Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatu Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
Werkplan Peuterspeelzaal
Pagina 1 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1. Werkwijze De dagindeling Het mentorschap De overdracht Methodiek: Piramide-methode (VVE) 2.De opbouw van de groep (leeftijd)opbouw van de groep Beroepskracht-kind-ratio en basisgroepgrootte Vierogen principe 3.De verschillende activiteiten 4. Protocollen en werkinstructies 5. De groepsregels 6. Matrix pedagogisch werkplan PSZ
Pagina 2 van 15
2 3 3 4 4 4 8 8 9 9 10 11 10 12
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator 1.
Werkwijze
De dagindeling De dagindeling is tijdsvakken verdeeld: In de groep hangt een lijst met de kenmerken van de kinderen. Hierop staan aan aantal kenmerken vermeld als allergieën. Wij als pedagogisch medewerkers houden deze lijst bij. We vragen de ouders ons op de hoogte te houden van veranderingen. Bij de peuterspeelzaal werken de pedagogisch medewerkers volgens een vaste structuur, waarbij allerlei activiteiten plaatsvinden. Dagritme: 8.30 – 8.45
8.45 – 9.15
9.15 – 10.00
10.00 – 10.30
10.30 – 11.00
11.00 – 11.15
11.15
Binnenkomst peuters: Spelinloop. De dag begint met spelinloop. De kinderen komen druppelsgewijs binnen en beginnen de dag met ‘vrij’ spel. De pedagogisch medewerker begroet de kinderen, helpt ze met de spelkeuze en verrijkt het spel waar nodig. De kinderen mogen ook met elkaar praten of ‘niets doen’. De ouders kunnen met de kinderen meespelen. Dagritme bespreken en groepsexploratie. Tijdens het dagritme bespreken wordt aan de hand van dagritmekaarten een vooruitblik geworpen op de dag. In de groepsexploratie wordt aandacht besteed aan projectactiviteiten in de grote groep (of in gescheiden groepen). De Groepsexploratie bestaat grotendeels uit activiteiten aan tafel/in de kring of in het groepslokaal. Spelen en werken. Tijdens het spelen en werken besteden we aandacht aan projectactiviteiten, cursorische activiteiten en vrij spel. Daarnaast is deze tijd geschikt voor andere activiteiten zoals het vertellen of (interactief) voorlezen van een prentenboek. Tussendoortje: fruit en drinken, toilet bezoek. We eten en drinken gezellig samen ons fruit en drinken. Het samenzijn en de rust staan centraal. De kinderen gaan tussendoor een keer naar het toilet of krijgen een schone luier. Tijdens de bijbehorende handelingen laten we de kinderen zoveel mogelijk zelf doen. Na het toilet bezoek wassen de kinderen hun handen. Wij begeleiden de kinderen hierin, maar laten ook hierbij de kinderen zoveel mogelijk zelf doen. Spel en beweging. Spel en beweging komen bij uitstek tot hun recht in het speellokaal of de buitenspeelplaats. De activiteiten die we hierbij kunnen doen zijn bewegingsonderwijs, dans en buitenspelen. Ook spelen met muziek kan in deze tijd plaatsvinden. Gezamenlijke afsluiting. Het dagdeel wordt afgesloten met een gezamenlijke activiteit. Dit moment gebruiken we om terug te kijken op de dag, vooruit te kijken naar de volgende dag en afscheid te nemen van elkaar. Ouders komen de kinderen ophalen, de pedagogisch medewerkers besteden tijd aan de overdracht.
Om greep te krijgen op de structuur van de dag gebruiken we dagritmekaarten op de peuterspeelzaal. Dit zijn plaatjes die de activiteiten van de dag representeren. De kinderen worden hierdoor ondersteund om te leren terugkijken en vooruitkijken. Ook afwijkingen in de structuur worden zo duidelijk voor de kinderen.
Pagina 3 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
Het mentorschap Wij hebben in al onze groepen het mentorschap. Dit houdt in dat iedere vaste pedagogisch medewerker mentor is van een groepje kinderen. Deze mentor heeft de volgende specifieke taken: De mentor is het aanspreekpunt voor alle vragen en opmerkingen over het kind en zijn of haar ontwikkeling. De algemene dagelijkse overdrachtszaken kunnen natuurlijk gewoon met alle pedagogisch medewerkers van de betreffende dag worden besproken. De mentor houdt de ontwikkeling van het kind in de gaten (met behulp van de observatielijsten/PRAVOO). De eventuele gesprekken die hieruit voortkomen worden door de betreffende mentor gevoerd. De mentor houdt in de gaten of het kind zich goed lijkt te voelen of misschien juist wat minder en doet daar eventueel iets mee. Zo kan de mentor het kind wat extra aandacht geven, advies vragen bij haar collega’s of overleggen met de ouders. Als het kind doorgaat naar de volgende groep of stopt, dan zal de mentor een eindgesprek met de ouders/verzorgers houden en het afscheid regelen. Verder houdt de mentor de verjaardagen van de mentorkinderen in de gaten. Een kind krijgt als mentor een pedagogisch medewerker die het kind het meest meemaakt op de groep. Daarnaast wordt er ook gekeken naar een ‘klik’. Op deze manier kan het kind een band opbouwen met zijn/haar mentor. Het is niet de bedoeling dat kinderen alleen activiteiten met hun mentor doen, want dat zou de mogelijkheden van de peuterspeelzaal voor de kinderen beperken. Wij laten de ouders in het intakegesprek weten wie hun mentor is en wat het mentorschap betekent. Daarnaast hangt in de groep een lijst met de mentorverdeling. De overdracht Tijdens de ophaal momenten heten de pedagogisch medewerkers de ouder(s) vriendelijk welkom en geven een (warme) overdracht naar ouders. Hierin stelt de pedagogisch medewerker de ouders op de hoogte van bijzonderheden over het/de kind(eren), tevens bevorderd dit het contact met de ouder(s). In de overdracht worden ook de dagelijkse activiteiten besproken en kunnen de knutsels aan ouders getoond worden. Wanneer ouder(s) aangeven meer te willen over de/het kind(eren) zal de pedagogisch medewerker de ouder(s) doorverwijzen naar de mentor, de mentor maakt dan met ouder(s) een afspraak voor een gesprek. Methodiek: Piramide-methode (VVE) Binnen de peuterspeelzaal werken we volgens het Piramide-methode. Deze methode is een erkend VVE programma, wat staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. De methode is ontwikkeld door de Citogroep. Inleiding in de Piramide-methode In het Piramide-boek deel 1 (Kuyk, 2003) wordt Piramide omschreven als een educatieve methode voor alle drie- tot zesjarige kinderen. Het doel van de methode is de ontwikkeling van jonge kinderen zodanig te optimaliseren, dat ze met succes de basisschool kunnen volgen en later zelfstandig hun levenstaken kunnen vervullen. Onder educatie of opvoeding verstaan we het gedrag dat primaire verzorgers vertonen in de dagelijkse omgang met hun kind (ouders) of kinderen (pedagogisch medewerkers/leerkrachten) en dat expliciet op dat kind of die kinderen gericht is. Opvoedingsgedrag kunnen we typeren met behulp van twee dimensies: ondersteuning en controle. Deze twee dimensies sluiten aan bij belangrijke functies die ouders en pedagogisch medewerkers/leerkrachten vervullen, namelijk het bieden van een verzorgende, beschermende omgeving waarin kinderen zich kunnen ontwikkelen en de overdracht van kennis, waarden en normen en het bieden van structuur. Ondersteuning verwijst naar gedrag dat liefde en zorg uitdrukt en op fysiek en emotioneel welzijn van het kind is gericht, waardoor het kind zich begrepen en geaccepteerd voelt. Controle kan verschillend van aard zijn. In de Piramide-methode wordt gekozen voor autoritatieve controle, waarbij een beroep wordt gedaan op de verantwoordelijkheid en zelfstandigheid van het kind en waarin uitleg gegeven wordt waarom iets moet of niet mag. De competentie van het kind staat centraal.
Pagina 4 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator Educatie is in de Piramide-methode tegelijkertijd dicht bij het kwetsbare kind zijn dat nog niet zelfstandig zijn levenstaken kan vervullen en stimuleren dat het kind afstand neemt van zijn opvoeder om de wereld te exploreren, ook al brengt dat risico’s met zich mee. Dat afstand nemen is nodig om zelfstandig, zonder hulp en ondersteuning van anderen, zijn levenstaken te vervullen. Opvoeden is tegelijkertijd dicht bij het kind zijn en blijven en afstand nemen om hem zelfstandig te maken. Het initiatief van het kind is daarom het begin en het einde van de opvoeding. Wat betreft ontwikkeling leiden we uit de dynamische systeemtheorie af dat de stimulering van de volwassene, de pedagogisch medewerker/leerkracht van grote betekenis is voor de ontwikkeling van zowel de hersenen als het handelen en denken. De verbindingen in de hersenen zijn nodig om de ontwikkeling van het denken en handelen mogelijk te maken, hoe meer en complexer de verbindingen hoe beter, en de stimulering is noodzakelijk om het handelen en denken te optimaliseren. In Piramide kiezen we dus uitdrukkelijk voor de actieve stimulering van de ontwikkeling door de pedagogisch medewerker/leerkracht. De vier basisconcepten, ook wel de hoekstenen genoemd, van de Piramide-methode zijn: Initiatief van het kind; Het is van belang dat het kind in de Piramide-methode initiatief kan nemen en initiatieven kan blijven nemen om zichzelf te leren reguleren en zelf nieuwsgierig te zijn en actief te leren. We vatten het initiatief van het kind op als de eigen actieve betrokkenheid bij speel- en leeractiviteiten, ‘actief leren’ genoemd. Initiatief van de pedagogisch medewerkers/leerkrachten; De pedagogisch medewerker heeft een breed scala van didactische vaardigheden nodig om ieder kind die ondersteuning te geven die het helpt greep te krijgen op zijn omgeving: door vóór- en mee te spelen, door voorbeelden en aanwijzingen te geven, door heldere instructies te geven, door vragen te stellen, problemen voor te leggen, door de taak (voor) te structureren, maar wel zo dat het kind actief kan leren en afstand leert nemen van het hier-en-nu. Nabijheid; Psychologische nabijheid verwijst naar de fundamentele behoefte van ieder kind om beschermd te worden, zowel concreet en fysiek (kind die zich in de armen pedagogisch medewerker veilig voelt) als psychologisch (als het kind zich veilig voelt ondanks het feit dat de pedagogisch medewerker met een ander kind bezig is). De pedagogisch medewerker is beschikbaar als ze nodig is. Van een pedagogisch medewerker wordt een sensitieve houding verwacht om op het juiste moment antwoord te geven op signalen van kinderen: - Zorgen voor een veilige omgeving, regelmatige emotionele ondersteuning en aanmoediging en zich onthouden van negatieve uitingen; - Respect voor de autonomie van het kind: voor zijn initiatieven, zijn eigen manier van handelen; - Grenzen stellen en structuur aanbrengen in het handelen van het kind; - Het geven aan kinderen van een op hun ontwikkeling afgestemde uitleg. Afstand; Psychologische afstand verwijst naar de gerichtheid van het kind op dingen buiten het hier-en-nu. Deze gerichtheid ontwikkelt zich door het maken van representaties. Een representatie is een beeld, een symbool of een woord waarmee iets uit de werkelijkheid (een object, taak, idee) wordt weergegeven. Een object is bijvoorbeeld een olifant. Een representatie hiervan is het woord ‘olifant’ of een foto of tekening ervan. Als pedagogisch medewerker begin je zo dicht mogelijk bij het kind: concrete objecten en gebeurtenissen die in of dicht bij de ervaringswereld van het kind liggen als uitgangspunten nemen. De pedagogisch medewerker moet daarbij uitgaan van het niveau van ontwikkeling van het kind. Vervolgens moeten kinderen zover mogelijk gebracht worden in hun ontwikkeling. Dat wil zeggen het ontwikkelen van een zo hoog mogelijk representatieniveau. Ze moeten de wereld leren kennen buiten het hier-en-nu, weg van de eigen omgeving en het eigen ik. Door het maken van representaties wordt het niet-aanwezige aanwezig gemaakt.
Pagina 5 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator Aan de hand van deze concepten zoeken we de grondslag voor de pedagogische en didactische aanpak van de Piramide-methode. De basisconcepten staan niet alleen, ze moeten in samenhang worden toegepast om de optimalisering van de ontwikkeling van kinderen te bewerkstelligen. In een figuur kunnen de vier basisconcepten als volgt worden weergegeven: Afstand Optimaliseren ontwikkeling Breed repertoire en didactische vaardigheden
Actief leren Zelfstandig leren
Initiatief pedagogisch medewerker
Initiatief kind
Veiligheid bieden Welbevinden Structuur en regels
Autonomie Zelfredzaamheid
Nabijheid Meer uitleg over de basisconcepten en een verdieping op de bovenstaande tabel kun je terugvinden in het Piramide-boek deel 1 (Kuyk, 2003). De Piramide-methode is een totaalmethode. Dit betekent dat alle ontwikkelingsgebieden van kinderen wordt gestimuleerd. De Piramide-methode onderscheid de volgende ontwikkelingsgebieden verdeeld over drie intelligentiegebieden: Cognitieve intelligentie (hoofd) o Taalontwikkeling; o Ontwikkeling waarneming; o Denkontwikkeling; o Oriëntatie op ruimte en tijd. Emotionele intelligentie (hart) o Persoonlijkheidsontwikkeling; o Sociaal-emotionele ontwikkeling. Fysieke intelligentie (hand) o Motorische ontwikkeling; o Kunstzinnige ontwikkeling. Deze ontwikkelingsgebieden hebben hun eigen specifieke karakteristiek, maar vertonen ook samenhang: ze beïnvloeden en versterken elkaar. De gebieden ontwikkelen zich afzonderlijk en in samenhang. Piramide-methode in actie In de Piramide-methode is er een vrij deel waarin het kind zelf keuzes kan maken en initiatieven kan nemen en een gericht deel, waarin de pedagogisch medewerker het initiatief neemt. In het vrije deel ligt het accent op spel, in het gerichte deel op de thematische projecten en de cursorische activiteiten. Het thematische spel in de projecten is erop gericht kinderen regelmatig nieuwe impulsen te geven tot nieuw en intensief spel. De pedagogisch medewerker neemt het initiatief om de spelomgeving daarvoor te prepareren, maar het kind neemt zelf het initiatief om de spelomgeving te prepareren, maar het kind neemt zelf het initiatief om te spelen. Voor het kind is er feitelijk geen verschil met het vrije deel. Krachtige speelleeromgeving De pedagogisch medewerkers zorgen voor een krachtige speelleeromgeving. De speelleeromgeving wordt zodanig ingericht dat de kinderen alle ontwikkelingsgebieden kunnen exploreren. Achterliggende gedachte is dat de speelleeromgeving een heldere structuur moeten hebben, waarin de kinderen zich veilig en vertrouwd
Pagina 6 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator voelen, maar ook voldoende nieuwheid om de kinderen nieuwsgierig te houden en ze uit te dagen. In de verschillende hoeken en in kasten met ontwikkelingsmateriaal vindt ieder kind plaatsen waar het aan zijn ontwikkeling kan werken. Aan het creëren van steeds nieuwe hoeken en interessante plaatsen bij de thematische projecten wordt veel aandacht besteed. Ook de logistiek (waar staat wat en hoe kan ieder kind rustig spelen en werken, looproutes) heeft veel aandacht. Meer uitleg hierover in hoofdstuk 2 Speelleeromgeving en hoofdstuk 3 Management van het Piramide-boek deel 1 (Kuyk, 2003). Spel Het spelprogramma bestaat uit vrij spel dat op initiatief van het kind wordt gespeeld in een voorgevormde speelleeromgeving, waarin het kind door middel van hoeken en speciale plaatsen alle ontwikkelingsgebieden kan exploreren. Zo is er een huishoek, een kunsthoek, een bouwhoek en een taalhoek en klimrek. Daarnaast is er een gericht spelprogramma. Dit is onderdeel van het projectprogramma. De pedagogisch medewerker creëert in de speelleeromgeving nieuwe spelsituaties, bijvoorbeeld door hoeken aan te passen of nieuwe te creëren. Hierdoor geeft de pedagogisch medewerker aan de hand van een bepaald thema nieuwe impulsen voor rijk spel. We nemen het project ‘water’ als voorbeeld. De pedagogisch medewerker richt de huishoek in als bedkamer. In de taalhoek legt de pedagogisch medewerker allerlei afbeeldingen die met water te maken hebben en een reeks prentenboeken (van de bibliotheek). In de zandbak op de speelplaats zorgt de pedagogisch medewerker voor allerlei pannen en emmers om met water te spelen. Zie verder hoofdstuk 4 Spel van het Piramide-boek deel 1 (Kuyk, 2003). Projecten De Piramide-methode werkt met projecten. Een project is een uitgebalanceerd geheel van activiteiten uit alle eerder genoemde ontwikkelingsgebieden. De activiteiten zijn opgebouwd rond een bepaald thema met het doel de ontwikkeling van kinderen te stimuleren. Een project is vastgelegd in een projecthoek van 80-100 pagina’s met daarin een Spelprogramma, een Groepsprogramma en een Tutorprogramma. Het spelprogramma is hierboven toegelicht. In het groepsprogramma worden onderwerpen in het thema in de groep geëxploreerd. In de meeste gevallen haalt de pedagogisch medewerker de wereld van buiten het lokaal binnen, door middel van veel concreet materiaal en aanschouwelijke voorstellingen en onderzoekt de pedagogisch medewerker de onderwerpen samen met de kinderen op een steeds hoger niveau van representatie. De groepsexploratie die dagelijks plaatsvindt gedurende ongeveer 30 minuten, bevat vier stappen waarin het ‘afstand’ creëren centraal staat: Oriënteren, Demonstreren, Verbreden en Verdiepen. Het Tutorprogramma is geïntegreerd in de projectthema’s en staat vermeld in de projectboeken. De tutor geeft de hulp individueel of in kleine groepjes. Dat gebeurt preventief voorafgaand aan het Groepsprogramma, zodat kinderen al ervaring hebben opgedaan met ieder van de projectstappen uit het Groepsprogramma voordat ze eraan beginnen. Tutoring wordt ingezet bij kinderen die het nodig hebben. Elk jaar heeft twaalf projecten, ongeveer elke drie weken één, voorafgegaan door het Welkomprogramma. Zie verder hoofdstukken 5 Projecten en 7 Tutoring van het Piramide-boek deel 1 (Kuyk, 2003). Ouderactiviteiten We willen de ouders zoveel mogelijk betrekken bij de peuterspeelzaal omdat we met hen de opvoedingstaak delen. We onderscheiden vijf soorten ouderactiviteiten: Het verkrijgen van informatie van de ouders over hun kind en de opvoeding thuis. Dit doen we tijdens de gesprekken (intake, 10-minutengesprekken en eventuele tussentijdse gesprekken) en tijdens de overdracht bij het brengen en halen; Het geven van informatie aan de ouders over ouderbijeenkomsten, thema’s en onderwerpen. Deze worden soms door ons zelf georganiseerd. Andere keren geven we uitnodigingen door voor ouderbijeenkomsten van bijvoorbeeld het Centrum voor Jeugd en Gezin of de Bibliotheek; Spelinloop: het meespelen met hun kinderen in de groep aan het begin van de dag; Het bij ieder project meegeven van een ouderbrief met daarin in ieder geval uitleg van het thema, (spel)ideeën, de begrippenlijst bij het thema;
Pagina 7 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
Ouderweek: in deze week werken de ouders met hun kind in de groep nadat de pedagogisch medewerker een activiteit heeft voorgedaan, bijvoorbeeld voorlezen. Dit kan doorwerken in de thuissituatie.
Management van de methode De pedagogisch medewerkers zorgen voor een goede uitvoer van de Piramide-methode door: Het maken van planningen; Binnen peuterspeelzaal de Kikkers maken we drie soorten planningen. Ten eerste maken we een jaarplanning. Hierin plannen we alle projecten over de weken dat de peuterspeelzaal open is. We plannen per project drie weken en bouwen tussen twee projecten een projectvrije week in. Hierin kunnen eventueel wat dingen worden afgerond en kan het volgende project worden voorbereid. Het (school)jaar begint altijd met het project ‘Welkom’. Bij de indeling van de overige projecten sluiten we zoveel mogelijk aan bij onze samenwerkingspartner basisschool De Boomladder. Ten tweede maken we een projectplanning. Van een project wordt een planning gemaakt over de hele drie weken. Er wordt een keuze gemaakt voor activiteiten en deze worden ingepland in de projectplanning. Taken worden verdeeld en verantwoordelijken worden aangesteld. Tot slot maken we dagplanningen. Elke dag worden in de peuterspeelzaal dezelfde activiteiten uitgevoerd. De vaste structuur geeft de kinderen houvast. Binnen de activiteiten wordt gevarieerd aan de hand van het leidende thema. Ook in de dagplanning worden verantwoordelijke aangesteld en taken verdeeld. Het vaststellen van rituelen en regels; Rituelen en regels zorgen voor een vast patroon, zijn een houvast voor kinderen. Kleine kinderen hebben structuur nodig; dat geeft ze veiligheid en ze weten wat er van hen verwacht wordt. Goed aangeleerde en consequent gebruikte regels werken bovendien tijdbesparend. Rituelen zijn bijvoorbeeld de overgang van spel naar buitenspel, van tafel naar kring. Het gebruik van een bepaald liedje kan hierbij ondersteunen. We maken rituelen en regels zo concreet mogelijk. Door ze te visualiseren (plaatjes op de plek waar gespeeld mag worden opgehangen, pijlen in de looproute hangen etc.), het voor te doen en te vertellen worden regels sneller begrepen. Het organiseren van spelen en werken. In hoofdstuk 3 Management van het Piramide-boek deel 1 (Kuyk, 2003) wordt dit helemaal toegelicht.
2.
De opbouw van de groep
(leeftijd)opbouw van de groep De kinderen van de peuterspeelzaal de Kikkers hebben de leeftijd van tweeënhalf tot vier jaar. Er wordt getracht de leeftijden binnen een groep zoveel mogelijk te verdelen. Ook op andere kenmerken streven we naar een gelijkmatige verdeling, bijvoorbeeld geslacht of ras. Dit ter voorkoming van bijvoorbeeld een meisjesgroep of een jongensgroep of een lichte groep en een donkere groep. Uiteraard worden we hierin beperkt door de aanmeldingen en de planning. Bovendien houden we ons altijd aan het antidiscriminatiebeleid. In sommige gevallen hebben ouders speciale wensen over de plaatsing. Als dit niet in strijd is met ons beleid proveren we eraan te voldoen. Een voorbeeld hiervan is een verzoek om twee (tweeling)broers in aparte groepen te plaatsen.
Pagina 8 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator Beroepskracht-kind-ratio en basisgroepgrootte De beroepskracht-kindratio is de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal aanwezige kinderen in de kinderopvangorganisatie. Het minimale aantal beroepskrachten in relatie tot het aantal aanwezige kinderen wordt bepaald met behulp van een rekentool, die wordt bekend gemaakt via de website www.1ratio.nl. Sinds 1 januari 2013 zijn alle kinderopvangorganisaties in Nederland verplicht de rekentool te gebruiken. De maximale groepsgrootte: Locatie: Locatie Boomhut
Groep: Peuterspeelzaal De Kikkers
Maximale groepsgrootte: 16 kinderen
Vier ogen principe De definitie zoals opgenomen in de wetgeving: de houder van een kindercentrum organiseert de dagopvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. Dit betekent dat altijd iemand moet kunnen meekijken of luisteren op de groep. Dat betekent dat met vier ogen, ook vier oren kunnen worden bedoeld. Richtlijnen voor de uitvoering: De uitvoering van het vier ogen principe moet pedagogisch verantwoord en bedrijfseconomisch haalbaar zijn; De wijze waarop invulling wordt gegeven dient opgenomen te worden in het pedagogisch beleidsplan; Ouders en oudercommissies worden jaarlijks geïnformeerd over de invulling van het vier ogen principe op hun locatie. Kinderen worden in een veilige omgeving uitgedaagd om te leren en te ontwikkelen. Onder de voorwaarde dat wij er tegelijkertijd voor willen zorgen dat kinderen voldoende ervaringen kunnen opdoen, uitgedaagd worden om te groeien, zonder dat zij daarin belemmerd worden door te knellende regels. Uitwerking binnen de peuterspeelzaal van het vier ogen principe: Wordt er regelmatig onaangekondigd binnen gelopen door de medewerkers van het kinderdagverblijf. Wordt de verschoonronde tegelijk met het kinderdagverblijf gehouden. Ten aanzien van transparantie: Worden ramen en deuren niet dichtgeplakt met bijvoorbeeld werkjes of aankondigingen; Worden alleen hoekjes gecreëerd op kindhoogte waarbij de medewerker de ruimte wel in zijn geheel kan zien; Binnen Villa Kakelbont wordt, vanuit pedagogische uitgangspunten, niet gewerkt met toezicht via camera’s. Villa Kakelbont volgt hierin de commissie Gunning. Camera’s laten nooit de gehele ruimte zien en hiernaast moet de camera op afstand bekeken worden om te kunnen spreken van toezicht; Worden deuren, indien de pedagogische kwaliteit hier niet onder leidt, bewust open gehouden zodat je elkaar kunt horen; Gaat het erom dat medewerkers bij elkaar kunnen binnenlopen, kunnen zien en horen. Tijdens buitenspelen en uitstapjes: Zijn pedagogisch medewerkers niet langdurig en structureel alleen buiten met kinderen. Indien sprake is van afwijkende en daardoor risicovolle situaties wordt er een apart actieplan geschreven voor de betreffende locatie met een passende maatregel voor de situatie. Het buitenspelen geschied over het algemeen op speelplaatsen die zichtbaar zijn voor de omliggende bedrijven/woningen, waardoor een
Pagina 9 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
sociale controle ontstaat. Van de omgeving verwachten wij geen directe betrokkenheid en input, wel zullen medewerkers zich ‘gezien’ voelen; Gaan pedagogisch medewerkers (of een pedagogisch medewerker en een volwassene) bij voorkeur minimaal met zijn tweeën op pad met een groepje kinderen. Als pedagogisch medewerkers alleen met een groepje kinderen op pad gaan, dan is dit een vaste pedagogisch medewerker die werkzaam is op de locatie, en dan is dit in een omgeving waar voldoende sociale controle aanwezig is van andere mensen. (bijvoorbeeld naar de bakker, kinderboerderij etc.)
Ten aanzien van een open aanspreekcultuur: Is het de afspraak dat wij elkaar durven aanspreken; Kan bij twijfel of niet pluis gevoelens naast bijvoorbeeld de leidinggevende of directie ook de vertrouwensinspecteur van de Inspectie van het Onderwijs benaderd worden. De bereikbaarheidsgegevens van de vertrouwensinspecteur zijn terug te vinden in de Meldcode. Ten aanzien van signaleren: Is bij de medewerkers de Meldcode Kinderopvang geïmplementeerd en zijn pedagogisch medewerkers op de hoogte van de ontwikkeling van kinderen hierin.
3.
De verschillende activiteiten
Een greep uit de activiteiten die kinderen zelf kunnen ondernemen zijn: De ruimte is ingedeeld in hoeken. De hoeken kunnen wisselen en worden altijd aan het projectthema aangepast. Dit zijn mogelijkheden: Taalhoek. Hier vinden de kinderen bijvoorbeeld prentenboeken of de verteltafel waar een boek staat met voorwerpen die ermee te maken hebben. Misschien staat er een cd-speler met cd’s met versjes, verhaaltjes of luisterspelletjes. Huishoek en poppenhoek. Hier kunnen de kinderen verschillende rollen spelen verschillende facetten van hun persoonlijkheid ‘uitproberen’. De hoek kan worden omgetoverd tot andere plekken, zoals een winkel of een badkamer. Er zijn ook verkleedkleren die gebruikt kunnen worden. Ontdekhoek. Hier worden allerlei materialen die met het thema te maken hebben uitgestald. De kinderen kunnen ermee spelen en ze onderzoeken. Kunsthoek. Hier kan de creativiteit van elk kind individueel worden gestimuleerd. Zand-/watertafel. Kinderen kunnen zand of water manipuleren met hun handen of attributen. Groepstafel. Hier kunnen gezelschapsspelletjes worden gedaan of kinderen kunnen individueel een spel doen. Bouwhoek of timmerhoek. Kinderen kunnen bouwen en construeren, samen of alleen. Ze kunnen dit doen met duplo, grote blokken, de treinbaan, vloerpuzzel of andere materialen. Muziekhoek/disco. Kinderen kunnen dansen op muziek en lekker meezingen. Eventueel met muziekinstrumenten. Ook toneelstukjes kunnen hier worden uitgevoerd. De groepsactiviteiten komen voort uit de projectboeken van de Piramide-methode. Deze worden vooraf in de planning vastgelegd. Uitstapjes Één keer per jaar organiseert peuterspeelzaal de Kikkers een schoolreis voor de kinderen, bijvoorbeeld naar een gezellig speelpark of kinderboerderij in Heerhugowaard en omgeving. Wij vragen hiervoor hulp van ouders.
Pagina 10 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator 4.
Protocollen en werkinstructies
Als pedagogisch medewerker ben je verantwoordelijk om kennis te nemen van de protocollen en werkinstructies. Deze zijn terug te vinden in het kwaliteitshandboek op de website van Villa Kakelbont. Het is belangrijk om regelmatig de het kwaliteitshandboek door te lezen om op de hoogte te blijven van alle protocollen en werkinstructies. In iedere teamvergadering worden een aantal onderwerpen uit het kwaliteitshandboek behandelt zodat de informatie van verschillende onderwerpen recent blijft bij de medewerkers. Het kwaliteitshandboek van Villa Kakelbont is door iedere medewerker digitaal te benaderen. Iedere medewerker heeft een eigen inlogcode op de website van Villa Kakelbont. Het digitale kwaliteitshandboek is voorzien van de meest actuele versies van de documenten. 5.
De groepsregels
Voor de kinderen: Naast de huisregels voor ouders en kinderen zijn er een aantal regels en omgangsvormen die specifiek voor de groep zijn. De groepsregels zijn: Voor de kinderen: We bergen onze jassen op in de luizenzakken en hangen deze aan de kapstok bij ons eigen symbooltje; We lopen binnen en in de gang rustig, buiten op het speelplein mogen we lekker rennen; We gebruiken stoelen alleen om op te zitten; De grote stoelen zijn alleen voor de pedagogisch medewerkers; Als we naar de toilet willen, dan zeggen we dit tegen de pedagogisch medewerkers; Als we naar het toilet zijn geweest, wassen we altijd onze handen; We gaan nooit de groep uit zonder de pedagogisch medewerkers, tenzij de pedagogisch medewerker het toestaat en toezicht houdt; We gebruiken speelgoed en boeken alleen waarvoor ze bestemd zijn, zodat we er lang plezier van hebben; We luisteren naar een ander als die iets verteld, anders verstaan we elkaar niet meer; We ruimen samen op waarmee we hebben gespeeld; De bank gebruiken we alleen om op te zitten; We zijn aardig voor en tegen elkaar; We doen elkaar geen pijn en duwen en trekken niet aan elkaar; We zeggen geen vervelende, onaardige en rare woorden; We vragen het aan elkaar als we iets willen hebben dat de ander al heeft en pakken niets van elkaar af. Tijdens het fruit eten aan tafel: We praten aan tafel alleen als onze mond leeg is; We eten netjes zonder te smakken en met onze mond dicht; We blijven op onze stoel zitten tot iedereen klaar is of de pedagogisch medewerkers zeggen dat we van tafel mogen. Voor pedagogisch medewerkers:
Pagina 11 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
We houden ons ook aan de regels die gelden voor de kinderen, we hebben tenslotte een voorbeeldfunctie; Als iets op is vullen we dit meteen weer aan, zodat een ander niet misgrijpt; We hanteren op alle peutergroepen/zalen dezelfde regels; We werken met een vrolijk gezicht; We ruimen onze eigen rommel op en letten op kleine dingen als houdbaarheid van spullen die we in de koelkast hebben gezet; We houden onze groepen netjes en schoon; We denken allemaal aan de gezamenlijke taken.
Literatuur: Kuyk, d.J. (2003). Piramide-boek deel 1. Arnhem: Citogroep.
Pagina 12 van 15
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator
6. Matrix pedagogisch werkplan PSZ Hieronder in de matrix is de werkwijze van de PSZ weergegeven. De vier competenties die we met onze inzet willen beïnvloeden zijn afgezet tegen de werkgebieden. Competenties Sociaal-emotionele veiligheid Persoonlijke competentie Sociale competentie Overdracht van normen en waarden Werkgebieden
Groep
Vastgestelde groepsgrootte. Vaste pedagogisch medewerkers. Vaste mentoren letten extra op ‘hun’ kinderen. Vaste pedagogisch medewerkers bieden vaste gezichten en vertrouwelijkheid.
Door vastgestelde maximale groepsgrootte kunnen wij de kinderen goed benaderen op hun eigenheid.
Door de vaste groepsgrootte en vaste pedagogisch medewerkers op de groep is er voldoende mogelijkheid kinderen te begeleiden in de interactie met andere kinderen / volwassenen.
Dagindeling
De indeling in vaste momenten zorgen voor een voorspelbare dag en geeft houvast aan de kinderen.
Door de vaste structuur bieden we kinderen een kader waarbinnen ze hun eigen mogelijkheden verder kunnen ontwikkelen.
In de dagindeling zitten vaste momenten voor groepsactiviteiten. Tijdens deze activiteiten wordt specifiek aandacht besteed aan de interactie tussen de kinderen.
Pagina 13 van 15
Kinderen leren van elkaar. De jongste kijken af van de oudere kinderen. De oudere kinderen leren de kleinere onbewust regels, normen en waarden. De afspraak is dat de kinderen elkaar mogen aanspreken op overtreding van een afspraak of regel, mits het op een vriendelijke manier gebeurt. De vaste pedagogisch medewerkers volgen dit proces en begeleiden dit op een positieve wijze. Door vaste activiteiten als de gezamenlijke maaltijd, krijgen de kinderen te maken met terugkerende regels en rituelen, gebruiken en normen. Hierdoor zullen kinderen ze beter onthouden en ze internaliseren.
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator Fysieke omgeving
De groep is verdeeld in hoeken, waarbij met meubels afscheidingen zijn gemaakt om knusse hoekjes te creëren. Hierin kunnen de kinderen beschut, in alle rust spelen.
De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels het spelmateriaal en de inrichting.
Het spelmateriaal en de inrichting zijn gekozen om zowel individueel als gezamenlijk spel te stimuleren.
Activiteiten
Kinderen mogen zelf kiezen aan welke activiteit ze deelnemen. Hierdoor doen ze geen activiteiten tegen hun zin. We respecteren de voorkeuren van de kinderen.
Met groepsgerichte activiteiten stimuleren wij de interactie tussen de kinderen. Tijdens meer individuele activiteiten stimuleren wij de kinderen elkaar te helpen.
Pedagogisch medewerker-kind interactie
Als pedagogisch medewerkers hebben we een positieve, responsieve houding naar de kinderen. We kijken naar wat de kinderen nodig hebben en spelen daar zoveel mogelijk op in. We zorgen dat we beschikbaar zijn voor de kinderen door ons te bewegen tussen de kinderen of op een toegankelijke plaats te zijn. Wij
De kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels het activiteitenaanbod. In de invulling van de activiteiten wordt eigen initiatief van de kinderen gestimuleerd. Ook bij het kiezen van de activiteit wordt eigen initiatief gestimuleerd. Wij benaderen de kinderen in de groep als individuen en zijn ons bewust van de unieke kenmerken van elk kind. We kijken naar het ontwikkelingsniveau van het kind en proberen de mogelijkheden van het kind uit te dagen. Ook hier is de responsieve houding leidend.
Pagina 14 van 15
Wij zijn een voorbeeldfunctie op het gebied van sociaal gedrag, door ons contact met kinderen en pedagogisch medewerkers onderling. Ook begeleiden wij de kinderen in hun interactie en helpen kinderen conflicten met elkaar op te lossen. Sociale attentie heeft een belangrijke rol. We maken de kinderen attent op
De omgeving is zo ingericht dat kinderen met allerlei normen en waarden te maken hebben. Een eettafel, een kast zijn voorbeelden van meubilair waarmee allerlei normen kunnen worden overgebracht. Met het spelmateriaal kunnen kinderen situaties nabootsen waarbij ze de normen en waarden kunnen uitproberen. Bij activiteiten letten we ook op de naleving van normen en waarden. We leggen de kinderen uit wat de betreffende norm/regel inhoud en waarom we dat zo doen.
Wij geven de kinderen het voorbeeld op het gebied van normen en waarden. De kinderen leren veel door middel van het kopiëren van gedrag. De kinderen krijgen uitleg bij afspraken, regels en omgangsvormen.
Villa Kakelbont
Opvang Beleid
Titel: Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal Uitgiftedatum: 17-04-2015 Status: Vastgesteld versienummer: 2 Versiedatum: 01-05-2015 Doel: Inzichtelijk maken hoe pedagogisch gehandeld wordt bij de PSZ Gebruiker: Pedagogisch medewerker Documenteigenaar: Coördinator zorgen dat we niet alleen fysiek beschikbaar zijn, maar ook gevoelsmatig toegankelijk zijn.
Pedagogisch medewerkerouder contact
Pagina 15 van 15
We hebben op meerdere momenten oudercontacten. Vóór aanvang van de opvang hebben we een intakegesprek. Tijdens de opvang hebben we elke dag bij het brengen en/of halen een overdracht met de ouders. Ook zijn er 10-minutengesprekken. Bij beëindiging of overgang van de opvang hebben we een exitgesprek waarin we met elkaar evalueren zodat we hiervan kunnen leren.
Door het contact met de ouders leren wij het kind nog beter kennen. Wij bespreken bijzonderheden met de ouders en vragen om informatie van thuis. Zo kunnen wij de kinderen nog beter binnen hun eigen mogelijkheden benaderen en stimuleren.
mensen, dingen en gebeurtenissen om hen heen. Kinderen leren dat ze niet alleen zijn en hoe ze met anderen om kunnen gaan. Wij hebben een voorbeeldfunctie op het gebied van sociaal gedrag, door ons contact met de ouders. Ook kunnen wij door middel van overdracht met de ouders meer informatie krijgen over de aanwezige sociale competenties. Ook kunnen we op die manier strategieën afspreken om een kind extra op de sociale competenties te stimuleren.
De omgangsvormen, normen en waarden komen ook terug in ons contact met de ouders. We hebben hierin een voorbeeldfunctie. Bij aanvang van de opvang brengen we de ouders op de hoogte van de huisregels van Villa Kakelbont. We vragen de ouders zich aan de regels te houden en om hun kinderen er op te wijzen als ze zich er niet aan houden.