, het vervolgonderwijs, arbeid of dagbesteding. Dit sluit naadloos aan op ons streven om ‘meedoen mogelijk te maken’. High Performing Schools (HPS) Visio onderwijs streeft naar excellent presteren van haar medewerkers. Daartoe hebben de directie en schoolleiders inmiddels een intensief scholingstraject gevolgd. Doel was het onderwijskundig leiderschap op een hoger plan te brengen en volgens hedendaagse (wetenschappelijke) inzichten sturing te kunnen geven aan uitmuntend onderwijs. De scholen werken toe naar het predicaat “excellent” dat wordt afgeven door de Inspectie van het Onderwijs. We investeren in het proactief ontwikkelen en zichtbaar maken van expertise en innovatie; het verder professionaliseren van cultuur en organisatie en het verder optimaliseren van de samenwerking met anderen met de individuele leerling als uitgangspunt.
Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs houdt toezicht op de kwaliteit van het onderwijs en dus ook op de kwaliteit binnen Visio Onderwijs. Zij controleert of alle leerlingen onderwijs krijgen van voldoende kwaliteit of scholen voldoen aan de wet- en regelgeving en of hun financiën op orde zijn. Daarnaast rapporteert de Inspectie over ontwikkelingen in het onderwijs met als doel het onderwijs als geheel te verbeteren.
Wiskunde kolommen en grafieken
Meer planmatig en doelgericht handelen op basis van analyse van prestaties staat binnen opbrengstgericht werken centraal. Het gaat om het systematisch analyseren op leerling-, groeps-, locatie-, instellingsen clusterniveau. Het planmatig werken krijgt in de dagelijkse praktijk vorm en is gericht op het verhogen van opbrengsten vanuit het groepsplan, de leerlijnen en de zorgstructuur.
14
De Inspectie hanteert voor Visio Onderwijs het toezicht kader voor het (voortgezet) speciaal onderwijs, waarin het waarderingskader voor het speciaal onderwijs en het waarderingskader voor het voortgezet speciaal onderwijs zijn opgenomen. Jaarlijks maakt de Inspectie een risicoanalyse van een onderwijslocatie en bespreekt deze met de Raad van Bestuur van Visio. Wanneer er geen risico’s zijn zal de Inspectie het basisarrangement continueren. Als de Inspectie gedurende vier jaar een onderwijslocatie niet bezocht heeft vanwege een themaonderzoek of het onderzoek voor het onderwijsverslag, dan brengt de Inspectie een vierjaarlijks bezoek aan de onderwijslocatie. In dat bezoek gaat
de Inspectie onder andere in op het opbrengstgericht werken binnen de onderwijslocatie.
Ontwikkelingsperspectief (OPP) Van iedere leerling die op school staat ingeschreven stellen we een ontwikkelingsperspectief vast. Het ontwikkelingsperspectief geeft het te verwachten uitstroomprofiel van de so-leerling richting voortgezet onderwijs of de uitstroombestemming (dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs) van de vso-leerling aan. Evenals de onderbouwing daarvan met de verwachte datum waarop deze overstap gemaakt gaat worden. Het uitstroomprofiel of –bestemming bepaalt de leerroute die de leerling gaat volgen. Het vaststellen van het ontwikkelingsperspectief is de taak van de Commissie van Onderzoek (CVO) op advies van Commissie Leerlingenzorg (CLZ). De CLZ heeft dit perspectief geformuleerd op basis van: didactische vorderingen (op basis van leerlingvolgsysteem) gegevens Ontwikkeling Volg Model (OVM) beschikbare gegevens uit (herhalings)onderzoeken, bv. IQ, visueel functioneren gedrag van de leerling in de klas bevorderende en belemmerende factoren in de ontwikkeling van de leerling
Leerlingen poffen aardappels boven kampvuur
15
Jaarlijks krijgen de ouders een uitnodiging voor de bespreking van het ontwikkelingsperspectiefplan. Voor nieuwe leerlingen vindt de eerste bespreking van het ontwikkelingsperspectiefplan plaats binnen zes weken na plaatsing op school. In de bespreking wordt elk jaar opnieuw vastgesteld of continuering van cluster 1 onderwijs aan de orde is. Ook komen in ieder geval de leerroute, het gerealiseerde en verwachte leerrendement, de schoolse ontwikkeling, de sociaalemotionele ontwikkeling en de toekomstwensen van de leerling ter sprake. Tevens worden individuele doelen geformuleerd. Vanuit de school neemt de mentor altijd deel aan deze bespreking. Ook is het mogelijk, wanneer de omstandigheden dat vereisen dat een orthopedagoog, therapeut of maatschappelijk werker bij het gesprek aanwezig is. Daarnaast kunnen andere betrokkenen vanuit Visio Wonen & Dagbesteding of Revalidatie & Advies (indien uw zoon of dochter van deze diensten gebruik maakt) aansluiten. De mentor maakt een verslag van het gesprek dat toegevoegd wordt aan het ontwikkelingsperspectiefplan. Het OPP komt ter beschikking van ouders en is het vertrekpunt voor het eerstvolgende gesprek.
Leerlingenzorg Binnen de leerlingenzorg vervult de per afdeling georganiseerde Commissie Leerlingenzorg (CLZ) een centrale rol. De commissie bestaat uit de schoolleider, de coördinator(en) en de gedragswetenschapper van de school of aob. Op afroep neemt ook een arts en/of maatschappelijk werker/intaker deel. De commissie bespreekt eenmaal per 2 a 3 weken de leerlingen die op dat moment om speciale aandacht vragen. Daarnaast bespreekt de CLZ ieder schooljaar minimaal één keer de vorderingen van alle leerlingen van het (v)so en (v) so-mb in een groepsbespreking met de mentoren van die leerlingen. De uitkomsten van deze gesprekken worden verwerkt in het ontwikkelingsperspectief (OPP) waarin doelen beschreven, geëvalueerd en eventueel bijgesteld worden. De CLZ bewaakt dit proces en neemt besluiten over eventuele wijzigingen, waar nodig in overleg met de ouders. Ook bij de dienst ambulante onderwijskundige begeleiding bespreekt de commissie eenmaal per 2 a 3 weken de leerlingen die op dat moment om speciale aandacht vragen. Daarnaast bespreekt de CLZ ieder schooljaar minimaal een keer de bijzonderheden in de begeleiding van alle leerlingen met de aob-ers van die leerlingen. De uitkomsten van deze gesprekken kunnen verwerkt worden in het begeleidingsplan van de leerling. De CLZ speelt een belangrijke rol bij de in-, door- en uitstroom van leerlingen, zowel wat betreft afspraken over de startdatum en andere relevante zaken bij de instroom als over de overdracht van gegevens én de nazorg bij doorstroom en uitstroom. De CLZ adviseert de CVO over continuering van cluster 1 onderwijs.
Leerling volgsysteem We volgen en registreren de vorderingen van alle leerlingen in een leerlingvolgsysteem (LOVS) of OVM (ontwikkel volg model). Voor de so leerlingen gebruiken we het LOVS bij rekenen, taal, spelling en lezen. Daarvoor nemen we bij de leerlingen van de midden- en bovenbouw tweemaal per jaar CITO toetsen af. Voor de vso leerlingen benutten we het LOVS voor de zaakvakken; daarvoor gebruiken we op sommige scholen toetsen als CITO-VAS en Deviant. Voor de so- en vso-mb leerlingen gebruiken we het OVM naast de zaakvakken ook voor de andere ontwikkelingsgebieden. Voor het volgen van de sociaal-emotionele ontwikkeling maken we voor alle leerlingen gebruik van het OVM. Voor het vso vmbo en vso havo wordt ook wel SEOL
16
gebruikt. Met al deze informatie kunnen we bewuste keuzes maken voor het vervolg van het onderwijsprogramma. Leerlingen krijgen twee of drie keer per jaar een schoolrapport (voor de kerst- en zomervakantie). Om de paar jaar vindt –wanneer van toepassing- een uitgebreid onderzoek plaats naar de visuele mogelijkheden, leermogelijkheden, intelligentie en sociaalemotionele ontwikkeling. De uitkomsten van deze onderzoeken helpen bij het verder invullen van het onderwijsproces van uw kind. Alle informatie van een leerling bewaren we in een leerlingendossier dat toegankelijk is voor de ouders.
“Groepsfoto”, “schoolfoto” en “clusterfoto” A) “Groepsfoto” Twee maal per jaar evalueert de leraar of docent het leerrendement van zijn groep per leergebied (de “groepsfoto”) en bespreekt dit met de collega’s en coördinator. Nagegaan wordt welke factoren invloed hebben gehad op de prestaties van de groep. Er wordt een advies geformuleerd over eventuele aanpassingen van het lesprogramma voor het lopende of komende schooljaar en ter vaststelling voorgelegd aan de Commissie Leerlingenzorg. B) “Schoolfoto” Twee maal per jaar evalueert de coördinator met de leraren de CITO- en/of OVM resultaten van de hele afdeling tijdens een inhoudelijk overleg. De “schoolfoto’s” van de verschillende leergebieden worden vergeleken met de “clusterfoto’s” om een representatieve vergelijking te kunnen maken. Er vindt ook een vergelijking plaats van het niveau van de school met de landelijke cluster-standaard. Mogelijke verbeterpunten worden opgenomen in het jaarplan. C) “Clusterfoto” Twee maal per jaar worden op landelijk niveau de CITO- en/of OVM resultaten van alle cluster 1 scholen tezamen (de “clusterfoto”) geëvalueerd. De clusterfoto’s worden vergeleken met het clusterstandaard, die zo nodig één keer per twee jaar wordt bijgesteld binnen Vivis-verband (Visio én Bartimeus).
Groepsplannen Afgeleid van de leerroute maakt de leraar of docent jaarlijks een groepsplan voor zijn groep met daarin de groepsdoelen voor het komende schooljaar. Indien nodig wordt het plan gaandeweg het schooljaar aangepast. Binnen het groepsplan zijn maximaal 3 niveaus beschreven: het basisarrangement, een verdiept arrangement en een intensief arrangement. Ook de vakleraren maken een groepsplan voor iedere groep.
Binnen het groepsplan werken alle leerlingen aan dezelfde doelen, waarbij differentiatie plaatsvindt als het gaat om benodigde leertijd, verwerkingstijd, instructie en begeleiding.
Handelingskalender In de handelingskalender staat beschreven wanneer en welke interventies/acties plaatsvinden ten aanzien van de totale onderwijszorgcyclus van de school.
Individuele begeleiding en/of behandeling en/of verzorging Waar nodig kunnen we indien extra begeleiding/ behandeling/verzorging noodzakelijk is voor de voortgang van het leerproces onder lestijd deze extra hulp en individuele aandacht inzetten. De afspraken hierover staan beschreven in het groepsplan en/of het ontwikkelingsperspectief. Sommige leerlingen hebben door hun beperking extra zorg nodig. Om onderwijs voor deze doelgroep mogelijk te maken is zorg binnen het onderwijs mogelijk. Ouders kunnen zorgbegeleiding binnen de onderwijstijd laten indiceren en financieren of zelf bekostigen.
Verantwoording onderwijstijd Voor de start van het schooljaar maakt de leraar een lesrooster waarbij alle leerlingen het minimaal aantal uren per vak aangeboden krijgen. Als leerlingen daarnaast zorg en/of behandeling nodig hebben zet de leraar de voor het onderwijs beschikbare lestijd in voor vakken die gezien het OPP belangrijk zijn voor de leerling(en).
17
Muziekles
Deel 2
De afdelingen en expertise van Visio Onderwijs Speciaal onderwijs (so en so-mb) Het onderwijsaanbod in het so is gericht op het behalen van de kerndoelen primair onderwijs. Het onderwijsaanbod aan leerlingen met een meervoudige beperking is gericht op het behalen van de kerndoelen so-mb. Voor beide afdelingen is de wijze van aanbieden aangepast voor leerlingen met een visuele beperking. Uitstroomprofielen en leerroutes In het so kennen we de volgende uitstroomprofielen: Praktijkonderwijs vmbo bb (Basis Beroeps), vmbo kb (Kader Beroeps), vmbo t (Theoretisch), havo vwo In het so-mb is het uitstroomprofiel vso-mb. Het uitstroomprofiel bepaalt de leerroute die de leerling volgt. In de leerroute staat het onderwijsproces beschreven dat een kind gedurende de schoolloopbaan aangeboden krijgt. A) De leerroute so-vgk (normaal lerend visueel gehandicapt kind) heeft als uitstroomperspectief alle vormen van het vmbo, havo en vwo. De leerroute MLK (moeilijk lerend) heeft als uitstroomprofiel praktijkonderwijs; dit is een aangepaste vorm van de route voor normaal lerende leerlingen, waarbij de lessen meer praktijkgericht aangeboden worden. B) De leerroute so-mb (meervoudig beperkt) heeft als uitstroomperspectief vso-mb. De leerroute so-mb kent 5 varianten, te weten A, B, C, D en E. De leerroute die een leerling volgt, kan per leergebied verschillen. Elke leerroute bevat groepsdoelen, die opleiden tot een bepaalde ontwikkelingsleeftijd op achttien - twintigjarige leeftijd. Namelijk: - Leerroute A leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van twee jaar (ervaringsleren) - Leerroute B leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van vier jaar (handelend leren) - Leerroute C leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van zes jaar (toegepast leren) - Leerroute D leidt tot een ontwikkelingsleeftijd van acht jaar (zelfstandig leren) en - Leerroute E is voor leerlingen die op een leergebied een ontwikkelingsleeftijd van boven de acht jaar bereiken.
18
Leerroute mb, variant A Binnen deze leerroute krijgen leerlingen de gelegenheid om ervaring op te doen met allerlei activiteiten. Per leerling kijken we wat hij zelfstandig zou kunnen leren uitvoeren. Daarnaast is met hulp van de begeleiders ook veel ruimte om activiteiten te beleven. In de omgeving, begeleiding en het activiteitenaanbod zijn structuur en voorspelbaarheid belangrijk. Om het onderwijs vorm te geven maken we gebruik van twee overkoepelende methodes, namelijk Contact en/ of Vlaskamp en/of Plancius. De methode Contact richt zich op het verbeteren van de communicatie tussen leerling enerzijds en medeleerlingen en medewerkers anderzijds en op het verbeteren van de communicatieve
Leerling in gymzaal
vaardigheden van de leerling zelf. Daarnaast vormt Contact een goede basis voor het vormgeven van een passende pedagogische benadering. Met de methode Vlaskamp stellen we het persoonsbeeld op en worden onderwijsdoelen op de leerling afgestemd. De leerstof wordt in kleine stapjes aangeboden en er is veel tijd voor observatie van de leerling. Door doelgericht en systematisch te werken signaleren we snel wanneer doelen niet aansluiten. Het tempo binnen leerroute A is laag en er is veel aandacht voor herhaling. Spanning en ontspanning wisselen elkaar af. Visio Onderwijs Haren heeft een landelijk onderwijscurriculum voor deze specifieke doelgroep ontwikkeld middels het project Visueel (Zeer) Ernstig Meervoudig Beperkt (VZEMB). Dit curriculum zal landelijk uitgerold gaan worden. Leerlijnen De leerlijnen waar we mee werken zijn afgeleid van de door de overheid vastgestelde kerndoelen. Deze leerlijnen zijn landelijk vastgesteld voor onderwijs aan leerlingen met een visuele beperking. Voor de so-leerlingen gebruiken we de kerndoelen van het primair (of basis-) onderwijs. Doelen zijn per vak uitgewerkt in een basisarrangement, een verdiept en een intensief arrangement. In een leerlijn worden de doelen verfijnd in tussendoelen. Vervolgens wordt bij de doelen beschreven hoe zij binnen het onderwijs te realiseren zijn. Dit alles is opgenomen in een leerrouteof groepsplan. Voor de moeilijk lerende leerlingen spitsen we het programma van de basisschool nog explicieter toe op de individuele mogelijkheden. Door de cognitieve vakken in praktische situaties aan de orde te laten komen krijgen ze voor de leerlingen meer betekenis. Dit verhoogt vaak de motivatie. Voor de zeer moeilijk lerende leerlingen zijn aangepaste leerlijnen opgesteld vanuit de –eveneens door de overheid vastgestelde- kerndoelen ZML-MG (zeer moeilijk lerend - meervoudig gehandicapt). De doelen zijn uitgewerkt in de leerlijnen VG-MH (visueel gehandicapt – meervoudige handicap). Leerstof aanbod Bij de leerroute VGK (normaal lerend) is de leerstof die onze leerlingen aangeboden krijgen hetzelfde als in het regulier basisonderwijs, inclusief leerstof mbt vakoverstijgende vaardigheden. Als het nodig is passen we materiaal en tempo aan. In ons so maken we gebruik van dag- en weektaken waarbij de leerling een actieve rol heeft in de planning van de leerstof. Leerlingen kunnen bij ons in principe niet blijven zitten. Een leerling kan twee jaren achtereen in dezelfde groep zitten, maar dat betekent niet dat we de leerstof
19
herhalen. In een nieuw schooljaar gaat het kind verder waar het gebleven is. Naast aandacht voor de cognitie werken we ook aan leren leren, sociale en emotionele vaardigheden, zelfstandigheid en zelfredzaamheid. Een schoolkamp is een wezenlijk onderdeel van het schoolprogramma en een belangrijk onderdeel van de lessen. Bij de aangepaste vorm van leerroute VGK (normaal lerend, uitstroomprofiel Praktijkonderwijs) spitsen we het programma van de basisschool nog explicieter toe op de individuele mogelijkheden. De leerlingen werken door middel van een weektaak ieder op eigen niveau aan de cognitieve vakken. Hiernaast is er veel ruimte om met elkaar te “leren door te doen”. In het so-mb zijn in het lesrooster alle doelen ondergebracht in de volgende schoolvakken: Basale ontwikkeling Speel- en leergedrag Zintuiglijke ontwikkeling Motorische ontwikkeling Spraak- en taalontwikkeling Wereldverkenning Muziek Bewegingsonderwijs (schoolzwemmen voor leerlingen van 8-12 jaar) Lezen (leerroute B-E) Rekenen (leerroute B-E)
Leerlingen rekenen in een hinkelspel op het plein
Voortgezet speciaal onderwijs (vso en vso-mb) Het onderwijsaanbod vso is gericht op het behalen van de eindtermen voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo, havo), waarbij de wijze van aanbieden is aangepast voor leerlingen met een visuele beperking. Het voortgezet speciaal onderwijs bereidt leerlingen voor op doorstroom naar het vervolgonderwijs (uitstroomprofiel vervolgonderwijs) of op het gaan uitoefenen van een (beschermde) functie op de arbeidsmarkt (arbeidsmarktgericht uitstroomprofiel). Het onderwijsaanbod op de vso-mb richt zich op een goede voorbereiding op wonen, werken, samenleven en invulling geven aan de vrije tijd. Afhankelijk van de leerroute vindt uitstroom plaats naar belevingsgerichte, taak- of activiteit gerichte of arbeidsmatige dagbesteding of naar een beschermde arbeidsplaats. Uitstroomprofiel vervolgonderwijs De onderbouw van diplomagerichte leerwegen duurt twee (vmbo) of drie jaar (havo). We streven naar afronding van het vmbo binnen vier en afronding van de havo in vijf jaar. De leerlingen krijgen een breed scala aan vakken en we bereiden ze voor op de keuze van een leerweg, een route naar vervolgonderwijs. In het vso krijgen de leerlingen dezelfde leerstof aangeboden als in het reguliere voortgezet onderwijs. De leerroute van elke leerling leggen we vast in het OPP. In theorie zijn de volgende leerwegen mogelijk (zie het specifieke schooldeel voor het aanbod op onze afzonderlijke scholen): havo profielen; - Cultuur en Maatschappij (C&M) - Economie en maatschappij (E&M) vmbo theoretische leerweg plus (T+) in Grave profielen; - vmbo t - havo 4 vmbo Theoretische leerweg (tl of mavo) profielen; - sector Zorg en Welzijn - sector Economie - sector Landbouw - sector Techniek - havo 4 vmbo Kaderberoepsgerichte leerweg (kb) profielen; - sector Zorg en Welzijn - sector Economie
20
vmb0 Basisberoepsgerichte leerweg (bb) profielen; - sector Zorg en Welzijn - sector Economie De theoretische leerweg vmbo t en de leerweg havo zijn nog niet gericht op een bepaald beroep en worden afgesloten met een staatsexamen. De leerlingen die in havo-4 instromen kunnen een havo-profiel kiezen met bijbehorend vakkenpakket, maar ze kunnen ook besluiten om slechts in één of meerdere vakken examen te doen. De eerste mogelijkheid levert een diploma op, de tweede mogelijkheid levert deelcertificaten op. Deze deelcertificaten blijven tien jaar geldig, zodat er altijd nog een havo-diploma “verzameld” kan worden. De beroepsgerichte leerweg vmbo bb/kb wordt afgesloten met een examen op de reguliere vo-school waarmee samengewerkt wordt. Ook hier is het voor de leerlingen mogelijk om in één of meerdere vakken een staatsexamencertificaat te behalen op het niveau van de kaderberoepsgerichte of theoretische leerweg. Uitstroomprofiel arbeid Het praktijkonderwijs is ingericht voor moeilijk lerende jongeren. Het onderwijs is zo breed mogelijk vormgegeven vanwege de doelstelling ‘toeleiding naar arbeid’ en is te splitsen in een oriëntatie-, specialisatie en transitiefase. In de oriëntatiefase geven we vakken als rekenen, taal, cultuur en maatschappij, op een zodanig manier dat er een contextrijke en logische wijze van natuurlijk leren ontstaat. De leerlingen oriënteren zich op vier leerwegen: zorg en welzijn, plant en dier, dienstverlening en techniek. We geven in deze fase ook veel aandacht aan de sociale competenties: het samenwerken, een keuze maken, jezelf presenteren, de werkhouding, omgaan met kritiek, rekening houden met elkaar, omgaan met ruzie, opkomen voor jezelf, gevoelens delen en omgaan met de beperking. Deze competenties leren en oefenen leerlingen in alle vakken die ze aangeboden krijgen, maar speciaal in de praktijkvakken. In de specialisatiefase ligt de focus op de arbeidscompetenties. Een interne stage staat hierbij centraal. In de transitiefase volgen de leerlingen één of meerdere externe stages waarbij ze minimaal een dag per week naar school blijven gaan. Leerlingen in de transitiefase van het praktijkonderwijs leiden we, indien mogelijk, via een plaatsingsstage toe naar betaalde arbeid.
Alle leerlingen in het praktijkonderwijs hebben een mentor die met de leerling regelmatig coachingsgesprekken voert. De interesses van de leerling worden besproken, evenals hetgeen de leerling belangrijk vindt om te leren. De leerling legt de vorderingen die hij maakt vast in een portfolio. Deze map wordt gedurende de schoolloopbaan gevuld zodat de leerling als hij de school verlaat een overzicht heeft van de dingen die hij allemaal geleerd heeft. Voor de leerlingen het praktijkonderwijs is het mogelijk certificaten (via KPC, IVIO en SVH) te behalen waarmee ze startkwalificaties kunnen verwerven om de eventuele aansluiting bij het middelbaar beroepsonderwijs (entreeopleiding van het mbo) te verbeteren. Uitstroomprofiel dagbesteding Visio Onderwijs biedt een onderwijsprogramma aan voor vso-mb leerlingen. Het betreft leerlingen vanaf 12 jaar met een meervoudige beperking die een leerroute krijgen aangeboden al naar gelang het ontwikkelingsniveau van de leerling. De leerlingen werken intensief met de methode “praktijkplein” waarin de verwerving van arbeidsvaardigheden centraal staat. Leerlingen stromen uit naar: Arbeidsmatige dagbesteding Taak- of activiteit gerichte dagbesteding Belevingsgerichte dagbesteding De onderwijsinhoud van het vso-mb is afgestemd op de landelijke kerndoelen en leerlijnen voor zeer moeilijk lerende kinderen (zml), ontwikkeld door het SLO (stichting leerplan ontwikkeling). Daarnaast gebruikt Visio onderwijs ook nog de leerlijnen van het CED (centrum educatieve dienstverlening). De leerlijnen van het SLO gaan uit van ontwikkelingsfases van A (0-24 mnd), B (2-4 jr), C (4-6 jr), D (6-8 jr) en E (8+ jr). Er wordt in het vso-mb gewerkt vanuit vier domeinen te weten: wonen, werken, vrije tijd en samenleven. De domeinen vormen de leidraad waaraan de leer- en praktische vakken worden opgehangen. De leerlingen in het vso-mb doorlopen drie leerfases: In de oriëntatiefase van vso-mb wordt in het lesprogramma ruimte gemaakt om de leerlingen te laten kennismaken met verschillende aan werk gerelateerde praktische activiteiten te weten uit de vier domeinen: - werken in de tuin (groen) - werken in de keuken (horeca, verzorging) - schoonmaakwerk (in en rond de school) - techniek ( kennismaken met gereedschap, veilig werken, klusjes In de specialisatiefase ligt de focus op de arbeidscompetenties. De interne stage staat hierbij centraal.
21
Leerlingen kiezen een specialisatie (bijvoorbeeld horeca) en gaan stage werkzaamheden in dit “vak” verrichten. In de transitiefase volgen de leerlingen één of meerdere externe stages van één of twee dagen per week. De leerlingen in de transitiefase stromen na een jaar uit naar de vervolgsetting.
Indeling ontwikkelingsperspectieven van vso-mb leerlingen: perspectief
Ontwikkeling
Uitstroom
A
0 – 24 mnd
Belevingsgerichte dagbesteding
B
2 – 4 jaar
Belevingsgerichte dagbesteding met activiteiten
C
4 – 6 jaar
Taak- of activiteitgerichte dagbesteding (enkelvoudige taken)
D
6 – 8 jaar
Taak- of activiteitgerichte dagbesteding (meer complexe taken)
E
8 -10 jaar
Arbeidsmatige dagbesteding
Loopbaanonderzoek (assessment) Rond de vijftienjarige leeftijd doen veel leerlingen een assessment. In de voorbereiding op het schoolverlaten staan we met u en uw kind nadrukkelijk stil bij het toekomstperspectief. Bewustwording van nieuwe en onverwachte mogelijkheden en beperkingen, biedt uw kind kansen om zich zo goed mogelijk voor te bereiden op de periode ná school.
Leerlingen voelen en ruiken
Tijdens het assessment verblijven de leerlingen, samen met leerlingen van andere Visio scholen, twee dagen op
een andere locatie. Ook de leerlingen van vso-mb die de leerroute C of hoger volgen doen rond hun 15de jaar mee aan een tweedaags loopbaanonderzoek. Gedurende deze twee dagen kijken we gericht naar mogelijkheden die een leerling heeft. We voeren gesprekken met de leerlingen waarin verwachtingen, toekomstplannen en omgaan met hun beperkingen ter sprake komen en we doen onderzoek. De onderzoeksterreinen zijn: Vaardigheid om stage te lopen: praktisch en sociaal Cognitieve mogelijkheden Toekomstwensen wat betreft richting, stage- en beroepswensen Mobiliteitsmogelijkheden in verband met zo zelfstandig mogelijk reizen naar het stageadres of de latere werkkring Praktische redzaamheid Sociale en praktische redzaamheid in een vreemde omgeving (observatie) Omgaan met visuele beperking Computervaardigheden Visueel functioneren Het assessment is belangrijk voor de toekomst van uw kind en is daarom verplicht. U, uw kind en het team krijgen een verslag waarin de verschillende uitslagen van de onderzoeken zijn beschreven en geïntegreerd. Daarin formuleert een gedragswetenschapper een advies over de richting van de stage, de soort stage en de uitstroommogelijkheid van uw kind. Dit gebeurt in eenvoudige taal zodat uw kind het verslag zelf kan lezen en begrijpen. Stage (werkervaringstrajecten) We willen onze leerlingen alle benodigde ondersteuning, hulp en tools aanreiken. Het doel is dat ze in hun toekomstige leven, passend bij hun mogelijkheden: zo zelfstandig mogelijk door het leven gaan zo optimaal mogelijk invulling geven aan de levensdomeinen onderwijs, wonen, vrije tijd, en arbeid/dagbesteding. volwaardig participeren in de maatschappij als wereldburger de wereld tegemoet treden We werken hieraan door voor onze leerlingen o.a. stages te organiseren. Belangrijke doelen daarbij zijn: Verwerven van sociale en arbeidscompetenties Kennis maken met diverse werksoorten en verschillende activiteiten Zicht krijgen op eigen mogelijkheden, interesses, beperkingen en sociaal gedrag Zicht krijgen op de toekomstige mogelijkheden met betrekking tot dagbesteding en arbeid.
22
Realiseren van een naadloze overgang naar een vervolgsetting Er zijn door alle leerjaren heen verschillende vormen van stage in het onderwijsprogramma opgenomen. a) Werkervaringstraject uitstroomprofiel vervolgonderwijs Leerlingen in de onderbouw van de diplomagerichte leerwegen maken via introductiestages kennis met het bedrijfsleven. De leerlingen van het derde leerjaar volgen een maatschappelijke stage (twee à drie weken) met opdrachten. In leerjaar 4 is een stage gekoppeld aan het maken van een sectorwerkstuk voor het examen. De leerling maakt een presentatie als onderdeel van het eindexamen. De leerlingen van VMBO BB doen in hun examenjaar een afstudeerstage (een dag per week). De stage maakt onderdeel uit van het PTA (programma van toetsing en afsluiting) van het eindexamen. b) Werkervaringstraject uitstroomprofiel arbeid Gedurende de eerste twee leerjaren werken we in het lesprogramma aan sociale- en arbeidscompetenties. In leerjaar 3 volgen de leerlingen een interne stage en in leerjaar 4 een semi- of echte externe stage. Leerlingen in de eindfase van het praktijkonderwijs leiden we, indien mogelijk, via een plaatsingsstage toe naar betaalde arbeid. c) Werkervaringstraject (stage) uitstroomprofiel dagbesteding Vanaf de specialisatiefase gaan de leerlingen gerichter aan de slag met de praktische vakken gerelateerd aan verschillende werkvormen. Zij bezoeken verschillende vormen van dagbestedingsplaatsen op verschillende niveaus. Interne stages staan op het programma. De transitiefase staat in het teken van een plaatsingsstage. Waar mogelijk maken we hierbij gebruik van de inzet van een jobcoach vanuit Visio Revalidatie & Advies (R&A). Leerstofaanbod Wij willen een fundament leggen voor de toekomst. Dat doen we door de leerlingen te leren wie ze zijn, ze sociaal vaardig te maken, ze leren keuzes te maken en verantwoordelijkheid te dragen, maar vooral door ze een goede opleiding en vakken aan te bieden waarmee ze kansen krijgen in het vervolgonderwijs, op de arbeidsmarkt en binnen de dagbesteding. Het is voor onze leerlingen van groot belang dat zij een reëel beeld krijgen van hun mogelijkheden en leren die
mogelijkheden te benutten. In het vso doen de leerlingen op verschillende gebieden ervaringen op. Zij nemen bijvoorbeeld deel aan school overstijgende projecten zoals excursies, werkweken, sportdagen en ze doorlopen werkervarings-/stage trajecten. De leerlingen leren hun eigen mogelijkheden en beperkingen ontdekken: wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik en hoe kan ik functioneren in de maatschappij ? Leren op afstand Het komt voor dat leerlingen uit de hoogste leerjaren van de havo lessen volgen op een andere locatie. Dit gebeurt digitaal via een systeem waarbij leerlingen een live verbinding hebben met een docent op een andere locatie. Het systeem kan ook worden gebruikt wanneer een leerling tijdelijk of voor langere tijd fysiek niet in staat is om onderwijs op school te volgen. Op deze wijze kan hij toch blijven deelnemen aan (een gedeelte) van het onderwijsprogramma. Momenteel wordt onderzocht welke ondersteunende middelen we kunnen inzetten om het leren op afstand nog verder te verbeteren. Het biedt immers ook kansen voor leerlingen uit het regulier onderwijs om op onderdelen lessen te volgen op de speciale scholen. Schoolkamp Ieder jaar staat de schoolkampweek op het programma. In deze week vinden de onderwijsactiviteiten niet
Leerlingen leren skieen
23
binnen de muren van de leslokalen plaats, maar in een minder voorspelbare situatie. Binnen deze werkweken bieden we een evenwichtig programma aan met educatieve, culturele, sportieve en creatieve elementen. Het (leren) samenwerken en het (leren) omgaan met verantwoordelijkheden staat centraal. We spreken de leerlingen tijdens deze week aan op hun creatieve en sportieve mogelijkheden en op hun sociale vaardigheden. Ze zijn daarbij vaak grensverleggend bezig. We brengen de leerlingen in situaties waarbij onder andere een beroep wordt gedaan op het leren omgaan met hun beperking, het om hulp moeten vragen, op hun doorzettingsvermogen, zelfstandigheid en zelfredzaamheid én op hun sportiviteit.
Expertise van onze scholen We streven ernaar dat onze leerlingen dezelfde kennis en vaardigheden opdoen als kinderen op andere scholen voor speciaal basis- of voortgezet onderwijs. Toch zijn onze scholen óók heel speciale scholen. De visuele beperking van de leerlingen vraagt om aanpassingen van het onderwijs, de materialen en het schoolgebouw. We houden rekening met de visuele en andere beperkingen, maar passen het onderwijs ook aan de mogelijkheden van onze leerlingen aan. Met als doel dat iedere leerling zich optimaal kan ontwikkelen om straks zo zelfstandig en gelijkwaardig mogelijk deel kan nemen aan de samenleving.
Dit doen we door onder andere extra aandacht te besteden aan de stimulering van zintuigen, fysieke aanpassingen te doen, speciale methoden toe te passen en specifieke kennis te hebben van bepaalde stoornissen en ziektebeelden. A)Zintuigen Zien: Visuele stimulatie en kijktraining Binnen het onderwijs aan slechtziende kinderen wordt extra aandacht besteed aan het kijken. We leren kinderen nieuwe compenserende vaardigheden of versterken reeds bestaande visuele vaardigheden. Naast het bieden van een visueel aantrekkelijke leeromgeving, met heldere kleuren en duidelijke contrasten vindt er ook visuele stimulatie en kijktraining plaats. Beide interventies zijn erop gericht om functioneel en optimaal gebruik te kunnen maken van visuele (rest) capaciteiten. Kenmerk van visuele stimulering is het gebruik van gerichte materialen om een visuele (kijk-) reactie van het kind uit te lokken. Visuele stimulatie wordt met name toegepast bij kinderen die niet of nauwelijks reageren op visuele prikkels. Bij visuele training wordt iemand geleerd om functioneel (dus toegepast in activiteiten) en optimaal gebruik te maken van de visuele (rest)capaciteiten. Visuele training vindt plaats bij kinderen die meer visuele aandacht (kunnen) vertonen. Tast: Tactiele training Voor blinde kinderen is tast het belangrijkste zintuig om objecten te herkennen, voor oriëntatie & mobiliteit en leren in het algemeen. Een blind kind moet zijn tastzintuig zo optimaal mogelijk kunnen gebruiken. Is dit wel mijn beker? Waar zijn mijn sokken en heb ik wel twee dezelfde te pakken? Waar is mijn kledinghaakje en hoe vind ik mijn jas terug tussen al die andere jassen op de kapstok? Observatie-instrumenten (o.a. Tactiel Profiel) geven inzicht in de tactiele mogelijkheden en beperkingen van een kind. Door middel van tactiele training worden de tactiele vaardigheden en kennis van een kind gestimuleerd en getraind. Tast: Braille Het brailleschrift (genoemd naar de bedenker Louis Braille) is een vervangend middel voor schriftelijke communicatie. De mogelijke toepassingen variëren evenals bij schriftelijke communicatie - van markeringen op huishoudelijke apparatuur en het lezen van boeken voor onderwijs, werk, vrije tijd tot computergebruik. Binnen de scholen en in de ambulante begeleiding (AOB) zijn een behoorlijk aantal kinderen aangewezen
24
op braille. Wij noemen ze “brailleleerlingen”, want niet alle kinderen zijn volledig blind. Veel kinderen hebben nog een restvisus. Deze visus is echter te weinig om voldoende het lezen in zwartschrift op te kunnen bouwen. Kinderen moeten een aantal voorwaarden beheersen om aan braille te kunnen beginnen. Niet alle kinderen met een visuele (en soms een bijkomende) beperking beheersen deze voorwaarden.
Bij de leerlingen waarbij het moeilijk maar mogelijk is zullen we met intensieve aandacht de basis van het lezen middels braille aanleren. Het doel voor deze kinderen is niet het leren lezen van dikke brailleboeken maar wel het plezier hebben in eenvoudige lees -en voelboekjes en de mogelijkheid hebben tot het aanbrengen van letters/woorden op CD hoesjes en dergelijke.
Braille lezen
B)Fysieke aanpassing Schoolgebouw en omgeving Het gebouw is ingericht voor en aangepast aan slechtziende en blinde leerlingen. Aanpassingen zijn er door het gebruik van heldere kleuren en duidelijke contrasten, goede verlichting, oriëntatiepunten, zonwering en
verwijzers. De lokalen zijn ruim en licht en de gangen leeg, breed en veilig. Elk klaslokaal kent een directe of vrijwel directe uitgang naar buiten voor calamiteiten. Ook zijn er verzorgingsruimtes (soms met tilliftinstallatie). Gezien de diversiteit van onze leerlingen, maken wij soms gebruik van verschillende, van elkaar afgeschermde pleinen. Het terrein rondom de school is aangepast door middel van geleide lijnen. Er zijn vaklokalen, praktijklokalen, sensorische activeringsruimten, een kamer voor visuele stimulatie en kamers voor therapeuten of specialisten. Uiteraard zijn ook de gymzaal en het zwembad aangepast aan onze doelgroep. Oriëntatie & mobiliteit (O&M) Oriëntatie is weten waar je bent en waar je naar toe wilt. Mobiliteit is daar daadwerkelijk kunnen komen. Zaken die opvallen binnen ons onderwijs, afgezien van specifieke lessen die gericht zijn op oriëntatie en mobiliteit, zijn: - De opstelling in de klas is (zoveel mogelijk) hetzelfde: Leerlingen creëren een beeld van de omgeving in hun hoofd. Zodra de klas van opstelling verandert klopt dit beeld niet meer en duurt het enkele weken voordat ze weer opnieuw gewend zijn. Dit kan verwarring en onduidelijkheid scheppen bij de leerling. Medewerkers zijn zich hiervan bewust. - We werken met vaste plaatsen in de klas: Denk hierbij aan een vaste plek waar de leerling kan werken (werktafel), een vaste speelhoek, een vaste plek om te eten en een vaste plek in de ochtendkring. - We werken met herkenningspunten in de klas: Bijvoorbeeld een rondje van schuurpapier als voelbare verwijzer achter op de eigen stoel aan de werktafel en een zacht bolletje als voelbare verwijzer achter op de stoel aan de eet- en drinktafel. Je kunt hier allerlei creatieve oplossingen voor bedenken. - Er zijn vaste looproutes in de klas: De leerlingen leren vaste routes aan. Bijvoorbeeld van de kapstok naar de stoel in de kring. Een route leren ze bijvoorbeeld als volgt: kapstok, langs de deur van de klas, muur volgen, met de rug tegen de tafel staan en dan recht oversteken. Op de stoel de eigen verwijzer voelen. ICT Aan de ene kant biedt ICT enorme kansen voor leerlingen met een visuele beperking. Voor leerlingen die braille gebruiken, gaat er bijvoorbeeld dankzij ICT een nieuwe wereld open. De innovaties gaan snel en ICT verovert in snel tempo de klaslokalen. Aan de andere kant ontstaan er ook belemmeringen. De lesstof wordt dan wel steeds digitaler, maar dat betekent niet dat
25
die ook altijd goed toegankelijk is voor onze leerlingen. Momenteel krijgt ICT een steeds groter aandeel in het lesprogramma van de slechtziende en blinde leerling, ook voor leerlingen met een verstandelijke beperking. Hulpmiddelen Visio onderwijs heeft op tal van manieren hulpmiddelen voor leerlingen beschikbaar om het onderwijs zo optimaal mogelijk te kunnen volgen. Er zijn hulpmiddelen als vergrotingsapparatuur, brailleleesregels, piegten, loepen, taakverlichting etc., maar ook aangepast spelmateriaal, vergrote werkbladen, speciale apps, timetimers, verwijzers en nog veel meer.
Leerlingen lezen op de PC met vergrotingsapparatuur
C)Methoden Totale Communicatie Zonder communicatie verkeren mensen in een isolement. Zodra er sprake is van communiceren, kan iemand contacten aangaan, relaties leggen en behoeftes en wensen kenbaar maken. Voor leerlingen met een visueel-verstandelijke beperking is taalontwikkeling en leren communiceren niet vanzelfsprekend. De methodiek ‘Totale communicatie’ die we gebruiken, is een basishouding om op maat aan te sluiten bij het communicatieniveau van elke afzonderlijke leerling. Liedjeskist Binnen het onderwijs voor leerlingen met een( zeer) ernstige visuele, verstandelijke (en motorische) beperking zijn muziek en liedjes belangrijke ingangen tot communicatie. Middels de Liedjeskist hebben we muziek en (Totale) Communicatie als werkwijze bij elkaar gebracht. Het is een praktische benadering waarbij de begeleider het kind met een (ernstig) meervoudige beperking beter leert kennen en hand-
vatten krijgt om het kind te stimuleren tot communicatie. De Liedjeskist is totaal aangepast aan de visueel beperkte leerling (kleurrijke materialen met geluid of licht; contrasterende foto’s en plaatjes mat geseald). Daarnaast wordt de communicatie middels de juiste basishouding aangepast aan het kind met de visuele beperking (signalen oppikken die het kind afgeeft en daarop reageren). Signalen die de begeleider gaat herkennen tijdens het aanbieden van de Liedjeskist zullen ook in het dagelijks leven sneller opgemerkt worden. En hoe adequater de begeleider op de signalen van een kind met een (ernstig) meervoudige beperking reageert, hoe meer het kind leert deze signalen in te zetten in de communicatie en daarmee ervaart dat het invloed kan uitoefenen op de omgeving. Beleven in Muziek (BIM) ‘BIM’ staat voor ‘beleven in muziek’. Het is een methode met muziekbeleving in de zorg en het onderwijs aan kinderen met een ernstig meervoudige beperking. Het uitgangspunt in deze werkwijze is dat het kind de muziek tijdens de muziekactiviteiten op het lichaam beleeft. De begeleider van de muziekactiviteit vertaalt een muziekaspect dat in de muziek te horen is zoals bijvoorbeeld sterk–zacht of een ritme direct op het lichaam van het kind. Hierbij gebruikt de begeleider verschillende materialen. De manier waarop de begeleider het materiaal gebruikt is afgestemd op het gekozen muziekaspect en het karakter van het muziekstuk. D)Stoornissen Cerebral Visual Impairment (CVI) In de westerse landen is ongeveer 1 op de 1000 kinderen slechtziend of blind. In de loop van de jaren tachtig van de vorige eeuw ontstond het inzicht dat er een groep kinderen is bij wie de slechtziendheid of blindheid niet te verklaren is vanuit een beperkte gezichtsscherpte en/of een beperkt gezichtsveld. Dit zijn de kinderen met visueel functieverlies als gevolg van hersenbeschadigingen. CVI is de afkorting van ‘Cerebral Visual Impairment’, een term die een aandoening aanduidt waarbij er sprake is van slechtziendheid waarvoor geen oogheelkundige verklaring is. CVI is bij 1/3 van de blinde en slechtziende kinderen de oorzaak van de visuele beperking. CVI is daarmee de meest voorkomende oorzaak van visuele beperkingen bij kinderen in de westerse wereld. CVI komt met name voor bij kinderen met een meervoudige beperking. Er is een groot verschil in aard en ernst van de symptomen van CVI. Een kind met CVI heeft een individueel, op maat gesneden onderwijs –en begeleidingsprogramma nodig.
26
Aanpassingen in de leef- en onderwijsomgeving zijn essentieel. Een kind met CVI heeft een rustige leeromgeving nodig waarin het aantal visuele en auditieve prikkels beperkt wordt. Autismespectrumstoornis (ASS) Autisme is een aangeboren stoornis in de hersenen die levenslang blijft en die op alle gebieden invloed heeft. De informatie die via de zintuigen binnenkomt (prikkels) verwerken mensen met autisme op een andere manier. Daarnaast zijn veel mensen met autisme over- of ondergevoelig voor bepaalde prikkels (bijvoorbeeld geluid, pijn). Zij nemen vooral waar in details en kunnen er moeilijk een geheel van maken. Het is alsof ze losse puzzelstukjes in hun hoofd hebben, zonder een compleet beeld. Ze vinden het moeilijk om te begrijpen wat er in de ander omgaat en om te vertellen wat ze zelf beleven en denken. Hun manier van doen is anders. De wereld is voor mensen met autisme onvoorspelbaar, chaotisch, bedreigend en dit kan leiden tot gedragsproblemen. Bij iemand met autisme, een verstandelijke én een visuele beperking zijn er veel tegenstrijdige factoren, die ervoor zorgen dat informatie niet goed opgenomen kan worden. Compensatie van een visuele beperking doet een extra beroep op de intelligentie. Om te weten wat er om je heen gebeurt, vraagt dat veel van het geheugen, voorstellingsvermogen en taalvaardigheid. Extra inzet van de intelligentie is echter niet mogelijk vanwege de verstandelijke beperking. Ook doet iemand met een verstandelijke beperking juist een extra beroep op zijn gezichtsvermogen dat dus in dit geval ontbreekt of beperkt is. Visio onderwijs bundelt expertise rond de combinatie autismespectrumstoornis en de visueel (en verstandelijke) beperking en kan het onderwijs hierop aanpassen. Sensorische Informatieverwerkingsstoornissen Sensorische informatieverwerking (SI) is het vermogen om prikkels uit je omgeving én vanuit je eigen lichaam op te nemen; het vermogen om deze te selecteren en daarna met elkaar in verband te brengen en te verwerken. Deze informatie doe je op via de zintuigen. Verwerking daarvan is nodig om op een adequate manier te kunnen reageren op alle prikkels. Als zich problemen in de SI voordoen (bijv. aandachtsproblemen, gedragsproblemen, problemen in tactiele of auditieve discriminatie) dan kunnen we het kind stimuleren tot een adequate prikkelverwerking, door doelgerichte activiteiten aan te bieden of de omgeving aan te passen. Binnen ons onderwijs wordt extra aandacht besteed aan onderzoek en behandeling van SI-stoornissen.
Neuronale Ceroid Lipofuscinoces (NCL) NCL staat voor Neuronale Ceroid Lipofuscinoces. Het gaat hier om een groep stofwisselingsziekten met een progressief verloop waarvan de meest voorkomende JNCL is (Juveniele vorm van NCL, voorheen bekend als Batten Spielmeyer Vogt). Kinderen met NCL en de mensen in hun omgeving krijgen naarmate het kind ouder wordt in toenemende mate te maken met de gevolgen van het ziektebeeld. Visio Onderwijs ondersteunt deze leerlingen en hun ouders in de verschillende fasen van het proces. E)Gedrag Moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) Binnen het onderwijs worden leerkrachten soms geconfronteerd met moeilijk verstaanbaar gedrag (MVG) van leerlingen. Hiermee bedoelen we gedragsproblemen waarvan de oorzaak en betekenis vaak lastig te achterhalen zijn. Wanneer begeleiders handelingsverlegen zijn t.a.v. moeilijk verstaanbaar gedrag dan kan een beroep gedaan worden op het team MVG. Dit multidisciplinaire team zoekt naar oorzaken en oplossingen voor het gedrag van de leerling. Er wordt een eenduidig traject gevolgd met een duidelijk begin, maar ook eindpunt gericht op het ombuigen van het gedrag.
Dit gebeurt in nauwe samenwerking met ouders. De orthopedagoog die in het team MVG zit heeft kennis van gedragsproblematiek, coördineert de behandeling en heeft eventueel contact met externe deskundigen. Sociale redzaamheid Het onderwijs is gericht op het verwerven van een volwaardige plaats in maatschappij, op de gebieden wonen, werken, vrije tijd en samenleven. De scholen hechten veel waarde aan het leren samenwerken en samenleven. Wij willen de leerlingen toerusten voor het kunnen functioneren in de West-Europese samenleving met haar waarden en normen. In de lessen “sociaal-emotionele vaardigheden” en “mens en maatschappij” of “oriëntatie op mens en wereld” wordt dan ook aandacht besteed aan ‘burgerschap’. De leerlingen oriënteren zich – op hun eigen niveau- op hoe mensen met elkaar omgaan, op hoe mensen problemen oplossen en op hoe mensen zin en betekenis geven aan hun bestaan. Het gaat over de deelgebieden democratie, participatie en identiteit.
Ambulante Onderwijskundige Begeleiding (AOB) Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk In Nederland worden ongeveer 3.000 kinderen en jongeren met een visuele beperking (tussen 3 jaar en 20 jaar) begeleid. Het overgrote deel van deze leerlingen, namelijk 75 tot bijna 80% bij Visio, neemt deel aan een gewone, thuisnabije onderwijsvorm. Zij zitten op een reguliere basisschool, een (voortgezet) speciale school, een school voor voortgezet onderwijs (praktijkonderwijs, vmbo, havo, vwo) of ze volgen onderwijs in het mbo, hbo of aan de universiteit. Slechts 20-25% van de totale groep is aangewezen op een onderwijsinstelling voor leerlingen met een visuele beperking. Het hoge integratiepercentage is het resultaat van het beleid dat in cluster 1 al ruim dertig jaar wordt gevoerd: Regulier waar mogelijk, speciaal waar noodzakelijk. Dat houdt in dat we ernaar streven dat zoveel mogelijk kinderen en jongeren met een visuele beperking op reguliere scholen onderwijs volgen. Om dat te realiseren geven wij reguliere scholen onderwijsondersteuning op maat. We bieden ambulante onderwijskundige begeleiding, advies, coaching, instructie, collegiale consultatie en cursussen.
Leerlingen en meester spelen circus
27
In het kader van Passend Onderwijs zetten wij dit beleid voort en breiden we de genoemde ambulante begeleidingsvormen uit met nieuwe, eigentijdse vormen
van onderwijsondersteuning. Zoals bijv. ‘VSO in Eigen Regio’, een intensieve variant van de aob of het starten van een speciale Visio klas in de regio gekoppeld aan een reguliere( speciale) school. Gewoon naar school, mét begeleiding Als een kind met een visuele beperking regulier onderwijs volgt gaan heel veel schoolzaken gewoon zoals ze altijd gaan. Sommige dingen gaan anders. Bij Koninklijke Visio hebben we gespecialiseerde leerkrachten die de vragen met betrekking tot het leren (omgaan) met een visuele beperking kunnen beantwoorden en die een leerling met een visuele beperking begeleiden bij alle schoolzaken die een beetje anders zijn. Deze ambulant onderwijskundig begeleiders (aob’ers) ondersteunen niet alleen de leerling, maar ook de leerkracht(en) op school.
De ambulant onderwijskundig begeleider adviseert de school over de keuze en aanschaf van leer- en hulpmiddelen en aangepast meubilair. Verder denkt de ambulant onderwijskundig begeleider mee over de toekomstmogelijkheden van de leerling en informeert hij de school en de ouders over de wettelijke en financiële regelgeving.
Begeleiding op maat Het doel van ambulante onderwijskundige begeleiding is dat een kind ondanks zijn visuele beperking zo goed mogelijk deel kan nemen aan regulier (speciaal) onderwijs. De aob-er bekijkt samen met de leerkrachten op school wat de leerling daarvoor nodig heeft. Het kan gaan om speciale hulpmiddelen, zoals een laptop met vergrotingssoftware of lesmateriaal in braille, maar ook om betere verlichting, of extra tijd bij proefwerken. Het geven van adviezen en het aanleren van vaardigheden is maatwerk, gericht op de specifieke situatie van de leerling. Samen aan de slag Bij aanvang van de begeleiding en aan het begin van elk schooljaar stelt een aob’er een begeleidingsplan op in nauw overleg met de school, de leerling en de ouders. Uitgaande van de hulpvraag, onderzoeksgegevens en eigen observaties, beschrijft de aob’er hoe het kind zo goed mogelijk deel kan nemen aan het onderwijs. Ook staan in het begeleidingsplan de afspraken tussen de ambulant onderwijskundig begeleider en de school en de doelen waaraan de aob’er met het kind gaat werken. Bij het opstellen, uitvoeren en evalueren van een begeleidingsplan, houdt de aob’er rekening met de manier van werken op school. Taken van de ambulant onderwijskundig begeleider De aob’er informeert de school, de ouders en medeleerlingen van de leerling over de visuele beperking en de gevolgen daarvan. De leerling krijgt zelf praktische tips en adviezen voor het omgaan met de visuele beperking. Soms zal de aob’er individueel met een leerling werken, bijvoorbeeld door brailleles te geven of kijkstrategieën aan te leren.
28
Leerling leert roeien
Voor vragen die buiten de eigen expertise vallen, zal de ambulant onderwijskundig begeleider leerkrachten en ouders doorverwijzen. Ook zal de aob’er relevante activiteiten en trainingen van Visio Revalidatie & Advies onder de aandacht brengen. De aob’er is kortom de contactpersoon bij alles wat op school komt kijken bij de visuele beperking van de leerling. Bekostiging Ambulante onderwijskundige begeleiding is een basistaak van de onderwijsinstellingen van Visio. Daarom zijn aan de uitvoering van deze begeleiding voor de
leerlingen, hun ouders en de scholen geen kosten verbonden. Scholen voor regulier basisonderwijs en voortgezet onderwijs kunnen, afhankelijk van de visuele beperking en de onderwijsbehoefte, een ondersteuningsbudget in de vorm van een arrangement ontvangen via Visio. De regeling “Aanvullende bekostiging visueel gehandicapten” is terug te vinden op www.eduvip.nl onder Wet en Regelgeving.
Samenwerking met andere partners Intern, binnen Visio Samenwerking met andere scholen en Ambulante Onderwijskundige Begeleiding van Visio Er wordt steeds intensiever samengewerkt tussen de zes Visio scholen en de twee afdelingen aob. De schoolleiders spreken elkaar iedere drie weken onder leiding van de directeur onderwijs in managementteamvergaderingen (MT). Voorstellen tot nieuw of aangepast beleid, steeds vaker voorbereid door een vertegenwoordiging vanuit het MT, worden besproken; projecten worden samen gevolgd; er wordt verantwoording afgelegd over nagestreefde doelen en ideeën over bijv. de toekomstige organisatie en inhoud van het onderwijs worden gedeeld. Er zijn landelijke werkgroepen met vertegenwoordigers van diverse scholen en aob-afdelingen mbt diverse thema’s werkzaam onder leiding van een daartoe aangewezen schoolleider. Ook de coördinatoren van alle onderwijsvestigingen en –afdelingen komen regelmatig in het jaar bij elkaar om te spreken over thema’s die hen binden. Er wordt steeds meer kennis uitgewisseld en gezamenlijk doorontwikkeld. Samenwerking met andere domeinen van Visio, direct leerlinggebonden a) Samenwerking Kind & Jeugd Om de zorg en dienstverlening aan leerlingen die naast het onderwijs tevens gebruik maken van hulp uit de andere domeinen van Visio (Wonen & Dagbesteding en/of Revalidatie & Advies), nog beter op elkaar af te stemmen, is het programma Kind & Jeugd gestart. Er is een gezamenlijk toelatingstraject en er wordt direct een basisplan opgesteld met de gegevens van de toelatingsdiagnostiek, het persoonsbeeld, het perspectief met betrekking tot wonen, werken en vrijetijdsbesteding én het hoofddoel van de te ontvangen zorg of begeleiding. Dit basisplan is de onderlegger voor alle volgende deelplannen van de verschillende domeinen waar het kind of de jongere zorg of begeleiding gaat ontvangen. Er wordt een proces coördinator benoemd die ervoor moet
29
waken dat alle deelplannen op elkaar en het basisplan zijn afgestemd. Daartoe vindt periodiek overleg plaats met alle betrokkenen, ook met ouders of de leerling zelf. Tevens is de proces coördinator het 1e aanspreekpunt voor ouders/verzorgers. b) Samenwerking met Visio Cliëntservicebureau (CSB) Visio Onderwijs werkt samen met het Cliëntservicebureau als het gaat om het aanmeldingstraject (zie KJMD/CVO), het verkrijgen van gegevens van externe partijen (zoals een reguliere oogarts) en het verwerven van zorgindicaties. c) Samenwerking met Visio Wonen & Dagbesteding Tussen Visio Onderwijs (de afdeling so/vso-mb) en Wonen & Dagbesteding bestaat van oudsher een nauwe samenwerking. De meeste leerlingen van de afdeling so/vso-mb wonen bij hun ouders thuis, maar er zijn ook leerlingen die bij het domein Wonen & Dagbesteding wonen of regelmatig logeren. Daarnaast biedt de dagbesteding aan een aantal leerlingen van de scholen dagopvang op de woensdagmiddag of vakantieopvang in vakanties. Visio Wonen & Dagbesteding biedt tevens thuiszorg: zorg op maat in de eigen thuissituatie. d) Samenwerking met Visio Revalidatie & Advies Voor het uitvoeren van diverse onderzoeken (oogheelkundig onderzoek, visueel functieonderzoek, ontwikkelingsonderzoek, visueel perceptie onderzoek, etc.) en voor behandelingen op het gebied van bijv. ergotherapie, logopedie, oriëntatie & mobiliteit en maatschappelijk werk, werken we samen met Visio Revalidatie & Advies. e) Samenwerking met de afdeling Kennis, Expertise en Innovatie (KEI) en de Visio Academie Alle scholen en afdelingen aob werken meer of minder intensief periodiek samen met de afdeling KEI; ze nemen deel aan (soms langlopende) onderzoeken en projecten tot vergroting van de expertise van Visio, al dan niet in samenwerking met Nederlandse universiteiten en hogescholen. Voor (bij-)scholing van medewerkers kan geput worden uit het aanbod van de Visio Academie en meer specifiek uit het voor het onderwijs vastgestelde Corporate Curriculum. f) Samenwerking met Visio International Alle scholen en afdelingen aob kunnen gevraagd worden een rol te vervullen als het gaat om deskundigheidsbevordering van buitenlandse scholen en onderwijsorganisaties; vertegenwoordigers van Visio onderwijs worden dan door Visio International uitgezonden naar samenwerkingspartners van Visio in het buitenland.
Extern, buiten Visio Schoolarts GGD De schoolarts van de Gemeentelijke Gezondheid Dienst (GGD) is op sommige scholen verbonden aan de Commissie Leerlingenzorg. De arts onderzoekt de leerlingen in ieder geval één keer na plaatsing binnen de school. In het instroomonderzoek wordt de lichamelijke conditie van de leerling gescreend. Zo vindt een gehoortest en een meting van lengte en gewicht plaats. Ouders/ verzorgers wordt altijd om toestemming voor het doen van onderzoek gevraagd. Therapeuten, werkzaam op scholen vanuit een eigen praktijk Sommige scholen kennen therapeuten (fysiotherapie, ergotherapie) werkzaam vanuit een eigen praktijk. Zij zijn gespecialiseerd in het bieden van zowel onderzoek/ voortgangsdiagnostiek als onderwijsondersteuning en behandeling. De Commissie Leerlingenzorg geeft al dan niet toestemming voor nader onderzoek/voortgangsdiagnostiek of behandeling binnen onderwijstijd. Ouders/verzorgers wordt altijd om toestemming voor het doen van onderzoek of behandelen gevraagd. Samenwerking binnen het onderwijsveld, met Bartimeus In Nederland is het speciaal onderwijs onderverdeeld in vier clusters. Dat zijn –met de oude benamingen-: - cluster 1: leerlingen met visuele beperkingen - cluster 2: leerlingen met auditieve beperkingen - cluster 3: zeer moeilijke lerende leerlingen, langdurige zieke leerlingen en leerlingen met lichamelijke beperkingen - cluster 4: leerlingen met psychiatrische of gedragsproblemen. Het speciaal onderwijs in cluster 1 en 2 heet tegenwoordig “landelijk speciaal onderwijs’; het speciaal onderwijs van cluster 3 en 4 valt in het kader van Passend Onderwijs tegenwoordig onder de regionale samenwerkingsverbanden. De scholen van Visio, Bartiméus en de ambulante onderwijskundige begeleiding (aob) van Visio en Bartimeus vormen samen cluster 1. Binnen cluster 1 wordt er intensief samengewerkt op onder andere het gebied van de ontwikkeling van leerlijnen, Opbrengst Gericht Werken en expertise-uitwisseling. Samenwerking binnen het onderwijsveld, met andere clusters in het speciaal onderwijs Indien gewenst wordt vanuit de scholen en aob samengewerkt met andere scholen of aob in het speciaal onderwijs. Uiteraard komen de aob-ers van Visio op
30
scholen van de andere clusters om ten behoeve van individuele leerlingen met een visuele beperking ondersteuning te bieden aan die leerlingen en hun docenten. Soms is er sprake van samenwerking in speciale projecten. Samenwerking binnen het onderwijsveld, met reguliere vormen van onderwijs en samenwerkingsverbanden Vanzelfsprekend komen aob-ers van Visio ook op reguliere scholen en opleidingen om ten behoeve van individuele leerlingen en studenten met een visuele beperking en hun docenten ondersteuning te bieden. In het kader van passend onderwijs zijn door de Visio aob afdelingen contacten gelegd met en contactpersonen aangewezen voor afstemming met alle samenwerkingsverbanden in Nederland. Visio maakt geen deel uit van de samenwerkingsverbanden, maar acht goede samenwerking hiermee wel van het grootste belang; om te borgen dat de expertise van Visio beschikbaar blijft of komt voor alle leerlingen/studenten met een visuele beperking. Samenwerking met stage verlenende bedrijven of instellingen De scholen van Visio met een vso en/of vso-mb afdeling werken in het kader van het eindonderwijs aan hun leerlingen samen met bedrijven of instellingen die een stageplaats kunnen bieden aan de leerlingen. Doel hiervan is het voorbereiden van de leerlingen op een soepele overgang naar werk of dagbesteding. Samenwerking met overige partijen Alle scholen en afdelingen aob werken samen met verwijzende instanties en behandelcentra, zoals oogheelkundige klinieken, oogpoli’s in ziekenhuizen, MEE, revalidatiecentra, thuiszorginstellingen, Centra voor Jeugd en Gezin, wijkteams, de afdelingen Jeugdzorg van de gemeenten en instellingen voor Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). Het betreft hier samenwerking rondom de individuele leerling of (tijdelijke) projecten.
Leerling leert duiken
Sommige scholen zijn aangesloten bij Zorg voor Jeugd, een digitale verwijsindex om kinderen in een zorgelijke thuissituatie in beeld te brengen bij andere betrokken partijen als bijv. hulpverlenende instanties en met hen af te stemmen over te ondernemen acties.
Overige zaken A)Veiligheid Melden van (bijna) incidenten Door het melden en registreren van incidenten en (bijna) incidenten krijgen we als scholen informatie die kan bijdragen aan de verbetering van de kwaliteit en het voorkomen van ongevallen. Deze regeling is bedoeld voor medewerkers en bezoekers. Zij dienen fouten, ongevallen of (bijna) ongevallen en risicovolle situaties te melden door gebruik te maken van digitaal meldingssysteem Triasweb. Alle meldingen worden vertrouwelijk behandeld door de schoolleider en indien relevant door de Commissie Leerlingenzorg. Zo nodig worden er maatregelen genomen om de gebeurtenis te voorkomen. Het beleid bij ernstige incidenten als vechtpartijen, diefstal en pestgedrag is direct gericht op gedragsverandering bij betrokkenen. Er is dan altijd een “op maat” benadering van de situatie. Er worden geen standaard afspraken gemaakt over hoe te handelen bij dergelijke incidenten. Voor iedereen moet duidelijk zijn dat er een grens is overschreden. Ernstige incidenten hebben altijd consequenties voor de betrokken leerlingen; de schoolleider bepaalt na samenspraak met de Commissie Leerlingenzorg en desbetreffende mentor op welke wijze ouders geïnformeerd worden. Bij diefstal en zedenzaken doet de school altijd aangifte. In andere situaties wordt een afweging gemaakt of er aangifte wordt gedaan. We stimuleren ouders en leerlingen om ook aangifte te doen. Sociale veiligheid (ter voorkoming van pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik) In de afgelopen jaren is met medewerkers veel aandacht besteed aan het signaleren van pesten, kindermishandeling en seksueel misbruik. Er zijn in de school gedragsregels opgesteld en in de lessen sociaal emotionele vorming wordt regelmatig aandacht besteed aan het voorkomen van pesten. Alle medewerkers weten bij een vermoeden van kindermishandeling of seksueel misbruik hoe te handelen; men heeft hier in het voorjaar 2014 verplicht een toets voor moeten afleggen. Binnen Visio onderwijs is sociaal Veiligheidsbeleid (o.a. ter voorkoming van pesten) ontwikkeld. Het protocol voldoet aan de eisen van het Ministerie
31
van OCW (wetgeving mbt de verplichting tot zorgplicht sociale veiligheid op school); iedere Visio school voert sociaal veiligheidsbeleid, monitort dit jaarlijks én heeft een medewerker aangewezen, die het beleid op de school in het kader van het tegengaan van pesten coördineert en fungeert als aanspreekpunt in het kader van pesten. BHV (bedrijfshulpverlening) Op school is een bedrijfshulpverleningsplan aanwezig. In dit plan wordt duidelijk beschreven hoe er gehandeld moet worden door de medewerkers van de school bij een calamiteit (brand of een ernstig ongeval). Jaarlijks worden er een of meerdere ontruimingsoefeningen tijdens lestijd georganiseerd. Een deel van de medewerkers is getraind om in geval van calamiteiten het voortouw te nemen. Deze BHV-ers volgen jaarlijks een herhalingstraining om hun kennis en kunde op peil te houden. EHBO Op school is een aantal gediplomeerde EHBO-ers aanwezig. De EHBO-ers worden jaarlijks (bij)geschoold. Sommige scholen beschikken over een AED-apparaat. Risico-inventarisatie Periodiek wordt er een risico-inventarisatie gemaakt en vindt controle plaats op deugdelijkheid van speeltoestellen en andere apparatuur. B)Sponsoring Binnen Visio Onderwijs is geen algemeen beleid opgesteld op het gebied van sponsoring. We gaan op dit moment terughoudend met sponsoring –waarvoor een tegenprestatie wordt verwacht- om, maar sluiten het niet uit. Af en toe ontvangt een onderwijslocatie gelden als bijdrage voor bijvoorbeeld de financiering van speeltoestellen. Mogelijk dat in het komende schooljaar beleid op het gebied van sponsoring opgesteld wordt.
Deel 3
Onze School in Rotterdam Visio onderwijs Rotterdam Heindijk 4 3079 PM Rotterdam T 088 585 83 30 F 088 585 83 31
[email protected] www.visio.org Directie en coördinatie Schoolleider: Ulco van der Ende Coördinator so: Gyntha Goertz Coördinator mb: Ingrid Stekelenburg Coördinator vso: Jacco van der Hoogt
maken. Daarbij houden we rekening met de mogelijkheden en beperkingen van iedere leerling. Behalve een visuele beperking, hebben onze leerlingen vaak andere beperkingen. Ze hebben bijvoorbeeld leerproblemen, sociaal-emotionele problemen, of een ziekte die aanpassingen vergt. Dat maakt het onderwijs speciaal én aangepast aan de mogelijkheden van iedere leerling.
Aantal leerlingen per 1 oktober 2015 Soort onderwijs
Aantal leerlingen
so leerlingen (incl. so mb)
46
vso leerlingen (incl. vso-mb)
73
Totaal
119
Afdelingen en groepssamenstelling
voorkant schoolgebouw
Locatie en gebouw Onze school staat in de deelgemeente IJsselmonde. Het schoolgebouw bestaat uit twee verdiepingen. Op de begane grond bevinden zich de klas- en vaklokalen. We beschikken onder andere over een lokaal voor handvaardigheid en techniek, een natuurkunde/ scheikundelokaal en een leskeuken. Op de eerste verdieping bevinden zich de gymzaal, de bijbehorende kleedkamers, een fitnessruimte, een muzieklokaal en een praktijklokaal. Onze school in Rotterdam is in de eerste plaats een gewone school waar kinderen spelen, leren en zich ontwikkelen. Toch is het óók een heel speciale school. De visuele beperking van de leerlingen vraagt om een aanpassing van het onderwijs. In het regulier onderwijs wordt steeds meer gebruik gemaakt van visueel aantrekkelijk materiaal en methoden. Voor kinderen en jongeren met een visuele beperking kan dat problemen opleveren. Het schoolteam staat dagelijks voor de taak de ziende wereld voor onze leerlingen begrijpelijker te
32
De afdeling so bestaat uit 4 groepen, de kleine reus, de torteltuin, villa kakelbont en de musketiers. De leerlingen zijn ingedeeld op leeftijd en niveau van ontwikkeling. De afdeling mb bestaat uit 2 groepen, de kameleon en de vso mb. De leerlingen met een meervoudige beperking zijn ook ingedeeld op leeftijd en niveau van ontwikkeling. De afdeling vso bestaat uit 8 groepen, praktijkonderwijs onderbouw, praktijkonderwijs bovenbouw, brugklas vmbo/havo leerjaar 1, vmbo/havo leerjaar 2, mavo leerjaar 3, vmbo bb leerjaar 2, 3 en 4, mavo leerjaar 4 en havo leerjaar 4 en 5.
Kunstproject tentoonstelling
Verantwoording onderwijstijd en lessentabel so Schooltijden Maandag: Dinsdag: Woensdag: Donderdag: Vrijdag:
08.30 uur – 14.00 uur 08.30 uur – 14.00 uur 08.30 uur – 12.30 uur 08.30 uur – 14.00 uur 08.30 uur – 14.00 uur
Urentabel so Vakgebied
Groep 1&2
Technisch lezen
Groep 3
Groep 4
Groep 5
Groep 6
Groep 7
Groep 8
5:00
3:30
2:00
2:00
0:30
0:30
1:30
1:30
1:30
1:30
1:30
0:15
0:15
0:15
0:15
0:15
2:30
1:00
1:00
1:00
1:00
Spelling Mond. taalgebruik kring
4:00
0:15
Taalmethode Nieuwsbegrip
1:30
1:30
1:30
1:30
2:30
1:15
0:30
0:30
0:15
0:15
Rekenen
5:00
5:00
5:00
5:00
5:00
5:00
Leren leren (keuzecursus en ZW)
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
Wereldoriëntatie
0:45
0:45
1:00
1:00
1:00
1:30
1:00
1:00
1:00
1:00
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
Fijne motoriek schrijven/typen Thematisch werken
5:30
Topo Muziek
1:15
0:45
Bewegingsonderwijs
2:00
2:00
2:00
2:00
2:00
2:00
2:00
4:00
2:00
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
Handvaardigheid
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
Tactiele/visuele training/tekenen
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
0:45
4:00
3:00
2:30
2:30
2:30
2:30
2:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
1:00
1:00
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
0:30
ICT
0:15
0:15
0:45
0:45
0:45
Pauze
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
1:15
0:30
0:30
1:15
1:15
23:00
26:00
26:00
26:00
26:00
26:00
26:00
Spel en buitenspel
Redzaamheid eten/drinken Sociale competenties Engels Verkeer en mobiliteit
Eigen doelen n.a.v. LVS Totaal
N.B. In de kleutergroep is het lesaanbod waaronder voorbereidend rekenen en lezen, handvaardigheid, tactiele en visuele training geïntegreerd in thema’s
Uitleg bij lesroostertabel so Rotterdam Lezen: Gezien de visuele problematiek wordt binnen ons onderwijs verhoudingsgewijs meer tijd en instructie besteed aan het technische leesproces. Het aanvankelijk leesproces heeft meer tijd nodig. Onze leerlingen hebben recht op een tijdsverlenging
33
van 50-100 %. Ons doel is echter dat alle leerlingen een redelijk leestempo behalen. Dit betekent dat er in alle groepen lestijd is ingeroosterd voor technisch lezen. Ook in de hogere groepen wordt nog speciale leesbegeleiding wordt gegeven afhankelijk van de score op de DMT/ AVI. Brailleleerlingen krijgen de instructie van het aanvankelijk lezen bij een brailleleerkracht. Als alle medeklinkers en klinkers geleerd zijn in braille,
stromen zij in, in de methode Leesweg blok B. Twee maal per jaar worden er doelen opgesteld voor de juiste braille-leestechniek bij alle braillelezers van het so om een optimaal leestempo te stimuleren. Spelling: We werken met de methode Taalverhaal vanaf eind groep 3. Daarbij gebruiken we de kwaliteitswijzer voor spelling. We gebruiken iets meer spellingstijd dan de methode aangeeft, ook wordt er meer instructie gegeven. Deze keuze is gemaakt in verband met onze ambitie hogere leeropbrengsten te behalen op spellingsgebied. Mondeling taalgebruik: In elke groep wordt op maandag een kringgesprek gehouden in verband met de groepsvorming. Ook wordt dan in het kort aangegeven wat er specifiek die week aan de orde komt. In de kleutergroep is veel tijd ingeroosterd voor mondelinge taal omdat begripsvorming niet vanzelfsprekend is voor onze leerlingen en wel een onmisbare vaardigheid is voor het latere leren. Themagericht komen de diverse taalaspecten aan de orde. Taalmethode: We werken met de methode Taalverhaal vanaf groep 4. We volgen het aantal lesuren volgens de richtlijnen van de methode, maar we behandelen meer lessen mondeling dan is aangegeven. Schriftelijke verwerking gebeurt alleen daar waar dat van belang is. De weetteksten van begrijpend lezen worden vanaf groep 5 vervangen door Nieuwsbegrip. Wel komen dan nog de begrijpend-leeslessen aan de orde waar gebruik wordt gemaakt van verhalende en rijmteksten. Begrijpend lezen (nieuwsbegrip): Vanaf groep 5 wordt, voor de doelen van begrijpend lezen en luisteren, gewerkt met de lessen van Nieuwsbegrip. Deze lessen zijn elke week actueel. De thema’s zijn geënt op het nieuws van het jeugdjournaal. We gebruiken Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL. Begrijpend lezen zien we als zeer essentieel voor het vervolgonderwijs. We besteden hieraan dus veel lestijd. Fijne motoriek schrijven/typen: In groep 3 wordt veel tijd besteed aan de ontwikkeling van de fijne motoriek en daarbij aan de schrijfvoorwaarden. Onze leerlingen hebben gezien hun visuele beperking, een latere ontwikkeling van de lateralisatie (o.a. voorkeurshand) De lateralisatie is van groot belang voor het welslagen van het schrijf- en leesproces. We werken met de methode Pennenstreken. Alle kinderen leren schrijven (met pen of op de Perkins) maar vanaf groep 5
34
wordt ook het typen geoefend en gebruikt. Thematisch werken: In de kleutergroep is het lesaanbod geïntegreerd in thema’s die ongeveer 4 weken duren. In de “werkles” wordt gewerkt aan groeps- en individuele doelen met diverse ontwikkelingsmaterialen. Aan bod komen dan: voorbereidend rekenen en lezen, woordenschat en taalactiviteiten, voorbereidend schrijven, handvaardigheid, tactiele en visuele training. Deze items zijn over de week ingeroosterd. Ook is er elke week een les bouwen met constructiemateriaal omdat onze leerlingen door de visuele beperking meer moeite hebben met ruimtelijke opdrachten. Rekenen: We gebruiken de methode Wizwijs. We volgen de lesroostertabel van de methode. Daarbij wordt meer tijd besteed aan het handelend rekenen en minder tijd aan schriftelijke verwerking. Er is specifieke personele inzet bij de rekeninstructies. Brailleleerlingen van groep 3 krijgen b.v. 3 keer per week rekeninstructie van een brailleleerkracht die de rekenplaatjes dan kan vervangen door handelend te laten rekenen. Er worden in de hele school specifieke tastbare rekenmaterialen uit de rekenkist gebruikt. Brailleleerlingen oefenen met tastbare rekentekeningen ook tijdens het lesuur tactiel.
Rekenen met voelbare breuken
Leren leren: Elke week is er aandacht voor de opbouw in het zelfstandig werken. 1 keer per maand is er een keuzecursus op de dinsdagmiddag. De leerlingen kunnen dan uit diverse vakgebieden een les kiezen. (drama, koken, creatief, ICT, Engels, muziek enz.) Wereldoriëntatie: We werken themagericht naar aanleiding van doelen van het CED. Elke groep heeft een jaarplanning van de
onderwerpen. Een thema duurt gemiddeld 4 weken. Vooral aan de belangrijkste doelen wordt gewerkt. We kiezen ervoor om aan wereldoriëntatie minder lestijd te besteden zodat we meer lestijd overhouden voor lezen en taal. Wel worden de kinderen vaardig gemaakt in het zelf opzoeken van informatie. Topografie: Vanaf groep 5 krijgen leerlingen instructie door de groepsleerkracht. Er wordt gewerkt met visueel en tactiel aangepaste topokaarten. De kinderen krijgen huiswerk mee om het geleerde in te prenten. Muziek: Elke groep heeft 1 keer per week les van een vakleerkracht muziek.
hoeften zoveel mogelijk zelfstandig realiseren volgens een groepsplan: Eten en drinken, tafeldekken, afwassen, opruimen en schoonmaken. Persoonlijke verzorging en het zelfstandig aantrekken van kleding zien wij als belangrijke doelen in ons onderwijs. Sociale competenties: Wij richten ons in deze lestijd vooral op de competenties welbevinden en motivatie. De week wordt gestart met het aan elkaar vertellen van weekend- of vakantieervaringen. De leerlingen werken regelmatig samen en helpen elkaar. De groepsleerkracht begint elke dag met het benoemen van het dagprogramma. De leerlingen sluiten elke dag af met het benoemen van het geleerde en/ of datgene waar ze de rest van de week mee aan de slag willen. Wekelijks is er aandacht voor handicapverwerking.
Bewegingsonderwijs: Alle groepen hebben 2 of 3 keer per week gym. Deze lessen worden gegeven door een vakleerkracht gym. De leerlingen vanaf groep 3 krijgen op bepaalde uren gesplitst gym. Deze splitsing van groepen is bij spel afhankelijk van de visuele beperking. Leerlingen zonder zwemdiploma krijgen in de bovenbouw 1 jaar schoolzwemmen met als doel het behalen van het A diploma. Spel en buitenspel: Tijdens het spel is aandacht voor de competenties samenspel, omgang met andere kinderen. Voor de kleuters wordt spel gezien als onmisbare lestijd voor het specifieke leren. Omdat onze leerlingen de spelmaterialen niet vanzelf “zien” wordt begeleid spel specifiek aangeboden. Eén keer per week zijn er begeleide spelactiviteiten tijdens het buitenspelen zodat de kinderen buiten spelletjes leren en samenspelen. Ook wordt regelmatig een gezelschapsspel aangeboden. Handvaardigheid: Eén keer per week is er een les handvaardigheid. De opdrachten zijn veelal gericht op de thema’s van wereldoriëntatie. Tactiele, visuele training en tekenen: Brailleleerlingen hebben wekelijks een lesuur “tactiel” waarbij gewerkt wordt aan de doelen nav de afname van Tactiel Profiel. De andere leerlingen hebben wekelijks tekenles waaronder visuele doelen vallen. Ook werken zij regelmatig aan individuele doelen voor kijktraining met het visuele programma van Eduvip. Praktische redzaamheid: De leerlingen leren hun dagelijkse activiteiten en be-
35
In het technieklokaal
Engels: Leerlingen in hun laatste twee so jaren volgen eenmaal per week Engelse les. Verkeer en mobiliteit: Verkeerslessen worden veelal geclusterd tijdens projecten. We worden hierbij ondersteund door de verkeersdeskundigen van het CED. Elk jaar is er aandacht voor de “dag van de witte stok”(op 15 oktober) Mobiliteit als leervoorwaardelijk doel wordt individueel aangeleerd door therapeuten van Visio Revalidatie en Advies (R&A) Ict: Wekelijks krijgen alle leerlingen vanaf groep 3 les op de computer van een groepsleerkracht. Kinderen die AVI 5/ E4 beheersen krijgen in een klein groepje typeles op dinsdag van 14.00-15.00 uur. Deze lessen duren gemiddeld 15 weken. Hierbij hoort ook wekelijks typehuis-
lijnen van zijn eigen LVS en heeft een belangrijke rol in het formuleren van de doelen en het inroosteren ervan in zijn weektaak cq huiswerktaak.
werk. Alle leerlingen werken met het leerling-account waarbij hun individuele instellingen zijn verwerkt zoals lettergrootte, contrast, supernova en dergelijke. Brailleleerlingen krijgen ICT les met behulp een leesregel.
Afkortingen:
Eigen doelen: Afhankelijk van het uitstroomperspectief van de leerling worden in de hogere groepen, individuele doelen ingeroosterd. In de groepsbesprekingen en de adviesbespreking worden de specifieke aandachtsgebieden per leerling vastgesteld. De leerling heeft inzage in de
so LVS CED OVM AVI R en A
speciaal onderwijs leerling volg systeem centrum educatieve dienstverlening ontwikkeling volg model afkorting voor leesniveau revalidatie en advies
Verantwoording onderwijstijd en lessentabel vso Schooltijden
Lessentabel vso mb Vak
Oriëntatiefase
Specialisatiefase
Transitiefase
Nederlands
2
2
1
Lezen
2
2
1
(Redzaamheids)Rekenen
2
2
1
Omgangskunde
1
1
1
Techniek
2
2
2
Koken/wonen/horeca
2
2
3
Schoonmaak
1
1
1
Leren leren
1
1
1
Zelfzorg/hygiëne
1
1
1
Mens en maatschappij
2
2
2
Culturele oriëntatie en expressie
2
2
1
Bewegingsonderwijs
1,5
1,5
1,5
ADL/ zelfredzaamheid
1
1
1
Muziek
1
1
1
Groen
2
2
2
Omgaan met media
1
1
1
Kantoorpraktijk
1,5
1,5
1,5
Totaal
26
26
26
Specialisatie praktijk en stagegesprekken
36
3
Lessentabel pro Vak
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Nederlands
2
2
2
2
2
Engels
1
1
1
1
1
Wiskunde/rekenen
2
2
2
2
2
ICT
1
1
1
Muziek
1
1
1
1
1
Techniek
3
3
1,5
1,5
1,5
Bewegingsonderwijs
2
2
2
1
1
Mentorles
1
1
1
1
1
Verzorging
3
3
3
1,5
1,5
Omgangskunde
1
1
1
1
1
Dienstverlening
2,5
2,5
1
1,5
1,5
C&M
1,5
1,5
1,5
1
Groen/biologie
3
3
2
1,5
1,5
Kantoor/ winkel
2
2
2
1,5
1,5
Schoonmaken Stage Totaal
2,5
0,5
4
6
9 26
26
26
26
26
Vak
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Nederlands
3
2
2
2
Engels
2
2
2
2
Frans
2 2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
Lessentabel vmbo bb
Duits Wiskunde
3
NASK Biologie
2
2
Geschiedenis
2
1
Aardrijkskunde
2
1
Economie
2
Maatschappijleer
1
Rekenen
1
1
1
ICT
1
Muziek
1,5
1
1
Techniek
2
2
Bewegingsonderwijs
2
2
Verzorging
2
2
Omgangskunde
0,5
Studie uur
1
1
2
1
1
1
1
1
1
D&P(dienstverlening en productie,
8,5
8,5
5,5
5,5
incl mentorles) Stage Totaal 26
37
26
26
26
Lessentabel mavo Vak
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Nederlands
3
2
2
2
Engels
2
2
3
3
Frans
2
3
3
2
3
3
3
3
3
1,5
3
3
Duits Wiskunde
3
NASK Biologie
2
1,5
3
3
Geschiedenis
2
1
3
3
Aardrijkskunde
2
1
2
2
1,5
3
3
Economie Maatschappijleer
3
Maatschappijleer 2
3
Rekenen
1
ICT
1
1
1
1
Muziek Techniek
1,5
1
2 (optioneel)
2 (optioneel)
2
2
Bewegingsonderwijs
2
2
2
1 (optioneel)
Verzorging
2
1,5
Omgangskunde
0,5
1
1
1
Studie uur
1
1
26
26
Decanaat Totaal
38
0,5 26
26
Lessentabel havo Vak
Leerjaar 1
Leerjaar 2
Leerjaar 3
Leerjaar 4
Leerjaar 5
Nederlands
3
2
3
3
3
Engels
2
2
3
3
3
Frans
2
Duits Wiskunde A
3
Natuurkunde
2
3
3
2
2
3
3
3
3
4
4
1,5
1,5
3
3
1,5
3
3
Biologie
Scheikunde 2
1,5
1,5
3
3
Geschiedenis
2
1
1
3
3
Aardrijkskunde
2
1
1
1,5
1,5
3
3
Economie Maatschappijleer
2
M&O
2
2
MAW
2.5
2.5
Rekenen
1
ICT
1
1
1
Muziek Techniek
1,5
1
1
2
2
Bewegingsonderwijs
2
2
Verzorging
2
1,5
Omgangskunde/decanaat
0,5
Studie uur
1
Totaal
26
2
1
1
1
1
1
1
26
26
?
?
Onderwijsopbrengsten so Binnen Visio willen we “opbrengst gericht werken”. Dit is een manier van werken die uitgaat van de optimale leeropbrengsten van de leerlingen. De hoogste leeropbrengsten zijn te behalen met een groepsaanpak. Als school moesten we daarom eerst bepalen wat onze basisaanpak in de groepen is. Meer dan 50% van onze leerlingen stroomt uit naar vmbo tl (mavo) binnen het vso. Voor onze so afdeling is het “basisarrangement” daarom: uitstroom vmbo tl. Dit betekent dat we het onderwijsaanbod zo opgesteld hebben dat leerlingen met een basisarrangement kunnen uitstromen naar vmbo tl. Er zijn echter ook leerlingen die een ander ontwikkelperspectief hebben zoals uitstroom naar Praktijkonderwijs of naar vmbo bb/bk. Deze leerlingen volgen een intensief arrangement voor de meeste vakken. Kinderen die als ontwikkelperspectief havo hebben, krijgen met name in de hoogste groepen, een verdiept arrangement.
39
1
Voor de so afdeling werken we met instructiegroepen aan de kerndoelen van het basisonderwijs. Twee keer per jaar worden groepsplannen opgesteld die uitgaan van onze opgestelde leerlijnen. De uitstroomperspectieven van de leerlingen zijn gekoppeld aan deze leerlijnen. Deze worden geëvalueerd en weergegeven in de groepsplannen en in het OPP. Twee keer per jaar wordt het OVM ingevuld door de groepsleerkrachten en worden de behaalde Cito-toetsscores van het leerlingvolgsysteem bekeken om vast te stellen of een leerling, scores heeft behaald die passen bij het uitstroomperspectief. Als dit klopt volgt een leerling het daaropvolgende half jaar een basisarrangement voor dat vak. Als een leerling veel lager scoort dan bij haar/zijn uitstroomperspectief past, volgt een intensief arrangement met verlengde instructie en begeleide verwerking. Als een leerling veel hoger scoort dan bij uitstroomperspectief past, volgt hij/zij een verdiept arrangement. Sinds vier schooljaren zijn we binnen Visio onderwijs bezig om op de so-afdeling “schoolfoto’s” te maken van verschillende vakken. Een schoolfoto geeft op
individueel niveau aan wat het leerrendement van de leerling is geweest in het afgelopen jaar, maar ook kunnen we de opbrengsten van de toetsen omzetten in een gemiddeld Leer Rendement Quotiënt (LRQ) op groeps- en schoolniveau. Naast het basisarrangement heeft onze school ook een ambitieniveau. Dat is het streven dat we als school willen bereiken. Als ambitie hebben we op het so gesteld om een gemiddeld LRQ per vak te behalen van 75. Op grond van de toets gegevens van januari en juni 2016 ziet u hier de opbrengsten van een aantal vakken met een gemiddeld school-LRQ: Technisch lezen: Rekenen: Spelling: Woordenschat: Begrijpend lezen:
gemiddeld LRQ: 74 gemiddeld LRQ: 76 gemiddeld LRQ: 73 gemiddeld LRQ: 79 gemiddeld LRQ: 76
Conclusie van bovenstaande gegevens is dat het vakgebied spelling op dit moment niet op ons ambitieniveau is. Hierop zal binnen de school extra aandacht gevestigd gaan worden door o.a. meer effectieve instructie aan dit vakgebied te besteden, met meer ondersteunende materialen om het inzicht in de spellingsvaardigheden te verbeteren. Voor de vakken rekenen en begrijpend lezen is het ambitieniveau behaald. Zichtbaar is dat het afgelopen jaar extra veel aandacht is besteed aan woordenschat en begrijpend lezen. Bij woordenschat is onze ambitie ruim behaald. Onze ambitie blijft ook om het gemiddelde LRQ van technisch lezen te verhogen o.a. door ook het vrijetijdslezen thuis te stimuleren. vso Binnen het vso zijn nog geen gevalideerde, op onze doelgroep aangepaste toetsen aanwezig om op dezelf-
Voel je boekje
40
de manier een schoolfoto te maken en daarmee opbrengsten te meten zoals we dat op het so doen. De verwachting is dat in de loop van het schooljaar 2016-2017 de aangepaste CITO voor het voortgezet onderwijs toetsen beschikbaar zijn gemaakt. De planning is nu om aan het eind het komend schooljaar de toetsen te gaan afnemen en een eerste schoolfoto te gaan maken om tot een meting te komen. Onze ambitie is echter als volgt: De vmbo bb/kb leerlingen behalen in 4 jaar hun diploma en stromen uit naar regulier mbo niveau 2/3. De mavo leerlingen behalen eveneens in 4 jaar hun diploma en stromen vervolgens uit naar regulier mbo niveau 3/4. De Havo leerlingen behalen hun diploma in 5 jaar en stromen uit naar een regulier hbo. De leerroute praktijkonderwijs duurt 5 leerjaren en de leerlingen stromen vervolgens uit naar een betaalde baan of naar een entree opleiding binnen het reguliere mbo. Leerlingen van vso mb stromen vanaf het jaar waarin ze 18 jaar worden uit naar arbeidsmatige dagbesteding. In- en uitstroom en bestendiging In- en uitstroom Leerlingen kunnen op onze school op verschillende leeftijden instromen. Sommige leerlingen stromen in als ze vier jaar zijn bijvoorbeeld vanaf een (medisch) kinderdagverblijf, of vanuit de vroegbegeleiding van Visio. Er zijn ook leerlingen die later instromen vanuit het regulier basisonderwijs of regulier voortgezet onderwijs. De meesten van hen zullen in de vorige setting aob(ambulante onderwijskundige begeleiding) hebben gekregen. Wanneer een leerling wordt aangemeld voor het volgen van onderwijs op een Visio-school dan kijken we of de leerling een cluster 1-indicatie heeft, tot de doelgroep behoort en of de school kan voorzien in de behoeften van de leerling. Tot slot geven we een advies of de leerling het beste geplaatst kan worden op een Visioschool of op een andere school (bijvoorbeeld regulier of mytyl) met aob. Wanneer we de leerling toelaten tot een van de Visioscholen, volgen er gesprekken met u als ouder, we stellen een instroomprofiel open de leerling mag komen wennen. In het instroomprofiel staan handelingsadviezen en staat beschreven welke leerroute de leerling gaat volgen en waar hij naar uit zal stromen na zijn carrière op het so of vso. Een volgende stap is dat u als ouder het vervoer naar school moet regelen. Als een leerling de leeftijd van twaalf jaar bereikt, maakt hij in principe de overstap van het so speciaal
onderwijs naar vervolgonderwijs. Dit kan vso (voortgezet speciaal onderwijs) zijn of regulier vo (met aob). Deze overstap wordt in de Commissie Leerlingzorg (CLz) zorgvuldig besproken. Als een leerling achttien jaar wordt, dan kan hij de school verlaten. Mocht een leerling een of twee jaar langer op school willen blijven, dan wordt er in de Commissie Leerlingenzorg en in het OPP gemotiveerd waarom hij langer blijft en wat hij nog gaat leren in die jaren. Een leerling kan uitstromen als er een passende vervolgsetting is gevonden. Dit kan dagbesteding, arbeid of vervolgonderwijs (bijvoorbeeld mbo) zijn. Een leerling kan ook tussentijds uitstromen naar een andere school. Elk jaar stelt de CLz vast of de onze school nog de beste plek is voor deze leerling. Zodra leerlingen het aankunnen om naar regulier onderwijs met aob te gaan, zal de commissie dit aan u als ouder adviseren. De overstap begeleiden we altijd zorgvuldig. Door middel van het onderwijskundig rapport, eindonderzoek en portfolio verstrekken we informatie aan de vervolgsetting. Vso-leerlingen lopen vaak in de transitiefase (laatste jaren in het vso) al meerdere dagen stage op de plek waar ze naar uitstromen. Bestendiging Aan het begin van de schoolloopbaan stellen we voor de leerling een ontwikkelingsperspectief vast. Elk jaar bespreken we dit ontwikkelingsperspectief met u als ouder en stellen het zo nodig bij aan de hand van resultaten of de ontwikkeling van uw kind. De doelen en resultaten van het onderwijs leggen we vast in groepsplannen en in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP). Tevens leggen we behaalde resultaten vast in een leerlingvolgsysteem. Een leerling is tot zijn achttiende jaar leerplichtig, maar kan met verlenging tot en met zijn twintigste op school blijven. Leerlingen binnen het so stromen op hun twaalfde jaar uit naar vso (bijvoorbeeld Visio Onderwijs Rotterdam), regulier voortgezet onderwijs (vo) of vso mb (meestal Visio Onderwijs Rotterdam). Leerlingen binnen so mb stromen op hun twaalfde jaar intern door naar vso mb. De uitstroom van vso mb verschilt per leerroute. De uitstroom van vso pro is vervolgonderwijs of (zelfstandige) arbeid. Uitstroom so Sinds 2011 zijn 54 leerlingen van so uitgestroomd. 44 leerlingen, dus 81% stroomt uit naar het eigen vso of een andere cluster 1 school.
41
1 leerling is uitgestroomd naar regulier basisonderwijs 3 leerlingen naar ander speciaal onderwijs 2 leerlingen naar een vorm van regulier voortgezet onderwijs 2 leerlingen naar een school in het buitenland 2 leerlingen naar een school voor sbo Uitstroom vso Sinds 2011 zijn 55 leerlingen van het vsouitgestroomd, 3 leerlingen behaalden een volledig havo diploma 16 leerlingen behaalden een volledig mavo diploma 7 leerlingen een volledig vmbo bb diploma 5 leerlingen naar (arbeidsmatige) dagbesteding 21 leerlingen naar een mbo school 2 leerlingen naar een hbo school 4 Leerlingen naar het vavo (altijd havo) 4 leerlingen naar een regulier vo 4 leerlingen waren direct na school thuiszitter (motivatie, ziekte, vanuit culturele opvatting) Conclusies en trends De groei van het leerlingenaantal van de school neemt na jaren iets af. Echter, we nemen wel een lichte groei waar van het leerlingenaantal in ons vso. Er is een geringe uitstroom van onze leerlingen vanuit het so naar een vorm van regulier onderwijs Vanuit ons Praktijkonderwijs (pro) stromen leerlingen ook uit naar de entree opleidingen van het mbo Pro leerlingen behalen ook certificaten op vmbo en zelfs op mavo niveau Onze leerlingen behalen soms certificaten op meerdere niveaus tegelijk (bv een vmbo bb diploma met certificaten op mavo niveau, of een mavo diploma met certificaten op havo niveau Tussentijdse uitstroom vanuit het vso vindt wel plaats, maar plaatsing in regulier onderwijs lijkt steeds moeilijker te worden. Leerlingen worden vaker afgewezen op grond van hun visuele beperking
Onderwijskundige ontwikkelingen In het jaarplan 2016 zijn de volgende hoofdthema’s voor de school geformuleerd: Ten aanzien van het primair proces; - Integrale samenwerking rondom een kind, met spilfunctie voor onderwijs (Kind&Jeugd) - High performance onderwijs - Leren leren en onderwijskundig vakmanschap - ICT-beleid (o.a. vervanging en verbetering van middelen, afstandsleren en het ideale leerboek) - Zorg-onderwijsarrangementen opstellen in samenwerking met de overige domeinen binnen Visio - Aansluiting op de arbeidsmarkt en samenleving verbeteren (actief burgerschap)
- Passend onderwijs: aansluiten bij de samenwerkingsverbanden voor po en vo - Educatief partnerschap met ouders Ten aanzien van de kwaliteitszorg; - Onderwijs-zorgcyclus cyclisch inzetten - Kwaliteitsaudits uitvoeren - Datagestuurde onderwijsresultaten - Landelijke benchmark cluster 1 op onderwijsresultaten Ten aanzien van het personeel; - Doorontwikkelen van professionele werkcultuur - Corporate curriculum voor personeel - Onderwijskundig vakmanschap - Sociale veiligheid Ten aanzien van bestuur en organisatie; - Perspectief van Visio Onderwijs - De rol van onderwijs binnen de expertiseorganisatie Visio - Passend onderwijs: samenwerken met stakeholders (po Raad, LECSO, vo Raad, Venster voor Verantwoording etc.)
Ons team De functies en wie is wie? Schoolleider: Ulco van der Ende. De schoolleider is integraal verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken binnen de school. Coördinator so: Gyntha Goertz Coördinator mb: Ingrid Stekelenburg Coördinator vso: Jacco van der Hoogt De so-groepen, mb-groepen en vso-groepen hebben een eigen coördinator die belast is met de ondersteuning en begeleiding van de leerkrachten en assisten-
Stoklopen in school
42
ten. De coördinator bewaakt tevens het leerlingvolgsysteem en is lid van de Clz. (commissie leerlingenzorg) Groepsleerkrachten so en mb: Ingrid Stekelenburg, Tineke van Uffelen, Linda Verhoef, Stephanie Dopper, Marion Brillemans, Lisette Korteweg, Wouter den Engelsman, Ingrid Smit, Lilian Blouw, Susanne van Ravesteijn, Marcel Aarts, Deniz Çelik en Eva Slootweg. Iedere groep heeft een eigen mentor/ leerkracht. Hij/zij is degene die het overzicht van het totale onderwijsproces bewaakt. Leerkrachten vso: Jacomijn Maasland, Robert Steendijk, Rolf Schimmer, Buket Canatan, Jacco van der Hoogt, Joke Schuurman, Monique van Weissenbruch, Annelies Zonneveld, Ellen van Megen, Charlotte van Os, Martien Voorrips, Hans Blanken, Deniz Çelik, Eva Slootweg, Wim van der Gugten, Marcel Aarts en Irina Cirpus. Iedere leerling heeft een eigen mentor/leerkracht. Hij/zij is degene die het overzicht van het totale onderwijsproces bewaakt. De mentor de voortgang van het leerproces aan de hand van het vakwerkplan en het ontwikkelingsperspectief. Mocht u als ouder/verzorger de behoefte hebben om over de voortgang van het leerproces te praten, dan kunt u altijd contact opnemen met de mentor. Vakleerkrachten bewegingsonderwijs: Marcel Aarts, Wim van der Gugten Vakleerkracht muziekonderwijs: Deniz Çelik Handvaardigheid/techniek: Annelies Zonneveld Leerkrachten individuele begeleiding/specialisten: Tonny van Peppel, Gyntha Goertz en Christine Oskamp Orthopedagoog: Renske Koornstra. De orthopedagoog is werkzaam als specialist binnen het team. Zij ondersteunt de leerkrachten en geeft hen handelingsgerichte adviezen bij het opstellen en uitvoeren van het planmatig handelen. Stagebegeleiding: Eva Slootweg. Didactisch onderzoek: Christine Oskamp. Systeembeheerder: John Charoe. De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het “in bedrijf houden” van alle computers op school. Oogarts: verricht oogheelkundig onderzoek voor de Commissie van Onderzoek. Ongeveer eens per jaar ziet de oogarts alle leerlingen. Schoolarts: onderzoekt de kinderen bij het adviesonderzoek of op aanvraag. Medewerkers Visio Revalidatie & Advies: Wil Bouw, Jacqueline Smit, Erica Bakker, Marijke van den Bosch voor training oriëntatie & mobiliteit, training algemene dagelijkse levensverrichtingen, tactiele- en zientraining. Administratie/secretariaat: Allegonda Bos. Zij verzorgt de administratie van de school. De admini-
stratie is vaak het zenuwcentrum van de school waar alle lijnen samen komen en van waaruit de interne communicatie begint. Huismeester: Aad Merk. Hij draagt onder meer zorg voor het onderhoud van het gebouw, verricht reparaties, regelt bestellingen etc. Receptie: Annette Rolloos en Willeke van Wurmond. Ondersteunende medewerkers die onder meer de zorg hebben voor het aannemen van de telefoon, de ontvangst van bezoekers, de zorg voor het kopiëren, het brailleren en het zetten van koffie. Huishoudelijk personeel: Azra Sipovic, Carla de Vos. Zij zorgen ervoor dat de school dagelijks goed schoongemaakt wordt. Jaarlijks begeleiden wij een aantal stagiaires van diverse opleidingen (Pabo, Pedagogiek, SPW). Een aantal enthousiaste vrijwilligers helpen ons bij onder meer met het onderhoud van de bibliotheek, de ondersteuning bij ICT, het schoolzwemmen en drama/toneelactiviteiten.
Activiteiten voor het vso In de loop van het schooljaar vinden de volgende activiteiten plaats: - Introductiedag (eerste schooldag) - Internationale Dag van de Witte Stok op vrijwillige basis - Kerstviering, gehele vso - Sportdag(en), gehele vso - Werkweek(en), gehele vso - Diverse projecten, gehele vso - Eindfeest, gehele vso - Door de leerlingenraad georganiseerde activiteiten op gebied van cultuur, sport etc. Bibliotheek Onze school beschikt over een eigen bibliotheek met boeken in zwartdruk en braille. De boeken zijn vooral bedoeld voor het lezen in de klas. De brailleboeken lenen we uit, als kinderen thuis willen lezen. We kunnen niet vaak genoeg benadrukken hoe belangrijk het is om zelfstandig te kunnen lezen. Daarom stimuleren wij kinderen ook buiten school te lezen. Kinderen kunnen lid worden van de bibliotheek thuis. Voor het aanvragen van leesboeken en romans in braille en op Daisy cd-rom kunnen leerlingen terecht bij het loket www.aangepast-lezen.nl, T 070 3381 500. Tot 18 jaar is lidmaatschap gratis. Voor jongeren bestaan er tijdschriften in braille, in gesproken vorm en in vergrote druk. Voor abonnementen kunt u terecht bij Dedicon Grave. Hieraan zijn kosten verbonden. U vindt hierover informatie op de site www.anderslezen.nl.
Open leercentrum vso
Praktische zaken van A tot Z Activiteiten voor het so In de loop van het schooljaar vinden er verschillende activiteiten plaats. We vieren Sinterklaas, Kerstmis en
Buitenschoolse activiteiten voor het so We organiseren jaarlijks verschillende buitenschoolse activiteiten, excursies en een sportdag. Alleen het schoolkamp duurt langer dan een dag; namelijk drie dagen. Een aantal weken voor het kamp ontvangt u meer informatie over het programma en de organisatie van het kamp. Wij gaan ervan uit dat al onze leerlingen meegaan met het schoolkamp. De kosten voor het schoolkamp zijn € 50,00.
Pasen. Daarnaast zijn in april de Konigsspelen, en in oktober besteden we uitgebreid aandacht aan de kinderboekenweek. Op 15 oktober besteden we aandacht aan de “Internationale Dag van de Witte Stok”. Eens per jaar vinden de projectweken plaats met de hele school. Het schoolkamp is in mei of juni. De laatste week van het schooljaar organiseren wij het eindfeest met het hele so. Ook het hele jaar door zijn er de “bijzondere” lessen vanuit de kinderboerderij, musea, de stichting kunstzinnige vorming Rotterdam
en de Openbare Bibliotheek.
43
Buitenschoolse activiteiten voor het vso Elk schooljaar organiseren we een aantal buitenschoolse activiteiten. Deze activiteiten duren één dag tot maximaal een week (de schoolwerkweek). De school organiseert jaarlijks sportdagen waar zowel de leerlingen als de leerkrachten aan deelnemen. Ieder jaar organiseert het vso een schoolwerkweek. Dit is voor iedere leerling een verplichte activiteit. De kosten bedragen € 150,00.
Filmen en foto’s op school Soms worden er foto’s of filmopnames gemaakt bij feestelijke gebeurtenissen. Als u liever niet wilt dat uw kind op de foto of film komt, kunt u dit aangeven en hiervoor een formulier invullen dat in het dossier van uw kind wordt opgenomen. Soms worden er opnames van lessen gemaakt met als doel ons onderwijs te verbeteren. (School Video Interactie Begeleiding). Deze opnames worden alleen gebruikt voor interne studie en foto’s soms gepubliceerd op besloten website. Financiële regelingen - Financiering 18+ Onze school biedt onderwijs tot 20 jaar tenzij er eerder geen onderwijs doelen meer te behalen zijn. Jongeren kunnen vanaf hun achttiende jaar een Wajong uitkering aan vragen, tenzij ze nog een opleiding volgen of naar school gaan. Voor meer informatie kunt u terecht bij: (http://www.uwv.nl/particulieren/arbeidsbeperkt/index.aspx). Schoolgaande jongeren en studenten vanaf 18 jaar kunnen wel een beroep doen op de wet werk en bijstand (WWB): (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/bijstand/vraag-en-antwoord/wanneer-hebik-recht-op-bijstand). Ouders kunnen deze bijstandsuitkering aanvragen bij hun gemeente. De leerling heeft recht op bijstand vanaf de dag dat bij de gemeente bijstand wordt aangevraagd. Het is de eigen verantwoordelijkheid van ouders dat dit op tijd gebeurt. Na de aanvraag bij de gemeente volgt er een individuele beoordeling of de leerling recht heeft op een bijstandsuitkering. Waarschijnlijk zullen de leerlingen van onze scholen vrijstelling krijgen voor het zoeken naar werk. Op grond van het “op weg helpen naar een zo zelfstandig mogelijk leven” kunnen de twee jaar onderwijs die nog resten vermoedelijk goed gekeurd worden. Dit blijft echter wel afhankelijk van de individuele beoordelaar van de gemeente. - TOG (Tegemoetkoming Ouders van thuiswonende Gehandicapte kinderen) Wanneer u thuis een kind met een beperking verzorgt in de leeftijd van drie tot achttien jaar, dat daarnaast een zorgindicatie heeft van tien uur zorg of meer per week zou het kunnen zijn dat u in aanmerking komt voor de tegemoetkoming TOG. Wij verwijzen u naar de website van de Sociale Verzekeringsbank: www.svb.nl. - Tegemoetkoming Scholieren Jongeren vanaf achttien jaar die voltijds op het Voortgezet Onderwijs zitten, kunnen in aanmerking komen voor de regeling Tegemoetkoming Scholieren. Deze tegemoetkoming is een gift en gaat in vanaf het kwartaal na de 18e verjaardag. Ouders krijgen dan
44
geen kinderbijslag meer. Aanvragen via het formulier Aanvraag tegemoetkoming scholieren: https://duo. nl/particulier/images/7148.pdf, het liefst vóór het einde van het schooljaar (31 juli). Er wordt een basistoelage toegekend en afhankelijk van het inkomen van ouders soms ook nog een aanvullende toelage. Indien de jongere op kamers woont, is de toelage hoger dan wanneer bij ouders gewoond wordt. Gebruik de rekenhulp (https://duo.nl/particulier/deurmat/ service/rekenhulpen/rekenhulp-tegemoetkomingscholieren.jsp) om te zien hoeveel toelage mogelijk is. Voor meer informatie over deze regeling wordt u verwezen naar DUO. - Wet Langdurige Zorg (WLZ) Bij langdurige ziekte, handicap of ouderdom kan aanspraak gedaan worden op de WLZ; een eenmaal afgegeven indicatie is levenslang geldig. De indicatie kan aangevraagd worden bij het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Om te beoordelen of iemand in aanmerking komt voor zorg, neemt het CIZ samen met u uw gezondheid of de gezondheid van uw kind en uw woonen leefsituatie onder de loep. U kunt aangeven bij het CIZ of u zorg in natura (ZIN) of persoonsgebonden budget (PGB) wilt ontvangen. De voorwaarden om PGB te kunnen aanvragen zijn erg aangescherpt. Verdere informatie kunt u vinden via de website van het CIZ: www.ciz.nl of www.hoeverandertmijnzorg.nl - Zorgverzekering Voor onderzoeken en behandelingen door Visio moet een beroep gedaan worden op de zorgverzekering. Bij hulpvragen zal de medewerker van het Cliëntservicebureau van Visio die met u bespreken; deze medewerker kan u helpen indicaties aan te vragen. - Gezamenlijke website van overheden, UWV, CIZ, etc. Voor het regelen van zorg, hulp of financiële steun voor gehandicapten, chronisch zieken en ouderen kunt u de gezamenlijke website van overheden, UWV, CIZ, etc. bezoeken: www.regelhulp.nl. Gym- en zwemkleding voor het so Een aantal leerlingen met een meervoudige beperking en een aantal bovenbouw leerlingen uit het so krijgen zwemles in het sportfondsenbad van IJsselmonde. Zij krijgen les van zwemonderwijzers. Voor deelname van uw kind aan dit zwemmen, vragen we toestemming aan u. In de jaarlijkse bespreking over het ontwikkelingsperspectief wordt afgesproken welke bovenbouw leerlingen zwemles zullen gaan volgen. De eigen leerkracht(en) en vrijwilligers begeleiden de kinderen. Kinderen met epilepsie worden individueel begeleid door vrijwilligers. Zwemkleding en een handdoek zijn verplicht. Tijdens de gymlessen moeten de leerlingen
sportkleding dragen, zoals een gymshirt, gym of trainingsbroek en gymschoenen. Gymkleding voor het vso Voor de gymlessen moet de leerling sportkleding dragen, zoals een gymshirt, gymbroek of trainingsbroek en gymschoenen. Hoofdluis Hoofdluis is een vervelend probleem, zowel voor de thuissituatie als op school. Indien u bij uw kind hoofdluis constateert, wordt u verzocht direct contact op te nemen met de leerkracht van uw kind. Op school nemen wij dan onze maatregelen en lichten de overige ouders van de groep in. Vanuit school kunt u informatie krijgen over de bestrijding van hoofdluis. Wij vragen alle ouders en verzorgers om hun medewerking om erger te voorkomen. Lesgeld Voor onze leerlingen is geen lesgeld verschuldigd. Lesuitval binnen het vso De lesuitval binnen het vso proberen we zoveel mogelijk te voorkomen, maar is soms onvermijdelijk. Bij uitval van een les of bij een tussenuur blijven leerlingen op school; het lesrooster wordt zo mogelijk aangepast. Net als voorgaande jaren zijn er ook in dit schooljaar maximaal vier studiedagen gepland. Over studiedagen wordt u vooraf, door de school geïnformeerd. Lunchpakket voor het so Alle leerlingen blijven in de middagpauze over op school in de eigen groep. Ze brengen hun eigen lunchpakketje mee. Het is niet toegestaan om snoep, chips, koek en frisdrank of energiedrank tijdens de pauze te nuttigen. Gezonde tussendoortjes als fruit, cracker, liga, sultana of ontbijtkoek zijn wel toegestaan. Opvang in de ochtend en overblijven voor het so De meeste so-leerlingen komen per taxi naar school. De groepsleerkracht vangt de leerlingen ’s ochtends op. Tussen de middag blijven de leerlingen op school en eten zij in de eigen groep onder verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. Ouderbijdrage De vrijwillige bijdrage voor (activiteiten van) de ouderraad is € 27,50. Om het so-schoolkamp te kunnen bekostigen vragen wij een bijdrage van € 50,00 per kamp. Uitgangspunt is dat leerlingen drie keer in hun so tijd op kamp gaan. Om het vso-schoolkamp te kunnen bekostigen vragen wij een bijdrage van € 150,00.
45
Schoolbenodigdheden voor het so Alle nodige materialen binnen het so worden door de school verstrekt. De aanschaf van een laptop met brailleregel of andere specifieke hulpmiddelen voor gebruik op school of thuis loopt via de verzekering van de ouders. Schoolbenodigdheden voor het vso De schoolboeken krijgen de leerlingen in bruikleen van school. Leerlingen kaften de boeken zelf. Indien boeken kwijtraken of beschadigd worden, is de leerling hiervoor verantwoordelijk. De leerling moet dan de kosten van reparatie of aanschaf van nieuw materiaal betalen. Zelf zorgt de leerling voor aanschaf van: rekenmachine, liniaal, agenda en schrijfmateriaal. De leerlingen kunnen een kluisje ter beschikking krijgen om spullen en materialen op te bergen. De borg hiervoor bedraagt € 7,50. Schoolmelk voor het so De leerlingen kunnen schoolmelk krijgen. Bij aanvang van het schooljaar ontvangt u een formulier met nadere informatie. Schoolmelk is niet gratis, u krijgt van Melkunie een acceptgiro thuisgestuurd. Sisa Visio onderwijs is aangesloten op SISA. SISA staat voor Signaleren en Samenwerken. SISA is de verwijsindex risicojongeren (VIR) van de gemeente Rotterdam e.o. De verwijsindex risicojongeren (VIR) is een landelijk digitaal systeem waarin hulpverleners meldingen kunnen doen over jongeren tot 23 jaar met problemen. Zo weet een hulpverlener sneller of een kind ook bekend is bij zijn collega’s. Hulpverleners van de verschillende instanties kunnen dan met elkaar overleggen wat de beste aanpak is voor hulpverlening. Het gaat hierbij om betrokkenheid en samenwerken. Te laat komen, afwezigheid, overblijven voor het vso Onze vso-leerlingen hebben hun eigen verantwoordelijkheid om op tijd aanwezig te zijn in de lessen. Wij verwachten dat zij minimaal vijf minuten voor aanvang van de les op school zijn. De afspraken met taxi’s moeten zo gemaakt worden, dat op tijd aanwezig zijn mogelijk is. Als er problemen zijn met op tijd op school komen, moet de leerling dit tijdig doorgeven aan de mentor. Leerlingen blijven tussen de middag op school over. Er is dan gelegenheid te lunchen. Leerlingen van het eerste leerjaar mogen in de pauzes niet van het schoolterrein. Leerlingen vanaf het tweede leerjaar alleen na positieve screening op mobiliteit en met schriftelijke toestemming van hun ouders/verzorgers.
Traktaties binnen het so Wanneer uw kind jarig is, besteden wij daar graag aandacht aan. In principe wordt de activiteit gevierd binnen de eigen groep. Soms willen kinderen alle groepenlangs. Natuurlijk staan we dat toe. Indien uw kind wil trakteren, adviseren wij u vooraf contact op te nemen met de groepsleerkracht of mentor, aangezien sommige van onze kinderen gehouden zijn aan een dieet.
huwelijk e.d. Ook dit verlof dient schriftelijk te worden aangevraagd bij de directie van de school. Indien er voor meer dan tien dagen verlof wordt aangevraagd of genomen dan dient de directie de aanvraag te melden bij de leerplichtambtenaar van de gemeente. Indien de directie van de school het nodig vindt, kan er overleg met de leerplichtambtenaar plaatsvinden.
Traktaties binnen het vso Wanneer uw kind voor zijn verjaardag op school wil trakteren, dan mag dat. Wel verzoeken wij u dit op een gezonde en bescheiden wijze te doen. Vakantie De overheid stelt elk jaar de vakantieperiodes vast, met name in verband met de vakantiespreiding. Wij houden ons zoveel mogelijk aan het advies van de overheid. Het vakantierooster van het schooljaar 2016-2017: Herfstvakantie
17-10-2016
t/m
21-10-2016
Kerstvakantie
26-12-2016
t/m
06-01-2017
Krokusvakantie
27-02-2017
t/m
03-03-2016
Pasen
14-04-2017
t/m
17-04-2016
Meivakantie
24-04-2017
t/m
05-05-2017
Hemelvaart
25-05-2017
t/m
26-05-2017
2e Pinksterdag
05-06-2017
Zomervakantie
10-07-2017
t/m
18-08-2017
(incl. Koningsdag)
Gedurende het schooljaar plannen we een tweetal studiedagen. Uw kinderen zijn dan vrij. De studiedagen zijn gepland op 6-12-2016 en 13-4-2017. Verlof buiten schoolvakanties om Extra verlof is niet mogelijk tenzij er sprake is van artikel 13 A van de leerplichtwet. Er zijn twee soorten verlof: 1 Extra vakantieverlof 2 Extra verlof wegens gewichtige omstandigheden. Voor beide soorten geldt dat er een maximum van tien dagen aan verbonden is. Bij 1 is alleen sprake van toekenning van verlof indien aantoonbaar is dat een van beide ouders door de specifieke aard van zijn/haar beroep niet in staat is om tijdens de schoolvakanties vakantie te genieten. Verlof dient schriftelijk aangevraagd te worden bij de directie van de school. Verlof kan nooit worden toegekend in de eerste 2 weken na de zomervakantie. Bij 2 kan verlof worden toegekend bij bijzondere plezierige of minder plezierige gebeurtenissen zoals verhuizingen, gezinsuitbreiding, overlijden,
46
Natuurkundige proefjes
Vervoer van en naar school Het vervoer van de leerlingen valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Dit betekent dat u de kinderen zelf naar en van school brengt of haalt, of u regelt dit, via de gemeente, met een taxibedrijf. Het aanvraagformulier wordt jaarlijks door de ouders ingevuld, de ondersteunende verklaring van de Commissie van Onderzoek wordt door de school naar de betreffende gemeente verzonden. Graag vernemen wij van u aan het begin van het schooljaar de naam en het telefoonnummer van het taxibedrijf. De maatschappelijk werker kan u eventueel behulpzaam zijn. Website Via de website van Visio onderwijs Rotterdam www.visio.org kunt u zich op de hoogte stellen van het actuele nieuws van de locatie, maar ook documenten en foto’s bekijken en downloaden. Een inlogcode voor het besloten gedeelte van de site wordt op verzoek aangemaakt. U wordt dringend verzocht regelmatig de site voor nieuws te raadplegen. Ziekmeldingen en schoolverzuim Indien uw kind door ziekte of doktersbezoek afwezig is, dient u dit zo spoedig mogelijk te melden bij de receptie van de school tussen 08.00 - 8.30 uur. U moet zelf het vervoersbedrijf inlichten! Bij niet gemelde afwezigheid van de leerling nemen we zo snel mogelijk contact op met de ouders en zijn wij genoodzaakt de leerling te registreren als ongeoorloofd afwezig.
Deel 4
Raad van Toezicht, Raad van Bestuur, medezeggenschap, klachtenregeling en informatieverstrekking Raad van Toezicht Koninklijke Visio Dhr. drs. E.F. Stoové (voorzitter) Mw. J. van Vliet MHA (vicevoorzitter) Dhr. G. Joosten Dhr. prof. dr. G.P.M. Luyten Dhr. Z. Arslan Mw. drs. J.Ch. Pawlikowski Dhr. drs. R. Belle
Raad van Bestuur Koninklijke Visio Dhr. drs. M. (Marten) de Bruine, MBA (voorzitter) Mevr. H. (Heleen) Griffioen, per 15 augustus 2016
Medezeggenschap Wat is de medezeggenschapsraad (MR) en wie zitten er in? Visio Onderwijs bestaat formeel uit drie onderwijsinstellingen; Noord, Midden en Zuid. Elke onderwijsinstelling heeft een eigen medezeggenschapsraad (MR). De MR wordt gevormd door ouders en personeelsleden, die elk de helft van de zetels innemen. De omvang van de MR is afhankelijk van het aantal leerlingen en het aantal schoollocaties. De MR van Zuid heeft in totaal twaalf zetels, de MR Midden en de MR Noord hebben acht zetels. De personeelsgeleding van de MR vertegenwoordigt zowel de medewerkers van de schoollocaties als de medewerkers van de ambulante onderwijskundige dienstverlening. Wat doet de MR? De MR is een wettelijk orgaan met wettelijke taken en verantwoordelijkheden. De rechten en bevoegdheden van de MR staan beschreven in de Wet Medezeggenschap op Scholen (WMS). De MR heeft instemmingsrecht en adviesrecht over zaken die van wezenlijk belang zijn. De ouder- en personeelsgeleding van de MR moeten bijvoorbeeld gezamenlijk instemmen met de schoolgids en het schoolreglement. Daarnaast heeft de oudergeleding instemmingsrecht over de besteding van de vrijwillige ouderbijdrage. In een aantal gevallen moet de directie over haar plannen met de school advies vragen aan de MR. De MR kan ook ongevraagd een standpunt kenbaar maken aan de directie. De directie is verplicht om ieder advies dat de MR geeft serieus te nemen, maar mag de adviezen wel terzijde schuiven.
47
De directie is gericht op een positieve manier van samenwerken met de MR. Samen staan zijn voor het doel om optimale kansen te bieden aan leerlingen met visuele beperkingen. Gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) Voor Visio Onderwijs als geheel bestaat een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad die periodiek overleg voert met het bestuur van Visio. De GMR bestaat net als de MR uit een oudergeleding en een personeelsgeleding. Voor iedere geleding zijn zes zetels beschikbaar, zodat er in totaal twaalf zetels zijn. Een belangrijk deel van de GMR-leden is tevens MR-lid. Ook zonder MR-lid te zijn is het echter mogelijk om GMR-lid te worden. De GMR praat mee over alle zaken die betrekking hebben op het gehele onderwijs van Visio. De GMR heeft instemmingsrecht over een nieuw strategisch beleidsplan voor Visio Onderwijs of wijzigingen in de onderwijskundige doelstellingen. Ook wordt er aan de personeelsgeleding bijvoorbeeld instemming gevraagd op personele inzet (bestuursformatieplan). Gezamenlijk moeten de ouder- en personeelsgeleding adviseren over het strategisch beleidsplan en wijzigingen in de organisatiestructuur. De gesprekspartner van de GMR is het bestuur van Visio. Lid worden van de MR of de GMR? In de MR en GMR bent u dicht bij de bron. U bent snel op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen en beleidszaken in het onderwijs van uw kind. U denkt en praat erover mee. Door uw deelname aan de MR of GMR krijgt u inzicht in de manier waarop Visio Onderwijs met financiën, personeel en voorzieningen omgaat. Uw stem wordt gehoord en u heeft dus daadwerkelijk invloed. De MR en de GMR vergaderen een aantal keer per jaar. De MR-vergaderingen vinden plaats in de regio (Zuid, Midden of Noord) waarvoor de MR is ingesteld. De GMR-vergaderingen vinden in Huizen plaats. Af en toe organiseren we een studieavond over een onderwerp dat door de MR of GMR zelf bepaald is. We vergoeden de reiskosten voor de MR- en GMR-leden en als ouder ontvangt u een presentievergoeding.
Is na het lezen van deze informatie uw nieuwsgierigheid gewekt, heeft u belangstelling voor deze taak of wilt u wat meer weten? Neem dan gerust contact met ons op. U kunt ons bereiken via de volgende e-mailadressen: MR Zuid:
[email protected] MR Midden:
[email protected] MR Noord:
[email protected] GMR:
[email protected]
Leerlingen aan het werk in de klas
Klachtenregeling Het is van groot belang dat de school een veilige leeromgeving biedt en er kwalitatief goed onderwijs wordt geboden. De leeromgeving moet vrij zijn van ongewenste omgangsvormen zoals seksuele intimidatie, agressie en geweld. Visio voert een helder beleid rondom (sociale) veiligheid en stelt eisen aan haar eigen kwaliteit van onderwijs en bejegening. Mocht u, om welke reden dan ook, niet tevreden zijn en onvoldoende gehoor vinden bij de schoolleiding kunt u gebruik maken van de klachtenregeling. Visio heeft een klachtenregeling voor leerlingen, cliënten en hun ouders. Binnen deze regeling zijn duidelijke procedures geformuleerd, zodat iedere klacht serieus en met zorg wordt behandeld. Klacht indienen Er zijn twee manieren om een klacht in te dienen. De eerste mogelijkheid is het bespreken en behandelen van uw klacht of onvrede met de betrokken medewerker en eventueel de schoolleiding. De tweede mogelijkheid – of wanneer de eerste manier niet tot de gewenste oplossing heeft geleid – is het indienen van een klacht bij de onafhankelijke Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen.
48
Bespreking en behandeling van de klacht in onderling overleg Als een klacht in onderling overleg tussen ouders, leerling, medewerker en schoolleiding goed is besproken leidt dit vaak tot een aanvaardbare oplossing. De ouders en de leerling kunnen hierbij hulp krijgen van een externe vertrouwenspersoon. Een vertrouwenspersoon kan ondersteuning bieden bij het verwoorden van de klacht of kan advies en informatie geven. Visio kiest voor externe vertrouwenspersonen omdat leerlingen of ouders zich vaak beter durven te uiten bij mensen die onafhankelijk zijn. Behandeling door de Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen Het indienen van een klacht bij de Klachtencommissie betekent dat een meer formele procedure in gang wordt gezet dan het bespreken van de klacht met de direct betrokkenen. Een klacht moet binnen een jaar na de gedraging of beslissing worden ingediend, tenzij de Klachtencommissie anders beslist. De Klachtencommissie is een onafhankelijke commissie waarvan de leden niet aan Visio verbonden zijn. De Klachtencommissie onderzoekt de klacht en stelt de betrokken partijen in de gelegenheid om hierop een toelichting te geven. De Klachtencommissie doet binnen negen weken uitspraak in termen van ‘ongegrond’, ‘gegrond’ of ‘gedeeltelijk gegrond’. Ook kan de Klachtencommissie aanbevelingen doen om opnieuw optreden van de klacht te voorkomen of ter verbetering van een situatie. Meer informatie en contact Op de website van Visio vindt u onder het kopje ‘Over Visio’ het onderwerp ‘Klachtenregeling’. Via die pagina kunt u de volledige klachtenregeling downloaden en treft u de gegevens van de externe vertrouwenspersoon en de Klachtencommissie aan.
Jaarverslag Jaarlijks wordt een jaarverslag opgemaakt voor Koninklijke Visio als geheel. In het jaarverslag vindt evaluatie en verantwoording van het beleid plaats, de activiteiten en de resultaten. Ook de jaarrekening is in het jaarverslag opgenomen. Het jaarverslag wordt vóór 1 juni vastgesteld en openbaar gemaakt. In het jaarverslag is ook de verantwoording van Visio Onderwijs opgenomen. Het jaarverslag is via de website van Visio te downloaden.
Ongevallenverzekering Voor de leerlingen van de scholen is een ongevallenverzekering afgesloten. Ook tijdens evenementen in schoolverband zoals bij een schoolkamp of tijdens
stage is de verzekering van toepassing. Bagage is bij schoolactiviteiten niet via de school verzekerd. Schade aan kleding of brillen evenmin. Ook diefstal van goederen valt niet onder de verzekering van school. Tot slot verzoekt de school u om voor uw kind een Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
geschikte andere school te vinden. De leerplichtambtenaar en de Inspectie van het Onderwijs stellen we van de situatie op de hoogte.
Privacy Persoonsgegevens van de leerling verwerken we met inachtneming van de regels van de Wet bescherming persoonsgegevens. Relevante gegevens van de leerling nemen we op in het leerlingendossier en gebruiken we alleen voor het doel waarvoor ze zijn opgenomen. Wanneer de leerling aanvullende zorg of dienstverlening binnen Visio ontvangt (conform een overeenkomst) dan hebben degenen die direct betrokken zijn bij de uitvoering van de zorg of dienstverleningsovereenkomst inzage in de gegevens, voor zover dit nodig is voor uitoefening van hun werkzaamheden. Hiervoor geeft u als ouder toestemming bij de aanmelding.
Schorsen en verwijdering Ondanks alle aandacht die we besteden aan het bieden van een veilig klimaat binnen Visio Onderwijs – er is bijvoorbeeld een protocol aanwezig over het voorkomen en aanpakken van (cyber-)pesten – kan het voorkomen dat een leerling de veiligheid van medeleerlingen of medewerkers op enigerlei wijze in gevaar brengt. Er volgt dan direct een gesprek met de leerling en zijn ouders. Eventueel kan de schoolleider besluiten tot een time-out voor een bepaalde periode. Wanneer de problemen (zeer) ernstig zijn of wanneer na diverse time-outs de situatie niet beheersbaar blijkt kan het bevoegd gezag op advies van de adjunctdirecteur besluiten tot schorsing voor ten hoogste één week. Een schorsing maken we schriftelijk aan de ouders bekend en bespreken we direct met de betreffende leerling en zijn ouders. De schorsing melden we schriftelijk bij de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar. Als ook het schorsen niet het gewenste effect heeft kan het verwijderen van de leerling van een school een vervolgstap zijn. De directie raadpleegt in dat geval de betrokken leraar en gaat een gesprek aan met de ouders. Vervolgens zal de directie het bevoegd gezag adviseren over het verwijderen van de leerling en dit advies voorzien van een deugdelijke motivering. Wanneer de ouders het niet eens zijn met het besluit kunnen zij dit binnen zes weken schriftelijk kenbaar maken. Hierop moet het bevoegd gezag binnen vier weken reageren. De school heeft een inspanningsverplichting van acht weken om voor de leerling een
49
Dieren in de klas
Vrijstelling onderwijsactiviteiten Leerlingen in het (voortgezet) speciaal onderwijs zijn verplicht deel te nemen aan alle onderwijsactiviteiten uit het onderwijsprogramma. Voor sommige onderwijsactiviteiten kunnen zowel de ouders als een meerderjarige, handelingsbekwame leerling vrijstelling vragen bij het bevoegd gezag. Voor de vrijgestelde activiteiten komen in dat geval vervangende onderwijsactiviteiten in de plaats die beter aansluiten bij de mogelijkheden en behoeften van de leerling. Het bevoegd gezag bepaalt welke onderwijsactiviteiten dat zijn en onder welke voorwaarden een leerling vrijstelling kan krijgen. U moet er rekening mee houden dat we in principe geen zorg tijdens onderwijstijd aanbieden, tenzij deze voorwaardelijk is voor deelname aan het onderwijs.
Informatieverstrekking door de school aan gescheiden ouders Als ouders scheiden behouden zij meestal beiden het ouderlijk gezag over hun kind, ook al woont het kind maar bij één ouder. De school behandelt deze ouders gelijkwaardig en informeert hen allebei over het functioneren en de ontwikkeling van hun kind. Dit is de school wettelijk verplicht. Dit betekent dat we beide ouders uitnodigen voor ouderavonden en rapportbesprekingen en dat zij beiden de rapporten krijgen toegestuurd. De niet-verzorgende ouder hoeft dus niet zelf om informatie te vragen. Als na een scheiding één van de ouders het ouderlijk gezag krijgt toegewezen, dan verstrekt de school alleen informatie aan de gezaghebbende ouder.
Belangrijke adressen Koninklijke Visio Visio Onderwijs www.visio.org/onderwijs Onderwijs Amsterdam >>> so en vso Slotermeerlaan 103 1063 JN Amsterdam T 088 585 60 00
[email protected] Onderwijs Breda >>> (v)so-mb Galderseweg 65 4836 AC Breda T 088 585 82 00
[email protected] Onderwijs Grave >>> so, vso en (v)so-mb Jan van Cuykdijk 1 5361 HM Grave T 088 585 82 50
[email protected] Onderwijs Haren >>> so en (v)so-mb Rijksstraatweg 284 9752 CL Haren T 088 585 75 00
[email protected] Onderwijs Huizen >>> so en (v)so-mb Oud Bussummerweg 76 1272 RX Huizen T 088 586 17 00
[email protected] Onderwijs Rotterdam >>> so, vso en (v)so-mb Heindijk 4 3079 PM Rotterdam T 088 585 83 30
[email protected] Aob Zuid-Nederland Heindijk 4 3079 PM Rotterdam T 088 58 58 299
[email protected]
50
Aob Noord-Nederland Oud Bussummerweg 76 1272 RX Huizen T 088 586 17 00
[email protected] Cliëntservicebureau Koninklijke Visio Aanmelding en informatie T 088 585 85 85 Klachtencommissie voor cliënten en leerlingen Postbus 1180 1270 BD Huizen T 088 585 85 52
[email protected] Raad van Bestuur Koninklijke Visio Amersfoortsestraatweg 180 1272 RR Huizen T 088 585 50 00
Afkortingen en begrippen Aob: ambulante onderwijskundige begeleiding AWBZ: Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten CCE: Centrum voor Consultatie en Expertise CIZ: Centrum Indicatiestelling Zorg CSB: Cliëntservicebureau CvO: Commissie van Onderzoek Cvi: cerebrale visuele inperking CLz: Commissie Leerlingzorg GMR: gemeenschappelijke medezeggenschapsraad INK: Instituut Nederlandse Kwaliteit Kdv: kinderdagverblijf Mb: meervoudige beperking Vvb: visuele en verstandelijke beperking MR: medezeggenschapsraad OPP: ontwikkelingsperspectiefplan OCW: Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen PRO: praktijkonderwijs SO: speciaal onderwijs VSO: voortgezet speciaal onderwijs Cluster 1: alle scholen voor leerlingen met een visuele beperking Didactische benadering: de wijze van overdracht van kennis en vaardigheden Expertise: specifieke deskundigheid Fysieke herinrichting: de aanpassingen in de leeromgeving zowel binnenin als rondom de school Groepsplan: organisatie van het onderwijs voor een groep leerlingen waarbij we planmatig werken aan de leer- en ontwikkelingsdoelen van de verschillende leerlingen en tegemoet komen aan de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen in die groep Individueel ondersteuningsplan: plan waarin de afspraken zijn opgenomen tussen leerling en Visio Zorg over doelen van de ondersteuning en de wijze waarop getracht wordt deze te bereiken Leerlijn: aanwijzingen om met tussendoelen te komen tot een kerndoel Leerlingvolgsysteem: systeem om de ontwikkeling van een leerling te volgen en die te kunnen vergelijken met de beginsituatie Leerroute: pakket van kern- en tussendoelen behorende bij een bepaalde categorie leerlingen Leren leren: visie binnen het onderwijs gericht op het ontwikkelen van zelfstandigheid en zelfredzaamheid; deze visie heeft drie pijlers: leerling-initiatief, de leerkracht als coach en een rijke leeromgeving Motorische ontwikkeling: ontwikkeling van de grove bewegingen (zoals lopen, rennen, springen en zwemmen) en de fijne bewegingen (zoals knippen, schrijven en tekenen)
Onderwijs-zorgarrangement: totaal van onderwijs- en zorgdoelen die binnen de onderwijstijd gesteld worden Onderwijsvoorwaardelijke zorg: zorg die nodig is om onderwijs mogelijk te kunnen maken voor een leerling Ontwikkelingsperspectief: verwachte uitstroombestemming of -niveau van een so-leerling aan het eind van het speciaal onderwijs of van een vso-leerling aan het eind van het voortgezet speciaal onderwijs; ook voor leerlingen die ambulante onderwijskundige begeleiding ontvangen stellen we een ontwikkelingsperspectief op Ontwikkelingsperspectiefplan: individueel plan voor een leerling in het (v)so of een leerling in het regulier onderwijs die ambulante begeleid wordt, waarin de – met u als ouder overeengekomen – handelingsgerichte aanpak is beschreven die gericht is op het behalen van het vastgelegde ontwikkelingsperspectief Oriëntatie en mobiliteit: bewustzijn van waar je je bevindt in de ruimte en je daarin kunnen verplaatsen Orthopedagogische benadering: afstemmen van het handelen op leerlingen. Dit handelen is gericht op het creëren van een omgeving waarin de leerlingen tot onderwijs en ontwikkeling kunnen komen Orthodidactische benadering: afstemmen en aanpassen van de manier van onderwijs geven aan leerlingen met sociale problemen, leer- of gedragsproblemen, om de leerlingen tot leren en ontwikkeling te laten komen (of daarin verder te stimuleren) Pedagogisch klimaat: creëren van een omgeving waarin opvoedkundig verantwoord gewerkt wordt Pedagogische benadering: de opvoedkundige benadering van de leerling Toelatingscriteria: criteria waaraan een leerling moet voldoen om te worden toegelaten Uitstroommogelijkheden: mogelijkheden ná school, zoals vervolgonderwijs, betaalde arbeid, gesubsidieerde arbeid of dagopvang Verwijzers voorwerpen (of delen daarvan): plaatjes, foto’s of tekens die verwijzen naar een handeling, een ruimte of een activiteit Zelfredzaamheid: het zich zelfstandig kunnen redden bij alledaagse handelingen Zintuiglijke ontwikkeling: ontwikkeling van de zintuigen, zoals visus, gehoor, tast, geur en smaak
Leerlingen geven een voorstelling
51
Toelatingscriteria Kinderen met visuele beperkingen die belemmerend zijn voor het onderwijsleerproces en de participatie in de onderwijsleeractiviteiten, kunnen worden toegelaten tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begelei-
ding van Visio. Na de aanmelding worden verschillende oogheelkundige onderzoeken verricht en gegevens verzameld. Vervolgens wordt er besloten of iemand wel of niet wordt toegelaten.
Schema ten behoeve van de indicatie Enkelvoudige beperking Oogheelkundig
In combinatie metToelating
Toelating Ja, altijd (behoort tot de doelgroep).
gezichtsscherpte =< 0,3 en/of gezichtsveld = < 30° en/of hemianopsie en/of leesvisus =< 0,25 gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
- stoornissen in de lagere visuele functies (visueel sensorische functies en/of oculomotore functies) (bijvoorbeeld: specifieke functiestoornissen, zoals contrastgevoeligheid en licht(over)gevoeligheid; - gezichtsveldbeperking anders dan een concentrische beperking <30° - stoornissen in de hogere visuele functies (visueel perceptuele cognitieve functies en/of visuomotorische functies) - ontbreken (dan wel zeer beperkt aanwezig zijn) van compensatiemogelijkheden
Toelating indien: 1. de visuele beperking samenhangt met meetbare 2. visuele stoornissen de visuele beperking leidt tot participatie problemen 3. er geen alternatieve verklaring voor de participatieproblemen aanwijsbaar is Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling of begeleiding geïndiceerd
gezichtsscherpte 0,3 – 0,5
progressieve aandoening (die de ontwikkeling van het kind of de jongere bedreigt)
Toelating indien de verwachting bestaat dat zich participatieproblemen zullen voordoen
- stoornissen in de lagere en/of hogere visuele functies zoals beschreven bij gezichtsscherpte 0,3 – 0,5 - interdisciplinair afwegen of er op grond van visuele beperkingen in het dagelijks leven en/of cerebrale aandoeningen van het visueel systeem voldoende indicaties zijn voor toelating tot onderzoek
Toelating indien: 1. de visuele beperking samenhangt met meetbare 2. visuele stoornissen de visuele beperking leidt tot participatie problemen 3. er geen alternatieve verklaring voor de participatie problemen aanwijsbaar is Uitsluitend bij het voldoen aan alle hiervoor genoemde drie punten is een toelating voor behandeling of begeleiding geïndiceerd
gezichtsscherpte > 0,5
Voor leerlingen met een gezichtsscherpte van 0,3 tot 0,5 kan toelating tot onderwijs of ambulante onderwijskundige begeleiding plaatsvinden, wanneer we op basis van onderzoek constateren dat de leerling overwegend is aangewezen op een orthopedagogische en/ of orthodidactische benadering. Leerlingen met een meervoudige beperking Leerlingen met een visuele én een verstandelijke beperking noemen we leerlingen met meervoudige beperkingen. Voor deze leerlingen gelden de toelatingscriteria op visueel gebied zoals hierboven beschreven. Ernstige meervoudige beperkingen Naast een visuele en verstandelijke beperking kan er sprake zijn van een motorische beperking, autisme,
52
progressieve ziektebeelden, epilepsie, spraaktaalproblematiek en/of slechthorendheid. Genoemde bijkomstige beperkingen zijn geen criteria voor toelating; de visuele beperkingen zijn immers leidend. Bij toelating is het echter wel belangrijk om zicht te krijgen op de ernst van de bijkomende beperking(en). Zo kunnen we de inzet van onderwijs voorwaardelijke behandelingen en therapieën zo goed mogelijk integreren binnen het dagelijkse onderwijs aan de leerling. Als er sprake is van een kind met zeer ernstige gedragsproblemen of als duidelijk aantoonbaar is dat het kind geen ontwikkelingsmogelijkheden heeft kunnen we het niet toelaten. Als er sprake is van een grote persoonlijke zorgbehoefte en/of extra ondersteunende begeleiding van een kind op het gebied van algemene dagelijkse levensverrichtingen kunnen we verzoeken extra zorgbegeleiding te faciliteren.
Nuttige adressen Alle locaties van Visio zijn te vinden op www.visio.org onder het kopje ‘Adressen’. De routebeschrijving naar de scholen kunt u vinden bij ‘Adressen onderwijs’. Oogvereniging Postbus 2344 3500 GH Utrecht T 030 299 28 78 www.oogvereniging.nl
[email protected] Ooglijn (informatiepunt bij oogproblemen) T 030 294 54 44 Stichting Oogfonds Nederland Postbus 2086 3500 GB Utrecht T 030 254 57 11 www.oogfonds.nl
[email protected] Worldwide Vision (levert producten voor mensen met een visuele, auditieve en/of leesbeperking) Luxemburgstraat 7 5061 JW Oisterwijk T 013 528 56 66 www.worldwidevision.nl
[email protected] Iris Huys (levert hulpmiddelen voor slechtziende en blinde mensen) James Wattstraat 13 b 2809 PA Gouda T 0182 52 58 89 www.irishuys.nl
[email protected] Aangepast Lezen Postbus 84010 2508 AA Den Haag T 070 33 81 500 www.aangepastlezen.nl
[email protected] Dedicon Postbus 24 5360 AA Grave T 0486 48 64 86 www.dedicon.nl
[email protected]
53
Stichting Uitgeverij XL Huygensstraat 1 2721 LT Zoetermeer T 070 367 60 58 www.uitgeverijxl.nl
[email protected] Uitgeverij Grote Letter Bibliotheek Postbus 583 7400 AN Deventer T 0570 64 37 47 www.groteletter.nl
[email protected] OV-Begeleiderskaart Argonaut Advies Postbus 305 3720 AH Bilthoven T 030 - 235 46 61 www.ov-begeleiderskaart.nl Onderwijsinspectie Voor vragen aan de Inspectie van het Onderwijs kunt u contact opnemen met: T 1400 (u betaalt alleen de gebruikelijke belkosten) www.onderwijsinspectie.nl
Visio Onderwijs
Visio Onderwijs is er voor kinderen van vier tot twintig jaar met een visuele beperking, al dan niet in combinatie met een andere beperking. Visio Onderwijs biedt speciaal onderwijs (so), voortgezet speciaal onderwijs (vso) en onderwijs aan kinderen met een meervoudige beperking (mb). “Perspectief voor elk kind” is een belangrijk uitgangspunt van ons onderwijs. We willen als onderwijsorganisatie íeder kind, ongeacht de individuele beperkingen, een perspectief voor de toekomst bieden. Vijfenzeventig procent van de kinderen met een visuele beperking gaat naar een gewone school met behulp van ambulante onderwijs kundige begeleiding door Visio. Daarnaast heeft Visio onderwijs locaties in zes gemeenten: in Amsterdam (so en vso), Breda (mb), Grave (so, vso, mb), Haren (so en mb), Huizen (so en mb) en Rotterdam (so, vso en mb). De kerndoelen, zoals die binnen het reguliere onderwijs gelden, zijn het uitgangspunt en er bestaat voor leerlingen vanaf twaalf jaar de mogelijkheid om deel te nemen aan praktijkonderwijs, vmbo of havo.
Koninklijke Visio expertisecentrum voor slechtziende en blinde mensen www.visio.org Volg ons op:
52