Rooilijn
Jg. 40 / Nr. 1 / 2007
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
Sake Zijlstra en Paul Stouten
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
P. 54
Rooilijn
Jg. 40 / Nr. 1 / 2007
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
Vinexwijken bestaan nu ruim tien jaar en
P. 55
nog niet gehaald. Wat zijn hiervan de oorzaken
(HOV) een belangrijke plaats inneemt. Kortom, een concept in de vorm van streetcar build-outs dat in de Verenigde Staten al in 1870 tot ontwikkeling kwam (Hayden, 2003). De keuze voor de casus Carnisselande is bepaald op grond van drie factoren: omvang, ligging en openbaar vervoersvoorzieningen. Het is één van de weinige locaties waar sprake is van een in een vroeg stadium gerealiseerd HOV aanbod. Qua ligging behoort de locatie Carnisselande tot één van de gemiddelde vinexlocaties in Nederland.
en wat is het toekomstperspectief van deze en
Vinex doelstellingen
staan voortdurend in de belangstelling. Ze zijn gebaseerd op een ambitieus beleid over openbaar vervoer, stedelijkheid en milieu. In de vinexlocatie Carnisselande zijn veel van de geformuleerde doelstellingen op dit moment
oudere wijken? Vanaf begin jaren negentig vormen vinexlocaties een nieuwe periode in de geschiedenis van de suburbanisatie. De compacte stad, hoewel niet letterlijk genoemd in de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra (VINEX, 1993), is wel een nadrukkelijk streven. Het concept van compacte verstedelijking (Dantzig & Saaty, 1973) blijkt uit de planbeschrijvingen waarin sprake is van een centrum met daar omheen woningen in hoge concentraties. Vervoer wordt door een snel en Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) geregeld. Zonering en balling maken verschillen in functies van wijken mogelijk. De uiteindelijke realisatie kenmerkt zich echter door een zekere mate van tweeslachtigheid tussen stedelijkheid en een suburbaan woonmilieu. Het contrast tussen gebouwde omgeving en landschap lijkt te verdwijnen. Opvallend is dat de betekenis van natuur en artifice meer en meer wordt omgedraaid. Het stedenbouwkundige ontwerp in het kader van de stedelijke groei wordt steeds meer als een natuurlijk verschijnsel gezien, terwijl de natuur de artifice is geworden (Stouten, 2004). In dit artikel staat de analyse van Carnisselande centraal. Carnisselande ligt in de gemeent Barendrecht en is de vinexlocatie voor de stadsregio Rotterdam. Het is een vinexlocatie waarbij de ontsluiting door hoogwaardig openbaar vervoer
De rijksoverheid had met het vinexbeleid een drietal doelen voor ogen. Op de eerste plaats was er de wens het milieu te beschermen, zowel ten aanzien van de uitstoot van zogenaamde broeikasgassen door de personenauto, als ten aanzien van de bescherming van open groene ruimte. Ten tweede had men de doelstelling om hoogwaardige stedelijkheid te bereiken door balling en functiemenging. Als laatste wilde men binnen Europees verband de economische positie van Nederland, vooral van de Randstad, verbeteren. Deze drie doelstellingen vormen de basis voor de sociaal-economische en ruimtelijke positie van toekomstig Nederland. Momenteel is er nog steeds sprake van een kwantitatieve en kwalitatieve woningnood (WBO 2002, 2004). Bovendien is er sinds de jaren zeventig meer aandacht voor een maatschappelijke veroudering die is ontstaan door verandering van woonbehoeften. Daarbij ligt de nadruk niet langer alleen op de directe gebruikskwaliteit van de woning, maar ook op de vormgeving en woonomgeving (Stouten, 2004). De ontwikkeling van hoogwaardig openbaar vervoer kreeg vanwege de beoogde milieubescherming en de gewenste afname van het gemiddelde autogebruik per kilometer hoge prioriteit. Dit kon volgens de nota bereikt worden door nabij steden in hoge dichtheden gemengd en compact te bouwen met een goede aansluiting op deze steden. Nabijheid en hoge dichtheid dragen tegelijkertijd bij aan de bescherming van
Rooilijn
Jg. 40 / Nr. 1 / 2007
de open ruimte doordat er minder beslag wordt gelegd op ruimte. De convenanten met betrokken partijen over de uitwerking van de opgave zijn echter vrijblijvend wat betreft de lange termijnplanning. Aan de stadsgewesten, provincies en gemeenten zijn bouwopgaven voor het realiseren van woningen en werklocaties toegekend die zijn gekoppeld aan een bepaalde locatie. Het Rijk, met name de ministeries van Volkshuivesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V&W) en het ministerie van Binnelandse Zaken (BiZa), heeft deze opdracht gedelegeerd aan de gemeenten, provincies en de stadsgewesten. Samen met de grondeigenaren en de ontwikkelaars zijn afspraken gemaakt over het te leveren product. De inhoud van de convenanten behelst de locatie, het aantal woningen, de verdeling over categorieën (alleen financieringsklasse en prijsniveau), de grondkosten en de verdeling van kosten voor de aanleg van infrastructuur. In sommige gevallen is de ontwikkeling van een bedrijvenlocatie opgenomen, evenals de inspanningsverplichting tot het realiseren van HOV. Voor de uiteindelijke realisatie van de convenanten hebben de gemeenten geen krachtige instrumenten voor handen gehad om de vorm van de locatie te beïnvloeden. Het overheidsbeleid is gezien als een richtlijn en onderhandelbaar tijdens de totstandkoming van de locaties.
Doelmatig? De doelstellingen van de vinex zijn in de eerste plaats gericht op de lange termijn: milieu, hoogwaardige stedelijkheid en de versterking van de economische positie. Pas daarna is er invulling aan lagere doelen
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
zoals woningbouw gegeven. De doelen en de uitwerking van middelen zijn, hoewel expliciet vermeld in de vinex, niet meer in de convenanten opgenomen, waardoor ze niet of minder meetbaar zijn. Het is de vraag of de realisatie van de vinexlocaties een antwoord geeft op de doelen die gesteld zijn voor de lange termijn. Centraal staat de vraag of de vinexlocaties ruimtelijk gezien (zowel stedenbouwkundig, programmatisch als architectonisch) voldoen aan de gestelde doelen ten aanzien van milieu, hoogwaardige stedelijke kwaliteit en versterking van de economische positie.
Vinexlocatie Carnisselande Volgens de planning worden er 10.000 woningen gerealiseerd waarvan 30 procent in de huursector, 75 procent eengezinswoningen en 60 procent heeft meer dan vier kamers. In vergelijking met de woningprijzen in de gemeente Rotterdam liggen de prijzen in Carnisselande aan de hoge kant als gevolg van de gerealiseerde maat en het type woningen. De gemiddelde prijs voor een woning was in 2005 179.000 euro. De stedenbouwkundige opzet is ruim en mede doordat het een oude polder betreft is er veel aandacht voor water, gecombineerd met ruimte voor langzaam-verkeersroutes, zoals fietspaden. De stedenbouwkundige opzet is duidelijk geïnspireerd op nieuwbouwwijken uit de jaren zeventig en tachtig met een hoofdontsluiting die is gekoppeld aan een vorm van woonerven. Over het vervoer op, van en naar de locatie moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen verschillende modaliteiten. Carnisselande is met de auto matig ontsloten: het is nog slechts op drie plaatsen mogelijk de locatie op of af te rijden. Op de locatie zelf is gekozen voor een grote
P. 56
Rooilijn
Jg. 40 / Nr. 1 / 2007
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
gridachtige structuur voor het autoverkeer. De locatie wordt ontsloten door HOV in de vorm van de geïntroduceerde Tramplus. Deze tramlijn loopt over één van de hoofdassen (excentrisch gelegen van noord naar zuid) van de locatie. De route heeft het karakter van een laan. Het autoverkeer wordt voor een groot deel van de laan geweerd. Alleen het bestemmingsverkeer is toegestaan. Verspreid over de locatie zijn voorzieningen op lager schaalniveau gerealiseerd waarbij het programma niet altijd consistent is uitgewerkt. Een voorbeeld daarvan is een flat, bestemd voor ouderen, die in plaats van dichtbij juist ver van het winkelcentrum af is gebouwd. Er is op de locatie nauwelijks ruimte voor bedrijvigheid. Daar komt bij dat de kleine hoeveelheid bedrijfsruimte die is gerealiseerd, geconcentreerd is in een zone aan de rand van de locatie dichtbij Barendrecht. Daarmee is het een voorbeeld van het aloude recept van functiescheiding. De HOV-laan eindigt met een keerlus in het weiland. Langs de HOV-laan zijn woon-werkwoningen gerealiseerd maar deze leveren een negatieve bijdrage aan de dichtheid door hun relatief grote ruimtebeslag. Slechts een klein deel van de woonwerkwoningen wordt als zodanig gebruikt. Bijna aan het einde van de HOV-laan ligt het centrum van Carnisselande. Hier zijn de winkels geconcentreerd in een winkelcentrum dat is opgetild van het maaiveld en in de hoek van een groot plein gelegen is. Het centrum van Carnisselande, inclusief de HOV-laan, kent een relatief hoge dichtheid wanneer we deze vergelijken met de rest van de locatie; 38 woningen per hectare tegen 30 over de gehele locatie als
P. 57
gemiddelde. Daarmee is het door het Rijk vastgestelde minimum behaald.
Stand van zaken Veel vinexlocaties zijn nog niet af. Er is tot op de dag van vandaag veel discussie over de kwaliteit gevoerd. Soms wordt de toegankelijkheid van de locaties, of juist de ontoegankelijkheid daarvan, door de slechte verbinding met bestaande steden als een zegen beschouwd. Dit laatste zou er volgens het Ruimtelijk Planbureau (RPB, 2006) toe kunnen leiden dat de locaties kunnen gaan functioneren als zelfstandige kernen of kleine dorpen binnen de bestaande gemeenten waaraan zij zijn toegevoegd. De discussie gaat zelden over de (lange termijn) doelen van vinex en of die zullen worden gehaald. Op basis van de analyse van Carnisselande moet worden geconstateerd dat de vinexlocaties in vele opzichten niet voldoen aan de gestelde doelen. Één voorbeeld is de parkeernorm. In de vinex werd voorgesteld deze laag te houden, ongeveer één parkeerplaats per woning. Tijdens het sluiten van de convenanten en vervolgens weer tijdens de realisatie is deze norm al aanzienlijk naar beneden bijgesteld, en nu de locaties hun voltooiing naderen blijkt de gerealiseerde norm te laag. Hiervoor zijn twee redenen aan te voeren. Ten eerste was het laag houden van de norm bedoeld als stimulans voor het gebruik van het openbaar vervoer, maar had niet de beoogde uitwerking: de tram op Carnisselande blijft goeddeels leeg en vormt hiermee geen uitzondering. Ten tweede is het zo dat in veel gevallen het openbaar vervoer te laat, niet, of niet hoogwaardig gerealiseerd wordt op de uitbreidingslocaties. Het doel milieubescherming is dan ook (nog) niet behaald.
Rooilijn
Jg. 40 / Nr. 1 / 2007
Daarnaast zijn veel woningen van het type grondgebonden eengezinswoningen en de daaraan verbonden te hoge prijsklassen gerealiseerd. Hiermee hebben zij een aanzuigende werking op bewoners uit de steden. Er is sprake van een selectieve suburbanisatie. De woningen zijn vooral toegankelijk voor huishoudens met een inkomen hoger dan modaal. Hierdoor neemt de economische segregatie in de kernsteden van de regio toe, waar, door deze verscherping, uiteindelijk een eventueel economisch herstel van de gehele regio wordt bedreigd. In welke mate deze polarisatie bijdraagt aan de versterking van de economische en ruimtelijke structuur is onduidelijk. Kanttekening hierbij is dat op basis van de Nota Ruimte (2005) nieuwe suburbane uitbreidingen als een olievlek kunnen uitlopen in het landschap. De hogere inkomensgroepen, die nu in de duurste huizen aan de uiterste randen of in het centrum van de vinexlocaties met uitzicht op de weilanden wonen, zullen dan weer vertrekken. De deur naar een ongebreidelde suburbanisatie staat al op een kier. In de toekomst zijn vinexlocaties echter minder geschikt voor herstructurering, zoals we dat nu doen. De woningen en de stedelijke opzet lenen zich slecht voor intensivering of voor een aanpassing binnen de gerealiseerde voorraad. Er is weinig bruikbare restruimte die zonder problemen gebruikt kan worden voor verdichting in bepaalde zones. De woningen zijn veelal van een vergelijkbaar type en gebaseerd op gelijke woningplattegronden. Daarnaast hebben ze veel gemeen qua uitstraling, ook bij vergelijking van locaties onderling. Verder zijn de woningen gebouwd met een verdiepingshoogte van 2,40 meter wat hen minder geschikt maakt voor transformatie (Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting, 2004). Op stedenbouwkundig niveau is er te weinig differentiatie in dichtheid toegepast. De lage dichtheid en de eenzijdigheid van het programma, tot stand gekomen door de sterke scheiding van functies, komt het
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
Aan vinexlocaties wordt nog volop gebouwd
draagvlak van de winkels in het centrum en het gerealiseerde HOV niet ten goede. De ruimtelijke kwaliteit staat hierdoor onder druk. In het ruimtelijke concept is niet voorzien in een aansluiting bij Barendrecht of Rotterdam. Bovendien zijn de fietsafstanden naar Rotterdam en Barendrecht te groot en ontbreekt een directe verbinding met het centrum van Barendrecht. De verbinding met het centrum van Rotterdam is wel via de Tramplus gerealiseerd, alleen het gebruik daarvan blijft, zoals al eerder is opgemerkt, nog achter.
De toekomst Vinexlocaties blijken verschillend gewaardeerd te worden door bewoners, professionals en beleidsmakers (RPB, 2006). Het overheersende beeld “Vinex mist uitstraling en karakter” is de meest gehoorde klacht van de bewoners (Meesters, 2006). Met alleen mooiere architectuur kun je de voorwaarden voor de als maar versnipperde uitbreidingen van steden van ring naar ring niet veranderen. Daarentegen, om te voorkomen dat nieuwe wijken zoals Carnisselande in de toekomst de nieuwe herstructureringswijken worden, moeten passende maatregelen worden genomen. Om een isolement te voorkomen is het versterken van verbindingen met andere stadsdelen en stedelijke centra in de regio
P. 58
Rooilijn
Jg. 40 / Nr. 1 / 2007
Vinexwijk Carnisselande voldoende aangehaakt?
P. 59
HOV-laan Carnisselande
noodzakelijk. Dat betekent aansluiten op de randen van de steden door het gedeeltelijk overkluizen van barrières en ontwikkeling van openbaar vervoernetwerken tussen verschillende centra in de regio. Op deze wijze wordt de ruimtelijke positie versterkt maar ook direct de gunstige voorwaarde geschapen, die de naoorlogse wijken ook kennen: nabijheid van groot stedelijkheid en het centrum. Naast differentiatie van het woningaanbod is het belangrijk om voldoende aandacht te besteden aan collectieve aspecten: scholen, sociale en commerciële voorzieningen. Door deze aanpak nu al te lanceren wordt verzet en sociale ontwrichting voorkomen omdat de sociale banden op de locaties nu nog losjes zijn. Pas na langere tijd vindt binding met locatie en met de sociale omgeving plaats. De bewoners leven er nu hoogstens tien jaar. De gemeenten dienen bij de ontwikkeling een sterke regiefunctie te hebben die is gebaseerd op de eveneens in de Nota Ruimte (2005) gewenste woonvisie. Zij kunnen op basis van de woonvisie een menging van wonen en werken in hoge dichtheden realiseren tussen vinex en de bestaande steden. Door op deze plaatsen de dichtheid, menging en (woon)programma’s gericht op diverse leefstijlen aan te leggen, kan een toekomstige situatie vergelijkbaar met de naoorlogse wijken mogelijk nog worden afgewenteld.
Sake Zijlstra (
[email protected]) en Paul Stouten (
[email protected]) zijn respectievelijk als promovendus en universitair docent verbonden aan de faculteit Bouwkunde van de Technische Universiteit Delft.
Literatuur Dantzig, G. & T. Saaty (1973) Compact City: A Plan for a Livable
Urban Environment , Freeman, San Francisco Hayden, H. (2003) Building Suburbia Green Fields and Urban
Growth, 1820-2000, Pantheon Books, New York Meesters, J. (2006) Woonwensen nader in kaart: de
woonbeleving van bewoners, in: vhv bulletin jaargang 33 nummer 2, maart 2006, Forum voor volkshuisvesting, Delft Ministerie van VROM, LNV, V&W & EZ (2005) Nota Ruimte, Den Haag Ruimtelijk Planbureau (2006) Vinex! Een morfologische
verkenning, NAi Uitgevers, Rotterdam Stuurgroep Experimenten Volkshuisvesting (2004) Bouwen
met Tijd, een praktische verkenning naar de samenhang tussen levensduur, kenmerken en milieubelasting van woningen, SEV en VROM, Rotterdam Stouten, P.L.M. (2004) Duurzaamheid van de
stadsvernieuwing, Delft University Press, Delft Ministerie van VROM (1993) Vierde Nota Ruimtelijke Ordening
Extra, Denhaag WBO 2002 (2004) Beter thuis in wonen, ministerie van VROM, Den Haag Zijlstra, S. (2005) Vinex: compacte stad met hoogwaardig
openbaar vervoer? afstudeerrapport TU Delft