De waterdoorlaat in de Brouwersdam spuit bij laag tij water in de Noordzee.
5. Voldoende en schoon water Dat iedereen in dit land beschikt over voldoende schoon water, lijkt de gewoonste zaak van de wereld. Maar niet alleen huishoudens gebruiken water. Ook scheepvaart, industrie en de agrarische sector zijn ervan afhankelijk. Dat water moet ook nog eens gezond zijn voor de landbouw, natuur, recreatie en de drinkwatervoorziening. Rijkswaterstaat werkt aan voldoende schoon water voor alle gebruikers. Door de klimaatverandering wordt het weer extremer: winters worden natter en zomers warmer en droger. Dit betekent dat er ’s zomers minder zoet water beschikbaar komt. Ook de zeespiegel stijgt door de klimaatverandering. Daardoor dringt steeds meer zout water het westen en noorden van Nederland binnen. Gebruiksfuncties als de landbouw, de industrie, de scheepvaart en de natuur kunnen daar schade van ondervinden.
32 | Rijkswaterstaat
Het wordt een steeds grotere uitdaging om alle watergebrui kers in dit land van voldoende en schoon water te voorzien. Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor de dagelijkse zorg voor voldoende en schoon water. Voor alle gebruikers. Dit doen we samen met andere waterbeheerders, zoals de waterschappen.
Water slim verdelen Rijkswaterstaat verdeelt het water over ons land met stuwen en gemalen. Zowel bij wateroverschotten als watertekorten wordt gewerkt aan een goed waterpeil van het oppervlaktewater en het grondwater. Dat is van belang voor bijvoorbeeld de natuur, de scheepvaart en de zoetwatervoorziening.
heen te sturen. Ze hebben in 2013 het organisatiemodel getest dat nodig is voor een goede rolverdeling en samen werking. De conclusie is dat het water samen veel efficiënter kan worden gestuurd en het bovendien mogelijk is samen beter in te spelen op voorspellingen. Daarnaast kan het leiden tot hoge kostenbesparingen. Maar gezamenlijk dynamisch waterbeheer vraagt wel veel openheid naar elkaar en vertrouwen in elkaar. Initiatieven verbinden
Neerslagrecord Een goede waterverdeling is belangrijk om droge voeten te houden. Dat werd goed zichtbaar op zondag 13 oktober 2013. Op die dag was sprake van een recordhoeveelheid neerslag voor ons land. In achttien uur viel een maand hoeveelheid regen. Op sommige plaatsen meer dan 75 millimeter: bijna acht volle emmers van tien liter per m 2. Vooral de provincies Zeeland, Zuid-Holland en Utrecht kampten met langdurige hoosbuien en windstoten. Dit leidde tot wateroverlast die dagenlang aanhield. Met name in Zuid-Holland en Zeeland moest veel overtollig water naar de Noordzee worden gepompt. In het Amsterdam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal stond het water vijf centimeter boven het toegestane waterpeil. De waterschappen is gevraagd geen water te lozen op deze kanalen. Het gemaal IJmuiden, het grootste gemaal van Europa, is ingezet om het kanaal water op volle kracht naar de Noordzee te pompen. Op woensdag 16 oktober 2013 konden de waterschappen hun overtollig water weer probleemloos lozen op het Amster dam-Rijnkanaal en Noordzeekanaal. Vanuit het ministerie van Infrastructuur en Milieu zijn ook vier noodpompen beschikbaar gesteld om water uit de polders van GoereeOverflakkee weg te kunnen pompen. De Unie van Water schappen toonde zich tevreden over de samenwerking. Uit een evaluatie blijkt dat het crisismanagement, de samenwerking tussen de waterbeheerders en de communicatie naar behoren functioneren.
Dynamisch waterbeheer Soms moet extra water worden afgevoerd, en soms is het juist nodig zoet water vast te houden. Als de zeespiegel sneller stijgt dan verwacht, zijn voor dit soort situaties extra maatregelen nodig. Rijkswaterstaat wil de capaciteit van het Nederlandse watersysteem beter benutten met dynamisch waterbeheer. Door het water slim te sturen via sluizen, gemalen en stuwen, willen we het optimaal kunnen verdelen bij een wateroverschot of bij een watertekort. Dat kan alleen wanneer waterbeheerders samenwerken en over de huidige waterbeheergrenzen heenkijken. Daarom verkennen Rijkswaterstaat, de waterschappen en het kennisinstituut Deltares samen de kansen van Dynamisch Waterbeheer.
Rijkswaterstaat wil de ideeën achter dynamisch waterbeheer breder verspreiden en vergelijkbare initiatieven verbinden. Daarom is een community opgezet waarin waterbeheerders marktpartijen en kennisinstellingen samenwerken aan kennisontwikkeling, innovaties en verdere samenwerking op het gebied van dynamisch waterbeheer. Ook het project Digitale Delta, dat in 2013 is gestart, is gericht op het slimmer delen van watergegevens en verdergaande samenwerking op informatiegebied. Zie hiervoor ook het hoofdstuk betrouwbare en bruikbare informatie. Computermodel
De TU Delft heeft voor Rijkswaterstaat een computermodel van het hoofdwatersysteem ontwikkeld. Dat model berekent de optimale verdeling van het water. Met het model is het mogelijk tot twee dagen vooruit te adviseren over de belangrijkste ‘knoppen’ van het watersysteem waaraan gedraaid moet worden om een optimale waterverdeling te bereiken. Het computermodel is in 2013 getest en de resultaten zijn veelbelovend.
Schoon en gezond water Oppervlaktewater moet schoon genoeg zijn om het te verwerken tot drinkwater en om erin te kunnen zwemmen. Maar ook voldoende ecologisch gezond om planten en dieren een goed leefgebied te geven. Doel van Rijkswaterstaat is dat het oppervlaktewater voldoet aan de eisen van de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW).
Waterkwaliteit rijkswateren Door het waterbeleid is de kwaliteit van de Nederlandse wateren de afgelopen decennia sterk verbeterd. De meeste Nederlandse wateren zijn inmiddels schoon genoeg om er drinkwater van te maken, gewassen mee te telen, vee van te laten drinken en om in te zwemmen. Toch voldeed slechts zo’n 25 procent van de rijkswateren in 2013 aan de chemische en ecologische doelstellingen. Er komen in het water nog altijd te veel resten terecht van gewasbe schermingsmiddelen, verzorgingsproducten en medicijnen.
Pilot Noord-Brabant
In Noord-Brabant brengen waterbeheerders dynamisch waterbeheer in praktijk door water over hun beheergrenzen Jaarbericht 2013 | 33
Ecologische kwaliteit
Ook de inrichting van de rijkswateren voldeed in 2013 nog niet overal aan de EU-eisen die nodig zijn om alle planten en dieren een gezond leefgebied te bieden. Met de uitvoering van het huidige pakket inrichtingsmaatregelen wordt de ecologische kwaliteit in 2015 beter. Maar om de doelstellingen te behalen zijn ook na 2015 nog maatregelen noodzakelijk. Zwemwater
Van de 225 zwemwaterlocaties in de rijkswateren voldeden er in 2013 elf niet aan de waterkwaliteitseisen. Rijkswaterstaat neemt op die locaties het initiatief voor het verbeteren van de zwemwaterkwaliteit, maar kan de problemen vaak alleen in samenwerking met anderen oplossen.
zand te suppleren wordt de levensduur van de achter liggende Oesterdam verlengd. Bovendien worden hiermee belangrijke ecologische biotopen hersteld. Een innovatief project waarin met de principes van ‘bouwen met de natuur’ wordt gewerkt aan integrale gebiedsversterking. Bijzonder aan dit project is ook de gehanteerde publiek-private samenwerking. Rijkswater staat, Natuurmonumenten en provincie Zeeland werkten samen aan de financiering, sturing en realisatie van dit project. Het omgevingsmanagement ligt in handen van Natuurmonumenten.
Zoet- en zoutwaterscheiding Krammersluizen In de Philipsdam, in de Oosterschelde, liggen de Krammer sluizen. In één van de sluiskolken is in de winter van 2013 op 2014 een innovatief zoet-zoutscheidingsysteem aan gelegd. Dat systeem werkt met een luchtbellenscherm. Het voorkomt dat tijdens het schutten te veel zout water uit de Oosterschelde in het zoete Volkerak-Zoommeer stroomt of andersom. Zonder zo’n systeem komt bij elke schutting zo’n 1 miljoen kilo zout in het zoete water terecht. Evenveel als 35 grote vrachtwagens vol. Dit is schadelijk voor de flora en fauna en voor het overige gebruik van zoet water uit het Volkerak-Zoommeer.
Natuurvriendelijke watersystemen Rijkswaterstaat werkt aan het gebiedsgericht, natuur vriendelijk beheer van watersystemen. Dat omvat onder meer het schoonmaken van vervuilde waterbodems en de aanleg van ecologische voorzieningen zoals natuurvriende lijke oevers en vispassages. Bij het aanleggen van vispassages wordt goed samengewerkt met de waterschappen. Natte overgangen
Rijkswaterstaat zoekt naar andere, vernieuwende oplossingen om de leefomgeving voor vogels en vissen te verbeteren. Dat vraagt om grootschalige natuurlijke overgangen tussen land en water. In 2013 werkte Rijkswaterstaat aan de ontwik keling van een aantrekkelijk natuur- en recreatiegebied met lagunes, rietvelden en slikplaten in het Markermeer en het IJmeer. Rijkswaterstaat onderzoekt of dit kan bijdragen aan een ecologisch gezond watersysteem. Zie voor meer infor matie over dit project pagina 35. Ecologische veiligheidsbuffer
In het najaar van 2013 is in de kom van de Oosterschelde, de ‘Veiligheidsbuffer Oesterdam’ aangelegd. Door 320.000 m3
Sneller passeren
Het zoet- en zoutwaterscheidingssysteem zorgt er bovendien voor dat het schutproces sneller verloopt en schepen de sluis sneller kunnen passeren. Daar komt nog bij dat de beheer- en onderhoudskosten waarschijnlijk lager zullen uitpakken. De techniek is ontwikkeld door Rijkswaterstaat, Deltares, Royal Haskoning en DHV Nederland. Samen willen we de techniek nog kosten effectiever maken. In 2014 besluit Rijkswaterstaat over het al of niet toepassen van de zoet- en zoutwater scheidingstechnieken in alle sluiskolken van het Krammersluizencomplex.
Sluis met een bellenscherm dat zoet- en zoutwater scheidt.
open sluisdeur
gesloten sluisdeur
schutkolk zout
zoet luchtinjectie
zoetwaterinjectie
34 | Rijkswaterstaat
compressor
pomp
Markermeer-IJmeer Samen investeren in natuur Getij op de Grevelingen Het getij in Grevelingen is verdwenen met de bouw van de Brouwersdam in 1971. De provincies en gemeenten willen het getij op de Grevelingen herstellen door een ‘waterdoorlaat’ in de dam te maken. Dan kan door de eb- en vloedstromen zuurstofrijk zeewater het meer instromen. Dat verbetert de condities voor waterrecreatie, visserij en de regionale econo mie. In 2013 is vastgesteld dat het waterpeil in de Grevelingen het hele jaar mag schommelen tussen maximaal -0,1 en minimaal -0,3 meter NAP. In juli 2014 zal het kabinet een besluit nemen over het getij op de Grevelingen. Getijdencentrale
Het maken van een waterdoorlaat in de Brouwersdam kan ook andere, bijkomende voordelen opleveren. Het is name lijk mogelijk de doorlaat te combineren met een getijden centrale. Door turbines in de doorlaat te plaatsen kan groene stroom worden opgewekt voor alle circa vijftig duizend huishoudens op Goeree-Overflakkee en SchouwenDuiveland. De provincies en Rijkswaterstaat hebben in 2013 marktpartijen uitgedaagd om hiervoor met een innovatief en duurzaam ontwerp te komen.
Vergunnen, toezien en handhaven Voorkomen is beter dan genezen. Rijkswaterstaat wil de waterkwaliteit dan ook graag verbeteren door watervervui ling te voorkomen. Daarom zijn bedrijven en personen die afvalwater lozen op het oppervlaktewater gebonden aan vergunningen. Rijkswaterstaat controleert strikt of men zich aan de vergunningen houdt. Vergeleken met voorgaande jaren is het aantal complexe vergunningaanvragen voor industriële installaties en bedrij ven die werken met gevaarlijke stoffen toegenomen. Deze vergunningen vragen om een gespecialiseerde, tijdrovende aanpak. Van alle vergunningen die in 2013 zijn aangevraagd is 93 procent tijdig afgehandeld. Dit percentage komt over een met dat in 2012. Het proces van handhaven van, en toezicht houden op vergunningen is in 2013 verbeterd door betere samenwerking van dienstonderdelen.
Het Markermeer en IJmeer vormen het Blauwe Hart van de noordelijke Randstad. Het is een natuurgebied met internationale betekenis. Toen in 2006 duidelijk werd dat het droogleggen van het Markermeer tot Markerwaard definitief van de baan was, waren er plannen en ambities genoeg. Tegelijkertijd werd duidelijk dat voldaan moest worden aan de Natura 2000-doel stellingen. Menig plan zou met het oog op de natuurwaarden niet door kunnen gaan. De kwaliteit van de natuur in het gebied was namelijk achteruitgegaan. Om ervoor te zorgen dat de natuur weer tegen een stootje kan en de gevolgen van ruimtelijke ontwikkelingen kan opvangen zijn maatregelen nodig.
Toen duidelijk was dat het Markermeer een meer zou blijven, zijn de provincies Noord-Holland en Flevoland in opdracht van het kabinet samen met een groot aantal partners rond de tafel gegaan. Doel was het ontwikkelen van een toekomstbeeld. IJsbrand Zwart, werkzaam als ecoloog bij provincie Flevoland: ‘De centrale vraag was: hoe kun je het gebied ontwikkelen en tegelijkertijd voldoen aan de Natura 2000-doelstellingen? Er waren namelijk hele ambitieuze plannen. Almere wilde nog wel buitendijks bouwen. IJburg II moest er komen. Er waren oeververbindingen voorzien. Er lagen ambities voor vijfduizend extra ligplaatsen in het gebied. De gemeente Hoorn had plannen en Lelystad wilde aan het water bouwen. Met het toekomstbeeld hebben we eigenlijk gezegd: wanneer je het gebied een economische impuls wilt geven, dan zul je allereerst moeten investeren in de natuur.’
‘Gezonde natuur voorwaarde voor ontwikkeling’
Kaderrichtlijn Water
‘No regret’-maatregelen
Het verbeteren van de kwaliteit van de rijkswateren is een continu proces waaraan op veel verschillende manieren met vele partners wordt gewerkt. Met de aanleg van diverse nevengeulen, natuurvriendelijke oevers, en vispassages was in 2013 de uitvoering van het KRW-maatregelenpakket voor de periode 2010-2015 in volle gang. Van de maatregelen is momenteel ongeveer de helft in uitvoering en een kwart gereed. Daarmee ligt de uitvoering voor de periode 2010-2015 op schema. In 2011 heeft het kabinet besloten een derde deel van het lopende KRW-maatregelenpakket uit te stellen tot na 2015. De resterende opgaven en maat regelen om de waterkwaliteit te verbeteren worden opnieuw geanalyseerd en afgewogen. Rijkswaterstaat stemt dit af met andere beheerders, gebruikers en belang hebbenden in (deel-)stroomgebiedverband.
Die grondgedachte is vervolgens opgenomen in de rijksstructuurvisie Amsterdam-Almere-Markermeer. Voor het Markermeer-IJmeer is daarin een Toekomstbestendig Ecologisch Systeem (TBES) het perspectief: een vitaal, gevarieerd en robuust ecologisch systeem. Met het oog op de Natura 2000-doelen biedt dit perspectief bovendien de juridische ruimte voor ruimtelijke en recreatieve ontwikkelingen. Zwart: ‘In de rijksstructuurvisie zijn direct ook al twee concrete projecten opgenomen: de Marker Wadden en de luwtemaatregel Hoornse Hop. Het zijn beide ‘no regret’-maatregelen die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan het ecologisch gezonder maken van het Markermeer-IJmeer.’
Jaarbericht 2013 | 35
Ecologische tekortkomingen
Moeraseiland
Vanuit ecologisch perspectief heeft het MarkermeerIJmeer een aantal tekortkomingen, maakt Roel Posthoorn van Natuurmonumenten duidelijk: ’Eén van de belangrijkste is dat natuurlijke oevergebieden ontbreken. Uit gestrekte rietvelden of heel ondiep water hebben een belangrijke functie als paai- en opgroeigebied voor vissen. Bovendien spelen ze een belangrijke rol in de voedsel huishouding. Een ander probleem is dat het Markermeer een zeer slibrijke bodem heeft. Daardoor is er nauwelijks bodemleven en is de basis van de voedselpiramide niet op orde.’ Beide problemen worden met de aanleg van de Marker Wadden aangepakt, waarbij Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat intensief samenwerken. Posthoorn: ‘De eerste fase van dit project bestaat uit de aanleg van een grootschalig moeraseiland van ongeveer 500 hectare in de noordoosthoek van het Markermeer. Onder de waterspiegel creëren we een onderwaterlandschap van ongeveer 1500 hectare. Voor de aanleg wordt deels gebruikgemaakt van het slib op de bodem van het Markermeer. Ingenieus is dat de natuur dit slib zelf tot vlak bij het eiland aanvoert. We leggen daarvoor een geulenstructuur aan in de bodem waarin het slib zich door stroming en wind als ‘vanzelf’ verzamelt. De geulenstructuur eindigt bij het eiland. Daar kan het slib vervolgens naar het eiland worden verpompt.’
Een van de grotere experimenten binnen het NMIJ- programma is de aanleg van een moeraseiland, in totaal 10 hectare groot. Eerst zijn hier met zogeheten geocontainers en geotubes de randen aangelegd. Vervolgens is het atol gevuld met slibachtig materiaal.
‘Nederland niet op slot door Natura 2000’ Proefopstellingen De tweede ‘no regret’-maatregel, luwtemaatregel Hoornse Hop, is het creëren van een golfluwe zone rond het Hoornse Hop door de aanleg van ‘dammetjes’. Met luwtemaatregelen wordt het water helderder, waardoor waterplanten, mosselen en vissen beter gedijen. Hierdoor neemt ook het voedselaanbod voor vogels weer toe. Ralph Sam, omgevingsmanager Rijkswaterstaat: ‘Dit is een maatregel die we op kleinere schaal hebben getoetst binnen het onderzoeksprogramma Natuurlijk Markermeer-IJmeer (NMIJ). In het NMIJ-programma onderzoekt Rijkswaterstaat, samen met Royal HaskoningDHV en vele andere partners, hoe het Markermeer-IJmeer ecologisch gezien gezonder gemaakt kan worden. Centrale vragen binnen NMIJ zijn hoe het slibgehalte omlaag kan en hoe de diversiteit en dynamiek van het leefgebied voor planten en dieren kan verbeteren. Ook onderzoeken we hoe we binnen- en buitendijks natuurgebied beter kunnen verbinden. Het NMIJ-programma loopt tot eind 2015 en op basis van de resultaten volgt een advies aan het kabinet. Dat kan vervolgens een besluit nemen over verdere invester ingen in de ecologische ontwikkeling van het Markermeer.’ 36 | Rijkswaterstaat
‘Onderzoek naar haalbaarheid en effectiviteit maatregelen’ Sam: ‘We wilden met dit experiment in ieder geval ervaring opdoen met de technische haalbaarheid van de gekozen aanlegmethode. Verder willen we een goed inzicht krijgen in hoe de grond zich gaat zetten en stabi liseren. En natuurlijk zijn we ook erg benieuwd wat er op het eiland gaat groeien. Het onderzoek levert veel kennis op die kan worden t oegepast in de Marker Wadden. In andere, meer kleinschalige experimenten testen we nieuwe ideeën, methoden en technieken die kunnen bijdragen aan een gezonder Markermeer-IJmeer. Drijvende rieteilanden bijvoorbeeld waar vogels zich thuis voelen, of zogeheten betonnen rifballen als schuilplaats voor vis waar zich bovendien ook schelpdieren aan kunnen hechten.’
Blijven investeren in natuur ‘Eerst natuur; dat is de gedachte achter de manier waarop we nu met het Markermeer-IJmeer omgaan’, zegt Zwart. ’Dat is een voorwaarde om uiteindelijk ook andere ontwikkelingen mogelijk te maken. Er wordt vaak geroepen dat Nederland door Natura 2000 op slot zit. Hier zijn we echter als overheden en gebiedspartners op zoek vanuit de vraag hoe we dat slot kunnen openen: hoe zorgen we ervoor dat ruimte ontstaat voor verdere ontwikkeling. Binnen de kaders die Europa stelt? Het is hartstikke goed dat besloten is de natuuropgave ondanks de crisis op de agenda te houden. Er had ook gezegd kunnen worden: ‘Voorlopig gebeurt er toch niets aan ruimtelijke ontwikkelingen, dus in die natuur investeren we niet.’ Nu sorteren we voor op de toekomst.’
Bekijk de film over dit project op www.rijkswaterstaat.nl/jaarbericht
‘Eerst natuur. Dat is een voorwaarde om uiteindelijk ook andere ontwikkelingen mogelijk te maken.’ IJsbrand Zwart, ecoloog provincie Flevoland
‘We leggen de resultaten voor aan het kabinet. Dat besluit vervolgens over verdere ontwikkeling van het Markermeer.’ Ralph Sam, omgevingsmanager Rijkswaterstaat
‘Onder de waterspiegel creëren we een onderwaterlandschap van ongeveer 1500 hectare.’ Roel Posthoorn, projectdirecteur Marker Wadden, Natuurmonumenten