ONLINE Verzekeraars op social media Centraal Beheer Achmea is de meest actieve verzekeraar op social media. Dat concludeert ITDS Business Consultants in de Social Media Insurance Monitor. Centraal Beheer Achmea stond vorig jaar nog op plaats twaalf, maar wist het aantal likes op Facebook in één jaar te vertienvoudigen. Daarnaast werd de campagne met zangeres Anouk tijdens het Eurovisie Songfestival maar liefst 3,3 miljoen keer bekeken op YouTube. Volgens ITDS dankt Centraal Beheer Achmea de eerste plek niet alleen aan campagnes, maar ook aan de inzet van social media als volwaardig kanaal voor persoonlijk contact met klanten. De verzekeraar won nipt van Interpolis, die opviel met deoplossingvan.nl (zie ook verderop). Aegon eindigde op de derde plaats en gooide met speeljetoekomst.nu hoge ogen.
Kozijn op Slot Minister Opstelten gaat vijfduizend exemplaren van de raam- en balkonbeugels Kozijn op Slot afnemen. Kozijn op Slot is de winnaar van deoplossingvan.nl, een initiatief van Interpolis. De verzekeraar deed begin dit jaar een beroep op de denkkracht van Nederland. Iedereen die een oplossing heeft om risico’s het hoofd te bieden of juist op zoek is naar een oplossing, kan op de site terecht. Uit ruim 1.800 oplossingen werd Patrick van Burgels idee voor Kozijn op Slot als winnaar verkozen. De beugel maakt het voor inbrekers lastig om via een klapraam of balkondeur binnen te komen. Met de afname van de eerste vijfduizend exemplaren door Opstelten komt Kozijn op Slot in een stroomversnelling en is misschien zelfs al vóór het eind van het jaar in de winkel te koop.
Eerste risicomonitor Het Verbond heeft in de Week van de Veiligheid de Risicomonitor Woninginbraken uitgebracht, een tool die het risico op woninginbraken in kaart brengt. Uit de monitor blijkt dat het aantal inbraakclaims in vijf jaar tijd fors is gestegen met maar liefst veertig procent. Het inbraakrisico is het hoogst in NoordBrabant (6,3 inbraakclaims per duizend huishoudens) en het laagst in de provincie Groningen (1,7 inbraakclaims). Het Verbond wil vanaf nu jaarlijks een risicomonitor publiceren over een veiligheidsonderwerp. Doel is om bij te dragen aan een veilige samenleving, door kennis van risico’s en preventie te delen en door krachten te bundelen met andere partijen. De Risicomonitor Woninginbraken staat op www.verzekeraars.nl via Verzekeringsbranche/Publicaties.
Big Data: kans of bedreiging?
Klantbelang (nog) centraler
5 november 2013
Ewald Engelen, financieel geograaf
‘Stop met lastenverzwaringen’
Brabanders lopen in ons l and het hoogste risico op een vinden per duizend huishoudens 6,3 inbraken plaats, ter
2 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
woninginbraak. In Noord-Brabant wijl de kans in Groningen maar 1,7 is.
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
3
‘We hebben geen publieke schuldencrisis’
08 Hij staat bekend om zijn scherpe oneliners, ergert zich mateloos aan de bezuinigingsdrift van het kabinet en ziet Nederland het liefst vandaag nog uit de euro stappen. Financieel geograaf Ewald Engelen maakt zich in zijn mediaoptredens niet bij iedereen geliefd, maar weet de recessie in ons land wel haarscherp te analyseren. ‘Deze crisis wordt geframed als een publieke schuldencrisis, maar dat is echt flauwekul.’
10 ‘Ik ga niet snel de barricade op’
Kl antbel ang (nog) centraler
Verzekeraars zijn een initiatief rijker: onlangs kwam de referentiegroep Klantbelang Centraal voor het eerst bijeen. ‘De lat wordt steeds een beetje hoger gelegd.’
16 Leegstand raakt iedereen
Al op jonge leeftijd was duidelijk dat hij voor een vertegenwoordigersrol in de wieg is gelegd. De benoeming van de 27-jarige Robbert Coenmans tot voorzitter van FNV Jong verbaasde dan ook niemand. Hij heeft helder voor ogen hoe hij de belangen van jongeren hoger op de agenda krijgt. ‘Ik zal niet snel de barricade opgaan, maar houd meer van acties met een knipoog.’
30 4 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
De Verenigde Assurantiebedrijven Nederland biedt sinds kort een verzekeringsoplossing aan voor leegstaande panden. ‘De aanvragen komen uit alle regio’s.’
DWALEN
Hoe kan het dat het kabinet-Rutte niet zag aankomen dat het plan
20 ‘Mkb motor van economie’
Deze zomer kwam zijn commissie met concrete aanbevelingen om het financieringsprobleem in het mkb aan te pakken. ‘Wij zijn gebaat bij een gezond mkb’, aldus Niek Hoek (Delta Lloyd).
om te bezuinigen op de fiscale aftrekbaarheid van pensioenen het
34
Richard Weurding, algemeen directeur
niet zou redden in de Eerste Kamer? En wat nu?
Aan de argumentatie tegen de voorstellen kan het niet hebben gelegen, want:
Jong talent
Hoe kijken jonge talenten, die aan het begin van hun verzekeringsloopbaan staan, tegen de bedrijfstak aan? In de aftrap van deze nieuwe rubriek: Pauline Bakker (Zwitserleven).
• het tast de pensioenopbouw fors aan; • met name jongeren worden zwaar getroffen; • de situatie wordt te zonnig voorgesteld. Men gaat ervan uit dat jongeren ruim tot hun 70ste zonder onderbreking de maximale premie betalen en er ook nog jaarlijks wordt geïndexeerd; • het is allerminst zeker dat de maatregel een fors koopkrachtvoordeel oplevert. Dat gebeurt alleen als de premies navenant dalen en werkgevers deze financiële ruimte gebruiken om werk-
24
Verder nog:
nemers een hoger salaris uit te betalen.
In ’t kort
6
De Eerste Kamer heeft dit goed begrepen. Veelbetekenend is dat
15
len. Het kabinet heeft daarom terecht de conclusie getrokken om
over de grens
column 17
het voorstel terug te nemen naar de Tweede Kamer.
welles/ nietes 18
lijk: een fundamentele politieke discussie voeren over de vraag
nieuws: acis
Big Data, Big Issue?
Big Data heeft nog iets ongrijpbaars. Waar liggen de kansen en bedreigingen voor verzekeraars?
een grote meerderheid van de Senaat moeite had met de voorstel-
22
Dat besluit biedt een nieuwe kans om te doen wat moet. Namewat wij in Nederland eigenlijk onder een adequaat pensioen voor later verstaan? Een vraag die volgens mij bij uitstek in het
uitgelicht 23
parlement thuishoort.
nieuws: e-kantonrechter 27
van ad hoc begrotingsbeleid gemaakt te worden. Kunnen we een
nieuws: alert online
28
de cl aim
29
Pensioen is, als je het mij vraagt, te belangrijk om tot speelbal pensioen dat niet meer is dan vijftig procent van het laatstverdiende loon nog wel behoorlijk noemen? Of moeten we jonge
opmerkelijk 33 Colofon 35
werknemers de mogelijkheid bieden meer te sparen voor later? Merkwaardig genoeg was er tot dusverre nog onvoldoende plaats voor deze discussie. Dankzij de “Kamer van reflectie” is die gelegenheid er nu alsnog. Wat dat betreft geldt: beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald!
<
verzekeraars in de bres voor pensioenbewustzijn Gewone spreekuren, twitterspreekuren, workshops, een online test en zelfs cabaret … verzekeraars en het Verbond gooiden begin oktober alles in de strijd om mensen pensioenbewuster te maken tijdens de derde editie van de Pensioen3daagse. Zo verzorgde Aegon pensioenspreekuren, organiseerde Nationale-Nederlanden workshops in het Douwe Egberts Café in Rotterdam en zette Delta Lloyd speciale twitterspreekuren in. Daarnaast nam WOMEN Inc. samen met de Delta Lloyd Foundation het initiatief voor een I love pensioen-event. Vijftig vrouwen gingen op grote hoogte in The Amsterdam View de uitdaging aan om na één middag volledig op de hoogte te zijn van hun pensioen. Zwitserleven ging op haar beurt het podium op en organiseerde een avond cabaret, waarbij op een humoristische, maar ook
kritische manier werd uitgelegd wat een goed pensioen nou eigenlijk inhoudt. Ook het Verbond deed dit jaar weer mee aan de Pensioen3daagse, als een van de partners van initiatiefnemer Wijzer in geldzaken. De brancheorganisatie ontwikkelde in samenwerking met TNS NIPO een korte, digitale test onder de noemer: wat voor pensioentype ben jij? De test is niet bedoeld om iemands pensioenkennis te testen, maar om te laten zien hoe hij met pensioen omgaat: steekt iemand zijn kop in het zand of vindt hij pensioen redelijk interessant, maar ziet hij nog veel beren op de weg om werk te maken van een goed pensioen? Uit onderzoek door TNS NIPO blijkt dat de meeste Nederlanders (37 procent) tot die laatste categorie behoren. De test is online nog steeds te vinden op www.pensioentesten.nl.
jarig zijn niet zonder risico
6.718 In de eerste helft van dit jaar zijn ruim 6.718 scooters gestolen, terwijl er maar 1.523 zijn teruggevonden. Om scooterdiefstal een halt toe te roepen, zijn verzekeraars, politie, de ANWB, de tweewielerbranche en scooterleveranciers daarom de campagne Blijf van mijn scooter af gestart.
Jarig zijn is voor de meeste mensen een feestje, al gaat dat niet altijd op. Uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) blijkt namelijk dat mensen op hun verjaardag dertig procent méér kans hebben op een aansprakelijkheidsschade dan op andere dagen. Ook komen er op verjaardagen van verzekerden meer claims binnen op de inboedelverzekering. Hoe die “verjaardagspiek” kan worden verklaard, is volgens statisticus Michel Bel lastig te zeggen. ‘Wie weet heeft het te maken met omvallende kaarsen of een glas wijn over een nieuwe broek; we hebben geen idee, maar opvallend is het wel.’ Bij autoschaden doet het verschijnsel van de verjaardagspiek zich overigens niet voor, maar volgens Bel kan dat te maken hebben met het feit dat veel mensen op hun verjaardag thuis blijven …
Fix je Risk in ’t Portugees
Zilver voor ZLM
Het bordspel Fix je Risk, dat door het Verbond is ontwikkeld, kent sinds kort ook een
ZLM Verzekeringen is op plaats twee geëindigd in de lijst van Beste Werkgevers 2013 van Intermedi-
Portugese versie. Verzekeraars uit Portugal lieten de Nederlandse versie vertalen en
air en onderzoeksbureau Effectory. De Zeeuwse verzekeraar behaalde zilver in de categorie bedrijven
hebben begin oktober zo’n tweeduizend exemplaren van Protege-te dos Riscos afge-
met minder dan duizend werknemers en eindigde zelfs op plaats één in de top drie van financiële
zet. Ook zijn ze gestart met het opbouwen van een collectie boeken voor de onder- en
dienstverleners. ZLM wordt geroemd om haar klantvriendelijkheid, het menselijke personeelsbeleid
bovenbouw, gericht op veiligheid en preventie.
en de vrijheid en verantwoordelijkheid die werknemers krijgen.
6 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
IN ’T KORT
kras, ruik en help mee! Iedereen herkent wel de geur van wiet, maar hoe ruikt een hennepplant eigenlijk? Om mensen van die geur bewust te maken, hebben de gezamenlijke netbeheerders met de politie, Meld Misdaad Anoniem, een aantal gemeenten en het Verbond van Verzekeraars een hennepgeurkaart ontwikkeld, die ook als bijlage bij deze Verzekerd! zit. De kaart is een hulpmiddel in de strijd tegen illegale hennepteelt. Illegale hennepkwekerijen zijn lastig te ontdekken, omdat telers vaak stiekem hun gang gaan in woningen, schuurtjes, kelders en garages. De geur van hennep(teelt) is in de omgeving wél te ruiken, maar probleem is dat mensen die geur niet kennen. Ze associëren hennep met de geur van een joint, terwijl een hennepplant meer ruikt als een kruidige dennenboom. Overlast De netbeheerders hebben daarom met de andere vier partijen de hennepgeurkaart ontwikkeld, die in de Week van de Veiligheid is gelanceerd. Met de geurkaart hopen de organisaties dat mensen illegale hennepkwekerijen in hun buurt beter leren (her)kennen, in de hoop dat ze verdachte situaties kunnen melden bij Meld Misdaad Anoniem of de politie. De deelnemende organisaties hebben daar allemaal baat bij, omdat hennepkwekerijen niet alleen voor overlast zorgen, maar ook de (directe) omgeving in gevaar kunnen brengen (denk aan brand) en een aanzuigende werking van criminaliteit hebben. Henneptelers tappen stroom niet zelden illegaal af, waardoor de kans op brand aanzienlijk hoger is. Verzekeraars keren om die reden niet uit als brandschade het gevolg is van hennepteelt. En wie zijn woningbox of garage (bewust of onbewust) verhuurt aan een teler, moet de (brand)schade uit eigen zak betalen.
smartphone verslaat koffer De smartphone voert sinds deze zomer de top tien aan van voorwerpen die het vaakst worden geclaimd op de reisverzekering. Dat blijkt uit een inventarisatie van Europeesche Verzekeringen. De smartphone is goed voor twintig procent van alle claims en heeft daarmee de koffer/tas (vijftien procent) van de eerste plaats verstoten. Op plaats drie staat de zonnebril, gevolgd door de fotocamera en portemonnee. Opvallend is verder de opmars van de tablet, die deze zomer op de achtste plaats eindigde. De videocamera en (portable) dvdspeler zijn intussen uit de top tien verdwenen.
Bellende fietser gevaarlijk
Checklist Brandgevaarlijke werkzaamheden
Mensen die tijdens het fietsen bellen, appen of twitteren, verhogen hun kans op
Zeker tien procent van alle bedrijfsbranden ontstaat door ongelukken en
een ongeval met een factor 1,4. Dat is vergelijkbaar met de risicoverhoging bij
onachtzaamheid bij brandgevaarlijke werkzaamheden, zoals lassen of slijpen.
automobilisten die met een alcoholgehalte van 0,50 promille rondrijden. Volgens
Het Verbond, MKB-Nederland en VNO-NCW gaan de website www.checklist-
de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV), die de cij-
brand.nl daarom uitgebreiden met een formulier en een checklist om onderne-
fers onlangs publiceerde, is voorlichting over de risico’s dan ook belangrijk.
mers bewust te maken van de risico’s van brandgevaarlijke werkzaamheden. nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
7
Klant(belang) nog centraler Verzekeraars zetten sinds 2007 de klant centraal en dat heeft inmiddels de nodige resultaten opgeleverd. Naast bijvoorbeeld een Keurmerk Klantgericht Verzekeren en klanttevredenheidsonderzoeken is de sector weer een nieuw initiatief rijker: de referentiegroep Klantbelang Centraal.
8 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
Middelgrote verzekeraars en het Verbond buigen zich in die referentiegroep samen over slechts één ding: het klantbelang. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft het programma Klantbelang Centraal ontwikkeld, dat aangeeft hoe verzekeraars kunnen omgaan met de klant. Sinds 2010 is het programma bij grote verzekeraars geïntroduceerd en vanaf dit jaar is ook een selectie van middelgrote maatschappijen aan de beurt. Vorige maand kwam de Referentiegroep Klantbelang Centraal Middelgrote Aanbieders voor een kick-off bijeen.
Zelfkritisch vermogen
Twaalf mannen en drie vrouwen zoeken een plekje in de zaal, als een van de deelnemers zachtjes tegen zijn buurvrouw zegt: ‘Goede opkomst zeg.’ Het geeft het belang van het onderwerp aan, want het kost alle deelnemers minstens een hele middag. Gastspreker Joost van Katwijk, directeur van Anthago, een nieuw leiderschapsinstituut, gooit meteen de knuppel in het hoenderhok: ‘Wat moeten we doen met krantenkoppen als graaiers in de financiële sector? Of iedere keer weer de oproep dat leider-
fotografie: bart versteeg
schap ontbreekt?’ Hij trekt een mooie, maar vooral veelzeggende parallel met de gezondheidszorg. ‘Als iemand naar het ziekenhuis gaat, is hij ziek tot het tegendeel is bewezen. En als iemand naar de huisarts gaat, is hij gezond tot het tegendeel is bewezen. Ik heb daarnet als buitenstaander op het puntje van mijn stoel gezeten tijdens de discussie tussen jullie en de toezichthouder. De AFM is jullie ziekenhuis en zegt eigenlijk dat jullie ziek zijn totdat het tegendeel is bewezen.’ Van Katwijk weet alle ogen op zich gericht te krijgen en slingert een kritische vraag de zaal in: ‘Hoe denken jullie dat de AFM jullie ziet?’ De antwoorden zijn duidelijk: ‘negatief kritisch’, ‘een partij die weerstand biedt’, ‘defensief’. ‘Ik vind het vooral paternalistisch’, zegt een van de verzekeraars. ‘Ik denk dat de AFM vindt dat wij niet zonder haar kunnen. De lat wordt steeds een beetje hoger gelegd.’ Van Katwijk maakt zijn vraag nog wat concreter: ‘De patiënt is ziek totdat het tegendeel is bewezen. Jullie moeten je steeds maar weer bewijzen?’ ‘Klopt’, antwoordt een van de deelnemers, maar hij noemt de insteek van de AFM ook terecht. ‘Wij hebben immers steken laten vallen en de AFM zoekt naar een oplossing om de sector naar een hoger plan te tillen.’ Azijnzeikerds
Niet iedereen is het met die stelling eens. De AFM zelf zegt een beperkt beeld te hebben van de mate waarin middelgrote maatschappijen het klantbelang centraal stellen. ‘Wij hebben er nog geen uitgesproken oordeel over.’ En volgens de aanwezige verzekeraars gebeurt er juist al veel. ‘Wij zijn behoorlijke azijnzeikerds en het klantbelang centraal vergt veel van ons als bedrijfstak, maar het is niet zonder resultaat.’ De een na de ander komt vervolgens met concrete resultaten. ‘Wij doen veel aan rollenspellen en kijken heel nadrukkelijk naar de samenstelling van onze teams’, zegt er een. ’Wij toetsen intern alles, maar dan ook echt alles aan het belang van de klant’, zegt een ander. Weer een ander roept dat de medewerkers sinds kort cijfers van klanten krijgen over het contact dat ze met de
‘De lat wordt steeds een beetje hoger gelegd’ verzekeraar hebben gehad. ‘Naar aanleiding van die cijfers bellen we ze ook op. Het krijgen van cijfers is in het begin heel leuk, er kwamen zelfs negens binnen. De eerste keer een twee doet pijn, maar het geeft wel inzicht.’ Een van de vrouwen meldt dat er bij haar maatschappij een wall of fame en een wall of shame is. ‘Het gaat er daarbij niet om de medewerker die een foutje maakt te kakken te zetten, maar om duidelijk te maken wat er in huis gebeurt en wat we beter kunnen doen’, legt ze uit. Van Katwijk knikt instemmend. De business waar je in zit, kleurt je blik en dus vraagt hij hoe je kritisch op jezelf blijft. Iemand lacht. ‘We zijn echt een stuk kritischer geworden en de klant is veel centraler komen te staan. Vroeger stelden we onszelf echt niet de vraag of we een product ook zelf wilden hebben. Of aan onze moeder wilden verkopen. Dat doen we nu zowat dagelijks.’ Van Katwijk is onder de indruk. ‘Mystery shopping, de interne beoordeling van chirurgen, dat gebeurt in de ziekenhuiswereld ook, maar jullie palet is veel breder en actiever. Als ik de ziekenhuizen afzet tegen jullie bedrijfstak, zeg ik: petje af. Maar, het draait in werkelijkheid ook om beeldvorming. Is de patiënt ziek of gezond tot-
Verbond en AFM slaan handen ineen Het Verbond werkt samen met de toezichthouder aan de uitrol van het programma Klantbelang Centraal onder middelgrote aanbieders. Het Verbond doet dat vanzelfsprekend vanuit zijn eigen rol en dat betekent volgens beleidsadviseur Annemieke van Kaam vooral dat het Verbond naar synergie tussen het branchebrede programma VerzekeraarsVernieuwen en het Klantbelang Centraal-programma van de AFM zoekt.
VERZEKERAARS VERNIEUWEN
dat het tegendeel is bewezen? Het is een gedachte, maar volgens mij de enige juiste weg: jullie moeten heel primair duidelijk maken waar een verzekering voor is bedoeld. Jullie moeten terug naar de basis!’ Vragen
Voor de kick-offbijeenkomst is ook de AFM uitgenodigd om nog eens toe te lichten wat ze verwacht van middelgrote verzekeraars. Namens de toezichthouder benadrukt Carl Hörchner dat het ‘complex en uitdagend is om de klant centraal te zetten, maar dat het ook energie geeft’. Zijn boodschap is al snel helder: houd het praktisch en maak keuzes. ‘Klantbelang centraal is een containerbegrip en wij snappen dat jullie handvatten willen. Ons doel is het vertrouwen te versterken door nog beter naar de klant te luisteren, doorlopend, en dat is best lastig. Consequent iets goed doen, valt niet mee.’ Het AFM-programma Klantbelang Centraal roept echter ook de nodige vragen op. Vanaf volgend jaar wil de AFM een meting gaan uitvoeren en om de middelgrote verzekeraars op weg te helpen, heeft de toezichthouder een informatiedocument opgesteld. ‘Dat is een stip aan de horizon. Het is niet “de” visie van de AFM hoe het moet. Het “hoe” is aan u’, aldus Hörchner’s collega Aute Kasdorp. De twee AFM-mannen krijgen vervolgens een spervuur van vragen op zich afgevuurd: hoe meten wij ons met anderen? Als ik aan de wet voldoe en die komt uit op een drie, waarom krijg ik dan van jullie een ander cijfer? Hoe kan ik trouwens van een drie een vijf maken? Hoeveel tijd, moeite, inspanning en geld kost me dat? En wat levert het op? Kasdorp antwoordde het een schrikbeeld te vinden om er weer een checklist tegenaan te gooien. ‘Zelfkritisch vermogen is veel belangrijker dan het afvinken van punten. Het gaat uiteindelijk om de verbetering die wij willen zien.’ Een van de aanwezigen gaat rechtop zitten en haalt zichtbaar opgelucht adem: ‘Dus de metingen in het kader van dit programma zijn anders dan de strikt wettelijke audits? Daar ben ik blij mee, want dat betekent dat ik weer mag ondernemen.’
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
9
Ewald Engelen, financieel geograaf
‘Ik schop graag vanaf de zijlijn’ nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
11
Hij staat bekend om zijn scherpe oneliners, ergert zich mateloos aan de bezuinigingsdrift van het kabinet en ziet het liefst dat Nederland vandaag nog uit de euro stapt. Financieel geograaf Ewald Engelen maakt zich met zijn stevige uitspraken niet bij iedereen populair, maar weet de recessie in Nederland wel haarscherp te analyseren. ‘Nog meer lastenverzwaringen zijn enorm schadelijk voor de economie. Ik hoop dat de financiële sector daartegen in het geweer wil komen.’
U hoopt duidelijk op iets anders?
‘Ja, natuurlijk! De afgelopen drie jaar is er al veel te veel bezuinigd. Rutte I begon in 2010 met achttien miljard. Toen dat twee jaar later niet voldoende bleek en het kabinet viel, hebben de oppositiepartijen er twaalf miljard bovenop gedaan. Vervolgens heeft Rutte II er bij zijn aantreden zestien miljard tegenaan gegooid en nu moet er weer zes miljard bij. Denk niet dat we er daarmee zijn. We weten nu al dat het begrotingstekort in 2014 niet genoeg is teruggebracht en dus krijgen we ditzelfde circus over een jaar nóg een keer.’
door nog meer uitkeringsafhankelijken. Kortom: deze lastenverzwaring drijft ons alleen maar verder de recessie in.’ U bent niet de enige criticaster die langs deze lijn redeneert. Hoe kan het dan dat die bezuinigingen er toch komen?
‘Omdat er in Den Haag een sterke beleidsconsensus heerst om door te gaan op de ingeslagen route. In de Macro-Economische Verkenningen van het CPB van september had Henk Kamp het in een voorwoord over een balansrecessie. Die houdt in dat verschillende segmenten in een economie te maken hebben met schulden en hun balansen moeten terugbrengen. Een goede samenvatting die in mijn ogen onderstreept dat je één ding vooral niet moet doen, namelijk: in alle segmenten op hetzelfde moment de balansen terugbrengen. Maar nee hoor, in de allerlaatste zin schrijft Kamp doodleuk “… en dus gaan wij door op de ingeslagen weg”.’ Verbaasde u dat?
‘Ja, eerlijk gezegd wel, al is het vanuit politiek oogpunt natuurlijk niet zo gek. Als coalitiepartijen elkaar nu laten vallen, volgen er verkiezingen en je hoeft maar naar de peilingen te kijken om te weten hoe groot de stok achter de deur is om door te gaan. Politici zijn opportunisten. Ik denk dat ze hopen dat de economie in 2014 aantrekt via de exportsector. En dat ze hopen op een vergeetachtige kiezer.’ IJdele hoop?
‘Ik hoop van wel, maar ik zou aan de andere kant niet raar opkijken als de hoop van de coalitie bewaarheid wordt en deze kabinetsperiode uit twee gezichten bestaat: een tamelijk hopeloze eerste helft en een relatief snel herstel in de tweede helft, waarin de groei weer aantrekt en de werkloosheid licht afneemt.’
Hoe erg is dat?
‘De schade aan de Nederlandse economie wordt groter en groter. Kijk om je heen: het aantal werklozen stijgt, de koopkracht neemt af en het aantal faillissementen is gigantisch. De pest is dat vaak wordt gesproken over bezuinigingen, terwijl het in de praktijk gewoon om lastenverzwaringen gaat. Die kunnen niet op een ongunstiger moment komen dan nu. Nederland heeft zich tussen 1994 en 2008 massaal in torenhoge hypothecaire schulden gestoken. Veel mensen hebben nu alle reserves nodig voor het aflossen van hun hypotheek en dat betekent dat ze dat geld niet gebruiken om uit eten te gaan, een vakantie te boeken of nieuwe voetbalschoenen voor de kinderen te kopen. Als het kabinet het voor die mensen nu nóg zwaarder maakt, gaan ze minder uitgeven dan ze al deden, krijgt de overheid op haar beurt minder belastinginkomsten binnen én wordt ze geconfronteerd met hogere uitgaven
12 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
‘Politici hopen op een vergeetachtige kiezer’
fotografie: ivar pel
Hij is hoogleraar, columnist, auteur en is wel eens omschreven als ‘onconventionele, filosofisch ingestelde wetenschapper die van bikkelen houdt’. Engelen is moeilijk in een hokje te plaatsen en dat komt misschien vooral door de onbekendheid van zijn vakgebied. In een uitzending van Oog om Oog van juni legt hij uit wat een financieel geograaf doet: ‘Het is eigenlijk heel simpel: ik doe onderzoek naar de ruimtelijke verspreiding van kapitaalstromen over deze aardkloot.’ Engelen staat bekend om dat soort rake uitspraken en is juist daarom een graag geziene gast in tv-programma’s. Sinds het uitbreken van de eurocrisis zit hij geregeld aan tafel bij Pauw & Witteman. ‘Niet omdat ik nou zo ijdel ben, maar omdat ik vind dat ik wat kan bijdragen aan de discussie wat goed is voor Nederland’, zegt hij zelf. Die bijdrage weet hij in ieder geval vlijmscherp te formuleren. Toen hij de Miljoenennota in september in handen kreeg, schreef hij ‘zelden zoveel drogredeneringen, desinformatie en halfleugens bij elkaar te hebben gezien’. Op de dag van het interview is het kabinet nog in gesprek over de Miljoenennota met de oppositie. Engelen is geen waarzegger, maar kan de uitkomst nu al voorspellen. ‘Ik vrees dat een aantal oppositiepartijen in ruil voor wat strooigoed gewoon zijn handtekening zet onder het bezuinigingspakket van zes miljard …’
Wat zou u doen als u het nu voor het zeggen had?
‘Het gaat niet alleen om nu, maar ook om vandaag en gisteren. Dat betekent dat je eerst lessen moet trekken uit het verleden. De belangrijkste les is dat een groot deel van de Nederlandse macroeconomische prestaties afkomstig is van private schuldengroei, mede mogelijk gemaakt door een deels ongecontroleerde interbancaire markt. We hebben nagelaten de balansen van banken af te waarderen met alle gevolgen van dien. Toen Lehman Brothers viel en ook andere banken in de problemen kwamen, zijn centrale banken ingestapt om alsnog funding te verstrekken. Banken hebben die funding voor een groot deel ook gebruikt – niet om krediet te verstrekken in de reële economie, maar om het te beleggen in iets meer renderende overheidsobligaties.’
voor de binnenlandse investeringen. En dat leidt tot de derde recessie waar we nu middenin zitten.’ Blijft de vraag: hoe komen we eruit?
‘Volgens mij kan het kabinet maar één ding doen: de lastenverzwaringen teruggeven aan de burgers.’ Hoe reëel is dat, gezien de druk vanuit Brussel?
‘Lastig, dat realiseer ik me heel goed. Toen Rutte I er in Brussel op heeft aangedrongen het keurslijf aan te trekken, heeft het kabinet zich waarschijnlijk niet gerealiseerd dat dat keurslijf Nederland zelf in de weg kon gaan staan. Dijsselbloem kan er nu niet zomaar meer onderuit, want dat zou een 180 graden draai van het beleid zijn.’
Heeft de overheid daar niets van geleerd?
‘Zeker aan het begin van de kredietcrisis heeft het toenmalige kabinet ervoor gezorgd dat huishoudens toch wat te besteden hadden. Denk aan constructies voor parttime werkloosheid en aan infrastructurele investeringen die in de tijd naar voren zijn gehaald. Allemaal heel goed. Maar bij het uitbreken van de eurocrisis is Nederland, net als veel andere landen, collectief op de rem gaan staan. Onze problematiek wordt sindsdien geframed als een publieke schuldencrisis, maar dat is het niet. Alleen in Griekenland is daar sprake van, maar wij hebben hier, net als in Ierland en Spanje, gewoon te maken met een private schuldencrisis. De regering houdt mensen echter voor dat we met een uit de klauwen gegroeide verzorgingsstaat te maken hebben. Met dat verhaal probeert ze steun te verwerven voor beleid gericht op versneld eigen tekorten verminderen met kwalijke consequenties
Het kabinet kijkt bij mogelijke oplossingen ook naar de financiële sector. Wat vindt u daarvan?
‘Dat het kabinet naar de financiële sector kijkt, is logisch, want die heeft een enorm vermogen. Maar we moeten ons goed realiseren dat de verslaving aan goedkope, kortemijn-funding van banken in heel belangrijke mate de oorzaak is geweest voor de stijgende huizenprijzen. Ik las laatst over het voorstel voor een nationaal hypotheekinstituut; in mijn ogen een poging om de funding-problemen van banken op te lossen, terwijl we ons nou juist moeten richten op de betalingsproblemen van huishoudens. Ook bij investeringsfondsen plaats ik vraagtekens. Er is simpelweg te weinig effectieve koopkracht in de Nederlandse economie, waardoor groeiperspectieven van veel markten slecht zijn. Ik zou graag zien dat de financiële sector er bij de overheid veel sterker ➤
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
13
‘Financiële sector mag duidelijke vuist maken’
➤ op aandringt om te stoppen met lastenverzwaringen, omdat die de binnenlandse economie zo beschadigen. Kijk naar de Rabobank. Die moet de stroppenpotten voor het mkb ieder kwartaal ophogen, omdat het aantal faillissementen steeds maar toeneemt. Wat mij betreft mag de financiële sector een duidelijke vuist maken en zeggen: jongens, stop ermee, want jullie staan een verder balansherstel van de financiële sector in de weg.’ Laat de financiële sector zich te weinig horen?
‘Vind ik wel. De financiële sector is natuurlijk zeer gefragmenteerd en kent botsende belangen – dat snap ik, maar ik hoop dat banken, verzekeraars en pensioenfondsen daaroverheen stappen en het collectieve belang voorop durven stellen. Ze zouden één grote coalitie moeten smeden, liefst met andere partijen erbij, zoals het mkb en de vakbeweging.’
Personalia Ewald Engelen (1963) studeerde filosofie aan de Universiteit van Amsterdam en werkte na zijn studie onder andere voor de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. In 2000 promoveerde hij als politiek en sociaal filosoof op een proefschrift over medezeggenschap in grote beursgenoteerde ondernemingen. Engelen is als hoogleraar financiële geografie verbonden aan de UvA. Ook bekleedt hij daar de bijzondere leerstoel Etnisch ondernemerschap namens VNO-NCW. Hij heeft diverse boeken geschreven en is columnist voor De Groene Amsterdammer en Follow the Money. Engelen is getrouwd en heeft een dochter.
Wat wilt u bereiken?
‘Uiteindelijk hoop ik invloed uit te oefenen, omdat ik er stellig van overtuigd ben dat er verkeerd beleid wordt gevoerd.’ Hij lacht even. ‘Niet dat het echt wat uithaalt, maar ik blijf volhouden.’
Waarom intrigeert de crisis u eigenlijk zo?
Voelt u zich wel eens een roepende in de woestijn?
‘Pff, dat is zo gegroeid. Ik ben altijd geïnteresseerd geweest in de verschillende varianten van kapitalisme. Waarom is een Duits bedrijf gefocust op kwaliteit, terwijl een Amerikaans bedrijf zich richt op de aandeelhouders? Ik constateerde al vrij snel dat er veel literatuur voorhanden is over dat soort prikkels bij grote industrieën, maar nauwelijks over de kapitaalmarkten. Daarom ben ik me erin gaan verdiepen. Precies toen ik met mijn door NWO gefinancierde onderzoek over financiële centra bezig was, ging ABN AMRO onderuit en brak de kredietcrisis uit. Sindsdien kwam alles in een stroomversnelling, werd ik gevraagd bij Pauw & Witteman aan tafel aan te schuiven en voor ik er erg in had, was ik de helft van mijn tijd bezig met journalisten te woord staan.’
‘Soms wel, maar ik zie steeds meer roependen. Gelukkig! Neem de discussie over Europa: ik zeg al maanden dat de euro niet meer haalbaar is. In het begin rustte daar een sterk taboe op. Als je in dit land de euro ter discussie stelde, werd je meteen met Wilders geassocieerd. Maar de argumenten vóór de euro vallen steeds verder weg.’
Daarmee maakt u niet altijd vrienden. Zo laat u zich regelmatig kritisch uit over economen …
‘Klopt. Als deze crisis iets duidelijk maakt, is het wel dat die niet puur economisch is. Ga het dan niet als jouw terrein claimen! Economisch onderzoek is heel sterk modelgedreven. Modellen werken prima onder vrij stabiele condities, maar bij condities waarbij we niet weten hoe de dag van morgen, laat staan van overmorgen eruitziet, heb je er in mijn optiek minder aan.’ Benadert u het als financieel geograaf dan anders?
‘Financieel geografisch onderzoek is empirisch onderzoek, waar-
14 VERZEKERD!
bij de vraag centraal staat waarom verschijnselen zich voordoen zoals ze zich voordoen. Ik pas dus geen modellen toe in de praktijk, maar kijk wat er in de praktijk gebeurt en probeer daar patronen in te ontdekken. Deze crisis raakt een hele samenleving en is vergelijkbaar met de crisis van de jaren dertig. Ik vind het ontzettend belangrijk dat we goed interpreteren wat er toen is gebeurd, wat er nu gebeurt en welke lessen we daaruit kunnen trekken. Daarom observeer ik continu, schrijf ik columns, tweet ik veelvuldig en treed ik op in de media. Ik krijg wel eens de kritiek dat ik het zou doen om aandacht te trekken en dat ik een ijdeltuit ben, maar dat is echt onzin. Ik heb gewoon een diep doorvoelde bekommernis bij het wel en wee van dit land en maak me druk over wat er gebeurt.’
nummer 5, november 2013
Toch is de euro er nog steeds, terwijl u een paar jaar geleden voorspelde van niet …
‘Klopt, maar de onevenwichtigheden tussen de lidstaten nemen alleen maar toe. Die kun je wel ondervangen door constante transfers van noord naar zuid, maar hoe lang gaan we dat volhouden? Wat politici doen, is bouwstenen realiseren die de muntunie tot een transferunie maken, zonder dat het eerlijke verhaal wordt verteld. Daarom vind ik ook dat niet de zwakste, maar de sterkste landen uit de euro moeten stappen.’ Heeft u wel eens overwogen om de politiek in te gaan?
‘Nee, nooit! Zou ook niet verstandig zijn, vrees ik. Op mijn columns krijg ik vaak de feedback dat het zo fraai is dat ik met m’n hele persoon sta achter de dingen die ik schrijf. Als politicus moet je bereid zijn water bij de wijn te doen en daar zou ik doodongelukkig van worden. Ik voel me prettig bij het schoppen vanaf de zijlijn.’
<
OVER DE GRENS
De borsten van Dolly Parton, de stem van Marlène Dietrich, de neus van Ilja Gort en de glimlach van America Ferrera (Ugly Betty). Als je tegenwoordig een beetje belangrijk bent, laat je een lichaamsdeel verzekeren. Het jubilerende Lloyd’s of London, dat 325 jaar bestaat, weet daar wel raad mee …
Lloyd’s, begonnen in 1688 als een koffiehuis, is anno 2013 dé grootste verzekermarkt van de wereld. Van oorsprong is Lloyd’s gespecialiseerd in scheepvaartverzekeringen, maar tegenwoordig is het concern van alle markten thuis. De grote variatie aan verzekeringen maakt Lloyd’s tot het meest bekende, maar misschien ook wel het moeilijkst te verklaren verzekeringsfenomeen. Het concern is namelijk niet zomaar een bedrijf of verzekeraar, maar een besloten ontmoetingsplaats waar aanbieders en vragers van verzekeringen elkaar ontmoeten om zaken te doen. Zou Edward Lloyd, die aan de wieg van Lloyd’s of London stond, in 1688 ooit voor mogelijk hebben gehouden dat 325 jaar later het merk still going strong is? Claims en catastrofes
In al die jaren zijn een heleboel grote gebeurtenissen en catastrofes de revue gepasseerd waar Lloyd’s mee te maken heeft gehad. Op de website worden deze categorisch beschreven. Misschien wel de meest bekende catastrofe waar de naam van Lloyd’s mee is verbonden, is het vergaan van de Lutine in 1799. Dit schip verging vlakbij Vlieland en Lloyd’s vergoedde de schade. Van het schip werd overigens alleen de bel teruggevonden. Deze werd eigendom van Lloyd’s en tot 1978 werd de bel geluid om het
Van koffiehuis tot grootste verzekermarkt lot van een schip aan te geven. Eén keer bellen betekende dat het schip was gezonken en bij twee keer bellen kwam het schip alsnog in de haven aan. In de huidige moderne tijd hoeft dat natuurlijk niet meer, maar toch is de bel nog altijd pertinent aanwezig op de marktvloer als een herinnering aan het gevaar. Ook wordt hij ceremonieel gebruikt, bijvoorbeeld na de aanslagen van 11 september. De Titanic en 9/11
De naam van Lloyd’s is ook voor altijd verbonden aan de Titanic, die op 14 april 1912 tegen een ijsberg botste en waardoor ruim 1.500 passagiers verdronken. Het slechte nieuws bereikte
Lloyd’s of London bestaat 325 jaar
Lloyd’s destijds als eerste. De verzekeringsmarkt keerde de schade binnen dertig dagen uit. De Titanic geldt als één van haar grootste verliezen. Een ander groot verlies was september 2011, met de aanslagen op het World Trade Center. Niets kon de wereld voorbereiden op een ramp van deze omvang. De verzekeringswereld had nog nooit te maken gehad met een gebeurtenis die mensen zo persoonlijk raakte. De aanslagen waren het op één na grootste verlies van Lloyd’s. Het jaar 2011 staat bekend als een catastrofejaar, met veel natuurrampen en dus veel claims. In totaal werd er voor 20,6 miljard dollar (!) uitgekeerd, maar Lloyd’s is ondanks alle claims en catastrofes financieel sterk gebleven. Vandaag de dag is het concern in meer dan tweehonderd landen actief. Matt Fairfield, oprichter van een verzekeringsorganisatie met vestigingen over de hele wereld, zei ooit: ‘If you’re in the insurance business and you want global exposure, you want to be in Lloyd’s.’ Maar, wil een maatschappij zich aansluiten bij Lloyd’s, dan moet zij wél eerst kunnen aantonen volledig klaar te zijn voor de lancering van Solvency II ...
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
15
DE POLIS
‘Leegstand raakt ons allemaal’ Verzekeringen zijn er in alle soorten en maten. Iedereen kent de auto-, inboedelen zorgverzekering wel, maar verzekeraars doen meer. Dit keer: het verzekeren van leegstaande panden, waarvoor de VAN (Verenigde Assurantiebedrijven Nederland) sinds kort een oplossing aanbiedt.
De cijfers liegen er niet om. Van de 7,2 miljoen woningen in Nederland staat ruim vier procent leeg. Bij winkels is het probleem twee keer zo groot en van alle kantoorpanden in Nederland staat zelfs zestien procent leeg. Diverse schattingen wijzen uit dat die percentages alleen maar verder toenemen. Zo voorspelde ABN AMRO begin dit jaar dat de winkelleegstand in 2020 zal zijn verdubbeld. Al die lege panden zijn niet alleen lastiger te verkopen, maar kunnen ook moeilijker worden verzekerd. Een leeg huis of bedrijfspand is namelijk een makkelijk doelwit voor vandalen. Bovendien blijft schade vaak onopgemerkt, bijvoorbeeld als er een leiding springt. Een opstalverzekering kan daarom niet altijd ongewijzigd worden voortgezet. Sommige verzekeraars wijzigen de premie bij leegstand; andere passen na verloop van tijd de voorwaarden aan, waardoor vorstschade of inbraak niet langer is verzekerd. Andere verzekeraars beëindigen na verloop van tijd (bijvoorbeeld twee jaar) de dekking.
Maatschappelijk belang
De Verenigde Assurantiebedrijven Nederland (VAN), verantwoordelijk voor de merken Rialto en Bavam, is gespecialiseerd in het bedenken van oplossingen voor moeilijk verzekerbare risico’s. Dat juist zij vragen kregen over het verzekeren van leegstand, is volgens manager Lodie van Duijse dan ook niet zo verwonderlijk. ‘Een paar jaar geleden kwam er wel eens een aanvraag binnen voor het verzekeren van leegstand, maar dat was sporadisch. Sinds dit jaar wordt er echter steeds vaker een beroep op ons gedaan. Daarom hebben we dit voorjaar besloten de verzekerbaarheid te onderzoeken.’ De VAN deed dat niet zomaar, benadrukt Van Duijse. ‘Als er schaarste is in de markt en het vanuit maatschappelijk oogpunt van belang is dat iets of iemand is verzekerd, dan stappen wij daarin. De maatschappelijke behoefte was in dit geval duidelijk: hypotheekverstrekkers stellen een opstalverzekering vaak verplicht. Als je zo’n verzekering niet kunt afsluiten, heb je een probleem. En geloof me, dat probleem raakt ons allemaal, want iedereen kan met leegstand te maken krijgen. Dat zien we ook terug in de aanvragen: ze komen uit alle regio’s en van zowel
‘De aanvragen komen uit alle regio’s’ 16 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
particulieren als bedrijven. Dat de crisis iedereen raakt, merken wij met dit product heel sterk.’ Leegstandbeheer
De VAN biedt sinds mei dit jaar een verzekeringsoplossing aan en heeft intussen ruim honderd aanvragen behandeld. Van Duijse: ‘Kort door de bocht kun je zeggen dat het vaak om een “kale” brandverzekering gaat. De voorwaarden wijken niet zoveel af van een verzekering voor een bewoond pand, alleen hebben we de dekking tot brand, storm en bliksem ingeperkt. Wat dat in de praktijk betekent, verschilt per pand. Het maakt voor het bepalen van het brand- en inbraakrisico namelijk nogal wat uit of we een rijtjeshuis middenin een drukke woonwijk verzekeren met een netjes aangeharkte tuin en veel sociale controle, of een verlaten en slecht onderhouden kantoorpand op een afgelegen bedrijfsterrein. Bij de risicobeoordeling kijken we daarom met de klant waar hij behoefte aan heeft en wat we samen kunnen doen om de risico’s zo beheerst mogelijk te houden, onder andere via leegstandbeheer. We spreken dan bijvoorbeeld af dat een makelaar of leegstandbeheerder regelmatig kijkt hoe de woning erbij staat of dat de klant zorgt dat het schilderwerk en de tuin worden bijgehouden. Het is dus maatwerk, en het is pionieren. Maar als het lukt en we mensen een oplossing kunnen aanreiken, geeft dat ontzettend veel voldoening.’
<
COLUMN
de sleutel van de banenmachine Nederland is een politiestaat. Militairen maken hier de dienst uit. Overdreven? Vooruit. Maar Nederland is wel een land waar de overheid veruit de grootste werkgever is. Het overzicht van de honderd grootste werkgevers in Nederland naar het aantal arbeidsplaatsen dat de Volkskrant jaarlijks publiceert, is smullen geblazen. Het werpt namelijk een verrassende blik op de Nederlandse economie. Verreweg de grootste werkgevers zijn de politie en Defensie (samen meer dan 125.000 arbeidsplaatsen) en ruim de helft van de werkgelegenheid in de top twaalf komt voor rekening van overheidsdiensten. Drie ex-staatsbedrijven (KLM, KPN en PostNL) staan erin, evenals drie banken (Rabo, ING en ABN Amro) en één supermarkt (Ahold). Drie verzekeraars in top 100
Daal je verder af in de top 100, dan valt nog veel meer op. Bij de gemeente Amsterdam werken bijvoorbeeld meer mensen dan bij Philips. Philips – ooit goed voor honderdduizend banen – telt nog maar 13.000 werknemers in Nederland, maar is wel de hoogst genoteerde industriële onderneming. De gemeente Rotterdam heeft meer werknemers dan Shell of de hoogovens van Tata Steel en bij het ministerie van Economische Zaken werken meer mensen dan bij VDL, de Brabantse industriegroep die de autofabriek in Born met steun van EZ heeft overgenomen. De enige verzekeraars in de top 100 zijn Nationale-Nederlanden, als onderdeel van ING, op plaats acht, Achmea (dertien) en Delta Lloyd (83). Afgezien van de overheid behoren supermarktketens, zorginstellingen, universitaire ziekenhuizen en facilitaire dienstverleners tot de grootste werkgevers. Onze multinationals (Shell, Philips, Unilever, Akzo) hebben wel hun hoofdkantoor in Nederland, maar hun banen bevinden zich elders in de wereld. Het patroon van de werkgelegenheid laat zien dat de Nederlandse economie niet rust op de maakindustrie, maar op zorg en dienstverlening. Industrieën hebben hun fabrieken verplaatst, dat kunnen detailhandelaren met hun supermarkten onmogelijk doen. Onderwijs- en zorginstellingen zijn ook plaatsgebonden: ze kunnen niet uitwijken naar lagelonenlanden, maar wel goedkoop personeel uit die landen aantrekken om hier het laaggeschoolde werk te doen. Over een lange periode is het zwaartepunt in de Nederlandse economie verschoven van de landbouw naar de industrie, ver-
volgens naar de dienstensector en tegenwoordig naar de zorgverlening. Nederland is hard op weg een zorgeconomie te worden, gefinancierd door collectieve uitgaven. Twee derde van de overheidsinkomsten uit premies en belastingen gaat jaarlijks naar zorg en sociale zekerheid. Onbalans
De top 100 van grootste werkgevers illustreert een onbalans in de economische structuur van Nederland. De overheid is de grootste werkgever. Zorginstellingen, uitkeringsinstanties en facilitaire bedrijven zijn sterk vertegenwoordigd. Universitaire ziekenhuizen zijn uitgegroeid tot medische complexen met een enorme personeelsomvang. De meeste werkgelegenheid van de top 100 betreft nationaal opererende ondernemingen, geen bedrijven die zich op de wereldmarkt manifesteren. Innovatieve of beursgenoteerde bedrijven zijn in de minderheid. Als de werkgelegenheid voor zo’n groot deel te vinden is in de collectieve sector, ontstaat er een probleem als het slechter gaat met de economie. Als er moet worden bezuinigd, vallen de klappen in de collectieve sector. Maar daar verlopen aanpassingen traag en ze zijn onderhevig aan politieke afwegingen. Particuliere bedrijven kunnen makkelijker en vooral sneller reageren op veranderende marktomstandigheden dan overheden.
Roel Janssen is financieel-economisch journalist en heeft lang voor NRC Handelsblad gewerkt. Hij schrijft thrillers en non-fictieboeken over economie. Begin 2012 verscheen zijn jongste boek De Euro, twintig jaar na het Verdrag van Maastricht.
Banenmachine stagneert
Nu Nederland kampt met het hoogste werkloosheidspercentage van de afgelopen dertig jaar, zijn we naarstig op zoek naar de sleutel van de banenmachine. Waar bevindt die zich? De banenmachine van de grootste werkgevers stagneert. Op een enkele uitzondering na valt daar de komende jaren geen spectaculaire groei van de werkgelegenheid te verwachten. Het midden- en kleinbedrijf en de eenpitszaken van zzp’ers vallen buiten de top 100. Maar al die kleine en middelgrote ondernemingen samen bieden wél veel werkgelegenheid. De plaatselijke detailhandel, onderhoudsfirma’s, bouwbedrijfjes, creatieve starters, toeleveranciers, familiebedrijven en ondernemingen op bedrijventerreinen: zij leveren het gros van het aanbod van particuliere werkgelegenheid dat zelden de media of het publieke debat bereikt. Die kleine banenmachines moeten we koesteren.
<
© Roel Janssen, Den Haag
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
17
WELLES
‘Big Data is het nieuwe goud’
In het TNO-rapport Oog voor innovatie worden diverse maatschappelijke en technologische innovaties belicht die op de verzekeringssector afkomen. Eén daarvan is Big Data, een spannend onderwerp, waarover de meningen verdeeld zijn. ‘Big Data is goud’, vindt verzekeraar Robert Witteveen. ‘Ik houd mijn hart vast’, zegt journalist Brenno de Winter.
fotografie: frank krijger
Robert Witteveen, strategisch marketeer REAAL:
18 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
‘Big Data is goud. Daar geloof ik heilig in. Als verzekeringsbranche beschikken we over een ongelooflijke hoeveelheid data en als we daar op een andere manier naar (leren) kijken, levert dat ons veel nieuwe inzichten op. Laat ik een simpel voorbeeld geven: het rekeninstituut van het Verbond (CVS) heeft veel informatie van alle verzekeraars bij elkaar. Als het alle autoschaden zou analyseren, dan kunnen we bijvoorbeeld aangeven waar de zwakke punten in ons wegennet zitten. We weten immers waar en wanneer een schade zich voordoet en wat de oorzaak (en het gevolg) is. Als we daar, bijvoorbeeld via het KNMI, het weer van die dag aan koppelen en via het KLPD de verkeersomstandigheden, dan krijgen we vanzelf boven water welke rotondes, kruispunten en fietspaden meer risico opleveren dan andere plekken. Vervolgens kunnen diverse instanties, waaronder de overheid, heel gericht maatregelen treffen om de situaties te verbeteren. Ander voorbeeld betreft inbraken. We weten precies waar en wanneer een inbraak heeft plaatsgevonden. Als we die informatie combineren met andere inbraken die in de buurt plaatsvinden, kunnen we patronen (leren) ontdekken. Die patronen kunnen we dan weer gebruiken om inbraken in de toekomst te voorkomen. Door een betere preventie, maar ook doordat
we beter zicht hebben op hoe het inbrekersgilde te werk gaat. Big Data leidt tot nieuwe inzichten en het zou mooi zijn als dat inzichten zijn die we op voorhand nooit hadden kunnen vermoeden. Mijn verwachting is dat Big Data de wereld zal helpen veranderen. Verbeteren zelfs, want meer inzichten leveren ook meer mogelijkheden op. Als bedrijfstak moeten we dan wel stoppen met het old school denken. Wij proberen inzichten vaak voor onszelf te houden en willen daar ons voordeel mee doen. Dat is niet meer van deze tijd en past ook niet bij de wereld waarin wij leven. Die wereld is veel transparanter geworden en dat is ook wat de klant van ons eist. We moeten de data en de inzichten die we hebben dus veel meer met elkaar delen. Stel, ik werk bij maatschappij X en heb een inzicht verkregen waar de klant van een andere maatschappij ook zijn voordeel mee kan doen. Moet ik dat inzicht dan voor mezelf houden of is het beter om het te delen? Ik vind dat wij als financiële dienstverleners een belangrijke nutsfunctie vervullen. We moeten ervoor zorgen dat de maatschappij kan blijven draaien en het delen van de inzichten die we individueel verwerven, kan daarbij helpen. Geloof mij nou maar: Big Data is het nieuwe goud van onze branche en dus ook voor de hele maatschappij.’
<
‘Big Data is (ook) gevaarlijk’
NIETES
Brenno de Winter, onderzoeksjournalist: ‘Ik snap heus wel dat we Big Data niet meer kunnen terugdraaien, maar ik houd mijn hart zo nu en dan vast. Er lopen megaprojecten vanuit overheidswege in Rusland en de VS, maar het is onduidelijk of daar nog enige regie op is. Het gaat jou als individu wel aan, maar je hebt er niks meer over te zeggen. Ik vind dat gevaarlijk. Kijk naar Facebook, daar weten ze meer van jou dan jij van jezelf. Ze weten bij wijze van spreken eerder dat je verliefd bent dan dat je het zelf door hebt. Hoe meer data je hebt, hoe meer conclusies je kunt trekken. Leuk, maar daar kunnen ook verkeerde tussen zitten. Verzekeraars kunnen via Big Data bijvoorbeeld heel makkelijk werken aan sociale uitsluiting. En dan kan iemand wel weer roepen dat er waarborgen moeten hangen aan het gebruik, maar kom op zeg: dat is de wereld op zijn kop. Eerst gaan we lukraak met Big Data aan de slag om later te zeggen: oeps, we moeten de boel toch maar een beetje inperken. Als we één ding van PRISM hebben geleerd, dan is het wel dat Big Data geen verandering teweeg heeft gebracht. Tenminste, niet aan de kant van de Amerikaanse overheid. Bezint eer ge begint, zou ik willen zeggen. Misbruik van persoonsgegevens voorkom je niet, want informatie is macht. En hoe je het ook wendt of keert, mijn belangen zijn en blijven
contrair aan die van een verzekeraar of dienstverlener. De enige remedie is zwaar straffen. We hebben een Wet bescherming persoonsgegevens en die moet strikt worden gehanteerd. Wat ik verzekeraars wil meegeven? Ik zou ze op het hart willen drukken dat ze op de juiste manier met Big Data moeten omgaan. Ik ben namelijk helemaal niet tegen Big Data. Integendeel. Het gebruiken van kennis is alleen maar positief. Maar, verzekeraars zijn ook hardleers. Hun reputatie is slechter dan ooit en dat komt omdat ze niet genoeg met hun tijd meegaan. De winst van Big Data zit in de maatschappij, niet bij de individuele klant. Zorgverzekeraars hebben nu een enorme drang om toegang te krijgen tot medische dossiers, maar vergeten ondertussen besparingen van honderden miljoenen te realiseren door de zorg iets anders in te richten. We zijn heel langzaam verschoven van een individualistische maatschappij, waar status heel belangrijk is, naar een meer collectieve maatschappij waar de sociale cohesie er weer toe doet. Alleen als verzekeraars Big Data gebruiken vanuit hun maatschappelijke rol en voor maatschappelijke doeleinden, voegen ze iets toe. Vroeg of laat krijgen ze die vraag ook vanuit de maatschappij: wat voeg jij toe? Wat leg jij nou eigenlijk op tafel? Daar kunnen ze maar beter op voorbereid zijn.’
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
19
Niek Hoek, CEO Delta Lloyd
‘mkb is de motor van Het mkb zit in zwaar weer. Jonge ondernemingen en bedrijven in krimpsectoren krijgen bij de bank moeilijk financiering. In juli kwam een commissie onder leiding van Niek Hoek (CEO van Delta Lloyd) met concrete aanbevelingen om dit probleem aan te pakken. Verzekeraars gaan krachtiger bijdragen aan de financiering van het mkb, belooft Hoek. ‘Wij zijn gebaat bij een gezond mkb.’
Verzekeraars zitten geregeld samen met de pensioenfondsen en het kabinet om de tafel. Doel van dit overleg is te bekijken hoe institutionele beleggers, zoals verzekeraars, een rol kunnen spelen bij het aanpakken van knelpunten in de Nederlandse economie. Een van die knelpunten is de financiering van het midden- en kleinbedrijf. De indruk bestaat dat bedrijven bij de bank nauwelijks nog aan leningen kunnen komen. De haperende kredietverlening remt de ontwikkeling van het mkb, en daarmee onze economische groei en werkgelegenheid. Minister Henk Kamp van Economische Zaken heeft mij gevraagd dit probleem te onderzoeken en op basis daarvan met concrete oplossingsrichtingen te komen. De commissie-Hoek bestaat uit leden van Delta Lloyd, het Verbond van Verzekeraars en The Boston Consulting Group. In juli heb ik ons rapport Verkenning MKB-financiering aan de minister overhandigd. Sindsdien zijn verzekeraars en de overheid druk bezig met de praktische uitwerking van onze voorstellen. Misverstand
De commissie heeft voor het eerst de problematiek van de mkb-financiering in kaart gebracht. Eén misverstand hebben we in elk geval de wereld uit kunnen helpen: het is niet zo dat banken in Nederland nauwelijks leningen verstrekken aan het midden- en kleinbedrijf. De realiteit is juist dat het mkb zwaar steunt op bankfinanciering, hoofdzakelijk van de drie grootbanken. De banken zijn goed voor tachtig procent van de kredietverlening. Uiteraard maakt dat het mkb kwetsbaar voor afnemende kredietverlening door de banken. Acuut
Tot voor kort was er sprake van een forse groei van de zakelijke kredietverlening in Nederland. Daar staat tegenover dat de markt voor kleine kredieten (tot 250.000 euro) sinds 2010 met vier procent per jaar is gekrompen. Deze kleine kredieten vormen weliswaar een bescheiden deel van de totale zakelijke kredietverlening, maar het gaat wel om een zeer groot aantal mkb-bedrijven dat erdoor wordt getroffen. Meer dan veertig procent van de kleine bedrijven die financiering zoeken buiten de bestaande kredietruimte ondervindt daarbij problemen. Dat is twee keer zoveel als voor het mkb als geheel. Daarnaast zien we dat de problemen acuut zijn in specifieke sectoren. De kredietverlening droogt het sterkst op in krimpsectoren als bouw, non-food retail en de commerciële dienstverlening. Andere mkb-ondernemers die in de knel komen, zijn de “grensgevallen”; zij die onder gunstiger economische omstandigheden financiering kregen, maar buiten de boot vallen nu het minder gaat en de eisen relatief zijn opgeschroefd. Een laatste getroffen groep betreft de starters. Die zijn altijd al moeilijk te financieren met vreemd vermogen, maar worden in een stagnerende economie extra zwaar getroffen.
‘wij kunnen bijdragen aan een beter perspectief voor het mkb’ 20 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
VISIE
onze economie’ BV Nederland
Voor verzekeraars is dit ook een zorgelijke ontwikkeling. Verzekeraars zijn gebaat bij een gezond mkb. Het mkb is namelijk de motor van onze economie, goed voor de helft van ons bruto nationaal product. Bovendien hebben verzekeraars honderdduizenden mkb-klanten. De behoeften van de Nederlandse samenleving en van de verzekeraars liggen in elkaars verlengde. Als het verzekeraars lukt om de economie een impuls te geven, krijgt ook de sector weer betere perspectieven. Nu al investeren verzekeraars meer dan de helft van hun beheerde vermogen van 400 miljard euro in Nederland, bijvoorbeeld via obligaties, aandelenbelangen en beleggingen in hypotheken. Als grote investeerders in de bv Nederland zijn we gaan nadenken of we een alternatieve financieringsbron kunnen ontwikkelen. Op die manier vergroten we de diversiteit van het kredietaanbod en ontstaan er voor het mkb weer nieuwe mogelijkheden om te ondernemen. Investeringsfonds
Acht verzekeraars hebben toegezegd samen 180 miljoen euro te steken in een mkb-investeringsfonds. Inclusief de bijdragen van de twee grootste pensioenfondsen staat de teller op 230 miljoen. Dat geld kunnen we inzetten voor de langetermijnfinanciering van het mkb. Wellicht dat nog andere verzekeraars en pensioenfondsen bij het initiatief aansluiten. Anders dan voor de banken is kredietverlening voor verzekeraars geen kerntaak. We zijn er niet op toegerust om op grote schaal kredietaanvragen te verwerken en te beoordelen. Daarom sluiten we aan bij bestaande initiatieven. Circa 30 miljoen euro gaat naar Qredits, een organisatie die ondernemers helpt bij het verkrijgen van kredieten tot 50.000 euro (zie kader). Voor de wat grotere kredieten zijn we in gesprek met twee partijen die ons in dit proces kunnen begeleiden. Ik verwacht dat we eind dit jaar de eerste leningen kunnen verstrekken. Groot voordeel van collectieve financiering is dat de risico’s worden gespreid over de deelnemende institutionele beleggers. Dat is van belang als je bedenkt dat één op de vijf zakelijke bankkredieten inmiddels onder “speciaal beheer” valt en dus een probleemkrediet is. Als het misgaat met een bedrijf dat een lening heeft ontvangen, wordt het verlies uitgesmeerd over meerdere partijen. Omgekeerd zullen nooit alle bedrijven die een lening hebben ontvangen tegelijkertijd in financiële problemen raken.
Qredits Qredits is een landelijke non-profitorganisatie voor startende ondernemers en kleine bestaande bedrijven. Zij kunnen er terecht voor begeleiding bij kredietaanvragen en voor microfinanciering (kredieten tot 50.000 euro). Vanaf 1 november zal Qredits ook grotere kredieten (tussen 50.000 en 150.000 euro) aanbieden. Qredits is een samenwerkingsverband van een aantal banken en de Bank Nederlandse Gemeenten en wordt mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Rijk.
Kapitaaleisen
Wel merk ik op dat verzekeraars bij mkb-financiering vergelijkbare problemen zullen ervaren als de banken op het gebied van rentabiliteit en regelgeving. In de huidige voorstellen van het nieuwe toezichtkader Solvency II is het voor verzekeraars relatief onaantrekkelijk om krediet te verlenen aan het mkb. Verzekeraars moeten hoge buffers aanhouden, omdat investeringen en kredietverstrekking aan het mkb als risicovol worden gezien. De strenge kapitaaleisen – ook voor de banken – bedreigen de kredietverlening aan het mkb. Het zou goed zijn als de eisen meer in lijn komen met de werkelijke risico’s, zonder daarbij afbreuk te doen aan de stabiliteit van het financiële systeem. Toezichthouders en overheid kunnen ook op een andere manier een rol spelen bij de aanpak van het financieringsprobleem. Garantieregelingen blijven tot nog toe onderbenut, dus het is zaak ondernemers daar nadrukkelijker op te wijzen. De kwaliteit van de kredietaanvragen, die nogal eens te wensen overlaat, kan omhoog door betere voorlichting en educatie. Met fiscale prikkels kan het kabinet bovendien de opbouw van eigen vermogen door mkb-bedrijven stimuleren en de afhankelijkheid van vreemd vermogen verminderen. Critici zullen misschien zeggen dat het een druppel op de gloeiende plaat is. Ik heb ook niet de illusie dat verzekeraars dé oplossing hebben voor het probleem. Maar ik denk wel dat we op deze manier kunnen bijdragen aan een beter perspectief voor het mkb.
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
21
Dat wetenschap en praktijk op elkaar moeten aansluiten, klinkt als een open deur, maar hoe zorgt een verzekeraar nou dat hij over objectieve cijfers beschikt waar hij ook echt wat mee kan? Die vraag stond centraal tijdens de Science Course die het Verbond onlangs organiseerde. Hoogleraren van ACIS (Amsterdam Centre for Insurance Studies) gingen in gesprek met verzekeraars om de ultieme onderzoeksvraag te formuleren.
‘Wetenschap en verzekeringspraktijk kunnen elkaar versterken’ Dat niet alle verzekeraars weten wat ACIS voor hen kan doen, wordt al snel duidelijk tijdens de aftrap. Voor welke onderzoeken kunnen verzekeraars een beroep doen op ACIS? Wat zijn de criteria? Doet het instituut ook marktonderzoeken? En wat is eigenlijk het voordeel ten opzichte van “gewone” onderzoeksbureaus? ACIS-directeur Marc Hendrikse (hoogleraar handelsrecht en verzekeringsrecht aan de Open Universiteit) laat over die laatste vraag geen misverstand bestaan. ACIS is volgens hem niet alleen objectief en onafhankelijk, maar beschikt ook over specifieke verzekeringsexpertise, zoals over onderwerpen als het provisieverbod, Solvency II en de en bloc-clausule. ‘Ons voordeel zit in de kruisbestuiving. We kijken niet alleen naar de juridische aspecten van een vraagstuk, maar nemen bijvoorbeeld ook de economische en actuariële kant mee. Daarnaast zijn we gelieerd aan de universiteit. Docenten die lesgeven bij de master Verzekeringskunde kunnen ervaringen uit de praktijk direct meenemen in hun vak en omgekeerd kunnen zij tijdens de lessen ingaan op de meest recente bevindingen uit de wetenschap.’ Mythe of waarheid?
Om te laten zien om wat voor soort bevindingen het dan gaat, gaan drie onderzoekers in een soort Mythbusters-achtige setting in op (verzekerings)mythes met als insteek: zijn ze waar of niet? Hoe zit het bijvoorbeeld met vrijdag de dertiende? Gebeuren er op die dag meer onge-
22 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
lukken? Alex Hoen van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) maakt aan die mythe resoluut een eind, want het antwoord is nee. ‘Sterker nog, op vrijdag de dertiende gebeuren zelfs minder ongelukken. Op gewone vrijdagen krijgen verzekeraars zo’n 750 opstal- en 1.300 inboedelschaden binnen, terwijl dat er op een vrijdag de dertiende “maar” 500 respectievelijk 900 zijn’, aldus Hoen.
Vijf jaar ACIS ACIS is vijf jaar geleden opgericht door de Universiteit van Amsterdam, in samenwerking met het Verbond, dat een opstartsubsidie ter beschikking heeft gesteld. Bij het instituut zijn ruim vijftig onderzoekers uit binnen- en buitenland aangesloten, die zich behalve met onderzoek ook bezighouden met lesgeven. Zo verzorgen diverse hoogleraren modules aan de masteropleiding Verzekeringskunde. Sinds de oprichting heeft ACIS 500 onderzoeken/publicaties/artikelen uitgebracht en hebben 2.500 mensen een ACIS-bijeenkomst of symposium bijgewoond. Verzekeraars kunnen medewerkers laten promoveren bij ACIS of een leerstoel sponsoren. Ook is het mogelijk financieel bij te dragen aan een multidisciplinair onderzoek. Meer weten over de mogelijkheden? Kijk op http://acis.uva.nl.
Jac Rinkes, (onder andere) hoogleraar Europees en Vergelijkend Verzekeringsrecht aan de UvA, heeft naar eigen zeggen minder pakkende mythes in petto (‘verzekeringsrecht is nou eenmaal niet zo spannend’), maar laat zien dat veel aannames in de praktijk genuanceerd liggen. ‘Zo zou je verwachten dat het materiële verzekeringsrecht identiek is in alle EU-lidstaten, maar niets is minder waar. Nederland en Slovenië hebben als enige Europese landen geen wettelijke regeling voor risicoverzwaring en dat is voor verzekeraars uitermate onhandig. Daarom zijn we binnen ACIS aan het kijken hoe Nederland zich verhoudt tot de Europese regelgeving en waar mogelijke verbeteringen zitten.’ Roger Laeven, hoogleraar Verzekeringseconomie aan de UvA, sluit af met mythes die het meest tot de verbeelding spreken. “Pensioengaranties zijn onbetaalbaar” is er één van. ‘Die stelling is niet waar. Natuurlijk verschilt het over wat voor soort garanties je het hebt, maar slimme nominale garanties (niet corrigerend voor inflatie) zijn wel degelijk betaalbaar en bieden zelfs interessante aanknopingspunten voor verzekeraars in de derde pijler’, aldus Laeven. Zijn tweede mythe, “verzekeraars genereren evenveel systeemrisico als banken”, ontkracht hij eveneens. ‘Natuurlijk kunnen verzekeraars systeemrelevant zijn, maar dat is dan vaak omdat ze, via niet-kernactivtiteiten, meer op banken zijn gaan lijken. Kijk maar naar AIG. In de kern kan er bij verzekeraars echter geen insurer run ontstaan, zoals bij banken als ieder-
NIEUWS SOS bestaat dertig jaar. Een hele prestatie …
‘Dat vinden wij ook. In dertig jaar is er veel gebeurd. Wij zijn van een afdeling die door een paar verzekeraars is opgericht – met oneerbiedig gezegd vijf man, een paar ordners en een telefoonlijn – gegroeid naar een internationaal bedrijf met 250 mensen dat 24/7 in touw is voor allerlei banken, verzekeraars, leasemaatschappijen en thuiszorgorganisaties. Naast medische hulpverlening op reis en hulp aan automobilisten bestaat onze dienstverlening ook uit bancaire diensten (bijvoorbeeld het blokkeren van bankpassen) en telemedische diensten, zorg op afstand. Ik zeg altijd dat onze basis er nog steeds is, maar we zijn wel veel breder en diverser georiënteerd.’
UITGELICHT
Welke gebeurtenis in die drie decennia heeft jullie het meest geraakt? een ineens zijn spaargeld van zijn rekening haalt. Het valt me op dat daar in wet- en regelgeving weinig rekening mee wordt gehouden. Neem Solvency II; daar zie je Basel III heel duidelijk in doorklinken. Nou ben ik “maar wetenschapper” en ik ga niet over het beleid, maar de regelgeving voor verzekeraars is in mijn ogen niet altijd geënt op de juiste gronden.’ Onderzoeksvragen
Na de luchtige aftrap wordt het tijd voor een stukje praktijk: aan wat voor soort onderzoeksgegevens hebben verzekeraars behoefte? De deelnemers gaan in twee groepen uiteen. Aan beide tafels komen de meest uiteenlopende onderwerpen voorbij: klantgerichtheid, provisieverbod, beloningsstructuur, prijsbeleid en cyberrisico’s. Niet ieder onderwerp leent zich voor een wetenschappelijk ACIS-onderzoek. Zo is groep één nieuwsgierig of bedrijven die veel weten over klanten, klantgerichter zijn en het dus ook beter “doen”. Hendrikse antwoordt daarop meteen dat “beter” in de wetenschap een lastig woord is. ‘Voor dit soort vragen moet je misschien een klanttevredenheidsonderzoek door een marktbureau laten uitvoeren.’ Andere onderwerpen lenen zich wel voor een wetenschappelijke benadering. Zoals de opkomst van nieuwe spelers en de ontwikkelingen in distributieland. ‘Hoe zien toekomstige distributiekanalen eruit en hoe kunnen verzekeraars daarop inspelen en zich positioneren?’, vraagt iemand van Allianz. Hendrikse reageert enthousiast. ‘Een van onze onderzoekers, Fred de Jong, is precies met die vragen bezig. Je vraag is dus een voltreffer en een prachtig voorbeeld van waar wetenschap en praktijk elkaar kunnen vinden.’
<
‘Dat zijn de tragische, ernstige verhalen. We hebben een jaar of vier geleden kort achter elkaar twee heftige busrampen gehad in Spanje, in de omgeving van Barcelona. Daar waren veel Nederlanders en hun kinderen bij betrokken en dat maakt het sowieso al heftig. Daarnaast hebben we ook op kleine schaal gebeurtenissen gehad die indruk maken. Zoals de twee Nederlandse dames op een oranje tandem in Argentinië, die door een vrachtwagen zijn geschept. Het zijn situaties waar onze hulpverleners geregeld mee moeten omgaan. Zo nu en dan spring ik zelf ook wel eens bij. Ik vind het goed om feeling met het werk te houden en in drukke tijden bij te springen om onze klanten snel te kunnen helpen, maar het vergt heel wat professionaliteit om onder tragische omstandigheden koel te blijven. Daar krijg je diep respect voor de echte hulpverleners van.’
ivo van dijk
is directeur van SOS International, dat dit jaar haar dertigjarig bestaan viert
Wat zijn belangrijke trends?
‘Consumenten worden steeds veeleisender, terwijl ze tegelijkertijd ook zuiniger worden. Met name voor de zorg- en de reisverzekering kiezen ze vaker voor een beperkte dekking en eerlijk gezegd gaat dat niet altijd goed. Ze denken goedkoper uit te zijn, maar als er iets aan de hand is, bellen ze ons en moeten wij alles uit de kast trekken om ze te helpen, terwijl er geen dekking is. Leg dat maar eens uit. Wij adviseren mensen om alsjeblieft te zorgen voor een goede dekking, zodat ze zichzelf niet in de vingers snijden. Die veeleisendheid is echt een trend van de laatste jaren. Toen wij dertig jaar geleden begonnen, waren mensen bij wijze van spreken al blij als iemand de telefoon opnam. Vandaag de dag wordt de hulpverlening veel kritischer beoordeeld, terwijl wij ons moeten houden aan de voorwaarden van de verzekeraar. Een dagelijkse uitdaging.’
Wat verwachten jullie voor de toekomst?
‘Ik verwacht dat er op de markt van de automobilistenhulpverlening wel wat gaat veranderen. Wij denken dat steeds meer partijen de pechhulp gaan aanbieden. Sinds een paar jaar kun je bij je dealer ook een autoverzekering afsluiten en daar komt steeds vaker pechhulp bij. Voor ons is dat niet ongunstig. Integendeel, het biedt weer nieuwe kansen.’
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
23
Big Data, Big Issue? 24 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
Ongemerkt laten we bijna dagelijks digitale sporen na. Door activiteiten op social media, maar ook door ons koop- en surfgedrag op internet. Ook voor verzekeraars levert de ongelooflijke hoeveelheid data kansen en bedreigingen op, maar waar liggen deze, hoe groot zijn ze en wat zijn de gevolgen? Tijdens de bijeenkomst Big Data, Big Issue ging het Verbond samen met de bedrijfstak op zoek naar antwoorden.
De vraag kwam tijdens de bijeenkomst te pas en te onpas voorbij: wat is Big Data en wat kun je ermee? Naast de vele praktijkvoorbeelden waarmee de beide inleiders Sander Klous (KPMG) en onderzoeksjournalist Brenno de Winter strooiden, spreekt het voorbeeld uit Wikipedia boekdelen. Volgens de vrije encyclopedie verwerkt het Amerikaanse Walmart meer dan een miljoen transacties per uur die op een slimme manier in databases moeten worden opgeslagen. Uit de grote berg gegevens kunnen namelijk verbanden tussen verschillende producten worden gedestilleerd. Mooi voorbeeld in dit (Amerikaanse) verband betreft de hamburgers en de broodjes, maar vaak zijn de verbanden minder voor de hand liggend. Daarnaast kunnen klanten, op basis van hun aankoopgedrag, worden ingedeeld aan de hand van diverse kenmerken. Met geavanceerde statistische analyses kan Walmart vervolgens vrij nauwkeurig inschatten wat het geslacht, het inkomen, de sociale klasse en de gezinssituatie van een klant is. Daarnaast kunnen levensgebeurtenissen als een huwelijk, geboorte, echtscheiding en overlijden met grote precisie worden bepaald bij veranderingen in aankoopgedrag. Analyse en inzichten
Commercieel gezien een goudmijn, maar de allerbelangrijkste waarschuwing die Sander Klous, leider van het Data & Analytics Lab van KPMG, de aanwezige verzekeraars meegaf, is nou juist dat je bij Big Data niet moet kijken naar de hoeveelheid euro’s die het je oplevert. ‘Bij Big Data moet je het van de analyses hebben. De waarde zit met andere woorden niet in de gegevens zelf, maar in de inzichten die ze je opleveren.’ Helemaal bovenaan het lijstje moet volgens hem het maatschappelijke belang staan. ‘Als je de enorme chocoladeletters in De Telegraaf wilt voorkomen, zijn twee vragen voor de toepassing
Gouden tips Klous, die tot vorig jaar als fysicus bij deeltjesversneller CERN in Genève heeft gewerkt, had de nodige gouden tips in petto: 1. Denk groot, maar begin klein. 2. Blijf interactief (data gaan heel snel). 3. Privacy is heel anders bij Big Data. Soms is aan de wet voldoen niet genoeg. Denk er goed over na en gebruik je gezonde verstand. Als je dat niet doet, hang je: vergeet de chocoladeletters in De Telegraaf nooit. 4. Wees creatief, accepteer dat je zo nu en dan moet experimenteren en dat er dingen fout gaan. Niet elke case is gelijk succesvol. 5. Houd in je achterhoofd waar je het voor doet. Je wilt waarde(n) creëren; die hoeft niet altijd financieel te zijn. 6. Belangrijk is dat de waarde altijd eerst voor de maatschappij van belang is, dan pas voor jezelf! 7. Team up, oftewel: kies je partners met zorg.
van Big Data van belang: wat is de waarde voor de maatschappij en wat is de waarde voor de klanten van mijn klanten?’ Het is wellicht een open deur, maar verzekeraars denken dan al snel aan preventie en natuurlijk had Klous een mooi praktijkvoorbeeld in petto. ‘Een van de bekendste projecten die wij wel eens hebben gedaan, betreft Koninginnedag in Amsterdam. Als ik het even simpel vertaal, komt het erop neer dat we de mobiele telefoons hebben geteld die op die dag Amsterdam binnenkomen. Dat kan handig zijn voor de politie. De maximale capaciteit voor Amsterdam CS is 30.000 mensen. Als je door data-analyses weet dat er 40.000 mensen aankomen, kun je er ver-
gif op innemen dat er problemen ontstaan en kun je dus op tijd maatregelen treffen, bijvoorbeeld door een trein even vijf minuten te laten wachten.’ Doorrekenen OK-ruimte
Ander voorbeeld is het doorrekenen van de gevolgen voor een ziekenhuis dat in 2014 een hele vleugel moet sluiten. Klous: ‘Aan ons is met name gevraagd wat de gevolgen zijn voor de OK-ruimte(n). Wij hebben de bezettingsgraad over 2012 met simulatie (Monte Carlo) nagerekend en dat hebben we geëxtrapoleerd naar 2014. Zo’n doorberekening levert niet alleen belangrijke gegevens op voor de operationele activiteiten; het leidt ook tot nieuwe inzichten. Het ziekenhuis kan nu bijvoorbeeld heel makkelijk op voorhand beslissen hoeveel patiënten het moet doorsturen naar andere ziekenhuizen.’ Struikelblok
Onderzoeksjournalist Brenno de Winter, die in 2011 is uitgeroepen tot Journalist van het Jaar en landelijk bekend werd na zijn reizen op gehackte OV-chipkaarten, is een stuk kritischer. Volgens hem is het grote struikelblok bij Big Data of je wel de juiste conclusie(s) trekt. Een treffend voorbeeld vindt hij de treinenfrequentie in Limburg. ‘De NS liet, op grond van de reizigersaantallen, steeds minder treinen rijden. Van vier keer per uur naar twee en uiteindelijk zelfs één keer per uur. Totdat er een aanbesteding kwam, een nieuwe aanbieder de dienstverlening overnam en je raadt het al: de frequentie is weer verhoogd en de treinen zitten propvol.’ Het grote gevaar waar De Winter voor waarschuwde, is de manier waarop Big Data wordt ingezet. ‘Een creditcardmaatschappij plakt het liefst een profiel aan de houders. Ik kom zelf graag bij de Aldi, omdat die winkel altijd kwaliteit levert. In Amerika zou ik echter direct een stempel van “behoeftig” krijgen op grond van ➤ mijn koopgedrag.’
‘De “terrorist“ bleek een negen maanden oude baby te zijn’
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
25
➤ Zijn tip was duidelijk: denk na voordat je mensen een label opplakt! ‘Wisten jullie dat er ooit een vliegtuig is neergehaald omdat er een terrorist aan boord zou zitten? De passagierslijst was op een terroristenlijst gelegd en er was geen twijfel mogelijk. Alle registers werden opengetrokken en eenmaal op de grond bleek de “terrorist” een negen maanden oude baby te zijn.’ Gelach in de zaal, maar De Winter heeft zijn punt gemaakt: ‘Houd het moreel kompas op veilig!’ Old school
Na de twee inleidingen verdelen de deelnemers zich over vijf tafels en wordt er onderling druk gedebatteerd over de voor- en nadelen van Big Data. De mensen aan “mijn” tafel zijn het snel eens. Aan Big Data kleven vooral voordelen. ‘Ik vond Brenno wel wat negatief hoor’, zegt mijn buurman die ervan overtuigd is dat de sector op goud zit. Hij noemt het echter ook bittere noodzaak dat de sector deze handschoen gezamenlijk oppakt. ‘Wij kunnen echt niet meer denken aan de eigen onderneming, laat staan dat we alleen nog maar denken aan de winst. Dat is old school. De omslag begint bij onszelf. We moeten redeneren vanuit het belang van de klant. En dan niet met de mond, maar vanuit ons hart.’ De bedrijfstak moet “om”, zoveel is wel duidelijk. Het leidt tot de vraag: komt het thema Big Data ons uit of overkomt het ons? ‘Eerlijk? Het overkomt ons, maar Big Data is wel mooi. Er is zoveel …’ ‘… we gaan natuurlijk niet voor het eerst met data om’, reageert de enige vrouw aan tafel. ‘De informatie verfijnt, maar we weten toch al heel lang heel veel.’ ‘Klopt’, zegt mijn buurman. ‘Er zijn al veel leuke voorbeelden voorbijgekomen, maar er zijn er zoveel meer. Wisten jullie dat het hele Apolloproject (om de eerste man op de maan te zetten) net zoveel data heeft gegenereerd als wanneer we nu een BMW automatisch achteruit willen laten inparkeren?’ ‘Leuk’, reageert iemand, ‘maar ik blijf toch zitten met de vraag wat ik met die data wil? Wat moet ik als rechtsbijstandverzekeraar doen als ik weet dat er in een straat altijd burenruzies zijn? Sluit ik de hele straat dan in één keer uit? Nee toch!’
‘Wat je wilt?’, vraagt een ander. ‘De wereld beter maken. Wat denk je van de mogelijkheden voor preventie? De voorspellende factor zal ook leiden tot een andere dienstverlening. We hebben het straks niet meer zozeer over verzekeren, maar vooral over (juridische) dienstverlening.’ Mijn buurman: ‘Precies en Big Data helpt ons daarbij.’ Wat is Big Data?
Een van de tafelgenoten brengt de discussie graag een stapje verder en vraagt de anderen wat ze eigenlijk onder Big Data verstaan. Mijn buurman brandt los: ‘Wij verzekeraars denken in causaal verband. Je kent het wel: oorzaak en gevolg. Bij Big Data doe je dat niet, dan denk je vooral in analyses, inzichten en verbanden. De gegevens zijn er allemaal al; het gaat alleen om het samenbrengen daarvan. Heel intrigerend. Ik kan je het boek Big data revolution van harte aanbevelen. Dat is zo boeiend en makkelijk geschreven. Waarschijnlijk word je dan net zo’n fan als ik ben.’ De logische vervolgvraag: wat brengt het ons?, levert uiteindelijk één gezamenlijk standpunt op: Big Data brengt inzicht. ‘Bijvoorbeeld in het risicoprofiel en daar kun je veel mee doen. Onder meer in je marketing. Of in de voorlich-
‘Als wij zelf niet “om” gaan doet de klant dat wel voor ons’ 26 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
ting en preventie, maar dan moeten we de verzekergedachte wel loslaten. Hoe je het ook wendt of keert, straks is er minder te verzekeren. Als wij niet zelf “om” gaan, doet de klant dat wel voor ons. Kijk maar naar de opkomst van de broodfondsen.’ ‘Klopt’, reageert een ander, ‘maar even los van onze tak van sport levert Big Data vooral meer inzicht in wat mensen staat te wachten. Laten we wel zijn, nu komen we pas in beeld als iemands huis in brand staat, straks zijn we het misschien wel voor. Mooi toch? Puur vanuit de klant geredeneerd is Big Data een heel mooie ontwikkeling.’ Solidariteit verdwijnt
De slotconclusie is snel getrokken: verzekeraars zullen de traditionele manier van verzekeren moeten loslaten als ze met Big Data aan de gang willen. De vrouw voorspelt dat risicodifferentiatie ertoe zal leiden dat de solidariteit verdwijnt. ‘Ik betaal voor kraamhulp, maar heb er nog nooit gebruik van gemaakt. Je kan er vergif op innemen dat de discussie zich in de toekomst alleen maar meer zal toespitsen op de risicodifferentiatie.’ Een van de aanwezige mannen concludeert heel droogjes dat Big Data a fact of life is. ‘We zullen ermee moeten dealen.’ De uitsmijter is echter voor mijn buurman. Hij zegt, heel typerend: ‘Wij hebben als bedrijfstak lang gedacht in termen van meer, meer, meer, terwijl de klant denkt in: goed, beter, best. Het is nu aan ons om niet meer te denken in kwantiteit, maar de omslag te maken naar kwaliteit.’
<
NIEUWS
Snellere rechtspraak met eKantonrechter
De Raad voor de rechtspraak start dit najaar samen met een aantal rechtsbijstandverzekeraars met de eKantonrechtprocedure. Via een digitale omgeving kunnen rechtsbijstandverzekeraars geschillen aan de eKantonrechter voorleggen. Voordelen: sneller een uitspraak én een stukje gemak.
Kleren kopen, internetbankieren, appen, muziek luisteren ... mensen gebruiken bij veel handelingen steeds vaker hun tablet, smartphone of laptop. De Raad voor de rechtspraak wil niet achterblijven in die ontwikkeling. Het project eKantonrechter is dan ook de opmaat naar het vereenvoudigen en digitaal toegankelijk maken van gerechtelijke procedures. Het doel van de digitale kantonrechtprocedure is dat mensen eenvoudig en op een laagdrempelige manier via een beveiligde elektronische omgeving een civielrechtelijk geschil kunnen voorleggen. Omdat de zaken die rechtsbijstandverzekeraars behandelen zich waarschijnlijk goed lenen voor een digitale afhandeling, is een aantal verzekeraars gevraagd mee te werken aan de ontwikkeling van de eKantonrechter. Zij kunnen als gemachtigde partij namens hun verzekerden zaken voorleggen. De bedoeling is dat de eKantonrechter in 2014 toegankelijk wordt
gemaakt voor iedereen, zodat bijvoorbeeld ook burgers en bedrijven digitaal kunnen procederen. Uitspraak binnen acht weken
Volgens de raad biedt een volledig digitale kantonrechtprocedure een aantal voordelen: zo doet de eKantonrechter binnen acht weken uitspraak en dat is vaak sneller dan wanneer een geschil via de “traditionele” weg wordt voorgelegd. Bovendien kunnen de verzoeker en verweerder onafhankelijk van tijd en plaats een zaak indienen en die online volgen. Ze hoeven geen papieren meer te verzamelen, maar kunnen alles met één druk op de knop versturen, zodat het heel
Artikel 96 De mogelijkheid van digitaal procederen is niet letterlijk in de wet opgenomen. Om digitaal procederen toch snel mogelijk te maken, maakt de Raad voor de rechtspraak daarom gebruik van artikel 96 uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Die bepaling biedt de kantonrechter de mogelijkheid zelf een procesgang te ontwikkelen. Het reglement en de procedure voor de eKantonrechter staan op de website van de Raad voor de rechtspraak (www.rechtspraak.nl).
laagdrempelig wordt om een geschil voor te leggen. Niet iedere zaak leent zich echter voor de eKantonrechter. Zo kunnen alleen eenvoudige geschillen tussen burgers, tussen bedrijven of tussen burgers en bedrijven digitaal worden voorgelegd. In de praktijk betekent dit dat de eKantonrechter vooral huur-, arbeids- en civiele zaken behandelt met een belang van minder dan 25.000 euro. Complexe zaken lenen zich er niet voor, omdat dan vaak getuigen moeten worden gehoord of uitvoerig onderzoek moet worden gedaan naar de feiten. De rechter beslist of het geschil zich voor de eKantonrechter leent. Als het te complex is, zal hij de zaak doorverwijzen naar een gewone rechter. Overigens geldt dat beide partijen (dus zowel de verzoeker als verweerder) moeten instemmen met een digitale afhandeling door de kantonrechter. Het Verbond is blij dat rechtsbijstandverzekeraars zijn benaderd om mee te werken. ‘Zelf zoeken we ook naar mogelijkheden om klantgerichter en sneller te opereren en de eKantonrechtprocedure sluit daar prachtig op aan’, aldus beleidsadviseur Patricia Swienink. ‘We hopen dat mensen op deze manier nog sneller weten waar ze aan toe zijn.’
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
27
NIEUWS
Wees alert online! Campagneagenda Net als vorig jaar doet minister Ivo Opstelten de aftrap van de bewustwordingscampagne Alert Online. Deze tweede editie, die plaatsvindt van 28 oktober tot en met 5 november, staat in het teken van Smart Security, oftewel samen slim investeren om van ons land de meest open en veilige online samenleving te maken.
Volgens Opstelten is die gezamenlijke publiekprivate inzet bittere noodzaak. ‘Juist omdat online veiligheid in Nederland geen zaak is van één partij, moet je samen met anderen optrekken’, schrijft hij in een column op de campagnewebsite (www.alertonline.nl). Cybercriminaliteit
Alert Online is een campagne voor en door partners uit het bedrijfsleven en de publieke sector. Een van die partners is het Verbond van Verzekeraars, dat zich graag hard wil maken voor de doelstelling: gezamenlijk in een korte periode de krachten bundelen om zo een impuls te geven aan het cybersecurity-bewustzijn in ons land. ‘Cybercriminaliteit is aan de orde van de dag, maar houdt een wat ongrijpbaar karakter’, vertelt manager Ferdinand Soeteman. Ook benadrukt hij het belang van samenwerking. ‘Sinds dit jaar werken wij nauw samen met het
28 VERZEKERD!
nummer 5, 4, november september 2013 2013
Tussen 28 oktober en 5 november staan er diverse activiteiten op de campagneagenda, waaronder op 30 oktober het seminar Fighting cybercrime en een masterclass op de KMA in Breda, die is gericht op hbo- en academische studenten. Doel van de campagne is om op een praktische manier te laten zien wat partijen zelf kunnen doen om risico’s te voorkomen. De achterliggende gedachte is dat slimme doordachte keuzes en samenwerkingsverbanden bij het gebruik, de aanschaf en het onderhoud van ICT zorgen voor een open en veilige samenleving.
Nationaal Cyber Security Centrum en hebben we een platform voor verzekeraars binnen het Informatieknooppunt Cybersecurity opgericht. Binnen dit knooppunt delen verzekeraars met elkaar, maar ook met overheidsdiensten informatie over incidenten, kwetsbaarheden en maatregelen. Alle partijen zijn daardoor beter in staat om goede risicoanalyses te maken en adequate maatregelen te treffen.’ Ruim honderd miljard euro
Op de site van het Nationaal Cyber Security Centrum zijn tips en (beveiligings)adviezen te vinden. Als paraplucampagne biedt Alert Online ook de nodige ondersteuning aan de deelnemende partners. Bijvoorbeeld via een speciale
online toolkit, met het Alert Online beeldmerk, webbanners, posters en kant-en-klare modules voor het organiseren van interne campagnes. ‘Geen overbodige luxe’, aldus Soeteman, die benadrukt dat de cijfers er niet om liegen. De schade door cybercriminaliteit wordt volgens hem wereldwijd geschat op meer dan honderd miljard euro. Maar wat zijn cyberrisico’s eigenlijk? En wat betekenen die risico’s voor verzekeraars? De antwoorden zijn te vinden in het position paper Virtuele risico’s, echte schade, dat het Verbond deze week uitbrengt. Daarin gaat het Verbond in op de vraag welke oplossingen de verzekeringsmarkt nu biedt voor cyberrisico’s en wat een bedrijf zelf vóór, tijdens en na een incident kan doen om de schade zoveel mogelijk te voorkomen en te beheersen. ‘Preventie en nazorg bij dit soort verzekeringen zijn ontzettend belangrijk. Als een bedrijf niets doet om zich te wapenen tegen cyberaanvallen en ook de gevolgschade van een datalek niet beperkt, is dat immers vragen om problemen’, aldus Soeteman. In het paper wordt verder benadrukt dat verzekeraars na een incident kunnen helpen met die nazorg, in de vorm van een soort “cybersalvage”, een combinatie van juridisch en IT-advies en het beperken van de PR-schade. Nieuwsgierig naar het paper? Kijk dan op www.verzekeraars.nl bij Verzekeringsbranche/Publicaties.
<
DE CLAIM
Verzekeraars krijgen jaarlijks bergen claims binnen. Van ernstige zaken als een afgebrand huis tot kleine ongemakken als een gestolen zonnebril. Hoe gaan ze daarmee om? Dit keer: een reisclaim die de wenkbrauwen even doet fronsen.
Hap! En weg is je camera! Wat is de aanleiding?
Een meneer, laten we hem meneer Brugge noemen, maakt een rondreis door Florida en bezoekt een alligatorpark. Vanaf een bruggetje heeft hij een prachtig uitzicht op een krokodil. Terwijl hij zijn camera pakt en op het punt staat een foto te nemen, krijgt hij een (onbedoelde) duw van een andere toerist. Meneer Brugge raakt uit balans en … de camera vliegt door de lucht en belandt in het alligatorverblijf. Hoe gaat het verder?
De krokodil laat de kans niet aan zich voorbijgaan en snelt op de camera af. Als de verzorger ter plaatse is, is het leed al geschied: de krokodil zet zijn kaken in de één jaar oude camera ter waarde van 290 euro. Resultaat: onherstelbaar beschadigd. Wat doet de verzekerde?
Meneer Brugge heeft een doorlopende reisverzekering bij Unigarant en dient na terugkomst in Nederland meteen een claim in. Hij sluit een foto bij van het voorval (gemaakt door iemand anders). Hoewel de foto duidelijk onderstreept dat het voorval een “niet voorziene omstandigheid” is, voelt meneer Jansen zich toch genoodzaakt een toelichting te geven. ‘Gezien het gevaar kon ik het toestel niet meer pakken’, schrijft hij op het schadeformulier …
Wat beslist de verzekeraar?
De claim komt binnen bij een schadebehandelaar van Unigarant. Die fronst even zijn wenkbrauwen als hij de foto’s ziet. ‘Als je een reisclaim als deze binnenkrijgt, tussen serieuze medische en inbraakclaims, werkt dat wel een beetje op je lachspieren – hoe vervelend het voorval ook was voor meneer Brugge. Omdat de toedracht vrijwel meteen duidelijk was, konden we snel beslissen om de schade gewoon uit te keren. Dit soort onverwachte en onvoorziene omstandigheden zijn immers de reden dat mensen een reisverzekering afsluiten.’ Unigarant benadrukt dat het reisclaims binnen één à twee dagen afwikkelt. Dat is ook in dit geval gebeurd. De verzekerde heeft de dagwaarde van de camera (250 euro) vergoed gekregen en was daar blij mee.
Unigarant is gespecialiseerd in e-mobiliteitsverzekeringen en particuliere schadeverzekeringen voor reis, recreatie en wonen. De volle dochter van de ANWB is in 1972 opgericht in Amsterdam en in 1976 met twintig collega’s verhuisd naar Hoogeveen. Nu werken er ruim vijfhonderd medewerkers.
<
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
29
PORTRET
‘Ik houd van acties met een knipoog’
Hij houdt van een lolletje, is een fervent gamer, maar kan ook bloedserieus zijn. Robbert Coenmans is sinds 1 juni voorzitter van FNV Jong en heeft helder voor ogen hoe hij de belangen van jongeren hoger op de agenda krijgt. ‘Je zult mij niet snel de barricade zien opgaan. Ik houd meer van acties met een knipoog, maar wil wel serieuze onderwerpen als jeugdwerkloosheid en een goed pensioen aan de kaak stellen.’
Op de dag van het interview belt hij vanuit de trein. ‘Vertraging, balen! Ben zeker een half uur later, maar heb dan wel alle tijd.’ Drie kwartier later dan gepland komt hij het hoofdkantoor van de FNV in Amsterdam binnenlopen. Dat hij er vanuit zijn woonplaats Tilburg een ruim twee uur durende treinreis op heeft zitten, is niet van zijn gezicht af te lezen. Hij is ontspannen en stelt zich met een brede lach voor. Die eerste kennismaking zegt misschien meer over Robbert Coenmans dan hij zelf denkt. De nieuwe voorzitter van FNV Jong laat zich niet snel van zijn stuk brengen en heeft bovenal plezier in zijn functie. ‘Ik kom niet uit de vakbondswereld en had stiekem verwacht dat de FNV een starre organisatie met allemaal koninkrijkjes zou zijn. Al die vooroordelen zijn niet waar. Ik merk dat er heel goed naar ons wordt geluisterd en dat iedereen wat in te brengen heeft.’ Vertegenwoordiger
Coenmans groeide op in Hoedekenskerke, een Zeeuws dorpje in de buurt van Goes. Al op jonge leeftijd werd duidelijk dat hij voor een vertegenwoordigersrol in de wieg is gelegd. ‘Toen ik elf was, won ik een debat en had ik het gemeentebestuur overtuigd dat er een skatebaan in ons dorp moest komen. Een halfjaar later was die er nog steeds niet. Toen ik de burgemeester tegenkwam, greep ik mijn kans om dat te melden. Twee maanden later lag die baan er.’ Tijdens zijn studie rechten ging het precies zo. Voor hij het wist, zat hij in allerlei besturen, waaronder de Universiteitsraad. ‘Het is niet zo dat ik die rollen claim, maar op de een of andere manier beland ik er altijd in. Soms tot grote frustratie van mijn ouders. Ik hoor het m’n vader nog zeggen, toen ik meldde dat ik een bestuursjaar aan m’n studie vastknoopte: “Ben je nou wéér voorzitter?!” En bij mijn afstuderen zei mijn scriptiebegeleider: “We weten nog niet helemaal wat Robbert gaat doen, maar hij zal vast wel ergens mensen vertegenwoordigen.” Tja. Ik word er gewoon blij van als ik voor een groep mensen wat gedaan kan krijgen.’
Robbert Coenmans, voorzitter FNV Jong
fotografie: ivar pel
Goed gevoel voor humor
Na zijn afstuderen kon hij niet direct een baan vinden die aansloot op zijn studie en dus ging hij bij een cateraar aan de slag. ‘Voor de time being beviel dat prima, maar toen ik op een dag samen met drie andere afgestudeerde academici koffieschoteltjes stond te stapelen, dacht ik: dit is wel de omgekeerde wereld. Wij zitten hier met z’n vieren banen vast te houden voor mensen die dit veel beter kunnen. Op deze manier wordt het probleem van ➤ jeugdwerkloosheid alleen maar groter.’
nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
31
‘ ➤ Precies in die periode zag hij de vacature van FNV Jong voorbijkomen. ‘Ik dacht: Robbert, je kan het allemaal zo goed weten, maar als je iets wilt veranderen, doe dan wat!’ De sollicitatiecommissie beschreef Coenmans als “een verbinder met een goed gevoel voor humor, die in staat is op een natuurlijke manier de leiding te pakken zonder te overschreeuwen”. ‘Toen ik dat hoorde, dacht ik: goh, dit zou ik misschien op mijn LinkedIn-pagina moeten zetten’, grapt hij, terwijl hij het juist moeilijk vindt dit over zichzelf te zeggen. ‘Ik kan beter met kritiek dan met complimenten omgaan. Heeft misschien met mijn nuchtere, Zeeuwse opvoeding te maken.’ Ludieke acties
Nuchter is hij zeker, maar hij zit ook vol ambitie. ‘FNV Jong is pas sinds vorig jaar een zelfstandige vakbond, daarvoor was het een netwerk. We hebben nu 1.300 leden. Dat lijkt niet veel, maar ik ben er trots op dat dit in een jaar is bereikt en dat we nog steeds groeien.’ De zelfstandige positie onderstreept volgens Coenmans dat de FNV het belangrijk vindt om jongeren meer te betrekken. ‘Wij zijn een andere generatie, met andere wensen. Dat zie je heel duidelijk terug in de achterban. Bij demonstraties lopen vooral ouderen rond. Nou zal ik niet zeggen dat ik tegen demonstreren ben, maar met z’n allen boos op een veld gaan staan, heeft in mijn ogen niet altijd zin. Je kunt ook ludiekere manieren bedenken. Zo hebben wij deze zomer een vakkenvulwedstrijd georganiseerd om aandacht te vragen voor het feit dat veel jongeren moeite hebben om een vakantiebaantje te vinden. Behalve een aantal jongeren, deden ook drie Kamerleden en een BN’er (Sterretje van Oh, oh Cherso) mee. Hilarisch. Er werd veel gelachen, zonder dat dat afbreuk deed aan de ernst van de boodschap. Dit soort acties met een knipoog past bij mij.’
Personalia Robbert Coenmans (27) studeerde rechten aan de Universiteit van Tilburg. Tijdens zijn studie was hij onder meer bestuurslid van de Universiteitsraad en zette hij zich voor D66 in als raadscommissielid voor de gemeente Tilburg. Sinds 1 juni 2013 is hij voorzitter van FNV Jong. Daarnaast is hij lid van de Sociaal-Economische Raad en algemeen bestuurslid van de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven.
kleine groep jongeren betaalt voor een groeiend aantal ouderen. Een andere oplossing is om de tweede pijler open te stellen voor zelfstandigen, maar ook daar zitten allerlei haken en ogen aan.’ Hij denkt dat het van belang is dat alle betrokkenen – overheid, pensioenfondsen, verzekeraars, werkgevers, werknemers en zelfstandigen – elkaar blijven opzoeken om over dit soort dilemma’s in gesprek te gaan. ‘Met verzekeraars doen we dat bijvoorbeeld in het pensioenlab, waarbij we praten over het pensioen van de toekomst. Vind ik heel goed. Ik krijg vaak de vraag: wat willen jongeren nou eigenlijk? Daarop antwoord ik altijd: vraag het ze gewoon! Loop een school in en vraag of ze je product snappen.’ Zelf loopt hij regelmatig scholen binnen. ‘Niet alleen om te horen wat er leeft, maar ook om jongeren te helpen. Bijvoorbeeld met hun belastingaangifte of met het zoeken van een bijbaantje. Verder zijn we aan het kijken of we voorlichting kunnen geven over verzekeringen. Jongeren dreigen het afsluiten van een verzekering nog wel eens te vergeten, dus als we dat onderwerp kunnen meepakken, is dat mooi meegenomen.’
Goed pensioen
Het terugbrengen van jeugdwerkloosheid is zijn belangrijkste drijfveer. Hij wil het halveren van zestien naar acht procent. Daarnaast heeft hij nog twee agendapunten: onderwijs (en dan met name het regelen van goede stageplekken) en pensioenen. ‘Ik maak me niet zozeer zorgen over de rekenrente en indexatie van pensioenen; natuurlijk moet dat beter worden geregeld, maar ik denk dat de noodzaak er op een gegeven moment toe noopt dat er wel iets moet gebeuren. Mijn zorgen zitten meer in het feit dat pensioenen nog steeds zijn gestoeld op het idee dat je ergens op je twintigste begint en op je zestigste jaar vertrekt met een leuk pensioen. Dat is niet meer van deze tijd. Jongeren komen tegenwoordig nauwelijks aan de bak, laat staan dat ze veertig jaar lang bij dezelfde werkgever blijven. Ze kiezen steeds vaker voor zelfstandig ondernemerschap. Hoe zorgen we nou dat jongeren, over God mag weten hoeveel jaar, überhaupt nog iets krijgen?’ De oplossing heeft hij niet één, twee, drie. ‘Om zelfstandigen tegemoet te komen, kun je zeggen: we breiden de AOW uit, maar het grote nadeel is dat de AOW een omslagstelsel is en dat een
‘Vráág jongeren gewoon wat ze willen’ 32 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
Xbox
Zijn agenda neemt Coenmans heel serieus, maar belangrijker vindt hij dat hij geniet. ‘Mijn moeder maakt zich wel eens zorgen of ik niet te hard werk, maar ik heb gewoon lol in mijn werk. Al kan ik ook heel lui zijn hoor. Ik vind het heerlijk om samen met mijn vriendin lekker uit te slapen en uitgebreid te koken. Als ik zo’n vrije zaterdag kan inroosteren, ben ik diepgelukkig.’ Ontspanning zoekt hij ook in de Xbox. ‘Oh, is het wel handig om dit te vertellen? Ach, waarom niet. Ik houd heel erg van science fiction-achtige games en films, met robots en zo. Laatst ben ik met een groep jongens naar Pacific Rim geweest en toen kwamen we echt als een soort opgewonden pubers naar buiten.’ Die kwajongenskant spreekt hem aan. ‘Mijn grote held is Theodore Roosevelt, president van Amerika van 1901 tot 1908. Die man bedacht geniale dingen – kwam niet alleen met een plan voor het graven van het Panamakanaal, maar zorgde dat het er ook echt kwam – en bleef tegelijkertijd zichzelf en was een bom van tegenstrijdigheden. Zo hield hij ervan om voor een belangrijke vergadering een partijtje te worstelen met z’n ministers. En hij was een enorme natuurfanaat, maar jaagde tegelijkertijd het liefst op beren. En hij is, bij mijn weten, de enige Amerikaan die zowel een oorlogsmedaille als de Nobelprijs voor de Vrede kreeg. Hij heeft ontzettend veel voor elkaar heeft gekregen, maar bleef ook altijd het jongetje dat achterin de klas met propjes gooit. Geweldig, toch?’
<
‘
OPMERKELIJK
Nederlandse verzekeraars
92 procent
BEHEREN zo’n 400 miljard euro.
van de consumenten is tevreden over de uitkomst van een
claim.
pensioen. woning.
Ruim de helft van de consumenten maakt zich zorgen over zijn Een derde vreest voor de waarde van zijn
In Nederland zijn ongeveer 100 onderlinge waarborgmaatschappijen actief.
Consumenten
geven hun schadeverzekeraar gemiddeld een 7,7 en hun zorgverzekeraar een 7,5.
Iedere dag zijn 250 huishoudens de dupe van Zo’n
een inbraak(poging)
.
200 studenten
hebben sinds de start in 2005 succesvol
de masteropleiding Verzekeringskunde afgerond.
Veertig procent van de gebruikers van sociale netwerken is slachtoffer van
Het percentage scholieren dat later
In Nederland maken
rijk
cybercrime
.
wil worden, is gedaald van 65 procent in 2010 naar 54 in 2013.
825.000 mensen gebruik van de AWBZ. nummer 5, november 2013
VERZEKERD!
33
JONG TALENT
‘ik wil de cultuuromslag helpen vormgeven’ Een frisse blik houdt je scherp. Om die reden trekken verzekeraars graag jong talent aan. Wie zijn die jongeren die aan het begin van hun verzekeringsloopbaan staan en hoe kijken ze tegen de bedrijfstak aan? In de aftrap van deze nieuwe rubriek spotten we dit keer Pauline Bakker.
wie: wat:
fotografie: ivar pel
pauline bakker (30) pensioenjurist bij zwitserleven sinds 1 september 2013 Wat doe jij bij een verzekeraar? ‘Tijdens mijn studie heb ik twee jaar als pensioenconsultant gewerkt bij een adviesbureau. Ik werd toen benaderd door Zwitserleven voor de vacature van pensioenjurist. Zwitserleven sprak mij als sterk merk, met veel ontwikkelingsen doorgroeikansen, meteen aan. Ik ben hier in september begonnen en zit in een Talent Development Traject, samen met ongeveer vijftig andere jonge medewerkers. Daarnaast ben ik bestuurslid van Jong! SNS Reaal. Ontzettend leuk, want op die manier heb ik contact met mensen binnen het hele concern van SNS Reaal, waar Zwitserleven onder valt. Die betrokkenheid bij de organisatie spreekt me erg aan.’ Wat heeft jouw werkgever aan jou? ‘Ik ben een doorzetter en meedenker en hoop dat Zwitserleven daar in deze tijden iets aan heeft.
34 VERZEKERD!
nummer 5, november 2013
Verder ben ik erg betrokken, breng ik gedegen kennis mee en heb ik een enorme drive om veel werk te verzetten. Waar mijn kracht ligt? Ik heb een brede interesse, ben doelgericht en denk niet alleen mee, maar kom ook graag in actie.’ Wat wil je veranderen in verzekeringsland? ‘Ik vind dat verzekeraars de afgelopen jaren goede stappen hebben gezet als het gaat om het klantbelang centraal stellen en de rolontvlechting tussen verzekeraars en intermediairs. Maar we zijn er nog niet. Als jurist is het erg makkelijk om vanuit de regelgeving aan te geven dat het klantbelang centraal moet staan. Ik merk dat deze vertaalslag in de praktijk nog wel verder vorm moet krijgen. Als intermediairverzekeraar loopt veel van ons klantcontact via adviseurs. Maar de werkgevers, en uiteindelijk de pen-
sioendeelnemers, zijn onze échte klanten. Dat wil ik nog beter laten landen.’ Wat betekent de klant voor jou? ‘De klant is degene voor wie we het allemaal doen en wiens pensioengeld we willen veiligstellen. Hoewel ik als jurist geen rechtstreeks klantcontact heb, is het van belang om dat in het achterhoofd te houden.’ Wat doe je over vijf jaar? ‘Het is in deze tijd lastig om in onze branche ver vooruit te kijken. Misschien is het beter om dat per jaar te doen. Ik hoop dat ik me tegen die tijd persoonlijk en zakelijk verder heb ontwikkeld en dat ik een positie heb waarin ik meer invloed kan uitoefenen om de cultuuromslag in de branche vorm te geven.’
<
Colofon
VERZEKERD! IN 2014 ...
Jaargang 11, nummer 5 Verzekerd! is een uitgave van het Verbond van Verzekeraars en is bedoeld voor politici, media, verzekeraars,
Deze Verzekerd! is de laatste editie van dit jaar. De decemberuitgave vervalt in verband met een korte herijking die de redactie de komende maanden zal uitvoeren. In het kader van die herijking wordt Verzekerd! in 2014 vooralsnog een kwartaalblad, dat zich nog meer zal richten op de achtergronden, terwijl de nieuwsbrief (zie ook hieronder) en website vooral focussen op de actualiteit. Amy in gesprek met Richard Weurding
Wat wil de klant van zijn verzekeraar?
3
Tineke Netelenbos strijdt tegen piraterij
Vakantie minder prioriteit in crisistijd
AMY SCHOLTEN, GASTHOOFDREDACTEUR
‘Wat doen verzekeraars eigenlijk voor mij?’
4 SEPTEMBER 2013
JULI 2013
STAATSSECRETARIS MARTIN VAN RIJN
‘Zorg is meer dan verzekeren’
Big Data: kans of bedreiging?
Klantbelang (nog) centraler
5 NOVEMBER 2013
EWALD ENGELEN, FINANCIEEL GEOGRAAF
‘Stop met lastenverzwaringen’
beleidsmakers en andere opinion leaders. Verzekerd! verschijnt zes keer per jaar. Overname van (delen van) artikelen is alleen toegestaan als de bron wordt vermeld.
?
Redactie Marjolein Dekker (hoofdredacteur) Miranda de Groene
Redactieraad Marjolein Dekker Cor Groeneweg Anky van Leeuwen Willem Terwisscha
Aan dit nummer werkten mee:
Heeft u vragen of opmerkingen over Verzekerd!? Wendt u zich dan tot de redactie (telefoon 0703338694/95, e-mail:
[email protected]). Ook suggesties voor artikelen zijn meer dan welkom. Bijvoorbeeld voor de nieuwe rubriek Jong talent, die in dit nummer op pagina 34 staat. Kent u een jong talent in de bedrijfstak die in het zonnetje mag worden gezet? Meld het ons dan gerust.
Lisa Bastiaans, Conciso financiële redactie, Roel Janssen, Frank Krijger en Ivar Pel
De column van Roel Janssen is tot stand gekomen door bemiddeling van
NOG GEEN ABONNEE? Bent u nog niet geabonneerd op Verzekerd!, maar wel geïnteresseerd? Vraag dan nu een abonnement aan via
[email protected]. Verzekerd! is een gratis uitgave voor iedereen die meer wil weten over ontwikkelingen in de verzekeringsbedrijfstak. Voor een zo volledig mogelijk adressenbestand ontvangen we graag naam- en adresgegevens, functie, telefoonnummer en e-mailadres.
Sebes & Van Gelderen te Amsterdam. Fotografie Janssen: Sander Nieuwenhuys.
Redactieadres Verbond van Verzekeraars Redactie Verzekerd! Postbus 93450 2509 AL Den Haag Telefoon 070-3338695/694
HET LAATSTE NIEUWS Wilt u ook graag op de hoogte blijven van het laatste nieuws? Meld u dan nu aan voor een (gratis) abonnement op onze digitale nieuwsbrief. U kunt daarin alles lezen over de activiteiten en standpunten van het Verbond en de trends in de branche. Een mailtje naar
[email protected] is genoeg om iedere twee weken de nieuwsbrief in uw mailbox te vinden. En natuurlijk kunt u op onze website, www.verzekeraars.nl, terecht voor nieuws, maar ook voor verdieping.
E-mail
[email protected]
Verbond op internet: www.verzekeraars.nl www.allesoververzekeren.nl
Abonnementen
[email protected]
Creatie en realisatie Vormbreker, grafisch ontwerp bno Leo van der Kolk
Druk DeltaHage bv, Den Haag
ISSN: 1571-0556