Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal

Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal

Locatie: Haasje Wip Jaar: 2014

Inhoud Inhoud...................................................................................................................................................... 2 Voorwoord ............................................................................................................................................... 3 1. Doel van de peuterspeelzaal ............................................................................................................... 4 2. Peuterspeelzalen Kwink ...................................................................................................................... 5 A. Medewerkers ................................................................................................................................... 5 B. Groepsgrootte en groepsindeling .................................................................................................... 5 C. Achterwacht..................................................................................................................................... 5 D. Pedagogische ondersteuning medewerkers ................................................................................... 5 E. Veiligheid / gezondheid / hygiëne.................................................................................................... 6 .................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. G. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)......................................................................................... 7 H. Doorgaande lijn en overdracht naar de basisschool....................................................................... 8 I. Kinderen waarover zorg bestaat ....................................................................................................... 8 J. Contacten met ouders...................................................................................................................... 9 K. Kwaliteitszorg ......................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. .................................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 3. Locatiespecifieke informatie ....................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. A. Ligging .................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. B. Gebouw .................................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. C. Indeling ................................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. D. De groepen............................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. E. Personeel ............................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. F. Samenwerking ........................................................................ Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. G. Gegevens ............................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. 4. Locatiedoelstellingen .................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. A. Evaluatie 2013................................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd. B. Doelstellingen 2014 ........................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.

Pedagogisch werkplan peuterspeelzaal Haasje Wip 2014 , pagina 2 uit 18

Voorwoord Voor u ligt het locatiewerkplan van de peuterspeelzalen van Kwink. Het werkplan is gebaseerd op de pedagogische visie en het pedagogisch beleid van Kwink Kinderopvang. In dit werkplan wordt beschreven hoe wij het pedagogisch beleid vertalen naar onze peuterspeelzaallocaties. Elk jaar in december worden jaardoelen opgesteld voor het komende jaar, wordt een planning gemaakt hoe en wanneer hieraan gewerkt wordt en worden de doelstellingen van het afgelopen jaar geëvalueerd door de locatiemanagers en hun teams. Ook de cliëntenraad i.o. zal hierover worden geïnformeerd. Afspraken, regels en protocollen die uiting geven aan de uitvoering van de kwaliteit en die de gehele organisatie betreffen, zijn terug te vinden in het kwaliteitshandboek dat door de organisatie gehanteerd wordt. Bijvoorbeeld werken met de ‘Meldcode preventie Kindermishandeling’, de procedure ‘Kinderen met speciale behoeften’, het protocol ‘Ongewenst gedrag’ en nog vele andere. Dit kwaliteitshandboek wordt gecontroleerd door een externe instantie. Deze voert jaarlijks audits uit om te toetsen of de organisatie aan de eisen blijft voldoen die gesteld worden aan de HKZ certificering.


1. Doel van de peuterspeelzaal De Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen geeft aan wat verstaan wordt onder ‘verantwoord peuterspeelzaalwerk’. Dat is verblijf in de peuterspeelzaal die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige, uitdagende en gezonde omgeving. In de wet is vastgelegd aan welke kwaliteitseisen de peuterspeelzaal moet voldoen. Kwink wil hier aantoonbaar aan voldoen. De pedagogische uitgangspunten voor de peuterspeelzalen zijn samengevat in vier uitgangspunten: 1. Ontwikkeling Wij gaan ervan uit dat elk kind een uniek individu is met eigen mogelijkheden en een eigen wil. Op basis van aanleg, temperament en omgevingsfactoren ontwikkelt het kind een eigen identiteit, vormt het zich een eigen mening en leert het opkomen voor zichzelf. Elk kind is een sociaal individu en daardoor gericht op de interactie met de omgeving. Bij een normale ontwikkeling is het kind zelf vanaf de geboorte gericht op het maken van sociale contacten en het uitlokken van reacties van anderen. Wij stimuleren dit contact bij kinderen door ook zelf reacties uit te lokken. Wanneer kinderen naar de basisschool gaan, verandert hun interessegebied, hun wereld wordt groter, er zijn veel nieuwe indrukken en kinderen ontwikkelen zich in hun zelfstandigheid. Contacten met andere kinderen worden steeds belangrijker. 2. Opvoeding Het opvoeden bestaat uit het (bij)sturen van de ontwikkeling van het kind, waarbij de volwassene aansluit bij het karakter en de ontwikkelingsfase van het kind. De omgeving dient tegemoet te komen aan de behoefte van het kind om ervaringen op te doen en volwassenen hebben de taak dit te stimuleren. De opvoeding vindt plaats in een sfeer van veiligheid en vertrouwen. 3. Visie op peuterspeelzaalwerk De peuterspeelzaal is een basisvoorziening, een speelplek voor alle kinderen met aandacht voor sociale, cognitieve, emotionele en motorische aspecten. De speelzaal biedt een stimulerende speelgelegenheid aan de peuter in aanvulling op de speelmogelijkheden thuis waardoor zijn leefwereld en ervaringen vergroot worden. De speelzaal signaleert zo nodig als er iets met de peuter aan de hand is en bespreekt dit met de ouders. 4. Pedagogisch hoofddoel van peuterspeelzaalwerk De pedagogische basisdoelen vormen de basis voor ons pedagogisch beleid en het pedagogisch handelen van alle leidsters bij Kwink. Ze zijn gebaseerd op de vier pedagogische basisdoelen voor opvoeding en opvang van hoogleraar Marianne Riksen-Walraven en zijn sinds 2005 opgenomen in de Wet Kinderopvang. De vier basisdoelen zijn: • Het bieden van emotionele en fysieke veiligheid als basis voor het welbevinden van de kinderen tijdens de opvang en als voorwaarde voor de andere pedagogische doelen. • Het ontwikkelen van persoonlijke competenties zoals veerkracht, zelfvertrouwen, zelfstandigheid, flexibiliteit en creativiteit. De persoonlijke competentie van een kind bepaalt het vermogen tot probleemoplossing en de mate waarin het kind haar/zijn levensomstandigheden aan kan. • Het ontwikkelen van sociale competenties, zoals het zich in anderen kunnen verplaatsen, conflicten kunnen voorkomen en oplossen, kunnen communiceren, samenwerken, anderen helpen en het ontwikkelen van een sociale verantwoordelijkheid. • Het zich eigen maken van waarden en normen van de samenleving waarvan de kinderen deel uitmaken. Dit doen we met respect voor de diversiteit in onze samenleving (denk aan verschillende sociale lagen, diverse culturele achtergronden, diverse godsdienstige achtergronden, zorgkinderen, etc.). Het is de bedoeling dat we een bijdrage leveren aan de opvoeding van kinderen zonder vooroordelen. Door de verschillende manieren waarop we dit expliciet gestalte geven kunnen alle ouders en kinderen zich thuis en vertrouwd voelen binnen Kwink. In dit locatiewerkplan van Haasje Wip staat beschreven hoe hier vorm aan wordt gegeven.


2. Peuterspeelzalen Kwink A. Medewerkers Kwink ziet het als opdracht om de juiste voorwaarden te scheppen voor medewerkers om in een prettig werkklimaat optimaal te kunnen functioneren. Vanuit onze kwaliteitsstrategie werken we met goed opgeleide medewerkers en hechten we belang aan persoonlijke ontwikkeling. Als werkgever bieden we richtinggevende kaders en faciliteren we door het aanbieden van opleiding en deskundigheidsbevordering. Bij de instroom van nieuwe medewerkers vindt controle plaats op diploma’s en worden referenties nagetrokken. Ook wordt bij indiensttreding standaard een verklaring omtrent gedrag (VOG) aangevraagd. We werken met het door de overheid vastgestelde aantal beroepskrachten per groep. Het interne Flexbureau ‘Skar werk(t)’ vult eventuele gaten in de personeelsbezetting op. Door de inzet van onze eigen Flexkrachten is de kwaliteit van de vervanging hoog aangezien zij volledig op de hoogte zijn van het beleid en de werkwijze van Kwink. Bij de peuterspeelzalen werken we zowel met gediplomeerde krachten als met vrijwilligers. De leidsters hebben een opleiding gevolgd, die voldoet aan de gestelde eisen voor de peuterspeelzalen. Bij de VVE peuterspeelzalen zijn de medewerkers ook opgeleid volgens de VVE methodiek. De afspraken rond vrijwilligers staan beschreven in het vrijwilligersbeleid (Link naar 3.20). De vrijwilligers zijn, net als de gediplomeerde leidsters, gehouden aan de pedagogische afspraken voorvloeiend uit het pedagogisch beleid. De vrijwilliger is tegen wettelijke aansprakelijkheid conform de bedrijfsaansprakelijkheid van Kwink verzekerd.

B. Groepsgrootte en groepsindeling Op een groep van 16 kinderen zijn bij de reguliere locaties één gediplomeerde leidster en een vrijwilliger en bij de VVE-locaties twee gediplomeerde leidsters aanwezig. Een kind krijgt maximaal drie basisleidsters toegewezen. Dit geldt voor het structurele rooster, behoudens ziekte of verlof. De gediplomeerde leidsters zijn het aanspreekpunt voor de ouders. Op het publicatiebord van de peuterspeelzaal groep kunt u ook zien op welke dagen onze medewerkers op de groep werken. Ook zijn er in de peuterspeelzalen stagiaires werkzaam (boventallig) en medewerkers in opleiding/ontwikkeling. Op het publicatiebord op de psz is terug te vinden wie de stagiaire voor de komende periode op de peuterspeelzaal is. Bij de peuterspeelzalen van Kwink worden de kinderen geplaatst vanaf 2,3 jaar. Een kind is geplaatst in een vaste peuterspeelzaalgroep en maakt gedurende een week van niet meer dan twee verschillende basisruimtes gebruik. Incidenteel zullen de peuters de groepsruimte verlaten op het moment dat er een zomerfeest gevierd wordt of een voorleesontbijt georganiseerd wordt.

C. Achterwacht Per locatie is er een calamiteitenachterwacht aangewezen. De calamiteitenachterwacht wordt in de meeste gevallen (als ze niet op de locatie aanwezig is) als eerste gebeld om binnen 15 minuten naar de locatie te komen zodat er ook fysieke hulp aanwezig is die bekend is met de locatie, medewerkers en kinderen. Indien de calamiteitenachterwacht onmogelijk zelf weg kan zorgt zij voor een vervanger. In situaties waarbij de medewerker (tijdelijk) alleen staat omdat het aantal kinderen dit toelaat wordt er daarnaast een belronde ingezet. Mocht namelijk in uitzonderlijke situaties de medewerker zelf onwel worden, dan wordt dit tijdig gesignaleerd. Kwink Kinderopvang heeft veiligheid hoog in het vaandel staan en heeft met al deze maatregelen de veiligheid van kinderen en medewerkers zo optimaal mogelijk ingericht.

D. Pedagogische ondersteuning medewerkers De locatiemanager geeft operationeel leiding aan een aantal opvanglocaties, waar diverse soorten opvang worden geboden (dagopvang, buitenschoolse opvang en/of peuterspeelzalen). De locatiemanager geeft sturing aan en begeleidt de medewerkers en zorgt ervoor dat de dagelijkse gang


van zaken op de opvanglocaties op optimale wijze doorgang kan vinden. De locatiemanager draagt zorg voor de uitvoering van het beleid op het gebied van de inrichting en uitstraling van de locaties, het locale financiële beleid en de uitvoering van de dienstverlening op de werkvloer. De locatiemanager zorgt er ook voor dat klanten tevreden zijn en dat de locatie op een voor klanten herkenbare en juiste wijze geprofileerd wordt. De locatiemanager is tevens aandachtsfunctionaris oftewel interne contactpersoon op het gebied van grensoverschrijdend gedrag, neemt initiatieven in het kader van preventie en voorlichting en implementeert de aanpak. Daarnaast is hij/zij eerste aanspreekpunt voor ouders en kinderen en collega’s en verwijst zo nodig naar de Externe vertrouwenspersoon. Leidsters kunnen in de uitvoering van hun werk ondersteuning krijgen door middel van Video interactie Begeleiding (VIB) en indien nodig elk jaar een follow-up. De VIB besprekingen zijn individueel en één keer per jaar met het team. Bij VIB staan een aantal basisprincipes centraal: o Het bieden van emotionele ondersteuning: oog hebben voor en alert zijn op signalen die een kind uitzendt en hier passend op reageren o Respect tonen voor de autonomie van de kinderen: kinderen moeten de kans krijgen om zoveel mogelijk vanuit hun eigen behoeftes en interesses te spelen en te ontdekken. Leidsters laten kinderen die succeservaringen opdoen o Structuur bieden en grenzen stellen: kinderen duidelijkheid bieden bij wat er van hun verwacht wordt. Een goed evenwicht tussen zelfstandigheid en het handhaven van regels is per individueel kind wisselend. o Op een goede en duidelijke manier informatie en uitleg geven. Door veel te verwoorden wordt de taalontwikkeling bevorderd, maar geven we ook richting aan de gang van zaken. We sluiten zoveel mogelijk aan op het aandachtsgebied van het kind. Kwink beschikt over een opleiding- en deskundigheidsbevordering programma waarbij elk jaar de noodzakelijk en wenselijke pedagogische trainingen of andere deskundigheidbevorderende middelen worden ingezet.

E. Veiligheid / gezondheid / hygiëne Op basis van de wet Kinderopvang worden we geïnspecteerd door de GGD. Het rapport dat wij na afloop ontvangen ligt voor u als ouder ter inzage in de hal en zijn tevens inzichtelijk via de website van Kwink Kinderopvang. De bevindingen en afspraken die zijn opgesteld tussen de locatiemanager en de contactpersoon van de GGD worden regelmatig besproken tijdens geplande werkoverleggen. Dit, zodat het team op de hoogte is en blijft van gemaakte afspraken die van belang zijn in het kader van de veiligheid, gezondheid en hygiëne. Daarnaast vullen we jaarlijks een risico-inventarisatie (RIE) in op het gebied van veiligheid en gezondheid. Alle ruimten van de locaties komen in de risico-inventarisatie aan bod. De risico’s die uit de RIE naar voren komen worden beschreven in een actieplan. De RIE en de actieplannen worden jaarlijks besproken met de teams. Huisregels die hier uit voortkomen en gelden voor ouders, kinderen en medewerkers, zijn opgenomen als bijlage in dit locatiewerkplan. Kinderen onderzoeken en ontdekken veel in hun eigen omgeving. Om ze dit veilig te laten doen zijn er een aantal voorwaarden waar wij voor zorgen; o Beveiliging van scherpe hoeken, radiatoren en stopcontacten o Er is een centrale brandmelder aanwezig en een brandblusapparaat. o Er is een calamiteitenplan en er wordt jaarlijks een calamiteitenoefening met de kinderen gehouden. o De leidsters volgen een EHBO/reanimatie training en tevens is er een BHV-er aanwezig o Er wordt regelmatig gecontroleerd of het speelgoed in orde is; geen scherpe randen,spijkertjes enz. o De deuren van ruimten waar kinderen niet naar binnen mogen, zijn vergrendeld (zoals bijvoorbeeld de wasruimte, voorraadkasten,volwassenen toilet, ketelhuis enz.). o Er zitten aan de deuren veiligheidsstrips zodat de vingers van de kinderen er niet tussen kunnen komen. o Aan de ramen zit, waar voorgeschreven, een uitvalbeveiliging. o De groepsruimtes worden dagelijks geventileerd.


o o

Alle schoonmaakmiddelen zijn buiten bereik van kinderen opgeborgen. De speeltoestellen worden jaarlijks gecontroleerd.

Hygiëne is erg belangrijk op de peuterspeelzaal. Door aandacht te hebben voor een goede hygiëne en verzorging voorkomen we risico’s; o Kinderen wassen hun handen na toiletbezoek en voor het eten. o Speelgoed wordt grondig schoongemaakt. De frequentie waarmee dit gebeurt, wie dit doet en hoe, wordt bepaald door de uitkomst van de RIE Gezondheid. o WC’s en vloeren worden volgens schoonmaakrooster schoongemaakt. De aankleedkussens na iedere verschoonbeurt. o De leidsters gebruiken plastic handschoenen tijdens het verschonen en wassen hun handen goed na het verschonen van ieder kind en voor de verschillende eetmomenten. o We gebruiken speciale hoesjes voor de thermometers als we de kinderen temperaturen. Daarnaast hebben we een oorthermometer. o Voor de verdere schoonmaakwerkzaamheden is er drie keer per week na sluitingstijd een schoonmaakmedewerker van het ingehuurde schoonmaakbedrijf aanwezig.

G. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) Kwink heeft met verschillende gemeentes afspraken gemaakt over het aanbieden van een VVEprogramma en de bijdrage aan de doorgaande lijn van de peuterspeelzaal naar de basisschool. De peuterspeelzalen van Kwink die een VVE-programma aanbieden werken met het erkende VVEprogramma Piramide/Puk en Ko. De medewerkers zijn geschoold in de VVE-methode. De beroepskracht-kindratio die gehanteerd wordt op de VVE-peuterspeelzalen is 1:8 kinderen. Piramide wil een sterke pedagogische basis bieden, waarbij in een veilige speel-leeromgeving een evenwicht is tussen het kind dat zichzelf ontwikkelt en de pedagogisch medewerker die activiteiten aanbiedt. Door een combinatie van spelen, werken en leren in een positief klimaat worden kinderen in hun ontwikkeling gestimuleerd. Piramide kent een dynamisch cyclische opbouw. Dit betekent dat er bij peuters tot en met groep 2 steeds wordt voortgebouwd op de eerder verworven kennis. Er is een leerlijn binnen de groep, d.w.z. de opbouw in minimaal 8 thema’s die in een schooljaar gepland worden. Binnen elk thema staat een bepaald ontwikkelingsgebied centraal. Belangrijk is om in de planning steeds bewust te zijn van de ontwikkelingsgebieden van de thema’s. Zo wordt bewaakt dat alle doelen gerealiseerd worden. We werken bij de peuterspeelzalen met een planning per schooljaar. In deze planning liggen op basis van de thema’s alle activiteiten, liedjes en het woordaanbod vastgelegd. Puk & Ko is een totaalprogramma dat zich richt op de brede ontwikkeling van peuters. Taalontwikkeling staat daarbij voorop: spreken, luisteren en uitbreiding van de woordenschat. Daarnaast is er in Puk & Ko aandacht voor sociaal-communicatieve vaardigheden en een eerste oriëntatie op rekenen. Voor onze peuterspeelzaal hebben we het programma toegespitst op onze doelgroep. Met behulp van de VVE-methodes kunnen onder meer dreigende belemmeringen in de ontwikkeling van een kind in een vroeg stadium worden opgespoord en aangepakt. In de uitvoering van VVE houden de peuterspeelzalen van Kwink zich aan de voorgeschreven kaders voor de uitvoering van VVE. Alle kinderen met een VVE-indicatie zijn geplaatst voor 4 dagdelen van tenminste 2,5 uur. Om het effect van de VVE-programma’s te optimaliseren wordt aan ouders een ouderprogramma aangeboden. Dit programma heet ‘VVE thuis’ en wordt, in samenwerking met de peuterspeelzalen, uitgevoerd door Welzijn. VVE Thuis gebruikt themaboekjes met activiteiten voor de ouders en hun kind(eren). Deze activiteiten sluiten aan bij het thema op de peuterspeelzaal. Ook wordt er gewerkt met voorleesboeken en speelmateraal. Bij ieder thema organiseren de leidsters een ouderbijeenkomst waarin ze de activiteiten toelichten en voordoen.


De resultaten die we behalen met het VVE-programma worden bijgehouden. De uitkomsten van de toetsen die worden afgenomen bij de kinderen worden geregistreerd in een digitaal systeem (LOVS). Voor het op peil houden en verbeteren van het VVE-niveau op de locatie maken we jaarlijks een scholingsplan. In dit plan zijn de trainingen voor nieuwe medewerkers opgenomen, de hercertificeringen en algemene bijeenkomsten ter verbetering van het VVE-niveau. Het plan voor komend jaar is hieronder te vinden: VVE-scholingsplan voor 2014: Verplichte trainingen zoals bijvoorbeeld kinder- EHBO en BHV LOVS, training in computervaardigheden om toetsgegevens in te voeren en te verwerken. VIB voor alle medewerkers

H. Doorgaande lijn en overdracht naar de basisschool In de peuterspeelzaalperiode heeft een kind zich motorisch, cognitief en op taalgebied ontwikkeld, maar ook de wereld om zich heen ontdekt. Het kind heeft een eigen karakter ontwikkeld, misschien is het kind druk of juist rustig, speelt het graag alleen of juist met andere kinderen. Ieder kind ontwikkelt zich bovendien in zijn/haar eigen tempo. De leidsters hebben de ontwikkeling van het kind goed gevolgd. Als het kind 4 jaar wordt breekt een nieuwe fase aan. Het kind gaat naar de basisschool. Voor de basisschool is het prettig om te weten hoe de eerste jaren van het kind zijn verlopen. Zo kunnen de leerkrachten het kind op een goede manier begeleiden en stimuleren. Peuterspeelzalen van Kwink geven daarom schriftelijke informatie aan de basisschool over de ontwikkeling van het kind. In de overdracht geeft de peuterspeelzaal (als voorschoolse instelling) informatie mee over de ontwikkeling van het kind, onder andere op het gebied van taal, spel en motoriek en hoe het kind met andere kinderen omgaat. Voor deze overdracht wordt gebruik gemaakt van een overdrachtsformulier (link naar 2.4 BA). De leidster van de peuterspeelzaal vult de overdracht en de observatieregistratie lijst in. Het hele dossier wordt met de ouder in een persoonlijk eindgesprek besproken. Tijdens dit gesprek kan de ouder nog dingen veranderen of toevoegen en wordt toestemming gevraagd om de overdracht te kunnen doen. Vervolgens draagt de leidster het gehele dossier over aan de basisschool. Indien de ouder bezwaar heeft tegen de overdracht wordt het document niet opgestuurd naar de basisschool. De school ontvangt wel een korte brief waarin staat dat de ouder geen toestemming heeft gegeven voor de overdracht. Voor de VVE-kinderen wordt intensieve aandacht geschonken aan de doorgaande lijn. Van de kinderen die hebben deelgenomen aan een VVE-programma gaan naast het overdrachtsformulier ook de toetsgegevens mee naar de basisschool. Er wordt een zogenaamde ‘warme’ overdracht gehouden, wat wil zeggen dat de ouder dan bij het gesprek van peuterspeelzaal met basisschool uitgenodigd wordt.

I. Kinderen waarover zorg bestaat Binnen de peuterspeelzalen van Kwink wordt gewerkt volgens een zorgprocedure. Hiervoor is een uitgebreid protocol ‘Kinderen met speciale behoeften’ geschreven met een bijbehorend stappenplan, waarin duidelijk is beschreven hoe te handelen bij zorg over een kind (link naar 2.15). De leidster volgt het protocol en bespreekt, eventueel samen met een hulpverlener, met de ouder(s)/verzorger(s) wat de juiste begeleiding van het kind op de peuterspeelzaal zou kunnen zijn. De leidsters hebben hiervoor, naast het protocol, de beschikking over formats voor plannen van aanpak en een sociale kaart van hun gemeente. De locatiemanager is hierbij voor de leidster de coach en vraagbaak. Ook kunnen desgewenst de pedagogische coaches of pedagogisch adviseur ingeschakeld worden.


Wanneer er zorgen zijn over de opvoeding of de ontwikkeling van een kind, bijvoorbeeld als de ontwikkeling niet vanzelfsprekend verloopt of als het kind moeilijk te begrijpen gedrag vertoont, bestaat de mogelijkheid van plaatsing op de observatie- en diagnostiekgroep Kiekeboe. Bij Kiekeboe worden kinderen tussen de nul en vier jaar een aantal maanden geobserveerd en gevolgd in hun ontwikkeling. Zo ontstaat een goed beeld van hun ontwikkeling. Na vier maanden krijgen ouders/verzorgers een uitgebreid advies. Op de groep zijn leidsters met ruime ervaring en een gedragskundige aanwezig.

J. Contacten met ouders Naast de breng- en haalmomenten waarbij ouders met de leidsters contact hebben, zijn er meerdere momenten waarop oudercontacten plaats vinden; Intake, kennismakingsgesprek In principe maakt de leidster telefonisch een afspraak met de ouders en het kind voor een intakegesprek. De leidster voert het intakegesprek ook uit. Het gesprek vindt voor de plaatsingsdatum plaats. De leidster geeft de ouder de noodzakelijke relevante informatie en laat de peuterspeelzaal zien. Ze vertelt de ouders wat zij kunnen verwachten van de peuterspeelzaal en vertelt ook wat de leidsters van de ouders verwachten. Tevens maken zij afspraken over het wennen van het kind. 10-minutengesprekken Bij de VVE-locaties worden 2x per jaar oudergesprekken georganiseerd naar aanleiding van de toetsen die in januari en juni afgenomen worden. In deze gesprekken wordt uitdrukkelijk gevraagd naar de indruk en behoeften van de ouders. Ouderavond Op onze peuterspeelzaal worden de ouders betrokken bij de PSZ dmv koffie ochtenden, speciale gelegenheden rondom een bepaald thema en dmv het VVE thuis programma waarvan de introductie op de groep is. Schriftelijke informatie Om ouders te informeren over allerlei zaken die de peuterspeelzaal betreffen gebruiken we de nieuwsbrief en onze locatiepagina op onze website. In een nieuwsbrief treft u informatie aan over bijv. het personeel, activiteiten die georganiseerd worden, ontwikkelingen op de locatie, nieuws van de groepen, mededelingen etc. De nieuwsbrieven worden verspreid via het postvakje van de kinderen of per mail naar de ouders gestuurd. Tevens krijgen de ouders per thema een themabrief mee naar huis waarin staat waar het thema over gaat, welke woorden de kinderen leren en welke liedjes er bijvoorbeeld worden gezongen. Cliëntenraad Voor advisering aan de directie over de peuterspeelzalen van Kwink wordt in 2014 een cliëntenraad opgericht. De lokale medezeggenschap van ouders in onze locatie regelen wij door de bijeenkomsten die er gedurende het jaar plaatsvinden. In deze koffieochtenden worden bepaalde thema’s besproken. Ouderbetrokkenheid bij VVE Ouders worden vooraf geïnformeerd over het VVE-programma door: Participatie in VVE-activiteiten: ouders worden gestimuleerd om deel te nemen aan VVE-activiteiten op de locatie, hierbij valt te denken aan inloopochtenden op de locaties, gezamenlijke activiteiten zoals bijvoorbeeld het kerstfeest etc. VVE thuis: Ouders nemen deel aan het VVE thuisprogramma. Dit programma wordt gegeven door de medewerkers van Welzijn. Ouders worden door de leidsters van de groep en de medewerkers van Welzijn gestimuleerd om thuis ook actief mee te doen aan de thema gerichte activiteiten. Door middel van de themabrief worden ouders op de hoogte gebracht van de activiteiten die er bij de PSZ gedaan worden. Tevens krijgen zij een woordenlijst mee waarmee ze thuis ook met hun kind kunnen oefenen. Vanuit Welzijn krijgen zij materialen mee om thuis mee aan de slag te gaan. Voor de ouders die de taal niet voldoende beheersen is er de mogelijkheid om de woorden in een andere taal aangeboden te krijgen. Tevens worden er op de locaties ook wel eens ouders gevraagd die voor tolk kunnen optreden als de ouders de taal echt nog niet voldoende beheersen.


K. Kwaliteitszorg Het pedagogische beleid psz is verbonden met onze beleidscyclus die er voor zorgt dat wij onze kwaliteit van dienstverlening doorlopend toetsen aan dat wat klanten en de omgeving van ons vraagt. Jaarlijks evalueren we dit plan dan ook met betrokkenen. Na constateringen tot verbeteringen stellen we onze afspraken bij en borgen we deze in een nieuwe locatiewerkplan. Daardoor leveren wij kwalitatief hoogwaardige kinderopvang en peuterspeelzaalwerk waarbij wij continu oog hebben voor verbeteringen. En dragen wij niet voor niets in onze logo’s uit; ‘Kwink, kwaliteit in kinderopvang!’.

3. Locatiespecifieke informatie A. Ligging PSZ Haasje Wip is gelegen in het PWA park, de locatie wordt omringd door de flat gebouwen in het PWA park, het ligt midden in de wijk.

B. Gebouw Psz Haasje Wip is een ruime locatie met 2 lokalen en een ruime buitenruimte. Het is een sfeervolle locatie met een mooi buitenruimte waar kinderen heerlijk kunnen spelen.

C. Indeling Haasje Wip heeft twee groepsruimtes waar de kinderen worden opgevangen. In de ruimtes zijn verschillende hoeken gecreerd, denk hierbij aan een huishoek, een bouwhoek, een leeshoek.

D. De groepen Er zijn 4 groepen van 16 VVE kinderen aanwezig.

E. Personeel Het team bestaat uit leidsters/tutor PSZ, een teamcoördinator en een locatiemanager. Tevens wordt het team ondersteunt door vrijwilligers en stagiaires.

F. Samenwerking In de wijk zijn drie scholen, dit zijn geen VVE scholen. Zowel Haasje Wip als de scholen nemen wel deel aan het afstemmingsoverleg van het centrum jeugd en gezin. Daarnaast is er een samenwerkingsverband met welzijn. Welzijn is samen met Kwink verantwoordelijk voor het ouderprogramma.

G. Gegevens Naam locatie: Adres: Postcode, Plaats: Telefoonnummer: E-mailadres:

PSZ Haasje Wip P.W.A. park 317 3905 CK Veenendaal 0318-513644 [email protected]

Naam unitmanager: Telefoonnummer: Naam TC-er: Telefoonnummer:

Myra Poots 06-22777090 Pauline van de Weerd 06-48590715

Klantcontact


Telefoon Email Internet

: 0900-BELSKAR (0900-2357527) : [email protected] : www.kwink.nl

4. Locatiedoelstellingen A. Evaluatie 2013 Inrichting van de ruimte: Inrichting van de ruimte: De ruimte wordt bij ieder thema opnieuw bekeken. Voldoet de ruimte aan de eisen die er zijn voor het thema, daar waar de hoeken anders ingericht moeten worden wordt dit gerealiseerd. De teamcoördinator heeft twee wekelijks een nieuwsbrief gemaakt voor de locaties. Hierin kwamen praktisch zaken aan de orde als kasgeld, personele inzet, informatie over de stand van zaken.

GGD: De groen mappen zijn geïmplementeerd en besproken in het locatie overleg. Alle medewerkers zijn op de hoogte van de RIE veiligheid en gezondheid en handelen ernaar. Ontruimingsoefeningen zijn uitgevoerd en geëvalueerd.

De borrelavonden en de werkplek voor ouders zijn niet gelukt. De werkplek voor ouders was niet meer haalbaar vanwege het samenvoegen van de BSO groepen. De beschikbare ruimte was nodig voor de BSO kinderen.

Overlegvormen: De nieuwe overlegstructuur van 2013 was niet optimaal. In de teamoverleggen wordt de inhoudelijke zaken, zoals kindbesprekingen en pedagogische kwaliteit gemist. In 2014 moeten we dit anders gaan vormgeven.

B. Doelstellingen 2014 6.2 Pedagogische doelstellingen 2014 Differentiëren naar niveau van de kinderen Activiteiten en taal aanbod afstemmen op het niveau van de verschillende kinderen in de groepen. Zorgkinderen Ouders met kinderen die extra zorg vragen goed begeleiden met gebruik making van de zorgprocedure.

Conclusie over de markt ten aanzien van het doel voor het komende jaar: Voor 2014 zetten we wederom in op een goede balans tussen huisvesting en bezetting. Waarbij we open staan voor vernieuwende producten.

Conclusie over de kwaliteit ten aanzien van het doel voor het komende jaar:


Ouderbetrokkenheid: Ouder ochtenden organiseren op de eigen locatie. Thema gerichte bijeenkomsten voor ouders.

GGD: Risico inventarisatie veiligheid en gezondheid, 1x per jaar. Tijdens teamvergaderingen pedagogisch medewerkers betrekken bij de risico’s en de acties die hiervoor nodig zijn.

Conclusie over personeel en organisatie ten aanzien van het doel voor het komende jaar: Opleiding: Verplichte trainingen zoals bijvoorbeeld kinder- EHBO en BHV LOVS training VIB Overlegvormen: Nieuwe structuur in 2014, kleine teamoverleggen weer invoeren met als belangrijkste punten de kindbesprekingen en de pedagogische kwaliteit. Overleg voor het hele team meer thema gericht werken.

Reorganisatie: Uitvoering geven aan de nieuwe Sociaal plan loopt tot september 2013

Beroepscode en gedragscode: Medewerkers worden geacht volgens beide codes te werken. Ziekteverzuim: Medewerkers meenemen in het ziekteverzuim: - Het laten zien van het digitale verzuim systeem - Frequent melder mee in gesprek - Wijzen op eigen verantwoording - Vast agenda punt in team overleggen

Kwartaal 1 Beleidsveld

Actie

Markt

Voor 2014 zetten we in op een goede balans tussen huisvesting en bezetting. Waarbij we open staan voor vernieuwende producten.

Kwaliteit

Differentiëren naar niveau van de kinderen Nav de uitkomsten van de toetsen handelingsplannen opstellen en een groepshandelingsplan maken

Personeel en organisatie

Invoeren nieuwe overlegstructuur

Betrokkenen

Pm, lm,

Lm, tc, pm Ziekteverzuim:


Toelichting, inclusief benodigde middelen

Medewerkers meenemen in het ziekteverzuim: - Het laten zien van het digitale verzuim systeem - Frequent melder mee in gesprek - Wijzen op eigen verantwoording - Vast agenda punt in team overleggen VIB training


Actie

Markt


Kwaliteit

Differentiëren naar niveau van de kinderen Uitvoering geven aan de plannen

Betrokkenen

lm en Pm ‘ers, tc

Koffieochtend voor ouders leidsters PSZ


Ziekteverzuim: Medewerkers meenemen in het ziekteverzuim: - Het laten zien van het digitale verzuim systeem - Frequent melder mee in gesprek - Wijzen op eigen verantwoording - Vast agenda punt in team overleggen VIB training Pm en VIB trainer




Actie

Markt


Kwaliteit Differentiëren naar niveau van de kinderen Nav de uitkomsten van de toetsen handelingsplannen opstellen en een groepshandelingsplan maken

Betrokkenen

Pm’ers tc

Ziekteverzuim: Medewerkers meenemen in het ziekteverzuim: - Het laten zien van het digitale verzuim systeem - Frequent melder mee in gesprek - Wijzen op eigen verantwoording - Vast agenda punt in team overleggen

Pm, lm

Beleidsveld

Actie

Betrokkenen

Markt




Kwartaal 4

Kwaliteit RIE is op elke locatie digitaal aanwezig en besproken

Lm en pedagogisch medewerkers

Brandmappen zijn op orde Koffieochtend voor ouders Differentiëren naar niveau van de kinderen Nav de uitkomsten van de toetsen handelingsplannen opstellen en een groepshandelingsplan maken

Pm, lm, tc

Evalueren van de plannen Personeel en

Verplichte trainingen zoals bijvoorbeeld

Pm, BHV,



organisatie

kinder- EHBO en BHV daar waar nodig zijn gevolgd. VIB is gevolgd door alle leidsters

Pm, vib trainer

Ziekteverzuim: Medewerkers meenemen in het ziekteverzuim: - Het laten zien van het digitale verzuim systeem - Frequent melder mee in gesprek - Wijzen op eigen verantwoording - Vast agenda punt in team overleggen

.


3. Locatiespecifieke informatie Psz Haasje Wip zit in een speerpuntwijk midden tussen de flats. Ze hebben een ruime locatie met 2 lokalen en een ruime buitenruimte. Haasje Wip valt onder de gemeente Veenendaal Er zijn 4 groepen van 14 VVE kinderen aanwezig. Psz Haasje Wip werkt nauw samen met de basisschool voor de doorgaande leerlijn. Daarnaast is er een samenwerkingsverband met welzijn. Welzijn is samen met Kwink verantwoordelijk voor het ouderprogramma. Daarnaast nemen ze deel aan het afstemmingsoverleg van het centrum jeugd en gezin.. Naam locatie: Adres: Postcode, Plaats: Telefoonnummer: E-mailadres:

psz Haasje Wip P.W.A. park 317 3905 CK Veenendaal 0318-513644 [email protected]

Naam unitmanager: Telefoonnummer: Naam TC-er: Telefoonnummer:

Myra Poots 06-22777090 Pauline van de Weerd 06-48590715

Klantcontact Telefoon Email Internet

: 0900-BELSKAR (0900-2357527) : [email protected] : www.kwink.nl

6. Doelstellingen 2013 Inrichting van de ruimte: De inrichting van de ruimte opnieuw bekijken, kijken naar de mogelijkheden of de ruimte nog aangepast kan worden aan de leeftijden en de behoeften van de kinderen. TC er kijkt met de pm ers waar de ruimten beter en efficiënter en kwalitatief beter gebruikt kunnen worden. De leidsters maken hiervoor in het tweede kwartaal een plan voor de groep. Dit plan wordt in het groepsoverleg besproken. De acties die hieruit volgen worden opgepakt door de pm ers en daar waar nodig door de technisch medewerker. In het laatste kwartaal van 2013 is het gereed en zijn er foto’s gemaakt van het resultaat. GGD: Ter voorbereiding op de onverwachte GGD inspectie de ‘groene map’ implementeren in het eerste kwartaal van 2013. In deze map zitten alle documenten die op de locatie nodig zijn voor de GGD inspectie. Deze map vervangt de bestaande map. Belangrijk dat de pedagogisch coach van de locatie de map maandelijks bijwerkt. De RIE veiligheid en gezondheid in het eerste kwartaal van 2013 up daten, actie ligt bij de leidster van de locatie. Op de locatie is een ‘brandmap’ aanwezig, deze map wordt bijgehouden door de leidster van de locatie. Maandelijkse check op de inhoud. Calamiteiten oefening registreren en evalueren in het daarna volgende groepsoverleg.


Twee keer per jaar vind er een oudergesprek plaats aan de hand van de observaties en de toetsresultaten. De gegevens worden in het digitale systeem verwerkt.

Doelstellingen mbt de markt Om goed zicht te hebben op wat de klant vraagt en om persoonlijk contact te hebben met de klant houden we 1x per kwartaal een borrel op 1 (wisselende) locatie binnen de unit voor de ouders. Hierbij zijn de TC er en de unitmanager aanwezig. Om feeling te houden en te hebben met de ouders is het belangrijk dat de TC’er zichtbaar is op de locatie. Zij is het eerste aanspreekpunt voor ouders. Zij zal wekelijks aan het begin of einden van de dag aanwezig zijn op locatie op wisselende dagen. - Oudergesprekken nav de toesten vinden twee keer per jaar plaats. Deze gesprekken worden gevoerd door de mentor van het kind. - 1x per kwartaal ontmoeten van de ouders op 1 locatie binnen de unit (borrel, einde van de dag) - Zichtbaar en aanspreekbaar van de TC’er op locatie - Koffie ochtenden/meedraai ochtenden op de locatie, minimaal 2x per jaar. - Ouders worden betrokken bij het programma van de locatie door het VVE thuis programma. Dit vindt plaats in samenwerking met Welzijn Veenendaal.

Wij vinden het belangrijk om open te staan voor nieuwe producten die bijdragen aan een beter aanbod binnen de markt. Samenwerking met de scholen: De toetsresultaten van de kinderen worden dmv een warme overdracht aan de scholen gegeven. Samenwerking met de Twyn: De TC er neemt deel aan het ZAT overleg wat 1x per maand plaatsvindt. Doelstellingen mbt personeel en organisatie Vaste gezichten op locatie dmv clustering van de groepen: Herschikken van het personeel over de locaties zodat er op alle locaties een evenwicht is tussen bezetting en personeel. Opleiding: Alle medewerkers krijgen in 2013 een training communicatie met klanten training. Alle verplichte trainingen zoals kinder- EHBO worden gevolgd. Daarnaast gaat e-learning in 2013 van start waarin verplichte cursussen gevolgd dienen te worden. Medewerkers kunnen ook zelf een cursus via e-learning volgen. Dit kan thuis achter de computer. Overlegvormen: 1x per 6 weken is er een groepsoverleg. Om de medewerkers op de hoogte te houden van de gang van zaken komt er 1xper twee weken een nieuwsbrief uit. Deze nieuwsbrief wordt gemaakt door de Tc’er van de betreffende unit. Reorganisatie: Het sociaal plan loopt tot september 2013. Belangrijk is dat er een goede balans is tussen bezetting, personeel en huisvesting. Arbo: Het eerste kwartaal wordt de providerboog afgerond. Beroepscode en gedragscode: Medewerkers worden geacht volgens beide codes te werken. Deze codes worden in het eerste teamoverleg van 2013 besproken. Er wordt open met elkaar gecommuniceerd over de houding van de medewerkers, waarbij het belangrijk is dat medewerkers elkaar ook gaan aanspreken. In de teamoverleggen komt dit terug bij het onderdeel samenwerking.


Ziekteverzuim: Het ziekteverzuim is van invloed op vele zaken. Kijkende naar de locatie is het belangrijk voor de ouders en de kinderen dat er stabiliteit in medewerkers is op de locatie. Bij een hoog ziekteverzuim betekent dit meer wisselingen op de locatie voor de kinderen en de ouders. Het is belangrijk dat medewerkers zich hiervan bewust zijn. We gaan hierover met de medewerkers in gesprek en hanteren daarbij de volgende uitgangspunten: - Het laten zien van het digitale verzuim systeem - Frequent melder mee in gesprek - Wijzen op eigen verantwoording - Vast agenda punt in team overleggen

Doelstellingen mbt de bedrijfsresultaten Personeelskosten: Het streven is om 70% van de omzet in te zetten aan personeelskosten. Hiervoor wordt er in 2013 een nieuwe rooster systematiek geïmplementeerd. Dit staat eind 2013. De inroosteren van de pedagogisch medewerkers gaat volgens de GGD normen en de CAO.

Bezetting: Om de bezetting zo optimaal te hebben en te houden is het belangrijk dat er afstemming en goed overleg plaatsvindt tussen de unitmanager en klantmanagement. 1x per 6 weken vindt er overleg plaats, uitgangspunt is een goede LKR. Daar waar er vraag is naar flexibele opvang wordt er per keer gekeken naar de mogelijkheden op de locatie. Op dit moment wordt er gebruik gemaakt van flexibele opvang door 1 klant. Rendement: Om te sturen op het rendement zijn de gegevens uit de MIS noodzakelijk. In het kwartaalgesprekken tussen unitmanager en directie wordt het rendement van de locatie besproken en waar nodig vindt er bijsturing plaats. De eindejaarsuitkering wordt in 2013 gekoppeld aan het rendement van de locatie. Het is b elangrijk dat de pedagogisch medewerkers hierin worden meegenomen. Dit gaat aan de hand van een EJU thermometer. Iedere maand worden de medewerkers op de hoogte gehouden van het rendement dmv een nieuwsbrief die de Tc’er maakt. Deze nieuwsbrief is voor de medewerkers en komt 1x per twee weken uit. Voor 2013 zetten we in op een goede balans tussen huisvesting en bezetting. Waarbij we open staan voor vernieuwende producten.


Pedagogisch werkplan Peuterspeelzaal

Recommend Documents